Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan...

64
A m i g o # 2 Ik wens: een vrije wil woord vooraf nov, 2001 Bij het maken van dit nummer moest ik onwillekeurig denken aan het boek wat ik zo'n 20 jaar geleden met veel fascinatie gelezen heb: 'The Dice Man' van Luke Rhinehart, waarbij de schrijver (een verveelde psychiater) zijn leven laat bepalen door de worp van de dobbelsteen. Consequent bij elk beslissingsmoment, noteert hij voor elk nummer van de dobbelsteen een optie, die hij ook daadwerkelijk zal opvolgen en werpt de steen. Dit leidt tot allerlei waanzinnige taferelen en vaak hilarische momenten. Uiteindelijk wordt in het midden gelaten of het boek nu fictie of non-fictie is. Het blijft echter wel bij een beschouwing vanuit het persoontjesperspectief dat wil onderzoeken of het wat uitmaakt of je nu uitgaat van een vrije wil of niet: een aardig experiment. Wellicht is dit wat met zelfonderzoek wordt bedoeld? Er blijkt een verscheidenheid aan invalshoeken te zijn om 'vrije wil' te belichten. Het lijkt een onderwerp waar alleen indirect over gesproken kan worden en een ieder hanteert daarin een eigen benadering c.q. taal. Het is aan jullie, de lezers, die taal te ontdekken, die jullie aanspreekt en het onderwerp voor jullie verlicht. De onderwerpen vrije wil en overgave ('Uw wil geschiede') blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar deze opmerking zal meer betekenen voor de jnani's onder ons dan de bhakta's. Wolter benadert het onderwerp doeltreffend, door je verlangens en wensen te vertalen in de vraag: 'Wat wil ik nu eigenlijk echt?'. Jan van Delden vertelde hoe Odysseus ontdekt wat vrije wil is. Douglas Harding legt uit hoe je altijd kunt krijgen wat het hartje begeert. Hans Laurentius constateert dat 'vrije wil' een contradictie is: hoe kan een wil nu ooit vrij zijn?, vraagt hij zich af. Justus Kramer Schipper over hoe wij, dansend als beren op een hete plaat, verlanglijstjes maken. Jan Kersschot vraagt zich af: 'Hoe een fata morgana zichzelf kan ontdekken?' Jan Koehoorn en zijn ontdekking tijdens zijn 'achterover leunen'. Tony Parsons zegt: 'Je hoeft nergens meer spijt van te hebben'. Ramesh Balsekar vraagt je: 'Ben jij de "doener" van wat je denkt dat jouw handelingen zijn?' En een primeur: een interview uit 1988 met Alexander Smit over zijn Realisatie. In de rubriek nog meer vrije wil, een verzameling teksten, die we niet konden laten liggen. Tot slot probeer ik je te tonen hoe een spaak in het wiel steekt. Hadden wij als redactie nu de keus dit onderwerp te behandelen of niet? Uiteindelijk is er niemand die kiest, hooguit de gedachte aan een persoon die een keuze wenst te maken. 1

Transcript of Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan...

Page 1: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

A m i g o # 2

Ik wens: een vrije wilwoord voorafnov, 2001 Bij het maken van dit nummer moest ik onwillekeurig denken aan het boek wat ik zo'n 20 jaar geleden met veel fascinatie gelezen heb: 'The Dice Man' van Luke Rhinehart, waarbij de schrijver (een verveelde psychiater) zijn leven laat bepalen door de worp van de dobbelsteen. Consequent bij elk beslissingsmoment, noteert hij voor elk nummer van de dobbelsteen een optie, die hij ook daadwerkelijk zal opvolgen en werpt de steen. Dit leidt tot allerlei waanzinnige taferelen en vaak hilarische momenten. Uiteindelijk wordt in het midden gelaten of het boek nu fictie of non-fictie is. Het blijft echter wel bij een beschouwing vanuit het persoontjesperspectief dat wil onderzoeken of het wat uitmaakt of je nu uitgaat van een vrije wil of niet: een aardig experiment. Wellicht is dit wat met zelfonderzoek wordt bedoeld?Er blijkt een verscheidenheid aan invalshoeken te zijn om 'vrije wil' te belichten. Het lijkt een onderwerp waar alleen indirect over gesproken kan worden en een ieder hanteert daarin een eigen benadering c.q. taal. Het is aan jullie, de lezers, die taal te ontdekken, die jullie aanspreekt en het onderwerp voor jullie verlicht.De onderwerpen vrije wil en overgave ('Uw wil geschiede') blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar deze opmerking zal meer betekenen voor de jnani's onder ons dan de bhakta's.

Wolter benadert het onderwerp doeltreffend, door je verlangens en wensen te vertalen in de vraag: 'Wat wil ik nu eigenlijk echt?'. Jan van Delden vertelde hoe Odysseus ontdekt wat vrije wil is. Douglas Harding legt uit hoe je altijd kunt krijgen wat het hartje begeert. Hans Laurentius constateert dat 'vrije wil' een contradictie is: hoe kan een wil nu ooit vrij zijn?, vraagt hij zich af. Justus Kramer Schipper over hoe wij, dansend als beren op een hete plaat, verlanglijstjes maken. Jan Kersschot vraagt zich af: 'Hoe een fata morgana zichzelf kan ontdekken?' Jan Koehoorn en zijn ontdekking tijdens zijn 'achterover leunen'. Tony Parsons zegt: 'Je hoeft nergens meer spijt van te hebben'. Ramesh Balsekar vraagt je: 'Ben jij de "doener" van wat je denkt dat jouw handelingen zijn?' En een primeur: een interview uit 1988 met Alexander Smit over zijn Realisatie. In de rubriek nog meer vrije wil, een verzameling teksten, die we niet konden laten liggen. Tot slot probeer ik je te tonen hoe een spaak in het wiel steekt.

Hadden wij als redactie nu de keus dit onderwerp te behandelen of niet? Uiteindelijk is er niemand die kiest, hooguit de gedachte aan een persoon die een keuze wenst te maken.Resumerend: 'Je moet je lot niet aanvaarden, maar ervoor kiezen.' [Paulo Coelho in 'De vijfde berg', uitgeverij De Arbeiderspers]

[Kees Schreuders]

1

Page 2: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

inhoud:

• Eigenlijk...[Wolter Keers]

• Als het gebeurt, is het genade [Jan van Delden]

• In gesprek met Alexander Smit[Belle Bruins]

• De kleur van de fata morgana[Jan Kersschot]

• Achterover zitten en wachten...[Jan Koehoorn]

• Over aandacht en discipline[Hans Laurentius]

• (On)vrije wil[Justus Kramer Schipper]

• Vrijen en de hypotheek[Tony Parsons]

• Drie wensen[Douglas Harding]

• Uw wil geschiede[Ramesh Balsekar]

• Nog meer vrije wil[uit diverse bronnen]

• Tussen hoop en vrees[Kees Schreuders]

colofon, statuut & contact

2

Page 3: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Eigenlijk.....Gesprek met Wolter Keers in Gent, 25 april 1973.

Als we kijken naar de oude klassieke teksten, zien we telkens weer hoe de grote leiders van de mensheid zich steeds bezighouden met het abc van het leven en zelden met het xyz. Ik meen ook dat wanneer we kans willen maken op een gelukkig leven, we steeds terug moeten keren tot dit abc en ons dan geregeld moeten afvragen: niet wat wil ik, maar wat wil ik eigenlijk? We zouden liever geregeld moeten kijken naar wat er nú en op dit ogenblik gebeurt dan ons verdiepen in allerlei ingewikkelde theorieën. Wanneer wij gelukkig willen worden, zullen we steeds weer moeten kijken naar wat er nú op dit ogenblik gebeurt: nu, als we hier zijn; nu, als we straks thuis zijn; nu, als we aan het werk zijn; nu, als wij met vakantie zijn, enzovoort. Als we scherp opletten, tekent zich steeds duidelijker de omtrek af van de gevangenis die we zelf opbouwen of opgebouwd hebben: er gebeurt iets dat ons aanstaat en meteen hollen we die richting uit; wij investeren een geweldige hoeveelheid energie om te veroveren wat wij aangenaam vinden. Er gebeurt iets of er dreigt iets te gebeuren dat wij onaangenaam vinden, daar komt een weerstand op, een reactie en terstond investeren wij alle energie om de reactie aan te wakkeren en van een, in het eerste ogenblik onpersoonlijke reactie te maken: 'ik' ben bang, 'ik' ben woedend, enzovoort. Op die manier zijn wij slaven, lakeien, marionetten van allerlei reacties die in het verleden zijn aangekweekt. Wij liggen aan de ketting van het verleden en zolang wij die reacties blijven voeden, blijven wij ongelukkig. In het algemeen weigeren we dat te zien. Als we ongelukkig zijn, is dat de schuld van onze ouders, onze huwelijkspartner, onze kinderen, onze chef; het is niet onze schuld, wij bedoelen alles goed. En wij zien volkomen voorbij aan het feit dat wij onszelf kwetsbaar maken door te investeren in de reacties van het lichaam en van de psychische automatismen die ooit, toen wij misschien nog klein waren, een of ander nuttig doel gediend hebben, maar die nu net zo bij ons passen als babykleren.

(animatie: Foekje Detmar)Wat wil ik eigenlijk?Misschien word ik 70 of 80 of 90 jaar oud; als ik dan terugkijk, wat wil ik dan kunnen zeggen? Ik heb mijn leven verknoeid en vergooid, doorgebracht in angst, doorgebracht met ruziemaken, doorgebracht met het achternahollen van allerlei dingen die eigenlijk, eigenlijk, niet belangrijk waren? Ik heb pas een boek gelezen over een nieuwe vorm van psychotherapie die in Amerika is

ontwikkeld en daarin zegt een van de mensen die deze therapie ondergaat: 'De neurose is alles te doen wat je maar kunt om te behouden wat je beslist niet wilt hebben.' Dit is een belangrijk deel van ons leven; wij vechten, soms met hand en tand, voor wat we eigenlijk niet willen hebben, voor ons egoïsme, voor het handhaven van de persoonlijkheid.

Page 4: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Wat wil ik eigenlijk?Eigenlijk wil ik gelukkig zijn. Eigenlijk wil ik liefhebben. Eigenlijk wil ik steeds terugkeren tot die toestand die ik gekend heb en waarin ik de warmte zelf was, waarin alle beperkingen verdwenen waren en waarin de wereld goed was om in te leven. Maar we zijn veranderd — teruggekeerd tot het oude egoïsme. Toen we alle dingen lieten vallen ten behoeve van de liefde, was de wereld een paradijs. Maar uit gewoonte zijn we teruggekeerd naar de kooi, naar de gevangenis, naar wat de Duitsers noemen: 'du sollst und du sollst nicht', de categorische imperatief: dit moet je, dat mag je niet. Wij zijn teruggekeerd tot: dat wil ik en dat wil ik niet. Je kunt maar een ding tegelijk: je kunt niet tegelijkertijd egoïst zijn en liefhebben. We moeten kiezen. Egoïstische liefde is alleen te vinden in droog water en in de vierkante cirkel.

Wat wil ik eigenlijk?Eigenlijk wil ik de Vrijheid Zelf. Dat is iets heel anders dan bandeloosheid. De Vrijheid is die onbeperktheid die er was toen de Liefde er was, toen ik alles opzij zette, alles achterliet, toen alles oploste in die ene ervaring. Waarom ben ik daar niet gebleven? Waarom ben ik weer teruggekeerd naar mijn angsten, naar mijn vastklampen aan situaties, aan personen, aan mijn bankrekening, aan mijn werk, aan mijn dit, aan mijn dat? Het antwoord kan alleen luiden: omdat ik gek ben. We moeten heel duidelijk inzien dat we dat zijn. We moeten heel duidelijk inzien, dat zolang wij het geluk zoeken op een manier, waarvan we feilloos zeker, niet 99,9 maar 100% zeker kunnen weten dat het zo niet te vinden is, we dan gek zijn. We moeten heel duidelijk zien dat we, wanneer wij proberen Vrijheid te vinden door in een kooi te gaan wonen, gek zijn.Het is niet erg om gek te zijn, maar wel dom om gek te blijven. Deze gekheid komt voort uit onze opvoeding die we allemaal gekregen hebben en waarbij ons geleerd werd: jij bent dit, jij bent dat, jij bent duizend-en-een dingen; hoewel de mensen die ons dat vertelden echt zelf ook best wisten dat ze EEN zijn. Maar ook zij kijken te ver. Zij kijken naar de spijlen, naar de schijnveiligheid. Zij zien zichzelf over het hoofd en klampen zich vast aan allerlei schijn-ikken. Het leven van onze opvoeding werd vaak bepaald door plichten en die zijn nooit een vervangmiddel voor liefde. Het is allemaal plicht: God eiste een heleboel plichten en het vaderland eiste een heleboel plichten en wat er dan nog over was, waren nog meer plichten, je moest ... voor de school, de familie, de buren, de kerk, enzovoort. Het is een goede manier om langzaam dood te gaan. 'Ja maar,' zegt iemand die een dergelijk standpunt inneemt: 'Ja maar, je kunt toch niet met je armen over elkaar in de stoel gaan zitten?' Nee, maar die weg ga je wel als je zo leeft. En daar bereid je wel je kinderen op voor als je ze zo opvoedt. Want leven zonder liefde is verlammend.Kinderen — en onder ons gezegd, volwassenen — die goed worden opgevoed, dat wil zeggen die telkens weer worden meegenomen naar de diepste warmte in zichzelf, ontdekken dat op de bodem van hun wezen de enige werkelijke veiligheid ligt die ons nooit kan worden afgenomen en zij zijn in staat hun spijlen los te laten, hun verdediging op te geven. Wanneer dit gebeurt, worden zij spontaan. Iemand die gelukkig is, zit niet lui met zijn armen over elkaar in zijn stoel. Niet dat hij niet stil kan zijn, maar iemand die gelukkig is zit vol energie, werkt met plezier... die gaat met anderen om met plezier: die straalt uit.Liefde en geluk zijn centrifugale eigenschappen, uitstralende eigenschappen. Angsten, egoïsme, hebzucht, verdediging, vastgrijpen zijn centripetale eigenschappen. Vandaar de krampen in ons lichaam: allemaal angsten en verdedigingen. En als we op een of andere manier, onverschillig of dat nu via

Page 5: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

een filosofisch inzicht gaat of via het hart, wanneer wij op een of andere manier in staat zijn onze verdediging los te laten, dan pas kan de kramp in het lichaam ook verdwijnen. Dan wordt het centripetale, het krampende, het naar binnen trekkende weer centrifugaal. Dan voelen we dat we niet meer log en zwaar zijn, maar dat we licht worden. 'Hij danste over de straat van plezier', zo'n zinnetje kunnen we in menig boek vinden. Hij danste, hij was licht. Dat is wat we zoeken, dat licht zijn. Maar om dat geluk iedere dag te krijgen — en al onze activiteiten willen ons daar eigenlijk naartoe leiden — wenden wij alle middelen aan die dat geluk onmogelijk maken, zo zeker als de nacht volgt op de dag en weer op de nacht. Het egoïsme is per definitie een werkwijze, een handelwijze, een perspectief dat altijd naast zijn doel schiet. Maar om dat te zien moet je goed leren kijken.U hebt misschien wel eens een flinke ruzie met uw man of vrouw gehad en misschien hadden beiden gelijk; dat gebeurt vaak in een ruzie, of beiden hadden ongelijk, maar u was de sterkere en u hebt het de ander eens flink gezegd, u heeft het hem of haar eens goed ingepeperd. En na afloop voelde u zich een hele piet. Op dat ogenblik weet je, als je een stap dieper in jezelf kijkt, dat die overwinning een schijn-overwinning is. Als je een ander eens ongezouten lekker de waarheid vertelt, op dat ogenblik lijd jezelf de nederlaag, op dat ogenblik is het beste in je bedekt met een laag beton. Op dat ogenblik, met andere woorden, pleeg je verraad aan het diepste in jezelf. Dat is een voorbeeld uit tienduizenden, iedereen kent het uit zijn eigen leven. Telkens als we energie investeren, voeding geven aan disharmonie, als we ons vastklampen aan dingen en eisen stellen, bouwen we aan de muur tussen onszelf en de ander.Wie terugkeert tot de diepe Ervaring van deze onbeperkte warmte, die wij de liefde noemen, weet dat er geen muren mogelijk zijn. Die ervaring, die 'toestand' als je wilt, manifesteert zich en kan zich pas manifesteren wanneer, in elk geval voor een ogenblik, alle muren verdwenen zijn. De mens is in staat lief te hebben met een intensiteit die bepaald wordt door de laagte van zijn muren. Hoe hoger de muren, hoe sterker de verdedigingen, hoe minder ik kan liefhebben. Als wij heel scherp kijken en als ons afvragen 'wat wil ik eigenlijk?', geloof ik dat we daar in de diepte maar één verlangen vinden: alles te geven wat wij hebben, alles te geven wat wij zijn zonder enige terughouding. Pas wanneer ik alles gegeven heb, alles wat ik heb en wat ik ben, is het geluk volkomen.Er is een klassiek beeld, ondermeer uit het Nieuwe Testament, dat zegt: 'Als de graankorrel niet sterft, brengt hij geen vrucht voort'. Als ik werkelijk eerlijk ben en diep in mezelf kijk is dát wat ik wil: sterven; dat wil zeggen alles geven wat ik ben, alles. Al gevende ontdek je steeds meer en dan zeg je: neem dat ook, dat laat ik ook achter. Dat is inderdaad een soort sterven. Liefde is een soort zelfmoord. Het is geen oppervlakkige zaak. Mensen die flirtend van de een naar de ander en als vlinders van de ene bloem naar de andere gaan, komen zelden tot deze ervaring.Toen ik in India kwam ontmoette ik daar Ramana Maharshi. En daar, voor het eerst in mijn leven, zag ik de Liefde die daar op een stoel zat, die bijna letterlijk straalde als de zon. Door deze Tegenwoordigheid kon ik dagenlang niets anders doen dan over alles wat er in mij opkwam te zeggen: neem dat ook; pak mij alles af. De liefde van deze man ging als laserstralen door je heen en alles wat daar niet volkomen mee in harmonie was, stak af. Dan zei je: alstublieft, neem mij dat ook af.Ik herinner me dat Jean Klein eens de volgende vergelijking gaf: de meeste mensen gaan naar een guru toe om daar iets te krijgen. Ze hebben het gevoel dat ze, geestelijk gesproken, naar een driesterren- restaurant gaan en nu

Page 6: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

zullen ze een hele goede maaltijd krijgen. Maar ze zijn vol verbazing wanneer, in plaats van dat er heerlijke spijzen worden opgediend, de chef met een groot mes komt en uw maag er uithaalt, hij haalt uw zakken leeg, hij kleedt u uit en hij gaat door tot er niets meer over is. Zo gaat het bij een guru. Hebben we hier niet de maatstaf? Geef ik, laat ik los, los ik alles op in de Liefde of ben ik aan het innen, sta ik aan de kassa, bereken ik, houd ik de kooi op slot? Daar hoef je toch echt geen groot psycholoog voor te zijn, daar hoef je geen groot filosoof voor te zijn. Wij hadden voor de oorlog een werkster die geen enkele opleiding had gehad na de lagere school: zij heeft mij toen al — ik was een of jaar 14, 15 — deze dingen uitgelegd. Begrijpt u, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben, daar hoef je niet oud en wijs voor te zijn, een kind kan het begrijpen.Wel, hier ligt het: deze kant of die kant. De muur opbouwen of de muur afbreken. De keus is heel eenvoudig. 'Ja, maar...', zodra de woorden 'ja maar!' komen, bouwen we op — die woorden horen bij de kant van de angst. Men zou eigenlijk iedere avond tien tellen moeten kijken: ben ik vandaag tenminste een gram lichter geworden? Heb ik vandaag iets losgelaten? Is er een angst die ik onder ogen heb durven zien? Een bezit dat ik naast mij heb neergezet? Of ben ik vandaag zwaarder geworden, zijn mijn zakken voller? Heb ik mijn reacties gevoed? Heb ik mijn persoonlijkheid verdedigd? Heb ik afstand genomen, geconstateerd of heb ik mijn angsten, verlangens en eisen gevoed?

Wat wil ik eigenlijk?Dat is het a van het abc. Dat zijn de vragen die erop aan komen: wat wil ik eigenlijk en wat ben ik eigenlijk? Wat weet ik eigenlijk?De liefde is misschien de mooiste weg. Ik wil niet zeggen de gemakkelijkste weg. Ik weet niet of er een weg is die de gemakkelijkste weg is. Maar het is in zoverre de mooiste weg dat je niet door een crisis hoeft, omdat, als je de liefde weer toelaat, je hart openspat en de liefde weer je hele wezen doorstroomt, je hoofd, je hele lichaam en daarna je huis en je werkplek. Dat loslaten is een feest; het is een weg naar de Vrijheid die gaat als met een eenparig versnelde beweging. Als je de dingen laat oplossen in de Ene Liefde die je wezenlijk bent, in het diepst van je zijn, dan is dat de eerste keer het moeilijkste omdat je het niet gewend bent; de tweede keer gaat het al gemakkelijker.

Wat wil ik eigenlijk?Wil ik in een kooi blijven wonen of wil ik de blauwe hemel zijn? Doen alsof dit te moeilijk is, of te gevaarlijk of zeggen dat dit eigenlijk in de maatschappij niet kan en 'wat zullen de buren wel zeggen', is niet intelligent. Problemen niet onder ogen durven zien, is domweg een gebrek aan intelligentie. Want als ik leef alsof ik anders ben dan wat ik eigenlijk ben, kan ik nooit gelukkig zijn, dan straf ik mijzelf op de meest afschuwelijke manier. Waaraan heb ik dat verdiend? Als je bij hele goede vrienden komt, waar je echt van houdt, zeg je: hier kan ik mezelf zijn. In liefde en harmonie met mezelf.Wil ik mezelf zijn, dan kan dat alleen als ik begin met te accepteren. Te accepteren dat er een oneindig aantal mogelijkheden in mij liggen, slechte en goede, mooie en kwade, zoals in ieder mens. Zolang ik dat niet accepteer word ik niet gelukkig. Zolang ik alleen wil zien wat mijn ego vleit en weiger te kijken naar wat mijn ego vernederend vindt, word ik niet vrij. Zolang wij doen 'alsof', zijn we dom, tonen we gebrek aan intelligentie. Misschien is er een zekere moed voor nodig, maar waar heb je meer moed voor nodig: om af en toe een paar uur flink te zijn of om nog 40 of 50 of 60 jaar door te zeulen, als een karrenpaard?Alweer in de bijbel staat: de waarheid zal u vrij maken. Zolang wij leven alsof

Page 7: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

we iemand anders zijn dan we zijn, liggen wij aan zware kettingen. Zolang wij doen alsof wij een plaatje zijn, een meneer of een mevrouw met die en die voornamelijk goede, of voornamelijk slechte eigenschappen, lig ik aan de ketting. Dan ga ik het plaatje verdedigen; ik word boos bij alles wat het plaatje niet vleit; ik accepteer alleen wat het plaatje wel vleit. En ik ben, met andere woorden volmaakt afhankelijk van mijn omgeving. Ik ben een marionet van mijn omgeving en een slaaf van allerlei reacties die in het verleden in mij zijn geplant en die daarna wortel hebben geschoten.

Wat wil ik eigenlijk?Ik geloof dat slaaf zijn van iemand anders ook een weg kan zijn. Maar dan moet je echt helemaal slaaf zijn. Als je slaaf kunt zijn, maar in de perfectie, waarbij je zegt: het lichaam is van u, alles, ik bezit niets meer, dan kom je eigenlijk uit in diezelfde situatie als van de Liefde; dan bezit je ook niets meer. Maar het is niet eenvoudig om zo ver in de perfectie slaaf te zijn. Ik geloof dat het gemakkelijker is om de weg van de Liefde te volgen. Maar we moeten nooit slaaf zijn en ons laten ringeloren door de gevoelens die er maar in ons believen op te komen.Als ik scherp kijk, zie ik dat wanneer er dingen gebeuren die mijn ego niet aanstaan, of dingen die mijn ego vleien, er dan een reactie opkomt. Die reactie op zichzelf is nog geen ketting, maar het ogenblik dat de reactie als een 'ik'gezien wordt: 'ik' ben bang, boos, 'ik' eis, verlang naar of hol achter iets aan — dan zitten we in de kooi. Als we in plaats daarvan eenvoudig constateren: daar is die en die reactie, dan is het niet eens nodig om na te gaan, zoals in de psychologie, of die reactie te wijten is aan het feit dat grootmoeder mij als baby heeft laten vallen. Nee: daar is op dit ogenblik die reactie. En ik ben niet een reactie; een reactie is iets dat komt en gaat. En ik ben iets dat blijft. Dus, 'ik' ben niet een reactie. Te zeggen dat 'ik' bang ben, is dus een pure leugen. Te zeggen dat 'ik' kwaad ben, is een pure leugen. Ik ben de waarnemer van een reactie die angst of kwaadheid is, verlangen is, gevleid zijn is, enzovoort. Het is alleen door daar een ik-gevoel aan vast te knopen dat we ons afhankelijk houden van wat er maar belieft op te komen. Als onze 'buurman' een beetje geraffineerd is, weet hij precies hoe hij ons over de kin kan strelen om de juiste reacties voort te brengen; dan kan hij met ons doen wat hij wil. Zo lopen we achter allerlei banieren aan tegen het kapitalisme of tegen het communisme, of voor Vietnam of tegen Vietnam of wat u maar wilt; niet omdat wij werkelijk weten wat wij doen — want heel weinig van die mensen die zo demonstreren weten dat — maar omdat wij gemanipuleerd worden, en kunnen worden, doordat we bang zijn.Zolang wij bang zijn, kan de maatschappij met ons doen wat zij wil, kan onze omgeving met ons doen wat zij wil. Wij zijn dan niet alleen marionetten van die reacties maar bovendien nog de marionetten van onze omgeving en de maatschappij. Dat is de schrille tegenstelling van die toestand die wij kennen; die toestand van door niets beperkt Licht, door niets beperkte warmte, toen wij eigenlijk iedere boom in het bos konden omhelzen. Als we het zo stellen kan er toch nauwelijks sprake zijn van een keuze tussen liefde of egoïsme? Het komen tot Vrijheid is tenslotte niets anders dan steeds weer loslaten, van inzien dat mijn veiligheid echt niet ligt in mijn bankrekening of in macht of iets anders. In de wereld is er niets dat wezenlijk veilig is. De enige wezenlijke Veiligheid ligt in dat wat men mij niet kan afpakken, en dat is in mijzelf.Vrijheid is natuurlijk nooit vrijheid voor de persoonlijkheid. Ik heb straks al gezegd: Vrijheid is niet hetzelfde als bandeloosheid. Vrijheid is niet het najagen waar je maar zin in hebt omdat lekker alles mag. Dat is, dacht ik, juist de kooi. Vrijheid is: onafhankelijk zijn van al die dingen. Vrijheid is niet alweer

Page 8: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

vrijheid voor, maar van het egoïsme, vrijheid van de persoonlijkheid.Ik geloof dat het absoluut noodzakelijk is, al is het maar één minuut per dag, om een ogenblik naar de diepste diepte in mijzelf te kijken, te zien wat 'ik' wezenlijk ben, wat 'ik' wezenlijk wil. Want: wat ik wezenlijk wil is wat ik wezenlijk ben. Waar houd je meer van: van jezelf of van de Liefde? Als ik diep in mijzelf kijk, blijkt dat een onmogelijke keus, want mijn diepste zelf is Liefde. Alleen in die Liefde ben ik mijzelf. Liefde en ikzelf zijn uiteindelijk, daar in die diepte, aan de bron van het Leven, twee woorden die hetzelfde aanduiden. En daarom is werkelijk Leven alleen maar leven vanuit die Bron en niet vanuit allerlei verschansingen, niet vanuit al mijn zoeken naar compensaties — uiteraard, het woord zegt het al. Wanneer ik die Bron verlaat, wanneer ik ga leven vanuit een persoonlijkheid, vanuit een denkbeeld, vanuit gevoelens, vanuit angsten, vanuit frustraties, dan kom ik er nooit. Het Engels kent uitdrukking: 'More never ends'— aan meer komt nooit een eind. Na de ene compensatie hollen we onmiddellijk weer, op zoek maar iets anders. Maar wanneer wij het diepste in onszelf toestaan om als het ware weer warm te worden en als wijzelf weer, als ik het zo mag zeggen, wakker worden die diepte in, met behulp van alle voorhanden zijnde hulpmiddelen: door ons min of meer te herinneren hoe het was toen die Liefde er was; door te zien dat 'ik' niet al die dingen ben die ik verdedig en door te zien dat die verdediging de muur in stand houdt in plaats van die warmte de vrije loop te laten — dan kan het niet anders of die muur begint te wankelen.In de hindoemythologie was er eens een reus en telkens wanneer die reus iemand de kop afhakte kreeg hij de kracht van zijn verslagen vijand erbij en dus werd hij tenslotte zo sterk dat geen mens hem meer kon verslaan en dat hij geleidelijkaan de goden durfde uit te dagen. De rest van het verhaal is niet zo interessant, maar wat er symbolisch mee bedoeld wordt, is dat iedere overwinning, ieder inzicht, ieder loslaten van een angst, van een begeerte de kant van de Bron versterkt — de kracht, de energie erbij geeft die eerst geïnvesteerd was in de afweer. Zo wordt de kant van de afweer steeds zwakker en de kant van de Bron steeds sterker, tot op een gegeven ogenblik de hele muur wordt weggevaagd. Dan komen we blijvend in die toestand die wij allemaal hebben meegemaakt en waarvan wij allemaal ogenblikkelijk zeggen: ja, dat is wat ik eigenlijk wil.

Wat wil ik eigenlijk?Als ik mij daar maar even in verdiep is het volmaakt duidelijk. Iedere keer als ik mij daar niet aan houd, als ik mijn muren opbouw, als ik mijn klauwen uitsla, als ik een compensatie achternahol, als ik een schijn-overwinning behaal, pleeg ik verraad, misschien aan anderen maar het ergste is dat ik verraad pleeg aan mijn diepste Zelf, aan dat wat ik eigenlijk wil en dat wat ik eigenlijk ben.Shakespeare zegt ergens in Hamlet: 'Dit boven alles: wees trouw aan je echte, aan je eigen Zelf. En daaruit moet voortvloeien zoals de nacht op de dag volgt, dat je nooit slecht kunt zijn jegens je medemens'. Dat is de juiste volgorde. Als we leven vanuit de Liefde die wij zijn, als wij gewoon maar onszelf zijn, in de diepste zin van het woord en leven vanuit de Bron, dan is de rest vanzelf in orde. Iedere keer dat wij dat niet doen, steken wij een mes in onze eigen ribben — zelfs als we denken dat het de ribben zijn van iemand anders.Bij het zoeken naar ons diepste zelf mogen we niets aanvaarden op gezag. Het is van belang dat wij alles wat hier te berde wordt gebracht in onszelf verifiëren: is het waar of is het niet waar? Het is net zoals met eten: niemand anders kan voor u eten. En hier ook: als het voor u een theorie zou zijn die u

Page 9: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

uit het hoofd leert, is dat volkomen nutteloos, dan kunt u veel beter leren schaken of vioolles nemen of iets anders doen. Dan helpt het ons niet. Alles wat u zelf ziet en wat u in uzelf herkent, bevrijdt. Een theorie is enkel ballast.In de pauze zijn er een paar vragen aangesneden, één naar aanleiding van een van die zinnetjes op de middenbladzijden van 'Yoga en Vedanta': 'Iets wat ergens uit voortkomt kan niets anders zijn dan dat waaruit het voortkomt'. Ik geloof dat het u intussen duidelijk is geworden?

Vraagsteller: Ja.

W.K.: En de illusie dan?De illusie is een gedachte!Als je de illusie kunt zien als verkeerd geziene waarheid, als Licht, verkeerd geïnterpreteerd, maar toch als Licht, dan verdwijnt de illusie. Het gebeurt wel eens dat iemand opeens ontdekt dat haat verwrongen liefde is: 'Ik had zo graag van je gehouden, maar het is op een of andere manier mislukt en nu haat ik je.' Maar die haat is eigenlijk vervormde liefde. Bij die ontdekking kan de haat verdwijnen en dan komt de liefde terug. Zo is het ook hiermee: als je ziet dat zelfs de illusie niets anders is dan Licht zelf, verdwijnt de illusie. En dat is de bedoeling van die tekst.

Wat ik wel eigenaardig vind, is dat je ziet dat op den duur alles van alles gaat houden. Dan is er eenvoudig geen onderscheid meer tussen of je een mens of de natuur of een dier tegenkomt; je hebt er heel eenvoudig niets meer tegen. Maar er zijn andere mensen die dat erg vervelend vinden, die zich daardoor gestoord voelen.Er zijn mensen die denken dat je hen wilt misbruiken, als je van hen houdt. Het komt nogal eens voor dat kinderen fel gewaarschuwd worden tegen seksualiteit. Zulke meisjes vinden alle mannen beesten, omdat ze verband zien tussen de mannen en de beestachtige seksualiteit in zichzelf. Jongens worden vaak precies zo vervormd. Als een normale jongen van zo'n meisje gaat houden, dan voelt zij: 'hij' wil mij misbruiken. Zo gaat het dan. Zo wordt liefde gezien als iets dat met liefde niets te maken heeft. Je ziet de dingen inderdaad altijd op je eigen niveau, je ziet niet wat er werkelijk gebeurt, je ziet in dit geval niet dat iemand van je houdt. Je maakt van wat werkelijk liefde is, beestachtigheid. Dus als iemand zich verstoord voelt omdat jij een groot hart hebt, heeft die persoon problemen! Maar daar kunnen we niets aan doen. Wat wij dan wel kunnen doen is natuurlijk die persoon uitleggen dat ik weliswaar van hem of haar houd, maar dat dit niet wil zeggen dat ik hem of haar wil bezitten en beheersen of naar mij toe wil lokken. Integendeel, ik wil juist niets. Maar we moeten begrijpen wat liefde is. De grote verwarring ontstaat altijd omdat men met het woord liefde twee dingen bedoelt of meer nog, drie, vier dingen. We bedoelen daarmee: bepaalde gevoelens, gevoelens van warmte die we in verband brengen met een persoon of met een situatie, met muziek: ik houd van Schubert, ik houd van mijn broer, ik houd van iemand in een liefdesrelatie, in een seksuele relatie. Maar daar hebben we het in eerste instantie toch over een gevoel. In die Liefde, die volkomen Vrijheid is, gaat het niet over een gevoel. De liefde die zich bijvoorbeeld in een huwelijkspartner helemaal wil en probeert te verliezen, begint als een gevoel, maar als een gevoel dat zichzelf ontstijgt; het is een gevoel dat je meeneemt de ruimte in, de warmte in en daar is de partner verdwenen, daar is alles opgelost, dan blijft alleen nog de Liefde zelf. Daar is geen A die van B houdt en B die van A houdt; A en B zijn helemaal verdwenen en daar is alleen het ene onbegrensde. Deze liefde brengt de visie

Page 10: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

met zich mee dat dit ding (lichaam) en dat ding (ander lichaam) en dat ding en dat ding, allemaal manifestaties zijn van dat wat Ikzelf ben. In die zin is er dus geen enkele voorkeur, geen preferentie; in die zin staat niemand nader tot je dan een ander.Liefde, uiteindelijk, is iets dat ons nooit verlaat, het is een ander woord voor wetendheid, voor eeuwig tegenwoordig zijn. Het is niet iets dat een begin en een einde heeft. Het gevoel 'liefde' is een van de poorten naar die Liefde zelf. Het is dus duidelijk dat deze onbeperkte Liefde nooit iets of iemand kan of wil bezitten. Hoe zou het kunnen: het is alsof mijn rechterhand mijn linkerhand wil bezitten. Dat heeft geen zin, het is onzin, in liefde is geen eigenaar. Als de liefde iets bezit, is dat het heelal; alles of niets, beide kun je zeggen maar niet een stukje, je kunt Jezelf niet in stukjes verdelen. Je bent de liefde in de ander. De Guru die je meeneemt naar de Waarheid, naar de Vrijheid, naar de Liefde is de Liefde zelf, die je bent en die spreekt tegen de Liefde zelf die je bent. Aanvankelijk zie je hem of haar als een meneer of mevrouw, omdat je jezelf ziet als een meneer of een mevrouw.

Je ontdekt dat in iedereen, maar als je niet meer reageert op de aanvallen van anderen, denken die waarschijnlijk dat je verwaand bent of onverschillig of zelfs gek.Men denkt: die persoon is onverschillig geworden. Dat is het helemaal niet. Onverschilligheid is afgeslotenheid, afweer. Dit is net het tegenovergestelde. Maar wij zijn zo gewend te vechten voor onze belangen, voor onze muur, voor onze kooi, dat we, als iemand gelukkig is, kwaad worden en zeggen dat het egoïstisch is. Maar wat doet hij zelf, degene die dat zegt? Hij zoekt precies hetzelfde, alleen hij weet niet hoe hij het kan vinden. Hij denkt dat hij vrij kan worden door zijn kooi te versterken. Het ogenblik dat hij ontdekt dat een ego nooit gelukkig kan worden, houdt hij ook op met vechten en dan krijgt hij hetzelfde probleem met zijn omgeving. Ik geloof dat we allemaal een periode hebben waarin anderen zeggen: 'Je ego verliezen is heel egoïstisch — jullie werken altijd alleen maar aan jezelf.' Maar op een gegeven moment kan het niet anders of ze beginnen te ontdekken dat er iets nieuws gekomen is, iets waar je niet zo gemakkelijk de vinger op kunt leggen maar iets dat meer waarde heeft dan wat er vroeger was, iets waar ze zich toch meer toe aangetrokken voelen dan tot wat er vroeger was. Dan zie je soms dat het begrip opeens begint te dagen.Wij zijn erg bang voor de Vrijheid. Wij zijn opgevoed tot slaaf. Eerst door onze ouders: wij moesten niet worden wat wij zelf zijn, wij moesten worden wat papa en mama vonden dat wij moesten worden; die hadden de voorstelling dat een keurig kind er zo en zo uit moest zien... en zo en zo moet je dan worden. Zo hebben we geleerd een rol te spelen, niet te zijn wat we zijn. Daar begint elke neurose. Zo zijn we opgegroeid, het ene harnas over het andere. En nu opeens wordt ons de Vrijheid aangeboden. Dat schrikt ons af — we vrezen dat we heel alleen het onbekende tegemoet gaan.De angst voor de Vrijheid. Men moet een papa hebben. Er is een heel interessant boek van Fromm, u moet het eens lezen: 'De angst voor de vrijheid', het gaat grotendeels over het probleem van de verschillende naties. Stuk voor stuk kiezen allerlei volkeren dictatoriale presidenten. Men wil een vader hebben; men denkt in de termen van het gezin met de vader die leiding geeft, die voor je denkt, voor je besluit en over je waakt. En zo is het met ons: wij willen geen vrijheid, wij zijn daar bang voor. Dat moeten we onder ogen zien. We vinden vrijheid griezelig. Wat moet ik dan doen? We vinden het zelfs, als we een beetje neurotisch zijn, soms angstig om onze problemen kwijt te raken, want wat moet ik zonder mijn problemen doen? Er is een psychiatrisch

Page 11: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

grapje in Nederland: Ik ben zo blij dat ik niet van spinazie houd, want als ik van spinazie hield dan zou ik spinazie moeten eten en ik houd niet van spinazie.Dat is de ene knoop: de angst voor de genezing, want als ik genees moet ik allerlei dingen doen waar ik geen zin in heb. De patiënt ziet niet dat als hij genezen is die dingen helemaal niet erg zijn, dat je die vanzelf doet; dat het helemaal geen bergen zijn maar molshopen. Dat zijn dingen die we allemaal tegenkomen, want iets daarvan hebben we allemaal. Op een gegeven moment ben je bang genezen te worden, bang om je muren af te breken, want ik voel me zo veilig achter die muur. Wie voelt zich veilig achter die muur? Die muur voelt zich veilig. In feite is er niet iemand achter die muur. Natuurlijk is het andersom: die muur is de onveiligheid. Waarom ben je onveilig? Omdat je een muur hebt opgetrokken voor je omgeving. Als je één bent met je omgeving is onveiligheid onbestaanbaar. Wilt u een duidelijk voorbeeld? De angst zelf. Wat is een angst? Een angst is een mechanisme dat moet verhinderen dat wij ongelukkig worden. Als het kleine kind bij de kachel zit zeg je: Pas op, dat doet pijn! Zo kweek je een angst om te beletten dat het kind de kachel aanraakt. Dus die angst is een nuttige angst. Maar nu ga ik dat transplanteren. Ik ben bang voor jou, ik ben bang dat dit mij afgepikt zal worden, ik ben bang dat ik dat moet doen, enzovoort. De angst die alleen maar dient om te zorgen dat ik niet ongelukkig word, dat ik mijn vingers niet brand, wordt nu gebruikt als geneesmiddel. Maar dat is erger dan de kwaal. De angst is de ergste ziekte geworden. Is helemaal geen geneesmiddel meer. De angst zelf is de ziekte. Het kan heel ver gaan. Ik heb iemand meegemaakt die mij probeerde uit te leggen wat hij had: het was niet alleen angst voor de angst, maar hij had angst voor de angst voor de angst voor de angst! Laten we het maar niet gaan uitrekenen. Er is angst, laten we het daar maar bij laten. Die angst verdwijnt als ik steeds weer constateer: daar is een angstgevoel. En dat is wat we willen: het verdwijnen van de angst — niet het cultiveren van angst voor angst. Ik geloof dat als je vanavond met mij meegekeken hebt, dat het dan volmaakt duidelijk is wat we eigenlijk willen. Ieder mens weet diep in zijn hart wat hij eigenlijk wil. Wel, laten we dan ook al die schuttingen waar wij achter zitten in het vuur gooien van de liefde die wij zijn en die wij eigenlijk willen.

Ik geloof dat de gedachte 'nu' voor mij het grootste probleem is; ik blijf die aanzien voor een soort kenner.Ja, dat is uiterst belangrijk. We moeten voorkomen een kenner in het denken te projecteren. Eerst zit er in je hoofd een denker en als die verdwijnt zit er in je hoofd een kenner; maar dat is niet de echte kenner. Als je in de Kenner een persoonlijkheid projecteert, probeer dan liever te zien dat een gedachte niets anders is dan Bewustzijn, als dat niet die geur van persoonlijkheid heeft. Zie het als niets dan Bewustzijn, Kennendheid.

Als je eigenlijk nooit problemen meer hebt, maar toch nog in de illusie leeft... wat zou dat zijn?In uw geval lijkt het me een begin van de leegte waar we het vaak over gehad hebben. Ieder mens weet: Ik ben Een. Dat is een centraal onontkoombaar intuïtief weten. Rondom dit middelpunt heb ik allemaal ikjes gepoot, van ik-als-kind tot en met ik-als-grijsaard, ik-als-dit, ik-als-dat, hele muren van afweer. Ik leef niet als het ware middelpunt 'Ik ben die Ik ben', maar ik leef nu als een in een rol geprojecteerd tijdelijk ik. Op een gegeven dag ga ik dat zien en ik zie dat die ikken niet werkelijk Ik zijn, dat het allemaal rollen zijn die verschijnen en verdwijnen, een aantal in de wakende toestand en een ander aantal in de droom; maar Ik ben niet een 'ik' dat komt en gaat. Ik ben altijd Tegenwoordig.

Page 12: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Nu verdwijnen geleidelijkaan al die ik-gevoelentjes. En dan komt er een periode waarin wij eigenlijk vrij probleemloos zijn: er zijn geen grote moeilijkheden. Je leeft in een soort afwachtende houding. Dat is de Leegte van het Niet-Weten die zich aankondigt. Zolang er nog een spoor is van een idee dat ik een meneer ben die ..... en de rest kunnen we invullen — is die leegte niet volledig. Maar op een gegeven moment komen we tot een helemaal volmaakt Niet-Weten: de persoonlijkheid weet helemaal niets. Net zo weinig als die stoel.

Wat Jean Klein bedoelt met: Je ne sais pas?Ja, precies hetzelfde, 'ik' als persoonlijkheid weet niet meer dan die tafel; 'ik' als persoonlijkheid ben object van het Kennen, precies zoals de tafel object is van het Kennen. Op dat ogenblik dat de Leegte op allerlei manieren volkomen is, openbaart zich het Licht, het Weten. Maar dit is erg schematisch gesproken. Het is volkomen waar wat ik zeg: van de ene seconde op de andere verandert de Leegte in de Volte. Maar het is ook waar wanneer ik zeg dat het geleidelijk gaat. Onwetendheid, misverstanden, het verkeerde kijken verdwijnt stukje bij beetje. Mijn angsten moeten verdwijnen, de een na de andere, en iedere keer word ik wat lichter. Ik word gevoeliger dan tevoren, mijn lichaam wordt gevoeliger, ik ben niet meer geblokkeerd, enzovoort. Zo gaat het geleidelijk verder tot alles transparant wordt en de leegte volkomen is.

(gepubliceerd met toestemming van Uitgeverij De Driehoek)

Page 13: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Als het gebeurt, is het genadeJan van Delden

We zitten met een heel klein groepje in het oktoberzonnetje in de Dordogne en vragen Jan het hemd van z'n lijf over 'vrije wil' – hebben we die nou wel of hebben we die nou niet?

Jan: Je moet eigenlijk zelf tot de conclusie komen dat je over 'vrije wil' pas iets kan zeggen als alles je duidelijk is. Ik gebruik altijd Odysseus als voorbeeld om over zulke dingen te praten. Als het verhaal van Odysseus begint, heeft hij de strijd om Troje gewonnen door zijn list met het Paard van Troje. Odysseus is er niet vanaf te brengen dat hij het bedacht en gedaan heeft. Hij vindt dat hij dat uit vrije wil zelf gedaan heeft. En iedereen om hem heen beaamt dat. Wat 'de wereld' betreft is het duidelijk dat iedereen een 'vrije wil' heeft. Daar moet je niet aan tornen. Zolang je alleen maar kijkt vanuit het niveau van 'jantje' (de persoonlijkheid) is er vrije wil. Zo beleef je dat ook en zo moet je ook met anderen zijn, anders word je uitgestoten.Ondertussen kan ik tegen zoekers zeggen: 'Als je een vrije wil zou hebben, zou je ophouden iets te willen en zou je NU gelukkig zijn.' Je zou dan toch allang gelukkig zijn geworden! Je moet dan toch toegeven dat je er niet in geslaagd bent jezelf gelukkig te maken. Achteraf ga je zien dat je het dus niet in handen hebt, dat het niet door een 'jou' komt dat je gelukkig bent. Ik wilde heel lang van het roken af, maar je kan wel zeggen dat je van het roken af wil, maar dat wil nog niet zeggen dat je het ook kan DOEN. Ik ben er nu vanaf, maar niet omdat ik het wilde of op het moment dat ik het wilde.

Vraagsteller: Dat is er ineens? Daar kun je dus niets aan DOEN? Het is er of het is er niet?Jan: Het hoofd zegt: ik wil met roken/hebzucht/sekslust/vraatzucht of wat dan ook stoppen, maar het DOEN heb je niet in de hand. Dat kan ook een eyeopener zijn om te zien dat er geen vrije wil bestaat. Als ik moet kiezen tussen twee soorten koekjes en ik weet dat speculaas niet zo lekker is als die chocoladekoekjes, dan gaat mijn hand automatisch naar die chocoladekoekjes. mmm. Op dat niveau hoeven we geen discussies te voeren. Ik kies voor dat koekje, punt uit. Vrije wil. Intellectueel kan ik dit bewijzen, dan lijkt het werkelijk waar: ik kies. vrije wil. Net als het Paard van Troje – de hele wereld geeft toe dat het zo is. Daar zitten geen moeilijkheden. De moeilijkheid komt als je zegt dat niet Odysseus, maar Bewustzijn zelf het Paard van Troje heeft bedacht. 'Als God het niet doet vergeefs probeert jantje' (het). Dan krijg je de hele wereld op je dak. Alle Moeder Theresa'tjes en Presidenten Bush en al die mensen staan dan op hun achterste poten. Dan ontneem je ze hun succesjes of acties. En daar gaat het in de wereld om.

In een welvaartsstaat kun je dat makkelijk zeggen, maar hoe

Page 14: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

reageren de arme mensen in bijvoorbeeld Afrika of Afhanistan?Als het ze 'gegeven' is, dan kun je het wel zeggen. Wat zeggen multimiljonairs: ik was net op dat moment op de juiste plek of in de Beurs, of in het goede nest geboren of wat dan ook. Mensen zien vaak niet dat alles genade is. Je had vanmorgen in die armoede wakker kunnen worden. Overigens zijn de meeste arme mensen in India of zo, en als het geen directe oorlog is, erg gelukkig. Er zijn ook veel mensen die zich ervan bewust zijn geworden dat het Bewustzijn is dat alles regelt. Als Amerikanen ergens niet uitkomen hebben ze het altijd over God, omdat ze geen sociale vangnetten hebben zoals wij. In Amerika heeft iedereen leren geloven. Veel meer dan bij ons. 'Vrije wil' slaat eigenlijk nergens op. Je bent dankbaar of niet. Je kan geven wat je wilt, een mens kan het altijd verkeerd opvatten.

We hebben dus eigenlijk niets te willen?Ik zou 'vrije wil' als een abstractie houden en als je eenmaal begrijpt dat 'vrije wil' niet bestaat, dan zit je goed in je vel, dan heb je het verhaal goed begrepen. Voor die tijd bestaat er helemaal geen 'wil'. Dat hele idee van 'willen' is alleen maar gebaseerd op hebben hebben hebben. En er zijn altijd voorwaarden om iets te krijgen. 'Ik wil later graag ... gezinnetje, 2 kindertjes, mooi huis'. Iedereen zit in 'willen' en is daarna ongelukkig. 'Als ik dit of dat niet heb, ben ik ongelukkig'. Dat is inherent aan het leven. Dat geloof in wat er niet is, brengt ons wel heel veel verveling. Je kan beter iets niet willen.

Er zijn mensen die doelbewust iets neerzetten, die creëren wat ze zeggen te willen. Hoe zit dat dan?Vroeger liep ik met mijn ex over het strand urenlang samen te dromen en te fantaseren wat we allemaal zouden gaan doen: leven in de bossen, paddestoelen zoeken, kaas maken, kruiden telen. Zo droomden we jarenlang. Nu zou ik kunnen zeggen: kijk, het is gelukt, ik woon nu in de bossen, maar dat is flauwekul. Je kan achteraf zeggen dat het zo is, maar dat geldt voor een paar mensen, niet voor iedereen en als het niet voor iedereen van toepassing is, is het een geloof en heeft het dus niets met waarheid te maken .Ik vertel altijd het verhaal over de haai en de loodsvisjes die om die haai heen zwemmen en menen te weten waar die haai naartoe gaat: hij gaat naar links, nee, naar rechts, o nee hij draait om, zie je wel, ik had gelijk. Dat gezwam zit de hele dag in ons hoofd terwijl die haai gewoon z'n gangetje zwemt en het gelul van die loodsvisjes volstrekt niets te maken heeft met links of rechts of onderdoor of bovenover. Maar daarin leven we de hele dag, daarin geloven we en daarin lijden we. Als we gewoon kijken wat er gebeurt dan houdt dat hele gedoe op als 'zijnde van mij', daar luister je dan niet meer naar. Laat die visjes maar lullen. Niet meer naar die visjes luisteren. Die hebben het alleen maar over wat er zou kunnen gebeuren en hoe het zou kunnen gebeuren ... als ik het zo niet gedaan had, dan ... als ik het toch wel zo gedaan had, dan ... als hij of zij dat niet of wel gezegd had, dan ... Die haai heeft daar niets mee. Die is volkomen spontaan aan het leven.

Hoe kan het dan dat het sommige mensen echt lijkt te lukken?Als dat idee jou helpt dan is het okee. Maar je bent natuurlijk wel een kunstmatige situatie aan het kweken. Je hebt geen invloed op het NU! Vroeg of laat krijg je toch een schop onder de kont, want Bewustzijn zal je ooit eens moeten vertellen dat je ernaast zit. Dat MOET een keer gebeuren, als het voor je bestemd is Thuis te zijn!

Is dat de'taak' van een leermeester?

Page 15: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Een leermeester(es) heb je om te leren behappen hoe het Niets is. Voordat je rijp bent voor het Niets moet je eerst van die leermeester af! Odysseus heeft dat ook meegemaakt. Hij heeft tien jaar lang geprobeerd Troje binnen te vallen en het is hem gelukt. De hele wereld zegt: 'Fantastisch Odysseus!' Maar Poseidon, heerser van de Zee, doet van alles om Odysseus te dwarsbomen, want Odysseus heeft Poseidons zoon Polyphemos, de eenogige Cycloop (de waarheid) zijn oog uitgebrand en Poseidon zal hem weleens leren hoe het zit. Poseidon zegt: 'Ja, ja opgeblazen irritant kereltje, we zullen je wel even laten weten wie er werkelijk de touwtjes in handen heeft ...' Al die jaren moet Odysseus rondzwerven tot hij wantrouwig en al begint te beseffen dat de goden alles doen en niet hij. Die hele weg moet afgelegd worden om erachter te komen wat 'vrije wil' nu eigenlijk is!

Alles dus op z'n tijd. There is a season for everything.Ja, en daarom staat er in de Odyssee 'Begin maar ergens'. De een kan nog een Rambo in zich hebben die zich op het allerlaatst nog uit moet leven, een ander kan tot de 'Phaiaken' gaan behoren, weer een ander kan de 'Sirenen' niet passeren of kan de 'Zak met Wind'(ofwel met 'Niets') nog niet aan ... al die facetten kom je vroeg of laat tegen, maar op het moment dat het nodig is werkt alleen 'genade', en er zijn mensen die de kracht van het woord of de kracht van het geloof moeten hebben en die komen soms ook helemaal Thuis. Maar uiteindelijk zullen ze toch moeten inzien dat de kracht niet zit in jantje/odysseus/persoonlijkheid/ideeën, maar in de verwezenlijking zelf; de golf bestond al uit water, maar de golf doet alsof hij het water heeft gevonden. Daar moet je op een gegeven moment de belachelijkheid van inzien.

Dus als ik denk dat mijn vrije wil aan het werk is, is dat eigenlijk een signaal om beter te kijken!Ja! In het begin ga je op zoek naar het water en dan lijkt het een onderzoek van de golf (de persoon). Als de golf door krijgt dat ie uit water bestaat, en dat alle andere golven ook uit water bestaan en dat er niets anders is dan water, ziet hij de belachelijkheid van zijn hele zoektocht in, want er is nooit iets anders geweest dan water. Dan stort het hele bouwsel in elkaar. Tot dan moet je blijven waar je bent. Je moet dus niet geloven wat ik zeg. Het gaat niet om geloof, het gaat erom dat je het ziet! Maar er zijn veel bhakta's onder ons die heel veel hebben aan de kracht van het woord en daar dus ook wonderen in zien – die gebruiken hun denken niet, maar hun vertrouwen in God en dat werkt altijd, maar als je het vertrouwen in God gebruikt voor je persoonlijke voorkeuren zul je vroeg of laat merken dat het omdraait. Als ik denk 'God is voor Amerika', dan vergis ik me toch echt. Dan komt ie vroeg of laat ook voor de terroristen want er zitten twee kanten aan elke zaak. De Amerikanen zijn naar de kerk geweest, maar ook de Duitsers om maar even wat te noemen, en allebei beroemen zich op hun eigen God – in sommige gevallen is het waar, maar in de totaliteit is het niet waar.

Als er geen vrije wil bestaat dan is alles voorbestemd, dus ook Realisatie?Ja, dat klopt. Maar wat is er voorbestemd? Dat de golf erachter komt dat hij uit water bestaat? Ook al bestaat hij er helemaal uit? Slaat dus nergens op! Als je het helemaal gezien hebt, slaat ook dat nergens meer op. Je kan hoogstens zeggen: er is een zelfverbeelding in het Zelf geweest waarin een droom zich afspeelde en het leek toch werkelijk alsof er iets was, maar uiteindelijk is het allemaal flauwekul. Water is overal even waterachtig. En er is nooit iets anders gebeurd dan een zelf-verbeelding. Er is alleen het kennen van een droom; er is

Page 16: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

geen droom, er is het kennen van een droom; in die droom is geen object, geen materie, dus was het alleen maar het kennen zelf. Dus is er niks aan de hand. Maar, dat moet je dus niet zeggen als je voor de TV zit en je ziet al die ellende die er nu gebeurt! Want zo is het niet. Dan zit je verkeerd. Maar in jezelf moet je zien hoe het allemaal eigenlijk zit. Dat betekent niet dat je niet meeleeft en geen geld geeft of wat dan ook geeft voor plekken waar steun hard nodig is of voor hulp nu!

Droom jij nog wel?Ja, ik droom nog wel eens. Nooit over iets dat met de teaching te maken heeft. Ik droom als ik iets verkeerds gegeten heb of grieperig ben. Dan word ik 's nachts wakker en kom moeizaam weer in slaap en als ik dan slaap is dat vroeg in de morgen en dat zijn de momenten waarop men droomt.Ik heb wel vaak dezelfde droom, meestal over een kraakpand en daar kom ik steeds weer terug en heb ik gesprekken met mensen die ik in de waaktoestand helemaal niet ken. Voor mij vreemde mensen, maar in de droom weet ik dan dat ik het al duizend keer gezegd heb. De droom zegt steeds terug te komen... Daaraan kun je dus zien dat het dromen, net als de waaktoestand ook een continuïteit heeft. Je kan dus niet zeggen dat een droom veel abstracter is dan de waaktoestand of zo. Het is volstrekt hetzelfde. Hoe meer je ziet, hoe beter je weet dat de droomtoestand gelijk is aan de waaktoestand; er speelt zich in beide toestanden van alles af en volstrekt op dezelfde manier. In de droom is de beleving precies hetzelfde. De waaktoestand heeft zogenaamd meer continuïteit, terwijl de droomtoestand chaotischer en wisselender is. Dat is het enige verschil. Het feit dat JIJ dat kunt waarnemen is heel belangrijk. Het is wat overtrokken als je het vergelijkt met de zogenaamde waaktoestand, maar het is hetzelfde verschijnsel. Als ik helemaal in de sores zit, zit ik in de droom ook in de sores. Dat wil niet zeggen dat je ervan uit kan gaan dat dit (de waaktoestand) echt is!... In het begin is het een manier om achter de waarheid te komen, maar je kunt ook proberen het kennen en het gekende met behulp van je onderscheidingsvermogen heel goed te scheiden. Later hoeft dat niet meer, dan weet je het.

Als je het werkelijk op die manier van alle kanten onderzoekt dan begrijp ik wel dat het zinloos is om nog over 'vrije wil' te praten. Dat wordt dan eigenlijk lachwekkend. Want dat is het niveau van de persoon. En toch heb IK dat hardnekkige idee dat ik kan kiezen of ik me bijvoorbeeld vereenzelvig of niet. Ik kan toch weten dat ik in een identiteit zit en ik kan dat dan toch zo laten of wijzigen?Is dat zo? Heb je echt die keuze? Als het gebeurt, is dat genade. Het is altijd genade. Hoe je het ook wendt of keert. Het is niet anders. Als de tijd rijp is, gebeurt het. Als je dus denkt dat er zoiets als subject-object is en dat jij aan de subjectieve kant zit, kun je daar je aandacht op richten. Dat moment is wel heel belangrijk; daar komt het wel op aan. Dan is het pas een feit, maar als je je aandacht kan richten, is ook dát genade. Het is dus genade als dat gebeurt en niet omdat er een 'ik' is dat iets kan doen. Het blijft altijd Bewustzijn dat het doet. Op zich is het een opening als je je aandacht kan richten, maar dat is puur genade ...Je aandacht richten is een fantastische opening, want het is net zoals het NU, en je ziet dan steeds beter dat de hele vrije wil een loos woord is, maar dat dat loze woord je brengt naar het feit dat Bewustzijn alles regelt. Hoe meer je daar in gaat, hoe meer je ziet dat Bewustzijn alles regelt. En dan hou je op met het mensen uit te leggen en te verbeteren als ze dat zelf niet willen. Dat impliceert het. Als ik steeds meer ga zien dat Bewustzijn alles doet, heb ik geen taak. Ik

Page 17: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

heb ook geen taak.

Dan kun je je ook niet meer ergeren aan andere mensen.Nee, niks. Er is wel ergernis, dat kan, maar dat komt niet door die mensen; het is niet meer dan een gedachte die langskomt.

Je kan dus eigenlijk niets verkeerd doen.Nee. En ook niets goed doen.

Eigenlijk had ik dit of dat willen doen. Dat is dus allemaal onzin?Ja, dat is loodsvisjesgelul. Ik zie een boompje, ik denk wat een mooi boompje, ik maai eromheen, ik let even niet op, weg boompje. Had ik nou maar beter opgelet! Nou, dat slaat dus nergens op. En dan zegt de volgende gedachte: zie je nu wel, je bent er niet bij. Daarna gaan die loodvisjes aan de gang. En als je erop ingaat, ga je het nog geloven ook! Je doet je best, en dat weet je, en als je niet je best doet, weet je het ook.Dat betekent niet dat je jezelf moet inhouden als de kinderen weer staan te blèren, of je spreekt jezelf even toe als je dreigt in een poel van zelfmedelijden ten onder te gaan. Dan kan het geen kwaad jezelf even te vermannen of te vervrouwen, maar dat moet je niet overdrijven; over het algemeen moet je daar niets aan doen. Het zij zo. Je kan hoogstens zeggen 'wat stom van jantje', maar dat betekent op een gegeven moment ook niets meer.

Dan heb je tenminste wel wat distantie.Daar heb ik lange tijd 'jantje' voor gebruikt; gebruik, als dat je aanspreekt jantje maar als derde persoon, want daardoor zie je dat het jantje's probleem is en niet het mijne, want ik ben jantje niet, ik ben dat waar jantje in verschijnt. Daardoor krijg je steeds die subtiele afstand tussen jan en zijn wereld, en Mij. Net zolang tot ik in staat ben om dat definitief te krijgen: dat Ik dus die hele jan niet kan zijn en dat er alleen maar het kennen van jan is, en dan komt er definitief een breuk. In het begin moet ik hem een beetje jo-jo-en.

Als een stukje film waar jantje dit en dat in doet?Ja.

Het heeft niets met mij te maken?Nee. Ook al valt jantje weer als een blok voor alle verhalen en en open je alle 'e-mails' met smartlap en al. Zodra je weer bijkomt, zie je dat alles flauwekul was. En dat je er dus niet moet intrappen met 'zie je wel, het is niks voor mij, want ik heb de e-mails weer geopend, ik ben er weer in gevallen, dus heb ik het weer niet begrepen, enzovoort, enzovoort.' Dan moet je ook dat weer kunnen passeren. En zodra je dat kan, maakt het je niet meer uit of je erin valt, of je je identificeert of niet, want hoe kan het water nu ergens in vallen? En als je eenmaal weet dat alles water is, is het onzinnig om te denken dat de ene 'golf' het beter had gekund dan de andere 'golf' als je het over het water hebt. Maar als we het hebben over vaardigheden of capaciteiten of aanleg of dat de ene 'golf' socialer is, ja, dat is wat anders, maar dan hebben we het over een heel ander niveau. Dan zeg ik: 'Geef aan Caesar wat van Caesar is en geef aan God wat van God is.' Je moet gewoon weten wat je sterke en zwakke punten zijn, van jou, als persoon. Mijn sterke punten zijn zus of zo, mijn zwakheden zijn zus of zo. Dat maakt het leven juist zo leuk.

Heb je nog meer adviezen?Het beste is om bij voorbaat al te weten dat er in moeilijke toestanden geklets

Page 18: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

in je hoofd opkomt. Je moet dat dus vóór zijn op momenten dat er nog geen problemen zijn. Dat moet je weten. Ga niet alleen maar 'op zoek' als er al een rotsituatie is, want dan ga je rotsituaties oproepen om te kunnen gaan 'zoeken'. Heel veel mensen beginnen pas te zoeken of serieus naar zichzelf te kijken als ze zich rot voelen of in een crisissituatie verzeild zijn geraakt. Dan gaat dat 'zoeken' zich verweven met rotsituaties en creëert rotsituaties zodat je gaat 'zoeken'. Als je dat regelmatig doet en dus juist op momenten dat je je goed voelt, waarin er ogenschijnlijk helemaal geen behoefte is om naar 'jezelf' te zoeken, dan is dat veel beter, want dat roept eerder een fijn gevoel op bij dat zoeken en kan je dat ook langzaam beter 'trainen', wat dat ook moge zijn...In mijn geval had ik veel aan het 'suizen van de stilte'*. Als dat je aanspreekt, kun je dat toepassen tijdens de afwas of bij de koffie en dan kun je het ook wanneer er een crisissituatie is of als je staat te huilen wanneer al je spullen zijn gestolen en bij het verwerken van allerlei traumatische dingen. Door de aandacht te richten op het suizen van de stilte, wat nou toevallig van nature een goede manier voor mij bleek te zijn, kun je handelen en tegelijkertijd zien hoe het zit en zien dat je volstrekt machteloos bent en dat het ook volstrekt niet iets is waar je ooit inspraak in had of zult hebben. Dan ga je ook niet meer de gevolgen van je handelingen beoordelen, want je ziet ook dat jou nooit iets gevraagd is...En hopelijk lukt het je dan ook nog om van de WAAROM-vraag af te blijven! Zodra je een waarom-vraag hebt, gelijk stoppen. Gelijk die e-mail ongeopend verwijderen. Delete. WAAROM? Delete. WAAROM? Delete. Het wordt steeds makkelijker.

Alexander zei altijd over dat 'waarom dit of waarom dat' of dit 'willen of niet willen': 'Je wil wat er niet is en je wil niet wat er is', zo simpel is het, zei hij dan en volgens jou wilde Wolter ook niet zo graag ingaan op dat 'willen' van ons en over 'vrije wil' enzovoort.Nee, want 'willen' betekent altijd 'iets willen' en dat houdt in dat je het niet eens bent met wat er NU is. Je wilt iets wijzigen aan de realiteit! Wolter sprak er niet graag over omdat het niet verduidelijkt, maar juist ingewikkelder maakt. Je kan versimpelen in plaats van ver-ingewikkelen. Hij zei: 'Je hebt wel een vrije keus, maar de keuze zelf kun je niet kiezen', ofwel: je kunt wel kiezen tussen links of rechts, maar WAAROM je links of rechts kiest, kun je niet weten. Dat gebeurt spontaan. Hij zag natuurlijk, net zoals ik en zoals iedereen die dat weet, dat je op moet passen omdat je constant verwevingen hebt en de meeste mensen die op het eerste niveau zitten, willen eigenlijk antwoord van het tweede niveau. Basis-schoolkinderen die aankomen met de 'relativiteitstheorie' van Einstein. Dat slaat nergens op. Wij mogen niet onbeleefd zijn en dus zeggen we zoveel mogelijk wat het is. En in wezen is het zo simpel. Vroeger was alles heel intellectueel. Die boeken over filosofie ..... nou ja, ik heb er 3 uur in gekeken, ik kon geen één woord uitspreken! En dit gaat over zoiets simpels, zoiets concreets, zoiets onvoorstelbaar simpels... dat je niet eens kan begrijpen dat er zoveel boeken over geschreven worden.

En dat je er nog over kan praten!Dat blijft zo. Ik kan er altijd over praten.

Dat zei Nisargadatta ook, zelfs toen hij op sterven lag en nog steeds kon praten.Ja, het is verbazend. Het is het enige waar ze me voor kunnen wakker maken.

Ik besluit nu te gaan lezen of naar een bandje te gaan luisteren. Dan

Page 19: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

maak ik toch een keuze!Ja, maar die keuze heb je niet in de hand. Het moment dat je het inderdaad doet, heb je niet in de hand. 'Ik kies er nu voor om die rotbui af te zetten'. Nou ja, dat kun je niet! Dat kan niemand!!

Of je zegt: 'Ik hou nu op met roken' en dan steek je de volgende sigaret op.Of ik ga nu beslissen geen slechte gedachten meer te hebben.

Het gaat er dus om dat we geen niveaus door elkaar moeten halen.Ja. Geef aan Caesar wat van Caesar is, geef God wat van God is. En in sommige gevallen moet je de linkerhand niet vertellen wat de rechterhand doet.Een ander advies is onderzoek doen naar die 'vrije wil' door bijvoorbeeld een huis te gaan kopen en tijdens het zoeken naar een huis je af te vragen waarom je het ene huis wel en het andere huis niet wil. Je kan je gaan afvragen waarom je bij de ene eigenaar wel koffie drinkt en bij de ander niet. Je kan je gaan afvragen waarom je iets mooi vindt; je kan je afvragen waarom je die ene auto koopt en niet die andere. Onderzoek het. Kijk of het waar is dat JIJ dat doet. Dan kom je erachter dat je bij het antwoord 'ik weet het niet' uitkomt en dat je dus niet echt weet waarom je iets 'doet'. Toen ik hier stond toen wist ik 'dit huis wil ik'. Als dat moment komt dan komt het vanzelf maar dan zegt het hoofd gelijk 'ik heb het beslist'. Dat is helemaal niet waar. Het kwam spontaan. Maar dat willen de meeste mensen niet horen, want de meeste mensen zijn bezig met dingen concreet maken – ik wil een baan, een gezin, een kind, geld op de bank, een auto – en in dat verband zeg ik: 'vrije wil bestaat'. Als je een betere baan wil hebben, doe maar net alsof de vrije wil bestaat, ga je baan creëren, ga je huis creëren, ga je leven op orde maken, leer kiezen, zorg dat je vaardigheden hebt om het leven aan te kunnen – maar dat is een ander niveau dan waar wij het over hebben.Geef aan Caesar wat van Caesar is en geef aan God wat van God is.Die twee niveaus moet je niet door elkaar halen.Anders zou je kunnen zeggen 'dan hoef ik geen opleiding meer te doen' en dergelijke. Nee, je moet wel een opleiding doen. Je moet kunnen functioneren in deze wereld. Blijf stemmen, doe mee, ontwikkel je, probeer een evenwichtig ego te krijgen, en dan kun je er pas vanaf komen. Een gefrustreerd ego kan echt zichzelf niet loslaten. Kan zichzelf alleen maar verminken en zichzelf vermoorden, maar niet zichzelf doorzien. Het zou mooi zijn als je de persoonlijkheid eerst in een zekere mate van evenwicht brengt. Een zich minderwaardig voelend ego'tje zoals ik had een diploma nodig om te weten wie hij is. Op het moment dat ik mijn diploma had, was het voor mij duidelijk. Het was mijn laatste diploma. Als mijn ego had gezegd dat jantje eerst nog professor moest worden... dan had ik een probleem gehad. Op het moment dat jantje wat bereikt had, kon ik jan loslaten.

Dat gebeurde nog dezelfde dag?Ja.

Wanneer was dat?3 juni 1983. De dag dat ik m'n scriptie moest verdedigen.Toen weigerde ik nog langer aan dat spelletje mee te doen. En toen was er in die trein naar Wolter in Frankrijk een schat van een homoseksueel die alles voor me deed. Alsof hij aanvoelde wat er met me gebeurde. Ik volgde alles,

Page 20: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

maar ik was alleen nog maar naar binnen gericht. Ik bedoel daarmee: ik ging niet naar 'buiten'. Ik bleef rustig zitten. Hij haalde de broodjes en zorgde ongevraagd voor me.Ik zeg altijd: als je nog een verlangen hebt, ga daar dan eerst mee aan de slag, als het tenminste reëel is. Dat onderzoek moet je constant doen: 'Wie ben ik' of 'Waar verschijnt dat in'? Dat onderzoek moet je constant doen. Het liefst als je geen problemen hebt.

Wat is het verschil tussen het zoeken naar waarheid en het psychologische traject? Dat zijn toch verschillende sporen?Dat is afhankelijk van je aanleg. Als ik een gefrustreerd ego'tje heb en ik ga hatha yoga doen en op m'n kop staan en mediteren en daar rust uit krijg, had ik die rust misschien ook wel gekregen door een goede encountergroep zoals dat vroeger heette. Dat doet er niet toe. Het gaat om het moment dat je je serieus gaat afvragen 'wie ben ik?'. Vanaf dat moment begin je pas echt te zoeken. Daarvóór is alles eigenlijk alleen maar een beetje sleutelen aan jezelf, aan de persoonlijkheid, aan de buitenkant. Ik ging zoeken omdat ik niks met de wereld kon. Ik was ongelukkig. Ik wist niet wat liefde was en zo. Er is vaak ook een heel scala aan voorwaarden. Als ik verlicht word ga ik .... Zo werkt het niet. Als je nog plannen hebt, zijn er nog verborgen agendapuntjes en moet je die eerst boven water zien te krijgen. En doen. Zo leer je kijken naar je verlangen. Eén keer goed kijken wat er gebeurt en dan weet je het. Wil je nog 10 x de Eiffeltoren beklimmen? Wil je dat gevoel hebben? Doe dat dan en kijk wat er gebeurt met je verlangen. Komt er dan meteen weer een nieuw verlangen op, dan herken je wat er gebeurt. Ga daar dan maar net zolang mee door tot je de beweging doorziet. Als je inziet dat het vorige verlangen niets betekende en dat het dit keer ook niets betekent, dan merk je dat je nieuwe verlangen je ook niet brengt wat je eigenlijk zoekt. En dan weet je dat verlangens iets zijn van de persoon en niet van wie je werkelijk bent.

Ik wil eigenlijk nog altijd een parachutesprong durven maken.Dat begrijp ik. Zulke dingen had ik ook, maar het is flauwekul. Dan moet er dus eerst een durvertje zijn en dan pas ... ben je gelukkig? Ga je dan pas leven? Kun je dan pas verlicht worden? Een jantje die iets durft voordat hij als golf kan zien dat ie uit water bestaat? ... Eerst durven en dan pas zal de realisatie zich voltrekken? Jaja, dat noemen we 'voorwaarden scheppen'. * Zie Amigo #1 'Suizologie': Jan over aandacht voor de aandacht. [interview: Belle Bruins]

 Jan van Delden

Page 21: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Elke ontsnapping gedoemd te mislukkenOnderstaand interview met Alexander vond plaats in 1988. Dat lijkt een eeuwigheid geleden. Voor mij was het de tijd van de naweeën van een spirituele zoektocht waarbij generatiegenoten uit alle delen van de wereld massaal naar nieuwe wegen en dimensies van religieuze beleving zochten en in contact kwamen met de tegenstellingen tussen West en Oost. We hadden nieuwe begrippen en idealen, waarden en normen geleerd. Overal ontstonden 'spirituele' leefgemeenschappen; we bouwden aan een 'nieuwe wereld' die weer ineenstortte, zoals altijd en steeds weer. In geschreven of vertaalde teksten werden woorden als Guru of Leermeester of Hem en Haar met Hoofdletters geschreven en werden Hij of Zij aanbeden en bejegend als een Godheid, zoals dat nog steeds gewoonte is in India en in de haar omringende landen.

Ik merk nu, anno 2001, dat mijn vraaggesprek met Alexander die tijdgeest reflecteert. 'Het lijkt nu ouderwets' schrijft Sietske Roegholt als reactie op een brief van mij 'om zo over leraren te denken die immers tegenwoordig allemaal eerder een vriend willen zijn of nog zo jong zijn in hun al dan niet complete realisatie...' We vinden allebei dat er een andere tijd is aangebroken, die van de totale demythologisering van de leraar. Sommigen juichen dat toe, anderen houden hun hart vast. Gooien we het kind met het badwater weg? Zijn er wellicht niet genoeg mensen van het kaliber van een Nisargadatta onder ons op dit moment? Vragen zonder antwoord. Wie het weet mag het zeggen.

Een van de redenen dat dit interview nooit eerder openbaar gemaakt is, was omdat Alexander mij altijd geleerd heeft dat leerlingen nooit zouden moeten weten hoe hun leermeester tot helderheid kwam; het zou hen op ideeën brengen over hoe 'het' dient te gebeurten. Nu, 3 jaar na zijn dood, merk ik twee dingen op: er staat bijna dagelijks ergens ter wereld een nieuwe leermeester of leermeesteres op en b. ze spreken bijna allemaal openlijk over hun realisatie. En de zoekers? Zo langzamerhand zijn die er op een volwassen manier van doordrongen dat 'het' slechts een 'gebeurtenis' is die daarenboven net zoveel vormen aanneemt als er mensen zijn.

Wat Alexander had voorzien, is allang 'werkelijkheid', hoe erg hij dat ook zou vinden: het Westen heeft zich op het gebied van de Oosterse religieuze beleving veel eigen gemaakt. Het ligt in de aard der dingen dat deze nieuwe bloem er kwam, want zo moet het gaan, zo is het en zo zal het altijd zijn in het Spel van Bewustzijn.

b.b., 21.10.2001

In gesprek met Alexander Smit. September 1988.Locatie: de keuken van zijn huis aan de Prinsengracht in Amsterdam. We waren bezig met het doornemen van de vertaling van THE NECTAR OF THE LORD'S FEET (Nederlandse titel ZELF-REALISATIE)

Page 22: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

van zijn leermeester Sri Nisargadatta Maharaj en hij wilde ter afwisseling best eens een 'interview' doen, als een soort oefening. Het interview heeft een computercrash, inbraken en diefstal overleefd, want gelukkig had ik de band indertijd al uitgetypt en geprint. Die heb ik jarenlang als een schat bewaard. Tot nu.

(Alexander als 25 jarige)

Alexander leerde Nisargadatta kennen in september 1978. Begin september van hetzelfde jaar was Jacques Lewensztain (leraar Yoga) in India geweest en kwam terug met het boek I AM THAT en tapes van Nisargadatta.

Alexander: Dat boek kwam in handen van Wolter Keers. Die was er erg blij mee, want na het sterven van Krishna Menon (Wolters leermeester) had hij niet meer zoiets puur advaitisch gehoord. Nadat Wolter het boek had gelezen, besloot hij het te vertalen en uit te geven 'want dit is zo ontzettend goed'.Wolter gaf mij het boek onmiddellijk en ik was er heel erg door aangedaan. Toen kwam er een artikel in Panorama of De Nieuwe Revu: GOD HEEFT GEEN TANDEN. Een slecht geschreven verhaal door die jongen die Showroom deed (TV). Een levensgrote foto over twee pagina's van de kop van Nisargadatta. Dat was eigenlijk mijn eerste kennismaking met Nisargadatta Maharaj.Wolter had toen al gezegd: ik kan niets meer voor jou doen. Je hebt iemand nodig, maar ik zou niet weten wie. Maar toen hij I AM THAT gelezen had, zei hij: 'Als ik je een advies mag geven, ga onmiddellijk daarnaartoe.' En dat heb ik gedaan.

Wat zocht je?Ik zocht niks meer. Ik wist alles. Maar als je me echt vroeg wat ik begrepen had, dan zou ik gezegd hebben: ik weet het eigenlijk niet. Iets essentieels weet ik niet. Er zat een soort blinde vlek in me waar niemand raad mee wist. Krishnamurti wist daar niets op te zeggen. Bhagwan was voor ons in die tijd niet iemand waar wij naartoe zouden gaan, althans niet voor dit soort zaken. Da Free John was het ook niet. In die tijd waren dit de mensen die bekend waren. Ik had een blinde vlek. En het typerende van een 'blinde vlek' is dat je niet weet wat het is. Je weet alleen dat als je heel eerlijk zou zijn, als je werkelijk tot op de bodem zou gaan bij jezelf, dat je het raadseltje niet had opgelost.

Voor het eerst in Bombay?Een trappetje naar boven, naar een zolderkamer. Eerst kwam mijn kop en het eerste wat ik zag, was mevrouw Satprem en Nisargadatta. Er waren misschien drie of vier mensen.'Hier ben ik,' zei ik. En hij zei: 'So, finally you came.'Ja, dat zeggen ze allemaal, dat heb ik later gehoord, maar voor mij was het voor het eerst dat ik dat hoorde.

Page 23: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Ik had wel het gevoel toen ik binnenkwam dat het nu echt ernst was. Nu is er geen ontsnapping meer mogelijk. Hier gebeurt echt iets.Ik had natuurlijk al heel wat van die mensen ontmoet: Krishnamurti, Jean Klein, Wolter, Swami Ranganathananda, Douglas Harding en ook Indiërs, minder bekende figuren en voor Ramana Maharshi en Krishna Menon was ik natuurlijk te jong. Die zijn in de vijftiger jaren overleden. Toen was ik 7 of 8 jaar. Dat is geen leeftijd om je met die dingen bezig te houden.In die tijd gold voor ons: wachten op een levende leermeester. En ik had heel sterk het gevoel dat hij de man was die ik zocht.Hij vroeg of ik getrouwd was, wat ik deed, waarom ik naar India gekomen was.

Wat wilde je precies van hem?Zelf-realisatie. Ik wilde weten hoe het in elkaar zat. Ik zei: 'Ik heb gehoord dat u de grootste egokiller bent die er bestaat. En dat wil ik.' Hij zei: 'Ik ben geen killer, ik ben een diamantslijper. Jij bent ook een diamant, maar je bent een ruwe diamant en je moet nog geslepen worden en je kan alleen maar geslepen worden door een zuivere diamant. En dat is heel precies werk, want als je dat verkeerd doet, valt ie in honderd stukjes uiteen en heb je niets meer over. Heb je vragen?Ik zei dat Maurice Frydman de doorslaggevende reden was van mijn komst. Frydman was een vriend van Krishnamurti. Die logeerde altijd bij Frydman en Frydman was van plan al het vroegere werk van Krishnamurti uit te geven bij Uitgeverij Chetana in Bombay en hij had van meneer Dikshit (de uitgever) gehoord dat er in Bombay iemand was die Frydman moest ontmoeten. (I AM THAT was uiteraard nog niet uitgegeven want Frydman moest Nisargadatta nog ontmoeten). Frydman ging ernaartoe met zijn gebruikelijke sceptische ideeën. Hij kwam daar binnen en binnen twee weken was hem duidelijk wat hem nooit duidelijk was geworden bij Krishnamurti. En toen dacht ik: als het bij Frydman in twee weken duidelijk is, hoe zou het dan met mij gaan?Dat vertelde ik aan Nisargadatta en hij zei: 'Dat zegt niets over mij, maar het zegt alles over Frydman.' En hij zei ook: 'Mensen die Krishnamurti niet begrijpen, begrijpen zichzelf niet.' En dat vond ik heel mooi, want bijna alle guru's die ik kende, kraakten altijd iedereen af. Het leek of hij mij wilde ontspannen. Hij lanceerde geen provocaties. Ik kon ontspannen, want je begrijpt dat het uiteraard een nogal spannende toestand was daar.Hij zei: 'Heb je vragen?'Ik zei: 'Nee.''Wanneer ga je komen?''Als u mij toestaat, elke dag.''Dat is goed. Kom maar tweemaal per dag. 's Morgens en 's middags, voor de lezingen en dan zien we wel hoe het gaat.'Ik zei: 'Ja, en ik ga niet weg voordat het duidelijk is.'

Page 24: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Hij zei: 'Dat is goed.'

Was het waar?Ja. Zonder meer. Want wat hij deed – in twee minuten maakte hij duidelijk, waar je ook mee kwam, dat de kennis waar je mee kwam niet van jou was. Dat het uit een boek was, dat je het geleend of gejat had of dat het fantasie was, maar dat je eigenlijk niet in staat was een directe waarneming te hebben, a direct perception, direct te kijken, onmiddellijk, zonder mediator, zonder zelfbewustzijn.En daar schrok ik verschrikkelijk van. Want alles wat je zei werd op een brute manier afgekapt.

Wat gebeurde er precies met jou?De tweede dag vroeg hij of ik wat te vragen heb. Toen begon ik op een min of meer romantische manier een vraag te stellen over reïncarnatie. Ik vertelde dat ik altijd een binding met India had, dat toen ik het woord 'India' voor het eerst hoorde, dat een shock voor me was, dat ik me erg thuisvoelde in India en dat het woord 'yoga' als een bom insloeg toen ik het een keer hoorde op TV en ook het woord 'Brits Indië', alsof een hond z'n baas hoort fluiten. En, vroeg ik, zou het misschien betekenen dat ik in vorige levens in India gewoond heb? En toen begon hij in het Marathi ongelofelijk te schelden en opgewonden te doen en dat duurde minstens tien minuten. Ik dacht my god wat krijgen we nou? Die vertaler was het kennelijk gewend want die zat er heel rustig bij en toen Maharaj klaar was vatte de vertaler het samen: 'Maharaj vraagt zich af of u wel serieus bent. Gisteren kwam u hier en u wilde zelf-realisatie, maar nu komt u aan met vragen die thuis horen op een fröbelschool.'...Zo werd je gedwongen ongelofelijk alert te zijn. Alles telde heel zwaar. Binnen een paar dagen werd me duidelijk dat ik echt helemaal niets wist. Dat alles wat ik wist, dat alle kennis die ik verzameld had boekenkennis was, dat het tweedehands was, dat het aangeleerd was, maar dat ik vanuit mezelf niets wist.Ik kan je verzekeren dat dat wel de nodige dingen in beweging zette. En zo ging dat elke dag! Waar ik ook mee kwam. Of ik een intelligente vraag stelde of een domme vraag maakte absoluut geen enkel verschil. En de ene dag beweerde hij dit en de andere dag beweerde hij het tegenovergestelde en de dag daarna draaide hij het nog een keer om hoewel dat eigenlijk niet kon. Enzovoort, tot ik al observerende in de gaten kreeg waarom dat was en dat was een heel wonderlijke realisatie. Waarom probeer ik steeds om alles in concepten te proppen, om alles te begrijpen via het denken of in de gevoelssfeer?En hij gaf me tips hoe ik op een andere manier naar de dingen kon kijken. Echt kijken dus. En toen werd het me duidelijk dat het gewoon geen enkele zin had om jezelf – dat wat je dan jezelf noemt – op zo'n manier te bezien of te beschouwen of zelfs niet te beschouwen. Dat was een absolute ondermijning van het zelfbewustzijn, zoals een termiet een stoel opeet. Op een gegeven moment is het zaagsel. Het ziet er nog wel uit als een stoel, maar het is geen stoel meer.

Leidde dat tot je realisatie?Hij bleef aan de gang op die manier. En toen kwam er een moment dat ik er schoon genoeg van had. Echt zo schoon genoeg dat ik ... ik zal niet zeggen kwaad werd, maar er vond een verschuiving plaats, een accentverschuiving van alle autoriteit buiten mij, met inbegrip van Nisargadatta, naar een autoriteit binnen in mijzelf. Hij was aan het praten en op een gegeven moment zei hij 'niemand'. Hij zei: 'Er is hier natuurlijk niet iemand die praat.' Dat werd

Page 25: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

me teveel. En ik zei: 'Als je dan niet praat waarom hou je je mond dan niet? Waarom dan nog iets zeggen?'En het leek wel of hij daarop gewacht had. Hij zei: 'Wil je dat ik niet meer praat? Is goed, dan praat ik vanaf nu niet meer en als mensen iets willen weten, dan gaan ze maar naar Alexander. Vanaf nu wordt er niet meer vertaald, vertalers hoeven niet meer te komen, er wordt geen Engels meer gesproken. Er wordt alleen nog maar Marathi gesproken en als mensen problemen hebben gaan ze maar naar Alexander want die schijnt hier alles te weten.'En het gedonder met de anderen, de slijmjurken en de slijmballen die zeiden dat ik m'n excuses moest aanbieden! Van m'n leven niet. Ja, je kan je excuus niet aanbieden aan een niemand hè?!En tegen mij zei hij: 'En jij, jij kan hier niet meer komen.' En ik: 'Hoezo kan ik hier niet meer komen. Hou me maar eens tegen. Ben je helemaal besodemieterd.' En de vertalers waren daarover helemaal over hun toeren natuurlijk. Ze zeiden dat zoiets nog nooit vertoond was. En hij was kwaad! Niet te geloven zo kwaad! En de geschenken die ik voor hem had meegebracht gooide hij voor m'n voeten en hij zei: 'Niets wil ik van jou. Nothing from you I want.'

En dat gaf de doorslag, want toen gebeurde er iets, er was geen denken want ik was ... die autoriteitsverschuiving had plaatsgevonden. Zoals ik het ervoer kwam er van alle kanten van alles op me af: de logica, het verstand, het intellect van de ene kant en tegelijkertijd van de andere kant het hart, de gevoelens en alle fenomenen, al het gemanifesteerde kwam allemaal regelrecht van alle kanten tegelijk op me af naar een absoluut centrum waar de boel explodeerde. Knal. Niet te geloven. Daarna was het duidelijk voor me ...De volgende dag ging ik er gewoon naartoe. Er was wel een lezing, maar er werd inderdaad geen Engels gesproken. Ik kan je verzekeren dat de spanning te snijden was, want ik was de schuldige natuurlijk. Dat wou hij me in de schoenen schuiven en die vertalers zaten er gewoon een beetje bij. Er werd zelfs niet gesproken. En de dag daarna waren er niet eens lezingen. Kwam ie eraan met de auto, reed weg toen hij mij zag en ging naar de bioscoop ... Toen heb ik hem een brief geschreven. Twaalf kantjes. In perfect Engels. Die brief heb ik laten brengen. Ik vond dat het nu de spuigaten uitliep. Ik heb alles opgeschreven. En zijn antwoord was: laat hem morgen om 10 uur komen. En die dag las hij mijn brief voor en zei: 'You understood. Deze confrontatie was nodig voor de eliminatie van dat zelfbewustzijn. But you understood completely and I am very happy with your letter and nothing happened.' Dat luchtte de zaak natuurlijk wel op. Hij vroeg of ik nog langer wilde blijven. 'Vanuit deze situatie, die op 21 september 1978 plaatsvond, wil ik in liefde hier zijn.' En hij zei: 'Dat is goed.' Vanaf die dag heb ik alle gesprekken bijgewoond en ook af en toe vertaald als er bijvoorbeeld Spanjaarden kwamen of Fransen of Duitsers die slecht Engels verstonden. Ik was toen zo'n beetje een hulpje.

Je past dus echt dezelfde methode toe als hij: het elimineren van het zelfbewustzijn tot op het bot en de mensen hun vereenzelvigingen laten zien. Was dat zijn methode?Ja. Het valse als het valse herkennen en daarmee de waarheid geboren laten worden. Maar het wonderlijke was, het basisdilemma van MIJ en als ik 'mij' zeg bedoel ik in zekere zin iedereen, dat je je op een gegeven moment afvraagt: waar ik voor gekomen ben, blijkt dus iets totaal anders te zijn dan wat ik dacht. Iedereen heeft ideeën over deze kwestie en ik had in de verste verte niet vermoed dat de Verwerkelijking daarvan iets dergelijks zou zijn. Dat ten

Page 26: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

eerste. Ten tweede blijkt dat je op een gegeven moment min of meer voor de keuze staat om je zelfbewustzijn te handhaven uit trots, arrogantie, intellect. En de functie van de Guru, de vaardigheid waarmee hij de vluchtwegen van de discipel tot de wezenlijke zelfconfrontatie kon afsluiten, was bij hem ongehoord, althans in mijn geval. En voor mij was dat de doorslaggevende factor. Want als er een mogelijkheid was geweest om te 'ontsnappen' had ik dat zeker gedaan. Als een dief die toch nog probeert 'm te smeren.

Zei hij er ooit nog iets over?Hij zei erover dat er ook een ongelofelijke moed voor nodig is om niet te vluchten. En dat mijn komst hem bijna een hartaanval bezorgde. Dat hij eigenlijk niet meer de kracht had om zulke gevallen als ik aan te pakken naarmate hij ouder werd. Ik heb dus het gevoel dat ik precies op tijd gekomen ben. Later werd hij ziek. Hij zei: 'Ik heb geen kracht meer om mensen te overtuigen. Als het je bevalt, blijf dan komen, misschien heb je er wat aan, maar ik heb de kracht niet meer om mensen zoals hij' (en dan wees hij naar mij) 'te overtuigen.' Ik ben hem zo dankbaar. Want het laat alleen maar zien hoe groot mijn verzet was. Er moet een evenredige kracht zijn die net iets sterker is dan jouw vreemdste en sterkste verzet. Dat heb je nodig. Het laat zien hoe groot mijn verzet was. En het laat zien hoe groot zijn kracht was. En zijn vaardigheid. En daarom is hij voor mij dus de grote Satguru. Het feit dat hij in staat was om de slimste afweer – en ik kan je verzekeren dat na 15 jaar me te hebben verdiept in dat soort zaken – mijn afweer uiterst geraffineerd en slim was, maar voor hem moeilijk, ook al kende hij zijn pappenheimers. Ik was echt een moeilijk geval. Daarom moest ik naar zo'n moeilijk iemand natuurlijk. Het zegt veel over mij. Net zoals hij in het begin zei dat het alles zegt over Frydman. Maar de vaardigheid waarmee hij alle vluchtwegen van de leugen en de valsheid kon afsluiten, heb ik nergens anders zo gigantisch groots gezien.Ik ben natuurlijk niet overal geweest, maar bij Ramana Maharshi smolt je gewoon. Dat was een heel andere manier. Bij Krishna Menon kon het intellect niet standhouden bij zo'n gigantische demontage, maar bij Nisargadatta was elke ontsnapping gedoemd te mislukken. Mensen die kwamen om iets te halen of mensen die dachten daar iets te kunnen brengen, stonden binnen vijf minuten geestelijk gesproken naakt buiten. Ik heb daar heel veel mensen in grote verschrikking weg zien lopen. Op een gegeven moment was ik helemaal niet meer bang, omdat ik het gevoel had dat er toch niets meer te verliezen was. Dus kan ik ook niet zeggen dat het nou echt moedig van me was. Ik kan alleen zeggen dat ik in zekere zin met hem in de aanval ben gegaan. En het leuke was dat hij het ook heel erg waardeerde. Want hij stuurde wel mensen weg, maar die gingen dan ook echt en kwamen meestal niet meer terug en dan zei hij: 'Dat zijn lafaards. Ik heb ze niet weggestuurd, ik heb dat deel van hen weggestuurd dat niet acceptabel is hier.' En als ze dan weer kwamen, helemaal open, dan zei hij er niets over. Maar tijdens dat gebeuren met mij vergaten de mensen dat. Er was ook een dokter, een heel fijne man, die zei: 'Denk niet dat hij heel bruut tegen je is; je hebt er geen idee van hoeveel liefde erin zit om dit met jou te doen.' 'Jajajaja, dat weet ik wel,' zei ik, want ik wilde van niemand commentaar. Tenslotte was dit waar ik voor gekomen was! Alleen de vorm waarin het gebeurde, die was wel even iets totaal anders dan wat ik ook maar in de verste verte had kunnen vermoeden. Maar nogmaals, dat zegt meer over mij dan over Maharaj. En dat denk ik nog steeds.

Zijn methode was dus je het valse als vals te laten herkennen, de onwaarheid als onwaarheid te leren doorzien en daardoor tot waarheid te komen?Ja. En dat ging dieper dan ik ooit had kunnen vermoeden. Het denken was

Page 27: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

absoluut hulpeloos. Het intellect maakte geen schijn van kans. Het hart was ook een valkuil. En dat is precies wat er daar gebeurde. Dat is alles. En ik weet dat er na die dag, 21 september 1978, in mij nooit meer een greintje twijfel is geweest omtrent deze kwestie en dat die autoriteit, dat gezag, die authenticiteit, nooit meer de wijk genomen heeft, zich nooit meer verplaatst heeft. Er is geen enkele autoriteit op de wereld, in deze wereld noch in een andere wereld, die mij uit die Realisatie kan stoten. Zo ligt het.

Heeft Maharaj gezegd dat je na die realisatie iets moest doen?Ik vroeg: 'Het is allemaal mooi, maar wat nu? Wat moet ik met mijn leven?' Toen zei hij: 'You just talk and people will take care of you.' En zo is het gegaan.

Ging je hem vaak bezoeken?Verschillende keren. Zo vaak ik kon was ik daar elk jaar twee of drie maanden. Tot de allerlaatste keer. En toen ik wist dat ik hem nooit meer zou zien, was er ook helemaal geen verdriet of zoiets. Het was gewoon zoals het was. Het was prima zo.

Deed hij tegen anderen ook zoals tegen jou?Niet zo intens en niet zo persistent.

Je krijgt wat je aangeeft?Ja, dat is zo. In zekere zin deed hij dat bij iedereen, maar als iemand heel gevoelig was, pakte hij dat toch anders aan. Het scheelt natuurlijk of er een oudere non voor je zit of een rebel zoals ik. Die er ook uitziet alsof hij wel iets hebben kan natuurlijk. De laatste keer zei hij: 'He will be powerful in Europe. He has the Knowledge. He will be the source of what I am teaching.' En dan wees ie met die koplampen van ogen naar mij. Dat is toch heel wonderlijk...Het is nu tien jaar geleden en het lijkt een week. Ik heb in de loop der jaren de woorden van hem leren waarderen. Waar ik eerder vraagtekens bij zette, zie ik nu manifest worden. Eerst dacht ik: zoals hij dit verwoordt is toch typisch Indiase conditionering, maar het wonderlijke is dat alle adviezen die hij heeft gegeven mij leerden me daaraan te houden. Ik heb me er ook een paar keer niet aan gehouden en dat heeft altijd tot rampen geleid.

Zoals?Hij heeft bijvoorbeeld tegen mij gezegd: 'Don't challenge the Great Ones. Let them. Let them enjoy.' En ik moet zeggen dat ik daar moeite mee gehad heb. Maar mijn rebelse karakter kennende – en dat heeft hij natuurlijk onmiddellijk gezien – moest hij me dat toch meegeven. En steeds als ik merk dat dat aspect van mijn karakter zich wil uitdrukken, hoor ik zijn stem 'Don't challenge the Great Ones.' Hij voorzag dat. Dat weet ik zeker. En zo heeft hij nog een aantal dingen gezegd die zich ineens kunnen aandienen. Dan hoor ik hem. En Wolter heeft dat altijd gezegd. Hij zei: 'Na de zelf-realisatie zijn de enige woorden die je bij blijven de woorden van de Guru. Al je kennis verdwijnt, maar de woorden van de Guru blijven.' En ik kan nu bevestigen dat dat waar is. Dat dat zo is.

Was Wolter ook een discipel van Nisargadatta?Nee, maar hij is er wel vaak geweest.

Ik heb begrepen dat jij het Levende Onderricht, the Living Teaching, heel erg belangrijk vindt. Geldt dat speciaal voor Advaita?Het bezwaar van boeken over Advaita, met inbegrip van de vertalingen van de woorden van Nisargadatta is dat er te veel kennis in wordt gegeven. Dat is een

Page 28: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

bezwaar. Mensen zouden die kennis, en vooral de kennis op het hoogste niveau, kunnen gaan gebruiken ter verdediging en instandhouding van hun zelfbewustzijn. Dat maakt mijn werk moeilijker. Kennis, spirituele kennis, kan wanneer er geen levende leermeester bij is, opnieuw gebruikt worden voor het in stand houden van het 'ik', van het zelfbewustzijn. The mind is tricky, cunning. En ik spreek uit eigen ervaring! Want Advaita Vedanta kan zonder een goede levende leermeester, een goede zeg ik, een perfect zichzelf sluitend afweermechanisme zijn. Het kan een plastic zak zijn die lekt aan alle kanten, maar je kan het lek niet vinden. Je weet dat het niet klopt, maar het lijkt kloppend. Voor het mentale gebied lijkt het kloppend, maar voor het gebied van de Verwerkelijking klopt het niet. Dat is het gevaar in de Vedanta. Mits er dus een goede levende leermeester beschikbaar is, kan het geen kwaad. Maar blijf af van Advaita als er geen leermeester voorhanden is! Mits goed begeleid, kan Advaita schitterend zijn.

Bedoel je dat mensen dingen zouden kunnen doen vanuit een zogenaamd 'weten' dat ze meer zijn dan de inhoud van het bewustzijn? Dat ze er dus van uitgaan dat de inhoud eigenlijk zonder waarde is?Ja. Daarom wilde ik nooit boeken schrijven tot nu toe. Maar zolang ik leef, zijn er Living Teachings. Als ik dood ben, kunnen ze ermee doen wat ze willen, maar zolang ik leef, ben ik erbij.

Om corrigerend op te treden?Ja.

Heeft de mens een ingebouwd beschermingsmechanisme?Op het niveau van de psyche is er een beschermingsmechanisme waardoor je niet meer opneemt dan je aan kan, maar op een hoog niveau heb je onherroepelijk vroeg of laat een leermeester nodig die je bepaalde dingen zal moeten vertellen, die dingen moet uitleggen omdat je anders gegarandeerd vastloopt. Wie geen levende meester wenst, loopt vast.

Boeken zouden ertoe kunnen leiden dat mensen geïnteresseerd raken en op zoek gaan.Naar een goede leermeester van vlees en bloed. Levend!

Heeft Nisargadatta voorzien dat jij je als Guru zou gaan manifesteren?'Guru' vind ik een rotwoord, maar hij heeft wel gezegd: 'Many people will seek your blessings.'

Je kon dus niet anders. Het ging vanzelf.Hij heeft gezegd: 'Het zaad is gezaaid, de seizoenen doen de rest.'

Geldt dat niet voor iedereen?Ja, maar sommig zaad valt goed en komt uit en ander zaad komt niet op. Van een miljoen zaadcellen bereikt er maar een het eitje.

Bij Nisargadatta werden ook bhajans gezongen en bepaalde rituelen gedaan. Vooral voor de Indiërs. Deed jij daar ook aan mee?Ik heb er tweemaal aan meegedaan. De bhajans vond ik wel apart ...

Wat is het doel daarvan?Het zingen van bhajans heeft een louterend effect op lichaam, denken en voelen zodat de Kennis manifest kan worden en een plek kan vinden. Ik heb er geen behoefte aan, maar ik zie wel dat het zingen sociaal en emotioneel

Page 29: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

soulaas biedt en dus ben ik er niet tegen. Verder werd er prasad uitgedeeld en arati gedaan.

Wat is arati?Een vorm waarbij met vuur gezwaaid wordt en waar kamfer verbrand wordt. Kamfer is het symbool van het ego. Dat brandt en daar blijft niets van over. Net als er bij zelf-realisatie niets van het zelfbewustzijn over blijft. Het is een mooi ritueel. Het maakt je attent op allerlei dingen. Er wordt met vuur gezwaaid ter hoogte van je ogen opdat wat je ziet mooi mag zijn; bij je oren opdat wat je hoort zuiver mag zijn en ter hoogte van je mond opdat wat je eet zuiver mag zijn. Het is hindoestaanse symboliek die in India zo ingeburgerd is dat het meestal tot vervlakking en allerlei gewoontehandelingen is verworden. Als symbool vind ik het wel wat hebben, maar westerlingen moeten zich daar niet aan wagen tenzij ze de symboliek helemaal doorzien. Het zingen van AUM vind ik goed, dat werkt, dat zijn wetmatigheden. Het werkt voor het louteren van lichaam, denken en voelen, zodat de Kennis waar het om gaat manifest kan worden en een plek in je leven kan vinden.

Volgde Nisargadatta een bepaalde traditie?Nou en of! De Navdath Sampradya. De traditie van de Negen Guru's. De eerste was Jnaneshwar (Jnanadeva) uit de 13e eeuw, die op z'n twintigste tot zelf-realisatie kwam en ook op die leeftijd stierf. Nisargadatta was de negende.

Ben jij de tiende?Nee. Ik noem Maharaj

altijd 'de laatste der Mohikanen'.

Toch heb je het altijd over de Traditie.Ik werk volgens een traditionele achtergrond omdat daar een ervaring ligt van duizenden jaren onderricht. En onderricht dat werkt! Ik heb de Traditie leren waarderen. Ik ben eigenlijk helemaal niet traditioneel, maar in mijn hart ben ik een traditionalist. Als ik het heb over 'de traditie' dan bedoel ik de traditie van de Advaita zoals die manifest geworden is in de Navdath Sampradya.

Wat is het belang van traditie?Het belang van een traditie is net als met vioolspelen, dat je voorgangers hebt gehad die het op een bepaalde manier gedaan hebben waarvan je weet dat het werkt. Maar veel tradities zijn doodlopende tradities geworden, omdat ze niet meer werken. Daarom zie je altijd vernieuwers zoals een Boeddha, een Krishna, Krishnamurti, Ramana Maharshi in zekere zin, Bhagwan (Osho) en Nisargadatta. De manier waarop Nisargadatta het zei was toch weer heel anders dan zijn Guru het zei en de manier waarop het hier manifest wordt, is toch weer heel anders dan bij Nisargadatta. Het gaat om de 'essentie'. Zoals bewustzijn wordt overgedragen door middel van seks, zo wordt verlichting overgedragen door de Guru.

Heeft Nisargadatta jou die traditie geleerd?Je kunt een traditie niet leren; je kan alleen tot zelf-realisatie komen. En dat is

Page 30: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

wat er gebeurd is. Ik weet wat ik weet. Klaar.

En dan is er een traditie geboren?Ja, precies, je zegt het heel goed.

We zijn nu bezig met het boek 'Zelf-realisatie'. Hoe vind je dat boek?Het is geen makkelijk boek. Het is geen makkelijke bedgenoot.

Op de een of andere manier heeft het vertalen veel voor mij gedaan.Jij bent al heel lang bezig met deze zaken, dus het lezen in een vrij directe vorm van de woorden van Nisargadatta moet een effect hebben, maar zelfs jij vond het een moeilijk boek. Het thema van het boek – wie was je vóór de conceptie, voordat lichaam/denken/voelen erin kwam en vóór de vorming van woorden in de geest begon – is nou niet bepaald eenvoudig te noemen, maar na herhaaldelijk lezen en met elkaar praten en allerlei andere dingen, wordt een en ander toch duidelijk.

Het moet verteerd worden?Ja, vooral het verteren is van belang. Je kan wel een hoop eten, maar het moet ook verteerd worden.

Zag je hem ook nog wel gewoon, overdag, zoals hier in de keuken?Hij woonde in dat huis en iedereen ging naar zijn hotel of naar familie of naar vrienden of logeerde bij de tolken/vertalers. Er bleef ook altijd wel iemand in huis om een beetje voor hem te zorgen, maar iedereen ging gewoon zijns weegs. Er was geen sprake van een ashram in de gebruikelijke zin, een verzorgingsinstituut, een soort leger des heils voor zoekers. Geen sprake van.

Hoe was hij tussen de bedrijven door?Wisselend, van uiterst vriendelijk tot knorrig.

Vond je hem een aardige man?Geen seconde over nagedacht.

Zou je zijn vriend willen zijn?....

Dat kan niet?Nee, rare vraag.

Vind ik niet; je kan toch zeggen 'hij is mijn Guru maar als mens, als persoon' ... als je hem tenminste nog als persoon zou kunnen beschouwen?Een kanjer gewoon, maar ja, daar is geen zinnig woord over te zeggen.

Dat geloof ik niet.Echt niet.

Heb je weleens met hem gegeten?Ja.

Heb je weleens met hem naar muziek geluisterd?Nee.

Heb je weleens gewoon met hem gebabbeld over koetjes en kalfjes?Ja.

Hoe was dat?Gewoon, zoals met jou.

Page 31: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Vond je dat eng?Nee.

Nooit? Ook niet in het begin?Nee.

Had hij een gewoon huiselijk leven?Ja.

Was hij getrouwd?Ja. Hij had kinderen.

Hoe was hij als vader?Streng.

Hoe was hij als echtgenoot?Weet ik niet want zijn vrouw was dood.

Had hij vriendinnen?Nee.

Sprak hij weleens over seks?Nee, nooit.

Wat deed hij in zijn vrije tijd?Hij had geen vrije tijd. Al zijn tijd werd besteed aan de 'talks'. Of hij sliep of hij wandelde of hij keek naar buiten. En hij rookte een beedee-tje.

Hoe vond hij het om ziek te zijn?Vond hij niks van. Is gewoon iets van het lichaam, een aardigheidje.

Hoe was zijn houding ten aanzien van vrouwelijke 'zoekers'?Voor Indiase vrouwen was het mond dicht en luisteren. Geen vragen stellen. Tenzij ze erg dapper waren, dan stond hij ze wel toe vragen te stellen en gaf hij antwoord. Westerse vrouwen gaf hij gewoon antwoord, zoals bij de mannen. Maar bij Indiase vrouwen was hij heel traditioneel: 'just keep quiet.'

Had hij een of andere hobby?Nee.

Hoe dacht hij over Bhagwan (Osho)?Verschillend. Ligt eraan wie de vraag stelde.

Nou ja, je wil niet meer. Ik geef 't op.(lacht en zet de microfoon uit.)

[©belle bruins, 1988]

Page 32: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

De kleur van de fata morganaJan Kersschot

Wanneer we ons identificeren met onze persoon, met het concept dat we denken te zijn, zijn we natuurlijk ook gebonden aan de wetten waarin deze concepten zich manifesteren. Hiermee staat of valt ons hele verhaal. Op zoek gaan naar het antwoord op de vraag, 'hebben we nu vrije wil of niet?' is een typische vraag van de persoon die in zichzelf gelooft. En daar knelt het schoentje.Wanneer we in het midden van de Gobi woestijn een meertje zien dat omgeven is door enkele palmbomen, kunnen we inderdaad proberen dit te bestuderen. En wanneer we dichter komen, zien we plots dat er geen meertje is. In een flits is het volledig duidelijk dat er geen palmbomen zijn. Volledig moeiteloos is het ons plots zonneklaar dat er helemaal geen meertje is. We hebben plots 'gezien' dat het water maar een illusie was, een luchtspiegeling. Maar hoe zit het met het standpunt van de fata morgana zelf? Hoe kan het meertje zichzelf onderzoeken? Kan een illusie ontdekken dat het een illusie is? En is het zinvol om illusoire eigenschappen toe te kennen aan dat 'ik'? Met andere woorden, ons afvragen of we nu vrije wil hebben of niet is net als een fata morgana die zich afvraagt of de kleur van het water in 'haar' meertje nu blauw of oranje is. Zolang we niet inzien dat de fata morgana zelf een illusie is, heeft het weinig zin om deze verder te gaan onderzoeken. Hoe kan een illusoir ik op onderzoek gaan naar zijn of haar illusoire kenmerken? En wat willen we daarmee bereiken? En wie wil dat allemaal zo graag weten? Als we dus eerlijk willen zijn in deze materie, moeten we toegeven dat elk onderzoek en elk eventueel bewijs, zich in dezelfde illusoire wereld bevindt als de fata morgana zelf. Het is alsof de acteur op de videofilm die we thuis op ons televisiescherm zien, zich begint af te vragen of hij vrije wil heeft. Hij heeft net een moord gepleegd, en vraagt zich af of hij verkeerd heeft gehandeld. Of hij überhaupt de keuze had om het anders te doen. Natuurlijk is er geen vrije wil voor de acteur, het is gewoon een videotape die afspeelt in een videospeler. Maar de acteur heeft wel het volste recht om te denken dat hij vrije wil heeft. Denken of geloven staat vrij. Zich schuldig voelen over de moord, of er zich fier over voelen omdat het een hoger doel diende, het staat allemaal vrij. Geloven staat vrij. In die zin zijn we misschien vrij: we zijn vrij om te geloven dat we geen vrije wil hebben, of dat we het net wel hebben. Op een bepaald moment geloven we dat we vrije wil hebben, en dan lijkt dat ook zo te zijn. En op een ander moment zien we dat alles zomaar gebeurt, alsof wij geleefd worden door bewustzijn. En op dat moment is dat ook zo. Is dat niet fantastisch? Ons illusoir ik maakt — naar eigen geloof en fantasie — een 'eigen' wereld die heel realistisch lijkt. Met vrije wil, of zonder vrije wil. Beide visies zijn uiteindelijk concepten die als beelden verschijnen op een blanco scherm. Wolken die voorbij drijven in een blauwe lucht. En wij creëren deze wolken zelf, altijd opnieuw. Naarmate we meer klaarheid krijgen over al onze vormen van bijgeloof, wordt het echter wel duidelijk dat alle concepten die onze maatschappij als zo belangrijk naar voor schuift, plots al hun waarde verliezen. En dat is voor de meeste mensen wel even schrikken, want wat moeten we dan met al die waarden waar we zo aan gehecht zijn zoals eerlijkheid, gerechtigheid, naastenliefde, enzovoort? Als onze persoon een illusie is, dan is de wereld waarin die persoon zich beweegt ook een illusie. Dan zijn alle concepten over verleden en toekomst, goed en kwaad, egoïsme en altruïsme, ook maar plaatjes op een beeldscherm. Dan wordt de stem binnenin, de stem die altijd

Page 33: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

commentaar wil geven, heel stil. Dan is het plots duidelijk dat al onze verwachtingspatronen, al die verlangens, al die geloofssystemen, al die politieke stelsels, niet meer zijn dan wolken die voorbij drijven. En dat geldt niet alleen voor theoretische concepten, maar ook voor wat we gewoonlijk als heel persoonlijk en dichtbij ervaren. Ook het idee gebonden te zijn aan een bepaalde persoon, is als een wolk die voorbij drijft. Een fata morgana die bij nader onderzoek geen wezenlijk bestaan heeft. Wanneer dat duidelijk is, is er geen behoefte meer om te discussiëren over vrije wil of gebondenheid.

Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk van het boek 'Coming Home', Uitgeverij Inspiration, 2001 ISBN 90 802503 41

 Jan Kersschot

Als er geen vrije wil bestaat, kan ik achterover gaan zitten en wachten....Jan Koehoorn

Er zijn veel Advaitaleraren die beweren dat er geen vrije wil bestaat. En er zijn veel leerlingen die dan denken dat ze dan maar achterover moeten gaan zitten en wachten. Toen ik nog bezig was met mijn zelfonderzoek, zo tussen mijn 25ste en 30ste jaar, heb ik

eens een experimentje gedaan.

Dat ging ongeveer zo: Wat gebeurt er als ik dat inderdaad doe? Dus gewoon 's ochtends je bed uitkomen, en meteen naar de bank lopen en gaan zitten. Ik heb het niet eens één dag volgehouden geloof ik. Het was niet te doen. Ik stond ervan te kijken hoeveel verschillende acties er allemaal ondernomen worden. Ik was bijvoorbeeld vergeten om naar de wc te gaan op mijn wandelingetje van het bed naar de bank. Even later ging de telefoon en weer daarna begon er boven een kind te huilen. Er moesten trouwens ook nog boodschappen gedaan worden. Kortom, niets doen bleek onuitvoerbaar.

Was het experiment nu mislukt? Want ik had al vaak gelezen dat ik niets moest doen. Zou niets doen misschien iets anders kunnen betekenen dan lijdzaam gaan zitten wachten? Zou het iets anders zijn dan luiheid? Ik nam aan dat die zogenaamde guru's ook nog steeds gewoon naar de wc moesten. Of stel dat de hele wereld gerealiseerd zou zijn en iedereen zou de hele dag op een bankje zitten. Iedereen zou verhongeren. Het leek me allemaal niet erg natuurlijk, dat stil zitten.

Dan moest het dus iets anders betekenen. Een paar jaar later (ik was nogal een trage leerling) ontdekte ik hoe het zat. Als er geen vrije wil is, dan kan ik dus niets doen. Dat betekent niet dat er een ik bestaat, die iets of niets kan

Page 34: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

doen. Dat betekent dat die 'ik' zélf illusie is! Als ik op de bank ga zitten wachten, is er toch een plannetje, voor dat ikje. En dan is niets-doen gewoon het zelfde als iets-doen, alleen andersom. In beide gevallen verwacht ik een beloning voor dat ik. In beide gevallen is dat ik niet doorzien als zijnde een illusie. Maar als gezien wordt dat er niemand is die iets of niets kan doen, dan is ook meteen duidelijk dat ik sowieso al nooit iets 'doe'. Er gebeurt van alles, er wordt gegeten, gedronken, gelachen, gevreeën, gekozen, alleen: er is geen eter, drinker, enzovoorts.

Als de illusie van de doener doorzien is, zie je ook meteen dat alles altijd spontaan gebeurt. Het NU is de enige mogelijkheid. Er zijn geen alternatieven voor. Dus er is niet eens iets waaruit je zou kunnen kiezen. Soms kun je zien dat er keuzes vallen, maar dat gebeurt allemaal in die film waarvan ik de toeschouwer ben. Denken dat ik wel zou kunnen kiezen betekent dat ik me identificeer met een van de personages in de film, of met het kiezen zelf.

Jan Koehoorn

Over aandacht, wil en disciplineHans Laurentius

Behoeften vervullen zichzelfAlles begint met aandacht. Waar je je aandacht op richt dat gebeurt. Richt je aandacht op ellendige dingen en die zullen op je pad komen. Richt je aandacht op het positieve en Voilà. Het gebeurt.Aandacht vervult in wezen alle behoeften die er zijn, en het mooiste en belangrijkste is dat dit volledig vanzelf gaat! Het enige wat wij doen is er iets tussen zetten, er iets van

maken. Er is een behoefte en daar moet iets mee en dan creëren we een iemand, die de aandacht zou aansturen en iets gaat doen. Feitelijk gebeurt dat vanzelf. Als er een impuls is, bijvoorbeeld als er iets gegeten moet worden - om het simpel te houden - dan volgt op die impuls dat het lichaam zich in beweging zet richting koelkast en er wordt een broodje kaas gemaakt en genuttigd. Daar heb je dus helemaal geen 'ik' bij nodig, dat gebeurt vanzelf. Er is een impuls, de geest treedt in werking om de impuls te vereffenen, het lichaam voert de handelingen uit, de balans is hersteld en klaar. Waar is dan die persoon die dat zou doen? En zo is het met alles. Is er behoefte aan geld? Dan komt het apparaat in actie, de aandacht richt zich op het verkrijgen van geld, er ontstaat een plan dat wordt uitgevoerd door lichaam-denken-voelen en ziedaar: geld. Maar wij bakken daar steeds een persoontje van: 'Ik moet zus en zo doen, want anders...' Zo creëren we zorgen. Het hele energiesysteem trekt dan samen waardoor de twijfel nog meer kans krijgt en mislukking - en hoofdpijn - op de loer liggen. En dit geldt niet alleen voor broodjes kaas, of voor geld, maar ook in de relatiesfeer bijvoorbeeld. Het is steeds hetzelfde. De behoefte stuurt het lichaam-denken-voelen apparaat aan, zodat er een bevredigende oplossing wordt bereikt. Kortom, wanneer men dit inziet, ziet men in dat er geen problemen of zorgen nodig zijn. En denk je eens in: waar ben je naar op zoek? Juist, geluk en wat is geluk onder andere? Zonder zorgen, zonder angst zijn, zodat de ruimte die daar gewoonlijk door werd ingenomen nu ingenomen kan worden door liefde en vreugde. Dat kan, dat is minder

Page 35: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

ingewikkeld dan je denkt. Je moet het alleen even zien en er vervolgens bij blijven. Wanneer je niet meer denkt een persoon te zijn, zullen de dingen steeds makkelijker gaan. Waarom? Omdat de weerstand grotendeels verdwenen is. Want dat persoontje is in wezen niets anders dan verzet. Als de persoon is doorzien zal er ook nauwelijks meer verzet optreden. Grappig is overigens dat het woord Satan weerstand betekent. Dus wat is Satan? Dat dingetje dat denkt 'ik' te zijn, dat is weerstand. Wat is dan God? Datgene wat er is als er geen weerstand is, de vrijheid van weerstand.

Alles gaat vanzelfAls we één keer goed begrepen hebben dat er geen enkel gevoel is dat erg lang duurt, wat zou je je dan nog druk maken? Je hoeft er niets voor te doen, ze komen vanzelf, ze verdwijnen ook weer vanzelf. Zolang je 'verbonden' bent met dit fysieke apparaat zullen er ervaringen zijn, dus waarom je ermee bemoeien? Dat wordt ook steeds meer de ervaring. Als er iets gebeurt waar wat mee moet, dan gaat die mind vanzelf aan de slag en er komt een oplossing. Dat kun je zien, dat gaat volstrekt automatisch. Dus ga ik niet als een persoontje een probleem zitten oplossen, nee. Er is geen persoon! Alle handelingen gaan vanzelf als reactie op impulsen van binnen of van buiten het psychosomatisch apparaat. Er doet zich een probleem voor, het apparaat komt in actie, er wordt een oplossing bereikt en er is weer iets anders en hup, het computertje gaat weer aan de gang. En zo gaat dat maar door. Moeiteloos en vanzelf, zolang dat ding leeft.Meestal willen we echter weten waar een naar gevoel vandaan komt. Maar in wezen voltrekt het zich vanzelf. Je hebt er geen 'ik' bij nodig. Er is iets gaande, de wens de oorzaak te achterhalen volgt, de oplossing verschijnt. Soms is dat een lang traject en soms is dat kort. Naarmate de verkramping sterker is, zal het zoeken langer duren. Hoe sterker het gevoel is 'ik heb een probleem' des te lastiger het wordt, omdat de energie stokt. Vanuit het energiesysteem bezien is dat erg eenvoudig. De verkramping zorgt sowieso al voor beperking, maar als daar nog het idee van een probleem bij komt trekt die aura samen, er ontstaan insnoeringen of er vallen gaten in etc. Zie dan nog maar eens helder te blijven. Het wordt steeds lastiger om daar uit te komen. En het grappige is, ook al gebeurt dat allemaal, ook dat wordt waargenomen. Want hoe weet je anders dat er überhaupt een lichaam of een aura is?

IK doe nietsHet leuke is dat naarmate je meer vereenzelvigd raakt met Bewustzijn, je de dingen ziet gebeuren. Terwijl je eerst de ervaring had dat ze je overkwamen en dat jij iets deed. En dus kun je komen tot de uitspraak die vele Gerealiseerden hebben laten horen: 'IK doe niets'. Tot - voor gewone mensen - in het absurde toe. Een van mijn favoriete Guru's, Nisargadatta, rookte zich suf en als hij daar dan op werd aangesproken, keek hij verbaasd en zei: 'Ik heb niet de indruk dat ik rook'. En natuurlijk niet. Het roken is iets dat wordt waargenomen, en ik ben die waarnemendheid. Dus, hoe kan waarnemendheid roken? Onmogelijk. Alleen een ding kan roken en dat ben je nu net niet. Er is geen doener. Dingen gebeuren. Nisargadatta geeft hiermee duidelijk aan dat hij zichzelf niet als ding, als persoon ervaart, maar als bewustzijn.En dat is wat ik ook steeds probeer uiteen te zetten. Jij bent geen ding. Ik ben geen ding. Dus wat je dit ding ook maar ziet doen, dat ben ik niet. Wij vereenzelvigen ons met het gedrag van dit apparaat. Maar dat gedrag is niets dan bewegingen in bewustzijn, je neemt het waar. Het gedrag dat dat ding tentoon- spreidt, is een product van het verleden, van de ouders, de opvoeding, de ervaringen van dat ding. En jij bent niet dat ding, je bent er hooguit de getuige van. Daarmee vervalt ook de hele moraliteit. Je hoeft je

Page 36: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

niet aan codes te houden. En begrijp me goed, jij, wat jij bent heeft zich nooit aan codes gehouden, want hoe zou bewustzijn dat kunnen? Bewustzijn is het waarnemen en de voorwaarde van codes en het er al dan niet aan houden. Dit ding, het psychosomatisch apparaat, houdt zich daarentegen vanzelf aan bepaalde codes, ook weer door de conditionering van het verleden. De belangrijkste codes zijn de codes van het leven. Dit ding wil leven. Daar zal het veel voor over hebben. Maar begrijp wel, dat gaat vanzelf. Daarmee vervallen veel problemen. Er is dan niet meer zoiets van 'ja maar, wat zou ik doen als...' Er is helemaal geen ik die iets zou kunnen doen, je neemt die hele handel waar. Zowel oorlog als vrede worden (op dezelfde wijze) waargenomen. Kortom, je bent al vrij. Word je bewust van de opgelegde en onechte beperkingen en je ontdekt je inherente vrijheid.

Vrijheid is de afwezigheid van wilJe aandacht wordt dus getrokken door bewegingen. Of die bewegingen nu op fysiek of emotioneel of mentaal niveau plaatsvinden maakt niet uit. Dus het hele idee vrij te zijn en in staat tot het maken van keuzen, is onzinnig. Er zijn geen keuzen te maken. De dingen gebeuren. Hoe? Als product van jouw ervaringen, als product van jouw angsten en verlangens en de gegeven omstandigheden. Dus niks vrije wil. Maar let wel: niet zomaar aannemen. Onderzoek het maar, probeer maar te vinden die vrije wil, waar onder meer in de christelijke traditie zo over geroemd wordt. Van die goede God die ons maar mooi een vrije wil gegeven heeft. Wat er gezegd wordt door anderen is niet zo interessant, maar om hier even op in te gaan: er wordt gezegd dat de ziel een vrije wil heeft, om zich tot God te richten of tot Satan. En niet alleen door christenen hoor, maar overal wordt ons, uit tactische overwegingen een vrije wil verkocht. Het is ook onzinnig. Wil? WIL, begrijp je? WIL!! DE WIL. Hoe kan die nu vrij zijn? Want die WIL IETS!! Wil is verkramping. Kijk maar eens naar een kind die nu een ijsje wil.Hoe kan dat nou vrij zijn, wat is dat voor onzin? ‘Wil’ is een neiging, een heel sterke impuls om iets te hebben! Dus hoe is het toch mogelijk om van een ‘vrije wil’ te spreken? Vrijheid is juist de afwezigheid van wil. De hele neiging van te willen snappen waar realisatie nu om gaat, weerhoud je ervan om het te zien! IK WIL HET SNAPPEN! Ja, oké, zolang je dat wil: No Deal. Wie 'wil' dat? Dat is interessant. Wie wil er vrij zijn? Wie wil er snappen? Wie wil er hebben? Wie wil er weten? Niet: waarom. Dat is de verkeerde vraag, nee WIE. Het antwoord op een waarom-vraag helpt altijd de schijnpersoon in stand houden. De wie-vraag trekt altijd het bestaan van de persoon in twijfel, haalt die onderuit. Want die blijkt bij nader onderzoek nooit thuis te zijn. Wie mediteert, wie denkt na, wie probeert er te begrijpen? Wie ben ik? Die vraag, de beste vraag aller tijden. Of beter nog: 'wie vraagt er: wie ben ik'?

DisciplineBesef dat degene die mediteert tot het rijk van de geest behoort. Elk object, dus ook elke 'ik' of 'jij' is deel van de inhoud van bewustzijn en dus niet datgene wat jij zoekt. Jij zoekt immers vrijheid. Helaas behoor 'jij', de zoeker tot het gekende, terwijl je kennendheid tracht te realiseren. Zie dit in en elke inspanning zal stilvallen. De meditator, de zoeker (jij dus), is een object van de geest, een deel van de bewustzijnsinhoud, maar je zoekt jezelf: bewustzijn. Zie de onmogelijkheid hiervan in. Het is onmogelijk dat een object, een bewustzijnsinhoud bewustzijn ontdekt. De geest kan niet voorbij de geest. De geest hoort echter van het bestaan van iets buiten de geest en hoewel zijn impuls zal zijn te gaan zoeken, moet begrepen worden dat je het met behulp van de geest nooit kunt vinden. De geest is object gebonden, kan alleen van

Page 37: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

nut zijn bij het vinden van objecten, definieerbare verschijnselen die te lokaliseren zijn. Zaken dus die in tijd en ruimte zijn uit te drukken. Wat jij bent staat los van tijd en ruimte. Je bent ruimte, je bent het tijdloze gewaarzijn.Als je inziet dat de geest, de zoeker bewustzijnsinhoud is dan doorzie je ook dat welke inspanning dan ook nooit tot het gewenste resultaat kan leiden. Geen enkele inspanning leidt tot bevrijding van inspanning. Wat is vrijheid: vrijheid van wil, vrijheid van dwang, vrijheid van inspanning, conflict en geweld.Dat wat je zoekt gaat de geest te boven, gaat aan de geest vooraf. Dit moet begrepen, gezien worden. Wordt dit gezien dan is er meditatie, dan is er vrijheid, onmiddellijk. Dan is er meditatie zonder iemand die mediteert. Het is neurotisch om te willen ervaren wat niet ervaren kan worden. Je zult het realiseren als de neiging het te willen ervaren is opgelost. Die neiging stopt alleen als dit begrepen is. Daarom: mediteer alleen als het systeem ertoe wordt uitgenodigd, als het vanzelf gaat. Mediteren als methode is misschien leuk voor de eerste schreden, om te ontdekken hoe neurotisch de geest is; het kan helpen inzicht te krijgen in je feitelijke ellendige toestand als afgescheiden wezentje, om te ontdekken hoe ellendig het zijn als 'ik' is. Maar meditatie als methode leidt nooit tot verlichting, omdat het gebaseerd is op inspanning, en ook niet omdat dit wat nu verteld wordt niet begrepen, niet bekend is. Beter is het nog te luisteren naar het luisteren, het zien te zien. Omdat dat niet kan, omdat luisteren en zien geen objecten zijn, kan het zijn dat je ineens ontdekt dat er wel zien en luisteren is, maar niemand die hoort, niemand die ziet. Dan kun je ontdekken dat er ervaren is zonder ervaarder. Dan ontdek je wellicht dat luisteren nergens niet is en het centrum dat je dacht te zijn onvindbaar is. Zo ook met zien. Er is zien, maar geen ziener. Er is meditatie maar geen meditator. Er is ruimte maar geen ruimtemaker, er is stilte maar geen 'stiller'.Dus je kunt proberen via een spirituele discipline ergens te komen, maar het zal alleen uitdraaien op een nog verder verstrikt raken in de greep van de geest, in de greep van de ik-illusie. En hoe langer je op zo'n 'pad' bent, hoe moeilijker het is eraf te komen. Je raakt er steeds dieper mee geïdentificeerd. Hoe meer je ergens in investeert, hoe meer je gehecht raakt, hoe meer het verbonden raakt en vermengd wordt met je 'ik'. Dus maak je het je op deze wijze alleen maar moeilijker. Wat wakker is, is vrij van discipline. Discipline impliceert dwang, discipline is uiteindelijk niets dan geweld. Met discipline kom je wel ergens in de wereld, voor diverse vaardigheden is het ook nodig en als je houdt van wat je doet, kost het opbrengen ervan geen moeite. Maar wat je bent, is geen vaardigheid, vereist geen bijzondere kwaliteiten of vermogens. Je bent al wat je bent. Het zijn juist je inspanningen die je ervandaan houden.Je kunt twee vormen van discipline onderscheiden. Uiterlijke en innerlijke discipline. Uiterlijke discipline is het jezelf ergens toe aanzetten, jezelf dwingen iets te doen (of laten). Dat is dus een vorm van geweld. Innerlijke discipline is liefde. Dat kost geen moeite, die komt voort uit de liefde voor iets. Het heeft geen ander motief dan liefde.Vroeger heb ik tegen mensen gezegd dat ze eerst tot uiterlijke discipline moeten komen, vooraleer het overgaat tot innerlijke discipline. Dat ze eerst moesten mediteren tot het moment dat er liefde ontwaakte voor het mediteren en je het uit jezelf doet, zonder dwang. Nu zeg ik dat het beter is de waarheid te doorzien dat de 'inspanner', de zoeker, de meditator object is van het bewustzijn; dat deze verschijnt in de stilte die je bent. Je inspanningen houden de 'inspanner' overeind en dus houden je inspanningen je weg van wat je bent, hetgeen is wat je zoekt. Dit doorzien is veel beter, omdat het waarheid is. Dit inzicht zal je leven bevrijden van alles wat opgelegd is. Want het geldt niet alleen m.b.t. het zogenaamde spirituele domein. Je hele leven is vergeven

Page 38: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

van disciplines, kunstmatigheden en dwang. Wat jij bent is volledig spontaan, vrij, open, helder, de liefde zelf. Dus doorzie eenvoudigweg de absurditeit van spirituele discipline. Hoe zou je in Godsnaam middels dwang tot liefde kunnen komen?

Kortom: wat je zoekt is geen-ervaring. De zoeker is een ervaring, de meditator is een ervaring. En het is jij die de kenner is van deze ervaringen. Jij, bewustzijn, bent onervaarbaar. Ervaringen horen bij de geest, jij bent niet de geest, maar dat wat de geest, en al haar pogingen en strijd waarneemt. Dat is ware kennis. Doorzie dit en leef ermee, leef erin en je bent bevrijd van elke vorm van dwang en inspanning. Wat uit liefde gebeurt kost nooit enige moeite, hoewel het van buitenaf als een groot offer kan worden bezien. Alles wat moeite kost leidt je bij jezelf vandaan, elke inspanning voegt een nieuwe sluier toe.Dit proberen te begrijpen is ook een inspanning en leidt je dus ook weg bij jezelf. Probeer dus niets, zie het proberen. Span je niet in. Zie het inspannen en de 'inspanner'. En realiseer je terstond dat jij het zien bent en niet wat wordt gezien. Want elke sluier, elke inspaning, elke verwijdering wordt gekend. En die kennendheid, dat ben jij.

Hans Laurentius

Bovenstaande zijn gedeelten uit 'De vreugde van verlichting' (Hans Laurentius 2000 - uitgave Ankh-Hermes)

In oktober van dit jaar is de geheel herziene uitgave van 'Leven vanuit neutraliteit' uitgebracht. Uit dit boek hebben we één hoofdstuk geselecteerd ((on)vrije wil), waarin de auteur radicaal afrekent met het idee dat wij over een vrije wil zouden beschikken.

(On)vrije wil Justus Kramer Schipper

Een van de filosofische vraagstukken is of er al of niet sprake is van een vrije wil. Laten we allereerst eens kijken wat de wil is. Met wil duiden we in het algemeen aan dat we een voorkeur hebben in een gegeven situatie, dat het ons een genoegen zou doen iets te hebben of juist niet te hebben (iets te doen of na te laten) en dat we een vermogen bezitten richting te geven aan ons leven op een door

onszelf gekozen wijze. Met vrije wil wordt uitgedrukt dat wijzelf en niet iets of iemand anders, bepalen wat onze voorkeuren zijn, welke zaken we wel of niet wensen te verkrijgen en dat wijzelf en niet iets of iemand anders, ons leven richting en inhoud geven. De vraag is of dat kan?

U wordt weer uitgenodigd deel te nemen aan een gedachte-experiment. Stelt u zich eens een optimistisch, nieuwsgierig en ideeënrijk persoon met extravagante ambities voor. In zijn jeugdig enthousiasme heeft hij de volgende verlanglijst opgesteld:

Page 39: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Fietsen naar de maan Sneller lopen dan een race-auto In 2 dagen een medische studie volbrengen Vliegen zonder hulpmiddelen.

Het zal duidelijk zijn. Weliswaar zou zo iemand een en ander (ogenschijnlijk) in vrijheid kunnen willen, maar de vervulling van zijn wensen wordt tegengehouden door evidente praktische wetmatigheden van de stof. Het is niet de bedoeling zaken nodeloos complex te maken door te stellen dat wellicht een dag iemand zonder hulpmiddelen zal kunnen vliegen, als onze collectieve overtuiging, die de inhoud van onze gehypnotiseerde werkelijkheid vormt, in die richting opschuift. Voorlopig zal elk weldenkend mens het ermee eens zijn dat er zonder hulpmiddelen niet gevlogen kan worden en dat een fietstocht naar de maan een vrij hopeloze expeditie is. In theorie zou iemand bizarre zaken kunnen willen en in beginsel lijkt hij daarin vrij te zijn. Toch wordt de vrijheid van de wil beperkt door de mogelijkheden van de realiteit. Zelfs de wens om naar de maan te fietsen kan alleen bestaan omdat er een maan is en de fiets uitgevonden is. Deze wens zou in de middeleeuwen niet zo geformuleerd kunnen worden, immers er waren toen nog geen fietsen. Kortom het willen wordt in eerste instantie beperkt door de mogelijkheden van de ons omringende werkelijkheid.

Een volgende beperking lijkt veel op de vorige en heeft te maken met de plek en het tijdstip waarop u op de aarde belandt. Een boerenzoon in de Pyreneeën maakt een behoorlijke kans in 'vrijheid' te kiezen voor een boerenbestaan. De zoon van een natuurkundige lijkt een grotere kans te lopen zelf natuurkundige te worden of astronaut. Als we onze beweegredenen ernstig beschouwen, dan zullen we moeten erkennen dat een groot gedeelte van onze 'vrije' keuzes, onze belangstellingen en ambities terug te voeren zijn tot verlangens en of gewaardeerde zaken van onze ouders. Menigeen kiest een beroep op grond van de goedkeuring of afkeuring door de ouders. Om dokter te willen worden, moet men tenminste in een omgeving opgroeien waar een positieve houding t.o.v. het métier bestaat. Kortom de omgeving waarin opgegroeid wordt, de verkregen stimulansen van ouders zijn in hoge mate bepalend voor iemands ambities. Natuurlijk zijn er denkmodellen die aangeven dat je je eigen ouders kiest, om daarmee het leven te leiden waarin je de grootste geestelijke ontwikkeling door kan maken of een belangrijke les kunt leren. Allereerst heeft niemand dit uit eigen directe ervaring meegemaakt, alle intuïtief verkregen informatie ten spijt. De kans dat zulke denkmodellen niet kloppen lijkt mij groter te zijn dan dat ze wél kloppen. Maar goed laten we omwille van de discussie even aannemen dat we wel onze eigen ouders hebben gekozen. De vraag die dan opkomt is: op grond waarvan, op basis van welke criteria is die keuze gemaakt? Wie heeft die criteria bedacht? En hoe is dat gebeurd? Het feit dat er een keus is gemaakt voor het ene ouderpaar en niet voor een ander duidt al aan dat er geen sprake is geweest van een vrije keus. Immers er is een keus gemaakt op grond van één of ander criterium, dat onze keus daarmee beperkt heeft. Kortom, als er al zelf voor ouders is gekozen, dan is daarmee nog geenszins aangegeven dat zulks op basis van een vrije wil heeft plaatsgevonden.

Maar laten we het niet nodeloos ingewikkeld maken en eens kijken naar een eenvoudig keuze vraagstuk. Heel praktisch en heel concreet. 'Vanmiddag ben ik naar het strand gegaan. Ik had evenzeer niet kunnen gaan en in bed kunnen blijven liggen. Niemand heeft mij gedwongen uit bed en naar het strand te gaan. Dan heb ik toch op het moment van de keuze een vrije wil om te kiezen voor het één of voor 't ander?' Hierin lijkt de vrijheid van keuze, vrijheid van

Page 40: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

handelen evident te zijn. Afgezien nog van hetgeen hiervoor gesteld is, n.l. dat je in deze keuze afhankelijk bent van de aanwezigheid van een bed en een strand, dat deze vrijheid sowieso al tot een zeer betrekkelijke maakt, kunnen we er nog het volgende van zeggen. Op enig moment viel een beslissing, i.c. uit bed gaan om naar het strand te gaan. Op grond waarvan is deze beslissing tot stand gekomen? In het spraakgebruik komt de uitdrukking voor dat " 'iets' deed besluiten etc.". Dit geeft aan dat 'iets' en niet de persoon in kwestie ervoor zorgde dat de beslissing werd genomen. Wat is nu dat 'iets'? Dat 'iets', die impuls kan niets anders zijn dan een gedachte, een beeld, een uitnodiging (die dus ook weer als gedachte bij de persoon in kwestie binnenkomt) gekoppeld aan pleasure seeking, pain avoidance. Dit is het mechanisme waardoor acties plaatsvinden. In ons voorbeeld is naar het strand gaan een aantrekkelijker gedachte, levert meer genoegen op dan in bed blijven liggen. Hoe vrij is deze keuze dan werkelijk? U wordt voor de keuze gesteld: of uw portemonnee afgeven of uw leven? Hoe vrij bent u? U houdt uw handen onder de kraan en er komt onverwacht gloeiend heet water uit. Wat doet u? En hoe vrij bent u daarin geweest? U, ik en iedereen is feitelijk een beer die op de hete plaat danst. Maar, kunt u tegenwerpen, er zijn ook momenten dat we een keuze hebben, maar beide alternatieven even aantrekkelijk zijn. Dan kan er dus niet gekozen worden. Maar niet kiezen is ook kiezen, namelijk voor uitstel van de keus, dat is ook een alternatief. Om daarvoor te kiezen geldt hetzelfde werkingsmechanisme. Kiezen voor niet-kiezen is dan minder pijnlijk, minder lastig en meer comfortabel dan wel kiezen. Wellicht wat complex, maar het basisbeginsel is zeer simpel.

Maar wat dan met onze eigen gedachte? Ik kan toch plotseling een ingeving krijgen op grond waarvan ik ervoor kies om in actie te komen? De vraag is dan alweer: waar komt die ingeving vandaan? Maken wij onze eigen ingevingen? Ik meen van niet. Mocht u toch menen dat u uw eigen gedachten en ingevingen maakt, dan is mijn vraag weer: Waarom maakt u nu juist die gedachte en niet een andere? Waarom maakt u nu juist die ingeving en geen andere? En op grond waarvan bent u tot de keuze van juist die gedachte gekomen? Op de laatste vraag zal dan zeker toch weer het werkingsmechanisme als antwoord komen: pleasure seeking, pain avoidance. Laat u zich overigens niet in de war brengen door de termen pleasure seeking/pain avoidance. U zou bijvoorbeeld kunnen stellen dat een moeder Theresa zich juist laat motiveren door het tegengestelde. Toch is dit niet waar. Als moeder Theresa 'kiest' voor zelfopoffering, voor persoonlijke armoede, voor het zichzelf in dienst stellen van de armen der aarde, dan doet zij dat omdat zij niet anders kan. Dit levert haar meer genoegen op dan op een andere wijze leven. Ook moeder Theresa, althans haar ego of wat daar nog van over is, is onderhevig aan het werkingsmechanisme pleasure seeking, pain avoidance. Het zou voor haar ondenkbaar geweest zijn anders te handelen in het leven dan ze deed. Om misverstanden uit de weg te nemen: deze passage is zeker niet bedoeld om moeder Theresa aan te vallen. Zeker niet, wel moet duidelijk gemaakt worden dat de ego's robotten zijn, die hun voorgeprogrammeerde activiteiten automatisch als een computer uitvoeren. Dat is geen verdienste en dat is ook niet slecht, noch verwijtbaar. Goed en slecht zijn alleen indelingen van het domein van het ego. Slecht moet je vermijden, want dat levert pijn op, goed moet je zien te krijgen, want dat levert genoegen op. Beide, pijn en genoegen, komen uit één en dezelfde bron. Waar het hier in dit hoofdstuk om gaat, is dat we inzien dat ons ego geen enkele vrijheid van wil of keuze heeft. Echter zou dan het leven absoluut niet spannend zijn. De idee dat we vrije wil hebben zorgt ervoor dat we ons identificeren met het ego. Die identificatie zorgt voor ons lijden, schuldgevoel, zucht naar erkenning, maar ook de spanning in ons

Page 41: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

bestaan. Zouden we afstand kunnen nemen van het ego, ons er niet langer mee identificeren, dan zou ons leven een stuk rustiger worden. We hoeven ons niet langer te laten plagen door schuldgevoel. Immers, wat er op enig moment in de wereld gebeurt, is het resultaat van mensenwerk (de acties van ego's). Zoals we al gezien hebben handelen die op basis van impulsen waar datgene wat we 'ik' noemen part noch deel aan heeft. Als ik geen controle heb over de aangereikte impulsen, gedachten, noch controle heb over het werkingsmechanisme pleasure seeking, pain avoidance, hoe kan ik dan nog verantwoordelijk zijn voor mijn daden? Maar de keerzijde van het verhaal is dat we dus ook anderen niet meer verantwoordelijk kunnen houden voor hun daden. En voor trots en erkenning is al helemaal geen ruimte. Het gevolg van dit inzicht is dat onze identificatie met het ego ophoudt te bestaan en dat het proces van leven vanuit neutraliteit zijn aanvang kan nemen. Pas op: dit laatste kan nooit op basis van ‘willen’ plaatsvinden, omdat het illusoire willen tot het domein van het ego behoort. Inzicht dat ontstaat, is als een geschenk dat zich onverwacht aandient.  

Justus Kramer Schippers

('Leven vanuit Neutraliteit', 200 pagina’s; auteur J. Kramer Schippers; uitgave van Panta Rhei te Katwijk. ISBN 90.73207.76.2 NUGI 613. In de boekhandel verkrijgbaar. De uitgave kan ook besteld worden via de bekende internet boekwinkels).

Page 42: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Vrijen en de hypotheekTony Parsons over 'vrije wil' in 'As It Is'.

Kun je iets zeggen over het maken van keuzes?Als er helderheid is, wordt er gezien dat er nooit iemand was om tot helderheid te komen. Ook wordt er gezien dat er gedurende het leven dat zich daarvóór lijkt te hebben voltrokken nooit een ' kiezer' of een ' doener' geweest is. Alles wat zich heeft afgespeeld, van het allerkleinste tot wat de belangrijkste beslissing leek, had zich op geen enkele andere manier kunnen voltrekken.

Er is dus geen goede of verkeerde manier om iets te doen?Er is helemaal geen sprake meer van goed of verkeerd. Er wordt gezien dat de zogenaamd afgescheiden entiteit slechts een droomfiguur is

in een verhaal die geleefd wordt door de goddelijke energie — het enige dat bestaat. Die schijnbaar afgescheiden entiteit heeft bepaalde neigingen en eigenschappen, en de keuzes komen tot stand door conditionering en achtergrond van die geleefde figuur.

Hoe zit het dan met vrije wil?Er ís helemaal geen vrije wil, domweg omdat er om te beginnen niemand is die een wil kan hebben of een keuze kan maken. Vraag je eens af waar gedachten vandaan komen; als je daar een tijdje naar kijkt, zul je zien dat ze niet van jou zijn. Ze komen op, schijnbaar uit het niets verrijzend, zijn even aanwezig en gaan dan op in het niets. Jij hebt met hun oorsprong niets te maken.

Dan kan ik dus net zo goed hier zitten niksen.In zekere zin is dat een andere zogenaamde keuze. Je kunt er niets aan doen dat je ademhaalt en je kunt er niets aan doen als je opstaat en deze kamer uitloopt. Alles gebeurt domweg door jou heen.Wanneer deze realisatie omarmd wordt, is er een enorme opluchting — alle schuld valt weg, je hebt nergens meer spijt van, en je ziet dat je hier naartoe bent gebracht om hier te zitten en dit te horen. Alle strijd kan wegvallen en de pogingen het leven naar je hand te zetten, heeft opeens geen aantrekkingskracht meer. Als je ontspant en het laat stromen dienen zich andere mogelijkheden aan.

Maar hoe moet ik de hypotheek aflossen?Dat hoeft geen probleem te zijn. De manier waarop lichaam/geest functioneert blijft gewoon doorgaan. Het lijkt alsof er niets verandert, maar alles is getransformeerd. In spontane creativiteit, zonder angst, kan een diepe harmonie ontstaan met wat plaatsvindt. Dat moet echter altijd een secundaire overweging zijn en kan nooit gegarandeerd worden.

Maar hoe kan ik weten wat goed of slecht is voor mij en voor de mensen die mij lief zijn?Dat kun je niet weten en dat heb je nooit geweten. Sta open voor het idee de rest van je leven in chaos te leven; geef op dat je alles zou moeten weten. Het is prachtig. Je kunt alleen volgen wat voor jou vanzelfsprekend lijkt te zijn. Je werk, je relaties, enzovoort hebben allemaal een bepaalde hoedanigheid die door jou heen opgewekt wordt door het bewustzijn. Je levensverhaal heeft zich

Page 43: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

voltrokken precies zoals het moest — het is een absoluut passend geheel. Dat gaat zo door en niets van wat je doet is goed of slecht; het is gewoon ' wat is' . Ontspan dus maar en laat alles gebeuren — want het gebeurt hoe dan ook. De opluchting zit ' m in het loslaten van die zogenaamde innerlijke stem die je vertelt hoe je zou moeten handelen of zijn. Laat die nu los, hier, nu. Het is een misvatting die domweg in de weg staat.Wat je dierbaren betreft, je kunt alleen leven door wat jij begrijpt. Je bent op geen enkele manier verantwoordelijk voor iemand of iets. Er is hier niemand, en er is hier nooit iemand geweest, die verantwoordelijkheid kan nemen.

Bedoel je daarmee dat we nergens verantwoordelijk voor zijn?Wat denk jij?

Ik denk dat ik geparticipeerd heb in de creatie van mijn dochter en dus moet ik haar helpen zo goed mogelijk haar weg te vinden in het leven.Dat is waarschijnlijk het enige wat je op dit ogenblik doen kunt, maar wat bedoel je met participeren in haar creatie?

Ik was de minnaar van haar moeder en het was mijn zaad dat zich verenigde met haar eitje, en daar begon het allemaal mee.Wie koos ervoor om met de moeder te vrijen?

Ik, hoewel het waarschijnlijk wederzijds was in die dagen (gelach).Waar kwam de gedachte om te vrijen vandaan?

Het had meer weg van een drang.Wat wakkerde de drang in jou aan?

Nu ik daarover nadenk leek het zomaar uit het niets te komen, en zo lijkt het nog steeds.Laten we dus alsjeblieft maar aannemen dat de conceptie geheel en al buiten jouw wil om ging — het gebeurde gewoon.

Misschien, dat zou wel kunnen.Waar werd en wordt die drang voor het eerst opgemerkt?

Er begint iets te trillen in mijn lichaam, gevolgd door de gedachte ' ik wil vrijen' .Waar komt dat vandaan?

Dat weet ik eigenlijk niet.Wie ontvangt die gedachte en is daar verantwoordelijk voor?

Ik.Welk deel van jou?

Mijn lichaam en dan mijn gedachte.En wie daarvan ben jij?

Een versmelting van die dingen.Zo, jij bent dus een mengsel van verschillende impulsen en gedachten?

Zo voelt het wel.Waar ben je je op dit moment van bewust?

Opwinding.Ben jij opwinding?

Page 44: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

(lange stilte).

Nee, het is goed, ik heb ' t al door.Wat heb je door?

Ik zie dat Ik datgene ben dat de opwinding ziet gebeuren.

Tony Parsons

[Uit: 'As it is', vertaald met toestemming van de auteur].

Page 45: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Uit: 'Look for yourself' van Douglas Harding: The Three Wishes

De drie wensenJe krijgt wat je wilt, omdat je wilt wat je krijgt

Er was eens een eenvoudige boswachter die samen met zijn vrouw in het woud woonde. Op een dag, terwijl hij in de buurt van een beekje houthakte, hoorde hij gejammer. Aan de oever treurde een fee omdat ze niet aan de overkant kon komen. De boswachter nam haar kordaat op zijn rug en waadde door het water naar de overzijde. Toen hij haar aan de wal neerzette zei ze: 'Als dank voor je vriendelijkheid mag je drie wensen doen.' Bij hun simpele avondmaal vertelde

de man zijn vrouw over de fee en de drie wensen. En breed-uit overwogen ze wat ze zouden willen wensen. Al pratend flapte de man eruit: 'Ik zou best een worstje bij dit uitgedroogde brood lusten.' Onmiddellijk belandde er een sappig worstje op zijn bord. Furieus over zo'n onnozele wens, schreeuwde zijn vrouw: 'Jij stuk onbenul, die worst zou je de neus uit moeten groeien'. En jawel, het volgende moment hing de worst aan de neus van de man. Nu waren de rapen gaar, de verwijten vlogen over en weer. Uiteindelijk besloten ze toch in overeenstemming alles weer ongedaan te maken zoals het was vóór zijn ontmoeting met de fee. En ook deze derde wens kwam onmiddellijk uit. Zoals de fee beloofd had, werden alle drie de wensen vervuld, maar alles bleef uiteindelijk zoals het was. De man en de vrouw kregen wat ze wilden en ze konden hun eenvoudige leven vervolgen met echter één verschil: het was nu hun keus.

Nu zou je kunnen zeggen: wat een verspilde kansen! Maar is dat wel zo? Was alles nu verloren voor dit arme koppel? Of heeft die laatste wens toch meer te vertellen en te betekenen dan het herstellen van een wanhopige situatie? Was het ondanks hun stommiteit uiteindelijk niet de meest wijze en belonende wens die ze zich konden wensen: de echte pot met goud? De wens die we uiteindelijk allemaal moeten wensen en die ons allen wordt gegeven?

Er zijn verschillende lessen te trekken uit dit bekende volksverhaal. We krijgen inderdaad allemaal die drie wensen. De eerste duidelijke wens is dat we krijgen wat we bewust willen. De tweede verborgen wens is dan dat we onbewust ook het tegendeel krijgen, de keerzijde van de medaille: het tegenovergestelde van wat we willen. Zonder die tweede wens blijft de eerste een illusie. De derde, meest verborgen en onbewuste wens, is dat we alles krijgen, zowel 'het goede' als 'het slechte', kortom alles wat ons overkomt. Onze oppervlakkige geest voelt zich hierdoor vaak beledigd, ze haat het en het boezemt haar angst in. Die laatste wens wordt klaarblijkelijk altijd in z'n geheel, totaal, vervuld.

Het is deze derde meest verborgen wens, ongeacht of we er nu aan toekomen dit al dan niet te erkennen, die ons diepste verlangen vertegenwoordigt. De

Page 46: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

waarheid is echter dat we allang hebben gekozen voor de wereld, en wel precies zoals die nu is. We zijn ons echter niet altijd bewust van deze cruciale keus. We onderdrukken het en we worden gekweld door de gevolgen ervan. We wassen de handen in onschuld voor de tragi-komedie die daaruit voortkomt en die zijn tol eist. Het werkelijke werk of leven is: de wereld in z'n totaliteit, preices zoals die zich aan ons ontvouwt, bewust accepteren. In het kort is dat de strekking van het boswachtersverhaal.

Spirituele leermeesters zijn het hier unaniem over eens. Jean Pierre de Caussade schrijft: 'God zegt, als je alle verzet opgeeft en je wensen volgt tot voorbij de horizon, en je je hart zonder reserves opent, er geen moment meer zal zijn dat je niet zult vinden wat je verlangt. Het huidige moment bezit de oneindige rijkdom van je wildste dromen.' Dit lijkt wens-dromende nonsens die domweg niet waar kan zijn. Zulk verregaand optimisme lijkt in tegenspraak met ons gezond verstand en hoe we het leven ervaren. Je moet hier echter niet blindelings op vertrouwen. Het vraagt om proefondervindelijk bewijs voordat iedereen het kan beamen, en nogal wat overredingskracht om onszelf, ploeterend en tobbend in een zee van teleurstellingen en frustraties, hiervan te overtuigen.

Ik wil je verder een aantal redenen aanreiken die de wonderlijke bewering van De Caussade bevestigt. Als we ons verzet opgeven, ons laten gaan en onze wensen voorbij onze bewuste verlangens volgen tot de grens van onze tot nu toe onbewuste wensen, zullen we onmiddelijke voldoening vinden. In feite is dat de reden waarom we niet krijgen wat we willen: we wensen niet genoeg, onze verlangens zijn veel te bescheiden, zoals bijvoorbeeld in het verhaal van het boswachtersechtpaar.Zie wie je bent en alles valt op zijn plaats. Voor welk probleem je ook staat, het enig juiste antwoord is zien wiens probleem het is. Het antwoord op het probleem van je wil — wat je wilt en hoe je het kunt krijgen — is hierop geen uitzondering. Wie is het die dan weer het ene en dan weer het andere opeist of afwijst? Wie is dat nu echt? Los dat raadsel op en je hebt het raadsel van wat je werkelijk wilt en hoe je het kunt krijgen, opgelost.

Bekijk het eens zo: je hebt twee identiteiten, één die schijnbaar en tijdelijk is en een ander die echt en voor altijd is. Zoals anderen (van een afstand) naar je kijken, lijk je een vorm met duidelijke begrenzingen: substantieel, iets gekleurds op een duidelijke plaats, complex, zich bewegend van de ene plek naar de andere, de ene keer dingen 'willend' en dan weer niet 'willend'. Met anderere woorden één van die ontelbare kieskeurige en beperkte wezens. Maar wezenlijk, zoals je jezelf ziet (kijkend naar jezelf zonder afstand) ben je....? Kijk nu eens, op dit moment! Is het geen feit, een wonderbaarlijk en cruciaal feit, dat je, in je huidige aanwezigheid het tegenovergestelde bent van hoe anderen je zien en zoals jij jezelf tot nu toe hebt gezien? In plaats van een ding temidden van andere dingen, ben je de ruimte waar dit allemaal in verschijnt, met inbegrip van deze gedrukte woorden, de pagina, de handen die het boek vasthouden en de onscherpe achtergrond. JIJ alleen bent in de positie om deze alomvattende vraag te beantwoorden: aan welke kant van het tafereel sta je waar alles aan je verschijnt? Als je nu, in alle eerlijkheid jezelf aanziet voor iets, dat hier of daar veel waarneemt, neem dan nu een korte pauze. Jij bent de enige autoriteit, dus ga af op je eigen ervaring. Laat deze tekst even voor wat ze is en wijdt nog een keer aandacht aan het onderzoek: welke plek of ruimte neem je nu in? Misschien ontdek je dat deze plek door anderen en niet door jou wordt ingenomen!

Page 47: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Mocht je tot de ontdekking komen dat je Niet-iets bent en kun je je ermee verenigen dat je Ruimte, Beschikbaarheid bent voor alles waar je je mee bezighoudt, dan is het probleem van de wil — het krijgen zoals jij het wilt — opgelost! Als je inziet dat Ruimte niets nodig heeft en niets verlangt of opeist, heb je in werkelijkheid geen wil; Jij bent zelfvoorzienend. De waarneembare wezens en objecten, met inbegrip van je eigen lichaam, die in jou-als-Ruimte komen en gaan, zijn geen van allen in staat zichzelf ooit te vervullen. Hun behoeften zijn onvervulbaar; ze worden geleid door hun drang tot overleven. Dat gedrag karakteriseert uiteraard ook jou als — van buitenaf gezien —beperkte figuur, maar nooit als de onbeperkte Ruimte die je van binnenuit gezien werkelijk bent. Als beschikbaarheid voor objecten ben jij, het Subject, voor altijd bevrijd van dat alles, onveranderlijk, onbesmettelijk en onkwetsbaar.

Blijkbaar heeft deze van-zichzelf-bewuste, waarvan misschien nu duidelijk is dat jij dat bent, geen voor- of afkeur voor wat voor inhoud dan ook. De Leegte heeft absoluut geen weet van favorieten, voorkeuren, meningen, plannen, commentaar. Zoals een spiegel geen opinie heeft, geen enkel spoor nalaat, kwalijke noch tragische, schone of vrolijke zaken accepteert en weerspiegelt. Als je ware Zelf heb je geen voorkeur of afkeur, wat in de praktijk uiteindelijk betekent dat alles je instemming heeft. Het is onvermijdelijk dat 'zien-wie-je-bent' verantwoordelijk is voor wat is. Hier tref je natuurlijk een paradox waarover Angelus Sibelius schreef: 'We bidden Uw wil geschiede, maar Hij heeft geen wil. Hij is slechts Stilte'. Als die Stilte snoep je van twee walletjes. Je krijgt wat je wilt, omdat je wilt wat je krijgt. Er is werkelijk geen andere wil dan die van Jou. Jij die zonder wil is.

Het lijkt er nu misschien op dat we de vaste grond van de eigen ervaring hebben ingeruild voor die van de devote speculatie. In het navolgende hoop ik je te laten zien dat het wel degelijk reëel is.Laten we eens kijken hoeveel willen of wensen er nu eigenlijk zijn. Kijk eens naar het menselijk lichaam dat is samengesteld uit miljoenen wezentjes, cellen. Elke cel komt en gaat, onafhankelijk van het lichaam, als een geheel. Ieder volgt zonder pardon zijn overlevingsdrang en strijdt met de anderen om het beschikbare voedsel. En wat is het resultaat van dit ongebreidelde individualisme? Wonder boven wonder, ondanks zichzelf, vormt deze zee van complexe deelorganismes één enkel leven van een 'hogere' orde: de hele mens. Wanneer hij handelt en wandelt en zijn eigen gang gaat, dankt hij zijn bestaan aan die hele horde van afgescheiden organismes (cellen van de stembanden,van de tong, van de lippen, van de beenspieren, etc.) die op hun beurt weer hun eigen boontjes doppen die weer niets met het belang van het geheel te maken hebben. Het proces van de transmutatie van de wil begint niet hier, maar eindigt hier evenmin. De integratie van deze uiteenlopende belangen tot een geheel van een 'hogere' orde, speelt zich op elke niveau af: deeltjes in atomen, atomen in moleculen, moleculen in cellen, cellen in planten, dieren en mensen en zo langs de hele hiërarchie van delen en suborganismes die uitmondt in het geheel. Alleen in zijn geheel is het volstrekt compleet, zelfvoorzienend en nergens van afhankelijk. Dit heelal van het geheel is dus in feite één superorganisme: het enige waarachtige Individu. Dit Individu verenigt al die verschillende drijfveren, intenties en activiteiten van alle componenten op elk niveau, met inbegrip van de mens. De Caussade zegt het prachtig: 'Goddelijke actie zuivert het universum, vervult en doorstroomt alle schepselen.'

Hoe past de mens nu in deze immense kosmische orde? Van binnenuit gezien

Page 48: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

als Subject, hebben we Hem ontdekt als het Niets dat alles insluit, in één woord: het Geheel. En als we nu van buitenaf de mens bezien als een object, als het ding dat we tijdelijk een menselijk wezen noemen, ontdekken we dat dit ding zichzelf niet is zonder de 'ruggensteun' van al die andere wezens van elk niveau. Wat is de mens zonder de wereld van cellen, moleculen, atomen en deeltjes die hem van binnenuit samenstellen, zonder de wereld van de andere organismes, zoals de aarde, zon, maan en sterren die hem van buitenaf en van bovenaf in stand houden.Zonder dat alles is hij niet zichzelf. De hele mens is het Geheel en alles is er. Hoe je Hem ook bekijkt, van binnenuit of van buitenaf, uiteindelijk is Hij het allesomvattende Zijn, die alle verschillende willen en wensen van alle wezens bundelt in één enkele wil of wens. Dit wordt Gods wil genoemd, en is niets anders dan jouw wil, wanneer je inziet wie je werkelijk bent en weet wat je werkelijk wilt, wanneer je tegenwoordig en compleet jeZelf bent. Je speelt die rol voor jezelf en anderen ogenschijnlijk als deel van het universum. Als geheel, als alles, speel je alle rollen. Strikt gesproken is de wil ondeelbaar en helemaal de jouwe. Mijn wil tegenover die van jou, die van ons tegenover die van een ander is allemaal het spel van kortzichtigheid en louter halsstarrigheid. Als dat-wat-je-werkelijk-bent wil en krijg je alles wat je werkelijk wilt.

Als we terugkeren naar de praktijk van alle dag, willen jij en ik winnen. Degenen die vitaal en voldoende oprecht zijn met zichzelf zullen moeten toegeven dat we hunkeren naar succes, ongeacht of dit succes materieel, psychologisch of spiritueel van aard is. De eerlijkheid dwingt ons te erkennen dat dit niet de hele waarheid is. Er is iets in ons, dat niet uit is op nog meer bezit, macht, status, creativiteit, heiligheid of wat dan ook. In feite (wat zijn we toch rare zichzelf tegensprekende wezens) ontdekken we vroeg of laat dat we ook hunkeren naar het tegendeel van dit alles: minder en minder in plaats van meer en meer. Zonder dat we het vaak zelf weten, smachten we naar verlossing van deze verzamelwoede en de bijkomende verantwoordelijkheden en angsten. Ons succes en bezit belemmeren onze vrijheid en eisen hun tol, maar we doen er weinig voor dat te doorbreken. Verslaafd, hunkerend naar lijden, neigen we naar steeds meer en meer. Dat verscheurt ons van binnen steeds meer. Je zou kunnen zeggen dat er een burgeroorlog woedt, zonder zicht op vrede. Die vrede komt er niet door overleg of wapenstilstand, maar door het conflict van beide kanten volledig te doorzien, tot voor beide kanten de overwinning behaald wordt. Onze drang tot meer en meer zal nooit bevredigd worden tot we alles zijn en onze drang voor minder en minder zal nooit bevredigd worden tot we niets zijn. Maar zoals het in sprookjes gaat, ook hier een gelukkig einde . Want het blijkt dat tegenovergestelde doelen tot één doel samenvloeien, één doel dat al bereikt is. Extremen ontmoeten elkaar en verenigen zich hier tot alles en niets: onze altijd aanwezige ware natuur. Ons probleem was niet de 'meer-minder tegenspraak', maar ons falen om te blijven kijken tot het zich absoluut oplost. Uiteindelijk vinden we hier het geluk, geduldig op ons wachtend, omdat we hier hebben wat we altijd al wensten. We wilden zowel alles als niets en dat is precies wat we al hebben. Wat een zegening als we onszelf kunnen loslaten.

Eenstemmig bevestigen heiligen, zieners en wijzen deze kostbare waarheid. 'Zijn wil is onze vrede,' zegt Dante bijvoorbeeld. Andersom is het nu juist onze wil — onze wens tot 'willen' als individuele wezens — die onze vrede versplintert. Dat is, volgens William Law, precies wat ons scheidt van God. Nogmaals De Caussade: 'Door verenigd te zijn met de wil van God kunnen we van Hem genieten en Hem tot ons nemen; het is een waanidee te denken dat

Page 49: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

dit heilige bezit op een andere manier tot ons kan worden genomen.' Een sceptische leerling van Nisargadatta Maharaj zei dat als de leerling was wie de wijze zei dat hij was, dan kon hij alles krijgen wat zijn hartje begeerde. Nisargadatta beaamde dit. Hij zei: 'Alles zal gebeuren zoals jij het wilt, maar je moet het dan wel heel zeker willen.'

Nogmaals, geloof niemand op zijn woord. Jouw eigen, dikwijls herhaalde ervaring van het leven, schenkt je het klinkende bewijs. Natuurlijk was er soms wat geluk, maar hoe lang? Voldoet het lange termijn resultaat aan je verwachtingen? Is het zonder lijden? Alexander de Grote genoot niet lang van zijn overwinning op de toen bekende wereld; hij huilde omdat er geen landen meer over waren om te overwinnen. Cynici bevestigen ons dat er geen grotere teleurstelling is dan succes en tot op zekere 'hoogte' hebben ze gelijk. Tot de 'hoogte' van volledig succes, het werkelijke succes en de volledige vervulling. Wanneer we uiteindelijk de genade en het gezonde verstand hebben om JA te zeggen tegen die verzameling succesjes en mislukkinkjes en we bereid zijn samen te vallen met alles wat het leven aandraagt, dan pas valt er vrede over ons. Wanneer we wensen wat we krijgen zegt ons hart dat we het goede gewenst hebben en de juiste keuze hebben gemaakt. Dat is wat we werkelijk, werkelijk willen. We ontwaken en dat is het ware succes!

De prijs voor het afwijzen van wat we krijgen, kan erg hoog zijn. Depressie en overdreven bezorgheid, irrationele angsten met fysieke bijverschijnselen, het zijn waarschuwingssignalen dat een bewustzijnsverruiming noodzakelijk is. Die neurotische symptomen komen voort uit een innerlijk conflict: niet-erkende en niet-geuite wensen die niet samengaan met onze ogenschijnlijke bedoelingen. We onderdrukken onbewuste verlangens die desondanks deel uitmaken van de totaliteit en die telkens weer opduiken ter compensatie van de eenzijdigheid van onze bewuste geest. Het onbewuste is niet het monster waar sommigen het voor aanzien. Carl Jung zegt hierover: 'Een dergelijke visie komt voort uit angst voor de aard van het leven zoals het is... Het onbewuste is alleen gevaarlijk wanneer onze bewuste houding onoprecht wordt en dit gevaar zo groot wordt dat we weigeren het onbewuste te zien of voor werkelijk te houden. Zodra de inhoud die in eerste instantie onbewust was, door de patiënt geassimileerd wordt, verdwijnt het gevaar voor onbewustheid. Met dat 'opnemingsproces' komt er een einde aan de afgescheidenheid van de persoonlijkheid en de zorg om de gescheiden koninkrijken van de psyche (het bewuste en het onbewuste; vert.) te handhaven.'

Deze welbekende en alom geaccepteerde principes zijn van toepassing op wat we 'het derde koninkrijk achter de psyche' zouden kunnen noemen èn op de koninklijke wens van het derde niveau, dat alles zal zijn zoals het is. Zoals het onderdrukken van het verlangen van het tweede, nog steeds menselijke niveau acute symptomen oproept, zo verschijnen er chronische 'existentiële' symptomen door het onderdrukken van het ware goddelijke basisverlangen.Deze 'existentiële' symptomen monden uit in een diepe ontevredenheid met het leven zoals het is, een verlangen dat niet weet wát het verlangt. Onze genezing is het licht van bewustzijn te laten vallen op het diepste van alles, op de onbenoembare Kern zelf, onze Bron en ware Wezen. Er is geen andere verlichting voor dit diepe lijden. We zijn genezen als we weten wat we willen. En we weten wat we willen,omdat we weten wie we zijn, namelijk die Ene die niets wil en alles heeft.En dan duikelen we van de hel in de hemel. Nogmaals William Law: 'Er is alleen een hel daar waar de wil van het wezen zich afwendt van die van God,

Page 50: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

en er is een hemel daar waar de wil van het wezen (samen)werkt met die van God.'

Het voorafgaande is nogal abstract en algemeen, laten we het dus concreter maken en eindigen zoals we begonnen zijn, met een verhaal.Elsie had een prachtige stem en wilde een gevierd zangeres worden. Ze spande zich hard in voor een auditie in een studio en uiteindelijk slaagde ze daar tot haar grote genoegen in. Maar toen liep alles in het honderd. Ze kon met grote moeite de studio vinden en kwam te laat. Er werd een nieuwe afspraak gemaakt, maar deze keer kreeg ze last van een keelontsteking die haar uitvoering de grond in boorde. Tijdens de derde en laatste gelegenheid was er verwarring bij de pianist over het te zingen nummer met als gevolg dat hij de verkeerde bladmuziek bij zich had. Het werd Elsie allemaal te veel. Ze werd depressief en nerveus en vertoonde grillig gedrag. Ze consulteerde een psychiater. Met zijn hulp ontdekte ze dat haar diepere onbewuste wens een andere was dan haar oppervlakkige en bewuste wens. Ze wilde helemaal geen carrière in de muziek, maar trouwen en een familie stichten. Door haar echte wens te onderdrukken, leed ze aan de symptomen die duidden op onderdrukking. Zijzelf had, zonder het zelf in de gaten te hebben de dingen zo geregeld dat ze misliepen. Haar tweede en diepere wens kwam echter ook niet uit. De mannen die haar bekoorden, wilden haar niet en ze maakte ruzie met de mannen die haar het hof wilden maken. Alweer zorgde ze voor haar eigen mislukking. Grenzend aan wanhoop en met een nieuwe lading psychosomatische klachten, zoals gezwellen en migraine, ging ze nu naar een leermeester in plaats van naar een psychiater. Deze hielp haar nog 'dieper' te gaan. Hij kreeg haar zover dat ze zag wie ze werkelijk was en wat die werkelijk wilde. Ze ontwaakte voor het feit dat haar derde en uiteindelijke wens niet een beroemde zangeres of een gelukkige huisvrouw noch iets anders was dan wat ze al was. Haar diepste verlangen was allang gerealiseerd. Ze wist dat ze aan de basis identiek was met alle prima donna's ter wereld en de zangeres-in-haar dus al in al haar pracht aanwezig was. En dat alle kinderen ter wereld, met inbegrip van alle volwassenen, haar kinderen waren. Ze zag dat door de vervulling van deze derde en laatste wens — dat alles is zoals het is — ook haar andere wensen vervuld waren.Met een aantal kleine aanpassingen is Elsie's verhaal ook ons verhaal. We kunnen het ons eigenmaken en ontdekken dat Zijn wil inderdaad onze vrede, ons geluk is.

Het bovenstaande is een herziene versie van een artikel dat ik zo'n elf jaar geleden schreef. Het redigeren hield me bezig tijdens een van de fysiek meest pijnlijke weken van mijn leven, gedurende welke ik, in alle eerlijkheid, niet in praktijk kon brengen wat ik onderwees. Als ik de indruk heb gewekt dat ernstige lichamelijk pijn makkelijk te accepteren en te dragen is, als we onze wil maar verenigen met die van God, wil ik die indruk bij deze wegnemen. Te gretig heb ik de woorden van De Caussade 'Heiligheid van het hart is een simpel akkoord, een simpele instemming van de wil met Gods wil. Wat is er makkelijker?' 'Wat is moeilijker?' zou, gezien mijn recente ervaring, veel exacter zijn.En toch heeft De Caussade het helemaal bij het rechte eind. IK zeg JA op mijn onmogelijkheid om ja te zeggen tegen ernstige fysieke pijn! Want per slot van rekening is het Gods wil, ofwel mijn diepste wens, om hier niet stoïcijns onder te blijven.

Page 51: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

(Gepubliceerd en vertaald door K.S. met toestemming van de auteur)

 Douglas Harding 1996

Uw wil geschiede...Ramesh Balsekar

(foto's: Gemma Wingen)

TWAM EVA KARTA, TWAM EVA BHOKTA (Gij bent de Doener, Gij bent de Belever); TWAM EVA SHROTA, TWAM EVA VAKTA (Gij bent de Luisteraar, Gij bent de Spreker) ... (volgens de Geschriften van de hindoes)

LA'ILLAHA IL'ALLAHU (Er is geen werkelijkheid dan God; Alleen God Is) ... (volgens de religie van de moslems)

UW WIL GESCHIEDE (volgens de bijbel)

Voor wie geïnteresseerd is in meer tekst over de zogenaamde 'vrije wil', zie Inzicht nr. 1 (febr. 2001) en uiteraard de boeken van Ramesh Balsekar, vooral SIN & GUILT (ondertitel: monstrosity of mind) met (ant)woorden van Ramesh, samengesteld door Susan Waterman. (Een uitgave van ZEN Publications - 106 pagina's). Hieronder volgt een keuze uit Hoofdstuk 4:

Dingen gebeuren — er is geen individuele 'doener' in het spel. Dingen gebeuren omdat het Gods wil is; de daaruit voortvloeiende consequenties raken mensen die ermee te maken hebben en ook dát is Gods wil. De uitdrukking 'Gods wil' kan vervangen worden door 'Kosmische Wet', 'Natuurwetten', 'Universele Wet', 'Bron' e.d.

Mijn ervaring is dat het merendeel van de bezoekers hier het concept kan accepteren dat Gods wil meestal de overhand heeft, omdat ze niet alleen de logica ervan inzien, maar, en dat is belangrijker een enorme opluchting en vrijheid voelen: vrijheid van schuldgevoel en verantwoordelijkheidsgevoel. Het probleem zit 'm in het feit dat het concept van persoonlijk 'doenerschap' en de

Page 52: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid voor hun handelingen zo diep geworteld is dat ze denken dat die opluchting en de vrijheid die ze voelden, niet overeenkomt met de praktijk.

Ze beschrijven het basisprobleem als volgt: 'Uw wil geschiede is een mooi concept, maar ik moet mijn leven leiden in een maatschappij waar in praktische zin dit concept niet geaccepteerd wordt en ik verantwoordelijk word geacht voor mijn handelingen. Hoe moet ik leven? Wat moet ik doen als ik een besluit moet nemen?'

Dit is een zeer redelijk argument. Mijn antwoord op dit probleem is simpel: doe wat je wilt doen; doe wat je denkt dat je moet doen volgens jouw eigen normen van goed en slecht. Met andere woorden, je hebt vrije wil om te doen waar je voor kiest. Als je besloten hebt alles te doen wat je verkiest te doen, wat ervaar je dan daarna? Heb je al je beslissingen in handelingen kunnen omzetten? Stel dat je een paar beslissingen werkelijk kon uitvoeren, hebben al die handelingen altijd het beoogde resultaat gehad waar je jezelf verantwoordelijk voor houdt? Het antwoord is duidelijk: sommige beslissingen zijn ten uitvoer gebracht, andere niet; sommige handelingen hebben het verwachte resultaat opgeleverd, andere niet; in feite zijn er ook heel wat van 'jouw' handelingen, die juist niet aan de verwachtingen voldeden. Daardoor zie je uit eigen ervaring dat jouw vrije wil niet verder reikt dan tot het louter nemen van een beslissing. Wat er daarna gebeurt, heb je, gezien je eigen ervaring niet in de hand, omdat er verschillende factoren een rol spelen waar jij geen controle over hebt.

Laten we nu die veronderstelde vrije wil van jou om iets te beslissen nader onderzoeken. Waar is 'jouw' beslissing op gebaseerd? Als je hier diep op ingaat, zul je ontdekken dat je beslissing altijd gebaseerd is op jouw 'programmering', ofwel de genen of DNA en je conditionering die ontstaat door opvoeding/opleiding en praktische ervaring en daar heb je echt geen controle over. Recent onderzoek heeft aangetoond dat veel van onze handelingen — zowel goede als slechte, positieve als negatieve — herleid kunnen worden naar de genen. Vraag jezelf dan eens af hoe zuiver jouw 'vrije wil' in feite is?! (...)

(...) De laatste vraag in dit stadium blijft: Hoe komt men tot die totale onvoorwaardelijke acceptatie dat elke handeling een goddelijke gebeurtenis is en niet die van een of andere persoon? Het voor de hand liggende antwoord is dat niemand deze vorm van acceptatie over Gods wil kan krijgen of bereiken tenzij het Gods wil is! Wel biedt het feit dat je zoekt naar een vredige geest op zich al aanzienlijk veel troost, omdat dat gebeurt door Gods genade en dat het waarlijk Gods verantwoordelijkheid is om het proces te stimuleren. Of zoals Ramana Maharshi zei: 'Je hoofd is al in de bek van de tijger, en er is geen ontsnapping.' Maar, zoals eerder gezegd, het gegeven feit dat er niets kan gebeuren tenzij het Gods wil is, weerhoud je er niet van te doen wat jij denkt dat je doen moet. Daarvoor beschik je over die zogenaamde vrije wil.

De enige spirituele oefening die ik meestal aanbeveel voor acceptatie via het intellect, is de waarheid van dit concept toetsen aan de eigen ervaring. Het ego mag dan dit concept van Gods wil mentaal accepteren, maar de acceptatie kan het laatste stadium niet bereiken tenzij het ego door eigen onderzoek ontdekt dat dit concept, wat hem of haar betreft, de waarheid is. Door alleen maar te denken aan je eigen laatste ervaringe, kun je niet anders dan tot de conclusie komen dat alle meer ingrijpende gebeurtenissen in je leven niet door eigen handelen plaatsvonden, maar als resultaat van

Page 53: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

omstandigheden waarover je geen controle had. Dat is echter niet genoeg om het concept tot feit te maken. Het bewijs van de dagelijkse ervaring is nodig. Er moet dag in dag uit eerlijk en grondig onderzoek worden gedaan naar wat jij denkt dat 'jouw' handelingen zijn. Dit onderzoek gaat een stap verder dan Ramana Maharshi's befaamde 'Wie Ben Ik?'. Het onderzoek waar ik naar verwijs, is gebaseerd op de theorie: 'Ben ik de 'doener' van wat ik denk dat mijn handelingen zijn?' (...)

(Ramesh Balsekar in 'Sin & Guilt',vertaald en gepubliceerd met toestemming van de

auteur)

[Ramesh Balsekar]

Nog meer vrije wiluit diverse bronnen

Zoals altijd leek het thema een uitnodiging van het bestaan, want waar we ook waren, wat we ook hoorden, zagen, lazen, het bleek steeds te sporen met ONS thema. Het leukste was opnieuw de ontdekking dat alles en iedereen naar hetzelfde verwijst in zoveel verschillende vormen. Een greep uit wat ons toeviel: Ramana Maharshi, Marcel Messing, Nathan Gill, uit de Upanishads, Karel Odink, Hans Faverey.

Ramana Maharshi 'Degenen die discussies voeren over wat uiteindelijk de doorslag geeft: lotsbestemming of vrije wil, hebben geen weet van de Bron van zowel lot als vrije wil. Zij die het Zelf kennen als de Bron van lot en vrije wil, zijn vrij van beide. Zullen zij er dan nog in verstrikt raken?'

(Ulladu Nãrpadu, vers 19 'Ramana Upanishad', samengesteld door Philip Renard. Uitg. Servire Utrecht 1999)

Marcel Messing

Page 54: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Alles wat naam en vorm heeft is vergankelijk, onderrichtte de Boeddha. Het vergankelijke als onvergankelijk zien, is een onjuiste visie op het bestaan en vormt de wortel van hechten en lijden. De wijsheid van de upanishads leert dat wat we werkelijk zijn allesdoorstralende helderheid is, brahman, totaalbewustzijn, Dát licht in Licht; Soham (Hij ben ik), zegt het Sanskriet, waarmee de volledige eenheid wordt uitgedrukt van atman en brahman; of: Aham Brahmasi (Ik ben brahman). Er is slechts de onverbrekelijke eenheid van totaalbewustzijn. En naar ons wezen zíjn we totaalbewustzijn dat door alle vormen heenspeelt. Eén, ondeelbaar en onnoembaar.

Vanuit het 'ik', vanuit de persoonlijkheid, willen velen van ons alles doen om een persoonlijke eeuwigheid na de dood garant te stellen. Het is een poging om het vermeende zelf te handhaven, zelfs tot in sommige zeer verfijnde bijnadood-ervaringen toe. Blijvende vrede en blijvend geluk kunnen hier niet uit voortkomen. Slechts de spiraal van worden, met daaraan verbonden hiërarchieën van het bestaan, wordt erdoor in stand gehouden. Alles wat een mens wil doen om de eeuwigheid te realiseren voor zichzelf, hoe subtiel ook, staat ver van totaalbewustzijn. Een dergelijk streven bevestigt de afgescheidenheid en is gebonden aan vergankelijke vormen.

Een van de allergrootste conditioneringen van de mens is dat hij meent een volledig vrije wil te hebben, terwijl alleen al de allerbelangrijkste levensfuncties buiten hem om geregeld worden. Zolang men meent de 'doener' te zijn, treedt onmiddellijk de wet in werking van oorzaak en gevolg, van 'zaaien en oogsten', van karma. Pas door het inzicht dat totaalbewustzijn alles doordringt, alles bestuurt, de feitelijke 'doener' is, kan doordringen dat niet 'mijn wil' geschiedt, maar 'de wil van de `Vader', van het ongrondelijke zijn. Dan is er geen verlangen meer naar een persoonlijke eeuwigheid (uitdrukking van afgescheidenheid en eigen willen), maar draagt het diepe besef dat we hier en nu, altijd, het ongrondelijke totaalbewustzijn zíjn, onsterfelijk, niet vanuit ons kleine, onbeduidende ik, maar vanuit Dát wat is. Het enige en ware 'Subject' is totaalbewustzijn, dat door alle vormen heen handelt, zonder ooit enige moeite te hoeven doen, zonder ooit vermoeid te worden, zonder ooit iets te hoeven bereiken of na te streven. In de mens kan dit Subject tot realisatie komen waardoor het 'eeuwige' leven zich onpersoonklijk als onsterfelijk manifesteert. Over dit moeiteloos handelen zegt Krishna in Bhagavad Gita tot Arjuna:

Er is niets in de drie werelden (het hele bestaan),o Partha (zoon), dat door Mij gedaan moet worden, nochis er iets dat door Mij bereikt zou moeten worden;toch houd ik Mij bezig met handelen.

De 'wil van de Vader' geschiedt hoe dan ook altijd, al denken we soms van niet. Zou totaalbewustzijn zich ook maar één moment uit ons lichaam terugtrekken, dan zou zich de waarheid van 'ons' leven aandienen: een dode pop, een 'voedselpop' zoals Sri Nisargadatta het formuleerde.

(Uit: 'De laatsten zullen de eersten zijn – over de parabels van Jezus'. Auteur: Marcel Messing, uitgeverij Altamira-Becht 2001).

Page 55: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

Vrije wil en keuze (ofwel wil je een bruin konijn of een wit konijn?)Jij-Bewustzijn, die verschijnt als de personages in je levensspel hebt als deel van het spel geen vrije wil, slechts ogenschijnlijke vrije-wil.Voor vrije-wil is er een afgescheiden entiteit nodig om het spel ten uitvoer te brengen en iets daarbuiten om mee te spelen, maar jij-Bewustzijn bent hier de enige.Jij komt op als alle personages in je levensspel en je hebt hun ogenschijnlijke vrije-wil onderdeel gemaakt van je spel.Aangezien Jij-Bewustzijn hier de enige bent, kan alleen Jij-Bewustzijn vrije-wil hebben. Zonder jouw spel is er niets behalve jijzelf dat 'vrije-wil' zou kunnen toepassen. Jouw spel als de personages, is de enige plek waar vrije-wil kan opduiken om zich te manifesteren, maar je personages bestaan niet buiten je en dus is vrije-wil slechts schijn.Vrije-wil wordt gebruikt door de personages die in jouw levensspel hun rollen spelen. Vrije-wil komt uitsluitend op als onderdeel van het spel. In werkelijkheid bestaat er geen vrije-wil.Als dit helder gezien wordt, betekent dat nog niet dat de zogenaamde vrije-wil of het maken van keuzes uit het leven van de persoon verdwijnt. Het lijkt alsof degene die dit in alle helderheid gezien heeft een chocoladebiskwietje of een puddinkje kiest, of als huisdier een wit of een bruin konijn. Wie in helderheid leeft weet dat er geen keuze is, ook al lijkt het nog steeds dat er een keuze wordt gemaakt.

Uit 'Clarity' van Nathan Gill (vertaling Belle Bruins)

Je bent wat je diepe, bezielende wens is. Zoals je wens is, zal je wil zijn. Zoals je wil is, zullen je daden zijn. Zoals je daden zijn, zal je lot zijn.

Brihadaranyaka Upanishad IV.4.5

meisje in café

we weten nu zo zoetjesaan weldit brengt ons geen gelukmaar waarom zit er dan vanmiddagaan die andere tafel zo'n godvergeten lekker stuk

Karel Odink

Zonder begeerte, zonder hoopop beloning, ook niet uit angst voor straf,de roekeloze, de meedogenloze schoonheid

Page 56: Amigo_2_2001 · Web viewBrihadaranyaka Upanishad IV.4.5 meisje in café we weten nu zo zoetjesaan wel dit brengt ons geen geluk maar waarom zit er dan vanmiddag aan die andere tafel

te fixeren waarin leegte zich meedeelt,zich uitspreekt in het bestaande.Laat de god die zich in mij verborgen houdtmij willen aanhoren, mij laten uitspreken,voor hij mij met stomheid slaat en mijdoodt waar ik bij sta, waar jij bij staat.

Hans FavereyUit: Het ontbrokene (uitg. Bezig Bij, 1990)

colofon

m e d e w e r k e r s . a a n . d i t . n u m m e r :

Jan van DeldenDouglas HardingJan KoehoornHans LaurentiusTony ParsonsPhilip Renard Justus Kramer SchipperJan KersschotRamesh Balsekar

Belle Bruins (interviews, redactie & vertalingen)Raf Pype (redactie)Kees Schreuders (redactie & lay-out) Foekje Detmar (illustratie bij en transcriptie van tekst Wolter Keers)

redactie statuut

AMIGO, een periodiek verschijnend web-tijdschrift, als bühne voor teksten over diverse Non-dualistische benaderingen. Poëtischer gezegd: Amigo wil tonen dat je in de lege stoel, die je in de kop van het magazine ziet; een vriend zonder voorwaarden treft.

Elk nummer zal in ieder geval teksten van Wolter Keers bevatten. En de mentaliteit waarmee Wolter het door hem opgezette tijdschrift 'Yoga Advaita' gestalte gaf, voortzetten.