Al wat gevangen?
-
Upload
kerk-noordwolde -
Category
Spiritual
-
view
121 -
download
0
Transcript of Al wat gevangen?
Welkom
Voorganger kand van de Brink
Organist Johannes de Vries
Thema: “Al wat gevangen?”
VDD G 320
Zingt een nieuw lied voor
God de Here
1
Zingt een nieuw lied voor God de
Here
en weest van harte zeer verblijd.
God wil alhier met ons verkeren,
hier wordt een huis voor Hem bereid.
Hij heeft de hand
en het verstand
gezegend voor het werk,
de bouw van Christus' kerk.
2
Kinderen van éénzelfde Vader,
komt nu tesaam van zuid en noord.
Van oost en west treden wij nader
tot dit welaangename oord.
Kracht van de jeugd,
breng nu verheugd
de stenen bij elkaar.
God helpt u wonderbaar.
3
God wil aan ons telkens weer tonen
dat Hij genadig is en trouw.
Dat Hij met ons samen wil wonen,
geeft ons de moed voor dit gebouw.
maar niet met steen
en hout alleen
is 't grote werk gedaan.
't Zal om onszelve gaan.
4
De Heilge Geest geeft taal en teken.
Christus deelt al zijn gaven uit.
De Vader zelf wil tot ons spreken
en elk verstaat wat het beduidt.
Wees ons nabij
en maak ons vrij
in dit uw heiligdom.
Kom, Here Jezus, kom!
Welkom
Voorganger kand van de Brink
Organist Johannes de Vries
Thema: “Al wat gevangen?”
P 75 – 1
U alleen, U loven wij,
U loven wij, onze Heer,
1
U alleen, U loven wij,
U loven wij, onze Heer,
want uw naam zo rijk van eer
is tot onze vreugd nabij.
Men vertelt in heel het land
al de wondren van uw hand.
P 119 – 12, 49
Ik klem mij vast aan uw getuigenis.O HEER, laat niet vergeefs mij op U
hopen!
12
Ik klem mij vast aan uw getuigenis.
O HEER, laat niet vergeefs mij op U
hopen!
Gij zijt mijn licht, mijn dag bij
duisternis,
Gij doet uw woorden voor mijn ogen
open,
verruimt mijn hart en maakt mijn reis
gewis.
Ik zal de weg van uw geboden lopen.
49
Hoe wonderbaar is uw getuigenis.
Ik zal het altijd in mijn hart bewaren.
Wanneer uw heilig woord geopend is
zal 't als een licht het duister op doen
klaren.
Gij maakt verdwaalden van hun doel
gewis,
uw kennis maakt onkundigen
ervaren.
Lezen Joh 21 : 1 t/m 14
De verschijning aan het meer van Tiberias
1 Hierna openbaarde Jezus Zich opnieuw aan de discipelen bij de zee van Tiberias en Hij openbaarde Zich aldus. 2 Daar waren bijeen Simon Petrus, Tomas, genaamd Didymus, Natanaël van Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee van zijn discipelen. 3 Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tot hem: Wij gaan met u mede. Zij vertrokken en gingen scheep, en in die nacht vingen zij niets.
4 Toen het reeds morgen werd, stond Jezus aan de oever; de discipelen wisten echter niet, dat het Jezus was. 5 Jezus zeide tot hen: Kinderen, hebt gij ook enige toespijs? Zij antwoordden Hem: Neen. 6 Hij nu zeidetot hen: Werpt uw net uit aan de rechterzijde van het schip en gij zult vinden. Zij wierpen het (net) uit en konden het niet meer trekken vanwege de menigte der vissen. 7 Die discipel dan, dien Jezus liefhad, zeide tot Petrus:
Het is de Here. Simon Petrus dan, toen hij hoorde, dat het de Here was, sloeg zijn opperkleed om, want hij was ongekleed, en wierp zich in zee; 8 maar de andere discipelen kwamen met het schip, want zij waren niet ver van het land, slechts ongeveer tweehonderd el, en zij sleepten het net met de vissen. 9 Toen zij dan aan land gekomen waren, zagen zij een kolenvuur liggen en vis daarop en brood.
10 Jezus zeide tot hen: Brengt van de vissen, die gij thans gevangen hebt. 11 Simon Petrus ging aan boord en sleepte het net aan land, vol grote vissen, honderd drieënvijftig; en hoewel er zovele waren, scheurde het net niet. 12 Jezus zeide tot hen: Komt en houdt de maaltijd. Niemand van de discipelen durfde Hem de vraag stellen: Wie zijt Gij? Want zij wisten, dat het de Here was.
13 Jezus kwam en Hij nam het brood en gaf het hun en evenzo de vis. 14 Dit was reeds de derde maal, dat Jezus na zijn opwekking uit de doden Zich aan zijn discipelen geopenbaard heeft.
G 454 – 1, 2
Wat zou ik zonder U geweest zijn,
hoe zou ik zonder U bestaan?
1
Wat zou ik zonder U geweest zijn,
hoe zou ik zonder U bestaan?
Ik zou ten prooi aan angst en vrees
zijn
en eenzaam door de wereld gaan.
Mijn liefde tastte in den blinde.
Een afgrond lag in het verschiet.
En waar zou ik een trooster vinden
die werklijk wist van mijn verdriet?
2
Een diepe nacht zou mij omvangen
waarna geen blijde morgen daagt.
Ik werd verteerd door wild verlangen,
door 's levens maalstroom
weggevaagd.
Ik zou alleen zijn, van het heden
en van de toekomst ongewis.
Wie kan er aarden hier beneden
als er geen open hemel is?
Al wat gevangen?
G 454 – 3, 4
Maar Christus gaf mij taal en teken
en ik ben zeker van zijn stem.
3
Maar Christus gaf mij taal en teken
en ik ben zeker van zijn stem.
De nacht is voor het licht geweken,
het grondloos lot krijgt zin door Hem.
Nu word ik mens, herkrijg mijn
vrijheid
bij water, woord en brood en wijn,
omdat ik weet van zijn nabijheid
waar twee of drie vergaderd zijn.
4
Gaat uit in wegen en in velden
en brengt verdwaalden bij ons thuis.
Reikt hun de broederhand en meldt
hun:
`De Koning noodt u in zijn huis'.
Door het geloof zien wij het ware:
de eeuwigheid vervult de tijd.
En iedereen mag dat ervaren
die Christus' naam met ons belijdt.
Bidden en danken
Collecte
1ste Miracle School
2de eigen gemeente
Opw 346
Maak ons tot een stralend licht
voor de volken,
Maak ons tot een stralend licht
voor de volken,
een stralend licht
voor de mensen om ons heen.
Tot de wereld ziet
wie haar het leven geeft.
Laat het schijnen door ons heen.
Maak ons tot een woord
van hoop voor de volken,
een levend woord
voor de mensen om ons heen.
Tot de wereld weet
dat U verlossing geeft.
Uw genade door ons heen.
Maak ons tot een zegening
voor de volken,
een zegening
voor de mensen om ons heen.
Tot de wereld weet
wie elke schuld vergeeft.
Uw genezing door ons heen.
Maak ons tot een vrolijk lied
voor de volken,
een lied van dank
voor de mensen om ons heen.
Tot de wereld zingt
voor degeen die eeuwig leeft.
Laat het klinken door ons heen.
En bouw uw koninkrijk
in de volken,
uw wil geschied'
in de mensen om ons heen.
Tot de wereld weet
dat Jezus Christus heerst.
Bouw uw koninkrijk in ons.
Bouw uw koninkrijk op aard'!
Zegen
3 x amen