AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O...

22
Samen voelt beter Gemeente Vlissingen V\AZO z°rg A 2 8 JULI 2016 ONTVANGEN College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vlissingen T.a.v. mevrouw L. Gillissen Postbus 3000 4380 GV VLISSINGEN Hoofdlocatie: Vredehoflaan 370 4382 CJ Vlissingen Postadres: Postbus 360 4380 AJ Vlissingen Vlissingen, 26 juli 2016 Ref: FdB/ah T 0118 - 448 448 F 0118 - 411 721 [email protected] wvozorg.nl Betreft: verantwoording subsidie 'Aan de Buurt', kenmerk: 525886/675121 Geachte mevrouw Gillissen, In de periode medio 2014 tot medio 2016 hebben wij met subsidie van de gemeente Vlissingen het project 'Aan de Buurt' uitgevoerd. Bijgaand treft u aan enerzijds de inhoudelijke verantwoording van het project, anderzijds de financiële verantwoording van de verstrekte subsidie. In de inhoudelijke verantwoording hebben wij tevens een voorstel opgenomen om de verworvenheden van het project niet verloren te laten gaan en de ontwikkelde werkwijze met toevoeging van nieuwe elementen ook in andere wijken in Vlissingen voort te zetten. WVO Zorg is vanuit haar maatschappelijke betrokkenheid bereid daarin ook zelf (financieel) te investeren. Desgewenst zijn wij gaarne bereid tot een nadere toelichting op beide rapportages en ons voorstel tot continuering. Met vriendsmjke groet, drs. J. d/? Graaf, voorzitter Raad van Bestuur Bijlagen: inhoudelijke verantwoording projectsubsidie Aan de Buurt financiële verantwoording projectsubsidie Aan de Buurt IBAN NL86RAB00389363200 | BIC RABONL2U | KvK 41114148 | BTW NL0017.10.357.B.01 PLANETREE

Transcript of AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O...

Page 1: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

Samen voelt beter Gemeente Vlissingen V\AZO z°rg A2 8 JULI 2016

ONTVANGEN

College van Burgemeester en Wethoudersvan de Gemeente VlissingenT.a.v. mevrouw L. GillissenPostbus 30004380 GV VLISSINGEN

Hoofdlocatie: Vredehoflaan 370 4382 CJ Vlissingen

Postadres:Postbus 360 4380 AJ Vlissingen

Vlissingen, 26 juli 2016 Ref: FdB/ah

T 0118 - 448 448 F 0118 - 411 721

[email protected]

Betreft: verantwoording subsidie 'Aan de Buurt', kenmerk: 525886/675121

Geachte mevrouw Gillissen,

In de periode medio 2014 tot medio 2016 hebben wij met subsidie van de gemeente Vlissingen het project 'Aan de Buurt' uitgevoerd. Bijgaand treft u aan enerzijds de inhoudelijke verantwoording van het project, anderzijds de financiële verantwoording van de verstrekte subsidie.

In de inhoudelijke verantwoording hebben wij tevens een voorstel opgenomen om de verworvenheden van het project niet verloren te laten gaan en de ontwikkelde werkwijze met toevoeging van nieuwe elementen ook in andere wijken in Vlissingen voort te zetten. WVO Zorg is vanuit haar maatschappelijke betrokkenheid bereid daarin ook zelf (financieel) te investeren.

Desgewenst zijn wij gaarne bereid tot een nadere toelichting op beide rapportages en ons voorstel tot continuering.

Met vriendsmjke groet,

drs. J. d/? Graaf, — voorzitter Raad van Bestuur

Bijlagen: inhoudelijke verantwoording projectsubsidie Aan de Buurtfinanciële verantwoording projectsubsidie Aan de Buurt

IBAN NL86RAB00389363200 | BIC RABONL2U | KvK 41114148 | BTW NL0017.10.357.B.01 PLANETREE

Page 2: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

Financiële verantwoordingWVO Zorg, juli 2016

Projectsubsidie "Aan de Buurt"looptijd van 1 april 2014 tot 1 april 2016

Omschrijving Begroting Kosten Verschil Toelichting

Kosten:

1. Opleidingtraining Vraagkracht Welzijn training vrijwilligers bijscholingcursus spilfunctionarissen sub-totaal

2. Personeel

3. Ontwikkeling toolbox

4. Communicatie en ICT notebook telefoonkosten subtotaal

5. Projectbegeleiding en administratie projectbegeleiding administratie en verantwoording wijkbijeenkomsten/diversen' kick-offboek vitaal netwerk flyers/kaartjes koffie/thee open tafel maaltijd

sub-totaal

Totaal

€ 13.500,00

€ 79 700,00

€ 12.500,00

€ 5 000,00

€ 17.000,00€ 2.640,00

€ 1.000,00€ 20.640,00

€ 131.340,00

7.350,50907,00608,14471,90

9.337,54

122.164,46

1 294,02 805,22

2.099,24

2.640,00

52,3124,50

211,24228,98317,75

€ 4.162,46

€ -42.464,46

€ 12.500,00

2.900,76

€ 17.000,00

C

834,783.474,78

137,076,02

€ 165,22€ 17.165,22

€ -5.736,02

Weergegeven zijn de kosten van de scholingen. De hier begrote verletkosten zijn verantwoord onder de post "personeel".

In de kosten "personeel" zijn ook meegenomen de verletkosten scholing, vervaardigen toolbox en projectbegeleiding Er zijn ook extra kosten gemaakt voor vervanging i.v.m. ziekte

De toolbox is ontwikkeld in eigen beheer. Kosten meegenomen bij de post "personeel"

Kosten zijn verantwoord bij de post "personeel"

De kosten van het project zijn € 5.736,02 hoger dan de toegekende subsidie (begroting).

De financiële verantwoording moet in beginsel vergezeld gaan van een accountantsverklaring. In overleg met Mw Gillissen (gemeente Vlissingen) is afgesproken dat 'meegelift' mag worden op de verklaring, die wordt afgegeven voor de totale jaarrekening van WVO Zorg, waarbij de exploitatie van het project apart wordt opgenomen in de toelichting van de resultatenrekening. Dit is conform de systematiek die ook wordt gehanteerd bij de subsidie Welzijn en Beschermd Wonen. Gezien de afrekening in 2016 is (voor 1 augustus 2016), zal de verklaring eerst in juni 2017 beschikbaar zijn De gemeente beoordeelt de voorliggende afrekening en accordeert deze -indien in orde- voorlopig; de definitieve

Page 3: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

RAPPORTAGE EN VERVOLG

'AAN DE BUURT'

VLISSINGEN

2014 - 2016

WVO Zorg

14 juli 2016

Page 4: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

O VoorwoordVan medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente Vlissingen uitvoering gegeven aan het project 'Aan de Buurt'. Voor die uitvoering is door de gemeente

Vlissingen voor een periode van twee jaar een subsidie verstrekt. Voorliggende rapportage vormt de

inhoudelijke verantwoording van voornoemd project.

Deze rapportage bevat tevens een voorstel om in een andere wijk van Vlissingen voort te borduren op de verworvenheden van 'Aan de Buurt', en daar nieuwe elementen in te brengen. Daarbij wordt tevens voorgesteld meer dan voorheen Hogeschool Zeeland en University College Roosevelt te

betrekken. Vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid is WVO Zorg bereid (financieel) mee te investeren in een dergelijke voortzetting van het project.

2

Page 5: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

1 Inleiding

Het is een van de meest actuele vraagstukken van deze tijd. Hoe zorgen we nu en in de toekomst goed voor de ouderen in onze samenleving? Er zijn meer ouderen, medische ontwikkelingen verlengen het leven en tegelijkertijd zijn de kosten voor de zorg de afgelopen jaren enorm gestegen. Bezien vanuit de maatschappelijke en politieke context is het een gegeven dat het aantal ouderen de afgelopen decennia sterk is toegenomen en in de komende jaren blijft stijgen. In 1990 waren in Nederland 428.000 personen in de leeftijdscategorie tachtig jaar en ouder. In 2012 was dit aantal gestegen naar 686.000 (CBS, 2013). Deze stijging zet voorlopig nog door, terwijl het aantal geboorten

juist afneemt. Deze demografische ontwikkelingen leiden tot een sterke stijging van de zorgkosten voor ouderen, zowel absoluut als relatief. Het betaalbaar houden van de zorgkosten is voor veel politieke partijen een belangrijk programmapunt, waarbij de kwaliteit van de zorg geborgd moet blijven.

Dat vraagt om nieuwe oplossingen. Eén van de oplossingen voor deze vraagstukken is: mensen in staat stellen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen en problemen vroeg te signaleren, zodat informele hulp kan volstaan. Ouderen willen net als vroeger nog immer zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en regie over hun eigen leven behouden. Nieuw beleid geeft daarbij een grotere rol aan niet-professionals rond de oudere en streeft naar langer verblijf in de eigen woning. Dit laatste komt ook tegemoet aan de wens van de meeste ouderen en, ook dat is niet nieuw, zoveel en zo lang mogelijk eigen regie te voeren. Dat gaat alleen niet vanzelf. De vraag is wat daarvoor nodig is?

Binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ) zijn veel organisaties op zoek naar mogelijkheden om burgers langer de regie over hun eigen leven te laten houden en zelfstandig te laten wonen in een goede of acceptabele gezondheid. Dit beleid kan worden gerealiseerd door waar mogelijk de nadruk te leggen op de individuele mogelijkheden van de oudere zelf en het sociale netwerk van partner, familie, vrienden en buurtgenoten. Een goed functionerend sociaal netwerk kan net de steun of de praktische oplossingen bieden waardoor een oudere langer thuis kan blijven wonen, ook als er beperkingen zijn. Het helpt al wanneer mensen uit dit netwerk boodschappen doen, een praatje houden, meegaan naar een afspraak in het ziekenhuis

w of kleine huishoudelijke taken verrichten. Dat gaat meestal goed zolang de problemen niet groot zijnen knelpunten tijdig worden onderkend. In deze fase zijn oplossingen vaak preventief en voorkomen ze een beroep op professionele hulp. Zijn die oplossingen niet meer voorhanden, wordt professionele hulp ingeschakeld.

/'

In de aanloop naar het project Aan de Buurt hebben gemeente en WVO Zorg onderkend dat het professionele aanbod onvoldoende vraaggericht was, te weinig outreachend, en teveel versnipperd en overlappend. Daardoor kon het aanbod onvoldoende inspelen op noodzakelijke veranderingen en werd onvoldoende beroep gedaan op informele oplossingen. Door de overeenstemming over dit probleem en de gewenste oplossingsrichting is in 2014 het project Aan de Buurt tot stand gekomen.

Is het zo dat als we het samen doen, het ook anders kan? Bijvoorbeeld met een integrale wijkaanpak voor kwetsbare ouderen: uitgaand van de wensen van ouderen. Veronderstelling is dat ouderen, sociale wijknetwerken én professionals, die de kennis en de ervaringen van welzijn en zorg combineren, daarbij het verschil kunnen maken. Eén van de doelen van Aan de Buurt was dan ook ouderen en buurtgenoten met elkaar in contact te brengen. Buurtbewoners bieden elkaar ondersteuning. Zo zou de oplossing vaak verrassend eenvoudig kunnen zijn. Een boodschap doen,

3

Page 6: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

iemand naar de dokter brengen, samen een wandeling maken of een kop koffie drinken. Het blijken waardevolle oplossingen, die ouderen in staat stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Doel van Aan de Buurt was zo tot een voorbeeld komen van een wijkgerichte aanpak van zorg/welzijn, specifiek gericht op kwetsbare ouderen; en op die manier in te spelen op de sterk veranderde rol van overheid, gemeenten en verzekeraars op dit terrein.

Dit rapport is als volgt ingedeeld. Hoofdstuk twee geeft een beknopte projectbeschrijving van Aan de Buurt, waarna de resultaten van het project belicht worden. De in het project verworven kennis wordt vervolgens benut om te komen tot een tooi, te gebruiken als leidraad bij het inrichten van vergelijkbare projecten in andere wijken. Tot slot wordt in hoofdstuk vier, zoals door de gemeente Vlissingen gevraagd, een voorzet gegeven hoe een vervolgtraject vorm zou kunnen krijgen rekening houdend met de verworvenheden -de do's én dont's- uit het project.

\

4

Page 7: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

2 Resultaten van het projectIn dit hoofdstuk wordt eerst kort het project beschreven met zijn kenmerken, de projectdoelstellingen, de relatie met het zorgaanbod en de kosten. Vervolgens wordt stilgestaan bij de resultaten en verworvenheden.

2.1 BeschrijvingAan de Buurt is een door de gemeente Vlissingen gesubsidieerd project, dat gedurende twee jaar heeft plaatsgevonden (van 15 mei 2014 tot 15 mei 2016). Het project is uitgevoerd in een tweetal wijken (Middengebied en Binnenstad) in de gemeente Vlissingen.

De doelstellingen van Aan de Buurt waren:o Het opsporen van "anonieme" kwetsbare ouderen in de wijk.o Het bevorderen van vroegsignalering, het bieden van concrete hulp en ondersteuning aan

kwetsbare ouderen in de wijk door enerzijds het zelfoplossend vermogen van wijkbewoners

te activeren en anderzijds door wijkbewoners te verbinden en het opzetten en onderhouden van een netwerk in de wijk.

o Het leveren van een bijdrage aan het socialer en gezonder maken van de wijk.

Aan de Buurt was erop gericht de levenskwaliteit en zelfredzaamheid van zelfstandig wonende ouderen vanaf 75 jaar te verbeteren. De primaire doelgroep zijn mensen die in hun dagelijks leven tegen problemen aanlopen die zij niet meer zelfstandig kunnen oplossen, zoals een afnemende gezondheid, psychische problemen of een sociale kring die kleiner wordt. Afzonderlijk zijn deze problemen nog wel hanteerbaar, maar samen stellen ze (te) hoge eisen aan de oudere. We spreken dan van 'kwetsbaarheid' en 'kwetsbare ouderen'. Met lichte ondersteuning kunnen deze ouderen nog goed zelfstandig blijven functioneren. Daarvoor hebben ze wel inzicht nodig in de mogelijkheden van professionele en niet-professionele zorg. Een buurtnetwerk kan bijvoorbeeld helpen bij het beantwoorden van hun vragen.

Als kenmerkend voor Aan de Buurt is dan ook benoemd informele ondersteuning in een wederkerige relatie. Deze aandachtverschuiving richting niet-professionele zorg is niet alleen een kwestie van opvatting ('ontzorging') maar ook van pragmatiek: de overheid en de verzekerde zorg trekken zich terug en de gemeente zal met een veel beperkter budget niet alle functies overnemen. Een belangrijke schakel in Aan de Buurt is de 'spil'. De spil had tot taak de individuele vraag en het aanbod op elkaar af te stemmen, en de individuele- en buurtnetwerken op te bouwen of te activeren. Vanuit het oogpunt van continuïteit is de spilfunctie binnen het project bij twee functionarissen in deeltijd belegd.

'De wijk' is in het project als volgt bepaald. Eerst is de bestuurlijke, geografische eenheid (het postcodegebied) bepaald: Middengebied en Binnenstad. Vervolgens zijn de organisatorische

wijkgrenzen van Aan de Buurt als werkgebied voor de inzet van de spillen tot stand gekomen. Over het algemeen is de wijk als organisatie-eenheid groter dan het werkgebied van de spillen. In het project is het Middengebied beperkt tot de oostzijde van de Koudekerkseweg. De wijk is vaak

opgebouwd uit buurten. Het werkgebied van de spil in zo'n buurt wordt bepaald door het type

woningen, de sociale ruimte in en tussen de woonclusters, het groen, het verkeer en het aantal oudere bewoners. Ook zijn de looproutes belangrijk, vooral in een omgeving waar veel ouderen

wonen. Verder is ook het gevoel van herkenbaarheid belangrijk. Immers, als bewoners elkaar

5

Page 8: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

(her)kennen is het waarschijnlijker dat zij zich voor elkaar inzetten. Hetzelfde geldt voor de spil. In het gebied moet de spil herkenbaar zijn en de spil moet de wijkbewoners en in het bijzonder de sleutelfiguren herkennen. Daarom is er in het project ook voor gekozen de spillen woonachtig te

laten zijn in de wijk zelf.

2.2 Kwetsbare ouderen in VlissingenAan de Buurt is gericht op een specifieke doelgroep: zelfstandig wonende ouderen (75+ plus) in een

kwetsbare positie. Zoals eerder aangegeven is kwetsbaarheid bij ouderen het resultaat van een opeenstapeling van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren. Gezamenlijk

vergroten die de kans op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname, overlijden) en op niet meer zelfstandig kunnen wonen. Er zijn veel verschillende ideeën over kwetsbaarheid en een eenduidige definitie ontbreekt (bijv. definitie van Gobbens met de TFI, of de

definitie van het SCP); veelal volstaat daarin de uitval van één domein van menselijk functioneren.

Het onderzoek naar kwetsbaarheid en ook het project hebben plaatsgevonden in de wijken in het Centrum en Middengebied (ten Oosten van de Koudekerkseweg), meer specifiek de postcodegebieden 4381 t/m 4383. Het betrof bij aanvang een groep van 1373 ouderen van 75 jaar en

ouder.

In genoemde buurten zijn 784 75-plussers benaderd voor een gesprek in het kader van Aan de Buurt. Niet benaderd zijn de 75-plussers die al thuiszorg (excl. huishoudelijke zorg) ontvangen van een reguliere instelling; immers, zij zijn reeds in beeld. Van deze 784 benaderde 75-plussers hebben er 307 uiteindelijk deelgenomen aan het onderzoek/gesprek van aan de buurt, hebben 191 ouderen

aangegeven niet mee te willen doen en 286 waren niet thuis of anderszins niet bereikbaar (ook niet na herhaalde vraag). De bereidheid tot deelname was niet overal even hoog ; in postcode gebied

4383 is de bereidheid tot deelname wat lager (49%) dan in de andere twee postcodegebieden: 4381

en 4382, met respectievelijk 64% en 62% deelname.

Onderstaand zijn de straten weergegeven waar meer dan 5 mensen zijn benaderd met daarachter het aantal (niet-) deelnemers.

meedoen0 nee Jja_

010

33 84

145

24 24

6 41

56

10

Aagje DekenstraatAnjeherenlaanAntoni GaudiparkBerlagestraatBloemenlaanBosjeslaanEmmastraat

, Gravestraat Grote MarktInslaan ___

’ Lange Zeike Lelienlaan Margnetenlaan Molenstraat__OranjedijkPablo Picassoplein_____President Rooseveltlaan Salvador Dalistraat Schutterijstraat SpuistraatVan de Spiegelstraat Walstraat

6

Page 9: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

De opvallende straten zijn gemarkeerd. De Berlagestraat, Grote Markt, Leliënlaan, Van de Spiegelstraat vallen in negatieve zin op. De Gravestraat, Lange Zelke, Molenstraat en President Rooseveltlaan vallen in positieve zin op.

Wanneer de deelnemers en niet deelnemers worden vergeleken op de kenmerken geslacht en

gezinssituatie, dan zijn er geen echt opvallende verschillen. Van de deelnemers is 60% vrouw en

eveneens 60% alleenstaand.

De deelnemers wonen over het algemeen al lang in de wijk. Zeker 28% woont al langer dan 25 jaar in

de wijk. Slechts een op de vijf (19%)woont vijf jaar of korter in de wijk.

Wat betreft het netwerk is bij een klein deel van de ouderen (4%) de omvang van het netwerk niet vastgelegd. Van de overige ouderen is bij 2% sprake van geen netwerk en bij 33% sprake van een klein netwerk van 1-3 personen. De overige ouderen (65%) beschikken over een netwerk dat meer dan drie personen omvat.Als we kijken naar familie, dan blijkt dat voor zo'n 11% geldt dat alle familie buiten Walcheren woont (kinderen en/of overig) en dat 5% geen familie heeft.Wanneer we kijken naar vrienden dan heeft ongeveer een derde van de bezochte ouderen geen

vrienden, eveneens een derde heeft er weinig (1-3), en nog eens een derde heeft 4 of meer vrienden.

Kijken we naar buren dan heeft iets meer dan een kwart (28%) van de bezochte ouderen geen

contact met zijn buren. Voor 18% van de ouderen geldt dat zij noch contact met buren, noch vrienden hebben. Hieronder zitten de ouderen die aangeven geen netwerk te hebben (2%), en

ouderen die wel contact met familie hebben.

Van de bezochte ouderen krijgt 24% structureel hulp vanuit het netwerk, en 63% incidenteel. Bijna de helft krijgt hulp van een professional. Vooral komt in het onderzoek de professionele hulp naar voren, het betreft vooral huishoudelijke hulp.

Van de 784 ouderen die benaderd zijn, is bij 124 ouderen (16%) een vorm van kwetsbaarheid gesignaleerd die vervolgens ook voorzien is van een actie:

• 42 x is er direct contact gelegd met een professional;• 28 x is er informatie gegeven, in de meeste gevallen over het inschakelen van zorg;

• 7 x is de typering 'dementie' geregistreerd, zonder dat de desbetreffende oudere bekend was bij de hulpinstanties;

• 6 x is er een koppeling gemaakt tussen een oudere en een vrijwilliger;• 5 x is er doorverwezen naar een sportieve activiteit;• maar ook heeft 2 x het contact geleid tot het aantrekken van een vrijwilliger i.c. ogen en oren

in de wijk.

De hulpvragen zijn vaak beantwoord door middel van het geven van informatie of doorverwijzen naar (buurt)activiteiten, professionals, sociaal wijkteam, casemanager dementie of vrijwilligersorganisaties. Het doorverwijzen naar derden gebeurde vooral bij mensen die een klein of geen netwerk hebben.

7

Page 10: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

2.3 ZelfredzaamheidsmatrixEr zijn ook instrumenten die de keerzijde van kwetsbaarheid meten, namelijk de zelfredzaamheid van mensen. Voorbeeld hiervan is de zelfredzaamheidsmatrix, zoals ook in gebruik bij Porthos. De zelfredzaamheidsmatrix stelt twee dingen tegelijk vast: het optreden van ernstige incidenten in allerlei levensdomeinen, en daarnaast de impact die deze incidenten hebben op het individu (verlies onafhankelijkheid, hulpbehoevendheid).

Mede omdat de zelfredzaamheidsmatrix bij indicering van een zorgvraag gebruikt wordt is medio 2015 in Aan de Buurt ook voor deze benaderingswijze gekozen. Dit maakt het mogelijk onder voorwaarden vragenlijstinformatie te combineren met informatie uit andere registratiesystemen. Omdat de zelfredzaamheidsmatrix eerst medio 2015 aan het instrumentarium is toegevoegd, ontbreken evenwel nog echt betrouwbare gegevens.

2.4 De spillen van Aan de BuurtDe spil is een 'spil in het web van de wijk'. De spil bevindt zich niet op kantoor, maar daar waar mensen in de wijk elkaar ontmoeten, en vervolgens soms bij mensen thuis. De spil heeft als outreachende generalistische professional een cruciale rol in Aan de Buurt. Hij of zij inventariseert sterke en zwakke kanten van de wijk, signaleert de (gezondheids) problemen die ouderen ervaren en wijst hen de weg naar hulp om de hoek.

De spil is een persoon die bekend is met de buurt en een vertrouwd gezicht is voor de buurtbewoners. De spil verbindt binnen de wijk. Hij of zij doet dit zowel op het niveau van de wijkinfrastructuur als van een individuele oudere. Het is een sociale ingenieur. Een spil kan zo nodig ook zorg- en hulpverlenen, maar de blik van een spil is niet (primair) die van een zorgverlener. Een spil zoekt de oplossing allereerst bij de mensen zelf en in de inzet van het informele persoonlijke of wijknetwerk. Een spil richt zich zowel op het stimuleren en ondersteunen van informele sociale netwerken als op individuen in de wijk.

Bij de selectie van de spillen is er daarom ook voor gekozen geschikte personen te kiezen die ook in de wijk woonachtig waren. De spillen van Aan de Buurt hebben verder voor beide buurten een sociale kaart aangelegd, die desgewenst ook eenvoudig voor de buurt toegankelijk gemaakt kan worden.

Kijken we naar de door de spillen uitgevoerde werkzaamheden dan heeft het project geleerd dat die werkzaamheden (taken) van een spil onderverdeeld kunnen worden in wijkgerichte taken, taken die individu-gebonden zijn en evaluatie en borging.

Wijkgerichte taken:o De wijk in kaart brengen.o Contact leggen met sleutelfiguren en hen ondersteunen, o Contact leggen met (semi)professionals die in de wijk actief zijn. o Herkennen, aanjagen, verstevigen en ondersteunen van informele wijknetwerken, o Signaleren van kansen en bedreigingen in de wijk. o Wijkactiviteiten initiëren en anderen stimuleren om dit te doen.

8

Page 11: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

Individu-gebonden taken:o Ouderen met hulpvraag opsporen (signaleren).o Manifest maken van 'latente zorgbehoefte' (aanspreekpunt; kan ook preventie zijn), o Beantwoorden van de'actieve (zorg)vraag': waar het kan met een informele oplossing (zorg

en ondersteuning door activeren van netwerk rondom de oudere), waar het moet met een professionele oplossing (inschakelen gebiedsteam).

Evalueren en borgen:o Zowel op het niveau van het individu als van de wijk.o Zicht houden op de duurzaamheid van de informele oplossing. Ervaringsgegevens laten zien

dat het voor spillen lastig is het moment te bepalen waarop ze de oudere overlaten aan anderen: informeel wijknetwerk of andere professional.

2.5 SleutelfigurenSleutelfiguren zijn bewoners die functioneren als de ogen en de oren in de wijk. Het zijn mensen die doorgaans al langer in de wijk wonen, de weg kennen en weten wat er speelt. Ze zijn in en voor de wijk actief. Voor de spil zijn de sleutelfiguren de belangrijkste gesprekspartners en omgekeerd. Sleutelfiguren signaleren niet alleen in de wijk, ze kunnen ook actief zijn in het wijknetwerk en in het netwerk rondom een individuele oudere. Het gaat hier niet om een eenmalige actie. Daarom is in het project in een continu proces geprobeerd hieraan invulling te geven en dit vervolgens ook te borgen.

Aldus hebben de spillen een actieve groep van 8 vrijwilligers verzameld die met de spil als achterwacht als ogen en oren in de wijk-actief.zijn.geweest. Om ook hen goed toe te-rusten hebben zowel spillen als vrijwilligers de training 'Signs of safety, signs of well being gevolgd' i.c. oplossingsgericht werken. De praktijk wijst uit dat het werven en faciliteren van deze sleutelfiguren een proces van 'lange adem' is, dat voortdurend aandacht vraagt. Blijft dat het individuele netwerk rondom een oudere zeker niet alleen uit sleutelfiguren bestaat.

Echter, dit is zeker niet toereikend om te kunnen spreken van het activeren van een actief wijknetwerk. De in de wijk aanwezige hulpverleners zijn betrokken. Winkeliers e.d. die een belangrijke rol kunnen spelen als ogen en oren in de wijk, op een enkele uitzondering na, niet. Dit vraagt meer tijd of een andere aanpak. Hetzelfde geldt voor het zelf oplossend vermogen van de buurt / wijk.

2.6 Evaluatie werkwijze spillenGedurende het project is de aanpak van de spil continu geëvalueerd, en waar nodig bijgesteld:

• Hoe kan de spil zijn netwerk en bekendheid in de wijk verbeteren?• Hoe gaat de samenwerking met de professionals?• Is er nog scholing nodig?• Wanneer de spil contact heeft gelegd tussen een oudere en iemand in het informele

netwerk, moet hij of zij zorgen dat dit contact geborgd is en het daarna voor zichzelf afsluiten.

• Wanneer de spil wijkactiviteiten initieert, moet de spil zorgen dat deze activiteiten geborgd zijn bij andere individuen en/of (informele) organisaties.

• Als laatste moet de Aan de Buurt werkwijze borging vinden .

9

Page 12: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

De ervaring heeft geleerd dat er in grote lijnen drie werksoorten zijn die een spil uitvoert (geschatte tijdsverdeling ): netwerkvorming (50%), informele zorg inschakelen (40%) en activeren latente behoefte aan zorg (10%).

2.7 Financiering Aan de buurtHet project Aan de Buurt is tijdelijk gefinancierd met een subsidie van de gemeente Vlissingën, aangevuld met financiële middelen van WVO Zorg. De begroting van het project bedroeg voor twee jaar€ 131.340 ( € 65.670 per jaar).De directe personeelskosten voor de twee spillen (1,0 fte) in Aan de Buurt kwamen in het project uit op zo'n € 62.500 per jaar.

2.8 ConclusiesWaarom is Aan de Buurt nodig? Aan de Buurt lijkt een onmisbare schakel in het vormgeven van zorg en welzijn op lokaal niveau. De kracht van Aan de buurt is dat door het bezoeken van de 75+ers uit het middengebied en centrum, een directe inschatting gemaakt kan worden van de doelgroep met bijkomende hulpvragen. Dichter bij de burger, die meer verantwoordelijkheden krijgt, maar ook meer inzet op wijkniveau. Nu het verzekerde aanbod sterk vermindert, biedt Aan de Buurt meer kansen op behoud van zelfstandigheid van kwetsbare ouderen. Meer partijen dan enkel die van zorg en welzijn hebben hier een taak.

Het project heeft aangetoond dat de Aan de Buurt werkwijze een handvat is voor wie in zijn eigen woon- en leefomgeving gezondheid en welzijn van kwetsbare ouderen wil behouden onder sterk veranderende omstandigheden. Die omstandigheden zijn:

o De socio-demografie (aandeel ouderen neemt toe, er is etnische diversiteit, de eventuele kinderen wonen niet meer om de hoek).

o De verwachtingen van ouderen zelf (actiever leefpatroon na 65, zelfstandig wooncomfort, zorg en welzijn zijn verantwoordelijkheid van instituties),

o De drastische verandering in de verantwoordelijkheden van overheid, verzekeraars en aanbieders van zorg en welzijn, tegenover elkaar en tegenover de burger.

De transitie naar een maatschappij waarin mensen meedoen en voor elkaar zorgen is ingezet (de 'participatiesamenleving' ). Een belangrijke groep burgers die hiermee te maken heeft zijn de ouderen. De oudere wordt uitgenodigd zelf meer regie te nemen voor zorg en welzijn. De blik is gericht op zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Bij zorg- en ondersteuningsvragen is de boodschap zoveel als mogelijk gebruik te maken van een informele oplossing. Dit kan gepaard gaan met interventies die bijdragen aan het behoud van zelfstandigheid.

De merkbare (en deels meetbare) resultaten van Aan de Buurt kunnen onderverdeeld worden in drie niveaus.

Niveau van de buurt:o Vergroten van buurtcohesie.o Vergroten van 'aansprakelijkheid van het buurtnetwerk'.o Vergroten van participatie van buurt of wijk in lokale keuzeprocessen rond welzijn en zorg.

10

Page 13: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

o Vergroten van geïnformeerdheid over lokale zorg en welzijn (o.a. sociale kaart).Hoewel aanzetten hiertoe zijn gerealiseerd, zijn deze beoogde resultaten nog onvoldoende uit de verf gekomen. Juist deze onderdelen lijken een kwestie van continue aandacht en 'lange adem', waarbij facilitering door een professional (spil) onontbeerlijk lijkt.

Niveau van het individu:o Vergroten van betrokkenheid als medeburger, ongeacht de eigen mate van gezondheid en

welzijn.o Vergroten van aantal sleutelfiguren.o Vergroten van aantal intermenselijke contacten en kwaliteit van deze contacten, o Vergroten van de kans op een informele lokale oplossing van problemen, o Vergroten van de ervaren kwaliteit van leven en de zelfredzaamheid.

Op deze onderdelen heeft Aan de Buurt aantoonbaar zijn meerwaarde aangetoond, alleen al als je in ogenschouw neemt de opgespoorde kwetsbaarheid ën de afhandeling daarna. Echter, ook hier kunnen nóg aanzienlijke verbeteringen gerealiseerd worden. Zeker als de spil zich nog meer naar de

achtergrond begeeft, zich nog minder als hulpverlener opstelt, en zich meer opstelt als 'verbinder7 bij de eigen regie van de individuele bewoner / buurt.

.. Niveau van de zorg:o Substitutie van formele naar informele zorg en van individuele naar collectieve

zorgarrangementen.o Verbetering samenhang en efficiëntie van organisaties voor zorg en welzijn, met name

minder versnippering in de uitvoering en minder loketten.Ook op deze aspecten heeft Aan de Buurt zijn meerwaarde aangetoond.

2.9 Tot slot: wijsheden van de werkvloerVooral op het niveau van individu en zorg zijn resultaten bereikt, maar ook -zij het in mindere mate- het niveau van de buurt. Zonder de inzet van Aan de Buurt was de match tussen de ouderen en andere wijkbewoners (oud en jong) niet vanzelfsprekend tot stand gekomen. Zonder de inzet van Aan de Buurt was geen begin gemaakt met het vitaliseren/intensiveren van wijknetwerken. De meting van mogelijke substitutie-effecten, gezondheids-, welzijns- en kosteneffecten behoorde niet tot het project, maar het effect lijkt evident (ook uit onderzoeken elders). Bovendien zullen dergelijke effecten pas op langere termijn zichtbaar zijn.

Kortom, Aan de Buurt vraagt om een vervolg, maar in een aangepaste opzet. Wat zou blijven en wat zou wijzigen als we Aan de Buurt nog een keer zouden uitvoeren:

o De werkwijze van Aan de Buurt, zoals beschreven in het navolgende hoofdstuk (de 'Tool') handhaven. Het gaat om werken voor de buurt en werken voor de individuele oudere. Dit is een uniek kenmerk van Aan de Buurt.

o Een tweede gesprek na bijvoorbeeld een halfjaar zou meer inzicht geven in de kwetsbaarheid van de doelgroep.

o Bij uitrollen denken aan gefaseerd uitrollen over de gemeente en aansluiten bij al bestaande bewonersinitiatieven, zoals een wijkraad of een klankbordgroep,

o Er zal structureel geïnvesteerd moeten worden in de oren en ogen, door middel van aandacht geven en ontmoetingen organiseren, eventueel deskundigheidsbevordering.

11

Page 14: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

o Er zal er ook geïnvesteerd moeten worden in spillen en vrijwilligers. Onderzoeken of er niet meer gebruik kan worden gemaakt van bijvoorbeeld studenten van de University of Applied Sciences; de buurt is voor hen een 'living lab' bij uitstek.

o Meer naamsbekendheid geven aan project/ spillen, zowel binnen WVO zorg als bij de gemeente.

o De spil blijft noodzakelijk zodat de continuïteit gewaarborgd kan worden.o Het kiezen voor een informele oplossing kan niet alleen van bovenaf worden opgelegd. Het

vraagt ook om een omslag bij de burger zelf. Iedere burger, oud of jong, wordt uitgenodigd de verantwoordelijkheid voor eigen welzijn en gezondheid uit te breiden naar verantwoordelijkheid voor familie, vrienden en bewoners in de buurt. Dat is de burger niet zonder meer gewend. Ook is deze verantwoordelijkheid lastig te combineren met de praktijk dat kinderen niet meer in de nabijheid van hun ouders wonen. Dit vergt aandacht bij de Aan de Buurt werkwijze.

Als laatste:o Aan de Buurt gaat geen verpleeghuisopnames uitstellen. Het kan er wel toe bijdragen dat

mensen langer thuis kunnen blijven. Wellicht kan vroeg-signalering toenemen door de vangnetfunctie van Aan de Buurt. Belangrijk is het gevoel dat er iemand is waar ouderen en sleutel figuren naar toe kunnen bellen als ze het niet weten (veiligheid, geruststelling, zekerheid).

o Aan de Buurt is een maatschappelijke investering of voorziening in plaats van een product voor individuele zorgconsumptie waar je recht op hebt of dat je kunt krijgen via de verzekering.

o Met Aan de Buurt zet je onbenut potentieel in. Mensen die wel iets voor een ander willen betekenen, maar dit pas doen als ze ervoor gevraagd worden (aanbodverlegenheid). Dit is wel iets van de lange adem!

12

Page 15: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

3. Het model 'Aan de Buurt' als tooi voor de toekomstStel: je wilt Aan de Buurt als aanpak ook elders introduceren, hoe zou Aan de Buurt als model er dan uit kunnen zien rekening houdend met de verworvenheden van het in de periode mei 2014 - mei 2016 uitgevoerde project? In dit hoofdstuk schetsen we 'Aan de Buurt' als tooi voor hergebruik1.

3.1 Visie en uitgangspunten van de Aan de Buurt aanpakDoelstelling is het verbeteren van de levenskwaliteit en zelfredzaamheid van zelfstandig wonende, kwetsbare ouderen. Kenmerkend is een twee sporen aanpak met een zogenaamde spil als aanjager:

• Spoor 1: opsporen van kwetsbaarheid bij individuele ouderen via informele kanalen;• Spoor 2: de buurtnetwerken als vangnet.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond de visie van de integrale wijkaanpak, op lokaal georiënteerde zorgverlening en dienstverlening (welzijn), aan de basis van gezondheidscentra en lokaal gezondheidsbeleid. Ze beleeft momenteel een wedergeboorte. Een integrale aanpak op het niveau van de wijk is voor bepaalde problematiek extra geschikt, zoals voor de zorg voor kwetsbare ouderen. De wijkaanpak zorgt voor een samenhangende benadering van een probleem of onderwerp. Gelijktijdige en op elkaar afgestemde betrokkenheid van burgers en professionals, van formele en informele zorg en van werkers uit diverse disciplines. Zo'n aanpak is pas succesvol wanneer de partners van primaire, secundaire en tertiaire zorg en de informele netwerken goed met elkaar samenwerken. Dit geldt voor het signaleren van een probleem, maar ook voor preventie, behandeling, zorg, bevordering van welzijn en zelfstandig wonen. Vroege signalering en het stimuleren van effectieve zelfredzaamheid hebben positieve invloed op het welzijn. Primair gebeurt dit in het gëbiédsteam; dé spillen van 'Aafrde'Buürt en hun netwerk zijn’hierop aanvullend.'"

Aan de Buurt is zowel gericht op de individuele oudere als op de wijk en de buurt (sociale infrastructuur). Het 'integrale' betekent dat de individuele (kwetsbare) oudere als één mens wordt benaderd in plaats van als iemand met afzonderlijke vragen en behoeften. Integraal betekent ook dat je -als gevolg daarvan- informeel en formeel tezamen neemt.Aan de Buurt draait vooral om vinden, verbinden, ondersteunen en (eigen) capaciteiten. Een (oudere) buurtbewoner kan zorgvrager en dienstverlener tegelijk zijn.

Uitgangspunten voor een integrale aanpak in de wijk:• Betrokkenheid van de doelgroep, in dit geval (kwetsbare) ouderen, bij het bepalen van de

dienstverlening (meer regie waar dat kan). Dit strekt zich ook uit tot (zorg- en welzijns)faciliteiten, de woonomgeving en de eigen woning.

• Betrokkenheid van de wijkbewoners bij het signaleren en informeel ondersteunen van mensen die minder zelfredzaam zijn.

• De integrale wijkaanpak kan een antwoord zijn op de deels afgedwongen vermindering van zorg in instellingen, en daarmee een middel tot kostenbeheersing.

• Goede afstemming tussen dienstverlening en aard en aantal van welzijns- en zorgvoorzieningen.

1 Hier wordt Aan de Buurt als tooi naar de toekomst beschreven. Daarbij is gebruik gemaakt van de resultaten uit het project 'Aan de Buurt'. Dat kan betekenen dat op sommige punten de tekst van de tooi overeenkomt (of overeenkomsten vertoont) met de tekst uit de resultatenwijzer (hoofdstuk 2).

13

Page 16: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

Afstemming van de dienstverlening (wie, tijd, faciliteit, organisatie) op de lokale mogelijkheden.

3.2 De voor en nadelen van een integrale wijkaanpakBelangrijk voordeel van de integrale aanpak is dat hij aansluit bij de behoefte van ouderen om zo lang mogelijk in de eigen omgeving te blijven wonen. Om ervoor te zorgen dat dit mogelijk wordt, moeten we achterhalen welke ondersteuning zij nodig hebben. Een integrale wijkaanpak zorgt ervoor dat de dienstverlening dicht bij huis is, en op de behoefte van de oudere wordt afgestemd. Hierbij wordt zo nodig hulp gevraagd aan het informele netwerk of aan professionele zorgverleners. De verwachting is dat (secundair) preventieve zorg vaker succes heeft doordat de problematiek van de oudere eerder in kaart wordt gebracht. Problemen worden in een vroeger stadium ontdekt, waardoor lichtere maatregelen volstaan en dure professionele zorg wordt uitgesteld. Dat is een belangrijk doel van Aan de Buurt. Daarnaast blijkt uit onderzoek elders dat de kwaliteit van de buurt, het sociaal kapitaal en de sociale cohesie in de buurt gunstig zijn voor het welzijn van ouderen. Aan de Buurt versterkt deze sociale cohesie. Bijzonder aan 'Aan de Buurt' is dat informele wijknetwerken en individuele wijkbewoners uitdrukkelijk onderdeel uitmaken van de integrale benadering. Dit geldt op het niveau van de individuele oudere en op het niveau van de wijk. Het gaat dus een stap verder dan een wijkteam van professionals. De achterliggende visie erkent de wederzijdse afhankelijkheid tussen welzijn, gezondheid en informele zorg.

De keerzijde van een integrale aanpak op het niveau van de wijk is dat er weerstand kan bestaan tegen de inzet van informele netwerken. Ouderen ervaren het vaak als positief wanneer het sociale netwerk ondersteuning kan bieden. Maar sommige ouderen voelen ook weerstand als ze hun directe sociale netwerk moeten aanspreken (vraagverlegenheid). Het doet afbreuk aan hun gevoel van onafhankelijkheid en teveel contact kan als sociale controle ervaren worden. Ouderen verwoorden hun gêne dan als: 'Ik laat me niet door mijn buurman wassen' of 'ik wil mijn familie niet belasten, de kinderen hebben het al zo druk.' Soms zien buurtbewoners wel van elkaar dat ze hulp nodig hebben, maar aarzelen ze om hulp aan te bieden omdat ze niet bemoeizuchtig willen overkomen (aanbodverlegenheid). Aan de andere kant kan degene die de zorg verleent ook overvraagd worden. Professionals uiten soms twijfels bij het inzetten van informele ondersteuning, omdat ze vrezen dat leken onvoldoende betrouwbaar en deskundig zijn.

3.3 De wijkDe wijk heeft binnen Aan de Buurt drie betekenissen:

1. Bestuurlijke, geografische eenheid (het postcodegebied). Deze gebiedsgrootte of gebiedsdefinitie is een eerste oriëntatiepunt om het nut van een Aan de Buurt aanpak te bepalen. Doorgaans is dat ook het niveau van financiering.

2. Vervolgens start een proces waarin de organisatorische wijkgrenzen van Aan de Buurt tot stand komen. De ervaring leert dat er vervolgens een onderscheid kan zijn tussen de wijk als organisatie-eenheid en de wijk of buurt als werkgebied voor de inzet van de spillen. Over het algemeen is de wijk als organisatie-eenheid groter dan het werkgebied van de spillen. Zoals gezegd is het werkgebied van een spil soms kleiner. De wijk is vaak opgebouwd uit buurten. Het werkgebied van een spil in zo'n buurt wordt bepaald door het type woningen, de sociale ruimte in en tussen de woonclusters, het groen, het verkeer en het aantal oudere bewoners. Ook zijn de looproutes belangrijk, vooral in een omgeving waar veel ouderen wonen.

14

Page 17: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

3. Naast deze tastbare zaken is ook het gevoel van herkenbaarheid belangrijk. Immers, als bewoners elkaar (her)kennen is het waarschijnlijker dat zij zich voor elkaar inzetten. Hetzelfde geldt voor de spil. In het gebied moet de spil herkenbaar zijn en de spil moet de wijkbewoners en in het bijzonder de sleutelfiguren herkennen.

3.4 SleutelfigurenSleutelfiguren zijn een van de centrale actoren van Aan de Buurt. Er zijn veel mensen actief in het wijknetwerk en in het netwerk rondom een individuele oudere. Kenmerkend is de vrijwillige inzet. Op onderdelen kan deze inzet door bijvoorbeeld een kerk, vereniging of een Bond voor Ouderen gecoördineerd worden. Informele wijknetwerken bestaan veelal uit sleutelfiguren en andere betrokken bewoners. Ze hanteren alle een werkwijze die gericht is op informele oplossingen. Eerst het goed verduidelijken van de vragen, daarbij kijkend naar heel de mens en naar de omgevingsmogelijkheden. Kenmerkend is het outreachend werken ('eropaf' 'bemoeizorg').

Sleutelfiguren zijn bewoners die functioneren als de ogen en de oren in de wijk. Het zijn mensen die doorgaans al langer in de wijk wonen, de weg kennen en weten wat er speelt. Ze zijn in en voor de wijk actief. Sleutelfiguren kunnen allerlei achtergronden of opleidingen hebben, van bakker tot plantsoenendienstwerker en van receptionist tot bankdirecteur. Ze kunnen hun rol als sleutelfiguur vanuit hun professie of als burger vervullen. Voor de spil zijn de sleutelfiguren de belangrijkste gesprekspartners en omgekeerd. Sleutelfiguren signaleren niet alleen in de wijk, ze kunnen ook actief zijn in het wijknetwerk en in het netwerk rondom een individuele oudere. Het gaat hier niet om een eenmalige actie. Daarom is in het project in een continu proces geprobeerd hieraan invulling te geven en dit vervolgens ook te borgen. De praktijk wijst uit dat dit een proces van 'lange adem’, is,-. dat voortdurend aandacht vraagt. Blijft dat het individuele netwerk rondom een oudere zeker niet alleen uit sleutelfiguren bestaat.'

3.5 De spilNaast de sleutelfiguren is de spil een centrale actor. De spil is een functionaris op hbo-niveau. Wie als spil wordt aangenomen is afhankelijk van de wijk of buurt waar de spil wordt ingezet. Ervaringsgegevens wijzen uit dat wanneer een spil niet bekend is met de wijk, het minimaal zes maanden kost om er bekend te raken en een begin te maken met de opbouw van het wijknetwerk. Het aantal benodigde uren in een buurt of wijk is mede afhankelijk van de socio-demografische resultaten. Daarnaast is een inschatting nodig van de sociale binding in de wijk en de zelfredzaamheid en kwetsbaarheid van de inwoners. Ook de aan- of afwezigheid van sociale wijkinfrastructuur is van invloed.

Diverse factoren maken er een veeleisende functie van: de grote zelfstandigheid, zowel bij individugerichte als wijkgerichte activiteiten, het vereiste overzicht van deskundigheden en werkdomeinen van allerlei zorgpartijen en de vereiste kennis van de complexe regelgeving rond recht op zorg en hulp. Er zijn geen standaardoplossingen. De spil is in staat zelf te bepalen wat op welk moment de juiste handeling of strategie is. Het is niet zo dat je alleen iets moet leren, het gaat ook om afleren. Het afleren van het feit dat je primair gericht bent op het oplossen voor iemand; en je niet schuldig voelen als je daar mee stopt.

15

Page 18: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

Een spil speelt een belangrijke rol bij het stimuleren, onderhouden en ondersteunen van de sociale netwerken in de wijk. De spil is vooral uitnodigend, vragend, actief, bevlogen, ondernemend, autonoom, effectief en reflecterend. Wanneer doe je het als spil goed?

• Faciliteren en ondersteunen, verbinden.• Zichtbaar zijn maar ook weten waar, wanneer en hoe lang; dus efficiënt met je tijd omgaan.• Functioneel registreren (klanten, bijzonderheden, wat gedaan, wat afsluiten).• Resultaten laten zien die zijn afgesproken (verbindingen, aantal cliënten met duurzaam

rendement).• Het kunnen afronden van een contact met een oudere.

De spil is een 'spil in het web van de wijk'. De spil is daar waar mensen in de wijk elkaar ontmoeten, en vervolgens soms bij mensen thuis. De spil heeft als outreachende generalistische professional een cruciale rol in Aan de Buurt. Hij of zij inventariseert sterke en zwakke kanten van de wijk, signaleert de (gezondheids) problemen die ouderen ervaren en wijst hen de weg naar hulp om de hoek. Het is een persoon die bekend is met de buurt en een vertrouwd gezicht is voor de buurtbewoners. De spil verbindt binnen de wijk. Hij of zij doet dit zowel op het niveau van de wijkinfrastructuur als van een individuele oudere. Het is een sociale ingenieur. Een spil kan zo nodig ook zorg- en hulpverlenen, maar de blik van een spil is niet (primair) die van een zorgverlener. Een spil zoekt de oplossing allereerst bij de mensen zelf en in de inzet van het informele persoonlijke of wijknetwerk. Een spil richt zich zowel op het stimuleren en ondersteunen van informele sociale netwerken als op individuen in de wijk.

De taken van een spil kunnen onderverdeeld worden in wijkgerichte taken, taken die individu- gebonden zijn en evaluatie en borging.

Wijkgerichte taken:• De wijk in kaart brengen.• Contact leggen met sleutelfiguren en hen ondersteunen.• Contact leggen met (semi)professionals die in de wijk actief zijn.• Vrijwilligers aansturen.• Herkennen, aanjagen, verstevigen en ondersteunen van informele wijknetwerken.• Signaleren van kansen en bedreigingen in de wijk.• Wijkactiviteiten initiëren en anderen stimuleren om dit te doen.

Individu-gebonden taken:Ouderen met hulpvraag opsporen (signaleren).

• Manifest maken van 'latente zorgbehoefte' (aanspreekpunt; kan ook preventie zijn).• Beantwoorden van de 'actieve (zorg)vraag': waar het kan met een informele oplossing (zorg

en ondersteuning door activeren van netwerk rondom de oudere), waar het moet met een professionele oplossing (inschakelen gebiedsteam).

Evalueren en borgen:• Zowel op het niveau van het individu als van de wijk.• Zicht houden op de duurzaamheid van de informele oplossing. Ervaringsgegevens laten zien

dat het voor spillen lastig is het moment te bepalen waarop ze de oudere overlaten aan anderen: informeel wijknetwerk of andere professional.

16

Page 19: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

3.6 Zes stappen werkwijzeDe werkwijze van Aan de Buurt bestaat uit zes stappen, die ook inzicht geven in de interventies die de spil toepast. Daarnaast heeft Aan de Buurt te maken met andere wijkgerichte zorg- en dienstverleners, in het bijzonder het gebiedsteam en.de in de wijk aanwezige wijkverpleegkundigen. Van belang is en blijft een goede afstemming met beide partijen.

Stap 1 is de wijk in kaart brengen. De sociale kaart geeft inzicht in de voorzieningen in dewijk, de wijkstructuur en de bevolking. Vaak kan deze stap overgeslagen worden, omdat de vereistegegevens al aanwezig zijn.

• Wie woont er in de wijk? Gemiddelde leeftijd, inkomen, opleidingsniveau.• Welke gezondheidsvoorzieningen zijn er in de wijk aanwezig?• Welke welzijnsvoorzieningen zijn er in de wijk?.• Waar zijn de ontmoetingsplekken in de wijk waar veel ouderen samenkomen?• Signaleren van kansen en bedreigingen.• Welke samenwerkingsmogelijkheden zijn er en waarover zijn vaste afspraken?

Stap 2 is netwerken. Nadat de wijk in kaart is gebracht, is het belangrijk te weten wie de sleutelfiguren in de wijk zijn. De sleutelfiguren kunnen helpen om bekendheid te geven aan het project, zodat bewoners en de sleutelfiguren weten wie de spillen zijn en met welke vragen ze bij hen terecht kunnen. De bekendheid kan vergroot worden door posters bij belangrijke ontmoetingsplekken van ouderen, kraampje op de markt, huis-aan-huisinformatie of een advertentie in een plaatselijke krant. Als het maar aansluit bij de doelgroep. De spil moet op de hoogte zijn van wat er in de buurt gebeurt en welke ouderen misschien hulp nodig hebben. Hiervoor is het nodig bekend te maken wat Aan de Buurt inhoudt en ervoor te zorgen dat buurtbewoners vertrouwen, krijgen in de spil en informatie met hem of haar delen.

Stap 3 is het signaleren van problemen. Hoe komt de spil aan informatie over een oudere die ondersteuning nodig heeft en hoe komt de spil met die oudere in contact?

• Via sleutelfiguren / vrijwilligers die aangeven dat ze een oudere kennen die hulp nodig heeft.• Via andere buurtbewoners die signaleren dat de spil kan helpen.• Door het creëren van een inloopfunctie.• Als de oudere zelf direct contact opneemt met de spil.• Door een aanmelding via de huisarts of een andere (zorg)professional.• Door bestaand contact met een oudere.• Via een enquête die de spil uitdeelt in de buurt.• Door de inzet van studenten(projecten).• Tijdens de wijkactiviteiten.

Belangrijk is hier de outreachende aanpak van de spil, de zogeheten eropaf-mentaliteit. Ook ouderen die anders niet zo snel geneigd zijn om hulp te zoeken, maar die wel nodig hebben, worden met deze aanpak bereikt. Daarom is het voor de spil belangrijk om het 'niet pluis'-gevoel op te pikken, sensitiviteit daarvoor te ontwikkelen.

Stap 4 is het verhelderen van de vraag van de oudere. Dit kan door met hem of haar in gesprek te gaan, eventueel met behulp van korte vragenlijsten. Daarbij wordt de methodiek van oplossingsgericht werken gebruikt. Gekeken wordt of het informele netwerk een oplossing kan bieden, zo nodig wordt professionele hulp ingezet. Een instrument dat de spil ook in kan zetten is de

17

Page 20: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

zogeheten Eigen Krachtconferentie. Dit zijn conferenties waarin de oudere samen met naasten via een gestructureerde methode oplossingen bedenkt.

Stap 5 bestaat uit het organiseren van wijkactiviteiten naast de individuele aanpak. Via wijkactiviteiten bereikt de spil meer ouderen en wordt hij of zij bekender in de wijk. Zulke activiteiten kunnen de spil ook helpen met netwerken, bijvoorbeeld met contact leggen met de sleutelfiguren. Wijkactiviteiten versterken de contacten tussen de bewoners en daarmee het wijknetwerk. Voorkeur heeft de aansluitende aanpak: de spil versterkt bestaande initiatieven of intensiveert ze. Waar sociale ontmoetingsplaatsen en sleutelfiguren schaars zijn, kunnen initiatieven van de spil zinvol zijn. Voorbeelden van georganiseerde wijkactiviteiten zijn: koffiemomenten organiseren, high tea, uitnodigen voor (gratis) samen eten in het wijkrestaurant. Kortom, het versterken van ontmoeting.

Stap 6 bestaat uit evaluatie en borging. De oplossingen die aangereikt zijn aan de ouderen moeten geëvalueerd worden: is de oudere tevreden? Is het probleem opgelost? Zijn er intussen nieuwe problemen bijgekomen?

3.7 OrganisatievraagstukkenBelangrijk is om antwoord te zoeken op de organisatievragen als je de werkwijze van aan de buurt wilt toepassen. Hier schetsen we de algemene contouren van een organisatie voor Aan de Buurt als werkwijze. Daarbij is van belang dat het opstarten en implementeren van de werkwijze Aan de Buurt andere organisatieaccenten heeft dan het verduurzamen en inbouwen van deze werkwijze. In de beginfase (opstarten en implementeren) zijn er vier organisatievraagstukken:

1. Draagvlak en een startorganisatie initiëren: het groeperen van initiële stakeholders die geloven in wenselijkheid en haalbaarheid, die een startorganisatie kunnen realiseren en die daarin willen investeren, in het geval van Vlissingen gemeente en WVO Zorg.

2. Onder het initiëren van draagvlak valt ook het afstemmen met bestaande zorg- welzijnspartijen (versterking van, in plaats van overlap met wat al bestaat). Dit is het macroniveau van de eigen organisatie.

3. Het organiseren van werkprocessen en het werkgeverschap voor de spillen. Denk bijvoorbeeld aan het verzorgen van werkboeken, een activiteitenregistratie, roosters, scholing, coaching en aansturing. Dit is het microniveau van de eigen organisatie.

4. Een organisatie die ook de verantwoordelijkheid neemt voor enkele vitale informatieprocessen.

Initiëren van draagvlak en een startorganisatie is de eerste organisatietaak. Deze eerste organisatietaak, het bijeenbrengen van stakeholders, het formuleren van een plan, is moeilijk formeel te benaderen. Belangrijk is: een goed bestaand netwerk met een gemeenschappelijke perceptie en visie, goede persoonlijke verhoudingen en een bescheiden startfinanciering. Het project Aan de Buurt kan voor het initiëren van de werkwijze en het groeperen van stakeholders als rolmodel dienen.

Een goede relatie met de zorgverleners in de wijk is essentieel. Zij moeten vaker 'nee' verkopen aan de cliënt die vraagt om formele zorg. Daardoor komt, al is het uit noodzaak, Aan de Buurt vaker in beeld. Bij de introductie van Aan de Buurt als werkwijze heeft de gemeente een sleutelrol als stuurder.

18

Page 21: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

4. Verdere implementatie van de Aan de Buurt werkwijze in overige wijken van Vlissingen

Aan de Buurt lijkt een onmisbare schakel in het vormgeven van zorg en welzijn op lokaal niveau. De kracht van Aan de buurt is dat door het bezoeken van de 75+ers, er een directe inschatting gemaakt kan worden van de doelgroep met bijkomende hulpvragen. Dichter bij de burger, die meer verantwoordelijkheden krijgt, maar ook meer inzet op wijkniveau. Nu het verzekerde aanbod sterk vermindert, biedt Aan de Buurt meer kansen op behoud van zelfstandigheid van kwetsbare ouderen. Meer partijen dan enkel die van zorg en welzijn hebben hier een taak.

Een belangrijke keuze is of Aan de Buurt permanent is of een tijdelijk project. 'Permanent' is vergelijkbaar met de blijvende aanwezigheid in een buurt van spil. 'Tijdelijk' is een opzet waarin de werkwijze in bijvoorbeeld driejaarscyclus wordt uitgevoerd. Na drie jaar wordt in principe een andere wijk/buurt uitgekozen op grond van behoefteonderzoek. Dit heet ook wel 'rotatie'. Deze kan gemakkelijk en efficiënt door dezelfde uitvoeringsorganisatie worden toegepast. Of de opzet nu 'blijvend' of 'roterend' is, de looptijd van financiële afspraken moet minimaal drie jaar zijn. Vergelijkbaar onderzoek leert dat pas bij een duur van minimaal drie jaar de mogelijkheid ontstaat blijvende effecten vast te stellen, zoals spontane, niet afgedwongen substitutie-effecten.

Op dit moment is er geen kader waaraan Aan de Buurt via analogie een eenvoudige blijvende financieringsbasis kan ontlenen. Er komen naar verwachting ook geen nieuwe kaders. Het is daarmee de vraag waar de werkwijze Aan de Buurt, het 'product', met enige aanpassing ondergebracht kan worden. De meest voor de hand liggende financieringswijze is die binnen de Wmo-kaders. Dat betekent een wijkgebonden bekostiging van een bepaalde werkwijze, met te behalen resultaten waarover afspraken worden gemaakt.

Aan de Buurt kan oud en jong richten op een burgerschap dat past bij de nieuwe verhouding tussen overheden, burger en zorg en welzijn. Een verhouding die financierbaarheid als belangrijke randvoorwaarde heeft. De oudere wordt zichtbaar gemaakt en de zorg voor anderen wordt genormaliseerd. Het is een gespreksforum voor de aanpassing aan een samenleving waar je voor problemen eerst om je heen kijkt en dan pas naar het gemeenteloket gaat. Er staan meer plichten tegenover rechten.

Aan de Buurt draagt bij aan processen met een veel grotere reikwijdte. Het is ook inzichtgevend voor stadsontwikkeling, arbeidsbeleid en jeugdbeleid. Een assessment tool voor sociale ontmoetingsplaatsen in de woonomgeving, of een buddy project voor ouderen, banen de weg voor een soortgelijke benadering voor andere doelgroepen. Spillen zeggen dat de focus op alleen kwetsbare ouderen na een tijdje kan worden verbreed naar andere (kwetsbare) doelgroepen. Aan de Buurt levert informatie op die de gemeente kan gebruiken om de burger te informeren en soms op keuzes en plichten te wijzen.

Kortom:• het verdient aanbeveling de Aan de Buurt aanpak voort te zetten,• daarbij rekening te houden met de verworvenheden (do's en dont's) uit het uitgevoerde Aan

de Buurt project,• in twee andere Vlissingse wijken,• voor een periode van 3 jaar,

19

Page 22: AZO z°rg A - gemeenteraad.vlissingen.nl · VLISSINGEN 2014 - 2016 WVO Zorg 14 juli 2016. O Voorwoord Van medio 2014 tot 2016 is in de wijken Middengebied en Centrum van de gemeente

in de uitvoering te betrekken het door WVO Zorg en HZ ingerichte Living Lab, i.c. studenten te betrekken in uitvoering van deelprojecten;nadrukkelijk op zoek te gaan naar de behoeften van de bewoners van de wijk; die bewoners mede-eigenaar te maken van de uit te voeren projecten; twee procesbegeleiders, i.c. 'spil' (2 x 1,0 fte, mede in verband met continuïteit)) aan te stellen voor een periode van 3 jaar ad € 130.000 per jaar (dienstverband en daarmee risico bij WVVO Zorg);onderzoek door de Hogeschool Zeeland en University College Roosevelt voor een periode van 3 jaar ad € 24.000;daarmee komen de totale projectkosten voor 3 jaar op € 414.000;WVO Zorg is bereid daarvan € 105.000 (€ 35.000 per jaar) voor haar rekening te nemen, plus de huisvestingskosten;waarmee voor de gemeente Vlissingen resteert een te subsidiëren bedrag van € 309.000 voor 3 jaar (€ 103.000 per jaar);Bij de CZ Zorgverzekeraar vragen we subsidie aan ten laste van de preventie op wijkniveau (voorheen Segment 1 binnen de wijkverpleging).