Agrarisch erfgoed in 2012

12
1 AGRARISCH ERFGOED IN 2012 een momentopname

description

Een momentopname, die het beeld schetst van hoe eigenaren, overheden en publiek omgaan met historische boerderijen, bijgebouwen en erven. Vertrekpunt is het Jaar van de Boerderij 2003, voorlopig eindpunt het Jaar van de Boerderij 2013. Alle relevante aspecten komen aan de orde: de ontwikkelingen in de landbouw, de bouwkundige karateristieken, het landschappelijk perpectief en natuurlijk: de herbestemming.

Transcript of Agrarisch erfgoed in 2012

Page 1: Agrarisch erfgoed in 2012

1

AGRARISCH ERFGOED IN 2012

een momentopname

Page 2: Agrarisch erfgoed in 2012

2

Lyanne de Laat Ewoud van Arkel

© augustus 2012 – Boer&Troef |PrID

Page 3: Agrarisch erfgoed in 2012

3

Hoe staat het er voor?

Circa 10 jaar na 2003 Het Jaar van de Boerderij, is er op het terrein van het agrarisch erfgoed het een en ander veranderd. Deze notitie geeft in het kort een overzicht van de stand van zaken, met name van het politiek-maatschappelijk denken over en het voor behoud en beheer van agrarisch erf-goed beschikbaar instrumentarium. Op initiatief van de stichting Agrarisch Erf-goed Nederland is er in de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar wat de belangrijkste thema’s zijn en naar de resultaten van alle inspanningen. Agrarisch erfgoed kan gelden als de samenvattende benaming voor de vele dui-zenden historische boerderijen en erven die Nederland nog rijk is. De grens wordt veelal gelegd bij boerderijen gebouwd vóór 1940 (in het totaal nog ca 87.000). Inmiddels zouden ook de meer dan 8.000 wederopbouw-boerderijen van in en vlak na de Tweede Wereldoorlog kunnen worden meegeteld. In het kader van “2003” is destijds een aantal belangrijke aanbevelingen ge-daan. Die aanbevelingen hebben nog niets aan kracht verloren en kunnen dus prima als basis dienen voor de hier te geven momentopname. De aanbevelin-gen luidden op hoofdlijnen:

bevorder het behoud van de agrarische functie

bevorder het behoud van de karakteristieke verschijningsvorm

bevorder het behoud van de landschappelijke context

streef naar verantwoorde functiewijziging Het is opvallend dat ten tijde van “2003” het denken over de middelen die moeten worden ingezet om aantasting en afbraak van het agrarisch erfgoed te-rug te dringen al zeer ver gevorderd was. Ook het beschikbaar instrumentarium was voorhanden en in principe doeltreffend. De in die periode uitgevoerde zeer uitgebreide tellingen leveren echter een vrij dramatisch beeld op van teruglo-pende agrarische bedrijvigheid, van leegstand en zelfs van afbraak. Het wettigt de conclusie dat de politieke, maatschappelijke en economische inzichten toen nog niet zó ver waren dat er prioriteit kon worden gegeven aan het behoud en de herbestemming van historische boerderijen en erven. De wel degelijk aan-wezige succesvolle gevallen daargelaten... Wat is de relevantie van de destijds gedane aanbevelingen voor nu? En hoe staat het er voor? De agrarische functie In de agrarische sector is het in de huidige tijd een forse opgave om voldoende gezinsinkomen te vergaren: modernisering en schaalvergroting zijn noodzaak. Die tweeledige ontwikkeling heeft tot resultaat dat het traditionele karakter van het platteland verandert. Sociale en economische structuren staan onder

Page 4: Agrarisch erfgoed in 2012

4

druk en verstedelijking rukt op. Overigens gaat het minder hard dan destijds aangenomen maar de trend is nog steeds: gestage afname van het aantal boe-renbedrijven (in 2003: gemiddeld 35 per week; in 2012: gemiddeld 10 per week; totaalstand land- en tuinbouwbedrijven 2011: 70.392) . Het voor agrarische doeleinden bestemde platteland (bijna 70% van de Neder-landse bodem, exclusief water) raakt in toenemende mate verdeeld, enerzijds in gebieden die geschikt zijn voor de grootschalige, louter productiegerichte agrarische activiteiten en anderzijds in gebieden die het oorspronkelijke klein-schaliger karakter beter weten te behouden. In deze gebieden bestaan naast de overblijvende kleinschaliger landbouwbedrijven, ruimte en behoefte voor kans-rijke mengvormen van nieuwe exploitatie: de verbrede landbouw. Voor de his-torische boerderijen en erven is de groeiende verdeling van het landbouware-aal in twee qua karakter zo van elkaar verschillende gebieden om minstens twee redenen relevant. Enerzijds natuurlijk voor zover er op die oudere boer-derijen daadwerkelijk nog landbouwactiviteiten worden uitgeoefend (naar schatting circa 30.000 in 2010). Anderzijds gezien de feitelijke en juridische ruimte die schaalvergroting en karakterverandering van de agrarische sector la-ten voor effectief behoud van agrarisch erfgoed met zijn kenmerkende gebou-wen, erven en omliggend landschap. De al genoemde verbrede landbouw lijkt goede kansen te bieden voor het be-houd van agrarisch erfgoed. Deze zich onder meer in de nabijheid van de ste-den goed ontwikkelende sector (inmiddels circa 11.000 bedrijven), richt zich op plattelandsvernieuwing door middel van multifunctionele landbouw. De bedrij-ven combineren minimaal twee verschillende activiteiten waarvan er minstens één betrekking heeft op de traditionele landbouw. Daarnaast gaat het om boerderijeducatie (met name kennis van voedselproductie), agrarische kinder-opvang, agrarisch natuurbeheer (op perceelsniveau, maar steeds meer op ge-biedsniveau), recreatie en toerisme, boerderijverkoop van streekproducten en zorglandbouw. De verbrede landbouw heeft een aantal gunstige effecten: vergroting van de maatschappelijke betrokkenheid, verhoging van de rentabiliteit van de grond en als derde: het beschikbaar blijven van landbouwgrond (als voorwaarde voor het succes van de eerste twee doelen). Stimulerende financiering komt van regelin-gen op Europees en landelijk niveau. Bijvoorbeeld het Plattelandsontwikke-lingsprogramma (inmiddels POP2; 2007-2013) en het daaruit volgende Leader-programma, maar ook uit de zgn. Catalogus Groen Blauwe Diensten en het al genoemde Investeringsbudget Landelijk Gebied. Overigens is er ook in de grootschalige landbouw wel degelijk zorg voor het be-houd van het agrarisch erfgoed. Het valt op dat juist de eigenaren van die gro-tere en veelal winstgevende bedrijven met grotere bouwblokken, veel aan-dacht hebben voor het behoud van het “oude huis” en de aankleding van het erf.

Page 5: Agrarisch erfgoed in 2012

5

Belangrijk voor de veranderingen in de agrarische sector zijn ook de sanerings-maatregelen die de overheden (beleid: EU en Rijk; regie: provincies; uivoering: gemeenten) kunnen inzetten. Die maatregelen hebben vooral tot doel compen-satie te bieden voor in onbruik geraakte bedrijfsgebouwen. Eigenaren worden in de gelegenheid gesteld om in plaats van die vaak landschapsontsierende schuren, woningen te bouwen of aan die bedrijfsgebouwen een andere be-stemming te geven. De basis voor de sanering ligt in de Reconstructiewet (uit 2002, laatst gewijzigd in 2010; geldend voor 12 gebieden in Nederland) en het daaruit afgeleide instrument Ruimte-voor-ruimte (Rood-voor-rood). Het geld komt uit het Investeringsbudget Landelijk Gebied (onderdeel van de Wet Inrich-ting Landelijk Gebied). Er is in de uitvoering van deze maatregelen een beperk-te, maar gelukkig wel groeiende aandacht voor het cultuurhistorische aspect van de bebouwing, het erf en het omringende landschap. De karakteristieke verschijningsvorm In het afgelopen decennium is er op het gebied van de bescherming van mo-numentale of behoudenswaardige gebouwen, stads- en dorpsgezichten en landschapselementen merkbaar vooruitgang geboekt. Dat geldt zowel voor de monumentenzorg (bescherming van objecten en ensembles) als voor de wel-standszorg (bescherming beeldkwaliteit gebouwde omgeving). Waar “2003” nog concludeerde dat de door de Monumentenwet 1988 voorgeschreven be-scherming te beperkte mogelijkheden bood, is er sinds de Modernisering Mo-numentenzorg (MoMo, 2008) een verschuiving ingezet. Met name de oor-spronkelijke, per sector verdeelde en sterk objectgerichte aanpak is ingeruild voor een meer integrale kijk. Het criterium van nu luidt: “behoud door ontwik-keling”. Herbestemming, cultuurhistorie, gebiedsontwikkeling: allemaal ele-menten die in het beleid een rol zijn gaan spelen. Het Kabinet-Rutte heeft dat in haar beleidsvisie Kiezen voor karakter (2011) nog eens aangescherpt. Een hobbel blijft dat van de ca 87.000 historische boerderijen slechts ongeveer 6.400 de status hebben van rijksmonument. Daarnaast zijn er naar schatting nog zo’n 4 á 5.000 provinciale en gemeentelijke monumenten. Een té groot deel van het agrarisch erfgoed, ca 74.000 gebouwen en erven, onttrekt zich dus aan gericht toezicht. Een belangrijk instrument naast de Monumentenwet 1988 en de MoMo is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) dat zich richt op (de vereen-voudiging van) de gemeentelijke vergunningverlening. Waar de nieuwe omge-vingsvergunning een groot aantal procedures samenvoegt, is er voor monu-menten nog steeds een apart vergunningtraject met goed geregelde advisering en toezicht. Voor niet-monumentale maar wel karakteristieke gebouwen en erven bieden de gemeentelijke structuurvisie en het zo mogelijk daaraan gekoppelde beeld-kwaliteitsplan handvatten. Vaak ook wordt gevraagd om een voorafgaande cul-

Page 6: Agrarisch erfgoed in 2012

6

tuurhistorische waardestelling. In nieuwe bestemmingsplannen voor het bui-tengebied wordt in toenemende mate rekening gehouden met de historische boerderijen en erven – zowel met de oorspronkelijke als met een nieuwe func-tie – in samenhang met hun omgeving en cultuurhistorische waarden. Tenslotte is er de Woningwet met het daarin geregelde welstandstoezicht en het ophanden zijnde “vergunningvrij bouwen”. Dat laatste is in mindere mate van toepassing op monumenten, maar kan dus wel van invloed zijn op de ca 85% niet-wettelijk beschermde boerderijen. De rol van gemeenten is cruciaal, dat moge duidelijk zijn. De gemeentelijke ver-antwoordelijkheid komt tot uitdrukking in het ruimtelijk beleid (zie hiervoor), daarnaast ook in het stimuleren van behoud en herbestemming. Nog te vaak echter is de capaciteit van een gemeente te beperkt en dus wordt veel kennis (en soms ook geld) betrokken van rijks-, provinciale en particuliere organisaties. Publiek-private samenwerking dient te worden bevorderd. Overigens is de toegang tot de relevante informatie over bouwtechnieken, over erfinrichting, over cultuurhistorische achtergronden, over wet- en regelgeving en over het rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid in de afgelopen jaren aan-zienlijk verbeterd. Er zijn op initiatief van onder meer de regionale boerderijs-tichtingen vele fraaie en informatieve publicaties uitgebracht, er worden cur-sussen gegeven en excursies gehouden. Er is een landelijk kennissysteem in ontwikkeling (Agriwiki) en ook de zo belangrijk historische kennis die is opge-slagen in de archieven van de voormalige Stichting Historisch Boerderij Onder-zoek (SHBO), komt door de zorg van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) in de nabije periode weer beschikbaar. De landschappelijke context Voor het karakteriseren en het bepalen van de waarde van agrarisch erfgoed is het landschap onontbeerlijk. De streekbepaalde patronen van wegen, sloten en percelen, de functionele beplanting, de voor Nederland als geheel zo typerende openheid: dat is de culturele planologie van het landschap. Het inzicht is ge-groeid dat de cultuurhistorie onontbeerlijk onderdeel is van de ruimtelijke or-dening. De Nota Belvedere (werkend van 2000 tot 2009) was bedoeld om te komen tot een samenhangend beleid gericht op behoud van de cultuurhistorische waar-den van het landschap. Belvedere stimuleerde een breed scala van nieuwe toe-passingen die konden zorgen voor behoud van oude landschappen en bouw-werken. En ook het omgekeerde werd beoogd: investering in en instandhou-ding van cultureel erfgoed als versterkende factor voor de nieuwe ontwikkelin-gen. Adagium: behoud door ontwikkeling en ontwikkeling door behoud. Be-langrijk doel was het tegengaan van “de verrommeling” van het landschap. Bel-vedere heeft een aantal inspirerende initiatieven mogelijk gemaakt (o.m. de

Page 7: Agrarisch erfgoed in 2012

7

totstandkoming van de Agriwiki) maar voor het agrarisch erfgoed als geheel, is het belang beperkt gebleven, met name omdat het voorgestane beleid onvol-doende handvatten bood aan provincies en gemeenten. Het huidige landschapsbeleid van Nederland is vastgelegd in de Nota Ruimte (2011 tot 2020), de Agenda Vitaal Platteland (2007 tot 2013) en de Handreiking Kwaliteit Landschap. De kern van het beleid is samen te vatten als: “decentraal wat kan, centraal wat moet”. (Als het aan het demissionaire kabinet-Rutte ligt dan wordt de Nota Ruimte vervangen door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, nu nog bij de Eerste Kamer.) De verantwoordelijkheid voor de basiskwaliteit van het landschap ligt bij pro-vincies, gemeenten en waterschappen. Daarbij is het cultuurlandschap een be-langrijk uitgangspunt bij de (her)inrichting van het Nederlandse landschap. Ontwikkeling is primair gericht op gebiedsontwikkeling en gebaseerd op een goed evenwicht tussen ecologische, economische, sociaal culturele en cultuur-historische aspecten van het landschap. Initiatieven moeten zoveel mogelijk komen van bewoners, grondeigenaren en investeerders. De destijds in de Nota Ruimte aangewezen 20 Nationale Landschappen bieden extra mogelijkheden voor ontwikkeling op de terreinen natuur en milieu, cultu-rele kwaliteit, gebruikskwaliteit en beleving. De Nationale Landschappen be-slaan met elkaar zo’n 20% van het totale Nederlandse oppervlak. Het relatief beperkt aantal historische boerderijen en erven in deze gebieden is door de bij-zondere status gedwongen nog bestaande agrarische (hoofd)activiteiten in te perken en eventueel andere bestemmingen te zoeken. Overigens wil het huidige Kabinet af van de Rijksverantwoordelijkheid voor de Nationale Landschappen: de provincies zouden het moeten overnemen. De functiewijziging Onder het samenvattende begrip herbestemming is het streven naar ”behoud door ontwikkeling” van het cultureel, en dus ook van het agrarisch erfgoed, in de afgelopen jaren hoog op de agenda komen te staan. In “2003” werd al vastgesteld dat door veranderende arbeidsvoorkeuren en bijbehorende leefgewoontes, door de verstedelijking en door de stijgende grondprijzen, veel boerderijen hun oorspronkelijk agrarische functie hadden verloren of op korte termijn zouden gaan verliezen. Voor de vrijkomende ge-bouwen restten in principe twee mogelijkheden: sloop of hergebruik. De cijfers van de ten behoeve van “2003” gedane tellingen gaven aan dat er in voorgaan-de jaren nogal wat karakteristieke boerderijen waren gesloopt (van 1988 tot 2001 naar schatting 5.000 als monumentaal getypeerde boerderijen). Die be-

Page 8: Agrarisch erfgoed in 2012

8

weging lijkt vrijwel te zijn gestopt en (het streven naar) hergebruik is inmiddels de norm. Door het project De Oude Kaart van Nederland: leegstand en herbestemming werd in 2008 de toon gezet. Op dat moment werden 80 leegstaande boerderij-en geteld, maar hoogstwaarschijnlijk waren het er aanzienlijk meer. Het project riep op tot anticiperend beleid waarbij de sinds de nieuwe Wet Ruimtelijke Or-dening (2008) verplichte vernieuwing van de bestemmingsplannen als middel kon dienen. De uitdaging is opgepakt door de RCE met het in 2010 gestarte Nationaal Pro-gramma Herbestemming. Hoewel herbestemming van historische boerderijen in de beeldvorming nogal bescheiden overkomt (veel aandacht gaat uit naar kerken, fabrieken, scholen, etc.) is het aantal objecten groot. Welbeschouwd levert elk geheel of gedeelte-lijk stoppend agrarisch bedrijf de noodzaak voor functiewijziging van gebouw en erf. Hiervoor zijn al enkele voorbeelden van veranderende agrarische activiteit vermeld, in de meeste gevallen gaat het echter om wonen en/of werken. In het oog springende projecten zijn er vele. Zie bijvoorbeeld de Erfgoedbalans 2009 die aangeeft dat inmiddels ruim 50.000 boerderijen een andere dan de oorspronkelijke bestemming hebben gevonden. Nieuwe functies zijn bijvoor-beeld: galeries, winkels, hospices, theeschenkerijen, kantoren voor kleine on-dernemingen, zorgcentra, enz.. En als het gaat om wonen, dan zijn er de knoop-erven en de paardenbakken... De belangrijkste obstakels bij herbestemming liggen zowel in de financiering als in de wet- en regelgeving. Met name op dat laatste gebied is er, als al eerder vastgesteld, voor de gemeenten een belangrijke taak weggelegd. Zij dienen ini-tiatieven te stimuleren en toe te zien op correcte uitvoering, maar we zagen al dat dat niet altijd goed gaat. Naast de vigerende bestemmingsplannen is er een regeling in de maak die be-oogt verlichting te bieden: de Wet Plattelandswoning. Die wet maakt het moge-lijk de voormalige agrarische bedrijfswoning aan te wijzen als (platte-lands)woning en hem door het opheffen van juridische barrières economisch aantrekkelijker te maken. Cijfers Om zinvol beleid te kunnen ontwikkelen en effectieve maatregelen te kunnen nemen, is inzicht in de bestaande en de toekomstige situatie van groot belang. Betrouwbare cijfers en toepasselijke voorbeelden vormen daartoe het onont-beerlijk basismateriaal.

Page 9: Agrarisch erfgoed in 2012

9

De laatste tellingen betreffende de historische boerderijen en erven, met lan-delijke representativiteit, stammen uit 2001 (SHBO). Daarna is er ad hoc, per regio of per type nog wel geïnventariseerd, maar niet op eenduidige wijze en zeker niet compleet. Veel van de kwantitatieve gegevens zijn de uitkomst van interpretatie van trends op basis van oudere cijfers. Een actualiserend onder-zoek is hoog nodig waarbij de genoemde ad hoc tellingen als beginpunt kunnen dienen. De in het voorgaande genoemde cijfers ontberen een gedegen en vooral actue-le statistische onderbouwing. Desalniettemin vormen ze in het huidig beleid veelal het uitgangspunt. Conclusie Gerekend vanaf “2003” is er winst geboekt met het agrarisch erfgoed in Neder-land. Er worden nog maar sporadisch waardevolle gebouwen gesloopt, er is in toenemende mate aandacht voor verantwoorde herbestemming, eigenaren met kansrijke ideeën en de toezichthoudende overheden krijgen steeds betere instrumenten aangereikt om de vrijgekomen gebouwen en erven in te richten conform hun wensen. Tegelijkertijd is er een evidente door de politiek en de maatschappij gedragen belangstelling voor de cultuurhistorische waarden van het erfgoed en het omringende land. In de praktijk gaat het nog niet altijd goed, maar de wil is er...

Page 10: Agrarisch erfgoed in 2012

10

Literatuur Boerderijen en platteland in verandering Een onderzoek naar herbestemming van boerderijen in Friesland (proefschrift) Jacob van der Vaart 1999 - Fryske Academy Nota Belvedere Beleidsnotitie over de relatiecultuurhistorie en ruimte-lijke inrichting Fred Feddes e.a. 1999 - VNG Uitgeverij Historische boerderijen in Nederland Een onderbouwde raming van het resterend bestand aan historische boerderijcomplexen gebouwd vóór 1940 Ellen van Olst e.a. 2001 - SHBO | Stichting "2003" Behoud boerderijen met beleid Beleid en regelgeving met betrekking tot historische boerderijen Piet den Hertog e.a. 2002 - Stichting "2003" Het boerenerf in vroeger tijd De Gelderse Vallei Baukje Drenth 2003 - Stichting tot behoud van boerderij en erf in Gelderland Historisch boerderijonderzoek in Nederland Piet van Cruijningen 2003 – SHBO | WageningenUR Een Jaar vol boerderijen Eindverslag 2003 Jaar van de Boerderij | De organisatie van een themajaar Guerite Flury 2004 - Stichting "2003" 2003 Jaar van de Boerderij Verslag | provinciale werkgroep Noord-Holland Mart Groentjes e.a. 2004 - Boerderijenstichting Noord-Holland Streekeigen beplanting in het buitengebied van Nij-kerk Kiezen voor een fraaie omgeving Greet Bierema 2004 - Gemeente Nijkerk Buitengebied in Ontwikkeling (BIO) 2004 - Provincie Noord-Brabant Agenda voor een Vitaal Platteland: inspelen op ver-anderingen 2004 - Ministerie van LNV Leestekens van het landschap 188 landschapselementen in kort bestek Henk Baas e.a. 2005 - Landschapsbeheer Nederland

Boerderijen in Zeeland tot 1960 SHBO-rapport 110: eindverslag van het inventarisatie-project... John van Zuijlen, Mirjam ten Hove 2005 – SHBO Een tweede jeugd voor boerderij en erf: vrijkomende agrarische bebouwing 2005 - Projectbureau Belvedere Twentse boerderijen Historie, kenmerken, behoud Rik de Groot 2006 - Stichting Monumentenwacht Handreiking Kwaliteit Landschap voor provincies en gemeenten 2006 - Min. voor LNV | Min. voor VROM BoerENerfgoed symposiumverslag R. van Hilten en G. Verschuure 2006 - gemeenten Wassenaar, Voorschoten, Leids-chendam-Voorburg Een nieuw leven voor erf en opstal Eindrapport Agrarisch erfgoed Groene Hart Lyanne de Laat, Onno Helleman 2006 - Stichting Het Groene Hart | Erfgoedhuis Zuid-Holland Lijnen in het landschap Houtwallen, singels, heggen en andere lijnvormige houtopstanden Henk Schmitz, Paul Minkjan 2007 - Landschapsbeheer Nederland Levende erven Manifest(atie)over ruimtelijke kwaliteit op erven in verandering Dirk Baalman e.a. 2007 - Atelier Overijssel Vierkant achter de stolp Handreiking voor gemeentelijk beleid 2007 - Boerderijenstichting Noord-Holland, Vrienden van de Stolp Inventarisatie cultuurhistorisch waardevolle boerde-rijen in Noord-Brabant 2007 - Boerderijenstichting Noord-Brabant Boerderij in perspectief Handvatten voor herbestemming Bureau Helsdingen 2007 - Stichting uitvoeringsplan Alblasserwaard-Vijfheerenland De Oude Kaart van Nederland: Leegstand en herbestemming Hilde Harmsen, GerhardMark van der Waal 2008 - Atelier Rijksbouwmeester

Page 11: Agrarisch erfgoed in 2012

11

De Oude Kaart van Nederland: Leegstand en herbestemming in Drenthe, Flevoland, Fryslan, Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland, Zuid-Holland (12 boeken) Hilde Harmsen (coördinatie) 2008 - Atelier Rijksbouwmeester Verborgen Hout Geschiedenis van de boerderij Hagenend 3 te Anderen en zijn bewoners Sijo Dijkstra 2008 - Drents Plateau Bouwen in het landschap Het kan ook anders 2008 – Libau | Agrocenter WUR Kwaliteit van oude en nieuwe bijgebouwen op erven in Overijssel Een verkenning van typen bijgebouwen, ontwikkelingen en mogelijkheden Linda de Haan 2008 - Het Oversticht Stookhok steevast! Jan van Ginkel 2008 - Drents Plateau Cultuurhistorische en waardevolle boerderijen in Zeeland mogelijkheden en toegankelijkheden naar financiële ondersteuning Rothuizen van Doorn 't Hoofdt BV 2008 - Boerderijenstichting Zeeland Erfgoedbalans 2009 Archeologie, monumenten en cultuurlandschap in Nederland Marieke de Boer e.a. 2009 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Beleidsbrief MoMo Modernisering Monumentenzorg Naar een nieuw monumentenbeleid 2009 - Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-schap Belvedere.nu Praktijkboek voor cultuurhistorie en ruimtelijke ontwik-keling Projectbureau Belvedere 2009 - Uitgeverij Matrijs i.s.m. Projectbureau Belvedere Landbouwperspectieven in Noord-Holland tot 2040 Bouwstenen voor de structuurvisie van de provincie T. Kuhlman e.a. 2009 - LEI | WageningenUR Verder professionaliseren van multifunctioneel on-dernemerschap Inspiratie uit geleerde lessen Harry Kortstee, Wim de Hoop 2010 - LEI Kijk op multifunctionele landbouw Omzet en impact 2007-2009 Aide Roest, Herman Schoorlemmer e.a. 2010 - LEI

95 vragen & antwoorden Over regels rond multifunctionele landbouw; uitleg bij wet- en regelgeving Willem Bruil, Helmer Wieringa 2010 - Taskforce Multifunctionele Landbouw | Instituut voor Agrarisch recht Een toekomst voor boerderijen Handreiking voor de herbestemming en verbouwing van monumentale boerderijen Judith Toebast e.a. 2010 – Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Herbestemming van monumentale boerderijen als impuls voor herbestemming Verkenning van een nieuwe formule I. Coninx, P.H. Kersten 2010 – Alterra | Boerderij en Landschap Beemden en bouwlanden Het verdwijnende boerenlandschap Wim Denslagen 2011 - NAi Uitgevers Oogst van het landschap van de zandgronden Cultuurhistorie en bijna vergeten beheertechnieken voor opbrengst van erf en terrein Hilde Huizenga 2011 - Min. van EL&I Kijk op multifunctionele landbouw Addendum Aide Roest, Jakob Jager e.a. 2011 - LEI Wat mag ik? Handreiking over regels voor ondernemers in de multi-functionele landbouw Helmer Wieringa, Maria van Boxtel 2011 - Taskforce Multifunctionele Landbouw Multifunctionele landbouw en ruimtelijke ordening Handreikingen voor gemeentelijke plattelandsontwik-kelingen 2011 – Vereniging voor Nederlandse Gemeenten Herbestemming in Nederland Nieuw gebruik van stad en land Marinke Steenhuis, Paul Meurs 2011 - NAi Uitgevers Koersen op karakter Naar een visie erfgoed en ruimte Tjeerd de Boer, Eric Dil 2011 - Min. van OCW | Min. van IM Kiezen voor karakter Visie erfgoed en ruimte Kabinet Rutte 2011 - Min. Van AZ Land- en tuinbouwcijfers 2011 Hans Wijsman e.a. 2011 - LEI | CBS Agro-Landerij: een moderne, regionale samenwerking Paul Galama, Alfons Beltman e.a. 2011 - WUR

Page 12: Agrarisch erfgoed in 2012

12

Lessen voor succesvol investeren in landschap Greet Overbeek 2011 - LEI | Min. van EL&I Groen ondernemen met veehouderij Een nieuwe werkelijkheid Gerard Migchels e.a. 2011 - WUR Livestock Research Wonen op een knooperf Inspiratie van 5 architecten Franz Ziegler e.a. 2011 - Prv Overijssel | InnovatieNetwerk | Gem. Tub-bergen POP kan simpeler interview met Piet van Vugt Marjel Neefjes 2011 - Streek Stad koestert de Landbouw meer natuurbeheer door boer in grote stad Martijn ter Horst 2011 – Boerderij Informatieblad subsidieregeling herbestemming 2011 - Min. OCW Duurzame ontwikkeling van de veehouderij in Lim-burg 2011 - LEI | Wageningen UR

Kwaliteit Zekert Voor iedereen die zorgt voor ruimtelijke kwaliteit in Overijssel; 2006-2011 Fons Asselbergs e.a. 2012 - Atelier Overijssel Samenvatting Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig? 2012 - Min. van IM Kennis van krimp Oplossingsrichtingen bij het begeleiden van bevolkings-daling Arjan Raatgever 2012 - Nirov Multifunctionele landbouw in Nederland Meer dan boeren alleen Tijs Kierkels, e.a. 2012 - PPO | Wageningen UR | Taskforce Multifunctio-nele Landbouw | Roodbont uitgeverij Meervoudig gebruik wordt de norm interview met Maarten Fischer Marjel Neefjes 2012 - Streek