“Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2...

34
AFSCHEIDSCOLLEGE Prof. Dr. Hugo Vandenberghe “Recht, macht en democratie” Over de onmogelijke onverschilligheid

Transcript of “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2...

Page 1: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

AFSCHEIDSCOLLEGE

Prof. Dr. Hugo Vandenberghe

“Recht, macht en

democratie”Over de onmogelijke

onverschilligheid

Page 2: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano
Page 3: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

AFSCHEIDSCOLLEGE

Prof. Dr. Hugo Vandenberghe

Leuven, 19 oktober 2007 Instituut voor Goederen- en AansprakelijkheidsrechtKU Leuven

“Recht, macht en

democratie”Over de onmogelijke

onverschilligheid

Page 4: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

“Het vergt tijd om het verborgen watermerk

van het leven te ontdekken”1

1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13

Page 5: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano
Page 6: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

2 430 voor J.C.3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-464 zie ook Luciano Canfora, La Démocratie, Histoire d’une idéologie, 2006, ed. Seuil, Parijs, p. 22. In feite gaat het om

een “aangepaste” vertaling. De oorspronkelijke tekst luidt als volgt: “Ons politiek regime heeft als naam democratieomdat, in het bestuur, de zaken niet afhangen van een klein aantal maar van de meerderheid”.

Mijnheer de Voorzitter van de Raad van Beheer van onze Universiteit,Mijnheer de Rector,Mijnheer de Vicerector,Mijnheer de Ererector,Mijnheer de Decaan,

Mijnheer de Voorzitter van het Grondwettelijk Hof,Mijnheer de Eerste Voorzitter van het Hof van Cassatie,

Mijnheer de Minister-President,Mevrouw en Mijne Heren Ministers van de Vlaamse Regering,Mijnheer de Federale Staatssecretaris,Mevrouw de Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,Heren Ministers van Staat,Collega en Rechter in het Hof van Justitie van de Europese Unie,Mijnheer de Procureur-generaal van het Hof van Beroep van Vlaams-Brabant,Mijnheer de Voorzitter van de Provincieraad,Mijnheer de Procureur des Konings,Dames en Heren Collega’s Parlementsleden,Dames en Heren Magistraten,Dames en Heren Leden van de Bestendige Deputatie,Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen,Dames en Heren Collega’s Professoren,Dames en Heren Stafhouders en oud-stafhouders,Beste Vrienden,

1. Breed verspreid is de opvatting dat de democratie een Griekse uitvinding is.

Dit werd geïllustreerd bij de uitwerking van de preambule in deontworpen Europese Grondwet.

De preambule wordt geopend- in het Grieks!- met een citaat uit delijkrede die Thucidydes toeschrijft aan Pericles2. Hij spreekt dezeuit tijdens de Peloponnesische oorlog3 ter nagedachtenis van deAtheners gestorven in het eerste jaar van deze veldslag.

“Onze Grondwet wordt democratie genoemd omdat de macht in dehanden ligt niet van een minderheid, maar van het grootste aantal”.4

1

Page 7: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

De democratie heeft zich gevormd in Athene en werd dan verder -tijdelijk- uitgebreid in de andere Griekse Staten en buitenGriekenland op het einde van de 6de en het begin van de 5de eeuwvoor Christus.

Het begrip komt voor het eerst voor bij Herodotos5.

Het gaat om een vorm van directe democratie waar de Atheense bur-gers in een Algemene Vergadering, 40 maal per jaar, beraadslagenen stemmen. Het algemeen karakter van de participatie moet welsterk gerelativeerd worden. Burgers zijn enkel volwassen mannen,zonen van een Atheense vader en moeder, en vrij van geboorte, dit iseen verhouding van één tot vier op de schaal vrije mannen/slaven.Vrouwen, vreemdelingen en slaven waren dus uitgesloten.

En alhoewel democratie en vrijheid met elkaar conceptueel wor-den verbonden, is er van scheiding der machten nog geen sprake.

Maar wanneer Athene het democratisch regime waarin het leeftlooft, is het veeleer een ideaal dat wordt beschreven dan een sociologische werkelijkheid.

Democratische waarden, de grote beginselen, waarvan de reedsgeciteerde lijkrede van Pericles een sprekend voorbeeld is, staanop de voorgrond.

Pericles geeft geen enkele technische beschrijving van de concre-te werking van een democratisch regime maar roept een aantrek-kelijk beeld op van een bepaalde verheffende levenswijze6.

Het gaat over de vrijheid en de wet die de grondslag uitmaakt vandie vrijheid.

De wet vervangt het arbitraire. De zwakken en de armen kunnenzich laten gelden hetzij in een proces hetzij door de vrees dat de

5 Herodotos, Geschiedenis, 80; Jacqueline de Romilly, Actualité de la Démocratie Athénienne, ed. Bourin, Parijs, 2006, p. 106 J. de Romilly, l.c. p. 16

2

Page 8: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

7 J. de Romilly, l.c. p. 16 Sofocles, Antigone, 442 v. J.C.

8 Zie: Stefan Sottiaux, “Democratie en Grondrechten. De inhoudelijke en procedurele democratiemodellen van Duvorkinen Habermas”, in Recht en Democratie, Maurice Adams en Patricia Popelier (red.), Intersentia, Antwerpen- New York-Oxford, 2004, p. 39 e.v. J. de Romilly, l.c. p. 21

9 J. de Romilly, l.c. p. 21

machtigen, op een dag, in een dergelijk proces ter verantwoordingkunnen geroepen worden. De uitoefening van de politieke machtwordt dus ook gekoppeld aan juridische procedures om de demo-cratische rechten te effectueren.

De wet moet de kleine man beschermen tegen het “esta-blishment”.

De Grieken neigen naar een benadering van het politieke leven dieeen algemene en universele vorm aanneemt en de steeds veran-derende actualiteit moet overstijgen.

Ze gaan er van uit dat juist door het formuleren van universeleideeën en waarden, deze toegepast kunnen worden op andere culturen, op andere mensen en in een andere tijd.

Neem het voorbeeld van Antigone van Sofocles7.

Het stelt het probleem van de keuze tussen het volgen van destaatsnorm of de Griekse goddelijke wetten en hoe een conflict tussen beiden moet worden opgelost.

Het is het probleem dat zich altijd heeft gesteld en kan stellen tus-sen het navolgen van de formele wet en de beginselen eigen aande rechtsstaat zoals bv in nazi–Duitsland dramatisch werd aange-toond. De vraagstelling duidt tevens aan dat aan de rechtsstaatgeen louter formele of procedurele definitie kan gegeven worden8.

Degelijke begripsmatige universele benadering wordt dan gesteldtegenover de demagogie, nog een Grieks woord met zeer groteactuele populariteit9.

3

Page 9: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Het is een natuurlijk gebrek van het volk, schrijft Thucidydes, dathet zich gemakkelijk in zijn keuzes laat leiden door zijn verlangensen zijn passies veeleer dan door de rede.

Een demagoog bevleit het volk, verleidt het volk niet met het oog ophet algemeen welzijn maar met het oog op het bekomen van popu-lariteit, van politieke steun zonder breed perspectief.

Het is immers gemakkelijk het volk te overtuigen door het aan tezetten tot woede of het verspreiden van ontmoediging, kortomwees onvoorzichtig, stem voor mij.

2. De Griekse democratie was een politiek groot laboratorium vaneen antieke politieke beschaving met een zeer omvangrijkegeschreven erfenis van redevoeringen, filosofische uiteenzettingenen historische beschrijvingen van gedateerde conflicten midden desociale structuur die toen bestond.

Maar meteen worden door het publieke debat theoretische model-len en concepten ontwikkeld die leiden tot een kleurrijke bloem-lezing van een politieke cultuur die streeft naar een algemeeninzicht en de concrete contingente en particuliere betekenis van detijdelijkheid verlaat.

Het was dan ook niet te verwonderen dat de Franse revolutie, dieafstand nam van een feodaliteit die steunde op het zogenaamde“goddelijk recht”, terugviel op dit politieke model.

Het was immers het enig aansprekende voorbeeld, met een derge-lijke ideologische, emotionele en anekdotische bagage, dat in staatwas het historisch ogenblik te overstijgen en geschiedenis teschrijven. Het was nuttig voor het uitwerken van algemene begin-selen zoals vrijheid en gelijkheid.

Deze waren in de Griekse politieke cultuur geformaliseerd en inconcepten uitgedrukt10.

10 L. Canfora , l.c. p. 91-92

4

Page 10: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

3. Dit is één van de redenen, naast andere, die verklaren waarom dedemocratische revoluties in Engeland en de Verenigde Staten zoverschillend zijn geweest van de Franse revolutie.

Indien de Engelse revolutie en deze van de Verenigde Staten in allerust de slavernij ongemoeid lieten, stelde de Franse revolutie vastdat het begrip mensenrechten onverzoenbaar was met een prak-tijk die deze rechten afhankelijk maakt van afstamming, stand ofgelaatskleur.

Een bepaalde hervormingsgezinde lezing van de Bijbel was eenbelangrijke inspiratiebron voor de Angelsaksische revoluties, deFranse revolutie daarentegen ging naar de Oudheid terug, naar deconcepten die waren bedacht door de Grieken en later de Romeinenom perspectief en greep te krijgen op vrijheid en gelijkheid.

Waarom hebben de rechtenverklaringen bij de Angelsaksischerevoluties geen aanleiding gegeven tot een visie en een politiekepraktijk die de slavernij in vraag stelde, terwijl dit bij de Franserevolutie wel het geval was?

Waarom vonden de oprechte strijders voor rechten en vrijheden hetnormaal om de realiteit van de slavernij in hun kolonies, of zelfsonder hun eigen dak, zoals in de Verenigde Staten, te verantwoorden?

Het antwoord op deze vraag is ongetwijfeld in belangrijke matedoor economische overwegingen te verklaren.

De economische en sociale voordelen die uit de slavernij werdengeput hadden een dergelijk belang dat zij de consequente toepas-sing van de algemene beginselen verhinderden.

Ook een bepaalde Bijbellezing van de hervorming, die stelde dat eenwereldvisie vanuit de Bijbel niet betekende dat de vrijheid voor ieder-een nu en hier zichtbaar en tastbaar diende uitgedrukt te worden, liethaar invloed gelden. Dit is een politiek programma voor de hemel.

5

Page 11: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

En wanneer sommige jezuïeten dit standpunt bestreden was hetgebruik van het woord “papist” voldoende om deze argumentatie tenegeren. Het onderscheid tussen de geloofwaardigheid van hetpauselijk gezag in godsdienstzaken en maatschappelijk engage-ment voor iedere mens wordt gemakkelijkheidshalve ter zijdegeschoven.

Tussen haakjes Winston Churchill had daar ook, zoals voor alles,een eigen programma voor.

Op de vraag wat hij, de politieke rusteloze bij uitstek, in de eeuwig-heid zou verrichten antwoordde hij: “Wanneer ik naar de hemel ga,zal ik een belangrijk deel van mijn eerste miljoen jaren bestedenaan schilderen om zo tot de kern van de zaak te komen”.

4. Maar Engeland kan er zich terecht op beroepen dat het, veel vroeger dan in Frankrijk, een moderne visie op de democratie hadontwikkeld.

Het “Akkoord van het Volk”, gepubliceerd in Londen op 1 mei 1649vormt het eerste democratische manifest.

Burgerlijke en religieuze vrijheden moeten gewaarborgd worden,de jury wordt ingesteld, algemeen stemrecht, beperking van geko-zen mandaten, onderwerping van de militaire macht aan de politie-ke, toegang van allen tot de publieke functies, komen er in voor.

Alle revoluties van de 17de en 18de eeuw zullen zich op deze tekstrichten11.

En de Franse revolutie is bijzonder schatplichtig aan deOnafhankelijkheidsverklaring12 en de Federale Constitutie13 van deVerenigde Staten14.

11 Pierre Rosanvallon, La contre-démocratie, ed. Seuil, Parijs, 2006, p. 119, L. Canfora, l.c., p. 72 e.v..12 177613 178814 L. Canfora, l.c., p.75

6

Page 12: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

15 Machiavelli, Le prince. De principatibus, tweetalige uitgave, door Giorgio Inglese, P.U.F., 2000; zie ook, in het alge-meen; P.U.F., 2003; Thierry Ménissier en Yves Charles Zarka, Machiavel, le Prince ou le nouvel art politique, P.U.F.,2001; Edouard Balladur, Machiavel en démocratie, Fayard, Parijs, 2006; Robert Damieu, Le conseiller du Prince, en Justus Lipsius, Politica, J. Moretus, Antwerpen, 1604. Voor Lipsius getuigde het werk van Machiavelli van grootpolitiek inzicht maar was het ethisch onaanvaardbaar.

En in tegenstelling tot de politieke geschiedenis van de Franseinstellingen, die veeleer met revoluties vooruitgaat, kende deAngelsaksische wereld een evolutie die langzaam maar zeker diediverse paradoxen en tegenstellingen tussen het democratischideaal en de werkelijkheid zou opheffen.

5. Men kan ook vanuit een andere invalshoek de politieke machtsuit-oefening beschrijven. Dan kijkt men naar de wereld en de mensenzoals ze zijn en niet zoals ze moeten zijn. In dit perspectief, zoalsMachiavelli het uitdrukt, heiligt de machtsuitoefening alle middelenen het komt erop aan deze middelen zo goed mogelijk te kennenom zijn doel te bereiken15.

Voor Machiavelli heeft de moraal dit gemeen met de religie dat zeniets te maken heeft met politiek. De mens moet niet herleid wor-den tot het “politieke dier” van Aristoteles en is evenmin bewogendoor de categorische imperatief van Kant. Hij is enkel gedrevendoor de macht die hij nastreeft of er door getormenteerd, wanneerhij die ondergaat.

Men moet dus blijk geven van heroïsme in de politiek want dekeuze is éénduidig. Ofwel handhaaft men met alle middelen zijnmachtspositie ofwel vernietigt men deze van zijn vijanden.

In wezen neemt Machiavelli in “Il Principe” een amorele positie indoor in een wetenschappelijke posering het leven van de staat tebeschrijven.

Hij beweert de burgers en de politici beter te kennen dan het begripdat deze van zichzelf hebben. Men moet zich daarover trouwens weinig morele zorgen maken want de Kerk, zijn tegenstrever, of inieder geval deze van de Prins, bereikt dezelfde graad van amoraliteit.

7

Page 13: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Machiavelli heeft ongetwijfeld binnen en buiten de politiek veleaanhangers en hij blijft actueel.

Getuige daarvan is dat werken van enige van zijn min of meeromfloerste discipelen zoals “Le Bréviaire des Politiciens” vanKardinaal Mazarin16 17 of de verzamelde werken van de Spaansejezuïet Baltasar Garcian18 recent opnieuw werden uitgegeven.

In de spetterende inleiding op het “brevier” van Mazarin schrijftUmberto Eco dat de Kardinaal ons een schitterend beeld geeft vande machtsverwerving door een zo zuiver en eenvoudig mogelijkemanipulatie van de consensus.

Het komt erop aan om te behagen niet enkel aan onze meester19,niet enkel aan onze vrienden maar zelfs aan onze vijanden, diemen moet loven, omringen, overtuigen van onze goedwilligheid en onze goede trouw, zodat ze ervan sterven, terwijl ze ons nogzegenen20.

En, zegt Eco, het boek is bijzonder actueel. Wanneer U de maximenvan Mazarin leest, krijgt U een robotportret voor dagelijks gebruik.

Op iedere bladzijde zal U zeggen: “Maar ik ken die man”. Ik hebhem gezien op televisie of in mijn onderneming, ik durf niet zeggenaan onze rechtsfaculteit.

Een typische Mazarinade trouwens is de bekende uitspraak vanAndreatti, dat de macht enkel deze verslijt die ze niet heeft21.

In deze benadering is het politiek en juridisch kader, laat staan universele waarden, voor de maatschappelijke actie irrelevant. Hetzijn de individuele vaardigheden zoals list, vermomming, vleierij,

16 1602-166117 Mazarin, Bréviaire des Politiciens, ed. Arléa, 1996 ; zie ook : Simone Bertière, Mazarin, ed. de Fallois, Parijs, 2007. 18 1601-1658, Baltasar Garcien, Traité Politiques, Esthétiques, Ethiques, ed. Seuil, Parijs, 200519 fundamenteel axioma20 Mazarin, l.c. p.1021 Mazarin, l.c., p.12

8

Page 14: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

22 1805-185923 Alexis de Tocqueville, Democratie: Wezen en oorsprong, Agora, Pelckmans; zie ook: Gilles de Robien, Alexis de

Tocqueville, ed. Flammarion, 2000; zie ook: Simone Bertière, Mazarin, ed. de Fallois, Parijs, 2007. 24 “égalité des conditions”25 “société civile”

corruptie, zelfkennis, generositeit wanneer het opbrengt, diebeslissen over het lot van het politieke leven.

Zoals Mazarin het in zijn inleiding schrijft: enkel het toeval bepaalthet menselijk handelen.

In deze opvatting is er geen plaats voor rechtsbesef en iedereenklampt zich vast aan de feitelijke macht als enige geldende wet ende beslissende garantie voor de toekomst, om de Tocqueville teparafraseren.

6. Alexis de Tocqueville22 in “Over de democratie in Amerika” hadinderdaad een veel hooggestemder opvatting van deze staats-vorm23.

Als politieke filosoof heeft hij een aantal wezenstrekken van demoderne mens en moderne samenleving geanalyseerd en bekriti-seerd.

In zijn onvolprezen inleiding tot deel I zet hij zijn voornaamsteideeën uiteen. Naast het algemeen stemrecht verstaat hij dedemocratie veelmeer als een rechtsstaat en een samenlevingwaarvan het voornaamste kenmerk in het streven naar de socialegelijkheid bestaat24. Dit gelijkheidsstreven geeft een bepaalde rich-ting aan de politieke burgerzin en aan de wetgeving. Maar zij heeftniet minder vat op de samenleving25, zij creëert opinies, gevoelens,doet gewoonten ontstaan en verandert alles wat zij niet produceert.

Maar wanneer men de democratie overlaat aan haar “wildeinstincten” kan het democratisch despotisme ontstaan. De oorzaakvan dergelijke ontwikkeling is het overdreven individualisme en inzijn kielzog het materialisme, waardoor de democratische “espritpublic” uit de samenleving verdwijnt.

9

Page 15: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Wanneer de enige zorg erin bestaat rijk te worden, zien de burgersde nauwe band niet meer die bestaat tussen het persoonlijk fortuinen de voorspoed van allen …

“De uitoefening van hun politieke plichten komt hun voor als eenhinderlijke tijdsverspilling, die hen afhoudt van hun arbeid”.Politieke werkzaamheden “zijn spelletjes voor nietsnutten en nietgepast voor ernstige mensen die bezig zijn met de serieuze zakenvan het leven”26, beweert de Tocqueville.

Wanneer de democratische sensibiliteit verzwakt kan zelfs een grootvolk ten prooi vallen aan een onbeduidende, ondermaatse troep27.

De laatste zin van zijn inleiding staat dan ook op zijn plaats. “Ik hebme niet bezig gehouden met de dag van morgen, maar met de toekomst”.

7. Maar, nog steeds volgens de Tocqueville, was het relativismegeroepen om de ideologie te worden van de moderne samenleving.

Een belangrijk deel van de humane en filosofische wetenschappenlijkt dit vandaag te bevestigen.

Dat werkt ongetwijfeld een meer cynische visie op het politiekeleven in de hand, devalueert de rationele kennis en bevordert deterugkeer van het irrationele, wat tot een diffuus pessimisme aanleiding kan geven.

Iedere tijdsperiode heeft haar favoriete ideologieën.

In de 19de eeuw het historisme dat de basis was voor de seculierereligies van de 20ste eeuw zoals het nationaal-socialisme en hetcommunisme.

26 A. de Tocqueville, l.c., p. 16927 A. de Tocqueville, l.c., p. 171

10

Page 16: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

28 Francis Fukuyama, Le grand bouleversement, La Table Ronde, Parijs, 2003, p. 209.29 Raymond Bourdon, Renouveler la démocratie. Eloge du sens commum, ed. Odile Jacob, Parijs, 2006, p. 21-2230 F. Fukuyama, l.c., p. 209

Het ene ziet de ontwikkelingen van de geschiedenis in de biologi-sche evolutie van een volk, het andere in de historische wetmatig-heid van de klassenstrijd. Vanuit juridisch en moreel oogpunt heeftde politieke macht nooit een wreedaardiger vorm aangenomen dantussen 1914 en 198928.

Om een eenvoudige reden is een ideologie als seculiere religie veelkwetsbaarder dan de godsdienst.

Daar ze de transcendentie verwerpt, onderwerpt ze zich door deaard der dingen aan het oordeel van de realiteit.

Op de een of andere dag wordt het duidelijk dat de hemel niet opaarde is te vinden29.

Het is onbetwistbaar dat in de 20e eeuw het relativisme dat voort-bouwt op Marx, Nietzsche en Freud, de toon heeft gezet.

Tolerantie heeft zich langzaam maar zeker gemuteerd in het geloofdat er in beginsel geen enkel rationele basis aanwezig zou zijn omethische oordelen uit te werken30.

Illustrerend daarvoor is de opvatting dat elke interpretatie van dewereld of elke theorie, welke ook het voorwerp ervan moge zijn,een gedachteconstructie is, dus ook het recht.

Daar er altijd andere interpretaties en andere constructies moge-lijk zijn, is de taak van de kritische geest eenvoudig, hij moetdeconstrueren.

Het komt er op aan de zinledigheid van de zin te bewijzen.

Vanuit dit perspectief is het idee van universele waarden of ideeënen dus een mensenrechtenverklaring een constructie.

11

Page 17: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Voor Samuel Huntington bijvoorbeeld zijn de westerse waardengeen universele waarden, waarmede hij de opvatting van deChinese communistische partij volgt, volgens dewelke de inhoudvan mensenrechten onvermijdelijk cultureel variabel moeten inge-vuld worden.

Voor de Chinezen zijn de mensenrechten rechten van materiëleaard zoals het recht om zich te voeden en zich te kleden, terwijl dewesterse cultuur de voorkeur zou hebben voor abstracte rechtenzoals de vrije meningsuiting, de vrijheid van godsdienst of de vrijheid van vereniging.

In die opvatting is polygamie enkel strijdig met het westersegewoonterecht31.

De bekende filosoof en socioloog Jürgen Habermas heeft afstandgenomen van het moderne relativisme, dat hij een postmodernis-tische opvatting noemt. Hij blijft trouw aan de pertinentie van hetbegrip waarheid en objectiviteit maar die kunnen enkel gevondenworden door het zoeken naar de meerderheidsopvatting die deconsultatie van de burgers onderstelt in ideale voorwaarden vantransparantie32.

Deze theorie van de pure en perfecte communicatie, gericht op hetbereiken van algemene overeenstemming, vertrekt van het impli-ciete beginsel dat de opinie de bron van waar en onwaar is en datalle opinies een waarde hebben33.

Ook Hannah Arendt34 heeft het idee ontwikkeld dat politiek hande-len voornamelijk moet steunen op “openbare communicatie”35.

Op de markt van de hedendaagse ideeën is er derhalve een veel-voud van theorieën en opvattingen aan te treffen die twee grote

31 R. Bourdon, l.c., p. 2532 Theorie van het communicatieve handelen33 Zie daarover: Maurice Adams, “De verbeelding van de politieke democratie door het recht”, in Recht en Democratie,

Maurice Adams en Patricia Popelier, (red.), Intersentia, Antwerpen-New York-Oxford, 2004, pp. 12-1834 1906-197535 Hans-Martin Schönherr-Mann, Hannah Arendt, ed. C. H. Beck, München, 2006, p. 117 e.v.

12

Page 18: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

36 R. Bourdon, l.c.,p. 29

gemeenschappelijke kenmerken hebben, namelijk de begrippenwaarheid en objectiviteit als een illusie te beschrijven en vooral dediepe irrationaliteit van de mens te onderlijnen36.

Dit heeft ook invloed op de politieke instellingen.

In relativistisch opzicht is de politieke actie minder gericht op hetalgemeen welzijn, begrip dat moet gedeconstrueerd worden, maarze beoogt passies en belangen te dienen. Daar is de emocratie.Het politieke leven heeft twee motoren, waardegerichte ideeën enpassies. Vandaag halen de passies het van de ideeën. In een periode van lage ideologische of doctrinale spankracht staat depsychologisering van het politiek leven vooraan.

Het is een geliefkoosd thema voor de media die het graag uitver-groten.

Het gaat dus om de belangen en gevoelens van de kiezer en debelangen en ambities van de politicus.

Daardoor wordt een politieke actie in belangrijke mate –zo niet uit-sluitend- beïnvloed door utilitaire beschouwingen.

In dit perspectief komt Machiavelli terug. Het komt er op aan omde kiezer te verleiden eerder dan hem te overtuigen. Men moetniet enkel verwijzen naar zijn verwezenlijking of programma maarvooral naar zijn imago. De perceptie is beslissend. De rationelekiezer zou buitenspel staan.

Nochtans op middellange termijn is het gezag van een politicusniet zozeer gesteund op zijn imago. Zijn bekwaamheid doelstellin-gen na te streven en te bereiken die door het publiek worden aan-gevoeld als conform aan het algemeen belang is beslissend.

Of de publieke opinie even relativistisch is als de theorieën het willen laten uitschijnen is immers veel minder zeker.

13

Page 19: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Onderzoek, bevestigd door meerdere recente verkiezingsuitslagenin West-Europa, toont aan dat het waardendiscours terug is. Dat desamenleving, hoe individualiserend ook, geen voorkeur geeft aanhet arbitraire en het onverschillige.

Trouwens bij de jonge generaties leeft het gevoelen dat de politiekeen rationele basis verdient en het niet kan volstaan met de verwij-zing naar de traditie of naar gezagsargumenten.

De redelijke keuzes kunnen het kiezerskorps dus overtuigen.

8. Max Weber nodigt ons uit om de geschiedenis van de politiekeinstellingen en van het Recht te zien als een realisering van een diffuus “programma” gericht op de bescherming van de menselijkewaardigheid, het kernbegrip van alles, en de vitale belangen vanons allen.

Max Weber verzet zich tegen een absolute relativering omdat dezede elementaire intellectuele eerlijkheid van het leven ontwijkt.

Dit gebeurt wanneer men niet de moed heeft om zich te situerenten aanzien van de beslissende levenskeuzes.

De menselijke waardigheid is een fundamenteel beleidsprincipedat men niet kan bewijzen want per definitie is een principe nietbewijsbaar.

Anders is het geen principe.

Maar dat is geen reden om zich terug te plooien op een gemakke-lijk relativisme.

Men moet zich enkel bewust zijn van het programmatisch karaktervan het principe.

14

Page 20: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

37 R. Bourdon, l.c.,p. 176

En dit programma, is onderworpen aan een historisch proces vandiffuse rationalisering en dus aan historische selectie. Door dithistorisch proces van rationele consequentie wordt bijvoorbeeldhet idee van slavernij vandaag algemeen verworpen37.

De rationalisering leidt tot een maatschappelijk debat dat uiteindelijkrationele argumenten aanbrengt om het programma te realiseren.

Zo zullen begrippen als “Habeas Corpus”, de vrije meningsuiting ofde vrijheid van vereniging de juridische instrumenten creëren diede individuele rechten van ieder preciseren, waarborgen en eendynamisch effect op andere rechten ontwikkelen. De interpretatie-methode van het Europese Hof Mensenrechten is daar een voor-beeld van. De dynamiek in de interpretatie van het ene artikelspringt over op een ander artikel dat ontwaakt.

Het proces van rationalisering beheerst in feite de politieke theorieen de rechtswetenschap.

Het beginsel van de scheiding der machten, hoe verschillend inge-vuld ook, is vandaag verworven.

Niet zonder moeite en de geschiedenis der realisering ervan is nietbeëindigd en zal het nooit zijn.

Maar het idee zelf is onherroepelijk gevestigd.

Zoals positief-wetenschappelijke ideeën onderging het een rationele selectie.

De scheiding der machten is behouden omdat het aan de politiekemacht toelaat dat deze meer efficiënt wordt uitgeoefend, meerwaarborgen biedt voor de burger tegen machtsmisbruik en demachtsuitoefening dus meer aanvaardbaar maakt.

15

Page 21: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Onherroepelijk is ook de gedachte dat een tegenmacht noodzake-lijk is in een democratische samenleving.

Die tegenmacht beperkt zich trouwens niet tot de klassieke vorm-geving, zoals het algemeen stemrecht, het Parlement en de rechts-staat, maar vertaalt zich in allerlei initiatieven en bewegingen in denieuwe permanente bewakende en protesterende samenlevingzelf, een vorm van tegen-democratie38.

In een historisch proces werden de democratische conceptenonherroepelijk geselecteerd omdat het overduidelijk is dat zij depolitieke en sociale conflicten kanaliseren en verzachten, hetpublieke geweld verminderen, de rechten van de burgers effectise-ren, de productie van de welvaart verzekeren en aldus een hogerelevensstandaard verwezenlijken.

De historische vorming en de selectie van politieke en juridischeideeën gebeurt dus niet op een fundamenteel verschillende wijzevergeleken met de wetenschappelijke stellingen39.

Een ander voorbeeld: de doodstraf.

Ze werd reeds afgeschaft in gans Europa, niettegenstaande depublieke opinie steeds weer met bijzondere wreedaardige misda-den wordt geconfronteerd.

Dat ze bestaat in een aantal deelstaten in de Verenigde Statenwordt in Europa algemeen als een vlek op de Amerikaanse demo-cratie beschouwd. De recente rechtspraak van het Supreme Courten enkele rechtbanken in deelstaten is daar trouwens niet langerongevoelig voor40. Sedert 2000 is het aantal executies met eenderde verminderd.

Het fenomeen van universaliteit en onherroepelijkheid zet zich hierlangzamerhand door.

38 Pierre Rosanvallou, l.c., pp. 19-2439 R. Bourdon, l.c. p. 17940 Arrest van het U.S. Supreme Court van 25 september 2007 in de zaken Ralph Baze en Thomas Clyde Bowling. Zie ook

de rechtspraak in Tennessee, Alabama en Texas.

16

Page 22: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Het steunt op overtuigende argumenten dat de doodstraf geengoede oplossing is.

Ze is immers onherstelbaar bij een rechterlijke dwaling, ze iswreedaardig en of ze preventief afschrikkend werkt, is niet zeker.In de V.S. werd dankzij DNA-testen over de periode van de laatstetien jaar vastgesteld dat 208 ter dood veroordeelden onschuldigwaren.

Zelfs wanneer de publieke opinie, geconfronteerd met uitersteonmenselijkheid, in opiniepeilingen de wens tot de herinvoeringvan de doodstraf uitdrukt, geeft de meerderheid van politici daargeen gevolg aan.

De afschaffing van de doodstraf steunt immers op sterke redelijkeargumenten waarvan men uit democratisch oogpunt niet kanafstappen.

Men begrijpt dan ook dat in China of in Iran de doodstraf in debreedte wordt gebruikt omdat zij democratische beginselen nietrespecteren.

Voor hun leiders is het referentiepunt van het politiek systeem nietde burger maar het systeem op zichzelf.

9. Het mechanisme van de diffuse rationalisering van het recht, infunctie van het ontwikkelend inzicht in de menselijke waardigheid,verklaart wel waarom de rechten de neiging hebben steeds verderuit te deinen. Enige beheersing is echter ook een vorm van rationa-lisering. Te veel wetten doden het recht.

De mensenrechten worden vandaag ingevuld in verschillendegeneraties en allerlei nieuwe rechten worden daarin gelezen,inclusief het recht op recht en het recht op luiheid.

Verlangens en passies zijn nog geen rechten.

17

Page 23: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Wel is een discussie daarover onvermijdelijk omdat de juridischebeginselen van nature vaag zijn. Dit is hun sterkte. Een opendemocratie vergt een open rechtssysteem41.

De draagwijdte ervan wordt onvermijdelijk gepreciseerd in de toepassing van het recht.

De werkelijkheid is zo verscheiden en complex dat te concrete wetgeving ze niet kan vatten.

Het programma van de positieve wetenschap, namelijk hetbeschrijven van de werkelijkheid zoals deze bestaat, is trouwensniet minder vaag dan een rechtssysteem dat de menselijke waar-digheid beoogt.

Het is de essentie zelf van een regulerend idee dat deze partieelonbepaald is en juist in de uitvoering bepaalbaar wordt.

Zoals de Tocqueville en Weber aantonen is het onbetwistbaar datrechtsbegrippen een onmisbare rationaliteit geven aan onzesamenleving die ons de lezing van de gebeurtenissen toelaat en erzin aan geeft, die het lawaai en de furie van de geschiedenis overstijgt.

Het verhaal van het respect voor de mensenrechten in de bloedige20ste eeuw is niet opwekkend. Ook deze geschiedenis kent eencyclisch verloop. Maar ze hebben het gehaald.

Maar het doorzetten van deze politiek-juridische beginselen in eenvorm van evolutieleer betekent niet dat de invulling daarvan in allevormen van samenleving en culturen identiek is.

De rechterlijke macht is in Frankrijk niet georganiseerd zoals inBelgië of in Duitsland.

41 Zie ondermeer Claude Lefort, Het democratisch tekort, uitg. Boom, Meppel/Amsterdam, 1992.

18

Page 24: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

De opvatting van de strafprocedure in het Verenigd Koninkrijk isanders dan in Frankrijk of Duitsland.

En indien de westerse samenleving het beginsel heeft aanvaardvan de scheiding tussen Kerk en Staat, eveneens naar onze opvattingen onherroepelijk, kan de concrete organisatie van hetbeginsel meerdere vormen aannemen.

De Franse laïciteit verschilt grondig van de Duitse houding die in debreedte het maatschappelijke middenveld veel positiever benadert.

10. Als U er van uitgaat dat er universele waarden en rechtsbegrippenbestaan die zich aan iedereen opdringen, stelt zich de vraag hoedat politiek vertaald moet worden. De politiek presenteert zichimmers steeds meer als een zakelijk bedrijf dat concrete proble-men moet oplossen, wanneer ze zich stellen.

De politicus is meer een manager waarvan het ultieme bewijswordt geleverd door een gebrek aan redenaarstalent.

Een politieke redenaar is per definitie immers een mooiprater.

Om die vraag te situeren, neem ik opnieuw het voorbeeld vanAntigone.

Niemand van U betwist dat Antigone gelijk had om haar broer tebegraven, geen gevolg te geven aan de staatsraison en dat Creonzich hatelijk had gedragen, niet enkel door zijn wreedheid, maarook door de miskenning van een universele waarde, het respectvoor de dode.

Maar waarin onderscheiden we ons van de toenmalige Thebaansetoeschouwer die Creon toejuicht?

We beleven Antigone als onpartijdige toeschouwers terwijl deThebanen kijken als partijdige acteurs.

19

Page 25: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Voor hen staat het politieke lot van Thebe voorop en de bedreigin-gen waarmee hun stadstaat wordt geconfronteerd.

Deze gedachte gaat voorbij aan de onze.

De kracht van een universele waarde wordt door het Antigone-voorbeeld duidelijk geïllustreerd.

Ze ontluikt bij de onpartijdige toeschouwer die tot een oordeelwordt uitgenodigd en de kracht van het oordeel put uit zijn belan-geloosheid.

Na de Tweede Wereldoorlog waren deze universele waarden zeerlevendig, want men had het bestaan ervan opnieuw ontdekt doorde ervaring van het absolute kwaad. In de politiek bestaat hetabsolute kwaad, niet het absolute goede.

De crisis van de democratie in het interbellum van de 20ste eeuwwerd in grote mate veroorzaakt, naast haar deficiënte werking,doordat de politieke macht niet aan de ultieme toets van de grond-rechten door een onafhankelijke rechtsmacht werd onderworpen.

De staatssoevereiniteit, binnen een formeel wettelijk kader maarbuiten het recht, creëerde een gesloten loden wereld waarin lang-zaam elk democratisch licht werd uitgedoofd.

Democratische waarden kunnen zich maar onherroepelijk vesti-gen door de kracht van een rechtsstaat.

Revolutionair was derhalve de gedachte dat de soevereiniteit vande Staten onderworpen is aan Mensenrechtenverklaringen, en nietaan zondagstoespraken.

De Europese Mensenrechtenverklaring, en vooral de inrichting vanhet Europees Hof Mensenrechten, die deze rechten effectief konafdwingen, beheersen het juridische leven van de tweede helft vande 20ste eeuw.

20

Page 26: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

42 Hugo Vandenberghe, “Une Constitution avec des Droits et des Libertés”, R.B. Droit Constitutionnel, 2006.

De burger, welk ook zijn nationaliteit is, kan een Staat inStraatsburg aanklagen.

Wanneer het rationele rechtssysteem zou falen, is nog altijd eenultiem beroep op Straatsburg mogelijk.

Dat de Belgische rechtspraak, zo dikwijls onder vuur genomen,zeer snel de directe werking van de Mensenrechten, in de internerechtsorde tegenover de overheid en zelfs tussen de burgersonderling, waarvoor ze niet onmiddellijk waren geformuleerd,heeft erkend, veel vroeger dan alle grote Europese Naties, is haaradelbrief.

Justitie heeft, zoals iedereen, vergissingen begaan maar de inge-slagen ultieme richting was de juiste.

Zoals de Belgische Grondwet van 1831, midden het hernieuwd feodaal concert opgelegd door het Congres van Wenen, met eenfundamentele vrijhedenverklaring de juiste historische toon heeftgezet42.

Dat dit tot de oprichting van een Grondwettelijk Hof moet leidenvolgt uit de wetmatigheid van de juridische coherentie.

Dezelfde stroming heeft ook geleid tot de ontwikkeling van hetinternationaal strafrecht en het actief interventierecht van de inter-nationale gemeenschap, waar ook ter wereld, wanneer het respectvoor de menselijke waardigheid verdwijnt.

Dit betekent meteen dat het politieke leven aandacht moet beste-den aan dit algemeen waardendebat omdat ook de onpartijdigetoeschouwer een positie kan innemen buiten de utilitaire stand-punten.

21

Page 27: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

11. Hier komt het belang van het parlementaire debat naar voren.

Het is in het Parlement dat er ruimte moet zijn voor een benade-ring die de onmiddellijke nuttigheid of efficiëntie van de politiekemaatregel overstijgt en de vraag en het antwoord in een brederperspectief kunnen situeren. Dit is trouwens de zin van elk twee-kamerstelsel.

Twee Kamers vormen een grotere democratische waarborg danéén, daargelaten dat elke federatie werkt met een tweekamerstel-sel. Federalisme is trouwens gericht, door de subsidiariteit, opmeer participatie43.

Het parlementaire debat moet een vormende bijdrage leveren in derationalisatie van de waarden die de levendigheid van een demo-cratie verzekeren. En de burger wakker maakt voor problemenwaarvoor hij niet wakker ligt.

Natuurlijk bestaat de opinie-democratie, die vooral in een eersteKamer leeft.

Natuurlijk zetten de media-ontwikkelingen aan om het dagelijkseincident uit te vergroten, en op te roepen tot actie, trouwens eendankbare rol voor de oppositie. Maar dit zijn uiteindelijk dagkoer-sen in de incidenten-democratie.

Maar de permanente waan van de dag vervalt tot stof wanneer eenbredere situering ontbreekt.

Een loutere utilitaire of pragmatische benadering van juridische enpolitieke problemen verzwakt de democratische sensibiliteit.

Niet alleen aan de mode maar ook aan de democratie moet telkensopnieuw kleur worden gegeven.

De democratische vlam moet altijd weer worden aangewakkerd.

43 Mikkail Filippou, Peter C. Ordeshook, Olga Skvetsova, Designing Federalism, Cambridge, University Press, 2003.

22

Page 28: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

“Time” van april 2006 publiceert een lang artikel van Joe Klein, zijncolumnist, over de bedenkelijke toestand van de democratie in deVerenigde Staten.

Een deel van de diagnose is dat de verdwijning van een zekerevorm van politieke welsprekendheid en de ontwikkeling van detelevisie de politieke malaise in de hand werkt.

Politieke toespraken worden nu geschreven door zogenaamdeexperten in communicatie, vooral gedreven door tactischebeschouwingen.

De enige die zich daar niet aan hield was president Ronald Reagan,die nu en dan het omgekeerde zei van wat de experten haddenvoorbereid.

Hij begreep hen wellicht niet. Hij begreep wel intuïtief het publiekzodat hij zijn hart liet spreken, dat overtuigde.

12. Wanneer in normale democratische voorwaarden een universelewaarde zich onherroepelijk heeft verankerd, onderstelt dit datieder mens een bepaalde vaardigheid heeft, een vorm van gezondverstand, van redelijkheid of rationaliteit die gemeenschappelijk isof kan zijn aan allen om deze te ontdekken.

Wanneer de democratie vandaag de plaats inneemt die ze heeftdan is dat dankzij de burgers.

Conceptueel is het een goed of het minst slechtste systeem omdathet vertrekt van het idee dat iedere burger een gelijk deel van demacht in de eigen hand heeft waardoor het beginsel van de waar-digheid van allen wordt.

Maar, zoals gezegd, onderstelt het een aantal institutionele voorwaarden.

23

Page 29: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Dat de burgers de ultieme bron zijn van de macht moet juridischvertaald worden en de meerderheid beslist met respect voor derechten van de minderheid.

Maar de democratie vooronderstelt natuurlijk dat de burger tot eendergelijke besluitvorming kan komen.

Natuurlijk spelen allerlei andere gevoelens en passies in eendemocratie een rol met vooroordelen en belangen die de besluit-vorming beïnvloeden.

Maar de gedachte dat de mensen uiteindelijk in redelijkheid opwaarden kunnen aangesproken worden, blijft een kerngegeven.

De democratie wordt gezien als een staatsvorm die een maatschap-pelijk evenwicht verzekert tussen de politiek en de samenleving44.

De democratie zet zich door omdat het de belangen van alle burgers wil voldoen en de macht grondvest en vorm geeft in instellingen die dit moeten belichamen.

13. Over de werking van die instellingen en de precieze invulling kanaltijd uitgeweid worden, maar instellingen, zelfs de beste, zijnonmachtig om alleen de kwaliteit van een samenleving te verzeke-ren. De niet-genormeerde onderbouw van de Grondwet is evenbeslissend.

Montesquieu schreef het reeds: “Mais dans un Etat populaire, il fautun ressort de plus, qui est la vertu”45.

Tocqueville had het over de noodzaak van « l’esprit public ». En deminister van Buitenlandse Zaken in de Duitse Weimar Republiek,Gustav Stresemam, verwees steeds naar de “Zvilcourage”.

44 Juan L. Linz, Régimes Totalitaires et Autoritaires, Armand Colin, Parijs, 2006, p. 336. 45 Montesquieu, Pages Choisies, II, L’Esprit des Lois, Larousse, Parijs, p. 31; zie ook : Alain Juppé, Montesquieu,

Perin/Grasset, Parijs, 1999; Jean Lacouture, Montesquieu, ed. Seuil, Parijs, 2003.

24

Page 30: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

46 Christian Boechler, L’Allemagne de Weimar, 1919-1933, Fayard, Parijs, 2007, p. 119.47 Zie daarover Will Kymlicka, Contemporary Political Philosophy, Oxford, University Press, 2002, p. 284 e.v.48 Joachim Fest, Ich nicht, Rowohlt, Verlag, Reinbek bij Hamburg, 200649 Mattheus 26,34

De Weimar-Grondwet, bijna een perfecte democratischeConstitutie in concept, kapseisde omdat zij geschreven was oppapier, maar niet in de harten van de burgers46.

Veel meer dan het begrip “democratische moed”47 te omschrijvengeef ik opnieuw een voorbeeld.

De vroegere hoofdredacteur van de “Frankfurter AllgemeineZeitung” en bekende auteur Joachim Fest zet in zijn autobiografie“Ich nicht”48 een aangrijpende passage neer over zijn vader.

Zijn vader, directeur van een katholieke school in Berlijn, werdonmiddellijk na de machtsovername door Hitler ontslagen wegens“staatsvijandigheid”.

Vanaf 1933 tot en met 1945 zou hij koppig zijn politieke opvattingentrouw blijven doorheen vele politieke en persoonlijke moeilijkheden.

Hij had een levensspreuk geput uit een Evangelietekst vanMattheus bij de Olijfberg: “Etiam si omnes –ego non”, “Zelfs indienallen-ik niet”49. Hij had goed gezien dat een vervalproces in desamenleving zich vooreerst aankondigt in de wereld der begrip-pen. Hij kon met deze tijdgeest nooit een compromis sluiten.

Om het nog anders uit te drukken met de woorden van onze doctorhonoris causa Roberto Benigni, tijdens zijn rede van 2 februari2007. Wie plaatst Dante in zijn “Divina Comedia” in de hel? Deonverschilligen.

Een echte jurist kan nooit onverschillig staan tegenover het publieke en maatschappelijke leven.

25

Page 31: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

14. De democratie vertrekt van het idee dat er basisbeginselen zijn diede roeping hebben om door iedereen te worden onderschreven,individueel en collectief.

In dit perspectief levert de rechtswetenschap een grote bijdrage.

Het is een proces van rationalisering van waarden en streefternaar, in een universele benadering, te zoeken naar een nieuwesynthese op een hoger niveau.

De belangrijkste bijdrage van het recht is niet een cijfermatig wereld-beeld, het aantal wetten, het aantal vonnissen en arresten, maar deevocatie van een wereld van kwaliteit, subtiliteit en van respect.

Dit is onmisbaar om de gevarieerde en onvoorzienbare werkelijk-heid onbevooroordeeld, als een feit te erkennen.

Er bestaat ook iets als juridische intelligentie.

Ze vergt naast een grondige rechtskennis, een ontwikkelde zinvoor gerechtigheid en openheid voor barmhartigheid.

Justitiepolitiek moet daarvan getuigen.

Een ideaal ongetwijfeld, maar een ideaal dat ons uitdaagt, onswakker houdt en toelaat ons te overtreffen.

En uiteindelijk de grenzen heeft verlegd en verlegt.

Het recht leert ons niet alleen te kijken maar ook te zien, zodat weverder zien dan we kijken.

15. Envoi.

Een afscheidscollege is een oefening met gemengde gevoelensomdat de titel voor de spreker de werkelijkheid niet vertaalt.

Hij gelooft niet dat het zijn laatste college is, noch minder in eenafscheid.

26

Page 32: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Het is wel “un rite de passage”, een oversteek, met de unieke beleving die dergelijk moment meebrengt.

Maar ik vertrek liever met serene weemoed dan met opluchting.

Er is de natuurlijke tevredenheid om gedurende 37 jaar, als onroerend goed door bestemming aan het katheder- ik ben eenkatheder-professor- aan deze faculteit te hebben gedoceerd. Omhet met het Boek der Wijsheid te zeggen (7, 15-22): “God liet mijspreken overeenkomstig mijn inzicht en denken op een wijze diepast bij wat mij is gegeven”.

Waar sedert 1425 het recht wordt gedoceerd, is het recht in werke-lijkheid aanwezig.

Niet alleen in zijn beoefening, in juridische publicaties, in andereornamenta maar ook in zijn onzichtbare aanvoelbaarheid.

Het geeft aan deze faculteit een eigen gestalte, een eigen karakteren een autonome verplichting die getrouwheid oproept.

Dankbaarheid aan velen en grote dankbaarheid aan mijn ouders,gezin, familie en aan allen die mij zeer nabij waren en geblevenzijn.

Wanneer Shakespeare niet de verteller is of Verdi en Puccini nietde componisten klinkt zo iets sentimenteel.

Ik waag het niet mij met deze grote meesters te meten.

Maar mijn dank is het orgelpunt van mijn doorleefde gevoelens.

Dank aan U, die mij gevormd heeft, geleid, begrepen, zelfs verdragenin mijn soms tomeloze arbeid of in mijn verhitte twistgesprekken. In het bijzonder betrek ik daarbij mijn gewezen assistenten.

27

Page 33: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

Dank aan zij die zelfs zijn blijven luisteren naar mijn Latijnse volzinnen, soms met de spannende vraag wanneer het punt nu zouvallen.

Van een hoogleraar wordt verwacht dat hij studenten opleidt envormt, hij kan dus nooit vrijblijvend zijn; hij moet standpunt inne-men; hij zaait, maar hij weet niet waar de graankorrels vallen enhun levensoogst is aan zijn oog onttrokken.

Maar ook de hoogleraar wordt gevormd door zijn studenten. Iederacademiejaar verschuift hij, op de tijdsbalk, maar zijn studentenzijn steeds anderen en anders maar blijven van dezelfde leeftijd.

Zij geven hem het levenselixir, dat verzekert dat ook de oude ruiterhet jonge paard kan blijven mennen.

Ik ben hen veel verschuldigd.

Dames en heren ,

Händel schreef meerdere opera’s, waaronder “Il trionfo delTempo”, de Triomf van de Tijd.

De grootste aria uit deze opera is de evocatie dat de triomf van de verlopen tijd erin bestaat te kijken naar de rozen, niet naar dedoornen.

Zo blik ik terug op mijn professoraat. Moge U allen in dezelfdegeest op mij terugkijken.

Ik raadpleeg mijn klok, het is tijd om mijn colleges te beëindigen.

Servus

28

Page 34: “Recht, macht en democratie” · 2019. 4. 26. · 1 Joachim Fest in “Ich Nicht”, p. 13. 2 430 voor J.C. 3 Thucidydes, De Peloponnesische oorlog, II, 37-46 4 zie ook Luciano

HHeett ccuurrrriiccuulluumm vviittaaee eenn ddee bbiibblliiooggrraaffiiee vvaann PPrrooff.. DDrr.. HHuuggooVVaannddeennbbeerrgghhee ttrreefftt UU aaaann iinn ddee FFeeeessttbbuunnddeell HHuuggoo VVaannddeennbbeerrgghhee::““VViiggiillaannttiibbuuss iiuuss ssccrriippttuumm””,, uuiittggeeggeevveenn ddoooorr ddiiee KKeeuurree..