Action type jeroen divendaal

4
Actiontype: de schakel tussen lichaam en geest. Door Jeroen Divendal 2009 Het opleiden van een atleet in de schermsport of iedere andere sportdiscipline is een complexe en langdurige zaak. Vele trainers en schermleraren hebben in hun daarin het verband tussen balans tussen fysieke aspecten en mentale kwaliteiten onderstreept. Sommige hanteerden daarbij aanpassingen aan de eigenschappen van iemands persoonlijkheid of karakter. In de jaren dat ik in de schermsport actief ben als atleet en ook als trainer heb ik diverse malen begrippen als “de geconstrueerde atleet” of de “fantasievolle atleet” voorbij horen komen. Ervaren schermmeesters hebben op grond van deze speciale kenmerken, differentiaties toegepast in de begeleiding van hun leerlingen die op zeer persoonlijke wijze op de loper hun spel ten toon spreidde. Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot die leraren die op eigenzinnige wijze hun leerlingen lieten groeien. Waarbij rekening werd gehouden met de intrapersoonlijke eigenschappen van een leerling. In de 10 jaren dat ik zelf schermles geef heb ik in eerste instantie de schermmethode altijd centraal willen stellen en de didactiek hooguit willen aanpassen aan de Nederlandse cultuur. De laatste 3 jaar heb ik met interesse het fenomeen actiontype als ingrediënt in de lessen geprobeerd te integreren. Via o.a. zelfstudie van het in 2005 verschenen boek „Totaalcoachen‟ geschreven door Peter Murphy (Ned.) en Jan Huijbers (Ned.). In het afgelopen jaar heb ik middels een cursus bij Jan Huijbers voor alle 16 types een profiel voor training en wedstrijdritueel voorbereid, waarmee de staat van opperste concentratie en dus de beste prestatie mogelijk moet worden. Actiontype is een persoonlijkheidstypologie voor atleten en trainers die duidelijkheid biedt over hun voorkeursstijlen in o.a.: motoriek, leerstijl, concentratie en levenstijl. Het is naar mijn idee dé verbinding tussen lichaam en geest. In het kort is de ontstaansgeschiedenis als volgt: (uit „Totaalcoachen‟ 2005) Al in het begin van de vorige eeuw hield de Zwitserse psychoanalyticus Carl Gustav Jung zich met de mentale functies bezig. Dit heeft uiteindelijk geleid tot zijn theorie van psychologische Types. Deze diepzinnige en complexe theorie werd decennia later toegankelijker gemaakt en ontdaan van enkele tegenstrijdigheden door de Amerikaanse Isabel Briggs Myers en haar moeder Katharine Briggs. Zij ontwikkelden de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI...), die in 1962 werd gepubliceerd. Daarin hadden zij de vierde schaal, controlerend versus afwachtend, toegevoegd. Van Jung namen zij de gewoonte over om psychologische attitudes en functies met letters aan te duiden: E en I, S en N, T en F, en J en P. Wat zij toen niet wisten, was dat deze vierde schaal linker- en rechterhersenhelftfuncties laat zien. Dit inzicht zou pas veel later rijpen uit de ontelbare neurologische onderzoeken die de afgelopen decennia zijn verricht met behulp van PET-scans (Positron Emissie Tomografie), MRI-scans (Magnetic Resonance 'maging) en TMS (Transcranial Magnetic Stimulator), waarbij met name professor Richard Haier van de universiteit van Californië en professor Karl Pribram van Stanford University, genoemd moeten worden. David Keirsey ontmoette Isabel Briggs Myers in 1956, toen zij midden in de ontwikkeling van de MBTI zat. Hij ontdekte dat de zestien Types die zij onderscheidde in vier hoofdgroepen konden worden ondergebracht en noemde deze groepen 'temperamenten'. Hij publiceerde zijn bevindingen in 1978 in Please Understand Me. Zijn redacteur Stephen Montgomery, zelf een bekend auteur op dit gebied, zou hem daarna nog twintig jaar achter zijn broek zitten om dit werk te voltooien, waarop Keirsey in 1998 ten slotte zijn magistrale werk het licht deed zien: Please Understand Me ", een sterk verbeterde versie van zijn eerste boek. Zo werd feitelijk ook de wetenschappelijke basis gelegd onder de oude temperamentenleer, want de vier temperamenten waar David Keirsey op stuitte, vallen globaal samen met de sanguinicus (SP), melancholicus (SJ), flegmaticus (NT) en cholericus (NF) die sedert Hippocrates al 2500 jaar onderscheiden worden. U begrijpt dat dit belangrijk was voor psychologen, want het nature-nurture-debat dat de psychologie zo lang in zijn onvruchtbare greep heeft gehouden, ging eindelijk een nieuw tijdperk in. leder mens is uniek, zeker, maar nature geeft aan groepen van mensen het onveranderlijke temperament waarin zij overeenkomen en nurture versterkt de aangeboren individuele verschillen die ieder mens nog unieker maken. Een groeiend aantal specialisten ging wereldwijd aan de slag. leder van hen bracht zijn eigen invalshoek mee. Zo werden de temperamenten en Types onder andere verbonden aan leerstijlen, communicatiestijlen, interactiestijlen, taalgebruik, veranderingsbereidheid, stresshantering en conflicthantering. Zo ook borduurden vanaf 1992 de Action Type-pioniers Bertrand Théraulaz (Zwitserland), Ralph Hippolyte (Frankrijk) en later Peter Murphy (Nederland) voort op de ideeën van Carl Jung, Walter Lowen, Raymond Sohier, David Keirsey,

description

Lesgeven volgens het 'Action Type' principe

Transcript of Action type jeroen divendaal

Page 1: Action type jeroen divendaal

Actiontype: de schakel tussen lichaam en geest.

Door Jeroen Divendal 2009

Het opleiden van een atleet in de schermsport of iedere andere sportdiscipline

is een complexe en langdurige zaak. Vele trainers en schermleraren hebben in

hun daarin het verband tussen balans tussen fysieke aspecten en mentale

kwaliteiten onderstreept. Sommige hanteerden daarbij aanpassingen aan de

eigenschappen van iemands persoonlijkheid of karakter. In de jaren dat ik in de

schermsport actief ben als atleet en ook als trainer heb ik diverse malen

begrippen als “de geconstrueerde atleet” of de “fantasievolle atleet” voorbij horen komen. Ervaren

schermmeesters hebben op grond van deze speciale kenmerken, differentiaties toegepast in de begeleiding

van hun leerlingen die op zeer persoonlijke wijze op de loper hun spel ten toon spreidde.

Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot die leraren die op eigenzinnige wijze hun leerlingen lieten

groeien. Waarbij rekening werd gehouden met de intrapersoonlijke eigenschappen van een leerling. In de 10

jaren dat ik zelf schermles geef heb ik in eerste instantie de schermmethode altijd centraal willen stellen en

de didactiek hooguit willen aanpassen aan de Nederlandse cultuur. De laatste 3 jaar heb ik met interesse het

fenomeen actiontype als ingrediënt in de lessen geprobeerd te integreren. Via o.a. zelfstudie van het in 2005

verschenen boek „Totaalcoachen‟ geschreven door Peter Murphy (Ned.) en Jan Huijbers (Ned.). In het

afgelopen jaar heb ik middels een cursus bij Jan Huijbers voor alle 16 types een profiel voor training en

wedstrijdritueel voorbereid, waarmee de staat van opperste concentratie en dus de beste prestatie mogelijk

moet worden.

Actiontype is een persoonlijkheidstypologie voor atleten en trainers die duidelijkheid biedt over hun

voorkeursstijlen in o.a.: motoriek, leerstijl, concentratie en levenstijl. Het is naar mijn idee dé verbinding

tussen lichaam en geest. In het kort is de ontstaansgeschiedenis als volgt:

(uit „Totaalcoachen‟ 2005) Al in het begin van de vorige eeuw hield de Zwitserse psychoanalyticus Carl Gustav

Jung zich met de mentale functies bezig. Dit heeft uiteindelijk geleid tot zijn theorie van psychologische Types. Deze diepzinnige en complexe theorie werd decennia later toegankelijker gemaakt en ontdaan van enkele tegenstrijdigheden door de Amerikaanse Isabel Briggs Myers en haar moeder Katharine Briggs. Zij ontwikkelden de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI...), die in 1962 werd gepubliceerd. Daarin hadden zij de vierde schaal, controlerend versus afwachtend, toegevoegd. Van Jung namen zij de gewoonte over om psychologische attitudes en functies met letters aan te duiden: E en I, S en N, T en F, en J en P. Wat zij toen niet wisten, was dat deze vierde schaal linker- en rechterhersenhelftfuncties laat zien. Dit inzicht zou pas veel later rijpen uit de ontelbare neurologische onderzoeken die de afgelopen decennia zijn verricht met behulp van PET-scans (Positron Emissie Tomografie), MRI-scans (Magnetic Resonance 'maging) en TMS (Transcranial Magnetic Stimulator), waarbij met name professor Richard Haier van de universiteit van Californië en professor Karl Pribram van Stanford University, genoemd moeten worden. David Keirsey ontmoette Isabel Briggs Myers in 1956, toen zij midden in de ontwikkeling van de MBTI zat. Hij ontdekte dat de zestien Types die zij onderscheidde in vier hoofdgroepen konden worden ondergebracht en noemde deze groepen 'temperamenten'. Hij publiceerde zijn bevindingen in 1978 in Please Understand Me. Zijn redacteur Stephen Montgomery, zelf een bekend auteur op dit gebied, zou hem daarna nog twintig jaar achter zijn broek zitten om dit werk te voltooien, waarop Keirsey in 1998 ten slotte zijn magistrale werk het licht deed zien: Please Understand Me ", een sterk verbeterde versie van zijn eerste boek. Zo werd feitelijk ook de wetenschappelijke basis gelegd onder de oude temperamentenleer, want de vier temperamenten waar David Keirsey op stuitte, vallen globaal samen met de sanguinicus (SP), melancholicus (SJ), flegmaticus (NT) en cholericus (NF) die sedert Hippocrates al 2500 jaar onderscheiden worden. U begrijpt dat dit belangrijk was voor psychologen, want het nature-nurture-debat dat de psychologie zo lang in zijn onvruchtbare greep heeft gehouden, ging eindelijk een nieuw tijdperk in. leder mens is uniek, zeker, maar nature geeft aan groepen van mensen het onveranderlijke temperament waarin zij overeenkomen en nurture versterkt de aangeboren individuele verschillen die ieder mens nog unieker maken. Een groeiend aantal specialisten ging wereldwijd aan de slag. leder van hen bracht zijn eigen invalshoek mee. Zo werden de temperamenten en Types onder andere verbonden aan leerstijlen, communicatiestijlen, interactiestijlen, taalgebruik, veranderingsbereidheid, stresshantering en conflicthantering. Zo ook borduurden vanaf 1992 de Action Type-pioniers Bertrand Théraulaz (Zwitserland), Ralph Hippolyte (Frankrijk) en later Peter Murphy (Nederland) voort op de ideeën van Carl Jung, Walter Lowen, Raymond Sohier, David Keirsey,

Page 2: Action type jeroen divendaal

Katharine Briggs en Isabel Briggs Myers de grote namen in de wereld van Action Type. Zij ontdekten het verband met de motorische stijlen van sporters. Een andere naam die genoemd moet worden, is die van Jon Niednagel. Ook hij gebruikt ActionType voor topsporters, maar hij noemt zijn systeem Braintyping. En in 2005 voegde sportpsycholoog Jan Huijbers zijn psychologie van aandacht en concentratie toe aan Action Type.

Net als bij MBTI is ieder actiontype opgebouwd uit 4 parameters:

1 Waaruit haalt iemand zijn energie?

Extraversion (E) Geeft er de voorkeur aan energie te halen uit de buitenwereld van activiteit, mensen en

dingen. Actief. Energie verbruikend. Veel kennissen. Gemakkelijk converserend. Geïntrigeerd door

omgeving. Redeneert hardop. Harde stem.

Introversion (I) Geeft er de voorkeur aan energie te halen uit de innerlijke wereld van gedachten, gevoelens

en ideeën. Bespiegelend. Energie sparen. Afwachtend. Meer bezig met zichzelf. Heeft tijd nodig om zich te

uitten. Zachte stem.

2 Hoe neemt iemand informatie op?

Sensing (S) Zintuiglijkheid. Geeft er de voorkeur aan zich te concentreren op informatie verworven via de

vijf zintuigen en op praktische toepassingen. Aandacht voor feiten en details. Gericht op het hier en nu.

Nuchter.

Intuition (N) Geeft er de voorkeur aan zich te concentreren op patronen, verbanden en mogelijke

betekenissen van de feiten (zesde zintuig). Gericht op het globale plaatje. Gericht op toekomstige

gebeurtenissen. Visionair.

3 Hoe neemt iemand beslissingen?

Thinking (T) Geeft er de voorkeur aan beslissingen te baseren op logica. Maken objectieve analyse van

oorzaak en gevolg. Onpersoonlijk. Gerechtigheid. Bevelend. Stevige managers.

Feeling (F) Geeft er de voorkeur aan beslissingen te baseren op een waarderingsproces. Houd daarbij

rekening met wat er belangrijk is voor mensen. Interpersoonlijk. Genadig. Overtuigend. Sympathieke

managers.

4 Welke levensstijl neemt iemand aan?

Judging (J) Houdt van een geplande, georganiseerde levenshouding. Geeft er de voorkeur aan dat alles

beslist is. Afhandeling van een probleem dient oplossingsgericht te zijn. Stap voor stap. Weloverwogen.

Perceiving (P) Houdt van een flexibele, spontane aanpak. Geeft er de voorkeur aan alle opties open te

houden. Houden rekening met onvoorziene omstandigheden en overwegen daardoor een variëteit aan

aanpakmethoden. Spelgeörienteerd. Geniet van het proces. Spontaan.

*Let op: Om op betrouwbare wijze iemands type vast te stellen moet een uitgebreide test gedaan worden. Er

zijn ook MBTI tests te vinden op internet.

Zo zijn er dus 16 types (4x4) onderverdeeld in de 4 temperamenten.

Het temperament van de Sanguine types of Vaklui (SP):

ESTP ‟de promotor‟, ISTP ‟de vakman‟, ESFP ‟de artiest‟, ISFP ‟de componist‟

Het temperament van de Flegmatische types of Rationalisten (NT):

INTP ‟de architect‟, ENTP ‟de uitvinder‟, INTJ ‟de mastermind‟, ENTJ ‟de veldheer‟

Het temperament van de Cholerische types of Idealisten (NF):

INFP ‟de heler‟, ENFP ‟de inspirator‟, INFJ ‟de raadgever‟, ENFJ ‟de leraar‟

Page 3: Action type jeroen divendaal

Het temperament van de Melancholische types of Wachters (SJ):

ESTJ ‟de supervisor‟, ISTJ ‟de plichtvervuller‟, ESFJ ‟de verzorger‟, ISFJ ‟de loyalist‟

De ontwikkelaars van Actiontype gaan er vanuit dat de natuurlijke voorkeuren van een atleet

doorslaggevend zijn bij het presteren op hoog niveau. Iemand wint omdat hij zijn sterke kanten benut en niet

als hij zijn zwakke kanten veel aandacht geeft. Een succesvolle atleet heeft zijn sterke kanten ontwikkeld en

weet deze onder druk te laten excelleren. Ervaren trainers weten dat. Zij hebben vaak een leven aan

mensenkennis nodig om dit om te zetten in concrete oefenstof. Soms komen opleiders er niet uit omdat ze in

tradities vast zitten die innovaties in de weg staan. Vaak is de mentale kant van de begeleiding een probleem

waardoor communicatie in de training en tijdens de wedstrijden stroef loopt. De kennis van het actiontype

die wereldwijd is ontwikkeld in de afgelopen tijd door diverse onderzoekers en wetenschappers van allerlei

disciplines geeft trainers de mogelijkheid dit te verbeteren. Een trainer moet ertoe bereidt zijn zichzelf en

zijn heilige huisjes kritisch te belichten. Er moet bereidheid zijn voor verandering.

Actiontype integreert mentale en fysieke aspecten van training. Het gaat dus verder dan mentale

begeleiding. Door te weten wat iemands intrapersoonlijke voorkeuren zijn kan een trainer weten hoe hij/zij

bijvoorbeeld met deze leerling het beste communiceert maar tegelijkertijd welke motorische eisen hij kan

stellen. Verder welke aandachtsstijl iemand heeft in het dagelijks leven en hoe dit verandert onder druk van

de wedstrijd. Het geeft tegelijkertijd inzicht in de voorkeuren van de trainer zelf en maakt diverse

communicatieproblemen inzichtelijk.

Zo heeft iemand met een atleet met een praktische instelling en een voorkeur voor concreet taalgebruik

(Sensing) in combinatie met een flexibele levenstijl waarbij tijdsdruk niet snel ervaren wordt en dingen het

liefst op het laatste moment afrondt (Perceiving), een uitgesproken behoefte om hun sportbeoefening fris te

houden en hebben een hekel aan routines. Degenen die daarbij hun beslissingen vooral op objectieve feiten

baseren en nogal kritisch kunnen zijn. (Thinking), hebben een uitgesproken vaardigheid de onderarm in de

ruimte te plaatsen en hebben een goede oog-hand-coördinatie (STP motoriek). Degenen die daarentegen in

hun beslissingen meer rekening houden met het effect van hun beslissing op de mensen die het betreft

(Feeling), heeft een voorkeur om met het hele lichaam (Grove motoriek) bewegingen uit te voeren en op

ritmische wijze (SFP motoriek).

De keuze wat een trainer daarmee doet is aan een ieder voor zich. Van nature kan van een SFP sporter

echter niet dezelfde nauwkeurigheid verwacht worden in de handtechniek als van de STP-er. De SFP-er zal

meer kiezen voor het repertoire aan afstandsacties, rompschijnbewegingen en ritmewisselingen. De

wapenacties zullen simpel blijven.

De functies S (Sensing) e N (intuïtief) zijn bijzonder belangrijk voor de verbale communicatie en voor de

motoriek. De S-functie stuurt aan tot bepalen of iets bestaat en wat je er concreet aan hebt. Deze behoefte is

voor iedereen handig maar als voorkeur neigt het tot een direct taalgebruik dat dingen benoemd zoals ze zijn

en duidelijk uitlegt wat je er aan hebt. De N-functie is een waarnemingsvorm die interpreterend omgaat met

de dingen die de zintuigen waarnemen. Intuïtieve waarnemingen leggen verbanden met ideeën, ontwerpen

en het grotere geheel waar de details uit zijn voortgekomen. Intuïtieve mensen hebben behoefte aan een

eigen invulling van de opdracht en vinden metaforisch taalgebruik aantrekkelijk. Opvallenderwijs legt de

morfologie van mensen deze functies bloot. Je kunt dus zien aan mensen of ze een S of een N voorkeur

hebben. Bertrand Théraulaz (Zwitserland), Ralph Hippolyte (Frankrijk) hebben dit aangetoond toen ze

gegevens naast elkaar begonnen te leggen. Het blijkt namelijk dat mensen met een voorkeur voor Sensing

het lichaamszwaartepunt ligt naar voren hebben liggen waardoor het bekken ietsjes achterwaarts kantelt.

Door een andere spiergroei zie je dan tevens een abrupte afwikkeling van de voet. Hierdoor ontstaat een

armslag in 2 tempo‟s. N-motoriek kenmerkt zich door een armslag in 3 tempo‟s omdat bij deze de

voetafwikkeling langs de buitenkant plaatsheeft waardoor een tussentempo ontstaat en een wat sierlijkere

loop. Vooral NFP-ers hebben deze kenmerken van de stilist. N-motoriek manifesteert zich ook doordat men

met de heupen naar voren staat.

De functies J (Judging) en P (Perceiving) zijn in de sport bijzonder belangrijk. Een Judger heeft

controlebehoefte in het leven en zal bij voorkeur op geplande wijze te werk gaan in het leven in algemeen

Page 4: Action type jeroen divendaal

maar ook in de training en de dag van de wedstrijd. Hij houdt zich doorgaand bezig met het tijdpad van de

dingen die moeten gebeuren. Hoe laat gaan we...? Een Perceiver houdt zich minder bezig met tijden, heeft

een flexibele levenstijl en houdt de opties om iets te doen liever open. Je kan niet weten wat er op het laatst

nog gebeurd? Het is meer een aanpasser aan de situatie die goed is in improvisatie. Deze functies kunnen

behoorlijk botsen op de werkvloer, relaties en dus ook tussen trainer en leerling. Fysiek is er ook het een en

ander waarneembaar. Over het algemeen bewegen P-sporters vloeiender dan de J sporters omdat ze een

dominante rechterhersenhelft hebben. J sporters hebben extreme behoefte aan rituele herhaling van

handelingen en kunnen slecht tegen tijdsdruk. Dit zou consequenties moeten hebben voor de aanpak tijdens

de wedstrijddag en de communicatie van de trainer naar leerling.

De functies E (extravert) en I (introvert) zijn de oplaadfuncties van mensen. Waar krijgt iemand energie

van? Van mensen en dingen om zich heen of van het opgaan in ideeën en fantasie van de interne wereld.

Fysiek zijn deze functies moeilijk waarneembaar totdat iemand begint te praten. Een vrij duidelijke

aanwijzing voor extraversie is de harde stem die iemand van nature bezigt en andersom een zachte stem bij

introverten. Extraversie en introversie bepalen, samen met de levensstijlfuncties (Judging en Perceiving)

welke aandachtstijl iemand heeft in het dagelijks leven en welke concentratiestijl de sporter zou moeten

trainen. Een extraverte Perceiver (EP) heeft bijvoorbeeld een zogenaamde breed-externe aandachtstijl en is

gewoonlijk dagelijks bezig met het scannen van de omgeving. Een extraverte Judger (EJ) heeft een smal-

externe aandachtstijl en is meer detailgericht in de dagelijkse waarneming. Een smal-interne (IJ)

aandachtstijl veroorzaakt een veelvuldig uitwerken van detailgerichte gedachten. Een breed-interne (IP)

aandachtstijl leidt meer tot een filosofische manier van wegdromen. Tijdens de wedstrijd zouden externe en

interne processen (waarnemen, denken, voelen) zich flexibel moeten afwisselen al naar gelang de situatie op

een bepaald moment. Op die wijze kan een atleet alle functies die hij moet etaleren op effectieve wijze

uitvoeren en zodoende de beste prestatie leveren. De mate van opwinding (arousal) bij een atleet die onder

druk staat leidt doorgaans tot het vasthouden aan de dagelijkse aandachtstijl die vervolgens in breedte

versmald. Dit leidt ertoe dat delen van het waarnemingsproces tijdens de wedstrijd worden verwaarloosd.

Dit leidt er vervolgens toe dat een atleet een black-out krijgt met de onvermijdelijke teleurstelling. Om dit

verstikkende probleem aan te pakken zou een atleet zijn concentratiestijl moeten trainen, welke opspeelt op

die momenten dat het spannend wordt. Een ENFP-er (breed externe aandachtstijl) bijvoorbeeld, zou als dus

een IJ concentratiestijl moeten trainen welke gekenmerkt wordt door accent te leggen op de smal interne

processen binnen het gevecht zoals analyse en schakelen in de strategie. Fysiek betekent smal intern(IJ) dat

er aandacht ligt bij de afronding van de handelingen en de interne aandacht daarbij richt zich op het voelen

van vingers die aanknijpen om de greep op het moment van raken en de voetzool bij het voorbereiden.

De dominante mentale functies die mensen als voorkeur hebben is al als kind (na 8e levensjaar) vastgelegd.

Dit betekent dat in de opleiding van jeugd al aandacht voor de speciale eigenschappen van leerlingen

mogelijk is. De nurture factor of culturele factor speelt ook een belangrijke rol. Hoe zijn de ouders in hun

opvoeding? Wat voor vriendenkring omringt hem of haar? Uiteindelijk zal een schermtrainer deze

elementen in zijn aanpak moeten kunnen rangschikken. De natuurlijke voorkeuren van een sporter zullen

uiteindelijk op de momenten dat het er echt om gaat van het grootste belang zijn. Trainers, sportbonden en

andere betrokkenen zoals beleidsmakers van talentontwikkeling in de sport zullen met deze kennis achter de

hand keuzes moeten maken in hoeverre ze Actiontype willen betrekken bij de scholing van jeugd. In

hoeverre dus men bereid is de atleet als uitgangspunt te nemen en niet de lesmethode of het lesprogramma.

Actiontype biedt denk ik de makkelijkste toegang naar een versnelde opleiding in sport door effectieve

differentiatie in een vroeg stadium.

Ter afsluiting wilde ik duidelijk stellen dat de kennis van het actiontype zo breed is dat het onmogelijk is

daar in dit stuk voldoende op in te gaan. Mijn bedoeling met mijn schrijven is slechts geweest het potentieel

van deze persoonlijkheidstypologie aan te tonen. Het is aan een ieder om er mee te doen wat ze willen.