Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

7
 marc kocken ARCHEO brief  8 Methoden en technieken Het onzichtbare verbeeld Ontwerpen met archeologie Inspiratie op papier De theorievorming over het verbeelden staat nog altijd in de kinderschoenen. Wel verschijnen sinds het laatste decennium van de vorige eeuw met enige regelmaat publicaties en rapporten over aspecten van het verbeel- den. Midden jaren negentig werd in het kader van het vrom-programma ‘Kwaliteit op Locatie’ de cultuur- historie aangedragen als kwaliteitsimpuls voor nieuwe stadsuitbreidingen. Met het verschijnen van de nota Belvedere (1999) werd cultuurhistorie op de kaart gezet als inspiratiebron bij en kwaliteitsimpuls voor ruimte- lijke ontwikkelingen. In de stroom Belvederestudies die in de jaren hierna het licht zag, bleek de archeologi- sche component echter een bescheiden rol te spelen. Historische gebouwen, landschapselementen en -struc- turen blijken toch een grotere aaibaarheidsfactor te hebben dan enkele verkleuringen en wat losse vond- In Nederland is – net als in de ons omringende landen – een steeds groter draagvlak om archeolo- gie als cultureel erfgoed te ontsluiten en ervaarbaar te maken voor een groot publiek. Daarbij kan niet worden volstaan met beschermen en in stand hou- den. Archeologie is in Nederland vrijwel altijd ver- borgen in de grond, en daarom onzichtbaar. Dat maakt het visualiseren van archeologisch erfgoed en het inpassen in ruimtelijke ontwikkelingen tot een aparte opgave. Voor die opgave is kennis van de archeologische inhoud nodig, maar ook kennis  van de technische mogelijkhed en en een visie op  vormgeving en visualisatie. Daarnaast spelen bestuurlijke, procesmatige en financiële randvoor- waarden een belangrijke rol. Niet in de laatste plaats is inzicht vereist in wat het publiek er uit- eindelijk van vindt. Daar doen we het met z’n allen toch voor. In dit artikel wordt kort ingegaan op de mogelijkheden en knelpunten om archeologie te  verbeelden. 1  Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-20 06 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 8

Transcript of Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

Page 1: Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 1/7

m a r c k o c k e n

ARCHEO b r i e f  

8 Methoden en technieken

Het onzichtbare verbeeldOntwerpen met archeologie

Inspiratie op papier

De theorievorming over het verbeelden staat nog altijd

in de kinderschoenen. Wel verschijnen sinds het laatste

decennium van de vorige eeuw met enige regelmaat

publicaties en rapporten over aspecten van het verbeel-den. Midden jaren negentig werd in het kader van het

vrom-programma ‘Kwaliteit op Locatie’ de cultuur-

historie aangedragen als kwaliteitsimpuls voor nieuwe

stadsuitbreidingen. Met het verschijnen van de nota

Belvedere (1999) werd cultuurhistorie op de kaart gezet

als inspiratiebron bij en kwaliteitsimpuls voor ruimte-

lijke ontwikkelingen. In de stroom Belvederestudies

die in de jaren hierna het licht zag, bleek de archeologi-

sche component echter een bescheiden rol te spelen.Historische gebouwen, landschapselementen en -struc-

turen blijken toch een grotere aaibaarheidsfactor te

hebben dan enkele verkleuringen en wat losse vond-

In Nederland is – net als in de ons omringende

landen – een steeds groter draagvlak om archeolo-

gie als cultureel erfgoed te ontsluiten en ervaarbaar

te maken voor een groot publiek. Daarbij kan niet

worden volstaan met beschermen en in stand hou-den. Archeologie is in Nederland vrijwel altijd ver-

borgen in de grond, en daarom onzichtbaar. Dat

maakt het visualiseren van archeologisch erfgoed

en het inpassen in ruimtelijke ontwikkelingen tot

een aparte opgave. Voor die opgave is kennis van

de archeologische inhoud nodig, maar ook kennis

 van de technische mogelijkheden en een visie op

 vormgeving en visualisatie. Daarnaast spelen

bestuurlijke, procesmatige en financiële randvoor-

waarden een belangrijke rol. Niet in de laatsteplaats is inzicht vereist in wat het publiek er uit-

eindelijk van vindt. Daar doen we het met z’n allen

toch voor. In dit artikel wordt kort ingegaan op de

mogelijkheden en knelpunten om archeologie te

 verbeelden.

1

 Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 8

Page 2: Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 2/7

1 In 2008 werd bij Groenlo de Slag om Grol, die plaatsvond in 1628,

nagespeeld. Het evenement trok ruim 35.000 bezoekers.

2 Het schema toont de ruimtelijke en niet ruimtelijke omgangsvor-

men met onder iedere omgangsvorm de termen zoals deze in

verschillende studies worden gebruikt. Er wordt onderscheid

gemaakt tussen ruimtelijke omgangsvormen voor de inrichting

van een locatie (fysiek beschermen, zichtbaar maken en herin-

neren en verwijzen) en omgangsvormen voor de communicatie en

het vermarkten van het verhaal naar het publiek (presentatie van

de inhoud en branding). De verschillende omgangsvormen kun-

nen op zichzelf staan, maar worden vaak gelaagd en in combi-

natie toegepast.

3 Het badhuis aan het RömerMuseum in het Archeologisch Park

Xanten (Duitsland) is een inspirerend voorbeeld waar meerdere

omgangsvormen naast elkaar zijn toegepast. Het meest manifest

zijn de eerste twee: de archeologische resten worden beschermd

door een zogeheten ‘Schutzbau’ (fysiek beschermen) die de vorm

en bouwmassa van het originele bouwwerk volgt (zichtbaar ma-

ken). In het gebouw wordt vervolgens door middel van maquettes

en (digitale) infopanelen het badhuis uitgelegd (presentatie van

de inhoud). Hoe meer omgangsvormen naast elkaar worden

gebruikt, hoe completer en informatiever de presentatie is.

ARCHEO b r i e f  

Methoden en technieken 9

sten in de grond. Ook de publicatie Ruimtelijk ontwer-

 pen en Archeologie (1998)1 bracht daar geen verandering

in. In dit boek werd aan de hand van verschillende

praktijkvoorbeelden volop inspiratie geboden voor ont-

werpen met archeologie. Mogelijk was het te veel ge-

schreven in ontwerperstaal of was de tijd nog niet rijp.

Inmiddels zijn er aardig wat publicaties verschenen

met voorzetten voor vormgeving en verbeelding van ar-

cheologische objecten en structuren. Te noemen zijn

Staats-Spaanse Linies (2003), Limes Atlas (2005), De Ro-

meinse Lijn (2005), Via Belgica (2006), Ontwerp Master-

 plan Limes (2006) met de ontwerpgrammatica, Het Ver-

haal Verbeeld (2007) en het Werkboek Cultuurhistorie

Meinerswijk (2008).2 Redelijk wat inspiratie op papier,

maar met de uitgevoerde projecten loopt het nog niet

zo’n vaart. Daarin zal de komende jaren verandering

komen, zo is mijn verwachting.

Omgangsvormen

Afhankelijk van situatie, onderwerp en programmazijn er verschillende manieren om archeologie te be-

houden en/of te verbeelden. Vanuit mijn ervaring in de

erfgoedsector heb ik een schema ontwikkeld waarbij de

termen en strategieën zijn ondergebracht in vijf om-

gangsvormen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen

ruimtelijke omgangsvormen voor de inrichting (fysiek

beschermen, zichtbaar maken, herinneren en verwij-

zen) en omgangsvormen voor de communicatie en het

vermarkten van het verhaal naar het publiek (presenta-

tie van de inhoud, branding ). De verschillende om-

gangsvormen kunnen op zichzelf staan, maar worden

2

>

3

conserveren consolideren

afdekken met grondverhogen grondwaterpeil

statisch markerenflexibel markeren

opnemen in een structuuretaleren onthullen

architectuurtransformeren

citerenaccentueren

beeldende kunstensceneren

naamgeving, actualiserenmaterialiseren

informatiedragers

digitale media(tijdvenster)

maquettes beeldmerktoeristische productontwikkeling

city marketing

illustraties

restaureren inpassen reconstrueren visualiseren indirect visualiseren

 Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 9

Page 3: Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 3/7

ARCHEO b r i e f  

10 Methoden en technieken

vaak gelaagd en in combinatie toegepast. Hoe meeromgangsvormen naast elkaar worden toegepast, des te

completer en informatiever de presentatie is. Met al-

leen een ruimtelijk ontwerp komt het educatieve effect

van een visualisatie vaak niet optimaal uit de verf.

Fysiek beschermen

De omgangsvorm ‘fysiek beschermen’ volgt eigenlijk

rechtstreeks uit de bepalingen van het Verdrag van Val-

letta (Malta), dat als doel stelt het behoud van archeolo-

gische waarden in situ als bron van kennis en beleving.

Fysiek beschermen is erop gericht het (verder) verval

van archeologische waarden tegen te gaan en aange-

richte schade, zo mogelijk, te herstellen. Hierbij wor-

den maatregelen getroffen die actief of fysiek ingrijpen

in de situatie waarin het archeologisch monument ver-

keert. Voorbeelden zijn het afdekken met grond, het

verhogen van het grondwaterpeil, bomen afzetten of 

opnemen in een ruimtelijke structuur. Het ontwerpen

met archeologie blijft in deze gevallen doorgaans be-

perkt tot verantwoorde inpassing van het object in een

nieuw inrichtingsplan. Voordat kan worden overgegaan

tot het treffen van maatregelen, wordt volgens de Kwa-

liteitsnorm Nederlandse Archeologie het opstellen van

een archeologische visie op inrichting en beheer ver-

langd. In deze archeologische visie moet antwoord wor-den gegeven op wat (welke archeologische waarden),

waar (in welk gebied) en waarom in stand moet worden

gehouden. Werkzaamheden die in het kader van fysiek

beschermen plaatsvinden, zijn de inrichting (conserve-

ren en restaureren), het beheer, het schouwen, het

onderhouden en het monitoren. In de archeologische

visie kan met redenen omkleed worden aangegeven dat

het archeologisch monument zich eveneens leent voor

publieke ontsluiting. Sommige van de inrichtingsmaat-

regelen lopen hier al op vooruit. Zo is een grafheuvel,

ontdaan van begroeiing en opnieuw aangevuld met

grond, toegankelijker en beter te herkennen.

Zichtbaar maken

Onder ‘zichtbaar maken’ wordt het reconstrueren ofwel

letterlijk visualiseren van één of meerdere objecten ver-

staan op een locatie waar in veel gevallen geen feitelijke

informatie (meer) in de grond aanwezig is. De door ar-

cheologen geïnterpreteerde verschijningsvorm en

maatvoering van het oorspronkelijke object of struc-

tuur zijn doorgaans leidend. Zichtbaar maken ligt in

het verlengde van fysiek beschermen en wordt vaak in

combinatie met een beschermend gronddek uitge-

voerd, wanneer nog archeologische resten aanwezig

zijn. De locatie van zichtbaarmaken kan verschillen

4

5

6

 Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 10

Page 4: Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 4/7

4 De ruim vijfduizend jaar oude vuursteenmijn aan de Plenkert-

straat in Valkenburg aan de Geul is ontdaan van begroeiing.

Armaturen lichten de resten van gangen en schachten op ter-

wijl een tijdbalk op de balustrade van het hekwerk over de

geschiedenis verhaalt. Op de muur van de Leeuwbrouwerij

(rechts) geeft een wandschildering een beeld van het land-

schap toen.

5 Door de bruinkoolwinning in de Niederlausitz in Duitsland wer-

den archeologische monumenten vernietigd, zo ook een burgter-

rein uit de negende eeuw na Christus. Nu is in de een op een

gereconstrueerde ‘Slawenburg Raddusch’ een museale presentatie

te zien over het verdwenen archeolandschap.

6 In het natuurgebied bij Plasmolen geven moderne materialen een

indruk van de omvang en hoogte van de Romeinse villa op de

Sint Jansberg.

7 Architectonische citaten moeten ons wijzen op het Romeinse ver-

leden. De klassieke orde aan de buitengevel van het stadhuis van

Heerlen is daar een voorbeeld van.

8 Een stalen plaat met gravure herinnert aan de vondst van de

loden grafkist met de stoffelijke resten van een Romeinse dame.

Moderne statussymbolen verwijzen naar haar hoge status.

ARCHEO b r i e f  

Methoden en technieken 11

van die van het oorspronkelijke object, als bescher-mingsmaatregelen of inpassing dat wenselijk maakt.

Voorbeelden hiervan zijn reconstructies van Romeinse

wachttorens aan de Duitse limes, die vaak enkele tien-

Zichtbaar maken ligt in het

 verlengde van fysiek beschermen

tallen meters van de eigenlijke vindplaats zijn ge-

bouwd. De combinatie ‘fysiek beschermen’ en ‘zicht-

baar maken’ is bij uitstek geschikt om uitvoering te ge-

ven aan het Belvedere credo ‘behoud door ontwikkeling’.

Herinneren en verwijzen

Bij ‘herinneren en verwijzen’ gaat het om ontwerpen aan

plaatsen van herinnering (lieux de mémoires, memorials of 

‘geheugenplaatsen’). Deze omgangsvorm richt zich op

het indirect visualiseren van het cultureel erfgoed, waar-

onder ook gebeurtenissen uit de recente geschiedenis

moeten worden gerekend. De relatie met het archeolo-

gisch object is vaak speculatief. Architectonische citaten

en verwijzingen worden in Nederland eigenlijk zelden7

8

>

 Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 11

Page 5: Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 5/7

ARCHEO b r i e f  

12 Methoden en technieken

toegepast. Meestal krijgt herinneren en verwijzen vormdoor beeldende kunst of (straat)naam-geving. Uit het pu-

blieksonderzoek bij het Utrechtse kunstproject roman

blijkt dat de inzet van kunst wel voldoende prikkelt en

verwondert, maar om een verhaal te vertellen, zal altijd

nog aanvullende informatie moeten worden aangeboden.

Het ontbreken van informatie kan leiden tot onbegrip en

afkeuring, zoals ook blijkt uit reacties van bewoners en

publiek bij de visualisatie van een wachttoren in LeidscheRijn en het Romeinse graf ‘Loden Lady’ in Nijmegen.

Presentatie van de inhoud

De omgangsvorm ‘presentatie van de inhoud’ doelt op

de inzet van fysieke media om ter plekke het verhaal

9

10 11

 Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 12

Page 6: Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 6/7

9 Evenementen waarbij de geschiedenis tot leven komt, staan volop

in de belangstelling. Zo ook de Slag om Grol (Groenlo) die in 2008

ruim 35.000 bezoekers in een weekend trok.

10 Bij het ‘Heidentor’ in het Archeologisch Park Carnuntum (Oosten-

+ rijk) laat een perspexplaat met lijntekening het eens zo majes-

11 tueuze bouwwerk herleven. Andere media ondersteunen het ver-

haal.

12 Infopaneel over een verdwenen kasteel in Bemmel (ontwerp

Kelvin Wilson).

ARCHEO b r i e f  

Methoden en technieken 13

ject Ontwerpen aan een Vreemd Land (2006).5 Het bleek

dat een aantal dilemma’s dikwijls voor misverstanden

en onduidelijkheden tijdens het ontwerpproces zorgde.

Daarmee waren ze ook van directe invloed op het resul-

taat, namelijk een voor alle betrokken partijen meer of 

minder geslaagd ontwerp. Door in een zo vroeg moge-

lijk stadium van het ontwerpproces nadrukkelijk aan-

dacht te besteden aan deze dilemma’s, kunnen veel

misvattingen worden weggenomen. Dat komt zowel

het proces als het ontwerp ten goede.

Kennis als basis

Cultuurhistorische kennis is van vitaal belang bij ruim-

telijke opgaven. Uitgangspunten hierbij zijn: vroegtij-

dig, integraal, gerelateerd aan de plek en aansprekend

gepresenteerd. Maar met welke kennis gaan we het

ontwerpproces in? Archeologen vinden het bijzonder

als meerdere verledens op één plek samenkomen. Het

Belvederebeleid legt ook de nadruk op het laten zien

van al die tijdlagen door middel van een nieuw ont-

werp. Kiezen voor één bepaald verleden en daarmee

andere verledens uitsluiten, is voor archeologen vaak

van de locatie aan de man te brengen. Een zeer traditi-oneel, maar nog altijd probaat middel is het informatie-

paneel. Overigens gaan dit soort panelen met de tijd

mee en hebben de afgelopen jaren een grote gedaante-

wisseling ondergaan. Deze vorm van informatievoor-

ziening blijkt op veel plekken onontbeerlijk om tekst

en uitleg te geven over wat er te zien en te beleven is.

Andere media zijn kaarten, boeken en brochures, (digi-

tale) maquettes en tijdvensters. Een informatieve publi-

catie waarin veel voorbeelden van deze omgangsvorm

staan, is Archeologie Presenteren (2003).3

Branding

‘Branding’ tot slot slaat op het toeristisch-economisch

vermarkten van het erfgoed door middel van marke-

tingplannen, toeristische arrangementen, routeontwik-

keling, evenementen (‘living history’), merchandising

et cetera. Publieksevenementen, als het Gebroeders van

Limburgfestival in Nijmegen en de Slag om Grol in

Groenlo, trekken al gauw enkele tienduizenden bezoe-

kers. Men staat dan oog in oog met een levendig gere-

construeerd verleden. Nu de digitalisering een grote

vlucht neemt, worden ook verschillende gps-routes ont-

wikkeld, waarvan het succes echter nog niet vaststaat.

 Aandachtspunten bij ontwerpen met archeologie

Het is nog steeds wachten op een breed opgezet pu-

blieksonderzoek naar de waardering van archeologi-

sche reconstructies en visualisaties. Wel hebben ver-

schillende studies al geleid tot aandachtspunten voor

een geslaagd ontwerpproces. Het is goed om hier enke-

le te noemen. Een recente studie is Levend verleden

(2008)4, waarin een reflectie wordt gegeven op de

inzet en het handelen van de cultuurhistorische sector

in Leidsche Rijn en enkele andere casussen in Neder-

land. De aandachtspunten die hier werden geformu-

leerd, kwamen ook al naar voren bij het Belvederepro-

12

>

 Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 13

Page 7: Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs

5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 7/7

ARCHEO b r i e f  

14 Methoden en technieken

moeilijk te accepteren. Voor ontwerpers zijn al deze

verschillende tijdlagen juist een complicerende factor,

die ervoor kunnen zorgen dat het ontwerp ‘vertroebeld’

raakt. Het is van groot belang dat het selecteren van

verledens vroegtijdig tijdens het ontwerpproces aan de

Kiezen voor slechts één bepaald

 verleden is vaak moeilijk te

accepteren

orde komt. Verder is het noodzakelijk een bewuste en

weloverwogen keuze te maken over het meenemen van

alle tijdlagen, een aantal of zelfs één bepaald verleden

in het ontwerp.

Bestuurlijke borging

De keuze wat precies te doen of te laten met het arche-

ologisch erfgoed is vooral een politieke keuze, en die is

weer afhankelijk van de grootte van het bestuurlijk

draagvlak. Op welke wijze archeologie zal doorwerken

in het planproces valt of staat met het vroegtijdig bor-

gen van het besluit hiertoe. Hiervoor zijn verschillende

instrumenten aan te reiken zoals een Nota van Uit-

gangspunten of een Programma van Eisen. Het ont-

werp zelf is een proces dat tot stand komt in een span-

ningsveld van personen, partijen, posities en belangen.

De belangen kunnen bijvoorbeeld van culturele, weten-

schappelijke, politieke of persoonlijke aard zijn. Het is

goed om dan te kunnen teruggrijpen op de keuzes die

eerder zijn vastgelegd.

Samen optrekken

Vroegtijdige inbreng van kennis betekent nog maar al te

vaak dat de archeoloog dan zijn taak heeft volbracht en

de ontwerper het overneemt. Verschillende projecten,

zoals Leidsche Rijn (Utrecht) en Ravense Hoek (Helle-

voetsluis), laten echter zien dat juist het samen optrek-

ken van bevlogen archeologen met in cultuurhistorie ge-

interesseerde ontwerpers tot grote successen leidt. Als

dan ook nog in een vroeg stadium de juiste keuzes wor-

den gemaakt over de locaties, omgangsvormen, inhoud

en toegepaste middelen, heb ik er vertrouwen in dat de

archeologie in Nederland een stuk beleefbaarder wordt.6

Noten1 Marrewijk, D. van, A. Haytsma, W. de Visser en J. Wychers (eds., 1998), Ruim-

telijk ontwerpen en Archeologie , Den Haag.

2 – h+n+s Landschapsarchitecten (2003), Staats-Spaanse Linies. Valorisering

van frontierland Zeeuwsch-Vlaanderen, Utrecht, studie in opdracht van

Provincie Zeeland.

– Colenbrander, B. en must (red., 2005), Limes Atlas , Rotterdam.

– Paalvast, E. en A. Vernooij (eds., 2005), De Romeinse Lijn. De limes van

Levefanum naar Laurum. Ontwerpideeën, Utrecht, uitgave van Provincie

Utrecht.

– dla+ landschapsarchitecten (2006), Via Belgica. Verleden op weg naar de 

toekomst , Groesbeek, studie in opdracht van Provincie Limburg.

– Luiten, E., M. Kocken, C. Visser, P.P. Witsen en E. Joosting Bunk (2006),

Tijdgrens. Ontwerp Masterplan Limes , Arnhem/Utrecht/Nijmegen, uitgave

door Provincie Gelderland i.s.m. Stadsregio Arnhem Nijmegen en Pro-

grammabureau de limes.

– Parklaan landschapsarchitecten (2007), Het Verhaal Verbeeld , Den Haag,

uitgave door Provincie Zuid-Holland.– m a r c erfgoed adviseurs (2008), Werkboek Cultuurhistorie Meinerswijk.

Ontwerpen aan 2000 jaar geschiedenis in het licht van toekomstige ont-

wikkelingen, Bemmel/Arnhem, studie in opdracht van de gemeente Arn-

hem.

Meer studies zijn te vinden op de websites van het Projectbureau Belvedere

en Programmabureau de limes.

3 Ginkel, E. van en A. Cruysheer (2003), Archeologie Presenteren. Ervaringen,

voorbeelden, adviezen, kosten, Amsterdam (Archeologie leidraad 2), uitgave

van het College voor de Archeologische Kwaliteit.

4 Groffen, B. en A. Posthuma (2008), Levend verleden. Een reflectie op inzet en

handelen cultuurhistorische sector in Leidsche Rijn e.a. casussen, Utrecht,

uitgave van Projectbureau Belvedere i.s.m. racm en gemeente Utrecht.

5 Heijden, P. van der, C. Matla, S. Mudde, A. Cruysheer en E. Ennen (2006),

Ontwerpen aan een Vreemd Land. Een Belvedere kennisproject over ontwer-

pen met archeologie , Amersfoort/Amsterdam (adc Heritage rapport h20).

6 Auteur Marc Kocken is directeur van m a r c erfgoed adviseurs. Daarvoor

werkte hij bij derob

(thansracm

) enadc

Heritage.

13 Plaatsaanduiding van de tijdens de oorlog verwoeste Joodse

synagoge in Kleve.

13

<

 Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 14