Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de...

8
De oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, Tête de Flandre”. Het was immers het verste oos- telijke punt van graafschap Vlaanderen. Aan de overkant lag het hertogdom Brabant met de brui- sende stad Antwerpen. Het oude gehucht is verdwenen en daarmee ook de hechte leefgemeenschap van een dorp. Omringd door een prachtig gebied, de “Borgerweertpolder”, samen onder het zand bedolven, door de opspui- tingen van baggerspecie uit de Schelde. Reeds in 1891 werd begonnen met de polder op te spuiten, ter hoogte van St.-Annabos en de Blok- kersdijk. Het Vlaams Hoofd lag op een kleine ophoging dekzand en steeg zes meter boven de zeespiegel, daar waar de hoogte van de omliggende Borger- weertpolder niet hoger kwam dan + 0,7 tot + 1,25 m. Deze polder bestreek het gebied tussen Burcht- Zwijndrecht en de Schelde. Voor een goed begrip, het huidige verkeersknooppunt van de E 19 vlak bij de ingang van de Kennedytunnel ligt midden in de vroegere polder. De oorspronkelijke bodem van de polder, vóór de zandopspuiting, bestaat uit 50 cm kleilaag rustend op een veenlaag van 1 m dik. Hierdoor was de waarde uit oogpunt van de land- bouw gering. Te moeilijk om te ploegen met paar- denkracht. Daarbij heeft de grond af te rekenen met wateroverlast omdat de veenlaag op geringe diepte gelegen is. Ontwatering door brede en talrijke grachten (de watergangen), maakte de grond uitermate geschikt als weiland. Dit verklaart meteen dat het achterland van Sint-Anneke lang gediend heeft om de Antwerpse biefstukken vet te mesten. De grond werd verpacht of verkocht aan Antwerpse veehandelaars of beenhouwers. [2] De hogere ligging, ± 6 m hoger dan de polder, zorgde ervoor dat Sint-Anneke relatief gespaard bleef van de herhaalde overstromingen van de Borgerweertpolder. Het schilderij van J.B. Bonne- croye, 1658, in het Antwerps Scheepvaartmuseum is daar een treffende illustratie van. De Sint-Felix vloed van 5 november 1530 zorgde voor een dijk- breuk nabij Burcht en zette de Borgerweert onder water. In 1552 tijdens de stormvloed van 13 janu- ari werd een dijkgat van 115 m geslagen recht tegenover Oosterweel (ten noorden van het Noord- kasteel). Volgens toenmalige experten werd de hele Scheldedijk sterk verzwakt door het water aan beide kanten. Bij eb stond er nog 0,5 tot 1 m water in de polder. De herstellingskosten aan de dijken liepen zo hoog op dat gronden van eigenaars die niet wilden bijdragen in de kosten werden ontei- gend en verkocht . Sint-Anneke, officieel Antwerpen linkeroever, was eind 18e, begin 19e eeuw, en nog lang daarna tot kort na de tweede WO, dè bestemming voor een dagje uit voor de Antwerpenaar. Daarbij hoorde de onvermijdelijke portie mosselen of paling, liefst besproeid met ettelijke frisse pinten. Zo werd Sint- Anneke het symbool van het mosselfestijn. [1] Sint-Anneke had voor de Sinjoren een bijna magische recreatieve aantrekkingskracht. Het fungeerde destijds als eerste vakantieoord. Naar Sint-Anneke gaan betekende meteen een bootreisje. Tot 1933 was er geen tunnel. De Schelde werd overgevaren met een raderstoomboot : de legendarische Sint-Annekesboot. Het Vlaams Hoofd Een van de hevigste stormvloeden, namelijk die van 1 november 1570, de zogenaamde Allerheili- genvloed liet de dijken van de Borgerweertpolder ongemoeid. Blijkbaar waren de herstellingen dege- lijk uitgevoerd. Daarna begon een periode van militaire inunda- ties. [3] Strategische overstromingen veroorzaakt door legers of legerbenden, zowel aanvallers als Detail van het schilderij van Bonnecroy, nog even in het Scheep- vaartmuseum 165

Transcript of Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de...

Page 1: Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen.

De oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”,“Tête de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen. Aan deoverkant lag het hertogdom Brabant met de brui-sende stad Antwerpen.

Het oude gehucht is verdwenen en daarmee ookde hechte leefgemeenschap van een dorp. Omringddoor een prachtig gebied, de “Borgerweertpolder”,samen onder het zand bedolven, door de opspui-tingen van baggerspecie uit de Schelde.

Reeds in 1891 werd begonnen met de polder opte spuiten, ter hoogte van St.-Annabos en de Blok-kersdijk.

Het Vlaams Hoofd lag op een kleine ophogingdekzand en steeg zes meter boven de zeespiegel,daar waar de hoogte van de omliggende Borger-weertpolder niet hoger kwam dan + 0,7 tot + 1,25m. Deze polder bestreek het gebied tussen Burcht-Zwijndrecht en de Schelde. Voor een goed begrip,het huidige verkeersknooppunt van de E 19 vlakbij de ingang van de Kennedytunnel ligt midden inde vroegere polder. De oorspronkelijke bodem vande polder, vóór de zandopspuiting, bestaat uit 50cm kleilaag rustend op een veenlaag van 1 m dik.Hierdoor was de waarde uit oogpunt van de land-bouw gering. Te moeilijk om te ploegen met paar-denkracht. Daarbij heeft de grond af te rekenenmet wateroverlast omdat de veenlaag op geringediepte gelegen is. Ontwatering door brede entalrijke grachten (de watergangen), maakte degrond uitermate geschikt als weiland. Dit verklaartmeteen dat het achterland van Sint-Anneke langgediend heeft om de Antwerpse biefstukken vet temesten. De grond werd verpacht of verkocht aanAntwerpse veehandelaars of beenhouwers. [2]

De hogere ligging, ± 6 m hoger dan de polder,zorgde ervoor dat Sint-Anneke relatief gespaardbleef van de herhaalde overstromingen van de

Borgerweertpolder. Het schilderij van J.B. Bonne-croye, 1658, in het Antwerps Scheepvaartmuseumis daar een treffende illustratie van. De Sint-Felixvloed van 5 november 1530 zorgde voor een dijk-breuk nabij Burcht en zette de Borgerweert onderwater. In 1552 tijdens de stormvloed van 13 janu-ari werd een dijkgat van 115 m geslagen rechttegenover Oosterweel (ten noorden van het Noord-kasteel). Volgens toenmalige experten werd de heleScheldedijk sterk verzwakt door het water aanbeide kanten. Bij eb stond er nog 0,5 tot 1 m waterin de polder. De herstellingskosten aan de dijkenliepen zo hoog op dat gronden van eigenaars dieniet wilden bijdragen in de kosten werden ontei-gend en verkocht .

Sint-Anneke, officieel Antwerpen linkeroever, was eind 18e, begin 19e eeuw, en nog lang daarna tot kortna de tweede WO, dè bestemming voor een dagje uit voor de Antwerpenaar. Daarbij hoorde deonvermijdelijke portie mosselen of paling, liefst besproeid met ettelijke frisse pinten. Zo werd Sint-Anneke het symbool van het mosselfestijn. [1]Sint-Anneke had voor de Sinjoren een bijna magische recreatieve aantrekkingskracht. Het fungeerdedestijds als eerste vakantieoord.Naar Sint-Anneke gaan betekende meteen een bootreisje. Tot 1933 was er geen tunnel. De Schelde werdovergevaren met een raderstoomboot : de legendarische Sint-Annekesboot.

Het Vlaams Hoofd

Een van de hevigste stormvloeden, namelijk dievan 1 november 1570, de zogenaamde Allerheili-genvloed liet de dijken van de Borgerweertpolderongemoeid. Blijkbaar waren de herstellingen dege-lijk uitgevoerd.

Daarna begon een periode van militaire inunda-ties. [3]

Strategische overstromingen veroorzaakt doorlegers of legerbenden, zowel aanvallers als

Detail van hetschilderij van

Bonnecroy, nogeven in het

Scheep-vaartmuseum

165165

Page 2: Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen.

verdedigers van de stad Antwerpen, teisterden deBorgerweertpolder in : 1576, 1584, 1591, 1678,1745, en tenslotte 1794. En dan vergeten we nogbijna een natuurlijke overstroming tijdens de zwarenoordwesterstorm van 26 januari 1682.

En meer recent, in de nacht van 23 op 24 febru-ari 1837, begaf tijdens een zware storm de dijknabij de Burchtseweel. Op dat ogenblik waren veleboeren met hun koopwaar op weg naar het veer omnaar Antwerpen te gaan. Velen werden door hetwater verrast en verdronken jammerlijk.

We hebben wel een heel bijzondere ooggetuigedie verslag uitbracht over deze overstroming. Nie-mand minder dan Victor Hugo bezocht in augustus1837 de Scheldestad. Hij beklom de torenspits vande kathedraal een schrijft dienaangaande : “ Hier(21 aug.1837) j’etais au haut de la flèche de cettemerveilleuse cathédrale,…Je voyais…devant moil’Escaut, large et brillant au soleil, et, entre la meret l’Escaut les polders inondés, une prairie de cinqlieues de tour changée en lac,… à mes pieds lesquelques toits de la tête de Flandre bloqués parl’eau….”. Dit betekent dat bijna zes maanden na deoverstroming de Borgerweertpolder nog steedsonder water stond. [4]

Het mag duidelijk zijn dat niemand in de polderwilde wonen en hetzij Burcht, Zwijndrecht of Sint-Anneke verkoos als woonplaats. Dat door dezeoverstromingen telkens de enige weg over landnaar Sint-Anneke werd overstroomd en bescha-digd, is onvermijdelijk. De “Gentseweg” doorheende Borgerweert was een tolweg vanaf 1524. Detaksen op het veer Antwerpen-Sint-Anneke hielpenvanaf 1610 mee om de herstellingen van de primi-tieve weg te verzekeren. In 1788 werd een nieuweweg aangelegd op een traject noordelijker dan hetvorige. Vergeleken met de huidige toestand moetdeze Rijselse of Gentse baan, iets zuidelijker gele-gen hebben dan de huidige Blancefloerlaan. Hethuidige gebouw van de Gazet van Antwerpen staater bovenop. De nieuwe baan ging naar Zwijn-drecht, terwijl de oude weg over Burcht liep.

Het ontstaan van de welen, Galgenweel enBurchtseweel heeft zeer waarschijnlijk te makenmet deze overstromingen. De plotselinge dijkbreukveroorzaakte een watervloed die door zijn kol-kende en schurende werking een diepe geul groefin het daarachter gelegen land. Aangezien de tech-nische middelen in die tijd beperkt waren, bleef debres een hele tijd open waardoor met de werkingvan eb en vloed het uitschurend effect versterktwerd.

Op oude kaarten ligt het Galgenweel in de on-middellijke omgeving van de Gele Welen. De vormervan verschilt nogal eens in de 18e en de 19eeeuw. Ongetwijfeld is dit te wijten aan de talrijkemilitaire bouwwerken in de 19e eeuw en dekunstmatige overstromingen in oktober 1830. Debenaming “ Gele Welen” verdween tegen het eindvan de 18e eeuw. Ondertussen duikt de benamingGalgenweel reeds op in de loop van de 17e eeuw.Aangezien de galg in de omgeving van dit weelstond, is het duidelijk waar de naam vandaan komt.[5]

De huidige rechthoekige vorm van het Galgen-weel is kunstmatig ontstaan door het waterpeil teverhogen, waardoor de onregelmatige natuurlijkevorm is verdwenen. Dit is uitgevoerd rond 1960door de maatschappij IMALSO, waarover latermeer .

Op sommige plaatsen in het Galgenweel,samenvallend met de oude weel, meet men eenzeer grote diepte tot -13,30 m ! [6]

Deze ongelooflijke diepte versterkt de meningdat een weel onstaat door dijkbreuken. Een anderedenkpiste is dat het oude kreken van de Scheldezouden zijn.

Als gevolg van de vele overstromingen had menop oud Sint-Anneke een tekort aan drinkbaarwater, veroorzaakt door het brakke Scheldewaterdat geregeld in het grondwater sijpelde. Tot aan deaansluiting bij Antwerpen moest de bevolking hetstellen met regenwater. Voor algemeen gebruikwas aan de kerk een grote put gegraven waarin hetvan het dak van de oude Sint-Annakerk afvloei-end regenwater werd opgevangen. [7]

De aanval opBlokkersdijk,AbrahamVerhoeven(Prentenkabinet)

Opgespoten polder bij de werken aan de tunnels inhet begin van de jaren dertig, (Eigen archief)166166

Page 3: Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen.

Na de aansluiting met de metropool in 1923werd kraantjeswater aangevoerd in tanks via deSint-Annekesboot. Voor 10 centiemen had men eenemmer van 10 liter drinkwater.

Het Vlaams Hoofd gelegen rechtover de haven-stad Antwerpen had een belangrijk militair-strate-gisch belang. Dat hebben ze geweten op Sint-Anneke. Het krioelde er van de forten en fortifica-ties.

Reeds in 1576, het jaar van de Spaanse Furiewaarbij Spaanse soldeniers de stad systematischplunderden, bouwden de Hervormden een om-walling rond het gehucht Sint-Anneke. Het dorpjewerd ingesloten tussen de Schelde en een vestings-gracht in driehoeksvorm.

Op oude kaarten is dit heel goed zichtbaar. [8]

Een prachtige, bijna fotografische weergave vanoud Sint-Anneke, kunnen we zien op het reedsvermelde schilderij van J.B. Bonnecroy uit 1658.

Achter de aarden wallen uit 1576, met speervor-mige uitlopers op de hoeken, staan de woningen,waaronder verschillende met trapgevel. Aan devoet van de aarden omwalling zie je aan de buiten-kant de vestinggracht.

Tijdens het beleg van Antwerpen werd in 1584-1585 door Farnese de opdracht gegeven de dijknabij de Burchtse weel door te steken. Hierdoorkwam de Borgerweertpolder onder water te staan,maar niet alleen hier, ook ten noorden van Zwijn-drecht en aan de overkant op de rechteroever, rondOorderen, het gebied waar nu de Antwerpse havenligt, werd volledig onder water gezet.

De enorme militaire inundatie is goed zichtbaarop een gravure door Jan Luyken. [9]

Geen stad heeft zo te lijden gehad van depolitiek religieuze troebelen in de laatste helft vande zestiende eeuw als Antwerpen. De oorlogshan-delingen, die het gevolg waren van de botsingentussen de ultra-katholieke Spaanse koning Filips IImet zijn kettervervolging en onderdrukking vanalles wat niet strookte met zijn absolutistische visieaan de ene kant, en de Nederlanden met hun ver-zuchting voor meer godsdienstvrijheid en geweste-lijke zelfstandigheid aan de andere kant, hebben destad in die tijd geruïneerd.

Eer er twintig jaren van de in 1568 officieelbegonnen 80-jarige oorlog voorbij waren, was dewelvaart verdwenen en was Antwerpen een stadvan vrijwel uitsluitend regionale betekenis gewor-den. [10]

Na de val van Antwerpen en onder de nieuweheersers aartshertogen Albrecht en Isabella, wordteen nieuw fort opgericht aan de Scheldedijkongeveer 1 km ten noorden van het veer. Het krijgtde naam van de regerende aartshertogin Isabella.Je moet dit vandaag situeren, onder 6 meter zand,aan de jachthaven, aan de andere kant van de Tho-netlaan, tussen de Fromentinstraat en de Goethe-straat. Op een stafkaart van 1902 staat het duidelijkaangegeven als “Ancien Fort d’ Austruwel ou Sint-Isabella”.

Zestien jaar later wordt ter hoogte van hetGalgenweel “Fort Ferdinant” gebouwd. Het latere“fortje van Burcht”. Momenteel staan op die plaatsde loodsen van de zeilclubs op het Galgenweel.

In 1701 werd aan de Scheldedijk , aan hethuidige Sint Annastrand, naast een toenmaligepapiermolen, de batterij van Courtebourne opge-richt., en in 1704 de schans van d’Artagnan dichtin de buurt. Deze versterkingen waren reeds ver-dwenen toen Napoleon ten tonele verscheen op hetbegin van de 19e eeuw. [11]

Napoleon had grootse plannen met de stad.Antwerpen werd immers het pistool gericht op hethart van Engeland. Hij promoveerde Sint-Anneketot oorlogsstad “Marie-Louise”.

Keizer Napoleon laat de vervallen forten Isa-bella en Royal (nieuwe naam voor het fortje vanBurcht) herwaarderen .Ook de herbouwde vestin-gen krijgen een nieuwe naam: Isabella wordt “St.-Hilaire” en Royal wordt “Lacoste of La Croix”

Ten zuidwesten van Sint-Hilaire werd eenkringvest gegraven die op een afstand van 600 à900 meter, Sint-Anneke volledig moest omringen.Dit was het “Glacis Napoleon”.

Detail van schilderij door Abel Grimmer en H. VanBalen. (KMSKA) 167167

Page 4: Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen.

Ten zuiden mondde deze watergordel uit in hetGalgenweel nabij “fort Lacoste”. [12]

Bij de val van Napoleon was de kringvestgrotendeels gegraven, maar nog niet afgewerkt. DeHollanders hebben er nadien hun forten Zwijn-drecht en Calloo aangebouwd. Fort Calloo lag opde plaats waar nu de ingang van de Waasland-tunnel is.

De Hollanders hebben er gedurende de vijftienjaren dat ze er verbleven, meer last gehad van depolderkoorts [13] dan van een eventuele vijand.

Het “Glacis Napoleon” heeft later nog goedediensten bewezen aan vissers en bootjesroeiers.Frans-Gregoire Verbeeck , een verre voorzaat vanschrijver dezes had er zijn “Veerhuis”, gelegen aanhet Glacis, Van Rijswijkstraat 34, en heeft met hetverhuren van roeibootjes een mooie stuiver ver-diend. Voornamelijk tijdens de bel-époque.

Na het verdwijnen van de Hollanders in 1831verviel het fort Callo meer en meer en werd ten-slotte bedolven onder de zandopspuitingen van de20e eeuw. Het fort Zwijndrecht werd rond 1865gesloopt. Maar de militairen bleven Sint-Annekebeschouwen als hun favoriete bouwwerf. Na deonafhankelijkheid verscheen Baron Chazal,officier en vestingbouwer én minister, ten tonele.

De Brialmontvesting was vrij nutteloos nogvoor ze goed en wel afgewerkt was, want eenKrupp-kanon had reeds in 1870 een vuurbereik van7500 m. Opgesteld op twee kilometer van devooruitgeschoven fortengordel kon Antwerpenmoeiteloos getroffen worden. [14]

Wie schreef er ook alweer dat het Belgisch ver-dedigingssysteem altijd één oorlog achterloopt ?

Chazal had reeds in 1852 zijn oog laten vallenop Sint-Anneke. Hij bouwde een nieuw fort palnaast het dorp. Vooreerst moesten hiervoor de oudevesten worden gedempt en werd een nieuwe kring-vest gegraven. Het fort had de vorm van een vijf-puntige ster en besloeg een oppervlakte van 500 mvan noord naar zuid en ca. 380 m van oost naarwest. Nu moet je dit situeren van de E.Verhaeren-laan (noordzijde) tot in het zuiden de P. VanOstayenlaan. Aan de oostkant begon het fort op hetvoetpad aan de voetgangerstunnel tot het westenvoorbij de Waterhoenlaan. De ingang liep over eenhouten brug over de vestinggracht , aan de huidigeA.Verhoevenlaan. Binnen de vesting bevondenzich diverse gebouwen waaronder 2 kruitmaga-zijnen en 3 hangars. De rechterzijde werd benomendoor een kazernegebouw, dat pal op de plaats vanhet huidige premetrostation moet gestaan hebben,op het huidige Frederik Van Eedenplein. In 1854was het fort afgewerkt.

Door al die militaire bouwwerken werd hetoude Sint-Anneke bijna verdrongen. In opper-vlakte was het fort 4 maal groter dan het dorpjezelf. Op een oude plattegrond [15] kunnen we ziendat het oude Sint-Anneke lag tussen het huidigegebouw van de voetgangerstunnel en de Schelde.

De oude woonkern besloeg 80 huizen die tottegen de Scheldedijk waren gebouwd. Ongeveer dehelft hiervan fungeerde als café of eethuis.Ondanks de concurrentie verdiende iedere herber-

Een lithografie met Nederlandse soldaten op de linkeroever (detail)

168Dezelfde die tekende voor het slechten van de

Spaanse vesten in Antwerpen en de bouw vanaf1860 van de Brialmontvesting, een gigantischenieuwe omwalling rond Antwerpen op een terreinvan ca. 500 ha. Ondertussen afgebroken, om plaatste maken voor de ring.

Tekening vande auteur metde vroegere enhuidigesituering vanHet VlaamsHoofd

168

Page 5: Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen.

gier zijn kost. Het volstond om een goede potmosselen of paling te serveren. Sint-Anneke wasimmers gekend als dè “place to be” voor deliefhebbers van zeevruchten.

Een portie mosselen was toen nog zeer goed-koop, 30 centiemen voor mosselen met brood. Eenmosselliefhebber uit de Antwerpse randgemeenten,was evenveel kwijt aan tram en overzetboot.

Het oude Sint-Anneke beleefde zijn hoogtepuntals vermaakcentrum vanaf de wereldtentoonstel-ling van 1885 tot de eerste wereldoorlog. Daarnaging het stijl bergaf. De doodsteek situeert zichironisch genoeg rond 1933, de ingebruikname vande beide tunnels.

Tijdens de bel-époque kreeg Sint-Anneke zijnprestigieuze aanblik met het Kursaal en de Belvé-dère als absolute blikvangers. Beide elitemossel-huizen op de Scheldedijk, boden een fraaie aan-blik vanop de rechteroever. Tijdens de eerstewereldoorlog werden ze zwaar beschadigd .Zewerden niet herbouwd en verdwenen uit het pano-rama van Sint-Anneke . Vóór de eerste wereldoor-log werd flink de bloemetjes buiten gezet op Sint-Anneke.

Sint-Anneke was eigenlijk een piepklein dorpjeaangeschurkt tegen de Scheldeoever. Op eenoppervlakte begrepen tussen het huidige gebouwvan de voetgangerstunnel, het speelplein en detwee café-restaurants, lag eertijds de oude woon-kern met ca. 80 huizen waarvan ongeveer de helftfungeerde als café-mosselhuis.

Wie op Sint-Anneke arriveerde met de overzet-boot, stapte uit op een gekasseide helling die lang-zaam naar het noorden omhoogliep. Er was iemandin vaste dienst die na elke hoge tij de helling moestreinigen van het achtergebleven slib. De man hielder een bijnaam aan over : “krabbeke slijk” werd hijgenoemd. [16]

De oude dorpskern lag rond een klein pleinachter de Scheldedijk. Alle restaurants haddennamen die tot de verbeelding spraken: yachtclub,het « Palinghuis », « Het Vuurschip », « La têted’or », « à l’océan », « de Swane », « l’Escaut ».Het grootste en duurste was « Les Trois Rois » .Het enige dat bovenop de Scheldedijk stond enwaar men vanuit de gelagzaal of terras een mooizicht had op de rede van Antwerpen , die toen eenveel drukkere bedrijvigheid kende dan nu.

Het historische hotel « Les trois Rois » was aan-vankelijk een dubbelhuis met twee puntgevels,maar was tijdens de tweede helft van de 19e eeuwgrondig verbouwd. Onder de dakgoot prijkte eendatumsteen met het jaartal 1667.

De « Drie Koningen » was vooral bekend omzijn wijnkelder. Misschien daarom geliefd bijzeekapiteins.

Naast dit prestigieuze hotel-restaurant daaldemen af naar “de put”, zijnde het Sint-Annaplein,achter de Scheldedijk.

Het pleintje wordt gedomineerd door eenprachtig gebouw in barokstijl : ” De Roose”.

De gevel van het gebouw was naar de Scheldegericht, dus het plein lag vóór het gebouw. Je moetdit vandaag situeren achter het huidige gebouw van

169

Detail van eenmilitaire

kaart1902 metde forten en deSint-Michiels-

kaai op derechteroever

Het Palinghuis, met de kraampjes van degarnalenventsters (detail van een postkaart, vóór

de eerste wereldoorlog)169

Page 6: Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen.

de voetgangerstunnel, iets zuidelijker tussen detunnel en de twee café-restaurants.

In de gevel stond het jaartal 1685 vermeld.Vermoedelijk was het ouder want het werd op 1februari 1678, via notaris Dansaert, verhuurd aaneen zekere Gillis Diedekens voor drie jaar, mits 26pond 10 schellingen ’s jaars. In 1717 werd hetbewoond door Frans de Smedt en in 1728 doorhem aangekocht. Hij was postmeester en hetgebouw fungeerde als paardenposterij. [17]

Ruw geschetst mogen we zeggen dat oud Sint-Anneke zich bevond tussen het voetpad van deBeatrijslaan en de Schelde. Het leek alsof hetgeklemd zat tussen het fort van Chazal (zie hoger)en de Schelde. En in de noord-zuid as, tussen detoegang tot de oude veerpont en de minigolf. Eenwel erg kleine oppervlakte vergeleken met debrede lanen van vandaag.

Buiten de dorpskern lagen echter nog vele lust-hoven, danszaaltjes en speeltuinen verspreid in depolder.

Te beginnen met de danszaal “In ’t Houten Hui-zeke” eigendom van Blonde Staf (Van Oostveld)gelegen aan de hoek van de Geniestraat en de oudeHeirbaan. Deze Geniestraat volgde mooi de bui-tenkant van de vestinggracht rond het fort.

Vandaag is dat het tracé van de Waterhoenlaan,naar het noorden toe over de huidige school en danscherp afbuigend naar de Schelde over de E.Ver-haerenlaan.

Verder was er nog Café-lusthof “Rozenhof” metdanszaal uitgebaat door “tante Roos”, Geniestraat20. Verder in de Geniestraat, café-lusthof “HetVissershuis”, op de hoek Geniestraat -Korte Gaan-weg. Rondom lag een speeltuin met bomen enstruiken.

Een heel gekende zaak met een zeker allure wascafé-wafelhuis “Frascati”, gelegen aan de noor-delijke kromming van het vestingwater van hetfort. Verscholen tussen het lover, werd het bij dewandelaars en bewoners “onder de boomkens”genoemd. Het had de allure van de Wilrijkse“Dikke Mee”. “Frascati” had uiteraard ook eenspeeltuin. Daarenboven was vlakbij de onmetelijkezandbak van de reeds opgespoten polder.

In 1885, het jaar van de wereldtentoonstelling inAntwerpen, werd Sint-Anneke verrijkt met tweeeerder vernoemde prestigeuze établissementen opde dijk. De “Kursaal”, gebouwd naar het voorbeeldvan de Trocadéro in Parijs, verrees recht tegenoverde Suikerrui. Het werd vooral bezocht door debegoede burgerij. Er was een speeltuin en deouders konden genieten van het zicht op de redevan Antwerpen vanop een terras dat als een pier inde Schelde gebouwd was. Het interieur oogdeexotisch met pilaren in de vorm van palmbomen.Datzelfde jaar werd een eindje verder, ongeveerrechtover het Steen, het “Belvédère” gebouwd,met casino vooral voor de aristocratie. Het bezateen uitkijktoren tussen de twee vleugels van hetstenen gebouw. Bij het uitbreken van de eerstewereldoorlog in 1914 werd het gebouw door deDuitse artillerie vanop de rechteroever totaal inpuin geschoten.

Last but not least was er de reeds genoemdeFrans-Grégoire Verbeeck,. Die had aan het Glacis-Napoleon, op het einde van de Van Rijswijkstraat,

Tot het midden van de 19e eeuw was het eenbelangrijke rust- en drinkplaats voor de paarden ende koetsiers van de diligence vanuit Nederland.Hier werden eveneens brieven afgeleverd metbestemming Frankrijk voor verdere verzendingover de Rijselse baan.

Omstreeks 1900 wordt het drankhuis, hotel,huurhouderij, afspanning, achtereenvolgensuitgebaat door Louis Bellekens en daarna door P.Cleiren . In de twintigerjaren van vorige eeuwwerd het een filiaal van een aannemersbedrijf,maar het bleef ondertussen een herberg.

Een onderge-sneeuwd dorps-plein van Sint-Anneke, enkelejaren alvorensde foto onder-aan genomenwerd. (Uitmagazine OnsLand)

In 1929 besloot het Antwerpse stadbestuur hetgebouw te klasseren. Ondertussen weten we watdit waard is. Toen in de loop van de dertiger jarende opgespoten gronden de dorpskern geleidelijkinsloten, werd uiteindelijk oud Sint-Annekevolledig afgebroken en onder het zand bedolven.170

Fotoverzamelingvan deschrijver

170

Page 7: Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen.

een café-mosselhuis “Het Veerhuis”. Hij ver-huurde roeibootjes waarmee op het water van hetuitgestrekte glacis kon gevaren worden. Dit waterhad een breedte van 50 meter, was zeer visrijk enmet bomen omzoomd. Is er iets romantischer danmet lief of vlam in-spé te gaan spelevaren ? Endaarna trakteren op een mosseltje met frisse pint ofwellicht een glaasje wijn ? Ik zou het wel weten.Een oude tante vertelde mij, dat na zijn overlijdenzijn weduwe kennis gemaakt had met een Rus. Dieis er nadien met de niet onaanzienlijke spaarpotvan Frans vandoor gegaan.

Een prettige anekdote is de teruggevonden post-kaart die F.G. Verbeeck op 16 juli 1909 stuurde aanzijn visleverancier in de Antwerpse Zirkstraat. [18]Daarmee bestelde hij een “kinneke” mosselen,zijnde een zak mosselen, te leveren ’s anderen-daags ! Een bewijs dat het systeem werkte is deaankomststempel te Antwerpen tussen 19 en 20uur ! Vandaag zouden misschien zowel de post alsde visleverancier in gebreke blijven om dezeopdracht stipt uit te voeren. Te bedenken dat dezepostkaart per stoomboot over de Schelde naarAntwerpen moest.

Dit brengt ons meteen bij de overzetdienstAntwerpen – Sint-Anneke..

Wie vanuit Vlaanderen kwam moest in de 18eeeuw eventueel met zijn koets overzetten.Dikwijls wordt dat een hele geschiedenis en kosttehet de reiziger heel wat geld.

Dit ondervindt in 1746 J.B.A. de Montullé,raadsheer bij het Parlement van Parijs.

Via Gent komt hij naar Antwerpen. Hij schrijft:“Wij vaarden over de Schelde in een schuit metzeilen. Ons gevolg ging over in een diligentie diestilhoudt aan het fort van het Vlaamsche Hoofd.Het ging nogal moeilijk de koets te laden en teontladen, maar vier of vijf schellingen verdrevenalle bezwaren…” [19]

De Franse schrijfster Marie Anne du Bocage(1710-1802), moest in 1750 de Schelde overstekenbij slecht weer.” De overzetbak was aan de andereoever, misschien moesten we twee uur wachten ?We verkozen onze karos en ons gevolg achter telaten en vertrouwden ons vermetel toe aan eenlicht schuitje. De golven deden ons duizendgevaarlijke sprongen maken, en verhinderden onste landen, en verplichtten ons langs een ladder uithet bootje in een aan de wal geankerd schip testijgen wat heel lastig was.” [20]

In 1802 had de Fransman Breton meer geluk,want hij schrijft: “Al kan men de stroom nietgemakkelijk oversteken over een brug, toch kanmen zonder tijdverlies en zonder gevaar naar deoverzijde door middel van een menigte bootjes diesteeds bereid liggen om reizigers te ontvangen.”[21]

Eeuwenlang hebben overzetters van alle slag,onder zeil of voortbewogen met roeispanen eenbelangrijke rol vervuld op het Scheldewater. Aanbeide zijden van de stroom waren veerdiensten, diegewoonlijk werden verpacht aan de meestbie-dende. De aankoop van schuiten of sloepen viel tenlaste van de pachter, alsook de onderhoud van deveerdammen.

De allereerste mechanisch voortbewogen veer-boot, toen uiteraard een stoomboot, dateert van1825, onder koning Willem I. In 1830 bij de onaf-hankelijkheid was het alweer gedaan. Enkele ille-gale schippers hebben tot 1934 de overzet inhanden genomen.

Maar vanaf 1834 start de normale veerdienstmet stoomschepen. De Sint-Annekesboot isgestart.

Een tochtje met de overzet voor de Antwerpe-naar was een bijna rituele handeling. Het begonmeestal in een café met het nuttigen van één of

meer “dikkoppen”, zijnde grote borrels jenevertegen de polderkoorts. Onder het motto “voorko-men is beter dan genezen”. Wanneer voldoendemedicatie genomen was ging het naar de pontonaan het Steen. Wie niet wou aanschuiven voor eenkaartje, kon terecht bij de “kortjeswefkes”. Zijverkochten kaartjes aan een paar centen méér, voorde ongeduldigen.

Sint-Annekesboot,

rond de eeuw-wisseling,

met Belvédèreop de achter-

grond (Boven -detail van een

postkaart).

Onderaaneen ets van

Jacques Gorusmet vluchte-lingen (RodeKruiswagen

incluis) bij hetbegin van de

TweedeWereldoorlog.

171171

Page 8: Antwerpen de oude haven - Het Vlaams HoofdDe oudste benaming is het “Vlaams Hoofd”, “T te de Flandre”. Het was immers het verste oos-telijke punt van graafschap Vlaanderen.

Een tochtje met de Sint-Annekesboot was geenluxecruise. Je verkeerde daar in het bonte en pit-toreske gezelschap van zowel voetgangers alskarren getrokken door paarden, ezels of honden.Soms had je dan nog het gezelschap van een paarrunderen bestemd voor de slager. Het tarief van deoverzet maakte onderscheid tussen paarden, veu-lens, ezels, muilezels, ossen of trekhonden, al danniet ingespannen. Hoornvee, varkens, geiten enschapen hadden ook hun eigen tarief. Het is duide-lijk dat je best niet je mooiste kostuum aantrokvoor een overtochtje.

Na de eerste wereldoorlog kwamen daar nog deauto’s bij. Zo gebeurde het dat op zon- en feest-dagen files ontstonden ! Waar hebben we dat noggehoord ?

Toen in 1933 de beide tunnels in gebruik geno-men werden was het probleem nog niet helemaalopgelost. Het trage verkeer, paard en kar mochtniet door de tunnel, en vele voetgangers verkozennog altijd een bovengronds transport.

De Sint-Annekesboot heeft zijn taak trouwvolbracht tot 1953. Daarna heeft rederij Flandria inde zomerperiode, een geregelde dienst verstrektnaar “St.-Annastrand”, met een vijftal overvaartentijdens de ochtend en avondspits.

Vanaf 1944 ging het snel bergaf met Sint-An-neke. De Borgerweertpolder was bijna helemaal

onder het zand bedolven en wat er nog restte vanhet dorp bevond zich in een put. Het laatste deeldat overbleef : enkele huizen rond wat eens hotel“Les Trois Rois” was geweest, werd in 1955afgebroken.

Gerald Verbeeck

[1] Frans Lauwers, “Oud Sint-Anneke herleeft”,Orteliusfonds, uitg.MIM, 1983

[2] Dirk Verelst, “Geschiedenis van Zwijndrecht enBurcht, deel 1”, gemeentebestuur Zwijndrecht 1990.

[3] Dirk Verelst, ibid., blz. 368 tot 383.[4] Dr.Jan Albert Goris, “Lof van Antwerpen. Hoe

reizigers Antwerpen zagen van de XV° tot de XX° eeuw,“, Standaard Boekhandel 1940. Blz.195.

[5] Dirk Verelst, ibid, blz.307[6] kaart IMALSO van de linkeroever 1993.[7] De oude kerk werd gebouwd in 1903 en

afgebroken in 1968. Het terrein werd opgehoogd en opdezelfde plaats werd de huidige kerk gebouwd.

[8] Marchionatus Sacri Romani Imperii, in P.Keerius, “La Germanie inférieure”,1617, UFSIAbibliotheek.

[9] Prof. Dr. Rob van Roosbroeck,”Antwerpen devermaarde koopmansstad”, Antwerps Museum enArchief, Den Crans, 1988.

[10] C.E.H.J. Verhoef,”De val van Antwerpen in1585”,uitg.de Vries-Brouwers, 1985.

[11] Frans Lauwers , ibid, blz.59.[12] Frans Lauwers, Ibid.[13] Moeraskoorts of malaria. De Antwerpse schilder

Jacob Jordaens is in 1678 aan de polder-koorts, indertijd“zwetende ziekte” genoemd, gestorven.

[14] Roger Binnemans, ibid, blz.89.[15] Frans Lauwers, ibid, blz. 107.[16] Odile Poppe,”Lief en leed op het oude Sint-

Anneke”, Uitg. C. de Vries-Brouwers, 1988.[17] Raymond De Groodt, “Geschiedenis van

Zwijndrecht en van het Vlaamsch Hoofd”, drukkerij DeVlijt, 1925.

[18] F.Lauwers, blz.125.[19] J.A.Goris, ibid, blz 133.[20] J.AGoris, ibid., blz. 134.[21] J.A.Goris ibid., blz. 191.

Linkeroever,door FlorisJespers 1930

172

Kanthuis Dupon

t.o. Museum Rubenshuis

WAPPER 14-16ANTWERPENTEL. 03 233 66 90

Open van 10 tot 18 uurGesloten op zondag

t.o. O.-L.-V.-kathedraal

HANDSCHOENMARKT 12ANTWERPENTEL. 03 232 91 64

Open van 10 tot 18 uur

Antwerps Kantwinkeltje

172