Addendum bij de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen · NHG-Standaard 538 huisarts & wetenschap...

1
NHG-Standaard 538 huisarts & wetenschap 57(10) OKTOBER 2014 Addendum bij de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen Marco Blanker, Wim Opstelten namens de werkgroep Mictieklachten bij mannen Aanpassing PSA-afkapwaarde Met ingang van heden is de PSA-aap- waarde verlaagd van 4 naar 3 ng/ml. Onder deze waarde is geen vervolgon- derzoek nodig. Boven deze waarde wordt geadviseerd om te verwijzen naar een uroloog om met de gevalideerde Pros- taatwijzer vast te stellen of aanvullend onderzoek naar de aanwezigheid van een prostaatcarcinoom geïndiceerd is. In de vorig jaar gepubliceerde NHG- Standaard Mictieklachten bij mannen werd de PSA-aapwaarde van 4 ng/ml geadviseerd. De werkgroep beargumen- teerde dat de toepassing van deze af- kapwaarde ertoe zou leiden dat mannen met een klinisch relevante prostaatkan- ker worden gemist, maar dat dit aantal echter klein is en afgezet moest worden tegen het groot aantal fout-positieve screeningstesten en het aantal niet kli- nisch relevante prostaatcarcinomen dat in deze groep gevonden zou worden. Onlangs verscheen de door de Ne- derlandse Vereniging voor Urologie geïnitieerde multidisciplinaire lan- delijke richtlijn Prostaatcarcinoom. Deze hanteert de aapwaarde van 3 ng/ ml, conform Europese richtlijnen voor urologen. Hoewel de door het NHG ge- hanteerde aapwaarde van 4 ng/ml goed beargumenteerd is en er sinds publicatie van de standaard in 2013 geen nieuwe evidence op dit gebied is verschenen, is er toch voor gekozen om deze aan te passen aan de aapwaarde in de landelijke richtlijn Prostaatcarci- noom. Het bestaan van verschillende aapwaarden zou kunnen leiden tot onduidelijkheid en onbegrip bij patiën- ten en wellicht ook huisartsen. Door deze verlaging zullen meer prostaatcarcinomen worden opge- spoord, maar dit zal ook overdiagnos- tiek tot gevolg hebben, omdat vooral niet-significante tumoren worden ge- vonden en een grotere groep patiënten ‘fout-positief’ zal zijn. Dit laatste heeft een negatieve weerslag op het func- tioneren; er is in deze groep grotere ongerustheid en meer herhalingsdiag- nostiek. Deze aspecten zullen moeten worden besproken met de patiënt die vraagt om vroegdiagnostiek. Keerzijde van de verlaging van de PSA- aapwaarde is, dat in de landelijke richtlijn Prostaatcarcinoom aan urologen nadrukkelijk wordt aanbevolen om de Prostaatwijzer te gebruiken bij een PSA- waarde ≥ 3 ng/ml om daarmee het risico op een prostaatcarcinoom in te schat- ten. Dit risico wordt mede bepaald door onder andere het volume van de pros- taat. Toepassing van de Prostaatwijzer door urologen zal resulteren in een klei- ner aantal noodzakelijke biopsieën dan op grond van alleen de PSA-waarde ge- indiceerd zou zijn. Per saldo zal het aan- tal patiënten dat een biopsie krijgt door deze verlaging van de PSA-aapwaarde met toepassing van de Prostaatwijzer niet veel groter zijn dan handhaven van de 4 ng/ml grens zonder toepassing van de Prostaatwijzer. Daarmee is de aan- passing van de aapwaarde door de werkgroep acceptabel bevonden. De webversie van de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen, waarin de bijlage Prostaatcarcinoom is opgeno- men, is aangepast. Tevens vindt u bij dit nummer van Huisarts en Wetenschap een aangepast samenvattingskaartje van de standaard. Literatuur IKNL/NVU. Landelijke richtlijn Prostaatcarcinoom (2014). http://www.oncoline.nl/prostaatcarci- noom. Blanker MH, Opstelten W. Addendum bij de NHG-Standaard Mictie- klachten bij mannen. Aanpassing PSA-aapwaarde. Huisarts Wet 2014:57(10):538.

Transcript of Addendum bij de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen · NHG-Standaard 538 huisarts & wetenschap...

Page 1: Addendum bij de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen · NHG-Standaard 538 huisarts & wetenschap 57(10) OKTOBER 2014 Addendum bij de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen Marco

NH

G-St

an

da

ar

d

538 huis art s & we tensch ap 5 7( 10) OK TOBER 2014

Addendum bij de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen

Marco Blanker, Wim Opstelten namens de werkgroep Mictieklachten bij mannen

Aanpassing PSA-afkapwaarde

Met ingang van heden is de PSA-afkap-waarde verlaagd van 4 naar 3 ng/ml. Onder deze waarde is geen vervolgon-derzoek nodig. Boven deze waarde wordt geadviseerd om te verwijzen naar een uroloog om met de gevalideerde Pros-taatwijzer vast te stellen of aanvullend onderzoek naar de aanwezigheid van een prostaatcarcinoom geïndiceerd is.

In de vorig jaar gepubliceerde NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen werd de PSA-afkapwaarde van 4 ng/ml geadviseerd. De werkgroep beargumen-teerde dat de toepassing van deze af-kapwaarde ertoe zou leiden dat mannen met een klinisch relevante prostaatkan-ker worden gemist, maar dat dit aantal echter klein is en afgezet moest worden tegen het groot aantal fout-positieve screeningstesten en het aantal niet kli-nisch relevante prostaatcarcinomen dat in deze groep gevonden zou worden.

Onlangs verscheen de door de Ne-derlandse Vereniging voor Urologie geïnitieerde multidisciplinaire lan-delijke richtlijn Prostaatcarcinoom. Deze hanteert de afkapwaarde van 3 ng/ml, conform Europese richtlijnen voor

urologen. Hoewel de door het NHG ge-hanteerde afkapwaarde van 4 ng/ml goed beargumenteerd is en er sinds publicatie van de standaard in 2013 geen nieuwe evidence op dit gebied is verschenen, is er toch voor gekozen om deze aan te passen aan de afkapwaarde in de landelijke richtlijn Prostaatcarci-noom. Het bestaan van verschillende afkapwaarden zou kunnen leiden tot onduidelijkheid en onbegrip bij patiën-ten en wellicht ook huisartsen.

Door deze verlaging zullen meer prostaatcarcinomen worden opge-spoord, maar dit zal ook overdiagnos-tiek tot gevolg hebben, omdat vooral niet-significante tumoren worden ge-vonden en een grotere groep patiënten ‘fout-positief’ zal zijn. Dit laatste heeft een negatieve weerslag op het func-tioneren; er is in deze groep grotere ongerustheid en meer herhalingsdiag-nostiek. Deze aspecten zullen moeten worden besproken met de patiënt die vraagt om vroegdiagnostiek.

Keerzijde van de verlaging van de PSA-afkapwaarde is, dat in de landelijke richtlijn Prostaatcarcinoom aan urologen nadrukkelijk wordt aanbevolen om de

Prostaatwijzer te gebruiken bij een PSA-waarde ≥ 3 ng/ml om daarmee het risico op een prostaatcarcinoom in te schat-ten. Dit risico wordt mede bepaald door onder andere het volume van de pros-taat. Toepassing van de Prostaatwijzer door urologen zal resulteren in een klei-ner aantal noodzakelijke biopsieën dan op grond van alleen de PSA-waarde ge-indiceerd zou zijn. Per saldo zal het aan-tal pa tiënten dat een biopsie krijgt door deze verlaging van de PSA-afkapwaarde met toepassing van de Prostaatwijzer niet veel groter zijn dan handhaven van de 4 ng/ml grens zonder toepassing van de Prostaatwijzer. Daarmee is de aan-passing van de afkapwaarde door de werkgroep acceptabel bevonden.

De webversie van de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen, waarin de bijlage Prostaatcarcinoom is opgeno-men, is aangepast. Tevens vindt u bij dit nummer van Huisarts en Wetenschap een aangepast samenvattingskaartje van de standaard.

LiteratuurIKNL/NVU. Landelijke richtlijn Prostaatcarcinoom

(2014). http://www.oncoline.nl/prostaatcarci-noom.

Blanker MH, Opstelten W. Addendum bij de NHG-Standaard Mictie-klachten bij mannen. Aanpassing PSA-afkapwaarde. Huisarts Wet 2014:57(10):538.