Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0...

80
IHB NL 2008-6 331174 INSTALLATIEHANDLEIDING Aard-warmtepomp NIBE F1255PC

Transcript of Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0...

Page 1: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

IHB NL 2008-6331174

INSTALLATIEHANDLEIDING

Aard-warmtepompNIBE F1255PC

Page 2: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

SnelgidsNavigatie

Toets OK (bevestigen/selecteren)

Toets Terug (terug/ongedaanmaken/afsluiten)Selectieknop(verplaatsen/verhogen/verlagen)

Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 35.

Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen wordt beschreven op pagina 37.

Het binnenklimaat instellen

2X

BINNENKLIMAAT

WARMTEPOMP INFO

WARMTAPWATER

De modus voor het instellen van de binnentemperatuur opent u door in de startmodus in het hoofdmenu tweekeer de OK-knop in te drukken.

Warmtapwatervolume verhogen

2X

1X

Om de hoeveelheid warm water tijdelijk te verhogen, draait u de selectieknop eerst naar menu 2 (waterdruppel)en drukt u vervolgens 2 keer op de OK-knop.

Page 3: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

41 Belangrijke informatie4Veiligheidsinformatie

4Symbolen

4Keurmerk

5Serienummer

5Terugwinning

5Informatie met betrekking tot milieueffecten

6Inspectie van de installatie

72 Bezorging en verwerking7Transport

7Montage

8Geleverde componenten

8Verwijderen van de buitenmantel

9Verwijdering van onderdelen van de isolatie.

103 Het ontwerp van de warmtepomp10Algemeen

12Distributiekasten

13Compressormodule (EP14)

144 Aansluiting van de leidingen14Algemeen

15Afmetingen en waterzijdige aansluitingen

16Bronsysteem

17Afgiftesysteem

17Koud en warm water

17Aansluitopties

195 Elektrische aansluitingen19Algemeen

21Aansluitingen

23Instellingen

25Optionele aansluitingen

28Accessoires aansluiten

306 Inbedrijfstelling en afstelling30Voorbereidingen

30Vullen en ontluchten

31Inbedrijfstelling en inspectie

33De koelcurve/stooklijn instellen

357 Bediening - Inleiding35Bedieningseenheid

36Menusysteem

398 Regeling - Menu's39Menu 1 - BINNENKLIMAAT

39Menu 2 - WARMTAPWATER

40Menu 3 - INFO

40Menu 4 - WARMTEPOMP

41Menu 5 - SERVICE

539 Service53Servicehandelingen

5910 Storingen in comfort59Alarm beheren

59Problemen oplossen

6211 Accessoires

6412 Technische gegevens64Afmetingen en aansluitingen

65Elektrische gegevens

66Technische specificaties

69Energielabel

73Index

79Contactgegevens

3InhoudsopgaveNIBE F1255PC

Inhoudsopgave

Page 4: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

VeiligheidsinformatieIn deze handleiding worden de installatie- en onderhouds-procedures voor uitvoering door specialisten beschreven.

De handleiding moet bij de klant worden achtergelaten.

Dit apparaat kan worden gebruikt doorkinderen vanaf 8 jaar of door personen metbeperkingen van psychische, zintuigelijkeof lichamelijke aard, of door personen metgebrek aan kennis en ervaring, wanneerzij onder toezicht staan en instructieshebben ontvangen om het apparaat veiligte gebruiken en zij de bijkomende gevarenbegrijpen. Kinderen mogen niet met hetapparaat spelen. Het reinigen en onder-houd dat door de gebruiker mag wordenuitgevoerd, kan niet zonder toezicht doorkinderen worden uitgevoerd.

Rechten om ontwerpwijzigingen door tevoeren zijn voorbehouden.

©NIBE 2020.

Er kan water uit de overstortleiding van hetoverstortventiel druppelen. De overstortlei-ding moet over de hele lengte naar een ge-schikte afvoer omlaag worden geleid. Voor-kom waterlussen in deze leiding. Bovendienmoet de leiding vorstvrij zijn aangelegd. Deoverstortleiding moet minmaal dezelfde dia-meter hebben als het overstortventiel. Deoverstortleiding moet zichtbaar zijn en deuitstroomopening moet open zijn. De openingmag niet te dicht bij elektrische onderdelenworden geplaatst.

F1255PC moet worden geïnstalleerd via eenwerkschakelaar. De kabeldikte moet bere-kend zijn op de gebruikte zekeringcapaciteit.

SymbolenVoorzichtig!Dit symbool duidt aan dat een persoon of demachine gevaar loopt.

LET OP!Dit symbool duidt belangrijke informatie aanover zaken waar u rekening mee moet houdentijdens installeren of onderhouden van de instal-latie.

TIPDit symbool duidt tips aan om het gebruik vanhet product te vergemakkelijken.

KeurmerkHet CE-keurmerk is verplicht voor de meesteproducten die in de EU worden verkocht, onge-acht het land waar ze zijn gemaakt.

CE

Classificatie van behuizing van elektrotechnischeapparatuur.

IP21

Gevaar voor personen of de machine.!

Lees de gebruikershandleiding.

NIBE F1255PCHoofdstuk 1 | Belangrijke informatie4

1 Belangrijke informatie

Page 5: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

SerienummerHet serienummer vindt u rechtsonder op het voorpaneel,in het infomenu (menu 3.1) en op het typeplaatje (PZ1).

Serienummer

LET OP!Voor onderhoud en ondersteuning hebt u het((14-cijferige) serienummer van het productnodig.

TerugwinningLaat het afvoeren van de verpakking over aande installateur van het product of aan specialeafvalstations.

Doe gebruikte producten niet bij het normalehuishoudelijke afval. Breng het naar een speciaal

afvalstation of naar een dealer die dit type service aan-biedt.

Het onjuist afvoeren van het product door de gebruikerleidt tot boetes volgens de actuele wetgeving.

Informatie metbetrekking totmilieueffectenF-GASSENVERORDENING (EU) NR. 517/2014Deze eenheid bevat een gefluoreerd broeikasgas, datonder het Verdrag van Kyoto valt.

De apparatuur bevat R407C, een gefluoreerd broeikas-gas met een GWP-waarde (aardopwarmingsvermogen)van 1 774. Laat dit niet ontsnappen R407C naar de at-mosfeer.

5Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieNIBE F1255PC

Page 6: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Inspectie van de installatieVolgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpenvoordat deze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd.

Vul bovendien de pagina voor de installatiegegevens in de Gebruikershandleiding in.

DatumHandteke-ning

OpmerkingenBeschrijving✔

Bronvloeistof (pagina 16)Systeem doorgespoeldSysteem ontluchtAntivriesExpansievatFilterbal (vuilfilter)OverstortventielAfsluitersInstelling circulatiepomp

Afgifte systeem (pagina 17)Systeem doorgespoeldSysteem ontluchtExpansievatFilterbal (vuilfilter)OverstortventielAfsluitersInstelling circulatiepomp

Elektriciteit (pagina 19)AansluitingenNetspanningFasespanningZekeringen warmtepompZekeringen woningBuitenvoelerRuimtevoelerStroomsensorenWerkschakelaarAardlekschakelaarInstelling van noodstand thermostaat

NIBE F1255PCHoofdstuk 1 | Belangrijke informatie6

Page 7: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

TransportF1255PC dient verticaal en droog te worden vervoerden opgeslagen. De F1255PC mag tijdens verplaatsingin een gebouw 45 ° naar achteren leunen.

Controleer of de F1255PC tijdens transport niet is be-schadigd.

LET OP!Het zwaartepunt van het product kan zich naarachteren verplaatsen.

Verwijder de buitenste panelen om deze tijdens hetverplaatsen in kleine ruimtes in gebouwen te bescher-men.

R

0

R0

VERWIJDEREN VAN DECOMPRESSORMODULEDe warmtepomp kan uiteen worden gehaald door decompressor module uit de kast te verwijderen. Dit ver-eenvoudigt het transport en onderhoud.

Zie pagina 55 voor instructies over de demontage.

Montage• Plaats F1255PC binnenshuis op een stevige onder-

grond die het gewicht van de warmtepomp kan dra-gen. Gebruik de verstelbare poten van het productvoor een horizontale en stabiele installatie.

30 - 50 mm

30 - 50 mm

15 - 40 mm

20-55 mm

• Aangezien er water uit de F1255PC komt, moet hetgebied waar de warmtepomp wordt geplaatst zijnvoorzien van een afvoer in de vloer.

• De warmtepomp moet in een niet-geluidsgevoeligeruimte met de rugzijde tegen een buitenmuur wordengezet om storende geluiden tegen te gaan. Indien ditniet mogelijk is, moet de opstelling in nabijheid vanslaapkamers of andere geluidsgevoelige kamers wor-den vermeden.

• Muren van geluidsgevoelige ruimten moeten metgeluidsisolatie worden uitgerust, waar u de eenheidook plaatst.

• Laat leidingen zodanig lopen dat ze niet worden beves-tigd aan binnenmuren die aan een slaap- of woonka-mer grenzen.

INSTALLATIEGEBIEDHoud een vrije ruimte van 800 mm vrij aan de voorzijdevan het product. Ca. 50 mm vrije ruimte aan iedere kantis nodig om de zijpanelen te verwijderen (zie afbeelding).De panelen hoeven niet te worden verwijderd bij service.Alle service aan de F1255PC kan vanaf de voorkantworden uitgevoerd. Laat ruimte vrij tussen de warmte-pomp en de muur erachter (en gelegde toevoerkabelsen -leidingen) om de kans op het produceren van trilge-luiden te verminderen.

(50) (50)

800

**

* Een normale installatie vereist 300 – 400 mm (alle zijkanten) vooraansluitingen, zoals kleppen en elektrische apparatuur.

7Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE F1255PC

2 Bezorging en verwerking

Page 8: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Geleverdecomponenten

LE

K

LE

K

LE

K

Stroomsensor1

3 x

Ruimtevoeler

1 x

Buitenvoeler

1 x

LEK

Niveaureservoir1

1 x

O-ringen

8 x

LEK

Overstortventiel0,3 MPa (3 bar)1

1 x

Filterbal

1 x G11 x G3/4

Compressieringkoppelingen

2 x (ø28 x G25)2 x (ø22 x G20)

1 Niet Italië en de DACH-landen.

LOCATIEDe set geleverde artikelen wordt boven op de warmte-pomp geplaatst.

Verwijderen van debuitenmantelPANEEL AAN VOORZIJDE

1

2

LE

K

LE

K

LE

K

LE

K

LE

K

1. Verwijder de schroeven van de onderrand van hetpaneel aan de voorzijde.

2. Verwijder het paneel door dit aan de onderrand opte tillen.

ZIJPANELENL

EK

LE

K

LE

K

De zijpanelen kunnen worden verwijderd om de installa-tie te vergemakkelijken.

1. Verwijder de schroeven van de boven- en onderrand.

2. Draai het zijpaneel iets naar buiten.

3. Beweeg het luik naar buiten en naar achteren.

4. Montage vindt in de omgekeerde volgorde plaats.

NIBE F1255PCHoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking8

Page 9: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Verwijdering vanonderdelen van deisolatie.Delen van de isolatie kunnen worden verwijderd om deinstallatie te vergemakkelijken.

ISOLATIE, BOVENKANT1. Ontkoppel de kabel van de motor en verwijder de

motor van de shuttleklep (zie afbeelding).

LEK

LEK

A

B

LEK

2. Pak de handgreep vast en trek het geheel recht naarvoren (zie afbeelding).

LEK

ISOLATIE, ELEKTRISCHE BIJVERWARMING

Voorzichtig!De elektrische installatie en onderhoud moetworden uitgevoerd onder toezicht van een er-kend elektrotechnisch installateur. De elektri-sche installatie en de bedrading moeten wor-den uitgevoerd conform de geldende voorschrif-ten.

1. Verwijder de afdekking voor de elektrische schakel-kast volgens de beschrijving op pagina 20.

2. Pak de handgreep vast en trek de isolatie voorzichtignaar u toe, zoals op de afbeelding.

LEK

9Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE F1255PC

Page 10: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Algemeen

F1255

BT7

QN10

BT2

EB1

UB1

QM34

QM22

UB3

AA4

AA4-XJ3

BT6

UB2

QM32

AA4-XJ4

SF1

QM33

XL1

XL6 XL7

XL4 XL3 XL2

FR1

PF1

PF2

QM31

W130

UN

BT7

QN10

BT2

EB1

PF1

UB1

QM34

QM31

BT6

UB2

QM32

QM33

PF2

QM22UB3

AA4

W130

SF1

AA4-XJ4

AA4-XJ3

XL1

XL6

XL4 XL3

XL7

XL2

FR1

EP14

BOVENAANZICHT

XL5 BT7

ACHTERAANZICHT

BF1

NIBE F1255PCHoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepomp10

3 Het ontwerp van dewarmtepomp

Page 11: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

AANSLUITING VAN DE LEIDINGENAansluiting, toevoer verwarmingssyteemXL1Aansluiting, retour van verwarmingssysteemXL2Aansluiting, koud waterXL3Aansluiting, warmtapwaterXL4Aansluiting, HWCXL5Aansluiting, bronvloeistof inXL6Aansluiting, bronvloeistof uitXL7

VVAC-ONDERDELENOntluchten, spiraalQM22Afsluiter, afgiftesysteem aanvoerQM31Afsluiter, retour verwarmingssysteemQM32Afsluiter, bronvloeistof uitQM33Afsluiter, bronvloeistof inQM34Wisselklep, afgiftesysteem/boilerQN10

VOELERS, ETC.Debietmeter**BF1Buitentemperatuursensor*BT1Temperatuurvoelers, toevoer verwarmingssys-teem

BT2

Temperatuurvoeler, warmtapwater verwarmenBT6Temperatuursensor, warmtapwater bovenBT7

** Alleen warmtepompen met energiemeter

* Niet afgebeeld

ELEKTRISCHE ONDERDELENBedieningseenheid

AA4-XJ3 USB-aansluiting

AA4-XJ4 Service-uitlaat (geen functie)

AA4

Elektrische bijverwarmingEB1El. anode*FR1SchakelaarSF1Netwerkkabel voor NIBE UplinkW130

* Uitsluitend warmtepomp met geëmailleerde boiler

DIVERSENKoudemiddelgedeelteEP14TypeplaatjePF1Typeplaatje, compressor modulePF2Kabeldoorvoer, inkomende elektriciteitUB1KabeldoorvoerUB2Kabeldoorvoer, achterzijde, voelerUB3

Aanduidingen volgens standaard EN 81346-2.

11Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepompNIBE F1255PC

Page 12: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Distributiekasten

UN

F1255

FD1

AA8

AA1

FA1

AA3

AA23

AA2

AA7

FQ10

AA1

FC1

AA3

AA23

AA2

AA7

AA8

ELEKTRISCHE ONDERDELENKaart elektrische bijverwarmingAA1BasiskaartAA2IngangsprintplaatAA3Extra relaisprintplaatAA7Elektrische anodeprint1AA8CommunicatieprintplaatAA23Automatische zekeringFC1Temperatuurbegrenzer/Noodstand-thermostaatFQ10

1 Uitsluitend warmtepomp met geëmailleerde boiler.

NIBE F1255PCHoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepomp12

Page 13: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Compressormodule(EP14)1 x 230 V, 3 x 400 V, 6 kW

LEK

LEK

BT12

EP6

BT3

GP1

GP2

QM2

QM1

AA100

BT10

BT11

QN18

1 x 230 V, 3 x 400 V, 6 kW

LEK

LEK

EP2

BT14QA40

BT17

CA1

RA1

BT15

BP1

BP2

EB10

EP1

GQ10

HS1

XL20

QN1

XL21

AANSLUITING VAN DE LEIDINGENServiceaansluiting, hogedrukXL20Serviceaansluiting, lagedrukXL21

VVAC-ONDERDELENCirculatiepompGP1Circulatiepomp van het bronsysteemGP2Aftappen, afgiftesysteemQM1Aftappen, bronsysteemQM2

VOELERS, ETC.HogedrukpressostaatBP1LagedrukpressostaatBP2Temperatuurvoelers, retour verwarmingssysteemBT3Temperatuurvoeler, bronvloeistof inBT10Temperatuurvoeler, bronvloeistof uitBT11Temperatuurvoeler, condensor aanvoerleidingBT12Temperatuurvoeler, heet gasBT14Temperatuurvoeler, vloeistofleidingBT15Temperatuurvoeler, aanzuiggasBT17

ELEKTRISCHE ONDERDELENGezamenlijke kaartAA100CompressorverwarmingEB10OmvormerQA40

KOEDEMIDDELONDERDELENVerdamperEP1CondensorEP2Warmtewisselaar, koelenEP6CompressorGQ10DroogfilterHS1ExpansieventielQN1Mengklep, koelenQN18

13Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepompNIBE F1255PC

Page 14: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

AlgemeenDe leidingen moeten worden aangesloten volgens degeldende normen en voorschriften. De F1255PC kanwerken met een retourtemperatuur van maximaal 58°C en een aanvoertemperatuur vanuit de warmtepompvan 70 (65 °C met uitsluitend de compressor).

De F1255PC is niet voorzien van externe afsluiters. Dezemoeten worden geïnstalleerd om toekomstig onderhoudte vereenvoudigen.

LET OP!Zorg ervoor dat ingaand water schoon is. Bijgebruik van een eigen bron moet misschieneen extra waterfilter worden toegevoegd.

LET OP!Alle hoge punten in het afgiftesysteem moetenworden voorzien van ontluchtingskleppen.

Voorzichtig!Voordat de warmtepomp wordt aangesloten,moeten de leidingsystemen worden doorge-spoeld om te voorkomen dat componentenbeschadigd of verstopt raken door verontreini-gingen.

Voorzichtig!Er kan water uit de overstortleiding van hetoverstortventiel druppelen. De overstortleidingmoet over de hele lengte naar een geschikteafvoer omlaag worden geleid. Voorkom water-lussen in deze leiding. Bovendien moet de lei-ding vorstvrij zijn aangelegd. De overstortleidingmoet minmaal dezelfde diameter hebben alshet overstortventiel. De overstortleiding moetzichtbaar zijn en de uitstroomopening moetopen zijn. De opening mag niet te dicht bijelektrische onderdelen worden geplaatst.

Voorzichtig!Het klimaatsysteem moet worden ingesteldvoor zowel verwarmen als koelen.

NIBE F1255PCHoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen14

4 Aansluiting van de leidingen

Page 15: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

SYMBOOLVERKLARING

SYSTEEMSCHEMADe F1255PC bestaat uit een warmtepomp, boiler, elek-trisch verwarmingselement, circulatiepompen en eenregelsysteem. De F1255PC is aangesloten op het bron-en verwarmingssysteem.

In de verdamper van de warmtepomp geeft de bronvloei-stof (water vermengd met antivries, glycol of ethanol)haar energie af aan het koudemiddel dat wordt verdamptom in de compressor te worden gecomprimeerd. Hetkoudemiddel, waarvan de temperatuur intussen is toe-genomen, wordt naar de condensor geleid, waar hethaar energie aan het verwarmingssysteem en eventueelaan de boiler afgeeft. Indien er meer vraag is naar ver-warming/warmtapwater dan de compressor kan leveren,vangt een geïntegreerde elektrische bijverwarming ditop.

De bron kan ook via een mengklep naar een warmtewis-selaar worden geleid. Hier koelt de bron het water vanhet verwarmingssysteem, zodat in warmere periodengebruik kan worden gemaakt van passieve koeling.

VVKVKBinVBf VBrKBut

XL1 XL6 XL7XL4 XL3 XL2

VVKVKBinVBf VBrKBut

Aansluiting, toevoer verwarmingssyteemXL1Aansluiting, retour van verwarmingssysteemXL2Aansluiting, koud waterXL3Aansluiting, warmtapwaterXL4Aansluiting, bronvloeistof inXL6Aansluiting, bronvloeistof uitXL7

Afmetingen enwaterzijdigeaansluitingen

620

600

560 440

70

1775

650*

25-5

0

25

50

130

210

390

470

525

650*

620

600

560 440

70

1775

650*

25-5

0

25

50

130

210

390

470

525

650*

XL1 XL6 XL7XL4 XL3 XL2

AFMETINGEN LEIDING

Aansluiting

28(mm)(XL6)/(XL7) Bronvloeistof in/out ext Ø

22(mm)(XL1)/(XL2) Verwarmingsmedium aan-voer/retour ext Ø

22(mm)(XL3)/(XL4) Koud water/warmtapwater Ø

* Kan worden gebogen voor zijaansluiting.

15Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE F1255PC

Page 16: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

BronsysteemCOLLECTOR

LET OP!De lengte van de collectorslang varieert en isafhankelijk van de eigenschappen van gesteen-te/bodem, de klimaatzone en het afgiftesys-teem (radiatoren of vloerverwarming) en dewarmtevraag van het gebouw. Voor iedere in-stallatie moet afzonderlijk het juiste formaatworden bepaald.

Max. lengte per lus voor de collector mag niet meer zijndan 400 m.

In het geval er meerdere collectoren benodigd zijn, die-nen deze parallel te worden aangesloten met de moge-lijkheid om de doorstroming van de betreffende collectorin te regelen.

Bij horizontale collector moet de slang op een diepteworden aangebracht die wordt bepaald door de omstan-digheden ter plaatse en moet de afstand tussen deslangen minstens 1 meter zijn.

Voor meerdere boorgaten moet de afstand tussen degaten worden bepaald aan de hand van de omstandig-heden ter plaatse.

Zorg ervoor dat de horizontale collectorslang voortdurendomhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor wordenluchtbellen in het systeem voorkomen. Indien dit nietmogelijk is, dienen er ontluchtingsmogelijkheden teworden aangebracht.

Omdat de temperatuur van het bronsysteem tot onder0 °C kan dalen, moet het tegen bevriezing worden be-veiligd tot -15 °C. Een goede richtwaarde voor het be-rekenen van het volume is 1 liter voorgemengde bron-vloeistof per meter collectorslang (bij gebruik van PEM-slang 40x2,4 PN 6,3).

ZIJAANSLUITINGU kunt de flexibele aansluitingen van de bronvloeistofbuigen voor een zijaansluiting in plaats van een boven-aansluiting.

Een aansluiting buigen:

1. Ontkoppel de leiding van de bovenaansluiting.

2. Buig de leiding in de gewenste richting.

3. Kort, indien nodig, de leiding af tot de gewenstelengte.

HET BRONSYSTEEM AANSLUITEN• Isoleer alle binnenleidingen voor de bronvloeistof te-

gen condensatie.

• Het niveaureservoir moet worden geïnstalleerd op hethoogste punt van het bronsysteem van de binnenko-mende leiding vóór de circulatiepomp van het bronsys-teem (optie 1).

Indien het niveaureservoir niet op het hoogste puntkan worden geplaatst, moet er een expansievat wor-den gebruikt (optie 2).

Voorzichtig!Bij het niveaureservoir kan condensvormingoptreden. Plaats het reservoir daarom zodanigdat andere apparatuur niet kan worden bescha-digd.

• Op het niveaureservoir moet het gebruikte type anti-vriesmiddel worden vermeld.

• Installeer het bijgeleverde overstortventiel onder hetniveaureservoir, zoals afgebeeld.

• Installeer een afsluiter voor uitgaande bronvloeistofzo dicht mogelijk bij de warmtepomp.

• Monteer de meegeleverde afsluiter met ingebouwdfilter op de binnenkomende bronvloeistof.

TIPIndien vulaansluiting KB25/KB32 wordt ge-bruikt, hoeft de meegeleverde afsluiter metingebouwd filter niet gemonteerd te worden.

Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oogop verontreiniging en bevriezingsgevaar in de verdamper,een tussenliggend en tegen bevriezing beveiligd circuitworden geïnstalleerd. Hiervoor is een extra warmtewis-selaar nodig.

P

-QZ20

Optie 1 Optie 2

XL6

XL7

NIBE F1255PCHoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen16

Page 17: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

AfgiftesysteemAANSLUITEN VAN HET AFGIFTESYSTEEMEen afgiftesysteem is een systeem dat het binnencom-fort regelt met behulp van het regelsysteem in deF1255PC en bijvoorbeeld radiatoren, vloerverwar-ming/koeling, ventilatorconvectoren enz.

• Installeer alle noodzakelijke beveiligingen, afsluiters(zo dicht mogelijk bij de warmtepomp) en de meege-leverde filterbal.

• Monteer het overstortventiel op de retour van de cv-installatie, zie de afbeelding. De aanbevolen openings-druk is 0,25 MPa (2,5 bar). Zie de technische specifi-caties voor informatie over de max. openingsdruk.

• Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkranenop alle radiatoren (of vloerverwarmingselementen)moet er een bypass worden gemonteerd of er moeteen aantal thermostaatkranen worden verwijderd omvoldoende doorstroming te waarborgen.

P

XL1

XL2

Koud en warm waterKOUD EN WARM WATER AANSLUITEN• Monteer een afsluiter, terugslagklep en overstortven-

tiel (inlaatcombinatie), zie de afbeeldingen.

• De veiligheidsklep moet een openingsdruk hebbenvan maximaal 1,0 MPa (10,0 bar) en moet op de inko-mende leiding voor tapwater worden gemonteerd,zoals afgebeeld.

• Er moet ook een mengklep worden geïnstalleerd alsde fabrieksinstelling voor het warmtapwater wordtgewijzigd. Houd rekening met lokale wet- en regelge-ving.

• De instelling voor warmtapwater wordt verricht inmenu 5.1.1 (pagina 42).

XL3

XL4

AansluitoptiesDe F1255PC kan op verschillende manieren wordenaangesloten, waarvan enkele hieronder worden weerge-geven.

Zie voor meer informatie over opties nibenl.nl en derespectievelijke montage-instructies voor de gebruikteaccessoires. Zie pagina 62 voor een lijst met accessoiresdie kunnen worden gebruikt met de F1255PC.

BUFFERVATAls het volume van het klimaatsysteem te klein is voorhet vermogen van de warmtepomp kan het radiatorsys-teem worden aangevuld met een buffervat, zoals deNIBE UKV.

EXTRA WARMTAPWATERKETELSBij installatie van een grote badkuip of een andere grotewarmtapwaterverbruiker moet het systeem wordenuitgebreid met een extra boiler.

Ketel met elektrisch verwarmingselementIndien het mogelijk is een boiler met een elektrischverwarmingselement te gebruiken, sluit dit dan op dehieronder getoonde wijze aan.

17Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE F1255PC

Page 18: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

GRONDWATERSYSTEEMEen tussenliggende warmtewisselaar wordt gebruiktom de wisselaar van de warmtepomp tegen vuil te be-schermen. Het water wordt vrijgelaten in een filter onderde grond of een geboorde bron. Zie pagina 28 voor meerinformatie over de aansluiting van het grondwaterpomp.

Als deze aansluiting wordt gebruikt, moet "min. T bronuit" in menu 5.1.7 "bronpomp al.instelling" worden gewij-zigd naar een geschikte waarde om bevriezing van dewarmtewisselaar te voorkomen.

-EP12-GP3

-EP12-HQ40

-EP12-EP4-EP12-AA25

-EP12

WARMTETERUGWINNING VENTILATIEDe installatie kan worden aangevuld met de ventilatie-module NIBE FLM voor warmteterugwinning uit ventila-tielucht.

• Om condensatie te voorkomen, moeten de kanalenen leidingen en andere koude oppervakken geïsoleerdworden met dampdicht isolatiemateriaal.

• Het bronsysteem moet worden voorzien van een ex-pansievat. Als er een niveaureservoir is, moet ditworden vervangen.

P

TWEE OF MEER AFGIFTESYSTEMENIn gebouwen met meerdere afgiftesystemen die ver-schillende aanvoertemperaturen verlangen, kan het ac-cessoire ECS 40/ECS 41 worden aangesloten. Eenshuntklep verlaagt dan de temperatuur naar het vloerver-warmingssysteem, bijvoorbeeld.

-EP21-RM1

-EP21-GP10-EP21-BT2-EP21-AA25

-EP21-BT3

-EP21-QN25

-EP21

ZWEMBADMet het POOL 40-accessoire kunt u het zwembad ver-warmen met uw warmtepomp.

Tijdens zwembadverwarming circuleert het cv-watertussen de F1255PC en de warmtewisselaar van hetzwembad, met gebruikmaking van de interne circulatie-pompen van de warmtepomp.

-CL11-HQ4-CL11-BT51-CL11-GP9

-CL11-EP5-CL11-QN19

-CL11-AA25

-CL11

NIBE F1255PCHoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen18

Page 19: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

AlgemeenAlle elektrische apparatuur, met uitzondering van debuitensensoren, ruimtevoelers en de stroomsensoren,is af fabriek aangesloten.

• Voorafgaand aan een isolatietest van de woning moetde warmtepomp worden losgekoppeld.

• De F1255PC kan niet worden omgeschakeld van 1-fase naar 3-fase en omgekeerd.

• Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschake-laar, moet de F1255PC worden voorzien van een af-zonderlijke aardlekschakelaar.

• Indien van een automatische zekering gebruik wordtgemaakt, moet deze minimaal motorkarakteristiek“C” hebben. Zie pagina 66 voor de grootte van dezekering.

• Zie voor bedradingsschema's voor de warmtepomphet aparte installatiehandboek voor bedradingssche-ma's.

• Communicatie- en sensorkabels naar externe aanslui-tingen moeten niet dichtbij hoogspanningskabelsworden gelegd.

• De minimale doorsnede van de communicatie- ensensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5 mm²met een max. lengte van 50 m te bedragen, bijvoor-beeld EKKX of LiYY of gelijkwaardig.

• Gebruik voor het trekken van kabels in de F1255PCkabeldoorvoeren (bijv. UB1-UB3, zie tekening). Trekde kabels bij het gebruik van UB1-UB3 van achter naarvoren door de warmtepomp.

Voorzichtig!

De schakelaar (SF1) mag niet in stand "" of " "worden gezet voordat de boiler met water isgevuld. Componenten in het product kunnenbeschadigd raken.

Voorzichtig!De elektrische installatie en het onderhoudmoeten worden uitgevoerd onder toezicht vaneen erkend elektrotechnisch installateur.Schakel, voordat u met het onderhoud aan-vangt, de stroom uit met de aardlekschakelaar.De elektrische installatie en de bedradingmoeten conform de geldende voorschriftenworden uitgevoerd.

Voorzichtig!Controleer voordat het apparaat wordt gestartde aansluitingen, de netspanning en de fase-spanning om schade aan de elektronica van dewarmtepomp te voorkomen.

F1255

FQ10

FC1

FQ10-SF2

UB2

UB1

UB3

AUTOMATISCHE ZEKERINGHet bedrijfscircuit van de warmtepomp en een aantalvan de interne componenten daarvan zijn intern gezekerddoor een automatische minizekering (FC1).

TEMPERATUURBEGRENZERDe temperatuurbegrenzer (FQ10) onderbreekt de voe-ding naar de elektrische bijverwarming als de tempera-tuur hoger wordt dan 89 °C en wordt handmatig gereset.

19Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE F1255PC

5 Elektrische aansluitingen

Page 20: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

ResettenDe temperatuurbegrenzer (FQ10) is toegankelijk achterhet voorpaneel. Reset de temperatuurbegrenzer doorde knop (FQ10-SF2) in te drukken met een kleineschroevendraaier.

TOEGANKELIJKHEID, ELEKTRISCHEAANSLUITINGDe plastic afschermkap van de elektrische kasten kanmet een schroevendraaier worden geopend.

Voorzichtig!De afdekking voor de ingangskaart kan zondereen hulpmiddel worden geopend.

De afdekking, ingangsprintplaat verwijderen

1

2

1. Duw de pal omlaag.

2. Neem de afdekking los en verwijder deze.

De afdekking, printplaat van de elektrischebijverwarming verwijderen

1

2

A

B

1. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzichtigomlaag (B).

2. Neem de afdekking los en verwijder deze.

De afdekking, basisplaat verwijderen

LET OP!Indien u de afdekking van de basisplaat wiltverwijderen, moet u eerst de ingangsprintplaatverwijderen.

LEK

1

LEK

1

A

B

2

2

3

1. Ontkoppel de schakelaars met behulp van eenschroevendraaier.

2. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzichtigomlaag (B).

3. Neem de afdekking los en verwijder deze.

NIBE F1255PCHoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen20

Page 21: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

KABELSLOTGebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels los temaken/ te vergrendelen in de klemmenstroken van dewarmtepomp.

LE

K

1

1

2

2

3

3

1

2

3

3

4

1

2LE

K

1

1

2

2

3

3

1

2

3

3

4

1

2

1

2

AansluitingenVoorzichtig!Om interferentie te voorkomen, mogen niet-afgeschermde communicatie- en/of sensorka-bels naar externe aansluitingen niet dichter dan20 cm bij een hoogspanningskabel wordengelegd.

SPANNINGAANSLUITINGDe F1255PC moet worden geïnstalleerd met een afscha-kelmogelijkheid op de voedingskabel. De minimale ka-beldikte moet worden afgestemd op de gebruikte zeke-ringcapaciteit. De bijgeleverde kabel voor binnenkomen-de elektriciteit wordt op klemmenstrook X1 op de kaartvan het elektrische verwarmingselement (AA1) aange-sloten. Alles moet volgens de geldende normen enrichtlijnen worden aangesloten.

AA1-X1

Voorzichtig!De F1255PC kan niet worden omgeschakeldvan 1-fase naar 3-fase en omgekeerd of van3x230V naar 3x400V en omgekeerd.

De F1255PC kan niet worden omgeschakeldvan 1-fase naar 3-fase en omgekeerd.

Aansluiting 1x230V

PE1

0 L1 1PEN

AA1-X1

Aansluiting 3x400V

AA1-X1

PE1

L1 1 L2 L3PE0N

Indien er een aparte voeding naar de compressor enelektrische bijverwarming is vereist, raadpleegt u para-graaf "Externe blokkering van functies" op pagina 28.

TARIEFREGELINGAls de spanning naar het elektrische verwarmingsele-ment en/of de compressor gedurende een bepaaldeperiode verdwijnt, moet ook worden geblokkeerd via deAUX-ingang, zie de pagina "Aansluitopties - mogelijkekeuze AUX-ingangen". 28

21Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE F1255PC

Page 22: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

AANSLUITEN VAN EXTERNEBEDRIJFSSPANNING VOOR HETREGELSYSTEEM

Voorzichtig!Geldt alleen voor netaansluiting van 3x400V.

Voorzichtig!Merk alle elektrische schakelkasten metwaarschuwingsstickers voor externe spanning.

Als u externe bedrijfsspanning voor het regelsysteemvoor de F1255PC wilt aansluiten op de printplaat van debijverwarming (AA1) moet de randconnector bij AA1:X2worden verplaatst naar AA1:X9 (zie illustratie).

Bedrijfsspanning (1x230V ~ 50Hz) is aangesloten opAA1:X11 (zie illustratie).

1 2

3

4

5

6

ON

L1 1 L2 L3PE

PE

0N

NL

1x230V+N+PE1x230V+N+PE bedrijfsspanning

AA1

AA1-X8

AA1-X2

AA1-X9

AA1-X11

SENSOREN AANSLUITEN

AA3-X6

Sluit de sensor(en) aan opklem X6 op ingangs-kaart(AA3). Zie de onder-staande instructies.

BuitenvoelerDe buitentemperatuursensor (BT1) moet op een bescha-duwde plaats aan de noord- of noordwestzijde wordengeplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden ver-stoord door bijvoorbeeld de ochtendzon.

Sluit de sensor aan op de klemmenstrook X6:1 en X6:2op de ingangskaart (AA3).

Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet dezeworden afgesloten om condens in de behuizing van desensor te voorkomen.

1

2

3

4

AA3-X6BT1

Extern F1255PC

Temperatuursensor, verbinding externedoorstromingAls temperatuursensor, externe aanvoerleiding (BT25)moet worden gebruikt, moet deze op de klemmenstrookX6:5 en X6:6 op de ingangskaart (AA3) worden aange-sloten.

F1245

4

5

6

7

AA3-X6BT25

F1255PC

RuimtevoelerF1255PC wordt geleverd met een ruimtesensor (BT50).De ruimtesensor heeft een aantal functies:

1. Weergave van de huidige kamertemperatuur op hetdisplay van de F1255PC.

2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C teveranderen.

3. De optie om de kamertemperatuur te finetunen.

Installeer de sensor in een neutrale positie waar de in-steltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is opeen vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven degrond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het metenvan de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd,wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken,achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, ineen tochtstroom van een buitendeur of in direct zonlichtwordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorthermosta-ten kunnen problemen veroorzaken.

NIBE F1255PCHoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen22

Page 23: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

De warmtepomp werkt zonder de sensor, maar indiende gebruiker de binnentemperatuur van de woning wilaflezen op de display van de F1255PC, moet de sensorworden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op deX6:3 en X6:4 op de ingangskaart (AA3).

Indien de sensor wordt gebruikt om de kamertempera-tuur in °C te wijzigen en/of om de kamertemperatuur tefinetunen, moet de sensor worden geactiveerd in menu1.9.4.

Als de ruimtesensor wordt gebruikt in een kamer metvloerverwarming, dient deze uitsluitend een weergave-functie te hebben en geen controlerende functie van dekamertemperatuur.

F1245RG 05

2

3

4

5

AA3-X6BT50

Extern F1255PC

LET OP!Wijzigingen van temperatuur in de woning ne-men tijd in beslag. Korte perioden in combinatiemet vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geenmerkbaar verschil op in de kamertemperatuur.

Instellingen

AA1-X7

AA1-X3

AA1-S2

FQ10

ELEKTRISCHE BIJVERWARMING -MAXIMAAL VERMOGENHet aantal stappen, het maximale elektrische vermogenen de voeding op de aansluiting voor het elektrischeverwarmingselement variëren per model. Zie de tabellen.

De elektrische bijverwarming is mogelijk beperkt, afhan-kelijk van het gekozen land.

Bij levering is het elektrisch verwarmingselement aan-gesloten voor maximaal 7 kW (om te zetten naar 9 kWbij 3x400V).

Het vermogen van het elektrisch verwarmingselementis verdeeld in zeven stappen (vier stappen als het elek-trisch verwarmingselement voor 3x400V is omgezetnaar maximaal 9 kW), volgens de onderstaande tabel.

Aantal aansluitstappenMax.F1255PC

94,5 kW1x230V

136,5 kW3x400V

Instelling max. elektrisch vermogenHet maximale vermogen van de elektrische bijverwar-ming wordt ingesteld in menu 5.1.12.

In de tabel wordt de totale fasestroom voor het elektri-sche verwarmingselement bij opstarten weergegeven.Als een elektrisch verwarmingselement al is gestart enniet voor zijn volledige capaciteit wordt gebruikt, kunnende waarden in de tabel worden gewijzigd aangezien debediening vooral dit elektrische verwarmingselementgebruikt.

3x400V, F1255PC

Max. fase-stroomL3(A)

Max. fase-stroomL2(A)

Max. fase-stroomL1(A)

Max. elektri-sche bijver-warming(kW)

–––0,0––2,20,5–4,3–1,0–4,32,21,5

8,7––2,08,7–2,22,58,74,3–3,08,74,32,23,57,54,37,54,07,54,39,74,516,2–7,55,016,2–9,75,516,24,37,56,016,24,39,76,5

1x230V, F1255PC

Max. fasestroom L1(A)Max. elektrische bijverwar-ming (kW)

–0,02,20,54,31,06,51,58,62,010,82,513,03,015,23,517,34,019,54,5

23Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE F1255PC

Page 24: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Indien er stroomsensoren zijn aangesloten, regelt dewarmtepomp de fasestromen en wijst deze automatischde elektrische stappen toe aan de minst geladen fase.

NOODSTANDIndien de warmtepomp is ingesteld op de noodstand(SF1 is ingesteld op ), worden uitsluitend de meestbenodigde functies geactiveerd.

• De compressor is uit en de verwarming wordt gere-geld door het elektrische verwarmingselement.

• Er wordt geen warm water aangemaakt.

• De laadmonitor is niet aangesloten.

Voorzichtig!De schakelaar (SF1) mag niet in de stand "" of" " worden gezet voordat de F1255PC metwater is gevuld. Componenten in het productkunnen beschadigd raken.

Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand3x400V (maximaal elektrisch vermogen, bij leveringaangesloten 7 kW) voor F1255PC-12 / -16)

654321kW

onoffoffoffoffoff1offoffoffonoffoff2onoffoffonoffoff3offonoffonoffoff4onoffoffonoffon5offonoffonoffon6ononoffonoffon7

3x400V (maximaal elektrisch vermogen,ingeschakeld op 9 kW) voor F1255PC -12 / -16)

654321kW

offonoffoffoffoff2offonoffonoffoff4offonoffonoffon6ononononoffon9

3x400V voor F1255PC

654321kW

offoffoffoffoffon0,5offoffoffonoffoff1,0offoffoffonoffon1,5offonoffoffoffoff2,0offonoffoffoffon2,5offonoffonoffoff3,0offonoffonoffon3,5onoffoffononoff4,0onoffoffononon4,5ononoffoffonoff5,0ononoffoffonon5,5ononoffononoff6,0ononoffononon6,5

1x230V voor F1255PC

654321kW

offoffoffoffoffon0,5offoffoffonoffoff1,0offoffoffonoffon1,5ononoffoffoffoff2,0offonoffoffoffon2,5offonoffonoffoff3,0offonoffonoffon3,5ononoffonoffoff4,0ononoffonoffon4,5

3x400V/1x230V

1 2

3

4

5

6

ON

AA1-S2

In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-S2) in de fa-brieksinstelling getoond.

NIBE F1255PCHoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen24

Page 25: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Noodstand thermostaat

De aanvoertemperatuur in de noodstand wordt ingesteldmet een thermostaat (FQ10). Deze kan worden ingesteldop 35 (voorinstelling, bijvoorbeeld vloerverwarming) of45 °C (bijvoorbeeld radiatoren).

LEK

LEK

För markvärme!

För frånluftsvärme!

OptioneleaansluitingenLAADMONITOR

Geïntegreerde vermogensregelingF1255PC is voorzien van een eenvoudige vorm van eengeïntegreerde vermogensregeling, die de vermogentrap-pen voor de elektrische bijverwarming beperkt door teberekenen of toekomstige vermogentrappen kunnenworden aangesloten op de relevante fase zonder dat degespecificeerde hoofdzekering wordt overschreden. In-dien de stroom de gespecificeerde hoofdzekering mochtoverschrijden, is de vermogenstrap niet toegestaan. Degrootte van de hoofdzekering van het gebouw is gespe-cificeerd in menu 5.1.12.

Vermogensregeling met stroomsensorAls er in het gebouw veel stroomverbruikende productenzijn aangesloten terwijl de elektrische bijverwarming inbedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringen vanhet gebouw doorslaan. F1255PC is voorzien van eenvermogensregeling die met behulp van een stroomsen-sor de elektrische stappen voor de elektrische bijverwar-ming monitort door de stroom tussen de verschillendefasen te verdelen of door de elektrische bijverwarminguit te schakelen bij een overbelasting in een fase. Alsde overbelasting ondanks het uitschakelen van de elek-trische bijverwarming blijft bestaan, toert de compressorterug. Er wordt weer ingeschakeld als het overigestroomverbruik afneemt.

LET OP!Activeer voor een volledige functie fasedetectiein menu 5.1.12, indien er stroomsensoren zijngeïnstalleerd.

Aansluiten van stroomsensoren

Om de stroom te meten, moet een stroomsensor wor-den gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in deverdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor deinstallatie.

Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabelin een behuizing direct naast de elektrische verdeelkast.De meeraderige kabel tussen de behuizing en deF1255PC moet een kabeldikte van minimaal 0,5 mm²hebben.

Sluit de kabel aan op de ingangskaart (AA3) op klemmen-strook X4:1-4, waarbij X4:1 de gezamenlijke klemmen-strook is voor de drie stroomsensoren.

LPEN 1 L2 L3

AA3-X4 AA3-X4

ElektrischehoofdverdeelkastWarmtepomp

Ingaande elektriciteit

1 2 3 4

-T1 -T2 -T3

EXTERNE ENERGIEMETER AANSLUITEN

Voorzichtig!Het aansluiten van een externe energiemetervereist versie 35 of later van de ingangskaart(AA3) alsook "displayversie" 7312 of later.

Er zijn een of twee energiemeters (BE6, BE7) aangeslo-ten op klemmenstrook X22 en/of X23 op ingangskaart(AA3).

1

2

3

ProduktNamnExtern energimätare

+5V

F1255PC

AA3-X22/23

Extern

AA3-X22/23

25Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE F1255PC

Page 26: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Activeer de energiemeter(s) in menu 5.2.4 en stel ver-volgens de gewenste waarde (energie per puls) in menu5.3.21 in.

NIBE UPLINKSluit de op het netwerk aangesloten kabel (recht, Cat.5eUTP) met RJ45-contact (mannelijk) aan op RJ45-contact(vrouwelijk) op de achterkant van de warmtepomp.

EXTERNE AANSLUITOPTIESDe F1255PC heeft softwaregestuurde AUX-in- en uitgan-gen op de ingangskaart (AA3) voor het aansluiten vande externe schakelaar of sensor. Dit houdt in dat bij hetaansluiten van een externe schakelaar (de schakelaarmoet potentiaalvrij zijn) of sensor op één van de zesspeciale aansluitingen, deze functie moet worden gese-lecteerd voor de correcte aansluiting in menu 5.4.

blokkeer verw.

activeer tijd. luxe

niet gebruikt

niet gebruikt

niet gebruikt

alarmuitgang

in-/uitgangen software 5.4

Voor sommige functies zijn wellicht accessoires nodig.

Selecteerbare ingangenSelecteerbare ingangen op de ingangskaart voor dezefuncties zijn:

AA3-X6:9-10AUX1AA3-X6:11-12AUX2AA3-X6:13-14AUX3AA3-X6:15-16AUX4AA3-X6:17-18AUX5

F1245Externt

9

10

11

12

13

14

15

16

B

A

AA3-X6

Extern F1255PC

AA3-X6

In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX1 (X6:9-10)en AUX2 (X6:11-12) gebruikt op de ingangskaart (AA3).

Selecteerbare uitgangEen selecteerbare uitgang is AA3-X7.

TIPEen aantal van de volgende functies kan ookworden geactiveerd en gepland via het menumet instellingen.

MOGELIJKE SELECTIE AUX-INGANGEN

TemperatuurvoelerEr kan een temperatuursensor worden aangesloten opF1255PC.

Dit zijn de mogelijkheden:

NIBE F1255PCHoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen26

Page 27: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

• externe aanvoerleiding (BT25) (regeling van tempera-tuur naar het verwarmingssysteem)

• koeling/verwarming (BT74), bepaalt wanneer het tijdis om te schakelen tussen koelen en verwarmen.

MonitorDit zijn de mogelijkheden:

• alarm van externe eenheden. Het alarm is aangeslotenop de regeling, wat betekent dat de storing wordtgepresenteerd als een informatieve mededeling ophet display. Potentiaalvrij signaal van het type NO ofNC.

• niveau (accessoire NV10)/, druk-/stromingssensor voorde bronvloeistof (NC).

• drukschakelaar voor afgiftesysteem (NC).

Externe activering van functiesEr kan een externe schakelaarfunctie op de F1255PCworden aangesloten voor het activeren van diversefuncties. De functie is geactiveerd gedurende de tijd datde schakelaar is gesloten.

Mogelijke functies die geactiveerd kunnen worden:

• geforceerd regelen van de circulatiepomp van de brine

• comfortstand warmtapwater “tijdelijk in luxe”

• comfortstand warmtapwater “zuinig”

• “externe instelling”

Als de schakelaar is gesloten, verandert de tempera-tuur in °C (als de ruimtesensor is aangesloten en ge-activeerd). Als er geen ruimtesensor is aangeslotenof geactiveerd, wordt de gewenste verschuiving van"temperatuur" (verschuiving stooklijn) ingesteld via hetaantal gekozen stappen. De waarde kan worden inge-steld tussen -10 en +10. Externe afstelling van klimaat-systemen 2 tot 8 vereist accessoires.

– klimaatsysteem 1 - 8

De waarde voor de wijziging wordt ingesteld inmenu 1.9.2, "externe instelling".

• activering van een van de vier ventilatorsnelheden.

(kan worden geselecteerd als het ventilatieaccessoireis geactiveerd)

De volgende vijf opties zijn beschikbaar:

– 1-4 is normaal open (NO)

– 1 is normaal gesloten (NC)

De ventilatorsnelheid is geactiveerd gedurende de tijddat de schakelaar is gesloten. De normale snelheidwordt hervat als de schakelaar weer open is.

• +Adjust

Met behulp van +Adjust communiceert de installatiemet de centrale regelaar van de vloerverwarming *en stelt de verwarmingscurve en de berekende aan-voertemperatuur af volgens het opnieuw inschakelenvan het vloerverwarmingssysteem.

Activeer het klimaatsysteem dat +Adjust moet beïn-vloeden door de functie aan te vinken en op de OK-toets te drukken.*Ondersteuning voor +Adjust vereist

LET OP!Voor dit accessoire is wellicht een software-update vereist in uw F1255PC. De versie kanworden gecontroleerd in het menu “Service-info” 3.1. Ga naar nibeuplink.com en klik opde tab "Software" om de nieuwste softwarete downloaden naar uw installatie.

LET OP!In systemen met zowel vloerverwarming alsradiatoren moet voor een optimale werkingNIBE ECS 40/41 worden gebruikt.

• SG ready

LET OP!Deze functie kan alleen worden gebruikt inelektriciteitsnetten die de "SG Ready"-stan-daard ondersteunen.

Voor "SG Ready" zijn twee AUX-ingangenvereist.

"SG Ready" is een slimme vorm van tariefregelingwaarbij uw energieleverancier de binnen-, warmwater-en/of zwembadtemperaturen (indien van toepassing)kan beïnvloeden of simpelweg de bijverwarming en/ofcompressor in de warmtepomp op bepaalde uren vande dag kan blokkeren (kan worden geselecteerd inmenu 4.1.5 nadat de functie is geactiveerd). Activeerde functie door potentiaalvrije schakelingen aan tesluiten op twee ingangen die u selecteert in menu 5.4(SG Ready A en SG Ready B).

Gesloten of open schakelaar houdt één van de volgen-de zaken in:

– Blokkering (A: Gesloten, B: Open)

"SG Ready" is actief. De compressor in de warmte-pomp en bijverwarming zijn geblokkeerd volgens detariefblokkering van die dag.

– Normale stand (A: Open, B: Open)

"SG Ready" is niet actief. Geen effect op het sys-teem.

27Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE F1255PC

Page 28: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

– Stand lage prijs (A: Open, B: Gesloten)

"SG Ready" is actief. Het systeem richt zich op kos-tenbesparingen en kan bijvoorbeeld gebruik makenvan een laag tarief bij de energieleverancier ofovercapaciteit van een eigen energiebron (effect ophet systeem kan worden afgesteld in menu 4.1.5).

– Stand overcapaciteit (A: Gesloten, B: Gesloten)

"SG Ready" is actief. Het systeem mag op volle ca-paciteit draaien bij overcapaciteit (zeer lage prijs) bijde energieleverancier (effect op het systeem is in-stelbaar in menu 4.1.5).

(A = SG Ready A en B = SG Ready B )

Externe blokkering van functiesEr kan een externe schakelaarfunctie op de F1255PCworden aangesloten voor het blokkeren van diversefuncties. De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en eengesloten schakelaar resulteert in blokkeren.

Voorzichtig!Blokkeren houdt het gevaar in van bevriezen.

Functies die geblokkeerd kunnen worden:

• verwarming (blokkeren van warmtebehoefte)

• warmtapwater (warmtapwaterproductie). Een eventu-ele warmtapwatercirculatie (HWC) blijft functioneren.

• compressor

• intern geregelde bijverwarming

• tariefblokkering (bijverwarming, compressor, koeling,verwarming en warmtapwater zijn uitgeschakeld)

MOGELIJKE KEUZE AUX-UITGANG(POTENTIAALVRIJ, VARIABEL RELAIS)Het is mogelijk een externe aansluiting te realiseren viaeen relais (potentiaalvrij, variabel relais) (max. 2 A) opklemmenstrook X7 op de ingangsprintplaat (AA3).

Optionele functies externe aansluiting:

• Indicatie zoemeralarm.

• Regeling externe (open) bronpomp.

• Indicatie koelmodus

• Regeling circulatiepomp warmwatercirculatie.

• Externe circulatiepomp (voor afgiftesysteem).

• Externe wisselklep voor warmtapwater.

• Vakantie-indicatie.

Als een van bovenstaande systemen is aangesloten opklemmenstrook X7, moet het worden geselecteerd inmenu 5.4, zie pagina 51.

Het hoofdalarm is af fabriek als basisinstelling geselec-teerd.

Voorzichtig!Er is een accessoirekaart vereist als meerderefuncties op klemmenstrook X7 zijn aangeslo-ten, terwijl het zoemeralarm is geactiveerd (ziepagina 62).

AA3-X7

C NO NC

1 2 3

AA3-X7

De afbeelding toont de relais in de alarmstand.

Met schakelaar (SF1) in stand " " of “ ” staat de relaisin de alarmstand.

De externe circulatiepomp, externe (open) bronpompof warmwatercirculatiepomp wordt aangesloten op hetzoemeralarmrelais als hieronder getoond.

Voorzichtig!Merk alle elektrische schakelkasten metwaarschuwingsstickers voor externe spanning.

L

L

N

N

PE

PE

F1X45

Externt

AA3-X7C NO NC

1 2 3

ExternF1255PC

Circulatiepomp

AA3-X7

LET OP!De relaisuitgangen kunnen met max. 2 A(230V ~) worden belast.

Accessoires aansluitenInstructies voor het aansluiten van accessoires vindt uin de bijgeleverde installatie-instructies voor het betref-fende accessoire. Zie nibenl.nl voor de lijst met acces-soires die kunnen worden gebruikt met de F1255PC.

NIBE F1255PCHoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen28

Page 29: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

ACCESSOIRES MET PRINTPLAAT AA5Accessoires met printplaat AA5 worden aangesloten opklemmenstrook AA3-X4: 13-15 van de warmtepomp.Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk.

Als er meerdere accessoires moeten worden aangeslo-ten, sluit u de eerste accessoirekaart rechtstreeks aanop de klemmenstrook van de warmtepomp. Andereaccessoirekaarten sluit u in serie aan op de eerste.

Omdat er verschillende aansluitingen kunnen zijn vooraccessoires met printplaten AA5, moet u altijd de instruc-ties lezen in de handleiding voor het accessoire dat ugaat installeren.

1

2

3

4

5

6

7

8

AA5-X4

15

A

B

GND

A

B

GND

A

B

GND

A

B

GND

A

B

GND

14

13

AA3-X4

1

2

3

4

5

6

7

8

AA5-X4

F1255PC

Accessoirekaart 1

Accessoirekaart 2

ON1

23

45

67

8

-X9

-X2

24 20212223 1516171819 1011121314 56789 1

1

N

L

PE

PE

1

2

3

4

5

6

7

8

2

3

4

5

6

7

8

9234

-X8

-X4

-X10

-X1

AA5-X4

ON1

23

45

67

8

-X9

-X2

24 20212223 1516171819 1011121314 56789 1

1

N

L

PE

PE

1

2

3

4

5

6

7

8

2

3

4

5

6

7

8

9234

-X8

-X4

-X10

-X1

AA5-X4

AA3-X4

EB100

ACCESSOIRES MET PRINTPLAAT AA9Accessoires met printplaat AA9 worden aangesloten opde klemmenstrook van de warmtepomp X4:9-12 op deingangskaart AA3. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX ofsoortgelijk.

Omdat er verschillende aansluitingen kunnen zijn vooraccessoires met printplaten AA9, moet u altijd de instruc-ties lezen in de handleiding voor het accessoire dat ugaat installeren.

121110987

12V A B GND

12

11

10

9

8

7

12V

A

B

GND

AA3-X4

AA9-X1

F1255PCAccessoires

AA3-X4

29Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE F1255PC

Page 30: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Voorbereidingen1. Controleer of de schakelaar (SF1) in de stand " "

staat.

2. Controleer of er water in de boiler en het afgiftesys-teem zit.

LET OP!Controleer de automatische zekering en demotorbeveiligingen. Het kan zijn dat deze tij-dens het transport zijn uitgeschakeld.

Voorzichtig!Start de F1255PC niet als het gevaar bestaatdat het water in het systeem is bevroren.

Vullen en ontluchtenLET OP!Als er onvoldoende wordt ontlucht, kan datschadelijk zijn voor interne onderdelen in deF1255PC.

VULLEN EN ONTLUCHTEN VAN HETKLIMAATSYSTEEM

Vullen1. Open de vulklep (extern, niet inbegrepen bij het

product). Vul de spiraal in de boiler en de rest vanhet klimaatsysteem met water.

2. Open de ontluchter (QM22).

3. Wanneer het water dat de ontluchter (QM22) verlaatniet met lucht is vermengd, sluit u de klep. Na eentijdje begint de druk te stijgen.

4. Wanneer de juiste druk is verkregen, sluit u devulklep.

Ontluchten1. Ontlucht de warmtepomp via een ontluchtingsklep

(QM22) en de rest van het afgiftesysteem via debetreffende ontluchtingskleppen.

2. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-derd en de druk klopt.

Voorzichtig!Het water dat in de leiding van de spiraal in detank zit, moet worden afgetapt voordat er luchtkan worden vrijgelaten. Dit betekent dat hetsysteem misschien niet echt wordt ontlucht,ondanks de waterstroom, wanneer de ontluch-tingsklep (QM22) wordt geopend.

DE BOILER VULLEN1. Open een warmtapwaterkraan in de woning.

2. Vul de boiler via de koudwateraansluiting (XL3).

3. Wanneer er met het water uit de warmtapwater-kraan geen lucht meer meekomt, is de boiler vol enkan de kraan worden gesloten.

VULLEN EN ONTLUCHTEN VAN HETBRONSYSTEEMBij het vullen van het bronsysteem wordt het water ge-mengd met antivries in een open reservoir. Het mengselmoet bestand zijn tegen bevriezing bij temperaturen totongeveer -15°C. De bronvloeistof wordt aangevuld dooreen vulpomp aan te sluiten.

1. Controleer of het bronsysteem niet lekt.

2. Sluit de vulpomp en de retourleiding aan op devulaansluiting van het bronsysteem (accessoire).

3. Als gebruik wordt gemaakt van alternatief 1 (niveau-reservoir), sluit u de klep onder het niveaureservoir.

4. Sluit de wisselklep in de vulaansluiting.

5. Open de kleppen op de vulconnector.

6. Start de vulpomp.

7. Vul totdat er vloeistof in de retourleiding stroomt.

8. Sluit de kleppen op de vulconnector.

9. Open de wisselklep in de vulaansluiting.

10. Als gebruik wordt gemaakt van alternatief 1 (niveau-reservoir), opent u de klep onder het niveaureservoir(CM2).

NIBE F1255PCHoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling30

6 Inbedrijfstelling en afstelling

Page 31: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

P

-QZ20

Optie 1 Optie 2

Sluiten

XL6

XL7

Inbedrijfstelling eninspectieSTARTGIDS

Voorzichtig!Er moet water in het afgiftesysteem zittenvoordat de schakelaar wordt ingesteld op " ".

1. Zet installatieautomaat (SF1) op de F1255PC opstand "".

2. Volg de instructies in de startgids van het display.Als de startgids niet start als u de F1255PC, opstart,start u deze handmatig in menu 5.7.

TIPZie pagina 35 voor een nadere introductie vanhet regelsysteem van de warmtepomp (bedie-ning, menu's enz.).

Als het gebouw koud is wanneer de F1255PC start, ishet mogelijk dat de compressor niet kan voldoen aande volledige vraag zonder daarvoor bijverwarming tegebruiken.

InbedrijfstellingDe eerste keer dat de installatie wordt gestart, wordtde startgids gestart. In de instructies van de startgidsstaat wat er moet gebeuren tijdens de eerste start enwordt er een overzicht gegeven van de basisinstellingenvan de installatie.

De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordtuitgevoerd en kan om die reden niet worden overgesla-gen.

LET OP!Zolang als de startgids actief is, wordt geenenkele functie van de installatie automatischgestart.

De startgids verschijnt bij elke herstart van deinstallatie totdat dit op de laatste pagina wordtuitgevinkt.

Bediening in de startgids

taal 4.6

Indien de startgids zich links van deze paginabevindt, wordt deze automatisch korter

60 min.

A.Pagina

C. Optie / instelling

B. Naam en menunummer

A. Pagina

Hier ziet u hoe ver u bent gevorderd in de startgids.

U bladert als volgt door de pagina's van de startgids:

1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linker-bovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemarkeerd.

2. Druk op de OK-knop om naar de volgende pagina inde startgids te gaan.

B. Naam en menunummer

Hier kunt u zien op welk menu in het regelsysteem dezepagina van de startgids gebaseerd is. De cijfers tussenhaakjes verwijzen naar het menunummer in het regel-systeem.

Als u meer wilt lezen over de betreffende menu's kuntu kijken in het helpmenu of de gebruikershandleidinglezen.

C. Optie / instelling

Verricht hier de instellingen voor het systeem.

ACHTERAF AFSTELLEN EN ONTLUCHTEN

Pompafstelling, automatische regelingBronsysteem

Voor het instellen van het juiste debiet in het bronsys-teem moet de bronpomp op de juiste snelheid draaien.F1255PC heeft een bronpomp die automatisch wordtgeregeld in de standaardstand. Bepaalde functies enaccessoires moeten wellicht handmatig draaien en indat geval moet de juiste snelheid worden ingesteld.

31Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE F1255PC

Page 32: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Deze automatische regeling vindt plaats als de compres-sor draait en stelt de snelheid van de bronpomp in, zodathet optimale temperatuurverschil tussen de aanvoer-en retourleidingen wordt gerealiseerd.

Afgiftesysteem

Voor het instellen van het juiste debiet in het verwar-mingssysteem moet de circulatiepomp van het verwar-mingssysteem op de juiste snelheid draaien. F1255PCheeft een circulatiepomp voor het verwarmingssysteemdie automatisch kan worden geregeld in de standaard-stand. Bepaalde functies en accessoires moeten hand-matig draaien en de juiste snelheid moet dan wordeningesteld.

Deze automatische regeling vindt plaats als de compres-sor draait en stelt de snelheid van de cv-pomp in, voorde relevante bedrijfsstand, om het optimale temperatuur-verschil te realiseren tussen de aanvoer- en retourleidin-gen. Tijdens verwarming worden de ingestelde DOT(gedimensioneerde buitentemperatuur) en het tempera-tuurverschil in menu 5.1.14 gebruikt. Indien nodig kande maximale snelheid van de circulatiepomp wordenbegrensd in het menu 5.1.11.

Pompafstelling, handmatige regelingBronsysteem

F1255PC heeft een bronpomp die automatisch kanworden aangestuurd. Voor handmatige bediening: deac-tiveer “auto” in menu 5.1.9 en stel dan de snelheid involgens het onderstaande schema.

LET OP!Bij gebruik van passieve koeling moet de snel-heid van de circulatiepomp bronsysteem wor-den ingesteld in menu 5.1.9.

Stel de pompsnelheid zodra het systeem in balans is(idealiter 5 minuten na de start van de compressor).

Stel het debiet zo dat het temperatuurverschil tussenbronvloeistof uit (BT11) en bronvloeistof in (BT10) tussen2 - 5 °C ligt. Controleer deze temperaturen in menu 3.1"service-info" en pas de snelheid van de bronpomp (GP2)aan totdat het temperatuurverschil is gerealiseerd. Eengroot verschil duidt op een lage flow in het bronsysteemen een klein verschil duidt op een hoge flow in hetbronsysteem.

Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W

00,0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,45

10

20

30

40

50

60

Tillgängligt tryck, kPa

Eleffekt, W

Flöde l/s

P100%

P80%

P60%

P40%

Tillgängligt tryck, kPa

Eleffekt, W

1

2

3

4

70

80

0,35 0,40

p

F1255PC 6 kW

Beschikbare druk, kPa

Stroom l/s

Elektrisch ingangsvermogen,W

Pumpkapacitet, köldbärarsida för F1155-1255 -6 kW, manuell drift.

Tillgängligt tryck

kPa

Eleffekt

W

00,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6

30

20

10

40

50

60

70

80

0

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

Flöde l/s

P100%

P80%

100%

80%

60%40%

P40%

P60%

Verwarmingssysteem

F1255PC heeft een circulatiepomp voor het afgiftesys-teem die automatisch kan worden geregeld. Voorhandmatige bediening: deactiveer “auto” in menu 5.1.11en stel dan de snelheid in volgens de onderstaandeschema's.

De aanvoer moet een geschikt temperatuurverschilhebben voor de bedrijfssituatie (verwarmen: 5 - 10 °C,warmwaterbereiding: 5 - 10 °C, zwembadverwarming:ca. 15 °C) tussen de regelende aanvoertemperatuursen-sor en de retourleidingsensor. Controleer deze tempera-turen in menu 3.1 “service-info” en pas de snelheid vande circulatiepomp van het afgiftesysteem (GP1) aantotdat het temperatuurverschil is verkregen. Een grootverschil duidt op een lage doorstroming in het verwar-mingssysteem en een klein verschil op een hoge door-stroming in het verwarmingssysteem.

Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W

00,0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,45

10

20

30

40

50

60

Tillgängligt tryck, kPa

Eleffekt, W

Flöde l/s

P100%

P80%

P60%

P40%

Tillgängligt tryck, kPa

Eleffekt, W

1

2

3

4

70

80

0,35 0,40

p

F1255PC 6 kW

Beschikbare druk, kPa

Stroom l/s

Elektrisch ingangsvermogen,W

Pumpkapacitet, värmebärarsida för F1155-1255 -6 kW, manuell drift.

Tillgängligt tryck

kPa

Eleffekt

W

00,00 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,450,400,35 0,50

30

10

20

40

50

60

70

80

90

0

70

60

50

40

30

20

10

Flöde l/s

P100%

P80%

100%

80%

60%

40%P40%

P60%

NIBE F1255PCHoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling32

Page 33: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Opnieuw afstellen, ontluchten,verwarmingssysteemDe eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water enhet kan nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indiener borrelende geluiden bij de warmtepomp of het afgif-tesysteem worden waargenomen, is het nodig om hethele systeem nogmaals te ontluchten. Controleer dedruk in het drukexpansievat (CM1) met de drukmeter(BP5). Als de druk zakt, dient het systeem te wordenbijgevuld.

Bijstellen, ontluchten, bronsysteemNiveaureservoir

2/3

LEK

LEK

LEK

2/3

LEK

Gamla bilder, med säkerhetsventil på nivåkärlet

1/3 1/3

Controleer het vloeistofniveau in het niveau-reservoir (CM2). Indien het vloeistofniveauis gezakt, vult u het systeem bij.

1. Sluit de klep onder het reservoir.

2. Ontkoppel de aansluiting bovenop hetreservoir.

3. Vul bronvloeistof bij tot het reservoirongeveer 2/3 vol is.

4. Sluit de connector opnieuw aan boven-op het reservoir.

5. Open de klep onder het reservoir.

Indien de druk in het systeem moet worden verhoogd,gebeurt dat door de klep op de uitgaande hoofdleidingte sluiten wanneer de bronpomp (GP2) in bedrijf is enhet niveaureservoir (CM2) open staat, zodat vloeistofuit het reservoir wordt gezogen.

Expansievat

LEK

Indien er een expansievat (CM3) wordtgebruikt in plaats van een niveaureservoir,wordt het drukniveau gecontroleerd metde drukmeter (BP6). Als de druk zakt, dienthet systeem te worden bijgevuld.

De koelcurve/stooklijninstellenIn de menu’s Curve, verwarming en Curve, koelingzijn de verwarmings- en koelingscurves voor uw huis tezien. De curves zijn bedoeld om ongeacht de buitentem-peratuur voor een gelijkmatige binnentemperatuur tezorgen en dus voor een energiezuinige werking. Aan dehand van deze curves bepaalt de F1255PC de tempera-tuur van het water naar het verwarmingssysteem (deaanvoertemperatuur) en dus de binnentemperatuur.

HELLING VAN DE STOOKLIJNDe helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoeveelgraden de aanvoertemperatuur moet worden ver-hoogd/verlaagd als de buitentemperatuur daalt/stijgt.

Hoe steiler de helling, hoe hoger de aanvoertemperatuurvoor de verwarming of hoe lager de aanvoertemperatuurvoor de koeling bij een bepaalde buitentemperatuur.

200 10 0 -10 -20 -30 -40

30

40

50

60

70

80

Framledningstempereratur

(°C)

Utetemperatur

(°C)

Steilere helling stooklijn

Aanvoertemperatuur

Buitentemperatuur

De optimale helling hangt af van de klimaatomstandig-heden van uw locatie, of de woning over radiatoren ofvloerverwarming beschikt en hoe goed de woning isgeïsoleerd.

De verwarmings-/koelcurves worden ingesteld tijdensde installatie van het verwarmings-/koelsysteem, maarmoeten misschien later worden bijgesteld. Daarnahoeven de curves niet meer te worden bijgesteld.

VERSCHUIVING STOOKLIJNEen verschuiving van de curve betekent dat de aanvoer-temperatuur evenveel verandert voor alle buitentempe-raturen. Een verschuiving van de curve van +2 stappenbijv. verhoogt de aanvoertemperatuur met 5 °C bij allebuitentemperaturen. Een corresponderende wijzigingin de koelcurve resulteert in een verlaging van de aan-voertemperatuur.

200 10 0 -10 -20 -30 -40

30

40

50

60

70

80

Framledningstempereratur

(°C)

Utetemperatur

(°C)

Verschuiving stooklijn

Aanvoertemperatuur

Buitentemperatuur

AANVOERTEMPERATUUR – MAXIMUM- ENMINIMUMWAARDENAangezien de aanvoertemperatuur niet hoger kan zijndan de ingestelde max. waarde of lager dan de ingestel-de min. waarde, vlakken de lijnen af bij deze temperatu-ren.

33Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE F1255PC

Page 34: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

200 10 0 -10 -20 -30 -40

30

40

50

60

70

80

Framledningstempereratur

(°C)

Utetemperatur

(°C)

Maximale waarde

Aanvoertemperatuur

Buitentemperatuur

Minimale waarde

LET OP!Met vloerverwarmingssystemen wordt demaximale aanvoertemperatuur normaliter inge-steld tussen 35 en 45 °C.

Controleer de max. vloertemperatuur bij de le-verancier van uw vloer.

LET OP!Moet worden beperkt bij vloerkoeling min.aanvoer temp. om condensatie te voorkomen.

INSTELLEN VAN DE STOOKLIJN

stooklijn1.9.1.1

systeem

buitentemp. °C

aanvoertemperatuur °C

Min. aanvoertemperatuurMax. aanvoertemperatuur

Verschuiving stooklijnHelling van de stooklijn

Afgiftesysteem

1. Selecteer het klimaatsysteem (als er meerdere zijn)waarvan u de curve wilt wijzigen.

2. Selecteer de helling en de stooklijnverschuiving.

LET OP!Als u de "min. aanvoer temp." en/of "max. aan-voertemp." moet afstellen, doet u dit in anderemenu's.

Instellingen voor "min. aanvoer temp.” in menu1.9.3.

Instellingen voor "max. aanvoertemp.” in menu5.1.2.

LET OP!Stooklijn 0 betekent dat eigen stooklijn wordtgebruikt.

De instellingen voor eigen stooklijn wordeningevoerd in menu 1.9.7.

EEN STOOKLIJN AFLEZEN1. Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de as

met de buitentemperatuur is gemarkeerd.

2. Drukt u op OK.

3. Volg de grijze lijn tot aan de curve en vervolgensnaar links om de waarde af te lezen voor de aanvoer-temperatuur bij de geselecteerde buitentemperatuur.

4. U kunt nu waarden selecteren voor de verschillendebuitentemperaturen door de selectieknop naar rechtsof links te draaien en de bijbehorende aanvoertem-peratuur af te lezen.

5. Druk op OK of Terug om de modus voor aflezen teverlaten.

NIBE F1255PCHoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling34

Page 35: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

BedieningseenheidA

B

C

D

E

F

Display

Statuslamp

Toets OK

Toets Terug

Selectieknop

Schakelaar

BINNENKLIMAAT

WARMTEPOMP INFO

WARMTAPWATER

F1255PCG USB-poort

DISPLAYInstructies, instellingen en bedieningsinformatieworden op het display weergegeven. U kunteenvoudig door de verschillende menu's en op-ties navigeren om het comfort in te stellen of debenodigde informatie te verkrijgen.

A

STATUSLAMPDe statuslamp geeft de status van de warmte-pomp aan. De lamp:

• brandt groen tijdens normaal bedrijf.

• brandt geel in de noodstand.

• brandt rood in het geval van een geactiveerdalarm.

B

TOETS OKDe toets OK wordt gebruikt om:

• selecties van submenu's/opties/instelwaar-den/pagina in de startgids te bevestigen.

C

TOETS TERUGDe toets terug wordt gebruikt om:

• terug te keren naar het vorige menu.

• een instelling te wijzigen die niet is bevestigd.

D

SELECTIEKNOPDe selectieknop kan naar rechts of links wordengedraaid. U kunt:

• in de menu's en tussen de opties scrollen.

• de waarden verhogen en verlagen.

• scrollen door pagina's, sommige informatie isverdeeld over meerder pagina's (bijvoorbeeldhelptekst of service-info).

E

SCHAKELAAR (SF1))De schakelaar kan in drie standen worden gezet:

• Aan ( )

• Stand-by ( )

• Noodstand ( )

De noodstand mag alleen worden gebruikt in hetgeval van een ernstig probleem met de warmte-pomp. In deze stand schakelt de compressor uiten schakelt de elekrische bijverwarming in. Hetdisplay van de warmtepomp is niet verlicht en destatuslamp brandt geel.

F

USB-POORTDe USB-poort is weggewerkt achter het plasticplaatje met de productnaam erop.

De USB-poort wordt gebruikt voor het updatenvan de software.

Ga naar nibeuplink.com en klik op de tab "Softwa-re" om de nieuwste software voor uw installatiete downloaden.

G

35Hoofdstuk 7 | Bediening - InleidingNIBE F1255PC

7 Bediening - Inleiding

Page 36: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

MenusysteemWanneer de deur van de warmtepomp is geopend,worden naast enkele basisgegevens de vier hoofdme-nu's van het menusysteem op het display weergegeven.

BINNENKLIMAAT

WARMTEPOMP INFO

WARMTAPWATER

SERVICE

Binnentemperatuur - (indien ruimtesensoren zijngeïnstalleerd)

Warmtapwatertemp.

Tijdelijk in luxe (indien geactiveerd)

Buitentemperatuur

Geschatte hoeveelheidwarmtapwater

Informatie overwerking

MENU 1 - BINNENKLIMAATInstellen en plannen van binnenklimaat. Zie informatiein het helpmenu of de gebruikershandleiding.

MENU 2 - WARMTAPWATERInstellen en plannen van warmtapwaterproductie. Zieinformatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding.

MENU 3 - INFOWeergave van temperatuur en andere bedrijfsinformatieen toegang tot alarmlog. Zie informatie in het helpmenuof de gebruikershandleiding.

MENU 4 - WARMTEPOMPInstellen van tijd, datum, taal, weergave, bedrijfsmodusenz. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikers-handleiding.

MENU 5 - SERVICEGeavanceerde instellingen. Deze instellingen zijn alleenbedoeld voor installateurs of servicemonteurs. Het menuwordt zichtbaar wanneer in het startmenu 7 secondenlang op de Terug-knop word gedrukt. Zie pagina 41.

SYMBOLEN DISPLAYDe volgende symbolen kunnen bij bedrijf op het displayverschijnen.

BeschrijvingSymbool

Dit symbool verschijnt in het informatieven-ster als er informatie van belang in menu3.1 staat.Deze twee symbolen geven aan of decompressor of bijverwarming in de F1255PCis geblokkeerd of niet.

Beide kunnen bijvoorbeeld worden geblok-keerd als een bepaalde bedrijfsstand is ge-kozen in menu 4.2, als blokkeren is inge-pland in menu 4.9.5 of als een alarm is ge-activeerd dat één van beide blokkeert.

Compressor blokkeren.

Bijverwarming blokkeren.

Dit symbool verschijnt als de periodieketoename of de luxe stand voor warmtapwa-ter is geactiveerd.Dit symbool geeft aan of "vakantie-instelling"actief is in 4.7.

Dit symbool geeft aan of de F1255PC con-tact heeft met NIBE Uplink.

Dit symbool geeft de actuele snelheid vande ventilator aan als deze snelheid afwijktvan de normale instelling.

Accessoire vereist.Dit symbool geeft aan of zwembadverwar-ming actief is.

Accessoire vereist.Dit symbool geeft aan of koeling actief is.

Accessoire vereist.

NIBE F1255PCHoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding36

Page 37: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

BINNENKLIMAAT

WARMTEPOMP INFO

WARMTAPWATER

temperatuur

BINNENKLIMAAT 1

ventilatie

programmering

geavanceerd

uit

normaal

Gemarkeerdhoofdmenu

Menunummer - gemarkeerd submenu Naam en menunummer - hoofdmenu

Symbool -hoofdmenu

Statusinformatie - submenu'sNaam - submenu'sSymbolen – submenu's

WERKINGDraai de selectieknop naar links of naarrechts om de cursor te bewegen. De gemar-keerde positie is wit en/of heeft een opwaart-se tab.

MENU SELECTERENSelecteer een hoofdmenu door het te markeren envervolgens op OK te drukken om door het menusysteemte lopen. Er wordt hierna een nieuw venster met subme-nu's geopend.

Selecteer een van de submenu's door het menu temarkeren en vervolgens op OK te drukken.

OPTIES SELECTEREN

zuinig

comfortstand 2.2

normaal

luxe

smart control

In een optiemenu wordt de huidig geselecteerdeoptie aangegeven met een groen vinkje.

Een andere optie selecteren:

1. Markeer de betreffende optie d.m.v. de selctie-knop. Een van de opties is voorgeselecteerd(wit).

2. Druk op OK om de geselecteerde optie te be-vestigen. De geselecteerde optie heeft eengroen vinkje.

EEN WAARDE INSTELLEN

tijd & datum4.4tijd

dag

jaar

maand

24 uur

12 uur

datum

Te wijzigen waarden

Om een waarde in te stellen:

1. Markeer u de waarde die u wilt instellen metde selectieknop.

2. Drukt u op OK. De achtergrond van de waardewordt groen. Dit betekent dat u de instelmo-dus hebt geopend.

3. Draai de selectieknop naar rechts om dewaarde te verhogen en naar links om deze teverlagen.

4. Druk op OK om de waarde te bevestigen dieu hebt ingesteld. Druk op de toets Terug omnaar de oorspronkelijke waarde terug te keren.

37Hoofdstuk 7 | Bediening - InleidingNIBE F1255PC

Page 38: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

HET VIRTUELE TOETSENBORD GEBRUIKEN

Verschillende toetsenborden

Als het in sommige menu's nodig is dat er tekst wordtingevoerd, is er een virtueel toetsenbord beschikbaar.

Afhankelijk van het menu hebt u de beschikking oververschillende tekensets die u met behulp van de selec-tieknop kunt selecteren. Om andere tekens te gebruiken,drukt u op de Terug-knop. Als een menu maar één te-kenset heeft, wordt het toetsenbord direct weergege-ven.

Als u klaar bent met het invoeren van tekst, markeert u"OK" en drukt u op OK.

DOOR DE VENSTERS SCROLLENEen menu kan uit meerdere vensters bestaan. Draai deselectieknop om tussen de vensters te scrollen.

Huidigemenuvenster

Aantal vensters inhet menu

Door de vensters in de startgids scrollen

taal 4.6

Indien de startgids zich links van deze paginabevindt, wordt deze automatisch korter

60 min.

Pijlen voor door venster scrollen in startgids

1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linker-bovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemarkeerd.

2. Druk op de OK-knop om naar de volgende stap inde startgids te gaan.

HELPMENUIn veel menu's staat een symbool dat aangeeft dater extra hulp beschikbaar is.

Om de helptekst te openen:

1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool teselecteren.

2. Drukt u op OK.

De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensters waar-tussen u kunt scrollen met de selectieknop.

NIBE F1255PCHoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding38

Page 39: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Menu 1 - BINNENKLIMAAT1.1.1 - verwarming1.1 - temperatuur1 - BINNENKLIMAAT1.1.2 - koeling

1.2 - ventilatie *

1.3.1 - verwarming1.3 - programmering1.3.2 - koeling1.3.3 - ventilatie *

1.9.1.1 stooklijn1.9.1 - curve1.9 - geavanceerd1.9.1.2 - koelcurve

1.9.2 - externe instelling

1.9.3.1 - verwarming1.9.3 - min. aanvoer temp.1.9.3.2 - koeling

1.9.4 - instellingen ruimte-sensor1.9.5 - instellingen koeling1.9.6 - terugsteltijd ventilator*

1.9.7.1 - verwarming1.9.7 - eigen stooklijn1.9.7.2 - koeling

1.9.8 - verschuiving punt1.9.9 – nachtkoeling1.9.11 - +Adjust1.9.12 - FLM koelen*

Menu 2 - WARMTAPWATER2.1 - tijdelijk in luxe2 - WARMTAPWATER2.2 - comfortstand2.3 - programmering

2.9.1 - periodieke toename2.9 - geavanceerd2.9.2 - warmtapw.recirc.

39Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE F1255PC

8 Regeling - Menu's

Page 40: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Menu 3 - INFO3.1 - service-info3 - INFO3.2 - compressor info3.3 - info bijverwarming3.4 - alarm log3.5 - binnentemp. log

* Accessoires nodig.

Menu 4 - WARMTEPOMP4.1.1 - zwembad *4.1 - plusfuncties4 - WARMTEPOMP

4.1.3.1 - NIBE Uplink4.1.3 - internet4.1.3.8 - tcp/ip-instellingen4.1.3.9 - proxy-instellingen

4.1.4 - sms *4.1.5 - SG Ready4.1.6 - smart price adapti-on™4.1.7 - smart home

4.1.8.1 - instellingen4.1.8 - smart energy sour-ce™

4.1.8.2 - inst. prijs4.1.8.3 - CO2 impact4.1.8.4 - tariefper., elektr.4.1.8.5 - tariefper., vasteprijs4.1.8.6 - tariefper., ext.shuntbijv.4.1.8.7 - tariefper., ext.stapbijv.4.1.8.8 - tariefper., OPT10

Menu 4.1.10 – zonne-ener-gie *

4.2 - bedrijfsstand4.3 - mijn pictogrammen4.4 - tijd & datum4.6 - taal4.7 - vakantie-instelling

4.9.1 - functie voorkeuren4.9 - geavanceerd4.9.2 - instelling modus auto4.9.3 - instelling graadminu-ten4.9.4 - fabrieksinstelling ge-bruiker4.9.5 - blokk. programm.

* Accessoire vereist.

NIBE F1255PCHoofdstuk 8 | Regeling - Menu's40

Page 41: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Menu 5 - SERVICEOVERZICHT

5.1.1 - warmwaterinstellingen5.1 - bedrijfsinstellingen5 - SERVICE5.1.2 - max. aanvoertemp.5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.5.1.4 - alarmhandelingen5.1.5 - ventilatorsnelheid uitlaatlucht*5.1.7 - bronpomp al.instelling5.1.8 - bedrijfsmodus bronpomp5.1.9 - snelheid bronpomp5.1.10 - bedr.modus circulatiepomp5.1.11 - pompsnelheid CV-systeem5.1.12 - interne elektrische bijverw.5.1.14 - aanvinst. klim.systeem5.1.22 - heat pump testing5.1.24 - blockFreq

5.2.4 - accessoires5.2 - systeeminstellingen

5.3.1 - FLM *5.3 - instellingen accessoire5.3.2 - shuntgestuurde bijverw. *5.3.3 - extra klimaatsysteem *5.3.4 - zonneverwarming *5.3.6 - stapgestuurde bijverwarming5.3.8 - warmtapwatercomfort *5.3.11 - modbus *5.3.12 - afvoer-/aanvoerluchtmodule*5.3.15 - GBM-communicatiemodule*5.3.16 - vochtigheidssensor *5.3.21 - deb.sensor / energiemeter*

5.4 - in-/uitgangen software5.5 - service fabriekinstelling5.6 - geforceerde regeling5.7 - startgids5.8 - snelstart5.9 - vloerdroogfunctie5.10 - log met wijzigingen

* Accessoire vereist.

Ga naar het hoofdmenu en houd de knop Terug 7 secon-den ingedrukt om naar het Servicemenu te gaan.

Submenu'sMenu SERVICE heeft oranje tekst en is bedoeld voorgevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere sub-menu's. U vindt de statusinformatie van het betreffendemenu op het display aan de rechterkant van de menu´s.

bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor de warm-tepomp.

systeeminstellingen Systeeminstellingen voor dewarmtepomp, activeren van accessoires enz.

instellingen accessoire Bedrijfsinstellingen voor verschil-lende accessoires.

in-/uitgangen software Instellen van softwaregestuurdein- en uitgangen op de ingangsprintplaat (AA3).

service fabriekinstelling Totale reset van alle instellingen(inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de gebrui-ker) naar standaardwaarden.

geforceerde regeling Gedwongen regeling van de ver-schillende componenten in de warmtepomp.

startgids Handmatige start van de startgids die deeerste keer wordt gebruikt wanneer de warmtepompwordt gestart.

snelstart Snelstarten van de compressor.

41Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE F1255PC

Page 42: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Voorzichtig!Onjuiste instellingen in de servicemenu's kun-nen schade aan de warmtepomp veroorzaken.

MENU 5.1 - BEDRIJFSINSTELLINGENBedrijfsinstellingen voor de warmtepomp kunnen in desubmenu's worden doorgevoerd.

MENU 5.1.1 - WARMWATERINSTELLINGEN

starttemp. economie/normaal/luxeInstelbereik: 5 – 70 °C

Fabrieksinstelling (°C):

luxenormaalzuinig

474440Email474440Roestvrij

stoptemp. economie/normaal/luxeInstelbereik: 5 – 70 °C

Fabrieksinstelling (°C):

luxenormaalzuinig

514844Email514844Roestvrij

stoptemp. per. verhogingInstelbereik: 55 – 70 °C

Fabrieksinstelling: 55 °C

hoog vermogenInstelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van hetwarmtapwater voor de verschillende comfortopties inmenu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodieke ver-hogingen in menu 2.9.1.

Voor een hoger laadvermogen klikt u op hoog vermogen.

Als “hoog vermogen” is geactiveerd, wordt het warm-tapwater met meer vermogen verwarmd dan in destandaardstand en heeft daarom een snellere oplaadtijd.

MENU 5.1.2 - MAX. AANVOERTEMP.

afgiftesysteemInstelbereik: 20-80 °C

Standaardwaarde: 60 °C

Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor hetafgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaat-systemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximale aan-voertemperaturen worden ingesteld voor ieder systeem.

Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden ingesteld opeen hogere max. aanvoertemperatuur dan klimaatsys-teem 1.

LET OP!Voor vloerverwarmingssystemen moet de max.aanvoertemp. normaliter worden ingesteldtussen 35 en 45 °C.

Controleer de max. vloertemperatuur bij de le-verancier van uw vloer.

MENU 5.1.3 - MAX. VERSCH.AANVOERTEMP.

max. versch. compressorInstelbereik: 1 – 25 °C

Standaardwaarde: 10 °C

max. versch. bijverwarmingInstelbereik: 1 – 24 °C

Standaardwaarde: 3 °C

Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussende berekende en de huidige aanvoertemperatuur tijdensde compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max.versch. bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max.versch. compressor

max. versch. compressorIndien de actuele aanvoertemperatuur de berekendeaanvoertemperatuur op basis van de ingestelde waardeoverstijgt, wordt de waarde in graadminuten ingesteldop +2. De compressor in de warmtepomp stopt als eralleen warmtevraag is voor cv.

max. versch. bijverwarmingIndien “addition” wordt gekozen en geactiveerd in menu4.2 en de actuele aanvoertemperatuur overstijgt de be-rekende temperatuur met de ingestelde waarde, wordtde bijverwarming stopgezet.

MENU 5.1.4 - ALARMHANDELINGENSelecteer hier hoe u wilt dat de warmtepomp u waar-schuwt dat er een alarm in het display wordt weergege-ven.

De verschillende alternatieven zijn dat de warmtepompstopt met het produceren van warmtapwater (standaard-instelling) en/of de kamertemperatuur verlaagt.

LET OP!Als er geen alarmhandeling is geselecteerd,kan dit leiden tot een hoger energieverbruik bijeen alarm.

NIBE F1255PCHoofdstuk 8 | Regeling - Menu's42

Page 43: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

MENU 5.1.5 - VENTILATORSNELHEIDUITLAATLUCHT (ACCESSOIRE VEREIST)

normaal en snelheid 1-4Instelbereik: 0 – 100 %

Stel de snelheid voor de vijf verschillende te selecterensnelheden voor de ventilator hier in.

LET OP!Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kan hethuis beschadigen en kan tot een hoger energie-verbruik leiden.

MENU 5.1.7 - BRONPOMP AL.INSTELLING

min. T bron uitInstelbereik: -12 – 15 °C

Standaardwaarde: -8 °C

min. T bron uitStel de temperatuur in waarbij de warmtepomp hetalarm voor lage temperatuur bij uitgaande bronvloeistofactiveert.

Als "automatische reset" geselecteerd is, wordt hetalarm gereset wanneer de temperatuur is gestegen tot1 °C onder de instelwaarde.

De compressor schakelt terug als de temperatuur vanhet bronsysteem de ingestelde minimumwaarde voorde temperatuur van het bronsysteem bereikt. De com-pressorbesturing probeert het bronsysteem te houdenop een temperatuur die 2 ° hoger is dan de ingesteldewaarde voor bronvloeistof uit.

MENU 5.1.8 - BEDRIJFSMODUS BRONPOMP

bedrijfsstandInstelbereik: intermitterend, voortdurend, 10 dagenonafgebroken

Standaardwaarde: intermitterend

Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp in.

intermitterend: De bronpomp start ca. 20 seconden vóórde compressor en stopt ca. 20 seconden na de compres-sor.

voortdurend: Continu bedrijf.

10 dagen onafgebroken: Continu bedrijf gedurende 10dagen. De pomp schakelt dan over op intermitterendbedrijf.

TIPU kunt gebruik maken van “10 dagen onafge-broken" bij opstarten voor continue circulatietijdens een opstarttijd, om zo het ontluchtenvan het systeem te vergemakkelijken.

MENU 5.1.9 - SNELHEID BRONPOMP

bedrijfsstandInstelbereik: auto / handmatig / vaste delta

Standaardwaarde: auto

delta TInstelbereik: 2 - 10 °C

Fabrieksinstelling: 4 °C

snelh. in wachtm.Instelbereik: 1 - 100 %

Fabrieksinstelling: 70 %

Snelh. ext. reg. (AUX)Instelbereik: 1 - 100 %

Fabrieksinstelling: 100 %

handmatigInstelbereik: 1 - 100 %

Fabrieksinstelling: 100 %

snelheid pass. koelenInstelbereik: 1 - 100 %

Fabrieksinstelling: 75 %

Delta in het geval van passieve koelingInstelbereik: 1 - 15 °C

Fabrieksinstelling: 4 °C

snelh. in wachtm. koelingInstelbereik: 1 - 100 %

Fabrieksinstelling: 30 %

temperatuurverschil, actieve koelfunctieInstelbereik: 2 - 10 °C

Fabrieksinstelling: 5 °C

43Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE F1255PC

Page 44: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Stel hier de snelheid van de circulatiepomp bronsysteemin. Selecteer "auto" als de snelheid van de circulatiepompbronsysteem automatisch geregeld moet worden (fa-brieksinstelling) voor een optimale werking.

Voor handmatige regeling van de bronpomp deactiveertu "auto" en stelt u de waarde in tussen 1 en 100 %.

Voor regeling van de circulatiepomp bronsysteem met"vaste delta" selecteert u "vaste delta" onder "bedrijfs-stand" stelt u de waarde in tussen 2 en 10 °C.

De snelheid van de circulatiepomp bronsysteem tijdenspassief koelen (de circulatiepomp bronsysteem draaitdan met handmatige regeling) kan ook hier worden inge-steld.

Als continu bedrijf is gekozen (zie "Menu 5.1.8 - bedrijfs-modus bronpomp", pagina 43 ) kan ook de wachtstandworden gekozen. De circulatiepomp blijft continu draai-en, terwijl de compressor stopt.

MENU 5.1.10 - BEDR.MODUSCIRCULATIEPOMP

bedrijfsstandInstelbereik: auto, intermitterend

Standaardwaarde: auto

Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp verwar-mingssysteem in.

auto: De circulatiepomp draait volgens de huidige be-drijfsmodus van de F1255PC.

intermitterend: De circulatiepomp verwarmingssysteemstart ca. 20 seconden eerder en stopt tegelijk met decompressor.

MENU 5.1.11 - POMPSNELHEID CV-SYSTEEM

BedrijfsstatusInstelbereik: auto / handmatig

Standaardwaarde: auto

Handmatige instelling, warmtapwaterInstelbereik: 1 - 100 %

Fabrieksinstelling: 70 %

Handmatige instelling, verwarmingInstelbereik: 1 - 100 %

Standaardwaarde: 70 %

Handmatige instelling, zwembadInstelbereik: 1 - 100 %

Standaardwaarde: 70 %

snelh. in wachtm.Instelbereik: 1 - 100 %

Standaardwaarde: 30 %

min. toegest. snelheidInstelbereik: 1 - 50%

Standaardwaarden: 1 %

max. toegest. snelheidInstelbereik: 50 - 100 %

Standaardwaarde: 100 %

snelheid pass. koelenInstelbereik: 1 - 100 %

Standaardwaarde: 70 %

Stel de snelheid in waarop de circulatiepomp verwar-mingssysteem moet draaien in de huidige bedrijfsstand.Selecteer "auto" als de snelheid van de circulatiepompverwarmingssysteem automatisch geregeld moet wor-den (fabrieksinstelling) voor een optimale werking.

Als "auto" wordt geactiveerd voor verwarming, kunt uook kiezen voor de instelling "max. toegest. snelheid"die de circulatiepomp verwarmingssysteem beperkt enniet laat draaien op een hogere snelheid dan de ingestel-de waarde.

Voor handmatige regeling van de circulatiepompen afgif-tesysteem deactiveert u "auto" voor de huidige bedrijfs-stand en stelt u vervolgens de waarde in tussen 0 en100% (de eerder ingestelde waarde voor "max. toegest.snelheid" geldt niet meer).

"verwarming" houdt in dat de circulatiepomp van hetverwarmingssysteem in de verwarmingsstand staat.

"snelh. in wachtm." houdt in dat de circulatiepomp vanhet verwarmingssysteem de snelheid verlaagt, wanneerde warmtepomp in de verwarmings- of koelstand staat,maar geen compressor of elektrische bijverwarmingnodig heeft.

"warmtapwater" houdt in dat de circulatiepomp van hetverwarmingssysteem in de warmtapwaterstand staat.

"zwembad" (accessoire vereist) houdt in dat de circula-tiepomp van het verwarmingssysteem in de zwembad-verwarmingsstand staat.

"cooling" houdt in dat de circulatiepomp van het verwar-mingssysteem in de koelstand staat.

De snelheid van de circulatiepomp verwarmingssysteemtijdens actief en passief koelen (de circulatiepompbronsysteem draait dan in handmatige regeling) kan ookhier worden ingesteld.

NIBE F1255PCHoofdstuk 8 | Regeling - Menu's44

Page 45: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

MENU 5.1.12 - INTERNE ELEKTRISCHEBIJVERW.

zekeringgrootteInstelbereik: 1 - 400 A

Standaardwaarde: 25 A

transformatieratioInstelbereik: 300 - 3000

Fabrieksinstelling: 300

Hier stelt u het max. elektrische vermogen in van deinterne elektrische bijverwarming in de F1255PC en dezekeringgrootte voor de installatie.

Hier kunt u ook controleren welke stroomsensor opwelke inkomende fase van de woning is geïnstalleerd(vraagt om de installatie van stroomsensoren, zie pagina25). Vink hiervoor "fasevolgorde ontdekken" aan en drukop de OK-toets.

De resultaten van deze controles staan net onder menu-optie "fasevolgorde ontdekken".

MENU 5.1.14 - AANVINST. KLIM.SYSTEEM

voorinstellInstelbereik: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw.,DOT °C

Standaardwaarde: radiator

Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C

Fabrieksinstelling DOT: -18,0 °C

eigen inst.Instelbereik dT bij DOT: 0,0 – 25,0

Fabrieksinstelling dT bij DOT: 10,0

Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C

Fabrieksinstelling DOT: -18,0 °C

Hier wordt het type warmteverdeelsysteem waar decirculatiepomp (GP1) van het verwarmingssysteemnaartoe werkt, ingesteld.

dT bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- enretourtemperaturen bij de gemeten buitentemperatuur.

MENU 5.1.22 - HEAT PUMP TESTING

Voorzichtig!Dit menu is bedoeld voor het testen van deF1255PC volgens verschillende standaarden.

Gebruik van dit menu voor andere doeleindenkan ertoe leiden dat uw installatie niet correctfunctioneert.

Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iederestandaard.

MENU 5.1.24 - BLOCKFREQ

blockFreq 1Selecteerbaar instelbereik op het display:

starten: 17 – 115 Hz

stoppen: 22 – 120 Hz

Max. instelbereik: 50 Hz.

blockFreq 2Selecteerbaar instelbereik op het display:

starten: 17 – 115 Hz

stoppen: 22 – 120 Hz

Max. instelbereik: 50 Hz.

Hier kunt u een frequentiebereik instellen waarbij decompressor wordt geblokkeerd. De parameters voorhet instelbereik verschillen, afhankelijk van welk productdoor de instelling wordt geregeld.

Voorzichtig!Door een groot geblokkeerd frequentiebereikkan de compressor gaan schokken.

MENU 5.2 - SYSTEEMINSTELLINGENHier verricht u verschillende systeeminstellingen voorde warmtepomp, bijv. welke accessoires er geïnstalleerdzijn.

Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoiresgeactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatiefmarkeren in de lijst of gebruik maken van de automati-sche functie "geïnstalleerde acc. zoeken".

geïnstalleerde acc. zoekenMarkeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de OK-toets om automatisch aangesloten accessoires voor deF1255PC te vinden.

LET OP!Bepaalde accessoires worden niet automatischgevonden, maar moeten handmatig wordenaangevinkt, zie menu 5.4.

Voorzichtig!Vink alleen de optie externe (open) bronpompaan als het accessoire AXC 40 moet wordengebruikt om de circulatiepomp te regelen.

Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voorde warmtepomp, bijv. welke accessoires er geïnstalleerdzijn.

45Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE F1255PC

Page 46: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

MENU 5.2.4 - ACCESSOIRESHier laat u de warmtepomp weten welke accessoirehier geïnstalleerd zijn.

Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoiresgeactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatiefmarkeren in de lijst of gebruik maken van de automati-sche functie "geïnstalleerde acc. zoeken".

geïnstalleerde acc. zoekenMarkeer ”geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de OK-toets om automatische aangesloten accessoires voorde F1255PC te vinden.

LET OP!Bepaalde accessoires kunt u niet vinden metde zoekfunctie. Deze moeten in plaats daarvanworden geselecteerd in menu 5.4.

Voorzichtig!Vink alleen de optie externe (open) bronpompaan als het accessoire AXC 40 moet wordengebruikt om de circulatiepomp te regelen.

MENU 5.3 - INSTELLINGEN ACCESSOIREDe bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerden geactiveerd zijn, worden verricht in de daarvoor be-doelde submenu's.

MENU 5.3.1 - FLM

voortdurend pompbedr.Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

pompsnelheidInstelbereik: 1 – 100%

Fabrieksinstelling: 100%

tijd tussen ontdooibeurtenInstelbereik: 1 – 30 u

Standaardwaarde: 10 u

maanden t. filteralarmsInstelbereik: 1 – 12

Standaardwaarde: 3

koelen activerenInstelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

voortdurend pompbedr.: Selecteren voor continu bedrijfvan de circulatiepomp in de ventilatiemodule.

pompsnelheid: Stel de gewenste snelheid voor de circu-latiepomp in in de ventilatiemodule.

tijd tussen ontdooibeurten: Hier kunt u de minimale tijdinstellen die moet verstrijken tussen ontdooibeurten vande warmtewisselaar in de ventilatiemodule.

Als de afvoerventilatieluchtmodule in bedrijf is, wordtde warmtewisselaar gekoeld, zodat er ijs op wordt ge-vormd. Als er te veel ijs wordt gevormd, neemt dewarmteoverdrachtscapaciteit van de warmtewisselaaraf en moet er worden ontdooid. Bij ontdooien warmt dewarmtewisselaar op, zodat het ijs smelt en weglooptvia de condens afvoerslang.

maanden t. filteralarms: Hier kunt u instellen hoeveelmaanden er moeten verstrijken voordat de warmtepompaangeeft dat het tijd is om het filter in de ventilatiemo-dule te reinigen.

Maak het luchtfilter van de afvoerluchtmodule regelmatigschoon. Het interval hangt af van de hoeveelheid stofin de ventilatielucht.

koelen activeren: Hier kunt u koeling activeren via deventilatiemodule. Als de functie geactiveerd is, wordende koelingsinstellingen weergegeven in het menusys-teem.

TIPRaadpleeg de installatie-instructies voor hetaccessoire voor een beschrijving van de wer-king.

MENU 5.3.2 - SHUNTGESTUURDE BIJVERW.

bijverwarming voorrangInstelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

start diff. bijverwarmingInstelbereik: 0 – 2000 GM

Standaardwaarde: 400 GM

minimale looptijdInstelbereik: 0 – 48 u

Standaardwaarde: 12 u

min. temp.Instelbereik: 5 – 90 °C

Standaardwaarde: 55 °C

mengklep versterkerInstelbereik: 0,1 –10,0

Standaardwaarde: 1,0

mengklep stap vertragingInstelbereik: 10 – 300 s

Standaardwaarde: 30 s

NIBE F1255PCHoofdstuk 8 | Regeling - Menu's46

Page 47: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Stel hier de minimale looptijd en de minimale tempera-tuur in voor het starten van de externe bijverwarmingmet shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookteketel.

U kunt de versterking van de shuntklep en de wachttijdvan de shuntklep instellen.

Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmtevan de externe bijverwarming gebruikt in plaats van dievan de warmtepomp. De shuntklep wordt net zo langgeregeld als er warmte beschikbaar is, anders wordt deshuntklep gesloten.

TIPRaadpleeg de installatie-instructies voor hetaccessoire voor een beschrijving van de wer-king.

MENU 5.3.3 - EXTRA KLIMAATSYSTEEM

gebruik in verwarmingsstandInstelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: op

gebruik in koelstandInstelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

mengklep versterkerInstelbereik: 0,1 – 10,0

Standaardwaarde: 1,0

mengklep stap vertragingInstelbereik: 10 – 300 s

Standaardwaarde: 30 s

Reg. pomp GP10Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

Hier selecteert u het klimaatsysteem (2 - 8) dat u wiltinstellen.

gebruik in verwarmingsstand: Als de warmtepomp voorkoeling is aangesloten op een of meer klimaatsystemen,kan daarin condensatie optreden. Controleer of "gebruikin verwarmingsstand" is geselecteerd voor het/de kli-maatsyste(e)m(en) dat/die niet is/zijn afgestemd opkoelen. Deze instelling houdt in dat de subshunt voorde extra klimaatsystemen sluit als de koeling geactiveerdis.

gebruik in koelstand: Selecteer "gebruik in koelstand"voor klimaatsystemen die zijn afgestemd op het hante-ren van koelen. Voor koelen met 2 leidingen kunt u zo-

wel "gebruik in koelstand" als "gebruik in verwarmings-stand" selecteren, terwijl voor koelen met 4 leidingen uslechts één optie kunt selecteren.

LET OP!Deze instellingsoptie verschijnt alleen als dewarmtepomp in menu 5.2.4 is geactiveerd voorkoelen.

mengklep versterker, mengklep stap vertraging: Hierkunt u de shuntversterking en shuntwachttijd instellenvoor de verschillende extra klimaatsystemen die zijngeïnstalleerd.

Reg. pomp GP10: Hier kunt u de snelheid van de circu-latiepomp handmatig instellen.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

47Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE F1255PC

Page 48: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

MENU 5.3.4 - ZONNEVERWARMING

delta-T startenInstelbereik: 1 – 40 °C

Standaardwaarde: 8 °C

delta-T stoppenInstelbereik: 0 – 40 °C

Standaardwaarde: 4 °C

max. tanktemperatuurInstelbereik: 5 – 110 °C

Standaardwaarde: 95 °C

max. zonnecollectortemp.Instelbereik: 80 – 200 °C

Standaardwaarde: 125 °C

antivriestemperatuurInstelbereik: -20 – +20 °C

Standaardwaarde: 2 °C

koeling zonnecollector startInstelbereik: 80 – 200 °C

Standaardwaarde: 110 °C

passief opladen - inschakeltemperatuurInstelbereik: 50 – 125 °C

Fabrieksinstelling: 110 °C

passief opladen - uitschakeltemperatuurInstelbereik: 30 – 90 °C

Fabrieksinstelling: 50 °C

actief opladen - activeren dTInstelbereik: 8 – 60 °C

Fabrieksinstelling: 40 °C

actief opladen - deactiveren dTInstelbereik: 4 – 50 °C

Fabrieksinstelling: 20 °C

delta-T starten, delta-T stoppen: Hier kunt u het tempe-ratuurverschil tussen zonnecollector en zonneboiler in-stellen, waarbij de circulatiepomp zal starten en stoppen.

max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.: Hierkunt u de maximumtemperaturen in zonneboiler resp.zonnecollector instellen, waarbij de circulatiepomp zalstoppen. Dit om bescherming te bieden tegen te hogetemperaturen in de zonneboiler.

Als de unit een antivriesfunctie, zonnepaneelkoelingen/of passief/actief opladen heeft, kunt u dat hier active-ren. Als de functie geactiveerd is, kunt u daar instellingenvoor invoeren. "zonnepaneelkoeling", "passief opladen"en "actief opladen" kunnen niet worden gecombineerd.Er kan slechts één functie geactiveerd worden.

antivriesbeschermingantivriestemperatuur: Hier kunt u de temperatuur in dezonnecollectoren instellen, waarbij de circulatiepompmoet starten om bevriezing te voorkomen.

zonnepaneelkoelingkoeling zonnecollector start: Als de temperatuur in dezonnecollector hoger is dan deze instelling, terwijl tege-lijkertijd de temperatuur in de zonneboiler hoger is dande ingestelde maximumtemperatuur, wordt de externefunctie voor koeling geactiveerd.

passief opladeninschakeltemperatuur: Als de temperatuur in het zonne-paneel hoger wordt dan deze instelling, wordt de functiegeactiveerd. Maar de functie wordt een uur lang geblok-keerd als de temperatuur van de brine-vloeistof die dewarmtepomp (BT10) instroomt, hoger wordt dan de in-gestelde waarde voor "max. bron in" in menu 5.1.7.

uitschakeltemperatuur: Als de temperatuur in het zonne-paneel lager wordt dan deze instelling, wordt de functiegeactiveerd.

actief opladenactiveren dT: Als het verschil tussen de temperatuur inhet zonnepaneel (BT53) en de temperatuur van de brine-vloeistof die de warmtepomp (BT10) instroomt, groteris dan deze instelling, wordt de functie gedeactiveerd.Maar de functie wordt een uur lang geblokkeerd als detemperatuur van de brine-vloeistof die de warmtepomp(BT10) instroomt, hoger wordt dan de ingestelde waardevoor "max. bron in" in menu 5.1.7.

deactiveren dT: Als het verschil tussen de temperatuurin het zonnepaneel (BT53) en de temperatuur van debrine-vloeistof die de warmtepomp (BT10) instroomt,kleiner is dan deze instelling, wordt de functie gedeacti-veerd.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

NIBE F1255PCHoofdstuk 8 | Regeling - Menu's48

Page 49: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

MENU 5.3.6 - STAPGESTUURDEBIJVERWARMING

start diff. bijverwarmingInstelbereik: 0 – 2000 GM

Standaardwaarde: 400 GM

verschil bijverw.stappenInstelbereik: 0 – 1000 GM

Standaardwaarde: 100 GM

max. stapInstelbereik(binaire stappen gedeactiveerd): 0 – 3

Instelbereik(binaire stappen geactiveerd): 0 – 7

Standaardwaarde: 3

binaire stapInstelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

Stel hier de stapgeregelde bijverwarming in. Een stap-geregelde bijverwarming is bijv. een externe elektrischeketel.

Het is bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneerde bijverwarming moet starten, om het max. aantaltoegestane stappen in te stellen en in te stellen of binai-re stappen wel of niet moeten worden gebruikt.

Als binaire stappen zijn gedeactiveerd (uit), hebben deinstellingen betrekking op lineaire stappen.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

MENU 5.3.8 - WARMTAPWATERCOMFORT

activeren van mengklepInstelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

uitgaand warmtapwaterInstelbereik: 40 - 65 °C

Standaardwaarde: 55 °C

mengklep versterkerInstelbereik: 0,1 – 10,0

Standaardwaarde: 1,0

mengklep stap vertragingInstelbereik: 10 – 300 s

Standaardwaarde: 30 s

Hier verricht u instellingen voor het warmtapwatercom-fort.

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

activeren van mengklep: Geactiveerd indien er eenmengklep is geïnstalleerd en deze moet worden aange-stuurd vanuit de F1255PC. Wanneer dit alternatief actiefis, kunt u de uitgaande warmtapwatertemperatuur,shuntversterking en shuntwachttijd instellen voor demengklep.

uitgaand warmtapwater: Hier kunt u de temperatuur in-stellen waarbij de mengafsluiter warmtapwater vanuitde ketel moet beperken.

MENU 5.3.11 - MODBUS

adresFabrieksinstelling: adres 1

word swapFabriekinstelling: niet geactiveerd

Vanaf Modbus 40 versie 10, kan het adres worden inge-steld van 1 - 247. Eerdere versies hebben een vast adres(adres 1).

Hier kunt u selecteren of u "word swap" wilt in plaatsvan het vooraf standaard ingestelde "big endian".

Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoirevoor een beschrijving van de werking.

MENU 5.3.12 -AFVOER-/AANVOERLUCHTMODULE

maanden t. filteralarms

Instelbereik: 1 – 24

Standaardwaarde: 3

laagste temp. afvoerlucht

Instelbereik: 0 – 10 °C

Standaardwaarde: 5 °C

bypass bij te hoge temp.

Instelbereik: 2 – 10 °C

Standaardwaarde: 4 °C

omloop tijdens verwarmen

Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

uitschakelwaarde, afvoerluchttemp.

Instelbereik: 5 – 30 °C

Standaardwaarde: 25 °C

maanden t. filteralarms: Stel in hoe vaak het filteralarmmoet worden weergegeven.

laagste temp. afvoerlucht: Stel de minimumtemperatuurvan de afvoerlucht in om te voorkomen dat de warmte-wisselaar bevriest.

49Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE F1255PC

Page 50: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

bypass bij te hoge temp.: Indien er een ruimtesensor isgeïnstalleerd, moet hier de overtemperatuur wordeningesteld waarbij de bypassklep moet openen.

TIPRaadpleeg de installatie-instructies voor de ERSen de HTS voor een beschrijving van de wer-king.

MENU 5.3.15 -GBM-COMMUNICATIEMODULE

start diff. bijverwarming

Instelbereik: 10 – 2 000 GM

Fabrieksinstelling: 400 GM

hysteresis

Instelbereik: 10 – 2 000 GM

Fabrieksinstelling: 100 GM

Stel hier de gasketel GBM 10-15 in. Selecteer bijvoor-beeld wanneer de gasketel moet starten. Raadpleeg deinstallatie-instructies voor het accessoire voor een be-schrijving van de werking.

MENU 5.3.16 - VOCHTIGHEIDSSENSOR

afgiftesysteem 1 HTSInstelbereik: 1–4

Standaardwaarde: 1

RH beperk. in ruimte, syst.Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

voork. condensatie, syst.Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

RH beperk. in ruimte, syst.Instelbereik: aan/uit

Fabrieksinstelling: uit

Er kunnen maximaal vier vochtigheidssensoren (HTS 40)worden geïnstalleerd.

Hier selecteert u of uw system(en) het niveau van derelatieve vochtigheid (RV) tijdens verwarmen of koelenmoet(en) beperken.

U kunt ook de min. aanvoer van koeling en de berekendeaanvoer van koeling beperken om condensatie op leidin-gen en onderdelen in het koelsysteem te voorkomen.

Zie de installatiehandleiding HTS 40 voor een beschrij-ving van de functie.

MENU 5.3.21 - DEB.SENSOR /ENERGIEMETER

Aanvoertemperatuursensorinstelmodus

Instelbereik: EMK150 / EMK300/310 / EMK500

Fabrieksinstelling: EMK150

energie per puls

Instelbereik: 0 – 10000 Wh

Fabrieksinstelling: 1000 Wh

pulsen per kWh

Instelbereik: 1 – 10000

Fabrieksinstelling: 500

Energiemeterinstelmodus

Instelbereik: energie per puls / pulsen per kWh

Standaardwaarde: energie per puls

energie per puls

Instelbereik: 0 – 10000 Wh

Fabrieksinstelling: 1000 Wh

pulsen per kWh

Instelbereik: 1 – 10000

Fabrieksinstelling: 500

Er kunnen maximaal twee flowmeters (EMK) / energie-meters worden aangesloten op de ingangskaart AA3,klemmenstrook X22 en X23. Selecteer deze in menu5.2.4 - accessoires.

Flowmeter (energiemeterset EMK)Er wordt een flowmeter (EMK) gebruikt om de hoeveel-heid energie te meten die door de verwarmingsinstallatievoor warmtapwater en verwarming in het gebouw wordtgeleverd en geproduceerd.

De functie van de flowmeter is het meten van de door-stroming en de temperatuurverschillen in het laadcircuit.De waarde wordt weergegeven op het display van eencompatibel product.

energie per puls: Hier stelt u de hoeveelheid energie inwaarmee elke puls correspondeert.

pulsen per kWh: Hier stelt u het aantal pulsen per kWhin dat naar de F1255PC wordt verstuurd.

Energiemeter (elektriciteitsmeter)De energiemeter(s) wordt (worden) gebruikt om pulssig-nalen te sturen telkens wanneer er een bepaalde hoe-veelheid energie is verbruikt.

energie per puls: Hier stelt u de hoeveelheid energie inwaarmee elke puls correspondeert.

NIBE F1255PCHoofdstuk 8 | Regeling - Menu's50

Page 51: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

pulsen per kWh: Hier stelt u het aantal pulsen per kWhin dat naar de F1255PC wordt verstuurd.

MENU 5.4 - IN-/UITGANGEN SOFTWAREHier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de in-gangskaart (AA3) de externe contactfunctie (pagina 25)moet worden aangesloten.

Selecteerbare ingangen op klemmenstrook AUX 1-5(AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 op de ingangskaart.

MENU 5.5 - SERVICE FABRIEKINSTELLINGAlle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusiefinstellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naarstandaardwaarden.

LET OP!Bij het resetten wordt bij de volgende start vande warmtepomp de startgids weergegeven.

MENU 5.6 - GEFORCEERDE REGELINGU kunt hier de verschillende componenten in de warm-tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.

Voorzichtig!Geforceerde besturing is alleen bedoeld voorhet oplossen van problemen. Elk ander gebruikvan de functie kan schade veroorzaken aan deonderdelen van uw klimaatsysteem.

MENU 5.7 - STARTGIDSWanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordtgestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kuntu deze handmatig starten.

Zie pagina 31 voor meer informatie over de startgids.

MENU 5.8 - SNELSTARTVan hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.

LET OP!Er moet een vraag naar verwarming, koelingof warmtapwater zijn om de compressor testarten.

Voorzichtig!U kunt de compressor beter niet te vaak snel-starten gedurende een korte periode, wanthierdoor zouden de compressor en zijn neven-apparatuur kunnen beschadigen.

MENU 5.9 - VLOERDROOGFUNCTIE

duur periode 1 – 7Instelbereik: 0 – 30 dagen

Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen

Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen

temp. periode 1 – 7Instelbereik: 15 – 70 °C

Standaardwaarde:

20 °Ctemp. periode 130 °Ctemp. periode 240 °Ctemp. periode 345 °Ctemp. periode 440 °Ctemp. periode 530 °Ctemp. periode 620 °Ctemp. periode 7

Stel hier de functie drogen ondervloer in.

U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met ver-schillende, berekende aanvoertemperaturen. Als erminder dan zeven perioden worden gebruikt, moetende resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 da-gen.

Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogente activeren. Een teller onderin toont het aantal dagendat de functie actief is geweest. De functie telt net alsbij normaal verwarmen gradenminuten, maar dan devoor de resp. periode ingestelde aanvoertemperaturen.

Voorzichtig!Tijdens het drogen van de vloer draait de circu-latiepomp van het afgiftesysteem op 100%,ongeacht de instelling in menu 5.1.10.

TIPAls bedrijfsstand "add. heat only" moet wordengebruikt, kiest u dit in menu 4.2.

Voor een nog gelijkmatiger aanvoertemperatuurkan de bijverwarming eerder worden gestartdoor "bijverwarming starten" in de menu's 4.9.2in te stellen op -80. Als het instellen van dedroogperioden van de ondervloer is gestopt,worden de menu's 4.2 en 4.9.2 gereset naarde eerdere instellingen.

51Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu'sNIBE F1255PC

Page 52: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

TIPHet is mogelijk om een logging op te slaan vanhet drogen van een vloer die laat zien wanneerde betonplaat de juiste temperatuur heeft be-reikt. Zie paragraaf "Loggen van drogen vanvloer" op pagina 58.

MENU 5.10 - LOG MET WIJZIGINGENHier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem af-lezen.

Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen)en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegevenvoor iedere wijziging.

LET OP!Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bijherstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksin-stelling.

NIBE F1255PCHoofdstuk 8 | Regeling - Menu's52

Page 53: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

ServicehandelingenVoorzichtig!Service mag uitsluitend door ter zake kundigpersoneel worden verricht.

Gebruik bij het vervangen van onderdelen vande F1255PC uitsluitend vervangende onderde-len van NIBE.

NOODSTAND

Voorzichtig!De schakelaar (SF1) mag niet in de stand "" of" " worden gezet voordat de F1255PC metwater is gevuld. Componenten in het productkunnen beschadigd zijn.

De noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen en insamenhang met service. In de noodstand wordt geenwarmtapwater geproduceerd.

De noodstand wordt geactiveerd door de schakelaar(SF1) in te stellen op stand " ". Dit betekent het volgen-de:

• De statuslamp brandt geel.

• Het display brandt niet en de regelcomputer is nietaangesloten.

• De temperatuur bij het elektrisch verwarmingselementwordt geregeld door de thermostaat (FQ10). Deze kanworden ingesteld op 35 of 45 °C.

• De compressor en het bronsysteem zijn buiten wer-king en alleen de pomp van het verwarmingssysteemen de elektrische bijverwarming zijn geactiveerd. Inde noodstand wordt het vermogen van de elektrischebijverwarming ingesteld op de printplaat van hetelektrische verwarmingselement (AA1). Zie pagina 24voor instructies.

LEK

LEK

GP1

GP2

QM2

QM1

De afbeelding is een voorbeeld van hoe een compres-sormodule eruit kan zien.

UN

F1255

QM34

SF1

QM32

QM33

QM31

FQ10

XL1

XL6

XL4 XL3

XL7

XL2

53Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE F1255PC

9 Service

Page 54: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

DE BOILER AFTAPPENDe boiler kan worden afgetapt met behulp van het he-velprincipe. Dit kan worden gedaan door een aftapafslui-ter op de binnenkomende koudwaterleiding te monterenof door een slang in de koudwateraansluiting te stoppen.

AFTAPPEN VAN HET AFGIFTESYSTEEMU kunt het beste eerst het systeem aftappen als u on-derhoud aan het klimaatsysteem wilt verrichten. Dit kuntu op verschillende manieren doen, afhankelijk van water moet gebeuren:

Voorzichtig!Er kan wat warmtapwater uitkomen bij het af-tappen van het verwarmingssysteem/afgifte-systeem. Gevaar voor brandwonden.

Het verwarmingssysteem in decompressormodule aftappenIndien de circulatiepomp van het verwarmingssysteembijvoorbeeld moet worden vervangen of de compressor-module onderhoud vereist, tapt u het verwarmingssys-teem als volgt af:

1. Sluit de afsluiters naar verwarmingssysteem (QM31)en (QM32).

2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM1)en de klep te openen. Er zal een beetje vloeistof uitstromen.

3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deaansluiting bij de afsluiter (QM32), die de warmte-pomp met de koelmodule verbindt, iets open tedraaien.

Wanneer het verwarmingssysteem leeg is, kan de ver-eiste service worden uitgevoerd en/of kunnen er even-tueel componenten worden vervangen.

Het verwarmingssysteem in de warmtepompaftappenIndien de F1255PC service nodig heeft, tapt u het ver-warmingssysteem als volgt af:

1. Sluit de afsluiters buiten de warmtepomp voor hetverwarmingssysteem (retour- en aanvoerleiding).

2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM1)en de klep te openen. Er zal een beetje vloeistof uitstromen.

3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deaansluiting bij de afsluiter, die de warmtepomp metde koelmodule (XL2) verbindt, iets open te draaien.

Wanneer het hele verwarmingssysteem is afgetapt,kunnen de benodigde servicewerkzaamheden wordenuitgevoerd.

Aftappen van het gehele afgiftesysteemIndien het gehele afgiftesysteem moet worden afgetapt,kunt u dit als volgt doen:

1. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM1)en de klep te openen. Er zal een beetje vloeistof uitstromen.

2. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deontluchtingsschroef op de hoogste verdeler in dewoning los te schroeven.

Als het afgiftesysteem is afgetapt, kunnen de benodigdeservicewerkzaamheden worden uitgevoerd.

HET BRONSYSTEEM LEGENU kunt het beste eerst het bronsysteem aftappen voor-dat u service verricht. Dit kunt u op verschillende manie-ren doen, afhankelijk van er moet gebeuren:

Het bronsysteem aftappen in decompressormoduleIndien bijvoorbeeld de circulatiepomp van het bronsys-teem moet worden vervangen of de compressormoduleonderhoud vereist, tapt u het bronsysteem af door:

1. Sluit de afsluiters naar bronsysteem (QM33) en(QM34).

2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM2)en de andere opening van de slang in een reservoirte plaatsen en de klep te openen. Een kleine hoe-veelheid bronvloeistof zal in het reservoir stromen.

3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deaansluiting bij de afsluiter (QM33) die de warmte-pomp met de koelmodule verbindt, iets open tedraaien.

Als het bronsysteem is afgetapt, kunnen de benodigdeservicewerkzaamheden worden uitgevoerd.

Het bronsysteem in de warmtepomp aftappenIndien de warmtepomp service vereist, tapt u het bron-systeem af door:

1. De afsluiter buiten de warmtepomp voor het bron-systeem te sluiten.

2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM2)en de andere opening van de slang in een reservoirte plaatsen en de klep te openen. Een kleine hoe-veelheid bronvloeistof zal in het reservoir stromen.

3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deaansluiting bij de afsluiter, die de bronsysteemkantmet de warmtepomp verbindt bij verbinding (XL7),iets open te draaien.

Als het bronsysteem is afgetapt, kunnen de benodigdeservicewerkzaamheden worden uitgevoerd.

NIBE F1255PCHoofdstuk 9 | Service54

Page 55: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

STARTHULP VOOR DE CIRCULATIEPOMP1. Schakel de F1255PC uit door de schakelaar (SF1) in

te stellen op " ".

2. Verwijder het voorpaneel

3. Verwijder het paneel voor de compressor module.

4. Draai de ontluchtingsschroef (QM5) los met eenschroevendraaier. Houd een doek over de kop vande schroevendraaier, aangezien er wat water naarbuiten kan stromen.

5. Schuif een schroevendraaier in de opening en draaide pompmotor rond.

6. Draai de ontluchtingsschroef (QM5) vast.

7. Start de F1255PC door schakelaar (SF1) in te stellenop "" en controleer of de circulatiepomp werkt.

Het is meestal eenvoudiger om de circulatiepomp testarten wanneer de F1255PC in bedrijf is, met de scha-kelaar (SF1) in stand "". Indien de starthulp van de circu-latiepomp moet worden uitgevoerd met de F1255PC inbedrijf, moet u er rekening mee houden dat de schroe-vendraaier een flinke ruk kan maken als de pomp start.

GP1 QM5

De afbeelding is een voorbeeld van hoe een circulatiepomp er uit kanzien.

GEGEVENS TEMPERATUURSENSOR

Spanning (VDC)Weerstand(kOhm)

Temperatuur (°C)

3,256351,0-403,240251,6-353,218182,5-303,189133,8-253,15099,22-203,10574,32-153,04756,20-102,97642,89-52,88933,0202,78925,6152,67320,02102,54115,77152,39912,51202,24510,00252,0838,045301,9166,514351,7525,306401,5874,348451,4263,583501,2782,968551,1362,467601,0072,068650,8911,739700,7851,469750,6911,246800,6071,061850,5330,908900,4690,779950,4140,672100

DE COMPRESSORMODULE VERWIJDERENDe compressormodule kan worden verwijderd voorservice en transport.

Voorzichtig!Schakel te warmtepomp uit en onderbreek destroom met de veiligheidsschakelaar.

LET OP!Verwijder het voorpaneel volgens de beschrij-ving op pagina 8.

55Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE F1255PC

Page 56: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

1. Sluit de afsluiters (QM31), (QM32), (QM33) en(QM34).

Tap de compressormodule af volgens de instructiesop pagina 54

F1255

F1255

QM33

QM32QM34

QM31

2. Trek de vergrendelingen eraf.

3. Ontkoppel de leidingaansluiting onder de afsluiter(QM31).

LEK

3

2

QM31

4. Verwijder de twee schroeven.

LEK

4

5. Verwijder de aansluiting van de basiskaart (AA2) metbehulp van een schroevendraaier.

5

6. Ontkoppel de schakelaars (A), (B) en (E) van de on-derkant van de basiskaartbehuizing.

F1255

E

7. Ontkoppel de connector (C) met behulp van eenschroevendraaier van de PCB van de elektrischebijverwarming (AA1).

8. Ontkoppel de schakelaar (D) van de gezamenlijkeprintplaat (AA100).

9. Trek de compressor module voorzichtig uit dewarmtepomp.

LEK

6A

B

7

C

D

8

9

5

E

TIPDe compressor module wordt in omgekeerdevolgorde geïnstalleerd.

NIBE F1255PCHoofdstuk 9 | Service56

Page 57: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Voorzichtig!Bij herinstalleren moeten de bijgeleverde O-ringen de aanwezige O-ringen bij de verbindin-gen met de warmtepomp (zie afbeelding) ver-vangen.

F1255

F1255

QM33

QM32QM34

USB-SERVICE-UITGANG

LEK

Het display is voorzien van een USB-poort die kan wor-den gebruikt om de software te updaten en geregistreer-de informatie op te slaan in de F1255PC.

BINNENKLIMAAT

WARMTEPOMP INFO

WARMTAPWATER

USB

software updaten

USB 7

loggen

instellingen beheren

Wanneer er een USB-geheugen wordt aangesloten,verschijnt er een nieuw menu (menu 7) op het display.

Menu 7.1 - software updaten

software updaten7.1

start met updaten

kies een ander bestand

Hier kunt u de software in de F1255PC updaten.

Voorzichtig!De volgende functies werken alleen als hetUSB-geheugen bestanden bevat met softwarevoor de F1255PC van NIBE.

Het gegevensvak bovenaan op het display toont infor-matie (altijd in het Engels) over de meest waarschijnlijkeupdate die de updatesoftware uit het USB-geheugenheeft geselecteerd.

Deze informatie geeft het product aan waarvoor desoftware is bedoeld, plus de softwareversie en algeme-ne informatie daarover. Als u een ander bestand wiltdan het geselecteerde bestand, kunt u het juiste bestandselecteren via "kies een ander bestand".

start met updaten

Selecteer “start met updaten" als u de update wilt star-ten. U wordt gevraagd of u zeker weet dat u de softwarewilt updaten. Antwoord "ja" om door te gaan of "nee" omongedaan te maken.

Als u "ja" hebt geantwoord op de vorige vraag, start deupdate en kunt u de voortgang van de update volgen ophet display. Als de update klaar is, wordt de F1255PCopnieuw opgestart.

TIPBij een software-update worden de menu-in-stellingen in de F1255PC niet gereset.

LET OP!Als de update wordt onderbroken voordat dezeis afgerond (bijvoorbeeld door stroomonderbre-king enz.), kan de software worden geresetnaar de vorige versie als tijdens het opstartende OK-toets ingedrukt wordt gehouden totdatde groene lamp gaat branden (duurt ca. 10 se-conden).

57Hoofdstuk 9 | ServiceNIBE F1255PC

Page 58: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

kies een ander bestand

software updaten7.1

Selecteer “kies een ander bestand" als u de voorgestel-de software niet wilt gebruiken. Als u door de bestandenbladert, wordt informatie over de gemarkeerde softwareweergegeven in een gegevensvak, net als eerder. Alsu een bestand hebt geselecteerd met de OK-toets, gaatu terug naar de vorige pagina (menu 7.1), waar u ervoorkunt kiezen om de update te starten.

Menu 7.2 - loggen

loggen7.2

geactiveerd

interval sec5

Instelbereik: 1 s – 60 min

Bereik fabrieksinstelling: 5 s

Hier kunt u aangeven hoe actuele meetwaarden van deF1255PC moeten worden opgeslagen in een logbestandin het USB-geheugen.

1. Stel het gewenste interval tussen het loggen in.

2. Vink aan: “geactiveerd".

3. De huidige waarden van de F1255PC worden methet ingestelde interval opgeslagen in een bestandin het USB-geheugen tot het vinkje bij "geactiveerd"weer wordt verwijderd.

LET OP!Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" voordat ude USB-stick verwijdert.

Loggen van drogen van vloer

Hier kunt u op het USB-geheugen een logging opslaanvan het drogen van de vloer en op deze manier zienwanneer de betonplaat de juiste temperatuur heeft be-reikt.

• Zorg ervoor dat "vloerdroogfunctie" is geactiveerd inmenu 5.9.

• Selecteer "loggen drogen van vloer geactiveerd".

• Er wordt nu een logbestand aangemaakt, waarin detemperatuur en het vermogen van het elektrischeverwarmingselement kunnen worden afgelezen.Loggen gaat door totdat "loggen drogen van vloer ge-activeerd" wordt uitgevinkt of totdat "vloerdroogfunctie"wordt stopgezet.

LET OP!Deselecteer "loggen drogen van vloer geacti-veerd" voordat u het USB-geheugen verwijdert.

Menu 7.3 - instellingen beheren

instellingen beheren7.3

instellingen bewaren

instellingen herstellen

Hier kunt u alle menu-instellingen (gebruikers- en servi-cemenu's) beheren (opslaan als of ophalen uit) in deF1255PC met een USB-geheugen.

Via "instellingen bewaren" slaat u de menu-instellingenin het USB-geheugen op, zodat u deze later kunt herstel-len of naar een andere F1255PC kunt kopiëren.

LET OP!Als u de menu-instellingen opslaat in het USB-geheugen, vervangt u alle eerdere, in het USB-geheugen opgeslagen instellingen.

Via "instellingen herstellen" reset u alle menu instellingenvanaf het USB-geheugen.

LET OP!Het resetten van de menu-instellingen vanafhet USB-geheugen kan niet ongedaan wordengemaakt.

NIBE F1255PCHoofdstuk 9 | Service58

Page 59: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

In de meeste gevallen merkt de F1255PC een storingop (een storing kan leiden tot een verstoring van hetcomfort) en geeft dit met alarmen en aanwijzingen vooractie aan op het display.

INFOMENUAlle meetwaarden van de warmtepomp zijn samenge-bracht onder menu 3.1 in het menusysteem van dewarmtepomp. Vaak vindt u de oorzaak van de storingeen stuk eenvoudiger door even naar de waarden in ditmenu te kijken. Zie het helpmenu of de gebruikershand-leiding voor meer informatie over menu 3.1.

Alarm beheren

info / handeling

alarm resetten

hulpmodus

Lagedrukalarm

alarm

Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden,wat wordt aangegeven doordat de statuslamp van con-stant groen nu constant rood gaat branden. Daarnaastverschijnt er een alarmbelletje in het informatievenster.

ALARMBij een alarm met een rode statuslamp is er een storingopgetreden die de warmtepomp niet zelf kan verhelpen.Op het display kunt u, door de selectieknop te verdraaienen op de OK-toets te drukken, het type alarm bekijkenen het alarm resetten. U kunt er ook voor kiezen om dewarmtepomp in te stellen op hulpmodus.

info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm betekenten krijgt u tips voor het verhelpen van het probleem dathet alarm heeft veroorzaakt.

alarm resetten In veel gevallen is het voldoende om“alarm resetten” te selecteren om het product te latenterugkeren naar normaal bedrijf. Als er een groene lampgaat branden na het selecteren van "alarm resetten", ishet alarm verholpen. Als de rode lamp nog steeds brandt

en er is een menu met de naam "alarm" zichtbaar op hetdisplay, is het probleem dat het alarm veroorzaakt nogaanwezig.

hulpmodus “hulpmodus” is een type noodstand. Ditbetekent dat warmtepomp warmte en/of warmtapwaterproduceert, zelfs als er een probleem is. Dit kan beteke-nen dat de compressor van de warmtepomp niet draait.In dit geval produceert het elektrische verwarmingsele-ment warmte en/of warmtapwater.

LET OP!Om hulpmodus te selecteren, moet eenalarmhandeling worden gekozen in menu 5.1.4.

LET OP!Het selecteren van ”hulpmodus” is iets andersdan het verhelpen van het probleem dat hetalarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijftdaarom rood.

Problemen oplossenIndien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven ophet display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:

BASISHANDELINGENControleer eerst de volgende zaken:

• De stand van de schakelaar (SF1).

• Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.

• De aardlekschakelaar van de woning.

• Automatische zekering voor F1255PC (FC1).

• Juist ingestelde vermogensregeling (indien erstroomsensoren zijn geïnstalleerd).

LAGE TEMPERATUUR OF GEENWARMTAPWATER• Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.

– Stel de mengklep af.

• F1255PC in onjuiste bedrijfsstand.

59Hoofdstuk 10 | Storingen in comfortNIBE F1255PC

10 Storingen in comfort

Page 60: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,selecteert u een hogere waarde voor "stop bijverwar-ming" in menu 4.9.2.

– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-teert u "addition".

• Groot warmtapwaterverbruik.

– Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. Ukunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.

• Te lage warmtapwaterinstelling.

– Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-modus.

• Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwa-ter.

– Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarin hetwarm water prioriteit moet krijgen. Let op: als detijd voor warm water wordt verhoogd, wordt de tijdvoor warmteproductie verlaagd, waardoor lagere/on-gelijke kamertemperaturen kunnen ontstaan.

LAGE KAMERTEMPERATUUR• Gesloten thermostaten in meerdere kamers.

– Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers opmaximaal. Stel de kamertemperatuur af via menu1.1 in plaats van de thermostaten te smoren.

Raadpleeg het hoofdstuk "Bespaartip" in de Gebrui-kershandleiding voor nadere informatie over hoe ude thermostaten het best kunt instellen.

• Te lage instelwaarde op de automatische verwarmings-regeling.

– Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de ver-schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempera-tuur alleen laag is bij koud weer, moet de helling vande stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar boven toeworden bijgesteld.

• F1255PC in onjuiste bedrijfsstand.

– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,selecteert u een hogere waarde voor "stop verwar-ming" in menu 4.9.2.

– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-teert u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteertu "addition".

• Te lage of niet werkende priorisering van warmte.

– Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop deverwarming prioriteit moet krijgen. Let op: als deperiode voor verwarming wordt verhoogd, wordt detijd voor warmtapwaterproductie verlaagd, waardoorde hoeveelheid warmtapwater kleiner kan worden.

• "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.

– Open menu 4.7 en selecteer "Uit".

• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-de kamertemperatuur.

– Controleer alle externe schakelaars.

• Lucht in het afgiftesysteem.

– Ontlucht het afgiftesysteem (zie pagina 30).

• Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem.

– Open de kleppen.

HOGE KAMERTEMPERATUUR• Te hoge instelwaarde op de automatische verwar-

mingsregeling.

– Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de verschui-ving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuuralleen hoog is bij koud weer, moet de helling van destooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar beneden toeworden afgesteld.

• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-de kamertemperatuur.

– Controleer alle externe schakelaars.

ONGELIJKMATIGE RUIMTETEMPERATUUR.• Onjuist ingestelde stooklijn.

– Finetune de stooklijn in menu 1.9.1

• Te hoog ingestelde waarde voor "dT bij DOT"..

– Open menu 5.1.14 (aanvinst. klim.systeem) en ver-laag de waarde van "dT bij DOT".

• Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.

– Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.

LAGE SYSTEEMDRUK• Niet genoeg water in het afgiftesysteem.

– Vul het water in het afgiftesysteem bij (zie pagina30).

DE COMPRESSOR START NIET• Er is geen vraag naar verwarming of koeling en geen

vraag naar warm water of zwembadverwarming.

– F1255PC vraagt niet om verwarming, koeling ofwarmtapwater.

• Compressor geblokkeerd vanwege de temperatuur-omstandigheden.

– Wacht tot de temperatuur binnen het werkbereikvan het product ligt.

• Minimale tijd tussen compressorstarten is nog nietbereikt.

– Wacht ten minste 30 minuten en controleer dan ofde compressor is gestart.

NIBE F1255PCHoofdstuk 10 | Storingen in comfort60

Page 61: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

• Alarm geactiveerd.

– Volg de instructies op het display.

• "Alleen bijverwarming" is geselecteerd.

– Schakel over naar "Auto" of "Handmatig" in het menu4.1 "Bedrijfsstand".

JANKEND GELUID UIT DE RADIATOREN• Gesloten thermostaten in de kamers en onjuist inge-

stelde stooklijn.

– Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers opmaximaal. Stel de stooklijn af via menu 1.1, in plaatsvan de thermostaten te smoren.

• Snelheid circulatiepomp te hoog ingesteld.

– Open menu 5.1.11 (pompsnelheid CV-systeem) enverlaag de snelheid van de circulatiepomp.

• Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.

– Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.

BORRELEND GELUIDDit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen vantoepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.

• Niet genoeg water in het waterslot.

– Vul het waterslot bij met water.

• Gesmoord waterslot.

– Controleer de condenswaterslang en stel deze af.

61Hoofdstuk 10 | Storingen in comfortNIBE F1255PC

Page 62: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Niet alle accessoires zijn verkrijgbaar op alle markten.

ACCESSOIREKAART AXC 40Dit accessoire wordt gebruikt voor het verbinding makenmet en controleren van shuntgeregelde bijverwarming,stapgeregelde bijverwarming, externe circulatiepomp ofgrondwaterpomp.

Art.nr. 067 060

BASISUITBREIDING EF 45Dit accessoire wordt gebruikt om een groter aansluitgebiedonder de F1255PC te creëren.

Art.nr. 067 152

BOILER/OPSLAGVAT

AHPVolume-expansievat datprimair wordt gebruikt voorexpansie van het volumebij een AHPS.

Art.nr. 256 118

AHPSAccumulatortank zonderelektrisch verwarmingsele-ment met een zonnespiraal(koper) en een warmtapwa-terspiraal (roestvrij staal).

Art.nr. 256 119

AHPHAccumulatortank zonderelektrisch verwarmingsele-ment met een ingebouwdewarmtapwaterspiraal(roestvrij staal).

Art.nr. 256 120

BUFFERVAT UKVDe UKV is een buffervat dat geschikt is voor aansluitingop een warmtepomp of een andere externe warmtebronen een aantal verschillende toepassingen kan hebben. Hijkan ook worden gebruikt bij een externe naregeling vanhet verwarmingssysteem.

UKV 100Art.nr. 088 207

UKV 40Art.nr. 088 470

UKV 200Art.nr. 080 300

UKV 102Onderdeelnr. 080 310

UKV 500Art.nr. 080 114

UKV 300Art.nr. 080 301

COMMUNICATIEMODULE MODBUS 40MODBUS 40 maakt het mogelijk om de F1255PC te rege-len en bewaken met een GBS (gebouwbeheersysteem)in het gebouw. Voor de communicatie wordt gebruik ge-maakt van MODBUS-RTU.

Art.nr. 067 144

COMMUNICATIEMODULE SMS 40Als er geen internetverbinding is, kunt u het accessoireSMS 40 gebruiken om de F1255PC via sms te regelen.

Art.nr. 067 073

COMMUNICATIEMODULE VOORZONNE-ENERGIE EME 20EME 20 wordt gebruikt om communicatie en controletussen de omvormers voor zonnecellen van NIBE en deF1255PC mogelijk te maken.

Onderdeelnr. 057 188

ENERGIEMETINGSET EMK 300Dit accessoire is extern geïnstalleerd en wordt gebruiktom de hoeveelheid energie te meten die wordt geleverdaan zwembad, warmtapwater, verwarming en koeling inhet gebouw.

Cu-leiding Ø22.

Onderdeelnr. 067 314

NIBE F1255PCHoofdstuk 11 | Accessoires62

11 Accessoires

Page 63: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

EXTERNE ELEKTRISCHE BIJVERWARMINGELKVoor deze accessoires is accessoirekaart AXC 40 nodig(stapgeregelde toevoeging).

ELK 8Elektrische verwarming8 kWOnderdeelnr. 069 026

ELK 5Elektrische verwarming5 kWOnderdeelnr. 069 025

ELK 2137-13 kW, 3 x 400 VArt.nr. 069 500

ELK 1515 kW, 3 x 400 VArt.nr. 069 022

EXTRA SHUNTGROEP ECS 40/ECS 41Dit accessoire wordt gebruikt wanneer de F1255PC wordtgeïnstalleerd in huizen met twee of meer verschillendeverwarmingssystemen die verschillende aanvoertempera-turen vereisen.

ECS 41 (ca. 80-250m²)Art.nr. 067 288

ECS 40 (Max. 80 m²)Art.nr. 067 287

GASACCESSOIRE

Communicatiemodule OPT 10OPT 10 wordt gebruikt om de gasketel NIBE GBM 10-15te kunnen aansluiten en regelen.

Onderdeelnr. 067 513

HULPRELAIS HR 10Het hulprelais HR 10 wordt gebruikt om externe een- totdriefasige belastingen zoals oliebranders, elektrische ver-warmingselementen en pompen te regelen.

Art.nr. 067 309

MEETSET VOOR ZONNE-ENERGIE EME 10EME 10 wordt gebruikt om het gebruik van zonne-energiete optimaliseren. EME 10 meet de relevante stroom vanafde omvormer via een stroomtrafo. Kan met alle omvormerswerken.

Onderdeelnr. 067 541

NIVEAUREGELAAR NV 10Niveauregelaar voor uitgebreide controles van het niveauvan de bronvloeistof.

Onderdeelnr. 089 315

RUIMTE-EENHEID RMU 40De ruimte-eenheid is een accessoire dat ervoor zorgt datde regeling en bewaking van de F1255PC kunnen plaats-vinden in een ander deel van de woning dan de plaats waarde eenheid zich bevindt.

Art.nr. 067 064

VENTILATIEMODULE NIBE FLMNIBE FLM is een ventilatiemodule die speciaal is ontwor-pen om terugwinning van mechanische afvoerlucht tecombineren met verwarming via een bodembron.

Steun BAU 40Onderdeelnr. 067 666

NIBE FLMArt.nr. 067 011

VENTILATIEWARMTEWISSELAAR ERSDit accessoire wordt gebruikt om de woning te voorzienvan energie die is teruggewonnen uit de ventilatielucht.De eenheid ventileert de woning en verwarmt de aanvoer-lucht in de mate waarin dat nodig is.

ERS 20-250Onderdeelnr. 066 068

ERS 10-400Onderdeelnr. 066 115

VOCHTIGHEIDSSENSOR HTS 40Dit accessoire wordt gebruikt voor het tonen en regelenvan vochtigheid en temperaturen tijdens zowel verwarmenals koelen.

Art.nr. 067 538

VULKLEPPENSET KB 25/32Afsluiterset voor vullen van bronvloeistof in de collec-torslang. Inclusief partikelfilter en isolatie.

KB 32 (max. 30 kW)Art.nr. 089 971

KB 25 (max. 12 kW)Art.nr. 089 368

ZONNEPANELENPAKKET NIBE PVZonnepanelenpakket, 3 – 24 kW (10 – 80 panelen), datwordt gebruikt om uw eigen elektriciteit te produceren.

ZWEMBADVERWARMING POOL 40POOL 40 wordt gebruikt om zwembadverwarming in teschakelen met F1255PC.

Art.nr. 067 062

63Hoofdstuk 11 | AccessoiresNIBE F1255PC

Page 64: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Afmetingen en aansluitingen620

600

560 440

70

1775

650*

25-5

0

25

50

130

210

390

470

525

650*

* Deze maat is van toepassing op een hoek van 90° op de bronleidingen (zijaansluiting). De maat kan verticaal ongeveer ±100 mm variëren,aangezien de bronleidingen deels uit flexibele leidingen bestaan.

NIBE F1255PCHoofdstuk 12 | Technische gegevens64

12 Technische gegevens

Page 65: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Elektrische gegevens1X230V

F1255PC-6

Elektrische gegevens230V ~ 50HzNominale spanning

15(16)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 0 – 0,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).20(20)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 1 – 1,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).24(25)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 2 – 2,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).31(32)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 3 – 4 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).33(40)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 4,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).

0,5/1/1,5/2/2,5/3/3,5/4/4,5

kWExtra vermogen

3X400V

F1255PC-6

Elektrische gegevens400V 3N ~ 50HzNominale spanning

12(16)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 0 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).16(16)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 0,5 – 6,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).

0,5/1/1,5/2/2,5/3/3,5/4/4,5/5/5,5/6/6,5

kWExtra vermogen

65Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE F1255PC

Page 66: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Technische specificaties1X230V EN 3X400V

EmailRoestvrijF1255PC

Vermogensgegevens volgens EN 145111,5 – 6Verwarmingsvermogen

0/35 nominaal3,15kWNominaal vermogen (PH)0,67kWGeleverd vermogen (PE)4,72COP

0/45 nominaal2,87kWNominaal vermogen (PH)0,79kWGeleverd vermogen (PE)3,61COP

10/35 nominaal4,30kWNominaal vermogen (PH)0,66kWGeleverd vermogen (PE)6,49COP

10/45 nominaal3,98kWNominaal vermogen (PH)0,83kWGeleverd vermogen (PE)4,79COP

SCOP volgens EN 148256kWNominaal verwarmingsvermogen (ontwerpu)

5,5 / 4,1SCOPEN14825 koud klimaat, 35 °C / 55 °C5,2 / 4,0SCOPEN14825 gemiddeld klimaat, 35 °C / 55 °C

Energiecapaciteit, gemiddeld klimaatA+++ / A+++Efficiëntieklasse, ruimteverwarming 35 °C / 55 °C 1)

A+++ / A+++Efficiëntieklasse ruimteverwarming van het systeem 35 °C / 55 °C2)

A / XLEfficiëntieklasse, warmtapwater / tapprofiel 3)

Geluid36 – 43dB(A)Geluidsniveau (LWA) volgens EN 12102 bij 0/35

21 – 28dB(A)Geluidsdrukniveau (LPA) berekende waarden volgens EN ISO 11203 bij 0/35 en 1 m bereik

Elektrische gegevens10 – 87WVermogen, Bronpomp2 – 63WVermogen, circulatiepomp verwarmingssysteemIP 21Veiligheidsklasse

Koudemiddel systeemR407CType koudemiddel1 774GWP koudemiddel1,16kgVolume2,06tonCO2-equivalent

3,2 (32 bar) / 0,15 (1,5 bar)MPaUitschakelwaarde drukschakelaar HP / LP-0,7 (-7 bar) / 0,15 (1,5 bar)MPaVerschil drukschakelaar HP / LP

Bronsysteem0,05 (0,5 bar) / 0,45 (4,5 bar)MPaMin./max. systeemdruk bronsysteem

0,18l/sNominaal debiet (50 Hz)64kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.

zie schema°CMin./max. temp. binnenk. bronvl.-12°CMin. uitgaande temp. bronvl.

Afgiftesysteem0,05 (0,5 bar) / 0,45 (4,5 bar)MPaMin./max. systeemdruk verwarmingssysteem

0,08l/sNominaal debiet (50 Hz)69kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.

zie schema°CMin./max. HM-temp.Aansluiting van de leidingen

28mmBronvl. ext. diam. CU-leiding22mmVerwarmingsmiddel ext diam. CU-leidingen22mmWarmtapwateraansl. externe diam.22mmKoudwateraansl. externe diam.

Boilerca. 180lVolume boiler

1,0 (10 bar)MPaMax. druk in boilerCapaciteit warmtapwater (comfortstand Normaal) Volgens EN16147

245Hoeveelheid warmtapwater (40 °C)2,7COP DHW (tapprofiel XL)

Compressor oliePOEOlie soort0,68lVolume

Afmetingen en gewicht600mmBreedte620mmDiepte1800mmHoogte

NIBE F1255PCHoofdstuk 12 | Technische gegevens66

Page 67: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

EmailRoestvrijF1255PC

1950mmBenodigde opstelhoogte 4)

ERfCorrosiebeveiliging240205kgGewicht volledige warmtepomp

95kgGewicht alleen compressormodule065 293Onderdeelnummer, 1x230V

065 415065 272Onderdeelnummer, 3x400V065 490Onderdeelnummer, 3x400V, met energiemeter

WERKBEREIK WARMTEPOMP,COMPRESSORWERKINGDe compressor levert een aanvoertemperatuur tot 65°C, bij 0 °C ingaande temperatuur bronvloeistof. De rest(tot 70 °C) wordt gerealiseerd met behulp van de bijver-warming.

Dit diagram toont het werkbereik lager dan 75 % voorde F1255PC.

0-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 35

20

40

60

70

Vattentemperatur

(°C)

Köldbärare in

(°C)

30

Framledning

Returledning

50

30

10

Vattentemperatur

°C

Arbetsområde under 75% för F1155-1255 6kW,

för hela arbetsområdet 12 och 16 kW.

°C

Framledning

Returledning

0-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35

20

10

30

40

50

60

70

Köldbärare in, temperatur

Temperatuur, °C

Aanvoerleiding

Retourleiding

Temp. binnenkomende bronvloeistof, °C

Dit diagram toont het werkbereik hoger dan 75 % voorde F1255PC

Vattentemperatur

°C

Arbetsområde över 75% för F1155-1255 6kW

°C

Framledning

Returledning

0-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35

20

10

30

40

50

60

70

Köldbärare in, temperatur

Temperatuur, °C

Aanvoerleiding

Retourleiding

Temp. binnenkomende bronvloeistof, °C

LET OP!Bij bedrijf van de F1255PC boven 75% com-pressorsnelheid is ontgrendelen in menu 5.1.24vereist. Dit kan een hoger geluidsniveau ople-veren dan de waarde die in de technischespecificaties staat.

SCHEMA, PASSIEF KOELENPassief koelen, 21 °C retourtemperatuur nominaal debietbrine/afgiftesysteemPassiv kyla, 21 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb

6 kW nominellt flöde

6 kW 2 x nominellt flöde

Angiven kyleffekt

kW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8

Köldbärare in, temperatur

Passiv kyla, 21 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb

6 kW nominellt flöde

6 kW 2 x nominellt flöde

Angiven kyleffekt

kW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8

Köldbärare in, temperatur

6 kW nominaal debiet

6 kW 2x nominaal debiet

Passiv kyla, 23 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb

6 kW nominellt flöde

6 kW 2 x nominellt flöde

Angiven kyleffekt

kW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8

Köldbärare in, temperatur

Uitgeschakeld vermogen, kW

Temp. binnenkomende bronvloeistof, °C

Passief koelen, 23 °C retourtemperatuur nominaal debietbrine/afgiftesysteemPassiv kyla, 23 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb

6 kW nominellt flöde

6 kW 2 x nominellt flöde

Angiven kyleffekt

kW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8

Köldbärare in, temperatur

Passiv kyla, 21 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb

6 kW nominellt flöde

6 kW 2 x nominellt flöde

Angiven kyleffekt

kW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8

Köldbärare in, temperatur

6 kW nominaal debiet

6 kW 2x nominaal debiet

Passiv kyla, 23 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb

6 kW nominellt flöde

6 kW 2 x nominellt flöde

Angiven kyleffekt

kW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8

Köldbärare in, temperatur

Uitgeschakeld vermogen, kW

Temp. binnenkomende bronvloeistof, °C

GRAFIEK, AFSTELLINGCOMPRESSORSNELHEID

Verwarmingsstand 35 °CGebruik dit schema om de warmtepomp te bereke-nen. De percentages tonen de globale compressorsnel-heid.

67Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE F1255PC

Page 68: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

F1255PC

Aangegeven verwarmingsvermogen, kW

0-10 -5 0 5 10 15 20 25 30

4

2

6

8

10

Köldbärare in, temperatur

75%

Avgiven värmeeffekt

kW

°C

Dimensionering kompr. hastighet för F1155-1255 -6 kW.

100%

50%

1%

Temp. binnenkomende bronvloeistof, °C

Koelstand

LET OP!Raadpleeg voor het dimensioneren van dewarmteafvoer het diagram voor verwarming.

Aanvoertemperatuur, verwarmingssysteem 35 °C

F1255PC

Aangegeven koelvermogen, kW

Framledningstemp. Värmebärare 35 °C för F1155-1255 -6 kW.

Avgiven kyleffekt

kW

°C0-10 -5 0 5 10 15 20 25 30

5

4

3

2

1

6

7

8

9

10

Köldbärare in, temperatur

100%

50%

1%

Temp. binnenkomende bronvloeistof, °C

Aanvoertemperatuur, verwarmingssysteem 50 °C

F1255PC

Aangegeven koelvermogen, kW

Framledningstemp. Värmebärare 50 °C för F1155-1255 -6 kW.

Avgiven kyleffekt

kW

°C0

1

-10 -5 0 5 10 15 20 25 30

4

5

2

3

7

6

8

9

10

Köldbärare in, temperatur

100%

50%

1%

Temp. binnenkomende bronvloeistof, °C

NIBE F1255PCHoofdstuk 12 | Technische gegevens68

Page 69: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

EnergielabelINFORMATIEBLAD

NIBE ABNaam leverancier

F1255PC 1x230VModel leverancier

35 / 55°CTemperatuurtoepassing

XLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming

A+++ / A+++Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat

AEfficiëntieklasse tapwaterverwarming, gemiddeld kli-maat

6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemiddeldklimaat

2 188 / 2 875kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemiddeldklimaat

1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, gemid-deld klimaat

200 / 150%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat

102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, gemiddeldklimaat

42dBGeluidsniveau LWA binnen6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koud kli-

maat6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warm kli-

maat2 481 / 3 287kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-

maat1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, koud

klimaat1 408 / 1 852kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warm

klimaat1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, warm

klimaat211 / 157%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,

koud klimaat102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, koud klimaat

201 / 151%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,warm klimaat

102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, warm klimaat-dBGeluidsniveau LWA buiten

69Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE F1255PC

Page 70: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

NIBE ABNaam leverancier

F1255PC 3x400VModel leverancier

35 / 55°CTemperatuurtoepassing

XLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming

A+++ / A+++Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat

AEfficiëntieklasse tapwaterverwarming, gemiddeld kli-maat

6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemiddeldklimaat

2 188 / 2 875kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemiddeldklimaat

1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, gemid-deld klimaat

200 / 150%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat

102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, gemiddeldklimaat

42dBGeluidsniveau LWA binnen6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koud kli-

maat6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warm kli-

maat2 481 / 3 287kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-

maat1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, koud

klimaat1 408 / 1 852kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warm

klimaat1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, warm

klimaat211 / 157%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,

koud klimaat102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, koud klimaat

201 / 151%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,warm klimaat

102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, warm klimaat-dBGeluidsniveau LWA buiten

GEGEVENS VOOR ENERGIEZUINIGHEID, PAKKET

F1255PC 1x230VModel leverancier

35 / 55°CTemperatuurtoepassing

VIRegelaar, klasse4%Regelaar, bijdrage aan efficiëntie

204 / 154%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket, ge-middeld klimaat

A+++Jaarenergiezuinigheidsklasse ruimteverwarming,pakket, gemiddeld klimaat

215 / 161%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket, koudklimaat

205 / 155%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,warm klimaat

F1255PC 3x400VModel leverancier

35 / 55°CTemperatuurtoepassing

VIRegelaar, klasse4%Regelaar, bijdrage aan efficiëntie

204 / 154%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket, ge-middeld klimaat

A+++Jaarenergiezuinigheidsklasse ruimteverwarming,pakket, gemiddeld klimaat

215 / 161%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket, koudklimaat

205 / 155%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,warm klimaat

De vermelde efficiëntie van het systeem houdt ook rekening met de regelaar. Als er een externe aanvullende ketel of zonnewarmte aan hetsysteem wordt toegevoegd, moet de totale efficiëntie van het systeem opnieuw worden berekend.

NIBE F1255PCHoofdstuk 12 | Technische gegevens70

Page 71: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

TECHNISCHE DOCUMENTATIE

F1255PC 1x230VModel leverancier

Lucht-water

Ventilatielucht-water

Brine-water

Water-water

Type warmtepomp

Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp

Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming

Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp

Gemiddeld Koud WarmKlimaat

Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing

EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%150ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW5,5PratedNominaal verwarmingsvermogen

Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj

Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarming bij deellast en een buitentempe-ratuur Tj

-3,06COPdTj = -7 °CkW5,0PdhTj = -7 °C-3,97COPdTj = +2 °CkW3,0PdhTj = +2 °C-4,63COPdTj = +7 °CkW2,0PdhTj = +7 °C-4,86COPdTj = +12 °CkW1,2PdhTj = +12 °C-2,84COPdTj = bivkW5,4PdhTj = biv-2,84COPdTj = TOLkW5,4PdhTj = TOL-COPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)

°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-10TbivBivalentietemperatuur-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval

°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt

BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve standkW0,1PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand

kW0,007PTOUit-stand thermostaatElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus

kW0,009PCKCarterverwarmingsstand

Overige puntenm3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VeranderlijkCapaciteitsregelingm3/hNominaal debiet klimaatsysteemdB42 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buitenm3/h0,68Brine debiet brine-water of water-water warmte-

pompenkWh2 875QHEJaarlijks energieverbruik

Voor combinatieverwarming warmtepomp%102ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming

kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,73QelecDagelijks energieverbruikGJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 642AECJaarlijks energieverbruik

NIBE Energy Systems – Box 14 – Hannabadsvägen 5 – 285 21 Markaryd – SwedenContactgegevens

71Hoofdstuk 12 | Technische gegevensNIBE F1255PC

Page 72: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

F1255PC 3x400VModel leverancier

Lucht-water

Ventilatielucht-water

Brine-water

Water-water

Type warmtepomp

Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp

Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming

Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp

Gemiddeld Koud WarmKlimaat

Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing

EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%150ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW5,5PratedNominaal verwarmingsvermogen

Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj

Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarming bij deellast en een buitentempe-ratuur Tj

-3,06COPdTj = -7 °CkW5,0PdhTj = -7 °C-3,97COPdTj = +2 °CkW3,0PdhTj = +2 °C-4,63COPdTj = +7 °CkW2,0PdhTj = +7 °C-4,86COPdTj = +12 °CkW1,2PdhTj = +12 °C-2,84COPdTj = bivkW5,4PdhTj = biv-2,84COPdTj = TOLkW5,4PdhTj = TOL-COPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)

°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-10TbivBivalentietemperatuur-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval

°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt

BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve standkW0,1PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand

kW0,007PTOUit-stand thermostaatElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus

kW0,009PCKCarterverwarmingsstand

Overige puntenm3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VeranderlijkCapaciteitsregelingm3/hNominaal debiet klimaatsysteemdB42 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buitenm3/h0,68Brine debiet brine-water of water-water warmte-

pompenkWh2 875QHEJaarlijks energieverbruik

Voor combinatieverwarming warmtepomp%102ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming

kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,48QelecDagelijks energieverbruikGJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 642AECJaarlijks energieverbruik

NIBE Energy Systems – Box 14 – Hannabadsvägen 5 – 285 21 Markaryd – SwedenContactgegevens

NIBE F1255PCHoofdstuk 12 | Technische gegevens72

Page 73: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

A

Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor het regel-systeem, 22Aansluiten van het afgiftesysteem, 17Aansluiten van stroomsensoren, 25Aansluitingen, 21Aansluiting van de leidingen, 14

Aansluitopties, 17Afmetingen en leidingaansluitingen, 15Afmetingen leiding, 15Algemeen, 14Bronsysteem, 16Symboolverklaring, 15Systeemschema, 15Verwarmingssysteem, 17

Aansluitopties, 17Grondwatersysteem, 18Neutralisatiereservoir, 17Twee of meer afgiftesystemen, 18Warmteterugwinning ventilatie, 18Zwembad, 18

Accessoires, 62Accessoires aansluiten, 28Achteraf afstellen en ontluchten, 31

Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem, handmatigeregeling, 32Opnieuw afstellen, ontluchten, afgiftesysteem, 33Opnieuw afstellen, ontluchten, verwarmingssys-teem, 33Pompafstelling, automatische regeling, 31Pompafstelling, handmatige regeling, 32

Afmetingen en aansluitingen, 64Afmetingen en leidingaansluitingen, 15Afmetingen leiding, 15Aftappen van het afgiftesysteem, 54Alarm, 59Alarm beheren, 59Alternatieve installatie

Ketel met elektrisch verwarmingselement, 17Automatische zekering, 19

B

Bediening, 35, 37, 39Bediening - Inleiding, 35Regeling - Menu's, 39

Bediening - Inleiding, 35Display-eenheid, 35Menusysteem, 36

Belangrijke informatie, 4Terugwinning, 5

Bezorging en verwerking, 7De compressormodule eruit trekken, 7Geleverde componenten, 8Installatiegebied, 7Montage, 7Transport, 7Verwijderen van de buitenmantel, 8Verwijdering van onderdelen van de isolatie., 9

Bronsysteem, 16Buitensensor, 22

D

De afdekking, basisplaat verwijderen, 20De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarmingverwijderen, 20De boiler aftappen, 54De boiler vullen, 30De compressormodule eruit trekken, 7, 55Display, 35Display-eenheid, 35

Display, 35OK-toets, 35Schakelaar, 35Selectieknop, 35Statuslamp, 35Toets Terug, 35

Door de vensters scrollen, 38

E

Een waarde instellen, 37Elektriciteitsmodules, 12Elektrische aansluitingen, 19

Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor het re-gelsysteem, 22Aansluitingen, 21Accessoires aansluiten, 28Algemeen, 19Automatische zekering, 19Buitensensor, 22De afdekking, basisplaat verwijderen, 20De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwar-ming verwijderen, 20Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 23Externe aansluitopties, 26Instellingen, 23Kabelslot, 21

73IndexNIBE F1255PC

Index

Page 74: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Luik verwijderen, ingangsprintplaat, 20NIBE Uplink, 26Optionele aansluitingen, 25Reservestand, 24Ruimtevoeler, 22Spanningaansluiting, 21Temperatuurbegrenzer, 19Temperatuursensor, verbinding externe stroom, 22Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 20Vermogensregeling, 25

Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 23Instelling max. elektrisch vermogen, 23

Energielabel, 69Gegevens voor energiezuinigheid, pakket, 70Informatieblad, 69–70Technische documentatie, 71–72

Externe aansluitopties, 26Extra circulatiepomp, 28Indicatie koelmodus, 28Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabelrelais), 28Mogelijke selectie AUX-ingangen, 26Regeling grondwaterpomp, 28Warmtapwatercircuit, 28

Extra circulatiepomp, 28

G

Gegevens temperatuursensor, 55Gegevens voor energiezuinigheid van het systeem, 70Geleverde componenten, 8Grafiek, afstelling compressorsnelheid, 67Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem, handmatige rege-ling, 32

H

Helpmenu, 38Het bronsysteem legen, 54Het ontwerp van de warmtepomp, 10

Lijst met onderdelen, 10Locatie onderdelen, 10Locatie onderdelen elektriciteitsmodules, 12Locatie onderdelen koudemiddelgedeelte, 13Onderdelenlijst elektriciteitsmodules, 12Onderdelenlijst koudemiddelgedeelte, 13

Het virtuele toetsenbord gebruiken, 38

I

Inbedrijfstelling en afstelling, 30Achteraf afstellen en ontluchten, 31Startgids, 31Voorbereidingen, 30Vullen en ontluchten, 30

Indicatie koelmodus, 28Informatieblad, 69Inspectie van de installatie, 6Installatiegebied, 7Instellingen, 23

K

Kabelslot, 21Keurmerk, 4

Koelgedeelte, 13Koud en warm water, 17

Koud en warm water aansluiten, 17

L

LeidingaansluitingenKoud en warm water

Koud en warm water aansluiten, 17Luik verwijderen, ingangsprintplaat, 20

M

Menu 5 - SERVICE, 41Menu selecteren, 37Menusysteem, 36

Bediening, 37Door de vensters scrollen, 38Een waarde instellen, 37Helpmenu, 38Het virtuele toetsenbord gebruiken, 38Menu selecteren, 37Opties selecteren, 37

Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabelrelais), 28Mogelijke selectie AUX-ingangen, 26Montage, 7

N

NIBE Uplink, 26

O

OK-toets, 35Opnieuw afstellen, ontluchten, afgiftesysteem, 33Opnieuw afstellen, ontluchten, verwarmingssysteem, 33Opties selecteren, 37Optionele aansluitingen, 25

P

Pompafstelling, automatische regeling, 31Bronsysteem, 31Verwarmingssysteem, 32

Pompafstelling, handmatige regeling, 32Verwarmingssysteem, 32

Problemen oplossen, 59

R

Regeling grondwaterpomp, 28Regeling - Menu's, 39

Menu 5 - SERVICE, 41Reservestand, 53

Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand, 24Ruimtevoeler, 22

S

Schakelaar, 35Schema, vermogen passief koelen, 67Selectieknop, 35Serienummer, 5Service, 53

Servicehandelingen, 53Servicehandelingen, 53

Aftappen van het afgiftesysteem, 54De boiler aftappen, 54De compressormodule eruit trekken, 55

NIBE F1255PCIndex74

Page 75: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Gegevens temperatuursensor, 55Het bronsysteem legen, 54Reservestand, 53Starthulp circulatiepomp, 55USB-service-uitgang, 57

Spanningaansluiting, 21Startgids, 31Starthulp circulatiepomp, 55Statuslamp, 35Storingen in comfort, 59Symbolen, 4Symboolverklaring, 15Systeemschema, 15

T

Technische documentatie, 71Technische gegevens, 64, 66

Afmetingen en aansluitingen, 64Energielabel, 69

Gegevens voor energiezuinigheid van het sys-teem, 70Informatieblad, 69Technische documentatie, 71

Grafiek, afstelling compressorsnelheid, 67Schema, vermogen passief koelen, 67Technische gegevens, 66Werkbereik warmtepomp, 67

Temperatuurbegrenzer, 19Resetten, 20

Temperatuursensor, verbinding externe stroom, 22Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 20Toets Terug, 35Transport, 7

U

USB-service-uitgang, 57

V

VeiligheidsinformatieCE-merk, 4Inspectie van de installatie, 6Serienummer, 5Symbolen, 4

Verstoringen van comfortAlarm, 59Alarm beheren, 59Problemen oplossen, 59

Verwarmingssysteem, 17Aansluiten van het afgiftesysteem, 17

Verwijderen van de buitenmantel, 8Verwijderen van onderdelen van de isolatie, 9Voorbereidingen, 30Vullen en ontluchten, 30

De boiler vullen, 30Vullen en ontluchten van het bronsysteem, 30Vullen en ontluchten van het klimaatsysteem, 30

Vullen en ontluchten van het bronsysteem, 30Vullen en ontluchten van het klimaatsysteem, 30

W

Warmtapwatercircuit, 28

Werkbereik warmtepomp, 67

75IndexNIBE F1255PC

Page 76: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3
Page 77: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3
Page 78: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3
Page 79: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

Contactgegevens

DENMARKCZECH REPUBLICAUSTRIA

Vølund Varmeteknik A/SIndustrivej Nord 7B, 7400 HerningTel: +45 97 17 20 [email protected]

Družstevní závody Dražice - strojírnas.r.o.Dražice 69, 29471 Benátky n. Jiz.Tel: +420 326 373 [email protected]

KNV Energietechnik GmbHGahberggasse 11, 4861 SchörflingTel: +43 (0)7662 [email protected]

GERMANYFRANCEFINLAND

NIBE Systemtechnik GmbHAm Reiherpfahl 3, 29223 CelleTel: +49 (0)5141 75 46 [email protected]

NIBE Energy Systems France SASZone industrielle RD 28Rue du Pou du Ciel, 01600 ReyrieuxTél: 04 74 00 92 [email protected]

NIBE Energy Systems OyJuurakkotie 3, 01510 VantaaTel: +358 (0)9 274 [email protected]

NORWAYNETHERLANDSGREAT BRITAIN

ABK-Qviller ASBrobekkveien 80, 0582 OsloTel: (+47) 23 17 05 [email protected]

NIBE Energietechniek B.V.Energieweg 31, 4906 CG OosterhoutTel: +31 (0)168 47 77 [email protected]

NIBE Energy Systems Ltd3C Broom Business Park,Bridge Way, S41 9QG ChesterfieldTel: +44 (0)845 095 [email protected]

SWEDENRUSSIAPOLAND

NIBE Energy SystemsBox 14Hannabadsvägen 5, 285 21 MarkarydTel: +46 (0)433-27 [email protected]

EVANbld. 8, Yuliusa Fuchika str.603024 Nizhny NovgorodTel: +7 831 419 57 [email protected]

NIBE-BIAWAR Sp. z o.o.Al. Jana Pawla II 57, 15-703 BialystokTel: +48 (0)85 66 28 490biawar.com.pl

SWITZERLAND

NIBE Wärmetechnik c/o ait SchweizAGIndustriepark, CH-6246 AltishofenTel. +41 (0)58 252 21 [email protected]

Voor landen die niet in deze lijst staan, kunt u contact opnemen met NIBE Sweden of kunt u kijken op nibe.euvoor meer informatie.

Page 80: Aard-warmtepomp NIBEF1255PC · WK5 WK6 WK3 WK2 WK1 EQ0 OE0 OE1 PL20 V02/ N AS6 PM0/ AS1 DA0 OE0 TA0 PL23 PL20 AS5 TA1 PL21 PL22 OE1 PL11 TA2 @@3 V02/ RE0 @@3,WI3 @@3,WI2 WK0 WK5 WK3

NIBE Energy SystemsHannabadsvägen 5Box 14SE-285 21 [email protected]

IHB

NL

2008

-633

1174

Deze handleiding is een publicatie van NIBE Energy Systems. Alle productillustraties, feitenen specificaties zijn gebaseerd op informatie beschikbaar op het moment van goedkeuringvan de publicatie. NIBE Energy Systems behoudt zich het recht voor op feitelijke of zetfoutenin deze handleiding.

©2020 NIBE ENERGY SYSTEMS 331174

WS name: -GemensamtWS version: a767WS release date: 2020-03-02 10:13Publish date: 2020-04-14 11:28