Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

106
Netwerken of samenwerken? ‘Over de behoefte aan samenwerken en kennisdeling in de erfgoedsector’ Sylvana Bol - 608027

Transcript of Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Page 1: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

0

Sylvana Bol - 608027

Netwerken of samenwerken?

‘Over de behoefte aan samenwerken en kennisdeling in de erfgoedsector’

Sylvana Bol - 608027

Page 2: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

1

Sylvana Bol - 608027

Netwerken of samenwerken?

‘Over de behoefte aan samenwerken en kennisdeling in de erfgoedsector’

Student: Sylvana Bol Adres: De Weiden 41 Postcode en woonplaats: 2361 VX Warmond E-mailadres: [email protected] Studentnummer: 608027 Datum: 1 juni 2012 Begeleider: Simone Stoltz Onderdeel: Afstudeerscriptie Opleiding: Bachelor Cultureel Erfgoed School: Reinwardt Academie 2012

Page 3: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

2

Sylvana Bol - 608027

‘Een belangrijke taak van de erfgoedsector is om het materiaal zo breed mogelijk toegankelijk te maken. Om dit op een zinvolle manier te doen, is het van groot belang om in de huid van de gebruiker te kruipen.’ (Harry van Vliet, Lectoraat Crossmedia Content, Hogeschool Utrecht)

Page 4: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

3

Sylvana Bol - 608027

Samenvatting

Deze afstudeerscriptie is het resultaat van een onderzoek naar de mogelijke waarde van netwerkbijeenkomsten bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie voor publiek. Daarnaast richt deze scriptie zich op de mogelijkheden die netwerkbijeenkomsten kunnen bieden op het gebied van samenwerken en kennisdeling binnen de erfgoedsector. Dit onderzoek dient ter afsluiting van de Bachelor Cultureel Erfgoed en heeft betrekking op erfgoedinstellingen die kampen met problemen bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie en hierbij op zoek zijn naar vormen van samenwerking en kennisdeling. Tevens onderzoekt deze scriptie de rol van netwerkbijeenkomsten in dit proces. Het toegankelijk maken van digitale erfgoedinformatie is de afgelopen decennia aan verandering onderhevig geweest. Diverse instellingen spanden zich in om erfgoedcollecties voor publiek digitaal te ontsluiten en audiovisueel materiaal online beschikbaar te maken. Ondanks dit gegeven wordt het proces dat aan het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie vooraf gaat, niet door elke erfgoedinstelling even nauwkeurig uitgevoerd. Het gevolg hiervan is dat wetenschappers en andere gebruikers bronnen niet kunnen vinden of doorzoeken, waaruit valt af te leiden dat het digitaliseringsproces in de erfgoedsector nog niet op orde is. De erfgoedsector staat momenteel voor de uitdaging om nieuwe methodes te vinden om een financieel draagvlak voor kunst en cultuur te realiseren en gemeenschappelijke vormen van standaardisering te ontwikkelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, dienen er nieuwe verbindingen worden aangegaan met andere sectoren, doelgroepen en gemeenschappen. Daarnaast dient het ondernemerschap in de sector te worden vergroot. Het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden en het verbreden van de blik naar buiten gebeurt niet vanzelf. Vernieuwing gaat samen met onderzoeken, bestuderen en bezinnen. De erfgoedsector heeft behoefte aan standaardisering op het gebied van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Door op dezelfde manier als collega-instellingen en verwante erfgoedorganisaties content digitaal te ontsluiten, kan een gemeenschappelijk doel worden gerealiseerd, namelijk het digitaal beschikbaar maken van erfgoedcontent voor publiek. Doordat er in de erfgoedsector een toenemende vraag naar digitale erfgoedinformatie is ontstaan en op welke manier deze het beste voor publiek toegankelijk kan worden gemaakt, richten steeds meer organisaties zich op samenwerkingsverbanden met andere erfgoedinstellingen. Deze samenwerkingsverbanden zijn veelal het resultaat van een opkomend fenomeen binnen de sector, namelijk ‘netwerkbijeenkomsten’. Op deze bijeenkomsten komen erfgoedprofessionals bijeen om met elkaar van gedachten te wisselen over onder andere aan welke (digitale) erfgoedinformatie in de sector momenteel behoefte is en op welke manier men hier een bijdrage aan kan leveren. Erfgoedorganisaties zoeken bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie contact met andere erfgoedinstellingen, netwerkbijeenkomsten en conferenties met als doel informatie vergaren over gemeenschappelijke knelpunten waarmee diverse erfgoedinstellingen te maken hebben. De knelpunten hebben betrekking op het digitaliseren van erfgoedinformatie, en de vraag op welke manier dit helder en efficiënt kan worden uitgevoerd. Om hier een antwoord op te krijgen, bezoekt men netwerkbijeenkomsten, waar men met professionals uit de sector bespreekt op welke manier men hier binnen de eigen organisatie mee omgaat en geeft men elkaar tips om problemen op te lossen of te voorkomen. Gedreven vanuit individuele en organisatorische belangen gaan veel instellingen een samenwerkingsverband met een collega-instelling of verwante sector aan. Hierin worden gemeenschappelijke doeleinden ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie gerealiseerd. Om een succesvol en langdurig samenwerkingsverband aan te gaan, dienen gemeenschappelijke kennis en expertise optimaal te worden benut, gezamenlijke doelstellingen te worden geformuleerd en conflicten tijdig te worden opgelost.

Page 5: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

4

Sylvana Bol - 608027

Door het gezamenlijk belang zo groot mogelijk te maken, kunnen collectieve doelstellingen worden gerealiseerd en langdurige samenwerkingsverbanden in stand worden gehouden.

Nieuwe (sociale) media kunnen een belangrijke rol spelen binnen erfgoedinstellingen en netwerken. Nieuwe media kunnen door erfgoedinstellingen worden ingezet bij het delen van erfgoedinformatie met de sector en het publiek. Daarnaast kunnen zij binnen netwerkbijeenkomsten voor diverse doeleinden worden ingezet, zoals (online)informatie met elkaar delen en communiceren over behandelde themaonderwerpen. De media publiceren informatie, en zorgen ervoor dat zowel instellingen, organisaties en het publiek informatie op verschillende manieren toegankelijk kunnen maken. Hierdoor ontstaat een netwerkproces waarin informatie en kennis met elkaar worden gedeeld en gezamenlijk toegankelijk worden gemaakt. Om die reden kunnen nieuwe media als online netwerken functioneren en kunnen erfgoedinstellingen en deelnemers van netwerken via de media zowel online als offline netwerken. Naast het gebruik van nieuwe media, kunnen erfgoedinstellingen gebruik maken van de Behoeftepiramide van social media & personal branding expert John Antonios bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Met behulp van de piramide wordt duidelijk op welke manier men binnen erfgoedinstellingen of netwerkbijeenkomsten nieuwe media kan inzetten om erfgoedinformatie digitaal te ontsluiten en eigen geld te verdienen. Wel dient hierbij met factoren zoals transparantie en bereidheid tot delen rekening te worden gehouden. Advies Wanneer erfgoedinstellingen netwerkbijeenkomsten als hulpmiddel willen inzetten bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie en op zoek zijn naar vormen van samenwerking en kennisdeling, dient met de volgende punten rekening te worden gehouden: verbreed de blik naar buiten, creëer waarde en innoveer business -en verdienmodellen. Indien met deze aspecten rekening wordt gehouden, kunnen netwerkbijeenkomsten als waardig hulpmiddel bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie fungeren. Indien dit niet het geval is, kunnen netwerkbijeenkomsten bijdragen aan de informatiebehoefte van erfgoedprofessionals en mogelijk leiden tot samenwerkingsverbanden met collega’s uit het erfgoedveld, maar zal hiermee geen positief antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek kunnen worden gegeven. Blik naar buiten verbreden Allereerst dienen erfgoedinstellingen de blik naar buiten te verbreden. Menig organisatie is geneigd om de middelen die binnen de eigen instelling voor handen zijn te raadplegen en hierdoor kosten te besparen. Hierbij realiseert men zich niet dat niet alle informatie zich binnen de eigen instelling bevindt en deze zich wellicht bij collega-instellingen of verwante sectoren begeeft. Mede door de bezuinigingen binnen de sector realiseert men zich meer dan ooit tevoren dat samenwerkingsverbanden binnen en buiten de sector een oplossing kunnen vormen wanneer het gaat om kostenreducering en op een effectieve manier organisatiedoelstellingen behalen. Door de blik naar buiten te verbreden en actief op zoek te gaan naar samenwerkingsvormen, kunnen kosten worden bespaard en (tezamen) geld voor de instelling worden verdiend. Denk hierbij aan het gemeenschappelijk organiseren van een tentoonstelling die in beiden instellingen is te bezichtigen en de opbrengsten met elkaar te delen of een studentenavond binnen de instelling te organiseren die wordt georganiseerd door vrijwilligers. Waarde creëren De primaire doelstelling van erfgoedinstellingen heeft betrekking op het fysiek en digitaal toegankelijk maken van de eigen collectie en haar bijbehorende informatie. Door waarde aan deze content toe te voegen, kan er aan bezoekers een experience worden meegegeven. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door de erfgoedinstelling een bepaalde rol te laten vervullen, zoals de rol van ervaringsmaker. Hierbij biedt de instelling een ervaring aan (zoals het bekijken van een interactieve tentoonstelling waar men foto’s mag maken en via een afgesloten netwerk met elkaar kan delen) die voor een bezoeker waarde kan creëren. Door het toevoegen van waarde aan een instelling en haar objecten, zijn bezoekers geneigd om de website of instelling vaker te bezoeken en zorgt dit voor positieve mond tot oor reclame.

Page 6: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

5

Sylvana Bol - 608027

Innoveren business -en verdienmodellen Business -en verdienmodellen zijn van grote waarde voor erfgoedinstellingen. Door als instelling aan de slag te gaan met het Business Model Innovatie of het Business Model Canvas van Alex Osterwalder en Yves Pigneur, kunnen problemen op het gebied van business -en verdienmodellen worden omzeild en kan op zoek worden gegaan naar effectieve verdienmogelijkheden. De verdienmogelijkheden van erfgoedinstellingen kunnen weer worden teruggevoerd op het aangaan van samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld partners binnen of buiten de eigen sector. Een goed voorbeeld hiervan is het samenwerkingsverband tussen het Rijksmuseum Amsterdam en de HEMA. Door een business model op te stellen, kan een organisatie continu blijven vernieuwen en meegaan in de ontwikkelingen die ontstaan door een steeds meer digitaal wordende samenleving en hier middels een samenwerkingsverband met een andere organisatie op inspelen.

Page 7: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

6

Sylvana Bol - 608027

Summary

This final assessment is the result of a research to the possible value of meetings for networking to digitally expose heritage information for the audience. Besides that, this research is focused on possibilities, like cooperating and sharing knowledge, that meetings for networking can offer to the heritage sector. This research is the final assessment of the Bachelor study ‘Cultural Heritage’ and is about heritage organizations, which deal with problems in digitally exposing heritage information, and are searching for forms of cooperation and knowledge shearing. This research is also about the role of meetings for networking in this process. Exposing digital heritage information had been changing al lot in the past decennia. Various organizations have been trying hard to digitally expose heritage collections and making audiovisual material available online. Despite this effort, is not every heritage organization doing this precise enough. Because of this scientists and users cannot find sources. This leads to the conclusion that the process of digitalizing is not accurate enough. Heritage is challenging to find new methods of making art and culture profitable and developing new forms of standardization. In order to realize this, new connections should be made with other sectors, target groups and communities. Besides this the entrepreneurship should be made more important in heritage. Starting new cooperation’s and widening the view outside is not happening automatically. A revolutions copes with research, studying and thinking. The heritage sector has a need for standardization in digitally exposing heritage information. By exposing digital information like other heritage organizations do, a common goal can be realized, which is exposing digital heritage content for the public. Because there is an increasing need for digital heritage information and in what way this information can be exposed best, more and more organizations focus on cooperating with other heritage organizations. These cooperation’s are mostly the result of a phenomenon within the sector, which are ‘meetings for networking’. At these meetings heritage professionals come together to change thoughts about the possible need for certain heritage information, and in which way they can help. Heritage organizations search contact with other heritage organizations for digitally exposing heritage information, and visit meetings for networking and conferences with the aim gathering information about common troubles. The troubles are about exposing digital heritage information, and the question in which way this can operated in a clear and efficient way. To answer this question people visit meetings for networking, where people can meet heritage professionals. People can help each other solving problems. Driven from individual and organizational means a lot of organizations start a cooperation’s with a colleague organization or similar sector. In these cooperation’s common goals for exposing digital heritage information are set and realized. To have a successful and long term cooperation, the common knowledge and expertise should be totally used. Common goals should be set and conflicts should be avoided and solved as quick as possible. By making the common use as big as possible, common goals can be realized and long term cooperation’s can be kept alive. New (social) media can play an important role in heritage organizations and networks. New media can be used by heritage organizations in sharing heritage information with the sector and audience. Meetings for networking can also be used for various goals, like sharing (online) information about important theme’s. The media publish information and make sure that organizations and the audience can expose this information with this medium. This establishes a networking process in which information and knowledge can be shared and exposed together. Because of this new media can make online networks function. Heritage organizations and networks can network online and offline, because of this media.

Page 8: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

7

Sylvana Bol - 608027

Besides the use of new media heritage organization can use social media & personal branding expert John Antonios’ Hierarchy Of Needs in digitally exposing heritage information. With the help of this pyramid it gets clear in what way people within heritage organizations or meetings of networking can use new media in digitally exposing heritage information and being profitable. Elements like transparency and the will for sharing should be taken in mind. Advice When heritage organizations want to use meetings for networking for digitally exposing heritage information and are looking for forms of cooperation and sharing knowledge, the following points have to be kept in mind: widen the view outside, create value and innovate business and earning models. When these aspects are kept in mind meetings for networking can be worthy in digitally exposing heritage information. When this is not the case, meetings for networking can transform information to heritage professionals and possibly lead to cooperation’s with colleagues of heritage, but this will not give a positive answer to the main question of this research. Widen the view outside At first heritage organizations should widen the view outside. Many organization use forces within the actual organization and are hoping to save money this way. People do not realize that not all the information can be found in the organization and that colleagues might have this needed information. Because of cutting in the costs in the sector people realize more than ever that cooperation’s in and outside of the sector can be a solution for cutting in the costs and realizing the organizations’ goals. By widening the view outside and looking for possible cooperation’s, costs can be saved or money can even be made. Think of common exhibitions, which can be visited in both organizations, so that costs and earnings can be splitted, or organizing a student’s night in the organization, which is being organized by volunteers. Creating value Primary goals of heritage organizations are about physically and digitally exposing the own collection with additional information. By adding value to this content, audience can be given an experience. For example by letting the heritage organization fulfill a certain role, like the role of experience maker. The organization offers experiences (like exhibitions where people are allowed to make pictures, which can be shared in an closed network), which can generate value for a visitor. By adding value to an organization and the organization’s objects, visitors are likely to visit the organization’s website more often. This encourages positive mouth to mouth publicity. Innovating business and earing models Business and earning models are of great value for heritage organizations. From these business models had occurred that the heritage sector has the need for being profitable and a concrete steps plan to accomplish this. By using the Business Model Innovation Cultural Heritage or the Business Model canvas of Alex Osterwalder and Yves Pigneur, problems of earning models can be avoid. This makes sure that effective earing possibilities can be found. The earning possibilities of heritage organizations can be established by cooperation’s. A good example is the cooperation between the Rijksmuseum Amsterdam and the HEMA. By setting a business model an organization can continue to improve and keep up with developments that occur, because of a world that is getting more a more digital, and cope with this or making advantage of this by establishing cooperation’s and networks.

Page 9: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

8

Sylvana Bol - 608027

Voorwoord

Voor u ligt een afstudeerscriptie welke het resultaat is van een onderzoek naar de mogelijke waarde van netwerkbijeenkomsten bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie voor publiek. Daarnaast wordt in deze scriptie onderzoek gedaan naar de mogelijkheden die netwerkbijeenkomsten kunnen bieden op het gebied van samenwerken en kennisdeling binnen de erfgoedsector. Deze afstudeerscriptie is geschreven ter afronding van de Bachelor Cultureel Erfgoed aan de Reinwardt Academie in Amsterdam.

Mijn interesse in het onderwerp ‘netwerken binnen de erfgoedsector’ is ontstaan tijdens mijn stageperiode bij If then is now (voorheen Plaatsen van Betekenis) in het derde studiejaar. If then is now is een erfgoedinitiatief dat een crossmediaal platform voor cultuurtoeristen wil ontwikkelen en hierbij netwerkbijeenkomsten inzet om deelnemers (erfgoedprofessionals) te bevragen over hun ervaringen met digitale erfgoedprojecten en hun visie op het door If then is now nog te ontwikkelen erfgoedplatform. Door netwerkbijeenkomsten als hulpmiddel bij het digitaliseren van erfgoedinformatie in te zetten, hoopt If then is now met erfgoedprofessionals helder te krijgen op welke manier het platform een waardevolle bijdrage kan leveren aan het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie.

Tijdens mijn stageperiode merkte ik dat de initiatiefnemers van If then is now bij het ontsluiten van erfgoedinformatie met diverse obstakels te maken kregen. Knelpunten als tijdgebrek, kennis van nieuwe media en de vraag op welke manier geld aan het concept kon worden verdiend, speelden hierbij een belangrijke rol. Daarnaast ontstond binnen de erfgoedsector een toenemende vraag naar samenwerking en de behoefte om eigen geld te verdienen als gevolg van de bezuinigingen binnen de sector. Deze punten vormden voor mij een extra impuls om na te de denken over (potentiële) samenwerkingsvormen en de rol van netwerken binnen de erfgoedsector.

Tijdens het afstudeeronderzoek heb ik verschillende erfgoedprofessionals gesproken die een bijdrage aan de totstandkoming van deze scriptie hebben geleverd. Hun kennis, expertise en enthousiasme hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan dit onderzoek en mij geholpen bij het vormen van een globaal beeld over netwerken en samenwerken binnen de erfgoedsector. Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken en de volgende mensen bedanken voor hun bijdrage aan dit onderzoek.

Frans Hoving -Erfgoed Nederland Hella Hollander -Coördinator e-depot Nederlandse Archeologie Marjelle van Hoorn -Projectmanager Vereniging van samenwerkende centra en musea in wetenschap en techniek (VSC) Menno Heling -Mede-initiatiefnemer If then is now Monica Lechner –Medewerker kwaliteitszorg Stichting Digitaal Erfgoed Nederland Nikki Timmermans -Adviseur Stichting Nederland Kennisland Nynke Coenraads -Medewerker If then is now Robert Gillesse –Senior medewerker kwaliteitszorg Stichting Digitaal Erfgoed Nederland Theo Meereboer -Oprichter Erfgoed 2.0

Daarnaast wil ik mijn scriptiebegeleidster Simone Stoltz bedanken. Zij heeft mij gedurende het proces geholpen een juiste structuur aan te brengen in deze scriptie en heeft met haar advies en expertise een belangrijke bijdrage geleverd aan dit onderzoek.

Tot slot wil ik een ieder die op enige wijze een bijdrage heeft geleverd bij het schrijven van deze scriptie vriendelijk bedanken.

Sylvana Bol, Warmond 2012

Page 10: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

9

Sylvana Bol - 608027

Inhoudsopgave

Inleiding ................................................................................................................................................................. 13

Methode en verantwoording ................................................................................................................................ 14

Situatieschets ........................................................................................................................................................ 17

1. Erfgoedinitiatieven ....................................................................................................................................... 20

1.1 If then is now .............................................................................................................................................. 21

1.1.1 Organisatie .......................................................................................................................................... 21

1.1.2 Doelgroepen ........................................................................................................................................ 21

1.1.3 Digitaal erfgoedproject ........................................................................................................................ 21

1.1.4. Omgang met netwerkbijeenkomsten ................................................................................................. 22

1.2 Stichting Nederland Kennisland .................................................................................................................. 24

1.2.1 Organisatie .......................................................................................................................................... 24

1.2.2 Doelgroepen ........................................................................................................................................ 24

1.2.3 Digitaal erfgoedproject ........................................................................................................................ 25

1.2.4 Omgang met netwerkbijeenkomsten .................................................................................................. 26

1.3 Stichting DEN .............................................................................................................................................. 27

1.3.1 Organisatie .......................................................................................................................................... 27

1.3.2 Doelgroepen ........................................................................................................................................ 27

1.3.3 Digitaal project .................................................................................................................................... 28

1.3.4 Omgang met netwerkbijeenkomsten .................................................................................................. 28

1.4 Afsluiting ......................................................................................................................................................... 29

2. Strategische allianties en samenwerkingsverbanden ....................................................................................... 30

2.1 Samenwerking en digitalisatie binnen de erfgoedsector ........................................................................... 30

2.1.1 Samenwerking ..................................................................................................................................... 30

2.1.2 Digitaliseren erfgoedmateriaal ............................................................................................................ 31

2.2 Redenen voor samenwerking ..................................................................................................................... 31

2.3 Samenwerkingsvormen .............................................................................................................................. 33

Page 11: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

10

Sylvana Bol - 608027

2.3.1 Detachering ......................................................................................................................................... 33

2.3.2 Uitbesteding ........................................................................................................................................ 33

2.3.3 Co-makership ...................................................................................................................................... 34

2.3.4 Partnership .......................................................................................................................................... 34

2.3.5 Fusie of overname ............................................................................................................................... 35

2.3.6 Netwerken ........................................................................................................................................... 35

2.4 Samenwerkingsvorm selecteren ................................................................................................................. 36

2.5 Samenwerkingsverbanden in erfgoedsector .............................................................................................. 38

2.5.1 Archieven ............................................................................................................................................. 38

2.5.2 Audiovisuele archieven ....................................................................................................................... 39

2.5.3 Musea .................................................................................................................................................. 40

2.5.4 Bibliotheken ........................................................................................................................................ 42

2.5.5 Archeologie.......................................................................................................................................... 42

2.6 Erfgoedinitiatieven nader verklaard ........................................................................................................... 43

2.6.1 If then is now ....................................................................................................................................... 43

2.6.2 Digitaal Erfgoed Nederland ................................................................................................................. 47

2.6.3 Kennisland ........................................................................................................................................... 49

2.7 Succesvol samenwerken ............................................................................................................................. 52

2.8 Afsluiting ..................................................................................................................................................... 52

3. Nieuwe media ................................................................................................................................................... 53

3.1 Omschrijving en kenmerken nieuwe media ............................................................................................... 53

3.1.1 Ontstaansgeschiedenis nieuwe media ................................................................................................ 53

3.1.2 Kenmerken nieuwe media ................................................................................................................... 54

3.2 Nieuwe sociale media ................................................................................................................................. 55

3.2.1 Weblog ................................................................................................................................................ 55

3.2.2 Microblog ............................................................................................................................................ 56

3.2.3 Sociale netwerken ............................................................................................................................... 57

3.2.4 User generated content ...................................................................................................................... 57

Page 12: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

11

Sylvana Bol - 608027

3.3 Aspecten nieuwe media ............................................................................................................................. 58

3.3.1 Voordelen nieuwe media .................................................................................................................... 58

3.3.2 Nadelen nieuwe media ........................................................................................................................ 59

3.4 Behoeftemodellen binnen erfgoedinstellingen .......................................................................................... 59

3.4.1 Behoeften Maslow .............................................................................................................................. 59

3.4.2 Behoeften Antonius ............................................................................................................................. 60

3.4.3 Voorwaarden sociale media ................................................................................................................ 61

3.5 Afsluiting ..................................................................................................................................................... 62

4. Verdienmodellen ............................................................................................................................................... 63

4.1 Inleiding ...................................................................................................................................................... 63

4.1.1 Toegang en waardecreatie .................................................................................................................. 64

4.1.2 Toegang tot erfgoedvormen ............................................................................................................... 64

4.2 Belang van business modellen .................................................................................................................... 65

4.2.1 Sectoraal belang .................................................................................................................................. 66

4.2.2 Oplossingsrichting ............................................................................................................................... 66

4.3 Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed .............................................................................................. 67

4.3.1 Aanleiding ............................................................................................................................................ 67

4.3.2 Stappenplan Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed ................................................................. 67

4.4 Business Model Canvas Osterwalder en Pigneur ........................................................................................ 69

4.4.1 Omschrijving ........................................................................................................................................ 69

4.4.2 Business Model Canvas ....................................................................................................................... 69

4.4.3 Toelichting canvasmodel .................................................................................................................... 71

4.5 Betaling voor erfgoedactiviteiten ............................................................................................................... 71

4.5.1 Betalende en niet-betalende klant ...................................................................................................... 72

4.5.2 Type klanten ........................................................................................................................................ 72

4.6 Erfgoedinstellingen en verdienmodellen .................................................................................................... 72

4.7 Afsluiting ..................................................................................................................................................... 75

Conclusie ............................................................................................................................................................... 76

Page 13: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

12

Sylvana Bol - 608027

Geraadpleegde bronnen en literatuur .................................................................................................................. 79

Bijlagen .................................................................................................................................................................. 84

A. Interview Nikki Timmermans, adviseur Stichting Nederland Kennisland .................................................... 85

B. Interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, if then is now .............................................................. 88

C. Interview Theo Meereboer, oprichter Erfgoed 2.0 ...................................................................................... 91

D. Interview met Hella Hollander, coördinator e-depot Nederlandse Archeologie ......................................... 93

E. Interview met Marjelle van Hoorn, projectmanager VSC ............................................................................ 94

F. Vragenlijst enquête Locatie+Belevenis bijeenkomsten ................................................................................ 96

G. Enquêteresultaten ...................................................................................................................................... 101

H. Stroomschema Cultuurnetwerk ................................................................................................................. 104

Page 14: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

13

Sylvana Bol - 608027

Inleiding

De afgelopen jaren is het internet een waardevol middel gebleken om erfgoedbronnen digitaal te ontsluiten en voor publiek beschikbaar te maken. Met behulp van dit medium kunnen gebruikers die interesse hebben in erfgoed op een eenvoudige manier informatie raadplegen, zonder hiervoor een instelling te hoeven bezoeken. Ondanks de vele mogelijkheden die internet biedt om erfgoedinformatie toegankelijk te maken, hebben veel erfgoedinstellingen problemen met de ontsluiting hiervan. De problemen zijn veelal terug te voeren op het gebrek aan financiële middelen en het gebrek aan kennis en expertise binnen de eigen organisatie. Hierdoor zijn veel erfgoedinstellingen op verschillende manieren gaan digitaliseren en is het voor gebruikers lastig om bronnen te doorzoeken.

1

Om tegemoet te komen aan de wensen van de gebruikers, besluiten steeds meer instellingen over te gaan tot samenwerking. Door samenwerkingsverbanden met collega-instellingen en verwante sectoren aan te gaan, kunnen kosten worden gereduceerd en heeft men meer kennis en expertise binnen bereik dan binnen de eigen organisatie. Bovendien kunnen door samenwerking de grenzen tussen collecties en instellingen (virtueel) worden overschreden en kan men niet alleen het publiek, maar ook elkaar toegang bieden tot erfgoedcontent.

2

Dit onderzoek gaat uit van erfgoedinstellingen die kampen met problemen ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie en hierbij op zoek zijn naar vormen van samenwerking en kennisdeling. Er is onderzocht op welke manier netwerkbijeenkomsten binnen de erfgoedsector een sleutelrol in dit proces kunnen vervullen. Om hierop een antwoord te kunnen krijgen, is gekozen voor de volgende hoofdvraag:

Welke mogelijkheden bieden netwerkbijeenkomsten de erfgoedsector bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie?

1 Hermans, R., Taekema, J. Digitale samenwerking; een handleiding voor erfgoedinstellingen (Den Haag 2005) 3-4 2 Ibidem

Page 15: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

14

Sylvana Bol - 608027

Methode en verantwoording

Hoofd- en deelvragen In deze afstudeerscriptie is onderzoek gedaan naar de rol van netwerkbijeenkomsten bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Daarnaast is onderzocht welke vormen van samenwerking er op digitaal gebied tussen erfgoedinstellingen zijn en op welke manier men binnen netwerkbijeenkomsten met samenwerken en kennisdeling omgaat. Ook is gekeken naar de manier waarop erfgoedinstellingen online informatie met elkaar en met het publiek kunnen delen door middel van nieuwe media en is belicht op welke manier nieuwe media binnen netwerkbijeenkomsten (kunnen) worden ingezet. Tot slot is ingegaan op de business modellen die zijn ontstaan vanuit netwerkbijeenkomsten en de rol van waardecreatie hierin. Een erfgoedorganisatie zal immers waarde aan een product of dienst moeten toevoegen om hogere bezoekersaantallen op het digitale platform te krijgen. Om deze informatie helder te krijgen, is gekozen voor de volgende deelvragen:

o Welke erfgoedinitiatieven ten aanzien van netwerkbijeenkomsten zijn er tot op heden in praktijk gebracht?

o Welke strategische allianties en samenwerkingsverbanden zijn er op dit moment tussen erfgoedorganisaties?

o Welke rol spelen nieuwe media in de netwerkbijeenkomsten? o Welke verdienmodellen ontstaan er uit netwerkbijeenkomsten?

In eerste instantie was dit onderzoek uit vijf deelvragen opgebouwd, maar dit aantal is in een later stadium tot vier deelvragen gereduceerd. Oorspronkelijk zou de derde deelvraag van dit onderzoek gaan over de mogelijke samenwerkingspartners van netwerkbijeenkomsten, maar deze vraag had veel overlappingen met deelvraag 2. Daarom is besloten om de deelvragen samen te voegen en te kiezen voor de volgende formulering: Welke strategische allianties en samenwerkingsverbanden zijn er op dit moment tussen erfgoedorganisaties? Het eerste hoofdstuk van dit onderzoek schetst een globaal beeld van de belangrijkste erfgoedinitiatieven op het gebied van netwerkbijeenkomsten. Daarnaast behandelt dit hoofdstuk de digitale erfgoedprojecten waarmee de organisaties actief zijn en wordt ingegaan op hun omgang met netwerkbijeenkomsten. Het tweede hoofdstuk gaat in op de samenwerkingsverbanden binnen de erfgoedsector. In het eerste deel van het hoofdstuk zijn diverse vormen van samenwerking behandeld en is uiteengezet op welke manier erfgoedinstellingen de geboden informatie kunnen gebruiken om een geschikte vorm van samenwerking te kiezen. Het tweede deel van het hoofdstuk gaat in op verschillende praktijkvoorbeelden binnen de erfgoedsector ten aanzien van samenwerking. Hierin wordt uitgelegd welke argumenten men voor samenwerking heeft en wat hun belangen hierbij zijn. De samenwerkingsverbanden zijn op sectoraal niveau onderscheiden. Daarnaast is een omschrijving gegeven van de erfgoedinitiatieven uit hoofdstuk 1 en is ingegaan op hun motieven voor samenwerking en op welke manier zij hier binnen netwerkbijeenkomsten mee omgaan. Hoofdstuk 3 heeft betrekking op nieuwe media en de manieren waarop zij door erfgoedinstellingen kan worden ingezet bij het delen van erfgoedinformatie met de sector en het publiek. Daarnaast behandelt het hoofdstuk voor welke doeleinden nieuwe media binnen netwerkbijeenkomsten kunnen worden gebruikt en op welke manier zij door erfgoedinstellingen kunnen worden ingezet om online informatie met elkaar te delen en met elkaar te communiceren. Het vierde hoofdstuk van dit onderzoek belicht de business modellen die vanuit netwerkbijeenkomsten zijn ontstaan. Ook is uiteengezet op welke manier men waarde aan een product of dienst kan toevoegen, zodat gebruikers online erfgoedinformatie kunnen consumeren en er voor erfgoedinstellingen een verdienmogelijkheid ontstaat. Om waarde aan een product of dienst toe te kunnen voegen, bespreekt men binnen netwerkbijeenkomsten de mogelijkheden op dit gebied.

Page 16: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

15

Sylvana Bol - 608027

Uit de vier deelvragen is een hoofdvraag ontstaan. Deze hoofdvraag luidt: Welke mogelijkheden bieden netwerkbijeenkomsten de erfgoedsector bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie? Met de hoofdvraag is een antwoord verkregen op de mogelijkheden van netwerkbijeenkomsten ten aanzien van het toegankelijk maken van erfgoedinformatie op digitaal gebied. De mogelijkheden beperken zich tot het toegankelijk maken van erfgoedinformatie en de rol van erfgoedprofessionals en verwante partijen en sectoren hierin op het gebied van samenwerken en kennis uitwisselen. Literatuur Voor dit afstudeeronderzoek is gebruik gemaakt van literatuur, afkomstig uit de Universiteitsbibliotheken van Amsterdam en Leiden, de Openbare Bibliotheek Amsterdam en de bibliotheken van de faculteiten van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Daarnaast hebben de publicaties van Stichting DEN, Stichting Nederland Kennisland en het Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed (FARO) een belangrijke bijdrage aan dit onderzoek geleverd. De literatuur is geselecteerd op basis van de connectie met de hoofd -en deelvragen van dit onderzoek en is met behulp van databases en catalogi in bibliotheken en op internet gevonden. Het onderzoek is zowel kwalitatief als kwantitatief van aard. Enerzijds is op zoek gegaan naar relevante literatuur en publicaties die zijn geschreven door erfgoedprofessionals. Anderzijds is gebruik gemaakt van een enquête onder de deelnemers van de netwerkbijeenkomsten van erfgoedorganisatie If then is now, waarvan vier bijeenkomsten zijn bijgewoond. Tot slot zijn er interviews met verschillende erfgoeddeskundigen afgenomen. In het eerste hoofdstuk van dit onderzoek nemen de erfgoedinitiatieven op het gebied van netwerkbijeenkomsten een centrale rol in. Daarnaast wordt omschreven op welke manier men met netwerken omgaat en met welke digitale erfgoedprojecten zij actief zijn. Dit hoofdstuk dient als globale inleiding op de rest van het onderzoek en is met behulp van interviews, online publicaties over netwerken en aanvullende website-informatie van de initiatieven uiteengezet. Het tweede hoofdstuk heeft betrekking op de verschillende vormen van samenwerking. Om de bijbehorende deelvraag van dit hoofdstuk te kunnen beantwoorden, is veel informatie uit marketingliteratuur gehaald en gebruik gemaakt van literatuur over samenwerken en netwerken van organisatieadviesbureau Twynstra Gudde. Omdat deze informatie gericht is op de marketingsector, is in dit onderzoek veel informatie vertaald naar de erfgoedsector en gebruik gemaakt van publicaties van Stichting Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) waarin wel de koppeling met erfgoed wordt gemaakt. In hoofdstuk 3 staan de nieuwe media centraal. Hierover is zowel op nationaal als internationaal niveau veel gepubliceerd. Met name in de Verenigde Staten is men op het gebied van nieuwe media actief en worden diverse modellen vertaald naar de economische en culturele sector. De informatie die in hoofdstuk 3 is behandeld, is onder andere afkomstig van auteur Erwin Blom (2009) Handboek communities;de kracht van sociale netwerken en de figuren en modellen zijn via internet gevonden op marketingwebsites en in dit onderzoek vertaald naar de erfgoedsector. Doordat de figuren betrekking hebben op zowel nieuwe media als netwerken vormen zij een waardevolle aanvulling op het hoofdstuk. In het laatste hoofdstuk van dit onderzoek staan de verdienmogelijkheden van netwerkbijeenkomsten centraal. Om hier een antwoord op te kunnen geven, is gebruik gemaakt van literatuur die voornamelijk uit netwerkbijeenkomsten binnen de erfgoedsector is voortgekomen, zoals de publicatie van Stichting DEN, Stichting Nederland Kennisland en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2009) Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed en literatuur over waardecreatie. Tot slot is gebruik gemaakt van interviews met organisatoren en deelnemers van de netwerkbijeenkomsten.

Page 17: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

16

Sylvana Bol - 608027

Interviews Voor dit afstudeeronderzoek zijn verschillende erfgoedprofessionals geïnterviewd. Een overzicht van de namen van deze personen is te vinden in de bronnenlijst. De interviews met de erfgoedprofessionals zijn opgenomen in de bijlagen A tot E. De verantwoording van de keuze om deze personen te interviewen is op de volgende factoren gebaseerd: ten eerste moest men kennis hebben van het begrip netwerkbijeenkomsten en hier als deelnemer en/of organisator actief binnen de erfgoedsector mee zijn. Daarnaast was het van belang dat de persoon in kwestie hier informatie over kon verschaffen die voor dit onderzoek kon worden gebruikt. Veel organisaties zijn immers terughoudend op het gebied van informatie over het eigen erfgoedinitiatief of de instelling prijsgeven en dit zou het onderzoek niet ten goede komen. Ook was het van belang dat men kennis had van de opbouw van de erfgoedsector en de verschillende samenwerkingsverbanden. De input die via erfgoedprofessionals is verkregen, heeft hierdoor een goede aanvulling op dit onderzoek gevormd. De eerste gesprekken die voor de scriptie zijn gevoerd, waren met de organisatoren van de drie belangrijkste netwerkbijeenkomsten op het gebied van erfgoed. Deze netwerken worden in hoofdstuk 1 van dit onderzoek besproken. Via de bevraagden ontstond er een globaal beeld van netwerkbijeenkomsten en de behoefte aan samenwerking vanuit de organisatoren en deelnemers. De personen die hiervoor zijn geïnterviewd, zijn Menno Heling en Nynke Coenraads van erfgoedinitiatief If then is now, Nikki Timmermans van Stichting Nederland Kennisland en via de e-mail is er gecorrespondeerd met Monica Lechner en Robert Gillesse van Stichting DEN. Deze personen hebben geholpen om inzicht te verkrijgen in de problematiek rondom het toegankelijk maken van erfgoedinformatie en het belang van netwerken hierin. Na de gesprekken met de netwerkorganisatoren zijn een aantal personen geïnterviewd die informatie hebben gegeven over de opzet van netwerkbijeenkomsten en de rol van deelnemers in dit proces. Theo Meereboer, oprichter van Erfgoed 2.0 en Marjelle van Hoorn van de Vereniging van samenwerkende centra en musea in wetenschap en techniek (VSC) zijn benaderd voor een interview waarin zij hebben verteld over netwerken en samenwerking vanuit de rol als organisator en deelnemer. Daarnaast heeft Theo Meereboer mij geïnformeerd over de verdienmodellen die vanuit netwerkbijeenkomsten zijn ontstaan en op welk manier organisaties hier een bijdrage aan kunnen leveren. Op het gebied van samenwerken en kennisdelen binnen de erfgoedsector, is het van belang om ook instellingen in dit onderzoek te betrekken die zich binnen de erfgoedsector begeven, maar bijvoorbeeld op het gebied van audiovisuele media of archeologie actief zijn. Ook moest achterhaald worden of er overeenkomsten en verschillen op het gebied van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie zijn, en of men binnen de erfgoedsector met elkaar kan samenwerken en van elkaars ervaring kan leren. Om hier een antwoord op te kunnen krijgen, heb ik Hella Hollander, coördinator e-depot Nederlandse Archeologie en coördinator van het CARARE project in samenwerking met digitale erfgoedbibliotheek Europeana, bevraagd over de samenwerking tussen erfgoedinstellingen op sectoraal niveau.

Page 18: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

17

Sylvana Bol - 608027

Situatieschets

De afgelopen decennia is het toegankelijk maken van digitale erfgoedinformatie voor publiek aan verandering onderhevig geweest. Diverse instellingen spanden zich in om erfgoedcollecties voor gebruikers digitaal te ontsluiten en audiovisueel materiaal online beschikbaar te maken. Ondanks dit gegeven wordt het proces dat aan het digitaal beschikbaar maken van erfgoedinformatie vooraf gaat, niet door elke instelling even nauwkeurig uitgevoerd. Het gevolg hiervan is dat wetenschappers en andere gebruikers bronnen niet kunnen vinden of doorzoeken, waaruit valt af te leiden dat het digitaliseringsproces in de erfgoedsector nog niet op orde is.

3

Naar aanleiding van de ontwikkelingen rondom het digitaliseringsproces in de erfgoedsector, schreef Karel Berkhout het artikel Het digitale drama (NRC 10 sep. 2011). Het artikel werpt een kritische blik op de huidige stand van zaken in het digitaliseringsproces van historische boeken, tijdschriften en archieven in de Nederlandse erfgoedsector. Volgens Berkhout maken erfgoedinstellingen hun materiaal via digitale platforms voor publiek openbaar, maar denken zij nog onvoldoende na over de vraag voor welke gebruikers zij content ontsluiten en op welke manier de erfgoedinformatie door gebruikers optimaal kan worden geconsumeerd.

4

In Het digitale drama geven erfgoedprofessionals hun mening over, en hun visie op de huidige gang van zaken rondom het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie voor publiek. Volgens Astrid Verheusen, hoofd innovatieve projecten van de Koninklijke Bibliotheek, worden gebruikers door erfgoedinstellingen te weinig betrokken. Ook zegt zij dat er met een andere gebruikersgroep van erfgoedinformatie, namelijk wetenschappers, te weinig wordt gepraat over hun digitale informatiebehoeften, terwijl dit juist hard nodig is. De Koninklijke Bibliotheek is samen met de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren de grootste speler op het gebied van het digitaliseren van erfgoedinformatie.

5

Erfgoedinstellingen gaan bij het digitaal ontsluiten van erfgoedinformatie op verschillende manieren te werk en praten nauwelijks met haar publiek over hun digitale informatiebehoeften op het gebied van erfgoed. Daarnaast kampt de erfgoedsector ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie met twee andere problemen. Deze problemen kunnen het beste worden omschreven als het gebrek aan kwaliteit van computers op het gebied van tekstherkenning en financiële nood. Gebrek aan tekstherkenning Bij het gebrek aan kwaliteit van computers op het gebied van tekstherkenning kampt de erfgoedsector met twee problemen. Het eerste probleem heeft betrekking op het softwareprogramma Optical Character Recognition, oftewel OCR. OCR is een transformatieproces waarbij een tekstafbeelding in een bewerkbare tekst wordt veranderd. Hierdoor wordt het voor gebruikers mogelijk om teksten te bewerken en te doorzoeken.

6

Doordat de computer moeite heeft met het herkennen van woorden in oude spelling, worden sommige woorden niet correct omgevormd en zijn organisaties genoodzaakt teksten te laten her corrigeren in Azië. Aziatische landen worden beschouwd als pioniers op het gebied van Optical Character Recognition.

7

Een ander probleem op het gebied van tekstherkenning is metadata. Dit komt doordat bij oude auteursnamen de spelling niet vastligt. Volgens Wijnand Mijnhardt (2011), Hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht, valt dit probleem als volgt te verklaren: “En wij kennen nog maar één Jean-Jacques Rousseau, maar in de 18de eeuw had je wel meer Franse auteurs met die naam. Het is soms bij een geschrift even zoeken of je dé Rousseau voor je hebt.”

8

3 http://www.den.nl/blog/bericht/3228 (geraadpleegd 05-03-2012) 4 Berkhout, K. Het digitale drama, NRC Handelsblad, 10 september 2011 5 Ibidem 6 Stichting DEN, De digitale feiten (Den Haag 2009) 54 7 http://www.den.nl/blog/bericht/3228 (geraadpleegd 05-03-2012) 8 Ibidem

Page 19: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

18

Sylvana Bol - 608027

Financiële nood De slechte kwaliteit van het digitale erfgoedmateriaal kan niet alleen worden verweten aan softwareprogramma’s en metadata. De oorsprong van de nalatigheid van erfgoedinstellingen bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie zit voornamelijk in de hoge kosten. Wanneer men een object wil digitaliseren kost dit een instelling 18 uur per week en 762,21 euro aan personeelskosten.

9

Door bezuinigingen in de erfgoedsector kiezen veel instellingen ervoor om slechts een deel van de collectie te digitaliseren. Mede hierdoor zijn veel erfgoedinstellingen niet in staat om aan de publieksvraag naar digitale erfgoedinformatie te voldoen. Een andere verklaring voor het feit dat digitale erfgoedinformatie tot op heden niet optimaal wordt ontsloten, is de manier waarop het digitaliseringsproces ongeveer 20 jaar geleden is begonnen.

10 Astrid Verheusen (2011)

zegt hierover:

Archieven en musea wilden hun topstukken tonen en gebruikten hun website als de boetiek van de mooiste spullen. De nadruk lag op de mooie plaatjes. Pas laat in de jaren negentig kwam de ommezwaai naar tekst. We waren de eersten en moesten zelf uitvinden hoe het moest.

11

Marco de Niet (2011), directeur van Digitaal Erfgoed Nederland, haakt hierop in:

De pioniers gingen daarbij voort op een bekende maar doodlopende weg. Instellingen zijn vaak al te vroeg begonnen met digitaliseren voor het tijdperk van het World Wide Web. Zij werken nog steeds met de verouderde ICT. Daarbij koppelen ze de ene database aan de andere; dat is wat anders dan het web gebruiken.

12

Door slecht werkende softwaresystemen, metadata, te hoge digitaliseringskosten en het gebrek aan een overkoepelende handleiding op het gebied van erfgoedcontent digitaal ontsluiten, zijn veel instellingen allen op een eigen manier gaan digitaliseren. In een brief aan de Tweede Kamer sprak toenmalig staatssecretaris Van der Ploeg (2002) dan ook van:

Sterk monolithische systemen en een versnippering van projecten waarmee een aanzienlijke verspilling van energie en geld dreigt. Het leidt er toe dat gedigitaliseerde erfgoedbronnen maar zelden hun potentieel in cultureel, sociaal of economisch opzicht ten volle kunnen realiseren.

13

Om het digitaliseringsprobleem te kunnen ondervangen, probeert Stichting DEN erfgoedinstellingen te adviseren over het belang van een gemeenschappelijke standaardisering van erfgoedinformatie. De organisatie laat zien op welke manier erfgoedinstellingen hun informatie het beste kunnen digitaliseren, maar dwingt dit niet af. Door standaarden op het gebied van digitalisering aan te bieden, tracht DEN een verandering in het digitaliseringsproces aan te brengen. Het nadeel van dit initiatief is dat instellingen niet verplicht zijn deze handvatten aan te grijpen, waardoor men in de sector nog steeds op verschillende manieren digitaliseert.

14

De erfgoedsector staat momenteel voor de uitdaging om nieuwe methodes te vinden om een financieel draagvlak voor kunst en cultuur te realiseren en wellicht gemeenschappelijke vormen van standaardisering te ontwikkelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, moeten er nieuwe verbindingen worden aangegaan met andere maatschappelijke sectoren, nieuwe doelgroepen en gemeenschappen. Daarnaast zal het ondernemerschap in de sector moeten worden vergroot. Het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden en het verbreden van de blik naar buiten gebeurt niet vanzelf. Vernieuwing gaat samen met onderzoeken, bestuderen en bezinnen. De erfgoedsector heeft behoefte aan standaardisering op het gebied van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Door op dezelfde manier als collega-instellingen en verwante erfgoedorganisaties content digitaal te ontsluiten, kan een

9 Gillisse, R., e.a. Handleiding Rekenmodel Digitaliseringskosten (Den Haag 2010) 7 10 http://www.den.nl/blog/bericht/3228 (geraadpleegd 14-03-2012) 11 Ibidem 12 Ibidem 13 http://www.europa-nu.nl/id/vi3akj8s57qg/brief_staatssecretaris_over_de (geraadpleegd 14-03-2012) 14 Correspondentie met Monica Lechner, medewerker kwaliteitszorg Stichting DEN

Page 20: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

19

Sylvana Bol - 608027

gemeenschappelijk doel worden gerealiseerd, namelijk het digitaal beschikbaar maken van erfgoedinformatie voor gebruikers. Maar op welke manier kan dit gemeenschappelijke doel worden gerealiseerd en denken instellingen eigen geld te verdienen nu de kosten voor digitaliseringswerkzaamheden amper zijn op te brengen? Kunnen samenwerking en kennisdeling in de erfgoedsector en wellicht hierbuiten, een rol in dit proces spelen? En tot slot: kunnen netwerkbijeenkomsten een bijdrage leveren aan deze potentiële samenwerkingsverbanden?

Page 21: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

20

Sylvana Bol - 608027

1. Erfgoedinitiatieven

In dit hoofdstuk is omschreven welke initiatieven er momenteel op het gebied van netwerkbijeenkomsten zijn en op welke manier zij in de praktijk worden gebracht. De initiatieven zijn op basis van hun doelgroep, digitale erfgoedproject en omgang met netwerkbijeenkomsten onderzocht. Daarnaast geeft dit hoofdstuk een globale omschrijving van het begrip netwerkbijeenkomsten en is onderzocht met welk doel erfgoedprofessionals de bijeenkomsten van de belangrijkste spelers ten aanzien van netwerkbijeenkomsten, namelijk If then is now, Stichting Nederland Kennisland, Stichting DEN en Innovators Netwerk Erfgoedsector (INE), bezoeken. Ter afsluiting is een eigen visie op de bijbehorende deelvraag van dit hoofdstuk gegeven. Deze deelvraag luidt als volgt: Welke erfgoedinitiatieven ten aanzien van netwerkbijeenkomsten zijn er tot op heden in praktijk gebracht? De afgelopen jaren is het digitaliseringsproces rondom erfgoed in een stroomversnelling gekomen. Diverse erfgoedinstellingen spanden zich in om collecties voor gebruikers digitaal te ontsluiten en de objecten binnen de instellingen door bezoekers virtueel te laten bekijken en beleven. Dit, door elementen als tekstmateriaal, beeld en voorwerpen met elkaar te combineren, waardoor de bezoeker een waardevolle en informatieve experience kon worden meegegeven. Ondanks de handelingen vanuit de erfgoedsector, hebben deze processen tot op heden niet structureel tot een groter publieksbereik binnen de culturele instellingen geleid en bleven vernieuwende publiekstoepassingen op veel museale websites uit. Niet-museale instellingen, waaronder digitale erfgoedbibliotheek Europeana en de website Google Books, brachten met behulp van erfgoedprofessionals erfgoedinformatie naar buiten, maar kregen bij de ontsluiting hiervan te maken met een gebrek aan een overkoepelende standaard, waardoor de instellingen allen op een verschillende manier informatie toegankelijk zijn gaan maken. Dit kwam het digitaliseringsproces niet ten goede. Doordat er in de erfgoedsector een toenemende vraag naar digitale erfgoedinformatie is ontstaan en op welke manier deze het beste voor publiek toegankelijk kan worden gemaakt, richten steeds meer organisaties zich op samenwerkingsverbanden met andere erfgoedinstellingen. Deze samenwerkingsverbanden zijn veelal het resultaat van een opkomend fenomeen binnen de sector, namelijk ‘netwerkbijeenkomsten’. Op deze bijeenkomsten komen erfgoedspecialisten en medewerkers van erfgoedorganisaties bijeen om met elkaar van gedachten te wisselen over onder andere aan welke (digitale) erfgoedinformatie in de sector momenteel behoefte is en op welke manier zij hier een bijdrage aan kunnen leveren. Netwerkbijeenkomsten Het begrip netwerkbijeenkomsten omvat het bijeen zijn van een (kleine) groep mensen, veelal werkzaam in dezelfde sector, die op een informele manier met medewerkers van collega-instellingen of geïnteresseerden van kennis en gedachten kunnen wisselen. Op een netwerkbijeenkomst is men in de gelegenheid om contacten uit te wisselen, expertise over beroepsvraagstukken te delen en sociale contacten uit te bouwen en te onderhouden. Het verzamelen en beheren van contacten kan van belang zijn bij het realiseren van doelen met betrekking tot de beroepssector waarin men werkzaam is of het interessegebied van een deelnemer.

15

15 Tol, R. Het netwerkboek (z. pl. 2002) 20-22

Page 22: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

21

Sylvana Bol - 608027

1.1 If then is now

In paragraaf 1.1 is een overzicht gegeven van het initiatief op het gebied van netwerkbijeenkomsten van If then is now. De paragraaf geeft een omschrijving van de organisatie, de doelgroep, digitaal erfgoedproject en de manier waarop men netwerkbijeenkomsten inzet voor dit project.

1.1.1 Organisatie

If then is now is een erfgoedinitiatief van Menno Heling (Buro Menno Heling) en Pieter de Nijs (Etant Donnes), en is sinds 2010 in samenwerking met het Amsterdam Museum in ontwikkeling. If then is now wil een digitale databank en bijbehorend web platform voor erfgoedpromotie ontwikkelen, waarvoor de content met de hulp van erfgoedprofessionals, amateur-experts op het gebied van erfgoed en toerisme en cultuurliefhebbers wordt verzameld. Door middel van user generated content leveren professionele en niet-professionele gebruikers een inhoudelijke bijdrage aan het digitale platform van de organisatie. If then is now wil met het digitale platform enerzijds mogelijk maken dat erfgoedinstellingen gedigitaliseerde bronnen via een erfgoednetwerk en in bredere context kunnen ontsluiten. Via dit erfgoedinitiatief kunnen erfgoedbronnen ook worden verbonden aan een andere sector, namelijk het toerisme. Anderzijds wil de organisatie meer samenhang voor erfgoedpubliek aanbrengen in het aanbod en de herkenbaarheid van erfgoedinformatie. De organisatie wil dit bewerkstelligen, door gebruikers via het virtuele platform een weg te wijzen naar objecten in archieven en museale collecties, en deze verbinden aan bestaande locaties. Hierdoor kan een deel van het platform als portaalwebsite worden beschouwd.

16

1.1.2 Doelgroepen

If then is now heeft een brede doelgroep, namelijk cultuurtoeristen. Cultuurtoeristen zijn personen met een interesse in zowel toerisme als erfgoed en kunnen worden onderverdeeld in erfgoedprofessionals, amateur-experts op het gebied van erfgoed en toerisme en cultuurliefhebbers. Volgens Menno Heling (2012), mede-initiatiefnemer van If then is now, wil de organisatie een brede doelgroep aanhalen en hen stimuleren om zowel toeristische als erfgoed gerelateerde informatie digitaal toegankelijk te maken. Hiermee wil de organisatie voorkomen dat potentiële websitebezoekers onnodig worden buitengesloten, terwijl zij wel in staat zijn om bruikbare content aan te leveren.

17

Volgens Nynke Coenraads (2012), medewerkster van If then is now, heeft de organisatie de volgende doelstelling:

Met behulp van cultuurtoeristen wil If then is now een koppeling maken tussen erfgoedinstellingen, zoals musea, archieven en bibliotheken, en het in erfgoed en toerisme geïnteresseerde publiek. Hierbij kan worden gedacht aan professionele en niet-professionele gebruikers van erfgoedinformatie en de toerismebranche.

18

1.1.3 Digitaal erfgoedproject

If then is now ontwikkelt een digitaal web platform waarop erfgoedprofessionals, amateur-experts en cultuurliefhebbers informatie kunnen toevoegen. De content heeft betrekking op feitelijke informatie of een eigen verhaal over een plaats, plek of monument met een cultuurhistorische waarde. Een voorbeeld hiervan is informatie over de werking van een stoomtrein in een historische plaats of een eigen, persoonlijk verhaal over de Tweede Wereldoorlog. Aan de verhalen kan ook audiovisueel materiaal worden toegevoegd. Om het user generated content proces op gang te krijgen, zal de organisatie in de beginfase zelf verhalen, afbeeldingen en filmmateriaal rondom drie pilotthema’s opvoeren. Dit zijn Napoleon, de Amsterdamse grachtengordel en de Hanzesteden. Naar aanleiding van de input van de organisatie hoopt men gebruikers te enthousiasmeren en hen aan te sporen om content via het web platform voor cultuurtoeristen te ontsluiten en via het platform een bijdrage te kunnen leveren aan het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie voor publiek.

19

16 Heling, M., de Nijs, P. Uitgeefplan Plaatsen van Betekenis (Amsterdam 2011) 4-6 17 Zie bijlage B: interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, If then is now 18 Ibidem

Page 23: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

22

Sylvana Bol - 608027

Naast het feit dat er door de doelgroep content aan het platform kan worden toegevoegd, kan de informatie door bezoekers worden bekeken en worden gebruikt voor een daadwerkelijk bezoek aan zo’n plaats, plek of monument. Dit kan worden gedaan door een persoonlijk profiel op de website aan te maken en via de zoekbalk informatie over een ‘plaats van betekenis’ op te zoeken. Vervolgens verschijnt de gewenste informatie in beeld, voorzien van afbeeldingen en links naar andere erfgoedwebsites. Ook zal er toeristische informatie te raadplegen zijn, waardoor het mogelijk wordt om via het platform een hotel naast een plaats van betekenis te boeken of een wandelroute rondom een plaats uit te stippelen.

20

Het erfgoedinitiatief rust op 3 pijlers, namelijk het ontwikkelen van een sociaal netwerk, een brede doelgroep aantrekken en persoonlijke informatie aanbieden.

21 Elk van deze punten is hieronder beschreven.

Sociaal netwerk Het primaire doel van If then is now is om een online community te ontwikkelen. Het initiatief wil een breed publiek aanmoedigen om een steentje bij te dragen aan de redactionele inhoud van het virtuele platform. Dit, door allereerst zelf plaatsen aan te bevelen, te beschrijven en eigen foto’s en verhalen toe te voegen. Op deze manier hoopt men het publiek te stimuleren om hetzelfde te doen. De gebruiker wordt aangespoord om objecten uit erfgoedcollecties toe te voegen aan eigen verhalen en deze op te sporen en te linken aan de oorspronkelijke locaties. Op deze manier kan If then is now fungeren als portaalwebsite voor erfgoedcontent. Brede doelgroep Naast een sociaal netwerk, wil If then is now ook een brede doelgroep aantrekken. De informatie die op de website wordt geboden, is bedoeld voor een ieder die een bezoek aan een stad, streek of land wil combineren met een prettig verblijf. Naast thematisch te ordenen informatie over interessante websites bevat het platform ook toeristische informatie over reizen, horeca -en verblijfmogelijkheden. Ook zijn er suggesties voor wandel -en fietsroutes te vinden. Persoonlijk Door middel van het aanmaken van een persoonlijk interesseprofiel, krijgt de gebruiker bij een bezoek aan de website individuele informatie aangeboden. De informatie sluit aan op de persoonlijke belangstelling en aan de hand hiervan kan men een eigen bezoek aan een plaats van betekenis voorbereiden en via het platform een wandel, fiets –of autoroute samenstellen. Naast persoonlijk afgestemde informatie kan de gebruiker locaties zelf beoordelen. Via de beoordelingen komt de organisatie tot een ranglijst met hierop de meest interessante, populaire of publieksvriendelijke plaatsen van betekenis.

.22

De toerismesector, een sector waarmee If then is now graag wil samenwerken, wordt aan het platform gekoppeld door de plaatsing van advertenties voor vakantiereizen en het aanbieden van toeristische informatie. Hierbij valt te denken aan lijsten van hotels in de buurt van plaatsen van betekenis of wandel -en fietsroutes van de ANWB. Op deze manier krijgt de toerismesector de mogelijkheid om cultuurhistorische informatie te koppelen aan toeristische informatie en kan op deze manier een voor de erfgoedsector vernieuwend samenwerkingsverband ontstaan.

23

1.1.4. Omgang met netwerkbijeenkomsten

In november 2011 is If then is now van start gegaan met het organiseren van netwerkbijeenkomsten. Dit, onder de noemer ‘Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten.’ Aangezien het digitaal platform van If then is now nog in ontwikkeling is en zij in 2011 een naamsverandering van Plaatsen van Betekenis naar If then is now heeft ondergaan, wil de organisatie bij verdere innovatie de erfgoedsector betrekken en kennis met collega-instellingen delen.

19 Ibidem 20 Ibidem 21 http://www.plaatsenvanbetekenis.nl/over-pvb/plaats-van-betekenis/voor-wie-is-plaatsen-van-betekenis/ (geraadpleegd 01-03-2012) 22 http://www.plaatsenvanbetekenis.nl/over-pvb/plaats-van-betekenis/uitgangspunten-van-pvb/ (geraadpleegd 01-03-2012) 23 http://www.plaatsenvanbetekenis.nl/over-pvb/plaats-van-betekenis/voor-wie-is-plaatsen-van-betekenis/ (geraadpleegd 01-03-2012)

Page 24: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

23

Sylvana Bol - 608027

Via de netwerkbijeenkomsten hoopt If then is now feedback op het erfgoedproject te verkrijgen en wil men op deze manier te weten komen op welke manier men door middel van het potentiële erfgoedplatform een bijdrage kan leveren aan het toegankelijk maken van bruikbare erfgoedinformatie. Door het organiseren van netwerkbijeenkomsten, wil If then is now kennis met erfgoedinstellingen delen en materiaal aanbieden om erfgoed en toerisme te koppelen en op een betekenisvolle manier digitale content te ontsluiten.

24

De netwerkbijeenkomsten zijn als workshops vormgegeven en zijn bedoeld om kennis en ervaringen uit te wisselen met erfgoedprofessionals die concreet en praktisch aan de slag willen gaan met problemen op het gebied van het digitaliseren van erfgoedinformatie. Voorbeelden van onderwerpen die tijdens de vijf bijeenkomsten onder andere aan bod zijn gekomen zijn Erfgoed en Toerisme, Locatieve Media, Verdienmodellen, Sociale Media en Vrijwilligers. Daarnaast hebben de organisatoren van de bijeenkomsten een toelichting gegeven op het gebruik van nieuwe media en verdienmodellen om de eigen instellingen te promoten en eigen geld te verdienen en is er aan de hand van themaonderwerpen besproken welke problemen er binnen de sector zijn en hoe men hier door middel van kennisdeling op de bijeenkomsten mee omgaat. De uitkomsten van deze bevindingen zijn na de bijeenkomsten via het Locatie + Beleving web platform van de organisatie toegankelijk gemaakt, zodat men hier verder kon discussiëren. Daarnaast zijn de bevindingen via de e-mail naar de deelnemers toegestuurd en konden via deze weg vragen worden gesteld of worden beantwoord.

25 Met de opzet van de netwerkbijeenkomsten wil If then is now een handvat aanbieden waarmee erfgoedorganisaties zelf verder kunnen gaan. Dit, is samenwerking met het Landelijk Contact van Museumconsulenten, erfgoedhuizen en adviesbureaus, en met elkaar. De deelnemers zijn afkomstig uit de erfgoedsector, zoals medewerkers van archieven, historische verenigingen en adviesbureaus. Inmiddels zijn de netwerkbijeenkomsten van If then is now gestopt. Dit komt doordat men momenteel bezig is met het lanceren van het erfgoedplatform waarvoor de input van de deelnemers wordt gebruikt. Hierdoor is er momenteel geen tijd en om bijeenkomsten te houden. Wanneer het platform is gelanceerd, worden er weer bijeenkomsten georganiseerd.

26

24 http://www.plaatsenvanbetekenis.nl/2011/10/28/locatie-beleving-netwerkbijeenkomsten/ (geraadpleegd 29-05-2012) 25 Zie bijlage B: interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, If then is now 26 Correspondentie met Nynke Coenraads,medewerker If then is now

Page 25: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

24

Sylvana Bol - 608027

1.2 Stichting Nederland Kennisland

In deze paragraaf is een overzicht gegeven van het initiatief op het gebied van netwerkbijeenkomsten van Stichting Nederland Kennisland (2011). Daarnaast is een omschrijving gegeven van de organisatie, de doelgroep, het digitale erfgoedproject en de manier waarop men netwerkbijeenkomsten inzet voor dit project.

De huidige maatschappelijke uitdagingen vragen om nieuwe manieren van innoveren. Deze vraagstukken lopen in elkaar over, versterken elkaar, zijn veranderlijk, complex en uniek. Om ze te kunnen aanpakken is kennis nodig van mensen die er direct mee verbonden zijn: deze mensen betrekken is volgens ons de enige manier om tot duurzame vernieuwing te komen. De kunst is om die kennis te mobiliseren en te benutten. Dit vergt een sociaal innovatieve aanpak die zowel ruimte biedt voor een beweging van onderop als van bovenaf, die samenwerking tussen verschillende partijen mogelijk maakt en die anticipeert op de wereld van morgen. Een slimmere inzet van arbeid, organisatie en technologie is daarbij cruciaal.

27

1.2.1 Organisatie

Stichting Nederland Kennisland is een organisatie die in samenwerking met overheden, bedrijven en kennisinstituten een bijdrage wil leveren aan maatschappelijke vernieuwing. De stichting stelt bij de werkzaamheden het publieke belang voorop en werkt aan projecten die een bijdrage kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van een kennissamenleving. Kennisland heeft als doel om de samenleving van meer kennis te voorzien en op deze manier slimmer te maken. De organisatie is van mening dat elk individu in staat is om te leren en zich continu kan blijven ontwikkelen. Binnen de erfgoedsector wordt dit begrip ook wel lifelong learning genoemd.

28

Volgens de website van Kennisland (2011) kan dit leerproces als volgt worden omschreven:

Deze manier van leren vindt voornamelijk in interactie met andere individuen en groepen plaats. Dit kan worden samengevat als een ‘samenwerkende samenleving’. In zo’n samenleving worden kennis, talent, ervaring en intuïtie op verschillende niveaus en terreinen benut.

29

Kennisland ontwikkelt oplossingen voor situaties die zich voordoen in een kennissamenleving en kijkt op welke manier zo’n samenleving het beste kan worden opgebouwd. Met behulp van ingrepen binnen en buiten de organisatie leert men hoe dit het beste kan worden gerealiseerd. Volgens Kennisland moet de kennis die bij dit proces wordt opgebouwd met zoveel mogelijk mensen worden gedeeld, aangezien naar hun mening kennis pas waarde krijgt op het moment dat zij met andere individuen wordt gedeeld.

30

1.2.2 Doelgroepen

Stichting Nederland Kennisland heeft organisaties die zich willen vernieuwen door middel van sociale innovatie als doelgroep. Hierbij kan worden gedacht aan organisaties op het gebied van onderwijs, overheid, erfgoed en cultuur. Doel is om professionals uit deze organisaties te betrekken bij het oplossen van vraagstukken en problemen op lange termijn. Kennisland helpt hen om kennis, talent, ervaring en intuïtie naar boven te halen en optimaal te benutten. Volgens Nikki Timmermans (2012), adviseur van Kennisland heeft de stichting als doel om organisaties te helpen bij het oplossen van gecompliceerde vraagstukken die binnen organisaties leven. Daarnaast helpt de stichting bij het oplossen van complexe vraagstukken binnen de organisatie, het maximaliseren van kennisontwikkeling, kennisdeling binnen en tussen organisaties, en bij het vormen van nieuwe samenwerkingsverbanden.

31

27 http://www.kennisland.nl/over-kennisland (geraadpleegd 27-02-2012) 28 Black, G. The engaging museum, (z. pl. 2005) 123-132 29 http://www.kennisland.nl/over-kennisland (geraadpleegd 28-05-2012) 30 Ibidem 31 Zie bijlage A: interview met Nikki Timmermans, adviseur Stichting Nederland Kennisland

Page 26: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

25

Sylvana Bol - 608027

1.2.3 Digitaal erfgoedproject

Digitalisering is de afgelopen tien jaar de motor geweest achter een krachtig veranderingsproces in de erfgoedsector. In die tijd hebben musea, archieven en andere erfgoed beherende instellingen een start gemaakt met het digitaliseren van erfgoedcollecties en het ontwikkelen van digitale diensten. Door deze slag te maken verandert de positie van de erfgoedinstellingen in de samenleving aanzienlijk, het digitale aanbod reikt immers veel verder dan de fysieke locatie van een instelling.

32

Volgens Kennisland (2011) vormt een sterke kennissamenleving de motor achter het bieden van toegang tot digitale erfgoedinformatie. Mede hierdoor ziet Kennisland veel maatschappelijke potentie in de erfgoedsector. Door erfgoed op een heldere en vernieuwende manier beschikbaar te maken, kan publiek nieuwe kennis opdoen en bijdragen aan het slimmer worden van de kennissamenleving. Zo’n proces verloopt niet vanzelf. In een door Kennisland en Stichting DEN uitgevoerde studie in 2009 is gebleken dat men bij het vernieuwen van de sector op een aantal knelpunten stuit. Dit, op de gebieden auteursrecht, ICT-infrastructuur, verdienmodellen en de eigen organisatie ten aanzien van het verder ontwikkelen van digitale producten en diensten. Als antwoord op het gebied van digitaliseringsproblemen binnen de eigen organisatie, startte Kennisland op 1 juli 2007 het project ‘Beelden voor de Toekomst’. Het project heeft een looptijd van 7 jaar en wordt in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, het Nationaal Archief en het EYE Filminstituut Nederland ontwikkeld. Dit, aangezien in de archieven van deze instellingen de beeldgeschiedenis van de afgelopen eeuw is opgeslagen en dit materiaal voor velen een belangrijke waarde bevat. Dankzij het Fonds Economische Structuurversterking heeft het initiatief een budget van 154 miljoen euro ontvangen voor het digitaliseren van het audiovisueel materiaal van een groot aantal archieven. Beelden voor de Toekomst heeft als doel om 91.183 uur video, 22.086 uur film, 98.734 uur audio en 2,5 miljoen foto’s uit de archieven van erfgoedinstellingen te conserveren, digitaliseren en toegankelijk te maken. Het voornaamste doel van het project is om een zo groot mogelijke beschikbaarheid van audiovisueel materiaal voor de gebruikersgroepen onderwijs, het brede publiek en de creatieve sector realiseren. Dit kan worden bewerkstelligt door het ontwikkelen en aanbieden van nieuwe diensten en toepassingen.

33

Het project Beelden voor de Toekomst kent 3 kerndoelen. Ten eerste wil men het audiovisueel erfgoed van de afgelopen eeuw conserveren, waardoor het niet verloren kan gaan. Daarnaast wil men het audiovisueel materiaal digitaal beschikbaar maken voor de samenleving en materiaal dat normaliter ligt opgeslagen in archieven toegankelijk maken voor de doelgroepen onderwijs, de markt en het brede publiek. Tot slot wil men door middel van dit project vernieuwen en door samenwerking bijdragen aan het toegankelijk maken van erfgoedinformatie.

34

Met het Beelden voor de Toekomst project kan Kennisland de samenleving van kennis voorzien en bewerkstelligen dat individuen zich blijvend vernieuwen en op deze manier in staat zijn om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de huidige kennissamenleving. Daarnaast wil Kennisland de samenleving waarde meegeven door middel van de volgende punten:

o De missie combineren met het verspreiden van kennis over sociale innovatie. o Interventies ontwikkelen waarbij vernieuwing en leren een belangrijke plaats innemen. o Resultaten en kennis delen. o Vernieuwende professionals opsporen en hen helpen bij het uitwerken van ideeën. o Met behulp van passie en vanuit een onafhankelijk perspectief werken.

35

32 http://www.kennisland.nl/over-kennisland/werkvelden/erfgoed (geraadpleegd 27-02-2012) 33 http://beeldenvoordetoekomst.nl/nl/project/algemene-informatie (geraadpleegd 15-03-2012) 34 http://beeldenvoordetoekomst.nl/nl/project/doel (geraadpleegd 15-03-2012) 35 http://www.kennisland.nl/over-kennisland (geraadpleegd 27-02-2012)

Page 27: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

26

Sylvana Bol - 608027

1.2.4 Omgang met netwerkbijeenkomsten

Ten aanzien van netwerkbijeenkomsten organiseert Kennisland de Innovators Netwerk Erfgoedsector (INE) netwerkbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn een initiatief van Kennisland en worden mede mogelijk gemaakt door Beelden voor de Toekomst. Het netwerk wil een bijdrage leveren aan het erfgoedveld door het vernieuwend vermogen te versterken. Door gesprekken die de medewerkers van het erfgoedinitiatief met erfgoedprofessionals afkomstig uit Nederlandse erfgoedinstellingen voerde, kwam naar voren dat het innovatief vermogen binnen de erfgoedsector verbeterd zou kunnen worden. Volgens de erfgoedinstellingen moeten vooral de mogelijkheden op digitaal gebied worden aangepast en worden verbeterd. Vaak is hier binnen de eigen organisatie niet of nauwelijks ruimte voor. Veelal ontbreekt het aan een duidelijke strategie op digitaal gebied en voldoende budget hiervoor. Het gevolg hiervan is dat vele ideeën onbenut blijven, waardoor veel erfgoedinstellingen zich met hun digitaliseringsproces de afgelopen jaren niet optimaal hebben kunnen ontwikkelen.

36

Tijdens de bijeenkomsten van INE wordt onderzocht op welke manier samenwerken binnen de erfgoedsector een bijdrage kan leveren aan het versterken van innovatief vermogen. Onderwerpen als kennisdeling, het vormen van een duidelijke visie en meedenken over nieuwe samenwerkingsverbanden in de sector vormen de kern van de bijeenkomsten. De organisatoren richten zich hierbij voornamelijk op erfgoedprofessionals die binnen de eigen organisatie willen vernieuwen.

37

Het initiatief organiseert ongeveer 10 keer per jaar informele bijeenkomsten rondom verschillende onderwerpen en probleemsituaties. Deze onderwerpen zijn niet per definitie technisch of media gerelateerd, maar zijn wel actueel binnen de erfgoedsector. Tijdens de bijeenkomsten worden kennis, ervaring en expertise door erfgoedprofessionals uitgewisseld. Volgens Nikki Timmermans (2012) medeorganisator van de INE bijeenkomsten, hebben de bijeenkomsten een praktisch kader, waardoor alle deelnemers er concrete en relevante informatie uit kunnen halen. De organisatie hecht waarde aan kleinschaligheid en een informele sfeer, zodat de deelnemers zich meer betrokken kunnen voelen en beter in staat zijn om hun ideeën met elkaar te bespreken. Een belangrijk verschil met andere netwerkbijeenkomsten in de erfgoedsector is dat de deelnemers van het INE netwerk niet namens een organisatie deelnemen. Men schrijft zich in als erfgoedprofessional, waardoor elke deelnemer vrij is om te spreken en niet het gevoel krijgt dit namens de eigen organisatie te doen.

38

De INE netwerkbijeenkomsten worden op verschillende locaties georganiseerd. De deelnemers dragen zelf een locatie binnen de eigen instelling aan, waardoor de kosten voor het huren van een zaal of ruimte kunnen worden bespaard. De bijeenkomsten behandelen onderwerpen die actueel binnen de erfgoedsector zijn, zoals crowdsourcing, open data en de veranderende rol van erfgoedinstellingen door de omslag naar digitalisering. Daarnaast worden de onderwerpen door de deelnemers zelf aangedragen, waardoor zij een waardevolle aanvulling op de informatiebehoefte van de deelnemers kunnen vormen. In tegenstelling tot de bijeenkomsten van If then is now, die gemiddeld uit 15 deelnemers bestonden, is het netwerk van INE sinds 2009 uitgegroeid van 20 naar ruim 120 deelnemers en worden de bijeenkomsten nog steeds georganiseerd. Hoewel op de bijeenkomsten van INE ook gemiddeld 15 personen aanwezig zijn, heeft met name het Meetup netwerk van het netwerkinitiatief ervoor gezorgd dat veel deelnemers zich hierbij hebben aangesloten en op de hoogte willen worden gehouden van de ontwikkelingen rondom het netwerk.

39

Over de overeenkomsten en verschillen tussen de netwerken van If then is now en INE, is meer te lezen in hoofdstuk 2.

36 Zie bijlage A: interview met Nikki Timmermans, adviseur Stichting Nederland Kennisland 37 http://inerfgoed.nl/ditisine/ (geraadpleegd 15-03-2012) 38 Zie bijlage A: interview met Nikki Timmermans, adviseur Stichting Nederland Kennisland 39 Onderzoek naar digitaal platform Meetup van het Innovators Netwerk Erfgoedsector (INE) over aantal deelnemers en informatie over themaonderwerpen (geraadpleegd 18-05-2012)

Page 28: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

27

Sylvana Bol - 608027

1.3 Stichting DEN

In deze paragraaf is een overzicht gegeven van het initiatief op het gebied van netwerkbijeenkomsten van Stichting DEN. Daarnaast is een omschrijving gegeven van de organisatie, de doelgroep, digitale erfgoedproject en de manier waarop men netwerkbijeenkomsten inzet voor dit project.

1.3.1 Organisatie

Stichting DEN is het nationale kenniscentrum voor ICT in de cultureel erfgoedsector. De stichting bevordert en bewaakt de kwaliteit ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie en verleent digitale diensten aan de erfgoedsector. DEN werkt samen met archieven, musea, bibliotheken, en archeologische en bouwhistorische instellingen. Daarnaast houdt DEN zich bezig met de ontwikkeling van kennis op het gebied van ICT-standaarden en landelijke kwaliteitsprincipes ten aanzien van duurzame digitalisering. Tevens helpt de organisatie erfgoedinstellingen bij het vernieuwen van diensten op het gebied van digitaal erfgoed. Door zorg te dragen voor de kwaliteit van erfgoed en het digitaliseringsproces dat hieraan vooraf gaat, probeert de stichting de infrastructuur van digitaal erfgoed te verbeteren en te versterken.

40

Naast het helpen van erfgoedorganisaties bij het innovatieproces en samenwerkingsverbanden te bevorderen, draagt DEN bij aan de kwaliteitszorg van digitaal erfgoed. Dit vormt de belangrijkste taak van de organisatie. Door kwaliteitszorg hoopt DEN digitale samenwerking in de erfgoedsector tot haar recht te laten komen.

41

Kort gezegd kan worden vastgesteld dat DEN diverse activiteiten ontplooit met als doel de digitale toegankelijkheid van erfgoedinformatie voor publiek te verbeteren. DEN doet dit door studiedagen en expertmeetings te organiseren en te discussiëren over op welke manier erfgoedinstellingen hun informatie het beste kunnen ontsluiten. Om daadwerkelijk een nationale infrastructuur te kunnen vormen waar erfgoedinstellingen een bijdrage aan kunnen leveren, zal de stichting zich moeten richten op kennisontwikkeling bij instellingen. Dit kan worden bewerkstelligt door zelf meer als digitaal vraagbaken te functioneren, en door praktische documentatie en specifieke service te leveren en door ondersteuning van de digitaliseringsactiviteiten van instellingen.

1.3.2 Doelgroepen

De doelgroep van Stichting DEN bestaat uit erfgoedinstellingen die kunnen worden onderverdeeld in musea, archieven, bibliotheken, en archeologische en bouwhistorische instellingen. Digitaal Erfgoed Nederland helpt de organisaties bij het doorlopen van het vernieuwingsproces op het gebied van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie, bevordert samenwerkingsverbanden binnen de erfgoedsector en geeft informatie over de rol van ICT bij het vergroten van digitale samenwerking tussen erfgoedinstellingen. ‘’DEN heeft als doelstelling om alle erfgoedinstellingen te betrekken bij de totstandkoming van een nationale infrastructuur voor digitaal erfgoed. Zij vormt de belangrijkste bouwsteen voor een culturele dienstverlening in een steeds meer digitaal wordende samenleving’’, aldus Robert Gillisse (2012) van Stichting DEN. Men streeft ernaar om alle erfgoedinstellingen te betrekken bij het tot stand komen van een nationale infrastructuur voor digitaal erfgoed, welke volgens DEN het fundament voor culturele dienstverlening in de digitale samenleving vormt.

42

40 DEN beleidsplan 2009-2012 http://www.den.nl/getasset.aspx?id=Over%20DEN/beleidsplanDEN_2009-2012.pdf&assettype=attachments (geraadpleegd 29-02-2012) 41 Correspondentie met Monica Lechner, medewerker kwaliteitszorg Stichting DEN 42 Correspondentie met Robert Gillesse, senior kwaliteitsmedewerker Stichting DEN

Page 29: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

28

Sylvana Bol - 608027

1.3.3 Digitaal project

Stichting DEN is met verschillende digitaliseringsprojecten actief. Ten aanzien van dit onderzoek is het project dat de organisatie in samenwerking met Stichting Erfgoed 30 (Stichting E30), kennisorganisatie TNO-ICT en Stichting Kennisland in 2009 en 2010 realiseerde, het meest van belang. Naar aanleiding van de discussies die in het erfgoedveld ontstonden als gevolg van de problemen op het gebied van auteursrecht, verdienmodellen, ICT-infrastructuur en de eigen organisatie, heeft men hier in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoek naar gedaan en hierover gezamenlijk een publicatie geschreven. De Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed publicatie beschrijft de knelpunten waarmee erfgoedinstellingen bij het verlenen van (digitale) diensten te maken kunnen krijgen en biedt hier mogelijke oplossingen voor aan. Door een gemeenschappelijke samenwerking aan dit onderzoek en de hieruit voortkomende publicatie, hopen de organisaties de erfgoedsector een handvat te kunnen aanreiken bij het verlenen van digitale producten of diensten die van belang kunnen zijn bij het ontsluiten van erfgoedcontent. Om de publicatie met zoveel mogelijk gebruikers te kunnen delen, is de website www.bmice.nl ontwikkeld, waarop gebruikers de publicatie gratis kunnen bekijken, en hier informatie over het stappenplan dat in de publicatie wordt beschreven, kunnen raadplegen. Daarnaast kunnen gebruikers zich via de website aanmelden voor de Linkedin groep van het project en kan men hier met de organisatoren discussiëren over de problemen in de erfgoedsector die in de publicatie worden besproken.

43 Een andere manier waarop de organisatie haar

bevindingen met erfgoedprofessionals wil delen, is door middel van netwerkbijeenkomsten. Hierover is meer te lezen in sub paragraaf 1.3.4

1.3.4 Omgang met netwerkbijeenkomsten

Digital Strategies for Heritage (DISH) is een tweejaarlijkse internationale conferentie over digitaal erfgoed en de strategieën die erfgoedinstellingen bij het toegankelijk maken van digitale erfgoedinformatie kunnen inzetten. DISH wordt georganiseerd door Erfgoed Nederland en Stichting DEN en verzorgt bijeenkomsten voor een ieder wie invloed heeft op beslissingen ten aanzien van erfgoed. Denk hierbij aan directeuren en managers van erfgoedinstellingen, beleidsmakers, innovators en onderzoekers. De bijeenkomsten van DISH zorgen ervoor dat de deelnemers niet enkel van elkaar leren, maar ook over de strategische besluitvorming met betrekking tot alle aspecten van het culturele erfgoedveld, en over hoe andere ondernemers omgaan met het begrip strategie.

44

De conferenties van DISH staan in het teken van erfgoedthema’s welke momenteel een belangrijke rol spelen bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie en samenwerken in de sector, zoals Business for Heritage, Crowdsourcing en Co-creation, Institutional Change, en Building a New Public Space.

45

Een ander themaonderwerp dat tijdens de bijeenkomst van DISH in 2009 werd besproken, is het onderwerp business modellen. Tijdens deze bijeenkomst werd de Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed publicatie van Stichting DEN en samenwerkende partijen gepresenteerd en onder 500 erfgoedprofessionals verspreid. Het project heeft hiermee netwerkbijeenkomsten als hulmiddel ingezet om kennis met elkaar te delen en erfgoedprofessionals op de hoogte te brengen van de knelpunten waarmee de sector op digitaal gebied te maken heeft. Door via de publicatie oplossingen aan te reiken en dit op een bijeenkomst met elkaar te delen, kunnen netwerkbijeenkomsten een belangrijke bijdrage leveren aan het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie.

43 http://www.bmice.nl/ (geraadpleegd 18-05-2012) 44 http://www.erfgoednederland.nl/projecten/digital-strategies-for-heritage-dish/item7167 (geraadpleegd 04-03-2012) 45 http://www.dish2011.nl/ (geraadpleegd 01-03-2012)

Page 30: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

29

Sylvana Bol - 608027

1.4 Afsluiting

Afsluitend kan worden vastgesteld dat erfgoedorganisaties bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie contact zoeken met andere erfgoedinstellingen, netwerkbijeenkomsten en conferenties bezoeken met als doel informatie vergaren over de gemeenschappelijke knelpunten waarmee de sector te kampen heeft. De problemen hebben betrekking op het digitaliseren van erfgoedinformatie, en de vraag op welke manier dit snel en efficiënt kan worden uitgevoerd. Om hier een antwoord op te krijgen, bezoekt men netwerkbijeenkomsten, om met professionals uit de sector te bespreken op welke manier zij hiermee omgaan. Welke samenwerkingsverbanden er ten aanzien van het digitaliseren van erfgoed actief zijn en op welke manier netwerkbijeenkomsten hier mogelijk een rol in kunnen spelen, wordt behandeld in het tweede en derde hoofdstuk van dit onderzoek.

Page 31: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

30

Sylvana Bol - 608027

2. Strategische allianties en samenwerkingsverbanden

Erfgoedinstellingen zijn niet altijd in staat om de gecompliceerde vraagstukken die in de sector leven, binnen de eigen organisaties op te lossen. Strategische allianties en samenwerkingsverbanden zijn dan ook voor veel instellingen van grote waarde gebleken.

46 Ondanks dit gegeven leven er binnen de erfgoedsector veel vragen omtrent succesvol samenwerken. Welke samenwerkingsverbanden ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie zijn er momenteel tussen erfgoedorganisaties? Op welke manier werken zij samen om gemeenschappelijke doeleinden te verwezenlijken? Waarom zijn samenwerking en kennisdeling van belang binnen de erfgoedsector? De toelichting op deze vragen volgt in dit hoofdstuk over strategische allianties en (mogelijke) samenwerkingsverbanden in de erfgoedsector. Strategische alliantie Een strategische alliantie is een benaming voor een (langdurige) samenwerking tussen minimaal twee partners of partijen, waarbij kennis, expertise en capaciteiten met elkaar worden gedeeld.

Het doel van een alliantie is

om een bijdrage te leveren aan een oplossing, vernieuwing of verbetering in een keten of netwerk waarin de partij(en) zich begeven en hiermee de concurrentiepositie van alle deelnemers verbeteren of versterken.

47

Samenwerken Het begrip samenwerken kan het beste worden gedefinieerd als een middel om een doel te realiseren, waarbij de samenwerking tussen minimaal twee personen of partijen met complementaire doelstellingen en een gelijkwaardige betrokkenheid, centraal staat. Een samenwerkingsverband wordt gekenmerkt door elkaar te helpen bij de uitvoering van doelgerichte activiteiten die kunnen resulteren in een van tevoren afgesproken doelstelling, welke door beiden partijen op deze manier kan worden gewaardeerd.

48

Samenwerken kan worden gezien als een belangrijke competentie, omdat het een efficiënte manier is om organisatiedoelen te bereiken.

2.1 Samenwerking en digitalisatie binnen de erfgoedsector

2.1.1 Samenwerking

In de erfgoedsector neemt het besef toe dat samenwerking met collega-instellingen en digitalisatie van erfgoedinformatie van belang zijn om gemeenschappelijke doelstellingen te verwezenlijken. Ondanks dit gegeven blijft de praktijk tot op heden achter.

49 Veel instellingen zijn terughoudend op het gebied van

langdurige samenwerkingsverbanden, die veelal voortkomen uit onzekerheid. Menig organisatie is bang om de

eigen identiteit en onafhankelijkheid op te geven en vraagt zich af of dit opweegt tegen een samenwerkingsverband op langere termijn. Wel kan men zich vinden in het proces van samenwerking. Door de huidige bezuinigingen zijn culturele instellingen genoodzaakt om slechts een deel van de collectie (digitaal) toegankelijk te maken. Mede hierdoor besluiten steeds meer instellingen om te gaan samenwerken. Door een samenwerkingsverband kunnen de fysieke grenzen tussen collecties, instellingen en sectoren (virtueel) worden overschreden en kan men het publiek toegang en interactiemogelijkheden tot erfgoedinformatie bieden. Bovendien kan het samenbrengen van erfgoed de achtergronden van verhalen en objecten meer diepgang geven.

50

46 http://www.twynstragudde.nl/Succesvolsamenwerken.pdf (geraadpleegd 17-03-2012) 47 http://www.ketens-netwerken.nl/begrippen#jy (geraadpleegd 18-03-2012) 48 http://www.samenwerkentussenorganisaties.nl/Oversamenwerken/Watissamenwerken/tabid/75/Default.aspx (geraadpleegd 17-03-2012) 49 http://www.den.nl/art/uploads/files/Missie_hoofddoelstellingenDEN_2013_2016.pdf (geraadpleegd 19-05-2012) 50 Hermans, R., Taekema, J. Digitale samenwerking; een handleiding voor erfgoedinstellingen (Den Haag 2005) 3

Page 32: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

31

Sylvana Bol - 608027

2.1.2 Digitaliseren erfgoedmateriaal

Op het gebied van het digitaal beschikbaar stellen van erfgoedcontent, spelen erfgoedinstellingen een steeds belangrijkere rol. Men is zich ervan bewust dat door het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie een grotere doelgroep dan voorheen kan worden aangetrokken, en erfgoedpubliek hierdoor sneller en op een meer toegankelijke manier informatie kan raadplegen. Op deze manier kan tevens aan de publieksvraag van in erfgoed geïnteresseerd publiek worden voldaan. Bovendien kan digitalisering kansen bieden ten aanzien van toegang tot cultureel erfgoed.

51

Uit onderzoek naar de presentatie van museale voorwerpen via digitale erfgoedwebsites door Stichting DEN (2007), is gebleken dat 280 van de 562 culturele instellingen, individuele informatie over museale objecten aanboden. In 2004 lag dit aantal op 70. Wanneer er een verband wordt gelegd tussen digitaal toegankelijke museale voorwerpen en de objecten binnen de erfgoedinstellingen, wordt duidelijk dat er tot op heden 3,8 miljoen voorwerpen zijn gedigitaliseerd en 45 miljoen objecten zich binnen de instellingen bevinden.

52

Volgens Ewout Sanders (2011), medewerker van het NRC Handelsblad, zouden erfgoedinstellingen digitaal meer content kunnen ontsluiten wanneer er een centraal register voor erfgoed zou worden ontwikkeld waarin elke instelling vastlegt welke content is gedigitaliseerd en waar men mee bezig is. Volgens Sanders kan dit worden bewerkstelligt door bestaande databanken aan elkaar te koppelen. Bovendien bespaart dit idee volgens hem tijd en geld, doordat bijvoorbeeld bibliotheken niet hetzelfde boek hoeven te digitaliseren. Daarnaast stelt Sanders dat erfgoedinstellingen gebaat zijn bij een samenwerking met het publiek. Zij kunnen boeken in bibliotheken inleveren en via het centraal register nagaan of het boek al is gedigitaliseerd.

53

Op deze manier bespaart de bibliotheek tijd en kan door middel van een samenwerkingsverband met het publiek op een snellere en effectieve manier erfgoedinformatie digitaal worden ontsloten.

2.2 Redenen voor samenwerking

Indien een erfgoedinstelling besluit om een samenwerkingsverband met een collega-instelling of sector aan te gaan, kan dit vanuit verschillende beweegredenen worden gedaan. De belangrijkste motieven om een samenwerking met een andere organisatie aan te gaan, kunnen worden onderverdeeld in de volgende groepen: kostengerichte samenwerking, positioneringsgerichte samenwerking en een op leren gerichte samenwerking.

54

Kostengerichte samenwerking Een kostengerichte samenwerking kan worden ingezet wanneer een organisatie als doel heeft om te bezuinigen binnen de onderneming. De samenwerking heeft voornamelijk betrekking op de werkzaamheden binnen de eigen organisatie. Door een kostengerichte samenwerking aan te gaan, kunnen de uitgaven binnen de eigen onderneming worden verlaagd, en de opbrengsten worden verhoogd. Dit wordt mogelijk doordat het aantal concurrenten verminderd en er een investering op globale markten kan worden gedaan. Positioneringsgerichte samenwerking Bij een positioneringsgerichte samenwerking richt een organisatie zich op het uitbreiden van bestaande markten, het verzilveren van nieuwe markten en het realiseren van een bepaalde positionering op markten. Op leren gerichte samenwerking Een op leren gerichte samenwerking kan worden ingezet wanneer beiden partijen van elkaars expertise en kennis willen leren en profiteren. De kennis kan worden gerelateerd aan de doelstellingen van beiden ondernemingen.

Door een op leren gerichte samenwerking aan te gaan, kan de vernieuwingskracht van beiden

instellingen worden verhoogd.

51 Erfgoed Nederland, Retour Brussel Erfgoed en Europa (Amsterdam 2011) 75 52 Landelijk Contact van Museumconsulenten & DEN, Wegwijzer collecties op internet (Den Haag 2008) 11 53 http://www.den.nl/art/uploads/files/Opiniestuk%20massedigitalisering%20DEF%20_12-9-2011_%20JE.pdf (geraadpleegd 18-05-2012) 54 Marcus, J.,van Dam, N. Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management (z. pl.2004) 139-141

Page 33: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

32

Sylvana Bol - 608027

Men leert elkaars ambities, vaardigheden en bedrijfscultuur kennen en heeft een gemeenschappelijke focus op gezamenlijke doelstellingen. Daarnaast kunnen de doelgroepen beter worden geholpen, doordat beiden instellingen verschillende kennis en expertise in huis hebben.

55

Op basis van de drie bovengenoemde redenen voor samenwerking door erfgoedinstellingen, is er een schema voor samenwerking ontwikkeld (zie figuur 1 en 2). In dit schema zijn argumenten weergeven die erfgoedinstellingen voor een samenwerking kunnen hebben. Daarnaast is aan beiden figuren een vierde categorie toegevoegd, namelijk ‘gericht op politiek’. Uit onderzoek van FARO (2011) naar motieven voor samenwerking door erfgoedorganisaties is gebleken dat erfgoedinstellingen vanuit politiek oogpunt motieven voor samenwerking kunnen hebben.

56 Hierdoor vormt de categorie een waardevolle aanvulling op de

argumentatie voor samenwerking van erfgoedinstellingen.

Gericht op kosten Gericht op positionering Gericht op leren Gericht op politiek Schaalvoordelen Ontwikkelen van nieuwe

markten en producten Maatschappelijke vernieuwing Eén gezicht naar buiten vormen

Realiseren van gemeenschappelijke ondersteunende diensten

Toegang tot nieuwe markten verkrijgen

Toegang tot nieuwe technologie

Wettelijke verplichting tot consultatie

Minder kosten en risico’s Betere bescherming tegen concurrentie

Gebruikmaken van competenties van partners

Voldoen aan overheidsverplichting tot samenwerking

Strategische positie verbeteren Leren van elkaars kennis en expertise

Snellere toegang tot markten Leren van elkaars cultuur

Innoveren (samen nieuwe producten/diensten ontwikkelen)

Toegang tot aanvullende competenties van andere partijen

Figuur 1. Samenwerkingsmotieven van erfgoedinstellingen

Naast motieven voor samenwerking zijn er ook verschillende bezwaren ten aanzien van samenwerking te benoemen. De voornaamste bezwaren voor samenwerking kunnen als volgt worden onderverdeeld:

Gericht op kosten Gericht op positionering Gericht op leren Gericht op politiek Wederzijdse afhankelijkheid Trage besluitvorming

samenwerkingspartner(s) Informatie delen met samenwerkende partij(en)

Dwang om samen te werken

Extra sturing en communicatie nodig (mogelijk meer kosten)

Weinig eigen controle Kennis en expertise delen met risico om het te verliezen

Gebrek aan vertrouwen t.o.v. andere partij(en)

Opgave eigen onafhankelijkheid

Afname autonoom handelen Afschuiven van verantwoordelijkheden

Figuur 2. Samenwerkingsbezwaren van erfgoedinstellingen

55 http://www.samenwerkentussenorganisaties.nl/Oversamenwerken/Waaromsamenwerken/tabid/76/Default.aspx (geraadpleegd: 17-03-2012) 56 Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed, Prisma publicatie (Brussel 2011) 4

Page 34: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

33

Sylvana Bol - 608027

2.3 Samenwerkingsvormen

In deze paragraaf zijn 6 vormen van samenwerking onderscheiden. Dit zijn detachering, uitbesteding, co-makership, partnership, en fusie of overname als formele samenwerkingsvormen en netwerken als informele samenwerkingsvorm. Daarnaast behandelt paragraaf 2.3 de voor -en nadelen van samenwerkingsvormen en worden deze aan de hand van praktijkvoorbeelden uit de erfgoedsector belicht.

2.3.1 Detachering

Een detachering is een dienstverleningsrelatie waarbij een organisatie (tijdelijk) werknemers van een collega-instelling inhuurt met als doel ondersteuning bij een project of taak te krijgen. Een instelling kan kiezen voor detachering wanneer zij bepaalde expertise nodig heeft, en hier zelf niet over beschikt. De kosten voor de werknemer worden op rekening gebracht van de organisatie die de persoon in kwestie inhuurt.

57

Voordeel Nadeel De werknemer is direct inzetbaar De werknemer is tijdelijk inzetbaar

Kennis en expertise kunnen worden ingehuurd op het moment dat dit nodig is

De kosten voor het inhuren van extern personeel zijn relatief hoog

Kennis en expertise zijn niet structureel binnen een organisatie aanwezig

Figuur 3. Voor -en nadelen detachering

Praktijkvoorbeeld erfgoedsector If then is now wil een virtueel web platform ontwikkelen waarop informatie door cultuurtoeristen kan worden geraadpleegd. Omdat men binnen de eigen organisatie niet de kennis en expertise heeft om het project op te starten, wordt er tijdelijk een projectleider ingeschakeld met als doel de organisatie te helpen bij het indelen van de projectactiviteiten en het benaderen van de juiste personen. Op deze manier kan de organisatie de doelstellingen om een digitaal web platform te ontwikkelen verwezenlijken.

58

2.3.2 Uitbesteding

Er is sprake van een uitbesteding wanneer er een samenwerkingsverband tussen producenten van kracht is. Eén partij is leverancier en de andere partij afnemer. Het doel van een uitbesteding is om de reguliere werkzaamheden van de afnemer te ondersteunen. Het resultaat van de samenwerking is altijd een product of dienst. De samenwerking ontstaat veelal doordat de afnemer kennis of expertise mist om een bepaalde taak of een vraagstuk te realiseren. De leverancier en afnemer zijn afhankelijk van elkaar. Daarentegen is de keuze aan de afnemer om de leverancier te kiezen en niet andersom.

59

Voordeel Nadeel De leverancier is direct beschikbaar De afnemer heeft weinig invloed op de inhoud en kwaliteit van het

product of de dienst

De samenwerkingsdoelen zijn vooraf besproken, en hierdoor duidelijk

Tussentijdse aanpassingen maken is zelden mogelijk

Indien de samenwerking niet naar wens verloopt, is er een mogelijkheid om als afnemer een andere leverancier in te schakelen

Kennis en expertise verdwijnen wanneer de samenwerking eindigt

Figuur 4. Voor -en nadelen uitbesteding

Praktijkvoorbeeld erfgoedsector Een voorbeeld van een uitbesteding in de erfgoedsector is het initiatief ‘VeleHanden maken licht werk’ van stadsarchief Amsterdam en Pictura. VeleHanden is een digitaal platform waarop onder andere scans van militieregisters kunnen worden ingescand door het publiek, oftewel de leveranciers. Het Stadsarchief en Pictura kunnen als afnemers worden beschouwd.

57 http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/detachering.html (geraadpleegd 28-04-2012) 58 Zie bijlage B: interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, If then is now 59 http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/uitbesteding.html (geraadpleegd 28-04-2012)

Page 35: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

34

Sylvana Bol - 608027

Door als erfgoedinstelling werk uit te besteden, kunnen er kosten worden bespaard. Het resultaat van de samenwerking is een product (de scans) en de leveranciers (het publiek) leveren een dienst, namelijk het digitaliseren van erfgoedcontent.

60

2.3.3 Co-makership

Een co-makership is een samenwerkingsverband tussen twee organisaties die gezamenlijk tot een eindproduct komen. Beiden partijen zetten kennis en middelen in en werken tijdelijk met elkaar samen op basis van een van te voren opgesteld contract. De samenwerking kan ontstaan vanuit verschillende beweegredenen. Dit kan zijn, omdat een instelling niet alleen het gewenste eindproduct kan realiseren, of omdat beiden partijen kosten willen besparen.

61

Voordeel Nadeel Beiden partijen kunnen middelen (kennis, expertise, financiën, tijd) met elkaar uitwisselen en hierdoor geld uitsparen

Beiden partijen zijn afhankelijk van elkaar

Beiden partijen kunnen door het intensieve samenwerkingsband van elkaar leren

Een samenwerking vergt veel tijd en overleg

De exclusiviteit van kennis en expertise wordt door een samenwerking verminderd

Er bestaat een mogelijkheid dat een van de partners bij het tot stand komen of tijdens de samenwerking wegvalt. Hierdoor kan de ontwikkeling van een product in gevaar worden gebracht

Figuur 5. Voor -en nadelen co-makership

Praktijkvoorbeeld co-makership Een praktijkvoorbeeld van een co-makership is de samenwerking tussen Stichting DEN en Erfgoed Nederland bij het organiseren van de netwerkbijeenkomst Digital Strategies For Heritage (DISH). Beiden instellingen werken samen om tot een gemeenschappelijk eindproduct te komen, namelijk de netwerkconferentie. De samenwerking ontstaat vanuit het feit dat beiden instellingen pioniers op het gebied van digitaal erfgoed zijn en samen beter in staat zijn om een gemeenschappelijk eindproduct te realiseren dan binnen de eigen organisatie.

62

Een nadeel uit de praktijk die zich bij deze vorm van samenwerking kan voordoen is het wegvallen van een van de partners door bijvoorbeeld de stopzetting van subsidie. Dit is bij de samenwerking tussen Erfgoed Nederland en Stichting DEN het geval. Doordat Erfgoed Nederland per 2012 geen instellingssubsidie meer krijgt, kan zij het voortbestaan niet langer voortzetten, en is Stichting DEN genoodzaakt om vanaf die periode alleen met de bijeenkomsten van DISH verder te gaan of een andere samenwerkingspartner te zoeken. Mede hierdoor brengt het aangaan van een co-makership risico’s met zich mee.

63

2.3.4 Partnership

Een partnership is een samenwerkingsverband waarbij een product of dienst wordt gerealiseerd waarvoor beiden partijen verantwoordelijk zijn. De partijen hebben allen beslissingsrecht en zijn eigenaar van het product. De samenwerking kan zowel commercieel als niet-commercieel van aard zijn en is veelal gericht op het leveren van kwalitatief beter werk. Een partnership is tevens kostenbesparend, omdat de kosten worden gedeeld. Het gevolg van een partnership is dat de concurrentiepositie ten opzichte van andere marktpartijen verbeterd, aangezien zij samen beter in staat zijn om producten of diensten te leveren die andere organisaties niet alleen kunnen leveren.

64

60 http://velehanden.nl/projecten/bekijk/details/project/militieregisters (geraadpleegd 29-05-2012) 61 http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/co_makership.html (geraadpleegd 28-04-2012) 62 Correspondentie met Frans Hoving, Erfgoed Nederland 63 http://www.erfgoednederland.nl/ (geraadpleegd 29-05-2012) 64 http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/partnership.html (geraadpleegd 28-04-2012)

Page 36: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

35

Sylvana Bol - 608027

Voordeel Nadeel Versterkende machtspositie t.o.v. andere marktpartijen door gelijkwaardige investering van middelen door beiden organisaties

De partij die meer middelen investeert dan de ander, kan een grotere machtspositie binnen de samenwerking verkrijgen

Vermindering kosten doordat deze met de samenwerkende partij worden gedeeld

Het is moeilijk om een even grote bijdrage aan het eindresultaat te leveren

Figuur 6. Voor -en nadelen partnership

Praktijkvoorbeeld erfgoedsector Een voorbeeld van een partnership is de samenwerking tussen de HEMA en het Rijksmuseum Amsterdam. De HEMA liet alledaagse voorwerpen bedrukken met kunstwerken uit het museum en gaf hierdoor een commerciële wending aan de samenwerking. De samenwerking was voornamelijk gericht op de verbetering van de concurrentiepositie. Het Rijksmuseum maakt namelijk reclame buiten de instelling en de HEMA gebruikt afbeeldingen van het Rijksmuseum op verkoopwaren. Een sterk retail merk bundelt dus de krachten met een sterk merk uit de erfgoedsector.

65

2.3.5 Fusie of overname

Bij een fusie of overname worden instellingen gefuseerd tot één onderneming en rechtspersoon. Het verschil tussen een fusie en overname is dat bij een fusie organisaties samengaan en zij in overleg de doelen van de nieuwe organisatie vastleggen en de middelen in kaart brengen. Bij een overname maakt de overgenomen partij zich volledig ondergeschikt aan de doelen van de overnemende partij. Bij beiden vormen zijn de samenwerkende partijen afhankelijk van elkaar tijdens het proces en ernaartoe. De reden om tot een fusie over te gaan is veelal strategisch van aard. Het samengaan leidt tot kostenbesparing en meer kennis en middelen.

66

Voordeel Nadeel Groter publieksbereik verkrijgen De cultuurverschillen tussen de oorspronkelijke partijen kunnen

voor problemen zorgen.

Kennis en middelen van instellingen verbreden door samenwerking De machtsverschillen kunnen tijdens het fusie of overnameproces voor problemen zorgen.

Figuur 7. Voor -en nadelen fusie of overname Praktijkvoorbeeld erfgoedsector Een praktijkvoorbeeld van een fusie in de erfgoedsector is het samengaan van de voormalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in 2006. Sinds 2011 is het Instituut Collectie Nederland (ICN) door middel van haar kerntaken bij de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed (RCE) aangesloten. Zij is door middel van haar kerntaken op het gebied van collectiebeheer, kennisontwikkeling –en spreiding verbonden met de Rijksdienst. De fusering van het ICN in de RCE is een van de meest invloedrijke fusies binnen de RCE geweest.

67

2.3.6 Netwerken

Een netwerk is een geheel van personen die doelgericht kennis en expertise uitwisselen over een specifiek onderwerp. Het netwerk kan bestaan uit medewerkers van diverse organisaties. De inrichting van een netwerk wordt bepaald door de doelen van het netwerk en de deelnemers die nodig zijn om het doel te bereiken. De doelen kunnen zijn gericht op het bevorderen van deskundigheid en het onderzoeken van samenwerkingsverbanden.

68

65 http://www.rijksmuseum.nl/nieuwsenagenda/hema?lang=nl (geraadpleegd 29-05-2012) 66 Marcus, J., van Dam, N. Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management (z. pl.2004) 132-135 67 http://www.europa-nu.nl/id/vipdeyawcijs/rijksdienst_voor_het_cultureel_erfgoed (geraadpleegd 29-05-2012) 68 http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/netwerken.html (geraadpleegd 28-04-2012)

Page 37: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

36

Sylvana Bol - 608027

Voordeel Nadeel De samenwerkende partijen kunnen direct gebruik maken van elkaars kennis en ervaring

De afbakening van het onderwerp van een netwerk kan andere onderwerpen buitensluiten

Via een netwerk kan men verbindingen met elkaar maken

Wanneer de deelnemers tevreden zijn over een bepaalde samenwerkingsvorm, wordt er niet meer gekeken naar de verbetering of vernieuwing van het netwerk

Figuur 8. Voor -en nadelen netwerken

Praktijkvoorbeeld erfgoedsector In sub paragrafen 1.1.4, 1.2.4 en 1.3.4 van hoofdstuk 1 zijn diverse praktijkvoorbeelden van netwerkbijeenkomsten in de erfgoedsector gegeven.

2.4 Samenwerkingsvorm selecteren

In paragraaf 2.2 is een globale omschrijving gegeven van de 3 voornaamste motieven voor samenwerking. In paragraaf 2.3 is uiteengezet welke samenwerkingsvormen er in de erfgoedsector zijn en hoe deze in de praktijk worden gebracht. Met behulp van deze informatie en het ‘stroomschema samenwerking’ van expertisecentrum voor Cultuurnetwerk (zie bijlage H), kan een passende vorm van samenwerking worden gekozen. Dit schema behandelt formele samenwerkingsvormen en laat hiermee netwerken als informele samenwerkingsvorm buiten beschouwing.

Page 38: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

37

Sylvana Bol - 608027

In de vorige paragrafen is een overzicht gegeven van redenen voor erfgoedinstellingen om een samenwerkingsverband met een collega-erfgoedinstelling of verwante sector aan te gaan en welke argumenten en bezwaren hiervoor kunnen zijn. Daarnaast is een omschrijving gegeven van formele en informele vormen van samenwerking, en is uitgelegd wat de voor -en nadelen hiervan zijn. Maar hoe kan een erfgoedinstelling na het bepalen van de samenwerkingsvorm haar samenwerkingsproces uiteindelijk van idee tot concept vormgeven? Welke fases dienen hierbij te worden doorlopen en met welke factoren dient er rekening te worden gehouden? In deze paragraaf is het Kijkglas van organisatieadviesbureau Twynstra Gudde uitgelegd, en aan de hand hiervan zijn de al bestaande erfgoedinitiatieven geanalyseerd. Kijkglas voor samenwerking Organisatieadviesbureau Twynstra Gudde heeft het ‘Kijkglas voor samenwerking’ ontwikkeld met als doel een hulpmiddel te vormen voor organisaties bij het analyseren van samenwerkingsverbanden. Het Kijkglas is opgebouwd uit 3 ringen. De binnenste ring heeft betrekking op de ambities en doelstellingen van samenwerkende partijen. Zij raken met elkaar in gesprek naar aanleiding van een project of probleemstelling en zoeken in samenwerking naar een duurzame oplossing. Hierbij worden de partijen gedreven door maatschappelijke, organisatie en persoonlijke belangen, welke de middelste ring beslaan. Vervolgens ontwikkelt de samenwerking zich in een bepaalde context. Deze context bestaat uit organisaties die met elkaar aan een proces deelnemen en hieraan waarde proberen toe te voegen en op deze manier de samenwerking succesvol willen maken.

69

Het Kijkglas helpt organisaties bij het vormgeven van het samenwerkingsproces van idee tot concept, en welke fasen hierbij doorlopen worden en met welke factoren rekening dient te worden gehouden.

70

Afbeelding 1. Kijkglas voor samenwerking

69 Bremekamp, R., Kaats, E., Opheij, W., Vermeulen, I. Succesvol samenwerken; een kompas voor aanbevelingen en betekenisvolle interactie (Amersfoort 2010) 3 70 Ibidem

Page 39: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

38

Sylvana Bol - 608027

2.5 Samenwerkingsverbanden in erfgoedsector

Binnen de erfgoedsector zijn verschillende samenwerkingsverbanden ten aanzien van het digitaliseren van erfgoedinformatie actief. Deze samenwerkingsverbanden kunnen op sectoraal niveau in 6 categorieën worden verdeeld, namelijk archeologie, archieven, audiovisuele archieven, bibliotheken, monumenten en musea. De categorie monumenten is in deze paragraaf buiten beschouwing gelaten, omdat hier tijdens de uitvoering van dit onderzoek geen digitaal samenwerkingsverband van bekend was. In deze paragraaf is een definitie gegeven van de meest vernieuwende samenwerkingsverbanden op het gebied van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Daarnaast zijn de motieven en doelstellingen voor samenwerking behandeld. De analyse is met behulp van het Kijkglasmodel gedaan.

2.5.1 Archieven

Projectomschrijving Stichting Archiefprogrammatuur (STAP) is een organisatie die zich bezighoudt met nationale samenwerkingsprojecten binnen de erfgoedsector. Deze projecten zijn in het bezit van een technologiecomponent. De organisatie richt zich op het ontwikkelen, exploiteren en beheren van projecten die een aandeel kunnen leveren bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie voor publiek (proces). De organisatie heeft niet de intentie om winst bij haar activiteiten te maken. Momenteel is STAP (speler) met verschillende erfgoedprojecten actief. Hiervan zijn WatWasWaar en WieWasWie binnen de sector het meest bekend.

71

Samenwerking en argumenten WatWasWaar is een digitaal erfgoedplatform waarop historische informatie over topografische locaties in Nederland is te vinden. De aanleiding (waardevolle kans) voor dit initiatief is ontstaan vanuit een grote publieke interesse voor historische informatie over de eigen leefomgeving. Dit blijft tevens uit SCP onderzoek. Het doel van het project is om de beschikbaarheid, het publieksbereik en de toename van erfgoedcontent voor gebruikers te vergroten (context). Het digitale platform biedt historisch materiaal, waaronder luchtfoto’s en landkaarten met hierop verschillende plekken in Nederland. Het materiaal is afkomstig uit diverse collecties van nationale erfgoedinstellingen.

72De doelgroep van het project bestaat uit algemeen publiek en de

financiering wordt mede mogelijk gemaakt door een meerjarige subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en een financiële bijdrage van de 25 deelnemende erfgoedinstellingen, stichtingen, verenigingen en privé personen (spelers).

73

Projectomschrijving Een tweede initiatief van projectbureau STAP is het digitaal erfgoedproject WieWasWie. Dit project wordt momenteel ontwikkeld in samenwerking met Nederlandse erfgoedinstellingen (spelers). WieWasWie wil een digitaal platform ontwikkelen waarop historische bronnen doorzoekbaar zijn. De content op de website kan door gebruikers worden aangevuld en met anderen worden gedeeld.

74 WieWasWie is gericht op het realiseren

van een duurzame strategie om het publieksbereik te vergroten en de kwaliteit van dienstverlening te verhogen. De aanleiding van het project is ontstaan vanuit de toenemende populariteit van al bestaande genealogische websites (waardevolle kans). Het project speelt in op de toenemende interesse vanuit gebruikers naar geschiedenis en identiteitsbepaling (beoogde vorm). Samenwerking en argumenten Naar aanleiding van de capaciteitsproblemen (duurzame oplossing) op de genealogiewebsites GENLIAS en Digitale stamboom (spelers), besloten beiden partijen tot een samenwerkingsverband en hierbij partijen uit de erfgoedsector (spelers) te betrekken. Hierdoor ontstond een samenwerkingsverband tussen verschillende archieven (spelers), in de vorm van een gemeenschappelijke website. 75

71 http://stapblog.nl/( geraadpleegd 18-03-2012) 72 http://stapblog.nl/projecten/ (geraadpleegd 18-03-2012) 73 http://stapblog.nl/participanten-watwaswaar/ (geraadpleegd 18-03-2012) 74 http://stapblog.nl/ (geraadpleegd 18-03-2012) 75 http://wieiswiewaswie.wordpress.com/waarom/ (geraadpleegd 20-05-2012)

Page 40: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

39

Sylvana Bol - 608027

WieWasWie wil een gratis digitaal platform met genealogische informatie ontwikkelen en content uit archieven van ruim 20 erfgoedinstellingen (spelers) aanbieden. De deelnemende instellingen zorgen voor een inhoudelijke sturing door middel van een stuurgroep en een actieve beleidsvorming door middel van drie thematische werkgroepen. De gebruikers van het platform worden betrokken met behulp van gebruikersonderzoeken, tests en twee bèta fases van de website (proces). Daarnaast wordt er een samenwerking met vrijwilligers ontwikkeld (proces). De vrijwilligers leveren een bijdrage door informatie op het web platform toegankelijk te maken. 76

Belangen en doelstellingen Door een samenwerkingsverband met elkaar aan te gaan, willen deelnemende erfgoedinstellingen de toegankelijkheid, uitwisselbaarheid en het gebruik van genealogische informatie stimuleren en verbreden (beoogde vorm). De realisering voor beiden projecten wordt mede mogelijk gemaakt door een meerjarige projectsubsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daarnaast leveren de deelnemende instellingen zelf een financiële bijdrage aan het project.

77De investeringssubsidie wordt voor vijf jaar verstrekt

en werd op voorwaarde gegeven dat er een business model door de initiatiefnemers zou worden ontwikkeld. De instellingen die aan WieWasWie meewerken brengen tezamen 50% van de projectkosten op. Behalve met een financiële bijdrage steunen zij het project ook in natura (onder meer door deel te nemen aan de stuurgroep en werkgroepen), in tijd, producten en door te investeren in de digitalisering van hun eigen collectie. Het resterende deel van de projectkosten wordt gedekt door een projectsubsidie vanuit PRIMA. Deze subsidieregeling is verstrekt namens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Om de toekomst van WieWasWie.nl ook na het wegvallen van de subsidie zeker te stellen is een business model ontwikkeld (duurzame oplossing). Dit business model heeft geen winstoogmerk maar is gericht op het beheer en de doorontwikkeling van de website en de collecties die via de website te raadplegen zijn.

78

Daarnaast wordt WieWasWie aan het einde van de subsidieregeling in stand gehouden door de inkomsten uit publieksabonnementen en advertenties. Dit wordt gedaan door bezoekers globale, gratis informatie aan te bieden, maar hen voor extra activiteiten te laten betalen.

79

2.5.2 Audiovisuele archieven

Projectomschrijving Europeana (speler) is een digitale erfgoedbibliotheek en portaalwebsite voor cultureel erfgoed. In samenwerking met diverse archieven, bibliotheken en musea wordt er via de website erfgoedmateriaal aangeboden die uiteenloopt van oude tot moderne kunst en van media -tot schilderkunst. Vanwege het gebrek aan materiaal uit de 20

e en 21

e eeuw, besloot Europeana een project op te starten (waardevolle kans).

In samenwerking met 25 partners (spelers) uit 10 Europese lidstaten en de landen Kroatië en IJsland, is het project ‘Digitalisering van Eigentijdse Kunst’ (Digitalizing Contemporary Art) gelanceerd (collectief belang). Doel van dit project is om de aanwezigheid van eigentijdse kunst in het Europeana portaal te realiseren. In 30 maanden tijd gaan 21 musea en erfgoedinstellingen 27.000 moderne en hedendaagse kunstobjecten, en 2000 contextuele voorwerpen digitaal ontsluiten, waardoor deze beschikbaar worden via de portaalwebsite van Europeana. 80 Samenwerking en argumenten Het Digitalizing Contemporary Art (DCA) project is ontstaan vanuit de vraag van de Europese Commissie naar een gecoördineerde en vereenvoudigde toegang tot gedigitaliseerde Europese kunstwerken die een vertegenwoordiging van de Europese cultuur vormen (context). Europeana stelt via haar platform het publiek in staat om het digitaal erfgoed uit Europese verzamelingen in een overkoepelende erfgoedportaal te bekijken en te beleven. Sinds de lancering in november 2008 bevat de portaalwebsite 14,6 miljoen items en hoge bezoekersaantallen. De hoge aantallen verwijzen naar de wereldwijde belangstelling van gebruikers voor (gedigitaliseerd) Europees cultureel erfgoed.

76 http://wieiswiewaswie.wordpress.com/wie/ (geraadpleegd 18-03-2012) 77 http://stapblog.nl/projecten/ (geraadpleegd 18-03-2012) 78 http://wiewaswie.wordpress.com/organisatie/ (geraadpleegd 18-03-2012) 79 http://wieiswiewaswie.wordpress.com/hoe/ (geraadpleegd 20-05-2012) 80 http://nimk.nl/nl/archief/digitising-contemporary-art-for-europeana (geraadpleegd 20-05-2012)

Page 41: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

40

Sylvana Bol - 608027

Voor een digitale erfgoedbibliotheek als Europeana die zich richt op een grootschalig scala van de Europese cultuur, is het een noodzaak om eigentijdse kunst bij het project te betrekken (organisatorische belangen). Door een samenwerkingsverband met andere erfgoedinstellingen aan te gaan, kan het DCA project een belangrijke bijdrage leveren aan het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Het project wordt gecoördineerd door stichting PACKED (speler), een in Brussel gevestigde organisatie die sinds de oprichting in 2005 is uitgegroeid van een platform voor archiveren en bewaren van audiovisuele kunst, tot een expertisecentrum voor digitaal cultureel erfgoed. De organisatie wordt financieel gesteund door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van België. 81 Belangen en doelstellingen Het DCA project is vanuit verschillende belangen en doelstellingen ontwikkeld. De eerste doelstelling van het project is om het gebrek aan kunst uit de 20

e en 21

e eeuw in het Europeana platform op te vullen. Daarnaast

wil men door middel van een Europees overkoepelende erfgoed-portaalwebsite, gebruikers kennis laten maken met het Europese erfgoed en de belangstelling van een groot publiek in kunst stimuleren. Dankzij de financiering van de Europese commissie en de medewerking van 25 erfgoedpartners is het initiatief in staat om hoogwaardige digitale materiaal te vervaardigen en te behouden, en online toegang tot deze gegevens te verstrekken. Om toekomstige en soortgelijke gedigitaliseerde projecten te kunnen ondersteunen, zal het DCA project ook richtlijnen en documentatie publiceren over het goed publiceren en digitaliseren van eigentijdse kunst. Het project zal Europeana voorzien van digitale mini schetsen van items en links naar reproducties. De deelnemende organisaties kunnen dit digitale materiaal dan ook via hun eigen websites voor publiek toegankelijk maken. Dit zal de algemene toegang tot het delen van hedendaagse kunstcollecties van partnerinstellingen vergemakkelijken en de gebruikservaring bevorderen en verbeteren.82

2.5.3 Musea

Projectomschrijving Het Regionaal Bureau Voor Toerisme Arnhem Nijmegen (speler) is in 2010 van start gegaan met het Historisch Belevenis Netwerk Arnhem-Nijmegen. Binnen dit project spelen de websites www.spannendegeschiedenis.nl en de mobiele website www.spgs.nl een centrale rol. Via de website zijn 87 door historici geselecteerde plaatsen rondom Arnhem en Nijmegen geselecteerd, die een belangrijke rol in de Nederlandse geschiedenis hebben gespeeld. De plaatsen kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën, namelijk Romeinen en Bataven, de Middeleeuwen en de Tweede Wereldoorlog. Het Historisch Belevenis Netwerk is een samenwerking tussen Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem-Nijmegen, Provincie Gelderland, Ministerie van OCW, diverse gemeenten, Geldersch landschap en Gelderse kastelen, VSB fonds, Prins Bernard Cultuurfonds en het Nationaal Comité 4 en 5 mei (spelers). Het samenwerkingsconcept is zodanig succesvol gebleken, dat men heeft besloten om in 2012 en 2013 het project uit te breiden (waardevolle kans).

83

Samenwerking en argumenten De samenwerking is ontstaan vanuit de vraag van de provincie Gelderland om de rijke geschiedenis van Gelderland breder en bekender te maken (context). De samenwerking heeft geresulteerd in het project ‘Beleef de Spannende Geschiedenis van Gelderland’. Door de samenwerking ontstaat er een verbinding tussen het digitale platform mijngelderland.nl van Gelders Erfgoed met het toeristische ‘Historisch Belevenis Netwerk’. Via de website van www.spannendegeschiedenis.nl kunnen arrangementen, evenementen, routes en een routeplanner worden bekeken en op de bijbehorende websites worden geraadpleegd. Hierdoor kan het doel van het initiatief, namelijk een spannende, toeristische beleving van de geschiedenis van Gelderland voor een breed publiek creëren, worden gerealiseerd. De doelgroepen van dit project zijn inhoudelijk geïnteresseerden, toeristen, recreanten en lokale inwoners. De oplevering van het project gebeurd in fases (proces). In 2013 wordt het project afgerond. Momenteel zijn op de website enkel de basiselementen te raadplegen.

84

81 http://nimk.nl/nl/archief/digitising-contemporary-art-for-europeana (geraadpleegd 04-04-2012) 82 http://nimk.nl/nl/archief/digitising-contemporary-art-for-europeana (geraadpleegd 03-04-2012) 83 http://www.rbtkan.nl/projecten/historisch-belevenis-netwerk (geraadpleegd 03-04-2012) 84 http://www.gelderland.nl/eCache/DEF/18/170.html (geraadpleegd 03-04-2012)

Page 42: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

41

Sylvana Bol - 608027

Projectomschrijving Een ander project waaraan diverse musea en erfgoedinstellingen meewerken, is ‘Beleef mijn Gelderland’. Dit project is door het consulentschap voor erfgoed, musea en geschiedoefening in de provincie Gelderland, oftewel Gelders erfgoed bedacht en wordt met ruim 25 erfgoedinstellingen ontwikkeld (spelers).

85

Het project heeft als doel om erfgoedorganisaties te helpen bij de verkenning van nieuwe toepassingen voor een actieve beleving van cultureel erfgoed binnen en buiten de muren van de organisatie. In twee jaar tijd wil men de huidige website mijngelderland.nl verder ontwikkelen en voorzien van de nieuwste technologische applicaties en historisch kaartmateriaal. Daarnaast wil men in samenwerking met de andere instellingen een lokaal verhaal ontwikkelen, waarvoor musea informatie over interessante plaatsen, oftewel ‘points of interests’ aanleveren. Over deze plaatsen worden 3D-foto’s en een panoramafilm gemaakt. Ook worden er in samenwerking met deelnemende musea historische reconstructies van landschappen en kastelen gemaakt en wordt er een erfgoedspel ontwikkeld dat via mobiele apparaten op de website kan worden gespeeld (beoogde vorm).

86

Samenwerking en argumenten Gelders Erfgoed werkt in samenwerking met 29 Gelderse musea (spelers), verenigd in de Collectie Gelderland, aan het Beleef mijn Gelderland project. De deelnemende instellingen produceren per organisatie 20 tot 50 interessante historische plaatsen uit de omgeving en leveren hierover informatie aan (proces). Door de omvang van het samenwerkingsverband is het mogelijk om een samenhangend verhaal over verschillende objecten te vertellen. Hierdoor kunnen verbanden worden gelegd tussen voorwerpen en verhalen die in culturele erfgoedinstellingen zijn te bezichtigen en de omgeving buiten de instelling waar de verhalen zich daadwerkelijk hebben afgespeeld (waardevolle kans). Beleef mijn Gelderland is ontstaan vanuit het cultuurbeleid van de provincie Gelderland. De provincie heeft als doel om een platform te ontwikkelen waarop informatie over de regio kan worden geraadpleegd. Daarnaast wil men inspelen op het aspect beleving, en het draagvlak vergroten door de huidige website uit te bouwen en te vernieuwen. Hiermee kan de interesse voor cultureel erfgoed voor bewoners en bezoekers worden verbeterd en versterkt. Aan dit project werken 14 deelnemende musea uit de Collectie Gelderland mee, en na afronding van het project 1000 erfgoedinstellingen, waaronder de Provincie Gelderland, het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme en het Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

87

Belangen en doelstellingen De belangen van de partijen zijn om in brede context het historische materiaal van het Gelders erfgoed te ontsluiten (organisatiebelangen). Door het project de komende jaren uit te bouwen, hoopt men 250.000 extra bezoekers en 1,65 miljoen euro aan extra bestedingen via bezoekers en gebruikers van het Historisch netwerk en de website te verkrijgen.

88

Het samenwerkingsverband heeft als doelstelling om een actieve inbreng van de gebruikers te genereren en een actieve community te creëren tussen de museale instelling (de kenners) en de gebruikers en verzamelaars van de museale voorwerpen. Beleef mijn Gelderland wil erfgoedorganisaties ondersteunen bij het verkennen van nieuwe toepassingen voor een actieve beleving van erfgoed, die toepasbaar binnen educatie en cultuurtoerisme is (organisatiebelangen). De kennis en ervaring van nieuwe media en ontwikkelde producten kunnen inzetbaar zijn binnen de erfgoedinstellingen. Daarom worden de toepassingen zodanig ontwikkeld dat instellingen ook in een later stadium bij het project kunnen aanhaken.

85 http://www.gelderserfgoed.nl/ (geraadpleegd 03-04-2012) 86 http://www.gelderserfgoed.nl/projecten.php (geraadpleegd 03-04-2012) 87 http://www.gelderserfgoed.nl/projecten.php (geraadpleegd 03-04-2012) 88 http://www.rbtkan.nl/projecten/historisch-belevenis-netwerk (geraadpleegd 03-04-2012)

Page 43: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

42

Sylvana Bol - 608027

2.5.4 Bibliotheken

Projectomschrijving De Koninklijke bibliotheek (KB) (speler) is in 2010 een samenwerkingsverband met Google (speler) aangegaan met als doel het digitaal toegankelijk maken van 160.000 boeken uit de collectie van de bibliotheek. De boeken zijn via Google Books, een initiatief van Google, voor publiek gratis digitaal toegankelijk en worden door Google gedigitaliseerd. De collectie bevat historische, juridische en maatschappelijke literatuur uit de 18

e en 19

e eeuw

waar geen auteursrecht op rust en van belang zijn voor onderzoek door wetenschappers, onderzoekers en studenten (beoogde vorm). Samenwerking en argumenten Het samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Bibliotheek (KB) en Google vormt onderdeel van een strategie van de KB om deze doelstelling te realiseren en dient als aanvulling op de huidige digitaliseringsactiviteiten(organisatiebelang). Een belangrijk argument voor de bibliotheek was dat men in het bezit is van een collectie die binnen de eigen organisatie moeilijk kan worden gedigitaliseerd en het vermogen van Google om dit te kunnen bewerkstelligen (proces).

89 Vanuit het perspectief van Google valt dit te

onderbouwen doordat Google literatuur toegankelijk wil maken maar geen eigen collectie heeft. Door de gemeenschappelijke belangen samen te brengen, kon een gezamenlijk doel worden gerealiseerd, namelijk het duurzaam en in brede context digitaliseren van (erfgoed)content (context). Kort samengevat kunnen de motieven voor samenwerking volgens Bas Savenije (2010), algemeen directeur van de KB, als volgt worden onderbouwd:

De samenwerking met Google geeft ons de unieke kans om het digitaliseringsproces te versnellen, de vindbaarheid van onze collectie te vergroten en te zorgen voor optimale toegang tot, en gebruik van een unieke verzameling van wetenschappelijke, juridische en maatschappelijke werken uit de 18e en 19e eeuw.

90

Belangen en doelstellingen De doelstelling van het samenwerkingsverband is om literatuuronderzoekers de mogelijkheid te bieden om content digitaal doorzoekbaar te maken. Daarnaast richt het samenwerkingsverband zich op personen die familieonderzoek willen verrichten, en studenten die op zoek zijn naar onderzoeksbronnen en op deze manier materiaal gratis digitaal kunnen raadplegen. Een andere doelstelling van de samenwerking was om het voor gebruikers inzichtelijk te maken om bronnen op woordniveau doorzoekbaar te maken. In samenwerking met Google Books kon dit worden gerealiseerd. De samenwerking met Google is onderdeel van een digitaliseringsproject waarin alle Nederlandse boeken, kranten en tijdschriften vanaf 1470 digitaal kunnen worden ontsloten. De Koninklijke bibliotheek heeft twee belangrijke doelen bij haar samenwerking: het voor in de eeuwigheid bewaren van boeken en zoveel mogelijk content digitaal beschikbaar stellen. Zonder een samenwerkingsverband had men dit binnen de eigen organisatie moeilijk kunnen realiseren.

91

2.5.5 Archeologie

Projectomschrijving Connecting Archaeology and Architecture (CARARE) is een Europees digitaal infrastructuur project om materiaal uit archieven, musea en andere erfgoedinstellingen beter toegankelijk te maken via de website Europeana. Doordat men binnen Europeana een gebrek aan content uit monumenten, architectuur en archeologie heeft, wordt dit via het CARARE project aangevuld. In samenwerking met 29 instellingen en organisaties worden objecten uit bovengenoemde categorieën digitaal toegankelijk gemaakt. De bedoeling van het project is dat nationale databanken en archieven met digitaal materiaal worden verbonden aan Europeana en zij via het Europeana portaal content toegankelijk maken.

89 Correspondentie met de Koninklijke Bibliotheek 90 http://www.kb.nl/nieuws/2010/google.html (geraadpleegd 03-04-2012) 91 Ibidem

Page 44: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

43

Sylvana Bol - 608027

Op het gebied van samenwerking is Data Archiving and Networked Services (DANS) ten aanzien van het CARARE project een belangrijke partner van Europeana. DANS, een instituut van KNAW en NWO, bevordert de duurzame toegang tot digitale onderzoeksgegevens. Hiertoe stimuleert DANS dat wetenschappelijke onderzoekers gegevens duurzaam archiveren en hergebruiken, bijvoorbeeld via het online archiveringssysteem EASY. Tevens biedt DANS met Narcis.nl toegang tot duizenden wetenschappelijke datasets, e-publicaties en andere onderzoeksinformatie in Nederland. Gedreven door data zorgt DANS er met zijn dienstverlening en deelname in (inter)nationale projecten en netwerken voor dat de toegang tot digitale onderzoeksgegevens verder verbetert. Eén van de projecten waar DANS actief in is, is het CARARE project. Met het CARARE project wil DANS archeologische publicaties en data voor een breed publiek toegankelijk maken en werkt hierbij samen met Europeana. Samenwerking en argumenten CARARE wordt in samenwerking met Europese erfgoedinstellingen gerealiseerd en heeft als doel om 2 miljoen objecten op het gebied van archeologie, architectuur en monumenten te ontsluiten. Naast data-archieven zijn diverse culturele instellingen en archeologische musea bij het initiatief betrokken. Zij maken het mogelijk dat content voor commercieel, toeristisch of wetenschappelijk gebruik kan worden geraadpleegd.

92

Omdat opgravingsgegevens 10 jaar geleden nauwelijks werden gearchiveerd en gedigitaliseerd, hebben archeologen in samenwerking met DANS hier verandering in aangebracht. Dit werd onder de slogan ‘De digitale archeologie heeft een digitaal geheugen nodig’ gedaan. De samenwerking vanuit DANS is ontstaan vanuit het feit dat men binnen de sector behoefte heeft aan (digitale) plaatsen waar archeologische beschrijvingen kunnen worden geraadpleegd. Door gegevens te verzamelen en via het Europeana portaal te verspreiden, kunnen bijvoorbeeld wetenschappers en docenten maar ook studenten en andere geïnteresseerden gebruik maken van deze gegevens.

93

Belangen en doelstellingen De doelstelling van de samenwerking voor Europeana is om archeologische content digitaal te ontsluiten en voor DANS is het een mogelijkheid om op een duurzame manier content voor een breder publiek toegankelijk te maken. De samenwerking maakt dit voor beide partijen mogelijk.

94

2.6 Erfgoedinitiatieven nader verklaard

In paragraaf 2.5 is een omschrijving gegeven van de samenwerkingsverbanden op digitaal gebied tussen erfgoedorganisaties, ingedeeld op sectoraal niveau. De projecten zijn op basis van hun organisatie, argumenten voor samenwerking en belangen en doelstellingen ten aanzien hiervan omschreven. Door een beeld te schetsen van de verschillende samenwerkingsverbanden, dient een overzicht te worden gegeven van de verschillende manieren van samenwerking binnen de erfgoedsector. Ter aansluiting op paragraaf 2.5 staan in deze paragraaf de (potentiële) samenwerkingsverbanden van If then is now, Stichting Kennisland en Stichting DEN centraal. Aangezien de initiatieven in grootte, deelnemers en samenwerkingspartners verschillen, is ervoor gekozen om de initiatieven allen op een andere manier te onderzoeken. If then is now is op basis van interviews en een enquête onder de deelnemers van de bijeenkomsten onderzocht, Kennisland door middel van een interview en haar digitale communicatieplatform en Digitaal Erfgoed Nederland met behulp van correspondentie en publicaties en onderzoeksresultaten rondom netwerken, samenwerking en digitalisatie.

2.6.1 If then is now

Onderzoeksmethode

92 http://www.edna.nl/carare.html (geraadpleegd 22-05-2012)

93 Data Archiving Networked Services, DANS op zoek naar archeologische publicaties en data (Den Haag 2012) 2-4

94 Zie bijlage D: interview Hella Hollander, coördinator e-depot Nederlandse Archeologie

Page 45: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

44

Sylvana Bol - 608027

Het netwerk van If then is now is op basis van interviews met de organisatoren van de Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten en een enquête onder de deelnemers onderzocht. De bijeenkomst is door 50 deelnemers bezocht en op de enquête hebben 12 deelnemers gereageerd. De enquête is in de bijlagen F en G opgenomen en gepubliceerd via de website www.thesistools.nl. De enquête heeft 1 maand online gestaan (van 1 maart tot 1 april).

Page 46: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

45

Sylvana Bol - 608027

Daarnaast is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van website informatie over achtergronden en theorieën van If then is now en is er door deelname aan de Locatie+Beleving bijeenkomsten informatie verkregen over hoe men over netwerkbijeenkomsten denkt en welke motieven zij voor een deelname hebben. Tot slot is gebruik gemaakt van literatuur over netwerken, samenwerking en digitalisatie op het gebied van erfgoed. Waarom netwerken De afgelopen jaren hebben verschillende erfgoedinstellingen onderzocht op welke manier men binnen de organisatie aan netwerkvorming doet. Veelal speelt het begrip samenwerking hierbij een belangrijke rol. Samenwerking heeft als doel om informatie te verzamelen en expertise te delen en vormt binnen een netwerkbijeenkomst een belangrijk instrument om een netwerk te verbreden.

95

Organisatoren Samenwerking speelt binnen de Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten een belangrijke rol en vormt één van de uitgangspunten van het netwerk. Het idee voor een netwerk is ontstaan vanuit de vraag van If then is now naar feedback op haar nog te ontwikkelen erfgoedplatform voor cultuurtoeristen. Door het organiseren van netwerkbijeenkomsten wil men de erfgoedsector kennis laten maken met haar erfgoedproject en op deze manier naamsbekendheid genereren. Via deelnemers hoopt If then is now kennis omtrent gemeenschappelijke vraagstukken rondom het digitaliseren van erfgoedinformatie helder te krijgen en op de bijeenkomsten met deelnemers te bespreken op welke manier zij met het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie omgaan.

96

Deelnemers De Locatie+Beleving bijeenkomsten hebben als doel om kennis en naamsbekendheid te realiseren en feedback op het digitale erfgoedproject van If then is now te verkrijgen. Omdat netwerkbijeenkomsten gebaseerd zijn op het uitwisselen van informatie, dient een bijeenkomst ook door deelnemers als waardevol te kunnen worden beschouwd. Uit een enquêteonderzoek onder deelnemers van de Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten, is gebleken dat participanten verschillende motieven hebben om deel te nemen aan een bijeenkomst van If then is now 58,33% bezoekt netwerkbijeenkomsten om kennis voor zijn of haar vakgebied te vergaren, 33,33% vanwege een interessant thema en 8,33% omdat de instelling waarvoor men werkzaam is, dit graag wil. Door het bezoeken van netwerkbijeenkomsten hopen deelnemers van de Locatie+Beleving bijeenkomsten waardevolle informatie rondom een themaonderwerp te verkrijgen, contacten op te bouwen en gemeenschappelijke vraagstukken rondom erfgoed digitalisatie met elkaar te delen.

97

Samenwerking Het Locatie+Beleving netwerk is een samenwerkingsverband tussen If then is now en Erfgoed 2.0 De samenwerking is ontstaan vanuit de behoefte van If then is now om vijf netwerkbijeenkomsten te organiseren, met als doel kennis en naamsbekendheid voor het potentiële digitale erfgoedplatform verkrijgen. Daarnaast wil If then is now via de bijeenkomsten feedback op haar format verwerven en de input van deelnemers gebruiken om een helder en bruikbaar platform voor cultuurtoeristen te ontwikkelen.

98

Erfgoed 2.0 is als kennisnetwerk voor professionals in de erfgoedsector, media en creatieve industrie in staat om Locatie+Beleving deelnemers te voorzien van verdiepende informatie over themaonderwerpen.

99 De

samenwerking is enerzijds gericht op de erfgoedsector kennis laten maken met het project van If then is now, en anderzijds de deelnemers van informatie over de behandelde thema’s voorzien en gezamenlijk helder te krijgen welke problemen er rondom deze thema’s binnen de eigen instellingen leven en op welke manier men dit binnen de organisatie probeert op te lossen.

100

95 Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed Prisma publicatie (Brussel 2011) 4 96 Zie bijlage B:interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, If then is now 97 Enquête onder deelnemers Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten (geraadpleegd 01-03-2012) 98 Zie bijlage B: interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, If then is now 99 http://erfgoed20.wordpress.com/about-2/ (geraadpleegd 14-04-2012) 100 Zie bijlage C: interview met Theo Meereboer, Oprichter Erfgoed 2.0

Page 47: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

46

Sylvana Bol - 608027

Themaonderwerpen De Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten zijn opgebouwd uit vijf thema’s. Dit zijn Erfgoed en Toerisme, Locatieve Media, Verdienmodellen, Sociale Media en Vrijwilligers.

101

Erfgoed en Toerisme De onderwerpen erfgoed en toerisme spelen een belangrijke rol voor If then is now. Omdat deze onderwerpen van toepassing op het te ontwikkelen erfgoedplatform zijn, is ervoor gekozen om deze onderwerpen in een van de bijeenkomsten te belichten. Tijdens de bijeenkomst werd besproken op welke manier de initiatiefnemers van If then is now het beste een koppeling tussen erfgoed en toerisme konden maken, waardoor de content op hun potentiële platform optimaal kan worden geconsumeerd. Daarnaast werd met deelnemers besproken of zij momenteel met een project op dit gebied bezig waren en zijn er tips uitgewisseld met betrekking tot het koppelen van erfgoed en toerisme ten aanzien van een digitaal erfgoedproject. Verdienmodellen Verdienmodellen spelen bij alle erfgoedinitiatieven op het gebied van netwerkbijeenkomsten een belangrijke rol. De bezuinigingen sporen organisaties aan om eigen geld te verdienen en veel instellingen weten niet goed op welke manier zij hiermee om moeten gaan. Op de netwerkbijeenkomsten van If then is now werd dit onderwerp besproken en werd met deelnemers uitgewisseld op welke manier er eigen geld kan worden verdiend. Ook werden de verdienmodellen die uit andere netwerkbijeenkomsten naar voren zijn gekomen behandeld, zoals het Business Model Innovatie, waarover in hoofdstuk vier meer wordt verteld. Sociale Media Nieuwe (sociale) media spelen momenteel een belangrijke rol bij het uitwisselen van informatie. Ook erfgoedinstellingen kunnen hier gebruik van maken. Binnen de netwerkbijeenkomsten werd besproken op welke manier men binnen de eigen organisatie omgaat met sociale media en op welke manier de media worden ingezet om informatie met elkaar en het erfgoedpubliek te delen. Daarnaast werden door de organisatie van de bijeenkomsten informatie en tips gegeven met betrekking tot het gebruik van sociale media binnen de eigen organisatie. Vrijwilligers Vrijwilligers spelen een belangrijke rol bij het toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Tijdens de bijeenkomsten heeft men informatie uitgewisseld over op welke manier men vrijwilligers binnen eigen projecten inzet en werd er informatie uitgewisseld aan deelnemers over op welke manier zij dit het beste kunnen doen. Uit enquêteonderzoek onder de deelnemers van If then is now is gebleken dat men de meeste interesse heeft in Verdienmodellen (41,67%), Vrijwilligers (41,67%) en Erfgoed en Toerisme (8,33%) en het minst interesse heeft in Contextualisering (0%).

102

De onderwerpen spelen in op de behoeften van de deelnemers. Uit onderzoek van FARO (2011) naar de deelname van erfgoedprofessionals aan netwerkbijeenkomsten is gebleken dat de motivatie voor deelname aan netwerkbijeenkomsten niet alleen betrekking heeft op het onderwerp, maar ook of deelname een meerwaarde biedt aan de bijeenkomst. Men bezoekt een netwerkbijeenkomst wanneer er een meerwaarde wordt geboden waarin hij of zij zich kan herkennen. Het netwerk dient aan te sluiten bij de kerndoelen van erfgoedinstellingen en in het bevredigen van behoeften. Door in te spelen op actuele thema’s en kennis met deelnemers te delen kunnen door If then is now en Erfgoed 2.0 aan zowel de eigen doelstellingen, als aan de doelstellingen van de deelnemers kunnen worden voldaan.

103

101 Heling, M. Community plan If then is now (Amsterdam 2011) 2-16 102 Enquête onder deelnemers Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten (geraadpleegd 01-03-2012) 103 Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed Prisma publicatie (Brussel 2011) 4

Page 48: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

47

Sylvana Bol - 608027

Doel netwerken De doelstelling van de netwerkbijeenkomsten is om kennis te creëren en te verspreiden. Enerzijds wordt kennis gecreëerd door deelnemers feedback op het digitale platform van If then is now te laten geven en anderzijds door kennis en expertise met elkaar rondom digitaal erfgoed te delen. Dit wordt gedaan door gemeenschappelijke knelpunten ten aanzien van erfgoed digitalisatie met elkaar te bespreken en van elkaar helder te krijgen hoe men hier binnen de eigen organisatie mee omgaat. Naast kennis creëren heeft het netwerk als doel om kennis te verspreiden. Dit wordt gedaan door aan de hand van themaonderwerpen elkaars projecten te bespreken en gemeenschappelijke successen en complicaties helder te krijgen. De resultaten hiervan kunnen dienen als inspiratiebron voor het eigen project. Ook wordt kennis verspreid door Erfgoed 2.0 en If then is now informatie te laten geven over de themaonderwerpen en deelnemers tips mee te geven, zodat de deelnemers van kennis kunnen worden voorzien.

104

Potentiële samenwerkingspartners Uit een interview met de organisatoren van Locatie+Beleving is gebleken dat er geen behoefte is aan samenwerkingspartners op het gebied van de netwerkbijeenkomsten. De organisatie wil het netwerk kleinschalig houden, en heeft enkel de ambitie om met deelnemers uit de erfgoedsector samen te werken. Voor het digitale erfgoedproject van If then is now is wel behoefte aan samenwerking. Voor het digitale erfgoedplatform wil If then is now een samenwerking met het publiek, collega-erfgoedinstellingen en verwante sectoren aangaan. If then is now wil door middel van samenwerking met het publiek realiseren dat zij erfgoedcontent via het platform gaat ontsluiten. De collega-instellingen zijn om nodig materiaal uit de eigen instelling toegankelijk te maken en door te verwijzen naar de eigen website. Tot slot is een samenwerkingsverband met verwante sectoren noodzakelijk, in dit geval het toerisme, omdat de website voor cultuurtoeristen wordt ontwikkeld en de toerismesector via eigen reiswebsites informatie over reizen in de buurt van een erfgoedlocatie kunnen aanbieden.

105

2.6.2 Digitaal Erfgoed Nederland

Onderzoeksmethode Het netwerk van Digitaal Erfgoed Nederland, namelijk Digital Strategies For Heritage (DISH) is op basis van correspondentie met de organisatoren en deelnemers onderzocht. De bijeenkomsten van DISH uit 2011 zijn als uitgangspunt voor deze scriptie genomen, omdat zij het meest actueel is. Daarnaast is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van website informatie over achtergronden en theorieën van Stichting DEN en Erfgoed Nederland en is er via publicaties van beiden instellingen informatie verkregen over hoe men over netwerkbijeenkomsten denkt en welke motieven zij voor een deelname hebben. Tot slot is gebruik gemaakt van literatuur over netwerken, samenwerking en digitalisatie op het gebied van erfgoed. Waarom netwerken Organisatoren DISH is een internationale, tweejaarlijkse erfgoedconferentie over vernieuwingen binnen de culturele sector. De conferentie is ontstaan vanuit de informatiebehoefte van erfgoedprofessionals naar innovaties binnen het cultureel erfgoedveld. De bijeenkomsten gaan in op de vernieuwing van digitaal erfgoed en strategieën die erfgoedinstellingen hierop kunnen toepassen. Erfgoedinstellingen worden steeds meer gedwongen om keuzes ten aanzien van digitaal erfgoed rondom hun activiteiten en diensten te maken. Via de conferentie willen DEN en Erfgoed Nederland erfgoedprofessionals en vernieuwers binnen de cultuursector kennis met elkaar laten delen, gastsprekers van vernieuwende erfgoedprojecten aan het woord laten en diverse workshops organiseren. Hiermee draagt de organisatie bij aan de eigen doelstellingen door op (inter)nationaal gebied als vraagbaken voor digitaal erfgoed binnen de erfgoedsector te functioneren.

106

104 www.plaatsenvanbetekenis.nl/doelstellingen (geraadpleegd 20-05-2012) 105 Zie bijlage B: interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, If then is now 106 http://www.dish2011.nl/ (geraadpleegd 01-03-2012)

Page 49: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

48

Sylvana Bol - 608027

Deelnemers De organisatie speelt in op de wensen en behoeften van deelnemers, door diverse lezingen, workshops, debatten, discussies en netwerkactiviteiten te organiseren. De deelnemers nemen deel aan de conferentie uit twee overwegingen, namelijk kennis vergaren en netwerken. Aangezien DISH een verscheidenheid aan digitale erfgoedinformatie biedt, vormt een bezoek voor deelnemers een goede aangelegenheid om kennis op te doen en door middel van lezingen en workshops meer over een onderwerp te weten te komen. Naast kennis opdoen, vormt de conferentie voor de gebruiker de ideale plek om te netwerken met collega’s uit andere erfgoedinstellingen.

107

Samenwerking DISH is een samenwerkingsverband van Digitaal Erfgoed Nederland en Erfgoed Nederland. De samenwerking is ontstaan vanuit de expertise van beiden organisaties op het gebied van digitaal erfgoed. Daarnaast worden zij gezien als de belangrijkste kenniscentra ten aanzien van digitaal erfgoed en bezitten zij de middelen om een conferentie te organiseren.

108

Themaonderwerpen De conferentie van Digital Strategies For Heritage bestaat uit vier thema’s. Dit zijn Business for Heritage, Crowdsourcing and Co-creation, Institutional Change en Building a new public space. De motivatie voor deze thema’s komt voort uit de behoefte vanuit de erfgoedsector naar informatie over deze vier onderwerpen.

109

Business for Heritage Vanwege de stimulatie voor cultureel ondernemerschap door de overheid, is het voor de erfgoedsector van belang om probleemsituaties zakelijker te benaderen. Business for Heritage biedt als themaonderwerp informatie en inspiratie om methodes te ontwikkelen voor het museummanagement om haar ondernemingsvaardigheden te ontwikkelen. Tijdens de DISH conferentie werd uitgelegd op welke manier erfgoedinstellingen waarde aan de maatschappij kunnen meegeven door middel van cultureel ondernemerschap. Crowdsourcing and Co-creation Binnen dit themaonderwerp werd uitgelegd op welke manier het publiek binnen een netwerksamenleving kan worden gemanaged. De samenleving is steeds belangrijker op het gebied van het beleid van erfgoedinstellingen en de producten en diensten die zij leveren. Hierdoor wordt het managen van kennis net zo belangrijk als het managen van erfgoedcollecties. Institutional change Het derde thema van de conferentie was Institutional change en had betrekking op de digitalisering van de maatschappij. Door de digitalisering van de maatschappij verwacht het publiek dat erfgoedinstellingen hier even actief mee zijn als zijzelf. Op welke manier kunnen instellingen nieuwe taken ontwikkelen die een gevolg zijn van de verschuiving van fysiek naar digitaal? En hoe kan er door erfgoedinstellingen succesvol op nieuwe veranderingen worden ingespeeld? Tijdens de DISH conferentie waren er diverse gastsprekers die op dit onderwerp inspeelden en waren er verschillende workshops omtrent institutional change. Building a new public space Erfgoedinstellingen hebben vaak te maken met spanningen tussen de wensen van beleidsmakers en de behoeften van het publiek. De strategieën zijn veelal op beleidsdoelstellingen gericht, en minder op gebruikers van erfgoed. De relatie tussen beleidsontwikkeling en digitale strategieën van instellingen is hierdoor een belangrijk onderwerp. De Europese beleidsdoelstellingen zijn een belangrijke factor, maar dienen zij wel de belangen van erfgoedinstellingen? Verschillende workshops op de conferentie speelden op dit onderwerp in en deelden met erfgoedprofessionals informatie over dit onderwerp.

107 http://www.dish2011.nl/ (geraadpleegd 01-03-2012) De website www.dish2011.nl is tijdens dit onderzoek offline gegaan. Omdat de website een belangrijke bijdrage aan dit onderzoek heeft geleverd, is ervoor gekozen de informatie hiervan alsnog in dit onderzoek te publiceren. 108 Correspondentie met Frans Hoving, Erfgoed Nederland 109 Ibidem

Page 50: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

49

Sylvana Bol - 608027

Doel netwerken Het doel van de netwerkbijeenkomsten van DISH is om erfgoedprofessionals informatie en middelen te bieden over de omgang met digitale erfgoedinformatie. Door een tweejaarlijkse bijeenkomst te organiseren, kunnen deelnemers worden voorzien van informatie op het gebied van knelpunten waar niet alleen de sector, maar ook diverse erfgoedinstellingen mee te maken hebben. Door een bijeenkomst te organiseren waar gastsprekers over deze punten vertellen en door middel van workshops deelnemers informatie aan te bieden die zij op digitaal gebied binnen de eigen organisatie kunnen inzetten, wil het initiatief de erfgoedsector van meer kennis op digitaal gebied voorzien en hen helpen bij het oplossen van problemen en gemeenschappelijke standaarden aanbieden.

110

Potentiële samenwerkingspartners Na schriftelijke correspondentie met een van de organisatoren van de DISH, is gebleken dat er wel behoefte is aan nieuwe samenwerkingspartners in de vorm van gastsprekers en erfgoedprofessionals die workshops op de bijeenkomsten willen organiseren. Aangezien mede organisator Erfgoed Nederland dit jaar stopt met de werkzaamheden en hierdoor geen medeorganisator van DISH meer zal zijn, zal er wel op zoek worden gegaan naar een andere samenwerkingspartner. Over een nieuwe samenwerkingspartner kan de organisatie nog niets zeggen.

111

2.6.3 Kennisland

Onderzoeksmethode Het netwerk van Stichting Kennisland (Innovators Netwerk Erfgoedsector) is met behulp van interviews met de organisatoren en deelnemers van het netwerk onderzocht. Daarnaast is gebruik gemaakt van de informatie op het gemeenschappelijke digitale communicatieplatform ‘Meetup’ en is door middel van literatuuronderzoek onderzocht hoe het netwerk is ontstaan en welke toegevoegde waarde zij aan de erfgoedsector op het gebied van digitalisatie biedt. Tot slot is gebruik gemaakt van publicaties van Kennisland en samenwerkende erfgoedinstellingen. Waarom netwerken Organisatoren In 2010 is Stichting Kennisland van start gegaan met Innovators Netwerk Erfgoedsector, oftewel het INE netwerk. Het netwerk is ontstaan vanuit het samenwerkingsverband tussen Kennisland en het project Beelden voor de Toekomst. Binnen dit project kampte men met problemen op het gebied van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Naar aanleiding van deze problemen startte Kennisland een onderzoek onder Nederlandse erfgoedprofessionals en kwam uit deze gesprekken naar voren dat het innovatief vermogen binnen de erfgoedsector meer versterkt zou kunnen worden. Vooral op het gebied van het digitale publieke domein was een behoefte aan vernieuwend vermogen. Naar aanleiding van deze resultaten, startte Kennisland in samenwerking met Beelden voor de Toekomst de INE netwerkbijeenkomsten. Binnen het netwerk bundelen erfgoedprofessionals en vernieuwers binnen de erfgoedsector de krachten en heeft het netwerk als doel om het vernieuwend vermogen binnen de erfgoedsector te versterken.

112

Deelnemers De deelnemers spelen binnen het Innovators Netwerk een belangrijke rol. De eerste deelnemers zijn via gesprekken met de organisatoren benaderd en geselecteerd op basis van hun vernieuwende ideeën en projecten binnen de erfgoedsector. De andere deelnemers zijn via een inschrijving op de websites van Kennisland en Beelden voor de Toekomst bij het netwerk gekomen. Een belangrijk uitgangspunt van de organisatie is dat het netwerk concrete en praktijkgerichte informatie aanbied, waarmee deelnemers vervolgens zelf binnen de eigen organisatie mee aan de slag kunnen. Het aanbieden van kennis en informatie en de mogelijkheid tot netwerken met een selecte groep erfgoedprofessionals was voor veel deelnemers een motivatie om deel te nemen aan het netwerk.

110 Correspondentie Robbert Gillissen, senior kwaliteitsmedewerker Stichting DEN 111 Correspondentie Frans Hoving, Erfgoed Nederland 112 http://www.kennnisland.nl/projecten (geraadpleegd 20-05-2012)

Page 51: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

50

Sylvana Bol - 608027

Een andere reden voor deelname was het feit dat het netwerk uitgaat van de individuele deelnemer en men hierdoor niet voor of namens een organisatie hoeft te spreken. Dit geeft deelnemers de mogelijkheid om vrijuit over vraagstukken binnen de erfgoedsector te praten.

113

Samenwerken Het netwerk is een initiatief van Stichting Kennisland en wordt mede mogelijk gemaakt door Beelden voor de Toekomst. De samenwerking tussen beiden partijen is ontstaan vanuit de gemeenschappelijke behoefte aan innovatieve oplossingen ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Aangezien veel erfgoedinstellingen een gebrek aan budget, kennis en expertise op dit gebied hebben, is besloten om een samenwerkingsverband aan te gaan en met deelnemers tot gemeenschappelijke ideeën te komen op het gebied van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie en bijpassende methodes en initiatieven te ontwikkelen die dit proces kunnen vergemakkelijken.

114

Themaonderwerpen De themaonderwerpen van het netwerk worden aangedragen door de deelnemers. De onderwerpen dienen actueel binnen de erfgoedsector te zijn en voor alle deelnemers waardevol te zijn. Enkele voorbeelden van themaonderwerpen die tijdens de bijeenkomsten zijn besproken zijn Mobiele technologie, Samenwerken met 1.0 collega’s, Google Analytics en Crowdsourcing.

115

Mobiele technologie Mobiele technologie is een verzamelnaam voor verschillende types van mobiele communicatie technologie. Hierbij kan worden gedacht aan tablets, computers en mobiele telefoons. Binnen het INE netwerk speelt men op dit onderwerp in door de bijeenkomst te beginnen met een tour door een museum of archief met behulp van mobiele technologie en vervolgens gezamenlijk het onderwerp te bespreken en nieuwe initiatieven ten aanzien van het onderwerp te ontwikkelen. Hierbij kan worden gedacht aan een App voor een tablet. Samenwerken met 1.0 collega’s De term samenwerken met 1.0 collega’s verwijst naar het samenwerken met instellingen die behoudend zijn met het uitwisselen van gegevens met collega-instellingen en oude technieken gebruiken. Op de bijeenkomst over samenwerken heeft het netwerk nieuwe mediatoepassingen rondom tentoonstellingen in het Gemeentemuseum in Den Haag bedacht. Ook werd er een strategie bedacht om collega’s enthousiast voor deze toepassingen te maken. Hierdoor draagt praktijkgerichte samenwerking bij aan het verbeteren van het toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Google Analytics Google Analytics is een gratis dienst van Google om statistieken van een website te verzamelen en te weergeven. Binnen het netwerk werd ingegaan op de manier van omgang met Google Analytics binnen de eigen instelling en op welke manieren dit verbeterd zou kunnen worden. Crowdsourcing Crowdsourcing speelt een belangrijke rol bij de netwerkbijeenkomsten. Organisaties zijn geïnteresseerd in het feit op welke manier erfgoedpubliek kan en wil meewerken bij het beschikbaar maken van content. Door op bijeenkomsten dit onderwerp aan te halen, kan men met elkaar bespreken hoe organisaties hiermee omgaan en kunnen zij tips uitwisselen over hoe crowdsourcing een bijdrage kan leveren aan het toegankelijk maken van informatie binnen de erfgoedsector.

116

113 Zie bijlage A: interview met Nikki Timmermans, adviseur Stichting Nederland Kennisland 114 Ibidem 115 http://www.kennisland.nl/filter/projecten/innovators-netwerk-erfgoedsector (geraadpleegd 29-05-2012) 116 Onderzoek naar digitaal platform Meetup van het Innovators Netwerk Erfgoedsector (INE) over aantal deelnemers en informatie over themaonderwerpen (geraadpleegd 18-05-2012)

Page 52: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

51

Sylvana Bol - 608027

Doel netwerken Het doel van de netwerkbijeenkomsten is om gezamenlijk een visie te vormen, kennis te delen en nieuwe samenwerkingsverbanden binnen het erfgoedveld en met elkaar te realiseren. De bijeenkomsten zijn praktijkgericht, zodat men er altijd iets concreets uit kan halen. Het netwerk dient kleinschalig te zijn, heeft een informele sfeer en een betrokken groep professionals.

117

Potentiële samenwerkingspartners Het netwerk is voor een ieder die een bijdrage kan leveren aan vernieuwend vermogen binnen de erfgoedsector en werkzaam binnen de sector is. INE is niet op zoek naar potentiele samenwerkingspartners, maar wel naar deelnemers die een bijdrage aan het netwerk kunnen leveren.

118

117 Zie bijlage A: interview met Nikki Timmermans, adviseur Stichting Nederland Kennisland 118 http://www.kennisland.nl/filter/projecten/innovators-netwerk-erfgoedsector (geraadpleegd 29-05-2012)

Page 53: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

52

Sylvana Bol - 608027

2.7 Succesvol samenwerken

In de voorgaande paragrafen is een omschrijving gegeven van de definitie van samenwerking en welke samenwerkingsvormen door instellingen kunnen worden ingezet om gemeenschappelijke doeleinden te realiseren. Daarnaast is omschreven welke erfgoedinstellingen momenteel actief met samenwerking zijn, waarom zij samenwerken, welke belangen zij hierbij hebben en op welke manier zij betekenis geven aan het digitaliseren van erfgoedinformatie. In deze paragraaf volgt een overzicht met tips voor erfgoedinstellingen om succesvol te kunnen samenwerken. Deze tips heb ik, als onderzoeker, samengesteld en geformuleerd op basis van de publicatie succesvol samenwerken van organisatieadviesbureau Twynstra Gudde (2010).

Tip Toelichting Vergroot het vertrouwen Bouw vertrouwen op met een samenwerkende instelling en

bevestig dit continu. Het opbouwen van een vertrouwensband en een passende houding zijn van belang voor een goede samenwerking. Toon oprechte interesse, geef openheid van zaken en zorg voor een consistente betrouwbaarheid

Los conflicten op Voorkom tijdig conflicten en los deze zo snel mogelijk op. Veel samenwerkingsverbanden falen doordat men elkaar niet vertrouwd, wat veelal terug te voeren is op een voorgaand conflict. Praat problemen uit en zorg voor een heldere communicatie

Formuleer gemeenschappelijke doelstellingen Stel individuele en gemeenschappelijke doelstellingen op en formuleer hieruit gemeenschappelijke doelen. Wat wil men door middel van samenwerking bereiken? Hoe worden de doelstellingen verwezenlijkt? Welke resultaten komen hieruit voort?

Gebruik capaciteiten van organisaties Maak gebruik van de kennis en expertise uit beide organisaties. Maak helder over welke capaciteiten beiden partijen beschikken en verdeel deze over het project. Hierdoor zal men beter in staat zijn om een positief resultaat te behalen dan voorheen.

Neem voldoende tijd Om organisatiedoelen te verwezenlijken, moet voldoende tijd worden ingepland. Houd rekening met uitloop en niet nagekomen afspraken van de samenwerkende partij.

Figuur 9. Tips voor samenwerking

Kort gezegd, door gemeenschappelijke standpunten te formuleren en hierin elkaars belangen te benoemen, kunnen individuele waarden en normen gemeenschappelijk worden. Door het gezamenlijk belang zo groot mogelijk te maken, kunnen gemeenschappelijke doelstellingen worden gerealiseerd en langdurige samenwerkingsverbanden in stand worden gehouden.

2.8 Afsluiting

Gedreven vanuit individuele en organisatorische belangen gaan veel instellingen een samenwerkingsverband met een collega-instelling of verwante sector aan. Hierin worden gemeenschappelijke doeleinden ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie gerealiseerd. Om een succesvol en langdurig samenwerkingsverband aan te gaan, dienen gemeenschappelijke kennis en expertise optimaal te worden benut, gezamenlijke doelstellingen te worden geformuleerd en conflicten tijdig te worden opgelost. Wanneer met deze punten rekening wordt gehouden, kan een succesvol samenwerkingsverband worden gerealiseerd.

Page 54: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

53

Sylvana Bol - 608027

3. Nieuwe media

In hoofdstuk 1 is een globale omschrijving van de drie belangrijkste erfgoedinitiatieven ten aanzien van netwerkbijeenkomsten gegeven. In hoofdstuk twee is uiteengezet waarom samenwerking voor de erfgoedsector van belang is en welke samenwerkingsverbanden er op digitaal gebied tussen erfgoedinstellingen zijn. In hoofdstuk 3 staan de nieuwe media centraal en zijn tegenover het begrip ‘netwerken’ geplaatst. Het eerste deel van dit hoofdstuk behandelt het begrip nieuwe media, de ontstaansgeschiedenis en kenmerken. Daarnaast zijn er diverse onderdelen van nieuwe media belicht en is omschreven op welke manier de onderdelen een bijdrage kunnen leveren aan netwerkbijeenkomsten en bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. In het tweede deel van dit hoofdstuk is de Behoeftepiramide van social media & personal branding expert John Antonios belicht en is uiteengezet op welke manier deze behoeften kunnen bijdragen aan kennisdeling en samenwerking op het gebied van netwerkbijeenkomsten. Tot slot is middels een conclusie antwoord gegeven op de bijbehorende deelvraag van dit onderzoek, namelijk welke rol spelen nieuwe media in de netwerkbijeenkomsten?

3.1 Omschrijving en kenmerken nieuwe media

Nieuwe media Nieuwe media zijn communicatiemiddelen die worden gebruikt om op grote schaal informatie met anderen te kunnen delen. Zij verspreiden informatie en zijn het ambivalent van oude media. Nieuwe en oude media kunnen op verschillende manieren worden onderscheiden, zoals op fysieke basis (elektronische informatie tegenover bedrukt papier) of door woorden (geluid tegenover gedrukte tekst). De nieuwe media kunnen in vijf categorieën worden onderverdeeld. Dit zijn de computer, mobiele telefoon, virtual reality, internet en handhelds.

119

3.1.1 Ontstaansgeschiedenis nieuwe media

De afgelopen decennia zijn media een waardevol middel gebleken om verhalen aan anderen over te brengen en met elkaar te delen. De Grieken maakten gebruik van boodschappers te paard, de Egyptenaren hadden papyrusrollen en de indianen communiceerden door middel van rooksignalen. In de 17

e eeuw kwam het communicatieproces in een stroomversnelling en werd informatie door middel van

kranten op grote schaal voor publiek toegankelijk. Later kwamen hier de radio en televisie bij.120

In de jaren 90 kwam het internet in opkomst. In tegenstelling tot bovengenoemde ‘oude media’ werden dankzij het internet nieuwe media ontwikkeld. Zij werden met behulp van het World Wide web toegankelijk gemaakt.

121

Tegenwoordig zijn er diverse nieuwe media en kunnen zij met behulp van internet en andere communicatiesystemen worden geraadpleegd. Doordat zij allen via het internet kunnen worden bekeken, worden zij ook wel digitale media genoemd.

122 Onder digitale media vallen tevens digitale film en fotografie,

maar deze zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.

119 http://api.ning.com/files/*0rcJGoGIDELtfplYQcvhxeAgN-djZHUChLY*mVgbJeB*4jS0DVYZcpMA*halr6HoTu3SfZa4YMTgStCWiq43BkMSqzXhZnI/MichielvanIersel091007.pdf (geraadpleegd 30-05-2012) 120Bruins, R., Pinkster, B. Informatiemanagement (Amsterdam 2007) 121 Ibidem 122 Zie bijlage E: interview met Marjelle van Hoorn, projectmanager VSC

Page 55: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

54

Sylvana Bol - 608027

3.1.2 Kenmerken nieuwe media

De nieuwe media zijn verschillend van aard en hebben diverse kenmerken. Volgens auteur Hans van Driel (1999) in Internet en communicatie hebben nieuwe media twee belangrijke kenmerken en kunnen zij als volgt worden omschreven:

1. “Multimodaliteit: verschillende media zijn met elkaar verbonden en hebben dezelfde digitale code (enen en nullen). Beeld, tekst en geluid kunnen zo vastgelegd worden op hetzelfde schijfje.

2. Interactiviteit: hiervan is sprake indien bij de gebruiker zowel expliciet een mogelijkheid bestaat om te kiezen als een mogelijkheid om daadwerkelijk veranderingen aan te brengen.’’

123

Volgens Jon Dovey (2003), auteur van het boek New media, a critical introduction zijn er naast multimodaliteit en interactiviteit nog een aantal belangrijke kenmerken van nieuwe media. Dit zijn analoog en digitaal, hyper tekstueel, netwerken, virtueel en gesimuleerd. Om een goede omschrijving van de vijf kenmerken van nieuwe media te geven, zijn deze nieuwe media in deze paragraaf tegenover oude media geplaatst en is van beiden een omschrijving gegeven. Analoog versus digitaal Het verschil tussen oude en nieuwe media kan worden vergeleken met de begrippen analoog en digitaal. Analoge informatie kan enkel worden veranderd in analoge informatie, terwijl dit bij digitale informatie juist niet het geval is. Bij digitale informatie (nieuwe media) kunnen wel veranderingen worden ondergaan. De uitkomsten van analoge processen zijn onveranderlijk (fixed) en bij digitale media veranderlijk (flux). Een voorbeeld van analoge erfgoedinformatie is tekst in een museumcatalogus en op het gebied van digitale

informatie de catalogus op de website van de instelling.124

Hyper tekstueel Een hypertekst is een opschrift met verwijzingen die door een gebruiker direct kunnen worden aangeklikt. Door de verwijzing aan te klikken, kan er direct naar een specifiek stuk worden doorverwezen. Door het gebruik van een hypertekst wordt het lezen van een volledige tekst overbodig. De hyperlinks kunnen hierdoor de inhoud van een tekst vervangen. Het verschil tussen oude en nieuwe media hierin is dat bij oude media (kranten, tijdschriften) er door het gedrukte woord niet naar andere tekstdelen kan worden gelinkt. Dit kan alleen door verwijzingen worden gedaan. Bij nieuwe media is dit door middel van hyperlinks wel mogelijk. Het gebruik van hyperteksten vormt voor gebruikers van erfgoedinformatie een ideaal initiatief om teksten op een snelle manier doorzoekbaar te maken en de informatie voor eigen doeleinden te kunnen

gebruiken. 125

Netwerken Het begrip netwerken is op een interactieve manier verbonden met de kenmerken van nieuwe media. Dankzij nieuwe media zijn gebruikers in staat om met elkaar te communiceren en via sociale medianetwerken met elkaar informatie te delen en kennis uit te wisselen. In tegenstelling tot oude media kan er via dit medium geen netwerk worden opgebouwd. Dit komt doordat oude media enkel informatie met anderen delen, maar niet in discussie gaan over de informatiebehoefte van de gebruiker of kennis met hen willen uitwisselen. Dankzij het gebruik van nieuwe media, kunnen netwerken worden opgebouwd en kan er met elkaar over gebruikersbehoeften worden gecommuniceerd en kunnen erfgoedinstellingen dit gegeven toepassen bij organisatie strategieën ten aanzien van erfgoedcontent digitaal ontsluiten.

126

123 Van Driel, H. Internet en communicatie (z. pl. 1999) 8-32 124 Dovey, J.,Giddings,S. New media a critical introduction (tweede editie, New York 2009)13-43 125 http://www.handleidinghtml.nl/html/hyperlinks/hyperlinks01.html (geraadpleegd 19-05-2012) 126 Dovey, J.,Giddings,S. New media a critical introduction (tweede editie, New York 2009)13-43

Page 56: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

55

Sylvana Bol - 608027

Virtueel Het begrip virtueel kan als kenmerk van nieuwe media in de context van virtuele werkelijkheid worden geplaatst. Dit betekent dat via een computer gebruikers in een driedimensionale ervaring kunnen worden ondergedompeld en er op deze manier een digitale belevenis rondom een gebeurtenis kan worden ontwikkeld. Ten aanzien van nieuwe media kan hierbij worden gedacht aan het spelen van een virtueel computerspel of het bekijken van een online erfgoedcollectie met een 3D-bril. In tegenstelling tot nieuwe media spelen oude media nauwelijks in op virtuele werkelijkheid. Afgezien van films over dit begrip kan virtuele werkelijkheid niet worden gekoppeld aan oude media. Dit, doordat deze via computers kan worden beleefd en niet onder oude, maar onder nieuwe media vallen.

127

Gesimuleerd Een belangrijk kenmerk van nieuwe media is simulatie, oftewel het imiteren of representeren van de werkelijkheid. Volgens John Dovey (2003) New media, a critical introduction kan simulatie in drie categorieën worden onderverdeeld. Dit zijn postmodernistische, computer –en gamesimulatie. Postmodernistische simulatie heeft betrekking op een voorwerp dat alleen bestaat vanwege het signaal dat het afgeeft. Op erfgoedgebied kan hierbij worden gedacht aan een poster van een tentoonstelling langs de weg. De poster geeft het signaal ‘bezoek het museum’ af en wordt hierdoor ook wel hyperrealiteit genoemd. Een computersimulatie is een gebeurtenis waarbij een deel van de werkelijkheid wordt nagebootst door een computerprogramma. Een voorbeeld hiervan is het bekijken van een 3D-film in een museum. Gamesimulatie is het laatste onderwerp van simulatie en heeft niet direct betrekking op erfgoedinstellingen. Organisaties kunnen ervoor kiezen om in een tentoonstelling een game te plaatsen en deze door gebruikers te laten spelen.

128

3.2 Nieuwe sociale media

In de vorige paragraaf is een overzicht gegeven van het begrip nieuwe media, de ontstaansgeschiedenis en kenmerken. In deze paragraaf komen verschillende vormen van nieuwe media aan de orde die tevens onder de noemer nieuwe digitale media kunnen worden geschaard. Omdat dit onderzoek betrekking heeft op het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie, zijn in deze paragraaf alleen de digitale media behandeld die wellicht een bijdrage kunnen leveren aan een antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek, namelijk welke mogelijkheden bieden netwerkbijeenkomsten erfgoedorganisaties bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie? Daarnaast is omschreven op welke manier de verschillende digitale media een rol kunnen vervullen op netwerkbijeenkomsten. Sociale media Sociale media is een verzamelterm voor digitale web platforms waarop gebruikers (met geringe tussenkomst)van de redactie de content op het platform toegankelijk maken. Binnen sociale media staat de interactie tussen het publiek centraal en gaat men digitaal een dialoog met elkaar aan. Onder sociale media kunnen onder andere weblogs, microblogs, en social networking sites worden verstaan. Sociale media hebben als doel om de stem van het publiek te laten horen en een communicatieproces tussen gebruikers op gang te brengen. Sociale media beginnen veelal met communicatie, maar kunnen overgaan in vormen van samenwerking en correlatie.

129

3.2.1 Weblog

Een weblog is een persoonlijke website of pagina waarop informatie kan worden bijgehouden. De informatie heeft betrekking op gebeurtenissen die de gebruiker heeft meegemaakt en kunnen met het publiek worden gedeeld. Een weblog is geschikt voor gebruikers die informatie willen verspreiden en met elkaar willen discussiëren. Het online medium wordt gebruikt om reisverslagen te delen of de ontwikkelingen rondom een specifiek onderwerp toe te lichten.

127 Ibidem. 128 Ibidem. 129 Blom, E. Handboek communities ;de kracht van sociale netwerken (z. pl. 2009) 26-27

Page 57: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

56

Sylvana Bol - 608027

Op een weblog zijn naast teksten ook foto –en videomateriaal te raadplegen. Daarnaast kunnen op een weblog berichten worden gepost en is er specifieke informatie rondom diverse thematische onderwerpen te vinden.

130

Gebruik door erfgoedinstellingen Een weblog kan door erfgoedinstellingen worden gebruikt om bezoekers op de hoogte te houden van de ontwikkelingen binnen de organisatie. Op deze manier brengt de instelling informatie naar de bezoekers, in plaats van hen informatie binnen de instelling aan te bieden. Ook kan een weblog worden ingezet om een (kleine) gebruikersgroep inspraak te geven in nieuwe producten of diensten van een instelling. Enkele voorbeelden hiervan zijn meedenken voor een nieuw tentoonstellingsconcept of het ontwerpen van een nieuw museumlogo. Erfgoedinstellingen kunnen door middel van een weblog producten en diensten beter op het publiek toespitsen en hiermee een grotere groep gebruikers bekend maken met haar ontwikkelingen binnen de museale muren. Gebruik door netwerken Onder de netwerkbijeenkomsten die voor dit onderzoek zijn onderzocht, is If then is now het enige erfgoedinitiatief met een eigen weblog. Op deze weblog worden de ontwikkelingen rondom het erfgoedinitiatief bijgehouden en worden er minimaal één keer per maand berichten geplaatst over discussies en andere gegevens rondom de bijeenkomsten en het erfgoedinitiatief. Het gebruik van een weblog vormt voor If then is now de ideale plaats om informatie met geïnteresseerden uit het erfgoedveld te delen en via hen reacties op het ontwikkelingsproces te vragen. Daarnaast kan men verder

discussiëren over de netwerkbijeenkomsten en hier vragen over stellen.131

3.2.2 Microblog

Een microblog is verwant aan een weblog en heeft als doel om met elkaar te discussiëren en gebruikers te informeren. Een microblog heeft in vergelijking met een weblog een kleinere opzet en beperkt zich in de berichten tot 140 tekens. De tekens kunnen worden gebruikt om berichten te plaatsen of hierop te reageren. Microblogs hebben als doel om op een snelle manier informatie toegankelijk te maken. Dit wordt deels door het minimale gebruik van tekens bewerkstelligt. Een bekend voorbeeld van een microblog is Twitter. Hierbij wordt gebruik gemaakt van korte berichten waarin een korte mededeling kan worden geplaatst. Door de korte teksten kunnen deze sneller worden gelezen en kan er ook op een snellere manier informatie met anderen worden gedeeld.

132

Gebruik door erfgoedinstellingen Microblogs kunnen evenals weblogs door erfgoedinstellingen worden toegepast om met het publiek te communiceren. Door een microblog te gebruiken kan een dialoog met het publiek worden aangegaan, en kan worden achterhaald aan welke informatie men behoefte heeft of welke informatie men juist mist. Door een maximum aantal leestekens hoeven erfgoedinstellingen weinig tekst te typen en kunnen zij op een snelle manier het publiek van informatie voorzien. Gebruik door netwerken De erfgoedinitiatieven ten aanzien van netwerkbijeenkomsten die voor dit onderzoek zijn onderzocht, zijn allen actief met microblogs. Het belangrijkste voorbeeld van een microblog waarmee de organisaties bekend zijn, is het sociale medium Twitter. If then is now heeft 485 volgers en 241 berichten, Kennisland heeft 1009 volgers

en 551 berichten en DEN heeft 2159 volgers en 1214 berichten. 133

Hieruit kan worden geconcludeerd dat

Stichting DEN op het gebied van Twitter het meest actief is en via dit medium het meest met de doelgroep communiceert. De instellingen gebruiken dit medium om met de doelgroep en gebruikers te communiceren en hen over de netwerkbijeenkomsten te bevragen.

130 http://www.thesocialmedianetwork.nl/blog.html (geraadpleegd 18-05-2012) 131 Zie bijlage B: interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, If then is now 132 http://www.thesocialmedianetwork.nl/microblog.html (geraadpleegd 28-05-2012) 133 Informatie over aantal volgers en berichten op website Twitter van de drie verschillende netwerken http://twitter.com/#!/ifthenisnow van If then is now, http://twitter.com/#!/Kennisland van Kennisland en http://twitter.com/#!/stichtingden van Stichting DEN. (geraadpleegd 28-05-2012)

Page 58: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

57

Sylvana Bol - 608027

Doordat via een digitaal medium sneller reacties kunnen worden verkregen en gebruikers op elk moment een reactie of vraag kunnen plaatsen, kunnen microblogs ten aanzien van netwerkbijeenkomsten en het digitaliseren van erfgoedinformatie een interessante rol spelen.

3.2.3 Sociale netwerken

Sociale netwerken zijn websites die ervoor zorgen dat gebruikers informatie met hun contacten kunnen delen en hen op de hoogte van activiteiten kunnen brengen. Sociale netwerken hebben als doel om profielinformatie met anderen te delen en kunnen in twee categorieën worden onderverdeeld. Dit zijn zakelijke en persoonlijke netwerken. Zakelijke netwerken worden gebruikt door personen die formele of zakelijke informatie met elkaar willen delen. Een goed voorbeeld hiervan is het Linkedin netwerk. Via dit netwerk kan een digitaal CV worden gedeeld en kan men zich aansluiten bij digitale groepen die aansluiten op de (zakelijke) interesses van de gebruiker. Daarnaast kunnen via Linkedin producten en diensten worden gepresenteerd, zoals advertenties en vacatures. Sociale netwerken worden gebruikt om profielinformatie met ‘bevriende’ gebruikers te delen en persoonlijke interesses te publiceren. Voor erfgoedinstellingen vormt deze informatie een waardevolle bron, omdat zij op deze manier kunnen achterhalen waar de (persoonlijke) interesses van de doelgroep liggen. Zij kunnen hier door middel van website informatie of tentoonstellingen op inspelen.

134

Gebruik door erfgoedinstellingen Sociale netwerken bieden veel persoonlijke gebruikersinformatie en vormen hierdoor voor erfgoedinstellingen een waardevolle bron. Via de berichten op sociale netwerkpagina’s kan men achterhalen waar de behoeftes van gebruikers liggen en kan worden gekeken hoe men hier binnen de instelling met organisatieactiviteiten op kan aansluiten. Daarnaast kunnen via sociale netwerken gebruikers op de hoogte worden gebracht van een nieuw museaal product of concept en kunnen er via erfgoedpagina’s waarbij men zich kan aansluiten, discussies op gang worden gebracht en via het netwerk worden uitgediept.

135

Gebruik door netwerken Een belangrijk sociaal netwerk waarop alle erfgoedinitiatieven actief zijn, is Linkedin. Op deze website hebben alle initiatieven een eigen netwerkpagina en zijn de organisatoren als individuele deelnemer bij het netwerk aangesloten. In het kader van de eigen instelling, publiceren en discussiëren zij over de eigen organisatie, knelpunten en de (mogelijke) rol van het publiek. Op de persoonlijke sociale netwerksites, zoals Facebook, zijn de organisaties met een eigen pagina actief en kunnen geïnteresseerden zich hierbij aansluiten. Evenals op Linkedin kan hier informatie worden gedeeld en een dialoog met elkaar worden aangegaan. Doordat gebruikers zelf de keuze hebben om zich op een sociale netwerkpagina aan te sluiten, hoeven instellingen niet actief naar gebruikers op zoek te gaan. Daarnaast kunnen door het plaatsen van video’s en fotomateriaal

reacties van gebruikers worden verkregen die weer een bijdrage kunnen leveren aan de instellingen zelf. 136

3.2.4 User generated content

User generated content, oftewel gebruiker gegenereerde inhoud, is van toepassing op nieuwe sociale media die worden beheerd door gebruikers die de bijbehorende website van inhoud voorzien. De informatie wordt via de gebruiker toegankelijk gemaakt en de organisatie van wie de website is, speelt bij dit proces geen rol. Veelal hebben de oorspronkelijke eigenaren geen tijd en middelen om te investeren in de website en wordt de hulp van het publiek ingeschakeld. De gebruikers kunnen informatie uploaden naar de website en maken de content voor publiek beschikbaar. Voorbeelden van user generated content zijn de films over musea op YouTube. Dit medium geeft gebruikers hiermee de mogelijkheid om audiovisueel materiaal te uploaden en met andere gebruikers te delen.

137

134 http://www.thesocialmedianetwork.nl/sociale-netwerken.html (geraadpleegd 29-05-2012) 135 Zie bijlage E: interview met Marjelle van Hoorn, projectmanager VSC 136 Zie bijlage A, B en correspondentie met Stichting DEN 137 http://www.thesocialmedianetwork.nl/user-generated-content.html (geraadpleegd 29-05-2012)

Page 59: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

58

Sylvana Bol - 608027

Gebruik door erfgoedinstellingen User generated content wordt momenteel in diverse erfgoedorganisaties toegepast. Een voorbeeld hiervan is

het project ‘VeleHanden maken licht werk’ van Stadsarchief Amsterdam.138

Voor erfgoedinstellingen is de

toepassing van UGC erg belangrijk. Mede door de huidige bezuinigingen en het gebrek aan tijd vormt de hulp van buitenaf een welkome bron om informatie voor het publiek toegankelijk te kunnen maken. Gebruik door netwerken User generated content wordt binnen netwerkbijeenkomsten ingezet als offline vorm. User generated content is namelijk gebaseerd op het delen en toevoegen van informatie, iets dat binnen een netwerkbijeenkomst met deelnemers wordt gedaan. Door informatie met elkaar te delen en door middel van feedback of het aandragen van ideeën, kan een bijdrage worden geleverd aan de projecten van collega’s en kan user generated content

binnen netwerkbijeenkomsten als hulpmiddel worden ingezet.139

Kort samenvattend kunnen erfgoedinstellingen en netwerkorganisatoren nieuwe (sociale) media gebruiken bij het verwezenlijken van hun doeleinden, zoals het delen van kennis en het uitwisselen van informatie met hun doelgroep. In figuur 6 is een overzicht gegeven van de eerder behandelde sociale mediavormen en de bijbehorende aspecten.

Nieuwe (sociale) media Aspecten Toepassing Weblog Ervaringen en belevingen delen Erfgoedinstellingen/netwerkorganisaties

Microblog Belevingen delen, informeren Erfgoedinstellingen/netwerkorganisaties

Sociale netwerksite Contacten leggen Erfgoedinstellingen/netwerkorganisaties

User generated content Informeren, samen creëren Erfgoedinstellingen

Figuur 10. Sociale mediavormen

3.3 Aspecten nieuwe media

Nieuwe media kunnen voor zowel erfgoedinstellingen als netwerkorganisaties op verschillende manieren worden gebruikt voor organisatiedoeleinden. Om erfgoedinstellingen aan het einde van dit onderzoek op het gebied van nieuwe media van advies te kunnen voorzien, volgt in deze paragraaf een overzicht van de voor –en nadelen, kansen en bedreigingen van de toepassing van nieuwe media.

3.3.1 Voordelen nieuwe media

1. Bereik Dankzij het groeiende aantal mensen en de snelle toegankelijkheid van informatie is het bereik van sociale media de afgelopen jaren toegenomen. Bovendien zijn sociale media door middel van internet en telecommunicatiesystemen op een snelle manier toegankelijk en kunnen zij een waardevol hulpmiddel voor erfgoedinstellingen bij het delen en toegankelijk maken van informatie vormen.

2. Vereniging Door sociale media kunnen gebruikers effectiever hun krachten bundelen. Hoe groter de groep is, hoe groter de impact op bedrijven en organisaties is. Door gebruikers met behulp van sociale media te verenigen, kunnen instellingen helder krijgen waar men behoefte aan heeft en hierop inspelen.

3. Waarde creatie Sociale media geven de mogelijkheid om een band aan te gaan met andere gebruikers en hiermee waarde voor elkaar te creëren. Door het gesprek aan te gaan, kunnen informatie en ideeën met anderen worden gedeeld en kunnen argwaan en wantrouwen worden weggenomen.

4. Veranderlijk Dankzij het snel veranderde karakter van sociale media kunnen organisaties en individuen zich onderscheiden van anderen en hierdoor als eerste gebruik maken van nieuwe mogelijkheden. Met behulp van sociale media kan men zich van anderen onderscheiden en hierdoor succesvol worden.

138 Zie hoofdstuk twee, sub paragraaf 2.3.2 voor een uitgebreide omschrijving van dit project. 139 Zie bijlage E: interview met Marjelle van Hoorn, projectmanager VSC

Page 60: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

59

Sylvana Bol - 608027

5. Nieuwe waarden Sociale media bieden nieuwe mogelijkheden op het gebied van samenwerkingsverbanden en sociale innovatie. Dankzij de veranderende relaties tussen aandeelhouders en instellingen, kunnen sociale media een bijdrage

leveren aan samenwerkingsverbanden. Zij verlagen de deelname en bieden nieuwe mogelijkheden.140

3.3.2 Nadelen nieuwe media

1. Miscommunicatie Door teveel informatie, verkeerde vertalingen, en incomplete informatie of zelfs te snelle communicatie, kan op sociale media platformen miscommunicatie ontstaan. Hierdoor kan men verkeerde conclusies trekken. In tegenstelling tot een echte conversatie hebben sociale media als nadeel dat gebruikers bepaalde situaties verkeerd kunnen opvatten.

2. Misbruik Kwaadwillende personen kunnen misbruik van sociale media maken en hiermee zichzelf verrijken. Hierbij kan worden gedacht aan het overnemen van andere gebruikersaccounts of het plaatsen van onterechte informatie. Als een organisatie is aangesloten bij een netwerk dat niet van de instelling zelf is, is het moeilijk om deze informatie te verwijderen. Dit gegeven kan voor instellingen een motief zijn om niet aan sociale netwerken

deel te nemen.141

3.4 Behoeftemodellen binnen erfgoedinstellingen

In het tweede deel van dit hoofdstuk is een overzicht gegeven van de Behoeftepiramide van Abraham Maslow en het model van social media & personal branding expert John Antonios, en er is een koppeling gemaakt met de behoeften vanuit nieuwe sociale media. De piramide dient een bijdrage te leveren aan het proces van erfgoedinstellingen bij het actief zijn met en op nieuwe sociale mediapagina’s.

3.4.1 Behoeften Maslow

Afbeelding 2 geeft de behoeftepiramide van Abraham Maslow weer met aan de linkerzijde en aan de behoeften van Maslow en aan de rechterzijde de behoeftes van John Antonios vanuit sociale media. De behoeftepiramide van Maslow bestaat uit vijf onderdelen. Dit zijn fysiologische behoeften, behoefte aan veiligheid en zekerheid, sociale behoeften, herkenning en waardering en zelfverwezenlijking. Maslow stelt dat elk individu behoeftes heeft waarin op verschillende manieren kan worden voorzien. Wanneer aan de onderste behoefte is voldaan, schuift men door naar het volgende niveau. Indien een trap ontbreekt of wegvalt, zal het individu opnieuw onderaan moeten beginnen om weer te kunnen stijgen. Het is niet mogelijk om bepaalde niveaus over te slaan.

142

Het eerste onderdeel bestaat uit fysiologische behoeften (zie afbeelding 2 op de volgende pagina). Dit zijn primaire levensbehoeften en zijn volgens Maslow nodig om te overleven. De tweede schaal bestaat uit de behoefte aan veiligheid en zekerheid. Hierbij zoekt een individu bescherming in een groep of gezin. Ook huisvesting, werk en relaties vallen hieronder. In de derde schaal krijgt men sociale behoeften. Dit zijn vriendschap, sociale relaties en contacten leggen. In de vierde categorie heeft men behoefte aan waardering en erkenning, zoals status in sociale context. In de vijfde schaal heeft men behoefte aan zelfverwezenlijking. Dit is de behoefte om mentale vaardigheden te ontwikkelen en zichzelf te ontplooien. Zelfverwezenlijking is het hoogste wat de mens kan bereiken, maar alleen de eerste stap is nodig om te overleven.

143

140 http://www.frankwatching.com/archive/2011/05/26/social-media-swot-met-een-twist-kansen/ (geraadpleegd 19-05-2012) 141 http://www.frankwatching.com/archive/2011/06/03/social-media-swot-met-een-twist-bedreigingen/ (geraadpleegd 19-05-2012) 142 Kotler, P. Principes van Marketing (vierde editie Amsterdam 2006) 143 Ibidem

Page 61: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

60

Sylvana Bol - 608027

3.4.2 Behoeften Antonius

Volgens de nieuwe sociale mediaconsultant John Antonios kan de Behoeftepiramide van Maslow worden toegepast op sociale media. In onderstaand model worden de behoeften van Maslow (links) met de sociale mediabehoeften van Antonios (rechts) vergeleken. De behoeften van sociale media volgens Antonios kunnen als volgt worden onderverdeeld:

1. Bestaan: creëer een eigen sociaal netwerkprofiel en laat je stem horen. Dit is het meest van belang om een succesvol sociaal netwerk te kunnen opzetten.

2. Vormgeven: kies de platforms waar je je op je gemak voelt een mening te geven. De menselijke drang de massa te volgen is vaak een veilige keuze.

3. Opbouwen van een community: kom in contact met de doelgroep. Zoek aansluiting in groepen, neem deel aan conversaties en vind mensen die je passies en overtuigingen delen.

4. Persoonlijke branding: bouw een solide imago op door tijdens gesprekken de expertise van de onderneming door te laten klinken.

5. Optimaliseer je werkzaamheden ten aanzien van sociale media.

Afbeelding 2. De behoeftepiramide van Maslow versus Antonios

Page 62: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

61

Sylvana Bol - 608027

De eerste levensbehoefte van sociale media is het aanwezig zijn. Om uiteindelijk een succesvol initiatief te worden, zijn stemmen nodig. In stap twee wordt er structuur in het sociale netwerk aangemaakt. Zonder goede structuur kan een netwerk onmogelijk functioneren. Bij stap drie wordt er aan de community gebouwd. In deze stap wordt op zoek gegaan naar potentiële leden voor het netwerk en wellicht adverteerders. Voor gebruikers geldt dat zij op zoek gaan naar ‘vrienden’, en lid worden van bepaalde interessegroepen. Evenals bij de piramide van Maslow zijn stap vier en vijf het meest lastig en kunnen moeilijk worden gerealiseerd. Stap vier heeft betrekking op het mengen in discussies en het verspreiden van kennis. Stap vijf is het proces van optimaliseren en hopen om geld te verdienen aan het gebruik van sociale media. Stap vier en vijf kunnen tevens worden vertaald naar de problemen waarmee men binnen de erfgoedsector te kampen

heeft, namelijk het ontsluiten van informatie en het verdienen aan sociale media en andere initiatieven.144

Uit de nieuwe sociale mediatheorie van Antonios blijkt dat erfgoedinstellingen en netwerkorganisaties geld kunnen verdienen en informatie op een heldere manier via digitale erfgoedplatforms kunnen ontsluiten, wanneer zij actief zijn met sociale media. Door alle stappen te doorlopen en terug naar het begin te gaan wanneer de stappen niet kunnen worden waargemaakt, kunnen instellingen bijdragen aan de eigen organisatiedoelstellingen.

3.4.3 Voorwaarden sociale media

Aan het inzetten van sociale media zijn enkele randvoorwaarden verbonden. Daarom volgt in deze sub paragraaf een advies aan erfgoedinstellingen die actief willen worden met sociale media en dit medium willen inzetten om met de doelgroep te communiceren of met collega-instellingen kennis uit te wisselen. De tips zijn gebaseerd op het Handboek communities; de kracht van sociale netwerken van Erwin Blom (2009). Transparantie Een belangrijke voorwaarde bij het inzetten van sociale media is transparantie. Het publiek wil immers iets terug voor het feit dat hij of zij veel tijd en energie in een website steekt. Door het publiek inzicht te geven in de organisatie, uitleg te geven en aan de slag te gaan met feedback, ontstaat er een open communicatie. Dit kan worden gedaan door in te gaan op kritische vragen, bepaalde keuzes uit te leggen en een open en eerlijk gesprek met het publiek te voeren. Een community bestaat immers uit de gratie van leden en de activiteit van bezoekers. Bovendien heeft de community recht op een stem en luisterend oor. Bereidheid tot delen Als organisatie moet je af en toe bereid zijn om informatie met elkaar en het publiek te delen. Stop tijd en energie in een website en je zal er iets voor terugkrijgen. Deel in de overtuiging dat je hier ook iets voor terug krijt. Een blogger geeft immers ook kennis weg. Hij werkt aan zijn autoriteit, en als het goed is, krijgt hij hierdoor gelijkgestemden om zich heen. Betrokken Zorg dat je als initiatiefnemer van een project zichtbaar binnen een community bent. Zorg dat je meedoet en meepraat en deel inzichten via blogsposts en reageer op andermans fora. Zet ook een nieuwsbrief in om anderen op de hoogte te brengen van wat er momenteel binnen de organisatie wordt gedaan. Flexibel Doordat internet een onvoorspelbaar medium is, kunnen er veel dingen misgaan. Daarom is het van belang om als organisatie flexibel te zijn. Lanceer een website in een vroege fase en kijk hierbij naar het gedrag van bezoekers en houd deze in het achterhoofd. Wees flexibel naar wat er gebeurd en speel hierop in. Doordat het een community is, zal de regie aan het publiek moeten worden gegeven.

144 Ibidem

Page 63: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

62

Sylvana Bol - 608027

Realisme Volgens Erwin Blom (2009) Handboek communities; de kracht van sociale netwerken is slechts 10% actief en de rest van de gebruikers passief op het internet.

145 Het overtuigen van bezoekers kan even duren en hierdoor kan

een website niet direct een succes worden. In de praktijk zijn weinig websites direct succesvol. Houdt hier bij het gebruik van sociale media rekening mee.

3.5 Afsluiting

Dit hoofdstuk kan met behulp van afbeelding 3 ‘De opkomst van sociale media’ op deze pagina worden samengevat. Op het gebied van media kunnen er twee ambivalents worden onderscheiden. Dit zijn de traditionele (oude) media (televisie, radio, tijdschriften) en de sociale (nieuwe) media (platforms, weblogs). De traditionele media observeren en publiceren gebeurtenissen en voorzien hiermee het publiek van informatie. De sociale media publiceren ook informatie, maar zorgen er ook voor dat het publiek dit via sociale netwerken toegankelijk maakt. Hierdoor ontstaat een netwerkproces van informatie en kennis met elkaar delen en dit (gezamenlijk) toegankelijk maken. Door de verschuiving van traditionele naar sociale media verandert de institutionele controle in een gebruikersgerichte controle en zijn sociale media in staat om als online netwerken te functioneren.

Afbeelding 3. De opkomst van sociale media

Erfgoedinstellingen kunnen deze informatie toepassen door de Behoeftepiramide van social media & personal branding expert John Antonios bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie via nieuwe (sociale) media toe te passen op organisatiedoelstellingen. Met behulp van de piramide wordt duidelijk op welke manier men binnen erfgoedinstellingen of netwerkbijeenkomsten nieuwe media kan inzetten om erfgoedinformatie digitaal te ontsluiten en hieraan eigen geld te verdienen. Wel dient hierbij rekening te worden gehouden met de bevindingen uit sub paragraaf 4.4.4, waarin de voorwaarden staan omschreven waaraan sociale media moeten voldoen om succesvol te kunnen worden ingezet.

145 Blom, E. Handboek communities; de kracht van sociale netwerken (z. pl. 2009) 51

Page 64: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

63

Sylvana Bol - 608027

4. Verdienmodellen

In de vorige hoofdstukken zijn achtereenvolgens de erfgoedinitiatieven ten aanzien van netwerkbijeenkomsten, de (potentiële) samenwerkingsverbanden op digitaal niveau en de nieuwe media aan bod gekomen. Dit hoofdstuk behandelt de definitie van het business model, het verband met netwerkbijeenkomsten en verschillende methodes die erfgoedinstellingen kunnen inzetten om waarde aan het eigen business model toe te voegen. Ter afsluiting is een advies aan de erfgoedsector ten aanzien van de omgang met business modellen gegeven.

4.1 Inleiding

De afgelopen jaren hebben erfgoedinstellingen een voortvarende start met het digitaliseren van erfgoedinformatie gemaakt. Daarnaast is men zich steeds meer gaan specialiseren in het ontwikkelen van digitale diensten en is het ICT-beleid steeds meer met organisatieplannen verworven. Deze diensten waren voorheen experimenteel van aard, maar zijn in korte tijd om geschaald naar een strategisch instrument voor erfgoedinstellingen bij het digitaliseren van erfgoedinformatie. De omscholing van een dergelijk proces helpt organisaties bij het versterken van de huidige rol van erfgoed binnen een steeds meer digitaal wordende samenleving.

146

Erfgoedinstellingen zien een brede toegankelijkheid van erfgoed als een bijdrage aan het gemeenschappelijk kapitaal. Evenwel loopt men bij deze opdracht tegen diverse knelpunten aan, waaronder de stimulatie van de overheid om samenwerkingsverbanden aan te gaan en enige vorm van ondernemerschap in digitale dienstverlening te vertonen.

147

De culturele sector staat voor een nieuwe uitdaging. Vanwege de bezuinigingen binnen de sector en de digitaliseringproblemen, dient de sector op een nieuwe manier te worden gefinancierd. De Nederlandse overheid wil in 2015 200 miljoen euro bezuinigen op kunst en cultuur. Dit is een fors bedrag van het huidige budget van 900 miljoen euro. Instellingen zijn hierdoor genoodzaakt om op zoek te gaan naar nieuwe vormen van financiering.

148

Het toegankelijk maken van erfgoedinformatie brengt nieuwe technieken en diensten met zich mee die gefinancierd moeten worden. Een belangrijke vraag is op welke manier business modellen voor digitaal erfgoed kunnen worden ontwikkeld zonder dat hierbij de brede toegankelijkheid van erfgoedinformatie wordt verhinderd.

149

Business model Volgens marketingexperts Alex Osterwalder en Yves Pigneur (2009)Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed kan een business model als volgt worden omschreven: ‘’Een business model is een raamwerk (logica) dat een organisatie hanteert om maatschappelijke en economische waarden te creëren.’’

150

Een business model kan tevens worden omschreven als een manier waarop een organisatie geld kan verdienen. Door een business model voortdurend te innoveren, kan een organisatie tot duurzame groei komen en kunnen organisatiedoelen effectiever worden bereikt. Een verdienmodel kan succesvol worden wanneer met de volgende formule rekening wordt gehouden: kosten<prijs<waarde.

146 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009) 4-5 147 Ibidem 148 N. Timmermans E-brief business model innovatie Kennisland (Amsterdam 2011) 149 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009). 4-5 150 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009). 15

Page 65: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

64

Sylvana Bol - 608027

Wanneer de kosten lager zijn dan de prijs is de eigenaar tevreden en wanneer de prijs lager is dan de waarde die de gebruikers eraan toekennen, zijn de gebruikers tevreden.

151

Onderscheid business –en verdienmodel Ten aanzien van dit onderzoek is het van belang om het verschil tussen het business -en verdienmodel te onderschrijven, omdat de termen een aantal overlappingen hebben. Een business model heeft betrekking op de manier waarop een organisatie eigen geld wil verdienen, zoals het idee om een digitaal platform te ontwikkelen waaraan geld kan worden verdiend. Door hierop verschillende tools en gebruiksmogelijkheden voor het publiek te bieden ontstaat een verdienmodel. Een verdienmodel heeft betrekking op de manier waarop het geld daadwerkelijk wordt verdiend, zoals door te verdienen aan de verkoop van T-shirts op een website.

4.1.1 Toegang en waardecreatie

Over toegang en waardecreatie zei Anderson (2006) Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (BMICE) het volgende:

Sinds de opkomst van het World Wide Web in de jaren 90, hebben erfgoedinstellingen in toenemende mate geïnvesteerd in digitale dienstverlening met als doel de collecties voor een breed publiek beschikbaar te maken. Het digitaal erfgoed vertegenwoordigt niet enkel cultureel belang, maar brengt ook nieuwe vormen van maatschappelijke waarden.

152

Naar aanleiding van de behoefte aan digitaliseren binnen de erfgoedsector heeft de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) in 2006 een analyse gemaakt van de economische en maatschappelijke baten bij het digitaal beschikbaar maken van erfgoed (Baten in beeld, 2006). De kosten voor digitaliseren van erfgoedinformatie worden vaak als hoog beschouwd, maar toch blijkt uit deze analyse dat het totaal aan baten de kosten van digitalisering over het algemeen overstijgt. Volgens het onderzoek zou de erfgoedsector vrijwel direct baten moeten ondervinden aan het breed ontsluiten van erfgoedinformatie. Daarnaast spelen indirecte baten zoals het vergroten van de geletterdheid en het versterken van een kenniseconomie een belangrijke rol. Hiermee sluit dit onderzoek aan op de woorden van Anderson, door te stellen dat digitale erfgoedcollecties niet alleen een culturele, maar ook een economische en maatschappelijke waarde vertegenwoordigen wanneer zij optimaal worden ontsloten.

153

4.1.2 Toegang tot erfgoedvormen

Om tot een goed business model te komen, moet eerst worden vastgesteld op welke manier de gebruiker toegang tot erfgoed heeft en of hier verdienmogelijkheden voor erfgoedinstellingen liggen. Volgens de BMICE publicatie kunnen er op het gebied van toegang tot erfgoedvormen vier ‘distributieringen’ worden onderscheiden (zie afbeelding 4 op de volgende pagina). Dit zijn analoog in huis, digitaal in huis, online en online in het netwerk. De distributieringen zijn in deze sub paragraaf omschreven. Volgens het model kunnen erfgoedgebruikers op vier manieren toegang tot content van erfgoedinstellingen verkrijgen:

1. Analoog in huis: het werk wordt fysiek tentoongesteld of is in een archief of depot voor publiek toegankelijk en te raadplegen.

2. Digitaal in huis: het werk is digitaal beschreven en veelal ook gedigitaliseerd. De content is binnen de erfgoedinstelling via een gesloten netwerk toegankelijk gemaakt. Een voorbeeld hiervan is het raadplegen van erfgoedinformatie via een computer binnen de organisatie.

3. Online: het werk wordt via de website van de instelling aangeboden en heeft geen specifieke (her)gebruiksrechten.

151 http://www.managementsite.nl/8952/strategie-bestuur/innovatie-businessmodellen.html (geraadpleegd 11-05-2012) 152 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009). 15 153 www.kennisland.nl/.../dea06dfa-86a1-4239-a11a-65e260f0dc8e (geraadpleegd 14-05-2012)

Page 66: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

65

Sylvana Bol - 608027

4. Online in het netwerk: het werk (of onderdelen hiervan) worden online aangeboden en heeft bepaalde (her)gebruiksrechten. Wanneer een gebruiker de content wil bekijken, worden er gebruiksrechten verleend

154

Afbeelding 4. Distributieringen

Uit het onderzoeksrapport De digitale feiten (2009) van Stichting DEN is gebleken dat onder 130 grote –en middelgrote instellingen in de erfgoedsector gemiddeld 26% is gedigitaliseerd. 42% van de collecties moet nog digitaal worden ontsloten en 32% hoeft niet te worden gedigitaliseerd.

155

Het onderzoek toont aan op welke manier bovenstaande distributieringen betrekking hebben op het gedigitaliseerde bronnenmateriaal van de onderzochte instellingen. Uit het onderzoek kan opgemaakt worden dat 61% van de gedigitaliseerde content binnen de muren van de instelling toegankelijk wordt gemaakt. Hierdoor wordt de informatie voornamelijk door erfgoedmedewerkers gebruikt, en minder door het publiek. Een groot deel van het erfgoedmateriaal (41%) is online voor de gebruiker raadpleegbaar, maar dit wordt op de website van de betreffende instellingen zelf gedaan. Hierbij worden geen expliciete gebruikslicenties voor hergebruik verleend. Volgens het onderzoek zijn instellingen in de vierde distributiering nauwelijks actief, terwijl hier juist een verdienmogelijkheid voor de instelling ligt. Door een (kleine) bijdrage voor gebruiksrechten te vragen, kan een instelling op digitaal gebied eigen geld verdienen en kan dit aspect een bijdrage leveren aan een potentieel verdienmodel.

156

4.2 Belang van business modellen

Om een verdienmodel tot een succes te maken is Osterwalder (2009) de volgende mening toebedeeld:

Een erfgoedinstelling die op zoek is naar een verdienmodel, kan het beste starten bij potentiële klanten en niet bij een collectie. Voor veel instellingen is dit een onnatuurlijk gegeven, aangezien de collectie altijd in het middelpunt staat. Maar als duidelijk is welke waarde de klant zoekt, kan de dienstverlening hierop worden aangepast. Hierdoor kan in het business model canvas niet over verdienmodellen worden gepraat, zonder hierbij de bouwsteen ‘klant’ te betrekken.

157

154 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009) 6-16 155 Stichting DEN Onderzoek naar de omvang en kosten van gedigitaliseerd Cultureel Erfgoed (z. pl. Den Haag 2009)27-30 156 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009) 10 157 Ibidem

Page 67: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

66

Sylvana Bol - 608027

4.2.1 Sectoraal belang

Binnen de erfgoedsector wordt op diverse gebieden geëxperimenteerd en er worden kortlopende projecten opgezet welke als doel hebben om dienstconcepten ten aanzien van digitalisatie in een breed veld te testen. Nederland is één van de koplopers bij het ontwikkelen van Europese digitaliseringprojecten. Denk hierbij aan het Europeana project waaraan men samen met Engeland en Duitsland de meeste input levert en de bijdrage die Nederland levert aan de hieraan ten grondslag liggende projecten, zoals IMPACT en The European Library Project. Wanneer men als land, sector en instelling een bijdrage op dit niveau wil blijven leveren, moeten er bewuste keuzes worden gemaakt op het gebied van business modellen van de sector en individuele instellingen.

158

4.2.2 Oplossingsrichting

Wanneer men besluit om een business model te ontwerpen, staat dit niet op zichzelf. Het is een onderdeel van een proces dat begint bij het formuleren van de visie en missie van een organisatie. De visie en missie worden gecombineerd met de omgevingsfactoren (de digitalisering van de samenleving) en vormen tezamen de leidraad voor een kant en klare strategie. Daarnaast dient er een koers te worden uitgezet (het bereiken van nieuwe doelgroepen) en kan hiermee de basis voor een succesvol verdienmodel worden gelegd. Wel dient het model verder te worden uitgewerkt in de vorm van een helder business –en informatieplan (zie figuur 11 op deze pagina).

159

Figuur 11. Het business model als onderdeel van het strategisch veranderingsproces

158 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009) 14-16 159 Ibidem

Implementatie/Informatie plannen

Business model

Strategie

Missie

sie

Omgevingsfactoren

Page 68: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

67

Sylvana Bol - 608027

4.3 Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed

4.3.1 Aanleiding

Naar aanleiding van de problemen rondom digitalisatie en de bezuinigingen binnen de erfgoedsector, zijn vele discussies in het erfgoedveld gevoerd. In het kader van een project van Stichting DEN en Kennisland (2009) in opdracht van het Ministerie van OCW heeft men helder gekregen met welke problemen men in de erfgoedsector kampt en op welke manier deze kunnen worden opgelost.

160

Uit dit onderzoek is de publicatie Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed voortgekomen. Dit is het resultaat van vele formele en informele discussies die in het erfgoedveld zijn gevoerd op het gebied van business modellen. De knelpunten hebben betrekking op de organisatie, ICT-infrastructuur, auteursrechten en verdienmodellen. Rondom deze vier thema’s hebben de onderzoekers in 2009 diverse expertmeetings georganiseerd, waar ongeveer 100 vertegenwoordigers uit de erfgoedsector, overheid, wetenschap, onderwijs creatieve industrie en het bedrijfsleven aan het woord zijn gekomen. Ook zijn de bevindingen met behulp van een seminar in 2009 in het najaar getest.

161

De input van erfgoedprofessionals binnen deze netwerkbijeenkomsten zijn verwerkt in de publicatie van Stichting DEN, Kennisland en het Ministerie van OCW (2009) Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed en wordt gebruikt voor dit onderzoek om een beeld te kunnen schetsen van de business modellen die uit netwerkbijeenkomsten zijn ontstaan. De publicatie is tevens gepresenteerd op de conferentie van DISH in 2009, waardoor erfgoedmedewerkers een handleiding werd aangereikt om te kunnen omgaan met de knelpunten ten aanzien van digitalisatie waarmee menig instelling te maken heeft. In de publicatie worden vier knelpunten uitgelegd waar erfgoedinstellingen mee kampen als zij hun business model op een meer strategische wijze willen innoveren om optimaal in te kunnen spelen op de digitale omslag.

162

4.3.2 Stappenplan Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed

In de publicatie is tevens een stappenplan opgenomen, waarin staat omschreven welke stappen erfgoedinstellingen kunnen doorlopen om het eigen business model optimaal te innoveren. Het stappenplan is uit 7 stappen opgebouwd en helpt bij het omzeilen van knelpunten bij het toegankelijk maken van digitale erfgoedinformatie. De stappen kunnen meerdere keren worden herhaald en helpen om bestaande of nieuwe digitale dienstconcepten te verbinden aan het business model van de erfgoedinstelling. De hieronder omschreven stappen kunnen worden toegepast op de erfgoedsector, en in het bijzonder op de digitale diensten en producten. De methodiek is ook inzetbaar voor de creatieve industrie. Stap 1. Business model mapping: stap 1 heeft betrekking op het in kaart brengen van het al bestaande business model van een organisatie. Een belangrijke voorwaarde voor deze stap is om te kunnen omschrijven welke vernieuwingen wel en niet binnen de organisatie gewenst zijn. Stap 2. Product –of dienstenconcept uitwerken: bij stap 2 wordt het product –of dienstconcept uitgevoerd. Dit concept staat aan de basis van de vernieuwing(en) die de erfgoedinstelling wil doorvoeren. Stap 3. Fit & vitability check: in de derde stap wordt het product –of dienstconcept getest met behulp van een ‘fit & vitability check’. Met behulp van de fit & vitabillity check wordt getest of het concept past bij de organisatie en of het levensvatbaar in de markt is. De test gaat na op welke onderdelen van het bestaande business model aanpassingen nodig zijn om het nieuwe product –of dienstconcept succesvol en duurzaam te verwezenlijken.

160 Zie bijlage A:Interview Nikki Timmermans, adviseur Stichting Nederland Kennisland 161 Ibidem 162 Ibidem

Page 69: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

68

Sylvana Bol - 608027

Stap 4. Koers kiezen: de vierde stap bestaat uit het maken van een keuze over het al dan niet doorvoeren van aanpassingen aan het business model. Stap 5. Actieplan vaststellen: stap vijf heeft betrekking op het vaststellen van de concrete acties die nodig zijn om de benodigde aanpassingen aan het business model daadwerkelijk door te voeren. Stap 6. Uitvoeren: bij stap 6 neemt de uitvoering van de aanpassingen aan het product –of dienstconcept een belangrijke plaats in. Deze fase kan tevens als een vernieuwingsfase worden beschouwd. Stap 7. Evalueren: in stap 7 wordt het nieuwe business model in kaart gebracht en het proces van het model geëvalueerd.

163

Afbeelding 5. Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed

163 http://www.bmice.nl/?page_id=53 (geraadpleegd 30-05-2012)

Page 70: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

69

Sylvana Bol - 608027

4.4 Business Model Canvas Osterwalder en Pigneur

4.4.1 Omschrijving

Een ander model ten aanzien van business modellen dat bekend is binnen de erfgoedsector, is het Business Model Canvas van Alex Osterwalder en Yves Pigneur. Het model bestaat uit 9 bouwstenen. Dit zijn propositie, klant, distributie, relatie, opbrengsten, activiteiten, resources, partners en kosten. Het canvasmodel helpt organisaties om meer inzicht te geven in de situatie van het eigen business model. Enerzijds wordt er structuur in al bestaande kennis over de werkwijze van een organisatie aangebracht, en anderzijds kunnen er nieuwe ontdekkingen worden gedaan.

164 Het business model canvas is afkomstig van de website www.bmice.nl en is

onderbouwd met voorbeelden uit de beroepspraktijk.

4.4.2 Business Model Canvas

Business Model Canvas 1. Propositie: de propositie is het onderscheidend vermogen van een organisatie. De propositie lost een

klantprobleem op of vervult een klantbehoefte. Een voorbeeld hiervan is de behoefte van een klant aan een kledingstuk met het logo van een museum. De gebruiker kan zich met de kleding onderscheiden van anderen en het kledingstuk via de museale website bestellen. Het museum onderscheid zich hiermee van andere instellingen door iets aan te bieden wat andere instellingen niet doen, zoals bijvoorbeeld een T-shirt van de instelling in verschillende kleuren voor mannen, vrouwen en kinderen, in plaats van één regulier T-shirt aan te bieden.

Klant

2. Klant: de klant neemt een belangrijke plaats binnen het business model in. De klant is verantwoordelijk voor de inkomsten van de onderneming en is hierdoor voor elke organisatie van belang. De organisatie kan zich ten aanzien van de klant richten op een specifieke klantgroep. Hierdoor kunnen er doelgerichte beslissingen worden genomen over bijvoorbeeld de inzet van personeel en middelen die de propositie kunnen versterken. Een voorbeeld hiervan is om als organisatie te richten op mensen die graag geassocieerd met jou instelling willen worden en bereid zijn kleding te kopen waarop het logo van jou instelling staat. Een voorbeeld hiervan is het aanbieden van T-shirts in verschillende kleuren en maten en via de website een uitgebreid advies hierover geven. Denk hierbij aan een maattabel voor kleding en gebruikers reacties over de tevredenheid te laten posten op de website. Hierdoor kan een instelling zich van andere organisaties onderscheiden.

3. Distributie: het distributiekanaal kan worden ingezet om diensten te leveren en bepaald de communicatie en ervaring van de klant. Het maakt namelijk een belangrijk verschil wanneer men een T-shirt in een dure winkel koopt of via een postorderbedrijf besteld. Dit aspect bepaald deels de relatie die een instelling met de klant gaat onderhouden. De relatie, distributie, klant en instelling bepalen samen wat een klant bereid is voor een T-shirt te betalen en bepalen hiermee de opbrengsten van een organisatie.

164 Timmermans, N. E-brief Business Model Innovatie in de Culturele sector (Amsterdam 2011) 5

Page 71: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

70

Sylvana Bol - 608027

4. Klantrelatie: het type klant en de manier waarop een product of dienst wordt gedistribueerd, bepaald voor een groot gedeelte de manier waarop een organisatie met haar klanten omgaat. In het geval van de digitale verkoop van T-shirts is dit minder persoonlijk dan via een museumshop. Toch kunnen door museummedewerkers via het platform over de verkoop actief te laten discussiëren, geld worden verdiend. Door continu actief op de website te zijn, kan dit meer opleveren, doordat er op deze manier reclame wordt gemaakt.

5. Opbrengsten: de eerste vier punten bepalen samen wat de klant bereid is te betalen en bepalen hiermee de opbrengsten van een organisatie op digitaal gebied.

Organisatie 6. Activiteiten: activiteiten zijn nodig om de propositie te kunnen realiseren.

De T-shirts moeten worden ontworpen, geproduceerd en naar de klant worden gedistribueerd. In de productieketen moet de instelling keuzes maken: Welke activiteiten doet men zelf en welke activiteiten besteed men uit?

7. Resources: een organisatie kan ervoor kiezen om alle activiteiten zelf uit te voeren (resources) of een gedeelte hiervan in te kopen bij andere partijen (partners). Voor instellingen als erfgoedorganisaties kan het van strategisch belang zijn om op dit gebied een samenwerking met een andere instelling aan te gaan, omdat zij veelal binnen de eigen organisatie moeten bezuinigen, of omdat andere instellingen dit efficiënter kunnen. Ook kan het zo zijn dat de instelling zelf niet voldoende kennis in huis heeft.

8. Partners: door onder andere bezuinigingen blijkt het voor erfgoedinstellingen steeds aantrekkelijker om een strategische partnership aan te gaan voor activiteiten die niet tot de elementaire competenties van een onderneming behoren. Een goed voorbeeld hiervan is de samenwerking van de HEMA met het Rijksmuseum Amsterdam waarbij de HEMA in de winkels en via de website alledaagse producten verkoopt, bedrukt met afbeeldingen van het Rijksmuseum. Bovendien behoort het verkopen van T-shirts niet tot de kernactiviteiten van een erfgoedinstelling, maar kan middels een samenwerking wel in eigen middelen worden voorzien.

9. Kosten: de kosten hebben betrekking op de combinatie van eigen activiteiten en de inzet van eigen middelen en de kosten voor inkoop van partners. Zij bepalen de kostenstructuur van een organisatie.

Page 72: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

71

Sylvana Bol - 608027

Afbeelding 6. Business Model Canvas

4.4.3 Toelichting canvasmodel

Het canvas model op deze pagina laat zien dat innovatie van het business model verschillende beweegredenen kan hebben. Een organisatie kan ervoor kiezen om de resources en activiteiten te vernieuwen waardoor er nieuwe waarde proposities ontstaan. Ook het bereiken van nieuwe klantsegmenten kan een basis voor vernieuwing vormen, welke een impact op de activiteiten van een onderneming kunnen hebben. In het geval van erfgoed komt de innovatieve kracht uit de digitaliseringslag die de organisaties en samenleving als geheel doormaken.

4.5 Betaling voor erfgoedactiviteiten

Digitalisering geeft naast nieuwe mogelijkheden om collecties te ontsluiten ook nieuwe mogelijkheden om inkomsten te genereren. Erfgoedinstellingen begeven zich bij de verkenning van nieuwe business –en verdienmodellen vaak op nieuw terrein. De belangrijkste taak van erfgoedinstellingen is om collecties te beheren, conserveren en voor een breed publiek te ontsluiten. Om een verdienmodel te ontwikkelen, kan men zich binnen de erfgoedsector afvragen of er wellicht geld voor bepaalde publieksactiviteiten zoals producten of diensten kan worden gevraagd. Dit wordt immers al in de vorm van entreekaarten en het raadplegen van archiefmateriaal gedaan. Veel erfgoedconsumenten zien deze betalingsvorm als een eerlijke overeenkomst en vinden het normaal om hiervoor te betalen. Een tweede argument om inkomsten te verkrijgen, is om een bijdrage aan het publiek te vragen. Het digitaliseren van erfgoedcontent is een dure en arbeidsintensieve operatie en brengt veel werkzaamheden met zich mee. Denk hierbij aan het digitaal ontsluiten van informatie, contextualiseren en het aanbrengen van metadata. Dit digitaliseringproces wordt niet of slechts gedeeltelijk door de overheid betaald. Erfgoedinstellingen moeten hierdoor de digitaliseringkosten via andere wegen bekostigen. De derde overweging om een bijdrage aan het publiek te vragen, is dat veel erfgoedinstellingen zijn gebonden aan afrekenmodellen die instellingen dwingen om inkomsten uit de markt te halen. Cultuur producerende instellingen met een rijkssubsidie moeten vanaf 2012 minimaal 17,5% eigen inkomsten genereren (Cultuurprofijt, 2009). Indien dit niet lukt, zal er geen subsidie meer worden geschonken.

Page 73: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

72

Sylvana Bol - 608027

Het laatste argument is het feit dat digitale diensten en producten een investering van een instelling vereisen. Daarom is het niet vreemd om de diensten of producten vervolgens tegen betaling aan te bieden.

165

4.5.1 Betalende en niet-betalende klant

Wanneer het onderwerp ‘klant’ in ogenschouw wordt genomen, is het goed om te onthouden dat er twee soorten klanten zijn, namelijk de betalende en niet-betalende klant. Een instelling kan ervoor kiezen om een breed publiek gratis toegang te verlenen tot de digitale collectie, maar adverteerders tegen betaling een advertentie op de website te laten plaatsen. Door de verschillende klanten zijn er tevens uiteenlopende klantwaarden waarmee rekening dient te worden gehouden. Voor het publiek is de waarde de toegang tot het collectiemateriaal en voor de adverteerders zit de waarde in de aandacht voor het product.

166

4.5.2 Type klanten

Om een business model te kunnen realiseren en waarde aan de geboden producten of diensten toe te kunnen voegen, is het van belang om helder te krijgen welke klanten erfgoedinstellingen hebben. In de Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (BMICE) publicatie worden vijf klanttypen onderscheiden, te weten de consument, de creatieve industrie, de zakelijke professional, het onderwijs en onderzoek, en de overheid.

1. De consument: de consument is een niet-zakelijke afnemer en is voor instellingen de meest voor de hand liggende klant om te benaderen.

2. De creatieve industrie: de creatieve industrie bestaat uit een klantengroep van kunstenaars en zijn tevens de afnemers van erfgoed in de vorm van halffabricaten. De halffabricaten worden gebruikt om eigen producten te vervaardigen die in de creatieve industrie worden ontwikkeld. Voorbeelden hiervan zijn film –en muziekmateriaal en games.

3. De zakelijke professional: deze klantgroep bestaat uit afnemers die zich met erfgoed willen associëren en zich als bedrijf hiermee willen onderscheiden. Denk hierbij aan het verbinden van kunstcollecties aan de eigen organisatie of het sponsoren van een erfgoedinstelling of tentoonstelling. Daarnaast bestaat er een kleine markt voor dienstverlening aan zakelijke partijen die de kennis en expertise van erfgoedprofessionals willen inhuren of hen om advies willen vragen.

4. Het onderwijs en onderzoek: in deze klantgroep staat de onderwijzer centraal. De klant is veelal vanuit educatief of wetenschappelijk perspectief in (digitaal) erfgoed geïnteresseerd.

5. De overheid: de overheid is verantwoordelijk voor subsidies aan erfgoedinstellingen, en is hierdoor een klantgroep van veel erfgoedinstellingen.

167

4.6 Erfgoedinstellingen en verdienmodellen

Volgens de BMICE publicatie kunnen er vijf verschillende oplossingsrichtingen voor verdienmodellen worden ontwikkeld. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen origineel, origineel digitaal, curator digitaal, brand digitaal en bundeling.

168

1. Origineel: de erfgoedinstelling als ervaringsmaker

De fysieke toegang tot museale collecties vormt voor bijna elke erfgoedinstelling een belangrijke inkomstenbron. Door kaartverkoop, het museumrestaurant en de verkoop van plattegronden en catalogi zijn instellingen grotendeels in staat om in eigen behoeften te voorzien en het overige deel aan te vullen met overheidssubsidies. Door de collectie en het bijbehorende materiaal digitaal te ontsluiten, kan een instelling zichzelf in bredere zin onder de aandacht van (potentiële) bezoekers brengen. Hierdoor kunnen grotere bezoekersaantallen dan voorheen worden aangetrokken.

165 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed ( z. pl. 2009) 84-85 166 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed ( z. pl. 2009) 86 167 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009) 86-87 168 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed ( z. pl. 2009) 88-99

Page 74: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

73

Sylvana Bol - 608027

Ook ontstaan hierdoor mogelijkheden om waarde te creëren. Wel is hiervoor een verschuiving van de al bestaande waarde propositie nodig. De digitalisering heeft een verandering doen ontstaan waardoor er een nieuwe waardering voor het ‘fysiek origineel’ is ontstaan. Een voorbeeld hiervan is de omslag van de verkoop van cd’s naar de toenemende belangstelling voor life concerten of optredens. Hierdoor ontstaat bij het organiseren van optredens een verdienmogelijkheid, terwijl deze bij de verkoop van cd’s alsmaar afneemt. Bovendien verandert de waarde perceptie van het beluisteren van een cd naar het beleven van een authentiek optreden. Een erfgoedinstelling kan hierop inspelen door lokale artiesten in een ruimte van de instelling te laten optreden, waardoor een gemeenschappelijke ervaring aan de belevenis van een optreden kan worden meegegeven. Bovendien kan aan de bezoekers entreegeld voor een kaartje worden gevraagd, waardoor de artiest kan worden betaald en kan de bezoekers een waardevolle beleving worden meegegeven. Praktijkvoorbeeld erfgoedsector Volgens de BMICE publicatie is het initiatief ‘Wiki Loves Art’ een gebeurtenis waarbij een groot aantal musea collectiemateriaal door bezoekers lieten fotograferen. Het doel hiervan was om lege plekken op Wikipedia op te vullen. De foto’s konden door bezoekers worden geupload op de fotowebsite Flickr en op de website van Wiki Loves art, waardoor niet alleen content voor publiek toegankelijk werd gemaakt, maar via de platforms ook met elkaar over de collectie kon worden gediscussieerd .De fysieke collectie is voor alle klantgroepen relevant, alleen kan hier nauwelijks geld aan worden verdiend. Wel is er door de verschuiving van waarde propositie onder gebruikers sterk de behoefte om een collectie te ‘beleven’. Door de omschakeling van analoog naar digitaal kan via het internet steeds meer in de behoeften van gebruikers worden voorzien, dan alleen binnen de eigen organisatie.

2. Origineel digitaal: de erfgoedinstelling als digitaal erfgoedmakelaar Een andere oplossing is om de digitale collectie te zien als ‘grondstof’ die kan worden gebruikt voor een nieuw creatief idee of voor het verlenen van diensten aan andere gebruikers. Volgens de BMICE publicatie kan de erfgoedinstelling als digitaal erfgoedmakerlaar functioneren door bijvoorbeeld licenties voor het (her)gebruik van filmfragmenten te verstrekken. Door aan filmmakers licenties te verkopen, kunnen zij nieuwe documentaires en films maken met behulp van oud materiaal. Bij fysieke collecties wordt het zeggenschap over voorwerpen geregeld door eigendomsrechten en huisregels, zoals verboden te fotograferen. In het digitale domein heeft men alleen te maken met auteursrecht die handvatten biedt om een exclusief zeggenschap te waarborgen. Het moeilijke gegeven waarmee erfgoedinstellingen te maken hebben, is het feit dat oudere objecten geen auteursrecht meer hebben, en recente voorwerpen auteursrechten hebben die in handen zijn van de kunstenaar zelf. Een voorbeeld van hoe erfgoedinstellingen als digitale erfgoedmakelaar kunnen functioneren, is door het aanbieden van digitale afbeeldingen van objecten in hoge resolutie. Doordat de afbeeldingen een hoge resolutie hebben, kunnen zij worden gebruikt voor onderzoek en bijvoorbeeld tegen een kleine betaling aan de organisatie worden bekeken. Hierdoor kan de erfgoedinstelling als digitaal erfgoedmakelaar functioneren, door een kleine bijdrage voor de afbeeldingen te vragen en hierdoor een verdienmogelijkheid te ontwikkelen. Praktijkvoorbeeld erfgoedsector In dit geval kan een instelling als een ‘makelaar’ optreden voor de rechthebbende, zoals Beeld en Geluid nu doet. De erfgoedinstelling krijgt een percentage van de opbrengsten uit de licencering of handel in rechten. Dit kan als compensatie voor de door de instelling geleverde diensten worden beschouwd. De propositie van waarde is de bemiddeling tussen de maker en rechthebbenden.

3. Curator digitaal: de erfgoedinstelling als contextmaker Curator digitaal heeft betrekking op de ontwikkeling van diensten rondom digitale erfgoedinformatie. Curator digitaal stelt dat de expertise van erfgoedorganisaties een waardevol middel is waar inkomsten uit kunnen worden verkregen.

Page 75: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

74

Sylvana Bol - 608027

De klantgroepen die hierop van toepassing zijn, zijn de consument, onderwijs en onderzoek en de zakelijke professional. Volgens de BMICE publicatie liggen bij dit onderdeel op twee terreinen verdienmogelijkheden. Erfgoedinstellingen hebben kennis en expertise binnen de eigen organisatie en kunnen hierdoor via de website diensten aanbieden waarvoor een ‘digitale curator’ kan worden ingezet. Hierbij kan worden gedacht aan specifieke achtergrondinformatie die niet op de gemiddelde museale website is te vinden of het aanbieden educatief materiaal. Praktijkvoorbeeld erfgoedsector Daarnaast kunnen digitale diensten worden ontwikkeld die inspelen op de beleving en ervaring van de fysieke collectie. Hierbij kan worden ingespeeld op de individuele behoeftes van gebruikers. Ontwikkel een individuele route door het museum en laat de bezoeker deze digitaal bekijken, of houd de gebruiker op de hoogte met informatie over collectiestukken die hij of zij interessant vindt. Dit wordt in science center NEMO al gerealiseerd.

169

4: Brand digitaal: de erfgoedinstelling als reputatiemaker en merkenbouwer De vierde oplossing om geld te kunnen verdienen heeft betrekking op het digitale collectiemateriaal ten aanzien van merk en reputatie. De inkomstenbronnen kunnen worden verkregen vanuit de naam en reputatie van de instelling, en geven organisaties de mogelijkheid om hier inspiratie uit te halen. Een instelling kan ervoor kiezen op welke manier zij door het publiek wil worden herinnerd, namelijk als instelling met een hip merk, als instelling met status of als sociale aangelegenheid. Het begrip brand digitaal speelt hierop in. Praktijkvoorbeeld erfgoedsector Een goed voorbeeld van de erfgoedinstelling als reputatiemaker en merkenbouwer is het gebruik van Twitter door erfgoedinstellingen. Door het publiek op de hoogte te houden van de organisatieactiviteiten, kan naamsbekendheid worden gecreëerd en kan de reputatie van een organisatie verder worden ontwikkeld. Door het publiek op de hoogte te houden van activiteiten binnen de instelling en hen bijvoorbeeld eerder te vertellen wanneer een tentoonstelling in première gaat of wanneer er aanbiedingen zijn, kan er met de doelgroep worden gecommuniceerd en gezamenlijk aan het merk van de instelling worden gebouwd. 5: Bundel: de erfgoedinstelling als aanbieder van productbundels In de laatste oplossing tot eigen inkomsten genereren, worden een aantal voorgaande onderwerpen gebundeld. Een voorbeeld van een productbundel die door erfgoedinstellingen zou kunnen worden gemaakt, is het verkopen van een dvd waarop een rondleiding door de instelling wordt gegeven, en dit te koppelen aan de verkoop van een entreekaartje. Hierdoor kan er waarde aan een bezoek worden meegegeven in de vorm van een thuis te bekijken dvd en kunnen er door het aanbieden van een productbundel (extra) inkomsten worden verkregen. Praktijkvoorbeeld erfgoedsector Een ander voorbeeld van hoe een erfgoedinstelling als aanbieder van productbundels zou kunnen fungeren, is door het aanbieden van een museumjaarkaart voor één museum, zodat men vaker een museum naar keuze kan bezoeken. Door een bepaald bedrag per maand te betalen, kan de bezoeker ook een boek over de tentoonstelling worden meegegeven, waarvan het bedrag bij de aankoop van de kaart is inbegrepen. Hiermee kan een erfgoedinstelling door het aanbieden van projectbundels (meer) eigen geld verdienen.

169 Zie bijlage E: interview met Marjelle van Hoorn, projectmanager VSC

Page 76: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

75

Sylvana Bol - 608027

4.7 Afsluiting

Ter afsluiting kan worden vastgesteld dat wanneer erfgoedinstellingen eigen geld willen verdienen, zij voor drie belangrijke opgaven staan. Dit zijn de blik naar buiten verbreden, waarde genereren en de eigen business –of verdienmodellen continu vernieuwen. Deze punten hebben ook betrekking op de hoofdvraag van dit onderzoek. Blik naar buiten verbreden Allereerst dienen erfgoedinstellingen de blik naar buiten te verbreden. Menig organisatie is geneigd om de middelen die binnen de eigen instelling voor handen zijn te raadplegen en hierdoor kosten te besparen. Hierbij realiseert men zich niet dat niet alle informatie zich binnen de eigen instelling bevindt en deze zich wellicht bij collega-instellingen of verwante sectoren begeeft. Mede door de bezuinigingen binnen de sector realiseert men zich meer dan ooit tevoren dat samenwerkingsverbanden binnen en buiten de sector een oplossing kunnen vormen wanneer het gaat om kostenreducering en op een effectieve manier organisatiedoelstellingen behalen. Door de blik naar buiten te verbreden en actief op zoek te gaan naar samenwerkingsvormen, kunnen kosten worden bespaard en (tezamen) geld voor de instelling worden verdiend. Denk hierbij aan het gemeenschappelijk organiseren van een tentoonstelling die in beiden instellingen is te bezichtigen en de opbrengsten met elkaar te delen of een studentenavond binnen de instelling te organiseren die wordt georganiseerd door vrijwilligers. Waarde creëren De primaire doelstelling van erfgoedinstellingen heeft betrekking op het fysiek en digitaal toegankelijk maken van de eigen collectie en haar bijbehorende informatie. Door waarde aan deze content toe te voegen, kan er aan bezoekers een experience worden meegegeven. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door de erfgoedinstelling een bepaalde rol te laten vervullen, zoals de rol van ervaringsmaker. Hierbij biedt de instelling een ervaring aan (zoals het bekijken van een interactieve tentoonstelling waar men foto’s mag maken en via een afgesloten netwerk met elkaar kan delen) die voor een bezoeker waarde kan creëren. Door het toevoegen van waarde aan een instelling en haar objecten, zijn bezoekers geneigd om de website of instelling vaker te bezoeken en zorgt dit voor positieve mond tot oor reclame. Innoveren business -en verdienmodellen Business -en verdienmodellen zijn van grote waarde voor erfgoedinstellingen. Door als instelling aan de slag te gaan met het Business Model Innovatie of het Business Model Canvas van Alex Osterwalder en Yves Pigneur, kunnen problemen op het gebied van business -en verdienmodellen worden omzeild en kan op zoek worden gegaan naar effectieve verdienmogelijkheden. De verdienmogelijkheden van erfgoedinstellingen kunnen weer worden teruggevoerd op het aangaan van samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld partners binnen of buiten de eigen sector. Een goed voorbeeld hiervan is het samenwerkingsverband tussen het Rijksmuseum Amsterdam en de HEMA. Door een business model op te stellen, kan een organisatie continu blijven vernieuwen en meegaan in de ontwikkelingen die ontstaan door een steeds meer digitaal wordende samenleving en hier middels een samenwerkingsverband met een andere organisatie op inspelen.

Page 77: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

76

Sylvana Bol - 608027

Conclusie

In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de mogelijke waarde van netwerkbijeenkomsten bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie voor publiek. Daarnaast is onderzocht welke mogelijkheden netwerkbijeenkomsten kunnen bieden op het gebied van samenwerking en kennisdeling binnen de erfgoedsector. Hierbij richt het onderzoek zich op erfgoedinstellingen die kampen met problemen ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie en hierbij op zoek zijn naar vormen van kennisdeling en samenwerking. Om hierop een antwoord te krijgen is de volgende hoofdvraag geformuleerd: Welke mogelijkheden bieden netwerkbijeenkomsten de erfgoedsector bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie? De deelvragen zijn als volgt:

1. Welke erfgoedinitiatieven ten aanzien van netwerkbijeenkomsten zijn er tot op heden in praktijk gebracht?

2. Welke strategische allianties en samenwerkingsverbanden zijn er op dit moment tussen erfgoedorganisaties?

3. Welke rol spelen nieuwe media in de netwerkbijeenkomsten? 4. Welke verdienmodellen ontstaan er uit netwerkbijeenkomsten?

De informatie uit de deelvragen vormt het onderzoeksgedeelte van deze scriptie. De adviezen die aan het einde van de hoofdstukken zijn opgenomen, zijn gebaseerd op de informatie uit de deelvragen en geven gezamenlijk een antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek. Het toegankelijk maken van digitale erfgoedinformatie is de afgelopen decennia aan verandering onderhevig geweest. Diverse instellingen spanden zich in om erfgoedcollecties voor publiek digitaal te ontsluiten en audiovisueel materiaal online beschikbaar te maken. Ondanks dit gegeven wordt het proces dat aan het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie vooraf gaat, niet door elke erfgoedinstelling even nauwkeurig uitgevoerd. Het gevolg hiervan is dat wetenschappers en andere gebruikers bronnen niet kunnen vinden of doorzoeken, waaruit valt af te leiden dat het digitaliseringsproces in de erfgoedsector nog niet op orde is. Erfgoedinstellingen gaan bij het digitaal ontsluiten van erfgoedinformatie op verschillende manieren te werk en praten nauwelijks met het publiek over hun digitale informatiebehoeften op het gebied van erfgoed. Door slecht werkende softwaresystemen, metadata, te hoge digitaliseringskosten en het gebrek aan een overkoepelende handleiding op het gebied van erfgoedcontent digitaal ontsluiten, zijn veel instellingen allen op een eigen manier gaan digitaliseren. De erfgoedsector staat momenteel voor de uitdaging om nieuwe methodes te vinden om een financieel draagvlak voor kunst en cultuur te realiseren en gemeenschappelijke vormen van standaardisering te ontwikkelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, dienen er nieuwe verbindingen worden aangegaan met andere sectoren, doelgroepen en gemeenschappen. Daarnaast dient het ondernemerschap in de sector te worden vergroot. Het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden en het verbreden van de blik naar buiten gebeurt niet vanzelf. Vernieuwing gaat samen met onderzoeken, bestuderen en bezinnen. De erfgoedsector heeft behoefte aan standaardisering op het gebied van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Door op dezelfde manier als collega-instellingen en verwante erfgoedorganisaties content digitaal te ontsluiten, kan een gemeenschappelijk doel worden gerealiseerd, namelijk het digitaal beschikbaar maken van erfgoedcontent voor publiek. Doordat er in de erfgoedsector een toenemende vraag naar digitale erfgoedinformatie is ontstaan en op welke manier deze het beste voor publiek toegankelijk kan worden gemaakt, richten steeds meer organisaties zich op samenwerkingsverbanden met andere erfgoedinstellingen.

Page 78: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

77

Sylvana Bol - 608027

Deze samenwerkingsverbanden zijn veelal het resultaat van een opkomend fenomeen binnen de sector, namelijk ‘netwerkbijeenkomsten’. Op deze bijeenkomsten komen erfgoedprofessionals bijeen om met elkaar van gedachten te wisselen over onder andere aan welke (digitale) erfgoedinformatie in de sector momenteel behoefte is en op welke manier men hier een bijdrage aan kan leveren. Erfgoedorganisaties zoeken bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie contact met andere erfgoedinstellingen, netwerkbijeenkomsten en conferenties met als doel informatie vergaren over gemeenschappelijke knelpunten waarmee diverse erfgoedinstellingen te maken hebben. De knelpunten hebben betrekking op het digitaliseren van erfgoedinformatie, en de vraag op welke manier dit helder en efficiënt kan worden uitgevoerd. Om hier een antwoord op te krijgen, bezoekt men netwerkbijeenkomsten, waar men met professionals uit de sector bespreekt op welke manier men hier binnen de eigen organisatie mee omgaat en geeft men elkaar tips om problemen op te lossen of te voorkomen. Gedreven vanuit individuele en organisatorische belangen gaan veel instellingen een samenwerkingsverband met een collega-instelling of verwante sector aan. Hierin worden gemeenschappelijke doeleinden ten aanzien van het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie gerealiseerd. Om een succesvol en langdurig samenwerkingsverband aan te gaan, dienen gemeenschappelijke kennis en expertise optimaal te worden benut, gezamenlijke doelstellingen te worden geformuleerd en conflicten tijdig te worden opgelost. Door het gezamenlijk belang zo groot mogelijk te maken, kunnen collectieve doelstellingen worden gerealiseerd en langdurige samenwerkingsverbanden in stand worden gehouden.

Nieuwe (sociale) media kunnen een belangrijke rol spelen binnen erfgoedinstellingen en netwerken. Nieuwe media kunnen door erfgoedinstellingen worden ingezet bij het delen van erfgoedinformatie met de sector en het publiek. Daarnaast kunnen zij binnen netwerkbijeenkomsten voor diverse doeleinden worden ingezet, zoals (online)informatie met elkaar delen en communiceren over behandelde themaonderwerpen. De media publiceren informatie, en zorgen ervoor dat zowel instellingen, organisaties en het publiek informatie op verschillende manieren toegankelijk kunnen maken. Hierdoor ontstaat een netwerkproces waarin informatie en kennis met elkaar worden gedeeld en gezamenlijk toegankelijk worden gemaakt. Om die reden kunnen nieuwe media als online netwerken functioneren en kunnen erfgoedinstellingen en deelnemers van netwerken via de media zowel online als offline netwerken. Naast het gebruik van nieuwe media, kunnen erfgoedinstellingen gebruik maken van de Behoeftepiramide van social media & personal branding expert John Antonios bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie. Met behulp van de piramide wordt duidelijk op welke manier men binnen erfgoedinstellingen of netwerkbijeenkomsten nieuwe media kan inzetten om erfgoedinformatie digitaal te ontsluiten en eigen geld te verdienen. Wel dient hierbij met factoren zoals transparantie en bereidheid tot delen rekening te worden gehouden. Advies Wanneer erfgoedinstellingen netwerkbijeenkomsten als hulpmiddel willen inzetten bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie en op zoek zijn naar vormen van samenwerking en kennisdeling, dient met de volgende punten rekening te worden gehouden: verbreed de blik naar buiten, creëer waarde en innoveer business -en verdienmodellen. Indien met deze aspecten rekening wordt gehouden, kunnen netwerkbijeenkomsten als waardig hulpmiddel bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie fungeren. Indien dit niet het geval is, kunnen netwerkbijeenkomsten bijdragen aan de informatiebehoefte van erfgoedprofessionals en mogelijk leiden tot samenwerkingsverbanden met collega’s uit het erfgoedveld, maar zal hiermee geen positief antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek kunnen worden gegeven.

Blik naar buiten verbreden Allereerst dienen erfgoedinstellingen de blik naar buiten te verbreden. Menig organisatie is geneigd om de middelen die binnen de eigen instelling voor handen zijn te raadplegen en hierdoor kosten te besparen. Hierbij realiseert men zich niet dat niet alle informatie zich binnen de eigen instelling bevindt en deze zich wellicht bij collega-instellingen of verwante sectoren begeeft.

Page 79: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

78

Sylvana Bol - 608027

Mede door de bezuinigingen binnen de sector realiseert men zich meer dan ooit tevoren dat samenwerkingsverbanden binnen en buiten de sector een oplossing kunnen vormen wanneer het gaat om kostenreducering en op een effectieve manier organisatiedoelstellingen behalen. Door de blik naar buiten te verbreden en actief op zoek te gaan naar samenwerkingsvormen, kunnen kosten worden bespaard en (tezamen) geld voor de instelling worden verdiend. Denk hierbij aan het gemeenschappelijk organiseren van een tentoonstelling die in beiden instellingen is te bezichtigen en de opbrengsten met elkaar te delen of een studentenavond binnen de instelling te organiseren die wordt georganiseerd door vrijwilligers. Waarde creëren De primaire doelstelling van erfgoedinstellingen heeft betrekking op het fysiek en digitaal toegankelijk maken van de eigen collectie en haar bijbehorende informatie. Door waarde aan deze content toe te voegen, kan er aan bezoekers een experience worden meegegeven. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door de erfgoedinstelling een bepaalde rol te laten vervullen, zoals de rol van ervaringsmaker. Hierbij biedt de instelling een ervaring aan (zoals het bekijken van een interactieve tentoonstelling waar men foto’s mag maken en via een afgesloten netwerk met elkaar kan delen) die voor een bezoeker waarde kan creëren. Door het toevoegen van waarde aan een instelling en haar objecten, zijn bezoekers geneigd om de website of instelling vaker te bezoeken en zorgt dit voor positieve mond tot oor reclame. Innoveren business -en verdienmodellen Business -en verdienmodellen zijn van grote waarde voor erfgoedinstellingen. Door als instelling aan de slag te gaan met het Business Model Innovatie of het Business Model Canvas van Alex Osterwalder en Yves Pigneur, kunnen problemen op het gebied van business -en verdienmodellen worden omzeild en kan op zoek worden gegaan naar effectieve verdienmogelijkheden. De verdienmogelijkheden van erfgoedinstellingen kunnen weer worden teruggevoerd op het aangaan van samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld partners binnen of buiten de eigen sector. Een goed voorbeeld hiervan is het samenwerkingsverband tussen het Rijksmuseum Amsterdam en de HEMA. Door een business model op te stellen, kan een organisatie continu blijven vernieuwen en meegaan in de ontwikkelingen die ontstaan door een steeds meer digitaal wordende samenleving en hier middels een samenwerkingsverband met een andere organisatie op inspelen.

Page 80: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

79

Sylvana Bol - 608027

Geraadpleegde bronnen en literatuur

Bronnen Ongedrukte bronnen Bremekamp, R., Kaats, E., Opheij, W., Vermeulen, I. Succesvol samenwerken; een kompas voor aanbevelingen en betekenisvolle interactie (Amersfoort 2010) 3 Gillisse, R., e.a. Handleiding Rekenmodel Digitaliseringskosten (Den Haag 2010) 7 Heling, M., Community plan If then is now (Amsterdam 2011) 2-16 Heling, M., de Nijs, P. Uitgeefplan Plaatsen van Betekenis (Amsterdam 2011) 4-6 Timmermans, N., E-brief business model innovatie Kennisland (Amsterdam 2011) Data Archiving Networked Services, DANS op zoek naar archeologische publicaties en data (Den Haag 2012) 2-4 DEN, Kennisland, OCW Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (z. pl. 2009) 14-16 Stichting DEN, De digitale feiten (Den Haag 2009) 54 Stichting DEN, Onderzoek naar de omvang en kosten van gedigitaliseerd Cultureel Erfgoed (z. pl. Den Haag 2009)27-30 Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed, Prisma publicatie (Brussel 2011) 4 Mondelinge bronnen

- Coenraads, Nynke Medewerker If then is now Datum interview: 06-03-2012

- Heling, Menno Mede-initiatiefnemer If then is now Datum interview: 06-03-2012

- Hollander, Hella Coördinator e-depot Nederlandse Archeologie Datum interview: 08-05-2012

- Meereboer, Theo Oprichter Erfgoed 2.0 Datum interview: 13-03-2012

- Timmermans, Nikki Adviseur Stichting Nederland Kennisland Datum interview: 20-03-2012

- van Hoorn, Marjelle Projectmanager Vereniging van samenwerkende centra en musea in wetenschap en techniek /organisator netwerkbijeenkomsten Datum interview: 13-03-2012

Correspondentie - Gillesse, Robert

13-05-2012 Inhoud: Antwoord op vragen over Stichting DEN

- Hoving, Frans 12-03-2012 Inhoud: Antwoord op vragen over conferentie van DISH 2011 en de rol van Erfgoed Nederland hierin

- Lechner, Monica 07-03-2012 Inhoud: Antwoord op vragen over Stichting DEN

- Koninklijke Bibliotheek (KB)

04-03-2012 Inhoud: Antwoord op vragen over samenwerkingsverband KB en Google

Page 81: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

80

Sylvana Bol - 608027

Bijeenkomsten - Netwerkbijeenkomsten If then is now over Erfgoed en Toerisme, Nieuwe Media, Verdienmodellen en

Locatieve Media, 14-11-2011, 28-11-2011, 19-12-2011,30-01-2012

Netwerken - Onderzoek naar digitaal platform Meetup van het Innovators Netwerk Erfgoedsector (INE) over aantal

deelnemers en informatie over themaonderwerpen, 18-05-2012 Enquête

- Enquête onder deelnemers Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten (geraadpleegd 01-03-2012)

Literatuur Black, G. The engaging museum, (z. pl. 2005) 123-132 Blom, E. Handboek communities ;de kracht van sociale netwerken (z. pl. 2009) 26-27 Bruins, R., Pinkster, B. Informatiemanagement (Amsterdam 2007) Hermans, R., Taekema, J. Digitale samenwerking; een handleiding voor erfgoedinstellingen (Den Haag 2005) 3-4 Kotler, P. Principes van Marketing (vierde editie Amsterdam 2006) Dovey, J.,Giddings,S. New media a critical introduction (tweede editie, New York 2009)13-43 Marcus, J.,van Dam, N. Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management (z. pl.2004) 139-141 Tol, R. Het netwerkboek (z. pl. 2002) 20-22 Erfgoed Nederland, Retour Brussel Erfgoed en Europa (Amsterdam 2011) 75 Landelijk Contact van Museumconsulenten & DEN, Wegwijzer collecties op internet (Den Haag 2008) 11 Krantenberichten Karel Berkhout, Het digitale drama, NRC Handelsblad, 10 september 2011 Internet

- http://www.den.nl/blog/bericht/3228 (Bericht krantenartikel DEN) (geraadpleegd 05-03-2012) - http://www.europa-nu.nl/id/vi3akj8s57qg/brief_staatssecretaris_over_de (Ingezonden brief

staatssecretaris) (geraadpleegd 14-03-2012) - http://www.plaatsenvanbetekenis.nl/over-pvb/plaats-van-betekenis/uitgangspunten-van-pvb/

(Informatie over Plaatsen van Betekenis) (geraadpleegd 01-03-2012) - http://www.plaatsenvanbetekenis.nl/over-pvb/plaats-van-betekenis/voor-wie-is-plaatsen-van-

betekenis/ (Informatie over erfgoedproject If then is now) (geraadpleegd 01-03-2012) - http://www.plaatsenvanbetekenis.nl/2011/10/28/locatie-beleving-netwerkbijeenkomsten/

(Informatie over Locatie+Beleving bijeenkomsten) (geraadpleegd 29-05-2012) - http://www.kennisland.nl/over-kennisland (Informatie over Stichting Kennisland) (geraadpleegd 27-

02-2012) - http://www.kennisland.nl/over-kennisland/werkvelden/erfgoed (Informatie over werkvelden

Kennisland) (geraadpleegd 27-02-2012). - http://beeldenvoordetoekomst.nl/nl/project/algemene-informatie (Algemene informatie Beelden

voor de Toekomst) (geraadpleegd 15-03-2012) - http://beeldenvoordetoekomst.nl/nl/project/doel (Informatie over doel Beelden voor de Toekomst)

(geraadpleegd 15-03-2012) - http://inerfgoed.nl/ditisine/ (Informatie over INE netwerk) (geraadpleegd 15-03-2012) - http://www.bmice.nl/ (Informatie over BMICE project) (geraadpleegd 18-05-2012) - http://www.erfgoednederland.nl/projecten/digital-strategies-for-heritage-dish/item7167 (Informatie

over conferentie van DISH) (geraadpleegd 04-03-2012) - http://www.dish2011.nl/ (Informatie over DISH conferentie) (geraadpleegd 01-03-2012) - http://www.twynstragudde.nl/Succesvolsamenwerken.pdf (Informatie over succesvol samenwerken)

(geraadpleegd 17-03-2012) - http://www.ketens-netwerken.nl/begrippen#jy (Informatie over ketens en netwerken) (geraadpleegd

18-03-2012)

Page 82: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

81

Sylvana Bol - 608027

- http://www.samenwerkentussenorganisaties.nl/Oversamenwerken/Watissamenwerken/tabid/75/Default.aspx (Informatie over samenwerken tussen organisaties) (geraadpleegd 17-03-2012)

- http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/detachering.html (Samenwerkingsvorm detachering) (geraadpleegd 28-04-2012)

- http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/uitbesteding.html (Samenwerkingsvormen uitbesteding) (geraadpleegd 28-04-2012)

- http://velehanden.nl/projecten/bekijk/details/project/militieregisters (Project VeleHanden) (geraadpleegd 29-05-2012)

- http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/co_makership.html (Samenwerkingsvorm co-makership) (geraadpleegd 28-04-2012)

- http://www.erfgoednederland.nl/ (Website Erfgoed Nederland) (geraadpleegd 29-05-2012) - http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/partnership.html (Samenwerkingsvorm

partnership) (geraadpleegd 28-04-2012) - http://www.rijksmuseum.nl/nieuwsenagenda/hema?lang=nl (Samenwerking HEMA en Rijksmuseum

Amsterdam) (geraadpleegd 29-05-2012) - http://www.europa-nu.nl/id/vipdeyawcijs/rijksdienst_voor_het_cultureel_erfgoed (Website fusie RCE)

(geraadpleegd 29-05-2012) - http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/samenwerken/netwerken.html (Samenwerkingsvorm

netwerken) (geraadpleegd 28-04-2012) - http://stapblog.nl/ (Weblog van erfgoedinitiatief STAP) (geraadpleegd 18-03-2012) - http://stapblog.nl/projecten/ (Informatie over erfgoedprojecten van STAP) (geraadpleegd 18-03-

2012) - http://stapblog.nl/participanten-watwaswaar/ (Informatie over WatWasWaar project) (geraadpleegd

18-03-2012) - http://wieiswiewaswie.wordpress.com/waarom/ (Informatie over WieWasWie project) (geraadpleegd

20-05-2012) - http://wieiswiewaswie.wordpress.com/wie/ (Informatie over organisatie WieWasWie project)

(geraadpleegd 18-03-2012) - http://stapblog.nl/projecten/ (Informatie over erfgoedprojecten van STAP) (geraadpleegd 18-03-2012) - http://wiewaswie.wordpress.com/organisatie/ (Informatie over organisatie WieWasWie)

(geraadpleegd 18-03-2012) - http://wieiswiewaswie.wordpress.com/hoe/ (Informatie over project WieWasWie) (geraadpleegd 20-

05-2012) - http://nimk.nl/nl/archief/digitising-contemporary-art-for-europeana (Informatie over DCA project

Europeana) (geraadpleegd 20-05-2012) - http://www.rbtkan.nl/projecten/historisch-belevenis-netwerk (Projecten van RBTKAN) (geraadpleegd

03-04-2012) - http://www.gelderland.nl/eCache/DEF/18/170.html (Website-informatie Provincie Gelderland)

(geraadpleegd 03-04-2012) - http://www.gelderserfgoed.nl/ (Website-informatie Geldersch Erfgoed) (geraadpleegd 03-04-2012) - http://www.gelderserfgoed.nl/projecten.php (Projecten Geldersch Erfgoed) (geraadpleegd 03-04-

2012) - http://www.kb.nl/nieuws/2010/google.html (Informatie samenwerking Google en KB) (geraadpleegd

03-04-2012) - http://www.edna.nl/carare.html (Informatie over CARARE project) (geraadpleegd 22-05-2012) - http://erfgoed20.wordpress.com/about-2/ (Informatie over Erfgoed 2.0) (geraadpleegd 14-04-2012) - http://www.dish2011.nl/ (Website-informatie over DISH conferentie) (geraadpleegd 01-03-2012) - http://www.kennisland.nl/filter/projecten/innovators-netwerk-erfgoedsector (Informatie over INE

netwerk)(geraadpleegd 29-05-2012) - http://www.handleidinghtml.nl/html/hyperlinks/hyperlinks01.html (Informatie over hyperlinks)

(geraadpleegd 19-05-2012) - http://www.thesocialmedianetwork.nl/blog.html (Weblog over sociale media) (geraadpleegd 18-05-

2012)

Page 83: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

82

Sylvana Bol - 608027

- http://www.thesocialmedianetwork.nl/microblog.html (Informatie over microblogs) (geraadpleegd 28-05-2012)

- Informatie over aantal volgers en berichten op website Twitter van de drie verschillende netwerken http://twitter.com/#!/ifthenisnow van If then is now, http://twitter.com/#!/Kennisland van Kennisland en http://twitter.com/#!/stichtingden van Stichting DEN. (geraadpleegd 28-05-2012)

- http://www.thesocialmedianetwork.nl/sociale-netwerken.html (Informatie over sociale netwerken) (geraadpleegd 29-05-2012)

- http://www.thesocialmedianetwork.nl/user-generated-content.html (Informatie over user generated content) (geraadpleegd 29-05-2012)

- http://www.frankwatching.com/archive/2011/05/26/social-media-swot-met-een-twist-kansen/ (Kansen van sociale media) (geraadpleegd 19-05-2012)

- http://www.frankwatching.com/archive/2011/06/03/social-media-swot-met-een-twist-bedreigingen/ (Bedreigingen van sociale media) (geraadpleegd 19-05-2012)

- http://johnantonios.com/2010/02/06/the-social-media-hierarchy-of-needs/ (Website-informatie over behoeftepiramide) (geraadpleegd 28-05-2012)

- http://www.managementsite.nl/8952/strategie-bestuur/innovatie-businessmodellen.html (Informatie over business modellen) (geraadpleegd 11-05-2012)

- www.kennisland.nl/.../dea06dfa-86a1-4239-a11a-65e260f0dc8e (Informatie over Stichting Kennisland) (geraadpleegd 14-05-2012)

- http://www.bmice.nl/?page_id=404 (Informatie over BMICE project) (geraadpleegd 12-05-2012) - http://www.den.nl/getasset.aspx?id=Over%20DEN/beleidsplanDEN_2009-

2012.pdf&assettype=attachments (Informatie over beleidsplan DEN) (geraadpleegd 29-02-2012) - http://www.den.nl/art/uploads/files/Missie_hoofddoelstellingenDEN_2013_2016.pdf (Informatie over

missie en doelstellingen DEN) (geraadpleegd 19-05-2012) - http://www.den.nl/art/uploads/files/Opiniestuk%20massedigitalisering%20DEF%20_12-9-

2011_%20JE.pdf (Informatie over Stichting DEN) (geraadpleegd 18-05-2012)

Afbeeldingen en figuren Afbeeldingen Afbeelding op voorpagina: Afbeelding netwerken Bron:http://www.google.nl/imgres?q=netwerken&num=10&hl=nl&gbv=2&biw=1600&bih=785&tbm=isch&tbnid=FNEkYObpZDGzaM:&imgrefurl=http://www.sociosite.org/netwerken_theorie.php&docid=eG7ovnqTf1OUEM&imgurl=http://www.sociosite.org/pictures/netwerk_01.gif&w=650&h=600&ei=zwG1T_XSMMeyhAf3k5zCBQ&zoom=1&iact=hc&vpx=1068&vpy=171&dur=293&hovh=216&hovw=234&tx=100&ty=100&sig=104547135074415668058&sqi=2&page=1&tbnh=128&tbnw=138&start=0&ndsp=32&ved=1t:429,r:5,s:0,i:106 Afbeelding 1: Kijkglas voor samenwerking Bron: http://www.twynstragudde.nl/Succesvolsamenwerken.pdf Afbeelding 2: De behoeftepiramide van Maslow versus Antonios Bron: http://johnantonios.com/2010/02/06/the-social-media-hierarchy-of-needs/ Afbeelding 3: De opkomst van sociale media Bron: http://www.flickr.com/photos/dionh/373848076/ Afbeelding 4: Distributieringen Bron: Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed publicatie 8 Afbeelding 5: Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed Bron: http://www.bmice.nl/?page_id=53 Afbeelding 6: Business Model Canvas Bron:http://www.google.nl/imgres?q=business+model+canvas+osterwalder+pigneur&um=1&hl=nl&biw=1600&bih=785&tbm=isch&tbnid=j62iDn3B6tK7sM:&imgrefurl=http://www.bmice.nl/%3Ftag%3Dbusiness-model&docid=auVUO61Bhh0UgM&imgurl=http://www.bmice.nl/wp-content/uploads/Canvas-Osterwalder.jpg&w=547&h=367&ei=xKfIT7riHMPX0QWSxYy8AQ&zoom=1&iact=hc&vpx=385&vpy=163&dur=396&hovh=135&hovw=197&tx=108&ty=80&sig=104547135074415668058&page=1&tbnh=135&tbnw=197&start=0&ndsp=29&ved=1t:429,r:1,s:0,i:70

Page 84: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

83

Sylvana Bol - 608027

Figuren Figuur 1: Samenwerkingsmotieven van erfgoedinstellingen Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 2: Samenwerkingsbezwaren van erfgoedinstellingen Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 3: Voor -en nadelen detachering Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 4: Voor- en nadelen uitbesteding Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 5: Voor- en nadelen co-makership Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 6: Voor- en nadelen partnership Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 7: Voor- en nadelen fusie of overname Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 8: Voor- en nadelen netwerken Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 9: Tips voor samenwerking Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 10: Sociale mediavormen Bron: Door Sylvana Bol gemaakt in Word Figuur 11: Het business model als onderdeel van het strategisch veranderingsproces Bron: Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed publicatie 15

Page 85: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

84

Sylvana Bol - 608027

Bijlagen

Page 86: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

85

Sylvana Bol - 608027

A. Interview Nikki Timmermans, adviseur Stichting Nederland Kennisland

Hoe is het idee ontstaan om de Innovators Netwerk Erfgoedsector bijeenkomsten te organiseren? Het idee voor de bijeenkomsten is ontstaan vanuit een samenwerkingsverband tussen Kennisland en het project Beelden voor de Toekomst, waarvan Kennisland in 2007 samenwerkingspartner werd. Doordat men binnen het project te maken kreeg met diverse knelpunten op het gebied van content digitaal ontsluiten, is er intern met elkaar gesproken over het idee om bijeenkomsten te organiseren waar men deze onderwerpen met elkaar kan bespreken. Bovendien zijn Kennisland en Beelden voor de Toekomst van mening dat binnen de erfgoedsector veel creatieve ideeën aanwezig zijn, maar hier door bezuinigingen niets mee kan worden gedaan. Daarom wil men deze jonge, innovatieve professionals bij elkaar brengen en gemeenschappelijke knelpunten uit de erfgoedsector met elkaar bespreken, oplossingen bedenken en een extern front naar buiten vormen. Wat is het doel van het netwerk? Het netwerk wil een bijdrage leveren aan het erfgoedveld door het vernieuwend vermogen te versterken. Door gesprekken die de medewerkers van het erfgoedinitiatief met erfgoedprofessionals afkomstig uit Nederlandse erfgoedinstellingen voerde, kwam naar voren dat het innovatief vermogen binnen de erfgoedsector verbeterd zou kunnen worden. Volgens de erfgoedinstellingen moeten vooral de mogelijkheden op digitaal gebied worden aangepast en worden verbeterd. Veelal is hier binnen de eigen organisatie niet of nauwelijks ruimte voor. Veelal ontbreekt het aan een duidelijke strategie op digitaal gebied en voldoende budget hiervoor. Het gevolg hiervan is dat vele ideeën onbenut blijven, waardoor veel erfgoedinstellingen zich met hun digitaliseringsproces de afgelopen jaren niet optimaal hebben kunnen ontwikkelen. Dit vind Kennisland als organisatie erg spijtig. Wat is het doel van Kennisland bij het organiseren van de bijeenkomsten? Kennisland heeft organisaties die zich willen vernieuwen door middel van sociale innovatie als doelgroep. Hierbij kan worden gedacht aan organisaties op het gebied van onderwijs, overheid, erfgoed en cultuur. Doel is om professionals uit deze organisaties te betrekken bij het oplossen van vraagstukken en problemen op lange termijn. Kennisland helpt hen om kennis, talent, ervaring en intuïtie naar boven te halen en optimaal te benutten. Kennisland heeft als doel om organisaties te helpen bij het oplossen van gecompliceerde vraagstukken die binnen organisaties leven. Daarnaast helpen zij bij het oplossen van complexe vraagstukken binnen de organisatie, het maximaliseren van kennisontwikkeling, kennisdeling binnen en tussen organisaties, en bij het vormen van nieuwe samenwerkingsverbanden. Op welke manier zijn de deelnemers bij het netwerk terecht gekomen? De deelnemers spelen binnen het Innovators Netwerk een belangrijke rol. De eerste deelnemers zijn via gesprekken met de organisatoren benaderd en geselecteerd op basis van hun vernieuwende ideeën en projecten binnen de erfgoedsector. De andere deelnemers zijn via een inschrijving op de websites van Kennisland en Beelden voor de Toekomst bij het netwerk gekomen. Een belangrijk uitgangspunt van de organisatie was dat het netwerk concrete en praktijkgerichte informatie kon aanbieden, waarmee deelnemers vervolgens zelf binnen de eigen organisatie aan de slag konden gaan. Op basis waarvan zijn de onderwerpen die tijdens de bijeenkomsten worden besproken, uitgekozen? De onderwerpen zijn gekozen door de deelnemers van de bijeenkomsten. Elke deelnemer kan een onderwerp voordragen, op voorwaarde dat dit onderwerp actueel binnen de erfgoedsector is en de deelnemers hier als professional concreet mee aan de slag kunnen. Het idee voor een onderwerp kan bij de organisators van het netwerk worden ingediend en zij beslissen of dit onderwerp een bijdrage aan het netwerk kan leveren. Hoe zijn de bijeenkomsten opgebouwd en hoeveel keer per jaar worden de bijeenkomsten georganiseerd? Kennisland organiseert ongeveer 10 keer per jaar informele bijeenkomsten rondom verschillende onderwerpen en probleemsituaties. Deze onderwerpen zijn niet per definitie technisch of media gerelateerd, maar zijn wel actueel binnen de erfgoedsector. Tijdens de bijeenkomsten worden kennis, ervaring en expertise door erfgoedprofessionals uitgewisseld.

Page 87: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

86

Sylvana Bol - 608027

Een belangrijk verschil met andere netwerkbijeenkomsten in de erfgoedsector is dat de deelnemers van het INE netwerk niet namens een organisatie deelnemen. Men schrijft zich in als erfgoedprofessional, waardoor elke deelnemer vrij is om te spreken en niet het gevoel krijgt dit namens de eigen organisatie te doen. Welke informatie die uit bijeenkomsten is voortgekomen heeft bijgedragen aan andere netwerkbijeenkomsten? Kennisland heeft in samenwerking met andere erfgoedorganisaties de publicatie Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed ontwikkeld. De publicatie is voortgekomen uit formele en informele discussies die in het erfgoedveld ontstonden naar aanleiding van de problemen op het gebied van business modellen. Kennisland heeft deze discussies met erfgoedprofessionals besproken en hieruit is de publicatie ontstaan. De knelpunten hadden betrekking op de organisatie, ICT-infrastructuur, auteursrechten en verdienmodellen. Rondom deze vier thema’s hebben de onderzoekers in 2009 diverse expertmeetings georganiseerd, waar ongeveer 100 vertegenwoordigers uit de erfgoedsector, overheid, wetenschap, onderwijs creatieve industrie en het bedrijfsleven aan het woord zijn gekomen. Ook zijn de bevindingen met behulp van een seminar in 2009 in het najaar getest. Heeft u de afgelopen jaar zelf netwerkbijeenkomsten bezocht? Zo ja, welke? De bijeenkomsten die zijn bezocht, waren voornamelijk voor werkdoeleinden, zoals de bijeenkomsten van Kom je ook? Van Mediamatic, de Erfgoedarena van de Reinwardt Academie en Erfgoed Nederland en het Museumcongres. Op internationaal niveau zijn de bijeenkomsten van Museums and the Web bezocht. Miste u op deze bijeenkomsten bepaalde onderwerpen die volgens u wel een rol in de erfgoedsector spelen? Speelt u hier met INE op in? Op deze bijeenkomsten kwamen niet per se onderwerpen naar voren die binnen de erfgoedsector wel een rol spelen. Wel is het een belangrijk verschil dat de bijeenkomsten op internationaal niveau veel groter dan in Nederland zijn en de bijeenkomsten hier vaak gratis zijn. De bijeenkomsten in Angelsaksische landen en de Verenigde staten lopen voor op de ontwikkelingen ten opzichte van andere landen. Wel zijn er bij Kennisland onderwerpen zoals Google Analytics, waarmee websitestatistieken kunnen worden bekeken, en een bijeenkomst over auteursrecht georganiseerd, omdat veel deelnemers hier binnen de eigen organisatie mee te maken kregen en de onderwerpen hierdoor een waardevolle betekenis binnen het netwerk hebben. Wat is voor u een reden om een bijeenkomst van een collega-instelling te bezoeken? Een belangrijke reden om een netwerkbijeenkomst van een collega-instelling te bezoeken is de relevantie van het onderwerp voor eigen werkdoeleinden. Daarnaast kan op een bijeenkomst worden onderzocht of er een potentieel samenwerkingsverband kan worden aangegaan, kan via de onderwerpen inspiratie worden opgedaan en kan kennis worden uitgewisseld met collega’s van andere instellingen. Is er in de erfgoedsector behoefte aan samenwerking en kennisdeling op het gebied van netwerkbijeenkomsten? Ja, hier is zeker behoefte aan. Dit is ook een van de redenen geweest waarom de INE bijeenkomsten zijn begonnen. Veel jonge professionals zijn opgegroeid met het internet en hebben vernieuwende ideeën ten aanzien van de erfgoedsector. Helaas kan hier door de bezuinigingen niets mee worden gedaan en gaan deze personen vaak op zoek naar een andere baan. Omdat te voorkomen dat deze vernieuwers, die een belangrijke bijdrage aan de erfgoedsector kunnen leveren, weggaan is het voor Kennisland een belangrijke bijdrage geweest om te starten met de INE bijeenkomsten. Op het gebied van netwerken is daarom zeker een behoefte aan samenwerking en kennisdeling. Men ziet dit als een goedkope manier om informatie met elkaar uit te wisselen. Daarom is het netwerk van Kennisland gratis en regelen deelnemers een ruimte binnen de eigen instelling, die hierdoor vaak gratis kan worden gehuurd. En bij het toegankelijk maken van digitale erfgoedinformatie? Ook bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie is er behoefte aan samenwerking en kennisdeling. Netwerkbijeenkomsten kunnen hiervoor worden ingezet om informatie met elkaar te delen.

Page 88: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

87

Sylvana Bol - 608027

Op welke manier gebruiken jullie de input die via netwerkbijeenkomsten wordt verkregen? De input wordt gebruikt voor het evaluatieverslag dat na een reeks bijeenkomsten is opgesteld. Dit verslag is ook naar de deelnemers gestuurd, zodat zij weten wat er is besproken. Daarnaast wordt de input op het digitale web platform ‘Meetup’ met elkaar besproken, hoewel in de praktijk opvalt dat weinig deelnemers hier gebruik van maken. Wie zijn voor jullie netwerk mogelijke samenwerkingspartners? Mogelijke samenwerkingspartners zijn vernieuwers uit de erfgoedsector die ideeën hebben om de erfgoedsector te verbeteren. Dit kunnen erfgoedprofessionals van marketingbureaus zijn, maar ook collega’s uit musea en de creatieve sector. Daarnaast heeft het netwerk de intentie om uit te breiden en de provincie in te gaan, maar is dit tot nu toe geen succes gebleken. Kennisland heeft kunnen concluderen dat deelnemers uit de Randstad voornamelijk het netwerk beslaan. Ook vind Kennisland het van belang dat het netwerk laagdrempelig blijft en er geen entree hoeft te worden betaald, zoals bij netwerken als ‘Kom je ook?’ wel het geval is. Bovendien past betaling niet binnen het format.

Page 89: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

88

Sylvana Bol - 608027

B. Interview met Nynke Coenraads en Menno Heling, if then is now

Hoe is het idee ontstaan om de Locatie+Beleving bijeenkomsten te organiseren? Het idee voor de bijeenkomsten is ontstaan vanuit een nog te ontwikkelen web platform voor erfgoedpromotie. If then is now wil een web platform voor cultuurtoeristen ontwikkelen waarop de informatie met behulp van user generated content is verzameld. Doordat men tijdens de ontwikkeling van dit project tegen diverse knelpunten aanliep en zij tijdens dit project veel kennis en ideeën over het toegankelijk maken van erfgoedinformatie hebben verzameld, wil men dit graag delen met de sector. Door het organiseren van netwerkbijeenkomsten wil If then is now deelnemers uit de erfgoedsector informatie bieden over themaonderwerpen die zij aandragen en willen zij de deelnemers bevragen over het platform en willen zij via de bijeenkomsten feedback genereren. Wat is het doel van de bijeenkomsten? Via het organiseren van bijeenkomsten hoopt de organisatie goodwill in de erfgoedsector te creëren en hier op termijn iets voor terug te krijgen. Door de organisatoren kennis te laten delen met de deelnemers, wil de organisatie complicaties rondom het digitaliseren van erfgoedmateriaal helder krijgen. En wat is het doel van het platform? If then is now wil een virtueel web platform ontwikkelen waarop informatie door cultuurtoeristen kan worden geraadpleegd. Omdat men binnen de eigen organisatie niet de kennis en expertise heeft om het project op te starten, wordt er tijdelijk een projectleider ingeschakeld met als doel de organisatie te helpen bij het indelen van de projectactiviteiten en het benaderen van de juiste personen. Op deze manier kan de organisatie de doelstellingen om een digitaal web platform te ontwikkelen verwezenlijken. Met de opzet van de netwerkbijeenkomsten wil If then is now een handvat aanbieden waarmee erfgoedorganisaties zelf verder kunnen gaan. Dit, is samenwerking met het Landelijk Contact van Museumconsulenten, erfgoedhuizen en adviesbureaus, en met elkaar. De deelnemers zijn afkomstig uit de erfgoedsector, zoals archieven, historische verenigingen en adviesbureaus. Hoe zijn de netwerkbijeenkomsten opgebouwd? De netwerkbijeenkomsten zijn als workshops vormgegeven en waren bedoeld om kennis en ervaringen uit te wisselen met erfgoedprofessionals die concreet en praktisch aan de slag wilden gaan met problemen op het gebied van het digitaliseren van erfgoedinformatie. Voorbeelden van onderwerpen die tijdens de vijf bijeenkomsten aan bod zijn gekomen zijn onder meer Erfgoed en Toerisme, Locatieve Media, Verdienmodellen, Sociale Media en Vrijwilligers. Daarnaast hebben de organisatoren van de bijeenkomsten een toelichting gegeven op het gebruik van nieuwe media en verdienmodellen om de eigen instellingen te promoten en eigen geld te verdienen en is er aan de hand van themaonderwerpen besproken welke problemen er binnen de sector zijn en hoe men hier door middel van kennisdeling op de bijeenkomsten mee omgaat. De uitkomsten van deze bevindingen werden na de bijeenkomsten via het Locatie + Beleving web platform van de organisatie toegankelijk gemaakt, zodat men hier verder kon discussiëren. Daarnaast werden de bevindingen via de e-mail naar de deelnemers toegestuurd en konden via deze weg vragen worden gesteld of worden beantwoord. Op basis waarvan zijn de onderwerpen die tijdens de bijeenkomsten worden besproken, uitgekozen? De onderwerpen zijn gekozen op basis van hun actualiteit binnen de sector en hun connectie met het project waar If then is now mee bezig is. Hierdoor zijn de onderwerpen voor beiden partijen relevant en kan men er concrete informatie uithalen. Hoeveel deelnemers hebben de bijeenkomsten? De bijeenkomsten zijn vijf keer georganiseerd in de periode november 2011-feburari 2012 en bestonden gemiddeld uit 10 tot 15 deelnemers. De deelnemers konden zich via een invulformulier op de website van If then is now inschrijven of contact opnemen met de organisatie. Het weblog van de organisatie kan ook door deelnemers worden gebruikt om verslagen van de bijeenkomsten na te lezen en om verder te discussiëren over de behandelde themaonderwerpen. Omdat dit netwerk beperkt toegankelijk is, kan niet worden opgemaakt uit hoeveel bezoekers het platform bestaat.

Page 90: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

89

Sylvana Bol - 608027

De deelnemers van het Locatie+Belevenis netwerk zijn bij het netwerk gekomen door inschrijving via de website en via de organisatoren, maar ook via mond tot oor reclame. Het netwerk is informeel en er wordt meegedaan op naam en organisatienaam. Hebben jullie de afgelopen jaren zelf bijeenkomsten bezocht? Zo ja, welke? De organisatoren hebben verschillende bijeenkomsten, op zowel nationaal als internationaal niveau bezocht. De bijeenkomsten zijn voor werkdoeleinden bezocht en zijn gebruikt om samenwerkingsverbanden te onderzoeken en helder te krijgen met welke knelpunten collega-instellingen te maken hebben en op welke manier deze kunnen worden opgelost. Enkele voorbeelden van bijeenkomsten die zijn gezocht, zijn Kom je ook? Van Mediamatic, de Erfgoedarena van de Reinwardt Academie en Museums and the Web in de Verenigde Staten. Miste u op deze bijeenkomsten bepaalde onderwerpen die volgens u wel een rol in de erfgoedsector spelen? Speelt u hier met Locatie+Beleving op in? De organisatoren zijn op de bijeenkomsten geen onderwerpen tegengekomen waar men binnen de eigen bijeenkomsten niet op inspeelt. Dit komt doordat een van de vereisten aan de themaonderwerpen is dat zij actueel binnen de sector moeten zijn. De onderwerpen die het netwerk aandraagt hebben vooral betrekking op het digitaal toegankelijk maken van het eigen web platform en zijn hierdoor veelal digitaal van aard. Hierbij kan worden gedacht aan onderwerpen als omgang met sociale media, het publiek betrekken en verdienmodellen. Wat is voor u een reden om een bijeenkomst van een collega-instelling te bezoeken? Een belangrijke reden voor de organisatoren om een bijeenkomst te bezoeken, is de actualiteit van een onderwerp ten aanzien van de eigen werkzaamheden, in dit geval voor het nog te ontwikkelen erfgoedproject. Daarnaast kunnen op een bijeenkomst nieuwe vormen van samenwerking worden onderzocht en kan er kennis met collega’s worden uitgewisseld. Bovendien moet het onderwerp aanspreken en heeft de bijeenkomst een netwerk dat van belang is voor eigen werkdoeleinden. Daarnaast draagt nieuwsgierigheid naar een project een belangrijke bijdrage aan een bezoek. Bovendien speelt de locatie ook een belangrijke rol. Veel organisaties spelen hier momenteel op in om bijvoorbeeld een bijeenkomst te koppelen aan een bezoek aan de instelling en een informele borrel in een nabijgelegen café. Ook dit kan deelnemers aansporen om deel te nemen aan een bijeenkomst. Er dient een locatie te worden gezocht die iets toevoegt. If then is now doet dit door steeds op een andere locatie in het land actief te zijn. Is er in de erfgoedsector behoefte aan samenwerking en kennisdeling op het gebied van netwerkbijeenkomsten? Ja, hier is behoefte aan maar niet op korte termijn. Omdat If then is now met de bijeenkomsten is gestopt, zijn zij voor het netwerk niet op zoek naar samenwerking. Wel zijn zij op zoek naar vormen van samenwerking ten aanzien van het platform. Dit kan voor andere organisaties wel gelden. Netwerken als DISH werken samen met diverse gastsprekers en professionals die workshops organiseren. Ook werkt men samen op het gebied van sponsors en netwerkorganisatoren. Dit soort initiatieven hebben momenteel een grotere behoefte aan samenwerking dan If then is now. Samenwerking speelt binnen de Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten een belangrijke rol en vormt één van de uitgangspunten van het netwerk.

Kunt u iets vertellen over de samenwerking tussen If then is now en Erfgoed 2.0?

Het Locatie+Beleving netwerk is een samenwerkingsverband tussen If then is now en Erfgoed 2.0 De samenwerking is ontstaan vanuit de behoefte van If then is now om vijf netwerkbijeenkomsten te organiseren, met als doel kennis en naamsbekendheid voor het potentiële digitale erfgoedplatform verkrijgen. Daarnaast wil If then is now via de bijeenkomsten feedback op het format verwerven en de input van deelnemers gebruiken om een helder en bruikbaar platform voor cultuurtoeristen te ontwikkelen.

Page 91: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

90

Sylvana Bol - 608027

Op welke manier gebruiken jullie de input die via netwerkbijeenkomsten wordt verkregen? De input wordt gebruikt voor de digitale weblog van If then is now waar verslagen door deelnemers kunnen worden nagelezen. Ook kan men via het weblog met elkaar discussiëren over de onderwerpen die aan bod zijn gekomen en worden deelnemers via de e-mail op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rondom de bijeenkomsten op het platform. Wie zijn voor jullie netwerk mogelijke samenwerkingspartners? Mogelijke samenwerkingspartners zijn voor If then is now professionals uit de erfgoedsector die vernieuwende ideeën hebben die een bijdrage kunnen leveren aan de sector, elkaar en aan het platform. Daarnaast zijn mogelijke samenwerkingspartners van belang voor het te ontwikkelen web platform. Het Airborne museum omdat zij met diverse erfgoedprojecten actief zijn en veel ervaring op dit gebied hebben, Zoover, omdat deze website zich richt op vakantiebeoordelingen door gebruikers en dit kan worden gekoppeld aan het platform van If then is now. Daarnaast heeft men ten aanzien van het project de intentie om met hotelketens, VVV kantoren en reisbureaus samen te werken. Hoe ziet het digitale erfgoedproject eruit? If then is now ontwikkelt een digitaal web platform waarop erfgoedprofessionals, amateur-experts en cultuurliefhebbers informatie kunnen toevoegen. De content heeft betrekking op feitelijke informatie of een eigen verhaal over een plaats, plek of monument met een cultuurhistorische waarde. Een voorbeeld hiervan is informatie over de werking van een stoomtrein in een historische plaats of een eigen, persoonlijk verhaal over de Tweede Wereldoorlog. Aan de verhalen kan ook audiovisueel materiaal worden toegevoegd. Om het user generated content proces op gang te krijgen, zal de organisatie in de beginfase zelf verhalen, afbeeldingen en filmmateriaal rondom drie pilotthema’s opvoeren. Dit zijn Napoleon, de Amsterdamse grachtengordel en de Hanzesteden. Wie is de doelgroep van het erfgoedplatform? If then is now heeft een brede doelgroep, namelijk cultuurtoeristen. Cultuurtoeristen zijn personen met een interesse in zowel toerisme als erfgoed en kunnen worden onderverdeeld in erfgoedprofessionals, amateur-experts op het gebied van erfgoed en toerisme en cultuurliefhebbers. Volgens Menno Heling, mede-initiatiefnemer van If then is now, wil de organisatie een brede doelgroep bedienen en hen stimuleren om zowel toeristische als erfgoed gerelateerde informatie digitaal toegankelijk te maken. Hiermee wil de organisatie voorkomen dat potentiële websitebezoekers onnodig worden buitengesloten, terwijl zij wel in staat zijn om bruikbare content aan te leveren. Wat is de doelstelling van het project? Met behulp van cultuurtoeristen wil If then is now een koppeling maken tussen erfgoedinstellingen, zoals musea, archieven en bibliotheken, en het in erfgoed en toerisme geïnteresseerde publiek. Hierbij kan worden gedacht aan professionele en niet-professionele gebruikers van erfgoedinformatie en de toerismebranche.

Page 92: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

91

Sylvana Bol - 608027

C. Interview Theo Meereboer, oprichter Erfgoed 2.0

Hoe is het idee ontstaan om de Locatie+Beleving bijeenkomsten te organiseren? Het idee voor de bijeenkomsten is vanuit If then is now ontstaan en omdat men op zoek was naar een professional uit de sector die de deelnemers kennis kon bijbrengen over de themaonderwerpen die tijdens de bijeenkomsten centraal stonden, is Theo Meereboer door Menno Heling benaderd of hij hier het een en ander over zou kunnen vertellen. Bovendien vind Theo Meereboer het interessant om informatie over gemeenschappelijke knelpunten waar de erfgoedsector mee kampt, met collega’s te bespreken en gezamenlijk op zoek te gaan naar innovatieve oplossingen, zoals bijvoorbeeld bij de bijeenkomsten van INE van Kennisland het geval is. Welke rol speelde uw organisatie binnen de bijeenkomsten van If then is now? Erfgoed 2.0 is als kennisnetwerk voor professionals in de erfgoedsector, media en creatieve industrie in staat om Locatie+Beleving deelnemers te voorzien van verdiepende informatie over themaonderwerpen. De samenwerking is enerzijds gericht op de erfgoedsector kennis laten maken met het project van If then is now, en anderzijds de deelnemers van informatie over de behandelde thema’s te voorzien en gezamenlijk helder te krijgen welke problemen er rondom deze thema’s binnen de eigen instellingen leven en op welke manier men dit binnen de organisatie probeert op te lossen. Welke rol speelde u of uw organisatie binnen de netwerkbijeenkomsten van INE? Stichting Kennisland en Beelden voor de Toekomst kwamen op het idee om het vernieuwend vermogen in de erfgoedsector te versterken en benaderden hiervoor diverse ‘vernieuwers’ uit het erfgoedveld. Via eerder uitgevoerde projecten met deelnemers van het netwerk is Theo Meereboer in contact gekomen met de bijeenkomsten. Binnen de bijeenkomsten zijn zij gezamenlijk op zoek gegaan naar innovatieve oplossingen voor knelpunten waar de erfgoedsector momenteel mee te maken heeft. Waarom is er voor themaonderwerpen vanuit ITIN gekozen? Er is voor deze onderwerpen gekozen, omdat zij een goede aansluiting vormen op de informatiebehoefte van If then is now met betrekking tot het te ontwikkelen erfgoedproject. Daarnaast zijn deze onderwerpen actueel binnen de erfgoedsector en zijn er veel erfgoedinstellingen die niet goed weten hoe zij hier binnen de organisatie mee om moeten gaan. De onderwerpen hebben allen betrekking op het digitaal toegankelijk maken van erfgoedmateriaal, en zijn hierdoor ook voor Erfgoed 2.0 van belangrijke waarde. Wat verstaat u onder nieuwe media? Nieuwe media zijn communicatiemiddelen die kunnen worden gebruikt om op grote schaal informatie met anderen te kunnen delen. Zij verspreiden informatie en zijn het tegenovergestelde van oude media. Op basis waarvan zijn de onderwerpen die tijdens de bijeenkomsten van INE worden besproken, uitgekozen? De onderwerpen zijn door de deelnemers zelf aangedragen. Doordat men binnen de sector op zoek is naar (voordelige)oplossingen, is het van belang hier met de onderwerpkeuze op in te spelen. Welke deelnemers bezoeken de bijeenkomsten van INE? De personen die deelnemen aan de bijeenkomsten, zijn afkomstig uit de erfgoedsector en willen vernieuwingen in processen binnen de sector aanbrengen. De deelnemers doen mee op basis van hun naam, en niet namens een instelling, waardoor iedereen het gevoel heeft om vrijuit te kunnen praten. Hoe kan volgens u een succesvolle bijeenkomst worden omschreven vanuit de rol als deelnemer en organisator? Vanuit de rol van organisator bij de bijeenkomsten van If then is now, hanteerde Theo Meereboer de volgende volgorde. Hij begon met de opening van de bijeenkomst en vertelde in vijf minuten de hoogtepunten van het project. Daarna vertelde hij welke themapunten tijdens de bijeenkomsten worden besproken en zijn de deelnemers hierna in de gelegenheid om zichzelf voor te stellen en te vertellen voor welke organisatie zij werken en tegen welke problemen zij binnen de eigen organisatie met betrekking tot het onderwerp aanlopen.

Page 93: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

92

Sylvana Bol - 608027

Door een open houding naar elkaar te hebben en rekening te houden met de verschillende karakters binnen een groep en de belangen die men heeft bij het bezoek aan een bijeenkomst, kan een bijeenkomst slagen. Bovendien is het van belang om bij het kiezen van de thematiek rekening te houden met de deelnemers. Welke deelnemers komen op mijn bijeenkomst af en aan welke informatie hebben zij behoefte? Het is tijdens een bijeenkomst van belang dat er niet alleen informatie wordt verkregen, maar dat er ook informatie wordt gegeven. Binnen het netwerk van If then is now had Theo Meereboer hier als organisator een belangrijke rol in. En wanneer kan een bijeenkomst als niet succesvol worden beschouwd? Wanneer er geen interesse in de deelnemers en hun informatiebehoefte wordt getoond, heeft Theo Meereboer in de praktijk ondervonden dat deelnemers de keer daarna niet meer komen. Welke rol spelen nieuwe media bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie? Nieuwe media spelen in dit proces een belangrijke rol en kunnen ervoor zorgen dat organisaties en projecten met elkaar worden verbonden. Door als organisatie nieuwe media in te zetten kan informatie met collega-instellingen en met het publiek worden gedeeld. Hiermee creëren nieuwe media nieuwe verbindingen. Daarnaast spelen de media een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een eigen identiteit voor een organisatie, doordat zij kunnen worden ingezet om de instelling te promoten en met het publiek te communiceren. Dit geldt ook voor netwerken, waarin veelal het belang en de toekomst van nieuwe media wordt aangeduid en ook door deelnemers gebruikt wordt om met elkaar te communiceren en informatie te delen. Op welke manier kunnen nieuwe media een rol spelen binnen netwerkbijeenkomsten? Het onderwerp nieuwe media kan tijdens bijeenkomsten worden besproken en de deelnemers kunnen over dit onderwerp van informatie worden voorzien. Door via bijeenkomsten informatie aan te bieden, kunnen deelnemers op de hoogte worden gebracht van het medium en kunnen zij helder krijgen hoe zij hier binnen de eigen organisatie mee om kunnen gaan. Ook trainingen en lezingen over dit onderwerp kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de erfgoedsector. Om organisaties goed met de informatie aan de slag te kunnen laten gaan, dient kennis te worden herhaald, en dienen fysieke bijeenkomsten te worden georganiseerd waar men deze kennis kan verkrijgen en hierover met elkaar kan discussiëren. Organisaties kunnen nieuwe media inzetten om te Twitteren, waardoor deelnemers en erfgoedpubliek op de hoogte kunnen worden gehouden van de instelling en haar activiteiten. Bovendien kan hierdoor de vertrouwensband worden verbeterd en ontstaan er connecties en relaties die online kunnen worden verbonden. Ook weblogs spelen hierbij een belangrijke rol, zoals If then is now en BMICE doen. Ook stichting DEN is hiermee actief. Heeft u de afgelopen jaar zelf netwerkbijeenkomsten bezocht? Zo ja, welke? Theo Meereboer heeft het afgelopen jaar verschillende bijeenkomsten bezocht, waaronder de bijeenkomsten van INE als deelnemer en van ITIN als organisator. Wat is voor u een reden om een bijeenkomst van een collega-instelling te bezoeken? Een belangrijke reden voor Theo Meereboer om een bijeenkomst te bezoeken, is om kennis te verkrijgen over een bepaald thema. Wat hij ook belangrijk vind aan een bijeenkomst, is dat er ook informatie wordt terug geboden en er interesse in de deelnemer wordt getoond. Veelal vergroot dit de gunfactor en kan het een bijeenkomst een succes worden en kan de expertise worden vergroot en dient er interesse in elkaar te worden getoond. En bij het toegankelijk maken van digitale erfgoedinformatie? Theo Meereboer denkt dat die behoefte er zeker is. Zeker door de omschakeling naar het digitale, zijn voor veel instellingen een belangrijk motief om ook online een meer actieve rol te vervullen. Het BMICE project waaraan Erfgoed 2.0 heeft meegewerkt, speelde ook een belangrijke rol bij deze ‘drang naar vernieuwing’. De publicatie leverde een belangrijke bijdragen aan het verbeteren van de digitale diensten van erfgoedorganisaties. Daarom is de website www.bmice.nl ontwikkeld en is de BMICE publicatie uitgegeven.

Page 94: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

93

Sylvana Bol - 608027

D. Interview met Hella Hollander, coördinator e-depot Nederlandse

Archeologie

Wat houdt het CARARE project ten aanzien van de erfgoedsector in? Connecting Archaeology and Architecture (CARARE) is een Europees digitaal infrastructuur project om materiaal uit archieven, musea en andere erfgoedinstellingen beter toegankelijk te maken via de website Europeana. Doordat men binnen Europeana een gebrek aan content uit monumenten, architectuur en archeologie heeft, wordt dit via het CARARE project aangevuld. In samenwerking met 29 instellingen en organisaties worden objecten uit bovengenoemde categorieën digitaal toegankelijk gemaakt. De bedoeling van het project is dat nationale databanken en archieven met digitaal materiaal worden verbonden aan Europeana en zij via het Europeana portaal content toegankelijk maken. Op het gebied van samenwerking is Data Archiving and Networked Services (DANS) ten aanzien van het CARARE project een belangrijke partner van Europeana. DANS, een instituut van KNAW en NWO, bevordert de duurzame toegang tot digitale onderzoeksgegevens. Hiertoe stimuleert DANS dat wetenschappelijke onderzoekers gegevens duurzaam archiveren en hergebruiken, bijvoorbeeld via het online archiveringssysteem EASY. Tevens biedt DANS met Narcis.nl toegang tot duizenden wetenschappelijke datasets, e-publicaties en andere onderzoeksinformatie in Nederland. Gedreven door data zorgt DANS er met zijn dienstverlening en deelname in (inter)nationale projecten en netwerken voor dat de toegang tot digitale onderzoeksgegevens verder verbetert. Eén van de projecten waar DANS actief in is, is het CARARE project. Met het CARARE project wil DANS archeologische publicaties en data voor een breed publiek toegankelijk maken en werkt hierbij samen met Europeana.

Wat is de doelstelling van het CARARE project? Met de deelname aan het CARARE project ontsluit DANS archeologische publicaties door middel van open access beleid via Europeana. CARARE wordt in samenwerking met 29 Europese erfgoedinstellingen gerealiseerd en heeft als doel om 2 miljoen objecten op het gebied van archeologie, architectuur en monumenten te ontsluiten. Naast data-archieven zijn diverse culturele instellingen en archeologische musea bij het initiatief betrokken en maken zij mogelijk dat content voor commercieel, toeristisch of wetenschappelijk gebruik kan worden geraadpleegd. Omdat in de archeologiesector digitale opgravingsgegevens 10 jaar geleden nauwelijks werden gearchiveerd en gedigitaliseerd, hebben archeologen in samenwerking met DANS hier verandering in aangebracht. Dit werd onder de slogan ‘’De digitale archeologie heeft een digitaal geheugen nodig’’ gedaan. Omdat een opgraving niet opnieuw kan worden gedaan is een digitaal archief noodzakelijk om materiaal op te zoeken voor verder onderzoek. Door gegevens te verzamelen, te digitaliseren en beschikbaar te stellen via EASY, het online archiefsysteem van DANS (https://easy.dans.knaw.nl),wordt de content toegankelijk gemaakt. Door publicaties via Europeana te ontsluiten, wordt de zichtbaarheid vergroot en kunnen nog meer wetenschappers, docenten, onderzoekers, studenten maar ook andere geïnteresseerden hier gebruik van maken. De doelstelling van de samenwerking voor Europeana is om archeologische content digitaal te ontsluiten en voor DANS is de samenwerking een mogelijkheid om content voor een breder publiek toegankelijk te maken.

Page 95: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

94

Sylvana Bol - 608027

E. Interview met Marjelle van Hoorn, projectmanager VSC

Op welke manier is uw instelling actief met netwerkbijeenkomsten? Het netwerk van VSC is opgebouwd uit 30 leden, afkomstig van de instellingen die zijn aangesloten bij het VSC. De bijeenkomsten staan altijd in het teken van onze instellingen, en hun gemeenschappelijke activiteiten en knelpunten tijdens organisatieprocessen. Op basis waarvan worden de onderwerpen van de bijeenkomsten uitgekozen? De onderwerpen zijn uitgekozen op basis van hun actualiteit binnen de instellingen en de museale sector. Daarnaast kijkt Marjelle van Hoorn ook altijd naar de overlap met de museumvereniging, omdat deze altijd actuele informatie bied. Wanneer men bijvoorbeeld een nieuwe tentoonstelling willen ontwikkelen en hierbij tegen problemen aanloopt, worden deze tijdens de bijeenkomsten met andere musea besproken en wisselt het VSC hier informatie met andere instellingen over uit. Op deze manier kan het netwerk bijdragen aan een succesvolle tentoonstelling.Daarnaast zijn de bijeenkomsten van het VSC altijd voorzien van een thema. Hierdoor kunnen de deelnemers zelf beslissen of dit thema op dat moment een rol speelt bij de organisatieprocessen en zijn zij vrij om deel te nemen. Hoeveel deelnemers hebben de bijeenkomsten? De bijeenkomsten bestaan uit gemiddeld 10 tot 15 deelnemers. De deelnemers komen voornamelijk wanneer het onderwerp voor hen op dat moment actueel is en de locatie draagt ook vaak bij aan het aantal deelnemers. Voor het VSC heeft Marjelle van Hoorn diverse bijeenkomsten bijgewoond en heeft zij ondervonden dat dit punt een belangrijke rol speelt ten aanzien van het aantal bezoekers op bijeenkomsten. Heeft u het afgelopen jaar zelf netwerkbijeenkomsten bezocht? Zo ja, welke? Marjelle van Hoorn heeft diverse netwerkbijeenkomsten bezocht, waaronder de Museumconferentie en de bijeenkomsten van DISH. Zij bezoekt de bijeenkomsten voor werkdoeleinden en om haar kennis te verbreden. De kleine bijeenkomsten zijn vaak wat informeler en hierdoor krijgt zij bij deze bijeenkomsten vaak meer informatie dan bij de grotere. Miste u op deze bijeenkomsten bepaalde onderwerpen die volgens u wel een rol in de erfgoedsector spelen? Speelt u hier met het VSC op in? Omdat het VSC als erfgoedinstelling voornamelijk interne bijeenkomsten organiseert ten aanzien van eigen tentoonstellingen en projecten is de onderwerpkeuze hier veelal op gebaseerd. Hierdoor komt Marjelle van Hoorn tijdens bijeenkomsten wel onderwerpen tegen die zij binnen de eigen organisatie niet aanhalen, maar gebruikt zij de grotere bijeenkomsten wel als inspiratiebron om relevante informatie te verkrijgen of ideeën voor onderwerpen uit te halen. Op welke manier gebruiken jullie de input die via netwerkbijeenkomsten wordt verkregen? Van de bijeenkomsten worden evaluatieverslagen gemaakt en deze worden via de e-mail naar deelnemers verstuurd. Om verdere input voor bijeenkomsten te verkrijgen, maakt het VSC gebruik van sociale mediawebsites zoals Twitter en Linkedin. Niet alleen om informatie met deelnemers te delen over onder andere aankomende evenementen, maar ook om het publiek enthousiast te maken over de activiteiten van de organisatie. Voor het eigen netwerk heeft het VSC gebruik gemaakt van digitaal communicatieplatform ‘NING’, maar in de praktijk vonden deelnemers het lastig om hier met anderen te communiceren. En sociale netwerken? Sociale netwerken bieden veel persoonlijke gebruikersinformatie en vormen hierdoor voor erfgoedinstellingen een waardevolle bron. Via de berichten op sociale netwerkpagina’s kan men achterhalen waar de behoeftes van gebruikers liggen en kan worden gekeken hoe men hier binnen de instelling met organisatieactiviteiten op kan aansluiten. Daarnaast kunnen via sociale netwerken gebruikers op de hoogte worden gebracht van een nieuwe museale product, dienst of concept en kunnen er via erfgoedpagina’s waarbij men zich kan aansluiten, discussies op gang worden gebracht en via het netwerk worden uitgediept.User generated content wordt binnen netwerkbijeenkomsten ingezet als offline vorm. User generated content is namelijk gebaseerd op het delen en toevoegen van informatie, iets dat binnen een netwerkbijeenkomst met deelnemers wordt gedaan.

Page 96: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

95

Sylvana Bol - 608027

Door informatie met elkaar te delen en door middel van feedback of het aandragen van ideeën, kan een bijdrage worden geleverd aan de projecten van collega’s en kan User generated content binnen netwerkbijeenkomsten als hulpmiddel worden ingezet.

Page 97: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

96

Sylvana Bol - 608027

F. Vragenlijst enquête Locatie+Belevenis bijeenkomsten

Enquête netwerkbijeenkomsten

Beste heer/mevrouw, Mijn naam is Sylvana Bol en ik ben een vierdejaars studente Cultureel Erfgoed aan de Reinwardt Academie in Amsterdam. Naar aanleiding van uw deelname aan de netwerkbijeenkomsten van If then is now en mijn afstudeerscriptie over netwerkbijeenkomsten, zou ik u graag willen vragen onderstaande enquête in te vullen. De gegevens van deze enquête worden gebruikt voor mijn afstudeeronderzoek en uiteraard vertrouwelijk behandeld. Indien u een overzicht van de door u beantwoorde vragen wilt ontvangen, is dit mogelijk door de laatste vraag met ja of nee te beantwoorden. Bij voorbaat dank voor het invullen. Vriendelijke groet, Sylvana Bol

Enquête netwerkbijeenkomsten

1. Wanneer heeft u voor het laatst een netwerkbijeenkomst bezocht?

0-3 maanden geleden

3-6 maanden geleden

6-9 maanden geleden

9-12 maanden geleden

> 12 maanden geleden

2. Hoe vaak heeft u de afgelopen 2 jaar een netwerkbijeenkomst bezocht?

Page 98: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

97

Sylvana Bol - 608027

1-2 bezoeken

2-4 bezoeken

4-6 bezoeken

6-8 bezoeken

> 8 bezoeken

3. Heeft u naast de bijeenkomsten van If then is now de afgelopen 2 jaar andere netwerkbijeenkomsten bezocht? Indien ja, van welke organisaties waren deze bijeenkomsten afkomstig?

*

4. Was de vorm van deze netwerkbijeenkomsten relevant? Indien ja, zou u hier vaker gebruik van willen maken?

*

5.

Heeft u een professionele of studie-gerelateerde interesse in een van de onderwerpen van de netwerkbijeenkomsten van If then is now?

Erfgoed en Toerisme

Locatieve Media

Page 99: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

98

Sylvana Bol - 608027

Verdienmodellen

Vrijwilligers

Contextualisering

Museumwinkels (online retail)

6. Welke onderwerp(en) had u tijdens de bijeenkomsten van If then is now graag terug willen zien?

*

7. Welke punten zijn redenen voor u om een netwerkbijeenkomst te bezoeken?

*

8. Hoe staat uw instelling tegenover samenwerking met andere erfgoedinstellingen op het gebied van digitaal erfgoed?

Positief Neutraal Negatief

9. Hoe staat uw instelling tegenover kennisdeling met andere erfgoedinstellingen op het gebied van digitaal erfgoed?

Positief Neutraal Negatief

Page 100: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

99

Sylvana Bol - 608027

10. Welke nieuwe media gebruikt uw organisatie bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie voor publiek?

*

11. Welke rol spelen nieuwe media binnen uw organisatie bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie voor publiek?

*

12.

In welk verband bezoekt u netwerkbijeenkomsten?

Alleen

Met een collega

Met een kennis

Met een studiegenoot

13.

Page 101: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

100

Sylvana Bol - 608027

Met welk doel bezoekt u netwerkbijeenkomsten?

Kennis op vakgebied vergaren

Interesse in onderwerp

In opdracht van mijn werkgever

14. Wat is uw leeftijd?

*

15. Wat is uw geslacht?

Man Vrouw

Hartelijk dank voor uw medewerking. Uw gegevens worden vertrouwelijk behandeld en niet verstrekt aan derden. Indien u naar aanleiding van deze enquête nog vragen heeft, kunt u een e-mail sturen naar het volgende e-mailadres: [email protected] of contact opnemen via 06-46251963.

Page 102: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

101

Sylvana Bol - 608027

G. Enquêteresultaten

1. Wanneer heeft u voor het laatst een netwerkbijeenkomst bezocht?

0-3 maanden geleden ( - ) 3-6 maanden geleden ( - ) 6-9 maanden geleden ( - ) 9-12 maanden geleden ( - ) > 12 maanden geleden ( - )

1 6 (50 .00%)

2 0 (0.00 %)

3 4 (33.33%)

4 0 (0.00 %)

5 2 (16.67 %)

2. Hoe vaak heeft u de afgelopen 2 jaar een netwerkbijeenkomst bezocht? 1-2 bezoeken ( - ) 2-4 bezoeken ( - ) 4-6 bezoeken ( - ) 6-8 bezoeken ( - ) > 8 bezoeken ( - )

1 10 (83.33 %)

2 2 (16.67 %)

3 0 (0.00 %)

4 0 (0.00 %)

5 0 0 (0.00 %)

5. Heeft u een professionele of studie-gerelateerde interesse in een van de on... Verdienmodellen ( - ) Locatieve Media ( - ) Contextualisering ( - ) Museumwinkels ( - ) Erfgoed en Toerisme ( - ) Vrijwilligers ( - )

1 5 (41.67 %)

2 1 (8.33 %)

3 0 (0.00%)

4 0 (0.00%)

5 1 (8.33%)

6 5 (41.67%)

Page 103: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

102

Sylvana Bol - 608027

8. Hoe staat uw instelling tegenover samenwerking met andere erfgoedinstellingen?

Positief 7 (58.33%)

Neutraal 3 (25.00 %)

Negatief 2 (16.67 %)

9. Hoe staat uw instelling tegenover kennisdeling met andere erfgoedinstellingen?

Positief 9 (75.00 %)

Neutraal 2 (16.67%)

Negatief 1 (8.33%)

12. In welk verband bezoekt u netwerkbijeenkomsten? Alleen ( - ) Met een collega ( - ) Met een kennis ( - ) Met een studiegenoot ( - )

1 11 (91.67 %)

2 1 (8.33%)

3 0 (0.00 %)

4 0 (0.00 %)

5 0 0 (0.00 %)

13. Met welk doel bezoekt u netwerkbijeenkomsten?

Kennis op vakgebied vergaren ( - ) Vanwege het themaonderwerp ( - ) Vanwege mijn werkgever ( - )

1 7 (58.33 %)

2 4 (33.33 %)

3 1 (8.33%)

4 0 (0.00 %)

5 0 (0.00 %)

15. Wat is uw geslacht?

Man 7 (58.33 %)

Vrouw 5 (41.67 %)

Page 104: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

103

Sylvana Bol - 608027

Open vragen

3. Heeft u naast de bijeenkomsten van If then is now de afgelopen 2 jaar andere netwerkbijeenkomsten bezocht? Indien ja, van welke organisaties waren deze bijeenkomsten afkomstig?

4. Was de vorm van deze netwerkbijeenkomsten relevant? Indien ja, zou u hier vaker gebruik van willen maken?

6. Welke onderwerp(en) had u tijdens de bijeenkomsten van If then is now graag terug willen zien? 7. Welke punten zijn redenen voor u om een netwerkbijeenkomst te bezoeken? 10. Welke nieuwe media gebruikt uw organisatie bij het digitaal toegankelijk maken van erfgoedinformatie

voor publiek? 11. Welke rol spelen nieuwe media binnen uw organisatie bij het digitaal toegankelijk maken van

erfgoedinformatie voor publiek? 14. Wat is uw leeftijd?

Meest voorkomende antwoorden 3. o Digital Strategies for Heritage

o Museums and the Web o Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten

4. o Ja, omdat de bijeenkomsten kleinschalig zijn

o Nee, omdat de themaonderwerpen nauwelijks aan bod kwamen o Ja, omdat ik via een kleine bijeenkomst beter mijn netwerk kan uitbreiden

6. o Samenwerkingsvormen

o De rol van organisaties binnen digitalisering van erfgoedmateriaal o Erfgoededucatie

7. o Het onderwerp

o De relevantie voor de eigen organisatie o Netwerk opbouwen

10. o Twitter

o Facebook o Linkedin

11. o Communiceren met collega-instellingen

o Gebruik van ‘Twitterlijst’ om alle berichten van organisatie na te kijken o Kijken naar de doelgroep

14. o De gemiddelde leeftijd van de Locatie+Beleving netwerkbijeenkomsten was 42.

Page 105: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

104

Sylvana Bol - 608027

H. Stroomschema Cultuurnetwerk

Page 106: Afstudeerscriptie netwerkbijeenkomsten sylvana bol definitief

Scriptie Cultureel Erfgoed 2011-2012

105

Sylvana Bol - 608027