€¦ · b>;13?/4;;8?110a/-@519-->@ 5@0;/a91:@5?@1b5:01:;< ccc;:01>c56?5:?-562@015:?
Transcript of €¦ · b>;13?/4;;8?110a/-@519-->@ 5@0;/a91:@5?@1b5:01:;< ccc;:01>c56?5:?-562@015:?
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HETKADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSEEDUCATIE
De Beestenboel
Plaats : MarkeloLRKP nummer : 168665359Onderzoeksnummer : 290178Datum onderzoek : 13 september 2016Datum vaststelling : 13 december 2016
Pagina 2 van 16
1 INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2 BEVINDINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3 CONCLUSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
REACTIE VAN DE HOUDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
INHOUDSOPGAVE
Pagina 3 van 16
Pagina 4 van 16
Op 13 september 2016 heeft de inspectie Kinderopvang De Beestenboelonderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectievan het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve).Kinderopvang De Beestenboel is opgenomen in een steekproef waarbij wegegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie tenbehoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- envroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zijovereenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of devve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Dezeindicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve• De ouders• De kwaliteit van de educatie
◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden◦ Het pedagogisch klimaat◦ Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding• De kwaliteitszorg• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool• De resultaten van vve
Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:• Documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;• een groepsobservatie is uitgevoerd in de groep van die dag;• gesprekken met de locatieleiding, ouders, pedagogisch medewerkers en
de intern begeleider/zorgcoördinator en een vertegenwoordiging van dehouder zijn gevoerd.
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op hetToezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en
INLEIDING1
Onderzoeksopzet
Toezichtkader
Pagina 5 van 16
vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden opwww.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haaronderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten istevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Inhoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort tereflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te gevenwelke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van ditrapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en debevindingen van de inspectie daarover.
Opbouw rapport
Pagina 6 van 16
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- envroegschoolse educatie op Kinderopvang De Beestenboel voor eenaantal aspecten (nagenoeg) op orde is, te weten condities, begeleiding extern enkwaliteit van de uitvoering van vve.
Daarnaast zijn meerdere verbeterpunten geconstateerd op de volgendeaspecten: ouders, begeleiding intern, kwaliteitszorg en doorgaande lijn.
TotaalbeeldKinderopvang De Beestenboel in Markelo biedt kinderdagopvang,peuteropvang en buitenschoolse opvang aan. De Beestenboel is een particuliereorganisatie waarvan de leidinggevende tevens de eigenaar is. Tien jaar geledenis De Beestenboel gestart met kinderopvang en later ook met buitenschoolseopvang. Sinds een jaar is de peuteropvang met vve-doelgroepkinderen hier aantoegevoegd. Dit is daarom ook het eerste bezoek in het kader van vve dat opdeze locatie is uitgevoerd.De Beestenboel is gevestigd op een boerderij. Op de bovenverdieping van hetgebouw zijn drie ruimten in gebruik voor de peuteropvang. Eén ruimte isingericht als kring, één als knutsel/werkjes ruimte en één waarin de(speel)hoeken zijn ingericht. Op het moment van onderzoek bezochten 5doelgroeppeuters de locatie.Tegenover De Beestenboel is de openbare basisschool Elserike gevestigdwaarmee De Beestenboel met regelmaat contact heeft en waar de meestekinderen na de peuterleeftijd naar toe gaan. Met deze school heeft DeBeestenboel een ‘warme overdracht’ van de peuters aan de basisschoolgeorganiseerd en vinden bij tijd en wijle gezamenlijke activiteiten plaats. Indit onderzoek is alleen de peuterspeelzaal van De Beestenboel onderzocht.
ToelichtingConditiesKinderopvang De Beestenboel beschikt over een recent GGD-rapport. Debasisvoorwaarden voor kwaliteit van voorschoolse educatie zijn daarin ookbeoordeeld. Er zitten maximaal 16 kinderen in een groep met twee leidsters,zodat het vier-ogen-principe gerealiseerd wordt (A2, A3). De doelgroepkinderenbezoeken de peuterspeelzaal vier dagdelen, zodat het minimum aantal uren van10 uur gehaald wordt (A4.1). De leidsters van de peuterspeelzaal zijn voldoendevve gekwalificeerd (A5.2) en tevens voor de Nederlandse taal. De leidsters vanhet kinderdagverblijf, die ook in kunnen vallen bij de peuterspeelzaal, wordeneveneens voor beide onderdelen geschoold. Alle leidsters zijn geschoold voor het
BEVINDINGEN2
Pagina 7 van 16
vve-programma (A5.4) en sinds november 2015 is er een pedagogischbeleidsplan vastgesteld, en is er een actueel vve-opleidingsplan (A5.5).
OudersOp verzoek van de inspectie heeft de voorschool enkele ouders uitgenodigd waareen gesprek mee gevoerd is. De ouders zijn positief over de laagdrempeligecontacten en de sfeer op de locatie en voelen zich betrokken bij depeuterspeelzaal. Ook wordt de aandacht en de betrokkenheid van het personeelgewaardeerd. Kinderopvang De Beestenboel onderkent het belang vanouderbetrokkenheid en ouderparticipatie en wil daar nadrukkelijker aan gaanwerken. Op dit moment onderneemt zij hiervoor diverse acties zoals het voorafmeesturen van een themabrief, maar is het nog lastig de ouders daarvoorvoldoende te motiveren om hieraan deel te nemen.
De Beestenboel heeft nog geen beleid gemaakt ten aanzien van het doelgerichtouderbeleid. Er is geen ouderbeleid vastgelegd gericht op het ondersteunen vande ouders zelf, om zo hun kind in hun ontwikkeling te stimuleren. Concretedoelen daarvoor ontbreken, vandaar dat indicator B1 een verbeterpunt is.De ouders worden adequaat geïnformeerd voorafgaand aan en tijdens deperiode dat hun kind op de voorschool zit (B2) en de instelling heeft de intakeop orde (B3).Het stimuleren van ontwikkelingsgerichte activiteiten thuis is eenverbeterpunt (B4). Op dit onderdeel is nog duidelijk winst te halen. Dat geldtbijvoorbeeld voor de themabrief. Die wordt nog te weinig met oudersgeëvalueerd. Verder is er wel in de peuterspeelzaal dagelijks een inloop maardaar is verbetering mogelijk door de kinderen en hun ouders tijdens die inloopbetekenisvolle speel- en leeractiviteiten te laten uitvoeren (B5).Ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind (B6). De ouderswaarderen de laagdrempeligheid van de voorschool. Het personeel is altijdbereid om tussendoor informatie uit te wisselen over hun kinderen.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
AanbodOp Kinderopvang De Beestenboel maakt men gebruik van een integraal vve-programma. In een jaarrooster is aangegeven welke thema’s van het vve-programma wanneer aan bod komen. Vanuit dit jaarrooster maken de leidsterseen dag- en weekplanning. Daaruit is vooral af te leiden welke activiteitenworden aangeboden en welke doelen nagestreefd worden. Deze activiteitenworden aangeboden in een betekenisvolle context, bijvoorbeeld door deactualiteit als uitgangspunt te nemen en deze uit te werken binnen een thema.
Pagina 8 van 16
Een verbeterpunt voor de voorschool is dat het aanbod, en de wijze waarop deleidsters dit inzetten, niet of nauwelijks opklimt in moeilijkheidsgraad (indicatorC1.4). Evenmin is zichtbaar op welke andere manier het aanbod differentieert,bijvoorbeeld in leeftijd of ontwikkelingsniveau.
Pedagogisch handelenHet pedagogisch klimaat op De Beestenboel is veilig en positief en de leidstersbenaderen de kinderen open en met respect. Wanneer kinderen ongewenstgedrag vertonen, wijzen de leidsters op de gedragsgrenzen en leggen uitwaarvoor deze zijn. Peuters worden gestimuleerd om samen te spelen maar ookom zelf keuzes te leren maken. Een verbeterpunt is de inrichting van de ruimtewaarin de kinderen spelen en leren (C2.5). Er is geen sprake van een rijkeuitnodigende leeromgeving waarin peuters met veel verschillende materialenkunnen ontdekken. Evenmin wordt de ontluikende geletterdheid van de kinderennadrukkelijk gestimuleerd. Voorbeelden daarvan kunnen zijn een letterhoek of–muur, themawoorden op ooghoogte, boeken en schrijfmateriaal, enzovoorts.
Educatief handelenHet educatief handelen van de leidsters hebben we beoordeeld op grond vangroepsobservaties. Het merendeel van de indicatoren is van voldoende niveau,maar we constateren ook een tweetal verbeterpunten.
Eén van die verbeterpunten betreft de drie afzonderlijke ruimten. Doordat overhet algemeen met twee leidsters gewerkt wordt (tijdens het bezoek was ertevens een stagiaire) is er altijd één ruimte zonder toezicht. De kinderen spelendan "zelfstandig" zonder dat de leidsters daar voldoende toezicht op houden.Ook is er geen oogcontact of andere nonverbale interactie mogelijk. Het isnoodzakelijk hierover duidelijke afspraken te maken zodat er altijd demogelijkheid is om de kinderen tot wederzijdse interactie te stimuleren en deeducatieve mogelijkheden daarin te benutten. Dit is de reden waarom indicatorC3.6 een verbeterpunt is.Een ander verbeterpunt betreft het afstemmen van de activiteiten op deontwikkeling van de peuters (indicator 3.7). Alle kinderen krijgen hetzelfdewerkje. Het is belangrijk dat elke peuter op hun eigen niveau uitgedaagd wordten zo hun ontwikkeling te stimuleren.Ontwikkeling, begeleiding en zorgDe leidsters volgen de ontwikkeling van de peuters met behulp vangerichte observaties. Hierin ontbreekt echter de gecijferdheid. Dat is de redenwaarom indicator D1.1 een verbeterpunt is. Met de beschikbare gegevenssignaleert het team tijdig wanneer een kind stagneert in zijn/haar ontwikkelingof anderszins hierin opvalt. Peuters die extra hulp nodig hebben
Pagina 9 van 16
worden begeleid, maar deze aanpak is niet planmatig. Zo ontbreken concretedoelen en een duidelijke gestructureerde aanpak. Ook vinden er geen evaluatiesplaats van de geboden hulp. Specifiek gerichte hulp voor de taalontwikkeling isevenmin aantoonbaar en planmatig aanwezig. Dit zijn de redenen waaromindicatoren D1.2, D1.3 en D1.4 verbeterpunten zijn.
De externe zorg is goed gewaarborgd door de laagdrempelige contacten metlogopedie en het zorgadviesteam. Ook de gemeente speelt daarbij eenbelangrijke rol
KwaliteitszorgIn de kwaliteitszorg herkent de inspectie meerdere verbeterpunten. Dezehebben betrekking op de evaluatie van de kwaliteit en resultaten van de vve,het van daaruit planmatig werken aan verbetermaatregelen en het borgen vande gemaakte afspraken (indicatoren E2, E3, E4 en E5). De voorschool heeft dekwaliteitszorg nog niet opgepakt. Veel onderdelen van de vve-kwaliteit moetennog beschreven worden waarna een evaluatie plaats kan vinden. Na evaluatie iser plaats voor verbeterpunten en borging van de gemaakte afspraken. Maar er iswel een verantwoordelijke aanwezig voor deze processen (E1)?
Doorgaande lijnDe leidinggevende/eigenaar is de coördinator van vve voor de voorschool. Zijstemt met regelmaat af met de directeur van de naburigeopenbare Daltonschool Elserike. Eén van de ontwikkelingen daarin is de warmeoverdracht die is gerealiseerd voor de doelgroepkinderen. De warme overdrachtheeft onlangs voor de eerste keer plaatsgevonden.
De samenwerking met de openbare Daltonschool Elserike zal in de komendeperiode worden versterkt. Op dit moment is hiervan nog geen concretesamenwerking opgezet voor wat betreft, aanbod, pedagogisch handelen,omgang met ouders en interne begeleiding/zorg. Om die redenen zijn deindiactoren F4, F5, F6 en F7 als verbeterpunt aangemerkt.
OpbrengstenEr zijn door de gemeente Hof van Twente in 2015 resultaat afspraken gemaaktmet de voor- en vroegscholen. Resultaten daarvan zijn niet bekend.
Pagina 10 van 16
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolseeducatie op Kinderopvang De Beestenboel gedeeltelijke op orde is. Uit hetonderzoek is gebleken dat de vve-locatie meerdere tekortkomingen kent.
CONCLUSIE3
Pagina 11 van 16
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van devoorschoolse educatie op Kinderopvang De Beestenboel. Daarnaast heeft deinspectie de houder van Kinderopvang De Beestenboel gevraagd te reflecterenop de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welkekwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.
Er is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een reactie aan het rapporttoe te voegen.
REACTIE VAN DE HOUDER
Pagina 12 van 16
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in ditonderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aanin welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze
kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft
aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.3. Voldoende.4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan
dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor-en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Condities 1 2 3 4
•
•
•
Voldoende vve-tijd
•
Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
•
•
•
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool)
A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) eenvve-programma op de voorschool
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd(opleiding)
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands
A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold
A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten tedoen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool
B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Pagina 13 van 16
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
•
Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
•
Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
•
C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling isvoldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordtgedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren enhanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren desociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van dekinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen dezelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor deautonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend enspel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voorde taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen deinteractie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actievebetrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen enwerken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen deontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen
C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachtenmet de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen deactiviteiten af op verschillen in de ontwikkeling van deindividuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
Pagina 14 van 16
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
•
•
Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
•
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine(tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleidingen zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben eenoverzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor-resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van diezorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen datkinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer devoor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren
D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven deontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
•
E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vveregelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve
E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve-educatie
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
•
F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te latendoorstromen naar een vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht
F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaarafgestemd
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van devoor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en devroegschool is op elkaar afgestemd
F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- envroegschool op elkaar afgestemd
Pagina 15 van 16
Opbrengsten van vve 1 2 3 4
•G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijkeafspraken
Pagina 16 van 16