Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de...

62
1 Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen 4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat 5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur 6. De groei van het Romeins imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde 7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest- Europa 8. De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten 9. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid 11. De verspreiding van het christendom in geheel Europa 12. Het ontstaan en verspreiding van de islam 13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legden voor het herleven van een agrarisch- urbane samenleving 14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden 15. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel geestelijke macht het primaat behoorde te hebben 16. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe onder andere in de vorm van kruistochten 17. Het begin van staatsvorming en centralisatie 18. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling 19. Het begin van de Europese overzeese expansie 20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid 21. De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had 22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat 23. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie 24. De bijzonder plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek 25. Het streven van vorsten naar absolute macht 26. De wetenschappelijke revolutie 27. Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen (verlichte denken) 28. Voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) 29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme 30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Transcript of Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de...

Page 1: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

1

Alle kenmerkende aspecten op een rij

1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur 6. De groei van het Romeins imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa

verspreidde 7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-

Europa 8. De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische

godsdiensten

9. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een

zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid 11. De verspreiding van het christendom in geheel Europa 12. Het ontstaan en verspreiding van de islam

13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legden voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving

14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden 15. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel geestelijke

macht het primaat behoorde te hebben 16. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe onder andere in de vorm van

kruistochten 17. Het begin van staatsvorming en centralisatie

18. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling

19. Het begin van de Europese overzeese expansie 20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid 21. De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg

had 22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

23. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie 24. De bijzonder plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van

de Nederlandse Republiek 25. Het streven van vorsten naar absolute macht 26. De wetenschappelijke revolutie 27. Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de

samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen (verlichte denken) 28. Voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse,

verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) 29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de

daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme 30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,

grondrechten en staatsburgerschap

Page 2: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

2

31. De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

32. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie 33. Discussies over de sociale kwesties 34. De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme,

socialisme, confessionalisme, feminisme 35. De opkomst van emancipatiebewegingen 36. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan

het politiek proces

37. Het voeren van twee wereldoorlogen 38. De crisis van het wereldkapitalisme 39. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en

nationaalsocialisme/fascisme 40. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van

massaorganisatie 41. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de

betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering 42. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden 43. De Duitse bezetting van Nederland 44. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

45. De dekolonisatie die een eind maakt aan de westerse hegemonie in de wereld 46. De verdeling in de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop

en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 47. De eenwording van Europa 48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw

aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen 49. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen

Page 3: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

3

Alle aantekeningen Feniks vwo 4 t/m 6 H1 Tijd van jagers en boeren

§1 Van jagers-verzamelaars naar boeren • De levenswijze van jagers-verzamelaars • Ontstaan van landbouw, landbouwsamenlevingen

- Jagers-verzamelaars

- Prehistorie, paleolithicum/oude Steentijd - Eenvoudige gereedschappen - Rondtrekkende groepen - Geen schriftelijke bronnen (ook prehistorie genoemd) - Rotstekeningen en opgravingen

- Ontstaan van landbouw

- Ontstaan rond ±10.000 voor christus - In de vruchtbare halvemaan in het Midden-Oosten: Palestina, Turkije, Syrië en Irak - Door klimaatverandering

- Overstap van landbouw ging geleidelijk, eerste boeren in Nederland rond 5300 v.Chr.

- Akkerbouw: zaden niet direct opeten, maar verbouwen - Veeteelt: dieren vangen, domesticeren en fokken - Overgang naar agrarische samenleving: Neolithische Revolutie (nieuwe Steentijd)

ß Gevolgen ontstaan van landbouw:

- Sedentair (vast woonplaats) à ontstaan van dorpen en steden - Huizen van hout en steen - Bevolkingsgroei à grotere groepen - Ontstaan van sociale verschillen: verschillen in bezit en in macht - Nieuwe uitvindingen: het wiel, aardewerk en kalender

Page 4: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

4

§2 Oude beschavingen, steden en staten • Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

- Ontstaan van de eerste steden

- ±6.500 v.Chr. - In Mesopotamië (Soemerië)

- Twee stromenland - Twee rivieren (Eufraat en Tigris)

- Irrigatielandbouw was mogelijk (bevloeien van akkers met water) - Vruchtbare slib door rivieren - Rivierwater werd geleid door dammetjes en kanaaltjes naar gewassen

ß Gevolgen: - Voedselovervloed

- Bevolking groeit - Dorpen worden steden - Specialisatie, niet iedereen hoefde meer te verbouwen

- Niet iedereen kan voedsel produceren

- Ontstaan van beroepen (ambtenaren) en handel - Ontstaan van verschillende sociale lagen (betere huizen) - Ontstaan van bestuur (wetten en regels) - Ontstaan van stadstaten (stad omringende platteland en eigen bestuur)

- Gemeenschappelijke kenmerken van de stadstaten in Mesopotamië

- Hiërarchische opbouw van de samenleving - Koning - Priesters - Ambtenaren - Ambachtslieden en handelaren - Boeren - Slaven

ß Krijgsgevangenen uit de oorlog

- Godsdienst - Polytheïstisch - Tempels, naast godsdienstige ook economische functie

ß Boeren moesten belasting innen aan de tempel Ø Deel van graan ß In ruil hiervoor worden boeren beschermd en werd onderhoud van hun

irrigatiesysteem gecoördineerd ß Graan werd uitbetaald aan ambtenaren, priesters en koning

- Koning werd gezien als een plaatsvervanger van de goden

- Uitvinding van het schrift ±3.300 v.Chr. - Einde van de prehistorie (prehistorie houdt de tijd in zonder geschreven bronnen) - In de geschriften staan:

- Handelsovereenkomsten - Wetten - Godsdienstige teksten

Page 5: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

5

§3 Egypte, evolutie in een natiestaat • Ontstaan van landbouw, landbouwsamenlevingen • Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

- 5000 voor christus ontstaan van de landbouw langs de Nijl

- Door klimaatverandering - Water voor irrigatielandbouw - Door de jaarlijkse overstromingen, kwam er een vruchtbare slib

- Vanaf 2950 voor Christus kwam heel Egypte onder bestuur van een koning, de Farao

- Egypte werd hiermee de eerste natiestaat - Eenheid van taal, geloof, cultuur en bestuur

- De farao had deze functies: - Koning - Legeraanvoerder - Opperpriester - En was een van de goden

- Godsdienst: polytheïstisch - ±2.000 v.Chr. was een van de belangrijkste goden was Amon, hij werd vereerd

door heel Egypte - Hiërogliefenschrift

- 1353 voor Christus voert Farao Amenhotep IV deze veranderingen door:

- Overstap naar het monotheïsme, namelijk de zonnegod Aton. ß Zo werd de macht van de oude priesterklasse van Amon beperkt - Amenhotep neemt nieuwe naam aan: Achnaton (hij die Aton werkelijk dient) - Stichting nieuwe hoofdstad - Veranderingen in de kunst:

- Kunst was eerst strak en weinig verfijnd. - Nu: sierlijker, ruimtelijker en verfijnder

- Na de dood van Achnaton in 1336 v. Christus à opvolgers draaien de veranderingen terug

- Polytheïsme komt terug - Mensen vertrekken uit de nieuwe hoofdstad - Kunst werd weer strak en weinig verfijnd

Page 6: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

6

H2 Tijd van Grieken en Romeinen

§1 De Griekse wereld • De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek

in de Griekse stadstaat • De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

- De Griekse wereld in het kort:

- Wetenschappelijk denken à het ontstaan van wetenschap - Denken over politiek en burgerschap à hoe wordt de Griekse stadstaat bestuurd? - Griekse stadstaat heet een polis - De kenmerken van de Grieks-Romeinse cultuur

- ±500 v.Chr. Griekenland is verdeeld in onafhankelijke stadstaten

- Rond 550 v.Chr. begon de periode der kolonisatie - Er was sprake van overbevolking in stadstaten vanwege bevolkingsgroei - Er was gebrek aan landbouwgrond - Kolonisaties werden gevestigd in het Middellands zeegebied

ß Banden tussen moederstad en kolonie blijven in de stad à kolonie levert voedsel via handel

- Bestuur van de polis - Oorspronkelijk was er een koning, de Griekse wereld was een monarchie

ß Hoplieten eisen meer politieke invloed ß Verdedigen de stadstaat ß Meer welgestelde mensen

ß Gevolg: monarchie wordt vervangen door een aristocratie (adel is de baas)

- Athene: een andere ontwikkeling, hier ontstond een democratie: Athene werd bestuurd door de volksvergadering, bestaande uit alle vrije volwassen Atheense mannen. Democratie zorgde in Athene voor: ß Vrijheid van spreken ß Iedereen mocht een bestuursfunctie

ß De bestuursfunctie was betaald, hierdoor konden gewone mensen deel uitmaken van de politiek

- ± 490 – 480 v.Chr. Perzische oorlogen à leidt tot nederlaag van de Perzen - 480 v.Chr.: bloeiperiode van Athene

ß Stad wordt opnieuw opgebouwd ß Cultureel en wetenschappelijk centrum van Griekenland

- Rivaliteit tussen stadstaten neemt toe ß Peloponnesische oorlog 432-404 v.Chr. Athene tegen Sparta

ß Nederlaag voor Athene à einde bloeiperiode

- Wetenschappelijk denken - Verklaren van natuurverschijnselen ß Eerst door middel van goden ß Vanaf de 8ste eeuw v.Chr. zocht men naar natuurlijke verklaringen

Page 7: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

7

- Hipocrates: - Grondlegger van geneeskunde - Ziekte is een straf van de goden - Veroorzaakt door verstoren van evenwicht van 4 lichaamssappen

ß Slijm, bloed, gele en zwarte gal (patiënt goed onderzoeken en volgen, zie boek)

- Zoeken naar oerstof - Thales van Milete: alles is water - Aristoteles: leer van de 4 elementen: aarde; water; lucht; vuur - Democritos: alles is opgebouwd uit atomen

- Wetenschappelijk denken richtte zich ook op de mens zelf

- Wat is een goede manier voor leven? - Wat is schoonheid, rechtvaardigheid? - Wat is de juiste stadstaat? ß Voorbeeld: Socrates

- Kenmerken Griekse beeldhouwkunst:

- Geen emotie - Naaktheid - Rusten op een been, beweging - Anatomisch nauwkeurig

Page 8: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

8

§2 Het hellenisme • De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek

in de Griekse stadstaat • De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur • De ontwikkeling van het jodendom en christendom als eerste monotheïstische

godsdiensten

- Hellenisme - 334 v.Chr.: Alexander de Grote (zoon van Philipus II, koning van Macedonië) begint een

aanval op het Perzische rijk - 324 v.Chr. Alexander sterft à Rijk wordt verdeeld onder generaals - Door de veroveringen van Alexander verspreidde de Griekse cultuur zich in Azië, dit

wordt het hellenisme genoemd - Hoe vespreide de Griekse cultuur zich in Azië?

- Tempels en beelden in steden en straten - Stichten van nieuwe steden door de Grieken - De bovenlaag van de bevolking vergrieksten, ze namen de taal en gewoontes over - Zo werd het Grieks uiteindelijk de officiële taal - Griekse en niet-Griekse bevolking leefde gescheiden

- Voorbeeld van Hellenisme: Alexandrië in Egypte

- 330 v.Chr.: Griekse generaal Ptolemaios wordt farao van Egypte - Onder de Ptolomeeën: Alexandrië groeit uit tot een zeer belangrijke cultureel en

wetenschappelijk centrum van de gehele Westerse wereld. Denk aan de vuurtoren van Pharos of Museion: de bibliotheek

- Belangrijke wetenschappers/filosofen in Alexandrië: - Erathosthenes: berekende de omtrek van de aarde - Herophilos (geneeskunde): autopsie, zenuwbanden komen samen in de hersens - Eratosthenes: hart is een pomp

- Jodendom is een monotheïstische godsdienst

- Ontstaan ± 1000 v.Chr. - Thuisland: Palestina - Palestina werd meerdere keren veroverd in de daar opeenvolgende eeuwen door:

Babyloniërs, Assyriërs, Perzen. Het gevolg daarvan was een diaspora: verspreiding van joden buiten Palestina, dus ook naar Alexandrië.

Page 9: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

9

§3 Imperium Romanum • De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur • De groei van het Romeinse Imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa

verspreidde • De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van

Noordwest-Europa • De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische

godsdiensten

- Rome gesticht rond 700 v.Chr. - Aanvankelijk een Monarchie

- 509 v.Chr.: Rome wordt een republiek

- Bestuur in handen van de senaat: vergadering van vooraanstaande Romeinse burgers - Senaat koos twee consuls voor een jaar - Consuls waren legeraanvoerders

- 3de eeuw v.Chr.: uitbreiding Rome

- Eerst in Italië - Daarna: gebied rond de Middellandse Zee ß Gevolg: drie oorlogen tegen Carthago, de zogenaamde Punische oorlogen

ß Overwinning voor Rome, vernietiging van Carthago

- Grieks-Romeinse cultuur - Door de uitbreiding van het Romeinse Rijk: contact met Grieken en Griekse cultuur --<

Romeinen nemen die cultuur over, maar ze voegen hun eigen elementen eraan toe. Eigen inbreng: ß Beeldhouwkunst: geen naakt van bestaande personen ß Bouwkunst: Grieken à tempels rondom met zuilen

Romeinen à alleen zuilen aan de voorkant. Gebruik van boogconstructies met beton

- Romanisering: verspreiding van de Romeinse cultuur binnen het rijk Hoe ging dit te werk?

- Romeinen lieten heersers van overwonnen volken in functie, wel samenwerkend met Romeinen en gehoorzamend - Je kon carrière maken als niet-Romein, als je samenwerkte en gehoorzaamde - Overwonnen volkeren moesten belasting betalen en hulptroepen leveren - Niet-Romeinen konden uiteindelijk het Romeins burgerschap verwerven

- Romanisering werd bevorderd door: - Het wegennetwerk (oorspronkelijk een militaire reden, maar mensen en cultuur

verspreidden zich hierdoor - Handel, met name in grensgebied met Germaanse stammen - Niet-Romeinen dienden in het Romeinse leger

- Romeinen namen ook niet-Romeinse zaken over - Germaanse goden werden overgenomen door de Romeinen

- De Gallische bovenlaag romaniseert vrij snel - In “Nederland” was er in 69 na Chr. een opstand van de Bataven - De Romeinen legden de Pax-Romana in hun rijk op. De vrede werd gedwongen

Page 10: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

10

- Christendom in het Romeinse Rijk - Christendom is ontstaan in Palestina rond 30 na Christus: Jezus van Nazareth

- Jezus is een rondtrekkende prediker - Volgelingen: Jezus is de Messias, bevrijder (sommigen dachten bevrijder van

Romeinen) - 30 n.Chr.: Jezus wordt ter dood gebracht door de Romeinen

ß Drie dagen later: Jezus opgestaan uit de dood ß Jezus is de (zoon van) God

- Christendom verspreidt zich door het Romeinse Rijk, eerst in het oosten. Aanhang: armen, onderste sociale lagen en slaven ß Iedereen was namelijk gelijk ß Iedereen kan een beter leven krijgen na de dood

- Reactie van Romeinen: - In principe waren Romeinen tolerant tegenover andere godsdiensten - Wantrouwend tegenover christendom à christenen weigerden de keizer als god

te vereren - Christenen werden gezien als zondebok à eerste christenvervolgingen

Page 11: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

11

§4 De late Oudheid • De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van

Noordwest-Europa • De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische

godsdiensten

- Vanaf de 3de eeuw: - Steeds meer invallen van Germaanse stammen in het Rijk

ß Plunderingen ß Sluiten van bondgenootschappen met Germaanse stammen

- Grote onrust: legeraanvoerders grepen regelmatig naar de macht à soldatenkeizers - Christenen werden als oorzaak van alle problemen gezien en weigerden de keizer als

god te vereren

- Eind 3de eeuw: Keizer Diocletianus voert hervormingen door - Hervorming van het leger à meer grenstroepen - Hervorming van bestuur à tetrarchie

- Rijk werd opgedeeld in Oost en West - Ieder deel werd bestuurd door een August en Caesar

- Hervorming van belasting à pachtboeren moesten op de grond van de grootgrondbezitter blijven

- 306 – 377 na Christus: Constantijn de Grote is keizer en verslaat rivaliserende Augustus - 313 na Christus: Edict van Milaan: christendom wordt toegestaan

- Reden: christendom was sterk gegroeid, meer eenheid in het Romeinse Rijk als christendom toegestaan werd en Constantijn is zelf christelijk

ß Constantijn steunt christendom actief - Bouw van kerken - Christenen worden benoemd in hoge posities - Legt meningsverschillen over het christelijke geloof bij

- 391: Keizer Theodosius maakt van christendom de enige toegestane staatsgodsdienst

- 4de en 5de eeuw: steeds meer Germaanse stammen vallen het Romeinse Rijk binnen à

volksverhuizingen - Rome wordt ook aangevallen (twee keer) - In 476 werd de laatste Romeinse keizer door de Germaanse leider Odoaker afgezet

ß Val van het Romeinse Rijk in het westen

Page 12: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

12

H3 Tijd van de ridders en monniken

§1 Leenheren en leenmannen • Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

- Eind 5de eeuw:

- Franken veroveren Gallië - In Gallië: geromaniseerde Gallo-Romeinse bovenlaag

ß Dit waren voornamelijk christenen ß Frankische koning Clovis bekeert zich tot het christendom, zodat hij zo sneller door

zijn volk wordt geaccepteerd - Clovis en opvolgers breiden het Frankenrijk uit

ß Afhankelijk van vazallen: Een strijder met een wapenuitrusting die trouw zweert aan koning en helpt bij oorlogvoering in ruil voor oorlogsbuit

- Colvis en opvolgers behoren tot de Merovingen

- 8ste eeuw: - Merovingen opgevolgd door Karolingen - De eerste Karolingische koning: Karel Martel

ß Beloont vazallen door grond in leen te geven à Grondlegger van feodalisme of leenstelsel:

- Leenheer moet: ß Grond in leen geven aan leenman

- Krijgt hiervoor terug: ß Trouw aan de leenheer ß Steun en hulp bij oorlogvoering ß Het bestuur van het leengoed door de leenman

- Leenman moet:

ß Trouw zweren aan leenheer ß De leenheer helpen bij oorlogsvoering ß Bestuur uitoefenen over het leengoed

- Krijgt ervoor terug: ß Leengoed ß Inkomsten uit de grond

- Nadelen leenstelsel:

ß Leengoed wordt erfelijk bezit van de leenman § Macht van de leenman neemt dan toe § Macht wordt versnipperd à leenman geeft leengoederen aan

achterleenmannen

ß Centrale macht verzwakt

- Karel de Grote - Leefde rond 800 - Verovert veel gebieden - Deelt rijk op in graafschappen en markten die bestuurd worden door leenmannen - 800: Karel de Grote wordt door de paus tot Keizer verklaart

ß Eerste keizer in West-Europa na de val van het Romeinse Rijk

Page 13: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

13

- Noormannen ß Germaanse stammen uit Scandinavië ß Vanaf 8ste/9de eeuw: plundertochten in West-Europa ß Later: Noormannen vestigen zich permanent in sommige gebieden: Engeland,

Noord-Frankrijk (Normandië) Ø 911: Noormannenleider Rollo wordt leenman van “Frankrijk”

- Byzantijnse Rijk

ß Na de val van het West-Romeinse rijk, blijft het Oost-Romeinse rijk voortbestaan in het “Byzantijnse Rijk” met Constantinopel als hoofdstad

Ø Centrum van handel, cultuur, christendom (ontwikkelt zich anders dan West-Europa). Ze erkennen de paus in Rome niet als het hoofd va christendom

- Byzantijnse rijk raakt later meer grondgebied kwijt en Constantinopel wordt in 1453 veroverd door de Turken.

§2 Hofstelsel en horigen

• De overgang in West-Europa naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur via het hofstelsel en horigheid

- 6de eeuw: Gevolgen volksverhuizingen:

- Onveiligheid neemt toe à handel valt grotendeels weg - Daling landbouwproductie - Mensen trekken weg uit stad naar platteland, zodat ze zelf voedsel kunnen verbouwen - Boeren stellen zich onder bescherming van een landheer à horigen

ß Zo ontliepen zij Heervaart à een militaire dienstplicht

- Horigheid Horige boer krijgt:

- Bescherming - Grond

Horige boer mag/moet:

- Toestemming vragen aan landheer als hij grond wil verlaten - Gedeelte van zijn oogst afstaan aan de landheer - Werken voor landheer

- Dorestad

- Handel viel niet helemaal weg ß Dorestad werd een belangrijke handelsplaats

- Handel in luxeartikelen: glaswerk, wijn, bont - Scandinavië, Engeland en Duitsland - Slaan van eigen munt - 863: Dorestad verwoest door de Noormannen

Page 14: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

14

§3 Het christendom in Europa • De verspreiding van het christendom in geheel Europa

- Katholieke kerk is hiërarchisch georganiseerd

ß Paus à bisschoppen (kerkelijke bestuurder in een bepaald gebied, bisdom) à pastoor

- Samenwerking tussen katholieke kerk en de Frankische koningen ß Frankische koningen steunen de kerk in de verspreiding van het Christendom à Ze

geven bescherming aan missionarissen ß Kerk: verspreiding van het Christendom versterkt de eenheid in het Frankische rijk. Dit

versterkt de macht van de Frankische koningen.

- 496: Frankische koning Clovis bekeert zich tot her christendom. Redenen: - Gallo-Romeinen waarover hij heerste waren christenen - Clovis wordt dan als koning beter geaccepteerd - Clovis neemt ook de Gallo-Romeinse bestuursstructuur over

- Verspreiding van het christendom

- Door Ierse monniken à Willibrord en Bonifatius in Friesland ß Eerst bekeerden de leiders zich (koning Radboud), zo zal het volk ook volgen ß Ook door vernielingen aan Germaanse heiligdommen - Willibrord en Bonifatius kregen in hun bekeringswerk steun van de Frankische koningen

- Voordeel kerk: Frankische koningen hielpen bij de verspreiding v. christendom - Door bekering van Germaanse stammen in hun rijk, versterken zij hun greep op die

stammen en gebieden

- De middeleeuwse kloosters - Groepen religieuzen zonderen zich af van de maatschappij - Leven samen in kloosters volgens deze regels:

- Celibaat - Belofte van armoede - Belofte van gehoorzaamheid à hoofd aan abt - Bidden en werken

- Functies van kloosters in de middeleeuwse samenleving

- Handhaven en uitbreiden van het Christendom - Zorg voor armen en zieken - Zorg voor onderwijs - Monniken konden lezen en schrijven (enige die dat konden_

ß Bewaren en overschrijven oude teksten ß Opstellen van documenten en wetten voor de koning

- Kloosters vervulden een taak in het feodale stelsel à kloosters verwierven steeds meer grond door schenkingen van edelen ß Kloosters worden leenman

- Karolingische Renaissance

- Karel de Grote verzamelt in Aken geleerden en monniken voor: ß Verzamelen en overschrijven van teksten uit de oudheid ß Bewaren en overschrijven van de Bijbelteksten ß Onderwijs à Leerplan

ß Opnieuw belangstelling voor de klassieke oudheid (Wedergeboorte = Renaissance)

Page 15: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

15

§4 Islam in Europa • Het ontstaan en de verspreiding van de islam

- Het ontstaan van de Islam:

- 570: Mohammed geboren op Arabisch Schiereiland - 610: Mohammed krijgt een openbaring van God à Koran à grondslag van de Islam - Mohammed krijgt aanhang maar stuit ook op verzet

ß 622: moet vluchten naar Medina - Na de dood van Mohammed: snelle verspreiding van de Islam over het Midden-Oosten

en Noord-Afrika door veroveringen. Door de Islam veroverd gebied: Khalifaat

- Bij de verspreiding van de Islam speelt de Jihad een grote rol: - Grote of innerlijke jihad: het overwinnen van je eigen zwakheden door de regels van de

islam aan te houden - Kleine of uiterlijke jihad: de islam beschermen tegen gevaren van buitenaf

- Volken die zijn overwonnen behoren tot het Khalifaat

- Joden en christenen mochten hun godsdienst behouden maar - Extra belasting betalen - Verbod op trouwen met moslims

ß Joden en christenen werden aangeduid als de volkeren van het Boek

- Splitsing in de Islam: opvolging van Mohammed - Soennieten: Mohammed wordt door zijn schoonvader opgevolgd, geen bloedverwant - Sjiieten: Mohammed wordt door zijn neef opgevolgd, wel bloedverwant

- Khalifaat wordt geleid door Omayyaden à Damascus - 750: Omayyaden worden verdreven door Abassieden à Bagdad

- Prins van Omayyaden vlucht naar Spanje en sticht Khalifaat in Cordoba

- 8ste eeuw: Islam dringt door in Frankrijk - Opmars in 732 gestopt bij Poitiers door Karel Martell

- Na de 8ste eeuw: Islam wordt geleidelijk teruggedrongen uit Spanje

- Bloei van wetenschap en cultuur in het Khalifaat

- Bagdad: Huis van Wijsheid à oude Griekse teksten vertalen naar Arabisch - Culturele bleoi in Khalifaat van Cordoba

ß Arabische teksten door joodse geleerden vertaald naar het Latijn, op die manier zijn er veel oude Griekse teksten voor Europa bewaard gebleven

- Vorderingen op het gebied van - Wiskunde à introductie van 'Arabische' cijfers, afkomstig uit India en het cijfer 0 - Anatomie (ontleedkunde) - Astronomie à Astrolabium is een instrument waarmee je de positie van de

sterren kunt meten en dat is belangrijk voor het navigeren op zee

Page 16: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

16

H4 Tijd van steden en staten

§1 Steden: handel en nijverheid • De opkomst van handel en ambacht die de basis legden voor het herleven van een

agrarisch-urbane samenleving • De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

- Rond 1000: veranderingen in de landouw

- Ontginnen: natuurgrond wordt geschikt gemaakt voor de landbouw - Technische verbeteringen:

- Nieuw soort ploeg - Paarden als trekdier

- Overgang op drieslagstelsel

ß Gevolgen: - Hogere landbouwproductie - Bevolkingsgroei - Voedseloverschotten

ß Handel ß Specialisatie à ontstaan van ambachten ß Ontstaan van Steden

ß Voorbeelden:

- Handelssteden gaan samenwerken à Noord-Europa: Hanze ß Handel rond Noord- en Oostzee in graan, vis en hout

- Brugge: Lakennijverheid ß Wol afkomstig van boeren in omgeving, later wol importeren uit Engeland ß Wol werd via de Hanze verhandeld ß 1134: door storm ontstaat het Zwin à daardoor krijgt Brugge direct de

toegang tot zee - Steden in Noord-Italië: Bologna, Venetië, Florence

ß Handel over lange afstand § Middellands Zeegebied, Noord-Europa

- Jaarmarkten ontstaan in Noord-Frankrijk ß Ontmoetingsplaatsen van Hanze, Brugge, Italië

ß 14de eeuw: Jaarmarkten gaan achteruit

ß Onveilig door 100 jarige oorlog ß Hogere belastingen ß Italiaanse handelaren varen rechtstreeks naar Brugge

- Handel in de Middeleeuwen brengt nieuwe economische ontwikkelingen op gang

- Geldeconomie - Renteverbod à werd omzeild door wisselaars - Gebruik van wissels: betalingsbelofte

ß Handel in wissels - Ontwikkelen van een boekhouding

Page 17: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

17

§2 Stadlucht maakt vrij • De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

- Opkomst van steden lijdt tot meer vrijheid

- Horige boeren ß Vluchten naar de stad (horige zonder toestemming gevlucht voor een jaar en een

dag, dan is de horige een vrije burger en heeft het geen verplichtingen meer) ß Door de trek naar de stad à gebrek aan arbeidskrachten op het platteland ß Leidt tot verzachting van de verplichtingen van de horigen

- Stedelijke burgerij - Steden krijgen stadsrechten en privileges

ß Leidt tot zelfbestuur voor steden

- Stadsbestuur - De schepenen à rechtspraak - Bestuur was in handen van de patriciërs àrijke koopmanfamilies, verdelen onderling

belangrijkste bestuursfuncties - Ambachtslieden eisen meer invloed op het bestuur - In Vlaanderen: ambachtslieden vragen steun van graaf voor meer invloed in het

stadsbestuur - Guldensporenslag

ß 1302: Graaf had conflicten met patriciërs vanwege macht, graaf had ook conflicten met zijn leenheer (koning). De koning rukte Vlaanderen binnen en zocht steun bij de vijanden v.d. graaf (patriciërs). Graaf kreeg steun van de burgers en het volksleger versloegen de geharnaste ridders van de koning. De guldensporen werden door het volksleger gestolen en die zijn tot de dag van vandaag bewaard gebleven. MACHTSTRIJD

Page 18: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

18

§3 De macht van de paus • Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke

macht het primaat behoorde te hebben (Investituurstrijd)

- Middeleeuwse samenleving is: 1. Standenmaatschappij

- Geestelijkheid - Adel - Burgers en boeren

2. Hiërarchisch opgebouwd Staat Kerk

- Koning, keizer Paus - Hoge Adel, leenmannen Bisschoppen - Lage Adel, achterleenmannen Pastoor - Boeren en burgers

- Oosters schisma: 1054: splitsing op tussen christelijke kerk in Byzantijnse rijk en West-Europa

Oorzaak: - Verschillende ideeën over gebeden, mis, status van beelden - Oosterse kerk erkende de paus niet

ß Hun leider is patriarch van Constantinopel

- Hervormingsbeweging - 11de eeuw: kritiek op misstanden in de katholieke kerk

ß Geestelijkheid leeft in rijkdom en weelde, terwijl de kerk soberheid predikt ß Priesters hielden zich niet aan celibaat

- Sommige pausen ondersteunen de hervormingsbeweging ß Pausen eisen ook:

- Primaat van geestelijke macht en oproep tot kruistocht

- Investituurstrijd - Duitse keizer benoemt bisschoppen

ß Bisschop wordt leenman, omdat ß Geen wettige nakomelingen ß Leengoed ging na overlijden terug naar de keizer –

- Kerk verzet zich tegen benoemen van bisschoppen door de wereldlijke overheid. Investituurstrijd (strijd over wie de bisschoppen mag benoemen)

- Conflict tussen Hendrik IV (keizer Duitsland) en paus Gregorius VII ß Paus doet Hendrik in de ban

ß Uit de kerk gezet ß Leenmannen waren geen trouw meer verschuldigd aan Hendrik ß 1077: Hendrik gaat naar Canossa (over Alpen) en vraagt paus om vergiffenis ß 1077: Paus heft de ban op en Hendrik gaat terug naar Duitsland en begint

weer met het benoemen van bisschoppen en de paus bant hem weer. ß Hendrik trekt naar Italië met een legertje, hij zet de paus af en stelt een

nieuwe paus aan ß Voorlopig einde van de investituurstrijd door Concordaat van Worms

- 1122: Concordaat van Worms ß Paus (kerk) benoemt de bisschoppen, keizer mag bisschop tot leenman benoemen

- Strijd tussen paus en keizer/koningen bleef doorgaan - Investituursstrijd is begin van scheiding tussen kerk en staat

Page 19: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

19

§4 Kruistochten • De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de

kruistochten

- 11de eeuw - Seldjoeken veroveren delen van de Arabische wereld en bedreigen Constantinopel

Gevolg: ß Christelijke pelgrims kunnen niet meer naar Jeruzalem ß Keizer van Constantinopel vraagt hulp in het westen

- Paus Urbanus II roept in 1096 op tot kruistocht (heroveren van Jeruzalem op de

moslims) Motieven: - Expansie van het christendom - Veilige doorgang voor pelgrims - Einde aan de feodale strijd in Europa. (Er was een voortdurende strijd aan grond

tussen de feodale heren in Europa. De strijd moest stoppen, zodat de feodale heren in het Midden-Oosten tegen de moslims kunnen vechten)

- Het herwinnen van de controle over de oosterse kerk

- Verloop van de kruistochten (5 in totaal): - Eerste kruistocht:

- Een verovering van Jeruzalem in 1099 - Stichten van een kruisvaardersstaten

- 12de eeuw: leider Saladin maakt einde van verdeeldheid: herovert Jeruzalem in 1187 ß Derde kruistocht onder leiding van Engelse en Franse koning à Herovering van

Jeruzalem mislukt, bestand met Saladin - Vierde kruistocht í Verovering en plundering van Constantinopel - Eind 13e eeuw: laatste kruisvaardersstaat door moslims ingenomen

- Motieven deelname aan kruistochten

- -Herovering van heilige plaatsen in Palestina - Vergeving van zonden (Sterven tijdens kruistocht betekent direct naar hemel) - Land voor jonge edellieden (Alleen de oudste zoon van de edelman erfde het leengoed,

de jongere zonen bleven vaak met lege handen achter. Om aan grond te komen, deden zij mee aan de kruistocht om zo aan grond te komen.)

- Rijkdom, oorlogsbuit

- Gevolgen van de Kruistochten - Toename van religieus fanatisme à vervolging in Europa van mensen met een andere

godsdienst. - Joden (alles staat in boek) - Kataren (Zuid-Frankrijk)

- Italiaanse handelssteden profiteren van de kruistochten

- Zorg voor transport en bevoorrading - Handelscontacten met oostelijke middellandse zee - Culturele en wetenschappelijke contacten met Arabische wereld (het Westen nam

een aantal zaken over uit de Arabische wereld: cijfers, medische kennis, oude Griekse geschriften die in het Arabisch vertaald waren)

Page 20: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

20

§5 Steden ontstaan • Het begin van staatsvorming en centralisatie

- Centralisatie en staatsvorming

- Vorsten streven naar versterking van hun macht ten koste van de macht van de adel - Bestuur wordt steeds meer vanuit een centraal punt gebracht: de hoofdstad - Streven naar een rijk met aaneengesloten grondgebied en duidelijke grenzen

- Engeland

- 1066: Normandische hertog Willem de Veroveraar wordt koning v. Engeland (Hastings) ß Invoering van feodale stelsel ß Opstelling van het Doomsday Book

ß Inventarisatie van grondbezit in Engeland waardoor efficiënte belastingheffing mogelijk wordt gemaakt

ß Engeland wordt steeds meer eenheid; verschillen tussen volken vervagen

- 13e eeuw: Engelse koningen hebben grondgebied in Frankrijk en voeren oorlog om dat gebied uit te breiden - Koning John lijdt veel nederlagen in Frankrijk

ß Adel is ontevreden, met name over de kosten en nederlagen § Daarom dwingt de adel John tot het tekenen van de Magna Carta

- Magna Carta: Koning mag geen nieuwe belastingen invoeren zonder toestemming van de drie standen

- Koning onder controle van het parlement (drie standen)

- Frankrijk - Honderdjarige oorlog (1337-1453) Engeland vs. Frankrijk - Na de honderdjarige oorlog begint Lodewijk XI met de centralisatiepolitiek

ß Huurleger: niet meer afhankelijk van leenmannen ß Meer eenheid in het belastingstelsel

- Nieuwe belastingen in heel Frankrijk zoals de tailles of gabelle ß Benoemen van burgerambtenaren op bestuursfuncties o

- Burgerambtenaren vervullen de taken van de adel - Als een ambtenaar zijn werk niet goed doet, wordt hij ontslagen - De ambtenaar werkt en wordt niet beïnvloed door eigenbelang

- Bourgondië

- Hertog van Bourgondië stelt zich op als onafhankelijke vorst ß Opbouw van eigen rijk door oorlog en huwelijken ß Ook gewesten in Nederlands kwamen onder controle van Bourgondische hertogen

ß Centralisatiepolitiek: - Huurlegers, Bestuursambtenaren - Eenheid in de belastingheffing à 1464: oprichting van de Staten-Generaal

(bijeenkomst van afgevaardigden uit de verschillende gewesten) - Gerechtshof van Mechelen à eenheid in de rechtspraak

- Verzet tegen Bourgondische centralisatiepolitiek à Vlaamse steden komen in opstand ß 1477: Hertog Karel de Stoute sterft en wordt opgevolgd door zijn dochter: Maria

van Bourgondië à Steden en gewesten dwingen haar om het groot privilege te ondertekenen: herstel van oude privileges. Maria trouwt met de Duitse keizer Maximiliaan van Oostenrijk à Terugdraaien van groot privilege. Oprichten van eigen Bourgondische staat is mislukt

Page 21: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

21

H5 Tijd van ontdekkers en hervormers

§1 De wereld wordt groter • Het begin van de Europese overzeese expansie • Het veranderde mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe

wetenschappelijke belangstelling

- Oorzaken Europese overzeese expansie - Economisch motief: specerijenhandel

Voorheen: - Aanvoer over land vanuit Azië - Verkocht aan Italiaanse handelaren door Arabieren

ß Gevolg: Europeanen zoeken naar zeeroutes naar Indië om specerijen zelf op te halen

ß Ook: handel in goud en slaven langs Afrikaanse kust - Goddienstig motief: verspreiden van christendom - Politiek motief: het verwerven van overzeese gebieden versterkt de macht van de vorst

- Belangrijkste ontdekkingsreizen

- Portugal als eerste ß 1488: Bartolomeus Diaz bereikt zuidpunt van Afrika ß 1497: Vasco Da Gama bereikt Indië ß Portugal: verovert geen grondgebied maar vestigt handelsposten (om handel te

voeren met inheemse bevolking)

- Spanje volgt ß 1492: Columbus zoekt een westelijke zeeroute naar Indië "ontdekt" Amerika

ß Nieuw continent: Amerika genoemd naar Americo Vespucci

- Grote Indianen rijken van Azteken en Inca's veroverd door Spaanse conquistadores (begin 16de eeuw) ß Oorzaken snelle verovering

ß Paarden ß Zwaarden en vuurwapens ß Europese besmettelijke ziektes à Massale sterfte onder Indianen ß Indianen onderling waren verdeeld

- Kenmerken van Spaanse overheersing in Amerika:

- Gericht op veroveringen van het land - Invoering van ecnomienda

ß Spaanse veroveraars kregen grote landerijen (in ruil voor bekering van Indianen naar het christendom)

ß In praktijk: Indianen verrichten dwangarbeid op landerijen van Spanjaarden à wrede behandeling § Gevolg: kritiek op behandeling van Indianen door Bartholomé de las

Casas à stelt voor nieuwe Afrikanen te importeren als arbeidskrachten § Gevolg: de opkomst van de Trans Atlantische slavenhandel

Page 22: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

22

- Gevolgen van ontdekkingsreizen

- Zwaartepunt handel verschuift van Middellandse Zee naar Noordwest-Europa - Kolonisten vestigen zich in Amerika - Nieuwe producten: cacao, aardappels, tomaten, maïs, tabak - Driehoekshandel - Kennismaking met nieuwe culturen

- Inflatie door import van goud en zilver uit Amerika

ß Wie profiteerden? - Handelaren - Boeren

ß Verkochten hun producten in de stad ß Pacht was op een vast bedrag

ß Wie had nadeel?

- Landheer, de prijzen stijgen terwijl de huur hetzelfde bleef - Handwerkslieden in de steden (prijzen stijgen en daardoor moeten zij meer

uitgeven)

Page 23: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

23

§2 Renaissance en humanisme • Het veranderde mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe

wetenschappelijke belangstelling • De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid

- Renaissance (wedergeboorte, nieuwe belangstelling Grieks-Romeinse cultuur)

- Begint in Italië in de 14de eeuw en verspreidt zich over West-Europa eind 15e eeuw

- Oorzaken opkomst Renaissance - Contacten Italiaanse kooplieden en Arabische wereld à Arabische wereld had veel

geschriften van de Oudheid vertaalt naar het Arabisch. Het Westen kwam hiermee in contact en vertaalden deze geschriften naar het Latijn.

- Aanwezigheid van klassieke erfgoed in Italië - Aanwezigheid van rijke burgerij in Noord Italiaanse handelssteden à opdrachten voor

kunstenaars (schilders, beeldhouwers, bouwmeester), omdat de burgerij haar villa’s zo mooi mogelijk wilden maken

- 1453: Verovering van Constantinopel door de Turken à geleerden vluchten met hun geschriften naar (vooral) Italië

- Kenmerken Renaissance - Bouwkunst:

ß Overnemen van elementen uit de Grieks-Romeinse bouwkunst (Zuilen, timpaan, boogconstructies)

- Schilderkunst: ß Anatomisch nauwkeurig ß Nieuwe uitdrukking: emoties

- Humanisme ß Opnieuw bestuderen van teksten uit de oudheid ß Nieuw mensbeeld: niet god maar mens staat centraal. Het sterven van de mens

moet zijn om iets van het leven te maken ß Nieuwe wetenschappelijke belangstelling

§ Opnieuw bestuderen van teksten uit de oudheid § Onderzoeken van de natuur

- Voorbeelden Renaissance

- Kunst: Leonardo da Vinci, Michelangelo - Humanisme: Erasmus bestudeert de oorspronkelijke teksten van de Bijbel à

Komt vertaalfouten tegen in het Vulgaat (Latijnse vertaling van de oorspronkelijke teksten van de Bijbel)

- Wetenschap: Vesalius bestuurde oude medische teksten, deed zelf onderzoek Mercator: geograaf, nieuwe kaarten

- Sterrenkunde Copernicus ß Zon is middelpunt van het heelal, niet de aarde ß Aarde is een van de planeten die rond de zon draait

ß Geen bewijzen voor het heliocentrisme ß Vrees voor de reactie van de kerk, deze uitspraak is in strijd met Bijbel

- Sterrenkunde Galileo ß Gebruikt als eerste een telescoop ß Waarnemingen ondersteunden opvattingen van Coparnicus

ß Kritiek van de kerk: Galileo wordt gedwongen zijn opvattingen te herroepen (1633)

Page 24: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

24

§3 De kerkhervorming • De protestantse reformatie die de splitsing van de Christelijke kerk in West-Europa tot

gevolg had

- 15de en 16de eeuw: kritiek op de misstanden in de katholieke kerk - Rijkdom en weelde van de katholieke kerk ≠ sobere leefwijze van Jezus - Paus gedroeg zich als een vorst (Hij voerde oorlogen) - Handel in aflaten - Corruptie: kopen van hoge ambten in de kerk - Slechte opleiding van lage geestelijken à hielden zich niet aan kerkelijke regels - Bijbel moet de enige basis van het geloof zijn. (Katholieken: Bijbel hoeft niet de enige

bron te zijn, eerdere uitspraken van pausen zijn ook een bron (kerkelijk leergezag))

- Voorbeelden van mensen die kritiek hadden op misstanden, 15de eeuw: - John Wycliffe (eindigde op brandstapel) - Johannes Hus (eindigde op brandstapel) - In Nederland Moderne devotie onder leiding van Geert Grote

ß Alternatief voor klooster, sobere leefwijze en persoonlijke geloofsbeleving

- Voorbeelden van mensen die kritiek hadden op misstanden, 16de eeuw: - Maarten Luther

- 1517: Hij stuurde een brief naar de bisschop, genoemd 95 stellingen. Deze had kritiek op de misstanden in de kerk: ß Handel in aflaten, rijkdom, wereldlijke macht

- Ideeën van Luther (die in 95 stellingen zijn genoemd) ß Ander beeld over hoe je in de hemel komt:

Katholieken: door goede werken op aarde Luther: diep en oprecht geloven volgens de Bijbel à Bijbel kunnen lezen

ß Minder ceremonie en versiering in de kerk, tegen heiligen en Mariaverering ß Priester is minder belangrijk (Niet nodig om in contact te komen met god)

- 1518: Luther in de ban, krijgt steun en bescherming van de belangrijkste Duitse vorsten, motief van Duitse vorsten: ß Onteigenen van kerkelijke bezittingen ß Vorst krijgt grote invloed op godsdienst in zijn gebied ß Luther veroordeelt boerenopstand van 1525: volk demonstreren tegen vorst

ß Deze punten leiden tot een godsdienstoorlog tussen protestantse vorsten en de katholieke vorsten en Duitse keizer ß 1555: Godsdienstvrede van Augsbrug: Vorst bepaalt godsdienst in zijn gebied

- Johannes Calvijn

- Nog minder versieringen en ceremonies dan Luther - Geen bisschoppen meer protestantse gemeenten moeten zichzelf besturen - Predestinatie: voorbeschikking

ß Hoe kom ik in de hemel? à Staat al vast bij de geboorte – - Recht op opstand à het volk mag de vorst afzetten als de vorst zich niet aan de

regels van de Bijbel houdt (Vorst is ondergeschikt aan de godsdienst) - Aanhang van Calvijn: Zuidelijke Nederlanden, Frankrijk

ß Hugonoten Godsdienstoorlogen (Eindigen ± 1598: Edict van Nantes) ß Er kwam gewetensvrijheid voor alle Fransen en de Hugonoten mochten hun

godsdienst vrijuit oefenen

Page 25: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

25

- Reactie van de katholieke kerk: contrareformatie - Concilie (kerkvergadering) van Trente 1545-1563

- Veel bleef hetzelfde: ß Vulgaat ß Ceremonies, heiligen en Mariaverering

- Veranderingen ß Nieuwe indeling van bisdommen è verbetering van bestuur van de kerk ß Betere priesteropleidingen ß Prediking en onderwijs tegen Luther en Calvijn ß Inquisitie (Kerkelijke rechtbank die mensen oordeelt die afwijken van het

Katholieke geloof)

Page 26: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

26

§4 Uit de opstand een Republiek geboren • Het conflict in de Nederlanden, dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

- De Nederlanden

- Bestuur: Gewestelijke staten - Afgevaardigden van de adel en steden per gewest - Eigen bestuur, belastingen, rechtspraak: privileges

- Staten-Generaal: vergadering van afgevaardigden uit gewesten (Die werd vooral bijeengeroepen als de landsheer nieuwe belastingen wilde instellen)

- Landsheer: Vanaf 1515 keizer Karel V ß Maakt van de Nederlandse gewesten een aparte bestuurlijke eenheid: De

Bourgondische kreits - Stadhouder: plaatsvervanger van de landheer per gewest

- Politiek van Karel V

- Centralisatiepolitiek - Bestuur wordt steeds meer geconcentreerd in Brussel - Karel stelt drie nieuwe bestuursraden: de collaterale raden:

ß Raad van State: Adviesorgaan ß Financiële Raad: Gaat over financiën ß Geheime raad: Voorbereiden nieuwe wetten

§ Grote rol voor burgerambtenaar à ontevredenheid bij adel

- Strenge vervolging van calvinisten ß 1550: Invoering van Bloedplakaten

ß Onrust onder bevolking en ook adel

- 1555: Karel V opgevolgd door Filips II. Hij zet de politiek van zijn vader voort, maar er kwamen ook veranderingen:

- Bisschoppelijke herindeling (p. 146) - Nieuwe indeling bisdommen

- Kleinere bisdommen, efficiënter bestuur - Betere priesteropleidingen

ß Bisschop moest geschikte opleiding hebben (fatsoenlijke theologische opleiding)

ß Verzet van adel

- De opstand tegen Spanje - 1556: Edelen bieden het smeekschrift aan de landvoogdes over de Nederlandse

gewesten: Margaretha van Parma, de halfzus van Philip II, bastaard te voet à teken van nederigheid

- Stopzetten van kettervervolgingen - Filips II moet samen met de Staten-Generaal regeren

ß Doet vage toezeggingen (we moeten kijken…) ß Gevluchte Calvinisten keerden weer terug en houden geheime bijeenkomsten

(Calvinisme was nog steeds illegaal) Hagepreken: In bosjes bijeenkomsten ß Beeldenstorm: groepje radicale Calvinisten trekken kerken en kloosters

binnen en slaan beelden en dergelijke helemaal kapot

Page 27: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

27

- 1567: Filips II stuurt Hertog van Alva (legeraanvoerder) om rust te herstellen - Maatregelen van Alva ook radicaal

ß Nieuwe rechtbank wordt ingesteld: Raad van Beroeren ß Krijgt de naam van Bloedraad ß Voor protestanten en mensen waarvan Alva het vermoeden had dat ze tegen

het katholicisme waren opgericht ß Executie van de graven Egmond en Hoorne (hadden veel aanzien) ß Invoering van de 10de penning, een soort van btw van 10%

ß Riep veel verzet op (dit mochten alleen gewesten en de adel)

- 1568: officieel begin van de 80-jarige oorlog - Willem van Oranje valt Nederlandse gewesten binnen om Alva te bevrijden ß Mislukt

- 1572: 1 april Geuzen nemen Den Briel in

- Den Briel is de eerste stand in handen van de Opstand en vanuit den Briel worden nog andere steden ingenomen

- 1573-74: Alva gaat in tegenoffensief ß Mislukt

- 1576: Spaanse furie

- Spaanse soldaten krijgen geen soldij en plunderen in Antwerpen ß Pacificatie van Gent

ß Gewesten van het Noorden en Zuiden werken samen om de Spanjolen te verdrijven

ß Katholicisme en Calvinisme wordt overal toegestaan ß Toch wordt in Noordelijke gewesten het katholicisme onderdrukt

- 1579: Twee unies worden opgericht

- Unie van Atrecht: Zuidelijke gewesten keren terug onder Spaans gezag - Unie van Utrecht: Noordelijke gewesten keren in opstand tegen Spanje

ß Calvinisme wordt hier de dominerende godsdienst à katholieken worden tweederangsburgers

- 1580: Filips II verklaart Willem van Oranje vogelvrij ß Willem schrijft apologie (Wilhelmus van Oranje)

- 1581: Acte van Verlatinghe (Onafhankelijkheidsverklaring)

Gewesten van Unie van Utrecht erkennen Filips II niet meer als hun vorst ß Als een vorst de belangen van zijn onderdanen niet respecteert, dan verliest hij het

recht om te heersen, aldus Calvijn ß Opstandige gewesten gaan op zoek naar een nieuwe vorst

- Hertog van Anjou à gaat fout - Willem van Oranje à wordt vermoord 1584 - Graaf van Leicester à gaat ook fout

- 1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

- Oorlog tegen Spanje gaat door tot 1648 è De vrede van Münster.

Page 28: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

28

H6 Tijd van regenten en vorsten

§1 Rijk door handel overzee • Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie • De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht

van de Nederlandse Republiek

- Economische bloei van de Republiek in de 17de eeuw - Veranderingen in de landbouw à boeren specialiseren zich in veeteelt en

verbouw van handelsgewassen (vlas en hennep)

- Opkomst van Oostzeehandel: graanimport ß Meer internationale handelscontracten

- Amsterdam wordt een stapelmarkt door deze contracten, dat wil zeggen dat goederen naar Amsterdam gebracht worden en die werden opgeslagen, omdat kooplieden zekerheid wilden ß Ook door gunstige ligging, op kruispunt tussen Noord-zuid en Oostwest

ß Gevolg: opkomst handelskapitalisme - Overzeese handel buiten Europa

- Eind 16de eeuw: opkomst specerijenhandel met Indië ß Leidt tot concurrentie tussen verschillende handelsondernemingen à

dalende prijzen ß Gevolg 1602: oprichting VOC (einde van de kleine handelsondernemingen)

- VOC

- Verdragen sluiten ß Inheemse vorsten over levering van specerijen

- Oorlog voeren - Hoogste gezagdrager van VOC in Indië is de gouverneur-generaal: Jan Pieterszoon

he - Handel à bloei van de nijverheid in de Republiek (ambachtelijk maken van

producten) ß Verwerken van aangevoerde grondstoffen ß Scheepsbouw

- Reactie van het buitenland

- Economische ontwikkeling van de Republiek roept reacties op in Engeland en Frankrijk à bescherming van de eigen economie en de dominantie van de Republiek in economie tegengaan

ß Hoe? - Engeland stel in 1651 de Act of Navigation in ß Producten mogen alleen met Engelse schepen vervoerd worden

ß Republiek kan hierdoor niet met eigen schepen producten naar Engeland exporteren

ß Frankrijk voert politiek van mercantilisme ß Invoerrechten op geïmporteerde producten, hierdoor worden de Nederlandse

producten duurder en kopen de Fransen meer van hun eigen producten in hun land

ß Subsidies of exportproducten

Page 29: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

29

§2 Wie heeft de macht • Het streven van de vorst naar de absolute macht • De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht

van de Nederlandse Republiek

- Republiek ß Had een bijzondere positie in staatkundig opzicht, er was namelijk geen alleenheerser

- Bestuursstructuur van de Republiek:

- Zwaartepunt lag bij gewesten (voornamelijk zelfstandig) - Gewesten stuurden afgevaardigden naar Staten-Generaal.

ß SG hield bezig met de buitenlandse politiek en defensie - Gewest Holland was het rijkst en had de meeste invloed - Leider v. Hollandse afvaardiging in SG: Raadspensionaris à Johan van

Oldenbarnevelt ß Soort minister-president en soort minister van buitenlandse zaken

- Ander machtig figuur in de Republiek: stadhouder Maurits à Legeraanvoerder

ß Dit leidde tot een conflict tussen Maurits en van Oldenbarnevelt - Geschil 1: Oorlog tussen Spanje en Republiek

- Van Oldenbarnevelt is tegen de oorlog (slecht voor handel) en sloot het Twaalfjarig bestand (1609-1621)

- Maurits was voor de oorlog (door legers had hij namelijk veel macht)

- Geschil 2: Godsdienstig conflict binnen protestantisme in de Republiek - Gormaristen of preciezen à zeer strenge calvinisten: Maurtits - Aerminianen of Rekkelijken à minder strenge calvinisten: van Oldenbarnevelt

- Geschil 3: 1618: Gewest Holland meent de Scherpe revolutie aan:

- Hollandse steden kregen de bevoegdheid eigen legertjes op te richten voor het handhaven van de orde, zij stonden niet onder bevel van de stadhouder. Maurits werd boos, want hij had nu een zwakkere positie

ß Van Oldenbarnevelt wordt in 1619 aangeklaagd wegens hoogverraad en onthoofd 1635: Maurits wordt opgevolgd door zijn halfbroer Frederik Hendrik (succesvol)

- Frankrijk - Absolutisme: alle centrale machten waren in handen van de koning, Lodewijk XIV - Theoretische basis: Droit Divin à koning moet verantwoord afleggen aan God - Het absolutisme wordt doorgevoerd op deze manier:

- Inperking van de privileges van onderdanen à Staten-Generaal worden niet meer bij elkaar geroepen ß Staten Generaal: een vergadering van de drie standen (geestelijkheid, adel en

burgerij) - Uitbreiding van het leger - Adel verbleef zoveel mogelijk in Versailles bij de koning à deze werd zo onder

controle gehouden - 1685: Herroeping van Edict van Nantes à Calvinisme werd verboden in Frankrijk

ß Zo was er een godsdienstige eenheid in Frankrijk

Page 30: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

30

- Engeland - Ook in Engeland streeft de koning naar absolute macht à stuit op verzet van het

parlement ß Bestaande uit stedelijke burgerij en landadel

ß Zij hadden al een sterke positie sinds de 13de eeuw: de Magna Carta § Koning mag geen nieuwe belastingen invoeren zonder toestemming van

de drie standen - Verzet van parlement leidt in 1649 tot de afzetting en onthoofding van Karel I - Jacobus II blijft streven naar absolutisme en is katholiek

ß Parlement vraagt zijn schoonzoon, stadhouder Willem III, om Jacobus te verdrijven - 1688 Willem verdrijft Jacobus, wordt koning v. Engeland, maar moet Bill of Rights

ondertekenen: - - Parlement keurt jaarlijks uitgaven v. Stadhouder-Koning - Koning kan niet meer regeren zonder toestemming van Parlement ß Gevolg: streven absolutisme is mislukt, Engeland wordt constitutionele monarchie

- Willem voert coalities tegen expansionistische politiek van Frankrijk (financiële last voor Republiek)

- Na dood van Willem II kwam er geen nieuwe stadhouder en neutrale buitenlandse politiek.

- Bestuur van de Republiek: regenten-kooplieden spraken onderling verdeling functies af à geen volksinvloed ß Oligarchie

Page 31: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

31

§3 Wetenschap en kunst • De wetenschappelijke revolutie • De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht

van de Nederlandse Republiek

- Wetenschappelijke revolutie 17de eeuw: - Voorzetting van nieuwe denken in de Renaissance

- Francis Bacon - Kennis kun je alleen vergaren door waarnemingen

- Antoni van Leeuwenhoek: - Microscoop, eencellige organismen

- Christiaan Huygens - Uitvindingen: slingeruurwerk - Ontdekken van ringen van de maan van Saturnus

- Theoretische wetenschappers: Isaac Newton: theorie over zwaartekracht

- Wetenschap in 17de eeuw keerde zich nog niet tegen Bijbelse scheppingsverhaal ß Onderzoek toont aan hoe vernuftig de schepping in elkaar zit - Wetenschap werd gesteund door koningen à Lodewijk XIV richtte koninklijke

wetenschappelijke academie op ß Wetenschappers werkten niet meer alleen ß Gold ook voor kunst en cultuur door middel van opdrachten

- Culturele bloei van de Republiek

ß Bloei van vooral schilderkunst - Geen koningen, maar rijke kooplieden die de opdrachten geven - Voorbeelden:

- Rembrandt - Johannes Vermeer - Jan Steen

- Kenmerken:

- Portretten - Landschappen - Realisme met oog voor detail

Page 32: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

32

H7 Tijd van Pruiken en Revoluties §1 De Verlichting

• Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen (Verlichte denken)

- Kenmerken van Ancien Regime (regering voor de Franse revolutie) - Absolute vorst - Standenmaatschappij: drie standen met eigen rechten en plichten

- 1ste stand: geestelijkheid - 2de stand: adel à privilegers: onder andere nauwelijks belasting betalen - 3de stand: boeren, (land)arbeiders, ambachtslieden, rijke burgerij in steden

ß Grieven van de 3de stand: - Zij betaalden belasting - Belastingstelsel was oneerlijk à belastingpacht - Ondernemers in steden à gebonden aan gilderegels - Bestuurlijke functies alleen voor 1ste en 2de stand, niet voor de 3de stand - Boeren: pacht verschuldigd aan de landheer en herendiensten verrichten

- Kenmerken verlichte denken

- Rationalisme: gebruik van verstand voor kennis en oplossen van maatschappelijke problemen

- Kritiek op standenmaatschappij à voor gelijkheid - Individuele vrijheid - Vooruitgangsgeloof: als we het rationalisme consequent gebruiken, wordt het in de

toekomst steeds beter - Kritiek op het absolutisme en de grote invloed van kerk en godsdienst

- Voorbeelden verlichte denken

- Voltaire: - Tegen grote invloed van de kerk à kerk houdt mensen dom - Voor godsdienstige verdraagzaamheid

- J.J. Rousseau - Macht is niet afkomstig van god, maar van het volk à Volkssoevereiniteit

ß Volk kan die macht ook terugnemen - Wil van de meerderheid van het volk is het belangrijkst (Iedereen heeft een stem)

- John Locke: Ideeën lijken op die van Rousseau - Iedereen is gelijk voor de wet, ook de vorst moet zich aan de wet houden ß Vinden we terug in de “Glorious Revolution”

- Montesquieu: trias politica à scheiding der machten - Staatsmacht bestaat uit drie machten:

- Uitvoerende macht: wetten worden uitgevoerd in de praktijk à regering - Wetgevende macht: maken van wetten à volksvertegenwoordiging - Rechtelijke macht: handhaven van wetten à rechters

ß De macht moet gescheiden zijn in verschillende groepen of personen, zodat niet een persoon alle macht heeft

- Verspreiding van verlichte ideeën - Boeken à Encyclopedie: boekenreeks waarin alle bestaande kennis werd samengevat:

ook kritiek op de standenmaatschappij - Tijdschriften en kranten in salons à discussiëren van nieuwe ideeën - Kritische toneelstukken

Page 33: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

33

§2 Verlicht absolutisme • Voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op

eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)

- Verlicht absolutisme: een vorst die sommige ideeën van de verlichting in de praktijk brengt en andere ideeën niet

- Voorbeeld van een verlicht absolute vorst: Frederik de Grote van Pruissen - Bestuur van de vorst moet ten dienste van het volk - Voor godsdienstige verdraagzaamheid - Economische hervormingen

- Afschaffen van binnenlandse tol - Verbetering van de voedselproductie: Kartoffelproductie - Ontginnen van nieuw landbouwgrond

- Eenheid in de rechtspraak - Tegen: volksinvloed, samen met Voltaire droeg hij dit standpunt:

ß Alles voor ’t volk, niets door ’t volk

- 18de eeuw: Pruissen was een opkomende mogendheid à grondgebied werd uitgebreid door militaire veroveringen (zie pagina 196 verder)

Verder uitbreiden wanneer je tijd hebt!

Page 34: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

34

§3 Slavenhouders en abolitionisten • Uitbouw van de Europese overheersing met name in de vorm van plantagekoloniën en de

daarmee verbonden (trans-) Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme

- Plantagekoloniën en de Trans-Atlantische slavenhandel - 18de eeuw: Amerika (Caribisch gebied en Noordoosten van Zuid-Amerika) vestiging van

plantages door grootgrondbezitters - Suikerriet - Tabak - Koffie - Katoen

ß Dit werd gedaan door Afrikaanse slaven ß Leidt tot Trans-Atlantische slavenhandel

ß Driehoekshandel: Nederland/Republiek, de WIC ß Goud, gereedschap en wapens werden geruild tegen slaven die weer tegen de

bovenstaande producten worden geruild

- Einde 18de eeuw: Sterke uitbreiding van katoenplantages in het zuidoosten van de VS - Uitvinding van de Cotton Gin (machine om zaden uit katoenplanten te halen) - Industriële revolutie en bevolkingsgroei in Europa è stijgende vraag naar katoen

- Abolitionisme à streven naar afschaffing van de slavenhandel en slavernij

Bij afschaffing van slavenhandel gingen slavenhouders fokken - Oorzaak afschaffingen:

- Berichten over slechte behandeling van slaven - Verlichting à gelijkheid van alle mensen - 1787: lid van het Brits parlement en grondlegger van dierenbescherming, W.

Wilberforce, richtte de “Vereniging voor de afschaffing van de slavenhandel”

- Tegenargument afschaffingen: - Economische belangen “hele plantage economie stort in” - “Slaven hadden het niet slecht”, aldus slavenhouders. “Slaven zijn duur, dus zij

worden door ons goed behandeld” - Slaven kunnen niet voor zichzelf zorgen

- Eerste decennia 19de eeuw, ontwikkelingen in de V.S.:

- Tegenstelling tussen: - Industriële noordoosten à Tegen slavernij - Plantage-economie in zuidoosten à Voor slavernij

- Nieuwe Staten erbij in het Westen

ß Met of zonder slavernij. Staten zonder slavernij zouden meerderheid krijgen. Zuiden is bang dat vrije staten in de meerderheid komen

- Slavernijkwestie is een van de oorzaken van de Amerikaanse burgeroorlog (1861-65) ß Lincoln schaft slavernij af in 1863

- Afschaffing

- In Engeland in 1803 werd de slavenhandel verboden, in 1833 de slavernij - In Frankrijk in 1848 de slavernij - In de V.S. en in Nederland (ook Suriname) werd de slavernij in 1863 afgeschaft

- Slavenhouders kregen een schadevergoeding voor hun slaven, ter compensatie v. Afschaffing

Page 35: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

35

§4 Democratische revoluties • De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over

grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

- V.S.: vanaf eind 16de eeuw een vestiging van 13 Engelse kolonies aan de oostkant van Noord-Amerika. Mensen gingen hier naartoe omdat:

- Beter bestaan was (economisch motief) - Vanwege de godsdienstige vervolgingen in Europa

- 13 kolonies hebben zelfbestuur, maar vallen onder de Engelse kroon - 18de eeuw: bemoeienis van Engeland met de kolonies neemt toe à invoeren van

nieuwe belastingen op: - Suiker - Gedrukt papier - Act of Navigation (kolonisten mochten alleen door Engeland aangevoerde

producten kopen) ß Verzet van kolonisten: “No taxation without representation”

- 1775: Gewapende opstand tegen Engeland - 1776: 4 juli wordt de onafhankelijkheid uitgeroepen - Kolonisten krijgen hulp van Frankrijk in de oorlog. In 1778 zijn de Engelsen verslagen - 1787:

- 13 onafhankelijke ex-kolonies stellen nieuwe grondwet op à stichting van V.S. - Federatie: met grote zelfstandigheid voor staten - Federale regering (regering boven de staten) - Een scheiding der machten:

- President: uitvoerende macht - Congres: wetgevende macht - Hooggerechtshof: rechtelijke macht

- De grondwet krijgt een aanhangsel: Bill of Rights van de VS in 1789 à Rechten en vrijheden van de Amerikaanse burgers zijn hierin opgenomen

- Republiek: in het midden van de 18de eeuw vond er een mislukte revolutie plaats - Kritiek van Patriotten (aanhangers van verlichte ideeën) op misstanden in de Republiek:

- Gebrek aan volksinvloed - Kritiek op stadhouders en regenten à onderling verdelen van bestuursposten - Slechte internationale positie van de Republiek

- Stagnatie, achteruitgang - Nederlaag in de vierde Engelse zeeoorlog, handel valt stil

- In het oosten van Republiek: boeren verrichten nog herendiensten voor landheer ß Kritiek wordt samengevat in pamflet: "Aan het volk voor Nederland" door

Johan Derk van de Cappelen tot den Pol - Stadhouder en regenten houden aan hun positie vast 1787:

ß Patriotten nemen in verschillende steden de macht over - Stadhouder vlucht naar Nijmegen - Prinses Wilhelmina wil terug naar Den Haag, wordt tegengehouden in

Goejanverwellesluis. à Pruisische koning valt Republiek binnen, verdrijft patriotten

ß Patriotten vluchten naar Frankrijk, de stadhouder weer aan de macht - 1795: Frankrijk verovert de Republiek à Stadhouder vlucht naar Engeland

- Patriotten keren terug naar de Republiek en stichten onder Franse controle, de Bataafse Republiek

Page 36: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

36

- Frankrijk: 2de helft van de 18de eeuw ontstonden er veel problemen in Frankrijk - Grote armoede, stijgende voedselprijzen - Grote staatsschulden (vele oorlogen) - Standen en gewesten mochten klachten indienen bij Staten-Generaal: Cahiers des

Doleances - 3de stand: iedereen moet belasting betalen - Boeren: (adel mocht rechtspreken over boeren op hun land, dit willen ze niet)

- Iedereen moet belasting betalen (klacht) - Afschaffing van herendiensten (klacht)

ß Gevolg: Lodewijk XVI wil belastingen verhogen, roept SG bijeen: mei 1789 ß In Staten-Generaal waren drie standen, iedere stand had een stem

ß Alleen 3de stand betaalt belasting en de derde stand eist stemming per hoofd ß Eerste en tweede stand wijzen hoofdelijke stemming in SG af

Ø Derde stand komt apart bijeen, Assemblee National wil nieuwe grondwet opstellen

- De Franse Revolutie begint op 14 juli 1789: Parijse bevolking bestormt de Bastille - Augustus 1789: Nuit des Sacrifes

- A.N. schaft alle feodale rechten en privileges af - 1791: Nieuwe Grondwet

- Frankrijk wordt een constitutionele monarchie: A.N. krijgt wetgevende macht en had het Censuskiesrecht, alleen welgestelden mochten stemmen

- Verdere hervormingen: - Gilden en gilderegels (concurrentieafschaffing) werd afgeschaft. - Door het onteigenen van de kerkelijke bezittingen en de verkoop hiervan, werden

alle staatsschulden afgelost. - Revolutionairen zijn onderling verdeeld:

- Feuillants (conservatieven): door grondwet van 1791 is de revolutie voltooid - Jacobijnen (radicalen), volgens hen:

- Moet Frankrijk een Republiek worden - Moest het censuskiesrecht afgeschaft worden en moest er meer invloed zijn

voor het gewone volk - Girondijnen (tussen de Feuillants en Jacobijnen)

- Lodewijk XVI zoekt steun in het buitenland (vooral Oostenrijk bij zijn schoonfamilie) en vlucht, maar wordt tegengehouden

- Vanaf 1792: Frankrijk gaat in oorlog met o.a. Oostenrijk

- 1793-1794: - Jacobijnen grijpen de macht (veel onrust in Frankrijk) - Terreur: vermeende tegenstanders v.d. revolutie worden veroordeeld en onthoofd - Robespierre zelf ook veroordeeld en onthoofd - Lodewijk XVI wordt afgezet, aangeklaagd en onthoofd (1793)

- 1794: Jacobijnen afgezet, Directoire komt aan de macht ß Vijfhoofdige leiding ß Radicale hervormingen van Jacobijnen teruggedraaid

- 1794-95: Frankrijk verovert de Republiek à vestiging van Bataafse Republiek

Hervormingen: - Zelfstandigheid van gewesten wordt afgeschaft: B.R. wordt eenheidsstaat (sterke

centrale regering) - Grondwet, parlement, verkiezingen - Nieuwe rechtelijke indeling

Page 37: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

37

- 1799: Napoleon pleegt een staatsgreep en wordt alleenheerser - 1803: Napoleon kroont zichzelf tot keizer

- Brengt grote delen van West-Europa, behalve Engeland, onder zijn controle - Continentale stelsel: Europa mag geen handeldrijven met Engeland

- Hervormingen Napoleon:

- Code Napoleon: eenheid en gelijkheid in de rechtspraak - Invoering burgerlijke stand (burgerlijk huwelijk) - Invoering metrieke stelsel (bracht eenheid in de maten voor gewichten en afstand)

- Nederland onder Napoleon

- 1806: Bataafse Republiek wordt opgeheven, Lodewijk Napoleon wordt koning ß Ook in andere Europese landen worden familieleden koning

- 1810: Napoleon zet Lodewijk Napoleon af, Nederland wordt een provincie van Frankrijk

- Verdere ontwikkelingen in Europa - 1812: Napoleon valt Rusland binnen (hielden niet aan de afspraak en voerden

stiekem handel met Engeland) ß Leidt tot een nederlaag voor Napoleon ß Gevolg: Oostenrijk, Pruissen en Rusland verklaren de oorlog aan Frankrijk

- 1814: Napoleon wordt verslagen en verbannen naar Elba - 1815: Napoleon ontsnapt en grijpt de macht in Frankrijk, maar wordt in Waterloo

verslagen

- Europa na Napoleon: - 1814-15:

- Congres van Wenen: Europese landen vergaderen over de toekomst van Europa - Doel: restauratie, herstel van de situatie naar voor de Franse Revolutie, zodat de

oude vorsten weer aan de macht komen

Page 38: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

38

H8 Tijd van burgers en stoommachines §1 De Industriële Revolutie

• De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

- Tot in de 18de eeuw: ambachtelijke manier van produceren à onderhevig aan gildenregels,

ondernemers werden belemmerd op werken, waardoor zij toelegden op huisnijverheid (textiel)

- Vanaf 2de helft 18de eeuw: verandering in productiemethodes (textiel) door uitvindingen: - 1733: Schietspoel à mechanisering weefproces - 1765: Spinning Jenny à mechanisering spinproces - 1769: Waterframe à machines worden aangedreven door waterkracht ß Gevolgen:

- Machines eisen investeringen die terugverdiend moeten worden Hoe: productie geconcentreerd in fabrieken, waardoor huisnijverheid verdwijnt

- Lange werktijden - Machine bepaalt werktempo - Vrouwen- en kinderarbeid à goedkoop - Fabrieken gevestigd waar veel arbeidskrachten wonen in steden à urbanisatie - En fabrieken zijn gevestigd bij water (waterframe)

- 1778: verbetering van stoommachine door James Watt

ß Fabrieken zijn niet meer gebonden aan stromend water ß Opkomst van spoorwegen à transportrevolutie:

ß Aanvoer van grondstoffen en afvoer van eindproducten ß Stimulans voor machinebouw

ß Gevolgen: ß Opkomst van een industriële samenleving ß Meerderheid werkt in industrie/dienstverlening ß Meerderheid woont in de stad, onder andere door urbanisatie

- Waar en wanneer begon de industriële revolutie:

- 1775 in Engeland - Vanaf 1820/1830 in West-Europa - Na 1850 in Nederland

- Vanaf dan een moderne economische groei - Textielindustrie in Brabant en Twente: arbeidsintensief, lagere arbeidskosten - Massaproductie in het westen (Holland) van het land (scheepsbouw en

machinefabrieken) - Platteland van Nederland: fabrieken die agrarische grondstoffen verwerkten

- Eind 18de eeuw: Tweede industriële revolutie

- Nieuwe energiebronnen: aardolie, elektriciteit - Toepassing van wetenschappelijke inzicht - Massaproductie van massaconsumptiegoederen - Stijgende levensstandaard, mensen kunnen steeds meer consumptiegoederen kopen

Page 39: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

39

§2 Modern imperialisme • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie

- Motieven van westen om gebieden buiten Europa onder hun controle te houden:

- Verwerven van grondstoffen - Verwerven van afzetmarkten

ß India: levert katoen voor Engelse textielindustrie ß India: Afzetgebied voor Engelse textiel

- Verwerven van machten en prestige - Voorbeelden: Frankrijk vanaf 1871, Duitsland vanaf 1871

ß Wedloop om koloniën leidt tot conflicten tussen Europese mogendheden: Voorbeeld: Fashoda 1898 (pagina 228)

ß 1885: conferentie van Berlijn à Europese mogendheden verdelen onderling in Afrika

- Verspreiden van de cultuur o.a. godsdienst - White mans burden

Blanke Europeanen vonden zichzelf superieur aan niet-Westerse volkeren. Het Sociaal-Darwinisme past de theorie van Darwin toe op mensen en zegt dat er betere en superieure mensenrassen zijn en inferieure mensen rassen ß Westen moest zijn beschaving brengen aan niet-Westerse volkeren í o.a.

introductie van onderwijs

- Belgisch Congo - Ontdekkingsreiziger Stanley verkent in opdracht van Belgische koning Leopold II het

gebied rond Congo-rivier ß 1885: Leopold krijgt op conferentie van Berlijn Congo toegewezen –

- Eind 19e eeuw: Congo wordt van groot economisch belang: Rubberproductie ß Bevolking in Congo betaalt belasting in vorm van rubber ß Wreedheden tegenover bevolking bij te lage rubberleveranties

ß Na bekend worden van misstanden: Congo gaat van Belgische koning naar Belgische staat

Page 40: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

40

§3 Nationalisme en de Duitse eenwording • De opkomst van de politiek maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme,

socialisme, confessionalisme en feminisme

- Ontstaan van nationalisme - In Duitsland, ten tijde van Napoleon

ß Leidt tot een anti-Franse stemming ß Benadrukken van eigen cultuur en geschiedenis

- Ontwikkeling van nationalisme in Duitsland werd gestimuleerd door: - Duitsland is geen eenheidsstaat, maar een verzameling van zelfstandige staten (voor

Napoleon: 300, na Napoleon: 30) à Pruissen is grootste en machtigste Duitse staat. Later streeft men naar een eenheidsstaat

- Romantiek: stroming uit begin van 19e eeuw, tegen de Verlichting (benadrukt het gevoel en intuïtie, niet het rationalisme)

- Ideeën filosoof Herder: - Taal maakt volk tot eenheid (Basis van cultuur: geen taal, geen cultuur)

- Eerste uitingen van Duits nationalisme: Burschenschaften: studentenverenigingen die het

Duitse verleden (vooral Middeleeuwen) verheerlijken - In de loop van de 19de eeuw: politiek nationalisme: streven naar Duitse eenwording

ß Oorzaak: Industriële revolutie à staatkundige versnippering belemmert industriële en economische ontwikkeling (tol, importheffingen, controles), ook lastig voor de spoorwegen

ß Gevolg: 1834 oprichting v. Zollverein: Douane-unie à 1ste stap Duitse eenwording

- Eerste poging tot Duitse eenwording - 1848: Revolutie in Europese steden: burgerij eist invloed op bestuur - Dit gebeurde ook in Duitsland, de burgerij eist Duitse eenheid à Frankfurter parlement

komt bij elkaar - Discussie over:

Groot Duitse gedachte: Duitse eenheid met Oostenrijk Klein Duitse gedachte: Duitse eenheid zonder Oostenrijk ß Klein Duitse gedachte overwint

- F.P biedt keizerskroon aan koning van Pruissen van eengemaakte Duitsland à Koning weigert, want macht komt niet van het volk, maar van God ß Gevolg: eerste poging van Duitse eenheid (van onderop) mislukt

- Tweede poging tot Duitse eenheid van bovenaf

- 1862: Otto von Bismarck wordt Kanselier van Pruissen - Zijn politiek: Duitse eenheid door militair overwicht tot stand brengen

ß Gevolg: Duitse eenheid komt tot stand na oorlogen - 1864: Oorlog van Pruissen tegen Denemarken

ß Verliest Sleeswijk en Holstein aan Pruissen - 1866: Oorlogen tegen Oostenrijk

ß Oostenrijk verlies: niet bij Duitse eenheid - Gevolg: Noord-Duitse staten sluiten zich onder leiding van Pruisen aan tot

Noord-Duitse bond - 1870-71: Franse-Duitse overleg, Frankrijk verliest

ß Staat Elsas-Lotharingen af à belangrijk industrieel gebied ß Betaalt herstelbetalingen ß Alle Duitse staten sluiten zich aaneen à uitroepen Duitse keizerrijk 1871

Page 41: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

41

- Gevolgen van Duitse eenwording - Product van oorlog à Frankrijk uit revanche voor verlies Elsas-Lotharingen - Nieuwe grootmacht in centrum van Europa

ß Verstoring van machtsevenwicht - Na 1871: versnelde industrialisatie

ß Duitsland wordt nog machtiger - 1888: Bismarck treedt af, wegens onenigheid met keizer Wilhelm II over buitenlandse

politiek - Bismarck: Rusland te vriend houden, voorzichtige buitenlandse politiek (anders

wordt Duitsland omsingeld) - Wilhelm II: Weltpolitiek

ß Machtige positie voor Duitsland, internationale politiek ß Koloniaal rijk ß Wilhelm II zag Rusland als bedreiging ß Uitbreiding van de Duitse vloot

Page 42: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

42

§4 De sociale kwestie • Discussies over de sociale kwestie • De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme,

socialisme, confessionalisme en feminisme

- Gevolgen van de industrialisatie - Massale urbanisatie

ß Arbeiders op elkaar gepropt in krottenwijken, wat leidt tot uitbreken van ziektes - Geen bescherming voor arbeiders: lange werktijden, geen veiligheid op het werk,

kinderarbeid en geen inkomen als je geen werk had ß Schrijvers, artsen en priesters brengen slechte leef/werkomstandigheden aan het licht ß Sociale kwestie ontstaat: hoe verbeteren we de slechte leef/werkomstandigheden?

Hoe maken we van de arbeiders volwaardige leden van de samenleving?

- Liberalen – Opvattingen over de sociale kwestie ß Andrew Ure

- Vrije baan voor fabrikanten - Uiteindelijk wordt iedereen beter van industrialisatie - Geen overheidsbemoeienis met economie - Groot mogelijke vrijheid: individu moet door hard werken eigen situatie

verbeteren

- Socialisme A – Hoe de maatschappij eruitziet en opvattingen over de sociale kwestie - Marxisme, door Karl Marx (1848: Communistisch manifest, 1867: Das Kapital)

- In het kapitalisme: belangentegenstelling tussen Proletariaat en bourgeoisie - Klassenstrijd tussen Proletariaat en Bourgeoisie - Verelendung: Bourgeoisie wordt rijker, terwijl het Proletariaat armer wordt - Revolutie à kapitalisme wordt over geworpen - Eerst socialistische overgangsfase, daarna communistische eindfase. Theorie:

ß Privé-bezitten afschaffen ß Bedrijven en grond in gemeenschapshanden ß Iedereen is gelijk: geen klassentegenstellingen en klassenstelsels meer ß Productie niet meer gelijk door winst maar door behoefte

- In praktijk: ß Levenstandaarden van arbeiders stijgen ß Revolutie laat op zich wachten

- Socialisme B – Opvattingen

- Sociaaldemocratische, niet zo radicaal als het marxisme - In de praktijk pakt het socialisme zo uit:

- Levenstandaarden van arbeiders stijgen, maar revolutie laat op zich wachten ß Dit leidde tot de opkomst van de sociaaldemocratie à Opkomst van sociaaldemocratie,

die de positie van arbeiders verbeteren langs parlementaire weg: - Aannemen van sociale wetten - Uitbreiding van het kiesrecht

- Socialistische partijen in Nederland:

- 1882: oprichting van S.D.B o.l.v F. Domela Nieuwenhuis à Marxistisch - 1889: oprichting van S.D.A.P. onder leiding van P.Y. Troelstra

- Sociaaldemocraten richten zich op praktische verbeteringen voor arbeiders à meer aanhang dan Marxisten/communisten

Page 43: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

43

§5 Een nieuwe grondwet • Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen

aan het politiek proces

- Grondwet 1814 - Koning benoemt en ontslaat ministers à leggen verantwoording af aan de koning - Parlement van twee kamers à adviserende bevoegdheden

- Eerste kamer benoemd door koning - Tweede Kamer benoemd door provincies

- Parlement had geen zeggenschap over het: - Leger - Buitenlandse zaken - Koloniën

ß Gevolg: Nederland wordt een constitutionele monarchie, maar in praktijk regeert Willem I als een absolute vorst

- 1815: Oude noordelijke en zuidelijke Nederlanden worden verenigd in het Congres van Wenen à Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

- Na 1820: toenemende tegenstellingen tussen Noord en Zuid Handel (voorstander vrijhandel) Landbouw en opkomende industrie (protectionisme) Protestants Katholiek Nederlandstalig Franstalig

- Nederland in de jaren 1840: - Economische teruggang door Belgische afscheiding - Hoge staatschuld - Aantal mislukte oogsten

- 1848: Revolutie in Europa (burgerij in opstand en inperking macht van de koning)

ß Dreigende onrust in Nederland ß Willem II is bang dat de revolutie overslaat naar Nederland

ß Geeft opdracht aan liberale leider J.H. Thorbecke voor opstellen van een nieuwe grondwet

- Grondwet van 1848: - Ministeriële verantwoordelijkheid à ministers moeten verantwoording afleggen aan

het parlement en niet aan de koning - De koning is onschendbaar à koning verliest politieke invloed - Tweede Kamer door volk gekozen (censuskiesrecht) en Eerste Kamer door provincies - Invoering van grondrechten

- Vrijheid van meningsuiting - Vrijheid van drukpers - Vrijheid van vereniging en vergadering - Vrijheid van godsdienst - Vrijheid van onderwijs

- Invoering districtenstelsel ß Ieder district had een zetel in de Tweede Kamer

ß Nederland wordt een parlementaire democratie door de Grondwet van 1848!

Page 44: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

44

§6 Emancipatie en politieke strijd • De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme,

socialisme, confessionalisme en feminisme • De opkomst van emancipatiebewegingen • Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen

aan het politiek proces

- Brits kiesstelsel: districtenstelsels - Indeling in kiesdistricten ontregeld door urbanisatie

ß Platteland en landadel worden oververtegenwoordigd in het parlement ß Steden en fabrikanten ondervertegenwoordigd in parlement ß Arbeiders waren nauwelijks vertegenwoordigd vanwege het censuskiesrecht

- Gevolg:

- 1819: onrust en protest - 1832: Reform Act

- Nieuwe indeling in kiesdistricten - Census werd verlaagd

- Roep om hervorming houdt aan: Chartistenbeweging 1838: People ‘s charter - Algemeen mannenkiesrecht - Vergoeding voor parlementsleden (zodat mensen met een laag inkomen zich

verkiesbaar gingen stellen) - Chartisten groeien, maar verliezen in jaren 1840 hun aanhang à regering voert

hervormingen door

- Nederland in de tweede helft van de 19de eeuw tot 1918: - Feminisme: gelijkwaardige positie van de vrouw in de samenleving

- Positie van de vrouw: - Geen kiesrecht - Geen toegang tot hoger onderwijs - In allerlei opzichten waren vrouwen ondergeschikt aan de man - Behoorden niet te werken - Arbeidersvrouwen moesten werken uit economische noodzaak - Zorg voor huishouden en gezin - Ongetrouwde vrouwen die werkten in typische vrouwenberoepen (zorg en

huishouden van de rijkere burgerij) ß Feminisme ontstaat bij vrouwen in gegoede burgerij - Eisen:

- Vrouwenkiesrecht - Toegang tot hoger onderwijs - Toegang tot meer beroepen

- Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs (eerste vrouw op de universiteit en eerste vrouwelijke dokter)

- Confessionalisme: politiek bedrijven vanuit een godsdienstige overtuiging - Confessionalisme komt op door de Schoolstrijd - Grondwet van 1848: vrijheid van onderwijs

- Sindsdien worden openbare scholen door de overheid opgericht - Andere scholen door een groep mensen (op godsdienstige grondslag)

Page 45: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

45

- Schoolstrijd: de overheid vergoedt alleen de openbare scholen (neutraal), want er moet een scheiding zijn tussen kerk en staat - De confessionelen wilden een financiële gelijkstelling van het openbaar en

bijzonder onderwijs - In 1878 komt er een nieuwe onderwijswet: verbeteringen in het onderwijs (licht in

gebouwen, ventilatie, kwaliteit) ß Voor openbare scholden werd dit gefinancierd en bijzondere scholen niet

- De confessionelen zijn tegen deze wet

- Gevolg: oprichting van eerste moderne politieke partij in Nederland: de Anti Revolutionaire Partij met als leider Abraham Kuyper. - ARP is een moderne partij met een hechte organisatie en heeft een partij

discipline: bij een stemming spreekt de partij van tevoren af wat zij gaan stemmen. ß Na tien jaar organiseren de katholieken zich ook

- Vanwege de schoolstrijd - Bevreesd voor het opkomend socialisme en willen hiermee voorkomen

dat katholieke arbeiders zich bij het socialisme aansluiten

- Kiesrechtstrijd 1848: censuskiesrecht

- Tweede helft van de 19e eeuw: streven om het kiesrecht uit te breiden Voor: - Feminisme à vrouwenkiesrecht - Socialisme à worden de grootste partij als arbeiders mochten stemmen - Liberalen à progressieve liberalen

ß Meer mensen zouden op de liberalen en socialisten stemmen voor de uitbreiding

Tegen - Conservatieve liberalen - Confessionelen

ß Mensen van lagere status hebben minder kennis van politieke zaken dus mogen niet meedoen

- Kiesrecht wordt in 1887 en in 1896 uitgebreid, maar er is nog geen algemeen kiesrecht.

- Politici: F. Domela Nieuwenhuis en A. Kuyper waren moderne politici: - Zij waren niet alleen actief in de Tweede Kamer, maar trokken ook het land in om zo

aanhang proberen te winnen - Ze komen niet alleen met rationele argumenten maar spelen in op emoties

- Pacificatie van 1917

De situatie van WOI dwingt politieke partijen tot samenwerking ß Schoolstrijd en kiesrechtstrijden worden opgelost in politieke deal - Confessionelen stemmen in met algemeen kiesrecht in ruil voor de financiële

gelijkstelling van het onderwijs ß De confessionelen merken dat zij toch kunnen profiteren van het algemeen

kiesrecht - Liberalen en socialisten stemmen in met de financiële gelijkstelling in ruil voor

algemeen kiesrecht voor mannen, dat later uitgebreid kan worden door die van vrouwen.

- Confessionelen zijn een gevestigde stroming geworden met veel aanhang - Ook werd het districtenstelsel vervangen door evenredige vertegenwoordiging.

Page 46: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

46

H9 Tijd van wereldoorlogen §1 Van eeuwwisseling naar wereldoorlog

• Het voeren van twee wereldoorlogen • De crisis van het wereldkapitalisme • Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

- De Verenigde Staten

- Industriële grootmacht - Buitenlandse politiek: Isolationisme: zich niet bemoeien met Europese landen of zaken

à VS moet buiten conflicten blijven - Handeldrijven - Actieve bemoeienis met het Amerikaanse continent

- Duitsland

- Late eenwording à vrij late versnelde industrialisering à grootmacht - Wilhelm II: Weltpolitik:

- Breuk met politiek van Bismarck ß Alliantiepolitiek ß Behoud van Europese machtsevenwicht ß Niet betrokken raken in conflicten ß Duitse koloniaal Rijk

- Duitsland moet zijn plaats in de wereld als grootmacht opeisen ß Gevolg: vlootwetten à uitbreiding van Duitse marine, Engeland voelt zijn

oppermacht op zee bedreigt

- Rusland - Zeer uitgestrekt en overwegend agrarisch à grootste deel van bevolking was

ongeletterde boeren, afhankelijk van de landadel - Autocratisch bestuur onder leiding van de tsaar, geen democratie - In steden:

- Opkomend industrialisatie - Onder burgers en arbeiders: opkomst v. ideeën over liberalisme en socialisme

- Japan

- Vanaf 2de helft van de 19e eeuw: - Openstelling voor het westen - Versnelde industrialisering - Grote bevolkingsgroei - Gebrek aan grondstoffen

ß Gevolg: imperialistische politiek ß 1905: Russisch-Japanse oorlog. Japanse overwinning à voor het eerst wordt

een westers land verslagen door een niet westers land. Superioriteit voor westerse landen wordt aangetast.

- Bondgenootschappen: - Opkomst van Duitsland verstoort het machtsevenwicht

ß Bedreiging voor Engeland en Frankrijk - Frankrijk verliest machtpositie aan Duitsland en er zijn nog steeds

wraakgevoelens door het verlies Elsas-Lotharingen ß 1907: Triple Entente: Engeland, Frankrijk, Rusland à anti-Duitsland ß Triple Alliantie: Duitsland, Oostenrijk, Italië

Page 47: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

47

§2 De Eerste Wereldoorlog • Het voeren van twee wereldoorlogen • De crisis van het wereldkapitalisme • Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

- Gevaar voor Duitsland

- Twee Frontenoorlog ß Antwoord: Schlieffenplan - Eerst Frankrijk snel uitschakelen via België (en niet rechtstreeks uit Duitsland) - Daarna Rusland aanvallen

ß Rusland had een trage mobilisatie

- Uitbreken WO I - 1912: Oostenrijk-Hongarije lijft Bosnië-Herzegovina in

ß Servische minderheid wil aansluiting bij Servië ß Servische nationalisten in B.H. worden gesteund door Servië

ß O-H zoekt voorwendsel om af te rekenen met Servië

- Uitbreken WO I na de moordaanslag op de Hongaarse kroonprins: Frans Ferdinand - Oostenrijk-Hongarije heeft een voorwendsel om met Servië af te rekenen

ß Servië stookte Servische nationalisten in BH, daarom stelt OH een ultimatum - Oostenrijk-Hongarije verklaart Servië de oorlog - Rusland steunt Servië mobiliseert zijn leger

ß Russen en Serven zijn Slavische volkeren, zij voelen zich aan elkaar verwant ß Rusland wil zijn invloed op de Balkan vergroten à toegang tot Middellandse zee

- Duitsland eist van Rusland de demobilisatie (het gevechtsklaar maken van het leger moet stoppen) à Rusland weigert ß Duitsland verklaart oorlog aan Rusland ß Duitsland verklaart de oorlog aan Frankrijk en valt aan via België (Schlieffenplan) ß Engeland verklaart de oorlog aan Duitsland

- Mislukken van het Schlieffenplan

- België bood meer weerstand dan verwacht - Rusland viel in het Oosten eerder aan dan verwachten - September 1914: Slag aan de Marne: Fransen stoppen de Duitse opmars

ß Loopgravenoorlog - Nieuwe wapens: Gifgas, tanks, vliegtuigen en duikboten

- Betrokkenheid van burgerbevolking bij oorlogvoering

- Burgerslachtoffers vooral WO II - Overschakelen op oorlogseconomie à burgers (vrouwen) werkzaam in wapenindustrie

- Tekorten in Duitsland door Engelse zeeblokkade

- 1917: In Rusland komen communisten aan de macht à stappen uit de oorlog, sluiten met Duitsland de Vrede van Brest-Litovsk in 1918 ß Duitsland verplaatst troepen Frankrijk voor nieuw offensief (voorjaar 1918)

- V.S. verklaart in april 1917 de oorlog aan Duitsland vanwege onbeperkte duikbotenoorlog - 1918: Duits offensief tot stilstand gebracht door o.a. Amerikaanse troepen

ß Duitse leger wordt teruggedrongen - Oktober 1918: Duitsland ziet in dat de oorlog niet gewonnen kan worden en verzoekt een

wapenstilstand op 11 november 1918 om 11 uur.

Page 48: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

48

§3 De Russische Revolutie en de Sovjet-Unie onder Stalin • Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en

fascisme/nationaalsocialisme • De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van

massaorganisatie

- Rusland tot 1917 - Verloop van WOI van Rusland was zeer slecht

ß Veel nederlagen, massale desertie, voedseltekorten in steden ß Onrust en stakingen in steden nemen toe

- Maart 1917: Tsaar trad af, voorlopige regering aan de macht à Februarirevolutie - In de steden nemen Sovjets de macht over: raden van arbeiders, soldaten en linkse

intellectuelen - Voorlopige regering zet oorlog tegen Duitsland voort à steeds impopulairder

- Zomer 1917: Lenin keert terug uit ballingschap terug naar Rusland ß Leider van de bolsjewieken: Russische communisten - Lenin belooft:

- Einde aan de oorlog à Land verdelen onder de boeren - Macht van de bolsjewieken in de Sovjets neemt toe - Macht van Voorlopige Regeringen verder uitgehold

- November 1917: Bolsjewieken gooien de V.R. omver in een staatsgreep.

- Gebeurtenissen vanaf 1918 - Januari 1918: parlementsverkiezingen à geen meerderheid voor bolsjewieken

ß Lenin laat alle niet communistische parlementsleden oppakken ß Alle opponenten vervolgd door de geheime politie: dictatuur

- Maart 1918: Vrede van Brest-Litovsk met Duitsland à Rusland verloor grote gebieden in het westen

- 1921: Nieuwe grondwet, oprichting van USSR of Sovjet-Unie - 1920 – 22: burgeroorlog tussen Roden (Bolsjewieken) en de Witten (niet-communisten)

ß Gevolg: economie stort in - Boeren weigeren verplichte leveranties aan de staat ß Lenin reageert met NEP (nieuwe economische politiek) 1921:

- Kleine bedrijven komen weer in privéhanden - Boeren mogen hun producten op de vrije markt verkopen

- 1924: Lenin sterft, opgevolgd door Stalin - Politiek van Stalin: doorvoeren van versnelde industrialisatie. Hoe?

- Invoeren planeconomie: overheid stelt ieder 5 jaar vast wat, hoeveel, waar geproduceerd werd. In de 5-jarenplannen lag de nadruk op de zware industrie (machinebouw, staalindustrie, mijnbouw), de consumptiegoederenindustrie werd verwaarloosd

- Collectivisatie van de landbouw: alle boerenbedrijven samengevoegd tot Kolchozen: collectieve boerderijen Souchozen: staatsbedrijven ß Doel van de collectivisatie: - Landbouwproductie voor export à financiering van de industrialisatie - Lagere voedselprijzen à lagere lonen

- Propaganda en massaorganisaties ß Uitdragen van communistische ideologie ß Persoonsverheerlijking ß Middel om bevolking te beïnvloeden ß Komsomol: Communistische jeugdorganisatie

Page 49: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

49

§4 Vrede na afloop van de wereldoorlog? • Het voeren van twee wereldoorlogen • De crisis van het wereldkapitalisme

- 1919 vredesverdragen met verliezers van WO I

- Verdrag van Saint-Germain: O-H valt uit elkaar in onafhankelijke staten, alleen een Duitstalige Oostenrijkse rompstaat blijft over. Keizer wordt afgezet, Oostenrijk wordt een republiek

- Verdrag van Sèvres: Turkse rijk verliest alle bezittingen in het Midden-Oosten - Verdrag van Versailles: Duitsland (dictaat van Versailles, aldus de Duitsers, zij kregen

het opgelegd) - Duitsland kreeg de schuld van WOI - Duitsland verloor al zijn koloniën - Duitsland verloor grondgebied: Oosten aan Polen, Noorden aan Denemarken,

Westen: Elzas-Lotharingen aan Frankrijk - Forse inperking van het leger en demilitarisering van het Rijnland (westen van Rijn) - Herstelbetalingen aan Engeland en Frankrijk

- Duitsland 1919-1929

- Eind 1918: Keizer is afgetreden, in de plaats komt de Republiek van Weimar - 1919: Communistische opstand: Spartacus-opstand

ß Bloedig neergeslagen m.b.v. vrijkorpsen à groepen van teruggekeerde frontsoldaten, extreemrechts

- 1919 - 1923: Ook dreiging van extreemrechts tegen Republiek van Weimar. - 1920: Kapp-Putsch

1923: Mislukte Putsch van Hitler in München - 1923: Duitsland stopt herstelbetalingen (De Duitse economie lag helemaal op zijn gat)

ß Frankrijk bezet het Ruhrgebied ß Regering roept algemene staking uit à Hyperinflatie

- 1924: Dawes-plan - V.S. leent geld aan Duitsland

ß Duitsland hervat herstelbetalingen ß Engeland en Frankrijk kunnen schulden aflossen aan V.S.

- Na 1924: Herstel van de economie betere verhoudingen tussen Duitsland, Engeland en Frankrijk ß 1925: Verdrag van Locarno, tussen Duitsland en Frankrijk

- Duitsland erkent nieuwe westgrens (Verdrag van Versailles) à verbetering tussen aartsvijanden Frankrijk en Duitsland

- 1926: Duitsland wordt toegelaten tot de Volkenbond - Vanaf 1924: economisch herstel

- Opkomst van het fascisme

- Na WOI in Italië à oorzaken - Ontevredenheid over uitkomst WOI: beloofde gebiedsuitbreiding viel tegen - Grote sociale onrust en stakingen

ß Angst voor communistische revolutie ß Gevolg: oprichting van fascistische knokploegen, tegen stakers en commies

Later: politieke partij onder leiding van Benito Mussolini à 1922 macht - Kenmerken fascisme: Antidemocratisch; Leidersprincipe: Duce, Fel anticommunistisch;

Extreem nationalistisch, verheerlijken van eigen glorierijk verleden; Militaristisch en expansionistisch

Page 50: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

50

§5 De Verenigde Staten: welvaart en crisis • De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van

massaorganisatie • De crisis van het wereldkapitalisme

- VS in de jaren 20

- Economische groei en welvaart ß Welvaart: nieuwe consumptiegoederen worden toegankelijk ß Auto’s à lopende band Henry Ford, telefoon, koelkasten, stofzuigers, radio

- Optimisme over de toekomst: Roaring Twenties - Drooglegging

1919: Prohibition act à produceren en verkoop van alcohol wordt verboden ß Gevolg: bloei van illegale handel in alcohol ß Opleving georganiseerde misdaad ß 1933: afschaffing prohibition, vanwege schadelijke neveneffecten

- Problemen in de Amerikaanse economie: - Na 1918: landbouwcrisis ß Landbouw van VS na WOI werd geëxporteerd naar Europa, want het was een ramp ß Amerikaanse boeren profiteerden hiervan en willen meer produceren ß Boeren gaan lenen en hypotheken aanvragen om hun boerderijen te vernieuwen ß Europa begint zelf te produceren: hoge aanbod in VS, weinig vraag

ß Hierdoor kunnen boeren hun schulden niet afbetalen ß Kopen op afbetaling ß Speculeren met aandelen met geleend geld

- Crisis van de jaren 30 - 24 oktober 1929:

- Kelderen van aandeelkoersen, wat leidt tot - Bankencrisis, mensen halen hun geld af van banken, leidt tot - Financieel systeem die tot stilstand komt, wat leidt tot - Bedrijven die krimpen of sluiten, wat leidt tot - Massaontslagen, waardoor koopkracht daalt, wat leidt tot - Bedrijven die nog verder moeten inkrimpen, wat leidt tot - Nog meer massaontslagen

- Crisis van de jaren 30 - Reactie van de regering:

- Crisis is tijdelijk, gaat vanzelf over - Overheid moet niet ingrijpen - Overheid krijgt minder belastinginkomsten à bezuinigingen - Leningen aan Europa worden stopgezet en teruggeëist à crisis slaat over naar

Europa - Crisis is zeer diep en houdt aan

- 1933: nieuwe Amerikaanse president Franklin Roosevelt - New Deal. Andere politiek: actief overheidsingrijpen in de economie

- Openbare werken door de overheid: wegen en stuwdammen - Sociale wetten: hierdoor werkelozen weer aan het werk - Stijging van koopkracht

- New deal stemt overeen met ideeën van Engelse econoom J. M. Keynes: - Overheid moet in crisistijd niet bezuinigen maar extra geld uitgeven à

overheid maakt schulden à bezuinigen als het goed gaat met de economie - New deal was redelijk succesvol - Einde van de crisis pas eind jaren 30 door oorlogsdreigingen en oorlogsindustrie

Page 51: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

51

§6 Fascisme en nationaalsocialisme • Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en

fascisme/nationaalsocialisme • De rol van de moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van

massaorganisatie • Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder de joden

- 1930:

- Duitsland wordt ernstig getroffen door economische crisis ß Massa werkeloosheid

- Regering heeft geen antwoord op de crisis - Extreem linkse (KPD) en rechtse partijen (NSDAP) groeien sterk - NSDAP wordt de grootste partij: 31 januari 1933, nieuw kabinet onder leiding van Hitler - Maart 1933: aannemen van de machtigingswet in de Rijksdag:

- Parlement wordt buitenspel gezet, regering kan per decreet regeren ß Politieke partijen verboden met uitzondering van de NSDAP ß Gelijkschakeling: maatschappelijke organisaties, media, culturele instellingen

onder controle van de Nazi’s ß Tegenstanders werden massaal opgepakt en opgesloten in kampen ß Bevolking geïndoctrineerd door propaganda en jeugdorganisaties

- Duitsland wordt omgevormd

- Ideologie van het nationaalsocialisme - Streven naar lebensraum: gebieden in Oost-Europa en Sovjet-Unie moesten

veroverd worden (grondstoffen, graan, gekoloniseerd) - Racisme à antisemitisme (Jodenhaat):

ß Volkeren zijn niet gelijk door biologische oorzaken: Ubermenschen: superieur; Germaanse ras Untermenschen: inferieur: Slavische volkeren, homo’s, gehandicapten en in het bijzonder joden à profiteerden van andere volkeren, parasieten

- Anti-Joodse maatregelen in Duitsland in de jaren 30 - April 1933: boycot tegen Joodse winkels - 1935: Neurenberger rassenwetten

- Joden mochten geen openbare ambten meer vervullen - Joden verloren ook het staatsburgerschap - Verbied op huwelijk tussen joden en niet-joden - 1938: Kristallnacht: vernieling van Joodse synagogen en winkels en mishandeling

- Duitsland internationale politiek in jaren 30:

- Hitler: Tegen verdrag van Versailles, remilitarisatie van Duitsland en voor Lebensraum - Hoe?

- 1935: invoering van de dienstplicht - 1936: bezetting van het Rijnland - 1938: Anschluss van Oostenrijk - 1938: Sudetencrisis: Duitsland eist Sudetengebied (Duitssprekende minderheid) in

Tsjechoslowakije op - 1938: conferentie in München: Engeland en Frankrijk stemmen in met Duitse

inlijving van Sudetengebied - In ruil daarvoor stelt Hitler geen nieuwe eisen (voor een tijdje)

Page 52: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

52

- Politiek van Engeland en Frankrijk: appeasement, toegeven aan de eisen van Hitler in de vrede te bewaren

- Maart 1939: Hitler bezet heel Tsjechië, Slowakije wordt Duitse vazalstaat - Einde van de appeasement politiek

- 1939: Polencrisis

- Hitler eist corridors lotussen Duitsland en Oost-Pruissen - Engeland en Frankrijk geven Polen garanties - Oorlog dreigt

- Augustus: niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en Sovjet-Unie - Landen vallen elkaar niet aan - Geheime afspraak voor onderlinge verdeling van Polen

- Redenen voor Duitsland en Sovjet-Unie van niet-aanvalsverdrag:

- Hitler: voorkomen van tweefrontenoorlog tegen Engeland en Frankrijk en Sovjet-Unie - Stalin:

- Sovjet-Unie is niet klaar voor een oorlog: legertop was weggezuiverd ß Sloot een niet-aanvalsverdrag met Duitsland: het Molotov-Von Ribbentrop-

pact - Stalin beschuldigt Engeland en Frankrijk ervan in te stemmen met

gebiedsuitbreiding van Duitsland naar het Oosten te steunen - Gebiedsuitbreiding in Polen

1 september 1939: Duitsland valt Polen binnen. Engeland en Frankrijk verklaren oorlog aan Duitsland en zo breekt de Tweede Wereldoorlog uit.

Page 53: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

53

§7 Nederland 1918-1939, een verzuilde samenleving • De crisis van het wereldkapitalisme • Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme • Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en

fascisme/nationaalsocialisme

- Nederlandse samenleving was verzuild - Economische ontwikkelingen vanaf 1925:

- Economische groei - Opkomst van nieuwe en moderne industrie: Philips, Akzo, Unilever, fokker - Eerste sociale wetgeving:

- Pensioen voor overheidsambtenaren - 8-urige werkdag

- Vanaf 1930: economische crisis, massawerkloosheid ß Verergert doordat buitenland de munt devalueert en Nederland niet ß Minister-president Colijn houdt vast aan de gave gulden. Devaluatie is valsemunterij ß 1936: Gulden wordt gedevalueerd, dit betekende een begin van het economisch herstel - Economische politiek van de overheid in jaren 30

- Vasthouden aan gave gulden - Bezuinigen: aanpassingspolitiek leidde tot protesten - Werkverschaffingsprojecten

- Alternatief idee voor aanpak van de crisis: Plan van Arbeid van SDAP en NVV (socialistische vakbond) - Grootschalige overheidsinvesteringen - Meer werkverschaffingsprojecten - Andere partijen wezen Plan van Arbeid af: overheidsschulden zouden te hoog

oplopen - NSB en CPN profiteren van de economische crisis - NSB oriënteert zich aanvankelijk op Italië, later op nazi-Duitsland à wordt

antisemitisch - Overheid en kerken keren zich tegen de NSB

- Buitenlandse politiek van Nederland:

- Neutraliteit à net als in WOI buiten ieder conflict blijven ß Nederland neemt geen stelling tegen nazi-Duitsland

ß Beperkt aantal toegelaten joodse vluchtelingen ß Ook economisch motief: handel met Duitsland niet in gevaar brengen

- Nederlands-Indië

- In jaren 30 hard getroffen door economische crisis - In jaren 20: opkomst Indonesisch nationalisme à streven naar zelfbestuur,

onafhankelijkheid ß Wie? Jonge Indonesiërs met opleiding. Zij zagen in Nederland vrijheid en democratie,

dat was in hun land niet zo. - 1926/1927: communistische opstand op Java - 1927: oprichting PNI onder leiding van Soekarno à streeft naar onafhankelijkheid

Page 54: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

54

§8 De Tweede Wereldoorlog en de Holocaust • Het voeren van twee wereldoorlogen • Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de

betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering • Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme • De Duitse bezetting van Nederland • Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder de joden

- Oorlog in het Westen

- 1 september 1939: Duitse inval in Polen ß Engeland en Frankrijk verklaren oorlog aan Duitsland

- September 1939: SU valt Oosten van Polen binnen, volgens het niet-aanvalsverdrag - Mei 1940: Duitsland valt België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk aan à Engeland en

Frankrijk verslagen door de blitzkrieg - Engeland geeft zich niet over:

- Zomer van 1940: Hitler wil Engeland binnenvallen, uitschakelen van Engelse luchtmacht lukt niet. Engeland blijft in de oorlog met steun van de VS

- Juni 1941: Duitsland valt SU aan à Duitse opmars gestopt voor Moskou - Zomer 1942: Duitsers rukken op in het zuiden - Stalingrad is keerpunt in WOII: vanaf dan zijn Duitsers op de terugtocht - 6 juni 1944 is D-Day: Geallieerden landing in Normandië à begin van de bevrijding van

West-Europa - 1944: Engeland en VS rukken op vanuit het westen - April 1945: slag om Berlijn - 8 mei 1945: Duitsland capituleert

- Oorlog in het verre oosten:

- Jaren 30: Japan breidt zijn grondgebied onder andere uit in China - 7-12-1941: Japanse verassingsaanval op Pearl Harbour - Vanaf 1942-1943: Japan teruggedrongen - 1945: V.S. moet Japan zelf aanvallen à verzet neemt toe - 6 en 9 augustus: Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki - 15 augustus: Japan capituleert

- Nederland in WOII

- 10 mei 1940: Ook Nederland aangevallen door Duitsland Na 5 dagen: Capitulatie na bombardement op Rotterdam

- Optreden van Duitsers in Nederland - In het begin gematigd optreden à Duitsers willen de Nederlandse bevolking

voorzichtig winnen à Mislukt, wat leidde tot een steeds hardere Duitse optreden ß Invoering van ID-plicht en arbeidsdienst voor mannen, verplicht vanaf 1943

(verplicht werken in de Duitse oorlogsindustrie) - Joodse ambtenaren ontslagen - Ariërverklaring voor studenten (je moet als student een verklaring overleggen dat

je van Arische afkomst was) ß Riep verzet op

- Er moest een “J” in het paspoort staan, verplicht van het dragen van een Jodenster - In Amsterdam: Joden bij elkaar in Joodse getto’s - Doel: isoleren van Joden van de rest van de bevolking om deportaties mogelijk te

maken

Page 55: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

55

- Februari 1941: Februaristaking in Amsterdam als protest tegen anti-Joodse maatregelen à hard neergeslagen

- Voorjaar 1942: Begin van deportaties naar doorgangskamp Westerbork, vandaaruit naar vernietigingskampen in Polen

- 80% Nederlandse joden overleeft de oorlog niet

- Verzet ß Neemt toe naarmate de oorlog vordert:

- Verspreiden van illegale kranten onder andere berichten van Radio-Oranje (berichten van Nederlanders in Londen die daar in ballingschap zaten)

- Verschaffen van onderduikadressen: Joden en mannen voor de arbeidsdienst - Liquideren van collaborateurs

- Einde van de Oorlog

- September 1944: Slag om Arnhem à mislukt ß Gevolg: Zuid-Nederland is bevrijd, Noord-Nederland nog niet à

Hongerswinter ß 5 mei 1945: Duitsland capituleert in Nederland.

- Holocaust

- Begint in WOII - Eerst: isoleren van de joodse bevolking van de rest

- Neurenberger rassenwetten - Propaganda: films (Der Enige Juden) - Joden worden steeds meer van functies uitgesloten - Aparte registratie: J - Tijdens de oorlog: Jodenster, aparte getto’s, - Deportatie: Transport naar vernietigingskampen in Polen

ß Fabrieksmatige genocide - Holocaust begon niet in de gastkamer

ß Begint in 1941: Einsatzgruppen - Groepen van leger en politieke - Trekken achter de oprukkende Duitse legers in Rusland aan - Vermoorden in veroverde plaatsen eerst: communistische functionarissen en

Joodse mannen - Al heel snel: Alle joden ß Dit was niet snel, niet efficiënt, psychisch belastend ß In Polen: experimenten met vergassing op Russische krijgsgevangenen met

uitlaatgassen - Januari 1942: Wannsee-conferentie

ß Bestuurlijke organisatie van de holocaust - In de gaskamers: Sonderkommando

Page 56: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

56

H10 Tijd van de televisie en computer §1 De Koude Oorlog 1945-1963

• De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

- 1945: Oprichting V.N. door winnaars van WO

- Opvolgers van het Volkenbond - Bewaren van vrede door vreedzame oplossingen te bieden van conflicten

- Blokvorming na 1945:

- Twee ideologische systemen staan vijandig tegenover elkaar: VS en West-Europa: Kapitalisme - Vrijemarkteconomie - Vrijheid van het individu - Democratie

- Sovjet-Unie + Oost-Europa: communisme - Planeconomie - Een partijstaat, dictatuur - Onderdrukking van oppositie

- Tegenstelling tussen Oost en West begint op conferentie van Jalta, februari 1945 ß Over de naoorlogse toekomst van Europa à conflict over Polen en de rest van

Oost-Europa Ø Stalin wil in Oost-Europa bevriende regimes aan de macht, maar het westen wilde

vrije verkiezingen - Motieven van Stalin:

- Uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie à eigen invloedssfeer in Oost-Europa - Voorkomen van een nieuwe aanval uit het Westen

- Oost-Europa kwam onder controle van Sovjet-Unie à ijzeren gordijn ß West en Oost-Europa van elkaar gescheiden door prikkeldraad en wachttorens

ß Gevolg: wantrouwen en vijandschap tussen Oost en West: de Koude Oorlog - Risico op echte oorlog tussen Oost en West werd verergerd doordat vanaf 1949 ook de

SU kernwapens heeft

- Verdere ontwikkelen: - 1948: V.S. kondigen de Truman doctrine af (Ieder land dat zich bedreigt voelt door het

communisme, krijgt steun voor de VS) ß Marshallhulp à grootschalige economische hulp aan Europa

- Motieven voor Amerikanen: - Verarmd Europa is voedingsboden voor communisme - Welvarend Europa is afzetmarkt voor de VS

- Oost-Europese landen wezen Marshallhulp af, gedwongen onder Stalin, anders zou de invloed van de VS groter worden.

- Greep van SU op Oost-Europa werd steeds sterker: - Overal kwamen communistische regeringen aan de macht - Planeconomie en collectivisatie van de landbouw - Oppositie werd hardhandig onderdrukt

- Duitsland (en Berlijn) werd opgedeeld in 4 bezettingszones. Westelijke bezettingszones gaan economisch steeds meer samenwerken à 1948 invoering van D. Mark. ß Reactie van Stalin: blokkade van Berlijn à wil ook West-Berlijn in handen krijgen

ß VS reageert met een luchtbrug

Page 57: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

57

- 1949: Oprichting van de NAVO: Militair bondgenootschap W-Europa, Canada en de V.S. - 1949: Westelijke Duitse bezettingszones vormen de BRD ß S.U. roept Oostelijke bezettingszone uit tot D.D.R.

ß 1955: BRD treedt toe tot de NAVO à herbewapening van Duitsland ß S.U. richt het Warschaupact op (Militair bondgenootschap van S.U. en Oost-

Europese landen) - Vluchtelingenstroom van DDR naar BRD neemt toe door via Berlijn

ß 12 november 1961: Bouw van de Berlijnse muur

- Koude oorlog buiten Europa - China (BOEK VERDER):

- 1949: Na een burgeroorlog komen in China communisten aan de macht onder leiding van Mao Zhedong ß Westen ziet dat als uitbreiding van de communistische invloed van de wereld - China wordt een communistische eenpartijstaat - Planeconomie en collectivisatie van de landbouw - Oppositie wordt hardhandig onderdrukt

- 1958: Grote Sprong Voorwaarts - Collectieve boerderijen worden omgevormd tot volkscommunes - Decentralisering van de industrie - Slavenarbeid voor de bevolking ß Grote ramp: economie stort in, hongersnood

- Korea (BOEK VERDER):

- 1945: Korea opgedeeld in communistisch en prowesters zuiden - 1950: communistisch Noord-Korea valt Zuid-Korea aan

ß 1953: Wapenstilstand: herstel van de situatie van voor 1950

- Cubacrisis (BOEK VERDER) - 1951: Fidel Castro verdrijft prowesterse dictatuur Batista

ß Castro zoekt steun bij de Sovjet-Unie - 1961: Invasie in de Varkensbaai

- Cubanen waren niet blij met de komst van Castro, leidde tot vluchtelingenstroom naar Florida.

- CIA leidt aantal vluchtelingen (ballingen) op, bewapend hen en stuurt ze naar de Varkensbaai om Castro om te brengen

ß Invasie in de Varkensbaai is mislukt ß Castro vraagt militaire hulp aan S.U. ß S.U. plaats kernraketten op Cuba

- Gevolgen van de Cubacrisis:

- Hotline: directe telefoonverbinding tussen Washington en Moskou - Begin gemaakt met wapenbeperking

- Verbod op bovengrondse kernproeven - 1968: Het non-proliferatieverdrag à Tegengaan verspreiding v. kernwapens - Begint SALT-besprekingen à invoeren bovengrens aan aantal kernwapens - Detente tussen oost en west: de verhoudingen worden minder gespannen - Wedijver tussen SU en VS wordt met andere dan militaire middelen

voortgezet ß 1957: SU lanceert eerste satelliet: Spoetnik à Ruimterace, wedloop naar de

maan (1969)

Page 58: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

58

§2 Koloniën worden onafhankelijk • De dekolonisatie die een eind maakt aan de westerse hegemonie in de wereld

- Motieven voor imperialisme

- Grondstoffen en afzetmarkten - White mans burden

- Verzet tegen westers imperialisme vanaf begin 20ste eeuw. Oorzaken: - Onderwijs aan inheemse elite voor bestuurstaken

ß Komen in aanraking met westerse ideeën over vrijheid en democratie ß WOI: westerse cultuur is niet superieur ß WOII: Japan verslaat westerse landen à Westen is niet onoverwinnelijk ß Koude oorlog: VS en SU zijn tegen kolonialisme (SU tegen omdat het bij

kapitalisme hoort, VS tegen omdat zij vroeger kolonie waren die onafhankelijk zijn geworden)

- Voorbeelden van dekolonisatie: India en Pakistan: Britse kolonies voor WOII: Streven naar onafhankelijkheid onder leiding van Ghandi d.m.v. geweldloos geweld. - 1945: India (Hindu) en Pakistan (Islamitisch) worden onafhankelijk

ß Gewelddadigheden tussen de moslims en de hindoes - 1948: Ghandi vermoord

- Nederlands-Indië à Indonesië

- 15-8-1945: Japan capituleert à Soekarno roept onafhankelijkheid uit ß Nederland verzet zich hiertegen

- Onderhandelt met gematigde nationalisten - Grijpt ook gewapend in: politionele acties 1947-1948 - Onderdruk van de V.S. stemt Nederland in onafhankelijkheid 1949

- Gevolg: - Nederlanders en Indo’s (half-Indonesisch en half-Indisch) vluchten naar Nederland - Molukse kwestie: Molukken à dienden in het Knil

ß Roepen onafhankelijke staat uit § Neergeslagen door Soekarno, Molukkers vluchten naar Nederland

- Vietnam

- Franse kolonie ß Na Japanse capiyilatie: Ho Chi Minh roept onafhankelijkheid uit

ß Geolg: onafhankelijkheidsoorlog ß 1954: Conferentie van Geneve ß 1957: Vietnam opgedeeld

- In Zuid-Vietnam ontstaat een communistische verzetsbeweging: Vietcong - 1954: Conferentie van Geneve

- Vietnam opgedeeld in communistisch Noorden en prowesters Zuiden - In Zuid-Vietnam ontstaat communistisch verzetsbeweging: Vietcong

- Streeft naar hereniging met het Noorden - Steun vanuit Noord-Vietnam

ß Gesteund door S.U. en China - VS steunt Zuid-Vietnam vanwege: containmentpolitiek

- Dominotheorie: als Vietnam communistisch werd, gebeurt dat ook met de buurlanden

- 1964: VS bemoeit zich openlijk met de strijd in Vietnam: stuurt troepen ß Ondanks militaire overmacht van de VS en zware bombardementen op Noord-Vietnam,

komt er geen overwinning van de VS

Page 59: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

59

§3 Europa: van verdeeld naar één • De eenwording van Europa

- Europese eenwording

ß Streven komt op gang na WOII Oorzaken: - Nooit meer oorlog à toenadering tussen Frankrijk en Duitsland - Geen economische crisis meer door economische samenwerking - Voorkomen dat communisme aanhang krijgt in West-Europa voor herstel van de

welvaart (door economische samenwerking) ß Gevolg:

- 1950: oprichting van de EGKS ß Kolen en staalproductie van zes landen onder gemeenschappelijk beheer ß Duitsland in de gaten houden met de opbouw van de oorlogsindustrie ß 1957: Oprichting van EEG à samenwerking op

- 1957: ß Oprichting in EEG à samenwerking ook op andere economische sectoren ß Oprichting van Euratom

- 1967: Samenvoeging van deze instellingen tot EG ß Doel:

- Douane-unie à afschaffen invoerrechten - Gemeenschappelijk landbouwbeleid

§ Gegarandeerde landbouwprijzen voor boeren à Boterberg, melkplas § Doel: zelfstandige voedselvoorziening voor Europa

- Uitbreiding van de E.G./EU

- 1973: toetreding Engeland à lang tegengehouden door Franse president de Gaulle - Jaren 80: Griekenland, Spanje, Portugal pas democratisch geworden - Na val van het IJzeren gordijn: veel Oostblokstaten

- Verdere ontwikkelingen:

- 1985: Akkoord van Schengen: iedere controle aan binnengrenzen wordt afgeschaft - 1992: Verdrag van Maastricht

- Oprichting van de EU à streven naar politieke eenheid - Besluit tot invoering van de euro (2002)

ß Landen moeten aan criteria voldoen: § Maximaal 3% procent tekort op de begroting

- 1994: Douane-unie gerealiseerd ß Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal

- Voordelen en kritiek

Voordelen: - Welvaartstijging door gemeenschapsmarkt - Steun aan economische achtergebleven gebieden

Kritiek: - Bureaucratie - Onvoldoende democratische controle à zwakke positie van het Europees parlement

Europese Commissie: dagelijks bestuur Raad van Ministers: belangrijke beslissingen

- Verlies van nationale identiteit ß Euroscepticisme

Page 60: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

60

- Val van het communisme - 1953: Stalin sterft à Chroetsjov begint met destalinisatie: kritiek op het terreurbewind van

Stalin ß Gevolg: 1956: Hongaarse opstand. Hongaarse bevolking komt in opstand tegen

communistische overheersing, eist meer partijen democratie en persvrijheid ß S.U. slaat opstand met geweld neer

- 1968: Praagse lente è Communistische partij in Tsjechoslowakije eist democratische

hervormingen à volk neemt dit over ß S.U. en Warschaupactlanden grijpen in

ß Argument: Brezjnev-doctrine à Warschaupact mag ingrijpen als communisme in het Oostblok in gevaar komt. (De socialistische solidariteit gaat boven de nationale soevereiniteit)

- Einde van het communisme in Oost-Europa en S.U. - 1980 Reagan president van V.S.

ß Voert Amerikaanse defensie op SDI à Star wars (er moesten satellieten in de ruimte komen die een Russische raketaanval moesten tegenhouden)

ß S.U. moest deze nieuwe fase in de bewapeningswedloop volgen à Meer defensie-uitgaven ß Einde van detente (ontspanning van de verhouding tussen VS en SU)

De koude oorlog laait weer

- 1985: M. Gorbatsjov nieuwe leider van S.U. ß Nieuwe politiek van Gorbatsjov

- Perestrojka: à openheid, volk mag kritiek uitoefenen op de communistische partij - Glasnost: hervorming van de economie, afzwakking van de planeconomie, met

particulier initiatief - INF-akkoord met V.S. à beperking van kernwapens in Europa - Afschaffen van Breznjev-doctrine

- Gevolgen:

- Economie in SU stort in elkaar à gebrek aan levensmiddelen - Oplevend nationalisme in S.U. à deelrepublieken willen onafhankelijk worden - Bevolking in Oostblokstaten eist meer vrijheid, 1989 komt in opstand tegen

communistische overheersing ß Reactie Gorbatsjov: Brezjnev-doctrine geldt niet meer. Oost-Europese staten

moeten zelf een oplossing bedenken bij de onrust van de landen ß Volksopstand in Oostblok breidt zich uit

- 9 november 1989: val van de Berlijnse muur - 1991: SU valt uiteen - Vroegere Oostblokstaten worden lid van de NAVO - BRD en DDR worden verenigde Duitsland 1990

- Koude oorlog is met uiteenvallen van de SU ten einde

ß Oplevend nationalisme zet door - 1992: Tsjechoslowakije valt uit elkaar in Tsjechië en Slowakije - 1991-1995: Oorlog in voormalig Joegoslavië à etnische groepen: Serven, Kroaten,

Bosniërs, Slovenen ß Etnische zuiveringen à bloedbad in Sebrenica 1995

Page 61: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

61

§4 Van verzuild naar veelkleurig • De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren 60 van de twintigste eeuw

aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen • De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenleving

- Economisch herstel na 1945

Oorzaken: - Marshallhulp - Afspraken over vaste wisselkoersen - Goede infrastructuur - Economische herstel van Duitsland - Lonen worden laag gehouden

- 1959: Vondst van aardgas bij Slochteren - Jaren 50-60: opbouw van verzorgingsstaat

ß Gevolg: welvaartsgroei ß 1964: loonexplosie à einde van de politiek van loonmatiging

- Vanaf jaren 60: Sociaal-culturele verandering

- Ontzuiling, verenigingen en organisaties zijn niet meer op levensbeschouwelijke verbonden met elkaar. Onder andere komst van de televisie à mensen maken kennis met andere zuilen

- Ontzuilen bevordert door: - Secularisering à rol van de kerk in de samenleving neemt af - Individualisering à mensen willen zelf hun leven inrichten en willen zich niet meer

laten voorschrijven hoe ze leven. - Opkomst van de jongerencultuur

- Een eigen levensstijl onder andere kleding - Eigen muziek - Haardracht - Protest tegen oorlog in Vietnam

- Democratisering à Jongeren eisten meer inspraak en invloed ß Provo in Amsterdam

- 2de feministische golf - Gelijke rechten op werk - Recht op abortus

- Pluriforme samenleving

- Jaren 50: emigratie naar Canada, Australië, Nieuw-Zeeland - Immigratiegolven:

- 1950: ß Mensen uit Indonesië ß Molukkers (p 342)

- Jaren 60: ß Arbeidsmigranten: Italianen en Joegoslaven (keren terug)

Marokkanen en Turken - Jaren 70:

Surinamers, na Surinaamse onafhankelijkheid 1975 - Jaren 90: Immigranten (arbeidsmigranten) uit Oost-Europa

Voormalig Joegoslavië (oorlog)

Page 62: Alle kenmerkende aspecten op een rij · Alle kenmerkende aspecten op een rij 1. De leefwijze van de jagers-verzamelaars 2. Ontstaan van de landbouw, landbouwsamenlevingen 3. Ontstaan

62

- Integratie: - Beleid van de overheid: integratie met behoud van identiteit

ß Veel allochtonen bleven vasthouden aan eigen cultuur, Nederlandse cultuur bleef vreemd à niet zonder meer opgaan in de westerse samenleving

ß Gevolg: integratiebeleid is gedeeltelijk mislukt

- Wat is wel gelukt? - Aantal allochtonen jongeren met hoge opleiding stijgt - Meer allochtonen

- Reactie:

- Komst van moskeeën en islamitische scholen roept weerstand op - Niet-westerse allochtonen voelen zich niet begrepen en gediscrimineerd - Maatschappelijk klimaat wordt onverdraagzamer à angst voor islamisering ß Invloed van 9-11 (Pim Fortuyn)

Einde aantekening Feniks VWO