SPARTANEN

KAMPINFO 2014

Sparta

Heel heel heel lang geleden, toen was er eens een stadje gelegen aan de

Eurotasrivier tussen het Parnon- en Taygetusgebergte, en dat stadje heette

Sparta. Langzaam maar zeker ontpopte Sparta zich tot het een van de

machtigste stadstaten tussen de Egeïsche- en de Ionische zee. Ze onderwierpen

andere dorpen en maakten van hun inwoners Heloten, slaven zeg maar. Deze

zorgden voor het voedsel zodat de echte Spartanen zich met belangrijker zaken

konden bezighouden, vechten, oorlog voeren en vechten bijvoorbeeld. Tot zover

de droge feiten, iedereen weet natuurlijk dat de Spartanen de graafste, ruigste,

koelbloedigste, sterkste, mannelijkste, potigste, stoutmoedigste en meest coolio

mannen zijn die ooit op onze aardkloot rondwandelden!

Nu loopt er daar in Sparta een orakel rond, het Jorakel (waarover straks meer)

en die had in een van zijn visioenen gezien dat Griekenland in de toekomst een

ferme crisis zou gaan doormaken. Hij brabbelde nog iets over staatsschuld,

kredietcrisis en ratingbureaus maar daar snapten de andere Spartanen niet veel

van. Wat de Spartanen wel doorhadden was dat Griekenland zwaar in de

problemen zou komen. Er werd dan ook door de twee koningen Geeonisdas en

Leeonidas besloten dat Sparta zich niet zou laten meesleuren in de Griekse

miserie. Ze riepen een volksvergadering bijeen en deze besliste dat Sparta zich

zo snel mogelijk van Griekenland moest afsplitsen. Natuurlijk zou er wel een

nieuwe bondgenoot gezocht moeten worden, en het oog van de Spartanen is op de

Macedoniërs gevallen want volgens een andere voorspelling van het Jorakel gaan

die het nog wreed ver schoppen. Hij brabbelde nog iets over een of andere

groten Alexander, Aristoteles en Bucephalus maar daar snapten de andere

Spartanen niet veel van.

Dit is allemaal goed en wel, maar heel dit plan van, scheiden van de Grieken en

toenadering zoeken bij de Macedoniërs, houdt vele risico’s in. En hoewel de

Spartanen een fier volkje zijn beslisten de twee koningen samen met de raad van

ouderen (ofte gerousia) dat ze zich maar beter wat zouden versterken. Er werd

een heuse recruteringsoperatie opgezet, om zo de Spartaanse belangen door een

nog sterker leger te laten verdedigen. Een echte Spartaan word je natuurlijk

niet zomaar, alleen de allersterksten en allermoedigsten komen hiervoor in

aanmerking. Als vanzelfsprekend zijn ze dus bij ons, Chiro Fonske, beland.

Het is te hopen dat jullie er allemaal klaar voor zijn want met die Spartanen valt

precies niet te lachen! Ze verwachten ons in groten getale op de Pelofonsesos

vanaf zondag 13 Juli! Daar gaan ze ons allemaal opleren tot echte Spartanen, wij

de leiding, zullen er alleszins zeker bijzijn en we hopen van jullie hetzelfde! Het

belooft een heus avontuur te worden waarin de Spartaanse opvoeding zal

vermengd worden met de lollige, leutige, olijke Chirowereld. Joepiedepoepie wij

hebben er potverdekke al zin in!

Hoe loopt men er zoal bij op de Pelofonsesos?

Het eerste wat opvalt als je onderweg naar de bakker, toevallig een Spartaan

ziet passeren is zijn prachtige helm. Een Spartaan en zijn helm zijn

onafscheidelijk, ze zijn werkelijk koek en ei. De Spartaanse helm komt voor in

verschillende kleuren, de klassieke kleuren zijn de kleuren van de metalen, brons,

zilver of goud. Maar tegenwoordig zijn bijna alle kleuren mogelijk zo zijn de

pastelkleuren zijn aan een stevige opmars bezig. Het allerlaatste

modeverschijnsel in de Spartaanse helmen zijn dan weer de ruitjes- of

bolletjesmotieven. Streepjes zijn op hun retour en grote tekeningen zijn al

helemaal uit den boze, die zijn zo passé! De finishing touch, is de grote

pluimenkam bovenop de helm, hoe meer pluimen hoe meer aanzien. Toch wordt er

vaak ook smalend opgemerkt dat hoe groter de pluim op de helm, des te kleiner…

De helm is natuurlijk niet het enige wat tot de Spartaanse dagelijkse plunje

behoort, een tweede grote kenmerk is het schild. Dit ziet er bij de meeste

Spartanen hetzelfde uit rond en met een hoofdletter lambda versierd. En weet

je niet meteen hoe zo een lambda er dan wel uitziet, kijk dan hier maar eens

naar: Λ. Dat is ze dus, de lambda. Maar we wijken af, het schild van een Spartaan

is normaal gezien rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo of violet. Inderdaad, de

kleuren van de regenboog. Als de Spartanen dan hun posities in de falanx

innemen ontstaat er een oogverblindend kleurenspektakel. Dit heeft, het

esthetische oogpunt even buiten beschouwing gelaten, als doel de vijand uit zijn

lood te slaan. Door al het oooh en aah geroep en het spontane applaus voor dit

mooie kunstwerk vergeten ze wel eens terug te vechten.

Een ander kenmerk van de Spartaan is zijn lendendoek. Zoals jullie waarschijnlijk

wel weten kan de temperatuur in Griekenland best wel hoog oplopen. Daarom

dragen de Spartanen niets meer of niets minder dan een lendendoek. Dit

niemendalletje is lekker fris en geeft voldoende bewegingsruimte om

tegenstanders zonder ongemak, aan mootjes te hakken. In tegenstelling tot bij

de helm en het schild speelt kleur hier helemaal geen belangrijke rol. De mode

heeft geen invloed op dit onderdeel van de Spartaanse garderobe. Wel is het

belangrijk dat het lendendoek en de cape van de Spartaan assorti zijn. Deze

cape wordt niet, in tegenstelling tot wat vele mensen denken, gedragen voor de

extra warmte. Hij wordt meestal gewoon gebruikt als hangmat, veldbedden zijn

immers veel moeilijker mee te sleuren op lange veldtochten. En na een

vermoeiende dag vol vechten is een Spartaan wel toe aan een portie verdiende

rust in een zwierige hangmat.

Het laatste kenmerk van een echte Spartaan zijn de sandalen. Je kan een valse

Spartaan zo van een authentieke onderscheiden door naar zijn sandalen te

kijken. Deze zijn de trots van elke echte Spartaan en worden dus elke dag

afgestoft en ingevet. Zie je een “zogezegde Spartaan” met vuile sandalen dan

weet je dus zeker dat je met een oplichter te maken hebt! Sandalen zijn voor de

Spartaan als een huisdier, als jij ze met liefde en respect behandelt krijg je er

enorm veel van terug. Dat is ook een van de geheimen achter de militaire

successen van de Spartaanse hoplieten, de uitstekende staat van hun schoeisel,

hierdoor slaan zij veel minder hun voeten om dan eender welke tegenstander en

houdt de falanx dus veel langer stand. De Spartaanse sandaal werd origineel

vervaardigd uit zeehondenleer maar na wat gehakketak met enkele

dierenrechtenorganisaties zijn ze dan maar overgestapt op kattenleer. Een

positief gevolg hiervan is dat het aantal zwerfkatten in Sparta spectaculair is

afgenomen.

Vaak wordt ook gedacht dat een Spartaan breedgeschouderd is en een strak,

afgetraind lichaam heeft compleet met sixpack. Jammer genoeg voor ons is dit

ook waar, dus beste jongetjes, ren naar de dichtstbijzijnde supermarkt en koop

de hele voorraad blikjes tonijn en eieren op. Sta vanaf nu om half 6 op zodat je

voor school nog wat kan pompen en optrekken. Loop elke dag 15 km en doe zeker

nog wat buikspieroefeningen voor het slapengaan. Als we niet breed genoeg zijn

tegen dat we naar de Pelofonsesos vertrekken peins ik dat die Spartanen daar

niet veel van ons gaan moeten weten!

Wie loopt er zoal rond op de Pelofonsesos?

Hieronder leest u welke rare snuiters er allemaal op de Pelofonsesos rondlopen.

Zij zijn de belangrijkste Spartanen die zich bezig houden met het zoeken naar

nieuwe rekruten. Het is belangrijk dat je weet wie wie is op kamp, want een

Spartaan is niet blij als je hem verkeerd aanspreekt!

Een van de belangrijkste Spartanen is den Geeonidas, hij is een van de twee

koningen die Sparta besturen. Hij is de enige natuurlijke zoon van de vorige

Spartaanse koning. Hij is altijd maar bezig met oorlog voeren en is haast altijd

wel op ergens op veldtocht. Sommige kwatongen beweren dat hij altijd op

oorlogspad is zodat hij niet bij zijn koningin moet zijn want naar het schijnt kan

zij een behoorlijke zaag spannen! Of dit nu de waarheid is of niet, het staat vast

dat Geeonidas een onbetwiste leider is die de Spartanen al door vele moeilijke

opdrachten heeft geloodst, iedereen is er dan ook van overtuigd dat hij ons nu

ook het goede pad zal wijzen.

De tweede koning van Sparta is de Leeonidas, hij is de adoptiezoon van de

voormalige Spartaanse koning en regeert zij aan zij met zijn broer. Zijn

adoptievader vond hem, door iedereen in de steek gelaten, na een veldslag tegen

de Macedoniërs. Iedereen gaat er dan ook van uit dat hij eigenlijk van

Macedonische bloede is. Het zal dan ook niemand verbazen dat het zijn idee was

om toenadering te zoeken bij Macedonië. Hij is niet groot maar wel een groot

leider desalniettemin hij staat toch een beetje in de schaduw van zijn broer

Geeonidas. Dit is zo omdat hij maar al te vaak moet opboksen tegen vooroordelen

over zijn afkomst. Niemand haalt het in zijn hoofd om Leeonidas in zijn gezicht

te zeggen dat hij hem niet vertrouwt, hij is namelijk een van de sterkste

Spartanen!

De allersterkste die er rondloopt op de Pelefonsesos is den Hermanathon, een

rasechte atleet, een brok spier! Hij blinkt uit in elke sport die je je maar kan

inbeelden, van tafeltennis over fierljeppen tot ijshockey, hij kan het allemaal als

de beste. Hij loopt marathons bij het ontbijt, doet een duatlon in de voormiddag,

een triatlon in vroege namiddag en een decatlon vlak na het avondeten. Ondanks

zijn uitgesproken talent loopt Hermanathon niet graag te koop met zijn

overwinningen. Hij wil de andere Spartanen geen slecht gevoel geven dus in

plaats van ’s avonds op café te gaan en daar wat te pochen met zijn nieuwe

snelheidsrecord, gaat hij nog maar wat baantjes trekken in de Eurotas.

De man die iedereen fit en in vorm houdt is den Dircus, hij is de trainer van de

Spartanen. Het hoeft niemand te verbazen dan den Hermanathon den Dircus

zijne poulin is. Er wordt dan ook soms gefluisterd dat zij meer zijn dan alleen

maar trainer en atleet! Den Dircus weet altijd iedereen te motiveren om zich

weer even flink in het zweet te werken, de geur van mannenzweet is dan ook zijn

lievelingsgeur. Zijn verantwoordelijkheid valt zeker niet te onderschatten want

een Spartaan die niet in topvorm is, is een smet op het blazoen van de

Spartaanse krijgsmacht.

De Lexodus, heeft een functie die aansluit bij het werk van den Dircus. Hij

beslist namelijk over wie toegelaten wordt in het Spartaanse leger en dus onder

de hoede komt van Dircus om in vorm te geraken. Wie te zwak wordt bevonden

gooit de Lexodus eigenhandig met zijn klikken en zijn klakken van het

Taygetusgebergte! U leest het, de Spartanen zijn een onverbiddelijk volkje, wie

niet aan de Lexodus zijn eisen voldoet is eraan voor de moeite. Door deze harde

en moeilijke taak ligt de Lexodus niet zo goed bij de Spartaanse vrouwen, deze

zijn niet zo opgezet met het van bergen gooien van kindjes. Lexodus is dus

gedoemd om eeuwige vrijgezel te blijven.

Over vrouwen gesproken, Victoria, is zowat de vrouwelijke numero uno van de

Pelofonsesos. Zij is het levende bewijs van de sterke, geëmancipeerde

Spartaanse vrouw. Als de mannen van huis zijn, staat zij in voor de verdediging

van hun Polis. En als de mannen wel thuis zijn, dan staat ze in voor het plezier van

deze mannen. De grote specialiteit van Victoria is armworstelen, tot nu toe moet

ze enkel in den Hermanathon haar meerdere erkennen, de andere Spartanen

vloert ze met de vingers in de neus! Wat een wijf dames en heren!

De man die instaat voor de bewapening van de Spartanen is de Gijzer, hij is de

smid van het dorp. Hij doet niets liever dan dag en nacht met zware hamers op

stukken metaal slaan, tot grote spijt van zijn buren. Zijn vakmanschap is echter

ongeëvenaard in heel Griekenland! Hij maakt zwaarden, bijlen en speren zo

scherp dat je er moeiteloos je baard mee kan trimmen. Zijn grote specialiteit is

echter het laten glanzen van de wapens, dit heeft als grote voordeel dat je de

vijand kan verblinden. In zijn vrije tijd doet de Gijzer niets liever dan metalen

poesjes te smeden, hij houdt namelijk erg veel van katten.

Een vaste klant van de Gijzer is de Xeno Fon Deer, hij is de landbouwer onder

de Spartanen. Dit boerke bewerkt het land en zorgt ervoor dat de Spartanen

elke dag hun buikje rond kunnen eten. De Xeno Fon Deer herken je in een

oogopslag, hij draagt namelijk altijd een groene lendendoek en gele sandalen. In

zijn vrije tijd schrijft hij graag neer hoe hij met zijn Spartaanse makkers

grootste overwinningen boekten. Hij is ook de enige Spartaan die geen speer of

zwaard gebruikt als wapen, hij zweert namelijk bij zijn hark! Rare jongen die

Xeno Fon Deer!

Dan is er ook nog den Dannybal, hij staat in voor de verzorging van de dieren in

de Pelefonsesos. Zijn liefde voor dieren gaat zover dat hij zelfs geen oog heeft

voor het vrouwelijk schoon in Sparta. Hoewel hij van alle dieren houdt, zijn de

olifanten zijn lievelingsdieren. Zijn grote droom is om ooit eens met olifanten de

Alpen over te steken, gewoon maar om te bewijzen dat het kan. Hij beoefend

buiten de werkuren de nobele hobby die kantklossen heet.

Een andere rare snuiter in de Pelefonsesos is Pieteragoras, hij is een wiskundige

die heel de dag door maar berekeningen zit te maken. Hij helpt hiermee de

Spartanen vaak wel vooruit, maar soms lijkt hij toch ook maar wat te raaskallen.

Zo bazelde hij eens iets over rechthoekzijdes en altijd 180° en iets met

stellingen en ga zo maar door. De andere Spartanen snappen hier niets van, maar

ze laten hem maar doen want zo nu en dan doet hij een handige uitvinding. In zijn

vrije tijd houdt hij zich bezig met het verzamelen van driehoekige voorwerpen,

zijn paradepaardje is een driehoekig elandengewei.

Iemand die ook wel eens gebruik maakt van de Pieteragoras zijn stellingen is

Woody den Helode, zijn familie werd vele jaren geleden door de Spartanen tot

slaaf gemaakt. Sindsdien leven zij mee in de Pelefonsesos en is de verhouding

meester/slaaf wat verwaterd. Woody den Helode leeft dus o gelijke voet met de

andere Spartanen. Hij is de man die al de Spartaanse schepen bouwt. Maar dat is

niet het enige wat hij kan, hij is een soort tovenaar met hout! Geef hem een

boomstronk, en hij maakt er alles uit wat je je maar kan voorstellen, kasten,

deuren, wielen, bedden, longboards,… Ooit zou hij zelfs eens een marionet

hebben gemaakt die zo mooi was dat het wel een echte jongen leek, alleen de

neus was misschien wat lang.

De rijkste man van heel de Pelefonsesos is de Johandelaar, deze geboren

commerçant koopt en verkoopt alles wat er maar te kopen of verkopen valt. Naar

het schijnt was zijn eigen moeder het eerste wat hij ooit verkocht! De

Johandelaar heeft een zeer groot netwerk, hij heeft contacten over heel de

bekende wereld. Dit komt de Spartanen vaak goed van pas, want de Johandelaar

levert vaak gevoelige informatie aan zijn stadsgenoten. Oh ja, nog belangrijk om

weten, de Johandelaar is een jood en draagt een mooie volle snor.

Dan volgt nu misschien wel de meest bizarre van alle spartanen namelijk het

Jorakel. Deze oude man gaat enkel in zijn baard gehuld door het leven. Hij staat

in verbinding, of zo zegt hij toch zelf, met de goden en deze geven hem visioenen

die glimpen van de toekomst onthullen. Zo een visioen gaat vaak gepaard met

epilepsieaanvallen, spasmen, stuiptrekkingen of andere vreemde lichamelijke

toestanden. En de beelden die hij dan te zien krijgt moeten nog worden

ontrafeld want hij spreekt altijd in raadsels! Sommigen beweren dat het Jorakel

al meer dan 168 jaar oud is en dat hij zijn baard nog nooit heeft geschoren of

bijgeknipt omdat hij bang is van metaal. De favoriete hobby van het Jorakel is

sudoku’s van vijf sterren oplossen.

De man die al deze visioenen van het Jorakel moet verklaren is den Apolle. Deze

kalende filosoof doet heel de dag lang niets anders dan denken en denken en

denken. Het is dan ook een mirakel dat hij nooit door den Lexodus van de rotsen

is gegooid! Het feit dat hij de enige is die de dromen van het Jorakel kan

begrijpen speelt hier waarschijnlijk wel mee. Als filosoof is hij dan ook goed

bevriend met de Pieteragoras, sommigen zeggen zelfs dat ze dezelfde moeder

hebben, maar dat kan evengoed maar een broodje aapverhaal zijn. De twee

kunnen soms uren met elkaar filosoferen en discuteren over onbewogen

bewegers en het idee van het goede of categorische imperatieven. Als zij

vertrokken zijn, laat je ze best met rust en ga je maar een stukje wandelen,

want ze begrijpen kan je toch nooit.

Hoe ziet een dag in Sparta eruit?

07.15 de voornaamste Spartanen ontwaken uit

hun dromen vol geweld en oorlog.

07.30 de leden staan op en wassen zich (de

leiders ook)

08.00 : opening aan den Agora

08.15 : ontbijt in de Salamis

09.00 : diensten

09.30 : voormiddagactiviteiten starten

12.00 : eten

12.45 : diensten

13.00 : platte rust

14.00 : start van de namiddag activiteiten

16.00 : vieruurtje

18.00 : eten

18.45 : diensten

20.00 : sluiting aan den Agora

20.15 : avondactiviteiten

21.00 : Speelclub en Fonskes kruipen onder de wol,

en dromen van falanxen

21.30 : Rakkers gaan op stal

22.00 : Toppers ruilen het dagdromen voor het

echte dromen

22.30 : Kerels gaan dodokes doen

23.00 : De leiding vergadert in de Gerousia

Ik ga op kamp en ik neem mee:

1. slaapgerief - veldbed en/of luchtmatras

- slaapzak en een deken ( ’s nachts kan het koud zijn)

- pyjama of nachthemd

- hoofdkussen, Teddy (de beer)

2. eetgerief - 3 keukenhanddoeken

- drinkenbus

- Een bord, tas, kom en bijpassend bestek. Omdat de

leiding zijn pollen niet graag verbrand, willen wij jullie

uitdrukkelijk vragen geen metalen borden, kommen of tassen

mee te nemen. (die worden namelijk foorheet) bestek mag

uiteraard wel uit metaal zijn! (want dat snijdt zoveel beter)

3. wasgerief - 4 badhanddoeken

- 4 washandjes

- zeep in een zeepdoosje, douchegel en/of shampoo

- tandpasta, tandenborstel en beker (in toiletzakje)

4. kleding - stevige schoenen, sportschoenen, laarzen

- voldoende kousen (min. 10 paar)

- voldoende T-shirts

- ondergoed

- een zwembroek

- korte broeken voor overdag en lange broeken voor ‘s avonds

- warme truien

- dikke jas of regenjasje ( 's avonds kan het koud zijn)

- donkere of camouflagekledij voor nachtspelen

- Spartaanse verkleding

- CHIRO-UNIFORM

5. allerlei - zakdoeken, zaklamp

- rugzak

- plastic of linnen zak voor de vuile was

- iets tegen de beestjes (muggen, vliegen, wespen, tijgers,

neushoorns, giraffen, Atheners…)

- leesboeken, strips, prentenboekjes, …

- adressen, briefpapier, schrijfgerief, zegels, …

- SIS-kaart of Kids-ID

- 1 pot choco en 1 pot confituur

Wat blijft er thuis

Horloges, horloges zijn zowat het meest nuteloze wat je kan meebrengen naar de

Pelefonsesos, ze ligt namelijk in een heel andere tijdszone! Onze klokken staan

er dus hopeloos verkeerd. Trouwens een Spartaan heeft helemaal geen tijd om

op de tijd te letten, hij moet trainen, trainen en nog eens trainen (en misschien

soms een beetje spelen). De leiding weet bovendien altijd perfect hoe laat het is,

dus als je toch zou willen weten hoe laat het is, moet je het hen gewoon vragen.

En denk eraan, de leiding heeft altijd gelijk, ook op de Pelefonsesos.

Snoeperijtjes je kan niet bepaald veel bagage meezeulen op een veldtocht.

Trouwens in een lendendoekje zijn geen broekzakken (ah ja het is geen broek)

dus kan je dit snoep ook nergens steken! Daarbovenop trekt al dat zoets ook veel

te veel ongedierte aan en krijg je er gaten van in je tanden. Voorts heb je toch

nooit honger want onze kookouders zullen jullie op tijd en stond verwennen met

de heerlijkste spijzen. Indien jullie ongehoorzaam zijn en toch snoep

meesmokkelen zal het Jorakel dit offeren op den offersteen om de goden goed

gezind te stellen (of delen met de rest van de leiding).

Messen en dan hebben we het voornamelijk over de jongere groepen. Hebben

jullie al eens gemerkt dat die dingen graag in kindervingertjes prikken of

snijden? Waar zou je anders in gaan snijden? In de tenten, het wc-papier of je

nachtpon? Dit doet allemaal meer kwaad dan goed. Voor de oudere leden, zij die

bekwaam zijn om op een veilige manier met zakmessen om te gaan, volstaat een

simpel zakmes. Er is geen nood aan uitgebouwde messen van 45cm lang. Per slot

van rekening zijn we Rambo niet.

Elektronica, gsm’s, mp3 spelers, megafoons, laptoppen, gameboys, tablets,

microscopen, televisies, wifi instalaties, playstations, draaitafels,… allemaal

volstrekt waardeloos in Sparta. Er zijn namelijk nergens stopcontacten in de

pelefonsesos! Indien zulke spulletjes toch gezien worden zal de leiding al je

berichten lezen, al je topscores verbreken en je batterij er verkeerd terug

insteken.

Praktische info

Het kamp begint voor iedereen (Fifo’s, Speelclub, Rakkers, Toppers, Kerels,

Leiding) op zondag 13 juli. Jullie worden allemaal verwacht om 14.00 uur op ons

kampterein in Nismes. (voor exacte adres zie lager) Als iedereen geïnstalleerd is

zal de leiding de vaders afdrogen in onze jaarlijkse voetbalmatch! Heel dit

gebeuren wordt begeleid door een hapje en een drankje zodat onze kookouders

ook al wat kunnen warmlopen.

Op zondag 20 juli, is het kamp afgelopen voor de jongste groepen (Fifo’s en

Speelclub). Hun allerliefste ouders mogen ze om 14.00 uur stipt komen oppikken

op de Pelefonsesos.

Woensdag 23 juli is het kamp voor al de rest gedaan (Rakkers, Toppers,

Kerels). Zij zullen begeleid door de leiding met de trein naar huis komen. De

exacte aankomsttijd zal nog worden meegedeeld.

Bagage: indien u uw zoons bagage met de container wil laten meegaan, dan kan

dit. De bagage mag worden binnengebracht op de chiro op dinsdag 8 woensdag 9

juli tussen 19 en 21 uur. (als dit niet past, kan je altijd de leiding contacteren)

Adres en contact: het adres van onze kampplaats is Voye des Pauquîs, 1, 5670

Nismes (Viroinval) Het is dan ook naar dit adres dat u een briefje mag sturen

naar uw spruit. Met de vermelding Chrifo Fonske tav (naam van zoonlief).

In geval van uiterste nood kan u altijd telefoneren naar 0498/36.79.28. Dit is

het telefoonnummer van leider Jos (Maarten Van Goylen). De telefoonnummers

van de rest van de leiding staan ook op onze site. (www.chirofonske.be)

Natuurlijk kan niemand garanderen dat er 24/24, 7/7 meteen iemand de

telefoon opneemt want in een lendendoek zijn geen zakken dus kan het zijn dat

de gsm niet overal mee is. Het staat u natuurlijk te allen tijde vrij om een

boodschap in te spreken na de bieb, we bellen u altijd zo snel mogelijk terug.

Prijs en rekeningnummer

Voor de jongste leden (Fifo’s en Speelclub) bedraagt de kostprijs van het kamp

90 Euro. Voor de oudsten (Rakkers, Toppers, Kerels en Leiding) 120 Euro.

Dit bedrag mag handje contantje gegeven worden aan de leiding of

overgeschreven worden op het rekeningnummer BE98 8601 0848 6293 met als

vermelding: Kamp en de naam van uw lieve schat.

Het is ook van groot belang dat we een ingevulde medische fiche van uw kind

hebben. Dit document is achteraan bijgevoegd bij deze bundel. Er dienen ook

twee klevers van de mutualiteit bij te zitten. (deze klevers mogen ook bij het

begin van het kamp samen met de sis-kaart overhandigd worden).

Aangezien we dicht bij de Franse grens zitten zou het kunnen dat sommige

groepen deze voor een activiteit ook oversteken. Daarom hebben we ook een

attest bijgevoegd dat ons de toestemming geeft met uw kind naar het buitenland

te gaan.

De route

1. We beginnen bij het begin, u drinkt uw laatste kop koffie en stapt de deur uit.

Verzeker u ervan dat u het huis goed afsluit. U stapt in uw wagen (of op uw

motor), kijkt even in de achteruitkijkspiegel of uw haar wel goed zit en loopt dan

de laatste veiligheidschecks na. Staat de zetel comfortabel, is de

bandenspanning optimaal, is het oliepeil bevredigend, zijn er voldoende

zakdoekjes voorhanden, iedereen ingesnoerd? En weg zijn wij!

2. Wat u dan moet doen is vertrekken richting de ring van lier, deze neemt u en u

verlaat deze aan de N14, de baan naar Duffel die ook wel Mechelsesteenweg

heet. Aan de rotonde in Duffel neemt u de derde afslag zodanig dat u aan de

lichten uitkomt. Hier slaat u linksaf. Aan het tankstation gaat u weer naar

rechts, dit is nog steeds de N14 maar de baan heet nu Mechelsebaan. Deze volgt

u een hele poos totdat u aan de R6 Komt. Een groot kruispunt waar weg naar de

E19 ook al duidelijk staat aangegeven. Volg deze pijl en sla rechtsaf. Een

kilometer later neemt u de oprit naar de E19 in de richting van Brussel.

3. Zo u bent op de snelweg beland, even checken of u niemand vergeten bent

want nu kan je nog terug! Aan het knooppunt van Machelen zo een 18 km verder,

neemt u de E40 in de richting van E411 Namen, Luik, Leuven, Brussel,

Zaventem. U vervolgt de weg zodanig dat u op de R0 terechtkomt.

4. U blijft op nog een dertigtal km op deze R0 tot u aan het knooppunt van Ittre

komt, hier volgt u de pijlen naar de E19 Paris/Mons. Deze volgt u ongeveer tien

km en dan neemt u Afslag 19 A54/E420 in de richting Liège/Namur/Charleroi.

Na 25 km houdt u links aan en blijft op de E420. Even later neemt u Afrit 30

naar de E420/N5 in de richting van Châtelet/Coulliet.

5. Indien nodig neemt u een plaspauze, zo niet neemt u na 40 km en drie

rotondes de afslag naar Nismes. En vanaf deze plek volgt u doodsimpel onze

Chiro Fonske pijlen tot aan de kampplaats.