B O E K E N Respect in een tijd van sociale ongelijkheid · Het is volgens Sennett een misvat-ting...

3

Click here to load reader

Transcript of B O E K E N Respect in een tijd van sociale ongelijkheid · Het is volgens Sennett een misvat-ting...

Page 1: B O E K E N Respect in een tijd van sociale ongelijkheid · Het is volgens Sennett een misvat-ting te denken dat de moderne maat-schappij, met haar nadruk op flexibili-teit en verandering,

Richard Sennett publiceerde1998 ‘De flexibele mens’1, eenboek over de gevolgen van de

veranderingen die zich de afgelopendecennia in het arbeidsleven voorde-den. Globalisering en flexibiliseringhebben geleid tot een kil systeem, datwerknemers het gevoel geeft vervang-baar en dus overbodig te zijn en ookde banden in de privé-sfeer verzwakt.Deze teloorgang van sociale banden -op het werk, in de buurt en in defamilie - brengt Sennett op het puntvan afhankelijkheid: een gevoel vanonderlinge afhankelijkheid is de basisvoor sociale verbondenheid, maar juistdie afhankelijkheid is in de nieuweorde tot zonde verklaard - de afbraakvan de verzorgingsstaat wordt gelegiti-meerd door wie gebruik maakt vansociale voorzieningen als parasieten tebrandmerken. De veelgeciteerde slot-zin van dit boek luidt: “Een regime,dat de mensen geen goede redenengeeft om zich om elkaar te bekomme-ren, kan zijn legitimiteit niet langbehouden.” In het voorwoord van zijn nieuwste boek ‘Respect’ schrijftSennett, dat hij van plan was een boekover bijstand te schrijven dat nauwzou aansluiten bij dit eerdere boekover arbeid, maar dat hij daarbij alsnel merkte dat ‘gebrek aan respect’een belangrijk probleem vormt voormensen in de bijstand. Zijn onder-werp werd daarom de relatie tussenrespect en ongelijkheid.

Actueel

“Gebrek aan respect kan, hoewel min-der agressief, even kwetsend zijn alseen regelrechte belediging.” En hoewelrespect ogenschijnlijk niets kost, lijkthet alsof respect een zeer schaars goedis. Dit heeft volgens Sennett alles temaken met maatschappelijke ongelijk-heid en de manier waarop daarmeeomgegaan wordt. Hij stelt dat er driemanieren zijn, waarop we respect kun-nen verwerven: door onze talenten zogoed mogelijk te gebruiken, door voorons zelf te zorgen en onafhankelijk tezijn en door voor anderen te zorgen enop die manier iets aan de samenlevingterug te geven. Alle drie komen ingevaar door de gevolgen van maat-schappelijke ongelijkheid, die door

flexibilisering en afbraak van socialevoorzieningen steeds schrijnender wor-den. De recente aanval op de verzor-gingsstaat maakt deze problematiekook in ons land actueel. Er staat nogalwat te gebeuren: de groei van uitkerin-gen blijft, evenals die van ambtenaren-salarissen achter bij die van overigelonen. Er verdwijnen een aantal zakenuit het ziekenfondspakket, waaronderpsychotherapie die 30 zittingen over-schrijdt en ‘zittend ziekenvervoer’.Verder maken een eigen risico van 200Euro en een eigen bijdrage van 1.50per recept gezondheidsproblemen toteen dure zaak. De WAO wordt ver-nieuwd: alleen wie volledig arbeidson-geschikt is, zal in de toekomst nogvoor een uitkering in aanmerkingkomen. Gedeeltelijk arbeidsongeschik-ten komen terecht in de WW of debijstand. Ook voor een WW-uitke-ring komt men minder snel in aan-merking dan in het verleden: wie nietvier van de vijf laatste jaren gewerktheeft én 39 van de laatste 52 wekenkan ernaar fluiten. En dat in een tijddat steeds meer mensen zijn aangewe-zen op tijdelijke baantjes. Verder moe-ten ook oudere werklozen weer gaansolliciteren en verdwijnt de fiscale sti-mulering van de VUT en dergelijke.Van al deze maatregelen wordtbeweerd dat ze bedoeld zijn om dearbeidsparticipatie te vergroten: ‘meermensen aan het werk’ – maar helaasweten we al dat de werkgelegenheid in2004 zal dalen. Er zullen dus nietméér, maar minder mensen aan hetwerk komen. Alleen zullen de gevol-gen voor degenen die hun baan verlie-zen en/of niet aan het werk komennog rampzaliger zijn dan voorheen.

Deze situatie, en het feit dat‘respect’ ook in de GGZ een belang-rijk thema is, maakten me zeernieuwsgierig naar het verhaal vanSennett. Al lezend ontdekte ik dat ditboek bestaat uit vele verhalen. Sennettschrijft over zijn jeugd in een achter-standswijk, over zijn ervaringen alsmusicus en over de pijn als er vanwegefysieke problemen een abrupt eindekomt aan zijn muzikale carrière. Hijschrijft ook over de geschiedenis vanhet begrip ‘talent’ en de daarmeesamengaande gedachte dat niet alleeniemands afkomst zou moeten bepalen

welke rol hij in het leven zal spelen,over opkomst en ondergang van degrote, hiërarchische organisaties in hetbedrijfsleven en de publieke sector enover de verschillende denkbeeldenover maatschappelijk werk en socialewoningbouw aan het begin van devorige eeuw. Hij schrijft over hethuwelijk van zijn ouders, over zijnzwarte vriendin met wie hij in de vroe-ge jaren zestig in zwarte én blanke res-taurants werd geweigerd en over zijnoom, die als communist begon en latereen rijk en machtig ondernemer werd.In al deze verhalen spelen de thema’s‘respect’ en ‘ongelijkheid’ een rol,maar een rode draad lijkt te ontbre-ken. Wel komen er een aantal gedach-ten naar voren, die uitnodigen om ver-der te denken.

Veranderende instituties

Sennett, die in 1943 is geboren,noemt het de ironie van zijn generatiedat veel van de toenmalige wensen van‘Nieuw Links’ inmiddels voor de helftvervuld zijn door het kapitalisme. Ditgeldt vooral voor de afbraak van degrote alles omvattende en overheersen-de instituties. ‘Ontinstitutionalisering’was in de jaren zeventig een tover-woord. Opvang door de gemeenschapzou grote instellingen waar bejaarden,kinderen of mensen met psychiatrischeproblemen opgevangen werden over-bodig maken. Hier zouden spontani-teit en persoonlijke betrokkenheid deboventoon voeren en bureaucratischeregels overbodig zijn.

D E V I A N T DECEMBER 2003 NR. 3940

B O E K E N Respect in een tijd van sociale ongelijkheid

Page 2: B O E K E N Respect in een tijd van sociale ongelijkheid · Het is volgens Sennett een misvat-ting te denken dat de moderne maat-schappij, met haar nadruk op flexibili-teit en verandering,

De critici van de grote bureaucratischeorganisaties zoals Goffman enFoucault hadden volgens Sennett ech-ter een eenzijdig beeld van de functievan zulke organisaties. Hij wijst eropdat zowel de grote hiërarchisch georga-niseerde bedrijven als de grote instel-lingen in de sociale sector hun ont-staan danken aan pogingen het chao-tische karakter van het vroege kapita-lisme in te tomen. Na een tijd waarinenkel onzekerheid en het recht van desterkste geheerst hadden, boden dezeorganisatie voor hun medewerkers een‘eerbaar’ levensverhaal, waarin loyali-teit en dienstbaarheid een belangrijkerol speelden, maar waarin ook ruimtewas voor een eigen, kritische stem, diejuist voortkwam uit de lange betrok-kenheid bij de organisatie.

Voor de ‘klanten’ van zulke instel-lingen in de sociale sector ligt het ver-haal natuurlijk ingewikkelder. Zij zijnnet als de medewerkers afhankelijk,maar regels en afstandelijke bejegeningmaken het mogelijk dat men hulp kanontvangen zonder door het stof tekruipen - op basis van welomschrevenrechten en plichten. Zo ontstaat iets,dat Sennett bureaucratisch respectnoemt. De keerzijde van de medailleis echter, volgens Sennett, dat er geenruimte is voor autonomie. Afhanke-lijkheid kan best samengaan met auto-nomie, zolang men maar de voorwaar-den van die afhankelijkheid kan mee-bepalen.

Inmiddels lijkt de tijd van de grotehiërarchische organisaties voorbij. Zijworden vervangen door ‘platte’ , flexi-bele organisaties, waarvan beweerdwordt dat zijn democratischer zijnomdat er minder lagen zitten tussen detop en de medewerkers op de werk-vloer. Dit is volgens Sennett echtereen zeer misleidende voorstelling vanzaken. De kracht van de platte organi-saties is juist dat de machtsuitoefeninghier veel effectiever is. Zij kunnen dusveel gemakkelijker als ‘totaal instituut’functioneren dan de traditionelebureaucratische piramide. En met demachtsverschillen zijn ook de inko-mensverschillen in deze nieuwe orga-nisatievorm flink gegroeid.

Sennett noemt het dan ook onheil-spellend dat deze flexibele onderne-mingen model zijn gaan staan voor

hervormingen in de publieke sector.Net als in het bedrijfsleven leiden zeook hier tot meer ongelijkheid, zowelvoor de werknemers als voor de cliën-ten. Zorg en ondersteuning verande-ren voor hen van vanzelfsprekenderechten in schaarse goederen waaromgestreden moet worden. De sterkenzullen hun deel krijgen, de zwakkenzullen weer aangewezen zijn op liefda-digheid, voorspelt Sennett. Door deafbraak van de grote instellingen dreigtde deskundigheid die nodig is ommensen met complexe problemen opte vangen verloren te gaan. Doordatde hervormingen vaak gepaard gaanmet bezuinigingen, komen de zorgta-ken die aan de gemeenschap wordenovergedragen voor een belangrijk deelterecht bij vrijwilligers. En voor demoderne flexibele werknemer is het almoeilijk genoeg tijd vrij te maken voorde zorgtaken in zijn directe omgeving.Bovendien kan de persoonlijke betrok-kenheid van vrijwilligers voor degenendie van hun zorg afhankelijk zijn - netals voor de ontvangers van de liefda-digheid van weleer - kwetsend zijn. Inplaats van zich te kunnen beroepen oprechten moeten zij een beroep doen opmedelijden en is er geen enkele garan-tie dat de zorg doorgaat als het mede-lijden ophoudt.

Sennett zegt het niet met zoveelwoorden, maar het beeld dat uit zijnverhalen naar voren komt, is dat de‘vernieuwingen’ van de sociale voor-zieningen en de flexibilisering uitein-delijk tot gevolg zullen hebben datalleen het recht van de sterkste desociale en maatschappelijke verhou-dingen bepaalt.

Interessant is in dit verband demanier waarop Balkenende de draco-nische maatregelen van zijn kabinetprobeert te verdedigen. Gevraagd of desamenleving niet harder zal worden,legt hij in de NRC van 16/9/03 uit datde traditionele verzorgingsstaat hele-maal niet goed is voor de mensen zelf.We zijn, aldus Balkenende “lange tijdbezig geweest zekerheid af te metenaan de waarborgen die bijvoorbeeld viade sociale zekerheidswetgeving werdengeboden. Daarmee hebben we te wei-nig de potenties en de kansen vanmensen benut. Een uitkering, dat leekmooi, maar uiteindelijk werden men-

sen wel gedwongen tot nietsdoen.” Nuis het natuurlijk de vraag waar je zeker-heid anders aan zou kunnen afmetendan aan bepaalde garanties, bijvoor-beeld de garantie dat je nog kunt eten,wonen en leven als je door ziekte ofontslag niet meer kunt werken. Maarde voornaamste boodschap is toch datdoor meer prikkels en minder regelsiedereen meer kansen krijgt zich tenvolle te ontwikkelen. Sennett laat ineen andere lijn van zijn betoog zien datook dit een misvatting is.

Ontwikkeling en risico

Ontwikkeling gaat altijd gepaard methet nemen van risico’s. Willen we inhet leven nieuwe paden bewandelenen ons open stellen voor nieuwe erva-ringen, dan moeten we bereid zijn ver-trouwde manieren van denken en han-delen - tijdelijk - op te geven. Sennettnoemt dit ‘naar buiten keren’. Hetmeest karakteristieke voorbeeld is desuccesvolle kunstenaar, die vreest inherhaling te vervallen, en daarom hetroer omgooit en begint aan een heelnieuwe manier van werken. Dit vergtveel van de kunstenaar: de vertrouwdemanier van werken, de routine en hetvakmanschap dat men heeft verworvenmoeten over boord worden gezet, ter-wijl men geen enkele zekerheid heeftover het resultaat van deze inspanning.Of zoals John Dewey het formuleerde,je moet jezelf willens en wetens been-tje lichten. In het leven van gewonemensen kan iets vergelijkbaars gebeu-ren. Meestal begint het met nieuwsgie-righeid. We zijn nieuwsgierig naar dewereld om ons heen, naar het lot vanandere mensen. Deze nieuwsgierigheidlokt ons uit de tent. Dan kan hetgebeuren dat je iets meemaakt, ietsleest of hoort, dat niet past bij hoe jedacht dat de wereld in elkaar zit omvervolgens vraagtekens te zetten bijallerlei vanzelfsprekendheden. Net zomin als de kunstenaar weet je van tevoren waar dit proces heen zal leiden.Je verandert, maar het zal niet altijdgemakkelijk zijn ingrijpende verande-ringen in het gewone leven in te pas-sen. Nogal wat mensen hebben mijverteld door zulke ervaringen in depsychiatrie terecht te zijn gekomen.De bereidheid nieuwe wegen in te

D E V I A N T DECEMBER 2003 NR. 39 41

Page 3: B O E K E N Respect in een tijd van sociale ongelijkheid · Het is volgens Sennett een misvat-ting te denken dat de moderne maat-schappij, met haar nadruk op flexibili-teit en verandering,

slaan brengt inderdaad risico’s metzich mee.

Het is volgens Sennett een misvat-ting te denken dat de moderne maat-schappij, met haar nadruk op flexibili-teit en verandering, een dergelijkehouding stimuleert. De veranderingendie hier voortdurend aan de orde zijn,komen niet voort uit de ontwikkeling-snoodzaak van individuen, maar wor-den van bovenaf opgelegd. “In ‘platte’ondernemingen hebben medewerkersgeen stem in overnames en fusies; inplatte welzijnsorganisaties bepalenwerklozen niet zelf de duur van hunuitkering. Waarin platte organisatieszich onderscheiden is hun ideologischeinspanning deze controlemechanismente presenteren als uitvloeisel van debehoefte aan verandering bij het indi-vidu. De werkelijkheid is machtsonge-lijkheid, de ideologie is een gedeeldebehoefte aan innovatie, initiatief engroei.” En inderdaad lijkt het erop datwie deelneemt aan deze dynamischenieuwe wereld weliswaar onderworpenis aan veel veranderingen, maar meest-al niet het gevoel heeft zelf veranderdte zijn. En het nemen van risico’sschijnt voor de moderne werknemereerder aanleiding te geven tot onge-rustheid en depressie dan tot hoop.“Er wordt met hen gegokt in plaats

van dat zij zelf een gokje wagen.”Het thema respect is op dit punt

van Sennetts boek wat op de achter-grond geraakt, maar het lijkt me dui-delijk dat we zelfrespect en respect vananderen nodig hebben, willen we onssterk genoeg voelen om ons door eenweerbarstige realiteit uit de tent latenlokken. Wie het gevoel heeft speelbalte zijn van de risico’s die anderennemen voelt zich niet gerespecteerd enzal eerder vasthouden aan de weinigezekerheden, die hem nog resten.

Veel moeilijker is het aan te gevenwaaraan we het gevoel gerespecteerd teworden wél kunnen ontlenen. Sennettschrijft verschillende keren dat er geensimpele regels zijn voor het tonen vanrespect. Respect, of het ontbreken vanrespect, lijken subtiele boventonen vande sociale interactie die vals gaanklinken zodra deze bepaald wordt doorongelijkheid. Uiteindelijk pleit Sennettvoor respect dat gebaseerd is op auto-nomie. Daarmee bedoelt hij dat we deanderen accepteren terwijl we wetendat we ze niet helemaal kunnen begrij-pen. Als we een leraar, een dokter ofeen wetenschapper respecteren, gaanwe ervan uit dat hij weet wat hij doet,al missen we zelf de kennis om deredenen voor wat hij doet te begrijpen.Op dezelfde manier zouden dokters

hun patiënten moeten respecterenomdat zij dingen weten over hun ziekzijn die voor de behandelaars ontoe-gankelijk blijven.

✍ Michi Almer

Richard Sennett, Respect in een tijd vansociale ongelijkheid. Amsterdam, Byblos2003.Prijs: z 21,50

Noot

1) Opvallend is dat beide boeken in het Engels

het woord ‘karakter in de titel hebben The

corrosion of Character en Respect.The forma-

tion of character in an age of inequality.

Karakter is voor Sennett het naar buiten

gekeerde deel van de persoonlijkheid: karak-

ter heeft te maken met de waarde die we

aan onze beslissingen en relaties met ande-

ren toekennen en hangt af van onze verbin-

ding met de wereld. Karakter is daarmee ook

een lange termijnzaak, heeft te maken met

trouw aan jezelf en de dingen die je belang-

rijk vindt. De tomeloze flexibiliteit, die de

moderne maatschappij van de burgers eist,

maakt dit tot een problematische zaak. Hier

is alles gericht op de korte termijn. Mensen

jagen van kans naar kans, of van mislukking

naar mislukking en raken daarbij op drift,

ontheemd.

D E V I A N T DECEMBER 2003 NR. 3942

- advertentie -

VERSCHENEN:

HERSTEL, KAN DAT WEL?

Auteur: Ron Coleman

120 pagina's, prijs a 12,- (excl. portokosten)

Uitgegeven door Stichting Weerklank en te bestellen bij Kees Trimbos Stichting, telefoon 030-

6042250

‘Op een dag’, zo begint het verhaal, ‘kwam een psychiater die mij nog geen uur kende tot de

conclusie dat ik een psychiatrische stoornis had, namelijk schizofrenie.’

Ron Coleman, auteur van Politics of the Madhouse en medeauteur van Working with Voices schetst in zijn nieuwe boek de moeilij-

ke, maar geenszins onmogelijke weg uit het psychiatrisch systeem, waarin hij zelf tien jaar, merendeels gedwongen, als patiënt ver-

bleef. Zijn weg naar herstel begon met een zelfhulpgroep voor stemmenhoorders. In ‘Herstel, kan dat wel?’ beschrijft Coleman de

factoren die bij hem leidden tot het horen van stemmen. Daarnaast geeft hij een analyse van de manier waarop de biologisch ge

oriënteerde psychiatrie de weg naar een persoonlijk herstel van patiënten belemmert. Tot slot geeft de auteur een duidelijke hand-

leiding waarmee cliënten én behandelaars de weg naar herstel kunnen inzetten. Dit persoonlijk herstelplan is als bijlage opgenomen.