Activiteiten rondom kerndoel 5 -...

31
Activiteiten rondom kerndoel 5 De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. Groep 1/2 Wat doet de leraar - De leraar zorgt voor een stimulerende schrijfomgeving met een rijk en gevarieerd aanbod van materialen: In de klas zijn veel voorbeelden van geschreven taal (eigen teksten, nieuwsbord, labels); Schrijfhoek met verschillende materialen (bijv. letterstempels, schrijfpapier, potloden etc.); Thematische speelhoek met schrijfmaterialen en eigen teksten van kinderen; Computer. - De leraar vertoont voorbeeldgedrag. De leraar maakt zelf bijvoorbeeld regelmatig in het bijzijn van de leerlingen notities, schrijft nieuwtjes op een bord, schrijft de dagplanning met pictogrammen op het bord etc. De leerlingen ervaren hierdoor de functie van schrift; - De leraar creëert betekenisvolle schrijfaanleidingen; - De leraar speelt waar ruimte is mee in de speelhoek waarbij er aanknopingspunten worden gezocht om schrijfactiviteiten uit te lokken; - De leraar accepteert elke vorm van schrijven ( tekenen, krabbelen, letterachtige tekens, echte letters en fonetisch schrift); - De leraar schrijft teksten bij tekeningen van de leerlingen (dit hoeft niet bij elke tekening, maar bij een aantal betekenisvolle activiteiten); - De leraar lokt uit tot denken en praten over geschreven taal. Nadat de leerlingen bezig zijn geweest met een schrijf activiteit bespreek de leraar hun schrijfproduct of tekening. Aandachtspunten voor de leraar Algemeen: De functies van taal zijn op veel manieren onderscheiden en beschreven. - de communicatieve functie van taal: taal wordt gebruikt om te communiceren met anderen. Een taalgebruiker wil iemand bijvoorbeeld informeren of amuseren. Rondom elk thema zijn er verschillende materialen voor het magneetbord. Bij een aantal thema’s is het magneetbord al ingepland, maar als groepsleerkracht kan men er dus zelf voor kiezen om het bord bij elk thema in te zetten. Het materiaal is aanwezig! Thema Activiteit Begin schooljaar Laat school maar beginnen! Magneetbord! De leerlingen maken met de vormen die er liggen een mooie “tekening/voorstelling” van wat hun verstaan onder het begin van het schooljaar. Aan de hand van de opbouw die de leerlingen hebben gemaakt met de vormen kan de leerkracht er een verhaal bij schrijven. Aandachtspunten voor de opdracht: - De leerkracht kan er ook voor kiezen om de leerlingen eerst zelf te laten experimenteren met letters (de leerlingen “schrijven” hun eigen verhaal erbij). De leerkracht accepteert dan elke vorm van schrijven (tekenen, krabbelen, letterachtige tekens, echte letters, fonetisch schrift); - De leerlingen presenteren hun “tekst” aan hun klasgenoten. De leerlingen gaan dan allemaal in de “stel-hoek” zitten (dit is de stimulerende leeromgeving).

Transcript of Activiteiten rondom kerndoel 5 -...

Page 1: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Activiteiten rondom kerndoel 5 De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies,

zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

Groep 1/2Wat doet de leraar- De leraar zorgt voor een stimulerende schrijfomgeving met een rijk en gevarieerd aanbod vanmaterialen: In de klas zijn veel voorbeelden van geschreven taal (eigen teksten, nieuwsbord, labels); Schrijfhoek met verschillende materialen (bijv. letterstempels, schrijfpapier, potloden etc.); Thematische speelhoek met schrijfmaterialen en eigen teksten van kinderen; Computer.

- De leraar vertoont voorbeeldgedrag. De leraar maakt zelf bijvoorbeeld regelmatig in het bijzijn vande leerlingen notities, schrijft nieuwtjes op een bord, schrijft de dagplanning met pictogrammen ophet bord etc. De leerlingen ervaren hierdoor de functie van schrift;- De leraar creëert betekenisvolle schrijfaanleidingen;- De leraar speelt waar ruimte is mee in de speelhoek waarbij er aanknopingspunten wordengezocht om schrijfactiviteiten uit te lokken;- De leraar accepteert elke vorm van schrijven ( tekenen, krabbelen, letterachtige tekens, echteletters en fonetisch schrift);- De leraar schrijft teksten bij tekeningen van de leerlingen (dit hoeft niet bij elke tekening, maar bijeen aantal betekenisvolle activiteiten);- De leraar lokt uit tot denken en praten over geschreven taal. Nadat de leerlingen bezig zijngeweest met een schrijf activiteit bespreek de leraar hun schrijfproduct of tekening.

Aandachtspunten voor de leraarAlgemeen:De functies van taal zijn op veel manieren onderscheiden en beschreven.- de communicatieve functie van taal: taal wordt gebruikt om te communiceren met anderen. Eentaalgebruiker wil iemand bijvoorbeeld informeren of amuseren.

Rondom elk thema zijn er verschillende materialen voor het magneetbord. Bij een aantal thema’s ishet magneetbord al ingepland, maar als groepsleerkracht kan men er dus zelf voor kiezen om hetbord bij elk thema in te zetten. Het materiaal is aanwezig!

Thema ActiviteitBegin schooljaar Laat school maar beginnen!

Magneetbord! De leerlingen maken met de vormen die er liggen een mooie“tekening/voorstelling” van wat hun verstaan onder het begin van hetschooljaar. Aan de hand van de opbouw die de leerlingen hebben gemaakt metde vormen kan de leerkracht er een verhaal bij schrijven.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerkracht kan er ook voor kiezen om de leerlingen eerst zelf te latenexperimenteren met letters (de leerlingen “schrijven” hun eigen verhaal erbij).De leerkracht accepteert dan elke vorm van schrijven (tekenen, krabbelen,letterachtige tekens, echte letters, fonetisch schrift);- De leerlingen presenteren hun “tekst” aan hun klasgenoten. De leerlingengaan dan allemaal in de “stel-hoek” zitten (dit is de stimulerende leeromgeving).

Page 2: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Herfst Het is herfst!Magneetbord! De leerlingen maken met de vormen die er liggen een mooie“tekening/voorstelling” van wat zij zelf bedenken rondom het thema herfst. Aande hand van de opbouw die de leerlingen hebben gemaakt met de vormen kande leerkracht er een verhaal bij schrijven.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerkracht kan er ook voor kiezen om de leerlingen eerst zelf te latenexperimenteren met letters (de leerlingen “schrijven” hun eigen verhaal erbij).De leerkracht accepteert dan elke vorm van schrijven (tekenen, krabbelen,letterachtige tekens, echte letters, fonetisch schrift);- De leerlingen presenteren hun “tekst” aan hun klasgenoten. De leerlingengaan dan allemaal in de “stel-hoek” zitten (dit is de stimulerende leeromgeving).

Kerst Kleine kerstkaboutersDe leerkracht heeft een activiteit die ongeveer 4 weken zal duren. Tijdens eenweek wordt er aan een episodekaart gewerkt. De leerlingen luisteren naar hetverhaal en de leerkracht kan dan de stappen volgen van sleutelvragen enactiviteiten om de leerlingen voldoende uitdaging te bieden.

Episode 1Wie zijn de kerstkabouters?

Sleutelvragen o Hoe ziet een kerstkabouter eruit?o Wanneer zijn mensen wel eens

verdrietig?o Hoe kunnen de kerstkabouters mensen

blij maken?o Hoe zou het huis van de kerstkabouters

eruit zien?o Kunnen wij in de huishoek en huisje voor

de kerstkabouters maken?Activiteiten o Samen gaan we de huishoek verbouwen

tot kabouterhuiso Plannen voor het werk van de

kerstkabouters opschrijven of tekenen.o Jezelf als kerstkabouter tekeneno Enkele tekeningen uitkiezen voor de

muurkrantKlassenorganisatie o Het inrichten van de huishoek doen we

met een klein groepjeo Het is de bedoeling er ruimte te scheppen

voor de plannen van de kerstkabouters.o De plannen kunnen ook met een groepje

worden uitgewerkt samen met deleerkracht.

Middelen o Kaboutermutseno Knutselspulleno Tekenbenodigdhedeno Verschillende soorten papier

Page 3: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Het verhaalEpisode 1Laatst wandelde ik hier in het bos achter school. Ineens hoorde ik zacht roepen. Eerstzag ik niet waar het vandaan kwam. Totdat ik naar de grond keek. Voor mij stonden vierkabouters. Ze zagen er een beetje anders uit als gewone kabouters, maar het warentoch wel kabouters. Ik ging op m’n hurken zitten om ze beter te kunnen zien. Eenvrouwtjeskabouter vroeg of ik de juf van de school was. Ik zei natuurlijk:”Ja”. En wat iktoen hoorde was wel heel bijzonder. Ze vertelde dat zij kerstkabouters waren. En dat zijwilden bedenken hoe ze mensen blij konden maken. Want dat vonden zij hetallerleukste om te doen. Maar nou hadden de mensen met Sinterklaas al zoveelcadeautjes gehad. Dus die hoefden zij niet te geven. En toen vroeg zij aan mij of ik aanjullie wilde vragen of je mensen ook nog op een andere manier kon blij maken. En of ersoms mensen waren die heel nodig eens een keertje blij gemaakt moesten wordenomdat ze al heel lang verdrietig zijn. Nou en nu wil ik dus aan jullie vragen of jullie ietskunnen bedenken voor die kerstkabouters. Als jullie het goed vinden willen ze wel enpoosje in onze huishoek komen wonen….

Het verhaalEpisode 2De kerstkabouters hebben een kerstkaart gekregen. Ze zijn er heel blij mee. Nu willen zijnatuurlijk ook kerstkaarten gaan maken en versturen. Kunnen de kinderen hunuitleggen hoe dat allemaal moet? En stuur je alleen maar kaarten als het bijna kerstmisis?

Episode 2Brieven maken en versturen.

Sleutelvragen o Wanneer stuur je iemand een brief ofkaart?

o Wat kun je erin schrijven?o Hoe moet je de brief versturen?o Wat voor soorten kaarten kunnen we

maken?Activiteiten o Gesprek over hoe je post kunt verstruren.

o Voorbeeldteksten bedenkeno Voorbeeldkaarten makeno Samen een kaart naar huis posten.o Enkele kaarten op de muurkrant hangen

Klassenorganisatie o De meeste activiteiten zijn beter geschiktom in de kleine kring te bespreken of teverwerken

Middelen o Verschillende soorten kerstkaarteno Boek: Teddy stuurt kerstposto Postzegels, enveloppen,o In de posthoek ligt al een adressenboek

van de klas.

Page 4: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Het verhaalEpisode 3Er ligt een briefje op tafel van de kerstkabouters. Ze willen graag in hun eigen huisjekerstfeest gaan vieren. Maar eigenlijk hebben ze dat nog nooit gedaan. Hoe moet dat?Gaat dat overal hetzelfde? En wat hebben ze nodig?

Episode 3

Kerstfeest vieren

Sleutelvragen o Hoe vieren jullie thuis kerstfeest?o Wat heb je ervoor nodig?o Kunnen wij voorbeelden maken?o Hoe kunnen de kabouters zelf kerstfeest

vieren?o Welke liedjes zingen jullie met kerst?o Wanneer vieren wij kerstfeest?

Activiteiten o Gebruiken rond het kerstfeestinventariseren

o Ideeën voor de kabouters opschrijveno Samen kerstliedjes zingen, opnemen op

een bandje.o Versieringen makeno Kalender maken, feest op school, feest

thuis, nieuwjaar.Klassenorganisatie o Brief van de kabouters ligt op tafel

o Bespreken in de grote kringo Antwoord schrijven in de kleine kringo Allerlei versieringen maken in een

knutselcircuit.o Kalender invullen in de grote kringo De kalender bij de muurkrant hangen

Middelen o Ouders vragen voor het circuito Glitterspullen klaarleggeno Knutselboeken aanbieden

Page 5: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Het verhaalEpisode 4Het wordt tijd voor de winterslaap. Als het koud wordt gaan de kabouters heel veelslapen. Ze komen hun huisje niet uit voor een lange tijd. Kunnen de kinderen bedenkenwat je dan allemaal nodig hebt? Er volgt nog een afscheidsbriefje waarin de kinderenbedankt worden voor hun hulp en ideeën en wie weet tot ziens in de lente.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerkracht lokt uit tot denken en praten over geschreven taal. Zij praatvoorafgaand aan een schrijfactiviteit, zodat de leerlingen op schrijfideeënkomen. Zij voert na het schrijven met de leerlingen gesprekjes over hunschrijfproduct of tekening;- De leerkracht zorgt voor een stimulerende omgeving met rijk en gevarieerdaanbod van materialen zoals: een thematische spelhoek (huishoek) metschrijfmaterialen voor het maken van kaartjes;- De leerkracht creëert betekenisvolle schrijfaanleidingen of grijpt deze aan.

Winter Rita mist de sneeuwpretDe leerkracht vertelt een verhaal over de winter. De leerlingen laten hierbij hunfantasie werken en maken er een tekening bij. De leerkracht schrijft er later bijwat de leerlingen hebben getekend.

Het verhaalEr is een heleboel sneeuw buiten en alle jongens en meisjes die net uit schoolkomen, gooien met sneeuwballen en maken hele mooie sneeuwpoppen. Maarer is één meisje die niet buiten is. Ze heet Rita. Rita is ziek en moet van dedokter nog een lange tijd in bed blijven. Na een tijdje komt Jan, haar bestevriend bij haar op bezoek. “Hallo Rita, ben je al weer gauw beter?” vraagt hij.“Nee”, zegt Rita droevig “en ik vind het helemaal niet leuk dat ik niet buiten kanspelen, net nu er eindelijk weer sneeuw ligt”. Jan krijgt medelijden met haar enhij denkt heel goed na. Ineens krijgt hij een goed idee. “Dag Rita” zegt hij snel,

Episode 4Wat hebben de kabouters nodig om een winterslaap te houden?

Sleutelvragen o Wat is een winterslaap?o Wie houden een winterslaap?o Wat heb je nodig om een winterslaap te

houden?Activiteiten o Gesprek

o Lijst makeno De lijst aan de muurkrant hangen

Klassenorganisatie o In de kleine kring bespreken we devragen

o In de hele groep maken we een lijst, jufschrijft.

Middelen o Papier en stiften

Page 6: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

“ik komen morgen weer bij je langs, ik ben helemaal vergeten dat ik nog eenboodschap voor mijn moeder moet doen”. En hij gaat vlug weg. Als hij buiten isroept hij naar de spelende kinderen: “Jongens kom een hier!”. Al snel staatiedereen bij Jan en hij verteld ze zijn plannetje. “Ja, laten we dat doen!” roepenze allemaal als Jan klaar is. Heel zachtjes lopen ze naar het huis van Rita.

“Luister”, fluistert Jan “ hier in de tuin doen we het, vlak voor het raam”. Dekinderen beginnen ijverig met het rollen van sneeuwballen, totdat het helegrote sneeuwballen zin geworden. Ze maken er een hele mooie sneeuwpopvan. Als ze klaar zijn gaat Jan bij Rita naar binnen en vraagt aan de moeder vanRita of zij met haar bed voor het raam mag liggen. Rita mag even op een stoelzitten, zodat mama het bed voor het raam kan schuiven, ze kijkt al stiekem evennaar buiten en wordt helemaal blij van binnen.

“Kom maar lieverd, ga hier maar lekker liggen”, zegt mama. Rita gaat liggen enkijkt naar buiten. “Oh wat mooi” zegt ze dan, “dat vind ik lief van jullie. Nu hebik ook een sneeuwpop”. Ze klapt in haar handen zo blij is ze. Na een tijdje alshet al donker begint te worden gaan alle kinderen naar huis. Rita gaat weerslapen, met een glimlach om haar mond.

De volgende morgen doet haar moeder de gordijnen open. “oh kijk nou eens,daar staat een hele grote doos vol met fruit!” Op dat moment komen Jan en deandere kinderen uit de buurt aangelopen. Jan pakt de grote doos op en neemthem mee naar binnen. Ze lopen naar Rita. “Dit is voor jou Rita en als je ddaarelke dag wat van eet, ben je zo weer beter”, zegt Jan. “Je hebt het van onsallemaal gekregen”. “Dankjewel allemaal en reken er maar op dat ik elke dagwat uit de doos eet, want ik wil weer dolgraag met jullie buitenspelen. Tot slotzwaait ze haar vriendjes uit die naar school gaan.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen ervaren het permanente karakter van geschreven taal. Zeervaren dat tekenen en tekens produceren mogelijkheden bieden totcommunicatie;- De leerkracht zorgt voor een stimulerende schrijfomgeving met rijk engevarieerd aan van materialen zoals: dat er in de klas veel voorbeeldenhangen/aanwezig zijn van geschreven taal.

Carnaval Waar is dat feestje?Magneetbord! De leerlingen maken met de vormen die er liggen een mooie“tekening/voorstelling” van wat voor zich zien bij het thema carnaval. Aan dehand van de opbouw die de leerlingen hebben gemaakt met de vormen kan deleerkracht er een verhaal bij schrijven.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerkracht kan er ook voor kiezen om de leerlingen eerst zelf te latenexperimenteren met letters (de leerlingen “schrijven” hun eigen verhaal erbij).De leerkracht accepteert dan elke vorm van schrijven (tekenen, krabbelen,letterachtige tekens, echte letters, fonetisch schrift);- De leerlingen presenteren hun “tekst” aan hun klasgenoten. De leerlingengaan dan allemaal in de “stel-hoek” zitten (dit is de stimulerende leeromgeving).

Lente Praatplaten LenteDe leerkracht heeft twee verschillende praatplaten (praatplaat 1 is wat

Page 7: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

makkelijker dan praatplaat 2). De leerlingen gaan rondom de praatplaat eenverhaal maken. Voordat de leerlingen daarmee beginnen vraagt de leerkrachteerst wat de leerlingen allemaal zien op de praatplaat. Hierbij gebruikt deleerkracht de woorden: wie, wat, waar. De leerkracht kan tot slot eventuelewoordkaarten maken, deze kunnen dan later bij de praatplaat wordengehangen (woordenschat).

Praatplaat 1

Praatplaat 2

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen kunnen aan de hand van een plaatje vertellen wat zij daarop zienen wat er allemaal gebeurd. De leerlingen weten hierdoor dat taal eencommunicatieve functie kan hebben;- De leerkracht zorgt ervoor dat er verschillende bladeren klaarliggen waar deleerlingen/de leerkracht woorden op kunnen/kan schrijven die te makenhebben met de praatplaat.

Pasen Het mooiste paasei!!Maak het verhaaltje af. De leerkracht start met het vertellen van een verhaal,

Page 8: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

de leerlingen maken het verhaal af. De leerlingen maken om en omverschillende zinnen die passen bij het verhaal.

Het verhaalEr was eens een haasje, een heel lief haasje, met lange oren en een klein witpluizig staartje. Dit haasje was niet zomaar een haasje, maar een paashaasje!

Op een dag vlak voor Pasen kreeg het paashaasje een bijzondere opdracht vande grote paashaas. Paashaasje, zei grote paashaas, jij moet dit jaar het mooistepaasei van de wereld naar de koning brengen. Het paashaasje kreeg er eenbeetje de kriebeltjes van in zijn buikje. Hij moest het allermooiste paasei van dewereld naar de koning brengen? Maar waarom wil de koning dat mooie paaseihebben grote paashaas? Vroeg het paashaasje. Nou, zei de grote paashaas,omdat de koning een paasfeest geeft voor alle koningen en koninginnen van dehele wereld en dan wil hij dat mooie paasei laten zien……..

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen presenteren hun bedachte zin aan de rest van de klasgenoten.Dit gebeurd direct klassikaal, omdat het een gezamenlijke opdracht is;- De leerkracht zorgt voor een stimulerende schrijfomgeving met rijk engevarieerd aan van materialen zoals: het gebruik maken van een computer.Hierdoor kan de leerkracht de zinnen die de leerlingen bedenken uittypen enlater eventueel een plekje geven in de klas. (De activiteit kan eventueeluitgebreid worden door tekeningen erbij te laten maken).

Zomervakantie Hoera, bijna vakantie!De leerlingen maken een tekening over wat hun gaan doen in dezomervakantie. De leerkracht schrijft daarbij wat de leerlingen hebbengetekend.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerkracht schrijft “ op verzoek van” de leerlingen bij hun tekening. Deleerkracht nodigt de leerlingen uit zo letterlijk mogelijk te dicteren wat hij/zijmoet schrijven.;- De leerlingen “schrijven” op hun eigen niveau. Zo tekent het ene kind over zijngedachten over de zomervakantie en wil hij dat de leerkracht er wat bij schrijft.Een ander kind wil zelf al dingen proberen te schrijven zoals: hun naam, ofkleine woordjes.

Groep 2/3Wat doet de leraar- De leraar zorgt voor een stimulerende schrijfomgeving met een rijk en gevarieerd aanbod vanmaterialen: In de klas zijn veel voorbeelden van geschreven taal (eigen teksten, nieuwsbord, labels); Schrijfhoek met verschillende materialen (bijv. letterstempels, schrijfpapier, potloden etc.); Thematische spel-hoek met schrijfmaterialen en eigen teksten van leerlingen; Computer.

- De leraar vertoont voorbeeldgedrag. De leraar maakt zelf bijvoorbeeld regelmatig in het bijzijn vande leerlingen notities, schrijft nieuwtjes op een bord, schrijft de dag-planning met pictogrammen op

Page 9: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

het bord etc. De leerlingen ervaren hierdoor de functie van schrift;- De leraar creëert betekenisvolle schrijfaanleidingen;- De leraar speelt waar ruimte is mee in de spel-hoek waarbij er aanknopingspunten worden gezochtom schrijfactiviteiten uit te lokken;- De leraar accepteert elke vorm van schrijven ( tekenen, krabbelen, letterachtige tekens, echteletters en fonetisch schrift);- De leraar schrijft teksten bij tekeningen van de leerlingen (dit hoeft niet bij elke tekening, maar bijeen aantal betekenisvolle activiteiten);- De leraar lokt uit tot denken en praten over geschreven taal. Nadat de leerlingen bezig zijn geweestmet een schrijf activiteit bespreek de leraar hun schrijfproduct of tekening.

Aandachtspunten voor de leraarAlgemeen:De functies van taal zijn op veel manieren onderscheiden en beschreven.- de communicatieve functie van taal: taal wordt gebruikt om te communiceren met anderen. Eentaalgebruiker wil iemand bijvoorbeeld informeren of amuseren.

Rondom elk thema zijn er verschillende materialen voor het magneetbord. Bij een aantal thema’s ishet magneetbord al ingepland, maar als groepsleerkracht kan men er dus zelf voor kiezen om hetbord bij elk thema in te zetten. Het materiaal is aanwezig!

Thema ActiviteitBeginschooljaar

Mijn vakantieboekDe leerlingen maken een eigen vakantieboek. Zij maken tekeningen om te vertellenwat zij in de vakantie gedaan hebben. Wanneer de leerlingen de tekeningenhebben gemaakt, schrijft de leerkracht er in het kort het verhaal van de leerlingenbij.Als de leerlingen klaar zijn met hun 2 á 3 tekeningen, dan kunnen zij in een werk-speelhoek de kaft van hun boek gaan versieren. Dit kan op verschillende manierengedaan worden, bijvoorbeeld: verf stempelen met kurk, met letters de titelstempelen, een knip en plak werkje maken, tekenen etc.De afsluiting van de opdracht kan in een kring gedaan worden. De leerlingenvertellen aan de hand van hun eigen vakantieboek wat zij in de vakantiemeegemaakt hebben.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De opdracht wordt ingeleid door de groepsleerkracht. De groepsleerkracht

heeft een handpop. Met behulp van de handpop vertelt degroepsleerkracht wat een vakantieboek is, wat je er zoal in kan schrijven endat het eigenlijk helemaal niet zo lastig is;

- In de planfase bedenken de leerlingen wat ze in de zomervakantie allemaalhebben meegemaakt. Dit kan in een kringgesprek, of in tweetallen. Op dezemanier worden de leerlingen zich bewust van het schrijfdoel;

- Tijdens de revisiefase presenteren de leerlingen hun vakantieboek in eenkringgesprek. De leerling gaat op de vertelstoel/schrijversstoel zitten envertelt wat hij/zij heeft mee gemaakt in de vakantie.

Herfst Praat/ zoekplaatDe praat/zoekplaat komt op het digibord te staan. Deze plaat kan op verschillendemanier worden ingezet;- Rekenen: tellen van ;aantal bomen, bladeren, paddenstoelen etc.

Daarnaast leren de kinderen woorden zoals: boven, onder, links,

Page 10: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

rechts, naast etc.- Taal: leerlingen laten zoeken op de plaat naar dingen die beginnen met de

letter “s” (spin, spring, stap etc.)- Taal: leerlingen vertellen wat zij zien op de praatplaat en vertellen hun

eigen ervaring.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen kunnen aan de hand van een plaatje vertellen wat zij hebben

meegemaakt. De leerlingen weten hierdoor dat taal een communicatievefunctie kan hebben.

- De leerlingen komen met dingen die zij op het plaatje zien. De leerkrachtschrijft deze woorden op het bord. De leerlingen schrijven deze woorden over.Er wordt extra aandacht geschonken aan het schrijfproces.

Kerst Het vertelbord met duizend verhalenDe leerlingen hebben een vertelbord in de klas staan. Dit is magnetisch whiteboard.Ze hebben verschillende plaatjes met daar achterop een magneetstrip. Een leerlinggaat voor het bord staan en vertelt een verhaal over Kerst. De groepsleerkracht kande leerling verder helpen door verschillende vragen aan de leerling te stellen (wie,wat, waar, waarom en hoe).Het vertelbord kan op meerder manieren inzetbaar zijn. Naast de plaatjes die metkerst te maken hebben, zijn er ook nog andere plaatjes. Het bord kan bijvoorbeeldin de taalhoek worden gezet, zodat de leerlingen hiermee kunnen oefenen.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen vertellen aan de hand van plaatjes hoe een verhaal verloopt. Ze

weten dat een verhaal gebruikt wordt om jezelf of anderen te laten genieten.Hierdoor krijgt taal een communicatieve functie.

- De leerlingen oriënteren zich op het schrijfonderwerp door te kijken naar deverschillende kaartjes die in de bak “Kerst” te vinden zijn. Door te luisterennaar vragen van de leerkracht, kan de leerling een verhaal maken. Dit verhaalkan de leerling dan vertellen in de kring of in groepsverband.

Page 11: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Winter Er was eens een…De leerlingen krijgen een aantal plaatjes. Bij elk plaatje verzinnen ze een tekst,zodat het een verhaal wordt. De plaatjes mogen zij in verschillende volgordezetten. (deze opdracht zou klassikaal ingeleid kunnen worden door de plaatjes tegebruiken die bij het verhalenbord horen).

Aandachtspunten voor de opdracht:- In de planfase bedenken de leerlingen waar ze over kunnen gaan schrijven. Ze

doen dit door de plaatjes in (voor hun) de juiste volgorde te leggen.- De verhaaltjes van de leerlingen worden uiteindelijk in een kringgesprek

besproken. Een van de kinderen kan dan op de schrijversstoel gaan zitten. Deandere leerlingen vertellen wat zij zo leuk/ grappig vonden aan het verhaal.

Carnaval Clowntje Tal viert carnavalDe leerlingen krijgen een verhaal te horen. Bij elk deel van het verhaal hoort eenepisodekaart. De leerlingen krijgen deze kaarten te zien terwijl het verhaal voor heteerst voorgelezen wordt. Wanneer het verhaal voor de tweede keer voorgelezenwordt, hangen de leerlingen de episodekaarten zelf op het magneetbord.- Om het voor de leerlingen lastiger te maken, kan je ervoor kiezen om alle

episode kaarten te gebruiken. Bij elk deel van het verhaal zit een goede en eenfoute episode kaart. Als de leerlingen goed naar het verhaal geluisterd hebben,weten zij welke kaart zij moeten pakken.

- Als vervolg opdracht zou je de leerlingen zelf het verhaal kunnen latennavertellen aan de hand van de episodekaarten.

Voorbeeld van een verhaal:Tal wordt wakker en kijkt op haar kalender. “Yippy!” roept ze uit. “Het is eindelijkcarnaval!” Ze kijkt in haar kast en trekt de mooiste clownskleren aan die ze kanvinden. “Ohh, wat is dit moeilijk! Doe ik vandaag mijn rode of mijn oranje schoenenaan? En zal ik nou mijn gestreepte shirt aan trekken, of mijn shirt met stippen? Watis dit lasig.. Hmm.. Ik kies voor de oranje schoenen en het shirt met de stippen. Ja,dit staat geweldig!” (EPISODE KAART 1)Tal liep naar beneden toe. Daar stond de mama van Tal in de keuken.“Goedemorgen clowntje Tal! Wat zie je er leuk uit zeg! Eet je je eten snel op? Over

Page 12: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

15 minuten staat Nikki voor de deur.”Nikki is de beste vriendin van Tal. Ze gaan vanmiddag samen naar de optocht kijkendie voor het gemeentehuis langs komt. Nikki wist nog niet precies hoe ze verkleedzou gaan met carnaval. Werd ze nou Mega Mindy, of verkleedde zij zich toch alskrokodil.DING DONG! Daar gaat de bel! Tal stopt het laatste stukje brood in haar mond endoet de deur open.Een luid gegrom komt achter de deur vandaan. “Wraaahhh!”Tal schrikt en gooit de deur weer snel dicht. Daarna ging de brievenbus open enhoorde ze Nikki’s stem:” Tal, je hoeft niet te schrikken hoor! Ik ben het maar,Nikki!”Tal doet de deur weer open. “Wauw Nikki, wat heb jij een mooi pak aan zeg! Ikschok er gewoon van. Ik dacht dat je een echte krokodil was!”Nikki moest lachen: “Hahaha, ja ik zag het! Wat heb jij trouwens een mooiclownspak aan zeg! Vooral die grote oranje schoenen zien er grappig uit.” (EPISODEKAART 2)Tal wordt er helemaal blij van: “Ja dank je! Dat vond ik nou ook. Zullen we maargaan? De optocht begint zo al.” Clowntje Tal loopt nog even naar de kast en pakteen plastic zak. Nikki kijkt haar vragend aan:” Huh, waar is die plastic zak voor?” Talgaf de plastic zak aan Nikki en zei: “Voor al het snoepgoed natuurlijk! In de optochtzit altijd een Prinsenwagen. De Prins die op die wagen zit gooit altijd snoep. Al hetsnoep dat we dan op de grond vinden kunnen we in deze plastic zak doen.” “Goedidee Tal! Zegt Nikki. “Laten we maar snel gaan dan!”Clowntje Tal en Krokodil Nikki lopen naar het gemeente huis. Het plein staat alhelemaal vol met allemaal verkleedde mensen. (EPISODE KAART 3)Ze zijn net op tijd, de optocht is net begonnen. Eerst komt de fanfare. Tal zietiemand met een trompet, iemand met een trommel en iemand met een fluit. Zespelen de leukste carnavalsmuziek. (EPISODE KAART 4) Achter de fanfare komen declowntjes. Ze zien er allemaal ongeveer hetzelfde uit als Tal. Dat is grappig!(EPISODE KAART 5) Daar achteraan lopen de Krokodilletjes, met een supermooiecarnavalswagen. Er staat ook leuke muziek op: “Ik ben Snappie, de kleine krokodil,ik kom uit Egypte met mijn zonnebril!” (EPISODE KAART 6)Helemaal op het einde kwam de Prinsenwagen. “Wauw”, riep Tal. “Wat is hij mooizeg. De wagen had 3 verschillende kleuren: blauw, geel en groen. (EPISODE KAART7) Helemaal bovenop de wagen stond Prins carnaval. Hij keek naar clowntje Tal enKrokodil Nikki en riep:” Wauw wat zien jullie er mooi uit zeg! Wacht even!” Hijbukte even en kwam met twee handen vol met snoep weer ophoog. “Kijk meiden,vangen!”Tal en Nikki waren dolblij. Hun plastic zak was flink gevuld met snoep. Ze liepen snelnaar huis om het snoep te laten zien aan de moeder van Tal. “Zooo, dat is een zakvol! Maar leg het maar even aan de kant, anders hebben jullie zo geen hongermeer. Tal en Nikkie gingen aan tafel zitten. “Wauw, pannenkoeken! Wat eentopdag is dit zeg! Was het maar elke dag carnaval!” (EPISODE KAART 8)

Aandachtspunten voor de opdracht- De leerlingen oriënteren zich op het onderwerp door te luisteren en te kijken.- De leerlingen kunnen aan de hand van plaatjes (episodekaarten) een verhaal

In het kort navertellen.Lente Het geheim achter de deur

De leerlingen krijgen een verhaal te horen van hun groepsleerkracht. Het moet eenspannend verhaal zijn, waarbij de leerlingen erg benieuwd worden wat er gaatgebeuren. Op een gegeven moment stopt het verhaal en tekenen de leerlingen het

Page 13: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

verhaal verder af.

Voorbeeld van een verhaal:Het is zondag en Jesse doet het rolgordijn open. Hij kijkt naar buiten. Het ziet er ergfijn en zonnig uit. Overal zijn mooie bloemen te zien. Bloemen in de mooistevormen en kleuren. “Eindelijk, het is lente!” Roept hij uit. Ondertussen komt zijngrote zus Fleur de trap af lopen.“Ja, eindelijk! Ik was wel toe aan dat warme weer. Heb je zin om een stukje tewandelen?” vraagt ze aan Jesse. “Tuurlijk”, zegt hij. “ Ik pak meteen mijn bal, dankunnen we even een leuk spelletje doen onder het wandelen.”Fleur en Jesse lopen naar buiten toe. Wanneer ze in het park zijn gooit Jesse de balnaar Fleur. Fleur springt in de lucht en kan de bal nog maar net vangen. “Het is datik zo groot ben, anders had ik er niet bij gekund.” Fleur rolt daarna de bal weerterug naar Jesse. “Oja? Als je zo groot bent, dan kan je vast ook wel bij deze bal!”Jesse gooit zo hard en hoog als hij kan. Fleur springt de lucht in, maar kan er netniet bij. De bal stuitert de struiken in. “Haha, zo groot ben ik ook weer niet. Ik haalde bal wel even op!” zegt Fleur.Fleur loopt zo ver de struiken in dat Jesse haar niet meer kan zien. Na een dikke 2minuten komt ze terug. Met één hand gooit ze de bal terug naar Jesse, terwijl zemet haar andere hand haar jas vast houd.“Wat heb je daar onder je jas?” vraagt Jesse. “Ooh, niets hoor!” zegt Fleur. “Kom,we gaan snel weer terug naar huis!”Jesse vond het maar raar.. Hij dacht toch echt dat Fleur iets onder haar jas hadverstopt. Het was best wel groot.Toen Jesse en Fleur eenmaal thuis waren, liep Fleur heel snel met haar jas naarhaar kamer. Ze liep naar binnen en draaide meteen haar deur op slot. Met groteletters stond op haar deur “VERBODEN TOEGANG”. Jesse wachtte netjes op degang totdat Fleur weer van haar kamer af kwam. Ze had haar jas bij zich, alleenstond die jas niet meer zo bol als toen ze haar kamer in liep. “Wat deed daar op jekamer?” vraagt Jesse. “Ooh, niks hoor!” zegt Fleur. Ze liep snel de trap af en gingtelevisie kijken. “En nu stil hoor! Ik kijk tv!”Jesse hoorde allemaal gerommel van de kamer van Fleur komen. Dat is raar.. Fleuris beneden tv aan het kijken.. Wie of wat maakt dan dat geluid op haar kamer?Jesse kijkt door het sleutelgat en ziet………

De leerlingen krijgen allemaal een papier. Hierop tekenen zij wat er op de kamervan Fleur te zien is. Daaronder kunnen ze in het kort schrijven wat ze zien.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen oriënteren zich op het schrijfonderwerp door: te luisteren naar de tekst kort bespreken met het schoudermaatje over het vervolg van de tekst door tekeningen te maken over verschillende ideeën van het vervolg van de

tekst;- De leerlingen maken deze opdracht met het doel iemand te laten genieten, of

te ‘schrijven’ voor hun plezier. Ze maken dus een expressieve ‘tekst’;- Tijdens de revisiefase bespreken de leerlingen klassikaal hun tekst/tekening.

Ze vertellen hoe zij denken dat het verhaal verder zal gaan verlopen. Deleerkracht leidt de bespreking en stelt de juiste vragen.

Page 14: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Pasen De paashaas en het gouden eiDe leerlingen krijgen een verhaal over een paashaas te horen. In het verhaal komenallerlei verschillende woorden voor die te maken hebben met Pasen. De leerlingenkrijgen een boekje met daarin deze woorden/plaatjes.De leerlingen;- stempelen het woord over in het vak dat ernaast staat (boekje 1)- stempelen het woord dat bij het plaatje hoort erbij (boekje 2)- schrijven het woord over dat in het vak ernaast staat (boekje 1)- schrijven het woord op dat bij het plaatje ernaast hoort (boekje 2)- maken de woorden aan de hand van de kist met magneetlettersAan de hand van de gestempelde boekjes, kunnen de leerlingen vertellen wat datwoord met het verhaal te maken heeft.Voorbeeld van het verhaal:Heel vroeg in de ochtend, toen de zon nog maar nauwelijks boven de horizonuitkwam, was de paashaas al druk in de weer. Alle eieren heeft de paashaasversierd met verf. Overal was hij de eieren aan het verstoppen, waar straks deleerlingen naar zouden komen zoeken. Achter een bloem, in een boom, op eenstam, tussen het gras.Hier een ei en daar een ei en nog een ei... Toen hij al zijn eieren verstopt had moesthij het gouden ei nog verstoppen. Maar dat was verborgen onder de aarde en werdbewaakt door de andere hazen. De paashaas riep al zijn hulphazen bijeen: "Hazenkom te voorschijn, laat je eens even zien…." En zo kwam het ene haasje na hetandere tevoorschijn en ze riepen elkaar, en wachtten tot ieder er was, zodat zesamen op weg konden gaan om het gouden ei te gaan halen en het te gaanverstoppen. Ze huppelden achter elkaar aan: "Wij halen nu het gouden ei, hetgouden, gouden ei...."Heel zorgvuldig had de paashaas al het zonlicht in het gouden ei bewaard, zodathet kind dat het gouden ei zou vinden veel zonlicht en zegen zou ontvangen.Toen de paashaas met zijn hulphazen bij de grot aankwam waar het gouden eibewaard werd, waren de haasjes die het ei bewaakten, allemaal in paniek. Wanthet gouden ei was verdwenen, het gouden ei was weg.Zij wisten niet hoe het had kunnen gebeuren. En snel gingen ze samen zoeken.Want hoe kan het gouden ei zou zo maar weg zijn. Ze zochten overal in de struiken,stronken in alle holletjes, maar zelfs in de hoogste boom was het gouden ei niet tevinden. Wat moesten ze nu doen? Alle hazen lieten hun kopjes hangen. Dit was welhet ergste wat de paashaas kon overkomen, en hij stond in het midden van deandere hazen en klaagde: "Ohhh... het gouden ei is weg wat moeten wij nu doen?""Roekoe, roekoe…," klonk het ineens boven hem in de bomen. Allen kekenomhoog. Daar zagen zij een duifje boven in de takken: "Roekoe, roekoe…." De

Page 15: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

paashaas vroeg waarom het duifje zo riep. Ze kwam naar beneden en ging voor devoeten van de paashaas zitten alle andere hazen in een kring eromheen. Zevertelde dat zij wist waar het gouden ei was. Midden in de nacht was het gouden eiweggehaald uit de grot waar het bewaard werd. Wie het gedaan had wist het duifjeniet precies, daar was het te donker voor geweest. Maar zij wist wel waar het eigebleven was. Ze was er achter aangevlogen. Toen gingen ze allemaal achter hetduifje aan. Ze moesten ver door het bos totdat ze bij een hele grote oude boomkwamen, van wel honderd jaar oud.Het duifje koerde en dat betekende dat dit de plek was waar het gouden ei wasaangekomen. De paashaas ging een holletje in, dat tussen de wortels te zien was,en daaruit kwam een dwerg te voorschijn. Die heel erg boos was en vroeg wat zekwamen doen. De paashaas zei dat hier misschien het gouden ei verborgen was, enna lang wachten zei de dwerg, dat hij inderdaad het gouden ei gestolen had. Hijwilde ook wel eens wat zonlicht zien, hij moest altijd maar onder de grond leven enwerken.De paashaas vertelde de dwerg, dat zonlicht niet voor dwergen en kabouters is.Maar juist voor mensen en leerlingen was het zonlicht erg belangrijk. De paashaasbeloofde dat de dwerg een mandje vol met eieren zou krijgen met Pasen, maar dathij het gouden ei mee moest nemen.De dwerg vond het niet leuk, maat hij gaf het gouden ei aan de paashaas. Zovertrokken de hazen en zij zongen: "Wij hebben nu het gouden ei, het gouden,gouden, ei." De paashaas kon gelukkig nog net op zijd het gouden ei verstoppen. Enop Paasmorgen stond een mandje met eieren voor de boom van de dwerg tewachten.Aandachtspunten voor de opdracht- De leerlingen ervaren het permanente karakter van geschreven taal. Ze

ervaren dat de tekens die zij gemaakt hebben een mogelijkheid bied totcommunicatie.

- Wanneer de leerling klaar is dan wordt het boekje besproken met deleerkracht. De leerkracht kijkt wat goed ging en helpt de leerling door vragente stellen wanneer een woord fout is geschreven. De leerlingen passen ditvervolgens aan.

Zomervakantie De beste zomervakantieDe leerlingen krijgen een beginstuk van een verhaal te horen. Vervolgens wordende leerlingen opgedeeld in groepjes van twee. Ze maken het verhaal verder af. Ditgebeurd als volgt;Groep 2: een leerling maakt eerst een tekening en vertelt waarom hij dit heeftgetekend. De leerlingen die daarna gaat tekenen borduurt verder op de tekeningvan de eerste leerling.Groep 3: Een leerlingen schrijft de volgende regel van het verhaal op. Zijngroepsmaatje schrijft de volgende regel op.Het verhaal is af wanneer “het probleem” van het verhaal is opgelost. De leerkrachtkan zelf een verhaal bedenken.

Voorbeeld van een verhaal:Het is bijna zomervakantie. Jip heeft er superveel zin in. Hij heeft net een nieuwebal gekregen voor zijn verjaardag. Vlak nadat hij de school uit had, ging hij samenmet Lars spelen. Hij pakte zijn nieuwe bal en schoot hem heel ver de lucht in. Ohnee! De bal komt in de tuin van de boze, chagrijnige buurman! Wat nu?! Jip heefteen idee: …….

Aandachtspunten voor de opdracht:

Page 16: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

- In de planfase bedenken de leerlingen op welke manier zij het probleem vanhet verhaal kunnen op lossen. Dit kunnen zij doen aan de hand vansteekwoorden en kleine tekeningen;

- De leerlingen ervaren het permanente karakter van geschreven taal. Zeervaren dat de tekens die zij gemaakt hebben een mogelijkheid bied totcommunicatie.

Groep 3/4Wat doet de leraar- De leraar zorgt voor een stimulerende schrijfomgeving met een rijk en gevarieerd aanbod vanmaterialen: In de klas zijn veel voorbeelden van geschreven taal (eigen teksten, nieuwsbord, labels); Schrijfhoek met verschillende materialen (bijv. letterstempels, schrijfpapier, potloden etc.); Thematische spel-hoek met schrijfmaterialen en eigen teksten van leerlingen; Computer.

- De leraar vertoont voorbeeldgedrag. De leraar maakt zelf bijvoorbeeld regelmatig in het bijzijn vande leerlingen notities, schrijft nieuwtjes op een bord, schrijft de dag-planning met pictogrammen ophet bord etc. De leerlingen ervaren hierdoor de functie van schrift;- De leraar creëert betekenisvolle schrijfaanleidingen;- De leraar speelt waar ruimte is mee in de spel-hoek waarbij er aanknopingspunten worden gezochtom schrijfactiviteiten uit te lokken;- De leraar accepteert elke vorm van schrijven ( tekenen, krabbelen, letterachtige tekens, echteletters en fonetisch schrift);- De leraar schrijft teksten bij tekeningen van de leerlingen (dit hoeft niet bij elke tekening, maar bijeen aantal betekenisvolle activiteiten);- De leraar lokt uit tot denken en praten over geschreven taal. Nadat de leerlingen bezig zijngeweest met een schrijf activiteit bespreek de leraar hun schrijfproduct of tekening.- De leraar schrijft ook samen met de leerlingen. De leerlingen bedenken de zinnen en hij schrijftzoveel mogelijk letterlijk op wat de leerlingen aandragen. Fouten in de zinsconstructies verbetert hijonopvallend. Hij geeft hierbij ondersteunende suggesties als ‘Zullen we dat zo zeggen? Dat klinktnog beter.’ Wat er op het bord komt te staan, moet een goed lopend verhaal zijn met goede zinnen;

Algemeen:De functies van taal zijn op veel manieren onderscheiden en beschreven.- de communicatieve functie van taal: taal wordt gebruikt om te communiceren met anderen. Eentaalgebruiker wil iemand bijvoorbeeld informeren of amuseren;- de expressieve functie van taal: taal wordt gebruikt om uitdrukking te geven aan persoonlijkeemoties

Verschillende redenen/doelen voor het schrijven van een tekst.- voor je plezier of om anderen van te kunnen laten genieten;- om iemand te informeren;- om aan te geven hoe je iets moet doen of maken.

Rondom elk thema zijn er verschillende materialen voor het magneetbord. Bij een aantal thema’s is

Page 17: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

het magneetbord al ingepland, maar als groepsleerkracht kan men er dus zelf voor kiezen om hetbord bij elk thema in te zetten. Het materiaal is aanwezig!Thema ActiviteitBegin schooljaar Schooltime!

Magneetbord! De leerlingen maken met de vormen die er liggen een mooie“tekening/voorstelling” van wat hun verstaan onder het begin van hetschooljaar. Aan de hand van de opbouw die de leerlingen hebben gemaakt metde vormen kunnen zij verschillende woorden of zinnen erbij schrijven.

Aandachtspunten voor de opdracht:- Tijdens het schrijven formuleren de leerlingen zinnen en passen zij de geleerde

spellingsregels toe, zoals: gebruik van hoofdletters, de opbouw van zinnen enspelling;

- De leerlingen reflecteren hun tekst klasgenoten en de groepsleerkracht. Deleerlingen gaan dan allemaal in de “stel-hoek” zitten (dit is de stimulerendeleeromgeving).

Herfst Lief dagboekDe leerlingen schrijven een dagboek vanuit het perspectief van een kabouter. Zijschrijven over belevenissen over de herfst. Hierin schrijven zij wat zij juist leuk,spannend, of juist minder leuk of verdrietig vonden in deze dag of week.Hierdoor wordt het een expressieve tekst.Het verhaal moet minimaal een half A4’tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen schrijven eerst een aantal steekwoorden op (gebeurtenissen van

die dag/week die hun bijgebleven zijn. Vervolgens maken zij op een anderblaadje de versie in het net;

- De leerkracht vraagt aan een van de leerlingen of zij hun tekst willenvoorlezen. De tekst wordt vervolgens klassikaal besproken. De leerkracht leidtde bespreking;

- De leerlingen maken een leuke en passende tekening bij hun stukje tekst.Kerst Het kerstbeest

De leerlingen maken hun eigen fantasiedier. Dit dier zien zij telkens alleen rondde kerst. Het dier heeft aparte eigenschappen ( bijv.: lange nek, korte poten,grote ogen en scherpe tanden). De leerlingen beschrijven het dier (aan de handvan schrift) en tekenen het dier.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen weten dat er verschillende redenen/ doelen zijn om te schrijven.

Bij deze tekst gaat het om iemand te kunnen informeren;- Tijdens de revisiefase bespreken de leerlingen de tekst met de leerkracht.

Daarbij staat de inhoud van de tekst centraal;- De leerlingen reflecteren op hun tekst, schrijfproces en tekening in kleine

Groepjes.Winter Te koop

De leerlingen schrijven een advertentie over iets dat ze willen verkopen. Dit kaniets zijn wat zij in de winter gebruikt hebben, maar nu in de lente niet meernodig hebben. Voor een advertentie moet je betalen. Hoe groter deadvertentie, hoe meer je moet betalen. Daarom mogen de leerlingen niet teveel woorden gebruiken.

Page 18: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen maken de opdracht eerst in het klad. Daarna kunnen ze woorden

schrappen en de advertentie in het net maken (zonder fouten dus);- De leerlingen leveren de kladversie als eerst in. De leerkracht pakt vervolgens

1 van de kladversies en bespreekt deze met de klas. Zorg ervoor dat alleAandachtspunten aan bod komen (tekening/ spelling en indeling);

- De leerlingen maken ook een tekening van hun voorwerp dat ze verkopen.Carnaval Mijn stripverhaal

De leerlingen zijn druk in de weer met de carnaval. Zij weten hier al enkelewoorden van (de optocht, de carnavalswagen/ de steek) . Mensen gaan vaakgrappig verkleed en er gebeuren rare dingen. De leerlingen maken een eigenstripverhaal over carnaval.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen maken het verhaal eerst in het klad (alleen schrijven). Als zij klaar

zijn dan bespreken zij hun verhaal met hun schrijfmaatje. Zo nodig passen zehet verhaal aan het beginnen vervolgens in het net;

- De leerlingen oriënteren zich op het schrijfonderwerp door: te tekenen en teschrijven;

- De leerlingen weten dat het schrijven van teksten verschillende redenen ofdoelen kan hebben, zoals voor je plezier of om anderen ervan te kunnen laten

Page 19: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

genieten.Lente Lentekriebels

Magneetbord! De leerlingen maken met de vormen die er liggen een mooie“tekening/voorstelling” van wat hun verstaan onder de lente. Aan de hand vande opbouw die de leerlingen hebben gemaakt met de vormen kunnen zijverschillende woorden of zinnen erbij schrijven.

Aandachtspunten voor de opdracht:- Tijdens het schrijven formuleren de leerlingen zinnen en passen zij de geleerde

spellingsregels toe, zoals: gebruik van hoofdletters, de opbouw van zinnen enspelling;

- De leerlingen reflecteren hun tekst klasgenoten en de groepsleerkracht. Deleerlingen gaan dan allemaal in de “stel-hoek” zitten (dit is de stimulerendeleeromgeving).

Pasen Eerst schrijven, dan spelenDe leerlingen schrijven een kort verhaal met 4 verschillende rollen (afhankelijkvan de grootte van de groep). Aan de hand van het verhaal gaan de leerlingenrollen verdelen om na te kunnen spelen. De leerkracht kan kaartjes maken metdaarop verschillende onderwerpen die te maken hebben met Pasen, bijv.:- Het verloren Paasei- De Paashaas is ziek- De verf voor de Paaseieren is weg- De Paaskippen leggen geen Paaseieren

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen oriënteren zich op het schrijfonderwerp door met anderen

erover te praten;- De leerlingen reflecteren op hun tekst en op het schrijfproces in kleine

groepjes;- De leerlingen presenteren hun tekst aan klasgenoten. Dit doen zij door middel

van een toneelstukje.

Zomervakantie Ansichtkaart schrijvenDe leerlingen ontwerpen een ansichtkaart. Hierbij letten ze erop dat ze eenvoorkant maken (tekening/ foto), op de achterkant schrijven ze de naam en hetadres van de ontvanger . Daarnaast schrijven ze er ook een kort bericht op(minimaal 5 regels).De leerlingen schrijven de kaart naar een klasgenootje. De taak van deleerkracht hierin is: ervoor zorgen dat alle leerlingen een kaartje ontvangen(verdeel de leerlingen eventueel in tweetallen).

Aandachtspunten voor de opdracht:- Tijdens de planfase denken de kinderen, onder begeleiding van de leraar of

samen met groepsgenoten na over vragen als: Voor wie schrijf ik, waaromschrijf ik en wat schrijf ik?

- In de revisiefase gaan de leerlingen de geschreven tekst in tweetallenBespreken.

Page 20: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Groep 5/6Wat doet de leraarBij de instructie:- Hoofdletters gebruiken (begin van de zin en plaatsnamen/namen);- Interpunctie zoals: punt, uitroepteken en vraagteken. De komma blijven herhalen;- In de loop van het jaar aanleren van alinea’s en kopjes;- Uitleggen wat de verschillende schrijfstrategieën zijn (zie aandachtspunten leraar)0.

Algemeen:- De leraar geeft de leerlingen veel gelegenheid tot schrijven. Naast georganiseerdeschrijfopdrachten, krijgen de leerlingen ook de ruimte voor vrij schrijven (in spontane of weiniggestuurde situaties). Leerlingen kunnen bijvoorbeeld e-mails of brieven gaan schrijven;- De leraar creëert betekenisvolle schrijfaanleidingen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat deleerlingen allerlei soorten teksten schrijven (zie uitwerking opdrachten);- De leraar zorgt voor afwisseling in werkvormen: individueel schrijven, in tweetallen schrijven of ingroepjes schrijven;- De leraar geeft instructie in verschillende schrijfstrategieën;- De leraar laat de leerlingen modelteksten zien. Hierdoor zien de leerlingen hoe verschillendesoorten teksten eruit zien en wat de verschillen tussen deze teksten zijn qua structuur en opbouw;- De leraar maakt de leerlingen bewust van de kenmerken en functies van verschillende soortenteksten;- De leraar zorgt ervoor dat de leerlingen weten wat een schrijfmaatje inhoud. Wat moeten zijsamen bespreken en waarom gaan de leerlingen samenwerken met een schrijfmaatje;- De leraar schept ruimte voor tekstbesprekingen ( kladversie, tussendoor of aan het eind);- De leraar zorgt voor activiteiten waarin leerlingen geprikkeld worden tot schrijven en ideeënopdoen voor hun schrijfonderwerp;- De leraar bespreekt met de leerlingen wat voor vragen je kunt stellen aan elkaar over de tekst vaneen ander. Zij stimuleert hierbij de leerlingen elkaar inhoudelijke vragen te stellen over hun tekst;- De leraar geeft de leerlingen veel tijd om hun eigen tekst te herschrijven;- De leraar helpt de leerlingen met het toepassen van de juiste spelling en interpunctie;- De leraar reflecteert met de leerlingen na afloop van het schrijven op het schrijfproces en hetschrijfproduct.

Aandachtspunten leraarAlgemeen:De functies van taal zijn op veel manieren onderscheiden en beschreven. Een veel gebruiktonderscheid is de driedeling in:- de communicatieve functie van taal: taal wordt gebruikt om te communiceren met anderen. Eentaalgebruiker wil iemand bijvoorbeeld informeren of amuseren;- de conceptualiserende functie van taal: taal wordt gebruikt om de werkelijkheid te ordenen. Via detaal die je gebruikt, verwijs je voortdurend naar betekenissen en concepten. Een taalgebruikerbenoemt de werkelijkheid om zich heen en beschrijft relaties. Hiermee krijgt hij grip op diewerkelijkheid;- de expressieve functie van taal: taal wordt gebruikt om uitdrukking te geven aan persoonlijkeemoties.Thema ActiviteitBegin schooljaar Lief dagboek

De leerlingen schrijven belevenissen over de eerste schooldag/schoolweek.Hierin schrijven zij wat zij juist leuk, spannend, of juist minder leuk of verdrietigvonden in deze dag of week. Hierdoor wordt het een expressieve tekst.

Page 21: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Het verhaal moet minimaal één A4’tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen schrijven eerst een aantal steekwoorden op (gebeurtenissen van

die dag/week die hun bijgebleven zijn. Vervolgens maken zij op een anderblaadje de versie in het net;

- De leerkracht vraagt aan een van de leerlingen of zij hun tekst willenvoorlezen (Het is een persoonlijke tekst, dus alleen als de leerling dit goedvindt). De tekst wordt vervolgens klassikaal besproken. De leerkracht leidt debespreking;

- De leerlingen maken een leuke en passende tekening bij hun stukje tekst.Herfst Te koop

De leerlingen schrijven een advertentie over iets dat ze willen verkopen. Dit kaniets zijn wat zij in de zomer gebruikt hebben, maar nu in de herfst niet meernodig hebben. Voor een advertentie moet je betalen. Hoe groter deadvertentie, hoe meer je moet betalen. Daarom mogen de leerlingen niet teveel woorden gebruiken.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen maken de opdracht eerst in het klad. Daarna kunnen ze woorden

schrappen en de advertentie in het net maken (zonder fouten dus);- De leerlingen leveren de kladversie als eerst in. De leerkracht pakt vervolgens

1 van de kladversies en bespreekt deze met de klas. Zorg ervoor dat alleaandachtspunten aan bod komen (hoofd- en bijzaken onderscheiden /tekening/ spelling en indeling);

- De leerlingen maken ook een tekening van hun voorwerp dat ze verkopen.Kerst Uitleg kerst

De leerlingen schrijven een tekst over wat “kerst” eigenlijk inhoudt. De tekstmoet informatief zijn, zodat iemand die niet weet wat kerst betekent, het welsnapt!Het verhaal moet minimaal één A4’tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen denken van te voren na over het doel, het publiek en de functie

van de tekst. De leerlingen verwijzen hierdoor voortdurend naar betekenissenen concepten. Hiermee krijgt men grip op de werkelijkheid (<conceptualiserende functie) ;

- De leerlingen krijgen tijdens de gehele stelopdracht een “schrijf-maatje”;- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;

Hiermee kunnen ze constant overleggen en eventueel om hulp vragen. Deleerlingen maken wel allebei apart een eigen verhaal. Met behulp vanopmerkingen van “het schrijf-maatje” stellen ze hun tekst bij;

- De leerlingen gaan de geschreven tekst in viertallen reflecteren ( 2,tweetallen). Hierbij wordt besproken hoe de samenwerking is verlopen en dehoofdzaken bij het schrijven van het verhaal.

Winter Bouw een dorp van sneeuwDe leerlingen schrijven een verhaal over het bouwen van een dorp met sneeuw.Het moet een informatieve tekst worden voor iemand die dit nog nooit heeftgedaan. Hoe ziet sneeuw eruit? Hoe voelt het? Op welke manier ga je bouwenen waarom doe je dat zo? Het verhaal moet minimaal ½ A4’tje zijn.

Page 22: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen schrijven een informatieve tekst. Hierbij geven ze aan hoe je iets

moet doen of maken;- De leerlingen evalueren de tekst op de inhoud, kenmerken van de tekst,

taalgebruik en doel/publiekgerichtheid. Dit vindt plaats in groepjes vanongeveer 4 leerlingen;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.Carnaval Gesprek over de carnavalswagen

De leerlingen schrijven een gesprek op dat tussen twee personen plaats vindtover het bouwen van hun carnavalswagen. De personen zijn flink aan hetdiscussiëren over hoe ze de wagen gaan bouwen en rondom welk thema. Hetverhaal moet de opbouw hebben van een dialoog.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen schrijven een communicatieve tekst. Hierbij letten ze erop dat ze

anderen laten weten wat zij van iets vinden of de personen proberen teovertuigen van zijn/haar mening;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen krijgen tijdens de gehele stelopdracht een “schrijf-maatje”;- De leerlingen presenteren hun tekst aan klasgenoten in de vorm van een

toneelstukje.Lente Een verhaal bij een plaatje

De leerlingen hebben de keuze uit een drietal plaatjes waar ze een verhaal overkunnen schrijven. Ze mogen zelf bepalen hoe het verhaal loopt en wat zij zien inhet plaatje. Het verhaal moet minimaal ½ A4’tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen verzinnen zelf een titel;- De leerlingen oriënteren zich op het schrijfonderwerp. De leerkracht bespreekt

voordat de opdracht begint, wat een schrijfonderwerp is en welkeaandachtspunten daarbij horen;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen bespreken klassikaal de tekst. De schrijver van het verhaal neemt

plaats op “de schrijversstoel” (voor in de klas) om de vragen, die vanuit de klaskomen over zijn tekst, te beantwoorden.

Pasen Hoe loopt het af?De leerlingen krijgen een beginstuk van een verhaal. Zij schrijven dit stuk netjesover en maken het verhaal af. Het verhaal moet minimaal een half A4’tje zijn(zonder het beginstuk).

"Oh, ik moet opschieten," Pluim rent heen en weer, tussen de eieren die hij algeverfd heeft en de eieren die nog helemaal wit zijn. Hij telt ze, maar raaktsteeds in de war.

Page 23: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

"Eenendertig, twee en dertig ehh zes en dertig, nee dat was fout, hoe moet datnu. Op de hazenschool was Pluim ook al niet goed in tellen. Meester Langoorhad hem al vaak gezegd. "Pluim, pluim, zo kan dat niet hoor, als jij straks eenechte goeie paashaas wilt worden, moet je toch de eieren kunnen tellen!!!" Oh,had hij toch maar beter opgelet op de hazen school, dan zou het nu beter gaan."

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen gebruiken hun fantasie. Zij schrijven een expressieve tekst. De

leerlingen weten hoe zij een expressieve tekst moeten schrijven;- De leerlingen schrijven de tekst voor hun plezier of om anderen ervan te

kunnen laten genieten;- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen bespreken de tekst in groepjes en passen hun tekst eventueel

aan. Hierbij letten ze op spelling, interpunctie en zinsopbouw.Zomervakantie Als, als, als….

De leerlingen maken een ketting verhaal over hoe hun de zomervakantie gaaninvullen. Elke zin van het verhaal start met het woord “als”.Het verhaal moet minimaal 15 regels lang zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen maken een woordweb met daaromheen de woorden die zij in

hun verhaal terug willen laten komen;- De leerlingen verzinnen zelf een titel;- Nadat de kinderen het verhaal in het klad hebben gemaakt, bespreken zij dit in

tweetallen. Hierbij letten ze op spelling, interpunctie en zinsopbouw;- De leerlingen formuleren hun: woordkeuze, zinsbouw en verdelen de tekst in

alinea’s;- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.

Groep 6/7Wat doet de leraarBij de instructie:- Hoofdletters gebruiken (begin van de zin, namen, plaatsnamen, rivieren etc.)- De spelling- en interpunctieregels herhalen;- In de loop van het jaar beginnen met de regels voor het gebruik van tegenwoordige tijd enverledentijd in de zinnen (niet door elkaar gebruiken);- De functies van de taal bespreken (zie aandachtspunten leraar).

Algemeen:- De leraar geeft de leerlingen veel gelegenheid tot schrijven. Naast georganiseerdeschrijfopdrachten, krijgen de leerlingen ook de ruimte voor vrij schrijven (in spontane of weiniggestuurde situaties). Leerlingen kunnen bijvoorbeeld e-mails of brieven gaan schrijven;- De leraar creëert betekenisvolle schrijfaanleidingen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat deleerlingen allerlei soorten teksten schrijven (zie uitwerking opdrachten);- De leraar zorgt voor afwisseling in werkvormen: individueel schrijven, in tweetallen schrijven of ingroepjes schrijven;- De leraar geeft instructie in verschillende schrijfstrategieën;- De leraar laat de leerlingen modelteksten zien. Hierdoor zien de leerlingen hoe verschillendesoorten teksten eruit zien en wat de verschillen tussen deze teksten zijn qua structuur en opbouw;- De leraar maakt de leerlingen bewust van de kenmerken en functies van verschillende soorten

Page 24: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

teksten;- De leraar zorgt ervoor dat de leerlingen weten wat een schrijfmaatje inhoud. Wat moeten zijsamen bespreken en waarom gaan de leerlingen samenwerken met een schrijfmaatje;- De leraar schept ruimte voor tekstbesprekingen ( kladversie, tussendoor of aan het eind);- De leraar zorgt voor activiteiten waarin leerlingen geprikkeld worden tot schrijven en ideeënopdoen voor hun schrijfonderwerp;- De leraar bespreekt met de leerlingen wat voor vragen je kunt stellen aan elkaar over de tekst vaneen ander. Zij stimuleert hierbij de leerlingen elkaar inhoudelijke vragen te stellen over hun tekst;- De leraar geeft de leerlingen veel tijd om hun eigen tekst te herschrijven;- De leraar helpt de leerlingen met het toepassen van de juiste spelling en interpunctie;- De leraar reflecteert met de leerlingen na afloop van het schrijven op het schrijfproces en hetschrijfproduct.

Aandachtspunten leraarAlgemeen:De functies van taal zijn op veel manieren onderscheiden en beschreven. Een veel gebruiktonderscheid is de driedeling in:- de communicatieve functie van taal: taal wordt gebruikt om te communiceren met anderen. Eentaalgebruiker wil iemand bijvoorbeeld informeren of amuseren;- de conceptualiserende functie van taal: taal wordt gebruikt om de werkelijkheid te ordenen. Via detaal die je gebruikt, verwijs je voortdurend naar betekenissen en concepten. Een taalgebruikerbenoemt de werkelijkheid om zich heen en beschrijft relaties. Hiermee krijgt hij grip op diewerkelijkheid;- de expressieve functie van taal: taal wordt gebruikt om uitdrukking te geven aan persoonlijkeemoties.Thema ActiviteitBegin schooljaar Een raar verhaal

De leerlingen schrijven een verhaal over hoe de start van een schooljaarverloopt. Dit verhaal moet een onzin -verhaal worden. Er gebeuren dingen diein de werkelijkheid niet kunnen gebeuren bijv. ik stapte uit bed om te gaanslapen. Het verhaal moet minimaal ¾ A4-tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen denken van te voren na over het doel, het publiek en de functie

van de tekst. Ze bepalen welke tekstsoort daarbij past en denken na over detekstkenmerken;

- De leerlingen hebben tijdens de opdracht één schrijfmaatje. Hiermee kunnenzij de tekst tussendoor bespreken . Zij letten dan extra op het spelling- eninterpunctiegebruik in de tekst, a.d.h.v. feedback kan de andere leerlingenzijn/haar tekst aanpassen;

- De leerlingen reflecteren hun tekst in kleine groepjes ( ongeveer 4 lln.);- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.

Herfst Wat is het?Tijdens het verhaal beschrijven de leerlingen iets dat typerend is voor de herfst.Denk hierbij aan een blad of paddenstoel. De leerlingen beschrijven hetvoorwerp zo, dat andere leerlingen moeten raden wat het is. De beschrijvingmoet minimaal ½ A4’tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen schrijven een tekst om mensen te informeren over het

voorwerp;

Page 25: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

- De leerlingen bespreken met elkaar (of met de leerkracht) de eerst geschrevenVersie (klad). Hierbij staat de inhoud van de tekst centraal;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.Kerst Kerst recept

De leerlingen gaan zichzelf verdiepen in het maken van een recept (bijv. viainternet of vanuit boeken). De leerlingen zijn tijdens de stelopdracht bezig methet maken van een informatieve tekst (<communicatieve functie).Het recept moet minimaal ½ A4-tje zijn.

Aandachtpunten voor de opdracht:- De leerlingen maken een lijst van ingrediënten, beschrijven de bereidingswijze

en kleden het leuk aan met een tekening van het eindproduct;- De leerlingen maken het recept eerst in het klad. Is dit gedaan dan laten ze de

het recept eerst in hun groepje door iemand lezen. Heeft iemand nogaandachtspunten dan kunnen ze dat verbeteren en daarna het recept in hetnet opschrijven;

- De leerlingen leveren de tekst in bij de leerkracht. De leerkracht kijkt hem naen geeft aandachtspunten mee! Dit wordt mondeling met elke leerlingbesproken;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.

Winter Hoe loopt het af?De leerlingen krijgen een beginstuk van een verhaal. Zij schrijven dit stuk netjesover en maken het verhaal af. Het verhaal moet minimaal een half A4’tje zijn(zonder het beginstuk).

Het sneeuwt. Op de weg ligt een dik pak sneeuw. De auto’s en fietsers rijdenlangzaam. De weg is zo glad als een spiegel. Pas maar op! Als je remt, glijd jedoor en stop jeniet op tijd. Op de weg is het nu gevaarlijk. In de verte komt een grotevrachtauto dichterbij. In de vrachtauto zit Frits. Hij is al jarenlangvrachtautochauffeur. De laadbak van zijn vrachtauto zit vol met……

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen gebruiken hun fantasie. Zij schrijven een expressieve tekst. De

leerlingen weten hoe zij een expressieve tekst moeten schrijven;- De leerlingen schrijven de tekst voor hun plezier of om anderen ervan te

kunnen laten genieten;- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen bespreken de tekst in groepjes en passen hun tekst eventueel

aan. Hierbij letten ze op spelling, interpunctie en zinsopbouw.Carnaval Een verhaal bij een plaatje

De leerlingen hebben de keuze uit een drietal plaatjes waar ze een verhaal overkunnen schrijven. Ze mogen zelf bepalen hoe het verhaal loopt en wat zij zien inhet plaatje. Het verhaal moet minimaal 1 A4’tje zijn.

Page 26: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen verzinnen zelf een titel;- De leerlingen oriënteren zich op het schrijfonderwerp. De leerkracht bespreekt

voordat de opdracht begint, wat een schrijfonderwerp is en welkeaandachtspunten daarbij horen;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen bespreken klassikaal de tekst. De schrijver van het verhaal neemt

plaats op “de schrijversstoel” (voor in de klas) om de vragen, die vanuit de klaskomen over zijn tekst, te beantwoorden.

Lente Gedicht makenDe leerlingen maken een gedicht over de lente. De leerlingen mogen zelf hetonderwerp van het gedicht bedenken. Let er wel op dat de leerlingen hetgedicht een titel geven. Het gedicht moet ongeveer 10 tot 14 regels zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen gebruiken hun fantasie. Zij schrijven een expressief gedicht. De

leerlingen weten hoe zij een expressief gedicht moeten schrijven;- De leerlingen bespreken in groepjes van ongeveer 4 lln. hun gedicht. Aan de

hand hiervan kunnen zij het gedicht aanpassen en duidelijkheid scheppen overde betekenis van het gedicht;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.Pasen Advertentie maken

Er wordt een paasmarkt georganiseerd! Op deze markt zijn verschillende dingente doen en te beleven. De leerlingen maken een advertentie die ervoor zorgtdat zoveel mogelijk mensen naar deze paasmarkt komen. De leerlingen mogenzelf kiezen wat er op die paasmarkt allemaal te doen is. De advertentie wordtop een A4 papier gemaakt, het moet uitnodigend zijn (kleurgebruik entekeningen) en er moeten korte pakkende/informatieve teksten op staan.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen schrijven een tekst om mensen te overtuigen;- De leerlingen maken voordat zij de advertentie gaan uitwerken, een opzet om

zo te kijken wat de belangrijkste/meest informatieve teksten zijn;- Een aantal leerlingen presenteren hun advertentie tot slot voor de klas;- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.

Zomervakantie Eerst schrijven dan spelenDe leerlingen schrijven een verhaal over de zomervakantie na aanleiding vanverschillende steekwoorden. De leerlingen maken eerst een soort tabel enkiezen daaruit de leukste punten, waar zij een verhaal over willen schrijven(ongeveer 5 punten bij elk kopje).Bijvoorbeeld:

Rollen Voorwerpen Waar gebeurt het? Wanneer?

Page 27: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

Strandwacht Paraplu IJssalon Voor de oorlogIJscoman Schep Op het strand Morgen

Als de leerlingen de punten hebben uitgekozen gaan zij daar een verhaal overschrijven. Nadat het verhaal is geschreven kunnen ze eventueel als uitbreidingvan de opdracht het gaan naspelen in een groepje.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen formuleren hun gedachten over: woordkeuze, zinsopbouw,

alinea’s. Tijdens het schrijven van de tekst passen ze deze dingen toe;- Een aantal leerlingen uit de klas presenteren hun tekst voor de klas. Dit kan

gewoon door hun tekst te presenteren, maar het kan ookals toneelstukje gedaan worden;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.

Groep 7/8Wat doet de leraarBij de instructie aangeven:- Dat de leerlingen de tegenwoordige tijd en verledentijd niet door elkaar moeten gebruiken;- De spelling- en interpunctieregels herhalen;- Hoofdletters gebruiken (vooraan de zin, namen, plaatsnamen, rivieren etc.);- De functies van de taal bespreken (zie aandachtspunten leraar).

Algemeen:- De leraar geeft de leerlingen veel gelegenheid tot schrijven. Naast georganiseerdeschrijfopdrachten, krijgen de leerlingen ook de ruimte voor vrij schrijven (in spontane of weiniggestuurde situaties). Leerlingen kunnen bijvoorbeeld e-mails of brieven gaan schrijven;- De leraar creëert betekenisvolle schrijfaanleidingen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat deleerlingen allerlei soorten teksten schrijven (zie uitwerking opdrachten);- De leraar zorgt voor afwisseling in werkvormen: individueel schrijven, in tweetallen schrijven of ingroepjes schrijven;- De leraar geeft instructie in verschillende schrijfstrategieën;- De leraar laat de leerlingen modelteksten zien. Hierdoor zien de leerlingen hoe verschillendesoorten teksten eruit zien en wat de verschillen tussen deze teksten zijn qua structuur en opbouw;- De leraar maakt de leerlingen bewust van de kenmerken en functies van verschillende soortenteksten;- De leraar zorgt ervoor dat de leerlingen weten wat een schrijfmaatje inhoud. Wat moeten zijsamen bespreken en waarom gaan de leerlingen samenwerken met een schrijfmaatje;- De leraar schept ruimte voor tekstbesprekingen ( kladversie, tussendoor of aan het eind);- De leraar stimuleert dat leerlingen een reflectieve houding ontwikkelen ten aanzien van hun eigenteksten. De leraar maakt de leerlingen duidelijk dat je, jezelf bepaalde vragen kunt stellen die jehelpen kritisch naar je eigen tekst te kijken.

Aandachtspunten leraarAlgemeen:De functies van taal zijn op veel manieren onderscheiden en beschreven. Een veel gebruiktonderscheid is de driedeling in:- de communicatieve functie van taal: taal wordt gebruikt om te communiceren met anderen. Eentaalgebruiker wil iemand bijvoorbeeld informeren of amuseren;

Page 28: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

- de conceptualiserende functie van taal: taal wordt gebruikt om de werkelijkheid te ordenen. Via detaal die je gebruikt, verwijs je voortdurend naar betekenissen en concepten. Een taalgebruikerbenoemt de werkelijkheid om zich heen en beschrijft relaties. Hiermee krijgt hij grip op diewerkelijkheid;- de expressieve functie van taal: taal wordt gebruikt om uitdrukking te geven aan persoonlijkeemoties.

Thema ActiviteitBegin schooljaar Hoe loopt het af?

De leerlingen krijgen een beginstuk van een verhaal. Zij schrijven dit stuk netjesover en maken het verhaal af. Het verhaal moet minimaal een half A4’tje zijn(zonder het beginstuk).

Robin gaat vandaag naar een nieuwe school.Papa en mama zijn verhuisd naar een andere stad. Hij moet dus wel naar denieuwe klas met al die nieuwe kinderen.‘Heb je geen honger, Robin?’ vraagt mama. ‘Ik heb nog wel zo’n lekkereboterham met chocoladepasta voor je gemaakt.’Robin kijkt naar de boterham. Anders kan hij er wel vijf van op, maar nu vindt hijde boterham vies. ‘Mijn buik doet pijn, mama. Ik ben ziek.’Als Robin ziek is hoeft hij niet naar school. Mama voelt aan zijn voorhoofd. ‘Jehebt geen koorts. Ben je misschien een beetje bang voor de nieuwe school?’Mama kent Robin goed.

Aandachtpunten voor de opdracht:- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen gebruiken hun fantasie. Zij schrijven een expressieve tekst. De

leerlingen weten hoe zij een expressieve tekst moeten schrijven;- De leerlingen schrijven de tekst voor hun plezier of om anderen ervan te

kunnen laten genieten;- De leerlingen bespreken de tekst in groepjes en passen hun tekst eventueel

aan. Hierbij letten ze op spelling, interpunctie en zinsopbouw.Herfst Eerst schrijven dan spelen

De leerlingen schrijven een verhaal over de herfst na aanleiding vanverschillende steekwoorden. De leerlingen maken eerst een soort tabel enkiezen daaruit de leukste punten, waar zij een verhaal over willen schrijven(ongeveer 5 punten bij elk kopje).Bijvoorbeeld:

Rollen Voorwerpen Waar gebeurt het? Wanneer?Tuinman Bladblazer In de woonkamer GisterenBoswachter Sjaal Op het schoolplein In 1960

Als de leerlingen de punten hebben uitgekozen gaan zij daar een verhaal overschrijven. Nadat het verhaal is geschreven kunnen ze eventueel als uitbreidingvan de opdracht het gaan naspelen in een groepje.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen besteden veel aandacht aan de voorbereiding van de tekst. Als

de leerlingen klaar zijn met het schrijven van hun klad versie gaan ze dit metde leerkracht en eventueel mede- leerlingen bespreken. Aan de hand daarvan

Page 29: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

passen ze hun tekst aan. De inhoud van de tekst staat centraal. Ook wordt ergelet op spelling, interpunctie etc.;

- Als de leerlingen klaar zijn, laten ze de tekst aan de leerkracht zien. Deleerkracht leest ze door en bespreekt een aantal “opvallende” teksten met deleerling die dat verhaal geschreven heeft;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.

Kerst Wat is het?Tijdens het verhaal beschrijven de leerlingen iets dat typerend is voor de kerst.Denk hierbij aan sneeuw of aan een kerstboom. De leerlingen beschrijven hetvoorwerp zo, dat andere leerlingen moeten raden wat het is. De beschrijvingmoet minimaal ¾ A4’tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen schrijven een tekst om mensen te informeren over het

voorwerp (communicatieve tekst schrijven);- De leerlingen passen tijdens het schrijven van een tekst hun geleerde stof toe.

Dit gaat over de woordkeuze, zinsopbouw, alinea gebruik etc.;- De leerlingen bespreken hun geschreven kladversie binnen een groepje. De

bespreken gaat dan over de inhoud, de kenmerken van de tekst, hettaalgebruik, doel- en publiekgerichtheid en het schrijfproces;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe.Winter Gedicht

De leerlingen schrijven een gedicht over de winter. Zij mogen zelf bepalen wathun onderwerp wordt voor hun gedicht. Het gedicht moet 16 tot 20 regels langzijn. De leerlingen krijgen een schrijfmaatje, zodat zij iemand hebben om mee tereflecteren.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen weten hoe zij een expressief gedicht moeten maken;- De leerlingen weten hoe zij moeten rijmen;- De leerlingen verzinnen zelf een titel;- De leerlingen hebben een schrijfmaatje waarmee zij hun tekst tussendoor

kunnen bespreken. Met behulp van de anderen stellen ze hun tekst bij;- De leerlingen leveren hun tekst in wanneer zij klaar zijn. De leerkracht kijkt het

gedicht na en bespreekt vervolgens het gedicht met die leerling. Dit wordt bijde hele klas gedaan. Let daarbij op spelling, interpunctie, zinsopbouw en rijm.

Carnaval Als, als, als….De leerlingen maken een ketting verhaal over Carnaval. Elke zin van het verhaalstart met het woord “als”.Het verhaal moet minimaal 25 regels lang zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen verwijzen hierdoor voortdurend naar betekenissen

en concepten. Hiermee krijgt men grip op de werkelijkheid (<conceptualiserende functie) ;

- De leerlingen maken een woordweb met daaromheen de woorden die zij inhun verhaal terug willen laten komen;

- De leerlingen verzinnen zelf een titel;- Nadat de kinderen het verhaal in het klad hebben gemaakt, bespreken zij dit in

tweetallen. Hierbij letten ze op spelling, interpunctie en zinsopbouw;

Page 30: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

- De leerlingen formuleren hun: woordkeuze, zinsbouw en verdelen de tekst inalinea’s;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen gaan tot slot in hetzelfde tweetal de tekst reflecteren.

Lente Dit was het nieuwsDe leerlingen maken een nieuwsbericht over een gebeurtenis die met de lentete maken heeft. Deze gebeurtenis is in werkelijkheid gebeurd. De leerlingenschrijven hiervoor een beginstuk, middenstuk en slot. Hierdoor wordt het eenconceptualiserende tekst.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen verzinnen zelf een titel voor de tekst;- De tekst moet waargebeurd zijn (eigen ervaring of uit de krant);- De leerlingen bespreken hun nieuws in hun eigen tafelgroepje. Op basis van

deze besprekingen stellen ze de tekst bij qua inhoud en qua vorm;- De leerlingen formuleren hun: woordkeuze, zinsbouw en verdelen de tekst in

alinea’s.

Mijn fantasiedierDe leerlingen bedenken een fantasiedier. In zijn geheel is het één dier, metkenmerken van verschillende soorten dieren (bijv. een koe + konijn + hagedis).De leerlingen schrijven in het verhaal: waar het dier leeft, hoe het heet, hoe heteruit, waar leeft het van en wat kan het dier allemaal. Naast dat de leerlingeneen verhaal schrijven, wordt er ook een tekening gemaakt van hun fantasiedier.Het verhaal moet minimaal 1 ½ A4’tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen schrijven een informatief verhaal. Het is de bedoeling dat als eenander het verhaal leest, dat hij/zij weet hoe het dier eruit ziet/ leeft etc.;- De leerlingen denken van te voren na (planfase) over het doel, het publiek ende functie van de tekst. Ze gaan na welke tekstkenmerken er horen bij eeninformatieve tekst;- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen presenteren hun fantasiedier aan klasgenoten (groepjes van 4,leerkracht loopt rond). De leerlingen kunnen zichzelf vragen stellen als: is detekst geschikt voor mijn lezerspubliek, sluit het aan bij mijn tekstdoel en kloptde interpunctie/spelling in het verhaal.

Zomervakantie Een verhaal bij een plaatjeDe leerlingen krijgen een drietal plaatjes waarvan zij er één kiezen, waar ze eenverhaal over willen schrijven. Het verhaal moet minimaal 1 A4’tje zijn.

Aandachtspunten voor de opdracht:- De leerlingen verzinnen zelf een titel;

Page 31: Activiteiten rondom kerndoel 5 - Portfolioiselingepp.weebly.com/uploads/2/7/7/1/27717303/uitwerken_stelopdachten.pdfRita mag even op een stoel zitten, zodat mama het bed voor het raam

- De leerlingen oriënteren zich op het schrijfonderwerp. De leerkracht bespreektvoordat de opdracht begint, wat een schrijfonderwerp is en welkeaandachtspunten daarbij horen;

- De leerlingen passen de geleerde spelling- en interpunctieregels toe;- De leerlingen bespreken klassikaal de tekst. De schrijver van het verhaal neemt

plaats op “de schrijversstoel” (voor in de klas) om de vragen, die vanuit de klaskomen over zijn tekst, te beantwoorden.