Analyse van een Evolutie in het Licht van Wisselende ......elementen, acupunctuur en moxibustie). Er...
Transcript of Analyse van een Evolutie in het Licht van Wisselende ......elementen, acupunctuur en moxibustie). Er...
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Academiejaar 2008-2009
Analyse van een Evolutie in het Licht van Wisselende Machtsverhoudingen
Masterproef voorgelegd aan de
Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte,
tot het verkrijgen van de graad van
Master in de Oosterse Talen en Culturen
door Ann-Sophie Coussens Promotor: Dr. Mathieu Torck (studentennummer 20051186)
1
Inhoudstafel
Woord vooraf 4
O. Inleiding 5 I. De traditionele Chinese geneeskunde voor 1949 8 1. Terug naar het begin 8 1.1 Beknopt overzicht van de Chinese medische geschiedenis 8 1.2 Yin, yang en de vijf elementen 9 1.3 Acupunctuur en moxibustie 12
2. De eerste contacten met Westerse geneeskunde: medische missionarissen 11
3. De traditionele Chinese geneeskunde verworpen 12
4. Een traditionele Chinese geneeskunde in ‘gefilterde’ vorm (1945-1949) 16
4.1 Samenwerking tussen de Chinese en Westerse geneeskunde 16
4.2 De nieuwe acupunctuur van Zhu Lian 17
II. Plannen voor een nieuw gezondheidszorgbeleid (1949-1953) 20
1. Vier beleidsprincipes 20
1.1 “Zich richten naar de arbeiders, boeren en soldaten” 21
1.2 “Preventie op de eerste plaats” 22
1.3 “Gezondheidszorg combineren met massacampagnes” 23
1.4 “Eenmaking van de Chinese en Western geneeskunde” 26
2. Dominantie van het Ministerie van Gezondheid 30
2.1 Nadruk op de steden 30
2.2 Westerse invloed 31
III. De CCP drukt zijn stempel op het gezondheidszorgbeleid 33
(1953-1957)
1. Kritiek op het Ministerie van Gezondheid 33
2. Herwaardering van de traditionele geneeskunde 35
2.1 1954, een cruciaal jaar voor de traditionele Chinese geneeskunde 36
2.2 Nieuwe initiatieven ter promotie van de traditionele Chinese 37
geneeskunde
2.3 De term TCM (Traditional Chinese Medicine) 38
3. Institutionalisering van TCM 40
3.1 Onderzoeksinstituut voor TCM 40
3.2 Academies voor TCM 41
2
IV. Gezondheidszorg tijdens de Grote Sprong Voorwaarts: ‘Red’ 44
belangrijker dan ‘Expert’ (1958-1960)
1. Problemen bij de opwaardering van Chinese geneeskunde 44
2. De CCP houdt vast aan zijn beleid 44
2.1 Mobilisatie van de massa 45
2.2 Hoogtepunt in de officiële promotie van de traditionele Chinese 47
3. Een gestandaardiseerde Traditional Chinese Medicine (TCM) 48
4. Een voorlopige balans: de gezondheidstoestand op het einde van de jaren 50
vijftig
V. Een minder radicale gezondheidspolitiek na de GSV (1960-1965) 46
VI. De Culturele Revolutie: een periode van radicale veranderingen in 55
de gezondheidszorgsector (1966-1969)
1.“Met betrekking tot geneeskunde en gezondheid, verleg de focus naar de 55
rurale gebieden”
1.1 Aanleiding voor de 26 juni-directieven 55
1.2 Veranderingen ten gevolge van de 26 juni-directieven 56
2. Financiering van de gezondheidszorg 58
2.1 Coöperatief Medisch Systeem (CMS) op het platteland 58
2.2 ‘Reguleringen voor Arbeidsverzekering’ voor de steden 61
3. Ruraal gezondheidszorgnetwerk 62
3.1 Gezondheidswerkers in de productieteams 62
3.2 Barefoot doctors in het gezondheidsstation van de brigade 62
3.3 Het gezondheidscentrum van de commune 64
3.4 Gewesthospitalen 64
4. Stedelijk gezondheidszorgnetwerk 65
VII. Internationalisering van China’s geneeskunde en gezondheidszorg 68
(1970-1976)
1. Geleidelijke professionalisering van de medische sector 68
2. China opent zijn deuren 69
2.1 Westerse interesse voor de Chinese geneeskunde 69
2.2 “Basistheorie van TCM” 71
2.3 Chinees gezondheidszorgmodel als inspiratiebron voor rest van de 72
wereld
3. Gezondheidszorg op het einde van de maoïstische periode 73
3.1 Twee centrale belangen 73
3
3.2 De hervormingspolitiek na 1976 75
VIII. Conclusie 79
Bijlages 83
Bibliografie 88
4
Woord vooraf
Ik wens iedereen te bedanken die mee bijgedragen heeft tot de realisatie van deze
masterproef. In de eerste plaats is dat mijn promotor, Dr. Mathieu Torck. Hij was steeds
bereid mijn vragen te beantwoorden en heeft me meermaals bijgestuurd waar nodig. Zijn
advies en ondersteuning hebben beslist een positieve bijdrage geleverd aan de kwaliteit van
deze scriptie. Daarnaast bedank ik alle professoren die mij de afgelopen vier jaar kennis
hebben bijgebracht betreffende de verschillende aspecten van de Oosterse cultuur en
samenleving en mij nieuwe inzichten hebben verleend in deze materie. Verder gaat mijn
dank ook uit naar de bibliotheken van de Rijksuniversiteit Gent en de KU Leuven voor het ter
beschikking stellen van de nodige documentaire bronnen. Als laatste wil ik mijn ouders
bedanken, daar zij mij steeds gesteund hebben en ik ten allen tijde op hen kon terugvallen.
Ann-Sophie Coussens,
25 mei 2009
5
0. Inleiding
Op het moment dat Mao en zijn Chinese Communistische Partij 共产党
(Gongchandang)1 op 1 oktober 1949 de Volksrepubliek China中华人民共和国 (Zhonghua
Renmin Gongheguo) uitriepen en daarmee de maoïstische periode aanbrak, bracht dit niet
alleen immense politieke en economische veranderingen met zich mee, ook op het gebied
van geneeskunde en gezondheidszorg ging een geheel nieuw tijdperk van start. Er werd een
uniek programma geïnitieerd dat brak met het Westerse model voor gezondheidszorg en dat
de nadruk legde op preventie in plaats van op curatieve geneeskunde, dat technieken en
behandelingen overnam van het 4000 jaar oude systeem van Chinese geneeskunde in plaats
van enkel hoogtechnologische materialen te gebruiken en dat de massa zou inschakelen in
plaats van zich louter op hoogopgeleid medisch personeel te focussen. Bovendien beheerde
en financierde de nieuwe overheid alle medische instellingen, gaande van gespecialiseerde
hospitalen in de steden tot de kleinste gezondheidsstations op het platteland. Daarmee werd
iedereen die werkzaam was in de medische sector staatspersoneel en verdween de private
geneeskunde.2
Het gezondheidszorgbeleid dat op een bepaald moment geïmplementeerd wordt,
vormt steevast een afspiegeling van het politieke en economische klimaat en laat de
voorkeur van de dominante politieke machtsgroep zien. Ik richt mij in deze thesis dan ook op
de evolutie in geneeskunde en gezondheidszorg die zich heeft voorgedaan doorheen de
maoïstische periode telkens de machtsverhoudingen wijzigden en op de veranderende plaats
in het gezondheidszorgbeleid die hierbij aan de Chinese geneeskunde werd toegekend. Elk
deel behandelt een politieke periode en de veranderingen die dit met zich meebracht voor
het gezondheidszorgbeleid. Deel I geeft een beknopt overzicht van de Chinese medische
geschiedenis en enkele centrale concepten van dit traditioneel systeem (yin en yang, de vijf
elementen, acupunctuur en moxibustie). Er wordt ingegaan op het eerste contact met de
Westerse biomedische geneeskunde en op de negatieve houding tegenover de autochtone
geneeskunde die op het einde van het keizerrijk geleidelijk ontstond en bleef aanhouden
tijdens de beginjaren van de Republiek en de Nationalistische periode. Deel II (’49-’53)
begint bij het ontstaan van de Volksrepubliek en de plannen die werden opgesteld voor een
gezondheidszorgbeleid dat zich in de eerste plaats op de arme boerenbevolking van het
platteland richtte door onder meer de traditionele Chinese geneeskunde terug aan te
wenden. Mao lanceerde in dit kader het revolutionaire ‘eenmaking van Chinese en Westerse
geneeskunde’-programma中西医统一(zhongxiyi tongyi) waaruit één, nieuwe geneeskunde
1 In deze scriptie vermeld ik telkens eerst de Nederlandse term, gevolg door de Chinese karakters en de pinyin-transcriptie tussen haakjes. 2 Chen, Meei-shia (2001), “The Great Reversal: Transformation of Health Care in the People’s Republic of China”, The Blackwell Companion to Medical Sociology, pp.456-458; Blumenthal, David en Hsiao, William (2005), “Privatization and its Discontents - The Evolving Chinese Health Care System”, The New England Journal of Medicine, p.1165.
6
zou ontstaan, uniek voor China. Omwille van de dominantie van het Ministerie van
Gezondheid over de CCP bleef de nadruk echter liggen op de steden en de Westerse
geneeskunde. Deel III (’53-’57) toont hoe de CCP zijn macht vanaf ’53 steeds meer wist te
consolideren. Men ging scherpe kritieken uiten op de bourgeoisinstelling van het Ministerie
van Gezondheid en initiatieven werden opgezet die de traditionele Chinese geneeskunde
dienden op te waarderen. Tijdens deze periode ontstond ook het concept van het door de
staat gestipuleerde Traditional Chinese Medicine of TCM (zie onder). De periode van de
Grote Sprong Voorwaarts komt aan bod in deel IV (’58-’60). Dit was de periode waarin de
plattelandsbevolking op grote schaal werd betrokken in het gezondheidszorgbeleid en de
officiële promotie van de Chinese geneeskunde zijn hoogtepunt bereikte. In deel V (’60-‘65)
is te zien hoe Mao zich na het debacle van de GSV afzijdig hield en hoe dit tijdens deze jaren
van bezuiniging resulteerde in een consensus tussen het Ministerie van Gezondheid en de
CCP over de overgang van Mao’s revolutionaire ‘eenmaking van Chinese en Westerse
geneeskunde’-beleid naar een meer gematigd plan voor de ‘integratie van Chinese en
Westerse geneeskunde’中西医结合 (zhongxiyi jiehe). Deel VI (’66-’69) begint bij de 26 juni-
directieven ‘六-二六’ 指示 (liu erliu zhishi) die aan de Culturele Revolutie vooraf gingen en
die de nog steeds bestaande kloof tussen stad en platteland aankaartten. Gedurende deze
jaren van kritiek op het elitarisme van het Ministerie van Gezondheid werd besloten het
gezondheidszorgbeleid, dat nu in handen lag van Mao en een select groepje vertrouwelingen,
volledig op het platteland af te stemmen. Dit leidde onder meer tot de totstandkoming van
het Coöperatief Medisch Systeem (CMS), een soort verzekeringssysteem voor rurale
gezondheidszorg. Deprofessionalisering was het kernbegrip tijdens de CR en we zien dan ook
een grote toename in rudimentair opgeleid deeltijds gezondheidspersoneel zoals de ‘barefoot
doctor’, een typisch product van deze fase in de Chinese geschiedenis. De autochtone
geneeskunde zou bovendien terug meer gepromoot worden. Deel VII, het laatste deel,
behandelt de eindjaren van de maoïstische periode waarin geleidelijk het Ministerie van
Gezondheid terug op de voorgrond trad, professionalisme opnieuw belangrijker werd en
China zich openstelde voor het Westen, wat geleid heeft tot het opstellen van een
Basistheorie voor TCM. Als laatste komt een kort overzicht van de hervormingen na ’76
onder Deng Xiaoping aan bod, waar de overschakeling van een collectieve naar een
vrijemarkteconomie uit voortvloeide. Een overschakeling die het begin betekende van een
periode van constante economische groei waardoor China is toegetreden tot de economische
wereldtop, maar die nefast zou zijn blijken voor de toegang tot gezondheidszorg onder
andere ten gevolge van de ineenstorting van het CMS en het verdwijnen van de barefoot
doctors.
In deze inleiding is reeds enkele keren het begrip ‘TCM’ aan bod gekomen. Hier dient
evenwel voorzichtig mee omgesprongen te worden. In tegenstelling tot wat de benaming
doet vermoeden is TCM (Traditional Chinese Medicine) de huidige vorm van Chinese
7
geneeskunde die zowel in China zelf als in het buitenland toegepast wordt, niet te verwarren
met de werkelijk traditionele Chinese geneeskunde. De oorspronkelijk traditionele Chinese
geneeskunde was een amalgaam van vaak op magie en bijgeloof steunende behandelingen
en therapieën van een heterogene groep, niet altijd even bekwame, heelmeesters. De
theoretische fundering ging terug op naturalistische concepten als yin, yang en de vijf
elementen en de overlevering gebeurde van meester op discipel. TCM daarentegen is het
door de CCP gestandaardiseerd medisch systeem, ontstaan vanaf ’56, dat elementen van de
traditionele geneeskunde bevat (bijvoorbeeld acupunctuur, moxibustie, massage,
aromatherapie en kruidengeneesmiddelen), maar ook verweven is met CCP-ideologie en met
de Westerse biomedische geneeskunde. Het wordt toegepast door opgeleide artsen die een
studie van zes jaar hebben doorlopen aan een door de staat opgerichte TCM Academie, waar
de opleiding gebaseerd is op een gestandaardiseerde reeks TCM-handboeken.3 Het is echter
dankzij het concept van TCM dat facetten van de klassieke geneeskunde tot op vandaag nog
steeds een rol spelen in de gezondheidszorg. Zonder de standaardisering in TCM, zou deze
medische traditie wellicht net zoals andere traditionele praktijken (bijvoorbeeld divinatie en
alchemie) langzaamaan uitgestorven zijn.4
Ik wens nog op te merken dat wanneer ik in deze thesis het begrip ‘Westerse artsen’
gebruik hiermee verwijs naar artsen met de Chinese nationaliteit opgeleid in Westerse
geneeskunde. Hetzelfde geldt voor ‘Westerse hospitalen’, dit zijn hospitalen in China waar
artsen met de Chinese nationaliteit de Westerse biomedische geneeskunde toepassen.
3 Fruehauf, Heiner (1999), “Chinese Medicine in Crisis: Science, Politics and the Making of TCM”, Classical Chinese Medicine. Enkel online beschikbaar via http://www.classicalchinesemedicine.org/ccm/tcmgermany05.htm; Taylor, Kim (2004), “Divergent Interests and Cultivated Misunderstandings: The Influence of the West on Modern Chinese Medicine”, Social History of Medicine, pp.137-140; Taylor, Kim (2004), “Divergent Interests and Cultivated Misunderstandings: The Influence of the West on Modern Chinese Medicine”, Social History of Medicine, pp.94-96/pp.103-105. 4 Fruehauf, Heiner (1999); Sivin, Nathan (1987), Traditional Medicine in Contemporary China, Ann Arbor (Mich.): University of Michigan. Center For Chinese Studies, p.8.
8
I. De traditionele Chinese geneeskunde voor 1949
1. Terug naar het begin
1.1 Beknopt overzicht van de Chinese medische geschiedenis
De traditionele Chinese geneeskunde is een 4000 jaar oud medisch systeem, en
daarmee de oudste vorm van geneeskunde in de wereldgeschiedenis.5 De opvatting over
ziekte en gezondheid gaat uit van de lichamelijke (dis)harmonie tussen yin阴 en yang阳 en
de vijf fasen五行 (wuxing). Deze theoretische basis werd voor het eerst uiteengezet in de
‘Inwendige Canon van de Gele Keizer’皇帝内经 (Huangdi Neijing)6, het oudste werk over
Chinese geneeskunde. De traditie schrijft het toe aan de Gele Keizer皇帝 (Huangdi), die
leefde van 2698 tot 2598 v.Chr, maar op vandaag situeert men het in de periode van de
Strijdende Staten (480-221). 7
Huangdi en Shennong神农 (2838-2698), die de geneeskrachtige werking van planten
ontdekte en uitvinder van de landbouw was, worden beschouwd als grondleggers van de
Chinese geneeskunde. Aan Shennong wordt de ‘Canon over Kruiden van de Goddelijke Boer’
神农本草经 (Shennong Bencao Jing) toegeschreven, een compendium van de toenmalige
kruidenkennis. In dit werk worden 365 medicijnen beschreven, waarmee het de basis
vormde voor de latere kruidengeneeskunde. Omdat de term bencao 8pas voor het eerst
gebruikt werd in de eerste eeuw na Christus, kan Shennong echter niet de auteur zijn.
Aangenomen wordt dat de ‘Shennong Bencao Jing’ van de hand van meerdere auteurs zou
zijn. Zowel dit klassiek medisch werk als de ‘Huangdi Neijing’ waren regel voor regel gekend
door latere generaties en eeuwenlang werd aan hun autoriteit vastgehouden. 9
De geschiedenis van de Chinese geneeskunde kan onderverdeeld worden in vijf grote
periodes. Shennong en Huangdi behoren beide tot de Legendarische Periode (2838-1122).
Een fase die begon bij de aanvang van de Chinese beschaving en eindigde met de Shang商-
dynastie(1766-1122) en waarover talloze mythes en legenden opgetekend zijn. Deze
legendarische verhalen zijn echter van minder belang voor de medische geschiedenis. Dit
5 Chen, Meei-Shia (2001), p.462. 6 Voor meer informatie betreffende de Huangdi Neijing, zie Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), History of Chinese Medicine: Being a Chronicle of Medical Happenings in China from Ancient Times to the Present Period, New York: AMS Press, pp.28-38 en Unschuld, Paul U. (2003), Huangdi Neijing Suwen. Nature, Knowledge, Imagery in an Ancient Chinese Medical Text, Berkeley (Calif.): University of California Press. 7 Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), p.7; Chen, William Y. (1961), “Medicine and Public Health in China Today”, Public Health Reports, p.705. 8 Bencao-literatuur of ‘Materia Medica’ zijn werken die de samenstelling en werking van Chinese kruidengeneesmiddelen beschrijven. Het bekendste voorbeeld van bencao-literatuur is het “Compendium van Materia Medica” 本草纲目(Bencao Gangmu) van Li Shizhen李时珍 (1518–1593). Li Shizhen (1977), Bencao Gangmu本草纲目(Compendium van Materia Medica), Beijing: Renmin Weisheng Chubanshe. Voor meer informatie betreffende de Bencao Gangmu, zie Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.105-110; Unschuld, Paul U. (1986), Medicine in China. A History of Pharmaceutics, California: University of California Press, pp.145-168. 9 Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.6-7; Unschuld, Paul U. (2003), p.234; Unschuld, Paul U. (1986), pp.11-16; Sivin, Nathan (1987), pp.24-25.
9
veranderde met de drie opeenvolgende dynastieën uit de Historische Periode(1121-960), die
elk hun eigen bijdrage tot de geneeskunde hebben geleverd. Theoretische uiteenzettingen
waren typerend voor de Zhou周-dynastie (1121-256), toen geneeskunde een louter
filosofische aangelegenheid was. Tijdens de Han漢-dynastie (202v.Chr-220n.Chr.) werd
meer belang gehecht aan observatie en ontstond er voor het eerst een wetenschappelijk
onderlegd medisch systeem. Met de komst van het Boeddhisme en het toenemend succes
van het Taoïsme tijdens de Tang唐-dynastie (618–907) deden nieuwe, eerder spirituele
heeltechnieken hun intrede.10
De Controversiële Periode (961-1800) wordt gekenmerkt door een veranderde visie
op geneeskunde. In plaats van zonder meer de antieke medische klassieken na te volgen,
werden deze vanaf de Song宋-dynastie (960–1279) aan een kritische blik onderworpen en
verschenen er commentaren in een nooit eerder geziene hoeveelheid. Deze eeuwen waren
bovendien een periode van specialisatie binnen de geneeskundige sector en werken specifiek
over onder meer kinderziektes, interne geneeskunde en gynaecologie werden uitgegeven.11
De vierde en vijfde fase zijn de Moderne Periode (1801-1949), waarin de Westerse
geneeskunde zijn intrede deed12, en de Maoïstische Periode (1949-1976).
In het antieke China werden behandelingen en therapieën uitgeoefend door personen
met een gevarieerde sociale achtergrond. Er waren de rondtrekkende of lokale genezers die
zo goed als geen medische boekkennis hadden en vooral op magie en religie steunden. Er
waren de ruyi儒医13, de medische ambtenaren aan het keizerlijk hof. Het prestige van deze
keizerlijke medici werd vooral afkomstig van hun aanzien als filosoof, poëet of bestuurder en
niet zozeer van hun medische capaciteiten. En dan waren er nog de geneesheren die het
beroep van hun vader of als discipel van een meester aangeleerd hadden. In tegenstelling
tot de eerste twee categorieën, waren de praktijken van deze laatste groep wel betrouwbaar.
Over het algemeen echter was het raadplegen van een ‘geneesheer’ in vroegere tijden niet
steeds zonder risico.14
1.2 Yin, yang en de vijf elementen
De twee centrale concepten in de Huangdi Neijing zijn dat van yin阴 versus yang阳
en dat van de vijf elementen五行 (wuxing). Yin (vrouwelijk, koud, donker, nacht, maan,…)
en yang (mannelijk, warm, licht, dag, zon…) zijn in alles op de wereld (mensen, dieren,
voorwerpen,…) aanwezig en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het ene kan niet
bestaan zonder het ander, een deeltje van yang is yin, een deeltje van yin is yang. In elk
10 Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.xxvi-xxvii. 11 Ibid., pp.86-89. 12 Meer over deze periode in sectie 2 van dit deel, p.11. 13 Confucianistische term voor ambtenaren aan het hof die zich specialiseren in geneeskunde, anders gezegd de confucianistische medici. (Unschuld, Paul U. (1979), Medical Ethics in Imperial China. A Study in Historical Anthropology, Berkeley (Calif.): University of California Press, pp.42-43.) 14 Sivin, Nathan (1987), pp.21-23.
10
onderdeel van het lichaam en in alle biologische processen zijn yin en yang werkzaam. Het
uiterlijke, de rug, hart en lever zijn yang; het inwendige, de maag, milt, longen en nieren zijn
yin; ziektes toegeschreven aan uitwendige oorzaken zijn yang-ziektes, deze toegeschreven
aan inwendige oorzaken zijn yin-ziektes; een teveel aan yang brengt koorts teweeg, een
teveel aan yin veroorzaakt afkoeling van het lichaam. Het is de taak van de geneeskunde om
te achterhalen waar het evenwicht tussen yin en yang verstoord is, om daarna met geschikte
medicijnen of behandelingen dit te herstellen.15
Zoals alles in de natuur voortkomt uit de wisselwerking tussen yin en yang, zo is ook
alles een samenstelling van de五行 (wuxing), wat vertaald wordt als de vijf elementen, vijf
fasen, vijf handelingen of vijf bewegingen. Er zijn verschillende versies van de reeks van vijf
elementen. Eén van die reeksen is bijvoorbeeld hout, metaal, vuur, water en aarde, waarbij
ieder element telkens het voorafgaande overwint: aarde dijkt water in, water dooft vuur,
vuur smelt metaal, metaal snijdt hout en hout bewerkt de aarde. Zolang hun verhouding in
de verschillende delen van het lichaam behouden blijft, is het lichaam gezond, wordt hun
verhouding verstoord, dan resulteert dit in ziekte. De traditionele geneeskunde verbindt elk
van deze elementen met een orgaan: vuur met het hart, hout met de lever, aarde met de
mild, metaal met de longen en water met de nieren.16
1.3 Acupunctuur en moxibustie
Acupunctuur针刺 (zhenci) is een traditionele heeltechniek die niet voorkomt in de
medische geschiedenis van eender welk ander land dan China, maar binnen de Chinese
geneeskunde een belangrijke plaats inneemt en reeds in de ‘Huangdi Neijing’ uitgebreid aan
bod komt. Bij het toepassen van acupunctuur gaat men uit van de theorie dat er bij een
fysische of psychosomatische aandoening één of meerdere zachte plekjes op het lichaam te
vinden zijn. De behandeling bestaat er vervolgens uit metalen naalden, warm of koud, in te
brengen op die bepaalde punten van het lichaam, de acupunctuurpunten穴道 (xuedao)
(bijlage 1). Er zijn een duizendtal dergelijke punten, waarvan de meeste zich relatief ver
bevinden van de plaats van de gevoelde symptomen. De aandoening waar in de biomedische
geneeskunde naar verwezen wordt met ‘migraine’ behandelen acupuncturisten bijvoorbeeld
op de handen en voeten. Door stimulatie van een acupunctuurpunt zou het verstoorde
evenwicht tussen yin en yang in het gerelateerde lichaamsdeel hersteld worden.
De ongeveer duizend acupunctuurpunten worden verdeeld in twaalf groepen, waarbij
de punten van één groep verbonden zijn door een soort lijn die men ‘meridiaan’ 经 (jing)17
noemt en waar volgens de Chinese traditie de ‘levenskracht’气 (qi) doorheen stroomt.
15 Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), p.19; Beijing College of Traditional Chinese Medicine (1981), Essentials of Chinese Acupuncture, Oxford: Pergamon Press, pp.11-16. 16 Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.19-21; Heirman, Ann et al. (2008), China. Een Maatschappelijke en Filosofische Geschiedenis van de Vroegste Tijden tot de Twintigste Eeuw, Gent: Academia Press, pp.257-258; Beijing College of Traditional Chinese Medicine (1981), pp.16-21. 17 De twaalf meridianen zijn onzichtbaar en bijgevolg hypothetisch.
11
Onderbrekingen in deze energiestroom veroorzaken ziekte. De twaalf meridianen komen
altijd in paren voor, een yin -en een yang-meridiaan, en worden gekoppeld aan de twaalf
hoofdorganen van het lichaam. 18
Tijdens de behandeling met moxibustie艾灸 (aijiu), ook wel afgekort tot moxa, houdt
men het gloeiende uiteinde van een moxa-stick gedurende enkele minuten bij een
acupunctuurpunt tot dit punt rood kleurt (bijlage 2). De bedoeling is om warmte-energie
naar het punt te generen en zo de qi-stroom te bevorderen. Soms wordt moxibustie ook
gecombineerd met acupunctuur针灸 (zhenjiu). Tijdens deze behandeling wordt het uiteinde
van een acupunctuurnaald met moxakruid omhuld en verhit. Bijvoorbeeld in de behandeling
van sinusitis en artritis worden positieve resultaten toegeschreven aan acupunctuur en
moxibustie.19
In volgende sectie wordt teruggekomen op de vierde grote periode in de Chinese medische
geschiedenis, de Moderne Periode (1801-1945), wanneer de Westerse geneeskunde zijn
intrede deed.
2. De eerste contacten met Westerse geneeskunde: medische missionarissen
Reeds in de 16de eeuw hadden christelijke missionarissen pogingen ondernomen om
de Westerse geneeskunde in China te introduceren, maar deze bleven zonder veel resultaat.
Inspanningen van de jezuïeten in de 17de eeuw om Europese anatomische en fysiologische
concepten uit te dragen, konden eveneens op niet veel bijval rekenen. Het zou uiteindelijk
pas in de 19de eeuw zijn dat protestantse missionarissen en artsen er in slaagden de
Westerse geneeskunde te introduceren.
Een belangrijk persoon in dit proces was Peter Parker (1804–1888), de eerste
protestantse missionaris met een volwaardige medische opleiding. In 1835 opende hij in
Guangzhou广州 een kliniek en behandelde in enkele jaren tijd duizenden patiënten door
enkel gebruik te maken van technieken uit de Westerse geneeskunde. Met zijn nochtans
simplistische chirurgische ingrepen verwierf hij algauw groot aanzien onder de Chinese
bevolking en vanuit alle hoeken van het land kwam men bij hem op consultatie. Hierin
diende zich volgens de ‘American Board of Commissioners for Foreign Missions’, de
organisatie die Parker sponsorde, de ideale gelegenheid aan om zijn taken als arts en als
18 Mann, Felix (1965), “Chinese Traditional Medicine: A Practitioner’s View”, The China Quarterly, p.29/pp.33-35; Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.227-229; Veith, Ilza (1982), Chinese Medicine Series. Huang Ti Nei Ching Su Wen: The Yellow Emperor’s Classic of Internal Medicine, Taipei: Southern Materials Center, pp.59-76. 19 Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), p.45; Veith, Ilza (1982), pp.59-76; Lu, Gwei-Djen en Needham, Joseph (1980), Celestial Lancets. A History and Rationale of Acupuncture and Moxa, Cambridge: Cambridge University Press, pp.170-184. Voor een gedetailleerde uiteenzetting over acupunctuur en moxibustie, zie The People’s Medical Publishing House (1980), Advances in Acupuncture and Acupuncture Anaesthesia, Beijing: The People’s Medical Publishing House; Beijing College of Traditional Chinese Medicine (1981).
12
missionaris te combineren.20 Na de eerste Opiumoorlog (1839-1842) richtten buitenlandse
missionarissen dan ook de eerste Westerse medische scholen en hospitalen op, zodat in
1850 reeds tien missionarishospitalen gevestigd waren, een aantal dat werd uitgebreid tot
eenenzestig in 1889. Kort na de eeuwwisseling waren medische missionarissen actief in 362
hospitalen en nog eens 244 van hen in dagklinieken.
De Westers opgeleide artsen vestigden zich echter hoofdzakelijk in de steden en
oostelijke kustgebieden, waar betere faciliteiten voor handen waren. Daardoor bleef het
grootste deel van de bevolking zich wenden tot de traditionele geneesheren, die verspreid
over het land woonden maar van wie de bekwaamheid eerder bedenkelijk was. Bovendien
maakten de Westerse dokters gebruik van dure technieken en geneesmiddelen, die het
gewone volk zich niet kon veroorloven.21
3. De traditionele Chinese geneeskunde verworpen
Hoewel de traditionele geneeskunde op het einde van het keizerrijk derhalve nog
steeds een belangrijke rol speelde binnen de medische sector, diende zich met de introductie
van de Westerse geneeskunde een eerste grote uitdaging aan. Het is vanaf deze periode dat
men niet meer naar ‘geneeskunde’ verwijst gewoon met de term yi医 of yixue医学, maar
dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen ‘Chinese geneeskunde’中医 (zhongyi) en
‘Westerse geneeskunde’西医 (xiyi).22
De onmacht van de Qing-dynastie清朝 (Qingchao) ten aanzien van de Westerse
koloniale mogendheden en de nederlaag in de Sino-Japanse oorlog (1894-1895) deed op het
einde van het keizerrijk bij steeds meer intellectuelen de overtuiging groeien dat China
diende te moderniseren en zich zodoende diende te distantiëren van zijn traditionele
waarden en denkbeelden. In dit modernisatieproces beschouwde men het overnemen van de
Westerse wetenschap en technologie als een sleutelfactor. Met dit doel voor ogen werden
Chinese studenten naar Japan en het Westen gestuurd waar ze een moderne opleiding
volgden en vervolgens deze kennis naar China meebrachten. Na de val van het keizerrijk in
1911 flakkerden de anti-traditionalistische gevoelens nog hoger op. De Vier Mei Beweging五
四运动 (Wu Si Yundong)23 van 1919 onder meer bracht studenten en intellectuelen, waarvan
20 Uit een rapport van de ‘Missionary Society of the Church of England’ na een bezoek aan Parker in 1847 blijkt hun intentie om door middel van het oprichten van ziekenhuizen de Chinese bevolking tot het christendom te bekeren: “(…)at the present time the Missionary Hospital is the most hopeful agency for effecting good on an extensive scale by disposing the minds of rulers and people most favourably towards foreign teachers.” (uit: Unschuld, Paul U. (2003), p.239) 21 Unschuld, Paul U. (2003), pp.235-242; Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.302-332. 22 Fruehauf, Heiner (1999). 23 De Vier Mei Beweging was aanvankelijk een opstand van een drieduizendtal studenten van de Beijing Universiteit die protesteerden tegen de zwakke reacties van de regering op het ‘Verdrag van Versailles’ (1919), waarin de rechten die Duitsland tijdens WOI verworven had in Shandong山东 aan Japan toegekend werden. De gemoederen raakten echter steeds meer verhit en er braken opstanden uit in heel China. Bovendien was er een boycot van Japanse goederen. Een belangrijk gevolg van deze beweging was dat de Chinese intelligentsia de traditionele Chinese waarden in vraag gingen stellen. (Hsü, Immanuel C.Y. (2000), The Rise of Modern China,
13
velen een buitenlandse opleiding achter de rug hadden, samen die ijverden voor een radicale
transformatie van de Chinese maatschappij, door waarden uit het verleden te verwerpen en
buitenlandse kennis te importeren. Concepten als yin en yang, de vijf elementen en de
acupunctuurmeridianen werden als bijgeloof bestempeld. De Westerse geneeskunde met zijn
moderne missionarishospitalen en medische instellingen daarentegen oefende een grote
aantrekkingskracht uit. 24 Kenmerkend voor dit evoluerende klimaat was de uitspraak van
Minister van Onderwijs Cai Yuanpei蔡元培(1868-1940) in 1914:
“I have decided to abolish Chinese medicine and to use no more Chinese remedies as well.” (Uit:
Unschuld, Paul U. (2003), A History of Ideas, Berkeley (Calif.): University of California Press p.250.)
Gedurende de Nationalistische periode (1928-1937) 25 werd eveneens resoluut voor
de verwestering gekozen. Na advies inzake medische ontwikkeling gewonnen te hebben bij
de ‘League of Nations’ Health Organization’ in Geneve besloot de nieuwe Guomindang国民
党-regering (GMD) van Jiang Jieshi蒋介石(1887-1975) op 1 november 1928 een Ministerie
van Gezondheid 卫生部 (Weishengbu) in het leven te roepen. Dit Ministerie zou een beleid
toepassen dat pertinent op Westerse geneeskunde gericht was.26
In de plannen voor een medisch beleid speelde de Chinese geneeskunde, die nu ook
‘oude geneeskunde’就医 (jiuyi) of ‘nationale geneeskunde’国医 (guoyi) genoemd werd en die
als symbool beschouwd werd van de ‘oude’ samenleving, geen enkele rol meer. Dit wordt
duidelijk in de motie die Dr. Yu Yunxiu余云岫(1879-1954) van het Ministerie van Gezondheid
op 25 februari 1929 uitbracht, getiteld: “Het Afschaffen van de Oude Geneeskunde om de
New York: Oxford University Press, pp.501-505; Dillon, Michael (ed.) (1998), China. A Cultural and Historical Dictionary, Richmond: Curzon, p.214). Voor meer informatie over deze opstand, zie Chow, Tse-Tsung (1967), The May Fourth Movement. Intellectual Revolution in Modern China, Stanford: Stanford University Press. 24 Hsü, Immanuel C.Y. (2000), pp.355-358; Goldman, Merle en Lee, Leo Ou-Fan (2002), An Intellectual History of Modern China, Cambridge: Cambridge University Press, pp.14-18; Unschuld, Paul U. (2003), pp.242-243; Scheid, Volker (2002), Chinese Medicine in Contemporary China. Plurality and Synthesis, Durham (N.C.): Duke University Press, p.34. 25 In 1928 riep Jiang Jieshi, leider van de Nationalistische Partij国民党 (Guomindang), de ‘Nationalistische Republiek China’ uit met Nanjing南京 als hoofdstad. Het Nanjing-bestuur slaagde er echter niet in een moderne natiestaat te creëren. De helft van het staatsbudget ging naar militaire uitgaven en er heerste interne strijd en corruptie binnen de GMD. Met de toenemende dreiging van Japan groeide het ongenoegen bij de bevolking en werd de Communistische Partij (CCP) onder leiding van Mao Zedong毛泽东 kende steeds meer succes. Toen de CCP en de GMD genoodzaakt werden in 1937 een nationale eenheid te vormen tegen de Japan, trok de Nanjing-regering zich terug in Chongqing重庆 waar het beleid verder in verval raakte. In 1945 keerde de regering terug naar Nanjing en raakte verwikkeld in een burgeroorlog met de CCP en het Rode Leger红军(Hong Jun). Een oorlog die in 1949 zou gewonnen worden door de CCP, waarna op 1 oktober de Volksrepubliek China uitgeroepen werd met opnieuw Beijing北京 als hoofdstad. (Wang, Ke-Wen (ed.) (1998), Modern China. An Encyclopedia of History, Culture and Nationalism, New York: Garland Publishing Inc, pp.222-223.) Voor meer informatie betreffende het Nationalistisch Bewind, zie Eastman, Lloyd E. (1975), The Abortive Revolution. China under Nationalist Rule, 1927-1937, Cambridge (Mass.): Harvard University Press. 26 Taylor, Kim (2005), pp.6-7; Lucas, AnElissa (1980), “Changing Medical Models in China: Organizational Options or Obstacles?”, The China Quarterly, pp.468-469; Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.719-725.
14
Obstakels in Geneeskunde en Gezondheidszorg Uit te Vegen” 废止旧医以扫除医事卫生之障
碍案 (Fazhi Jiuyi Yi Saochu Yishi Weisheng Zhi Zhang’ai An). Deze aankondiging leidde tot
grote consternatie binnen de Chinese medische wereld en er volgde een nationale betoging
in Shanghai上海 op 17 maart van dat jaar. Onder druk van de protesten van duizenden
traditionele artsen en hun patiënten werd de motie uiteindelijk toch niet doorgevoerd.27 Maar
wat naast die overwinning belangrijker was, is het feit dat voor het eerst in de geschiedenis
van de traditionele geneeskunde in China de Chinese medische wereld zich achter één
project schaarde en in één groep de confrontatie met de moderniteit aangingen.
Verenigingen en scholen werden opgericht, geneesheren verenigden zich in hospitalen voor
traditionele Chinese geneeskunde en handboeken en magazines werden gepubliceerd. Echter
door de inefficiëntie en corruptie van het Nanjing-bestuur ontbrak elke organisatorische basis
en hielden deze initiatieven bijgevolg niet lang stand. 28 Het zou duren tot de CCP stevig het
roer in handen had vooraleer de Chinese geneeskunde opnieuw een prominente plaats kon
innemen. Dit komt uitgebreid aan bod in deel III, sectie 2.
Algemeen beschouwd was de gezondheidstoestand van de bevolking in de periode
van de Republiek China中华民国 (Zhonghua Minguo) (1911-1949)29 uiterst precair. Naar
schatting lieten vier miljoen mensen per jaar het leven ten gevolge van parasitaire ziektes als
malaria en schistosomiasis, infectueuze ziektes als cholera, pokken, tyfus, lepra en
meningitis, geslachtsziektes en ziektes ten gevolge van ondervoeding zoals scheurbuik,
beriberi en pellagra. Aangezien 84% van de plattelandsbevolking zich geen medische zorg
kon veroorloven, was een gecentraliseerd medisch systeem dat volledig door de staat
gecoördineerd werd de enige oplossing. In dit kader werden onder andere het ‘Nanjing
Centraal Gezondheidsstation’中央卫生设施试验处 (Nanjing Zhongyang Weisheng Sheshi
Shiyan Chu)30 en het ‘Centraal Instituut voor Nationale Geneeskunde’中央国医馆 (Zhongyang
27 Taylor, Kim (2005), p.7; Fruehauf, Heiner (1999); Scheid, Volker (2002), pp.34-35. 28 Taylor, Kim (2005), p.7; Scheid, Volker (2002), p.67. 29 Na de Revolutie van 1911辛亥革命 (Xinhai Geming) kwam het keizerrijk ten val en werd de Republiek China中华民国 (Zhonghua Minguo) (‘11-’49) opgericht met Yuan Shikai袁世凯 (1859-1916) als eerste president. Deze periode wordt opgedeeld in het Beiyang-regime van 1911 tot 1928, wanneer verschillende krijgsheren na de dood van Yuan Shikai in 1916 de macht over het land probeerden te veroveren, en het Nationalistisch bewind van 1928 tot 1937 onder leiding van de Guomindang国民党 (GMD) met Jiang Jieshi蒋介石 (1887-1975) als regeringsleider en Nanjing南京 als hoofdstad. Bij het uitbreken van de Sino-Japanse Oorlog in ’37 verplaatste de Nanjing-regering zijn zetel naar Chongqing重庆 en bleef daar tot het einde van die oorlog in ’45, daarna keerde men terug naar Nanjing. Het beleid was echter in verval geraakt en zou uiteindelijk na de Burgeroorlog (’45-’49) omvergeworpen worden door de CCP共产党, die op 1 oktober 1949 de Volksrepubliek China oprichtten. Jiang Jieshi en de GMD vluchtten daarop naar Taiwan en zetten ginds de Republiek verder. Dillon, Michael (ed.) (1998), p.264; Wang, Ke-Wen (ed.) (1998), pp.282-283. 30 De CFHS bestond uit negen departementen: (1) Bacteriologie en Epidemische ziektes (2) Chemie en Farmacologie (3) Parasitologie (4) Hygiëne (5) Verloskunde en Sociale Geneeskunde (6) Pediatrie (7) Arbeidsgezondheid (8) Epidemiologie (9) Gezondheidsopvoeding. Aan deze instelling was ondermeer een bacteriologisch labo verbonden, een hospitaal waar medisch personeel opgeleid werd en instituten voor het produceren van geneesmiddelen. (Lucas, AnElissa (1980), p. 469)
15
Guoyiguan) opgericht die tegen 1937 samen een aantal medische onderzoeksinstituten,
opleidingsinstellingen en preventiecentra beheerden.31
Het problematische aspect van deze instellingen was echter dat ze bestuurd werden
door artsen opgeleid in Westerse geneeskunde die weliswaar een goede kennis hadden van
Westerse aandoeningen, technieken en medicatie, maar niet voldoende vertrouwd waren
met ziektes waar de Chinese bevolking werkelijk mee te kampen had zoals schistosomiasis,
lepra, scheurbuik en beriberi. Dat was ook het probleem van buitenlandse pogingen tot hulp
zoals het door de Amerikaanse ‘Rockefeller Foundation’32 gesponsorde ‘Peking Harmonieus
Medisch College’北京协和医学院 (Beijing Xiehe Yixueyuan)33 dat zijn curriculum baseerde op
het academisch model van Westerse medische scholen.34
Naast het oprichten van dergelijke stedelijke instellingen maakte de centrale overheid
ook plannen voor de opbouw van een gezondheidszorgnetwerk op het platteland35, maar
wegens een groot tekort aan financiële middelen en opgeleide artsen is dit systeem nooit in
de praktijk uitgevoerd. Corruptie, economische malaise en de oorlog met Japan (1937-1945),
onmiddellijk gevolgd door de burgeroorlog met de CCP (1945-1949) deden China’s
gezondheidsproblemen uiteraard nog meer toenemen, waardoor het uitwerken van een
degelijk gezondheidszorgbeleid meteen een belangrijk punt op de agenda van de CCP zou
worden bij de oprichting van de Volksrepubliek China in 1949. 36
31 Hiertoe behoren onder andere het Nanjing Centraal Hospitaal, de Nanjing Centrale School voor Verpleegkunde, de Nanjing en de Beijing Centrale School voor Verloskunde, het Nanjing Nationaal Bureau voor Epidemische Preventie met laboratoria in Beijing en Lanzhou,… (Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.738-739) Lucas, AnElissa (1980), p.470; Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), p.734/pp.738-739; Scheid, Volker (2002), p.215. 32 Voor meer informatie omtrent deze organisatie, zie hun website http://www.rockfound.org. 33 De website van het Peking Harmonieus Medisch College is http://www.pumch.ac.cn/. Voor verdere informatie betreffende de Rockefeller Foundation en het Peking Harmonieus Medisch College, zie Bullock, Mary Brown (1980), An American Transplant. The Rockefeller Foundation and Peking Union Medical College, Berkeley (Calif.): University of California Press. 34 Chen, William Y. (1961), pp.699-700; Sidel, Victor W. (1973), “Medicine and Public Health”, Proceedings of the Academy of Political Science, pp.110-111. 35 Binnen het systeem werd voorzien om in elk gewest县(xian) een gezondheidscentrum met 30 tot 35 bedden op te richten; in elk xian sub-district met circa 50000 mensen een gezondheidsstation; in elke ‘xiang’乡 (geheel van een aantal dorpen) een gezondheidssubstation met daaraan verbonden een lokale school en in elk dorp村 (cun) een lokaal verkozen gezondheidsassistent aan te stellen. Binnen dit systeem zouden alle medische diensten voor de boerenbevolking kosteloos aangeboden worden. Loon -en medicijnkosten zouden betaald worden door het gewest en ook de centrale gezondheidsinstellingen in Nanjing zouden tussenkomen in de verloning en training van medisch personeel. Van de lokale bevolking werd enkel een bijdrage verwacht voor de constructie van de gezondheidscentra -en stations. (Lucas, AnElissa (1980), pp. 472-473) 36 Lucas, AnElissa (1980), pp.468-480; Chen, William Y. (1961), “Medicine and Public Health”, The China Quarterly, pp.153-155.
16
4. Een traditionele Chinese geneeskunde in ‘gefilterde’ vorm (1945-1949)
4.1 Samenwerking tussen de Chinese en Westerse geneeskunde
Tijdens de Burgeroorlog国共内战 (Guogong Neizhan) van 1945 tot 1949 met de
Guomindang (GMD)37 werkte Mao Zedong毛泽东 (1893-1976) als leider van de Chinese
Communistisch Partij (CCP), een politiek programma uit waarmee de massa diende overtuigd
te worden dat de CCP de overwinning zou behalen en een degelijke, stabiele regering zou
vormen in een Nieuw China. Dit programma werd vertolkt in “Discours Over De Nieuwe
Democratie”新民主主义论 (Xin Minzhu Zhuyi Lun), gepubliceerd op 19 januari 1940. Mao
poneerde daarin niet alleen de hervorming van economische en politieke structuren, maar
ijverde ook voor een volledig nieuwe cultuur vrij van bijgeloof, ongeletterdheid en alles wat
met het vroegere feodalisme geassocieerd werd38:
“We want not only to change a politically oppressed and economically exploited China into a poltically
free and economically prosperous China, but also to change a China which has been ignorant and
backward under the rule of the old culture into a China that will be enlightened and progressive under
the rule of a new culture. In a sentence, we want to build up a new China.” (uit: Mao Zedong (1975),
Selected Works of Mao Tse-Tung, Volume II, Oxford: Pergamon Press, p.340)
Zoals een uitspraak uit ’42 duidelijk maakt, was Mao net als de Nationalistische GMD-
regering eveneens sterk gekant tegen de traditionele Chinese geneesheren:
“old doctors, circus entertainers, snake oil salesmen and street hawkers are all of the same sort”
(Vertaling naar Fruehauf, Heiner (1999).)
Mao realiseerde zich evenwel dat het uitwissen van de sporen van het oude feodalisme in de
samenleving niet eenvoudig zou zijn en dat hij de traditionele geneeskunde, die vooral op
het platteland nog steeds leefde zoals vroeger39, niet zo maar zou kunnen uitbannen.
Daarom riep hij in de toespraak “Verenigd Front In Culturele Werkzaamheden”文化工作中的
统一战线 (Wenhua Gongzuo Zhong De Tongyi Zhanxian) uit 1944 de traditionele en
moderne artsen op zich te verenigen en samen te werken 中西医合作 (zhongxiyi hezuo). Met
de slogan “De verwetenschappelijking van Chinese geneeskunde en popularisering van de
Westerse geneeskunde”中医科学化,西医大众化 (zhongyi kexuehua, xiyi dazhonghua)
verduidelijkte Mao zijn oproep tot samenwerking en gaf hij de opdracht aan moderne
wetenschappers om de traditionele helingmethodes te avanceren en tegelijk zich meer naar
het gewone volk te richten, waardoor bijgeloof geleidelijk zou verdwijnen. Zijn intentie was
37 Voor meer informatie betreffende de Burgeroorlog (’45-’49) tussen de GMD en de CCP, zie Pepper, Suzanne (1978), Civil War in China. The Political Struggle, 1945-1949, Berkeley (Calif.): University of California Press. 38 Barnett, A. Doak (1964), Communist China. The Early Years, 1949-55, New York: Praeger, pp.3-26; Taylor, Kim (2005), pp.14-15 39 Zoals reeds aangehaald in sectie 2 van dit onderdeel vestigden artsen opgeleid in, de duurdere, Westerse geneeskunde zich hoofdzakelijk in de steden. Westerse geneeskunde was dan ook niet toegankelijk voor het grootste deel van de bevolking wegens niet aanwezig of te duur.
17
met andere woorden de traditionele Chinese geneeskunde als het ware te ‘filteren’ en enkel
de bruikbare aspecten te behouden, waarna deze verder zouden kunnen ontwikkeld worden,
door toepassing van moderne kennis en techniek.40
Het feit dat Mao zich nu tot de artsen van beide medische systemen richtte, hield
evenwel niet in dat hij nu voorstander was van de traditionele geneeskunde. Hij mag dan
wel oproepen hebben tot samenwerking, de Chinese geneeskunde speelde in dit proces
vooral een passieve rol. Uit de toespraak blijkt duidelijk dat Westerse geneeskunde nog
steeds als hoogstaander en kwalificatiever werd beschouwd. Zodoende heeft Mao het nooit
over ‘Chinese geneeskunde’ 中医 (zhongyi), maar gebruikt hij het neerbuigende ‘oude
geneeskunde’旧医 (jiuyi), in contrast met ‘nieuwe geneeskunde’新医 (xinyi), waarmee hij
naar de biomedische geneeskunde verwijst. Hij gaf de voorkeur aan de ‘nieuwe’
geneeskunde, maar wanneer deze niet aanwezig was of niet veroorloofd kon worden, restte
er nog altijd de ‘oude’ geneeskunde. Het opzet van zijn toespraak was bijgevolg niet om de
traditionele Chinese geneeskunde te promoten, als wel om die zaken die de ontwikkeling van
een nieuw en modern China in de weg stonden te hervormen, en de traditionele
geneeskunde was één van die zaken.41
4.2 De nieuwe acupunctuur van Zhu Lian
Een concrete toepassing van het中西医合作-principe is uitgewerkt in het boek
‘Nieuwe Acupunctuur’ 新针灸学 (Xin Zhenjiuxue) van Zhu Lian 朱琏. Zhu Lian (1909-1978)
was dokter opgeleid in de Westerse geneeskunde en lid van de CCP sinds 1935. Gedurende
de Yan’an延安-periode (1935-1947)42 was ze adjunct-directeur van de ‘Chinese Medische
Universiteit’ van Yan’an延安中国医科大学 (Yan’an Zhongguo Yike Daxue) en hoofd van het
Departement voor Algemene Gezondheid van het Achttiende Groepsleger延安十八集团军总
卫生部 (Yan’an Shiba Jituanjun Zongweishengbu). Na ’49 werd ze vice-directeur van het
Bureau voor Moeder -en Kindzorg van het Ministerie van Gezondheid卫生部妇幼卫生司
(Weishengbu Fuyou Weishengsi).43
Zhu Lian was van mening dat de gezondheidsproblemen waar China’s 600 miljoen
mensen tellende bevolking mee te kampen had niet enkel en alleen door de weinige
40 Taylor, Kim (2005), pp.16-17; Croizier, Ralph C. (1968), “Traditional Medicine in Communist China: Science, Communism and Cultural Nationalism”, The China Quarterly, pp.3-4; Gray, Jack (2002), Rebellions and Revolutions. China from the 1800s to 2000, New York: Oxford University Press, pp.277-282; Scheid, Volker (2002), p.67. 41 Taylor, Kim (2005), pp.16-17; Croizier, Ralph C. (1968), pp.3-4. 42 Na de Lange Mars van 1934-1935 vestigden Mao en een groep communisten zich in de afgelegen regio van Yan’an 延安(provincie Shenxi陕西). Gedurende deze periode van afzondering tekende Mao de structurele organisatie van de CCP uit en legde hij de basis voor de Communistische Revolutie, die zou resulteren in het uitroepen van de Volksrepubliek China in ’49. (Meisner, Maurice (1977), Mao’s China: A History of the People’s Republic, New York: Free Press, pp.45-47.) Voor meer informatie betreffende de Yan’an-periode, zie Selden, Mark (1971), The Yenan Way in Revolutionary China, Cambridge (Mass.): Harvard University Press. 43 Voor een biografie van Zhu Lian, zie Li Yun 李云(1988), Zhongyi Renmin Cidian 中医人民词典 (Biografisch Woordenboek voor Chinese Geneeskunde), Beijing: Guoji Wenhua Chubangongshi, p.172.
18
Westerse artsen konden opgelost worden. Ze opperde om op korte termijn grote aantallen
gezondheidswerkers een basisopleiding in geneeskunde en gezondheid te geven.
Tezelfdertijd stelde ze ook voor om hoger opgeleide artsen naar de fabrieken en het
platteland te zenden, die daar dan onderzoek konden verrichten naar de plaatselijke
gezondheidstoestand, de meer complexe ziektes behandelen en verder
gezondheidspersoneel opleiden. Acupunctuur zou dan een essentieel onderdeel van die
opleiding uitmaken, aangezien het een techniek is die snel aangeleerd kan worden, ook door
mensen met lagere intellectuele capaciteiten. Bovendien werd het beschouwd als een veilige,
goedkope en toch efficiënte manier van behandelen.44
De acupunctuur die zij ontwikkelde was nieuw in die zin dat ze enerzijds de techniek
tot een beperkt aantal basisprincipes herleidde om de behandeling te vereenvoudigen, en
anderzijds omdat ze zich uitdrukkelijk distantieerde van de acupunctuur zoals die toen
uitgeoefend werd op het platteland. Zodoende schrijft ze in “The New Acupuncture”:
“Ordinary acupuncturists of today when practising acupuncture do not stress cleanliness and
sterilization and many inject through clothes; they do not understand physiology and anatomy, some
of them are not even sure how to find acupuncture points, to the degree that they do not pay
attention to acupuncture points, and they randomly place the needles and moxa.”
(Voor de Chinese versie, zie Zhu Lian株连(1954), Xin Zhenjiuxue新针灸学 (Nieuwe Acupunctuur),
Beijing: Renmin Junyi Chubanshe, p.6. Vertaling naar Taylor, Kim (2005), p.24.)
Zhu Lian’s acupunctuur was daarenboven noch exclusief op Westerse anatomie en fysiologie,
noch exclusief op Chinese medische theorieën gebaseerd. In de geest van Mao’s “Verenigd
Front In Culturele Werkzaamheden”-toespraak uit ’44 waarin hij tot samenwerking
opgeroepen had, paste ze wetenschappelijke methodes toe op een aantal aspecten van de
Chinese acupunctuur om zo de theoretische onderbouw te verstevigen. Ze meende dat
traditionele concepten als qi, yin en yang, de vijf elementen en de meridianen slechts
verzinsels waren en niet de werking van acupunctuur en zijn effecten konden verklaren.
Daarom ontwikkelde ze een meer wetenschappelijke, medische omkadering die hier wel toe
in staat zou zijn. Hierbij legde ze geheel in de geest van die tijd grote nadruk op het Sovjet-
Russisch medisch systeem45 door zich onder andere te baseren op de theorie van de
Russische wetenschapper Ivan Pavlov (1849-1936) over de werking van het zenuwstelsel46,
maar in het stellen van een diagnose en in de categorisatie van ziektes hanteerde ze de
gestandaardiseerde Westerse geneeskunde. De behandeling daarentegen bestond uit
44 Taylor, Kim (2005), pp.17-25. 45 De CCP nam het marxisme-leninisme van de toenmalige SU als leidraad in de opbouw van een nieuw China. 46 Voor meer informatie over Ivan Pavlov en zijn wetenschappelijke onderzoeken, zie Gray, Jeffrey A.(1979), Pavlov, Brighton: Harvester Press.
19
Chinese technieken als acupunctuur en moxibustie, in plaats van Westerse
geneesmiddelen.47
47 Taylor, Kim (2005), pp.17-29; Wei Lifu韦立富 (2008), “Xiandai Zhenjiu Xuejia Zhu Lian Xueshu Sixiang Jianjie”现代针灸学家朱琏学术思想简介 (Korte Inleiding op het Academisch Gedachtegoed van Experte in de Hedendaagse Acumoxa, Zhu Lian), Zhongguo Zhenjiu中国针灸 (Chinese Acumoxa), pp.667-671.
20
II. Plannen voor een nieuw gezondheidszorgbeleid
(1949-1953)
1. Vier beleidsprincipes
Op het moment dat de CCP op 1 oktober 1949 de Volksrepubliek uitriep met Mao
Zedong als president, verkeerde het land ten gevolge van de oorlog met Japan en de
daaropvolgende burgeroorlog in desastreuze economische en sociale omstandigheden. Op
een bevolking van 540 miljoen was er een sterftecijfer van 30/1000, een geboortecijfer van
40/1000 en een kindersterftecijfer van 200/1000, de levensverwachting lag lager dan 35
jaar.48 Ondervoeding, infectueuze, parasitaire -en geslachtsziektes waren hier de
hoofdoorzaak van. Bovendien was er van een preventieve geneeskunde zo goed als geen
sprake. Het overgrote deel van het toenmalige medisch personeel bestond uit traditionele
geneesheren en kruidendokters onder wie velen nauwelijks of zelfs helemaal geen medische
opleiding hadden doorlopen, de Westerse biomedische geneeskunde was enkel toegankelijk
in de grote steden en de oostelijke kustgebieden.49
Het uitwerken van een efficiënt gezondheidszorgbeleid was dan ook één van de
prioriteiten van de nieuwe regering. Met dit doel voor ogen werd van 7 tot 19 augustus 1950
in Beijing de Eerste Nationale Conferentie over Gezondheidszorg第一届全国卫生工作会议
(Di Yi Jie Quanguo Weisheng Gongzuo Huiyi) georganiseerd, waarop de verantwoordelijken
van de Departementen voor Gezondheid van de zes Militair-Administratieve Comités50
uitgenodigd waren. Tijdens deze conferentie werden onder leiding van het Centraal Comité
van de CCP drie basisprincipes afgekondigd die de komende drie decennia de leidraad
zouden vormen voor China’s gezondheidszorgsysteem. Deze waren: “zich richten naar de
arbeiders, boeren en soldaten” 面向工农兵 (mianxiang gongnongbing), “preventie op de
eerste plaats” 预防为主 (yufang wei zhu) en “eenmaking van Chinese geneeskunde en
Westerse geneeskunde”中西医统一 (zhongxiyi tongyi). Tijdens de Tweede Nationale
Conferentie over Gezondheidszorg, die plaatsvond van 1 tot 4 december 1952, werd daar
nog een vierde principe aan toegevoegd: “gezondheidszorg combineren met de
massacampagnes” 卫生工作与群众运动相结合 (weisheng gongzuo yu qunzhong yundong
xiang jiehe).51
48 Taylor, Kim (2005), p.34. 49 Chen, Meei-Shia (2001), p.457; Taylor, Kim (2005), p.34; Chen, William Y. (1961), pp.153-155. 50 Bij het aan de macht komen in ’49 organiseerde de CCP het land in zes grote regio’s, de Militair-Administrative Comités, die elk een aantal provincies onder hun controle hadden. Deze zes regio’s waren: Noord-China; Noordoost-China; Noordwest-China; Oost-China; Centraal -Zuid-China en Zuidwest-China. Aan het hoofd van elk Militair-Administratief Comité stond een communistisch militair bevelhebber. De regio’s zouden uiteindelijk terug afgeschaft worden in ’54-’55. (Waller, Derek J. (1970), The Government and Politics of Communist China, London: Hutchinson University Library, pp.85-86.) 51 Zhen Zhiya甄志亚 et al. (ed.) (2001), Zhongguo Yixue Shi中国医学史 (Geschiedenis van de Geneeskunde van China), Shanghai: Shanghai kexue jishu chubanshe, p.176; Sidel, Victor W. (1973), p.112; Taylor, Kim (2005), p.33; Li Decheng李德成 (2007), Hezuo Yiliao yu Chijiao Yisheng Yanjiu (1955-1983) 合作医疗与赤脚
21
1.1 “Zich richten naar de arbeiders, boeren en soldaten”52
De arbeiders, boeren en soldaten vormen dan weliswaar China’s grootste
bevolkingsgroep, toch was de medische dienstverlening het minst op hen afgestemd. Niet
alleen kon het gewone volk zich de dure Westerse geneesmiddelen en behandelingen niet
veroorloven, de Westers opgeleide artsen waren bovendien ook uitermate beperkt in aantal
en hoofdzakelijk in de grote steden en oostelijke kustgebieden geresideerd, waardoor voor
de plattelandsbevolking geen moderne en betrouwbare geneeskunde voorhanden was. Om
op korte termijn het gezondheidszorgpersoneel te doen toenemen, werd daarom besloten
“secundaire” medische scholen中等医学院 (zhongdeng yixueyuan) op te richten die een
verkort opleidingsprogramma van drie jaar aanboden, aansluitend op het derde jaar
middelbaar onderwijs. Op deze manier zou een groot aantal doktersassistenten,
verpleegsters en technici geschoold worden. Daarnaast werd ook het aantal “hogere”
medische scholen高等医学院 (gaodeng yixueyuan) uitgebreid, waardoor dergelijke colleges
nu niet alleen meer in de grote steden en oostelijke kustgebieden gesitueerd waren, maar
ook in het binnenland. Deze medische colleges sloten aan op het zesde jaar middelbaar
onderwijs en boden een vijfjarige opleiding aan. Om medische onderzoekers en lesgevers op
te leiden, werd het China Medisch College中国医学院 (Zhongguo Yixueyuan) gesticht, dat
gebruik maakte van de faciliteiten van het vroegere Peking Harmonieus Medisch College.
Bijgevolg nam het Westers medisch -en gezondheidspersoneel snel toe.53
Met de bouw van dagklinieken卫生室 (weishengshi) werd tegemoet gekomen aan
het tekort aan hospitalen. In deze dagklinieken, die verbonden waren aan fabrieken, grotere
hospitalen of medische faculteiten en verspreid over het land werden neergezet, kon het volk
terecht voor primaire medische zorg zoals behandeling van lichte verwondingen en
alledaagse ziektes. Specifiek voor de zorg van zwangere vrouwen en jonge kinderen werden
er ‘moeder en kind’-gezondheidsstations妇幼保健站(fuyou baojianzhan) opgericht.54
Een ander onderdeel van het nieuwe gezondheidszorgbeleid was om studenten,
pasafgestudeerden en leraars vanuit de stedelijke medische scholen naar het platteland te
医生研究(1955-1983) (Onderzoek naar de Coöperatieve Geneeskunde en Barefoot Doctors), Zhejiang: Zhejiang Daxue, p.166; Scheid, Volker (2002), pp.67-68. 52 Mao, die zelf van het platteland afkomstig was, had reeds ten tijde van de strijd tegen de GMD in Jinggangshan井冈山 in 1927 benadrukt: “We zijn het leger van het volk, we zijn de dienaars van het volk, nooit mogen we het volk vergeten.” (eigen vertaling A.S.C) Liu Jie刘杰 (2006), “Mao Zedong de Yiyao Weisheng Sixiang ji qi Xianshi Yiyi”毛泽东的医药卫生思想及其现实意义 (Het Gedachtegoed van Mao Zedong inzake Geneeskunde en Gezondheidszorg en zijn Actuele Implicatie), Jiangmen Zhiye Jishu Xueyuan Xuebao江门职业技术学院学报 (Wetenschappelijk Magazine van het Beroeps -en Technisch College van Jiangmen), p.41. 53 Sidel, Victor W. (1973), p.112. 54 Salaff, Janet W. (1973), "Mortality Decline in the People's Republic of China and the United States", Population Studies, p.560; Zhen Zhiya et al. (2001), p.177.
22
sturen om er praktische ervaring op te doen55. Ze woonden bij de boeren in, werkten met
hen op het veld en behandelden hun verwondingen en ziektes. Tot hun taken behoorde
eveneens het uitleggen van enkele basisprincipes inzake hygiëne en gezondheid aan de
lokale boerenbevolking, om op die manier deeltijdse gezondheidswerkers卫生员
(weishengyuan)56op het platteland op te leiden die konden ingeschakeld worden in
preventiecampagnes en in de behandeling van oppervlakkige verwondingen en
vaakvoorkomende ziektes bij hun dorpsgenoten.57 Het sturen van stedelijk medisch
personeel naar het platteland, kan gezien worden als een eerste fase van de mobiele
medische teams巡回医疗队 (xunhui yiliao dui)58die vooral vanaf de Grote Sprong
Voorwaarts actief waren.59
In de fabrieken werd medische dienstverlening voorzien in de vorm van een soort
eerstehulpposten die opgericht werden op de werkvloer.60 Het Volksbevrijdingsleger解放军
(Jiefangjun)61 op zijn beurt beschikte over eigen gespecialiseerde hospitalen en medische
colleges, zoals de Nieuwe Medische School van het Vierde Leger新西军医学校 (Xin Sijun
Yixuexiao) in de provincie Shandong山东.62
1.2 “Preventie op de eerste plaats”
Gebrek aan medisch personeel en financiële middelen63 deed het Ministerie van
Gezondheid besluiten meer aandacht te besteden aan preventie. Preventieve geneeskunde
was enerzijds goedkoper dan curatieve geneeskunde met zijn dure geneesmiddelen en
technieken, anderzijds hoe minder mensen effectief ziek werden, hoe hoger de productie op
het platteland en in de fabrieken zou liggen. Preventief optreden zou bovendien de kosten
die de ‘Reguleringen voor Arbeidsverzekering’劳保条例 (Laobao Tiaoli) van maart 1951 met
55 Een schooljaar bestond uit 38 weken les, 6 weken vakantie en een periode van 8 weken op het platteland. (Chen, William Y. (1961), p.702) 56 In deze thesis gebruik ik de term ‘gezondheidswerker’ als vertaling van weishengyuan卫生员. Hiermee verwijs ik naar die personen die geselecteerd werden uit het gewone volk voor een rudimentaire basisopleiding in gezondheidszorg, om daarna de lokale bevolking van eerste hulp te kunnen voorzien. Ze bleven daarnaast ook hun agrarische taken uitoefenen. Over het medisch personeel in China volgt meer uitleg in deel VI, secties 3 en 4. 57 Sidel, Victor W. (1973), pp.112-113; Chen, William Y. (1961), pp.701-702. 58 Over deze mobiele medische teams volgt meer uitleg in deel IV, 2.1, p.45. 59 Yao Li姚力 (2007), “Ba Yiliao Weisheng Gongzuo de Zhongdian Fangdao Nongcun Qu. Mao Zedong ‘Liu . Erliu’ Zhishi de Lishi Kaocha”巴医疗卫生工作的重点放到农村去. 毛泽东“ 六· 二六” 指示的历史考察 (Verleg de Focus van de Werkzaamheden inzake Geneeskunde en Gezondheidszorg naar het Platteland. Historisch onderzoek naar de 26 juni-directieven van Mao Zedong), Dangdai Zhongguo Shi Yanjiu当代中国史研究 (Hedendaags Chinees Historisch Onderzoek), p.103. 60 Taylor, Kim (2005), p.34. 61 Het Volksbevrijdingsleger解放军 (Jiefangjun) is in 1946 ontstaan uit de fusie van het Achtste Route Leger八路军 (Balu Jun) en het Nieuwe Vierde Leger新四军 (Xin Si Jun), en fungeert sinds ’49 als nationaal leger van de Volksrepubliek China. (Wang, Ke-Wen (ed.) (1998), pp.262-263.) 62 Sidel, Victor W. (1973), p.113. 63 Tussen 1950 en 1956 bedroeg het budget voor het Ministerie van Gezondheid slechts 2,6% van het totaal budget van de CCP. (Taylor, Kim (2005), p.34)
23
zich meebrachten binnen de perken houden. Deze reguleringen voorzagen immers in de
kosteloze gezondheidszorg van 3,3 miljoen arbeiders.64
Een grootschalige preventiecampagne, de Patriottische Gezondheidsbeweging爱国卫
生运动(Aiguo Weisheng Yundong), werd in begin van de jaren vijftig op touw gezet. De
Patriottische Gezondheidsbeweging Comités爱国卫生运动委员会 (Aiguo Weisheng
Yundong Weiyuanhui) op nationaal en provinciaal niveau waren verantwoordelijk voor de
implementatie van de campagne. Deze beweging bond de strijd aan tegen de vier pesten四
害 (sihai)65, zijnde ratten; vliegen; muggen en mussen, die ziektes verspreidden en de oogst
verwoestten, en informeerde de bevolking door middel van kranten, radio, pamfletten,
posters en lezingen over het belang van hygiëne (mensen werden aangespoord om groenten
en water eerst te koken, om hun woningen en de wegen proper te houden, er werd
gewezen op het belang van een goede lichaamshygiëne enz.). Op geregelde tijdstippen
voerden de Comités inspecties uit om te zien of deze richtlijnen uitgevoerd werden.66
Verspreid over het land werden preventiestations防疫站(fangyizhan) opgericht waar het
volk preventief werd ingeënt tegen onder meer TBC, malaria en tyfus en waar informatie
verleend werd over symptomen van veelvoorkomende epidemische en infectueuze ziektes
als pokken, pest of cholera en het belang om die symptomen zo snel mogelijk te melden in
het station.67 Men ging meer aandacht besteden aan prenatale zorg, wegen werden
geplaveid en vuilnisbelten opgeruimd.68
1.3 “Gezondheidszorg combineren met massacampagnes群众运动 (qunzhong yundong)”69
Dit principe hangt nauw samen met het benadrukken van preventie. Het volk zelf
inschakelen werd beschouwd als de enige manier om de grootschalige
gezondheidscampagnes uit te voeren en zo snel mogelijk de algemene gezondheidstoestand
te verbeteren. Door de massa te mobiliseren en hen in de gezondheidscampagnes te
64 Taylor, Kim (2005), p.34. Meer informatie over deze reguleringen volgt in deel VI, 2.2, p.61. 65 De vier pesten waren ratten, vliegen en muggen, die ziektes verspreidden, en mussen, die de oogst verwoestten. Grootschalige massacampagnes werden op touw gezet waarbij het volk massaal met zowel chemische insectenverdelgers als gewoon met stokken, stenen of zelfs met de blote hand de muggen, ratten, vliegen en mussen te lijf ging. Toen er na verloop van tijd dusdanig weinig mussen waren dat insecten de gewassen verwoestten, bepaalde de overheid in ’59 dat luizen de plaats van de mussen zouden innemen in de strijd tegen de vier pesten. (Li, Kwok-Sing (1995), A Glossary of Political Terms of the People’s Republic of China, Hong Kong: Chinese University Press, pp.423-424.) 66 Chen, Meei-Shia (2001), p.462; Wang, Ruotao (2000), “Critical Health Literacy: A Case Study from China in Schistosomiasis Control”, Health Promotion International, pp.269-270. 67 Zhen Zhiya et al. (2001), pp.177-178. 68 Sidel, Victor W. (1973), p.113; Chen, William Y. (1961), p.706; Wang, Ruotao (2000), pp.269-270. 69 Arthur Doak Barnett definieert een massacampagne als volgt: “The setting of a few clearly defined immediate aims, the concentration of efforts and attention on the aims above all others, the mobilization and training of large numbers of cadres drawn from many segments of the political system to carry out a campaign, and finally the mass mobilization of the population as a whole to take action to achieve the defined goals.” (uit: Barnett, A. Doak (1967), Cadres, Bureaucracy and Political Power in Communist China, New York: Columbia University Press, p.437.)
24
betrekken zouden ze zich meer bewust worden van en meer kennis verwerven over hun
gezondheidsproblemen en dus meer gestimuleerd zijn om hun levenswijze te veranderen
met het oog op het beschermen van hun gezondheid. Massamobilisatie was daarenboven
een manier om met het tekort aan medisch personeel om te gaan. Zoals reeds aangehaald in
1.1 van deze sectie werden duizenden mensen op het platteland gerekruteerd voor het
volgen van een basis medische opleiding waarbij ze vertrouwd gemaakt werden met een
aantal basistechnieken zoals het afnemen van bloed en het toedienen van inentingen.
Daarnaast werden hen de symptomen van een aantal epidemieën, infecties en
geslachtsziekten aangeleerd, zodat besmette patiënten onmiddellijk doorverwezen konden
worden. Om politiek op het juiste spoor te zitten moesten ze zich verdiepen in de geschriften
en de ideeën van Mao. Naar deze combinatie van een correcte politieke attitude met
professionele kwalificaties wordt verwezen als ‘Red and Expert’ 红专结合 (hongzhuan
jiehe).70
De term zili gengsheng 自力更生, wat vertaald wordt als ‘self-reliance’71 en de
overtuiging inhoudt dat het Chinese volk zelf, door middel van hun eigen inspanningen, een
rooskleurige toekomst konden creëren, wordt eveneens vaak in het kader van
massamobilisatie vernoemd. Toegepast op gezondheidszorg betekent dit dat het volk zelf in
staat was zijn gezondheidsproblemen op te lossen. 72
De Patriottische Gezondheidsbeweging, die aan bod kwam in 1.2, is een voorbeeld
van een actie waarbij de massa met een grootschalige propagandacampagne gemobiliseerd
werd, in dit geval om de uitroeiing van de vier pesten te realiseren. Zowel met chemische
insectenverdelgers als gewoon met stokken en stenen of zelfs met de hand ging men
massaal de muggen, ratten, vliegen en mussen te lijf.73
Het eerste experiment rond het inschakelen van de massa in ziektebestrijding was de
antisyfilis-campagne. Op het einde van de Republiek waren tientallen miljoenen mensen met
deze ziekte besmet, in de gebieden van de etnische minderheden was dit zelfs bij meer dan
tien procent van de bevolking het geval. Vandaar dat het Ministerie van Gezondheid nog in
hetzelfde jaar als de Eerste Nationale Conferentie over Gezondheidszorg plannen voor
preventie en behandeling van geslachtsziekten性病(xingbing) uitwerkte. Prostitutie werd
verboden en bordelen werden omgebouwd tot fabrieken waar de prostituees, waarvan meer
dan negentig procent met syfilis梅毒 (meidu) besmet was, nadien vaak tewerkgesteld
werden. Teams van dokters trokken door het land om lokale gezondheidswerkers op te
70 Sidel, Victor W. (1973), p.115; Horn, Joshua S. (1971), Away With All Pests. An English Surgeon in People’s China: 1954-1969, New York: Monthly Review Press, pp.89-90. 71 Het ‘Chinese-English Dictionary of Chinese Communist Terminology’ vertaalt dit als volgt: “to rely on one’s own efforts to renew one’s life, to lead a new life by one’s own efforts; to regenerate through one’s own efforts; self-reliance” (Doolin, Dennis J. en Ridley, Charles P. (1973), A Chinese-English Dictionary of Chinese Communist Terminology, Stanford (Calif.): Hoover Institution Publications, p.433.) 72 Chen, Meei-Shia (2001), p.462; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1974), “Medicine in China: Individual and Society”, Hastings Center Studies, p.34; Sidel, Victor W. (1973), p.115. 73 Chen, William Y. (1961), p.706; Zhen Zhiya et al. (2001), pp.177-178.
25
leiden, waarna deze gezondheidswerkers door middel van vragenformulieren74 die ze
voorlegden aan de inwoners van hun dorp eventuele syfilispatiënten trachtten op te sporen.
Wanneer de antwoorden overwegend positief waren, betekende dit dat de persoon in
kwestie besmet was en zich zo snel mogelijk tot het dichtstbijzijnde gezondheidsstation
moest wenden waar dan verdere bloedtesten werden uitgevoerd. Om mensen te overtuigen
deze vragen te beantwoorden, werden grootschalige propagandacampagnes gevoerd met
posters, theaterstukjes, radioberichten en bijeenkomsten die het doel van dergelijke
formulieren uitlegden. In alle winkels en ontmoetingsplaatsen werden bovendien lijsten
opgehangen met de symptomen.75 Tegen het einde van de jaren vijftig, op het moment dat
het aantal besmettingen in de kapitalistische landen net toenam, was syfilis in China onder
controle. 76
Na het succes van dit eerste experiment, werd later de massa ook ingezet in de
bestrijding van parasitaire ziektes寄生虫病 (jishengchongbing). Het klassieke voorbeeld
hierbij is de campagne van ‘56 tegen schistosomiasis血吸虫病 (xuexichongbing)77, in de
volksmond ‘slakkenkoorts’ genoemd, waar in ‘55 minstens elf miljoen mensen in de
provincies Jiangsu江苏, Zhejiang浙江, Anhui安徽, en Fujian福建 mee besmet waren. Een
speciaal comité, het Negen Man Subcomité78, werd hiervoor in het leven geroepen.79 Na
gedurende twee jaar onderzoek te hebben verricht naar schistosomiasis en de boeren door
middel van lezingen, films, radio en posters informatie te hebben bijgebracht omtrent de
ziekte kondigde het Negen Man Subcomité in ’59 vervolgens een aantal maatregelen af om
definitief schistosomiasis uit te roeien. Een eerste aandachtspunt was de ontlasting van mens
en vee waarin de eitjes van de parasieten uitgescheiden werden. Uitwerpselen mochten
bijgevolg niet meer in rivieren, kanalen en meren geloosd worden. Het massaal mobiliseren
van boeren om samen met het Volksbevrijdingsleger, leraars, studenten en ambtenaren de
74 In deze formulieren werd gevraagd naar eventuele huiduitslag, genitale pijn, haaruitval enz. 75 Ma, Hai-Teh (1966), “With Mao Tse-Tung’s Thought as The Compass for Action in The Control of Venereal Diseases in China”, China’s Medicine, pp.52-68; Horn, Joshua S. (1971), pp.81-93; Sidel, Victor W. (1973), p.115. 76 Sidel, Victor W. (1973), p.113; Salaff, Janet W. (1973), pp.561-564; Dikötter, Frank (1993), “Sexually Transmitted Diseases in Modern China: A Historical Survey”, Genitourinary Medicine, pp.341-345. 77 Schistosomiasis is een parasitaire ziekte die wordt veroorzaakt door de Schistosomaworm. De wormeitjes komen uit in stilstaand, zoet water waar de larven hun tussengastheer, zoetwaterslakken, binnendringen. In de slak komen de larven tot ontwikkeling, waarna ze vervolgens de slak verlaten en vrij zwemmend in het water de huid van de mens binnendringen. Mensen kunnen dus besmet raken gewoon door in de rivier te zwemmen of zich te wassen. In de aderen ontwikkelen de larven zich tot volwassen wormen. Vervolgens nestelen ze zich in de lever, blaas of longen en leggen ze hun eitjes. Deze eitjes worden via de urine en ontlasting afgescheiden. (Fan, Kawai en Lai, Honkei (2008), “Mao Zedong’s Fight against Schistosomiasis”, Perspectives in Biology and Medicine, pp.176-185. Enkel online beschikbaar op http://muse.jhu.edu/journals/perspectives_in_biology_and_medicine/v051/51.2.fan.html; Valentine, Vikki (2005), "Health for The Masses: China's 'Barefoot Doctors’”, National Public Radio. Enkel online beschikbaar op http://www.npr.org/templates/story/story.php?storyId=4990242) 78 In 1958 werden de bevoegdheden van het Negen Man Subcomité uitgebreid en was het verantwoordelijk voor alle antiparasiet-werken. (Lampton, David M. (1974), Health, Conflict, and the Chinese Political System, Ann Arbor (Mich.): University of Michigan. Center for Chinese studies, p.95.) 79 Lampton, David M. (1974), p.60 ; Fan, Kawai en Lai, Honkei (2008), pp.179-180.
26
slakken, die de verspreiders van de parasiet waren, aan te pakken, was het tweede punt op
de agenda. Rivieren en sloten werden drooggelegd en de vegetatie op de bodem verbrand.
De afgebrande bodem werd bedekt met een verse laag modder, waardoor de slakken
verstikten. Slakken werden ook net zoals de ratten, vliegen, muggen en mussen tijdens de
Patriottische Gezondheidscampagne gedood met chemische pesticiden of gewoon met
stokken, stenen en zelfs met de vrije hand. Hoewel schistosomiasis nooit helemaal uitgeroeid
kon worden, kreeg men de parasiet toch grotendeels onder controle.80 Voor Mao was deze
succesvolle campagne een stimulans om ook in andere projecten de massa te betrekken.81
1.4 “Eenmaking van de Chinese en Western geneeskunde”
Zoals reeds eerder aangehaald waren er in China bij het begin van de Volksrepubliek
te weinig Westerse artsen, ongeveer tienduizend, om de volledige bevolking van medische
zorg te voorzien, daarentegen waren er zo’n vijfhonderd duizend82 traditionele artsen. Als
logisch gevolg namen deze laatste dan ook het grootste deel van de medische
dienstverlening op zich, vooral op het platteland. De traditionele geneesheren, die een
heterogene groep vormden van zowel getalenteerde en ervaren artsen als van nauwelijks of
zelfs helemaal niet opgeleide kwakzalvers, genoten een groot vertrouwen bij de
plattelandsbewoners en waren op de hoogte van de gezondheidsproblemen waarmee het
volk te kampen had.83
Met de modernisering van de samenleving en het verbreken van alle banden met
feodalisme en bijgeloof als één van de belangrijkste doelstellingen van de regering van het
Nieuwe China, kon van een loutere promotie van de traditionele geneeskunde evenwel geen
sprake zijn. Daarom werd op de Eerste Nationale Conferentie over Gezondheidszorg het
‘eenmaking van Chinese en Westerse geneeskunde’-beleid 中西医统一(zhongxiyi tongyi)
voorgesteld. In de eerste plaats hield dit in dat de traditionele artsen, die van oudsher weinig
contact met elkaar hadden en strikt vasthielden aan hun eigen geheime methodes, zich
moesten verenigen en dat de traditionele geneeskunde één geheel moest worden.84
80 De constructie sinds 1994 van de Drieklovendam三峡工程(San Xia Gongcheng) en de frequente overstromingen van de Yangzi-rivier扬子江(Yangzijiang) in combinatie met een toenemende milieuverontreiniging vormen echter de ideale omstandigheden voor het terug opduiken van de Schistosomawormen. Het aantal besmettingen is recentelijk dan ook opnieuw toegenomen tot 800 000 en experts vrezen dat de situatie nog zal verergeren. (Fan, Kawai en Lai, Honkei (2008), p.185) 81 Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1974), pp.30-32; Fan, Kawai en Lai, Honkei (2008), pp.176-185; Wang, Ruotao (2000), pp.270-271; Yao Li (2007), p.102. 82 Aangezien er op dat moment nog geen vastgelegde kwalificatienormen waren ter erkenning van traditionele Chinese artsen, zijn er geen exacte cijfers. 83 Croizier, Ralph C. (1968), pp.4-5; Sidel, Victor W. (1973), p.114; Sivin, Nathan (1987), p.18. 84 Fragment uit een toespraak van Mao op de Eerste Nationale Conferentie over Gezondheidszorg over het verenigen van de traditionele artsen : “Our nation’s health work teams are large. They have to concern themselves with over five hundred million people including the young, old and ill. This is a huge enterprise, and one that is extremely important. Thus our responsibility weighs heavily. At present, doctors of Western medicine are few, and thus the broad masses of the people, and in particular the peasants, rely on Chinese medicine to treat illness. Therefore, we must strive for the complete unification of Chinese medicine.” (voor de Chinese versie, zie Cai Jingfeng蔡景峰 en Wang Zhipu王致谱 (1999), Zhongguo Zhongyiyao 50 Nian中国中医药 50年(Vijftig
27
De unificatie van de Chinese en Westerse geneeskunde was een tweede facet van het
programma. Echter met uitzondering van de slogan中西医统一, deden Mao en de CCP
voor ’54 geen verdere uitspraken over de Chinese geneeskunde. Hoe het Ministerie van
Gezondheid deze eenmaking moest realiseren en welke rol de Chinese geneeskunde in dit
geheel bekleedde, was dan ook niet duidelijk. Zoals verder in deze sectie zal blijken, zou dit
gebrek aan communicatie negatief uitdraaien voor de Chinese geneeskunde. 85
Over één zaak waren het Ministerie van Gezondheid en de CCP het in elk geval eens:
de Chinese geneeskunde was achterhaald en zou moeten bijgeschaafd worden. Dit hield in
dat ‘eenmaking van Chinese en Westerse Geneeskunde’ eerder ‘eenmaking en hervorming’
inhield, maar in welke mate er hervorming moest plaatsvinden van de traditionele praktijken
en in welke mate er ‘eenmaking’ moest zijn, daar heerste onduidelijkheid over. Mao legde de
nadruk op eenmaking, terwijl het Ministerie van Gezondheid hervorming zou beklemtonen.
He Cheng贺诚 (1901-1992), vice-minister van het Ministerie van Gezondheid tussen ’49
en ’55, bepaalde dat de moderne wetenschap moest toegepast worden op de Chinese
geneeskunde om deze naar een niveau te brengen waar eenmaking mogelijk zou zijn.
Concreet betekende dit dat traditionele artsen een wetenschappelijke opleiding zouden
krijgen van Westerse artsen. 86
Een belangrijk aspect van deze unificatie was dat Chinese en Westerse geneeskunde
in de toekomst niet naast elkaar zouden blijven bestaan, als twee medische systemen, maar
dat er werkelijk één, nieuwe geneeskunde uniek voor China tot stand gebracht zou worden.87
Deze maatregel ging derhalve een stap verder dan het zomaar combineren van Westerse en
Chinese methodes bij de behandeling van patiënten.88
Onmiddellijk na de Eerste Conferentie Over Gezondheidszorg werden een aantal
stappen ondernomen met het oog op de geleidelijke professionalisering van de Chinese
geneeskunde. He Cheng’s eerste maatregel was het invoeren van een licentie voor Chinese
geneesheren, het ‘Certificaat van Chinese dokter’中医师证书 (Zhongyishi Zhengshu),
Jaar Traditionele Chinese Geneeskunde en Farmacie), Fuzhou: Fujian Kexue Jishu Chubanshe, p.6. Vertaling uit Taylor, Kim (2005), p.33.) 85 Taylor, Kim (2005), p.33; Croizier, Ralph C. (1968), pp.5-6; Sivin, Nathan (1987), pp.18-20; Scheid, Volker (2002), p.68. 86 Taylor, Kim (2004), p.36. 87 Fragment uit de toespraak van He Cheng op de First National Conference on Health Work over de vorming van een eengemaakte geneeskunde: “(…)the distance between Chinese and Western medicines would day by day grow smaller, and the differences between Chinese and Western medicines would day by day disappear, until they open-heartedly and inseparably unite.” (voor de Chinese versie, zie Zhonghua Renmin Gongheguo Weishengbu Zhongyisi中华人民共和国卫生部中医司 (Bureau voor Chinese Geneeskunde van het Ministerie van Gezondheid van de Volksrepubliek China) (ed.) (1985), Zhongyi Gongzuo Wenjian Jubian中医工作文汇编 1949-1983 (Verzameling Van Documenten Over De Werkzaamheden In Chinese Geneeskunde 1949-1983), Beijing: Zhonghua Renmin Gongheguo Weishengbu Zhongyisi, pp.4-5. Vertaling uit: Taylor, Kim (2005), p.36) Kim Taylor licht dit verder toe als volgt: “He Cheng was leaving no space for either Western medicine or Chinese medicine in the future. Both were to fuse as the Party slogan of ‘the unification of Chinese and Western medicines’ implied, and form one new medicine designed to serve the needs of the Chinese people. This He Cheng defined as the pathway for the new medicine of the new China.” (uit: Taylor, Kim (2005),pp.36-37) 88 Croizier, Ralph C. (1968), pp.5-6; Taylor, Kim (2005), pp.35-37.
28
uitgereikt door het Ministerie van Gezondheid. Enkel wanneer een dokter dit in handen had,
mocht hij zijn behandelingen onder het nieuwe bewind verder zetten. De voorwaarden voor
het verkrijgen van dergelijk certificaat lagen evenwel niet hoog. Het volstond om vijf jaar
ervaring en een goede reputatie bij het volk te hebben, een medische opleiding was niet
vereist. Het doel van deze licenties was in feite vooral traditionele artsen uit de privé-sfeer te
halen, wat meer controle over hen mogelijk zou maken.89
Een tweede stap in de professionalisering van het traditioneel medisch systeem was
het opleggen van criteria (november ’51) waaraan klinieken voor Chinese geneeskunde中医
诊所 (zhongyi zhensuo)90 moesten voldoen. Pas wanneer het gezondheidsdepartement van
de lokale overheid erkende dat er in de regio een aan was, kon een nieuwe kliniek opgericht
worden. Daarnaast moest elke kliniek de naam dragen van de gezaghebbende arts, moest er
een afzonderlijke wachtkamer zijn en moesten de voorschriften die de dokter opstelde de
diagnose, de toegelaten dosis van het medicijn, de handtekening van de behandelende arts,
het adres van de kliniek enz. vermelden. Privé-praktijken bleven derhalve toegelaten, maar
werden aan een aantal, op het Westen geïnspireerde, regels onderworpen.
De volgende stap van het Ministerie van Gezondheid (december ’51), was het
oprichten van ‘Scholen voor Bijscholing van Chinese dokters’中医师进修学校 (Zhongyishi
Jinxiu Xuexiao). Het aanvankelijke opzet van deze scholen, die een brug genoemd werden
naar de uiteindelijke unificatie van beide medische systemen, was om de Chinese artsen in
het toepassen van hun traditionele behandelingen bij te scholen. Het lesprogramma en de
handboeken (bijlage 3) laten echter een nadrukkelijk Westerse invloed zien, net als de
leraars, die quasi allemaal een opleiding in Westerse geneeskunde hadden doorlopen. Dit
wijst duidelijk op de voorkeur voor Westerse geneeskunde van He Cheng, en van het
Ministerie van Gezondheid in het algemeen. De traditionele geneeskunde werd niet op een
hoger niveau gebracht in deze scholen, de toepassing ervan werd integendeel gelimiteerd.91
De laatste fase in het hervormen van de Chinese geneeskunde was het invoeren van
een examen voor het behalen van een licentie (oktober ’52). Aangezien de inhoud van het
examen in grote mate Westerse geneeskunde betrof92, lag het percentage niet-geslaagde
deelnemers heel hoog93, met als gevolg dat het merendeel van de Chinese geneesheren hun
beroep niet meer mochten uitoefenen.94
89 Croizier, Ralph C. (1968), p.6; Taylor, Kim (2005), p.37. 90 Deze klinieken mogen niet verward worden met de instellingen waar op vandaag in het Westen naar verwezen wordt met de term ‘kliniek’ of ‘ziekenhuis’. Het waren de privé-praktijken van traditionele Chinese geneesheren, nog het best te vergelijken met wat wij in het Westen een dokterskabinet noemen. 91 Taylor, Kim (2005), pp.46-49; Scheid, Volker (2002), p.69. 92 Het examen bestond uit een schriftelijk gedeelte (fysiologie, anatomie, bacteriologie, kruiden, recepten en infectueuze ziektes) en een mondeling/praktisch examen (gynaecologie, pediatrie, chirurgie, oogheelkunde, acupunctuur en massage) (Taylor, Kim (2005), p.39) 93 Voor exacte cijfers, zie Zhang Weifeng张慰丰 en Zhu Chao朱潮(1990), Xin Zhongguo Yixue Jiaoyu Shi新中国医学教育史 (Geschiedenis van het Medisch Onderwijs in het Nieuwe China), Beijing: Beijing Yike Daxue, p.40. 94 Taylor, Kim (2005), pp.39-40; Scheid, Volker (2002), p.69/p.214.
29
Het beleid van He Cheng legde de Chinese geneeskunde zodoende sterk aan banden.
Diegene die zich al door het proces van examens, licenties en Scholen voor Verdere
Opleiding wisten te werken, kregen bovendien niet dezelfde status verleend als Westerse
artsen. Zelfs al had men een licentie, dan nog kreeg men niet de toelating om te werken in
Westerse hospitalen, hetzij als assistent van een Westerse dokter, en werd het verboden de
eigen traditionele technieken toe te passen. Als gevolg veranderden velen van beroep en
nam het tekort aan bekwame artsen, dat Mao met zijn voorstel tot unificatie had willen
wegwerken, verder toe.95
In plaats van naar elkaar toe te groeien, was de kloof tussen de twee medische
systemen alleen maar groter geworden. In overheidsorganen en moderne hospitalen waren
enkel Westerse artsen vertegenwoordigd; in medische publicaties was er geen plaats voor
artikels over Chinese geneeskunde, waardoor traditionele artsen eigen tijdschriften
publiceerden en op hun beurt enkel over traditionele technieken schreven; moderne artsen
stonden weigerachtig tegenover de Gezamenlijke Klinieken联合诊所 (lianhe zhensuo)96, met
als gevolg dat deze enkel door hun Chinese collega’s bemand werden; het op de Eerste
Conferentie over Gezondheidszorg voorgestelde netwerk van onderzoekscentra voor Chinese
geneeskunde bestond enkel op papier, en er bijgevolg slechts weinig onderzoek werd
verricht naar zaken als kruidengeneeskunde en acupunctuur;…97
In de periode ’49-’53 zagen we een overgang van de conservatieve ‘samenwerking tussen
Chinese en Westerse geneeskunde’ 中西医合作 (zhongxiyi hezuo) naar de radicale
‘eenmaking van Chinese and Westerse geneeskunde’ 中西医统一 (zhongxiyi tongyi). De
bedoeling van het samenwerkingsbeleid was de technieken van de traditionele Chinese
geneeskunde te verbeteren met Westerse, wetenschappelijke methodes om op die manier
geleidelijk alle sporen van het feodale verleden uit de samenleving te wissen en een nieuwe,
moderne cultuur te ontwikkelen. Derhalve werd Chinese geneeskunde onmiskenbaar als
minderwaardig beschouwd. Eenmaking hield in dat Chinese en Westerse geneeskunde
95 Taylor, Kim (2005), pp.40-41; Scheid, Volker (2002), p.68. 96 Om de traditionele geneesheren uit de privé-sfeer weg te halen en zodoende de controle over hen te vergroten, besliste de overheid in ’49 om ‘gezamenlijke klinieken’联合诊所 (lianhe zhensuo) op te richten waar een aantal zelfstandige geneesheren werden samengebracht. Dergelijke klinieken werkten op coöperatieve basis waarbij de lonen en de materiaal -en infrastructuurkosten uit een centraal fonds betaald werden. De eerste Gezamenlijke Klinieken werden opgericht in 1949 in Mantsjoerije, maar pas in juli ’51 legde het Ministerie van Gezondheid instructies op aan de medische departementen van de lokale overheden voor de verspreiding ervan. Vanaf toen nam hun aantal sterk toe en waren er in ’52 reeds 15000 dergelijke instellingen. Het aanvankelijke opzet echter om ook artsen opgeleid in de Westerse geneeskunde in deze projecten te betrekken, kon niet op bijval van die moderne artsen rekenen, daar zij het gewoon waren te werken in de beter uitgeruste stedelijke hospitalen. Derhalve waren in de gezamenlijke klinieken quasi enkel traditionele dokters tewerkgesteld. (Croizier, Ralph C. (1968), pp.6-7) 97 Croizier, Ralph C. (1968), pp.7-8; Taylor, Kim (2004), p.36.
30
gecombineerd dienden te worden, waarna deze uiteindelijk zouden versmelten tot een
nieuwe, eengemaakte geneeskunde, uniek voor China, waarin Westerse geneeskunde niet
bepaald een meer prominente positie zou innemen dan Chinese geneeskunde, op
voorwaarde weliswaar dat deze laatste hier en daar bijgestuurd werd. Althans dat was Mao’s
bedoeling, maar de afwezigheid van concrete richtlijnen heeft er toe geleid dat deze periode
een donkere passage is gebleken in de geschiedenis van de traditionele Chinese
geneeskunde waarin het Ministerie van Gezondheid de traditionele geneeskunde enkel in
naam behield, maar in werkelijkheid vooral een beleid implementeerde dat er op gericht was
deze eeuwenoude praktijken te ondermijnen.98 Dat dit beleid de bovenhand haalde op de
richting die Mao en de CCP uitstippelden is deels te wijten aan een gebrekkige communicatie,
maar meer nog aan de dominante positie van het Ministerie van Gezondheid tijdens de
beginjaren van de Volksrepubliek…
2. Dominantie van het Ministerie van Gezondheid
Toen Mao in 1949 aan de macht kwam, hadden hij en de leden van de CCP zo goed
als geen ervaring in het domein van gezondheidszorg. Daarom liet men het beleid
hieromtrent in grote mate over aan het Ministerie van Gezondheid en zijn departementen,
die voornamelijk uit Westerse artsen bestonden.99 Het was deze professionele achtergrond
die maakte dat het Ministerie een onafhankelijke positie kon innemen en beleidslijnen van
de Partij, met wie de in het buitenland opgeleide ministers ideologisch vaak sterk verschilden,
naast zich neerlegde. Het was bijgevolg in eerste instantie de visie van het Ministerie van
Gezondheid, en niet die van Mao en de CCP, die het gezondheidszorgbeleid bepaalde. Een
visie die in eerste instantie op de steden gericht was en een duidelijke Westerse invloed
vertoonde. In de beginjaren van de Volksrepubliek zouden de vier leidende principes die
aangekondigd waren op de Eerste Conferentie over Gezondheidszorg dan ook voornamelijk
louter op papier bestaan.100
2.1 Nadruk op de steden
Geconfronteerd met de gigantische taak om China’s gezondheidstoestand te
verbeteren met beperkt kapitaal en personeel, diende het Ministerie van Gezondheid keuzes
te maken. De achtergrond van zijn leden in beschouwing genomen - Westers opgeleide
artsen werkzaam in stedelijke medische instellingen - is het niet verwonderlijk dat de steden
98 Taylor, Kim (2005), p.31. 99 Vijf vice-ministers, Fu Lianzhang傅连璋(1894-1968); He Cheng贺诚(1901-1992); Su Jingguan苏井观 (1906-1964); Cui Yitian崔义田 (1906-1989) en Qian Xinzhong钱信忠(1911- ), waren artsen met een Westerse medische opleiding. De enige niet-medicus in het Ministerie was de minister zelf, Li Dequan李德全(1896-1972). (Lampton, David M. (1974), Health, Conflict, and the Chinese Political System, Ann Arbor (Mich.): University of Michigan. Center for Chinese studies, p.121) 100 Lampton, David M. (1977), The Politics of Medicine in China: The Policy Process 1949-1977, London: Dawson, p.37-38; Lampton, David M. (1974), p.94.
31
bij de distributie van die middelen bevoordeeld werden. Van de ‘Reguleringen voor
Arbeidsverzekering’101 (maart ’51) bijvoorbeeld, die kosteloze公费医疗 (gongfei yiliao) of
verzekerde劳保医疗 (laobao yiliao) gezondheidszorg verleenden aan Partijkaderleden, leden
van het Bevrijdingsleger, studenten hoger onderwijs en werknemers van staatsgeleide
ondernemingen en fabrieken, konden enkel - een beperkt aantal102 - stedelingen genieten,
het kapitaal was ontoereikend om deze verzekeringssystemen ook op het platteland in te
voegen. Bovendien schoof het Ministerie, wegens het tekort aan middelen, een deel van zijn
taken door naar ondergeschikte departementen op provinciaal省 (sheng), stedelijk市 (shi)
en gewestelijk niveau县(xian) die dan zelfstandig dienden in te staan voor de financiering
van die gezondheidszorgprogramma’s103. Grote, welvarende steden zoals Beijing en Shanghai
hadden het hier uiteraard financieel makkelijker mee, zodat over het algemeen de curatieve
zorg zich tot de steden beperkte, terwijl op het platteland enkel kon voorzien worden in
(goedkopere) preventieve zorg. Deze factoren in combinatie met het feit dat uitbreiding van
bestaande medische instellingen in de steden, restanten van de missionarishospitalen en
medische scholen uit de 19de eeuw, goedkoper was dan de bouw van nieuwe hospitalen op
het platteland zorgden er voor dat in de jaren vijftig het grote contrast tussen stad en
platteland bleef bestaan.104
2.2 Westerse invloed
Daar de ministers van het Ministerie van Gezondheid en de verantwoordelijken van
de bureaus verbonden aan het Ministerie quasi allen artsen opgeleid in de Westerse
geneeskunde waren en velen onder hen bovendien voor een bepaalde periode in het
buitenland hadden gestudeerd, was de invloed van het Westen dan ook zichtbaar in tal van
aspecten van het gezondheidszorgbeleid uit deze periode. Bijvoorbeeld op het domein van
medisch onderwijs, dat tot de bevoegdheid van het Bureau voor Medisch Onderwijs医学教育
司 (Yixue Jiaoyu Si) behoorde en waar de nadruk bleef liggen op biomedische geneeskunde.
Diezelfde Westerse voorkeur was ook terug te vinden bij het Comité voor Medische
Wetenschappen医学科学委员会 (Yixue Kexue Weiyuanhui) dat de onderwerpen bepaalde
waar de onderzoeksinstituten zich op dienden toe te leggen. Bijgevolg werden experimenten
uitgevoerd rond de werking van het zenuwstelsel, tumoren en kanker, onderwerpen die voor
China toen eerder irrelevant waren, in plaats van onderzoek naar ziektes waar men werkelijk
mee te kampen had zoals tyfus, cholera, malaria en pokken. Maar vooral in de afwijzende
houding ten opzichte van de traditionele Chinese geneeskunde was een Westerse invloed
merkbaar, zoals aangehaald in vorige sectie. Dat er geen departement voor traditionele
101 Over deze financieringssystemen volgt meer uitleg in deel VI, 2.2, p.61. 102 Nauwelijks vijftien procent van de stedelijke bevolking kon van volledige gratis gezondheidszorg genieten. (Lampton, David M. (1974), p.14) 103 Dergelijke gezondheidszorgprogramma’s hielden onder andere het voorzien van inentingen voor de bevolking in en het opleiden van lokale gezondheidswerkers. (Lampton, David M. (1977), p.32) 104 Lampton, David M. (1977), pp.31-33; Lampton, David M. (1974), pp.14-15; Yao Li (2007), p.100.
32
geneeskunde was binnen het Ministerie van Gezondheid en dat Westerse artsen het
gezondheidszorgsysteem op zowel nationaal, regionaal als lokaal niveau domineerden, heeft
de kwetsbaarheid van de Chinese geneeskunde alleen maar doen toenemen.105
105 Lampton, David M. (1977), pp. 36-37.
33
III. De CCP drukt zijn stempel op het gezondheidszorgbeleid
(1953-1957)
1. Kritiek op het Ministerie van Gezondheid
Met de ambitie de Partijpolitiek -en discipline te versterken en de macht gezag te
centraliseren106, zette de CCP zich vanaf 1953 af tegen de dominantie van het Ministerie van
Gezondheid bij de implementatie van het gezondheidszorgbeleid. Het begon allemaal toen
het hoofd van het departement voor politieke aangelegenheden van het Ministerie van
Gezondheid van de Militaire Commissie, Bai Xueguang白学光(1912- ), begin ’53 doorheen
het land trok om de gezondheidstoestand in de verschillende provincies te inspecteren. Zijn
rapport dat hij op 27 maart 1953 aan het Centraal Comité van de CCP overhandigde, bevatte
scherpe kritieken op de bureaucratische manier van handelen van het Ministerie van
Gezondheid107. Op dat moment was het Ministerie een bureaucratische organisatie waar een
hele reeks departementen局 (ju) mee verbonden waren op provinciaal, stedelijk en
districtniveau (bijlage 4). Aan deze departementen, die allen een grote graad van autonomie
hadden, besteedde het Ministerie grote delen van zijn verantwoordelijkheden uit.108 In een
dergelijk complex systeem waren er regelmatig conflicten tussen de departementen
onderling en tussen de departementen en het Ministerie.109
Als reactie op het rapport van Bai Xueguang gaf Mao op 3 april van datzelfde jaar een
speech110 waarin hij zijn ongenoegen uitte over het gebrek aan leiderschap dat het Ministerie
van Gezondheid uitoefende over zijn ondergeschikte departementen en bureaus, en volgde
106 In het kader van centralisering werden in ‘54 tevens de zes Militair-Administratieve Regio’s waarin het land sinds 1949 verdeeld was, afgeschaft. (Lampton, David M. (1977), pp.65-66) 107 Fragment uit het rapport van Bai Xueguang waarin hij kritiek uit op de bureaucratische manier van werken van het Ministerie van Gezondheid: “The hygiene work of the entire army and the vocational work of the subordinate work units are lacking in leadership, to the point where there is simply no leadership… Leadership is not centralized, there exists a number of unresolved treatment issues as well as tremendous wastage of resources. There’s confusion among the many sub-departments, and many cadres are discontent within the ranks of the Ministry of Health.” (Voor de Chinese versie zie Mao Zedong毛泽东 (1992), Jianguo Yilai Mao Zedong Wengao Di Liu Ce建国以来毛泽东文稿第六册 (Manuscripten van Mao Zedong Sinds de Oprichting van de Volksrepubliek Vol.6), Beijing: Zhongyang Wenxian Chubanshe, pp.178-179. Vertaling uit: Taylor, Kim (2005), p.41) 108 Dit werd reeds aangehaald in deel II, sectie twee, p.30. 109 Lampton, David M. (1974), p.111; Chan, Allan K.L. et al. (2002), Historical Perspectives on East Asian Science, Technology and Medicine, Singapore: Singapore University Press, p.258. 110 Fragment uit de speech van Mao waarin hij zijn ongenoegen uit over het gebrek aan gezag dat het Ministerie van Gezondheid uitoefende over zijn ondergeschikte departementen en bureaus: “This report of Comrade Bai Xueguang has fundamentally exposed the extremely serious bureaucratism committed by the leadership of the military’s health departments. According to Bai Xueguang’s report, the military’s health department has absolutely no leadership over the national army’s health work. This is completely unacceptable and steps must immediately be taken to resolve this issue… A department without leadership, without politics, and also not conscientiously carrying out its business - it is solely a bureaucratic department that eats, acts as an official, acts as lord and master. With the exception of the military’s department of health, there are probably also other departments equally culpable. In the current struggle against bureaucratism, please tear away the masks, bring about their total collapse, change their appearance and establish in their place organs that are truly capable of achieving some work.” (uit: Taylor, Kim (2005), p.42)
34
er een drie maanden durend onderzoek naar de nationale gezondheidssituatie. In
oktober ’53 richtte hij voor de eerste maal zijn kritiek op He Cheng, die als verantwoordelijke
werd gezien voor het niet uitvoeren van de beleidslijnen van de Partij door het Ministerie.
Onderdeel van Mao’s kritiek was onder meer de neerbuigende houding die He Cheng, en in
uitbreiding het hele Ministerie, innam tegenover Chinese geneeskunde en hij werd
beschuldigd voor het ondermijnen en verwerpen ervan.111
In mei ’55 laaiden de kritieken tegen het Ministerie van Gezondheid terug op met de
aanval op Wang Bin王斌 (1967- ), toenmalig Minister van Gezondheid in Mantsjoerije. Hij
werd niet enkel beschuldigd van het meermaals naast zich neergelegd te hebben van de
beleidslijnen voorgelegd op de Eerste Nationale Conferentie over Gezondheidszorg, maar
vooral van het bestempelen van de traditionele geneeskunde als ‘feodaal’, behorend tot een
feodale natie en van het verhinderen van de unificatie van Chinese en Westerse
geneeskunde. Uiteindelijk werd Wang Bin eind ’55 uit zijn functie ontzet.112
Deze aanval op Wang Bin was de voorbode van een tweede reeks kritieken op He
Cheng. De beschuldigingen wogen echter zwaarder door dan in ’53113 en hij werd ontslagen
uit zijn ambten van partijsecretaris en vice-minister van het Ministerie van Gezondheid. Zijn
positie werd ingenomen door een lid van de CCP, Xu Yunbei徐运杯
(1914- ). Xu had geen enkele ervaring in de medische sector, maar kreeg zijn post in het
Ministerie toegewezen om als dusdanig de Partijcontrole te verstevigen.114
Nadat nog een aantal ministers ontslagen waren en vervangen door mensen met de
‘correcte politieke ideologie’, vond geleidelijk een machtskentering binnen het Ministerie
plaats en kon de CCP zich meer en meer profileren. Daartoe werden ook een aantal
institutionele aanpassingen doorgevoerd zoals het vervangen van ju局 door si司 in 1955.
Beide termen worden vertaald als ‘bureau’, maar een ju kon zelfstandig zijn ondergeschikte
eenheden contacteren, terwijl een si hiervoor eerst langs het administratief bureau办公厅
(bangongting) moest passeren. Dit bureau werd volledig bemand door partijkaderleden. Het
opzetten van nieuwe organisaties om zo de bevoegdheden van het Ministerie van
Gezondheid in te perken, was een tweede institutionele maatregel waardoor de CCP zijn
macht steeds meer kon laten gelden. Het in november ’55 opgerichte Negen Man Subcomité
dat de campagne tegen schistosomiasis leidde, is hier een voorbeeld van. Dit comité was
samengesteld uit niet-medici op nationaal niveau en zijn beleid werd geïmplementeerd door
de lokale Partijcomités op provinciaal en districtniveau.115
111 Taylor, Kim (2005), pp.41-44; Lampton, David M. (1977), pp.65-66; Yao Li (2007), p.102. 112 Taylor, Kim (2005), pp.95-97; Croizier, Ralph C. (1968), pp.9-13. 113 He Cheng werd beschuldigd van “defying the Party’s leadership” en van “adopting the erroneous attitude of restricting and excluding Chinese medicine”. (Taylor, Kim (2005), p.98) 114 Taylor, Kim (2005), pp.97-98; Lampton, David M. (1977), p.46. 115 Lampton, David M. (1977), pp.46-49, Lampton, David M. (1974), p.95.
35
2. Herwaardering van de traditionele geneeskunde
In de periode ’53-’57 zien we dat Mao gaandeweg de traditionele Chinese
geneeskunde steeds hoger gaat inschatten en zelfs werkelijk gaat promoten. Een eerste
reden hiervoor is dat de Chinese geneeskunde werd ingeschakeld als instrument in Mao’s
kritieken op de leden van het Ministerie van Gezondheid, wie een te veel op het Westen
afgestemde, ideologisch incorrecte bourgeoisinstelling werd verweten.116 Naast deze
ideologische reden speelden ook economische factoren een rol in het herwaarderingsproces.
In de jaren ’53-’57 brak de periode van socialistische transformatie社会主义改造 (shehui
zhuyi gaizao)117 aan, waarvan de doelstellingen werden vertolkt in het Eerste Vijfjarenplan第
一个五年计划 (Di Yi ge Wu Nian Jihua)118. Men ging zich echter meer en meer de omvang
van de gezondheidsproblemen die er toen heersten en het gebrek aan financiële middelen
en mankracht om deze problemen aan te pakken, realiseren.119 Daarom werd besloten de
traditionele artsen een grotere rol te geven in de gezondheidszorgwerken, waardoor de
gezondheidstoestand van de boerenbevolking zou verbeteren. Dit was een essentiële
vereiste was voor het doen slagen van dit Vijfjarenplan, aangezien de landbouw de
grondstoffen voor de industrie moest voorzien. Bovendien waren traditionele technieken en
behandelingen goedkoper dan de wetenschappelijke Westerse geneeskunde die de arme
boeren zich niet konden permitteren.120
Het promoten van de Chinese geneeskunde kadert daarenboven in het herwaarderen
van het verleden in het algemeen. In zijn ambities om de culturele superioriteit van het land
aan te tonen, haalde Mao China’s eeuwenoude, prestigieuze geschiedenis boven als bewijs
116 Taylor, Kim (2005), p.95; Fruehauf, Heiner (1999). 117 In 1953 ging in de Volksrepubliek China de fase van socialistische transformatie (’53-’56) van start. Dit hield de omschakeling van een private naar een collectieve, staatsgeleide landbouw, arbeid, industrie en handel in en werd geformuleerd in de ‘Algemene Beleidslijn voor de Periode van Transitie’过渡时期总路线 (Guodu Shiqi Zongluxian). (Fairbank, John K. en Macfarquhar, Roderick (ed.) (1987), The Cambridge History of China, Volume 14. The People’s Republic, part I: The Emergence of Revolutionary China 1949-1965, Cambridge: Cambridge University Press, pp.92-122; Domes, Jürgen (1973), p.40.) 118 In 1949 werd besloten de economische politiek van de SU als model te nemen voor de economische wederopbouw van de Volksrepubliek. Die politiek voorzag in een planeconomie gebaseerd op twee vijfjarenplannen (’53-’57 en ’58-‘62). Het Eerste Vijfjarenplan 第一五年计划 (Di Yi Wunian Jihua) bepaalde dat veertig tot vijftig procent van het kapitaal in de industrie diende geïnvesteerd te worden, waarvan tachtig procent in zware industrie (metallurgie, machinebouw, chemische sector, petroleumindustrie en dergelijke). De landbouw moest de industrie voorzien van grondstoffen en de export van landbouwproducten zou financiële middelen opleveren voor verdere investeringen. In termen van economische groei kan het eerste vijfjarenplan als een groot succes beschouwd worden: de agrarische en industriële output stegen jaarlijks gemiddeld met respectievelijk 3,8 en 8,9 procent, de lonen in de moderne sector namen met meer dan veertig procent toe, terwijl de levenskost voor deze werknemers slechts met tien procent toenam, de inkomsten van de boeren stegen met twintig procent als gevolg van de toegenomen agrarische productie, en ook inzake levensverwachting en het aantal kinderen ingeschreven in het lager onderwijs was een positieve tendens waarneembaar. Fairbank, John K. en Macfarquhar, Roderick (ed.) (1987), pp.155-160; Dillon, Michael (ed.) (1998), China. A Cultural and Historical Dictionary, Richmond: Curzon, pp.106-107. Voor meer informatie betreffende het Eerste Vijfjarenplan, zie Prybyla, Jan S. (1970), The Political Economy of Communist China, Scranton (Penn.): International Textbook Company, pp.110-223. 119 Dit kwam reeds aan bod in deel II. 120 Croizier, Ralph C. (1968), p.15; Taylor, Kim (2005), pp.65-66; Yao Li (2007), p.101; Li Decheng (2007), p.175.
36
voor die superioriteit, en van dat roemrijke verleden maakte de traditionele geneeskunde
deel uit. In de Engelstalige uitgave van het ‘Chinees Medisch Magazine’中华医学杂志
(Zhonghua Yixue Zazhi)121 verschenen rond deze tijd dan ook veel artikels over de
geschiedenis van de Chinese geneeskunde.122
2.1 1954, een cruciaal jaar voor de traditionele Chinese geneeskunde
In zijn ‘Instructies Voor De Werkzaamheden In De Medische Sector’-toespraak对中医
工作的指示 (Dui Zhongyi Gongzuo de Zhishi) in juli ’54 sprak Mao zich voor de eerste keer
echt duidelijk uit over de traditionele Chinese geneeskunde en zijn plaats in de samenleving.
Hij herbevestigde dat er in de toekomst geen plaats was voor een Chinese én een Westerse
geneeskunde, maar dat deze samen zouden evolueren naar eengemaakte geneeskunde,
uniek voor China中国的统一医学 (Zhongguo de Tongyi Yixue). Mao was het met het
Ministerie van Gezondheid eens dat de Chinese geneeskunde eerst op een
wetenschappelijker niveau moest gebracht worden, wat een vlotte interactie met de
Westerse geneeskunde mogelijk zou maken, om dan uiteindelijk dat eengemaakt medisch
systeem te vormen. Volgens hem moest dit evenwel niet gebeuren door Chinese artsen
Westerse geneeskunde aan te leren, als wel door biomedische artsen op te leiden in de
Chinese geneeskunde. 123 Pas wanneer deze Westers opgeleide dokters met de traditionele
geneeskunde zouden vertrouwd raken en de positieve aspecten ervan ontdekken, zou hun
negatieve bourgeoisinstelling verdwijnen en kon de unificatie gerealiseerd worden.
Bovendien konden ze tijdens hun studie de zwakke punten van de traditionele geneeskunde
bijsturen met eigen Westerse methoden en de Chinese medische theorieën beter
organiseren. Door politieke opvattingen te integreren in het lesprogramma, zouden hun
ideologisch incorrecte opvattingen bovendien ook gerectificeerd worden. De opleidingen
werden gegeven in colleges voor ‘Dokters in Westerse geneeskunde studeren Chinese
121 Het Chinees Medisch Magazine wordt door de Chinese Medische Associatie (zie deel III, 2.2) tweemaal per maand uitgegeven in het Chinees en in het Engels. Het eerste nummer verscheen in oktober 1915. Net als ‘China Reconstructs’ en ‘Scientica Sinica’ is het na verloop van tijd een belangrijke component gaan vormen van de propagandamachine van de CCP. (Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), p.605) Voor verdere informatie over de Chinese editie is er de website http://www.nmjc.net.cn/, de website van de Engelstalige versie is http://www.cmj.org/. 122 Taylor, Kim (2004), p.99-100. 123 Fragment uit de toespraak van Mao in juli ’54 waarin hij zijn visie op de toekomst van de traditionele geneeskunde formuleert en oproept tot een Chinese Eengemaakte Geneeskunde: “Henceforth the most important thing is to ask practicioners of Western medicine to study Chinese medicine, and not for practicioners of Chinese medicine to study Western medicine. Firstly we must transfer one to two hundred graduates of medical institutes or colleges, handing them over to some well-known doctors of Chinese medicine so that they can study their clinical experience. Furthermore, they should assume an attitude of great modesty in their studies. The study of Chinese medicine by practicioners of Western medicine is honourable. This is because through the studying and improving of Chinese medicine, the demarcation lines between Chinese and Western medicine can be discarded, to form one Unified Medicine of China, as a contribution to the whole world. (Voor de Chinese versie zie Mao Zedong毛泽东 (1969), Mao Zedong Sixiang Wansui毛泽东思想万岁 (Lang Leve het Gedachtegoed van Mao Zedong), Beijing: uitgeverij onbekend, p.11. Vertaling uit: Taylor, Kim (2005), p.72.)
37
geneeskunde’西医师学习中医 (xiyishi xuexi zhongyi), die verbonden waren aan de
Onderzoeksinstituut voor TCM中医研究院 (Zhongyi Yanjiuyuan) in Beijing.124
2.2 Nieuwe initiatieven ter promotie van de traditionele Chinese geneeskunde
Het belangrijke jaar 1954 was het begin van een reeks initiatieven die de positie van
de traditionele Chinese geneeskunde zouden consolideren. Reeds in maart ’54 riep Lü
Bingkui吕炳奎 (1914-2003), lid van het Provinciaal Departement van Gezondheid van de
provincie Jiangsu江苏省卫生司 (Jiangsusheng Weishengsi), een conferentie samen waarop
meer dan zeventig artsen uit de regio van Nanjing uitgenodigd waren en gevraagd werden
naar hun visie over de toekomst van Chinese geneeskunde. Op deze conferentie werd
besloten in Nanjing een hospitaal voor Chinese geneeskunde te bouwen, ter vervanging van
de bestaande, bij een Westers hospitaal aangesloten dagkliniek. Zodoende opende in
april ’54 met het Nanjing Hospitaal Voor Chinese Geneeskunde南京中医医院 (Nanjing
Zhongyi Yiyuan) het eerste staatsgeleide hospitaal voor Chinese geneeskunde sinds het
einde van het keizerrijk, waar ook een dagkliniek en een school, de Jiangsu School Voor
Chinese Geneeskunde江苏省中医学校 (Jiangsusheng Zhongyi Xuexiao) 125, aan verbonden
waren.126
In november van dat jaar kondigde het Centraal Comité van de CCP een aantal
nieuwe doelstellingen af voor de verdere ontwikkeling van de Chinese geneeskunde, zoals
“Breid de Chinese medische sector uit”扩大中医的业务 (Kuoda zhongyi de yewu), “Verbeter
de bijscholing van Chinese artsen”改善中医师的进修 (Gaishan zhongyishi de jinxiu),
“Publiceer werken over Chinese Geneeskunde”出版中医书籍 (Chuban zhongyi shuji) en
“Verbeter en intensifieer het bestuur over de Chinese geneeskunde”改进和加强对中医的管理
(gaijin he jiaqiang zhongyi de guanli). Daarnaast werd een Departement voor Chinese
Geneeskunde中医司 (Zhongyisi) opgericht binnen het Ministerie van Gezondheid.127
Maar vooral vanaf 1955 werden tal van beleidslijnen geïmplementeerd die tot doel
hadden de Chinese geneeskunde in het dagelijks leven te integreren, zowel in de steden als
op het platteland en zo de plaats van de Chinese geneeskunde in de samenleving te
verstevigen. Het aantal publicaties dat specifiek over traditionele geneeskunde berichtte nam
toe128; de grote, moderne hospitalen stelden nu ook Chinese artsen tewerk en richtten
frequent een afzonderlijke afdeling voor Chinese geneeskunde in; de Chinese Medische
124 In 3.1, p.40 van dit deel volgt meer uitleg over het Onderzoeksinstituut voor TCM. Taylor, Kim (2005), pp.72-75; Croizier, Ralph C. (1968), p.16; Scheid, Volker (2002), p.71. 125 Deze school vestigde zich in de gebouwen van de vroegere ‘Nanjing School voor de Verdere Opleiding van Chinese dokters南京中医师进修学校 (Nanjing Zhongyi Jinxiu Xuexiao). (Taylor, Kim (2005), p.70) 126 Taylor, Kim (2005), pp.69-70. 127 Taylor, Kim (2005), pp.75-76. 128 In ’53 maakten publicaties over traditionele geneeskunde slechts 7% van het totaal aantal medische publicaties uit, in ’55 steeg dit naar 27%. Dergelijke publicaties betroffen heruitgaven van medische klassieken, werkstukken over acupunctuur en massagetechnieken, vereenvoudigde verklaringen van de traditionele medische theorieën, en vooral krantenartikels over succesvolle resultaten en nieuwe ontwikkelingen binnen de traditionele geneeskunde. (Croizier, Ralph C. (1968), p.14)
38
Associatie中华医学会 (Zhonghua Yixuehui)129, die voorheen exclusief op Westerse
geneeskunde georiënteerd was, nodigde traditionele artsen uit in hun team; in zeven grote
steden, waaronder Beijing, Xi’an西安, Chongqing重庆, Shanghai en Guangdong广东,
werden Chinese hospitalen opgericht; en Chinese kruidengeneesmiddelen en behandelingen
door Chinese artsen werden voor het eerst in het verzekeringssysteem opgenomen. De
overheid nam verder het besluit om van de kruidengeneeskunde, naast onder andere
massage en acupunctuur, terug een vitaal onderdeel van de traditionele Chinese
geneeskunde te maken. De laatste jaren was de teelt van kruiden immers langzaam
teruggevallen nadat boeren de kruidenplanten steeds vaker waren gaan vervangen door
rendabelere gewassen. Bovendien was de industrie die de planten verwerkte tot
geneesmiddelen grotendeels in handen van privé-ondernemingen, waardoor speculatie en
corruptie nooit veraf was en de prijzen bij gebrek aan overheidscontrole boven de prijzen
van Westerse geneesmiddelen stegen. Om de kruidensector uit het slop te halen en de
centrale controle te versterken, kondigde Mao in zijn ‘Instructies Voor De Werkzaamheden In
De Medische Sector’-toespraak van juli ’54 aan dat deze tak van de Chinese geneeskunde
voortaan onder de bevoegdheid van het Ministerie van Handel商务部 (Shangwubu) zou
vallen. Dit Ministerie verleende leningen aan de kruidentelers en voorzag meer werkers om
kruiden te verzamelen. Bovendien werd onderzoek gedaan naar hoe de kruiden in
bijvoorbeeld pil -of poedervorm konden verwerkt worden, zodat ze voor de patiënt
makkelijker in te nemen waren en ze meer gelijkenis zouden vertonen met Westerse
medicijnen. Mao riep tevens op de productie van kruidengeneesmiddelen te verhogen en de
verkoop ervan te promoten.130
2.3 De term TCM (Traditional Chinese Medicine)
Op het moment dat de traditionele geneeskunde status verwierf in China, veranderde
in Engelstalige publicaties de naamgeving van ‘Chinese medicine’ in ‘Traditional Chinese
Medicine’ (TCM). De term ‘Traditional Chinese Medicine’ dook voor het eerst op in een artikel
in de Engelstalige editie van de ‘Chinese Medical Journal’ uit september 1955, “Why our
Western-trained doctors should learn Traditional Chinese Medicine”. Vanaf toen zijn tal van
publicaties over TCM verschenen. Veel Westerlingen kennen de context echter niet waarin de
term ontstaan is en gebruiken ‘TCM’ ook om naar de oorspronkelijk Chinese geneeskunde te
verwijzen. Maar in feite verwijst TCM enkel en alleen naar die gestandaardiseerde
129 De Chinese Medische Associatie is opgericht in 1915 door een groep jonge, Westers opgeleide artsen met als doelstellingen de vereniging van de medische sector in China, het uitdragen van de belangen van het en het bevorderen van de verspreiding van Westerse geneeskunde. Men gaf ook een magazine uit: het Chinees Medisch Magazine (zie deel III, 2.1). De eerste conferentie werd georganiseerd van 7 tot 12 februari 1916 in Shanghai, er waren tachtig leden uit verschillende delen van het land aanwezig. (Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), pp.604-606) Met meer dan 430 000 leden is het op vandaag de grootste non-gouvernementele medische organisatie in China. De website van de Chinese Medische Associatie is http://www.cma.org.cn/. Er is ook een Engelstalige website http://www.chinamed.com.cn . 130 Taylor, Kim (2005), pp.76-78; Croizier, Ralph C. (1968), pp.14-16; Scheid, Volker (2002), p.72.
39
geneeskunde die toegepast werd in China ná 1956, en dan bovendien enkel naar die
geneeskunde die toegepast werd in staatsgeleide instellingen en waarvan de theorie vervat
is in conventionele handboeken. Het is de geneeskunde die nog steeds vertrouwt op
eeuwenoude traditionele theorieën en praktijken zoals acupunctuur, maar ook verweven is
met moderne, wetenschappelijke geneeskunde én met de politieke ideologie van de CCP.
Het is bijgevolg verkeerd om alle vormen van Chinese geneeskunde in China te categoriseren
als TCM. De titels van artikels die, vooral vanaf ’58, verschenen131, tonen aan dat de rol die
de Chinese geneeskunde in die tijd speelde, veranderd was. Het was een geneeskunde
geworden die kon concurreren met de Westerse, wetenschappelijke geneeskunde en die zich
kon laten gelden in de sfeer van de biomedische wetenschappen. Traditional Chinese
Medicine was dus niet zozeer een geneeskunde van het verleden, als wel van het heden.132
In China zelf is men niettemin steeds de term zhongyi中医133 (Chinese geneeskunde)
blijven hanteren, in plaats van naar analogie met de Engelse vertaling over te schakelen op
chuantong zhongyi传统中医 (traditionele Chinese geneeskunde). Dit toont aan dat de
verandering in Engelse terminologie expliciet met het oog op het Westen doorgevoerd werd.
Mao was immers van mening dat eens de Chinese geneeskunde aan zijn opmars bezig was
in China zelf, dit ook het geval moest zijn in het buitenland. Enerzijds weerspiegelt de
nieuwe term dan ook het verlangen om de Westerse wereld er aan te herinneren dat deze
traditionele heelkunst nog steeds van belang is in de moderne wereld, anderzijds werd
ermee ingespeeld op een Westers publiek dat vooral geïnteresseerd was in de traditionele
wortels van de Chinese geneeskunde, en niet zozeer in zijn toepasbaarheid in de moderne
maatschappij.134 Met de term ‘Traditional Chinese Medicine’ werd echter in het Westen het
beeld gecreëerd van een geneeskunde die al 2000 jaar bestaat en nog steeds niet veranderd
is, terwijl Chinese journalisten met de term TCM in Engelstalige publicaties net wilden
verwijzen op een progressieve, geavanceerde geneeskunde. De Chinese geneeskunde van
na ’56 moest het pronkstuk zijn van de vooruitgang die China gemaakt had op
wetenschappelijk gebied, maar door het woord ‘traditioneel’ te gebruiken, werd net zijn rijke
131 Voorbeelden van dergelijke titels zijn: “Traditional Chinese Medical Treatment of Appendicitis: Some Preliminary Observations”, “Traditional Chinese Medicine in Treatment of Tabes Dorsalis” en “Ophthalmology in Traditional Chinese Medicine”. (Taylor, Kim (2004), pp.101-102) 132 Taylor, Kim (2004), pp.98-100; Scheid, Volker (2006), “Chinese Medicine and the Problem of Tradition”, Asian Medicine: Tradition and Modernity, Leiden: Brill, pp.59-60; Chen, Nancy N. (2003), Breathing Spaces. Qigong, Psychiatry and Healing in China, New York: Columbia University Press, p.17; Hsu, Elisabeth (1999), The Transmission of Chinese Medicine, Cambridge: Cambridge University Press, pp.6-8. 133 Sinds ’88 is de term zhongyi中医 (Chinese geneeskunde / TCM) vervangen door zhongyiyao中医药 (Chinese geneeskunde/TCM en farmacologie) (Taylor, Kim (2005), p.151) 134 In het Westen werd met ontzag naar China’s rijke verleden en tradities gekeken, waarvan de traditionele Chinese geneeskunde een onderdeel vormde. Wanneer er vanuit de Westerse wereld dan ook interesse was voor de geneeskunde in China, was dit in de eerste plaats omwille van zijn eeuwenoude geschiedenis,, niet zozeer omwille van zijn huidige realisaties en eventuele toepasbaarheid. (Taylor, Kim (2004), p.94) Hier wordt op teruggekomen in deel VII, 2.1, p.69.
40
geschiedenis benadrukt. Deze discrepantie in terminologie is daarmee verantwoordelijk voor
de verwarring rond wat Chinese geneeskunde nu exact inhoudt.135
3. Institutionalisering van TCM
3.1 Onderzoeksinstituut voor TCM
Op 4 juni 1954 kondigde Mao het besluit aan om in Beijing een Onderzoeksinstituut
voor TCM中医研究院 (Zhongyi Yanjiuyuan) op te richten136 en legde daarvoor de
verantwoordelijkheid bij Lu Zhijun鲁之俊 (1911-1999), Zhu Lian株连 (1909-1978) en He
Gaomin何高民 (1909-1986), Westers opgeleide artsen die reeds sinds de Burgeroorlog
boegbeelden waren in het promoten van Chinese geneeskunde. Lu Zhijun zou de functie van
directeur op zich nemen. De taak van het Onderzoeksinstituut bestond uit het systematisch
organiseren van de Chinese medische kennis en het compileren van tekstboeken over
Chinese geneeskunde en kruiden. Er zouden eveneens leraars opgeleid worden om Chinese
geneeskunde te doceren in de medische colleges. Uiteindelijk zou de Chinese geneeskunde
kunnen opklimmen tot het niveau van TCM.
Het Instituut, dat officieel geopend werd op 19 december ’55, bestond uit vijf
departementen (Interne geneeskunde, Chirurgie, Acupunctuur, Chinese kruiden en Chinese
medische geschiedenis) die aanvankelijk verspreid over Beijing gesitueerd waren. Pas in ’56
werden de verschillende departementen samengebracht in één gebouw. Aan het Instituut
waren twee hospitalen verbonden, het Guang’anmen Hospitaal广安门医院 (Guang’anmen
Yiyuan) en het Xiyuan Hospitaal西苑医院 (Xiyuan Yiyuan).137
Met de formele opening van het Onderzoeksinstituut in december ’55 gingen ook de
eerste colleges voor ‘Dokters in Westerse geneeskunde studeren Chinese geneeskunde’ van
start. De vierhonderd Westerse artsen, die vanuit heel China werden opgeroepen en
toegewezen werden aan zes verschillende scholen, dienden hun professionele bezigheden op
te geven en zich voltijds toe te leggen op de studie van onder meer de vier belangrijkste
medische klassieken, “Compendium van de Materia Medica”本草纲目 (Bencao Gangmu),
“Inwendige Canon van de Gele Keizer”黄帝内径 (Huangdi Neijing), “Essay over de
Schadelijke Invloed van Koude”伤寒论 (Shanghan Lun) en “Essenties van de Gouden Kamer”
金匮要略 (Jinkui Yaolue), om als dusdanig de beginselen van de Chinese geneeskunde te
135 Taylor, Kim (2004), p.102; Scheid, Volker (2006), pp.60-61; Scheid, Volker (2002), p.3/p.43. 136 Fragment uit de aankondiging van Mao op 4 juni ’54 omtrent het oprichten van een onderzoeksinstituut voor TCM: “Immediately establish an organ for the research of Chinese medicine, enlist the services of good Chinese medical practicioners to perform the research, send good doctors of Western medicine to study Chinese medicine, and together they will share the research work.” (Voor de Chinese versie zie: Hua Zhongfu华钟甫 en Liang Jun梁俊(1995), Zhongguo Zhongyi Yanjiuyuan Shi中国中医研究院史(Geschiedenis van het Onderzoeksinstituut voor TCM in China), Beijing: Zhongyi Guji Chubanshe, p.4. Vertaling uit: Taylor, Kim (2005), p.87) 137 Taylor, Kim (2005), pp.87-90; Scheid, Volker (2002), Chinese Medicine in Contemporary China. Plurality and Synthesis, Durham (N.C.): Duke University Press, p.71. Voor verdere informatie over het Onderzoeksinstituut voor TCM kan men terecht op de website http://www.cintcm.ac.cn/gam/gamy/zyyjy.html.
41
verwerven. Na het volgen van de opleiding, die tweeëneenhalf jaar in beslag nam, werd men
verondersteld zowel de Westerse als Chinese geneeskunde te beheersen, en was men in
feite een verpersoonlijking van het eenmakingsideaal. De 303 studenten van de zes
klassen138 die in juli ’58 afstudeerden, kregen een job toegewezen in één van de hospitalen
van de Onderzoeksinstituut voor TCM van Beijing of in een andere TCM-instelling, zoals de
Academie voor TCM van Beijing 139. Daarnaast werden ook nog eens vijfduizend artsen
geselecteerd voor een deeltijdse drie jaar durende opleiding in verschillende medische
instituten verspreid over heel China. Bij de invulling van het lerarenkorps ging het Centraal
Comité van de CCP op zoek naar de meest befaamde en ervaren Chinese geneesheren. In
tegenstelling tot deze Chinese artsen, die met hun rekrutering voor de eerste keer in
overheidsplannen betrokken werden om de status van de traditionele geneeskunde te
verhogen, stonden de Westerse artsen, die zich voor het eerst in een inferieure positie ten
opzichte van de Chinese artsen bevonden, heel weigerachtig en sceptisch ten aanzien van dit
‘Dokters in Westerse geneeskunde studeren Chinese geneeskunde’-project, waardoor de
sfeer tijdens de colleges dan ook gespannen was.140
De ‘Scholen voor Bijscholing van Chinese dokters’ bleven verder bestaan, maar het
lessenpakket werd herzien en weerspiegelde een groter respect voor de Chinese traditie.
Daar waar de lessen voorheen een duidelijke Westerse invloed vertoonden, was de basis
waarvan werd vertrokken de traditionele geneeskunde.141
3.2 Academies voor TCM142
In februari ’56 maakte premier Zhou Enlai周恩来 (1898-1976)143 het voorstel bekend
om de eerste colleges voor hoger onderwijs in TCM中医学院 (zhongyi xueyuan) op te
richten, te beginnen met vier academies in Beijing, Shanghai, Guangzhou en Chengdu. Er
werd bepaald dat elke academie 120 studenten zou toelaten voor een lesprogramma van vijf
138 Deze zes klassen waren gevestigd in Beijing, Guangzhou, Shanghai, Wuhan武汉, Chengdu成都 en Tianjin天津. (Taylor, Kim (2005), p.119) 139 Deze Academie komt aan bod in 3.2. 140 Croizier, Ralph C. (1968), p.17; Taylor, Kim (2005), pp.90-94/pp.118-119; Scheid, Volker (2002), pp.71-72. 141 Croizier, Ralph C. (1968), p.17. 142 Sinds ’93 worden de TCM Academies ‘Universiteiten voor TCM en Farmacologie’中医药大学 (Zhongyiyao Daxue) genoemd. (Taylor, Kim (2005), p.151) Enkele websites van universiteiten zijn: http://www.shutcm.edu.cn (Shanghai Universiteit voor TCM en Farmacologie); http://www.bucm.edu.cn (Beijing Universiteit voor TCM en Farmacologie); www.gzhtcm.edu.cn (Guangzhou Universiteit voor TCM en Farmacologie); http://www.njutcm.edu.cn (Nanjing Universiteit voor TCM en Farmacologie). 143 Zhou Enlai was lid van het Politbureau van het Centraal Comité van de CCP sinds 1927. Van bij de oprichting van de Volksrepubliek China op 1 oktober 1949 tot zijn overlijden in ‘76 was hij eerste minister en van ‘49 tot ‘58 eveneens minister van Buitenlandse Zaken. Daarnaast was hij van december ’54 tot bij zijn dood vice-voorzitter van de CCP. (Wang, Ke-Wen (ed.) (1998), pp.421-422; Clark, Anne B. en Klein, Donald W. (1971), Biographic Dictionary of Chinese Communism 1921-1965, Volume I, Cambridge (Mass.): Harvard University Press, pp.204-219.) Voor verdere informatie, zie Barnouin, Barbara en Yu, Changgen (2006), Zhou Enlai: A Political Life, Hong Kong: Chinese University Press.
42
jaar, waarna ze een diploma hoger onderwijs in TCM144 zouden bezitten en worden
ingeschakeld in onderwijs, onderzoek of klinisch werk. Door de mogelijkheid te creëren een
collegeniveau te behalen, werd meer gewicht toegekend aan de kwalificaties van Chinese
artsen en zou de aanvaardbaarheid van Chinese geneeskunde in de samenleving toenemen.
Om voldoende studenten aan te trekken, werd in de media veelvuldig aangekondigd dat de
studenten van de TCM Academies dezelfde status zouden hebben als studenten in andere
colleges voor hoger medische onderwijs en dat de overheid regelmatig beurzen zou
uitreiken.145
Het plan van augustus ’56 om vier Academies voor TCM op te richten zag er dan wel
heel ambitieus uit, toch zou er het komende anderhalf jaar maar weinig aandacht aan
besteed worden. Zelfs de opening van deze vier in september ’56 gebeurde in mineur en
werd bijvoorbeeld niet officieel aangekondigd in de ‘Volkskrant’ 人民日报 (Renmin Ribao).
Het zag er zelfs even naar uit dat de plannen voor de Academie voor TCM in Beijing nooit
zouden gerealiseerd worden. Het Departement van Gezondheid van Beijing weigerde aan dit
project mee te werken en schoof de verantwoordelijkheid volledig af op het Ministerie van
Gezondheid, met als gevolg dat de Academie bij de start van de lessen op 1 september niet
meer was dan enkele klaslokalen op een verdieping van de Beijing School voor Verdere
Opleiding van Chinese dokters北京中医师进修学校 (Beijing Zhongyishi Jinxiu Xuexiao), dat
er slechts twee leraars en weinig lesmateriaal waren, en dat er pas op het laatste moment
een directeur146 werd aangesteld. Toen de situatie na enkele maanden nog steeds niet
verbeterd was, en de klachten van studenten over gebrek aan organisatie steeds luider
weerklonken, suggereerde Lü Bingkui147, de nieuwe voorzitter van het Departement voor
TCM van het Ministerie van Gezondheid卫生部中医司, om het hele project naar Nanjing te
verschuiven en te koppelen aan de Jiangsu School voor Verdere Opleiding van Chinese
dokters江苏省中医师进修学校 (Jiangsusheng Zhongyishi Jinxiu Xuexiao). Uiteindelijk werd
besloten de Academie toch in Beijing te laten voortbestaan, toen de Volksuniversiteit人民大
学 (Renmin Daxue) na tussenkomst van Zhou Enlai een groot gebouw ter beschikking stelde
waar de lessen konden plaatsvinden, en nadat Lü Bingkui personeel en lesmateriaal had
laten overkomen van de Jiangsu School Voor Chinese Geneeskunde. 148
Eenmaal de Academie in Beijing op punt stond en degelijk begon te functioneren,
kwam het programma van ’56 terug op de politieke agenda te staan en werden er verspreid
over het land verscheidene nieuwe Academies voor TCM geopend. Daarnaast waren ook
144 Een hoger diploma in TCM hield in dat de afgestudeerden zowel enkele technieken uit de traditionele Chinese geneeskunde zouden beheersen, alsook kennis zouden bezitten over de basistheorieën van de moderne, biomedische geneeskunde. (Taylor, Kim (2005), p.104) 145 Taylor, Kim (2005), pp.103-104; Fruehauf, Heiner (1999); Scheid, Volker (2002), p.73. 146 Directeur was Chen Yuming陈育鸣 (1907-1976), vice-voorzitter van het Departement voor TCM van het Ministerie van Gezondheid. (Taylor, Kim (2005), p.105) 147 Lü Bingkui werd reeds genoemd in 2.2, p.37 van dit deel als initiatiefnemer in de oprichting van de eerste school en het eerste hospitaal voor Chinese geneeskunde in Nanjing (’54). 148 Taylor, Kim (2005), pp.103-108; Scheid, Volker (2002), pp.74-75.
43
plannen in de maak om een gestandaardiseerde reeks handboeken te compileren die op het
nieuwe collegeniveau zouden gebruikt worden. De Academies bleven echter vooral op
zichzelf aangewezen, men ging zelf op zoek naar personeel en men gebruikte eigen
lesmateriaal. Het was bovendien niet duidelijk wat de verhouding tussen Chinese en
Westerse lessen moest zijn. Was de beleidslijn ‘eerst Chinees dan Westers’先中后西 of
eerder ‘eerst Westers dan Chinees’先西后中? Moesten ze vasthouden aan het ‘eenmaking
van Chinese en Westerse geneeskunde’-programma of moesten ze zich toeleggen op een
volwaardig Chinees lessenpakket? Het zou uiteindelijk tot in ’59 149 duren vooraleer een
duidelijke structuur voor de TCM Academies werd uitgetekend.150
Voor de periode ’53-’57 kan gesteld worden dat Mao’s oorspronkelijke idee om de Chinese
geneeskunde tot op het niveau te verhogen waar een vlotte samenwerking met Westerse
geneeskunde mogelijk is, waarna deze één, nieuwe geneeskunde zouden vormen, in ’54
resulteerde in een beleid dat omwille van politieke, economische en culturele redenen de
Chinese geneeskunde een steeds prominentere plaats ging toekennen en bijgevolg alsmaar
meer een rol van belang ging spelen in de samenleving met bijvoorbeeld de oprichting van
het eerste hospitaal voor Chinese geneeskunde in Nanjing.
Geleidelijk is die geneeskunde geëvolueerd naar een gestandaardiseerd, door de overheid
uitgetekend medisch systeem, dat in China weliswaar nog steeds zhongyi (Chinese
geneeskunde) genoemd werd, maar dat fundamenteel verschilde van de oorspronkelijke
traditionele Chinese geneeskunde. In de vertaling van Chinese artikels voor de Westerse
wereld werd vanaf ’56 naar dit systeem verwezen met de - misleidende - term ‘Traditional
Chinese Medicine’ (TCM).
Het was tijdens deze periode waarin Mao en de CCP de controle over het Ministerie van
Gezondheid verstevigd hadden echter nog steeds de bedoeling dat TCM ooit met de
Westerse geneeskunde zou samenvloeien in één nieuwe geneeskunde. In deel IV zal aan
bod komen dat men uiteindelijk toch van dat revolutionaire plan afgestapt is en men een
meer gematigde richting ging inslaan.
149 Dit komt aan bod in deel IV, sectie 3, p.47. 150 Taylor, Kim (2005), pp.124-125.
44
IV. Gezondheidszorg tijdens de Grote Sprong Voorwaarts: ‘Red’
belangrijker dan ‘Expert’
(1958-1960)
1. Problemen bij de opwaardering van Chinese geneeskunde
Vanaf ’56, op het moment dat de herwaardering en institutionalisering van de
Chinese geneeskunde volop aan de gang was, deden zich in dit proces enkele problemen
voor. Er werden bijvoorbeeld geen duidelijke normen opgelegd waar traditionele artsen aan
moesten voldoen. De enige voorwaarde was dat ze het vertrouwen van het volk dienden te
hebben, waardoor in feite niet de medische autoriteiten maar wel de massa oordeelde over
de kwalificaties van de arts en bijgevolg over zijn erkenning. Algauw doken dan ook bij zowel
Westerse als bij toegewijde Chinese dokters klachten op over de alomtegenwoordigheid van
onbekwame kwakzalvers die met hun dubieuze praktijken de gezondheid van de patiënt nog
meer schade toebrachten.
De onenigheid tussen Westerse en Chinese dokters bleef bovendien aanhouden. De
Westerse dokters waren allerminst opgetogen over hun oproeping voor de colleges van
‘Dokters in Westerse geneeskunde studeren Chinese geneeskunde’ en toonden hun
desinteresse door tijdens de lessen andere boeken te lezen of door zelfs helemaal niet
aanwezig te zijn. De Chinese artsen klaagden dan weer dat ze weliswaar in moderne
hospitalen mochten werken, maar daar enkel ongeneeslijke patiënten kregen toegewezen.
Bij andere Chinese artsen luidde de kritiek dat het onderzoek naar traditionele methodes nog
steeds oppervlakkig verliep, dat de geplande uitbreiding van medische faciliteiten voor
Chinese geneeskunde op de lange baan geschoven werd en dat ze nog steeds geen
autoriteit hadden binnen de medische overheidsorganen.151
2. De CCP houdt vast aan zijn beleid
Ondanks de aanhoudende klachten van zowel Chinese als Westerse artsen bleef de CCP aan
zijn beleid vasthouden. Men ging nog meer waarde toekennen aan het beoefenen van
Chinese geneeskunde en de ideologische kloof met het Ministerie van Gezondheid werd nog
groter.152
151 Croizier, Ralph C. (1968), p.19. 152 Fragment van een artikel uit de ‘Guangmin Ribao’光明日报 van 24 november ‘58 dat het ongenoegen van de CCP over de bourgeoisgerichte instelling van het Ministerie van Gezondheid uitdrukt: “It was a bourgeois prejudice that medicine is a scientific art, something for a small number of authorities. Rather, it comes from the masses’ experience and hence can undergo a movement developing the broadest mass participation and not just rely on those so-called authorities.” (Vertaling uit: Croizier, Ralph C. (1968), p.20)
45
2.1 Mobilisatie van de massa
Na de Anti-Rechtse Campagne反右派运动 (Fan Youpai Yundong) (’57-’58)153,
waardoor naar schatting 400 000 tot 700 000 intellectuelen知识分子 (zhishi fenzi)154 hun
functies kwijtraakten en aan de maatregel van ‘hervorming door arbeid’劳动改造 (laodong
gaizao) op het platteland of in de fabrieken onderworpen werden, versterkten de negatieve
gevoelens van de Partij ten aanzien van deze individuen en namen niet-gespecialiseerde
Partijkaderleden hun posities in. Het resultaat was dat de Partij steviger dan ooit tevoren de
macht in handen had in domeinen als wetenschap, financiën, cultuur en gezondheidszorg.155
Toen men geconfronteerd werd met economische problemen, misoogsten, de
droogte tijdens de winter van ’57-’58, een sprinkhanenplaag en de overstroming van de Gele
Rivier黄河 (Huanghe) in juli ’59 weigerde de CCP advies te vragen aan de intellectuelen over
mogelijke oplossingen. In plaats daarvan besloot men, aangemoedigd door de eerste
successen in de antischistosomiasis-massacampagne, terug te grijpen naar het concept van
massamobilisatie en bijgevolg het volk in de implementatie van de beleidslijnen te betrekken.
Kenmerkend voor de hierop volgende Grote Sprong Voorwaarts大跃进 (Da Yue Jin)156 was
dan ook het verwerpen van technische vakkundigheid en daarentegen het initiatief van de
massa en een correct politiek bewustzijn beklemtonen, of met andere woorden ‘red’ 红
(hong) werd boven ‘expert’ 专 (zhuan) verkozen.157
153 De Anti-Rechtse Campagne was de ideologische rectificatiecampagne van de CCP tegen diegene die kritiek hadden geuit tijdens de voorafgaande Honderd Bloemen-periode. Deze Honderd Bloemen-campagne (voluit: Laat Honderd Bloemen Bloeien, Laat Honderd Scholen Wedijveren) werd gelanceerd op 27 april 1957 en was een initiatief om de intellectuelen een grotere vrijheid toe te staan en hun mening te vragen over bestuurlijke kwesties. Maar in mei en juni leidde dit tot de situatie waarbij de dominante rol van de CCP steeds meer in vraag werd gesteld. Uiteindelijk kwam er op 8 juni met het lanceren van de Anti-Rechtse Campagne een abrupt einde aan de Honderd Bloemen-periode. Tijdens de rectificatiecampagne werden 400 000 tot 700 000 wetenschappers, schrijvers en artiesten als ‘rechts’右派 (youpai) bestempeld. De meesten onder hen werden uit de CCP gezet, verloren hun functie en werden naar het platteland gestuurd om ‘heropgevoed’ te worden door er samen met de boeren te werken. (Teiwes, Frederick C. (1979), Politics and Purges in China: Rectification and the Decline of Party Norms, 1950-1965, Folkestone: Dawson,pp.275-277; Li, Kwok-Sing (1995), pp.93-100.) Voor meer informatie, zie MacFarquhar, Roderick (1974), The Hundred Flowers Campaign and the Chinese Intellectuals, New York: Octagon Books. 154 Voor meer informatie inzake de positie van intellectuelen in maoïstisch China, zie Shih, Vincent Y.C., “The State of the Intellectuals”. In Herderson, William en Trager, Frank N. (ed.) (1970), Communist China, 1949-1969. A Twenty-Year Appraisal, New York: New York University Press, pp.221-242. 155 Teiwes, Frederick C. (1979), pp.280-289; Meisner, Maurice (1977), pp.192-200. 156 De GSV (’58-’60) was het toppunt in de geschiedenis van de collectivisatie van de landbouw农业合作化 (nongye hezuohua), wanneer de ‘coöperaties van het grote type’ uitgebreid werden tot volkscommunes. Deze ‘coöperaties van het grote type’ gaan terug op de ‘Groepen voor wederzijdse hulp’互互助(huhuzhu) uit ’51 die zes tot vijftien landbouwbedrijven verenigden. Vanaf ’53 ging de collectivisatie officieel van start met de totstandkoming van ‘coöperaties van het kleine type’ (tien tot vijftien bedrijven). In ’55 legde Mao een versnelde collectivisering op en lanceerde de ‘coöperaties van het grote type’, die aan de ‘volkscommunes’人民公社 (renmin gongshe) van de GSV vooraf gingen. (Schurmann, Franz (1968), Ideology and Organization in Communist China, Berkeley (Calif.): University of California Press, pp.442-446; Fairbank, John K. en Macfarquhar, Roderick (ed.) (1987), pp.110-119; Domes, Jürgen (1973), The Internal Politics of China 1949-1972, London: Hurst, pp.40-44.) 157 Barnett, A. Doak (1969), Chinese Communist Politics in Action, Seattle (Wash.): Washington University Press, p.221/p.245; Li Qinggang李庆刚 (2004), “1957—1958 Nian de ‘Hong Zhuan’ Da Bianlun” 1957—1958年的 ‘红专’大辩论 (Het Groot Dispuut van 1957-1958 Betreffende ‘Rood Expert’), Lingling Xueyuan Xuebao
46
Reeds in het begin van de jaren vijftig had de overheid in het kader van de vier
basisprincipes omtrent gezondheidszorg, die afgekondigd waren op de Eerste Nationale
Conferentie over Gezondheidszorg158, een programma opgesteld om door middel van een
medische opleiding op basisniveau deeltijds gezondheidszorgpersoneel op te leiden. Dit
personeel voor basisgezondheidszorg kan ingedeeld worden in drie groepen:
gezondheidswerkers卫生员(weishengyuan), assistent-verloskundigen助产助理(zhuchanzhuli)
en assistent-verpleegsters护士助理(hushizhuli). Ze werden door de lokale overheid
geselecteerd uit de jonge boeren en leraars lager onderwijs voor een kort
opleidingsprogramma van een half jaar (voor assistent-verloskundigen en assistent-
verpleegsters) of acht weken (voor gezondheidswerkers) en werkten nadien vanuit de
dagklinieken卫生室(weishengshi) en preventiestations防疫站(fangyizhan) die verspreid over
het land werden opgezet. Ze behandelden veelvoorkomende ziektes en lichte verwondingen,
verspreidden informatie onder de bevolking over hygiëne, engageerden zich in de
preventiecampagnes en beoefenden een aantal technieken uit de Chinese geneeskunde zoals
acupunctuur en moxibustie. Daarnaast bleven ze ook hun agrarisch werk op het veld
uitoefenen.159
Tijdens de GSV werd het programma uitgebreid en nam het aantal
gezondheidswerkers verder toe. Hun opleiding werd verzorgde door artsen uit de
gezondheidscentra van de communes公社卫生院 (gongshe weishengyuan) of
gewesthospitalen县医院 (xianyiyuan)160 of door de mobiele medische teams巡回医疗队
(xunhui yiliao dui). Deze mobiele medische teams waren groepen medisch personeel uit de
steden die voor een bepaalde tijd161 naar het platteland gestuurd werden en daar tussen de
boeren leefden. Naast het opleiden van gezondheidswerkers behoorde vooral het verlenen
van preventie162 tot hun taken, maar ook het curatief behandelen van de lokale bevolking,
零陵学院学报(Magazine van het Lingling College), pp.109-113; Taylor, Kim (2005), p.114; Croizier, Ralph C. (1968), p.20. 158 Deze vier principes werden uitgelegd in deel II, sectie 1, p.20. 159 Li Decheng (2007), pp.166-168. 160 Over de medische instellingen op het platteland volgt meer uitleg in deel VI, sectie 3, p.62. 161 Tijdens de GSV was dit ongeveer twee maanden, tijdens de Culturele Revolutie minstens twee jaar. 162 Preventie hield ondermeer het toedienen van preventieve inentingen tegen ziektes zoals pokken, tyfus, difterie en meningitis in. Het hield ook het preventief optreden in tegen ziektes die zich in water ontwikkelen, zoals schistosomiasis. Hun drinkwater haalden de mensen uit bronnen, rivieren en waterputten, dat water bevatte bijgevolg vaak ziekteverwekkende bacteriën. Een eerste stap was dan ook het volk hiervan bewust maken via lezingen en propagandaposters. Ze werden aangemoedigd water altijd eerst te koken en geen afval meer te lozen in de rivieren. In een volgende stap gingen de teams samen met de bevolking nieuwe bronnen en waterputten graven. Een ander preventief werk was de aanpak van het probleem inzake menselijke en dierlijke uitwerpselen, die in rivieren en bronnen of zelfs langs de kant van de weg achtergelaten werden. Uitwerpselen kunnen echter op drie manieren ziekteverspreiding in de hand werken: ze besmetten het water wanneer ze in rivieren gedumpt worden; ze trekken vliegen aan die dan ziektes overdragen op de mensen; en ze verspreiden ziektes als hookworm. Wanneer immers met wormeitjes geïnfecteerde uitwerpselen als meststof gebruikt worden, zullen ook de gewassen met de eitjes besmet zijn en zullen die zich in het menselijk lichaam ontwikkelen tot volwassen wormen. Omwille van deze redenen moedigden de teams het gebruik van latrines aan. Achteraf werden de uitwerpselen dan met dierlijke mest vermengd en door middel van een hitteproces behandeld, waardoor ze toch nog als meststof konden fungeren. (Chen, William Y. (1961), pp.701-702; Sidel, Victor W. (1973), p.117)
47
het meehelpen bij de constructie van nieuwe en beter uitgeruste dagklinieken en vanaf
halfweg de jaren zestig het geven van lezingen ter promotie van geboortebeperking en het
uitdelen van anticonceptiva, die de overheid gratis voorzag. 163 Bovendien was het de
bedoeling dat het stedelijk medisch personeel als gevolg van hun verblijf op het platteland
meer vertrouwd zou worden met de manier van leven en denken van de boeren, en hun
neerbuigende perceptie op die manier zou verdwijnen.164
Eveneens steunende op het principe van massamobilisatie, werd de bevolking tijdens
de Grote Sprong Voorwaarts opnieuw aangespoord om massaal de vier pesten te bestrijden
en de vijf meest voorkomende parasitaire ziektes165 uit te roeien.166
2.2 Hoogtepunt in de officiële promotie van de traditionele Chinese geneeskunde
Het gezondheidszorgbeleid tijdens de Grote Sprong Voorwaarts kenmerkte zich door
het nadrukkelijk promoten van de Chinese geneeskunde (TCM in Westerse terminologie). In
dit kader bepaalde het Centraal Comité van de Partij onder meer dat het aantal studenten in
de colleges voor ‘Dokters in Westerse geneeskunde studeren Chinese geneeskunde’
vervijfvoudigd moest worden, dat Chinese geneeskunde verplicht in het lessenpakket van
opleidingen in Westerse geneeskunde zou opgenomen worden, en dat Westerse artsen
zowel biochemische als kruidengeneesmiddelen dienden voor te schrijven. Bovendien werden
naast de vier oorspronkelijke TCM Academies zestien nieuwe Academies opgericht. Een
grootschalige propagandacampagne belichtte de succesvolle resultaten van behandelingen
met acupunctuur en kruidenmedicatie en spoorde de massa aan om een aantal
basistechnieken uit de traditionele Chinese geneeskunde te beheersen. Acupunctuur
bijvoorbeeld kon overal toegepast worden, vereiste geen gespecialiseerde materialen, was
makkelijk aan te leren en werd als efficiënt beschouwd in de bestrijding van de meest
uiteenlopende klachten zoals nek -en rugpijn, hoofdpijn, spijsverteringsproblemen en
verstuikingen.167
Dat men binnen dit beleid op het vlak van gezondheidszorg groot belang ging
hechten aan het eigen medisch systeem was in feite hoofdzakelijk het gevolg van een
163 De geboortebeperkingscampagne was geen nationale campagne. In de schaars bevolkte grensgebieden waar de etnische minderheden少数民族 (shaoshu minzu) woonden, werden net hogere geboortecijfers aangemoedigd. (Sidel, Victor W. (1973), p.117) Voor meer informatie betreffende het beleid van geboortebeperking en familieplanning in China, zie Scharping, Thomas (2003), Birth Control in China 1949-2000. Population Policy and Demographic Development, London: RoutledgeCurzon; Poston, Dudley L.(2006), Fertility, Family Planning And Population Policy In China, London : Routledge. 164 Horn, Joshua S. (1971), pp.129-146; Li Decheng (2007), pp.169-170; Yao Li (2007), p.103; Chen, William Y. (1961), pp.701-702; Sidel, Victor W. (1973), p.117. 165 De vijf meest voorkomende parasitaire ziektes waren: schistosomiasis血吸虫病 (xuexichongbing), kala-azar黑热病(heirebing), malaria疟疾(nüeji), filariasis丝虫病(sichongbing) en ancylostomiasis of mijnwormziekte钩虫病(gouchongbing). (Zhen Zhiya et al. (2001), p.178) 166 Taylor, Kim (2005), pp.116-117; Zhen Zhiya et al. (2001), p.178. 167 Croizier, Ralph C. (1968), p.21.
48
verkeerde interpretatie van een uitspraak die Mao deed op 11 oktober 1958, dit keer niet
door het Ministerie van Gezondheid, maar door zijn eigen Partijleden:
“China’s geneeskunde en farmacie is een grootse schatkamer” 中国医药学是一个伟大的宝库
(Zhongguo yiyaoxue shi yi ge weida de baoku) (uit: Taylor, Kim (2005), p.120)
Deze uitspraak verscheen meteen op de voorpagina’s van alle kranten, en is sindsdien dé
referentie geworden wanneer men verwijst naar Mao’s bijdrage aan de status van de
Chinese geneeskunde en het belang dat hij hechtte aan het behoud van autochtone
medische kennis. Maar feitelijk werd de uitspraak uit zijn context gerukt. Het was één zin uit
een brief168 die aanspoorde tot uitbreiding van het ‘Dokters in Westerse geneeskunde
studeren Chinese geneeskunde’-project en waarvan het opzet derhalve niet de promotie van
de Chinese geneeskunde als een medisch systeem op zich was. Mao’s streefdoel was immers
nog steeds een nieuwe, eengemaakte geneeskunde die zou ontstaan wanneer de Chinese en
Westerse geneeskunde met elkaar integreerden. Maar Mao hulde zich gedurende de periode
van de eerste colleges voor ‘Dokters in Westerse geneeskunde studeren Chinese
geneeskunde’ (’55-’58) in een stilzwijgen rond het medisch beleid en gaf verder geen
commentaar bij de brief. Het gevolg was dat de CCP-leden, die nu de leiding over medische
kwesties op zich namen, Mao’s uitspraak interpreteerden als een oproep om de Chinese
geneeskunde letterlijk als een ‘schatkamer’ te beschouwen en dus op zichzelf, zonder
assimilatie met Westerse geneeskunde, te laten bestaan. Tijdens de Grote Sprong
Voorwaarts bereikte de officiële promotie van de traditionele Chinese geneeskunde dan ook
zijn absolute hoogtepunt.169
3. Een gestandaardiseerde Traditional Chinese Medicine (TCM)
De term TCM dook voor het eerst op in ‘Chinese Medical Journal’ in september ’55,170
maar het zou pas vanaf ’58-’59 zijn, toen stappen werden gezet om een gestandaardiseerde
reeks handboeken te compileren voor een eenvormig onderricht in Chinese geneeskunde,
dat de Chinese medische kennis werkelijk gestandaardiseerd werd tot TCM. Omdat de
168 De brief met als titel “Chairman Mao’s instructions on the future organization of study classes of ‘Western medical doctors leave their profession to study Chinese medicine” zag er als volgt uit: “Comrade Shangkun, This 25 September report is very good. The suggestions of the Party members of the Ministry of Health in the final section, i.e. from now on to organize study classes of ‘doctors of Western medicine leave their profession to study Chinese medicine’, should be undertaken by the leading Party members of every province, city and autonomous region. (…) This plan has been discussed with Comrade Xu Yunbei, who will write on behalf of the Central Committee a brief directive, and distribute the report of the Ministry of Health to local Party committees, asking them to study it thoroughly and to carry out the orders. The directive should point out that this is a major event, and should not be treated lightly. China’s medicine and pharmacology is a great treasure-house, and should be diligently explored and improved upon. Once the directives and the accompanying documents have been distributed, they can be published in the People’s Daily.” (Voor de Chinese versie, zie Mao Zedong毛泽东 (1992), p.451. Vertaling uit: Taylor, Kim (2005), pp.120-121) 169 Taylor, Kim (2005), p.99/ pp.120-124. 170 Dit kwam reeds aan bod in deel III, 2.3, p.38.
49
Nanjing Academie voor TCM in ’57 en ’58 reeds een aantal vroege TCM-compilaties171 had
uitgegeven die door de verschillende TCM Academies werden gebruikt in afwachting van een
standaardreeks, richtte het Ministerie van Gezondheid zich tot deze school om het project te
leiden. In april ’59 ging het standaardiseren van de Chinese medische kennis officieel van
start toen in Chengdu een conferentie onder leiding van het Ministerie van Gezondheid
samenkwam waarop de vertegenwoordigers van de vijf belangrijkste TCM Academies172
uitgenodigd waren. Op deze conferentie werden richtlijnen uitgetekend voor het compileren
van de reeks TCM-handboeken, een reeks die door alle TCM Academies zou gebruikt worden,
en voor de opstelling van een eenvormig lesprogramma. De structuur van het TCM-onderwijs
werd zodoende definitief vastgelegd.173
Deze structuur, formeel door het Ministerie van Gezondheid afgekondigd in een
document getiteld “Enkele Principes Betreffende De Plannen Voor Het Herzien Van TCM-
Onderwijs”关于修订中医学教学计划的几项原则规定 (Guanyu Xiuding Zhongyi Xuejiao Jihua
De Ji Xiang Yuanze Guiding), bepaalde dat het doel van de TCM Academies er uit bestond
een hoger niveau van dokters in de Chinese geneeskunde op te leiden en dat daarom de
nadruk in de lessen dan ook op dit medisch systeem diende gelegd te worden (‘eerst
Chinees dan Westers’)174. Een opleiding aan een TCM Academie zou zes jaar duren, waarvan
TCM-lessen drieëneenhalf jaar in beslag nemen en de overige tweeëneenhalf jaar voor de
studie van Westerse geneeskunde voorzien waren, wat neerkomt op een verhouding van 7:3.
TCM werd onderverdeeld in vijftien vakken175, die de combinatie van ‘traditie’ en ‘moderniteit’
weerspiegelen. ‘Oude’ vakken waren bijvoorbeeld ‘Klassieke Medische Literatuur’, ‘Chinese
Farmacologie’ en ‘Acupunctuur en Moxibustie’. ‘Nieuwe’ TCM-vakken, die nauw met de
Westerse geneeskunde verband hielden, waren onder andere ‘TCM interne geneeskunde’,
‘TCM pediatrie’ en ‘TCM gynaecologie’176. Uit het curriculum kan bijgevolg afgeleid worden
dat studenten aan de TCM Academies zowel een traditionele Chinese basis meekregen, als
de basis van een meer wetenschappelijke, biomedische vorming. Het is overigens belangrijk
deze studenten, die een nieuwe generatie jonge artsen opgeleid in het gestandaardiseerde
TCM waren, niet te verwarren met de Westers opgeleide artsen die heropgeleid werden in
171 De titels van deze TCM-compilaties zijn: ‘De Studie Van Acupunctuur’针灸学 (Zhenjiuxue), ‘Nieuwe Editie Van De Studie Van Ziektes Veroorzaakt Door Warmte’瘟病学新编 (Wenbingxue Xinbian), Interpretatie Van De Gouden Kamer’金匮释义 (Jinkui Shiyi) en ‘Interpretatie Van De Shanghan Lun’伤寒论释义 (Shanghan Lun Shiyi). (Taylor, Kim (2005), p.128) 172 De vijf belangrijkste Academies waren die van Beijing, Nanjing, Shanghai, Guangzhou en Chengdu. (Taylor, Kim (2005), p.128) 173 Taylor, Kim (2005), pp.127-129. 174 In deel III, 3.2, p.41 kwam aan bod dat het in de beginjaren van de eerste vier Academies voor TCM nog onduidelijk was of de beleidslijn voor deze Academies ‘eerst Chinees dan Westers’先中后西 of ‘eerst Westers dan Chinees’先西后中 was. 175 Deze vijftien vakken zijn ook de verschillende departementen in een TCM-hospitaal. (Taylor, Kim (2005), p.131) 176 Met deze ‘nieuwe’ TCM-vakken wou men aantonen dat TCM toepasbaar is op alle domeinen van de Westerse geneeskunde. (Taylor, Kim (2005), p.130)
50
het ‘Dokters in Westerse geneeskunde studeren Chinese geneeskunde’-programma dat deel
uitmaakte van Mao’s ‘eenmakings’-beleid.177
In 1960 was de compilatie van de eerste gestandaardiseerde reeks van achttien TCM-
handboeken voltooid (bijlage 5). Alle werken zijn uitgegeven door de Uitgeverij Van
Volksgezondheid人民卫生出版社 (Renmin Weisheng Chubanshe), de uitgeverij van het
Ministerie van Gezondheid, wat derhalve bevestigt dat TCM een door de staat gecreëerd
product is.178
4. Een voorlopige balans: de gezondheidstoestand op het einde van de jaren
vijftig
Door het tekort aan artsen en ander medisch personeel, werd in het onderwijsplan
van de jaren vijftig vooral de nadruk gelegd op kwantiteit, op korte termijn meer mensen
opleiden was de boodschap. Bovendien werd ook onderricht in de CCP-ideologie een
onderdeel van het lessenpakket, ten koste van een wetenschappelijke vorming. Een
veelgehoorde kritiek van artsen uit het Westen is dan ook dat er te weinig nadruk op
kwaliteit gelegd werd, een kritiek die ten dele gegrond is, maar ook genuanceerd dient te
worden, aangezien er in de jaren vijftig grote vooruitgang werd geboekt op vlak van hygiëne,
preventieve geneeskunde, en de behandeling van infectueuze en parasitaire ziektes.179
Ziektes als de pokken, difterie, tetanus en mazelen, die veel slachtoffers maakten
onder kinderen, en ziektes zoals tyfus, cholera, malaria en de pest waren tegen het einde
van de jaren vijftig onder controle. Dit was het resultaat van massale preventiecampagnes,
zoals de Patriottische Gezondheidsbeweging, die enerzijds gericht waren op het uitroeien van
de vier pesten die de ziektes verspreidden en die anderzijds de mensen bewust maakten van
het belang van goede hygiëne en van vroege symptoomherkenning. Eveneens verdienstelijk
met betrekking tot de volksgezondheid waren de nationale vaccinatieprogramma’s en de
mobiele medische teams op het platteland.180
Er was overigens een sterke terugval in het aantal sterfgevallen van vrouwen bij de
bevalling waarneembaar. Redenen hiervoor waren de stijgende aandacht voor prenatale zorg
en de in cijfer toegenomen medische faciliteiten en personeel. Elk hospitaal beschikte
bijvoorbeeld over een afdeling verloskunde en in talrijke dorpen waren ‘moeder en kind’-
gezondheidsstations妇幼保健站(fuyou baojianzhan) opgericht. Daar waar vóór ’49 slechts
0,7% van de vrouwen tijdens de bevalling werd bijgestaan door een verloskundige, was dit
percentage in ’57 gestegen naar 61% voor agrarische regio’s en 95% voor de steden.181
177 Taylor, Kim (2005), pp.124-131; Hsu, Elisabeth (1999), pp.157-163. 178 Taylor, Kim (2005), p.131. 179 Chen, William Y. (1961), p.700/p.709. 180 Chen, William Y. (1961), pp.158-161. 181 Salaff, Janet W. (1973), pp.564-576; Zhen Zhiya et al. (2001), pp.177-178.
51
De algemene gezondheidstoestand was dan wel verbeterd in de jaren vijftig, maar
zoals dit laatste cijfer laat zien, bleef er echter een grote ongelijkheid tussen stad en
platteland bestaan. De gezondheidszorg in de landelijke gebieden was van een lager niveau
en nog steeds waren er minder medische instellingen en personeel beschikbaar voor een
nochtans grotere bevolking. En ook de interactie tussen de geneeskunde van China en die
van het Westen verliep nog niet zonder problemen.182
182 Salaff, Janet W. (1973), p.560; Chen, William Y. (1961), p.709; Yao Li (2007), pp.99-100.
52
V. Een minder radicale gezondheidspolitiek na de GSV
(1960-1965)
Tijdens de Grote Sprong Voorwaarts, het hoogtepunt in de officiële promotie van de
traditionele geneeskunde, publiceerden kranten en magazines massaal artikels over TCM en
de nieuwe generatie dokters opgeleid aan de TCM Academies. De chaos die deze
desastreuze periode met zich meegebracht had183, deed de aandacht echter verschuiven
naar economisch herstel en het verhogen van de agrarische productie184, met als gevolg dat
de publiciteit rond TCM sterk afnam. 185 Het Centraal Comité had in ’62 zelfs besloten om
achttien TCM Academies te sluiten en enkel de vijf belangrijkste in Beijing, Shanghai,
Chengdu, Nanjing en Guangzhou te behouden. Uiteindelijk kwam men hier na bemiddeling
van Lü Bingkui186 op terug en dienden maar twee Academies de deuren sluiten. Geleidelijk
verdween ook de ideologische kritiek op de Westerse artsen en het Ministerie van
Gezondheid, dat stilaan terug een rol ging spelen in de politiek rond gezondheidszorg.187
Toch betekende dit niet dat de Chinese geneeskunde, of TCM zoals de autochtone
geneeskunde nu genoemd werd, aan zijn aftocht begonnen was. Het werd integendeel
binnen de medische sector in China steeds meer aanvaard als een valabel geneeskundig
systeem en drukte mee zijn stempel op het gezondheidsbeleid. De bijna vijfhonderd
studenten van de eerste vier Academies voor TCM die op 31 oktober ’62 afstudeerden zijn
hiervoor van groot belang geweest. Zij waren na een studie van zes jaar de eerste
hoogopgeleide artsen in Chinese geneeskunde en verwierven daarmee het aanzien dat hen
in de mogelijkheid stelde om hun visie over de toekomst van TCM aan het Ministerie van
Gezondheid voor te leggen. Na een meeting in Beijing met het Ministerie van Gezondheid
tijdens datzelfde jaar werd bijvoorbeeld besloten om de duur van de TCM-lessen aan de
Academies van drieëneenhalf jaar tot viereneenhalf jaar te verlengen en om, de kwaliteit van
de lessen in acht nemende, het aantal nieuwe studenten per jaar per Academie te beperken
183 In de periode van ’59 tot ’61 heerste in China één van de ergste hongersnoden uit de wereldgeschiedenis. Zestien tot dertig miljoen mensen hebben naar schatting het leven gelaten. De basisoorzaak was de verwaarlozing van de landbouw. Omdat boeren werden ingeschakeld in een diversiteit van taken zoals constructiewerkzaamheden (stuwdammen, irrigatie,…); welzijnszorg; militie en de productie van staal, bleef onvoldoende tijd over om het land te bewerken en viel de landbouwproductie drastisch terug. Als gevolg van de GSV was het Bruto Binnenlands Product met dertig procent gedaald. (Bramall, Chris (2009), Chinese Economic Development, London: Routledge, pp.128-134; Gray, Jack (2002), pp.310-316.) 184 Voor meer informatie betreffende de periode van economisch herstel die volgde op de Grote Sprong Voorwaarts, zie Riskin, Carl (1987), China’s Political Economy. The Quest for Development since 1949, New York: Oxford University Press, pp.148-183. 185 De economische crisis had nog twee andere negatieve gevolgen voor de gezondheidszorg: een eerste was dat de gezondheidscentra van de communes onvoldoende financiële middelen hadden om naar behoren te functioneren, een tweede was dat het volk niet meer de motivatie had om zich nog verder te blijven engageren in massacampagnes, met als gevolg dat preventie en bestrijding van parasitaire ziektes als schistosomiasis terug naar de achtergrond verdwenen. (Lampton, David M. (1974), pp.104-105) 186 Lü Bingkui kwam reeds aan bod in deel III, 2.2, p.37 en 3.2, p.41. 187 Croizier, Ralph C. (1968), pp.21-22; Lampton, David M. (1974), pp.104-105.
53
tot veertig à vijftig. In ’64 werd daarenboven een tweede editie van de standaardreeks TCM-
handboeken188 uitgegeven.189
De jaren na de GSV waren tevens de periode dat definitief afgestapt werd van Mao’s
revolutionaire ‘eenmaking van Chinese en Westerse geneeskunde’-programma中西医统一
(zhongxiyi tongyi), om vanaf 1960 over te schakelen op een beleid van ‘integratie van
Chinese en Westerse geneeskunde’中西医结合 (zhongxiyi jiehe)190. De reden hiervoor was
dat Mao besloten had zich na de mislukking van de GSV tijdelijk afzijdig te houden van
politieke aangelegenheden, waardoor de andere Partijleden, met in het bijzonder Liu Shaoqi
刘少奇 (1898-1969) 191 die sinds 27 april 1959 Mao opvolgde als president van de
Volksrepubliek, het beleid in handen namen.192 Ook het Ministerie van Gezondheid kwam
zoals gezegd terug meer op de voorgrond. De partijleden en het Ministerie waren het er, met
oog op de economische situatie, over eens dat een revolutionair idee als het creëren van één,
nieuwe geneeskunde niet haalbaar was, en dat de nadruk diende gelegd te worden op het
aanwenden van wat voorhanden was in plaats van op het ontwikkelen van een compleet
nieuw systeem.193 Volgens David Lampton lanceerde het Ministerie van Gezondheid het
‘integratie’-programma om tegemoet te komen aan de Westerse artsen die nog steeds
weigerachtig stonden tegenover het idee van eenmaking en hun inschakeling in colleges
voor ‘Dokters in Westerse geneeskunde studeren Chinese geneeskunde’.194
Een belangrijk voordeel van het ‘integratie’-beleid was de onmiddellijke
toepasbaarheid ervan. Terwijl het programma van ‘eenmaking’ de creatie van een volledig
nieuwe geneeskunde als doel vooropstelde, zouden ziektes volgens het nieuwe programma
bestreden worden door bestaande Westerse en Chinese behandelingen te combineren. Een
188 Deze TCM-handboeken werden en worden tot op vandaag gratis geschonken aan de studenten van de Academies en maken nog steeds de basis uit van het TCM-onderwijs in China, ook al zijn er reeds verscheidene boekenreeksen over TCM verschenen. (Taylor, Kim (2005), p.133) Een eerste gestandaardiseerde reeks was gecompileerd in 1960, zie hiervoor deel IV, sectie 3, p.48. 189 Taylor, Kim (2005), pp.131-135. 190 Hierbij dient opgemerkt te worden dat met zhongyi niet de werkelijk traditionele Chinese geneeskunde werd bedoeld, als wel het gestandaardiseerde TCM. Maar zoals in deel III, 2.3, p.38 vermeld, heeft het Chinees hier geen afzonderlijke benaming voor. 191 Liu Shaoqi was reeds voor ’49 één van de meest prominente figuren binnen de CCP. Wanneer in ’58 de eerste resultaten van de Grote Sprong Voorwaarts negatief bleken en Mao zijn terugtrekking uit de politiek bekendmaakte, werd Liu op 27 april ’59 tot president van de Volksrepubliek verkozen (Mao bleef weliswaar voorzitter van de CCP). Op een Partijconferentie in januari ’62 schreef hij het debacle van de GSV voor dertig procent aan natuurlijke oorzaken toe, maar voor zeventig procent aan menselijke fouten. Dit deed bij Mao het wantrouwen tegenover Liu Shaoqi groeien. Conflicten aangaande het revolutionaire beleid van Mao en de meer pragmatische politiek van Liu, die onder meer voorzag in een gematigder regime voor de volkscommunes en een reorganisatie van de industrie, zouden uiteindelijk in de Culturele Revolutie uitmonden. In ’67 werd Liu onder huisarrest geplaatst en vervolgens gevangen gezet in Kaifeng. In ’68 werd hij uit de CCP gezet en in ’69 stierf hij als gevolg van ziekte in de gevangenis van Kaifeng. Vier jaar na de dood van Mao werd Liu Shaoqi in 1980 gerehabiliteerd. (Wang, Ke-Wen, pp.191-192; Union Research Institute Hong Kong (1966), Who’s who in Communist China, Volume II, Hong Kong: Union Research Institute, pp.457-459.) Voor meer informatie over Liu Shaoqi, zie Dittmer, Lowell (1998), Liu Shaoqi and the Chinese Cultural Revolution, Armonk (N.Y.): Sharpe. 192 Domes, Jürgen (1973), p.108. 193 Taylor, Kim (2005), pp.135-136. 194 Lampton, D. (1977), p.115.
54
voorbeeld van een techniek waarbij de biomedische geneeskunde geïntegreerd wordt met de
Chinese geneeskunde is acupunctuur-anesthesie针刺麻醉 (zhenci mazui). Dit houdt in dat
een patiënt voor de operatie met acupunctuur behandeld wordt, wat het gebruik van
biomedische stoffen bij de verdoving overbodig maakt.195 De wereldwijde interesse die er
voor deze techniek was, deed de beleidsmakers naar de toekomst toe hoge ambities
koesteren. Aandoeningen die door artsen in het Westen als ongeneeslijk beschouwd werden,
zouden in China moeten kunnen genezen worden. De geïntegreerde geneeskunde zou met
andere woorden de Westerse overtreffen.196
Ten gevolge van dit nieuwe beleid werd bovendien het voortbestaan van de Chinese
geneeskunde als medisch systeem op zich gegarandeerd. In tegenstelling tot Mao’s
‘eenmaking’-programma, waarbij in de toekomst geen plaats meer was voor twee
afzonderlijke tradities, zouden de Westerse en Chinese geneeskunde nu immers op volledig
gelijkwaardig niveau in combinatie met elkaar toegepast worden. Met andere woorden,
‘integratie’ hield in dat de medische erfenis van het vaderland zou gekoppeld worden aan de
moderne biomedische wetenschap.197
Eens Mao zijn stempel minder stevig op het beleid drukte, was er terug een veranderende
houding ten opzichte van de autochtone geneeskunde waarneembaar. Deze was weliswaar
aanvaard als onderdeel van de geneeskunde in China en zijn voortbestaan zou dankzij het
‘integratie’-programma gegarandeerd blijven, maar door de afgenomen publiciteit rond TCM
en bovendien doordat de biomedische geneeskunde in het kader van die integratie terug
werd aangehaald, was de invloed van het Westers medisch systeem opnieuw groter dan
tijdens de Grote Sprong Voorwaarts. In de hierop volgende chaotische periode van de
Culturele Revolutie bleef het integratiebeleid van toepassing. Echter nog maar eens onder de
impuls van Mao zou de eigen Chinese geneeskunde herbenadrukt worden, zij het dan niet
meer in die grote mate als tijdens de GSV.
195 Voor meer informatie omtrent acupunctuur-anesthesie, zie The People’s Medical Publishing House (1980), Advances in Acupuncture and Acupuncture Anaesthesia, Beijing: The People’s Medical Publishing House; Huang Longyang黄龙祥 (2008), “Zhenci Mazui 50 nian ---- Chaoyue Mazui yu Shoushu”针刺麻醉 50年——超越麻醉与手术 (50 jaar Acupunctuur-Anesthesie ---- Anesthesie en Chirurgie Overstijgen), Zhenci Yanjiu针刺研究 (Acupunctuuronderzoek), pp.363-365. 196 Taylor, Kim (2005), p.136.; Croizier, Ralph C. (1968), p.24; Zhen Zhiya et al. (2001), p.184. 197 Taylor, Kim (2005), pp.136-137. .
55
VI. De Culturele Revolutie: een periode van radicale veranderingen in de
gezondheidszorgsector (1966-1969)
Halfweg de jaren zestig, na zich enige tijd op de politieke achtergrond te hebben
gehouden, liet Mao zich opnieuw gelden. Toen hij in ’66 een oproep deed om de Partij -en
overheidsstructuren grondig te herzien en de fundamentele prioriteiten te verleggen, begon
met de Culturele Revolutie een tijdperk van politieke opschudding. Het was een periode
waarin de rol van de bureaucratie, van CCP-prominenten, van experts in eender welke sector
hergeëvalueerd werd; waarin de klemtoon van stad naar platteland verlegd werd; waarin
men de traditionele barrières tussen geestelijke en fysieke arbeid, tussen intellectuelen
enerzijds en arbeiders en boeren anderzijds wou doorbreken.198 Toegepast op het
gezondheidszorgbeleid werden deze thema’s reeds door Mao vertolkt in de aanloop naar de
Culturele Revolutie, toen hij op 26 juni 1965 de 26 juni-directieven “六-二六” 指示 (liu erliu
zhishi) afkondigde.199
1.“Met betrekking tot geneeskunde en gezondheidszorg, verleg de focus naar de
rurale gebieden”
1.1 Aanleiding voor de 26 juni-directieven
Niettegenstaande de gezondheidstoestand van het Chinese volk bij het begin van de
jaren zestig merkelijk verbeterd was200, bleef de kloof tussen stad en platteland bestaan. Het
grootste deel van het gezondheidszorgpersoneel dat tijdens de jaren vijftig opgeleid was en
de meeste medische faciliteiten waren in de steden en kustgebieden geconcentreerd, net
zoals ook de financiële middelen van het Ministerie van Gezondheid hoofdzakelijk naar de
steden vloeiden. Statistieken voor het jaar 1964201 wijzen uit dat slechts eenendertig procent
van het hoger opgeleid medisch personeel 高级卫生人员 (gaoji weisheng renyuan) op het
platteland gelokaliseerd was, waar nochtans vijfentachtig procent van de bevolking woonde,
en dat nauwelijks zevenentwintig procent van China’s totale uitgaven voor gezondheidszorg
voor het platteland bestemd waren.202
Geconfronteerd met deze cijfers en bovendien in de algemene geest van de Culturele
Revolutie, waarbij de strijd werd aangegaan tegen bureaucratie en intellectualisme,
beschuldigde Mao in zijn beroemde 26 juni-directieven van ’65 opnieuw203 het Ministerie van
Gezondheid van elitarisme, van een te grote aandacht voor stedelijke gezondheidszorg ten
198 Hsü, Immanuel C.Y. (2000), pp.697-699. 199 Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), The Health of China, Boston (Mass.): Beacon Press, pp.3-4. 200 Dit kwam reeds aan bod in deel IV, sectie 4, p.50. 201 Deze statistieken zijn opgenomen in een rapport van het Ministerie van Gezondheid getiteld “Compilatie van Documenten inzake Rurale Gezondheidszorg” 农村卫生文件汇编 (Nongcun Weissheng Wenjian Huibian) 202 Chen, Meei-Shia (2001), pp.463-464; Yao Li (2007), p.101. 203 In deel III, sectie 1, p.33 kwam aan bod dat Mao halverwege de jaren vijftig reeds scherpe kritieken had geuit op het Ministerie van Gezondheid.
56
koste van de boerenbevolking en van een te nadrukkelijke preferentie voor de Westerse
geneeskunde:204
“Tell the Ministry of Public Health that it only works for 15 percent of the entire population.
Furthermore, this 15 percent is made up mostly of the “overlords”. The broad ranks of the peasants
cannot obtain medical treatment and also do not receive medicine. The Ministry of Public Health is not
a people’s ministry. It should be called the Urban Public Health Ministry or the Ministry of Public
Health for Urban Overlords. (…) In medicine and health, put the stress on the rural areas!” (Voor de
Chinese versie, zie Schram, Stuart R. (1974), Chairman Mao Talks to the People: Talks and
Letters 1956-1971, New York: Pantheon Books, pp.232-233. Vertaling naar Chen, Meei-Shia (2001),
p.464.)
Daarnaast kunnen de directieven ook in verband gebracht worden met de toenmalige
dreigende oorlogssituatie. Halverwege de jaren zestig was de toestand aan de grenzen van
China door de Vietnam Oorlog immers uiterst gespannen. Aan de noordelijke grenzen
vergrootte de SU continu zijn troepenmachten, in het zuiden bombardeerde de VS vanaf ’64
het noorden van Vietnam. Wanneer in maart ’65 de VS zijn aanvallen nog meer noordelijk
ging richten, oordeelde Mao dat een oorlog niet lang meer zou uitblijven en hij lanceerde een
oproep om zich op de strijd voor te bereiden.205 Aangezien de gezondheidszorg hoofdzakelijk
op de steden geconcentreerd was en het medisch personeel bovendien niet vertrouwd was
met de situatie op het platteland, concludeerde hij dat een oorlog rampzalige gevolgen zou
hebben.206
1.2 Veranderingen ten gevolge van de 26 juni-directieven
De 26 juni-directieven hebben een enorme impact uitgeoefend op de
gezondheidszorg in China, onder meer op bestuurlijk vlak. Mao wou zijn machtspositie
herstellen en nam het Ministerie van Gezondheid een aantal van zijn bevoegdheden af, met
als gevolg dat het gezondheidszorgbeleid tussen ’66 en ’69 quasi volledig gevoerd werd door
de selecte groep vertrouwelingen die Mao omringde. In deze periode ging geen enkele
beleidsmaatregel uit van het Ministerie, daarentegen werden alle instructies, in hoofdzaak
over financiering en de spreiding van gezondheidszorg en medisch onderwijs, opgelegd door
Mao zelf, het Centraal Comité van de Partij, de Centrale Culturele Revolutie Groep中央文革
204 Cohen, Myron S. en Henderson, Gail E. (1984), The Chinese Hospital. A Socialist Work Unit, New Haven (Conn.): Yale University Press, p.3; Yao Li (2007), p.103; Chen, Meei-Shia (2001), pp.463-464; Li Decheng (2007), p.168; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), p.4. 205 Chen, King C. (1987), China’s War with Vietnam, 1979. Issues, Decisions and Implications, Stanford (Calif.): Hoover Institution Press, pp.16-22; Fairbank, John K. en Twitchett, Denis (1991), The Cambridge History of China, Volume 15. The People’s Republic, Part II: Revolutions within the Chinese Revolution, Cambridge: Cambridge University Press, pp.220-231. 206 Yao Li (2007), p.103.
57
小组 (Zhongyang Wenge Xiaozu)207 of het Permanent Comité onder leiding van Zhou Enlai.
‘Drie-in-één’ revolutionaire comités208 werden opgericht om de beleidslijnen op lokaal niveau
te implementeren en hadden daarbij een relatief grote autonomie. Met andere woorden, er
was centralisatie in het formuleren van het beleid en decentralisatie in het implementeren
ervan.209
Dankzij de directieven zou bovendien het gezondheidszorgbeleid voor het eerst echt
op het platteland afgestemd worden. Grote aantallen medisch personeel, inclusief leraars en
onderzoekers, en pasafgestudeerde studenten van de medische scholen werden vanuit de
steden naar de rurale gebieden gestuurd om er voor minstens twee jaar rond te trekken in
mobiele medische teams. Net als tijdens de Grote Sprong Voorwaarts voorzagen deze teams
de boerenbevolking van preventieve en curatieve zorg, leidden ze lokale gezondheidswerkers
op en deden ze daarnaast zelf kennis op over de gezondheidssituatie op het platteland. Het
verschil met de GSV echter was dat dit nu op veel grotere schaal gebeurde. Er werd
overigens niet enkel medisch personeel geroteerd, ook de vroegere leidinggevende figuren
van de ministeries werden uit aversie voor elitarisme uit hun functies gezet en naar het
platteland gestuurd om ‘heropgevoed’ te worden en er te leren van de boeren, een
fenomeen waar met het begrip xia xiang下乡 (afdalen naar het platteland)210 naar verwezen
wordt. Vervolgens werden hun posities ingenomen door lageropgeleide mensen.211
207 De Centrale Culturele Revolutie Groep werd opgericht eind mei ’66 en was de drijvende kracht achter de beleidslijnen van de Culturele Revolutie. Vooral gedurende de eerste twee jaar van zijn bestaan nam het de plaats van het Permanent Comité in als de de facto hoogste politieke macht in China. De Groep was samengesteld uit de meest fervente aanhangers van Mao, met onder andere Chen Boda陈伯达 als voorzitter en Mao’s echtgenote Jiang Qing江青 als vice-voorzitter. Na het Negende Partijcongres van april ’69 werd de Centrale Culturele Revolutie Groep ontbonden. (Domes, Jürgen (1973), pp.154-155; Shen Chuanbao沈传宝
(2007), “Zhongyang Wenge Xiaozu de Lishi Yange ji Li Fei Yuanyin Tanxi”中央文革小组的历史沿革及立废原因探析 (Analyse van de Historische Evolutie en de Oorzaken voor het Ontstaan en Ontbinden van de Centrale Culturele Revolutie Groep), Zhonggongdang Shi Yanjiu中共党史研究 (Historisch Onderzoek van de Chinese Communistische Partij), pp. 47-54.) 208 Revolutionaire comités革命委员会 (geming weiyuanhui) fungeerden sinds de oprichting van het eerste comité in januari ’67 als een nieuwe vorm van lokaal bestuur, ter vervanging van de lokale Partijcomités. De revolutionaire comités waren samengesteld uit Partijleden, leden van het Volksbevrijdingsleger en vertegenwoordigers van het volk. Op die manier wou Mao het volk mee in het bestuur betrekken, maar algauw domineerde het leger deze structuren. Pas in ’78 echter zouden de revolutionaire comités afgeschaft worden. (Gray, Jack (2002), pp.352-357; Domes, Jürgen (1973), pp.201-205.) 209 Lampton, David M. (1974), pp.105-108. 210 De ‘xia xiang’下乡- campagnes, die meermaals plaatsvonden gedurende de maoïstische periode, hielden in dat partijkaderleden, overheidsfunctionarissen, studenten, wetenschappers, ingenieurs en dergelijke voor een bepaalde periode naar het platteland gestuurd werden om er op de velden te gaan werken en door de boeren ‘heropgevoed’ te worden. Mao, die zich afzette tegen alle vormen van bureaucratie, wou hiermee de kloof tussen intellectuelen en boeren dichten. Het werd ook als oplossing genoemd voor het probleem van de overbevolking in de steden en de hoge werkloosheid. Deze politiek kende zijn ‘hoogtepunt’ tijdens de Culturele Revolutie, wanneer naar schatting twintig miljoen stedelingen naar de rurale gebieden werden getransfereerd. Karnow, Stanley (1972), Mao and China. From Revolution to Revolution, New York: Viking Press, pp. 446-451; Meisner, Maurice (1977), p.48. 211 Chen, Meei-Shia (2001), p.464; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), p.5; Sidel, Victor W. (1973), pp.116-117; Yao Li (2007), p.103.
58
Op het gebied van medisch onderwijs, waar eveneens de nadruk op
deprofessionalisering werd gelegd, deed zich een derde grote verandering voor. Tijdens deze
jaren van verzet tegen intellectualisme en specialisatie werden alle instellingen voor hoger
onderwijs gesloten, inclusief de Academies voor TCM. Het oordeel van Mao was dat er te
veel aandacht uitging naar theorie waardoor er te weinig voeling was met de concrete
gezondheidsproblemen van de bevolking. Vandaar dat een steeds terugkerende factor in de
Culturele Revolutie het leren uit de praktijk was. Omdat er bovendien nog steeds een groot
tekort was aan medisch personeel, werd het besluit genomen in een nog sneller tempo en
op een nog grotere schaal212 vanuit het gewone volk kandidaten te rekruteren voor een
uiterst rudimentaire opleiding in de medische basisbeginselen, aangevuld met regelmatige
bijscholingen.213 Een richtlijn uit ’65 bepaalde dat binnen de vijf tot tien jaar
gezondheidszorgwerkers moesten aanwezig zijn in alle productieteams, waarvan de besten
dan zouden bijgeschoold worden tot ‘deeltijds boer deeltijds arts’半农半医 (bannong
banyi)214 voor de productiebrigades.215
Om elitarisme tegen te gaan en daarentegen egalitarisme aan te moedigen, werden
tijdens de Culturele Revolutie daarenboven alle professionele titels afgeschaft. Iedereen was
egalitair ‘kameraad’同志 (tongzhi) en er werd geen onderscheid meer gemaakt tussen het
werk van dokters大夫(daifu), verpleegsters护士(hushi) en assistenten卫生员
(weishengyuan)216, met als gevolg dat bijvoorbeeld artsen moesten helpen bij het poetsen
van de hospitalen en verpleegsters taken op zich namen die normaal gezien door dokters
uitgeoefend werden.217
2. Financiering van de gezondheidszorg
2.1 Coöperatief Medisch Systeem (CMS) op het platteland
De ‘Reguleringen voor Arbeidsverzekering’ van ’51 (zie onder) boden dan wel
kosteloze gezondheidszorg aan voor een deel van de stedelijke bevolking, de
plattelandsbevolking echter kon niet terugvallen op dergelijke financieringssystemen voor
gezondheidszorg. Aanvankelijk stonden de boeren zelf in voor hun volledige medische kosten,
maar daar was met de collectivisatie van de landbouw geleidelijk verandering in gekomen,
212 Ook tijdens de Grote Sprong Voorwaarts werden mensen uit de gewone bevolking geselecteerd gerekruteerd voor basisopleidingen in gezondheidszorg. Zie hiervoor Deel IV, 2.1, p.45. 213 Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.5-7; Sidel, Victor W. (1973), p.116; Yao Li (2007), p.103; Asia Research Centre (ed.) (1968), The Great Cultural Revolution in China, Rutland (Vermont): Charles E. Tuttle Company, pp.31-34. 214 Deze ‘bannong banyi’ waren in feite de voorlopers van de ‘barefoot doctors’赤脚医生 (chijiao yisheng), een term die voor het eerst in ’68 zou opduiken. Deze barefoot doctors komen in sectie 3 van dit deel, p.62 aan bod. 215 Li Decheng (2007), pp.168-169. 216 Alle aanvankelijk niet-medische personeelsleden die tijdens de Culturele Revolutie een rudimentaire basisopleiding kregen, werden ‘assistenten’卫生员 (weishengyuan) genoemd. (Cohen, Myron S. en Henderson, Gail E. (1984), p.59) 217 Cohen, Myron S. en Henderson, Gail E. (1984), pp.52-55; Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), “Health Care Financing in China”, Medical Care, p.251.
59
toen halverwege de jaren vijftig het plan voor een systeem van coöperatieve
gezondheidszorg合作医疗(hezuo yiliao) werd uitgedacht. Het zou weliswaar uiteindelijk nog
tot na de proclamatie van de 26 juni-directieven duren vooraleer het Ministerie van
Gezondheid de districten Macheng 麻城 (Hubei), Jurong 句容县(Jiangxi), Tong 通县(Beijing)
en Xiangyin湘阴县(Hunan) selecteerde om er voor het eerst het Coöperatief Medisch
Systeem op te zetten. Toen Mao eind ’68 over de Leyuan-commune乐园人民公社 (Leyuan
renmingongshe) in Hubei oordeelde “合作医疗好”, nam de aandacht in de media toe en
werd het systeem over het hele land verspreid.218
Het CMS was een soort verzekeringssysteem dat, in ruil voor het betalen van een
jaarlijkse premie, basisgezondheidszorg voorzag voor de arme boerenbevolking in het
gezondheidsstation van de productiebrigade219. De registratiekosten in het station, de
behandeling en ook de medicijnen werden volledig terugbetaald. Vooral dat laatste was
belangrijk, aangezien de grootste kost bij een ziekenhuisbezoek in China niet de behandeling
was, maar de geneesmiddelen. Ook wanneer patiënten bij meer ernstige aandoeningen,
waarvoor het gezondheidsstation niet het geschikte personeel en faciliteiten had,
doorverwezen werden naar het gezondheidscentrum van de commune, of in een volgende
fase naar het gewesthospitaal, dekte het CMS het grootste deel220 van de medische kosten.
Hierbij diende de patiënt een doorverwijsformulier三联单(sanliandan) voor te leggen van het
brigade gezondheidsstation, aangezien hij niet op eigen initiatief, zonder doorverwijzing,
naar een medische instelling op communeniveau of hoger kon gaan. Eind jaren zestig
beslisten de boeren nog zelf of ze zich aansloten bij het CMS, maar vanaf ’71 werd elk
brigadelid automatisch lid eens de brigade positief gestemd had over het systeem.221
Elke brigade moest, naast bijvoorbeeld het oprichten van een gezondheidsstation,
instaan voor het beheren en financieren van zijn eigen Coöperatief Medisch Systeem222.
Hiervoor werd per brigade een bestuurscomité samengesteld uit brigadeleiders, boeren en
barefoot doctors223 aangesteld. Het comité, dat zeven tot dertien leden telde en maandelijks
bijeenkwam, controleerde de gang van zaken in de gezondheidsstations, evalueerde het
werk van de barefoot doctors en hun attitude naar de patiënten toe en beheerde de
218 Yao Li (2007), pp.103-104; Li Decheng (2007), p.162. 219 Meer uitleg over het gezondheidsstation van de productiebrigade in punt 3.2, p.62 van dit deel. 220 Maaltijden en registratiekosten moesten bij doorverwijzing wel zelf betaald worden, maar waren heel laag. De registratiekosten varieerden van vijf tot tien fen per consultatie. (Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.245; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), p.47) 221 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), pp.244-245; Chen, Meei-Shia (2001), p.459; Zhu, Naisu et al. (1989), “Factors Associated with the Decline of the Cooperative Medical System and Barefoot Doctors in Rural China”, Bulletin of the World Health Organization, pp.431-432; Xia Xingzhen夏杏珍 (2003), “Nongcun Hezuo Yiliao Zhidu de Lishi Kaocha”农村合作医疗制度的历史考察 (Historisch Onderzoek naar het Ruraal Coöperatief Medisch Systeem), Dangdai Zhongguo Shi Yanjiu当代中国史研究 (Historisch Onderzoek in Hedendaags China), pp.110-118. 222 Uitgezonderd in de armste gebieden, voorzag de centrale overheid geen financiële middelen voor de coöperatieve gezondheidszorg. (Zhu, Naisu et al. (1989), p.432) 223 De barefoot doctors waren de artsen-boeren die instonden voor de medische dienstverlening in de gezondheidsstations van de brigade. Zie punt 3.2 van dit deel, p.62.
60
uitgaven.224 Voor de financiering van het CMS richtten de meeste brigades een Coöperatief
Medisch Fonds合作医疗基金 (Hezuo Yiliao Jijin) op. Dit fonds haalde zijn financiële middelen
in de eerste plaats uit het Collectief Welvaartfonds公益金 (gongyijin)225 van de brigade, dat
jaarlijks een bijdrage leverde aan het Coöperatief Medisch Fonds van ongeveer één yuan per
lid van het CMS. Daarbovenop reikte ook de lokale overheid subsidies uit, die dan meestal
werden aangewend voor de aankoop van medisch materiaal. En ook de boeren zelf dienden
een jaarlijkse premie te betalen. Deze premie werd berekend op basis van de uitgaven van
het CMS van het vorige jaar en was dus variabel226, dit varieerde per commune van
gemiddeld 0,35 tot 3,60 yuan per persoon.227
Om de premies zo laag mogelijk te houden, trachtte men dan ook de kosten van het
CMS te beperken. Daarom werd in de eerste plaats veel aandacht besteed aan preventie,
wat goedkoper was dan curatieve geneeskunde. Daarbovenop trachtte men het aantal
doorverwijzingen naar de communale gezondheidscentra of gewesthospitalen te beperken,
aangezien daar de medische behandelingen duurder waren. Vandaar ook dat patiënten een
doorverwijsformulier moesten voorleggen om de kosten op hogere niveaus dan het
gezondheidsstation van de brigade terugbetaald te krijgen. Opnieuw het concept van zili
gengsheng 自力更生 (self-reliance; terugvallen op de eigen mogelijkheden, terugvallen op
wat het land en zijn bevolking zelf te bieden hebben)228 benadrukken, gold als een laatste
methode om de kosten in te dijken. Op vlak van gezondheidszorg betekende dit het
toepassen van traditionele behandelingstechnieken en het aanbevelen van Chinese
kruidengeneesmiddelen in plaats van de veel duurdere Westerse medicijnen en
behandelingen. 229 Ten gevolge van dit aanprijzen van de traditionele geneeskunde is men op
het einde van de jaren zestig begonnen met de duizenden planten die in de klassieke
materia medica230 beschreven werden aan onderzoek te onderwerpen, om zo enerzijds de
bestaande kruidengeneesmiddelen te verbeteren en anderzijds in eigen land nieuwe
medicatie te ontwikkelen en produceren, waardoor minder medicatie uit het buitenland zou
moeten geïmporteerd worden. Op die manier werd in ‘71 onder andere de
malariabestrijdende werking van qinghao青蒿 aangetoond, een Chinese plant die
traditioneel gebruikt werd als koortswerend middel. Dit leidde tot de productie van
Artemisinin晴好素(qinghaosu), een geneesmiddel tegen malaria waarvan recentelijk is
224 Li Decheng (2007), p.176. 225 Het Collectief Welvaartsfonds was een fonds waarin de brigade een deel van zijn inkomsten uit agrarische productie en rurale ondernemingen stortte. (Liu, Yuanli et al. (1995), “Transformation of China’s Rural Health Care Financing”, Social Science and Medicine, p.1086) 226 Waren er in een bepaald jaar bijvoorbeeld minder zieken geweest, dan was de premie voor het volgende jaar lager dan in het jaar er voor. (Chen, Meei-Shia (2001), p.474) 227 Liu, Yuanli et al. (1995), p.1086; Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), pp.244-245; Zhu, Naisu et al. (1989), p.432/p.436; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.46-47. 228 Zie deel II, 1.3, p.23. 229 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.252; Chen, Meei-Shia (2001), pp.459-460. 230 ‘Materia Medica’ of Bencao本草 zijn de klassieke werken die de samenstelling en werking van Chinese kruidengeneesmiddelen beschrijven. Dit kwam reeds aan bod in deel I, 1.1, p.8.
61
bewezen dat het ook kankerbestrijdende effecten zou hebben en dat sinds 2004 op grote
schaal wordt aanbevolen door de WHO. De politiek van het einde van de jaren zestig lag
zodoende mee aan de basis van een medische industrie231, die tot op vandaag actief is en
zich zowel op import als export toespitst.232
Om terug te komen op het systeem van coöperatieve gezondheidszorg, hoewel het
een aantal nadelen met zich meebracht, zoals bijvoorbeeld het feit dat sommige barefoot
doctors taken op zich namen waarvoor ze eigenlijk niet bevoegd waren, enkel en alleen om
doorverwijzing naar - duurdere - hogere niveaus te vermijden, of het probleem van
ongelijkheid tussen de brigades, aangezien deze zelf verantwoordelijk waren voor het eigen
CMS, waardoor meer welvarende brigades een betere medische dienstverlening konden
aanbieden dan brigades in armere gebieden. Toch is de coöperatieve gezondheidszorg van
groot belang geweest voor het verbeteren van de gezondheidstoestand van de
plattelandsbevolking. Niet alleen doordat gezondheidszorg op een relatief goedkope manier
toegankelijk gemaakt werd, maar ook omdat het op lokaal niveau ingesteld was, waardoor
de plattelandsbevolking in hun onmiddellijke omgeving over de nodige zorgverlening kon
beschikken.233
2.2 ‘Reguleringen voor Arbeidsverzekering’ voor de steden
Op het gebied van financiering van de stedelijke gezondheidszorg deden zich tijdens
de Culturele Revolutie geen veranderingen voor, de ‘Reguleringen voor Arbeidsverzekering’劳
保条例 (Laobao Tiaoli) van maart ’51 bleven geldig. Deze reguleringen voorzagen in twee
financieringssystemen voor gezondheidszorg: kosteloze gezondheidszorg公费医疗 (gongfei
yiliao) en verzekerde gezondheidszorg劳保医疗 (laobao yiliao). Het eerste systeem werd
gefinancierd door de overheid en dekte de volledige medische kosten van kaderleden in
staatsinstellingen (scholen, hospitalen,…) en studenten uit het hoger onderwijs高等学校
(gaodeng xuexiao). Het tweede systeem werd gefinancierd door de staatsgeleide fabrieken
en ondernemingen en betaalde de volledige medische kosten van hun werknemers en de
helft van de kosten van inwonende familieleden.234
231 Een ander geneesmiddel gebaseerd op een Chinees plant waarmee succes wordt geoogst is Kanglaite康莱特, een medicijn dat bij de behandeling van kanker wordt gebruikt. Voor meer informatie, zie Normile, Dennis (2003), “Asian Medicine. The New Face of Traditional Chinese Medicine”, Science, pp.188-190. 232 Zhen Zhiya et al. (2001), p.180; Hsu, Elisabeth (2006), “Reflections on the ‘Discovery’ of the Antimalarial Qinghao”, British Journal of Clinical Pharmacology, pp.666-667. Voor meer informatie inzake Artemisinin zie Ferreira, Jorge F.S. (2004), Artemisia Annua L.: The Hope against Malaria and Cancer, Beaver (WV): Appalachian Farming Systems Research Center. Enkel online beschikbaar via http://www.ars.usda.gov/SP2UserFiles/person/34667/Ferreira-ArtemisiavsMalariaandCancer.pdf 233 Chen, Meei-Shia (2001), p.460/p.464. 234 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), pp.248-249; Yao Li (2007), p.100; Lampton, David M. (1974), pp.14-15 ; Riskin, Carl (1987), p.62.
62
3. Ruraal gezondheidszorgnetwerk
Sinds het ontstaan in ’58 van de volkscommunes人民公社 (renmin gongshe)235,
productiebrigades生产大队 (shengchandadui) en productieteams生产队 (shengchandui)
kwam er op het platteland geleidelijk een netwerk van gezondheidszorginstellingen tot stand
met personeel opgeleid op verschillende niveaus.
3.1 Gezondheidswerkers in de productieteams
Elk productieteam met honderd tot driehonderd inwoners had één of twee
gezondheidswerkers卫生员 (weishengyuan) die heel kort opgeleid waren door een barefoot
doctor in het gezondheidsstation van de productiebrigade en nadien periodieke bijscholing
kregen. Ze informeerden de bevolking over het belang van hygiëne; ze werden ingeschakeld
in de massale preventiecampagnes, zoals bijvoorbeeld de bestrijding van de vier pesten236;
en ze controleerden de leden van het productieteam op symptomen van veelvoorkomende
epidemieën, waardoor mensen die eventueel besmet waren snel doorverwezen konden
worden voor de gepaste behandeling. Deze gezondheidswerkers werden evenwel als voltijds
boer beschouwd en ontvingen dan ook meestal geen vergoeding voor hun
gezondheidszorgwerk, alhoewel sommigen extra werkpunten工点 (gongdian)237 toegewezen
kregen.238
3.2 Barefoot doctors in het gezondheidsstation van de brigade
De basiseenheid voor medische zorg op het platteland, én van het Coöperatief
Medisch Systeem, was het gezondheidsstation van de productiebrigade大队卫生所 (dadui
weishengsuo). Elk station, waar geen overnachting mogelijk was, stelde twee tot vier
barefoot doctors en een aantal gezondheidswerkers tewerk. Onder hen was er een
vrouwelijke arts die instond voor prenatale zorg en bevallingen begeleidde. Het
gezondheidsstation stond onder de administratieve controle van het revolutionair comité van
de brigade.239
De term ‘barefoot doctor’ 赤脚医生(chijiao yisheng) dook voor het eerst op in de
agrarische gebieden in de omgeving van Shanghai en was de bijnaam die de lokale boeren
gaven aan hun collega-boeren die naast agrarisch werk ook medische taken uitoefenden, de
‘deeltijds boeren deeltijds artsen’半农半医(bannong banyi’)240. Nadat er in de ‘Wen Hui Bao’
235 Dit werd reeds aangehaald in deel IV, 2.1, p.45. 236 Zie Deel II, punt 1.2, p.22. 237 In het kader van de collectieve landbouw werden de leden van de productieteams vergoed op basis van een puntensysteem. Voor de arbeid die men verrichtte, kreeg men een bepaald aantal werkpunten工点 (gongdian) toegewezen, afhankelijk van de moeilijkheid en intensiteit van het werk. Deze punten gaven de leden dan het recht op een deel van de productie van het team. (Prybyla, Jan S. (1970), pp.170-174.) 238 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.244. 239 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.245; Chen, William Y. (1961), p.708; Chen, William Y. (1961), pp.165-166; Liu, Yuanli et al. (1995), p.1086. 240 Naar deze ‘deeltijds boeren deeltijds artsen’ werd ook verwezen in punt 1.2 van dit deel, p.56.
63
文汇报 in ’68 een artikel gepubliceerd was met als titel ‘Rapport betreffende het onderzoek
naar de omstandigheden van de ontwikkeling van de barefoot doctors in de buitenwijken van
Shanghai’关于上海郊县赤脚医生发展状况的调查报告 (Guanyu shanghai jiaoxian chijiao
yisheng fazhan zhuangkuang de diaocha baogao) en hen omschreef als “ze ontvangen geen
betaling, ze helpen het land bewerken, ze zijn zowel arbeider als boer, blootsvoets241
beoefenen ze geneeskunde”242, raakte de term ingeburgerd en ging men deze overal
gebruiken in plaats van de term ‘bannong banyi’.243
De barefoot doctors waren jonge boeren van begin de twintig met hoogstens een
diploma van het lager en de eerste drie jaar middelbaar onderwijs, die geselecteerd werden
voor een opleiding van een drietal maanden door artsen in het gezondheidscentrum van de
commune of door een mobiel medisch team in het brigade gezondheidsstation zelf. Ze
kregen een inleiding in de anatomie en fysiologie, ze leerden bacteriën identificeren in
geïnfecteerd water en wormeitjes van parasieten herkennen in uitwerpselen. Verder werden
ze aangetoond hoe uitwerpselen te behandelen244 en water drinkbaar te maken en hoe
naalden te steriliseren en injecties toe te dienen. Ze werden geleerd hoe ze een aantal
veelvoorkomende ziektes konden behandelen en ze leerden de werking en dosering van een
veertigtal medicijnen kennen. Daarbovenop kwamen een aantal zaken uit de traditionele
geneeskunde aan bod zoals het toepassen van acupunctuur en moxibustie en het leren
verzamelen of zelf telen en nadien verwerken van Chinese kruiden. Kruidengeneeskunde en
traditionele technieken waren namelijk goedkoop en niet moeilijk aan te leren.245 Meer dan
op preventie en eenvoudige curatieve ingrepen echter lag de nadruk tijdens de opleidingen
op het ontwikkelen van Mao’s communistische idealen, zoals bijvoorbeeld het zich
onbaatzuchtig ten dienste stellen van het volk, doorzetten wanneer moeilijkheden zich
voordoen en te allen tijde een onbegrensde verantwoordelijkheid aan de dag leggen.246
Uiteraard is drie maanden uiterst kort om de medische basisbeginselen aan te leren,
vandaar dat er jaarlijks aanvullende bijscholingscursussen van één tot drie maanden
georganiseerd werden tijdens de kalme periodes van de landbouw. Tijdens hun opleiding
werden ze gecrediteerd met hetzelfde aantal werkpunten als wanneer ze hun agrarisch werk
zouden gedaan hebben. Voor hun medische taken werden de barefoot doctors niet vergoed,
241 ‘blootsvoets’ slaat op het feit dat deze artsen in de eerste plaats boer waren. Het is dus niet zo dat ze effectief op blote voeten hun patiënten consulteerden. 242 Li Decheng (2007), p.162. (eigen vertaling) 243 Chen, Meei-Shia (2001), p.460; Li Decheng (2007) , p.162. 244 Dragers van parasitaire ziektes als schistosomiasis scheiden de wormeitjes van de parasieten, die zich in het lichaam van de geïnfecteerde persoon of dier genesteld hebben, af via de ontlasting. Wanneer dierlijke uitwerpselen dan gebruikt worden als meststof op de velden zijn derhalve ook de gewassen geïnfecteerd. De menselijke ontlasting dumpte men aanvankelijk in meren en rivieren, met als gevolg dat ook het water besmet was. Daarom werd het gebruik van latrines aangemoedigd, waarna de menselijke met dierlijke uitwerpselen vermengd werden en door middel van een hitteproces werden behandeld, waardoor ze toch nog als meststof konden fungeren. (Chen, William Y. (1961), pp.701-702; Sidel, Victor W. (1973), p.117; Fan, Kawai en Lai, Honkei (2008), pp.176-185.) 245 Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.5-7; Sidel, Victor W. (1973), p.116; Yao Li (2007), p.103. 246 Li Decheng (2007), p.163; Chen, Meei-Shia (2001), p.461; Liu Jie (2006), pp.40-42.
64
maar wanneer dit resulteerde in verlies aan werkpunten, dan werden deze gecompenseerd.
De opleidingen en bijscholingscursussen werden gefinancierd door het CMS.247
Omdat de barefoot doctors zelf boeren waren en met de andere boeren mee op de
velden werkten, waren ze goed op de hoogte van de problemen die zich in het gebied
voordeden en wisten ze beter dan de stedelijke artsen van de mobiele medische teams in
welk seizoen ze moesten uitkijken voor welke ziekten. Ze genoten dan ook een groot
vertrouwen onder de lokale bevolking en hebben er mee voor gezorgd dat gezondheidszorg
niet enkel meer een voorrecht voor enkele geprivilegieerden was.248
3.3 Het gezondheidscentrum van de commune
Voor de behandeling van meer ernstige aandoeningen verwees de barefoot doctor
zijn patiënten door naar het gezondheidscentrum van de commune公社卫生院 (gongshe
weishengyuan). In deze centra stonden vier tot twintig traditionele en moderne dokters大夫
(daifu) en ongeveer evenveel verpleegsters护士 (hushi), laboranten技术员(jishuyuan) en
gezondheidswerkers卫生员 (weishengyuan) in voor de medische dienstverlening en konden
er tien tot veertig patiënten overnachten. Er was doorgaans een laboratorium, een
radiologische afdeling249 en een apotheek, waar ook mensen die niet in het
gezondheidscentrum verbleven geneesmiddelen konden verkrijgen. Aan het centrum waren
verschillende preventiestations防疫站(fangyizhan) en dagklinieken门诊部 (menzhenbu)
verbonden, die een dagelijks bezoekersaantal hadden van driehonderd tot achthonderd
patiënten.250
De administratieve en financiële verantwoordelijkheid voor het communaal
gezondheidscentrum lag volledig bij de commune zelf en meer specifiek bij het revolutionair
comité. De behandelingen, die kosteloos waren voor de patiënt mits vertoon van een
doorverwijsformulier, werden gefinancierd door het Coöperatief Medisch Systeem251. Het
enige wat de patiënt diende te betalen, waren de maaltijden en een registratiekost252 van
vijf tot tien fen per visite. 253
3.4 Gewesthospitalen
Het hoogste niveau in dit ruraal gezondheidszorgnetwerk was dat van het
gewesthospitaal县医院 (xian yiyuan). Deze hospitalen, met tweehonderd tot driehonderd
247 Chen, Meei-Shia (2001), pp.460-461; Horn, Joshua S. (1971), pp.135-136; Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), pp.245-247; Li Decheng (2007), p.163/p.169/ p.175. 248 Chen, Meei-Shia (2001), p. 461; Horn, Joshua S. (1971), p.140; Li Decheng (2007), p.179. 249 Althans een voorloper op de huidige afdeling radiologie. 250 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.247; Chen, William Y. (1961), p.707; Chen, William Y. (1961), pp.165-166; Zhu, Naisu et al. (1989), p.431; Liu, Yuanli et al. (1995), p.1086. 251 Dit kwam aan bod in deel VI, 2.1, p.58. 252 Deze registratiekost diende ook betaald te worden in de dagklinieken die aan het communegezondheidscentrum verbonden waren. 253 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), pp.247-248.
65
bedden, hadden beter medisch materiaal en meer hoger opgeleid personeel ter beschikking.
Er werden vooral chirurgische ingrepen uitgevoerd. Het personeel was opgedeeld in drie
categorieën: kaderleden干部 (ganbu), laboranten技术员 (jishuyuan) en arbeiders工人
(gongren). Tot de kaderleden werden de dokters, verpleegsters en het bestuurlijk en
administratief personeel gerekend. Gezondheidswerkers, keukenpersoneel, klusjesmannen
en mensen die de was deden, behoorden tot de arbeiders. Ook in deze hospitalen, die
rechtstreeks bestuurd werden door de provinciale of centrale overheid, waren de
behandelingen kosteloos voor de patiënt, opnieuw met uitzondering van de maaltijden en de
registratiekost van vijf tot tien fen.254
4. Stedelijk gezondheidszorgnetwerk
De steden werden opgedeeld in districten区 (qu), buurten街道 (jiedao) en wijken巷
(xiang).255 De kleinste administratieve eenheid in een stad was de wijk met duizend tot
achtduizend inwoners. In elke wijk was er een gezondheidszorgstation保健站 (baojianzhan),
waar de bewoners terecht konden bij een drietal ‘Rode Medische Gardisten’ 红医兵 (Hong Yi
Bing) voor preventieve inentingen die de overheid gratis verspreidde, voor informatie over
hygiëne en gezondheid, voor eerste hulp bij lichte verwondingen en behandeling van
eenvoudige ziektes. Deze Rode Medische Gardisten waren huisvrouwen van middelbare
leeftijd die gedurende vier à zes weken een basisopleiding hadden gekregen in het
buurthospitaal waar het station aan verbonden was. Geheel in het kader van de Culturele
Revolutie, toen de nadruk gelegd werd op voortdurend bijleren in de praktijk in plaats van
lange theoretische studies, gingen ook de Rode Medische Gardisten geregeld voor een extra
bijscholing naar het buurthospitaal en werden er maandelijkse bijeenkomsten van alle Rode
Medische Gardisten uit de buurt georganiseerd waar ervaringen werden uitgewisseld. Naast
het verlenen van preventie en eerste hulp gingen ze van deur tot deur bij pasgehuwde
vrouwen om hen het belang van geboortebeperking uit te leggen en stelden gratis
anticonceptie ter beschikking.256
De gezondheidszorgstations werden vooral door de niet-werkende bevolking bezocht.
De werkende stedelingen konden in de gezondheidspost卫生所(weishengsuo) van hun
fabriek of kantoor terecht, waar net zoals in de wijkstations eerste zorg en preventie werd
aangeboden. De personen die hiervoor instonden, en eveneens Rode Medische Gardisten
254 Cohen, Myron S. en Henderson, Gail E. (1984), p.32; Chen, William Y. (1961), p.707; Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.250; Li Decheng (2007), p.168; Liu, Yuanli et al. (1995), p.1086. 255 De administratieve indeling van China is compleet verschillend aan die van België en bovendien uiterst complex. Xian 县, qu区, jiedao街道 en xiang 巷(zie onder) zijn indelingen die bij ons niet voorkomen, en hebben dan ook geen standaardvertaling. Ik heb er voor gekozen om deze termen te vertalen als respectievelijk ‘gewest’, ‘district’, ‘buurt’ en ‘wijk’. (Waller, Derek J. (1970), pp.99-105.) 256 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), pp.249-250; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1974), pp.25-28; Sidel, Victor W. (1973), pp.116-117, Zhen Zhiya et al. (2001), p.177.
66
werden genoemd, bleven in de eerste plaats voltijds arbeider en verdienden geen extra loon
voor hun medische taken.257
Op een niveau hoger stonden de buurthospitalen接到医院 (jiedao yiyuan) waar een
aantal gezondheidszorgstations van verschillende wijken aan verbonden waren en waar de
opleiding van de Rode Medische Gardisten plaatsvond.258 Deze buurthospitalen met zijn
aangesloten stations stonden onder de administratieve controle van het revolutionair comité
van de buurt.259 Voor chirurgische ingrepen werd doorverwezen naar de districthospitalen区
医院 (qu yiyuan).260
Het allerhoogste niveau van medische instellingen, boven de rurale gewesthospitalen
en stedelijke districthospitalen, waren de provinciale hospitalen省医院 (shengyiyuan). Een
dergelijk hospitaal was samen met nog een aantal andere hospitalen verbonden aan een
medische faculteit die onder het bestuur stond van de provinciale overheid. Aan het Hubei
Provinciaal Medisch College湖北省医学院 bijvoorbeeld waren drie hospitalen verbonden,
waaronder een tandkliniek. Een hospitaal bestond uit verscheidene departementen zoals
interne geneeskunde, pediatrie, gynaecologie, neurologie en urologie met hun
gespecialiseerde artsen, en benaderde aldus best het Westers concept van een ziekenhuis.261
De blijvende ongelijkheid tussen stad en platteland zetten Mao in ’65 aan tot zijn beroemde
26 juni-directieven waarin hij zich afzette tegen de bureaucratie en het elitarisme van het
Ministerie van Gezondheid en waarin hij de opdracht gaf om voortaan de werken inzake
gezondheidszorg op het platteland af te stemmen. Dit leidde tot de invoering van het
Coöperatief Medisch Systeem en het einde van de dominantie van het Westers model op vlak
van medisch onderwijs, dat tijdens deze periode de nadruk legde op preventie en de
behandeling van veel voorkomende plattelandsziektes -en epidemieën, in plaats van op
hoogtechnologische biomedische geneeskunde. Politiek ging een prominente plaats innemen
in de opleidingen, die er in eerste instantie op gericht waren op korte termijn grote aantallen
gezondheidszorgpersoneel te scholen. Leren in de praktijk was de essentie van het educatief
systeem in de Culturele Revolutie. Maar zoals uit volgend deel zal blijken, betekende het
einde van de maoïstische periode eveneens het einde van een periode waarin kwantiteit en
257 Deze Red Medical Workers waren in feite het stedelijk equivalent van de rurale barefoot doctors. (Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), pp.248-249.) 258 De gezondheidszorgstations保健站 (baojianzhan) van de wijken stonden op het niveau van de gezondheidsstations van de productiebrigade大队卫生所 (dadui weishengsuo), de buurthospitalen op het niveau van de gezondheidscentra van de commune. 259 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.249. 260 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.250. 261 Cohen, Myron S. en Henderson, Gail E. (1984), pp.66-67; Chen, William Y. (1961), p.707.
67
praktijk belangrijker beschouwd werden dan kwaliteit en theorie en zou ook de Westerse
invloed zich terug laten gelden.
68
VII. Modernisering van China’s geneeskunde en gezondheidszorg
(1970-1976)
1. Geleidelijke professionalisering van de medische sector
Zoals in deel VI reeds vermeld werd, was in ’68 de rol van het Ministerie van
Gezondheid bij het uittekenen van de contouren van het gezondheidszorgbeleid zo goed als
uitgespeeld. Zijn pre-Culturele Revolutie leiders waren naar het platteland verbannen en
vervangen door Partijleden zonder enige medische ervaring. Belangrijke beslissingen werden
genomen door een selecte Partijkern. Het gevolg was dat die selecte kern met een enorme
hoeveelheid aan taken geconfronteerd werd, waardoor de weinige beleidslijnen rond
gezondheidszorg die men promulgeerde bovendien heel algemeen waren262. Dat deze
richtlijnen niet verder gepreciseerd werden, leidde tot onzekerheid bij de lokale
revolutionaire comités die ze moesten uitvoeren, wat dan weer een vertraagde
implementatie ervan met zich meebracht.263 Na het Negende Partijcongres (1-24 april 1969),
waarop de Grote Proletarische Culturele Revolutie beëindigd werd verklaard, zou het
Ministerie van Gezondheid dan ook terug zijn invloed vergroten en zouden een aantal
hooggeplaatste figuren uit de medische wereld gerehabiliteerd worden, zoals onder meer
in ’73 Qian Xinzhong钱信忠 (1911- ), voormalig Minister van Gezondheid264. Met andere
woorden, de gezondheidszorg kwam terug in handen van de ‘Experts’.265
Vanaf ’71 heropenden de medische colleges, weliswaar met ingekorte curricula van
maximum drie jaar. Er werden geen examens afgenomen of graden toegekend. De
studenten werden voor een groot deel geselecteerd uit de barefoot doctors en andere
deeltijdse gezondheidswerkers die vaak hoogstens een diploma van de eerste drie jaar
middelbaar onderwijs hadden. De belangrijkste factoren om geselecteerd te worden waren
aanbeveling, een correcte politieke ideologie en een goede fysieke gezondheid.
Wetenschappelijke voorkennis daarentegen was geen vereiste. Tijdens de vroege jaren
zeventig lag de nadruk derhalve nog steeds op deprofessionalisme en werd leren in de
praktijk nog steeds belangrijker bevonden dan theoretische kennis.266
Naarmate het Ministerie van Gezondheid echter opnieuw meer aanzien verwierf, werd
geopperd om de opleidingen te verlengen. Hun argument hiervoor was dat een driejarige
opleiding aan een medisch college te kort was om artsen de nodige kennis bij te brengen om
in communegezondheidscentra, gewest -of districthospitalen de meer gecompliceerde
262 In de periode ’66-’69 werden enkel richtlijnen inzake medisch onderwijs, financiering en plattelandsgezondheidszorg uitgevaardigd. Over bijvoorbeeld medische research en massacampagnes werd niets meer gezegd. (Lampton, David M. (1977), p.227) 263 Lampton, David M. (1977), pp.226-227. 264 Qian Xinzhong was terug Minister van Gezondheid zijn van ’79 tot ’83. 265 Lampton, David M. (1977), pp.240-241. 266 Schell, Orville en Schurmann, Franz (1967), Communist China. Revolutionary Reconstruction and International Confrontation, 1949 to the Present, New York: Random House, p.620-622; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.6-7; Sidel, Victor W. (1973), p.117.
69
gevallen te behandelen. Bovendien was er een geleidelijk verandering in het ziektepatroon
merkbaar. Infectueuze ziektes zoals schistosomiasis en malaria waren grotendeels onder
controle, chronische ziektes echter zoals kanker en hartproblemen kwamen steeds meer voor.
Omdat een veranderd ziektepatroon het aanleren van nieuwe behandelingen vereiste, werd
vanaf halfweg de jaren zeventig de opleidingstermijn verlengd tot vijf jaar, waarvan het
vijfde jaar een stagejaar was. Het systeem van examens en graden werd heringevoerd, en
alvorens aan een medisch college toegelaten te worden, dienden studenten eerst te slagen
voor een toelatingsexamen. Ook de duur van de opleidingen voor gezondheidszorgpersoneel
op lagere niveaus, zoals verpleegsters en gezondheidsassistenten, nam toe en er werden
regelmatig bijscholingscursussen georganiseerd.267
2. China opent zijn deuren
2.1 Westerse interesse voor de Chinese geneeskunde
Vanaf de jaren zeventig was er vanuit het Westen een groeiende interesse voor de
Chinese geneeskunde. Dit kan toegeschreven worden aan het toenemend aantal artikels die
de Chinese media aan het Westen presenteerde. Vóór deze periode hield Mao immers stevig
vast aan zijn ‘gesloten deur’-politiek, waarbij alle internationale inmenging vermeden werd
en de weinige informatie die het buitenland bereikte streng door de Chinese overheid
gecontroleerd werd. Geleidelijk echter werden de deuren van China geopend en kwam er in
het kader van de diplomatieke betrekkingen die vooraf gingen aan het geplande bezoek
in ’72 van de Amerikaanse president Nixon een informatiestroom op gang. Een belangrijke
gebeurtenis in dit proces was toen tijdens een voorbereidend bezoek in juli ’71 door VS-
staatssecretaris Henry Kissinger (1923- ) journalist James Reston (1909-1995) een
blindedarmoperatie diende te ondergaan.268 Om de pijn na de operatie te verlichten, werd in
plaats van pijnstillende medicatie een nieuwe succesvolle techniek gebruikt: acupunctuur-
analgesie针刺镇痛 (zhenci zhentong)269. De operatie was voorpaginanieuws in de
Amerikaanse kranten en heeft TCM op de internationale kaart gezet, met als gevolg dat
bijvoorbeeld in ’72 de ‘American Journal of Chinese Medicine’ opgericht werd en China in ’73
lid werd van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Dit bracht met zich mee dat de
wereld vanaf toen voor de eerste keer in veertig jaar een - weliswaar georchestreerde -
glimp achter de schermen van de Chinese geneeskunde werd gegund. In Shanghai, Beijing
en Nanjing werden in opdracht van de WHO internationale opleidingscentra voor
267 Fairbank, John K. en Twitchett, Denis (1991), pp.574-575; Lampton, David M. (1977), pp.235-237; Cohen, Myron S. en Henderson, Gail E. (1984), p.53/p.57; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.14-15. 268 Fairbank, John K. en Twitchett, Denis (1991), pp.402-404/pp.417-426. 269 Acupunctuur-analgesie is een techniek waarbij pijn wordt weggenomen door het toepassen van acupunctuur. Voor meer informatie, zie Stewart, D. et al. (1977), “Acupuncture Analgesia: An Experimental Investigation”, British Medical Journal, pp.67-70; Beijing College of Traditional Chinese Medicine (1981), pp.416-425; Zhang Ji 张吉 en Zhang Ning张宁 (2007), “Zhenci Zhentong Jizhi de Tantao” 针刺镇痛机制的探讨 (Onderzoek naar de Mechanismen van Acupunctuur-Analgesie), Zhongguo Zhenjiu中国针灸 (Chinese Acumoxa), pp.72-75.
70
acupunctuur en moxibustie opgericht waar op vandaag reeds meer dan vijfduizend
acupuncturisten uit meer dan honderd twintig verschillende landen zijn opgeleid. 270 Frequent
verschenen daarenboven in de buitenlandstalige pers artikels over succesvolle medische
ingrepen waarbij TCM met Westerse geneeskunde gecombineerd werd die duidelijk moesten
maken dat deze integratie tot grotere verwezenlijkingen kon leiden dan de puur
wetenschappelijke geneeskunde van het Westen.
De intentie voor het publiceren van dergelijke artikels was een positief beeld van
China op te hangen in het Westen en de vooruitgang op medisch vlak aan te tonen, maar
het Westerse publiek heeft deze informatie verkeerd geïnterpreteerd. In het Westen, waar
het ‘Verre Oosten’ mysterieuze beelden bleef oproepen, leefde nog steeds de opvatting dat
de Chinese geneeskunde een soort holistisch genezingssysteem was gebaseerd op
metafysische concepten die ver van de Westerse wetenschap af stonden. Door in de artikels
traditionele technieken als acupunctuur te promoten en herhaaldelijk te verwijzen naar
China’s roemrijke verleden, bleef die verkeerde opvatting uiteraard bestaan. Wat hier zeker
en vast ook toe bijgedragen heeft, was het gebruik van de term Traditional Chinese Medicine
(TCM)271 en het feit dat diegene die Chinese medische traktaten naar Westerse talen
vertaalden, de informatie uit deze teksten als het ware filterden en enkel de volgens hen
essentiële kennis behielden. De communistische ideologie hoorde hier niet bij en werd dan
ook systematisch weggelaten, waardoor de buitenlandse lezers de ontstaanscontext van die
werken niet kenden. Bijgevolg realiseerde men zich niet dat de traditionele geneeskunde in
China mee geëvolueerd was met de medische ontwikkelingen van de 20ste en dat er een
uitgesproken verschil is tussen traditionele Chinese geneeskunde en Traditional Chinese
Medicine (TCM).272
Het naoorlogse, postmoderne klimaat dat de Westerse maatschappij begin de jaren
kenmerkte kan, naast het langzaam opengaan van China’s deuren, mede een
verklaringsfactor zijn voor de toegenomen internationale interesse die uitging naar de
Chinese geneeskunde. Na jarenlang aanvaard te hebben dat technologische en
wetenschappelijke innovaties aan de basis lagen van een goede volksgezondheid, groeide in
het Westen immers stilaan het besef dat de biomedische geneeskunde ook haar limieten had
en dat chemische stoffen en technologie onherstelbare schade toebrachten aan het lichaam
en de wereld. Het gevolg was dat men meer en meer alternatieve, nog onbekende
filosofieën ging verkennen273, waarvan de Chinese geneeskunde en religie er één waren.
Hieruit blijkt echter nog maar eens dat de interesse vooral uitging naar de eeuwenoude
270 Li Decheng (2007), p.184/p.186. 271 Dit kwam reeds aan bod in deel III, 2.3, p.38. 272 Taylor, Kim (2005), pp.137-140; Taylor, Kim (2004), pp.94-96/pp.103-105; Scheid, Volker (2002), p.3. 273 Een voorbeeld van een beweging die zich van het conventionele afwendde en op zoek ging naar het mystieke is de New Age-beweging van de jaren zestig en zeventig. (Taylor, Kim (2004), p.105)
71
geschiedenis van de traditionele geneeskunde, en niet naar de vooruitgang van de Chinese
wetenschap.274
2.2 ‘Basistheorie van TCM’
Naarmate de interesse vanuit het Westen voor de Chinese geneeskunde toenam,
steeg ook de vraag naar informatie over de principes en theorieën van die geneeskunde. In
China zelf was het echter nooit nodig geweest om bij het onderricht in Chinese geneeskunde
vanaf een basistheorie te vertrekken. Het waren de vier medische klassieken die tot ’83 de
basis bleven voor de opleiding Chinese geneeskunde aan de TCM Academies. Pas in de vijfde
editie van de gestandaardiseerde reeks TCM-handboeken (’83-’85)275 zou de ‘Basistheorie
voor TCM’ 中医基础理论 (Zhongyi Jichu Lilun) opgenomen worden.276
Een voorbode op die Basistheorie werd nochtans al gepubliceerd in ’58, zijnde de
‘Inleiding tot TCM’ 中医学概论 (Zhongyixue Gailun). Toen was het Lü Bingkui die het initiatief
nam om de basisprincipes uit verschillende medische klassieken te compileren in één werk
als onderdeel van het standaardiseringproces van TCM277. Zijn bedoeling was om voor de
‘dokters in Westerse geneeskunde die Chinese geneeskunde studeren’ een samenhangende
theorie te voorzien als ondersteuning bij hun studies.278 Uiteindelijk duurde het tot ’72
vooraleer het idee van een basistheorie terug ingang vond. Ditmaal was het Zhou Enlai die in
een poging om de impasse in het medisch onderwijs te doorbreken, het aanleren van een
Basistheorie in de instellingen voor hoger medisch onderwijs aanmoedigde. Op deze manier
zouden de studenten alsnog de fundamentele principes van de geneeskunde verwerven,
nadat de ‘Bende van Vier’四人帮 (Sirenbang)279 alle theoretische lessen had afgeschaft.
274 Taylor, Kim (2005), p.140; Taylor, Kim (2004), pp.104-105, Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.193-194. 275 Een eerste standaardreeks van achttien TCM-handboeken werd gecompileerd in 1960, zie deel IV, sectie 3. 276 Taylor, Kim (2005), pp.141-142; Taylor, Kim (2004), pp.106-108. 277 Zie deel IV, sectie 3, p.48. 278 Het voorwoord van de “Inleiding tot TCM” formuleert de doelstelling van de compilatie als volgt: “以供西医学院校作为中医课程的参考教材之用,对一般造诣不深的中医提示一些补课的范围。” (“It serves as reference teaching material for the courses on Chinese medicine given by universities and colleges of Western medicine and to provide those practitioners of Chinese medicine without high academic attainments with some supplementary knowledge.”) Nanjing Zhongyi Xueyuan南京中医学院 (Nanjing Academie voor TCM) (ed.) (1958), Zhongyixue Gailun中易学概论 (Inleiding tot TCM), Beijing: Renmin Weisheng Chubanshe, p.1. Vertaling uit: Taylor, Kim (2004), p.108 279 De ‘Bende van Vier’ was de radicale linkse fractie van de CCP die van ’66 tot ’67 de Partij en regering domineerden. De leden waren Jiang Qing, als leider van de bende, Zhang Chunqiao张春桥, Yao Wenyuan姚文元 en Wang Hongwen王洪文. Na de dood van Lin Biao林彪 in ’71 nam hun macht toe toen Wang vice-voorzitter van de Partij werd, Zhang vice-premier van de regering en Yao de CCP-propagandamachine bestuurde. In het kader van Mao’s opvolging Mao was men verwikkeld in een bittere strijd met de meer gematigde fractie onder leiding van Deng Xiaoping en Zhou Enlai. De idee van de Bende van Vier was dat Jiang Qing en Zhang Chunqiao Mao zouden opvolgen als hoofd van respectievelijk de Partij en de regering. Na Mao’s dood echter werden de Vier op 6 oktober ’76 gearresteerd. Ze worden beschuldigd van de vervolging van honderdduizenden mensen die leidde tot 35 000 doden.
72
Zodoende werd in ’72 door de vierde klas ‘dokters in Westerse geneeskunde die Chinese
geneeskunde studeren’ voor de eerste keer ‘De Beginselen van TCM’ 中医学基础
(Zhongyixue Jichu) opgesteld. In datzelfde jaar verscheen eveneens de ‘Nieuwe Editie van
de Inleiding tot TCM’ 新编中医学概要 (Xinbian Zhongyixue Gaiyao), die net zoals ‘De
Beginselen van TCM’ evenwel niet in de standaardreeks TCM-handboeken opgenomen werd.
Uiteindelijk zou dat in ’84 voor de ‘Basistheorie van TCM’ wel het geval worden, met als
gevolg dat de Theorie tot op vandaag een centrale plaats bekleedt in het TCM-onderwijs,
zowel in China zelf als in het buitenland.280
De metafysische concepten qi, yin en yang en de vijf elementen zijn in de
‘Basistheorie van TCM’ irrelevant geworden, enkel in het voorwoord worden ze even kort
vermeld. Uitgebreide aandacht daarentegen gaat uit naar bianzheng lunzhi ’辨证论治, wat
door Kim Taylor vertaald wordt als “differentiation of syndrome and the determination of
therapy”. Het is een vorm van diagnose stellen waarbij de arts eerst en vooral de ‘tekenen’征
(zheng) van de ziekte vaststelt bij de patiënt door de vier diagnosetechnieken toe te passen:
kijken (naar de tong), ruiken, luisteren en voelen (van de polsslag). Deze ‘tekenen’ zet hij
om in ‘symptomen’症(zheng), bijvoorbeeld koorts, constipatie, zweten,… waarna hij het
geheel van ‘symptomen’ analyseert en in een ‘syndroom’证(zheng) formuleert. Eens het
‘syndroom’ is vastgesteld, kan de arts uiteindelijk de geschikte medicatie en behandeling
voorschrijven. De ‘Basistheorie van TCM’ biedt derhalve een vereenvoudigde Chinese
geneeskunde aan, door met de bianzheng lunzhi-methode het aanvankelijk complexe proces
van het identificeren van de ziekte en voorschrijven van de juiste medicatie te herleiden tot
een aantal basisstappen. Op vandaag zijn er zelfs specifieke boeken met symptomen
beschikbaar, wat maakt dat de arts enkel het symptoom, bv. hoesten, hoeft op te zoeken en
meteen een lijst van mogelijke syndromen vindt.281
2.3 Chinees gezondheidszorgmodel als inspiratiebron voor rest van de wereld
Niet enkel voor de traditionele Chinese geneeskunde was er internationale interesse,
ook met zijn gezondheidszorgmodel dat het accent legde op primaire medische
Op hun proces in ’80 werden Jiang en Zhang ter dood veroordeeld (een straf die later werd omgezet in levenslang), Wang kreeg levenslang en Yao twintig jaar gevangenisstraf. Uiteindelijk pleegde Jiang Qing zelfmoord in ’91. (Wang, Ke-Wen (ed.) (1998), pp.121-122.) Voor meer informatie betreffende de Bende van Vier, zie Chi, Hsin (1977), The Rise and Fall of the “Gang of Four” , New York: Books New China. 280 Taylor, Kim (2005), pp.144-147; Taylor, Kim (2004), pp.108-111; Hsu, Elisabeth (1999), pp158-160; Scheid, Volker (2002), p.74. 281 Taylor, Kim (2005), pp.147-150; Scheid, Volker (2002), “Remodeling the Arsenal of Chinese Medicine: Shared Pasts, Alternative Futures”, The Annals of the American Academy of Political and Social Science, pp.144-145; Scheid, Volker (2002), pp.200-204; Xu Fang徐放 en Yin Yuanping 尹远平 (2007), “Yong Zhongyi Jichu Lilun Jiexi Xiandai Bingyin”用中医基础理论解析现代病因 (Analyse van Pathogenese volgens de Basistheorie van TCM), Zhonghua Zhongyiyao Xuekan 中华中医药学刊 (Wetenschappelijk Magazine voor TCM in China), pp.1120-1122.
73
dienstverlening en daarmee brak met het conventionele model van de Westerse biomedische
geneeskunde, kon China op wereldwijde erkenning rekenen.
Globaal beschouwd waren de jaren zeventig een periode waarin nieuwe - en dure -
medische technieken ontwikkeld werden en waarin het aantal ouderen, en bijgevolg ook het
aantal hulpbehoevenden, toenam. Derhalve stegen de gezondheidszorguitgaven voor de
maatschappij aanzienlijk en waren besparingen het logische gevolg. Besparingen die in de
eerste plaats de zwakkeren van de samenleving troffen, zij die net de meeste medische
voorzieningen nodig hadden. Voor de lagere klassen van een dergelijke samenleving en voor
ontwikkelingslanden droeg het Chinese gezondheidszorgmodel enkele nuttige aspecten in
zich, zoals het belang hechten aan preventie in de strijd tegen geslachtsziektes, drugs -en
alcoholverslaving en chronische ziektes als long -en leverkanker, allemaal problemen waar de
wereld meer en meer mee geconfronteerd werd. Door middel van het invoeren van een
systeem voor doorverwijzing naar gespecialiseerde medische instellingen, zou bovendien het
overmatig gebruik van dure technologieën kunnen tegengegaan worden, en het inschakelen
van mensen met een lagere opleiding in primaire medische dienstverlening zou
basisgezondheidszorg toegankelijk maken voor iedereen. Omwille van deze motieven nam de
WHO dan ook het Chinese gezondheidszorgsysteem als model voor zijn Primary Health Care-
programma (basisgezondheidszorgprogramma) geformuleerd op de Alma Ata Conferentie
van ’78. 282 De WHO moedigde eveneens ontwikkelingslanden aan om hun traditionele
geneeskunde te integreren in de moderne samenleving als een manier om de
gezondheidszorguitgaven te drukken283. Als gevolg hebben een aantal Afrikaanse, Zuid-
Amerikaanse en Aziatische landen zich voor hun gezondheidszorgbeleid aan China gespiegeld,
en worden er bijvoorbeeld in Iran, Tanzania en Chili equivalenten van de barefoot doctor
opgemerkt. 284
3. Gezondheidszorg op het einde van de maoïstische periode
3.1 Twee centrale belangen
Twee items inzake gezondheidszorg stonden centraal halfweg de jaren zeventig. Een
eerste was het in stand houden van het complexe netwerk van gezondheidszorginstellingen
282 Tijdens deze conferentie in Alma-Ata (Kazachstan), waarop 134 landen en 67 internationale organisaties aanwezig waren, werd verklaard dat basisgezondheidszorg (Primary Health Care) zou ingezet worden als strategie om het doel van ‘Gezondheid voor allen’ (Health for All) in het jaar 2000 te realiseren. (Tejada de Rivero, David A. (2003), “Alma-Ata Revisited”, Perspectives in Health Magazine, pp.2-7.) 283 Hierbij dient de kanttekening gemaakt te worden dat integratie van traditionele medische systemen ook risico’s inhoudt, daar deze vaak niet aan reguleringen onderworpen zijn en bijgevolg niet altijd als betrouwbaar mogen beschouwd worden. 284 Een ander voorbeeld is de Bronx in New York, waar een project werd opgestart waarbij in elk appartementsblok enkele inwoners werden opgeleid als ‘gezondheidscoördinatoren’. Tot hun taken behoorde onder meer het toedienen van eerste hulp, mensen begeleiden naar de dokter, bloeddruk meten, zelf hulp- groepen organiseren enz. (Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.201-202) Taylor, Kim (2005), p.138; Chen, Meei-Shia (2001), p.465; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.194-202; Sidel, Victor W. (1973), p.119; Hsiao, William en Liu, Yuanli (1996), “Economic Reform and Health Lessons From China”, The New England Journal of Medicine, pp.430-432; Zhen Zhiya et al. (2001), p.184.
74
en medisch personeel op verschillende niveaus, dat het grootste deel van de bevolking van
basisgezondheidszorg voorzag.285
In de steden, waar arbeiders, studenten en overheidspersoneel dankzij de
‘Reguleringen voor Arbeidsverzekering’ konden genieten van kosteloze medische
dienstverlening, waren er gezondheidsposten in de fabrieken en overheidsinstellingen,
gezondheidsstations in de verschillende wijken en een duizendtal gespecialiseerde hospitalen.
Op het platteland, waar in ’75 het Coöperatief Medisch Systeem in meer dan negentig
procent van de productiebrigades ingesteld was, verleenden circa 1,8 miljoen barefoot
doctors en nog eens vier miljoen andere gezondheidsassistenten en verloskundigen primaire
medische diensten aan de boerenbevolking. Bijna alle vijftigduizend volkscommunes hadden
hun eigen gezondheidscentrum en in elk gewest was er een hospitaal dat als draaischijf van
het medisch systeem op het platteland fungeerde en waar ernstige gevallen naar
doorverwezen werden. Ook de mobiele medische teams trokken nog steeds rond door de
agrarische gebieden. In heel het land waren meer dan honderd medische
onderzoeksinstituten en meer dan tweeduizend gezondheids -en preventiestations aanwezig
en in totaal meer dan acht miljoen mensen waren actief in de medische sector, waaronder
dokters opgeleid in zowel colleges voor hoger onderwijs als secundaire medische scholen,
verpleegsters en deeltijdse gezondheidsassistenten.286
De financiering van een gezondheidszorgstelsel waarin de medische kosten voor de
patiënt minimaal waren, was het tweede centraal item. Om de financiële middelen van de
centrale overheid te ontzien, werd de verantwoordelijkheid voor curatieve dienstverlening
gedecentraliseerd naar de lokaliteiten.287 Om deze enorme kost te kunnen dragen voerden
de lokale leiders een aantal ‘afremmende’ maatregelen in zoals registratiekosten voor
consultaties in dagklinieken en het aanrekenen van maaltijden voor ziekenhuispatiënten.
Zodoende werden aan de ene kant extra inkomsten gecreëerd die konden aangewend
worden om de bestaande dienstverlening te optimaliseren, aan de andere kant was het een
maatregel om misbruik van het Coöperatief Medisch Systeem tegen te gaan288. Voor de
lokaliteiten was het derhalve een kwestie van voortdurend de balans afwegen tussen
enerzijds betaalbare gezondheidszorg voorzien voor iedereen en anderzijds
controlemaatregelen invoeren om misbruik te vermijden en de kosten van het systeem te
drukken.289
285 De werking van dit gezondheidszorgnetwerk kwam aan bod in deel VI, secties 3, p.62 en 4, p.65. 286 Lucas, AnElissa (1980), p.464; Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.241/pp.251-252. 287 In tegenstelling tot curatieve gezondheidszorg bleef preventie wel één van de centrale bevoegdheden. Dit hield onder andere het verspreiden van informatie over geboortebeperking en hygiëne in, het voorzien van inentingen, anticonceptiemiddelen, pesticiden, fluoride voor de fluoridatie van water, enz. (Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.241) 288 Een goedkope toegang tot medische zorg en dure geneesmiddelen zette sommigen aan tot het onnodig beroep doen op deze dienstverlening en dus tot regelrechte uitbuiting van het CMS. Ook van de Reguleringen voor Arbeidsverzekering in de steden werd overigens op dezelfde manier geprofiteerd. (Lampton, David M. (1974), pp.66-68) 289 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), pp.244-245/pp.251-252; Yao Li (2007), p.100.
75
Deze decentralisatie van de curatieve zorg liet flexibiliteit in implementatie toe, maar
werkte ook verwarring en chaos in de hand, aangezien de lokale leiders de vage centrale
richtlijnen dienden uit te werken tot een beleid dat afgestemd was op en de meeste
voordelen bood voor het eigen gebied. Of er in een lokaliteit al dan niet een degelijk
gezondheidszorgsysteem was, hing dan ook in grote mate af van de bekwaamheid van die
lokale leiders en van de welvaart van het gebied. Dit leidde tot grote geografische verschillen
inzake gezondheidszorg in China, waarbij grote stedelijke regio’s nog steeds in het voordeel
waren. De centrale overheid probeerde door middel van regelmatige officiële controles
weliswaar een uniforme basis te creëren, maar het is nu eenmaal praktisch moeilijk
realiseerbaar om een uniforme norm op te leggen voor een bevolking van achthonderd
miljoen mensen.290
Algemeen kan geconcludeerd worden dat halfweg de jaren zeventig, met acht miljoen
mensen werkzaam in de gezondheidssector waarvan zes miljoen op het platteland, de
verhouding van medisch personeel tussen stad en platteland ongeveer gelijk opliep. Het
verschil situeerde zich echter in de kwaliteiten en competenties van dat personeel. De hoger
opgeleide artsen en verpleegkundigen bleven actief in de steden, terwijl er op het platteland
voornamelijk minder bekwame barefoot doctors en deeltijdse gezondheidswerkers
tewerkgesteld waren. De reden hiervoor waren de beperktere financiële middelen in de
rurale gebieden waardoor de lonen er lager lagen en de medische faciliteiten minder
geavanceerd waren.291 En niet enkel de kloof tussen stad en platteland, maar ook die tussen
Chinese en Westerse artsen bleef, ondanks het integratieprogramma, bestaan. Eens de
invloed van het Ministerie van Gezondheid na de Culturele Revolutie toenam, werd immers
opnieuw meer de nadruk op de biomedische geneeskunde gelegd. Bijgevolg was de status
van Chinese artsen ook midden de jaren zeventig nog steeds lager dan die van hun
Westerse collega’s.292
3.2 De hervormingspolitiek na 1976
Het jaar 1976 was met de dood van Zhou Enlai en Mao Zedong en met de val van de
Bende van Vier een keerpunt in de Chinese politiek. Er werd afstand gedaan van Mao’s
radicalisme en van alle beleidslijnen in het algemeen, ook inzake gezondheidszorg, die
tijdens de Culturele Revolutie geredigeerd of verder uitgebouwd waren. 293 Kaderend in het
nieuwe nationale beleid dat wetenschappelijke en technologische ontwikkeling naar voor
schoof als vereiste voor China’s vooruitgang en modernisering, en dat door Deng Xiaoping邓
290 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.248/pp.251-252. 291 Lucas, AnElissa (1980), pp.487-488. 292 Chen, Meei-Shia (2001), p.464. 293 Gray, Jack (2002), pp.381-385.
76
小平(1904-1997)294 vertolkt werd in de Vier Moderniseringen四个现代化 (Si ge Xiandaihua),
gingen de hervormers zich inzake gezondheidszorg spiegelen aan het Westers
gezondheidszorgmodel. Een model dat curatief georiënteerd, hoogtechnologisch,
kapitaalintensief, gecommercialiseerd en geürbaniseerd was en dat de nadruk legde op
volwaardig opgeleid en kwalitatief medisch personeel. Onderzoek naar TCM of
kruidengeneeskunde stond niet meer op de politieke agenda genoteerd en op vlak van
medisch onderwijs werd afgestapt van de visie om op korte termijn zo veel mogelijk mensen
op te leiden, een visie die praktijkervaring boven theoretische opleiding plaatste.295
Onder meer voor de barefoot doctors bracht dit wezenlijke veranderingen met zich
mee. Eenmaal onder Deng Xiaoping de klemtoon terug op ‘expert’ (professionele
bekwaamheid) in plaats van op ‘red’ (politieke attitude) kwam te liggen, werden de doctors
aan een kwalificatie-examen onderworpen dat bepaalde of ze mochten blijven functioneren.
Diegene die slaagden kregen het ‘Certificaat van Barefoot Doctor’赤脚医生证 (chijiao yisheng
zheng) en werden van toen af aan ‘dorpsdokters’乡村医生 (xiangcun yisheng) genoemd.
Diegene die niet slaagden, werden gedegradeerd tot gezondheidswerker卫生员
(weishengyuan). De duur van de opleiding, die nu aan theorie en curatieve zorgverlening
een centrale plaats toekende, werd verlengd tot minimaal zes maanden.296
De decollectivisatie van de landbouw, met het instellen van het contract -en
verantwoordelijkheidssysteem297 in ’79 en het afschaffen van de volkscommunes, en de
294 Deng Xiaoping was van ’55 tot de aanvang van de Culturele Revolutie in ’66 - toen hij weggezuiverd werd - één van de belangrijkste beleidsmakers van de Volksrepubliek als secretaris-generaal van de CCP, Minister van Financiën en vice-premier. In ’73 werd hij gerehabiliteerd en in ’77 versloeg hij in de machtsstrijd die volgde op Mao’s overlijden premier Hua Guofeng, de aanvankelijke opvolger van Mao. Derhalve werd Deng Xiaoping de belangrijkste politieke figuur van China en bekleedde hij een sleutelfunctie in de hervormingspolitiek die in ’78 van start ging. Onder meer het ‘socialisme met Chinese karakteristieken’具有中国特色的社会主义 (juyou Zhongguo tese de shehuizhuyi) en de Vier Moderniseringen四个现代化 (Si ge Xiandaihua) (de modernisering van landbouw, industrie, defensie en technologie en wetenschap) kunnen aan hem toegeschreven worden. Zijn hervormingspolitiek hield de overgang van een centraal geleide planeconomie naar een geprivatiseerde markteconomie in en de opening naar het Westen toe, om buitenlandse technologie en investeringen te introduceren. (Wang, Ke-Wen (ed.) (1998), pp.94-96/pp.119) Voor meer informatie betreffende Deng Xiaoping en de politiek in post-Mao China, zie Evans, Richard (1993), Deng Xiaoping and the Making of Modern China, London: Penguin Books. 295 Lucas, AnElissa (1980), pp.464-466; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.9-11; Chen, Meei-Shia (2001), p.466/p.470; Scheid, Volker (2002), p.81/p.229. 296 Li Decheng (2007), pp.164-165; Chen, Meei-Shia (2001), p.469; Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), pp.188-189. 297 De economische hervormingen na de dood van Mao Zedong betekenden voor het platteland de invoering van het contract -en verantwoordelijkheidssysteem voor huishoudens 家庭联产承包责任制 in ’79. Onder dit systeem huurden de landbouwfamilies een stuk grond van de coöperatie en dienden ze een contract af te sluiten om tegen een vastgelegde lage prijs een bepaald quotum van gewassen aan de coöperatie te verkopen. De rest van de landbouwopbrengst was dan voor eigen gebruik of kon tegen een hogere prijs aan de overheid of op de privé-markt verkocht worden. Na herziening van het contract -en verantwoordelijkheidssysteem in ‘85 werden de contracten rechtstreeks met de overheid gesloten en werden de huishoudens in de mogelijkheid gesteld te onderhandelen met de overheid over de contractuele voorwaarden. Wang, Ke-Wen (ed.) (1998), p.286; Putterman, Louis, “The Restoration of the Peasant Household as Farm Production Unit in China: Some Incentive Theoretic Analysis”, in Perry, Elizabeth J. en Wong, Christine (ed.) (1985), The Political Economy of Reform in Post-Mao China, Cambridge (Mass.): Harvard University Press, pp.63-82.
77
omschakeling van een staatsgeleide planeconomie naar een geprivatiseerde markteconomie,
waren naast professionalisering de pijlers van de hervormingspolitiek, een politiek die voor
de plattelandsgezondheidszorg nefaste gevolgen zou hebben.298 De decollectivisatie leidde
onder andere tot de ineenstorting van het Coöperatief Medisch Systeem, dat met het
verdwijnen van de communes zijn financiële en politieke ondersteuning verloor299. Voor de
boerenbevolking betekende dit dat men voortaan de volledige medische kosten zelf diende
te betalen, waardoor velen zich de nodige zorg niet meer konden veroorloven. Dit werd
verder in de hand gewerkt door het feit dat tengevolge van de ineenstorting van het CMS
eveneens de financiering van de gezondheidsstations van de brigade teloor ging, waardoor
de dorpen, die onvoldoende middelen hadden om deze uit te baten, de stations
doorverkochten aan individuele barefoot doctors. Omdat de doctors thans op zelfstandige
basis werkten, dienden ze met hun dorpskliniek村卫生室 (cunweishengshi), zoals de
gezondheidsstations nu genoemd werden, winst te maken en was men bijgevolg almaar
meer gedreven door winstbejag. Ze schreven onnodige dure geneesmiddelen en inentingen
voor en besteedden minder aandacht aan preventie, wat minder winstgevend is dan
curatieve geneeskunde. Andere barefoot doctors die geen dorpskliniek kochten, gingen zich
terug meer toeleggen op de landbouw, die lucratiever was geworden sinds de prijzen voor
landbouwproducten gestegen waren na de invoering van het contract -en
verantwoordelijkheidssysteem. Nog anderen legden zich op handel toe of trokken naar de
steden op zoek naar nieuwe professionele mogelijkheden. Dit in combinatie met de
kwalificatie-examens resulteerde in een aanzienlijke daling van het aantal barefoot doctors300,
waardoor de toegang tot gezondheidszorg op het platteland opnieuw sterk terugviel.301
Niet alleen voor de barefoot doctors was preventie minder belangrijk - want minder
winstgevend - geworden, ook de centrale overheid voorzag in zijn budgetplanning weinig
ruimte voor dit topic. Daarentegen ging een groot percentage van de
gezondheidszorguitgaven uit naar de opleiding van hooggeschoold medisch personeel voor
stedelijke instellingen, naar de bouw van kapitaalkrachtige gespecialiseerde stedelijke
hospitalen, naar biomedisch onderzoek en naar gesofisticeerde apparatuur.
Massacampagnes werden net zoals preventie eveneens niet meer opgenomen in de nieuwe
298 Jeffries, Ian (2006), China. A Guide to Economic and Political Developments, New York: Routledge, pp.16-25. 299 Er zijn ook sociologische en politieke factoren die bijgedragen hebben tot de ineenstorting van het CMS. Toen de boeren nog lid waren van een commune werden financiële middelen gedeeld. Maar eenmaal ze sinds het afschaffen van die communes onafhankelijke consumenten waren geworden en de individuele belangen gingen primeren, verdween hun bereidwilligheid om het CMS, een systeem dat de medische kosten verdeelde tussen zieken en gezonde mensen, te blijven financieren. Een politieke verklaringsfactor is het feit dat de hervormers afkerig stonden tegenover alle ‘producten’ van de Culturele Revolutie, waar het CMS er één van was. (Liu, Yuanli et al. (1995), p.1088) 300 In ’75 waren er 1500 000 barefoot doctors, in ’82 nog 1 400 000, in ’83 1200 000. (Li Decheng (2007), p.164) 301 Chen, Meei-Shia (2001), pp.468-469; Li Decheng (2007), pp.164-165; Zhu, Naisu et al. (1989), pp.432-433; Burke, Adam et al. (2003), “Traditional Medicine in China Today: Implications for Indigenous Health Systems in a Modern World”, American Journal of Public Health, pp.1082-1084.; Liu, Yuanli et al. (1995), pp.1086-1087.
78
beleidslijnen. Mao’s ideologie van ‘het volk dienen’为人民服务 (wei renmin fuwu), die een
integraal onderdeel vormde van de campagnes, was stilaan plaats aan het ruimen voor een
steeds meer kapitalistische ingesteldheid.302 Deze factoren, die het gevolg waren van de
markthervorming, hebben mede een nadelige invloed uitgeoefend op de gezondheidszorg en
in het bijzonder op de plattelandsgezondheidszorg.303
Voor de post Mao-periode kan derhalve geconcludeerd worden dat de hervormingspolitiek
een radicale breuk betekende met de ideeën van Mao Zedong. In plaats van een socialistisch,
gecollectiviseerd systeem te vestigen dat steunt op centrale overheidscontrole en dat sociale
gelijkheid benadrukt, hebben de hervormers de economie geprivatiseerd en heel wat
centrale bevoegdheden gedecentraliseerd naar de provinciale en lokale autoriteiten.304 De
overschakeling op de markteconomie heeft enerzijds weliswaar geleid tot een imposante
economische groei en tot een betere levensstandaard, maar anderzijds ook tot een terugval
in de toegang tot gezondheidszorg. Met de teloorgang van het coöperatief medisch systeem
en de barefoot doctors gingen voor de boeren de geringe medische diensten die ze in de
laatste jaren verworven hadden terug verloren. Door de decentralisering van het urbaan
systeem voor kosteloze of verzekerde gezondheidszorg dienden arbeiders en ambtenaren
een groot deel van hun medische kosten voortaan zelf te betalen en bleef, mede door het
fenomeen van het stijgend aantal inwijkelingen van het platteland die geen recht hebben op
verzekering, het merendeel van de stadsbevolking zelfs volledig onverzekerd achter.305 Het
principe van ‘de arbeiders, boeren en soldaten dienen’ dat op de Eerste Nationale
Gezondheidszorgconferentie gelanceerd was en waar Mao zo de nadruk op legde, leek
daarmee veraf te zijn. Geneeskunde en gezondheidszorg waren in de eerste plaats een
economische aangelegenheid geworden die winst moest opbrengen.306
302 Aanvankelijk kregen de boeren extra werkpunten voor hun engagement in massacampagnes, maar nu dit systeem niet meer bestond, concentreerde men zich in de eerste plaats op het verhogen van de agrarische opbrengst in plaats van op gezondheidszorgprogramma’s. (Chen, Meei-Shia (2001), p.467) 303 Chen, Meei-Shia (2001), p.467/pp.469-471; Burke, Adam et al. (2003), p.1083; Liu, Yuanli et al. (1995), pp.1088-1091. 304 Omwille van de stijgende kosten van het systeem voor kosteloze公费医疗 (gongfei yiliao) of verzekerde劳保治疗(laobao zhiliao) gezondheidszorg (door de algemene inflatie, ouder wordende bevolking, dure hoogtechnologische medische apparatuur en dure geneesmiddelen) decentraliseerde de centrale overheid de verantwoordelijkheid voor dit systeem naar de de steden en ondernemingen. Als gevolg konden ambtenaren en de arbeiders van de staatsondernemingen niet meer genieten van kosteloze gezondheidszorg en was er een grote ongelijkheid, aangezien ambtenaren in armere steden en arbeiders in ondernemingen met een lage winstmarge hogere verzekeringspremies dienden te betalen. (Chen, Meei-Shia (2001), pp.468-469) 305 Het systeem van kosteloze of verzekerde gezondheidszorg dekt slechts vijftien procent van China’s totale bevolking. (World Bank (1997), Financing Health Care: Issues and Options for China; Washington DC: The World Bank; Lampton, David M. (1974), p.14.) 306 Li Decheng (2007), pp.165-166; Chen, Meei-Shia (2001), pp.470-472; Blumenthal, David en Hsiao, William (2005), p.1165; Zhu, Naisu et al. (1989), p.439; Scheid, Volker (2002), p.151.
79
VIII. Conclusie
Op het einde van de maoïstische periode kon vastgesteld worden dat het aantal
mensen besmet met parasitaire ziektes als malaria en schistosomiasis sterk was afgenomen,
geslachtsziektes als syfilis en epidemieën als cholera en pokken waren zelfs in grote mate
uitgeroeid. De levensverwachting was gestegen van 35 jaar in ’49 naar 68 jaar halfweg de
jaren zeventig en de kindersterfte gedaald van 200 naar 47 per duizend levendgeborenen.307
Uitgaande van de premisse die stelt dat het beleid inzake gezondheidszorg steevast
een afspiegeling vormt van het heersende politieke en economische klimaat, is mijn
conclusie voor deze thesis derhalve dat in China tussen ’49 en ’76, ondanks de continue
machtsstrijd tussen het Ministerie van Gezondheid en Mao Zedong, geleidelijk een uniek
gezondheidszorgstelsel tot stand gekomen is en bovenvermelde verbetering van de
gezondheidstoestand van het volk mogelijk gemaakt heeft.
Binnen dit stelsel lag de nadruk op preventie en primaire medische dienstverlening.
Het omvatte onder meer de ontwikkeling van het Coöperatief Medisch Systeem dat
basisgezondheidszorg ook voor de plattelandsbevolking toegankelijk heeft gemaakt (op zijn
hoogtepunt tijdens de Culturele Revolutie verzekerde dit systeem negentig procent van de
rurale bevolking). Het fenomeen van de barefoot doctor, die de deprofessionalisering van het
medisch beroep belichaamde en symbool stond voor de breuk met het conventioneel
Westers onderwijsmodel, en bij uitbreiding de massale opleiding van deeltijdse
gezondheidswerkers op medisch basisniveau waren er in vervat. Het beleid behelsde
eveneens de herwaardering van de Chinese geneeskunde en het mobiliseren van de massa
in gezondheidscampagnes zoals de strijd tegen de vier pesten; maar bovenal werd voor het
eerst aandacht besteed aan de voorziening van medische diensten in de agrarische
gebieden.308
De ontwikkeling van dit stelsel kende weliswaar ten gevolge van de aanhoudende
conflicten geen continu verloop. Telkens de politieke machtsverhoudingen veranderden, uitte
zich dit in het verleggen van de focus in het gezondheidszorgbeleid. De geneeskunde in de
maoïstische periode wordt dan ook gekenmerkt door een voortdurend variërende nadruk op
kwaliteitsverbetering van wetenschappelijk technologieën en materialen in stedelijke
hospitalen, onderzoeksinstituten en medische scholen enerzijds, de visie van het Ministerie
van Gezondheid waarvan de meeste leden een opleiding in Westerse geneeskunde hadden
doorlopen; en op kwantiteitsverhoging van laaggeschoold personeel voor de voorziening van
primaire medische diensten in de agrarische gebieden anderzijds, de visie van Mao Zedong.
In de positieve evolutie die zich tussen ’49 en ’76 omtrent de gezondheidssituatie op het
platteland heeft voorgedaan, heeft hij dan ook een belangrijk aandeel. Voor ’49 werd immers
307 Liu, Yuanli et al. (1995), p.1085; Chen, Meei-Shia (2001), p.465; Blumenthal, David en Hsiao, William (2005), p.1165. 308 Liu, Yuanli et al. (1995), pp.1085-1086; Chen, Meei-Shia (2001), p.456 ; Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.252.
80
geen prioriteit gegeven aan gezondheidszorg. In het antieke China was ziek zijn een uiting
van zwakte en werd het beschouwd als de fout van de zieke zelf. Het zoeken van medische
hulp berustte dan ook volledig op het initiatief van het individu en was niet iets waarvoor de
overheid verantwoordelijk was. Met het vestigen van hospitalen door missionarissen in de
negentiende eeuw nam het aanbod aan zorgverlening toe, maar deze hospitalen waren
overwegend geconcentreerd in de stedelijke gebieden en bijgevolg onbereikbaar voor de
plattelandsbevolking. Bovendien werd gebruik gemaakt van dure Westerse technieken die
het arme volk zich niet kon permitteren. Tijdens de Nationalistische periode werden dan wel
medische scholen opgericht voor de opleiding van autochtone artsen in de Westerse
biomedische geneeskunde, maar het aantal artsen was dusdanig schaars dat toegang tot
gezondheidszorg een privilege bleef voor de meer gegoede bevolking. Uiteindelijk was het
Mao die als eerste met het revolutionaire idee naar voor kwam om medische dienstverlening
ook op het platteland te voorzien.309
In dit kader ijverde hij er omwille van politieke, economische en culturele redenen
voor de traditionele Chinese geneeskunde in het programma voor rurale gezondheidszorg te
betrekken. Aanvankelijk kondigde Mao hiervoor het conservatieve ‘samenwerking van
Chinese en Westerse geneeskunde’-beleid中西医合作 (zhongxiyi hezuo) af (’45-’49). Dit
evolueerde naar het radicale ‘eenmaking van Chinese en Westerse geneeskunde’-beleid 中西
医统一 (zhongxiyi tongyi) (’49-’60), tot het Ministerie van Gezondheid en de CCP het er in de
periode volgend op de GSV over eens waren over te schakelen op een meer gematigd beleid
van ‘integratie van Chinese en Westerse geneeskunde’中西医结合 (zhongxiyi jiehe). De
Chinese geneeskunde binnen dit programma was evenwel niet meer het eeuwenoud
traditioneel medisch systeem, maar was geëvolueerd naar de door de CCP gedirigeerde
geneeskunde die TCM genoemd wordt en die zowel traditionele, biomedische en ideologische
invloeden in zich draagt.310
Na de dood van Mao Zedong in ’76 echter werd het politieke landschap volledig
hertekend en tengevolge van de hervormingen van Deng Xiaoping onderging ook het
gezondheidszorgbeleid drastische veranderingen. Sinds de overstap van een collectieve naar
een vrijemarkteconomie werd curatieve en hoogtechnologische geneeskunde terug
geaccentueerd; het Coöperatief Medisch Systeem stortte ineen; de barefoot doctors werden
geprofessionaliseerd tot ‘dorpsdokters’ of ze legden zich toe op andere professionele
bezigheden; de geneeskunde werd geprivatiseerd, wat een toenemend winstbejag in de
hand gewerkt heeft; en het ‘integratie van Chinese en Westerse geneeskunde’-programma
moest plaats ruimen voor het opnieuw de voorkeur geven aan Westerse geneeskunde. De
markthervorming leidde op economisch vlak weliswaar tot een grote progressie, maar
economische en sociale ontwikkelingen, waaronder gezondheidszorg, gingen niet met elkaar
309 Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), p.253; Lucas, AnElissa (1980), p.488. 310 Li Decheng (2007), p.175
81
gepaard. Na de maoïstische periode nam de toegang tot gezondheidszorg dan ook drastisch
af. De kloof tussen stad en platteland en tussen de verschillende bevolkingsklassen, die
gedurende de maoïstische periode stilaan gedicht was, werd wederom groter.311
Onder druk van de Wereldgezondheidsorganisatie, die in 2000 aan China pas een
188ste plaats toekende op 191 landen in termen van gelijkheid in gezondheidszorgfinanciering;
omwille van het alsmaar stijgend HIV-patiënten; en omwille van de uitbraak van de SARS-
epidemie in 2003, besloot de regering om gezondheidszorg terug hoger op de politieke
agenda te plaatsen. De meest recente ontwikkelingen inzake gezondheidszorg situeren zich
rond de herinvoering van een Nieuw Soort Coöperatief Medisch Systeem新型合作医疗制度
(Xinxing Hezuo Yiliao Zhidu) op het platteland. Dit herstelplan ging van start in 2003, maar in
juni 2004 maakten slechts 69 miljoen boeren van het nieuwe initiatief deel uit, wat net geen
negen procent van de totale boerenbevolking is. De gedecentraliseerde aanpak die de
verantwoordelijkheid voor de implementatie en financiering van het systeem bij de lokale
overheden legt, lijkt de belangrijkste oorzaak voor deze zwakke start lijkt. In een politiek
klimaat waar de nadruk op economische groei ligt en waar de lokale leiders geëvalueerd
worden op basis van economische indicatoren, mag het immers niet verwonderlijk heten dat
vele lokale overheden de beleidslijn aangaande het nieuwe type van coöperatieve
gezondheidszorg eerder terzijde schuiven en hiervoor nauwelijks financiële middelen
voorzien. Bovendien is het wantrouwen van de bevolking ten aanzien van de lokale
overheden hoog en beschouwt men de herinvoering van het CMS als een nieuwe manier
waarop hen geld wordt afgenomen.312 Hoe deze beleidsmaatregel in de toekomst verder zal
evolueren, is momenteel nog onduidelijk, al lijkt een meer gecentraliseerde benadering van
de gezondheidsproblematiek mij een absolute voorwaarde en dient de rol van de centrale
overheid bijgevolg aanzienlijk groter te worden.
Om af te sluiten wil ik nog even terugkomen op het concept van TCM dat op vandaag
een wereldwijde populariteit geniet. Praktijken als qigong气功313 en aromatherapie en
behandelingen met massage, kruidenmedicatie, acupunctuur en moxibustie hebben meer
dan driehonderd duizend aanhangers in meer dan honderd veertig landen. In landen als
Frankrijk en Duitsland, waar acupunctuur een geaccepteerd onderdeel van de
gezondheidszorg is, worden dergelijke behandelingen zelfs gedeeltelijk terugbetaald.
311 Chen, Meei-Shia (2001), p.456/p.469; Liu, Yuanli et al. (1995), p.1085. 312 Duckett, Jane (2006), “Local Governance, Health Financing, and Changing Patterns of Inequality in Access to Health Care”. In Shue, Vivienne en Wong, Christine P. (ed.) (2007), Paying for Progress: Public Finance, Human Welfare and Changing Patterns of Inequality, London: RoutledgeCurzon., pp.13-14/p.19. 313 Qigong is een praktijk die bestaat uit een reeks ademhalingsoefeningen waarvan beweerd wordt dat het uitvoeren van deze oefeningen de lichamelijke en geestelijke gezondheid ten goede komt. Door op de juiste manier adem te halen zou de stroming van ‘levenskracht’ 气 (qi) door het lichaam bevorderd worden. (Beyerstein, Barry L. en Sampson, Wallace (1996), “Traditional Medicine and Pseudoscience in China: A Report of the Second CSICOP Delegation (Part 1)”, Skeptical Inquirer, pp.24-25) Voor meer informatie omtrent qigong, zie Chen, Nancy N. (2003); Sancier, Kenneth M. (1996), “Medical Applications of Qigong”, Alternative Therapies in Health and Medicine, pp.40-46.
82
Internationale TCM-scholen314 zijn de laatste jaren opgericht in onder meer Italië, Spanje,
Finland, het Verenigd Koninkrijk, Canada, de VS en nog tal van andere landen. Bovendien is
een uitgebreid aanbod aan TCM-magazines315 verkrijgbaar.316 Kaderend in de sfeer van een
toenemende verwestering gaat de voorkeur in China zelf daarentegen - in de eerste plaats
bij opgeleide jongeren - steeds meer uit naar de Westerse geneeskunde.317 Dit is dan ook
een tendens waar de regering in de nabije toekomst bij het verder uitstippelen van een
degelijk gezondheidszorgbeleid dat zich zowel op stad als platteland toespitst, beslist
rekening mee zal moeten houden.
314 Enkele websites van internationale TC M scholen zijn: http://www.scuoladiagopuntura.it/ (Scuola di Agopuntura Tradizionale della Città di Firenze (Italië )); http://www.mtc.es/en/escuela/index.php (Escuela Superior de Medicina Tradicional China, (Spanje)); http://www.acupuncture-coll.ac.uk/ (The College of Traditional Acupuncture, Warwick (UK )); http://www.uku.fi/kansy/ECCM.shtml (European Consortium of Chinese Medicine, Kuopio (Finland); http://www.ctcmpc.com/academics-traditional-chinese-medicine.php (College of Traditional Chinese Medicine and Pharmacology, Toronto (Canada)); http://www.actcm.org/ (American College of Traditional Chinese Medicine, San Francisco (USA)) 315 Voorbeelden van TCM-magazines zijn: “The American Journal of Chinese Medicine”, “The Journal of Traditional Chinese Medicine”, “The Journal of Chinese Medicine”, “Acupuncture In Medicine”, enz. 316 Beyerstein, Barry L. en Sampson, Wallace (1996), p.20; Scheid, Volker (2002), p.137; Zhen Zhiya et al. (2001), pp.184-186. 317 Beyerstein, Barry L. en Sampson, Wallace (1996), p.22.
83
Bijlage 1
Acupunctuurpunten (Bron: http://www.absolutechinatours.com/china-travel/China-Herbal-Medication.html)
84
Bijlage 2
Moxibustie (Bron: http://beijingmuseum.gov.cn/acupuncture/moxibustion/75587.shtml)
85
Bijlage 3
Lesprogramma en handboeken van de ‘Beijing School voor Bijscholing van Chinese dokters’北京中医师进修学校 (Beijing Zhongyishi Jinxiu Xuexiao) (’51) (Bron: Taylor, Kim (2005), p.48)
86
Bijlage 4
Organisatie van het Ministerie van Gezondheid卫生部 (Weishengbu) (Bron: Lampton, David M. (1974), p.112)
87
Bijlage 5
Eerste standaardreeks TCM-handboeken (’60) (Bron: Taylor, Kim (2005), p.130)
88
Bibliografie
Westerse Bronnen
Asia Research Centre (ed.) (1968), The Great Cultural Revolution in China, Rutland
(Vermont): Charles E. Tuttle Company, pp.31-34.
Barnett, A. Doak (1964), Communist China. The Early Years, 1949-55, New York: Praeger.
Barnett, A. Doak (1967), Cadres, Bureaucracy and Political Power in Communist China, New
York: Columbia University Press.
Barnett, A. Doak (1969), Chinese Communist Politics in Action, Seattle (Wash.): Washington
University Press.
Barnouin, Barbara en Yu, Changgen (2006), Zhou Enlai: A Political Life, Hong Kong: Chinese
University Press.
Beijing College of Traditional Chinese Medicine (1981), Essentials of Chinese Acupuncture,
Oxford: Pergamon Press.
Beyerstein, Barry L. en Sampson, Wallace (1996), “Traditional Medicine and Pseudoscience
in China: A Report of the Second CSICOP Delegation (Part 1)”, Skeptical Inquirer, pp.18-26.
Blumenthal, David en Hsiao, William (2005), “Privatization and its Discontents - The Evolving
Chinese Health Care System”, The New England Journal of Medicine, pp.1165-1170.
Bramall, Chris (2009), Chinese Economic Development, London: Routledge.
Bullock, Mary Brown (1980), An American Transplant. The Rockefeller Foundation and
Peking Union Medical College, Berkeley (Calif.): University of California Press.
Burke, Adam et al. (2003), “Traditional Medicine in China Today: Implications for Indigenous
Health Systems in a Modern World”, American Journal of Public Health, pp.1082-1084.
Chan, Allan K.L. et al. (2002), Historical Perspectives on East Asian Science, Technology and
Medicine, Singapore: Singapore University Press.
89
Chen, King C. (1987), China’s War with Vietnam, 1979. Issues, Decisions and Implications,
Stanford (Calif.): Hoover Institution Press.
Chen, Meei-Shia (2001), “The Great Reversal: Transformation of Health Care in the People’s
Republic of China”, The Blackwell Companion to Medical Sociology, pp.456-482.
Chen, Nancy N. (2003), Breathing Spaces. Qigong, Psychiatry and Healing in China, New
York: Columbia University Press.
Chen, William Y. (1961), “Medicine and Public Health in China Today”, Public Health Reports,
pp.699-710.
Chen, William Y. (1961), “Medicine and Public Health”, The China Quarterly, pp.153-169.
Chi, Hsin (1977), The Rise and Fall of the “Gang of Four”, New York: Books New China.
Chow, Tse-Tsung (1967), The May Fourth Movement. Intellectual Revolution in Modern
China, Stanford: Stanford University Press.
Clark, Anne B. en Klein, Donald W. (1971), Biographic Dictionary of Chinese Communism
1921-1965, Volume I, Cambridge (Mass.): Harvard University Press.
Cohen, Myron S. en Henderson, Gail E. (1984), The Chinese Hospital. A Socialist Work Unit,
New Haven (Conn.): Yale University Press.
Croizier, Ralph C. (1968), “Traditional Medicine in Communist China: Science, Communism
and Cultural Nationalism”, The China Quarterly, pp.1-27.
Dikötter, Frank (1993), “Sexually Transmitted Diseases in Modern China: A Historical Survey”,
Genitourinary Medicine, pp.341-345.
Dillon, Michael (ed.) (1998), China. A Cultural and Historical Dictionary, Richmond: Curzon.
Dittmer, Lowell (1998), Liu Shaoqi and the Chinese Cultural Revolution, Armonk (N.Y.):
Sharpe.
Domes, Jürgen (1973), The Internal Politics of China 1949-1972, London: Hurst.
90
Doolin, Dennis J. en Ridley, Charles P. (1973), A Chinese-English Dictionary of Chinese
Communist Terminology, Stanford (Calif.): Hoover Institution Publications.
Duckett, Jane (2006), “Local Governance, Health Financing, and Changing Patterns of
Inequality in Access to Health Care”. In Shue, Vivienne en Wong, Christine P. (ed.) (2007),
Paying for Progress: Public Finance, Human Welfare and Changing Patterns of Inequality,
London: RoutledgeCurzon, pp.1-27.
Eastman, Lloyd E. (1975), The Abortive Revolution. China under Nationalist Rule, 1927-1937,
Cambridge (Mass.): Harvard University Press.
Evans, Richard (1993), Deng Xiaoping and the Making of Modern China, London: Penguin
Books.
Fairbank, John K. en Macfarquhar, Roderick (ed.) (1987), The Cambridge History of China,
Volume 14. The People’s Republic, part I: The Emergence of Revolutionary China 1949-1965,
Cambridge: Cambridge University Press.
Fairbank, John K. en Twitchett, Denis (1991), The Cambridge History of China, Volume 15.
The People’s Republic, Part II: Revolutions within the Chinese Revolution, Cambridge:
Cambridge University Press.
Fan, Kawai en Lai, Honkei (2008), “Mao Zedong’s Fight against Schistosomiasis”,
Perspectives in Biology and Medicine. Enkel online beschikbaar via
http://muse.jhu.edu/journals/perspectives_in_biology_and_medicine/v051/51.2.fan.html.
Ferguson, Mary E. (1970), China Medical Board and Peking Union Medical College. A
Chronicle of Fruitful Collaboration 1914-1951, New York: China Medical Board of New York.
Ferreira, Jorge F.S. (2004), Artemisia Annua L.: The Hope against Malaria and Cancer,
Beaver (WV): Appalachian Farming Systems Research Center. Enkel online beschikbaar op
http://www.ars.usda.gov/SP2UserFiles/person/34667/Ferreira-
ArtemisiavsMalariaandCancer.pdf
Fruehauf, Heiner (1999), “Chinese Medicine in Crisis: Science, Politics and the Making of
TCM”, Classical Chinese Medicine. Enkel online beschikbaar op
http://www.classicalchinesemedicine.org/ccm/tcmgermany05.htm.
91
Goldman, Merle en Lee, Leo Ou-Fan (2002), An Intellectual History of Modern China,
Cambridge: Cambridge University Press.
Gray, Jack (2002), Rebellions and Revolutions. China from the 1800s to 2000, New York:
Oxford University Press.
Gray, Jeffrey A. (1979), Pavlov, Brighton: Harvester Press.
Hays, Charles W. en Wen, Chi-Pang (1976), “Health Care Financing in China”, Medical Care,
pp.241-254.
Heirman, Ann et al. (2008), China. Een Maatschappelijke en Filosofische Geschiedenis van de
Vroegste Tijden tot de Twintigste Eeuw, Gent: Academia Press.
Horn, Joshua S. (1971), Away With All Pests. An English Surgeon in People’s China: 1954-
1969, New York: Monthly Review Press.
Hsiao, William en Liu, Yuanli (1996), “Economic Reform and Health Lessons From China”,
The New England Journal of Medicine, pp.430-432.
Hsu, Elisabeth (1999), The Transmission of Chinese Medicine, Cambridge: Cambridge
University Press.
Hsu, Elisabeth (2006), “Reflections on the ‘Discovery’ of the Antimalarial Qinghao”, British
Journal of Clinical Pharmacology, pp.666-670.
Hsü, Immanuel C.Y. (2000), The Rise of Modern China, New York: Oxford University Press.
Jeffries, Ian (2006), China. A Guide to Economic and Political Developments, New York:
Routledge.
Karnow, Stanley (1972), Mao and China. From Revolution to Revolution, New York: Viking
Press.
Lampton, David M. (1974), Health, Conflict, and the Chinese Political System, Ann Arbor
(Mich.): University of Michigan. Center for Chinese studies.
92
Lampton, David M. (1977), The Politics of Medicine in China: The Policy Process 1949-1977,
London: Dawson.
Li, Kwok-Sing (1995), A Glossary of Political Terms of the People’s Republic of China, Hong
Kong: Chinese University Press.
Liu, Yuanli et al. (1995), “Transformation of China’s Rural Health Care Financing”, Social
Science and Medicine, pp.1085-1093.
Lu, Gwei-Djen en Needham, Joseph (1980), Celestial Lancets. A History and Rationale of
Acupuncture and Moxa, Cambridge: Cambridge University Press.
Lucas, AnElissa (1980), “Changing Medical Models in China: Organizational Options or
Obstacles?”, The China Quarterly, pp.461-489.
Ma, Hai-Teh (1966), “With Mao Tse-Tung’s Thought as the Compass for Action in the Control
of Venereal Diseases in China”, China’s Medicine, pp.52-68.
MacFarquhar, Roderick (1974), The Hundred Flowers Campaign and the Chinese Intellectuals,
New York: Octagon Books.
Mann, Felix (1965), “Chinese Traditional Medicine: A Practitioner’s View”, The China
Quarterly, pp.28-36.
Mao Zedong (1975), Selected Works of Mao Tse-Tung, Volume II, Oxford: Pergamon Press.
Meisner, Maurice (1977), Mao’s China: A History of the People’s Republic, New York: Free
Press.
Normile, Dennis (2003), “Asian Medicine. The New Face of Traditional Chinese Medicine”,
Science, pp.188-190.
Pepper, Suzanne (1978), Civil War in China. The Political Struggle, 1945-1949, Berkeley
(Calif.): University of California Press.
Poston, Dudley L.(2006), Fertility, Family Planning And Population Policy In China,
London: Routledge.
93
Prybyla, Jan S. (1970), The Political Economy of Communist China, Scranton (Penn.):
International Textbook Company.
Putterman, Louis, “The Restoration of the Peasant Household as Farm Production Unit in
China: Some Incentive Theoretic Analysis”, in Perry, Elizabeth J. en Wong, Christine (ed.)
(1985), The Political Economy of Reform in Post-Mao China, Cambridge (Mass.): Harvard
University Press, pp.63-82.
Riskin, Carl (1987), China’s Political Economy. The Quest for Development since 1949, New
York: Oxford University Press.
Salaff, Janet W. (1973), "Mortality Decline in the People's Republic of China and the
United States", Population Studies, pp.551-576.
Sancier, Kenneth M. (1996), “Medical Applications of Qigong”, Alternative Therapies in
Health and Medicine, pp.40-46.
Scharping, Thomas (2003), Birth Control in China 1949-2000. Population Policy and
Demographic Development, London: RoutledgeCurzon.
Scheid, Volker (2002), Chinese Medicine in Contemporary China. Plurality and Synthesis,
Durham (N.C.): Duke University Press.
Scheid, Volker (2002), “Remodeling the Arsenal of Chinese Medicine: Shared Pasts,
Alternative Futures”, The Annals of the American Academy of Political and Social Science,
pp.136-159.
Scheid, Volker (2006), “Chinese Medicine and the Problem of Tradition”, Asian Medicine:
Tradition and Modernity, Leiden: Brill, pp.59-71.
Schell, Orville en Schurmann, Franz (1967), Communist China. Revolutionary Reconstruction
and International Confrontation, 1949 to the Present, New York: Random House.
Schram, Stuart R. (1974), Chairman Mao Talks to the People: Talks and Letters 1956-1971,
New York: Pantheon Books.
Schurmann, Franz (1968), Ideology and Organization in Communist China, Berkeley (Calif.):
University of California Press.
94
Selden, Mark (1971), The Yenan Way in Revolutionary China, Cambridge (Mass.): Harvard
University Press.
Shih, Vincent Y.C., “The State of the Intellectuals”. In Herderson, William en Trager, Frank N.
(ed.) (1970), Communist China, 1949-1969. A Twenty-Year Appraisal, New York: New York
University Press, pp.221-242.
Sidel, Victor W. (1973), “Medicine and Public Health”, Proceedings of the Academy of
Political Science, pp.110-120.
Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1974), “Medicine in China: Individual and Society”, Hastings
Center Studies, pp.23-36.
Sidel, Ruth en Sidel, Victor W. (1982), The Health of China, Boston (Mass.): Beacon Press.
Sivin, Nathan (1987), Traditional Medicine in Contemporary China, Ann Arbor (Mich.):
University of Michigan. Center For Chinese Studies.
Stewart, D. et al. (1977), “Acupuncture Analgesia: an Experimental Investigation”, British
Medical Journal, pp.67-70.
Taylor, Kim (2004), “Divergent Interests and Cultivated Misunderstandings: The Influence of
the West on Modern Chinese Medicine”, Social History of Medicine, pp.93-111.
Taylor, Kim (2005), Chinese Medicine in Early Communist China, 1945-63. A Medicine of
Revolution, Abingdon: RoutledgeCurzon.
Teiwes, Frederick C. (1979), Politics and Purges in China: Rectification and the Decline of
Party Norms, 1950-1965, Folkestone: Dawson.
Tejada de Rivero, David A. (2003), “Alma-Ata Revisited”, Perspectives in Health Magazine,
pp.2-7.
The People’s Medical Publishing House (1980), Advances in Acupuncture and Acupuncture
Anaesthesia, Beijing: The People’s Medical Publishing House.
95
Union Research Institute Hong Kong (1966), Who’s who in Communist China, Volume II,
Hong Kong: Union Research Institute.
Unschuld, Paul U. (1979), Medical Ethics in Imperial China. A Study in Historical
Anthropology, Berkeley (Calif.): University of California Press.
Unschuld, Paul U. (1986), Medicine in China. A History of Pharmaceutics, Berkeley (Calif.):
University of California Press.
Unschuld, Paul U. (2003), Huangdi Neijing Suwen. Nature, Knowledge, Imagery in an
Ancient Chinese Medical Text, Berkeley (Calif.): University of California Press.
Unschuld, Paul U. (2003), A History of Ideas, Berkeley (Calif.): University of California Press.
Valentine, Vikki (2005), "Health for The Masses: China's 'Barefoot Doctors’”, National Public
Radio. Enkel online beschikbaar op
http://www.npr.org/templates/story/story.php?storyId=4990242
Veith, Ilza (1982), Chinese Medicine Series. Huang Ti Nei Ching Su Wen: The Yellow
Emperor’s Classic of Internal Medicine, Taipei: Southern Materials Center.
Waller, Derek J. (1970), The Government and Politics of Communist China, London:
Hutchinson University Library.
Wang, Ke-Wen (ed.) (1998), Modern China. An Encyclopedia of History, Culture and
Nationalism, New York: Garland Publishing Inc.
Wang, Ruotao (2000), “Critical Health Literacy: A Case Study from China in Schistosomiasis
Control”, Health Promotion International, pp.269-274.
Wong, K. Chimin en Wu, Lien-Teh (1973), History of Chinese Medicine: Being a Chronicle of
Medical Happenings in China from Ancient Times to the Present Period, New York: AMS
Press.
World Bank (1997), Financing Health Care: Issues and Options for China, Washington DC:
World Bank.
96
Zhu, Naisu et al. (1989), “Factors Associated with the Decline of the Cooperative Medical
System and Barefoot Doctors in Rural China”, Bulletin of the World Health Organization,
pp.431-441.
Chinese bronnen
Cai Jingfeng蔡景峰 en Wang Zhipu王致谱 (1999), Zhongguo Zhongyiyao 50 Nian中国中医
药 50年 (Vijftig Jaar Traditionele Chinese Geneeskunde en Farmacie), Fuzhou: Fujian Kexue
Jishu Chubanshe.
Hua Zhongfu华钟甫 en Liang Jun梁俊(1995), Zhongguo Zhongyi Yanjiuyuan Shi中国中医研
究院史(Geschiedenis van het Onderzoeksinstituut voor TCM in China), Beijing: Zhongyi Guji
Chubanshe.
Huang Longyang黄龙祥 (2008), “Zhenci Mazui 5O nian ---- Chaoyue Mazui yu Shoushu”针刺
麻醉 50年——超越麻醉与手术 (50 jaar Acupunctuur-Anesthesie ---- Anesthesie en Chirurgie
Overstijgen), Zhenci Yanjiu针刺研究 (Acupunctuuronderzoek), pp.363-365.
Li Decheng李德成 (2007), Hezuo Yiliao yu Chijiao Yisheng Yanjiu (1955-1983) 合作医疗与赤
脚医生研究(1955-1983) (Onderzoek naar de Coöperatieve Geneeskunde en Barefoot
Doctors), Zhejiang: Zhejiang Daxue.
Li Qinggang李庆刚 (2004), “1957—1958 Nian de ‘Hong Zhuan’ Da Bianlun” 1957—1958年的
‘红专’大辩论 (Het Groot Dispuut van 1957-1958 Betreffende ‘Rood Expert’), Lingling Xueyuan
Xuebao零陵学院学报(Magazine van het Lingling College), pp.109-113.
Li Shizhen李时珍(1977), Bencao Gangmu本草纲目(Compendium van Materia Medica),
Beijing: Renmin Weisheng Chubanshe.
Li Yun李云 (1988), Zhongyi Renmin Cidian 中医人民词典 (Biografisch Woordenboek voor
Chinese Geneeskunde), Beijing: Guoji Wenhua Chubangongshi.
Liu Jie刘杰 (2006), “Mao Zedong de Yiyao Weisheng Sixiang ji qi Xianshi Yiyi”毛泽东的医药
卫生思想及其现实意义 (Het Gedachtegoed van Mao Zedong inzake Geneeskunde en
Gezondheidszorg en zijn Actuele Implicatie), Jiangmen Zhiye Jishu Xueyuan Xuebao江门职业
技术学院学报 (Wetenschappelijk Magazine van het Beroeps -en Technisch College van
Jiangmen), pp.40-43.
97
Mao Zedong毛泽东 (1969), Mao Zedong Sixiang Wansui毛泽东思想万岁 (Lang Leve het
Gedachtegoed van Mao Zedong), Beijing: uitgeverij onbekend.
Mao Zedong毛泽东 (1992), Jianguo Yilai Mao Zedong Wengao Di Liu Ce建国以来毛泽东文稿
第六册 (Manuscripten van Mao Zedong Sinds de Oprichting van de Volksrepubliek Vol.6),
Beijing: Zhongyang Wenxian Chubanshe.
Nanjing Zhongyi Xueyuan南京中医学院 (Nanjing Academie voor TCM) (ed.) (1958),
Zhongyixue Gailun中易学概论 (Inleiding tot TCM), Beijing: Renmin Weisheng Chubanshe.
Shen Chuanbao沈传宝 (2007), “Zhongyang Wenge Xiaozu de Lishi Yange ji Li Fei Yuanyin
Tanxi”中央文革小组的历史沿革及立废原因探析 (Analyse van de Historische Evolutie en de
Oorzaken voor het Ontstaan en Ontbinden van de Centrale Culturele Revolutie Groep),
Zhonggongdang Shi Yanjiu中共党史研究 (Historisch Onderzoek van de Chinese
Communistische Partij), pp.47-54.
Wei Lifu韦立富 (2008), “Xiandai Zhenjiu Xuejia Zhu Lian Xueshu Sixiang Jianjie”现代针灸学
家朱琏学术思想简介 (Korte Inleiding op het Academisch Gedachtegoed van Experte in de
Hedendaagse Acumoxa, Zhu Lian), Zhongguo Zhenjiu中国针灸 (Chinese Acumoxa), pp.667-
671.
Xia Xingzhen夏杏珍 (2003), “Nongcun Hezuo Yiliao Zhidu de Lishi Kaocha”农村合作医疗制度
的历史考察 (Historisch Onderzoek naar het Ruraal Coöperatief Medisch Systeem), Dangdai
Zhongguo Shi Yanjiu当代中国史研究 (Historisch Onderzoek in Hedendaags China), pp.110-
118.
Xu Fang徐放 en Yin Yuanping 尹远平 (2007), “Yong Zhongyi Jichu Lilun Jiexi Xiandai
Bingyin”用中医基础理论解析现代病因 (Analyse van Pathogenese volgens de Basistheorie van
TCM), Zhonghua Zhongyiyao Xuekan 中华中医药学刊 (Wetenschappelijk Magazine voor TCM
in China), pp.1120-1122.
Yao Li姚力(2007), “Ba Yiliao Weisheng Gongzuo de Zhongdian Fangdao Nongcun Qu. Mao
Zedong ‘Liu . Erliu’ Zhishi de Lishi Kaocha”巴医疗卫生工作的重点放到农村去. 毛泽东
“ 六· 二六” 指示的历史考察 (Verleg de Focus van de Werkzaamheden inzake
Geneeskunde en Gezondheidszorg naar het Platteland. Historisch onderzoek naar de 26 juni-
directieven van Mao Zedong), Dangdai Zhongguo Shi Yanjiu当代中国史研究 (Hedendaags
Chinees Historisch Onderzoek), pp.99-104.
98
Zhang Ji 张吉 en Zhang Ning张宁 (2007), “Zhenci Zhentong Jizhi de Tantao” 针刺镇痛机制
的探讨 (Onderzoek naar de Mechanismen van Acupunctuur-Analgesie), Zhongguo Zhenjiu中
国针灸 (Chinese Acumoxa), pp.72-75.
Zhang Weifeng张慰丰 en Zhu Chao朱潮(1990), Xin Zhongguo Yixue Jiaoyu Shi新中国医学
教育史 (Geschiedenis van het Medisch Onderwijs in het Nieuwe China), Beijing: Beijing Yike
Daxue.
Zhen Zhiya甄志亚 et al. (ed.) (2001), Zhongguo Yixue Shi中国医学史 (Geschiedenis van de
Geneeskunde van China), Shanghai: Shanghai kexue jishu chubanshe.
Zhonghua Renmin Gongheguo Weishengbu Zhongyisi中华人民共和国卫生部中医司 (Bureau
voor Chinese Geneeskunde van het Ministerie van Gezondheid van de Volksrepubliek China)
(ed.) (1985), Zhongyi Gongzuo Wenjian Jubian中医工作文汇编 1949-1983 (Verzameling Van
Documenten Over De Werkzaamheden In Chinese Geneeskunde 1949-1983), Beijing:
Zhonghua Renmin Gongheguo Weishengbu Zhongyisi.
Zhu Lian株连(1954), Xin Zhenjiuxue新针灸学 (Nieuwe Acupunctuur), Beijing: Renmin Junyi
Chubanshe.
Digitale bronnen
American College of Traditional Chinese Medicine: http://www.actcm.org/
Beijing Universiteit voor TCM en Farmacologie: http://www.bucm.edu.cn
Chinese Medical Journal (Chinese versie): http://www.nmjc.net.cn/
Chinese Medical Journal (Engelse versie): http://www.cmj.org/
Chinese Medische Associatie (Chinese versie): http://www.cma.org.cn/
Chinese Medische Associatie (Engelse versie): http://www.chinamed.com.cn/
College of Traditional Chinese Medicine and Pharmacology:
http://www.ctcmpc.com/academics-traditional-chinese-medicine.php
Escuela Superior de Medicina Tradicional China: http://www.mtc.es/en/escuela/index.php
99
European Consortium of Chinese Medicine: http://www.uku.fi/kansy/ECCM.shtml
Guangzhou Universiteit voor TCM en Farmacologie: www.gzhtcm.edu.cn
Nanjing Universiteit voor TCM en Farmacologie: http://www.njutcm.edu.cn
Onderzoeksinstituut voor TCM: http://www.cintcm.ac.cn/gam/gamy/zyyjy.html
Peking Union Medical College Hospital: http://www.pumch.ac.cn/
Scuola di Agopuntura Tradizionale della Città di Firenze: http://www.scuoladiagopuntura.it/
Shanghai Universiteit voor TCM en Farmacologie: http://www.shutcm.edu.cn
The College of Traditional Acupuncture: http://www.acupuncture-coll.ac.uk/
The Rockefeller Foundation: http://www.rockfound.org