Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

download Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

of 147

Transcript of Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    1/147

    ACTIEONDERZOEK GEZONDHEID

    EN HUISVESTING

    DE INBRENG VAN DE HUISARTSEN

    Eindrapport

    Samenwerking tussen de Brusselse huisartsen en het

    Observatorium voor Gezondheid en Welzijn

    september 2002 juni 2004

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    2/147

    Huisartsen onderzoekers-actors:

    Schaarbeek-Evere : Molenbeek-Anderlecht :

    Dr. Luc De Voecht Dr. Erika Van Nuffel,

    Dr. Eric Fraboni Dr. Louis Ferrant

    Dr. Michel Kaesemans Dr. Jo Butaye

    Dr. Vronique Goffe Dr. Claire Janssens

    Dr. Brigitte Gorller Dr. Vanessa Devis

    Dr. Marc Groessens Dr. Freddy Merckx

    Dr. Bruno Seys Dr. Gunter DilsDr. Muriel Vandergoten Dr. Gnther Lerooy

    Dr. Herman Van Herck

    Schakel naar het werkveld van de huisartsen:

    Dr. Vronique du Parc

    Dr. Koen Moelants

    Cordinatie Observatorium voor Gezondheid en Welzijn:

    Dr. Myriam De Spiegelaere

    Pieter Logghe

    2

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    3/147

    INHOUD

    I. Inleiding ______________________________________________________ 5

    Algemene context _____________________________________________ 5

    Doelstellingen ________________________________________________5

    Waarom het thema gezondheid en huisvesting ? _____________________6

    Waarom een samenwerking met de huisartsen ?______________________ 7

    II. Methodologie _________________________________________________ 8

    Keuze van het actieonderzoek als methode__________________________8

    De rekrutering van de huisartsen__________________________________9

    De praktische organisatie van het actieonderzoek : __________________10

    III. Resultaten __________________________________________________12

    IV. Evaluatie ___________________________________________________15

    Het gezichtspunt van de huisartsen _______________________________15

    Het gezichtspunt van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn ___ 17

    V. Conclusies __________________________________________________21

    VI. Rapport van de Franstalige werkgroep __________________________22

    VII. Rapport van de Nederlandstalige werkgroep_____________________ 69

    Bijlage 1______________________________________________________ 100

    Voorstel van samenwerking tussen de Brusselse huisartsen en hetObservatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad ___ 100

    Bijlage 2______________________________________________________ 104

    Mogelijke themas gezondheid en huisvesting ___________________104

    3

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    4/147

    Bijlage 3______________________________________________________ 108

    Lood: bibliografisch onderzoek __________________________________ 108

    Bijlage 4______________________________________________________ 123

    Vochtigheid en gezondheid : bibliografisch onderzoek_______________ 123

    4

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    5/147

    Eindrapport Actieonderzoek Gezondheid en

    huisvesting: de inbreng van de huisartsenSamenwerking tussen de Brusselse huisartsen en het

    Observatorium voor Gezondheid en Welzijn

    september 2002 juni 2004

    I. Inleiding

    Algemene context

    Het verzamelen en analyseren en verspreiden van informatie over gezondheid in Brusselter ondersteuning van de beleidsmakers bij de uitbouw van een coherentgezondheidsbeleid behoort tot n van de kerntaken van het Observatorium voorGezondheid en Welzijn. Deze informatie wordt tevens verspreid onder de mensenwerkzaam op het terrein, ter ondersteuning van hun dagelijkse werk.

    Gegevens uit de eerste lijn zijn slechts in beperkte mate beschikbaar. Informele contactentussen het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn en deFdration des Associationsdes Mdecins Gnralistes de Bruxellesen de Brusselse Huisartsen bevestigden dat dehuisartsen over waardevolle informatie beschikken voor de evaluatie van de algemenegezondheidstoestand van de Brusselse bevolking en dat deze informatie slechts zelden ente beperkt wordt gebruikt ter ondersteuning van een coherent gezondheidsbeleid in hetBrussels Gewest.Vanuit deze vaststelling werd in 2000 op vraag van het Observatorium voor Gezondheiden Welzijn een haalbaarheidsstudie uitgevoerd: Project van registratie van gegevensdoor de huisarts.Het onderzoek waarvan hier verslag wordt gemaakt kan worden beschouwd als eenverdere uitwerking van de samenwerking met professionelen uit de eerstelijnsgezondheidssector en meer in het bijzonder met de Brusselse huisartsen.

    Doelstellingen

    De doelstelling van dit onderzoek was om te komen tot een verbetering van de kennisover de gezondheidstoestand van de Brusselaars in relatie tot de huisvesting, haardeterminanten, obstakels en de factoren die haar bevorderen. Deze kennisverbeteringmoet ten eerste ten dienste staan van de actoren op het terrein en moet als dusdanig eenpraktijkbevorderend effect teweeg brengen en ten tweede moet ze bruikbaar zijn voor de

    5

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    6/147

    beleidsmakers, zodat deze informatie kan worden meegenomen in de uitbouw van eengecordineerd gezondheidsbeleid.

    Waarom het thema gezondheid en huisvesting ?

    Verscheidene bronnen vestigen onze aandacht op het verband tussen huisvesting en

    gezondheid.Regelmatig krijgen we op het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn getuigenissenvan bewoners, van organisaties die de bewoners vertegenwoordigen, professionelen vande eerstelijnsgezondheidszorg, sociale werkers, eerstelijnsdiensten, ... over de negatieveimpact van ongezonde woningen op de fysieke en/of mentale gezondheid. Het gaat hieronder meer over woningen, die slecht gesoleerd zijn (geluid, temperatuur), nietaangepast aan de behoeften van de bewoners (bejaarden, gehandicapten, chronischzieken, jonge kinderen) en waarbij de onmiddellijke leefomgeving onveilig is ofaanleiding geeft tot onveiligheidsgevoelens.Daarbij benvloedt de kwaliteit van de huisvesting ook de kwaliteit van deeerstelijnszorg, de mogelijkheden om kwalitatief goede thuiszorg te verstrekken, de

    compliance van de patint, de verplichting van de accommodaties die een basishyginegaranderen.Tevens wijzen de gezondheidsgegevens over Brussel op het belang vangezondheidsproblemen waarbij er een link zou kunnen gelegd worden met huisvesting,bijvoorbeeld:

    - Er is een stijging vast te stellen met 15% van het aantal astmagevallen bijkinderen in Brussel. Oorzaken zijn vaak te vinden in de leefomgeving:schimmels, huisdieren, huisstofmijt, kakkerlakken.

    - Studies uit de jaren 90 hebben duidelijk aangetoond dat loodvergiftiging 11%van de jonge kinderen trof die woonden in de gemeenten van de eerste kroon van

    Brussel. Deze intoxicatie heeft haar gevolgen op de neuromotorischeontwikkeling van deze kinderen, en in haar ernstige vorm is ze levensbedreigend.

    - 200 overlijdens in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn het rechtstreeksegevolg van ongevallen thuis. Bejaarden vormen de grootste risicogroep. 35% vandeze overlijdens zijn het gevolg van vallen in huis. Verder zijn er: intoxicatiesdoor allerhande huishoudproducten, door CO (250 gevallen per jaar binnen hetgewest, waarvan 8 tot 9 met dodelijke afloop), elektrocutie, brandwonden doorinadequate verwarmings- en kooktoestellen.

    Kortom, de laatste jaren wordt heel wat wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd waarinhet verband tussen huisvesting en gezondheid als een evidentie wordt beschouwd. Demechanismen die de impact van de kwaliteit van de huisvesting op degezondheidstoestand verklaren, zijn steeds meer en beter gekend. Het gaat hier ondermeer over het niveau van de binnenhuisvervuiling of indoor pollution (schimmels,solventen, pesticiden, lood, ...), de fysieke karakteristieken van huisvesting (vochtigheid,temperatuur), geluidshinder en karakteristieken (sociale of leefmilieu) van deonmiddellijke leefomgeving.Ook al bestaat er dus een consensus over het verband tussen huisvesting en degezondheidstoestand, voor het Brussels Gewest is de beschikbare informatie nog te zeerversnipperd om een coherent beleid (zowel curatief als preventief) uit te bouwen op vlak

    6

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    7/147

    van volksgezondheid en huisvesting. Daarom had het Observatorium voor het werkjaar2002-2003 van deze vaststelling een prioritaire werkpiste gemaakt.

    Waarom een samenwerking met de huisartsen ?

    De huisartsen worden dikwijls geconfronteerd met gezondheidsproblemen ten gevolge

    van een slechte huisvesting. De informatie die zij bij hun patinten verzamelen, zoweldoor het medisch onderzoek als door observatie van het thuismilieu, zijn van groot belangom de problemen die zich in Brussel stellen beter te begrijpen, en na te gaan op welkewijze hiermee al of niet rekening gehouden wordt. Hun expertise op dit domein wordtdoor beleidsmakers onvoldoende aangewend. Zoals ook op andere domeinen wordt deprimordiale rol die huisartsen hierbij kunnen opnemen, onvoldoende gevaloriseerd.

    De haalbaarheidsstudie rond de registratie van gegevens door de huisarts die gedurende2000-2001 werd uitgevoerd in opdracht van het Observatorium voor Gezondheid enWelzijn toonde aan dat de huisartsen die bij dit onderzoek werden betrokken, vooralgemotiveerd werden door de uitwisseling van praktijkervaring en het werken in groep,

    door hun rol als spilfiguur in het volksgezondheidsbeleid, door de mogelijkheden totsensibilisatie van de bevolking en door de rol die de resultaten kunnen spelen in hethelpen oplossen van de problemen m.b.t. de volksgezondheid.

    Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn besloot om de ervaring van dehuisartsen te valoriseren door hen uit te nodigen voor de deelname aan een nieuwactieonderzoek over de verbanden tussen gezondheid en huisvesting.

    7

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    8/147

    II. Methodologie

    Keuze van het actieonderzoek als methode

    Er werd voor de methodologie van het actieonderzoek geopteerd, in plaats van het

    verzamelen van epidemiologische gegevens via de huisartsen.Deze methodologie leek ons immers geschikter om onze doelstellingen te bereiken:

    1 Omdat we van mening zijn dat er voor het merendeel van de gezondheidsaspectenslechts pertinente vragen kunnen worden gesteld in het licht van de praktijk op hetterrein. De betrokkenheid van de huisartsen in de vraagstelling leek ons essentieel.

    Veel onderzoeken beantwoorden te vaak de vragen van de instellingen en deonderzoekers die ze bevelen en te weinig op de vragen van de opdrachtgevers zelf. ( vrijvertaald naarJ. GrandMaison, 1977)

    2 Omdat een epidemiologische gegevensverzameling reeds elders bestond (cf. depeilartsen) en omdat het ons in de situatie van de huisartsenpraktijk zinloos leek om dehuisartsen met supplementair administratief werk te belasten. Daarenboven bestond ergeen zekerheid dat op basis van die informatie zinvolle analyses konden wordenuitgevoerd (methodologische problemen, validiteit van de gegevens, bias) en dat dieinformatie efficint zou kunnen worden aangewend.

    Wat is een actieonderzoek ?Er bestaat een waaier aan definities, concepten en praktijken van het actieonderzoek.En van deze definities luidt als volgt :

    Het actieonderzoek is een proces waarin de onderzoekers en de actoren gezamenlijk opeen systematische manier een bepaald gegeven onderzoeken en vragen stellen met alsdoel een probleem, dat rechtstreeks door de actoren wordt ervaren, op te lossen en decognitieve kennis en de knowhow te verrijken, dit alles in een ethisch kader datwederzijds wordt aanvaard. (vrij vertaald naarCollectif, 1981)De huidige samenleving is volledig gebaseerd op het principe van de verdeeldheid. Ditprincipe heeft wat onderzoek betreft met name tot gevolg dat een geatomiseerde,gedeelde, reducerende kennis wordt voortgebracht. Er ontstaat tevens een scheidingtussen de theorie en de praktijk, tussen de onderzoeker en diegene die zich midden in deactie bevindt. (Mayer & Ouellet, 1991)Het is in deze context van verdeeldheid dat het actieonderzoek een interessant

    werkmiddel lijkt omdat het tot doel heeft om te verbinden wat het klassieke onderzoekprobeert te scheiden: de theorie en de praktijk, het onderzoek en de actie, het individueleen het gemeenschappelijke, enz.De term actieonderzoek, weerspiegelt, door de verbinding van twee substantieven,duidelijk zijn bedoeling: kennis voortbrengen, een probleem oplossen of bijdragen tot derealisatie van een project. De verworven kennis wordt geacht direct onderzocht te wordenn dit dient te gebeuren tijdens de actie, de actie die voortdurend object van reflectie is

    8

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    9/147

    vandaar het veranderlijke karakter en het onvatbare van het concept actieonderzoek. (vrij vertaald naarKohn 1989). Het actieonderzoek is niet een nieuwe techniek om informatie te verzamelen maareerder een onderzoeksvorm die de actor tot onderzoeker maakt en die de actie leidt naaronderzoeksoverwegingen. (vrij vertaald naarMayer & Ouellet, 1991)

    Waarschijnlijk beantwoorde de manier waarop wij het actieonderzoek met de Brusselsehuisartsen voor ogen hadden niet aan de methodologische eisen van een echtactieonderzoek.We gebruikten echter de term actieonderzoek voor deze samenwerking omdat zebeantwoordde aan de doelstellingen die het actieonderzoek nastreefde: kennisopbouw,een kritische rol t.a.v. de zogenaamde traditionele wetenschap, sociale verandering en eenvormend effect:

    1) We verlangden dat in de loop van deze samenwerking nieuwe kennis zou wordenopgebouwd. Deze kennis kon op diverse domeinen betrekking hebben (bijvoorbeeld:de manier waarop gezondheidsproblemen die verband houden met huisvesting worden

    geobjectiveerd, de manier van samenwerking die dient te worden opgezet om dezeproblemen te verhelpen, de perceptie van de patinten van sommige risicos, deobstakels bij de aanpassing van bepaalde gedragingen, enz.).

    2) Wij wensten, naast de klassieke epidemiologische benadering, andere middelenvan kennisverwerving omtrent de gezondheid van bevolkingsgroepen te ontwikkelendie dichter bij de praktijk op het terrein aansluiten.

    3) We verlangden dat bepaalde zaken gedurende deze samenwerking zoudenveranderen:

    in de huisartsenpraktijk (bijvoorbeeld door meer systematisch de omgeving vande patint in rekening te brengen of door de ontwikkeling van een netwerk met

    andere professionelen)

    het in rekening brengen van de expertise van de huisartsen in de uitwerking vaneen meer coherent gezondheidsbeleid

    in de manier waarop de gezondheidsproblemen die verband houden met dehuisvesting worden aangepakt

    4) Wij zijn ervan overtuigd dat de participatie aan dit actieonderzoek een vormendeffect had, door de uitwisseling, de reflectie over de praktijken en de specifieke analysevan een probleem, door de ontmoeting met andere professionelen. Dit geldt evenzeervoor de ploeg van het Observatorium.

    De rekrutering van de huisartsen

    De rekrutering van de huisartsen werd door de schakelartsen uitgevoerd: eenFranstalige arts, dr. Vronique du Parc en een Nederlandstalige arts, dr. Koen Moelants.

    Via de huisartsenorganisaties werd een document verspreid om het actieonderzoek voorte stellen (bijlage 1). Er werden tevens advertenties in de tijdschriften voor huisartsengepubliceerd. De huisartsen werden uitgenodigd om, op vrijwillige basis, deel te nemenaan kleine werkgroepen. De groepen huisartsen moesten uit minimum 3 artsen

    9

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    10/147

    (maximum 10) bestaan, die in een zelfde geografische zone werkzaam waren. De groepenmoesten gedurende minimaal 6 maanden gemiddeld maandelijks bijeen komen.Deelname aan het actieonderzoek gaf recht op een vergoeding van 25 per uurvergadering.

    Aan Franstalige zijde werd de rekrutering gerealiseerd door de Fdration des

    Associations des Mdecins Gnralistes Bruxellois (FAMGB).Een eerste groep van 8 Franstalige huisartsen werkzaam te Schaarbeek en Evereverzamelde zich op initiatief van de vertegenwoordigers van de (Association desMdecins Gnralistes Evere - Schaerbeek). De eerste vergadering vond plaats indecember 2002.

    Een groep huisartsen werkzaam in Brussel-Centrum waren genteresseerd, doch wegenstijdsgebrek hebben ze het actieonderzoek niet voort gezet.

    Aan Nederlandstalige zijde verliep de rekrutering eerder via informele weg, viapersoonlijke contacten.

    De Nederlandstalige huisartsen waren verenigd in twee werkgroepen, samenvallend mettwee groepspraktijken: n in Molenbeek (de Brug) en n in Kuregem, Anderlecht. Eenderde werkgroep verenigde huisartsen werkachtig in Brussel-centrum, wegenstijdsgebrek hebben deze hun activiteiten niet verder kunnen zetten.

    De praktische organisatie van het actieonderzoek :

    Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn was promotor (en financier) van hetonderzoek.

    Twee schakelartsen, een Franstalige en een Nederlandstalige Brusselse huisarts stondenin voor de rekrutering van de huisartsen, voor de contacten met het Observatorium voorGezondheid en Welzijn en met de huisartsen op het terrein en, in samenwerking met hetObservatorium voor Gezondheid en Welzijn, voor de methodologische begeleiding vande werkgroepen.

    De participerende huisartsen aan dit onderzoek waren tegelijkertijd onderzoeker (zijbepaalden de operationele doelstellingen en werkten ook de onderzoeksmethode uit) enactor (het onderzoek vond plaats binnen het kader van de dagelijkse huisartsenpraktijk).

    Het project werd bijgestaan door een begeleidingscomit, bestaande uit:- Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn- Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM)- Universitair Centrum voor de Huisartsengeneeskunde van de VUB, UCL en

    ULB- La Socit Scientifique de Mdecine Gnrale (SSMG) en deWetenschappelijke Vereniging voor Huisartsen (WVVH)

    - De Administratie van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting- De federaties van de huisartsenverenigingen: de Fdration des Associations

    des Mdecins Gnralistes de Bruxelles (FAMGB) en de BrusselseHuisartsenkring (BHK)

    - De 2 schakelartsen

    10

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    11/147

    De rol van het begeleidingscomit bestond erin om de experts uit de drie betrokkendomeinen (de huisartsengeneeskunde, huisvesting en milieu) rond de tafel te brengen omraad te geven, voorstellen te doen en alles kritisch te evalueren. Het begeleidingscomitkwam bijeen op 20 januari 2003 en op 9 december 2003.

    11

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    12/147

    III. ResultatenHet onderwerp van het actieonderzoek was huisvesting en gezondheid. De concreteinvulling van dit thema was echter niet op voorhand bepaald door het Observatoriumvoor Gezondheid en Welzijn. Deze verdere invulling van de onderwerpen gebeurde per

    werkgroep.Er werd een lijst met mogelijke themas binnen het domein gezondheid en milieuopgesteld door de schakelartsen en het Observatorium. Deze lijst werd ter beschikkingvan de verschillende werkgroepen gesteld om hun te helpen hun onderzoek te orinteren(bijlage 2).De onderzoeksvraag binnen de werkgroepen werd als volgt geformuleerd:Hoe kunnen we in onze huisartsenpraktijk gezondheidsproblemen veroorzaakt doorhuisvesting en huisvestingsproblemen die de gezondheid van onze patinten benvloeden,

    identificeren behandelen voorkomen ?

    Binnen de Franstalige werkgroep werd geopteerd voor een kwalitatief onderzoek aan de

    hand van casestudys. Een case kon bestaan uit een persoon, een familie, een huis, eengebouw, De huisartsen deelden gedurende verschillende vergaderingen de ervaringen vanuit hunpraktijk d.m.v. een voorstelling van hun casestudys. In totaal werden 15 verschillendecases gepresenteerd. Vanuit de voorstelling van deze cases werd het de huisartsenduidelijk dat het om uiterst complexe situaties ging.Hun observaties tonen aan dat de omgeving voor bepaalde ziekten schadelijk is. Hetverband tussen de aangetoonde schadelijke milieu-invloeden (dankzij bijvoorbeeld deonderzoekingen van de RCIB) en de ziekteverschijnselen is echter meestal moeilijk metzekerheid aan te tonen. En van de belangrijkste vaststellingen voor de artsen is decomplexiteit van de verbanden tussen gezondheid en huisvesting, omdat hier

    lichamelijke, psychologische, sociale, milieugebonden en economische factorenmeespelen. Deze complexiteit maakt het oplossen van gezondheidsproblemen te wijtenaan huisvesting bijzonder moeilijk en verklaart het gevoel van onmacht waarmee dezeartsen vaak worden geconfronteerd. Toch is deze problematiek niet zeldzaam; dehuisartsen stelden vast dat zij gemiddeld 1 keer om de 3 dagen te maken kregen met eengezondheidsprobleem dat verband leek te houden met de kwaliteit van de woning.Op basis van deze casestudys hebben zij een reeks specifieke problemen belicht zoals deinrichting van woningen van bejaarden, zodat zij thuis kunnen blijven wonen involdoende veilige omstandigheden. Er werd tevens gewezen op de nauwe band tussengeestelijke en sociale gezondheid n de staat van de woning: een depressie,psychologische moeilijkheden of de afwezigheid van sociale ondersteuning kunnen een

    verloedering van de woning tot gevolg hebben. Omgekeerd kan de staat van de woningmentale gezondheidsproblemen met zich meebrengen of de sociale banden verzwakken.Om gezondheidsproblemen te wijten aan de woonsituatie te voorkomen en te verhelpenen om een passend antwoord te kunnen geven op problemen waarmee de patintenworstelen, zijn de huisartsen van mening dat het onontbeerlijk is om lokale netwerken teontwikkelen in samenwerking met verschillende openbare (gemeentelijke engewestelijke) partners en met partners uit het middenveld. Een eerste belangrijke stapbestaat erin een bevoorrechte band te creren tussen gezondheidswerkers van de eerste

    12

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    13/147

    lijn en n of meer personen bevoegd voor sociale actie en/of huisvesting binnen degemeentelijke diensten. Dat impliceert dat huisartsen die in hetzelfde gebied werkenelkaar regelmatig ontmoeten om hun bedenkingen, ervaringen of gewoonweg om nuttigeadressen uit te wisselen. Huisartsen kunnen hun werk met patinten verbeteren doorgebruik te maken van de instrumenten die het BIM hen ter beschikking stelt, zoals de

    RCIB

    en de gids rond gezondheid en het binnenmilieu voor professionals. De huisarts ende andere gezondheidswerkers die huisbezoeken afleggen, hebben een specifiekepreventieve rol te vervullen. Bepaalde problemen kunnen aan de hand van eenvoudigeadviezen, aangepast aan de concrete situatie van de patinten, worden vermeden: hoewordt de woning efficint verlucht, het gebruik van bleekwater verdund tot 5 % omschimmelvlekken te reinigen of de inrichting van de badkamer zodat bejaarden zich inalle veiligheid kunnen wassen (bijvoorbeeld speciale handgrepen voor de badkuip).Meer informatie over het werk van de Franstalige huisartsen in het kader van ditactieonderzoek vindt u in het bijgevoegde rapport van deze werkgroep.

    De Nederlandstalige werkgroepen wilden aan de hand van concrete praktijkprojecten

    nagaan hoe ze iets aan hun praktijk konden veranderen m.b.t. het thema huisvesting engezondheid. Ze opteerden om zich aan de hand van een literatuuronderzoek te verdiepenin twee specifieke onderwerpen binnen het domein gezondheid en huisvesting, nl.saturnisme en ademhalingsaandoeningen ten gevolge van het leven in een vochtigewoning. Op vraag van de artsen werd de literatuurstudie uitgevoerd door hetObservatorium voor Gezondheid en Welzijn en deze werd samen met kopies van debelangrijkste artikelen ter beschikking gesteld van de werkgroepen (bijlage 3 en 4). DeNederlandstalige werkgroepen hadden de opvolging van het actieonderzoek toevertrouwdaan de HIBOs (huisartsen in beroepsopleiding) die gedurende loop van hetactieonderzoek stage liepen.Uit de literatuurstudie omtrent lood bleek dat loodintoxicatie nog steeds een probleemvormt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het bijzonder in de volkswijken waar talvan woningen dateren van voor 1945, de twee huisartsenpraktijken in Molenbeek enAnderlecht zijn net in dergelijke volkswijken gelegen. Loodintoxicatie uit zich niet inheel specifieke symptomen, wat de diagnose bemoeilijkt. De gevolgen kunnen echterzeer ernstig en onomkeerbaar zijn. Bij jonge kinderen kunnen lichte intoxicaties, metloodconcentraties tussen 100 en 200 g/l, leerproblemen, gedrags- of slaapstoornissen eneen afwijkende groei veroorzaken. Klinische symptomen komen voor bij ernstigereintoxicaties: bleekheid, misselijkheid, verlies van eetlust, buikpijn, prikkelbaarheid. Bijheel ernstige intoxicaties kan een encefalopathie met convulsies tot de dood leiden.Vanuit de confrontatie met deze gegevens rond saturnisme en de cijfers voor Brusselkwamen de huisartsen tot de volgende onderzoeksvragen: Komt loodintoxicatie voor inonze praktijken? Hebben we de diagnose al gesteld? Bestaat er een valide screeningslijst

    voor loodintoxicatie? Hoe kunnen we als huisarts het best loodvergiftiging opsporen?

    Er werd besloten om in de twee Nederlandstalige werkgroepen rond ditzelfde thema tewerken: nl. saturnisme. Het aanvankelijke idee om rond beide themas uit debibliografische studie, nl. saturnisme en ademhalingsproblemen ten gevolge van hetwonen in een vochtige woning, werd verlaten. Het leek immers meer aangewezen om inbeide praktijken rond hetzelfde thema te werken. Op deze manier konden de artsen uit

    13

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    14/147

    beide praktijken, elk met hun eigen ervaring en aanpak, hun verschillende ideen metelkaar uitwisselen en met elkaar confronteren.Vanuit deze bekommernissen, zoals geformuleerd in de onderzoeksvragen, werd gekozenom via een loodscreening na te gaan of de problematiek van saturnisme zich inderdaadstelde in de huisartsenpraktijken. Aan de hand van de risicofactoren werd een

    screeningsformulier opgesteld dat in beide praktijken zou worden gebruikt. Gedurende demaand maart 2004 vond vervolgens de loodscreening plaats te Molenbeek en teAnderlecht. Er werden 166 kinderen geregistreerd, er gebeurden 103 bloedafnames metbepaling van het loodgehalte. In totaal hadden acht kinderen 100 g/l lood in het bloed,vier kinderen hadden een loodgehalte tussen de 150-249g/l.Meer informatie over het project van de Nederlandstalige huisartsen vindt u in hetbijgevoegde rapport.

    14

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    15/147

    IV. Evaluatie

    Het gezichtspunt van de huisartsen

    Een nieuwe manier om de problematiek gezondheid-huisvesting te benaderenHet actieonderzoek rond de verbanden tussen gezondheid en huisvesting heeft bij dehuisartsen voor enkele veranderingen in de praktijk gezorgd.Voor alle werkgroepen geldt dat het feit dat de huisartsen aan het actieonderzoek hebbendeelgenomen, ertoe heeft geleid dat ze zich beter bewust zijn geworden van de verbandendie er bestaan tussen gezondheid en huisvesting. Ze hebben kennis gemaakt met diversebronnen van binnenhuisvervuiling en beseffen dat een onderzoek van de woning van depatint nuttige informatie kan opleveren.De huisartsen voelen zich meer betrokken bij het onderwerp, waardoor ze beter eventuelevragen over huisvesting en gezondheid kunnen confronteren en beantwoorden.Daarenboven hebben ze gedurende de loop van het actieonderzoek kennis gemaakt met

    diverse personen, organisaties en werkmiddelen die bij de behandeling van dezeproblematiek van dienst kunnen zijn.Het langzame proces laat een echte verandering toe in de visie op de problematiek enin de manier waarop er in de praktijk mee wordt omgesprongen.Een multidisciplinaire samenwerking begint gestalte te krijgen in Schaarbeek en Evere,waar de Franstalige huisartsen werkzaam zijn. De juiste contactpersonen die bijproblemen kunnen worden geraadpleegd, zijn gedentificeerd. Hierdoor wordt een betereaanpak van de problematiek mogelijk. Een huisarts verwoorde het als volgt: voordienhad ik bij confrontatie met een probleem met de huisvesting van een patint het gevoelvoor een muur te staan, nu weet ik dat er deuren zitten in die muur.Het gevoel van onmacht bij confrontatie met de problematiek rond gezondheid en

    huisvesting dat menig huisarts ervoer is verminderd.De deelnemende artsen van de groep uit Schaarbeek-Evere voelden zich overigensherwaardeerd als familie-arts. Hun professionele identiteit werd versterkt doordat ze zichin groep een nieuw gezondheidsdomein eigen hadden gemaakt. Ze hebben het gevoel dathun expertise in rekening wordt gebracht en dat ze een schakel vormen in desensibilisatie van de politiek. De keuze van de casestudys heeft ervoor gezorgd dat elkedeelnemende huisarts praktijkervaringen kon uitwisselen.

    Participatie aan het proces van het actieonderzoekHet werken in de vorm van een actieonderzoek werd zowel positief als negatief ervaren.De huisartsen ervoeren de methodologie van een actieonderzoek vooral positief omdat

    het een grote vrijheid toeliet en zodoende perfect kon worden aangepast aan de noden ende realiteit van de huisartsenpraktijk. Op deze manier werd de ruimte geschept omconcreet na te denken over relevante themas om oplossingen te vinden op problemenwaarmee de patinten werden geconfronteerd. Het betrof een dynamisch proces watevolutie in het onderzoek mogelijk maakte. Elke deelnemer bleef tegelijk actor encreerde d.m.v. het actieonderzoek een meerwaarde voor zijn praktijk.Het belangrijkste punt van kritiek op het proces van het actieonderzoek was dat eendergelijke manier van werken enorm tijdsintensief is: zowel in de uitwerking van de

    15

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    16/147

    onderzoeksvraag (er wordt immers bij aanvang van het onderzoek geen specifieke vraagvoorgelegd) als gedurende de loop van het onderzoek.De huisartsen betreurden het gebrek aan uitwisseling tussen de verschillendewerkgroepen.

    Gebruik van de ter beschikking gestelde werkmiddelen door de huisartsenVerschillende huisartsen waardeerden het feit dat ze nieuwe werkmiddelen en nieuwecontacten leren kennen hebben dankzij het actieonderzoek.Op 22 september 2003 ontmoetten de huisartsen van de Franstalige en deNederlandstalige werkgroepen elkaar op een vergadering waar ze hun ervaringen metelkaar konden uitwisselen. Bij deze bijeenkomst werden tevens twee werkmiddelenvoorgesteld die ter beschikking stonden van de deelnemende huisartsen aan hetactieonderzoek: nl. de Regionale Cel voor Interventie bij Binnenhuisvervuiling (RCIB,de groene ambulance) en Pest in huis. Beide werkmiddelen werden voorgesteld doorde promotor: het Brussels Instituut van Milieubeheer (BIM).

    Er werd gedurende de loop van het actieonderzoek (9/2002-06/2004) praktisch geenberoep gedaan op de Regionale Cel voor Interventie bij Binnenhuisvervuiling (RCIB,de groene ambulance) door de huisartsen die aan dit actieonderzoek deelnamen. Dehuisartsen geven hiervoor diverse redenen:Een huisarts wijst op het feit dat het sturen van de groene ambulance als een heel zwarediagnostische ingreep wordt gezien: De patint krijgt een volledig team over de vloer ende arts kan zelf al vaak proefondervindelijk met bepaalde omgevingsfactoren omgaan,bijvoorbeeld wanneer hij de aanwezigheid van schimmels of ontgeurders opmerkt envervolgens advies geven: muren met verdund javel afwassen, voldoende verluchten,Anderen merken op dat een interventie van de RCIB vaak ook geen echte oplossingbiedt. Eens de milieudiagnoses gesteld, worden de causale verbanden tussen deanalyseresultaten van de RCIB en de symptomen niet gegeven. Het is een nuttigwerkmiddel in het helpen identificeren van problemen, maar het feit dat nadien eenoplossing vaak toch uit blijft heeft een ontmoedigend effect. Een huisarts getuigt:mensen met een laag inkomen, die een goedkope woning huren aan een socialehuisvestingsmaatschappij kampen echter vaak omwille van structurele problemen aan dewoonst, zoals een slechte isolatie, met enorm hoge energiefacturen die de totalewoonprijs de hoogte in jagen. Het punt is dat er soms structurele problemen aan het huiszijn, die zouden moeten kunnen worden verholpen. Advies geven aan deze mensen om testoken en toch voldoende te verluchten is zeer moeilijk. Veel gebouwen zijn immersonvoldoende gesoleerd. Het gebouw zou voldoende constanteverluchtingsmogelijkheden moeten hebben. De RCIB zou een objectief verslag van dezearchitectorale gebreken moeten kunnen leveren, zodat de gezondheidsproblemen diehiermee gepaard gaan weg kunnen worden gewerkt. Dit zou van officile instantie naarofficile instantie moeten kunnen gaan.

    Het werkmiddel Pest in huis wordt in sommige gevallen als nuttig ervaren. Eenprobleem is echter dat de huisarts deze gids niet bij een huisbezoek bij de hand heeft,deze gids is immers enkel via de website van het Brussels Instituut voor Milieubeheer

    16

    http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1454http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1740http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1740http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1454
  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    17/147

    beschikbaar. Een gedrukte versie, op enkele compacte fiches bijvoorbeeld, diegemakkelijk bij een huisbezoek zouden kunnen worden meegenomen zouden handig zijn.

    De sensibilisatie en de vorming moeten via de vertrouwde kanalen gebeuren, bv. via dehuisartsenkringen. Ook de bekendmaking van de RCIB zou mogelijks via de Kringen

    kunnen gebeuren op voorwaarde dat de RCIB voor zichzelf uitmaakt of ze dewerkbelasting zal aankunnen. Ze zouden bv. een analyse kunnen maken wanneer eenberoep op CRIPI wordt gedaan, wanneer dit doeltreffend was en wanneer de arts beterzelf de diagnose kan stellen, bijvoorbeeld a.d.h. van een lijst met echt nuttige gevallen,zodat de werkdruk voor de RCIB ook niet te hoog wordt.

    Het gezichtspunt van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn

    Het Observatorium had verschillende verwachtingen ten aanzien van dit actieonderzoek.

    Ten eerste in termen van kennisopbouw

    Heeft dit actieonderzoek ons geholpen in het verzamelen van nuttige informatie die de

    beleidsmakers kan helpen bij de uitbouw van een politiek die de gezondheid van debewoners beter in rekening brengt ?

    Bij de aanvang van het project bleven vele van onze vragen onbeantwoord:

    - Met welke gezondheidsproblemen, die zijn te wijten aan het leven in eenonaangepaste woning, worden de Brusselse huisartsen het vaakstgeconfronteerd ?

    - Hoe kunnen de gezondheidsprofessionals de gezondheidsproblemen die tewijten zijn aan de huisvesting beter identificeren ? Welke antwoorden kunnenop deze problemen worden geformuleerd ?

    - Welke antwoorden kunnen worden aangebracht doorgezondheidsprofessionals en welke beter vanuit andere sectoren (welzijn,huisvesting, milieu) ?

    - Hoe kunnen oplossingen worden geformuleerd : zowel op medische-, sociale-als milieuvraagstukken ? Welke werkmiddelen zijn noodzakelijk opdat degezondheidsprofessionals beter de problematiek zouden kunnen benaderen ?

    - Welke actuele obstakels staan een globale benadering van degezondheidsproblemen die verband houden met de huisvesting nog in deweg ?

    Het actieonderzoek bood enkele antwoorden op deze vragen.

    Eerst en vooral over de manier waarop de huisartsen aankijken tegen de verbanden tussengezondheid en huisvesting.

    Zo bleek dat hun visie domeinen en sectoren bestrijkt die ruimschoots het kader van debinnenhuisvervuiling overstijgen (bijvoorbeeld juridische aspecten, psychologischeaspecten, de relatie tussen de huurder en de eigenaar of tussen de huurders onderling, dearmoede, de veiligheid, enz.). Hun gecentreerde benadering vanuit het standpunt van depatint laat toe om verschillende samenhangende gezichtspunten in te nemen. Dezebenadering verschilt van een sectoriele benadering (bijvoorbeeld gericht op de toegang

    17

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    18/147

    tot de huisvesting, de onbewoonbaarheid, binnenhuisvervuiling, enz.) door het inrekening brengen van de complexiteit van de realiteit. Deze complexiteit draagt echtertegelijk bij tot een gevoel van onmacht en ontmoediging. Voor de artsen is debevoorrechte vertrouwensrelatie die ze met hun patinten opbouwen primair. Ditverklaart de terughoudendheid om samen te werken met administraties of andere diensten

    die eventueel deze relatie kunnen verstoren. Dergelijk aspect moet ons inziens zeker inrekening worden gebracht bij de pogingen om een multidisciplinair netwerk of eenintersectorile samenwerking op touw te zetten.

    De Brusselse huisartsen beschikken over onvoldoende informatie over de bestaandediensten in de sectoren buiten de gezondheidsector op lokaal en gewestelijk niveau. Ditgebrek aan informatie leek ons een obstakel in de globale benadering van deproblematiek. De manier waarop de informatie moest doorstromen leek echter nietduidelijk. De zware werkdruk en de verplichte lectuur die de continue vorming in allerichtingen met zich meebrengt, bemoeilijkt de informatiedoorstroom per post offolders naar de huisartsen. Een proces van informatieverzameling onder collegas, zoalsdat tot stand kwam in het kader van de werkgroep in Schaarbeek-Evere lijkt veel

    doeltreffender. De informatie die gedurende vergaderingen mondeling wordt uitgewisselden verduidelijkt aan de hand van concrete voorbeelden blijft veel beter hangen, is veelconcreter en wordt zodoende ook sneller toegepast. Dit versterkt slechts het idee datontmoetingen waarbij ervaringen kunnen worden uitgewisseld onder collegas, maar ookmet deelnemers uit andere sectoren, moeten worden ondersteund.

    Bepaalde problematieken werden door de casestudies duidelijk gellustreerd. Zie hierenkele voorbeelden:

    - de noodzakelijke aanpassingen van de woningen aan de behoeften van ouderenen het nduidige verband tussen deze aanpassingen en de mogelijkheid omthuis te kunnen blijven wonen

    - Het belang van de gemeenschappelijke ruimten (veiligheid, hygine, enz.)

    - De frequentie van de problemen die verband houden met sanitaire installaties enverwarming

    Het onderzoek te Anderlecht en Molenbeek bracht aan het licht dat een loodscreeningnuttig was, zelfs in een huisartsenpraktijk die niet louter op kinderen is gericht.Gedurende een screening van ongeveer 3 weken werden immers 8 positieve gevallengeregistreerd. De integratie van een dergelijke screening in de dagelijkse praktijk vereistduidelijke richtlijnen voor de evaluatie van de risicofactoren en aanpassingen aan hetgenformatiseerde dossier. Ook de begeleiding van de patinten die positief wordenbevonden en hun familie is belangrijk.

    De noodzaak bestaat om op lokaal niveau netwerken te ontwikkelen die de huisartsen,vooral degenen die in een solo praktijk werken, toelaten bevoorrechte relaties teontwikkelen met professionelen uit andere sectoren en in het bijzonder uit de socialesector. Het actieonderzoek heeft duidelijk aangetoond dat het opzetten van een dergelijknetwerk complex is, vooral omdat iedere professional er zijn eigen werkwijze opnahoudt. Het was niet gemakkelijk om aan de vraag van de huisartsen, als onafhankelijkeprofessionals, tegemoet te komen om een gepersonaliseerd contact met sociale werkers

    18

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    19/147

    op touw te zetten. De sociale werkers zijn immers ingebed in een hirarchischgeorganiseerde gemeentelijke administratie.

    Dit actieonderzoek legde tevens enkele obstakels in de ontwikkeling van eenintersectorale samenwerking tussen gezondheid en milieu bloot. De noodzaak om dedialoog tussen de diverse sectoren en administraties te verdiepen lijkt vanzelfsprekend. Er

    zou meer rekening moeten worden gehouden met de expertise van de actoren op hetterrein, zoals de huisartsen, in de uitbouw van werkmiddelen, zoals de RCIB, de gidsbinnenhuisvervuiling en de specifieke vorming over binnenhuisvervuiling.

    Naast een kennisverbetering bij de huisartsen betreffende de verschillende milieufactorendie mogelijk de gezondheid benvloeden, lijkt het noodzakelijk om hen beterewerkmiddelen aan te bieden die helpen om bepaalde gedragsveranderingen bij hunpatinten te helpen verwezenlijken (praktische raadgevingen, hoe moeten patintenworden begeleid om een verandering op lange termijn te realiseren, enz.).

    Meer algemeen, wou dit actieonderzoek de rol van de huisarts binnen devolksgezondheid in Brussel herwaarderen. De mogelijkheden om geleidelijk een netwerk

    van huisartsen met hun specifieke expertise uit te bouwen werd tevens getest.Uit de evaluatie door de deelnemende artsen blijkt dat ze zich gewaardeerd voelen in hunwerk als huisarts. Het zou interessant zijn om de evolutie van het doorsijpeleffect vanhet onderzoek naar andere huisartsen toe op te volgen. De artsen van Schaarbeek-Everehadden bijvoorbeeld al hun werk aan diverse plaatselijke verenigingen voorgesteld. Dehuisartsenvereniging waarvan de huisartsen van de Franstalige werkgroep deel vanuitmaken toonde de wil om het werk uit het actieonderzoek verder te zetten.

    De benadering vanuit een actieonderzoek is interessant omdat het toelaat om 2 totaalverschillende benaderingswijzen van eenzelfde problematiek, beiden gericht op depraktijk, toelaat: de casestudies uitgevoerd door de huisartsen en de poging om een

    specifieke screening gericht op een probleem dat verband houdt met huisvesting teintegreren in de huisartsenpraktijk. Dat bevestigt dat de benadering waarbij aan deactoren de vrijheid wordt gelaten om een problematiek volgens hun eigen expertise tebenaderen, dit toelaat om heel uiteenlopende, complementaire informatie te verzamelen.Deze informatie laat concrete verbeteringen toe in de identificatie van de problemen ende behandeling van de patinten.

    Desondanks liet het actieonderzoek uitgevoerd tussen 2002-2004 net als het voorgaande(2000) niet toe om een duidelijk antwoord te verschaffen op de vraag op welke manier dehuisartsen op lange termijn kunnen samenwerken met het Observatorium voorGezondheid en Welzijn voor de opvolging van de gezondheidstoestand van de bevolking.

    Hoewel de huisartsen die aan het actieonderzoek deelnamen graag zouden blijvensamenwerken met het Observatorium, blijft het duidelijk dat de aanwerving vanhuisartsen die aan een dergelijk onderzoek willen meewerken moeilijk is. De opvolgingvan een actieonderzoek, zoals deze die werd georganiseerd, vergt een belangrijketijdsinvestering, zowel van de deelnemend huisartsen als van de schakelartsen en hetObservatorium. De actieve participatie van de huisartsen en de vrijheid in deontwikkeling van een eigen aanpak, op maat van de eigen praktijk, is een absolutevoorwaarde om de gestelde doelen te bereiken. Tezelfdertijd creert een dergelijke

    19

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    20/147

    aanpak een hindernis voor de deelname van veel artsen omdat een dergelijke aanpakenorm tijds- en arbeidsintensief is.

    De Nederlandstalige werkgroepen hadden de opvolging van het actieonderzoektoevertrouwd aan de HIBOs (huisartsen in beroepsopleiding) , die gedurende dezeperiode stage liepen. Deze overdracht had het voordeel dat de werktijd van de

    deelnemend huisartsen werd beperkt en dat bepaalde aspecten dieper konden wordenuitgewerkt dankzij het feit dat de studenten het actieonderzoek als basis voor hunpraktijkproject gebruikten. Daartegenover staat dat door deze manier van werken dehuisartsen veel minder betrokken waren en dat deze vaak een passieve rol werdtoebedeeld.

    In tegenstelling tot het eerste actieonderzoek, dat werd toevertrouwd aan dedepartementen huisartsengeneeskunde van de universiteiten, werd er deze keer voorgeopteerd om eerder actief samen te werken met de huisartsen. Deze aanpak vielbijzonder positief uit daar de schakelarts voldoende beschikbaar was. Desamenwerking tussen het Observatorium en de schakelartsen leverde door de specifiekeverduidelijkingen die de artsen konden geven en hun grondige kennis van het terrein eenbelangrijke bijdrage voor het Observatorium. Het tijdsgebrek en de moeilijkheden in debeschikbaarheid golden echter net zoals voor de deelnemend huisartsen ook voor deschakelartsen. Het was niet steeds gemakkelijk om naast hun drukke professioneleactiviteiten tijd te vinden (de keuze was immers gevallen op artsen die over eenaanzienlijke ervaring beschikken en dus een druk programma hebben). Dit zorgde vooreen moeilijkere opvolging van een aantal werkgroepen.

    De tijdsinvestering voor een dergelijk onderzoek is aanzienlijk. Wanneer we de talrijkeuren die de huisartsen-onderzoekers buiten de vergaderingen in het onderzoekinvesteerden, dan tellen we voor de 17 deelnemende artsen in totaal 350 uren vergadering(of gemiddeld 21 u per arts).

    We hadden gehoopt om de banden met de sectoren huisvesting en milieu nauwer aan tehalen via de gecreerde openingen in het beheerscomit dankzij de aanwezigheid vanvertegenwoordigers uit de sectoren huisvesting en milieu. We hebben dit echter niet waarkunnen maken, waarschijnlijk wegens een gebrek aan investering van onze zijde. Hetbeheerscomit is slechts tweemaal bijeen geweest en wegens de bijzonder magereopkomst gedurende de tweede vergadering hebben we de inspanningen in deze zin nietverder gezet.

    20

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    21/147

    V. ConclusiesBrusselse huisartsen worden heel vaak geconfronteerd met gezondheidsproblemen diemet de huisvesting verband hebben. De artsen worden vanwege de complexiteit van deproblematiek met diverse vragen geconfronteerd. In dit actieonderzoek hebben de

    huisartsen als actor en onderzoeker getracht om de concrete problemen waarmee zijen hun patinten worden geconfronteerd te identificeren, om de samenwerkingen teidentificeren die noodzakelijk zijn om de problemen te verhelpen, om na te gaan opwelke manier de observatie van de woning of een loodscreening in de dagelijkse praktijkkon worden ingepast.Ze hebben een inspanning gedaan om zich te vormen binnen deze problematiek vialectuur, via het uitwisselen van ervaringen, via ontmoetingen met andere professionals ofvia het gebruik van specifieke werkmiddelen. De resultaten van dit actieonderzoekbevestigen dat de huisartsen over een specifieke expertise beschikken zowel wat demanier van aanpak van deze problematiek betreft, als wat de kwaliteit van de verzameldegegevens betreft. Deze expertise verdient waardering en zou moeten worden aangewend

    bij de uitbouw van een volksgezondheidsbeleid. Het belang van een nauwe, blijvendesamenwerking tussen het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn en de Brusselsehuisartsen is evident, evenals het ontwikkelen van de banden tussen dehuisartsengeneeskunde en de andere actoren uit de sectoren die een belangrijke invloedhebben op gezondheid.De vraag op welke manier deze inspanningen de komende jaren het best wordenvoortgezet blijft zich echter stellen.

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    22/147

    VI. Rapport van de Franstalige werkgroep

    RECHERCHE-ACTION SANT et LOGEMENT

    LAPPORT DES MDECINS GNRALISTES

    Recherche effectue entre septembre 2002 et juin 2004

    avec des mdecins travaillant Evere et Schaerbeek

    Mdecins gnralistes chercheurs-acteurs :

    Docteur Luc De VoechtDocteur Eric Fraboni

    Docteur Michel KaesemansDocteur Vronique GoffeDocteur Brigitte GorllerDocteur Marc GroessensDocteur Bruno SeysDocteur Muriel Vandergoten

    Mdecin gnraliste coordinateur relais :

    Docteur Vronique du Parc

    A linitiative et avec le soutien de LObservatoire de la Sant et duSocial de la Rgion de Bruxelles-Capitale

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    23/147

    RECHERCHE-ACTION SANT et LOGEMENT

    LAPPORT DES MDECINS GNRALISTES

    Groupe de mdecins gnralistes des communes de Evere et Schaerbeek

    Table des Matires

    1 ________________________________ LObservatoire de la Sant et du Social______________________________________________________________ 26

    2 Les Mdecins Gnralistes : quel rle dans le champ de lenvironnementet plus particulirement dans celui du logement Bruxelles ___________27

    3 ___________________________________________________Recherche Action______________________________________________________________ 28

    3.1 __________________________________________________Dfinition___________________________________________________________28

    3.2 ______________________Les acteurs chercheurs : inclusions des MG___________________________________________________________29

    3.3 Elaboration dune liste de thmatiques possibles sur sant-environnement___________________________________________________________30

    3.4 _______________La question de recherche et choix de la mthodologie

    ___________________________________________________________31

    3.5 ____________________________Droulement de la Recherche-Action___________________________________________________________32

    3.5.1 Runions ...............................................................................................................323.5.2 Observation sur le terrain......................................................................................363.5.3 Identification des difficults .................................................................................383.5.4 Rflexion sur les pistes de solution.......................................................................39

    23

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    24/147

    3.5.5 Recentrage de la recherche ...................................................................................393.5.6 Rencontres avec personnes ressources..................................................................403.5.7 Interpellation des pouvoirs publics communaux ..................................................403.5.8 Mise en pratique des collaborations de terrain .....................................................413.5.9 Diffusion de la sensibilisation vers les confrres mdecins gnralistes..............41

    3.5.10 Utilisation et test doutils ( CRIPI et Qui SQuAT la demeure d votrepatient ?)..............................................................................................................................413.5.11 Quelques conclusions sur la problmatique sant-logement au terme de larecherche-action....................................................................................................................42

    3.6 ________Processus de la Recherche-Action : points positifs et obstacles___________________________________________________________43

    4 _Evaluation pour MG : changement des pratiques, valorisation, travail enrseau ________________________________________________________44

    5 __________________________________________________________cas tmoins______________________________________________________________ 45

    5.1 ________Analyse de contenu des cas par une grille de lecture commune___________________________________________________________45

    5.1.1 Caractristiques socio-dmographiques................................................................465.1.2 Caractristiques du logement................................................................................465.1.3 Environnement gographique ...............................................................................465.1.4 Problmes de sant................................................................................................465.1.5 Facteurs de sant influenant positivement ou ngativement la sant..................475.1.6 Lien sant-logement..............................................................................................475.1.7 Solutions proposes ..............................................................................................475.1.8 Rflexions/discussions propos du mdecin gnraliste .....................................475.1.9 Obstacles rencontrs .............................................................................................48

    5.2 ______________________________________Trois exemples + photos___________________________________________________________49

    5.2.1 CAS A..................................................................................................................495.2.2 CAS B ..................................................................................................................525.2.3 CAS C ..................................................................................................................54

    6 _______________________________________________________Remerciements______________________________________________________________ 58

    7 _________________________________________________________ Abrviations______________________________________________________________ 58

    24

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    25/147

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    26/147

    LObservatoire de la Sant et du Social

    Lobservatoire de la Sant et du Social de Bruxelles a pour mission, entre autres,

    de rassembler et danalyser les informations concernant la sant des bruxellois.Il doit faire en sorte que ces informations soient utilises par les dcideurs pourmener des politiques cohrentes et quelles soientdiffuses auprs des acteursde terrain pour leur permettre doptimaliser leur travail quotidien.Mais peu dinformations proviennent de la premire ligne de soins etlObservatoire a dj eu comme souci dy pallier. Il a ainsi command une tudede faisabilit projet de recueil de donnes par le mdecin gnraliste quisest droul durant lanne 2000.En lan 2002 il a t dcid de proposer aux mdecins gnralistes bruxellois departiciper une recherche-action sur la problmatique sant logement.

    Pourquoi la problmatique sant-logement ?

    Lattention de lObservatoire a t attire sur la problmatique des liens entre lasant et lhabitat dans la rgion bruxelloise par diffrentes sources.Des habitants isols ou reprsents par des associations, des professionnels desant de premire ligne, des travailleurs sociaux, des services de soins domicile tmoignent rgulirement de limpact ngatif sur la sant physique et/oumentale de logements insalubres, mal insonoriss, mal adapts aux capacits deleur habitants (personnes ges, handicapes, malades chroniques, jeunesenfants) ou dont lenvironnement immdiat est inscurisant ou inscuriss.La qualit du logement conditionne aussi fortement la qualit des soins primaires

    : possibilit dassurer une prise en charge domicile, compliance au traitement,contraintes dhygine minimale,Dautre part les donnes de sant Bruxelles rvlent limportance deproblmes de sant qui peuvent tre plus ou moins directement lis lhabitat,par exemple:

    - Lasthme est en augmentation et concerne environ 15 % des enfants Bruxelles, les allergnes prsents dans les lieux de vie sont trs souventen cause : acariens, moisissures, blattes, animaux domestiques

    - Dans les annes 90, lintoxication au plomb concernait 11 % des jeunesenfants qui vivaient dans les communes de la premire couronne. Cetteintoxication a des rpercussions sur le dveloppement neuromoteur des

    enfants et si, elle est importante, peut avoir des rpercussions vitales.- Les accidents domestiques domicile causent plus de 200 dcs par an Bruxelles. Les personnes ges sont les plus concernes par cesaccidents mortels. 35 % de ces dcs sont dus des chutes. Les causesdes accidents qui se droulent la maison sont multiples : chutes lies linadaptation du logement, intoxications (250 personnes sontintoxiques par le CO chaque anne Bruxelles et on dplore 8 9dcs par an) etc..

    26

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    27/147

    Enfin, de nombreuses recherches scientifiques publies ces dernires annesmettent en vidence les liens entre sant et habitat. Les mcanismes quiexpliquent limpact de la qualit du logement sur ltat de sant sont de mieux enmieux connus. Ils impliquent entre autres le niveau de pollution intrieure(moisissures, solvants, pesticides, plomb, etc.), les caractristiques physiques du

    logement (humidit, temprature), les nuisances sonores ou les caractristiques(sociales ou environnementales) de lenvironnement immdiat.Sil existe donc un consensus autour du constat des liens entre lhabitat et ltatde sant, les informations permettant dlaborer des politiques de sant et delogement prventives et curatives, pertinentes pour la rgion bruxelloise, sontencore trop fragmentaires.

    Les Mdecins Gnralistes : quel rle dans le champ delenvironnement et plus particulirement dans celui du

    logement Bruxelles

    Les fonctions du mdecin gnraliste (MG), telles que dfinies par le Forum desAssociations de Gnralistes (FAG), inclut une fonction dacteur de santcommunautaire et dacteur central dans un rseau de soins. Le MG est uneinterface entre la sphre du priv (intrieur) et celle du public lextrieur.

    Par ses visites domicile et sa connaissance au long cours des patients et deleur famille (parfois sur plusieurs gnrations), il est un tmoin privilgi pourmettre en vidence les liens entre sant et logement. De plus il travaille dans une

    aire gographique assez dtermine. Ce professionnel de terrain devient ainsiun vritable acteur de sant publique, mais ce rle est trop souvent mconnu etencore moins exploit au service de la communaut.

    Des MG travaillant en maison mdicale avaient par ailleurs particip llaboration dun outil sur les liens entre symptmes et pollution intrieure dansun travail de collaboration entre lInstitut Bruxellois de la Gestion delEnvironnement (IBGE) et la Fdration des Maisons Mdicales.

    Lien: Qui SQuATte la demeure de votre patient ?

    En 2000 - 2001, lenqute de faisabilit sur le recueil de donnes par le mdecingnraliste demande par lObservatoire de Sant de la rgion de Bruxelles-Capitale a montr que les MG impliqus dans le processus avaient t motivspar la confrontation des pratiques et le travail de groupe, par une ralisationconcrte et utile en mdecine gnrale, par la participation une recherche enmdecine gnrale et par la prise en compte de lenvironnement dans la relationpatient-mdecin.

    27

    http://www.ibgebim.be/francais/contenu/content.asp?ref=1813http://www.ibgebim.be/francais/contenu/content.asp?ref=1813
  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    28/147

    LObservatoire a cherch valoriser cette expertise des MG en les invitant participer une recherche-action sur les liens entre sant et logement.

    Deux expriences de recherche-action se sont droules entre septembre 2002et juin 2004 : celle-ci avec des mdecins gnralistes francophones travaillant

    Evere et/ou Schaerbeek ; et un groupe de mdecins gnralistesnerlandophones travaillant sur les communes de Anderlecht et/ou Molenbeekqui ont rdig un autre rapport, disponible sur le site de lObservatoire de laSant et du Social.

    Recherche Action

    La recherche-action MG et liens entre sant et logement sest droule dedcembre 2002 juin 2004 aprs une phase prparatoire mene par le

    mdecin relais , lui-mme mdecin gnraliste dans la rgion bruxelloise,qui sest charg des contacts avec des associations spcialises en logement,de la recherche bibliographique et du recrutement des mdecins gnralistes ; letout en collaboration troite avec la directrice scientifique de lObservatoire de laSant et du Social de la Rgion de Bruxelles-Capitale.

    Le projet sest entour dun comit daccompagnement qui rassemble :- Observatoire de la Sant et du Social- IBGE / BIM- Le Centre Universitaire de Mdecine Gnrale des universits VUB, UCL,

    ULB

    - La Socit Scientifique de Mdecine Gnrale (SSMG)- BROH/AATL- Les fdrations des associations de MG : FAMGB et BHK- Les 2 mdecins relais

    Son rle est de rassembler des experts des trois domaines concerns (lamdecine gnrale, le logement et lenvironnement) pour offrir cetteexprience des avis, des suggestions, un questionnement critique.Il sest runi le 20 janvier 2003 et le 9 dcembre 2003.

    Dfinition

    La recherche-action est une mthode de recherche qualitative o les acteurs (iciles MG de terrain) sont chercheurs et o le chercheur est impliqu dans laction.Cest une dmarche collective qui suit une logique circulaire o le problmesoulev est questionn et une action est entreprise pour rsoudre le problme ouprovoquer un changement.

    28

    http://www.observatbru.be/fr/Sante/environement.asphttp://www.observatbru.be/fr/Sante/environement.asphttp://www.observatbru.be/fr/Sante/environement.asphttp://www.observatbru.be/fr/Sante/environement.asp
  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    29/147

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    30/147

    Elaboration dune liste de thmatiques possibles sur sant-environnement

    Une recherche bibliographique est effectue par le mdecin-relais et compltepar celle dun collaborateur de lObservatoire de la Sant.Une liste des thmatiques possibles est ainsi labore et propose au groupe

    des MG afin de faciliter la dfinition de la question de recherche laborerensemble.Elle est prsente la premire runion et se prsente comme suit :

    Salubrit du Logement

    I. Pollution IntrieureA. Aspects gnrauxB. Intoxications et accidents domestiques (lments tiologiques)

    1. Plomb et autres mtaux lourds2. pesticides

    3. tabac4. CO5. composs volatiles6. produits domestiques (nettoyage, solvants)

    C. Allergies (lments diagnostiques)1. asthme2. dermatites

    D. Allergies (lments tiologiques)1. acariens2. animaux domestiques3. moisissures4. plantes

    E. Infections des voies respiratoires suprieuresF. Cancers

    MsothliomeG. Dsordres peu spcifiques

    Cphales, troubles neurologiques, fatigueH. Traitement et/ou Prvention

    1. li lhabitat : isolation , chauffage, matriaux2. li au comportement : ventilation, nettoyage3.

    II. Qualit du LogementA. Equipement (lments tiologiques)

    lectricit, tapis sanitaires, eau chaude. gestion des dchets espace par habitant chauffage

    B. Equipement (lments diagnostiques)Accidents domestiques : chutes, brlures, lectrocution

    30

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    31/147

    C. Environnement bruit pollution industrielle

    III. Liens avec la Sant Mentale troubles du sommeil

    troubles du comportement stress voisinage

    Accs au Logement

    I. Juridique Lgislations fdrales, rgionales, communales Bail Dfenses des locataires et des propritaires

    II. Financier

    Primes la rnovation ADIL Logement social et AIS

    III. Accompagnement Social Public : CPAS, commune Priv : asbl

    Le sujet de la recherche-action avait t impos par lObservatoire de la Sant : liens entre sant et logement . Le problme tudier par contre devaittre choisi parmi cette liste par le groupe, phase initiale du processus de larecherche-action qui dbutait. La pratique et la patientle de chaque mdecin

    gnraliste est propre et particulire ; les milieux de vie et lhabitat des patientssuivis galement.Il na pas t possible de se mettre daccord demble sur une thmatique ; maislintrt pour plusieurs sujets a t manifeste dont celui de la sant mentale, laqualit du logement et les allergies.

    La question de recherche et choix de la mthodologie

    Afin de tenter darriver un consensus et ainsi de dterminer ensemble unepriorit de recherche nous avons propos lexercice dobserver le logement de

    nos patients lors des visites domicile pendant une semaine. Les observationsont t rpertories selon la grille suivante.

    patient logement

    n Age sexe plainte/pathologie 1re impression gnrale tiologie/pathogne

    31

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    32/147

    Quatre mdecins ont rempli la grille, soit 125 contacts pendant 24 jours-mdecins.Les motifs du contact ainsi que les impressions donnes par le logement sonttrs varis, mais ressortent le plus frquemment tabac (7x), petite taille (6x), etsalet (10x). Sont galement cits : animaux, bruit, manque daration,

    insalubrit.Lors de certaines visites, le mdecin a pu observer un lien possible ou probableentre la pathologie et le logement : manque de chauffage et IVRS ;exigut/salet et dpression/problme relationnel ; tabac et artrite/bronchite ;logement inadapt et ge ; trouble de voisinage et violence.Il ne nous est pas possible de dgager un lment prpondrant, dautant plusque tous les MG nont pas fait lexercice ; et que nous ne voulons pas exclurelun ou lautre participant.De plus, si une recherche quantitative devait tre entreprise, nous avons craintde ne pas avoir un chantillon assez important.

    Les participants dsirent valoriser le rle spcifique (globalit, continuit dans laproximit, relation long terme) quils ont en tant que mdecin gnraliste lorsdune intervention o sant et logement semblent lis.La recherche qualitativeparat donc la plus indique.Il est dcid de se lancer dans une tude de casavec prsentation de un ouplusieurs cas par chaque mdecin participant.Le cas peut tre un individu, une famille, une maison, un immeubleLa question de recherche est formule de la sorte :

    dans notre pratique de mdecin gnraliste, comment identifier traiter

    prvenir les problmes de sant influencs par le logementet les

    problmes de logement qui influencent la sant de nos patients ?

    Droulement de la Recherche-Action

    Runions

    Les runions de travail se sont faites sur un rythme mensuel les mardi soirs de20h30 23h30, au domicile ou au cabinet des mdecins participant, dans uneambiance conviviale.La participation est trs rgulire et active. Lorsque nous arrivons aux runionsconsacres la prsentation de cas cliniques, un trs grand respect se fait sentir

    32

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    33/147

    de la part du groupe vis vis du MG qui expose et en quelque sorte sexpose aussi.Le moment dchange informel qui prcde chaque runion semble un momentimportant, dautant plus que la majorit des MG impliqus ont une pratique ensolo.

    Dates et rsums des runions :

    i. 17 /12/2002Il sagit de la runion de prsentation : Observatoire de la Sant et Tableau deBord ; dfinition dune recherche-action ; choix dune thmatique de recherche. Ilest dcid de remplir une grille dobservation sur le statut de sant et delogement de nos patients afin densemble dgager la priorit de recherche (voir3.3).

    ii. 28 /01/2003

    Le groupe sest agrandi 8 mdecins non compris le mdecin gnraliste relais.La grille a t remplie par 4 MG sur 6. Pas de thme particulier qui ressort et faitlunanimit. Le groupe veut valoriser le rle spcifique du mdecin gnraliste(globalit et continuit des soins). Il est dcid de procder une tudequalitative par tude de cas (voir 3.4).

    iii. 25 /02/2003Discussion sur le guide mthodologique de lIBGE Qui SQuATte la demeure devotre patient ? Ou quels polluants intrieurs peuvent tre lis des problmes desant ? que plusieurs MG ont test la demande du promoteur du guide. Lesremarques et suggestions sont transmises au promoteur.Prsentation de cas o existe un lien sant-logement par 3 MG.Il est constat que les MG prsents pensent plus spcifiquement aux questionsrelatives au logement depuis le dbut de la R-A.

    iv. 01/04/2003Prsentation de cas par 3 MG.

    A cette occasion un des MG chercheur nous a fourni des informations trspertinentes sur la prvention des chutes chez les personnes ges ( valuationdes risques lis lenvironnement et exercices pour les personnes avecautonomie fonctionnelle tirs des recommandations de bonne pratique de laSSMG).

    v. 29/04/2003Prsentation de cas par 2 MG.Dr. Myriam De Spiegelaere, directrice scientifique de lObservatoire, est prsente la runion afin de dterminer ensemble la suite donner notre recherche-action.

    Au total 15 cas ont t prsents.

    33

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    34/147

    Face la complexit des situations, le manque de moyens des MG, et leursentiment dimpuissance, il semble important de crer des ponts efficaces entre les MG et les autres services au niveau de la commune. Il est dciddidentifier les personnes-relais ou mdiateurs entre le mdical et le social (ausens large du mot) autour des questions du logement.

    vi. 17/06/2003Chaque mdecin participant a list le nombre de cas quil a rencontrs sur unepriode dtermine et qui ncessiteraient lintervention dune personne relais.Il ressort, en moyenne, que chaque mdecin - lors de ses visites domicile -rencontre un cas tous les 3 jours o le problme de sant est en lien avec lelogement et ncessiterait lintervention dun autre secteur, do la ncessit dunmdiateur. Une majorit de cas concerne les personnes ges.Il est dcid de dterminer quelle aide au niveau du logement est utile etncessaire pour le maintien domicile dune personne ge en bonne sant .(voir 3.5.2)

    vii. 22/09/2003Runion conjointe entre MG francophones et MG nerlandophones engagsdans la recherche-action sant et habitat lapport des mdecinsgnralistes afin de se rencontrer et de partager le travail dj entam. Elle estouverte tout autre MG intress par la dmarche.Prsentation de lambulance verte de CRIPI et du guide mthodologique delIBGE cit plus haut.Les questions et le dbat qui sen suit permettent entre autres derequestionner la manire dont on rassemble les informations et leur pertinence,et de rappeler la transversalit de la thmatique : sant logement -environnement.

    viii. 09/10/2003Dans un premier temps nous faisons le feed-back de la runion plnire etnotamment la mise en vidence de la complexit des liens entre sant etlogement (intrication du social, environnemental, familial, psychologique,sant) qui nest pas dcrit de la sorte dans la littrature o les problmes sontanalyss un par un. Et de limportance de transmettre cette expertise trsspcifique la pratique des MG vers les dcideurs de politiques de sant et versdautres acteurs institutionnels tels que ceux du logement et de lenvironnement.Puis, nous entamons la discussion sur la suite donner notre travail derecherche-action dans le concret. Dans un premier temps les MG rassemblentles informations sur les organismes dj existants pouvant venir en aide auxpersonnes ges qui souhaitent rester domicile malgr problmes de logementinadapt, tels des services de soins et daide domicile.

    ix. 18/11/2003Des membres du groupe interdisciplinaire EMPOWERMENT (o sont galementimpliqus des MG de Schaerbeek) sont invits. Ils se runissent rgulirement

    34

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    35/147

    pour rflchir ensemble laccompagnement des personnes ges domicile.Nous recevons Madame Debaets, assistante sociale au Centre Familial etMadame Decorte, ergothrapeute au CHU Brugmann.Voir coordonnes en annexe.

    x. 02/12/2003Information sur le follow-up des cas prsents en dbut danne.Nous prparons la prochaine runion o seront invites les personnes identifiesencore officieusement comme nos relais communaux pour Evere et Schaerbeek.En effet, il nous semble indispensable de pouvoir mettre un nom et un visage surlinterlocuteur communal que nous serons mme de contacter pour rsoudreun problme de logement chez nos patients.

    xi. 22/01/2004Rencontre de deux personnes travaillant la commune dEvere qui nous fontpart dun service communal Action Sociale qui dans le domaine du

    logement peut servir de courroie de transmission entre la population de lacommune et le logement social, la rgie foncire et les agences immobiliressociales.

    xii. 17/02/2004Absence de notre invite de la commune de Schaerbeek. Nous dcidonsdinterpeller par crit les collges des bourgmestres et chevins des 2communes.Discussion autour de 2 nouveaux cas prsents par des MG du groupe : un casde suspicion dintoxication au CO et un cas pour qui le mdecin traitant a faitappel lambulance verte.

    xiii. 16/03/2004Le point est fait sur les diffrents contacts pris avec des reprsentants du mondepolitique communal.

    A Evere : pas de nouveau contact. Nous attendons dabord la raction la lettreque nous envoyons trs prochainement afin quune rencontre officielle puisse sefaire.

    A Schaerbeek :- Madame DECOUX , prsidente du CPAS de Schaerbeek, a t

    rencontre par plusieurs des mdecins prsents lors dune runion duconseil dadministration de lAMGES.( Elle a remplac Marc Struyf).

    - Madame Michle MULDERS (MM), co-conseillre la commune deSchaerbeek, a t rencontre par Vronique du Parc le 9 mars.Le service co-conseil est attach lchevinat de lurbanisme et delenvironnement.Mme Mulders coordonne le plan durgence de la commune, et dans cecontexte rencontre Mmes Vanderputten et Slypsteens de la communedEvere. Elle propose que nous crivions au bourgmestre ( BernardClerfayt qui a entre autres la salubrit, lurgence, la permanence sociale et

    35

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    36/147

    les contrats de scurit dans ses attributions) et lchevine delurbanisme en faisant rfrence notre entretien, et ce afin de susciterune rencontre.La problmatique sant-logement que nous soulevons peut tre lie au dveloppementdurable vu les questions dchanges entre secteurs et de transversalit.

    La lettre que nous dcidons denvoyer aux responsables politiques des 2communes est corrige et elle sera envoye sur papier entte de lAMGES. (voirannexe)

    xiv. 27/04/2004Monsieur Geradin, assistant social au service Action Sociale de la communedEvere, est invit notre runion, suite la demande du collge chevinal deEvere qui dsire un claircissement sur notre demande. Il en informera le collgedes bourgmestres et chevins avant que ces derniers ne prennent une dcision.

    Aprs son dpart nous travaillons sur la relecture des cas cliniques.

    xv. 25/05/2004Une grille de lecture commune a t construite par 2 MG et le mdecin-relaispuis utilise pour retranscrire les 15 cas exposs au cours de la recherche-action. Elle a t remise chaque MG pour quil la complte.Raction des personnalits politiques communales :

    - Evere : Un des mdecins responsables de lAMGES a t contactoralement par le collge chevinal pour lui dire que M. Geradin estdsign officiellement comme personne-relais ou rfrent pour lesproblmes de logement que rencontreraient les MG.

    - Schaerbeek : toujours pas de rponse. Le bourgmestre sera recontact.

    xvi. 22/06/2004Runion dvaluation en prsence du Dr. Myriam De Spiegelaere, directrice delObservatoire de la Sant.

    Observation sur le terrain

    La recherche-action est base ds le dbut sur un travail de terrain quotidien dela part des mdecins gnralistes impliqus. Le questionnement sur lesproblmes liant sant et logement se fera au dpart de leur intrt et ouverturesur cette problmatique afin darriver terme amliorer leurs pratiques vis vis de leurs patients.Des grilles dobservation sont utilises deux reprises afin davancer dans la

    recherche-action.

    Lors de la phase exploratoireDs la premire runion (17/12/2002), afin de dfinir la priorit de recherche ila t propos didentifier, lors des visites domicile effectues sur unepriode dtermine, les plaintes ou pathologies des patients et en regard lespremires impressions du logement ainsi que les liens possibles entre lesdeux (voir 3.3 et 3.4).

    36

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    37/147

    Cest cette occasion quest apparue lextrme diversit de lexpression dulien entre sant et logement.

    tudes de casAu total 15 situations cliniques de patients ont t exposes par les MG

    chercheurs. Ce sont des situations o existent un problme de sant et o lelogement est dficient. Le cas anonyme est dcrit, les difficultsauxquelles est confront le MG sont exposes, puis le tout est discut engroupe.Les cas ont t retenus davantage pour leur exemplarit que pour leurcaractre reprsentatif.Chaque cas est relat oralement et des notes sont prises par crit ; certainssont enregistrs.

    La complexit de beaucoup de situations et le sentiment dimpuissance quien dcoule sont le point de dpart dune recherche de solutions et de la mise

    en place des premires actions (voir 3.5.6 > 3.5.9).Une analyse de contenu sera effectue et 3 cas parmi les 15 serontprsents comme tmoins .

    Lors du recentrage de la rechercheAprs la prsentation des 15 tudes de cas cliniques (29/04/2003) et face la complexit des situations qui entrane un sentiment dimpuissance dans lechef des MG, il est dcid didentifier les problmes de sant lis aulogement qui ncessiteraient lintervention particulire dun autre secteur quele secteur mdical afin de rsoudre le problme.Chaque MG est invit remplir la grille suivante lors de ses visites domicile

    pendant une priode dtermine.

    PROBLEME de LOGEMENT en lien avec la SANTE qui ncessiterait unRELAIS

    Docteur :Date dbut : Date fin :

    commune d durgence locataire/propio problme

    - est not chaque cas o il existe un lien suppos ou certain entre logementet sant- la commune permettra de faire un dcompte quantitatif et anonymis

    pour les futurs ventuels interlocuteurs- la notion de locataire ou propritaire pourrait tre utile dans la

    recherche future dune solution

    37

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    38/147

    - problme : les items sont ouverts ( les MG peuvent sinspirer desfeuilles remises la premire rencontre avec la liste des thmes etproblmatiques ).

    38 cas sont rpertoris par 7 MG pendant un nombre total de 100 jours

    dobservation. Les mdecins gnralistes observent donc en moyenne une foistous les 3 jours une situation o le logement du patient semble li sonproblme de sant et ncessiterait lintervention dun autre secteur que lemdical.Si nous nous limitons aux 2 communes qui nous concernent plusparticulirement, les logements recenss sont situs pour moiti Schaerbeeket pour moiti Evere. Les patients vus dans ce contexte sont deux fois plussouvent locataires que propritaires.Les problmes rencontrs touchent dans 54% des cas la qualit du logementet plus spcifiquement son amnagement ou quipement afin de pouvoirmaintenir le patient domicile. Il sagit alors le plus souvent de personnes ges.

    Sont galement cits des problmes lis laccs au logement (juridique,financire et daccompagnement social), des questions dordre psycho-social ouen lien avec la sant mentale, des problmes graves et urgents dinsalubritvidente.

    Identification des difficults

    - Il existe une varit trs grande de problmatiques o sant et logementsont lis. De plus les sensibilits personnelles diffrent en fonction duvcu comme MG de chaque mdecin chercheur, pour certains une enviedtayer des rapports entre logement (au sens large du mot en y incluantla dimension du quartier) et sant mentale et pour dautres des besoins de

    (in)formation plus prcis sur des sujets tels lintoxication au CO ou lesaturnisme. Nous nous sommes trouvs devant limpossibilit de dgagerla question de recherche aprs un premier tour de table lors de la phaseexploratoire et nous avons pris la dcision ds lors de procder unequantification des problmes sur une semaine (voir 3.4).

    - Lapprentissage de la mthode de recherche-action o chaque MG est la fois acteur et chercheur est lent et se fait progressivement.

    - Face la complexit des cas que nous avons dj voque plus haut sedgage un sentiment dimpuissance et disolement du MG.

    - Le MG surtout sil travaille en solo aura moins doccasions pourchanger sur les cas qui sont les plus lourds et les plus complexes. Etprobablement moins de temps pour accomplir des dmarches qui sortentde ses tches habituelles.

    - Les mdecins chercheurs font remarquer que la formation des MG estinsuffisante en matire denvironnement.

    38

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    39/147

    Rflexion sur les pistes de solution

    Dans chaque situation expose lors de ltude qualitative par tudes de cas, leMG a eu son analyse spontane sur le problme et a dcid dentamer ou nonun certain nombre de dmarches qui dpassent le cadre strict de son rle de MGcuratif. Mais il est souvent insatisfait de la situation globale et de la rponse

    partielle voire parcellaire quil peut donner. Et revient une question rcurrente :quel rle ai-je comme MG? De soigner la personne mais aussi sonenvironnement ? Et si oui, avec quels outils? Quelles sont mes limitesdintervention ?

    Les MG (et leurs patients) cherchent une rponse globale et adapte auproblme de logement identifi comme (co-)responsable de leur problme desant, mais la grande complexit de beaucoup de cas et lintrication de diffrentsfacteurs ncessite une intervention extrieure celle du MG qui ne peut passoccuper de tout.Ce nest ni le rle du MG, ni de sa comptence et de plus il napas le temps de pouvoir le faire.

    Il a donc t dcid de chercher une personne ou structure de rfrence qui soitmdiateur ou interface entre le secteur mdical et un autre secteur. Ce secteurpeut tre social, juridique, environnemental, li la structure du logement ou son entretien etc Mais comment crer des ponts efficaces entre les MG etdautres intervenants ?

    Afin de mieux dfinir le profil de la personne ou structure recherche et de tenterde quantifier le recours une telle aide, nous procdons pendant un tempsdtermin une tude dobservation sur les problmes de sant lis aulogement qui ncessiteraient un relais vers un autre secteur que le secteurmdical (voir 3.5.2 ).Il faudra encore dterminer quelle sera la place du MG dans la concertation avec

    ce mdiateur.

    La zone gographique/politique qui semble la plus approprie est la commune ;le quartier ne semblant pas tre une entit oprationnelle pour le MG dont leprimtre dintervention est parfois fort large, certains dentre nous travaillant surplusieurs communes.

    Il est rappel que le recours lambulance verte (CRIPI) peut tre une aidediagnostique face un problme de sant quand la pollution intrieure pourraittre incrimine.

    Recentrage de la recherche

    Suite aux rsultats de cette petite tude explicite plus haut (voir3.5.2) il estdcid de dterminer quelle aide est utile et ncessaire pour maintenir domicile une personne ge qui a des difficults de sant dans ou cause deson logement . Ce thme plus cibl rencontre lapprobation de tous lesmdecins chercheurs qui se sont dj vus confronts ce problme et souventavec un tas de questions non rsolues.

    39

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    40/147

    Rencontres avec personnes ressources

    Ce sont les mdecins chercheurs qui font les dmarches partir de leur carnetdadresse personnel ou via diverses institutions telles les mutuelles.

    Dune part nous rassemblons un certain nombre dinformations dans le domainestrictement des soins comme les services de tl-vigilance et de soins domicilepar exemple. Et dautre part nous cherchons rencontrer des personnesressources afin dlargir le rseau et dlaborer une liste de rfrences qui seraporte la connaissance de tous les MG de lAMGES via leur bulletin interne(voir annexe).

    - Rencontre de membres de : Centre familial et groupe Empowerment quinous explicitent tant leur philosophie de travail que les modalits pratiques

    - Rencontre informelle avec deux personnes de la commune dEvere quiont suivi une formation sant-environnement dispense par lIBGE etlULB

    - Rencontre de lco-conseillre de la commune de Schaerbeek et de laprsidente du CPAS par quelques mdecins.

    Toutes ces personnes sont fort intresses par notre dmarche et se montrentprtes collaborer.Il semble de plus en plus vident quil manque une structure/ personne au niveaucommunal qui soit officiellementdsigne par les autorits politiques et qui toutMG puisse sadresser sil rencontre un patient de la commune prsentant unproblme li son logement. Son rle serait danalyser le problme avec le MGet de contacter ou de mettre en place le service adquat.Reste les difficults autour du temps de coordination pour des problmes varis

    et intriqus dans une mme situation, par ex : amnagement par rampe courante+ autonomie + isolement pour dmarches mdicales.

    Interpellation des pouvoirs publics communaux

    Il nous semble important dviter toute stigmatisation sur la pauvret quand nouscherchons solutionner un problme de logement pour tout patient, quelle quesoit sa situation socio-conomique. Aussi, il nous semble prfrable que lapersonne-relais ou mdiateur soit issu de la commune et non du CPAS.Nous crivons, la mi-mars 2004, une lettre aux bourgmestres et chevinsconcerns des communes de Schaerbeek et Evere (voir annexe) afin quils

    dsignent au sein de leurs services une personne-relais ou mdiateur.La commune dEvere nous fait rencontrer rapidement lassistant social du serviceAction Sociale qui sera par la suite dsign comme personne rfrente.La commune de Schaerbeek ragit plus tardivement et sans proposer derponse pratique notre demande. Nous sommes quelque peu dcourags,mais dcidons de les inviter une runion de lAMGES aprs lt 2004 pourprciser notre demande : nous ne voulons pas dargent mais la possibilit decontacter officiellement une personne dj en place la commune avec qui les

    40

  • 8/12/2019 Actieonderzoek Gezondheid en Huisvesting de Inbreng Van de Huisartsen

    41/147

    MG pourront permettre une continuit de prise en charge autour du problme linterface sant-logement.

    Mise en pratique des collaborations de terrain

    Nous apprenons fin juin 2004 que Monsieur Geradin de la commune dEvere estdaccord de collaborer avec les MG dans son rle officiel de mdiateur sant-logement, en particulier vis vis des personnes ges. Il reste maintenant valuer la faisabilit et les premiers rsultats de collaboration.

    Diffusion de la sensibilisation vers les confrres mdecins gnralistes

    Il nous est trs vite apparu quil serait intressant et utile de pouvoir faire part denotre intrt accru sur les questions de logement et pollution intrieure auprs denos pairs.Les MG de lassociation AMGES sont informs de lavancement de la recherche-

    action par leur bulletin mensuel Amges News de fvrier et mai 2004 danslequel est galement inclus un listing des aides domicile (voir annexe).Le 16 septembre 2004 la runion de formation continue de lAMGES a tconsacre la pollution intrieure. Le sujet a t prsent par un excellent power-point labor par un des mdecins chercheurs. Les participants sontrepartis avec un document reprenant les conseils pratiques donner poursolutionner quelques cas de pollution intrieure.Cette mme prsentation avait t donne lors dun GLEM pour des MG de lacommune dIxelles quelques mois plus tt lors de 2 sances et avec unedmonstration de loutil qui SquATte ; et un autre GLEM sur la communeEtterbeek se montre intress pour le futur.

    Une nouvelle formation de sensibilisation la pollution intrieure et destine auxmdecins sera organise en octobre et novembre 2004 par lcole de santpublique de lULB et lIBGE.

    Utilisation et test doutils (CRIPI et Qui SQuAT la demeure de votre patient ?)

    CRIPI na pas t beaucoup utilis par les MG participant pendant la dure de la

    recherche-action. Il pourrait ltre davantage, mais la difficult rside dans le fait quil

    ne propose pas vraiment de solution une fois le diagnostic environnemental fait, le lien

    de cause effet entre les rsultats des analyses effectues par CRIPI et les symptmes

    nest pas donn. Avec comme consquence un dcouragement du MG qui ne pourrait

    pas venir en aide