Action type jeroen divendaal
-
Upload
schermakademie-nasknas -
Category
Documents
-
view
218 -
download
4
description
Transcript of Action type jeroen divendaal
Actiontype: de schakel tussen lichaam en geest.
Door Jeroen Divendal 2009
Het opleiden van een atleet in de schermsport of iedere andere sportdiscipline
is een complexe en langdurige zaak. Vele trainers en schermleraren hebben in
hun daarin het verband tussen balans tussen fysieke aspecten en mentale
kwaliteiten onderstreept. Sommige hanteerden daarbij aanpassingen aan de
eigenschappen van iemands persoonlijkheid of karakter. In de jaren dat ik in de
schermsport actief ben als atleet en ook als trainer heb ik diverse malen
begrippen als “de geconstrueerde atleet” of de “fantasievolle atleet” voorbij horen komen. Ervaren
schermmeesters hebben op grond van deze speciale kenmerken, differentiaties toegepast in de begeleiding
van hun leerlingen die op zeer persoonlijke wijze op de loper hun spel ten toon spreidde.
Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot die leraren die op eigenzinnige wijze hun leerlingen lieten
groeien. Waarbij rekening werd gehouden met de intrapersoonlijke eigenschappen van een leerling. In de 10
jaren dat ik zelf schermles geef heb ik in eerste instantie de schermmethode altijd centraal willen stellen en
de didactiek hooguit willen aanpassen aan de Nederlandse cultuur. De laatste 3 jaar heb ik met interesse het
fenomeen actiontype als ingrediënt in de lessen geprobeerd te integreren. Via o.a. zelfstudie van het in 2005
verschenen boek „Totaalcoachen‟ geschreven door Peter Murphy (Ned.) en Jan Huijbers (Ned.). In het
afgelopen jaar heb ik middels een cursus bij Jan Huijbers voor alle 16 types een profiel voor training en
wedstrijdritueel voorbereid, waarmee de staat van opperste concentratie en dus de beste prestatie mogelijk
moet worden.
Actiontype is een persoonlijkheidstypologie voor atleten en trainers die duidelijkheid biedt over hun
voorkeursstijlen in o.a.: motoriek, leerstijl, concentratie en levenstijl. Het is naar mijn idee dé verbinding
tussen lichaam en geest. In het kort is de ontstaansgeschiedenis als volgt:
(uit „Totaalcoachen‟ 2005) Al in het begin van de vorige eeuw hield de Zwitserse psychoanalyticus Carl Gustav
Jung zich met de mentale functies bezig. Dit heeft uiteindelijk geleid tot zijn theorie van psychologische Types. Deze diepzinnige en complexe theorie werd decennia later toegankelijker gemaakt en ontdaan van enkele tegenstrijdigheden door de Amerikaanse Isabel Briggs Myers en haar moeder Katharine Briggs. Zij ontwikkelden de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI...), die in 1962 werd gepubliceerd. Daarin hadden zij de vierde schaal, controlerend versus afwachtend, toegevoegd. Van Jung namen zij de gewoonte over om psychologische attitudes en functies met letters aan te duiden: E en I, S en N, T en F, en J en P. Wat zij toen niet wisten, was dat deze vierde schaal linker- en rechterhersenhelftfuncties laat zien. Dit inzicht zou pas veel later rijpen uit de ontelbare neurologische onderzoeken die de afgelopen decennia zijn verricht met behulp van PET-scans (Positron Emissie Tomografie), MRI-scans (Magnetic Resonance 'maging) en TMS (Transcranial Magnetic Stimulator), waarbij met name professor Richard Haier van de universiteit van Californië en professor Karl Pribram van Stanford University, genoemd moeten worden. David Keirsey ontmoette Isabel Briggs Myers in 1956, toen zij midden in de ontwikkeling van de MBTI zat. Hij ontdekte dat de zestien Types die zij onderscheidde in vier hoofdgroepen konden worden ondergebracht en noemde deze groepen 'temperamenten'. Hij publiceerde zijn bevindingen in 1978 in Please Understand Me. Zijn redacteur Stephen Montgomery, zelf een bekend auteur op dit gebied, zou hem daarna nog twintig jaar achter zijn broek zitten om dit werk te voltooien, waarop Keirsey in 1998 ten slotte zijn magistrale werk het licht deed zien: Please Understand Me ", een sterk verbeterde versie van zijn eerste boek. Zo werd feitelijk ook de wetenschappelijke basis gelegd onder de oude temperamentenleer, want de vier temperamenten waar David Keirsey op stuitte, vallen globaal samen met de sanguinicus (SP), melancholicus (SJ), flegmaticus (NT) en cholericus (NF) die sedert Hippocrates al 2500 jaar onderscheiden worden. U begrijpt dat dit belangrijk was voor psychologen, want het nature-nurture-debat dat de psychologie zo lang in zijn onvruchtbare greep heeft gehouden, ging eindelijk een nieuw tijdperk in. leder mens is uniek, zeker, maar nature geeft aan groepen van mensen het onveranderlijke temperament waarin zij overeenkomen en nurture versterkt de aangeboren individuele verschillen die ieder mens nog unieker maken. Een groeiend aantal specialisten ging wereldwijd aan de slag. leder van hen bracht zijn eigen invalshoek mee. Zo werden de temperamenten en Types onder andere verbonden aan leerstijlen, communicatiestijlen, interactiestijlen, taalgebruik, veranderingsbereidheid, stresshantering en conflicthantering. Zo ook borduurden vanaf 1992 de Action Type-pioniers Bertrand Théraulaz (Zwitserland), Ralph Hippolyte (Frankrijk) en later Peter Murphy (Nederland) voort op de ideeën van Carl Jung, Walter Lowen, Raymond Sohier, David Keirsey,
Katharine Briggs en Isabel Briggs Myers de grote namen in de wereld van Action Type. Zij ontdekten het verband met de motorische stijlen van sporters. Een andere naam die genoemd moet worden, is die van Jon Niednagel. Ook hij gebruikt ActionType voor topsporters, maar hij noemt zijn systeem Braintyping. En in 2005 voegde sportpsycholoog Jan Huijbers zijn psychologie van aandacht en concentratie toe aan Action Type.
Net als bij MBTI is ieder actiontype opgebouwd uit 4 parameters:
1 Waaruit haalt iemand zijn energie?
Extraversion (E) Geeft er de voorkeur aan energie te halen uit de buitenwereld van activiteit, mensen en
dingen. Actief. Energie verbruikend. Veel kennissen. Gemakkelijk converserend. Geïntrigeerd door
omgeving. Redeneert hardop. Harde stem.
Introversion (I) Geeft er de voorkeur aan energie te halen uit de innerlijke wereld van gedachten, gevoelens
en ideeën. Bespiegelend. Energie sparen. Afwachtend. Meer bezig met zichzelf. Heeft tijd nodig om zich te
uitten. Zachte stem.
2 Hoe neemt iemand informatie op?
Sensing (S) Zintuiglijkheid. Geeft er de voorkeur aan zich te concentreren op informatie verworven via de
vijf zintuigen en op praktische toepassingen. Aandacht voor feiten en details. Gericht op het hier en nu.
Nuchter.
Intuition (N) Geeft er de voorkeur aan zich te concentreren op patronen, verbanden en mogelijke
betekenissen van de feiten (zesde zintuig). Gericht op het globale plaatje. Gericht op toekomstige
gebeurtenissen. Visionair.
3 Hoe neemt iemand beslissingen?
Thinking (T) Geeft er de voorkeur aan beslissingen te baseren op logica. Maken objectieve analyse van
oorzaak en gevolg. Onpersoonlijk. Gerechtigheid. Bevelend. Stevige managers.
Feeling (F) Geeft er de voorkeur aan beslissingen te baseren op een waarderingsproces. Houd daarbij
rekening met wat er belangrijk is voor mensen. Interpersoonlijk. Genadig. Overtuigend. Sympathieke
managers.
4 Welke levensstijl neemt iemand aan?
Judging (J) Houdt van een geplande, georganiseerde levenshouding. Geeft er de voorkeur aan dat alles
beslist is. Afhandeling van een probleem dient oplossingsgericht te zijn. Stap voor stap. Weloverwogen.
Perceiving (P) Houdt van een flexibele, spontane aanpak. Geeft er de voorkeur aan alle opties open te
houden. Houden rekening met onvoorziene omstandigheden en overwegen daardoor een variëteit aan
aanpakmethoden. Spelgeörienteerd. Geniet van het proces. Spontaan.
*Let op: Om op betrouwbare wijze iemands type vast te stellen moet een uitgebreide test gedaan worden. Er
zijn ook MBTI tests te vinden op internet.
Zo zijn er dus 16 types (4x4) onderverdeeld in de 4 temperamenten.
Het temperament van de Sanguine types of Vaklui (SP):
ESTP ‟de promotor‟, ISTP ‟de vakman‟, ESFP ‟de artiest‟, ISFP ‟de componist‟
Het temperament van de Flegmatische types of Rationalisten (NT):
INTP ‟de architect‟, ENTP ‟de uitvinder‟, INTJ ‟de mastermind‟, ENTJ ‟de veldheer‟
Het temperament van de Cholerische types of Idealisten (NF):
INFP ‟de heler‟, ENFP ‟de inspirator‟, INFJ ‟de raadgever‟, ENFJ ‟de leraar‟
Het temperament van de Melancholische types of Wachters (SJ):
ESTJ ‟de supervisor‟, ISTJ ‟de plichtvervuller‟, ESFJ ‟de verzorger‟, ISFJ ‟de loyalist‟
De ontwikkelaars van Actiontype gaan er vanuit dat de natuurlijke voorkeuren van een atleet
doorslaggevend zijn bij het presteren op hoog niveau. Iemand wint omdat hij zijn sterke kanten benut en niet
als hij zijn zwakke kanten veel aandacht geeft. Een succesvolle atleet heeft zijn sterke kanten ontwikkeld en
weet deze onder druk te laten excelleren. Ervaren trainers weten dat. Zij hebben vaak een leven aan
mensenkennis nodig om dit om te zetten in concrete oefenstof. Soms komen opleiders er niet uit omdat ze in
tradities vast zitten die innovaties in de weg staan. Vaak is de mentale kant van de begeleiding een probleem
waardoor communicatie in de training en tijdens de wedstrijden stroef loopt. De kennis van het actiontype
die wereldwijd is ontwikkeld in de afgelopen tijd door diverse onderzoekers en wetenschappers van allerlei
disciplines geeft trainers de mogelijkheid dit te verbeteren. Een trainer moet ertoe bereidt zijn zichzelf en
zijn heilige huisjes kritisch te belichten. Er moet bereidheid zijn voor verandering.
Actiontype integreert mentale en fysieke aspecten van training. Het gaat dus verder dan mentale
begeleiding. Door te weten wat iemands intrapersoonlijke voorkeuren zijn kan een trainer weten hoe hij/zij
bijvoorbeeld met deze leerling het beste communiceert maar tegelijkertijd welke motorische eisen hij kan
stellen. Verder welke aandachtsstijl iemand heeft in het dagelijks leven en hoe dit verandert onder druk van
de wedstrijd. Het geeft tegelijkertijd inzicht in de voorkeuren van de trainer zelf en maakt diverse
communicatieproblemen inzichtelijk.
Zo heeft iemand met een atleet met een praktische instelling en een voorkeur voor concreet taalgebruik
(Sensing) in combinatie met een flexibele levenstijl waarbij tijdsdruk niet snel ervaren wordt en dingen het
liefst op het laatste moment afrondt (Perceiving), een uitgesproken behoefte om hun sportbeoefening fris te
houden en hebben een hekel aan routines. Degenen die daarbij hun beslissingen vooral op objectieve feiten
baseren en nogal kritisch kunnen zijn. (Thinking), hebben een uitgesproken vaardigheid de onderarm in de
ruimte te plaatsen en hebben een goede oog-hand-coördinatie (STP motoriek). Degenen die daarentegen in
hun beslissingen meer rekening houden met het effect van hun beslissing op de mensen die het betreft
(Feeling), heeft een voorkeur om met het hele lichaam (Grove motoriek) bewegingen uit te voeren en op
ritmische wijze (SFP motoriek).
De keuze wat een trainer daarmee doet is aan een ieder voor zich. Van nature kan van een SFP sporter
echter niet dezelfde nauwkeurigheid verwacht worden in de handtechniek als van de STP-er. De SFP-er zal
meer kiezen voor het repertoire aan afstandsacties, rompschijnbewegingen en ritmewisselingen. De
wapenacties zullen simpel blijven.
De functies S (Sensing) e N (intuïtief) zijn bijzonder belangrijk voor de verbale communicatie en voor de
motoriek. De S-functie stuurt aan tot bepalen of iets bestaat en wat je er concreet aan hebt. Deze behoefte is
voor iedereen handig maar als voorkeur neigt het tot een direct taalgebruik dat dingen benoemd zoals ze zijn
en duidelijk uitlegt wat je er aan hebt. De N-functie is een waarnemingsvorm die interpreterend omgaat met
de dingen die de zintuigen waarnemen. Intuïtieve waarnemingen leggen verbanden met ideeën, ontwerpen
en het grotere geheel waar de details uit zijn voortgekomen. Intuïtieve mensen hebben behoefte aan een
eigen invulling van de opdracht en vinden metaforisch taalgebruik aantrekkelijk. Opvallenderwijs legt de
morfologie van mensen deze functies bloot. Je kunt dus zien aan mensen of ze een S of een N voorkeur
hebben. Bertrand Théraulaz (Zwitserland), Ralph Hippolyte (Frankrijk) hebben dit aangetoond toen ze
gegevens naast elkaar begonnen te leggen. Het blijkt namelijk dat mensen met een voorkeur voor Sensing
het lichaamszwaartepunt ligt naar voren hebben liggen waardoor het bekken ietsjes achterwaarts kantelt.
Door een andere spiergroei zie je dan tevens een abrupte afwikkeling van de voet. Hierdoor ontstaat een
armslag in 2 tempo‟s. N-motoriek kenmerkt zich door een armslag in 3 tempo‟s omdat bij deze de
voetafwikkeling langs de buitenkant plaatsheeft waardoor een tussentempo ontstaat en een wat sierlijkere
loop. Vooral NFP-ers hebben deze kenmerken van de stilist. N-motoriek manifesteert zich ook doordat men
met de heupen naar voren staat.
De functies J (Judging) en P (Perceiving) zijn in de sport bijzonder belangrijk. Een Judger heeft
controlebehoefte in het leven en zal bij voorkeur op geplande wijze te werk gaan in het leven in algemeen
maar ook in de training en de dag van de wedstrijd. Hij houdt zich doorgaand bezig met het tijdpad van de
dingen die moeten gebeuren. Hoe laat gaan we...? Een Perceiver houdt zich minder bezig met tijden, heeft
een flexibele levenstijl en houdt de opties om iets te doen liever open. Je kan niet weten wat er op het laatst
nog gebeurd? Het is meer een aanpasser aan de situatie die goed is in improvisatie. Deze functies kunnen
behoorlijk botsen op de werkvloer, relaties en dus ook tussen trainer en leerling. Fysiek is er ook het een en
ander waarneembaar. Over het algemeen bewegen P-sporters vloeiender dan de J sporters omdat ze een
dominante rechterhersenhelft hebben. J sporters hebben extreme behoefte aan rituele herhaling van
handelingen en kunnen slecht tegen tijdsdruk. Dit zou consequenties moeten hebben voor de aanpak tijdens
de wedstrijddag en de communicatie van de trainer naar leerling.
De functies E (extravert) en I (introvert) zijn de oplaadfuncties van mensen. Waar krijgt iemand energie
van? Van mensen en dingen om zich heen of van het opgaan in ideeën en fantasie van de interne wereld.
Fysiek zijn deze functies moeilijk waarneembaar totdat iemand begint te praten. Een vrij duidelijke
aanwijzing voor extraversie is de harde stem die iemand van nature bezigt en andersom een zachte stem bij
introverten. Extraversie en introversie bepalen, samen met de levensstijlfuncties (Judging en Perceiving)
welke aandachtstijl iemand heeft in het dagelijks leven en welke concentratiestijl de sporter zou moeten
trainen. Een extraverte Perceiver (EP) heeft bijvoorbeeld een zogenaamde breed-externe aandachtstijl en is
gewoonlijk dagelijks bezig met het scannen van de omgeving. Een extraverte Judger (EJ) heeft een smal-
externe aandachtstijl en is meer detailgericht in de dagelijkse waarneming. Een smal-interne (IJ)
aandachtstijl veroorzaakt een veelvuldig uitwerken van detailgerichte gedachten. Een breed-interne (IP)
aandachtstijl leidt meer tot een filosofische manier van wegdromen. Tijdens de wedstrijd zouden externe en
interne processen (waarnemen, denken, voelen) zich flexibel moeten afwisselen al naar gelang de situatie op
een bepaald moment. Op die wijze kan een atleet alle functies die hij moet etaleren op effectieve wijze
uitvoeren en zodoende de beste prestatie leveren. De mate van opwinding (arousal) bij een atleet die onder
druk staat leidt doorgaans tot het vasthouden aan de dagelijkse aandachtstijl die vervolgens in breedte
versmald. Dit leidt ertoe dat delen van het waarnemingsproces tijdens de wedstrijd worden verwaarloosd.
Dit leidt er vervolgens toe dat een atleet een black-out krijgt met de onvermijdelijke teleurstelling. Om dit
verstikkende probleem aan te pakken zou een atleet zijn concentratiestijl moeten trainen, welke opspeelt op
die momenten dat het spannend wordt. Een ENFP-er (breed externe aandachtstijl) bijvoorbeeld, zou als dus
een IJ concentratiestijl moeten trainen welke gekenmerkt wordt door accent te leggen op de smal interne
processen binnen het gevecht zoals analyse en schakelen in de strategie. Fysiek betekent smal intern(IJ) dat
er aandacht ligt bij de afronding van de handelingen en de interne aandacht daarbij richt zich op het voelen
van vingers die aanknijpen om de greep op het moment van raken en de voetzool bij het voorbereiden.
De dominante mentale functies die mensen als voorkeur hebben is al als kind (na 8e levensjaar) vastgelegd.
Dit betekent dat in de opleiding van jeugd al aandacht voor de speciale eigenschappen van leerlingen
mogelijk is. De nurture factor of culturele factor speelt ook een belangrijke rol. Hoe zijn de ouders in hun
opvoeding? Wat voor vriendenkring omringt hem of haar? Uiteindelijk zal een schermtrainer deze
elementen in zijn aanpak moeten kunnen rangschikken. De natuurlijke voorkeuren van een sporter zullen
uiteindelijk op de momenten dat het er echt om gaat van het grootste belang zijn. Trainers, sportbonden en
andere betrokkenen zoals beleidsmakers van talentontwikkeling in de sport zullen met deze kennis achter de
hand keuzes moeten maken in hoeverre ze Actiontype willen betrekken bij de scholing van jeugd. In
hoeverre dus men bereid is de atleet als uitgangspunt te nemen en niet de lesmethode of het lesprogramma.
Actiontype biedt denk ik de makkelijkste toegang naar een versnelde opleiding in sport door effectieve
differentiatie in een vroeg stadium.
Ter afsluiting wilde ik duidelijk stellen dat de kennis van het actiontype zo breed is dat het onmogelijk is
daar in dit stuk voldoende op in te gaan. Mijn bedoeling met mijn schrijven is slechts geweest het potentieel
van deze persoonlijkheidstypologie aan te tonen. Het is aan een ieder om er mee te doen wat ze willen.