Campus HeverleeHertogstraat 1783001 Heverlee

Tel. 016 375600www.khleuven.be

B LESONTWERPALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Spilstyns Angélique

Vakkencombinatie: Aardrijkskunde - Engels

Stagebegeleider DLO: Mevr. Schellemans

School: Via EG TienenOnderwijsvorm: A-stroomRichting: Moderne WetenschappenKlas: 2 MW ALokaal: C 210Aantal leerlingen: 22

Les gegeven door: Angélique SpilstynsVak: AardrijkskundeOnderwerp: Toeristische landschappenVakmentor: F. MeurrensDatum/Data: 4 maart 2013Lesuur/-uren: 1ste

BEGINSITUATIESituering in de lessenreeksToeristische landschappen volgt op industrielandschappen. In het tweede jaar leren de leerlingen verschillende soorten landschappen kennen.

Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)Onbewust kennen de leerlingen al veel aantrekkingsfactoren van zelf op reis te gaan.

Belevings- en ervaringswereld & ActualiteitLeerlingen gaan in de vakanties vaak op reis. Maar ze kunnen in de vakantie en erbuiten ook aan recreatie doen, hetwelke ook aantrekkingsfactoren weergeeft.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, …Het is een redelijk stille klas. De lln werken redelijk goed mee en volgen ook.Het niveau is middelmatig. Sommige leerlingen stellen kritische vragen.

DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes en werkvormen komen in je les aan bod? Waarom kies je voor deze aanpak?OLG Het is allemaal nieuwe leerstof, door gerichte vragen te stellen, leren de lln zelf de te ontdekken kennis.Duowerk Om de net geziene leerstof onder de knie te krijgen kunnen ze elk deel samen inoefenen om elkaar zo eventueel nog te helpen.

Aanschouwelijkheidsprincipe De les wordt ondersteund met verschillende afbeeldingen waaruit de leerlingen conclusies moeten trekken.Activiteitsprincipe Door de lln de oefeningen te laten uitvoeren, ontdekken ze zelf de verschillende vormen van toerisme en de voorwaarden van de vormen.Motivatieprincipe Bij de lead-in sluit ik aan bij de leefwereld van de lln, zo zijn ze sneller gemotiveerd.

EINDTERMEN & LEERPLANDOELENSituering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)ET 34 een toeristisch en recreatief landschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een toeristisch landschap elders.ET 35 effecten van toerisme en recreatie op het milieu, landschap en de economie verwoorden.ET 36 leren als toerist en recreant respect op te brengen voor het milieu.ET 4 Op werkkaarten van België en andere bestudeerde gebieden diverse landschapscomponenten benoemen zijnde toeristische streken en centra en belangrijke steden.

Situering in het leerplan:4.11 toeristische landschappenDoelen:1.1 vanuit beeldmateriaal de toeristische regio’s in Europa vaststellen en indelen in vormen van toerisme op

basis van overheersende factoren.1.2 (u) de belangrijke toeristische iconen van Europa herkennen en met ene land, regio of stad verbinden.2 De waargenomen toeristische regio’s en de verschillende vormen van toerisme op een thematische kaart

toerisme van Europa situeren.3 Voor 1 toeristische regio in Europa het verband zoeken tussen de toeristische bestemming en de natuurlijke en

of menselijke aantrekkingsfactoren.

ALGEMEEN LESDOELDe lln kunnen de verschillende vormen van toerisme aanduiden, benoemen en hun voornaamste kenmerken geven adhv een foto en deze vormen aanduiden op een thematische kaart van Europa.

SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)Thema 4: toeristische landschappen LWB p1-17

BRONNEN- Werkmap aardrijkskunde 2, Rondeaux, B., Slootmans, T., Van Boven, M., Wauters, J., uitgeverij WDM, 2009-2011- Geogenie 2 (LB & LWB), Coppenholle, J., Van Mol, R., Verstappen, H., Gaeremynck, V., uitgeverij De Boeck, 2009- Zenit 2 (LWB), Van Hecke, E., Vanderhallen, D., Slegers, L., Coemans, A., Uitgeverij Pelckmans, 2008-2009- De Boeck Atlas, Daenekint, D., Merchiers, J., Paternoster, J., uigeverij De Boeck, 2011LEERMIDDELEN & MEDIAWerkmap aardrijkskunde 2 (WDM)PC & BeamerDe Boeck Atlas (2011)Envelop groepswerk vormen v toerisme

Didactisch lesontwerp

LeerdoelenKRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen& timing Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

De lln kunnen een eigen voorbeeld geven van een toeristische bestemming en motiveren waarom ze naar die bestemming op reis willen.(c3/4)

Instapfase

Motivatiefase 5’

Probleemstelling

OLG

Lkr vraagt: Als je deze afbeelding ziet, waar denkt je dan

aan? Dit is in Spanje aan de Costa Brava, wie is

hier al geweest? Wie is al elders in Spanje geweest?

Naar waar zijn jullie verder al op reis zijn geweest?

Waarom ga je op reis naar Spanje of elders?

Probleemstelling: Er is veel toerisme in Europa, maar welke vormen van toerisme zijn er en waar word welke vorm toegepast? Welke effecten heeft toerisme op het milieu?

Agenda: Thema 4: Hoofdstuk 1, toerisme in Europa.Lln vullen de agenda in.

PPT dia 1

agenda

Redenen waarom je naar een reisbestemming wil gaan.- Zon, zee strand- Skiën- Museum/historische monumenten- … (eigen inbreng lln)

De lln kunnen:- Adhv foto’s van

een reisbestemming de aantrekkingsfactoren bepalen en onderscheid maken tussen de natuurlijke en menselijke aantrekkingsfactoren. (c3/4)

- ADHV foto’s van een reisbestemming de menselijke aantrekkingsfacto

Lesfase 1:

15’OLG- We hebben net gezegd waarom mensen Spanje

als vakantiebestemming kiezen, zijn die redenen ongeveer hetzelfde als voor Kreta?

- Waar ligt Kreta? Neem snel je atlas en zoek het op.

Kreta is een eiland van Griekenland. (Europa)- Goed zo! Lees nu eerst op p6 van je LWB de

uitleg over Kreta. Bekijk ook de afbeeldingen eens goed.

- Neem nu je LWB op p7. Waarom kiezen toeristen voor Kreta als vakantie bestemming?

Het goede weer en het strand, …- Wie van jullie zou ook naar Kreta op reis willen?

Waarom? Noteer nu maar voor jezelf wat jou aanpreekt op Kreta.

- Jullie hebben net enkele aantrekkingsfactoren opgesomd. Wie probeert een definitie van

PPT dia 2

Atlas K76-77APPT dia 3

LWB p6PPT dia 4

LWB p7

1. Toerisme in Europa 1.1 Aantrekkingsfactoren

Vbn: Attracties, natuur, horeca, wandelpaden, fietspaden, wandelstraten, monumenten, historische gebouwen, musea, parkings, zee, strand, klimaat, …

- natuurlijke aantrekkingsfactoren:door de natuur ontstaan

- menselijke aantrekkingsfactoren:door de mens gevormd cultuurfactoren:

verbonden met de leefwijze vd mensen

begeleidende factoren:toeristische uitrusting ve plaats

ren onderscheid maken tussen cultuurfactoren en begeleidende factoren.(c3/4)

- Het verschil tussen menselijke en natuurlijke aantrekkingsfactoren in eigen woorden uitleggen.(c3)

- Het verschil tussen cultuurfactoren en begeleidende factorne in eigen woorden uitleggen.(c3)

aantrekkingsfactoren te maken?Redenen waarom je ergens naartoe wil.

- Zeer goed! Aantrekkingsfactoren zijn redenen die de keuze van de toeristische bestemming bepalen.

- Kijk naar de PPT, hier zie je verschillende aantrekkingsfactoren. Welke zie je?

Attracties, museum, bergen, …- Er zijn 2 soorten aantrekkingsfactoren. Kijk naar

de eerste foto op de PPT, welke aantrekkingsfactoren zie je? Is deze door de mens gemaakt of is deze er van de natuur uit?

De bergen etc zijn natuurlijk,De Big Ben is door de mens gemaakt.

- Heel goed! De eerste afbeelding zijn dus natuurlijke aantrekkingsfactoren en de tweede afbeelding bevat menselijke aantrekkingfactoren.

- Kijk nu nog eens naar de afbeeldingen van Kreta op p6, welke natuurlijke landschapselementen zie je?

De zee, uitgestrekte stranden, bergen (kloven).- Welke menselijke landschapselementen zie je op

de afbeeldingen?Hotels, zwembaden, historische gebouwen en

infrastructuur voor watersporten.- Menselijke landschapselementen kunnen we nog

opsplitsen in cultuurfactoren en begeleidende factoren. Kijk naar de 2 afbeeldingen op de PPT. Wat zie je op de eerste 2 foto’s?

Historische gebouwen, architectuur, typisch gerecht van Kreta.

- Dit zijn cultuurfactoren.- Wat zie je op de twee laatste foto’s?

Een hotel, zwembad, surfshop.- Dit zijn de begeleidende factoren.- Dit mag je invullen in je LWB onderaan op p7 in

de tabel.- Duid onderaan op p7 de definities aan en lees ze

nog eens.

PPT dia 5

PPT dia 6

PPT dia 6

LWB p6PPT dia 7

PPT dia 7

PPT dia 8

PPT dia 9

LWB p7

LWB p7

overgangsfase

We hebben zonet de aantrekkingsfactoren van een toeristische bestemming bepaald. Maar er zijn verschillende vormen van toerisme, met elk zijn eigen aantrekkingsfactoren. We gaan nu de verschillende vormen van toerisme bestuderen.

PPT dia 10

De lln kunnen:- de verschillende

vormen van toerisme in Europa opsommen.(c2)

- Ahdv foto’s en/of aantrekkingsfactoren van een reisbestemming de juiste vorm van toerisme aan een toeristische plaats toekennen.(c3/4)

- Een eigen toeristische bestemming kiezen en hiervan de aantrekkingsfactoren benoemen (natuurlijke, menselijke, cultuurfactoren en begeleidende factoren) adhv een zelfgekozen beeld/foto alsook de vorm van toerisme. (taak)(c3/4)

Lesfase 2:

10’

GroepswerkLkr zegt:- Jullie krijgen nu per groepje een envelop met

daarin foto’s van een toeristische plaats en kaartjes met aantrekkingsfactoren en vormen van toerisme.

- Je koppelt de 4 meest passende aantrekkingsfactoren aan de toeristische plaats.

- Daarna kies je de vorm van toerisme voor de bestemming.

- Tot slot zitten er ook nog 5 klanten in elke envelop en jij kiest de klant die het meest bij jouw bestemming aansluit.

Lkr zegt:Goed gedaan allemaal!

- Leerling A welke vorm van toerisme vind jij het leukst? Waarom? En leerling B?

PPT dia 11

LWB p8-10

PPT dia 12

PPT dia 13LWB p8-10

PPT dia 14PPT dia 15PPT dia 16PPT dia 17

LWB p10

1.2 Vormen van toerisme

Pretparktoerisme Kusttoerisme Bergtoerisme Stad/ cultuurtoerisme Natuurtoerisme (in groene gebieden)

overgangsfase

Nu kennen we de verschillende vormen van toerisme, maar waar komt welke vorm eigenlijk voor?

PPT dia 18

De lln kunnen:- Op een

thematische kaart van Europa (toerisme) de verschillende vormen van toerisme aanduiden

Lesfase 3:

5’

Duowerk- Op p11 zie je onderaan een thematische kaart

van Europa, we gaan nu de bestemmingen van de klanten (vorige oefening) aanduiden op deze kaart. De bestemming die je daarnet besproken hebt, ga je nu aanduiden op kaart. Dit mag per twee, je krijgt hier 2’ voor.

- Oké, nu ga je de opdracht op p11 maken. Neem je atlas en zoek de kaart op van Europa toerisme.

LWB p8-10 & 11

PPT dia 19LWB p11

1.3 Thematische kaart Toerisme in Europa

PretparktoerismeVb Disneyland Parijs, Frankrijk

KusttoerismeVb Costa Brava, Spanje

BergtoerismeVb Pyreneeën, Frankrijk

(behalve pretparktoerisme) en 2 regio’s per toeristische vorm aanduiden op kaart (adhv de atlas).(c3)

7’

Welke kaart is dit?K77

- Goed zo! We hebben net de 5 vormen van toerisme gezien, welke waren dit?

Stadtoerisme, bergtoerisme, kusttoerisme, natuurtoerisme, pretparktoerisme.

- Nu gaan we de legende van de kaart aanvullen met de vormen van toerisme, pretparktoerisme moeten we niet opschrijven.

Groepswerk- Oké, nu gaan we de klas verdelen, elk groepje

lost 1 van de volgende opdrachtjes op. Groep 1 lost het derde bolletje op, top 5 van populairste steden. Groep 2 lost de volgende opdracht op en zo gaan we verder. Je krijgt hiervoor 5 minuten.

- Groep 1, waar liggen de 5 populairste steden, kom maar aanduiden.

- Groep 2, kom het natuurtoerisme eens aanduiden op de groene kaart? En welke 3 Europese regio’s heb je gekozen?

- Groep 3…- Groep 4…

Atlas K77

LWB p11

LWB p11

PPT dia 19

PPT dia 20

Stad/ cultuurtoerismeVb Rome, Italië

Natuurtoerisme (in groene gebieden)Vb Zwarte Woud, Duitsland

overgangsfase

We hebben net gezien dat in Parijs veel (kunst)stadtoerisme is. Wie is daar al geweest? Wat heb je daar gezien? Eifeltoren. De Eifeltoren is een bezienswaardigheid.

Geen dia

De lln kunnen:- 3 zelfgekozen

Europese toeristische bezienswaardigheden opsommen en aanduiden op een blinde kaart met gebruik vd atlas.(c2/3)

Lesfase 4

10’

OLGLkr zegt:- Neem jullie LWB op p12, we gaan nu de

verschillende Europese bezienswaardigheden lokaliseren.

- Kijk naar de eerste foto, wie kent dit?Stonehenge

- Heel goed, vanonder zie je de exacte plaats staan. Neem nu jullie atlas en zoek de stad op waar het Stonehenge gelegen is. Duid dit aan op jullie kaart. En schrijf het land onderaan in de tabel.

- Goed! Wat is de 2de afbeelding? (niet de film!)De Kleine zeemeermin

- Waar staat dit standbeeld? Prima! Zoek maar op in jullie atlas en schrijf het land in de tabel.

- Afbeelding 3?...- …

LWB p12PPT dia 21

1.4 Europese bezienswaardigheden

Stonehenge; Amesbury, Verenigd Koninkrijk

Kleine zeemeermin; Kopenhagen, Denemarken

Rode plein; Moskou Rusland Matterhorn; Zermat Zwitserland Brandenburger Tor; Berlijn Duitsland Toren van Pisa; Pisa Italië Sagrada Familia; Barcelona Spanje Big Ben; Londen Verenigd Koninkrijk Colosseum; Rome Italië Strokkurgeiser; Geysir IJsland Eifeltoren; Parijs Frankrijk Akropolis, Athene Griekenland

BORDSCHEMA

Agenda:Thema 4: Hfst 1: toerisme in Europa

PPT

Aantrekkingsfactoren• Menselijke aantrekkingsfactoren• Natuurlijke aantrekkingsfactoren

1.2 Vormen van toerisme• Kusttoerisme• Pretparktoerisme• Natuurtoerisme• Stad/cultuurtoerisme• Bergtoerisme

1.3 Thematische kaart toerisme in Europa

-

Slide

De afspraken.

Hoogteverschillen:

<50m : klein hoogteverschil 50-100m: matig hoogteverschil >100m: groot hoogteverschil

Hoogteligging:

<200m: lage hoogteligging 200-2000m: middelhoge hoogteligging >2000m: hoge hoogteligging

Hoogtezone:

<200m: laagland 200-2000m: middelland >2000m: hoogland