Aanpak Eenzaamheid Amsterdam - Movisie...ZRM scores, m.n. domein “Sociaal Netwerk”, kunnen een...
Transcript of Aanpak Eenzaamheid Amsterdam - Movisie...ZRM scores, m.n. domein “Sociaal Netwerk”, kunnen een...
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
1
Berend de Groote 2018
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
Eenzaamheid onder Amsterdammers in de bijstand
Programma Meedoen Werkt
&
Aanpak Eenzaamheid
Amsterdam Mei 2018
Bestuurlijk opdrachtgever: Arjan Vliegenthart, Wethouder Amsterdam
Ambtelijk opdrachtgever: Nel Winkel Programmanager Meedoen Werkt, Marijke Andeweg, manager Aanpak Eenzaamheid
Uitvoerend ambtenaar: Berend de Groote, Roos Vollemans, Michaela Schönenberger, Francisca Flinterman.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
2
Berend de Groote 2018
Inhoud
Pagina
3 Voorwoord
4 Samenvatting, Conclusies & Aanbevelingen
5 Aanpak Eenzaamheid, Activering, GGD & Meedoen Werkt
6 Het experiment “Uit de Schaduw van de Eenzaamheid”, de opzet
7 Het experiment “Uit de Schaduw van de Eenzaamheid”, de uitvoer
8 Doelstelling: Ontwikkelen extra vaardigheden signaleren, bespreekbaar
maken, verwijzen
9 Doelstelling: Meer zicht op indicatoren uit de ZRM die duiden op
eenzaamheid
12 Doelstelling: Zicht op wensen, behoeften en mogelijkheden van eenzame
mensen
12 Doelstelling: Passend ondersteuningsaanbod voor wie dat noodzakelijk
blijkt
12 Doelstelling: Ontwikkeling van passend aanbod wanneer bestaand
aanbod niet voldoet
13 Doelstelling: Het verstevigen van de samenwerking tussen Activering,
GGD, het wijkzorgnetwerk en netwerkpartners eenzaamheid
14 De Verdiepingssessies
16 Bijlage 1: De Jong-Gierveld loneliness Scale
17 Bijlage 2: Mijn Positieve Gezondheid
18 Bijlage 3: De Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM)
19 Bijlage 4: Blogs
26 Bijlage 5: Onderzoeksgegevens
32 Bijlage 6: Telefonische interviews met Klantmanagers
35 Bijlage 7: Focusdocument Meer Mankracht
46 Bijlage 8: Financiële verantwoording
“Laat je relaties niet verwateren, trek je schoenen aan, pak die telefoon. Koester het konvooi dat
met u meevaart door het leven.”(professor J. Gierveld)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
3
Berend de Groote 2018
Voorwoord
“Volgende week ben ik jarig, maar al jaren feliciteert niemand mij meer (Iwan).”
Klantmanagers van de Afdeling Participatie worden regelmatig geraakt door de verhalen van
Amsterdammers die afhankelijk zijn van een uitkering en zich eenzaam voelen. Mensen die door
hun problematiek, hachelijke financiële situatie of afwijkend gedrag vervreemd zijn geraakt van
hun sociaal netwerk, geen aansluiting meer voelen met de Amsterdamse samenleving en de hoop
op verbetering verloren hebben. Gelukkig geldt dit niet voor alle 32.000 Amsterdammers die
langdurig aangewezen zijn op bijstand, maar helaas voor een aanzienlijk deel wel. Veel
klantmanagers waren dan ook direct enthousiast toen ik hen benaderde voor het experiment “Uit
de schaduw van de Eenzaamheid”. Zij hadden net als ik het gevoel dat wij iets kunnen betekenen
voor deze Amsterdammers, die soms verder nergens in beeld zijn en zich zo eenzaam voelen. Ook
Michaela en Francisca van de GGD waren gelijk méér dan bereid om met ons dit avontuur aan te
gaan. Samen organiseerden wij de trainingen en verdiepingssessies, met soms pittige
onderwerpen en veel mooie verhalen uit de praktijk. Getroffen werd ik door de gedrevenheid van
klantmanagers en ik ben er van overtuigd dat we echt stappen gezet hebben. Want al was ons
experiment nog in omvang en bereik beperkt, onze ambitie is groot; minder vereenzaming in
Amsterdam!
“Bedankt voor uw bericht, dit vind ik heel sympathiek! (Iwan).”
Heel veel dank aan:
Roos Vollemans, Michaela Schönenberger, Francisca Flinterman, Nel Winkel, Christa Brinkhuis,
Andries Reinhart, Ivar Kofmann, Petra Bouman, Grace Blackson, Peter van Denderen, Anja van
Lonkhuizen, Marleen de Waard, Cees van der Meer, Marleen der Jeu, Regina Jansen , Frank van
Schaik, Vera Pool, Ramona Charles, Carl Hu- A-Ng, Nathalie Wehl, Tjerk Kamann, Wijnand van der
Boom.
Berend de Groote.
Eenzaamheid: “Het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van)
bepaalde sociale relaties. Het kan zijn dat het aantal contacten dat men heeft met andere mensen
geringer is dan men wenst. Het kan ook zijn dat de kwaliteit van de gerealiseerde relaties achterblijft
bij de wensen.”(De Jong-Gierveld & van Tilburg, 2007
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
4
Berend de Groote 2018
Samenvatting, Conclusies & Aanbevelingen
Circa 80.000 Amsterdammers voelen zich ernstig eenzaam. Dat is één op de acht volwassenen.
Nog eens 220.000 Amsterdammers voelen zich matig eenzaam en het probleem is groeiend.
Zoveel Amsterdammers, zoveel soorten eenzaamheid. Maar Amsterdammers met een
bijstandsuitkering lopen door de weinig rooskleurige situatie waarin zij zich bevinden, extra risico
op vereenzaming. Ze kampen met allerhande problematiek, hun sociaal netwerk is vaak gering en
hun afstand tot de arbeidsmarkt soms onoverbrugbaar groot. Voor hen is participeren in de
Amsterdamse samenleving niet vanzelfsprekend en te vaak hebben ze het gevoel de grip op het
eigen bestaan verloren te hebben.
Een lage sociaal economische status is, zo blijkt uit onderzoek door de GGD, een belangrijke
risicofactor voor vereenzaming. De aanname dat bijstandsgerechtigden, vooral wanneer het
perspectief op verbetering van hun (financiële) situatie gering is, extra risico lopen om te
vereenzamen of al (ernstig) eenzaam zijn, is dus reëel. Klantmanagers van de Amsterdamse
afdeling Activering merken in hun uitvoeringspraktijk dat deze Amsterdammers zich inderdaad
soms (ernstig) eenzaam voelen én dat zij hiervoor niet altijd ondersteuning zoeken (of vinden).
Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat de kennis over “Eenzaamheid” soms te kort schiet.
Om dit nader te onderzoeken werd onder gezamenlijke vlag van de Aanpak Eenzaamheid en het
Programma Meedoen Werkt, een experiment uitgevoerd door de afdeling Activering en de GGD
gezamenlijk. Klantmanagers werd een training “herkennen, signaleren, bespreken van
eenzaamheid” geboden en in “verdiepingssessies” werden dilemma’s uit de praktijk (zoals het
taboe dat op het bespreken van dit onderwerp rust) besproken. Gewapend met deze kennis én
gebruikmakend van de aangereikte tools, registreerden klantmanagers in hoeverre de
Amsterdammers die zij spraken inderdaad kampen met gevoelens van eenzaamheid.
De GGD analyseerde deze gegevens en combineerde ze met de praktijkervaringen van de
betrokken klantmanagers. Dit leidde tot onderstaande constatering en aanbevelingen. Verder in
dit rapport worden deze nader uitgewerkt.
Constatering
� Amsterdammers met een bijstandsuitkering blijken vaak (ernstig) eenzaam te zijn.
� Klantmanagers kunnen een belangrijke signaleringsrol vervullen.
� Van “Eenzaamheid” hebben professionals soms een stereotiep beeld.
� Eenzaamheid blijkt in de praktijk een moeilijk gespreksonderwerp.
� Er is veel belangstelling voor de training signaleren en bespreken van “vereenzaming”.
� ZRM scores, m.n. domein “Sociaal Netwerk”, kunnen een aanwijzing zijn voor mogelijke
eenzaamheidsproblematiek.
� Onderzoek Mankracht naar scores ZRM lijkt te wijzen op onder signalering problematiek.
� Maatschappelijke participatie lijkt eenzaamheid niet (altijd) te voorkomen.
� Er wordt schaarste ervaren aan daadwerkelijk effectief aanbod m.n. ter vermindering van
emotionele eenzaamheid.
Aanbeveling
� Biedt klantmanagers WPI (en mogelijk ook netwerkpartners) standaard een basistraining
“signaleren, herkennen, bespreken Eenzaamheid” én organiseer “verdiepingssessies”.
� Geef extra aandacht aan en tijd voor het bespreken van Eenzaamheid en onderzoek de
inzet van ondersteunend instrumentarium daartoe.
� Verken de mogelijkheden om t.a.v. het verminderen van (emotionele) eenzaamheid
bewezen effectief, op duurzaam gedragsverandering gericht aanbod te organiseren.
“Ik vind eigenlijk dat al mijn collega’s deze training moeten volgen, als onderdeel van het
persoonlijk ontwikkelplan. Hoe geweldig is het om je klanten beter te begrijpen” (Klantmanager)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
5
Berend de Groote 2018
Aanpak Eenzaamheid, Activering, GGD & Meedoen Werkt
“Amsterdammers met een bijstandsuitkering vormen een risicogroep als het gaat om eenzaamheid”
Met de “Aanpak Eenzaamheid” wordt uitvoer gegeven aan de bestuurlijke ambitie om eenzame
Amsterdammers ondersteuning te bieden. In dit kader werd om voorstellen voor
praktijkexperimenten gevraagd. Het experiment “ Uit de Schaduw van de Eenzaamheid” was één
van de gehonoreerde voorstellen. Wegens overeenkomsten in doelgroep en doelstelling werd het
experiment “Uit de Schaduw van de Eenzaamheid” mede gefinancierd vanuit het programma
“Meedoen Werkt”. Dit programma richt zich op Amsterdammers die het niet lukt op eigen kracht
te participeren.
Activering
In Amsterdam zijn ruim 42.000 huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een
bijstandsuitkering. De RVE’s Werk, Participatie en Inkomen dragen gezamenlijk zorg voor de
uitvoer van de participatiewet en de verstrekking van bijstand. De Afdeling Activering is
onderdeel van de RVE Participatie en richt zich primair op de ondersteuning van Amsterdammers
voor wie werk aanvaarding (op korte termijn) geen realistische optie meer lijkt. De problematiek
van deze Amsterdammers is divers en vaak lukt het niet om op eigen kracht te participeren in de
Amsterdamse samenleving. De klantmanager Activering brengt in kaart op welk terrein
ondersteuning wenselijk is. Voor het daadwerkelijk bieden van de juiste ondersteuning vertrouwt
hij op het Wijkzorgnetwerk. Dit netwerk wordt gevormd uit professionals (maar ook vrijwilligers)
die elk op hun terrein specialist zijn. Denk aan schuldhulpverlening, maatschappelijk werk,
zorgprofessionals, de vrijwilligerscentrale, etc. De klantmanager is geen hulpverlener, maar
vervult een signalerende, verwijzende en tot deelname (aan zelfredzaamheid vergrotende
activiteiten) stimulerende rol. In totaal bedraagt het klantenbestand van de afdeling Activering
zo’n 32.000 Amsterdammers.
Eenzaamheid
Eenzaamheid wordt vaak vermoed door klantmanagers. Het “gevoel van eenzaamheid” is echter
geen objectief meetbaar gegeven. Een persoonlijk en vertrouwelijk gesprek tussen de betreffende
Amsterdammer en diens klantmanager zal het inzicht moeten verschaffen of (potentiele)
eenzaamheidsproblematiek daadwerkelijk speelt. In de praktijk echter, blijkt “eenzaamheid” niet
altijd een onderwerp van gesprek, zeker ook door de ongemakkelijkheid die dit onderwerp met
zich mee brengt.
Samenwerking van WPI (Activering) en de GGD
In “Uit de schaduw van de Eenzaamheid” bundelen de GGD en de afdeling Activering van de
gemeente Amsterdam hun krachten. Benutting van de kennis van de GGD rond de thematiek
“eenzaamheid” én benutting van vastgelegde gegevens met de Zelfredzaamheidmatrix (ZRM)
gecombineerd met de praktische kennis en vaardigheden van klantmanagers, vormen de basis
voor het experiment. Daarnaast werden ook de resultaten van het onderzoek “onder-signalering
van sociaal isolement/eenzaamheid bij WPI Activering “ (GGD Tjerk Kamann) in het onderzoek
betrokken.
Hij woont nog in zijn ouderlijk huis waar hij zijn vader tot diens dood verzorgde. Weer werk vinden is
hem nooit gelukt. “Ik heb mijn kat nog zegt hij, ze is me alles. Maar ze is al 12 jaar. Wat als zij er
straks niet meer is? Wat heb ik dan nog? Wat heeft het dan nog voor zin?”
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
6
Berend de Groote 2018
Experiment “Uit de Schaduw van de Eenzaamheid”, de opzet
Door meer kennis over eenzaamheid sneller en effectiever ondersteuning kunnen bieden.
Amsterdammers met een bijstandsuitkering vormen een risicogroep als het gaat om eenzaamheid
(AGM 2016). Hoe kunnen wij bij deze Amsterdammers vereenzaming tegengaan? Voor het
experiment werd in eerste instantie gekozen voor een primair onderzoeksmatige op zet. De focus
lag op het mogelijk “ontdekken” van voorspellende waarden van de ZRM. Al snel bleek deze opzet
niet te voldoen. Klantmanagers Activering gaven aan vooral behoefte te hebben aan méér kennis
en praktische handvatten. De opzet werd hierop aangepast naar een meer praktische insteek en
de focus werd verschoven naar het vooral “creëren van bewustwording”.
Experimentomschrijving
Met het experiment “Uit de schaduw van de Eenzaamheid” werd onder klantmanagers van de
afdeling Activering een grotere bewustwording van het fenomeen “eenzaamheid” beoogd en
werd tegelijk gestreefd naar praktische handvatten om eenzaamheid eerder te signaleren, te
herkennen én te bespreken. Basis voor het experiment vormt de benutting van de kennis van de
GGD rond “eenzaamheid”, de met de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) vastgelegde gegevens én de
praktische kennis en vaardigheden van klantmanagers.
Doelstelling
• Ontwikkelen extra vaardigheden signaleren, bespreekbaar maken, verwijzen. • Meer zicht op indicatoren uit de ZRM die duiden op eenzaamheid. • Zicht op wensen, behoeften en mogelijkheden van eenzame mensen. • Passend ondersteuningsaanbod voor wie dat noodzakelijk blijkt. • Het verstevigen van de samenwerking tussen Activering, GGD het wijkzorgnetwerk en
netwerkpartners eenzaamheid. • Ontwikkeling van passend aanbod wanneer bestaand aanbod niet voldoet.
Doelgroep
• Amsterdammers met een bijstandsuitkering (Participatiewet) met weinig perspectief op
betaald werk.
Beoogd resultaat
• Door meer kennis over eenzaamheid sneller en effectiever ondersteuning kunnen bieden.
Praktijk
Klantmanagers van de afdeling Activering werden met voorlichting, training en een negental
“verdiepingssessies”(zie ook de “Blogs” in bijlage 5) versterkt in het herkennen en bespreken van
eenzaamheid. Voor nader onderzoek werd geregistreerd of eenzaamheid zich inderdaad
manifesteerde bij de Amsterdammers die zij spraken in hun uitvoeringspraktijk. Hiervoor werd
gebruik gemaakt van de De Jong-Gierveld Loneliness scale (zie bijlage 1).Met de betreffende
Amsterdammers werd hun situatie en wensen besproken en werd zo nodig verwezen naar
partners uit het Wijkzorgnetwerk voor mogelijk effectief aanbod om de ervaren eenzaamheid te
verkleinen.
Deelnemers
Klantmanagers WPI en enkele medewerkers van Welzijnsorganisaties.
Project leiding/organisatie
Berend de Groote, Roos Vollemans, Michaela Schönenberger, Francisca Flinterman.
“De training was heel interessant. Het heeft echt een meerwaarde!”(Klantmanager)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
7
Berend de Groote 2018
Experiment “Uit de Schaduw van de Eenzaamheid”, de uitvoer
De opzet en uitvoer van het experiment was overeenkomstig de wens van de deelnemers, vooral
heel praktisch van aard; het geleerde kon direct in praktijk worden gebracht. In
“verdiepingssessies” werden vragen uit de praktijk behandeld. Een aantal klantmanagers was
graag bereid vrijwillig mee te werken aan nader onderzoek naar eenzaamheid onder
bijstandsgerechtigden. Zij hielden over de periode november/december 2017 een registratie bij
van de door hen gesproken Amsterdammers.
Dit deden we
� De GGD ontwikkelde en gaf een voorlichting “Eenzaamheid”. Hiermee kregen de
deelnemers inzicht in de verschillende vormen, oorzaken, gevolgen en de gevonden
risicogroepen voor vereenzaming in Amsterdam en werden tips gegeven voor het
signaleren en bespreken van eenzaamheid.
� 70 klantmanagers namen deel aan deze voorlichting.
� Met “verdiepingssessies” werden thema’s rond eenzaamheid o.l.v. experts uit de
betreffende vakgebieden behandeld. Zie tevens bijlage 3: “De verdiepingssessies”.
� Ongeveer 15 (wisselende) klantmanagers namen wekelijks deel aan de
verdiepingssessies.
� Alle deelnemende klantmanagers werden tools geboden om “eenzaamheid” te signaleren
én bespreekbaar te maken. Voor de 11 klantmanagers die aangaven mee te willen werken
aan nader onderzoek, werd op basis van ZRM scores op de domeinen “Sociaal netwerk”
en “Geestelijke gezondheid” een caseloadselectie gemaakt.
� Door deze 11 klantmanagers werd met 148 Amsterdammers “eenzaamheid”
besproken. Van hen werd geregistreerd of er een vorm van eenzaamheid (of niet)
gesignaleerd werd.
� De door hen verzamelde informatie vormt de basis voor het door de GGD uitgevoerd
onderzoek.
� Om “elkaar te leren kennen”, werden ook diverse maatschappelijke partners voor de
bijeenkomsten uitgenodigd. Mede door gezamenlijke casuïstiekbespreking en het delen
van ervaringen groeide het onderling vertrouwen én kreeg men beeld van elkaars
werkzaamheden en doelstellingen. Daarbij droeg het gezamenlijk uitvoeren van het
experiment door GGD en Activering enorm bij aan de versteviging van de samenwerking
tussen deze organisaties.
� 15 klantmanagers namen deel aan de met Wijkzorg georganiseerde training
“procesbegeleider Anders Kijken Anders Doen (de casuïstiekbesprekingsmethodiek
binnen het Wijkzorgnetwerk).
� Klantmanagers WPI gaven aan het contact met GGZ en GGD zeer op prijs te stellen.
In Noord werden concrete samenwerkingsafspraken gemaakt tussen klantmanagers
en Doras.
� In samenwerking met Arkin werd extra training geboden over het herkennen en
bespreken van psychosociale problematiek én de verwijsmogelijkheden.
� 20 klantmanagers namen deel aan de extra training “herkennen en bespreken
Psychosociale problematiek door Arkin.
Juist Amsterdammers in de leeftijd 45 -55 voelen zich vaker ernstig eenzaam (AGM 2016 GGD)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
8
Berend de Groote 2018
Doelstelling: Ontwikkelen extra vaardigheden signaleren, bespreekbaar maken, verwijzen
Natuurlijk komt het voor dat Amsterdammers hun klantmanager vertellen hoe eenzaam ze zich
voelen en soms zijn de signalen overduidelijk. Maar voor de meeste mensen is eenzaamheid geen
gemakkelijk gespreksonderwerp. In veel gevallen wordt de ervaren eenzaamheid verzwegen of
zelfs ontkend. Soms wordt “eenzaamheid” ook door professionals (niet alleen klantmanagers!)
over het hoofd gezien, vooral wanneer de Amsterdammer niet voldoet aan het beeld dat men bij
“eenzaam” heeft. Signaleren begint dus met bewustwording, maar minstens zo belangrijk is
daarna het gesprek te kunnen voeren over het vermoeden van eenzaamheid. Hoe maak je
eenzaamheid bespreekbaar en wat kan je iemand aanbieden om iets aan die eenzaamheid te
doen? In de voorlichting werden de deelnemende klantmanagers door de GGD tools geboden die
kunnen helpen om eenzaamheid te signaleren en makkelijker te bespreken. In de verdiepings-
sessies werd dieper ingegaan op door klantmanagers aangedragen thema’s. Zie tevens De
Verdiepingssessies, bijlage 1: “De Jong Gierveld Loneliness Scale” en bijlage 2: “Mijn Positieve
Gezondheid”.
Peiling onder professionals WPI / Samen DOEN (Focusdocument Meer Mankracht, Tjerk Kamann 2018)
In december 2017 en januari 2018 zijn met name klantmanagers activering van WPI en ook medewerkers Samen
DOEN getraind in de vernieuwde ZRM 2017. Na afloop van de training vulden 195 professionals een
evaluatieformulier in waarin onder anderen werd gevraagd hoeveel moeite zij hebben me het signaleren van
problemen op het gebied van:
Helft vindt signaleren niet gemakkelijk
De helft van de professionals geeft aan gemakkelijk problemen te signaleren op het gebied van sociaal
isolement/eenzaamheid. Signaleren van geestelijke gezondheidsproblemen wordt vaker gemakkelijk gevonden
dan signaleren van isolement en eenzaamheid, maar moeilijker dan signaleren van lichamelijke
gezondheidsproblemen. Het gemakkelijkst vindt men het om problemen op het gebied van lichamelijke
gezondheid te signaleren. Signaleren van problemen op het gebied van middelengebruik vindt men het
moeilijkst.
Concluderend
De peiling onder professionals van WPI laat ruimte zien om signalering van problemen op het gebied van
isolement/eenzaamheid te verbeteren. Uit gesprekken blijkt hier ook animo voor. Cijfers ondersteunen de
gedachte dat ZRM scores op het domein Sociaal Netwerk een onderschatting van de werkelijke problemen op
dit domein vormen doordat klantmanagers het relatief moeilijk vinden problemen op dit gebied te signaleren
het niet altijd tot hun taak vinden behoren dit uit te vragen1. Daarnaast lijkt verduidelijking van de ZRM
handleiding op het domein Sociaal Netwerk gewenst. 1 Methodiek van de ZRM werkt zo dat wanneer geen “bewijs” van een probleem wordt gevonden, deze niet bestaat en dus de maximale score wordt
toebedeeld. Niet uitvragen van een domein omdat je vindt dat dit niet tot je taak behoort maar deze wel invullen –omdat dat dan weer wel “moet” –
leidt tot een maximale score en dus te rooskleurig beeld.
1.Sociaal isolement/eenzaamheid
2.Geestelijke gezondheid
3.Middelengebruik
4.Lichamelijke gezondheid
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
9
Berend de Groote 2018
Doelstelling: Meer zicht op indicatoren uit de ZRM die duiden op eenzaamheid
Onderdeel van het experiment is het in de praktijk onderzoeken of scores op de ZRM een indicatie
vormen voor eenzaamheid. Uitgangspunt was dat een lage score op de domeinen “Sociaal
netwerk” en/of “Psychische gezondheid” mogelijkerwijs een indicatie vormt. Elf Klantmanagers,
getraind in het herkennen van eenzaamheid, participeerden actief in het onderzoek en spraken
Amsterdammers uit hun eigen caseload/gebied om te kijken of het veronderstelt risico, zich
inderdaad in gevoelens van eenzaamheid manifesteert. Hun bevindingen registreerden ze in
RAAK (het registratiesysteem van WPI) en (deels) in de digitale versie van De JongGierveld tool
(DJG, zie tevens Bijlage 1.), beschikbaar gesteld door de GGD. Rekening houdend met de geldende
privacy voorschriften werden data gedeeld en vervolgens door de GGD geanalyseerd.
Gesproken Amsterdammers
In totaal werden 142 Amsterdammers gesproken
• 142 klanten met een ZRM score op sociaal netwerk en/GGZ.
• 91 klanten heeft een DJG score.
• 89 klanten met zowel een score voor ZRM-domeinen Sociaal Netwerk/GGZ als voor DJG
• 51% vrouw
• Gemiddelde leeftijd 49 jaar
• gemiddelde uitkeringsduur 10 jaar
Eenzaamheid onder gesproken Amsterdammers
Aantal Eenzaam Waarvan
“ernstig
eenzaam”
Waarvan
“sociaal
eenzaam”
Waarvan
“emotioneel
eenzaam”
Alle
klanten
binnen het
experiment
142 103
(39 niet
eenzaam)
- - -
Klanten
zonder een
DJG-score
53 27
(26 niet
eenzaam)
Niet gemeten 11
(21%)
19
(36%)
Klanten
met ook
een DJG-
score
89 76
(13 niet
eenzaam)
30
(34%)
39
(44%)
40
(45%)
Eenzaamheid en scores op de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM)
Klantmanagers van WPI gebruiken de ZRM als instrument om te bepalen op welke
levensdomeinen de zelfredzaamheid van de betreffende Amsterdammer mogelijk versterking
behoeft (Zie bijlage 3 voor uitleg over de ZRM). Door tevens de De Jong-Gierveld (de DJG)
vragenlijst in vullen, werd een beter zicht op de ervaren eenzaamheid van de betrokken
Amsterdammers mogelijk. De DJG geeft inzicht in de ernst van de eenzaamheid en onderscheidt
emotionele en sociale eenzaamheid. Voor de ZRM domeinen die verder worden toegelicht, wordt
uitgegaan van de onderzoeksgroep bij wie zowel de ZRM als de DJG gescoord werd (89
Amsterdammers).
“Doe lekker mee” zeggen we dan… en hiermee sluiten wij aan bij het taboe dat eenzaamheid vooral
aan je zelf ligt..(verdiepingssessie Taboe)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
10
Berend de Groote 2018
Ernstige eenzaamheid & ZRM domein “Sociaal Netwerk”
Van de klanten bij wie een score 1 (“Ernstig sociaal isolement/ gebrek aan noodzakelijke steun”) of
score 2 (“blijvend, belangrijk probleem als gevolg van actief of passief terugtrekken uit sociale
relaties”) wordt gescoord op het ZRM-domein Sociaal Netwerk, wordt meer dan 60% als “ernstig
eenzaam” gescoord op de DJG vragenlijst. De andere 40% is “matig eenzaam”.
Opmerkelijk: Van klanten met score 3 op Sociaal Netwerk, blijkt toch 35% matig/ernstig eenzaam
volgens de DJG. Zelfs bij score 4/5 is dit nog 8%. Mogelijk duidt dit op onder- signalering van
“niet/onvoldoende zelfredzaam” op het ZRM domein Sociaal Netwerk.
Voorzichtige conclusie:
• Er lijkt een samenhang tussen een lage ZRM score op “Sociaalnetwerk” en op basis DJG
geconstateerd gevoel van eenzaamheid. Dit komt overeen met het door prof. De Jong
Gierveld beschreven onderzoeksresultaat (LASA studie); “een klein sociaal netwerk
vergroot de kans op vereenzaming aanmerkelijk”.
• Tegelijkertijd geldt dat DJG t.o.v. de ZRM score op “Sociaal netwerk” een meer
problematisch beeld geeft van de situatie van de klanten in dit experiment. Dit kan duiden
op onder-signalering van eenzaamheid binnen het domein “Sociaal Netwerk” door de
ZRM.
• Het in kader van Mankracht· uitgevoerd onderzoek naar ZRM scores “Sociaal netwerk” op
het totale aantal ZRM profielen versterkt het vermoeden van onder-signalering.
13
15
2
8
25
13
03
10
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
score 1-2 score3 score4-5
ZRM-domein Sociaal Netwerk
nvt (niet eenzaam (score
0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig eenzaam
(score 9-11))
GGD: 5% van de klanten (op basis van 16.241 ZRM profielen) activering scoort problematisch op
domein sociaal netwerk. Dit duidt op onder-signalering. We weten uit onderzoek dat dit percentage
hoger (boven de 10%) zou moeten liggen binnen deze kwetsbare groep.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
11
Berend de Groote 2018
Ernstige eenzaamheid & ZRM domein “Geestelijke gezondheid”.
Wat betreft problematische scores (score 1 en 2) op het domein GGZ zien we een soortgelijk beeld
als bij Sociaal Netwerk. Echter, voor scores 3 en hoger wordt gemiddeld meer problematiek op de
DJG vragenlijst gescoord.
Voorzichtige conclusie:
• Er lijkt enige samenhang tussen een lage ZRM score op “Geestelijke gezondheid” en op
basis DJG geconstateerd gevoel van eenzaamheid (maar veel minder duidelijk dan bij
Sociaal Netwerk).
Sociale en Emotionele eenzaamheid
De hele onderzochte groep blijkt hoog emotioneel eenzaam. Echter Amsterdammers met een
hoge score op het ZRM domein Sociaal Netwerk, scoren lager op Sociale Eenzaamheid. Bij ZRM
domein GGZ lijkt er geen duidelijk verschil tussen emotionele of sociale eenzaamheid.
Voorzichtige conclusie:
• Aandacht voor emotionele eenzaamheid is van belang óók (juist?) wanneer men
zelfredzaam lijkt op het ZRM domein Sociaal Netwerk.
Ernstige eenzaamheid & ZRM domein “Maatschappelijke Participatie”
Het “maatschappelijke actief zijn” lijkt het gevoel van eenzaamheid niet altijd te voorkomen.
Voorzichtige conclusie:
Maatschappelijke participatie is geen garantie voor een gevoel van sociale verbondenheid.
8
10 12
5
2516
1 2
10
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
score 1-2 score3 score4-5
ZRM-domein GGZ
nvt (niet eenzaam (score
0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig
eenzaam (score 9-11))
16 7 7
28 11 7
6 34
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
map score 1-2 map score3 map score4-5
ZRM-domein Maatsch Part
nvt (niet eenzaam (score
0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig
eenzaam (score 9-11))
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
12
Berend de Groote 2018
Doelstelling: Zicht op wensen, behoeften en mogelijkheden van eenzame mensen
De geselecteerde Amsterdammers werden op een prettige wijze benaderd voor een gesprek. Vaak
werd dit gesprek gevoerd in een Huis van de Wijk in plaats van op het Stadsloket. Speelde er
eenzaamheid dan werd met de Amsterdammer besproken op welk gebied hij zijn leven wil
verrijken. Het gaat hier dus echt om het werken vanuit de wens van betrokkene. Als handige
gesprekstool hiervoor werd “Mijn Positieve Gezondheid” (zie tevens bijlage 2) geïntroduceerd. Uit
interviews met de klantmanagers kwam echter naar voren dat vooral de De Jong Gierveld
vragenlijst als een handige gespreksleidraad gezien werd om eenzaamheid te signaleren en te
bespreken. Opvallend is dat eenzame Amsterdammers vaak uit eigen beweging geen hulp of
ondersteuning gezocht hebben. Veel eenzame Amsterdammers geven ook aan geen behoefte te
hebben aan verandering van hun situatie. Zij lijken moeilijk te motiveren om toch stappen te
zetten. Desalniettemin worden de gesprekken over het algemeen als positief ervaren. Men vindt
het prettig dat er geluisterd wordt.
Doelstelling: Passend ondersteuningsaanbod voor wie dat noodzakelijk blijkt Uit inventarisatie/onderzoek van Movisie (2018) bleek al dat het bieden van daadwerkelijk
effectieve ondersteuning verre van simpel is. Veel van het gangbare aanbod is gericht op het
verminderen van “Sociale eenzaamheid” door middel van ontmoeting. Mensen die gebukt gaan
onder “Emotionele eenzaamheid”, hebben weinig baat bij dit aanbod. Maar ook ten aanzien van
het verminderen van “Sociale Eenzaamheid”, zo leerden wij uit de verdiepingssessies, is dit
aanbod vaak weinig effectief. Te vaak wordt te makkelijk en te snel naar een activiteit verwezen en
ontbreekt voldoende aandacht voor het “onvermogen tot ontmoeten en contacten onderhouden”,
met als risico dat mensen juist het gevoel gegeven wordt dat hun vereenzaming vooral te wijten is
aan het eigen falen. Toch geven klantmanagers aan in veel gevallen een passend aanbod
(bijvoorbeeld een “maatjesproject”) te kunnen bieden. Een bijkomend probleem is dat de
betreffende Amsterdammers vaak kampen met een keur aan problemen, die wellicht niet de
oorzaak of gevolg zijn van eenzaamheid, maar daar zeker wel toe bijdragen en/of het verminderen
ervan bemoeilijken. Voorbeelden zijn schuldenproblematiek of taalproblemen. Voor deze
“praktische” problemen kunnen klantmanagers prima hun verwijzende rol vervullen en zorg
dragen voor een passend aanbod. Daarbij werd waar mogelijk aangesloten bij bestaand aanbod
binnen de basisvoorzieningen en werden Amsterdammers zo mogelijk “warm” overgedragen.
Uit casuïstiek bespreking met de betrokken klantmanagers, blijkt voor alle stadsdelen de wens te
bestaan voor (meer) op “het ontwikkelen van vaardigheden” en op het verminderen van
emotionele eenzaamheid gericht aanbod.
Doelstelling: Ontwikkeling van passend aanbod wanneer bestaand aanbod niet voldoet
Binnen het experiment zijn wij er (ook gezien de korte looptijd) niet toe gekomen om in
voorkomende gevallen passend aanbod te (laten) ontwikkelen. Klantmanagers uitten de behoefte
aan aanbod gericht op “het ontwikkelen van vaardigheden” (het leggen en onderhouden van
contacten/vriendschappen). Maar ook meer aandacht voor aanbod gericht op het verminderen
van Emotionele eenzaamheid blijkt van belang. Deze aanbeveling is aan het regieteam
meegegeven en zal in de follow up naar verwachting verder vorm gegeven worden. Daarnaast is
ook binnen het programma Doorontwikkeling basisvoorzieningen, aandacht voor (het
ontwikkelen van) aanbod ter vermindering van eenzaamheid.
“Het thema eenzaamheid is individueel en hartstikke privé. Een deur moet eerst open gaan, wat
een gesprek moeilijk maakt.”(Klantmanager)
Gesprekken met klantmanagers Activering werden in december 2017 gewaardeerd met cijfer 8.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
13
Berend de Groote 2018
Doelstelling: Het verstevigen van de samenwerking tussen Activering, GGD, Wijkzorgnetwerk
en netwerkpartners eenzaamheid
“Samenwerking ontstaat wanneer er zicht is op toegevoegde waarde en wanneer de
samenwerkingspartner iets toevoegt”. Van belang is dan natuurlijk, dat men van elkaar weet
welke toegevoegde waarde men heeft en dat men tot samenwerken bereid is. Eerste stap hierin is,
dat men elkaar leert kennen. Het gezamenlijk volgen van training en/of voorlichting kan hiertoe
prima bijdragen. Zowel tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten als de verdiepingssessies bleek “een
gemende groep” gewaardeerd te worden en inzicht te geven in elkaars werkwijze.
“Ik bemerkte al snel dat ook ik niet helemaal vrij was van vooringenomenheid ten aanzien van een deel van
de taakuitvoering van WPI. Echter, het vooroordeel smolt die keer als sneeuw voor de zon” (medewerker
MADI)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
14
Berend de Groote 2018
De verdiepingssessies
Dinsdag 17 oktober
Intervisie en Anders Kijken Anders Doen (AKAD)
Anders Kijken Anders Doen (AKAD) is een methodiek van casusbespreking welke algemeen wordt
gehanteerd door Wijkzorg professionals. De bijeenkomst gaf inzicht hoe deze methodiek
klantmanagers kan helpen hun klant de juiste ondersteuning te bieden.
Intervisie kan helpen om samen met collega’s aangrijpende verhalen en ervaringen te delen en te
verwerken.
Dinsdag 24 oktober
Suïcidepreventie (Lyna Polikar)
Mensen die aangeven het leven niet meer te willen of kunnen dragen. Klantmanagers worden hier
soms mee geconfronteerd en wat kunnen zij dan betekenen? Meer dan men vaak denkt, blijkt uit
deze door de GGD verzorgde bijeenkomst. Een luisterend oor en de juiste verwijzing kunnen
levens redden.
Dinsdag 31 oktober
Het signaleren & herkennen van psychosociale problematiek (Sebnem Cim, Marianne de Pundert)
Met deze verkorte training door Arkin/InGeest wordt ons duidelijker welke factoren aanleiding en
gevolg kunnen zijn van/voor psychosociale problematiek en welke culturele factoren mogelijk een
rol spelen. Hoe lastig het bespreken is ervaren wij zelf aan de hand van rollenspel. Wegens grote
belangstelling wordt de volledige training op nog 2 data verzorgd.
Dinsdag 07 november
Omgaan met claimgedrag 1.(Lennert den Breems)
De HVA verzorgde deze sessie waarin aandacht gegeven werd aan het fenomeen “claimgedrag”.
Welke rol heeft de klantmanager hier zelf (mogelijk) in en hoe bewaar je de professionele
distantie?
Dinsdag 14 november
Het taboe op eenzaamheid (Theo van Tilburg)
Wat is een taboe eigenlijk? Waarom is eenzaamheid voor velen zo moeilijk bespreekbaar, zo’n
taboe? Uit deze presentatie van Professor Theo van Tilburg blijkt ons dat een aanbod dat niet
baat, soms wel degelijk schaadt en dat we eenzaamheid toch vaak zien als makkelijk op te lossen
en vooral toe te schrijven aan de inactiviteit van de ander.
Dinsdag 21 november
Casuïstiekbespreking en eerste onderzoeksresultaten.
Ook nu blijkt dat “eenzaamheid” een lastig te bespreken onderwerp is (alhoewel sommige mensen
juist zeer openhartig blijken). De vragenlijst van de Jong-Gierveld, blijkt een zeer gewaardeerd
hulpmiddel om het gesprek vorm te geven.
Dinsdag 28 november
“Het sociaal konvooi”(Jenny Gierveld)
Tijdens deze inspirerende sessie worden we met onze neus op de feiten gedrukt; een zwak
netwerk is de grote voorspeller voor eenzaamheid. Maar een netwerk opbouwen gaat niet vanzelf
én vereist onderhoud. Voor het voorkomen van eenzaamheid moet je ook zelf
verantwoordelijkheid nemen. Hoe actief onderhouden wij zelf ons eigen netwerk..?
“Geluk hebben betekend nog niet gelukkig zijn” (verdiepingsbijeenkomst suïcidepreventie)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
15
Berend de Groote 2018
Dinsdag 12 december
Omgaan met claimgedrag 2 (Lennert den Breems)
De HVA verzorgt wederom deze sessie. Dit maal met veel input van een aantal klantmanagers
WPI. Welke invloed heeft onze dienstverlening en gedrag op het gedrag van onze klanten? Een
introductie op het “oplossingsgericht werken” als tool om effectiever aan te sturen op gewenst
gedrag.
Dinsdag 19 december
Eenzame mannen (Tjerk Kamann)
Tjerk Kamann, onderzoeker bij de GGD volgde gedurende bijna 8 jaar een grote groep (bij
aanvang) alleenstaande en werkloze mannen. Hoe verging het hun en welke factoren maakten dat
sommige hun situatie wisten te verbeteren waar dat andere juist niet lukte?” Sense of Coherence”
blijkt hierin een grote rol te spelen. Het stigma t.a.v. het baanloos zijn, blijkt een groot probleem
en al helemaal wanneer ook psychische problematiek speelt. Daarnaast blijken mannen niet alleen
zelf grote moeite te hebben om hun problematiek te bespreken, ook professionals vinden dit
moeilijk en/of merken het niet op.
“De sessies waren voor mij als professional, maar ook voor mij persoonlijk van toegevoegde waarde. We
hebben hier ook vaak als collega’s in de lunchpauzes over zitten doorpraten”. (Klantmanager)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
16
Berend de Groote 2018
Bijlage 1: De Jong-Gierveld Loneliness Scale
� 0-2: geen eenzaamheid
� 3-8: indicatief voor matige eenzaamheid
� 9-11: indicatief voor ernstige eenzaamheid
Vragen ter indicaties
• Sociale eenzaamheid (s)
• Emotionele eenzaamheid (e)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
17
Berend de Groote 2018
� Nieuw concept van gezondheid.
� Meer dan alleen lichamelijk en geestelijk welbevinden.
� Het gaat vooral om coping, veerkracht, eigen kracht.
� Perspectief van de cliënt staat centraal.
Bijlage 2: Mijn Positieve Gezondheid
• Je gezond voelen
• Fitheid
• Klachten en pijn
• Slapen
• Eten
• Conditie
• Bewegen
• Onthouden
• Concentreren
• Communiceren
• Vrolijk zijn
• Jezelf accepteren
• Omgaan met verandering
• Gevoel van controle
• Zinvol leven
• Levenslust
• Idealen willen bereiken
• Vertrouwen hebben
• Accepteren
• Dankbaarheid
• Blijven leren
• Genieten
• Gelukkig zijn
• Lekker in je vel zitten
• Balans
• Je veilig voelen
• Hoe je woont
• Rondkomen met je geld
• Sociale contacten
• Serieus genomen worden
• Samen leuke dingen doen
• Steun van anderen
• Erbij horen
• Zinvolle dingen doen
• Interesse in de
maatschappij
• Zorgen voor jezelf
• Je grenzen kennen
• Kennis van
gezondheid
• Omgaan met tijd
• Omgaan met geld
• Kunnen werken
• Hulp kunnen vragen
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
18
Berend de Groote 2018
Bijlage 3: De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM)
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
19
Berend de Groote 2018
Bijlage 4: Blogs
Ten behoeve van de Website https://www.amsterdamsnetwerkeenzaamheid.nl/experimenten,
werd een 6 tal blogs geschreven. De blogs werden ook op Linkedin gepubliceerd en goed gelezen.
Blog 1
Omvang van eenzaamheid
In aanloop naar het experiment hebben we deelgenomen aan verschillende overleggen en
bijeenkomsten rondom het thema eenzaamheid. Tijdens die bijeenkomsten zijn we steeds meer
doordrongen geraakt van de omvang van eenzaamheid in Amsterdam.
Wat ons daar vooral in opviel was hoeveel risico op eenzaamheid de bijstandspopulatie loopt: vaak
van niet Nederlandse komaf, laag opgeleid, werkloos met een beperkt perspectief op werk, met
een laag inkomen, een matige gezondheid, en ga zo maar door…. een stapeling van risicofactoren.
We hebben het dan over ruim 33.000 Amsterdammers… geen geringe groep.
Hoe nemen we eenzaamheid waar
Met die gedachte zijn we naar ons eigen werk gaan kijken: hoe nemen we eenzaamheid waar, en
wat doen we er vervolgens mee? Op die vraag was geen eenduidige antwoord te geven zo blijkt uit
gesprekken met klantmanagers. Als we eenzaamheid af gaan pellen, komt er meteen veel los: er
blijken veel meer situaties te zijn waarin eenzaamheid wellicht aan de orde is, dan men op het
eerste oog zou vermoeden. Dat iemand in een gezinssituatie zich toch ontzettend eenzaam kan
voelen is helemaal niet voor iedereen vanzelfsprekend, en dat was het voor ons in eerste instantie
ook niet.
Ingewikkeld
Eenzaamheid zit vooral in de beleving van het individu, en die beleving meten we niet in de ZRM
en is best ingewikkeld te achterhalen. Waar we uitvragen hoe actief iemand is, en hoeveel netwerk
iemand heeft, vragen we niet standaard hoe iemand die activiteiten en contacten ervaart. En als
we dat vragen en iemand geeft aan zich eenzaam te voelen, wat doen we er dan mee? Wat hebben
we die persoon dan te bieden?
GGD
Met dit vraagstuk onder de arm zijn we naar de GGD gestapt: zij hebben immers het meeste
inzicht in de data die uit de ZRM’s (zelfredzaamheidsmatrix) verkregen kunnen worden. Over het
inkleuren van gegevens uit de ZRM waren zij meteen enthousiast. Dat sterkte in het gevoel dit
vraagstuk als experiment verder invulling te willen geven, dus zo gezegd zo gedaan…. In een paar
dagen tijd is ons projectplan geboren.
Ook vanuit het Programma Meedoen Werkt, waarin experimenteren centraal staat, werd
enthousiast gereageerd en werd het idee voor cofinanciering meteen ondersteund. Deze steun en
enthousiasme zijn tot nu toe overal voelbaar: dat is fijn: het nut van het idee wordt breed
gedragen.
Randvoorwaarden
Op 28 juni hebben we ons experiment ingestuurd, en dan maar afwachten! Op 13 juli was het
zover: 12.56 uur: bericht over uw ingediende experiment…. YESSS! We mogen het experiment
gaan uitvoeren! Wat GAAF! We zijn nu druk bezig met de voorbereiding om tot een concrete start
te kunnen komen. We schatten in de randvoorwaarden voor de uitvoering voor 1 oktober gereed
te hebben: twee getrainde klantmanagers, administratieve ondersteuning, spreeklocaties, een
selectie van uit te nodigen Amsterdammers, en dan… echt aan de slag!
Zelf gaan we de training ook volgen en zullen we in de uitvoering mee kijken - en helpen omdat
ook wij willen leren hoe met dit thema om te gaan.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
20
Berend de Groote 2018
In de startbijeenkomst op 5 september hebben we een aantal andere experimenthouders
ontmoet: wat inspirerend! Zodra ons projectteam volledig is gaan we natuurlijk ook de hort op, de
wijken in om met onze bestaande en nieuwe partners passende oplossingen te vinden voor de
Amsterdammers die we tegen gaan komen. Daarnaast gaan we in gesprek met andere
experimenten om te kijken hoe we elkaar kunnen versterken.
Volle kracht… Vooruit!
Blog 2
Gaaf!
Wat is experimenteren toch gaaf! En opvallend dat wat je had bedacht in de praktijk toch altijd
anders uitpakt en soms zelfs beter!
De afgelopen weken stonden in het teken van radicaal anders, dat gaf best wat stress “Hoe raken
we de juiste snaar?” maar het is ons gelukt en we zijn inmiddels goed op stoom.
In eerste instantie leek het niet te lukken twee gemotiveerde klantmanagers te vinden om in Zuid
en Nieuw-West aan de slag te gaan met een geselecteerde groep klanten.
Maar in onze werving kwamen we wel veel klantmanagers tegen die aangaven het thema te
omarmen, en dat graag binnen hun reguliere werkzaamheden te willen oppakken.
We hebben toen besloten alle 7 activeringsteams te benaderen voor deelname aan de training.
En… de aanmeldingen stroomden binnen! Op 2 en 5 oktober zijn door de GGD twee trainingen
gegeven waaraan in totaal 25 klantmanagers deelnamen. Enkele reacties;
“Nogmaals hartelijk dank dat ik deze geweldige training heb mogen volgen”. “ Het was een
interessante training die smaakt naar meer”. “Bedankt voor de hand-outs én voor de bijzonder
goede sessie”.
Brede focus op deskundigheidsbevordering
De training werd zo goed ontvangen dat een derde training gepland staat op 6 november en er zijn
meer gegadigden: bij de tweede training was een collega van Sezo aanwezig: Sezo wil nu graag
een training voor eigen personeel. Ook de vrijwilligerscentrale heeft interesse getoond.
Brede focus op deskundigheidsbevordering heeft nu een belangrijke plek gekregen in de
uitvoering van ons experiment. Elke dinsdagmiddag staat een moment gepland waarop casuïstiek
kan worden ingebracht en gedeeld, en waar sprekers worden uitgenodigd voor verdieping op
thema’s die eenzaamheid raken.
Dinsdag 24 oktober: eenzaamheid, suïcide en preventie, dinsdag 31 oktober, signaleren en
herkennen van psychosociale problematiek, dinsdag 7 november, taboe op eenzaamheid, dinsdag
14 november, professionele distantie en meer onderwerpen volgen.
Onderzoek
De klantmanagers die deelnamen aan de training zijn ook uitgenodigd om in de eigen case-load
een aantal klanten waarbij op basis van ZRM-criteria een verhoogd risico op eenzaamheid wordt
vermoed, te spreken. Inzichten en vaardigheden uit de training kunnen daarin worden benut.
Een flink aantal klantmanagers (tot nu toe 17) heeft aangegeven hieraan mee te willen werken. Zij
hebben allemaal een selectie ontvangen van op basis van de criteria die de GGD heeft
samengesteld. Met het hun bijdrage aan het onderzoek hopen we meer inzicht te krijgen in
“eenzaamheid voorspellende factoren” , zicht op mogelijke interventies/aanbod en “meer gevoel
bij de vaak zo weerbarstige praktijk”.
Wijkzorg
Gisterenmiddag was de eerste dinsdagmiddag bijeenkomst: de aanwezige klantmanagers zijn
volop bezig met het selecteren en uitnodigen van Amsterdammers die zij bedienen: we
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
21
Berend de Groote 2018
verwachten op korte termijn meer beeld te krijgen van hun ervaringen: is het met de aangereikte
expertise makkelijker om eenzaamheid te herkennen en bespreekbaar te maken? En kan er
vervolgens met de Amsterdammer wie het betreft een aanbod worden gevonden, passend op de
vraag?
Voor deze laatste vraag heeft een overleg met de collegae van Wijkzorg. De projectleider zal
aansluiten bij het kwartiermakers-overleg om te vertellen wat het experiment inhoudt en met hen
verkennen hoe we met elkaar doorgeleiding van Amsterdammers richting zorg, zicht op aanbod
en lacunes in aanbod kunnen oppakken. Samen kunnen wij het verschil maken voor veel
Amsterdammers!
Blog 3
Geluk hebben of gelukkig zijn
Hoezo herfstvakantie
Wegens de herfstvakantie is behoorlijk rustig op kantoor. Wat onrustig fiets ik daarom naar de
Huis van de Wijk de Boomspijker. Hoe zal de opkomst zijn voor de tweede verdiepingssessie
eenzaamheid? Gelukkig zie ik al een paar klantmanagers aan komen lopen. Francisca van de GGD
en ik zitten dus in ieder geval niet alleen met de gastsprekers, denk ik, maar met tenminste 5
deelnemers. Binnen blijken er ook al een paar collega’s te wachten en dan komt opeens de één na
de ander binnen. “Dit kan niet” roept de beheerder, “uw zaal is te klein!”. Maar op de
3de verdieping blijkt nog een grote zaal vrij en na wat improviseer met de apparatuur, geschuif met
tafels (en gezoek voor de laatkomers) gaan we met zeker 25 man van start. Hoezo herfstvakantie?
“Belangrijker dan je zelf denkt”
Het onderwerp voor vandaag is heftig “Suïcidepreventie”. Lyna Polikar van de GGD neemt ons
mee in de facts & figures. Gelukkig blijken de cijfers in Nederland t.o.v. de rest van de Europa
gunstig af te steken. Desalniettemin schrik ik er van te horen dat in Amsterdam jaarlijks 3 x zoveel
mensen overlijden door zelfdoding dan door verkeersongevallen. En dan te bedenken hoeveel
meer aandacht er is voor verkeersveiligheid! Monique van Raan verhaalt vervolgens vanuit haar
praktijk als preventiewerker én vanuit een heftige persoonlijke ervaring. En dat hakt er in. Ze
verteld over de inktzwarte, uitzichtloze eenzaamheid die mensen soms drijft tot deze
wanhoopsdaad, ook mensen die ogenschijnlijk alles mee lijken te hebben. Want zo zegt ze
treffend “geluk hebben betekend nog niet automatisch gelukkig zijn”. Aandacht heeft Monique
ook voor de impact op nabestaanden. Deze impact is vaak enorm en moeilijker te accepteren en te
verwerken dan een andere doodsoorzaak. Vaak echter is een suïcidepoging geen echte
doodswens, maar een radeloze schreeuw om aandacht. Klantmanagers herkennen deze situaties
uit hun praktijk. Mensen die een doodswens uitten of gebukt gaan onder een peilloos verdriet.
Maar wat kun je dat doen? In ieder geval niet het onderwerp uit de weg gaan, of wijzen op de
“mooie dingen van het leven”, adviseert Monique. Luisteren en doorvragen helpt wel verteld ze.
Ook al schrik je van het onderwerp, luister vooral en neem het serieus. En schakel vervolgens zo
snel mogelijk met een professional op dit terrein. De huisarts bijvoorbeeld, De GGD, of het
meldpunt Zelfmoordpreventie (www.113.nl) .“Je bent in dit proces voor je klant wellicht
belangrijker dan je zelf denkt” besluit Monique.
Oeps!
Daarna zijn wij wel toe aan een borrel… Oeps die reservering blijkt bij het Huis van de Wijk niet
genoteerd en de beheerder staat op het punt naar huis te gaan. Bij de Boomspijker is men echter
niet voor één gat te vangen. De beheerder trekt haar jas weer uit en in een mum van tijd is de bar
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
22
Berend de Groote 2018
weer open. Er wordt nog flink na gepraat en we zijn het er over eens, dit was een enorm leerzame
en interessante bijeenkomst. En “volgende week ben ik er weer bij”.
De volgende ochtend op kantoor neem ik gelijk maar even contact op met onze management
assistente Gloria; “zou je voor de volgende week een grotere ruimte willen reserveren”?
Blog 4
Minder en meer
Vol vertrouwen fiets ik naar het Huis van de Wijk de Boomspijker. Gloria heeft een ruimere zaal
geboekt en de 3de verdiepingssessie met als onderwerp “De Signaleringswijzer” lijkt mij
interessant. Wanneer ik aankom, zijn de trainers en een paar klantmanagers er al en na wat
technisch gedoe rond “geluid”, werkt alles naar wens en kunnen we starten. Maar waar is
iedereen? Ik piep nog “ze komen echt wel hoor” en inderdaad er komt nog iemand binnen die in
het pand verdwaald was, maar daar blijft het dan ook bij. Slechts 7 deelnemers, dat is een stuk
minder! Verdorie, door het succes van vorige heb ik de promotie laten versloffen. Leerpuntje!
Dat gaan we regelen
De trainers Sebnem en Marianne (Arkin/InGeest) laten zich absoluut niet ontmoedigen door het
aantal deelnemers en geven 100%. Tenminste, zelf vinden ze de gegeven tijd eigenlijk veel te kort;
“er is nog zoveel meer te vertellen over het signaleren en bespreken van psychische
problematiek”. Ik ben vooral onder de indruk over wat Sebnem verteld over “de invloed van je
eigen referentiekader”, hoe je die valkuil kunt vermijden en hoe je ook wanneer je iemands wereld
(geloof in duistere krachten bijvoorbeeld) niet kunt bevatten je toch open kunt stellen en interesse
tonen. Een eyeopener voor mij is dat ook een overload aan “geluk” tot depressie kan lijden (met
vaak onbegrip als gevolg) Dat je “inleven en openstellen” allemaal verre van makkelijk is,
ondervinden we aan den lijve tijden eens rollenspel. En… Sebnem en Marianne krijgen gelijk,
“hiervan willen we meer” geven de deelnemers aan. Nu ja, dat regelen we graag!
Niemand die mij feliciteert
De zaal loopt aardig vol. Veel belangstelling voor het onderwerp “Taboe en Eenzaamheid”. Dit
keer is ook een “delegatie” van Doras, onze netwerkpartner in Noord aanwezig, leuk! Voordat
Theo van Tilburg, professor aan de Vu en dé Nederlandse expert t.a.v. onderzoek naar
Eenzaamheid, van wal steekt, schiet Marleen mij nog even aan. Ze is begonnen het uitnodigen van
mensen die de GGD en ik aan de hand van de ZRM, voor haar selecteerden uit haar caseload. Die
ochtend verteld ze, sprak ze een man van pas 36 jaar die al 6 jaar door niemand gefeliciteerd was
op zijn verjaardag…. Uiteraard checkte zij even zijn geboortedag, 06 december. Wedden dat hij dit
jaar wel een felicitatie krijgt? Sowieso vind ik het altijd mooi om casussen, echte praktijkverhalen
te horen. Hoe triest soms ook, ze inspireren mij, “daar doen we het voor”. Zoals het verhaal van
Carl en zijn oudere “klant” uit Eritrea die hier niet kan aarden, ons niet begrijpt, de taal niet spreekt
en het zo koud heeft. Kon hij maar terug….
Wie praat er over eenzaamheid?
Theo neemt ons een oude staatssecretaris met zijn veel te jonge vrouw… vinden wij, want een
taboe is toch vooral een collectieve mening. Een mening die trouwens met de tijd kan veranderen.
Kijk maar haar het oude taboe op echtscheiding. Nog steeds geen pretje, maar toch over het
algemeen niet langer meer die schandvlek als ooit.
Maar hoe zit het dan bij eenzaamheid? Onderzoek geeft hier interessante inzichten in.
Bijvoorbeeld mensen van wie de partner overleden is, geven eerder aan eenzaam te zijn. Niet
alleen omdat ze dat ook zijn, maar ook omdat eenzaamheid in die situatie “een geaccepteerde
situatie is”. Iemand zonder een dergelijke “legitieme reden” een student bijvoorbeeld, zal zijn
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
23
Berend de Groote 2018
eenzaamheid vaak juist ontkennen. Eigen eenzaamheid, daar praat je pas over wanneer je het
overwonnen hebt. Een inzicht om rekening mee te houden?
Vroeger beter?
Iemand uit de zaal veronderstelt dat eenzaamheid toeneemt, maatschappij “individualiseert”
tenslotte. Theo betwijfelt dit; een vergelijk met studies van 40 jaar geleden, laten geen
percentuele stijging zien van eenzaamheid. Want waren die soms zo geïdealiseerde hechte
gemeenschappen van toen, waren die wel zo warm? Wat als je homo was, of gescheiden, of
anderszins niet voldeed aan de norm?
Wat doen we er aan?
“Super interessant al dit onderzoek” stelt een praktisch ingestelde klantmanager, “maar wat
kunnen wij doen?” “In ieder geval niet de eenzame persoon confronteren met zijn eigen zwakten”
stelt Theo. En juist dat is wat wij zo vaak doen bij eenzaamheid. Iemand naar een eettafel sturen of
een andere “gezellige” activiteit. “Doe lekker mee” zeggen we dan. “Zo moeilijk is dat toch niet”?
Vinden wij… en hiermee sluiten wij aan bij het taboe dat eenzaamheid vooral “aan je zelf ligt”.
Willen we echt effectief hulp bieden, dan is er veel meer nodig. Veel meer aandacht voor de
persoon om wie het gaat, waarom lukt het hem/haar niet om aansluiting te vinden, wat is het dat
men mist? En welke ondersteuning kunnen wij dan bieden? Hoe kunnen patronen doorbroken
worden? Zo moeilijk is het dus wel
Bij de borrel praten we nog even na. Eenzaamheid het is iets dat we allemaal kennen. Uit eigen
ervaring, bij naasten of bij collega’s. Gelukkig lukt het de meesten mensen om op eigen kracht het
tij te keren. Maar hen die dat nog niet lukt, vertellen zij dat ook? Hebben wij, heb ik, wel écht oog
voor hen?
Blog 5
Gast aan tafel bij…WPI
‘Fijn dat je er weer bent!’ klinkt het hartelijk door de gang van Huis van de Wijk de Boomsspijker.
Voor de vierde keer sluit ik aan bij de verdiepingsbijeenkomsten over eenzaamheid voor
klantmanagers WPI. Dit keer is het onderwerp ‘Eenzaamheid en claimgedrag’ verzorgd door
Lennert den Breems (HvA). Ondanks dat ik een ‘vreemde eend in de bijt’ ben als medewerker van
de Maatschappelijke Dienstverlening, Doras (Noord) en Puur Zuid (Zuid), voel me ik zeer welkom,
een soort warm bad!
Een bad dat we vele klanten gunnen, zowel van WPI als van PuurZuid/Doras.
Natuurlijk was ik benieuwd tijdens mijn eerste bijeenkomst, naar het verhaal van Theo van Tilburg.
Maar minstens zo nieuwsgierig was ik naar de wijze waarop klantmanagers kijken naar
achterliggende maatschappelijke problemen zoals eenzaamheid. Is daar überhaupt wel aandacht
voor? Wordt er niet alleen gelet op de regels waar de klanten aan moeten voldoen ivm hun
uitkering? Ik bemerkte al snel dat ook ik (nee hoor vooroordelen doe ik noooooit), niet helemaal vrij
was van vooringenomenheid ten aanzien van een deel van de taakuitvoering van WPI. Echter, het
vooroordeel smolt die keer als sneeuw voor de zon en ik was nieuwsgierig naar de volgende
verdiepingsbijeenkomsten temeer daar ik zelf een Project rondom het thema Eenzaamheid ga
leiden genaamd ’Heb je even voor mij?’
Ik ontdekte tijdens de bijeenkomsten dat we eigenlijk veel gemeen hebben, de MaDi en WPI!
Natuurlijk zijn de kaders verschillend maar de missie komt grotendeels overeen: de klant vooruit
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
24
Berend de Groote 2018
willen helpen, ondersteunen, activeren, zelfvertrouwen geven, onafhankelijkheid stimuleren,
eenzaamheid voorkomen etc.
Enkele werkmethoden blijken zelfs bij beide organisaties toegepast te worden oa de Zelf
Redzaamheid Matrix (ZRM)en de Eenzaamheidsschaal. En… (hoe is het mogelijk??) gedrag van
klanten blijkt ook vaak overeen te komen richting klantmanagers en sociaal werkers van de Madi’s
en vele andere collega organisaties, spiegelde Lennart Den Breems ons voor. En vice versa. Niets
menselijks blijkt de klant én de werker vreemd;-) In de werkrelatie moet de professional uiteraard
de balans in de gaten houden tussen afstand, nabijheid en betrokkenheid. Maar dat is makkelijker
gezegd dan gedaan. Ongemerkt glij je richting ‘Circle of commitment’ vanuit betrokkenheid en
medeleven. De verantwoording bij de klant laten is dan (bijna) onmogelijk. Lennart: ‘Een bewuste
keuze van afbakening is onontbeerlijk bijvoorbeeld door te werken met de methodiek
Oplossingsgericht werken’. Kort gezegd: elk probleem biedt mogelijkheden voor het vinden van
eigen oplossingen. De ZRM volgens de vaste vragenlijst invullen werkt niet altijd activerend voor
de klant. Lennart gaf een treffend voorbeeld uit een boek van Frederike Bannink
‘Oplossingsgerichte vragen’:
U hebt trek en besluit in een restaurant te gaan eten.
De ober begint u vragen te stellen over uw honger:
‘Hoe erg is uw honger? Hoe komt u eraan? Hoe lang heeft u dat al? Had u vroeger ook honger? Welke
rol speelt honger binnen uw ouderlijk gezin? Kunt u deze vragenlijst invullen over uw hongergevoel?’
Vervolgens krijgt u een menu aangereikt dat u niet zelf heeft samengesteld maar waarvan de ober
zegt dat het goed voor u is.
Hoe groot is de kans dat u gemotiveerd en tevreden het restaurant verlaat???
De boodschap is: klanten willen meedenken over oplossingen maar vinden het soms moeilijk om
zelf stappen te bedenken. Maar juist daar kunnen wij bij helpen. Tijdens de bespreking van ZRM
domeinen kunnen we samen met de klant zoeken naar kleine en vooral haalbare doelen. Bereikte
resultaten geeft de klant voldoening én vertrouwen in een volgende eigen stap.
Zo zijn we weer bij missies die overeenkomen van het WPI en de MaDi’s: we helpen/activeren de
klant op weg naar zelfvertrouwen en onafhankelijkheid!
Een inspirerende bijeenkomst met een goed nagesprek aan de bar van de Boomspijker. Ook in dat
opzicht vonden beide partijen elkaar opvallend goed!
Blog 6
Dit keer is het mijn beurt om een blog te schrijven. Ik bof want vandaag is professor Jenny Gierveld
de spreker tijdens onze wekelijkse verdiepingssessie. Een ‘topspreker’, zo heeft Berend de Groote
haar aangekondigd.
Professor Gierveld is als emeritus hoogleraar Sociologie en Sociale Gerontologie met meer dan
vijftig jaar onderzoekservaring een autoriteit op het gebied van eenzaamheid. En zij is de
grondlegger van de De Jong Gierveld eenzaamheidsschaal, die landelijk in vele
gezondheidsmonitors gebruikt wordt om de eenzaamheid van een populatie te meten en die ook
in ons experiment een belangrijke rol speelt.
Eenzame ouderen?
Kwart voor vier kom ik hijgend aan bij het Huis van de Wijk De Boomspijker. Een kwartier te laat
doordat ik uit een ander overleg moest komen. Een overleg met een groepje studenten die
verborgen eenzaamheid bij ouderen in Oud Oost in beeld gaan brengen. Maar hoe terecht maken
we ons eigenlijk zorgen over eenzame ouderen? Hoewel de kranten er bol van staan is het gros van
de 65-plussers niet eenzaam, laat Prof. Gierveld zien. Een kwart van hen is matig eenzaam, maar
dat zie je bij alle leeftijden terug. En matige eenzaamheid lost zich vaak vrij gemakkelijk weer op.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
25
Berend de Groote 2018
Slechts acht tot tien procent van de 65-plussers is ernstig eenzaam. Dat zijn de mensen die er
moeilijk uit te helpen zijn, en de mensen die vaak ook psychische klachten hebben.
Klantmanager
Het zaaltje waarin we bijeen zijn gekomen, is schemerig en er zitten zo’n 17 mensen, waarvan de
meesten klantmanager zijn in één van de stadsdelen. Ondanks dat veel informatie al eerder ter
sprake is geweest, luisteren ze geboeid. Niet iedereen heeft alle eerdere verdiepingssessies
meegemaakt en sommige informatie is belangrijk genoeg om nog eens te horen.
De gevarenzone
Mensen tussen de 45 en de 55 jaar zijn het vaakst ernstig eenzaam. Gelukkig val ik over een paar
jaar buiten de gevarenzone. In deze periode van het leven vinden vaak heftige
levensgebeurtenissen plaats, legt Gierveld uit: scheiding, ontslag, verhuizing, ouders die
mantelzorg nodig hebben, kinderen die het huis uit gaan. Het is ook voor een groot deel de
populatie die klantmanagers bedienen. En vanwege de problematiek waar veel klanten mee te
maken hebben, zoals een verminderde gezondheid en armoede, is de kans op eenzaamheid onder
hen extra groot. Dat wordt door de aanwezige klantmanagers beaamd. Ook dat het heel lastig is
om over die eenzaamheid te praten en om er iets aan te doen. Het is belangrijk om inzicht te
krijgen in de oorzaken van de eenzaamheid en om rekening te houden met de diversiteit aan
vormen van eenzaamheid, benadrukt prof Gierveld. Niet elke eenzame is hetzelfde. Veel van onze
interventies om eenzaamheid te bestrijden zijn gericht op sociale eenzaamheid en zijn te
vrijblijvend. Mensen worden niet uitgedaagd zelf iets te ondernemen.
Koester uw konvooi
Wij boffen, zegt Gierveld. Wij hebben veel meer opleiding dan de vorige generaties. Daardoor
hebben wij betere levensverwachtingen. Ook is het taboe op scheiding weg, waardoor gescheiden
mensen zich veel minder buitengesloten voelen dan vroeger. Toch wil ze niet in onze schoenen
staan. De vanzelfsprekende communities van kerken zijn weggevallen, we hebben minder
kinderen, die ook nog eens vaker ver weg gaan wonen en langer moeten werken. Daarbij komt dat
er tegenwoordig veel meer alleenstaanden zijn dan vroeger. Hoe moet dat als wij straks 80 zijn?
Wie ontfermt zich dan over ons? Met wie kunnen wij ons leven dan delen?
Advies
Prof. Gierveld heeft een belangrijk advies voor ons: “Zorg voor uw Konvooi” is haar boodschap.
Laat je relaties, en vooral de ‘oude’, niet verwateren. De kans op eenzaamheid neemt toe bij een
kleiner netwerk. “Trek je schoenen aan; pak de telefoon. Koester het konvooi dat met u meevaart
door het leven.”
En om meteen de daad bij het woord te voegen, sluiten we af met een borrel.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
26
Berend de Groote 2018
Bijlage 5: Onderzoeksgegevens
ZRM en De Jong-Gierveld scores binnen het experiment “Uit de Schaduw van de
Eenzaamheid”
In dit document worden ZRM- en De Jong-Gierveld-scores binnen het experiment “Uit de
Schaduw van de Eenzaamheid. Eenzaamheid onder Amsterdammers in de bijstand” beschreven.
Onderzoeksvraag
Centrale vraag van dit onderzoek is: Hoe is de ZRM gerelateerd aan scores op de Jong Gierveld
vragenlijst? Dit onderzoek kan inzicht bieden in een onder of over signalering van “eenzaamheid”
door gebruik van ZRM. Daarnaast wordt eenzaamheid gekoppeld aan de psychische gesteldheid
(gemeten met ZRM-domein GGZ) en de score-combinatie met het domein Sociaal Netwerk.
Aangeleverd databestand
Toelichting bij databestand WPI (RAAK & gegevens De Jong-Gierveld)
144 regels
• 91 klanten heeft een DJG score.
• 142 klanten met een ZRM sociaal netwerk/GGZ score (jaar:2017 – 97%).
• 89 klanten met zowel een score voor ZRM-domeinen Sociaal Netwerk/GGZ als voor DJG
• 51% vrouw; 44% uit Zuid-Oost
• Gemiddelde leeftijd 49 jaar; gemiddelde uitkeringsduur 10 jaar
Hieronder worden de gehanteerde instrumenten in dit experiment beschreven.
Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM)
De ZRM is een screeningsinstrument om zelfredzaamheid (onder andere) met betrekking de
omvang en kwaliteit (“ervaren steun”) van het sociale netwerk (domein: Sociaal Netwerk) rondom
een klant (netwerk die geen onderdeel uitmaakt van het huishouden). Je brengt hiermee ook
“isolement” in beeld.
De Jong-Gierveld (DJG)
DJG is een 11-item vragenlijst, algemeen landelijk geaccepteerde en gevalideerde maat om
eenzaamheid in kaart te brengen. Het model is gebaseerd op de zogenaamde cognitief-
theoretische benadering van eenzaamheid. Kenmerkend voor deze benadering van eenzaamheid
is de nadruk op de discrepantie tussen wat men wil in termen van interpersoonlijke genegenheid
en intimiteit, en wat men heeft; hoe groter de discrepantie, hoe groter de eenzaamheid.
Achtergrondkenmerken (zoals burgerlijke staat, geslacht en woonvormen), beschrijvende
kenmerken van het sociale netwerk, aantal en frequentie van contacten met leden van het
netwerk, en persoonlijkheid en gezondheid zijn geïdentificeerd als belangrijke eenzaamheid
uitlokkende factoren. Andere factoren die eveneens van cruciaal belang blijken te zijn: sociale
normen en waarden, verwachtingen van ondersteuning in verband met bepaalde relaties, en de
positieve of negatieve evaluatie van het netwerk van relaties als gerealiseerd.
(http://home.fsw.vu.nl/tg.van.tilburg/manual_loneliness_scale_1999.html).
Voor de definities van “ernstige eenzaamheid” en “sociale/emotionele eenzaamheid” is gebruikt
gemaakt van de definities zoals die landelijk worden gehanteerd in de 4-jaarlijkse
gezondheidsmonitor.
De DJG vragenlijst is in het kader van dit onderzoek eenmalig door een aantal klantmanagers
naast de ZRM gescoord. De ZRM wordt jaarlijks afgenomen en heeft een breder kader dan de DJG
vragenlijst. Als zodanig kan de DJG niet als vervanging van de ZRM worden gezien.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
27
Berend de Groote 2018
1. Conclusies
Er is een zekere samenhang tussen de DJG en de ZRM, maar over het algemeen geldt dat met de
DJG (t.o.v. de ZRM) een meer problematisch beeld wordt gegeven van de situatie van de klanten
in dit experiment. Dit kan duiden op een ondersignalering van het begrip “eenzaamheid” door de
ZRM.
Bij de uitkomsten van dit onderzoek moet het volgende in het achterhoofd worden gehouden:
• Beide instrumenten (ZRM en DJG) meten “eenzaamheid” verschillend: de DJG is een
standaard vragenlijst die door de klant zelf wordt ingevuld. De ZRM wordt door de
professional afgenomen en is daarmee afhankelijk van het signalerende vermogen van de
klantmanager die de ZRM hanteert.
• Beide instrumenten (ZRM en DJG) meten niet geheel eenzelfde construct.
• Beide instrumenten hoeven niet altijd op dezelfde dag te zijn afgenomen.
• We hebben niet gekeken naar statistisch significante uitkomsten. Het onderzoek is een eerste
verkenning naar opvallende verschillen en overeenkomsten tussen de twee instrumenten.
• Binnen dit experiment hebben we relatief kleine aantallen; vervolgonderzoek is daarom aan te
raden.
• Het is niet duidelijk op basis waarvan klanten voor dit experiment zijn geworven; daarom is
niet aan te geven of we te maken hebben met een selectie groep en of resultaten uit dit
onderzoek kunnen worden gegeneraliseerd naar de totale trede 1/2 populatie van WPI.
Zie syntax “eenzaamheid.sps”.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
28
Berend de Groote 2018
2. Resultaten
a. ZRM- en DJG scores
Aantal ernstig
eenzaam
SNW
1-2
SNW
3
SNW
4-5
GGZ
1-2
GGZ 3 GGZ
4-5
“sociaal
eenzaam”
“emotioneel
eenzaam”
Alle klanten
binnen het
experiment
142 - 27
(19%)
75
(52%)
40
(28%)
27
(19%)
59
(41%)
56
(39%)
- -
Klanten
zonder een
DJG-score
53 - 6
(11%)
32
(60%)
15
(28%)
13
(25%)
22
(42%)
18
(34%)
* 11
(21%)
* 19
(36%)
Klanten met
ook een
DJG-score
89 30
(34%)
21
(24%)
43
(48%)
25
(28%)
14
(16%)
37
(42%)
38
(43%)
39 (44%) 40 (45%)
Bovenstaande tabel: groep die ook een DJG vragenlijst heeft ingevuld heeft 2x zo vaak een score
1-2 op ZRM-domein Sociaal Netwerk dan groep die die geen DJG-score heeft, 24% t.o.v. 11%,
respectievelijk.
►Zie onderzoek Tjerk Kamann voor verdeling Sociaal Netwerk scores voor alle trede 1 en 2
klanten Activering, vergeleken met alle klanten binnen dit experiment.
b. Scores ZRM versus DJG
Onderstaande tabel: groep klanten met een DJG-score en een ZRM-score, n=89 (2 klanten hebben
wel een DJG-score maar geen ZRM). We zien een hoge samenhang “sociale eenzaamheid” en
score ZRM-domein Sociaal Netwerk enerzijds en “emotionele eenzaamheid” en ZRM-domein
GGZ anderzijds. Mate en aard van
eenzaamheid
Aantal Soc
Eenzaam
Emo
Eenzaam
SNW 1-2 SNW 3 GGZ 1-2 GGZ 3 SNW of
GGZ 1-2
Niet (ernstig) eenzaam* 13 0 2 0 3 1 2 1
Matig eenzaam 46 35 (76%)** 38 (83%) 8 (38%)*** 25 (58%) 5 (11%) 25 (54%)
Ernstig eenzaam 30 30 (100%) 30 (100%) 13 (62%) 15 (35%) 8 (57%) 10 (27%) 17 (55%)
Sociaal Eenzaam 65 - - 21 (100%) 34 (79%) 12 (86%) 32 (87%) 29 (94%)
Emotioneel Eenzaam 70 - - 18 (86%) 38 (54%) 11 (79%) 30 (81%) 25 (81%)
Sociaal + Emotioneel
Eenzaam
80 - - 21 (100%) 41 (95%) 13 (93%) 35 (95%) 30 (97%)
* aantallen te klein om percentages te geven.
** rij percentage.
*** kolom percentages. Dus 38% van klanten met een score 1 of 2 op het ZRM-domein Sociaal
Netwerk is volgens de DJG ‘matig’ eenzaam.
Hieronder gaan we verder in op de samenhang tussen “ernstige eenzaamheid” gemeten met de
DJG en scores ZRM.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
29
Berend de Groote 2018
c. Ernstige eenzaamheid afgezet tegen ZRM-totaal score, aantal jaren in de uitkering, en
leeftijd (gemiddelden zie tabel hieronder).
Alleen de ZRM-totaal score (een samengestelde maat voor het algemeen functioneren, variërend
van 11-55) lijkt onderscheidend te zijn voor ernstige eenzaamheid.
Mate van eenzaam totaal ZRM
score
jaren in uitkering leeftijd
nvt (niet eenzaam (score 0-2)) 43 9 51
Nee (matig eenzaam (score 3-8)) 40 10 50
Ja ((zeer) ernstig eenzaam (score 9-
11))
38 11 49
Statistisch significant verschillend * ns ns
d. Ernstige eenzaamheid & Sociaal Netwerk
Van de klanten bij wie een score 1 (“Ernstig sociaal isolement/ gebrek aan noodzakelijke
steun”) of score 2 (“blijvend, belangrijk probleem als gevolg van actief of passief terugtrekken uit
sociale relaties”) wordt gescoord op het ZRM-domein Sociaal Netwerk, wordt meer dan 60% als
“ernstig eenzaam” gescoord op de DJG vragenlijst. De andere 40% is “matig eenzaam” --> over
signalering door gebruik ZRM?
Onder signalering op de ZRM: bij klanten die minimaal beperkt zelfredzaam scoren op het Sociaal
Netwerk domein, is 35% en 8% ernstig eenzaam volgens DJG vragenlijst bij scores 3 en 4-5,
respectievelijk.
13
15
2
8
25
13
03
10
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
score 1-2 score3 score4-5
ZRM-domein Sociaal Netwerk
nvt (niet eenzaam (score
0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig eenzaam
(score 9-11))
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
30
Berend de Groote 2018
e. Ernstige eenzaamheid & GGZ
Wat betreft problematische scores (score 1 en 2) op het domein GGZ zien we een soortgelijk beeld
als bij Sociaal Netwerk. Echter, voor scores 3 en hoger wordt gemiddeld meer problematiek op de
DJG vragenlijst gescoord.
f. Ernstige eenzaamheid & Sociaal Netwerk & GGZ
Rekening houdend met scores voor beide ZRM-domeinen, dan komen we in absolute aantallen
meer klanten in beeld met ernstige eenzaamheid (SNW: 13; GGZ: 8; gecombineerd: 17), maar
relatief verandert het cijfer vrijwel niet (van 61% naar 55%).
8
10 12
5
25
16
1 2
10
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
score 1-2 score3 score4-5
ZRM-domein GGZ
nvt (niet eenzaam (score
0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig eenzaam
(score 9-11))
17
12
1
13
27
6
1 4
8
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
score 1-2 voor
snw of ggz
score 3 voor
snw of ggz
score 4-5 voor
snw & ggz
Combinatie ZRM-domein Sociaal Netwerk &
GGZ
nvt (niet eenzaam (score
0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig eenzaam
(score 9-11))
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
31
Berend de Groote 2018
g. Ernstige eenzaamheid & andere probleembieden
Een samengestelde maat voor problemen (scores 1,2) op andere ZRM-domeinen, het domein
Financiën en het domein Maatschappelijke participatie hebben een minder onderscheidend
vermogen dan domeinen Sociaal Netwerk en Geestelijke Gezondheid.
5
14 93
5
2215
5
0
7 3
3
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
3 of meer
problemen
2 andere
problemen
1 ander
probleem
geen
andere
problemen
nvt (niet eenzaam (score
0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig eenzaam
(score 9-11))
426
3 43
211
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
score 1-2 score3
fin
nvt (niet eenzaam
(score 0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig
eenzaam (score 9-
11))
16 7 7
28 11 7
6 34
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
map score 1-2 map score3 map score4-5
ZRM-domein Maatsch Part
nvt (niet eenzaam (score
0-2))
Nee (matig eenzaam
(score 3-8))
Ja ((zeer) ernstig eenzaam
(score 9-11))
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
32
Berend de Groote 2018
Bijlage 6: Telefonische interviews met
klantmanagers
Trainingen
Basistraining
Verdiepingssessies
17/10 Intervisie & AKAD
24/10 Suïcidepreventie
31/10 Signaleren & herkennen psychosociale
problematiek
07/11 Claimgedrag 1
14/11 Taboe
21/11 Casusbespreking/eerste resultaten
28/11 Mw Gierveld
12/12 Claimgedrag 2
19/12 Eenzame mannen
Vragenlijst
Trainingen:
1. Aan welke trainingen/verdiepingssessies heb je deelgenomen?
2. Welke informatie vond je nuttig? Welke sessie zou je een collega aanraden?
3. Sloot een van deze verdiepingen niet aan bij je behoefte?
4. Wat heb je gemist?
5. Hoe was de frequentie van bijeenkomsten?
6. Welk cijfer geef je de reeks bijeenkomsten?
Praktijk:
7. Kon je de geleerde in praktijk brengen? Heb je meer zicht op eenzaamheid gekregen?
8. Heb je zicht op de behoeften van klanten met eenzaamheid?
9. Heb je kunnen doorverwijzen? Naar wie/wat?
10. Heeft het de samenwerking met bijv. het wijkzorgnetwerk veranderd?
11. Was er in alle gevallen passend aanbod?
Antwoorden klantmanagers
Trainingen:
1. Aan welke trainingen/verdiepingssessies heb je deelgenomen?
• Basistraining: 9
• Intervisie: 3
• Suïcidepreventie: 6
• Signalering psychosociale problematiek: 6 Cursus: 6
• Claimgedrag 1: 7
• Taboe: 5
• Casusbespreking en eerste resultaten: 5
• Mw Gierveld: 6
• Claimgedrag 2: 2
• Eenzame mannen: 6
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
33
Berend de Groote 2018
2. Welke informatie vond je nuttig? Welke sessie zou je een collega aanraden?
• Men is vooral enthousiast over de De Jong Gierveld lijst. Werd door KMers gebruikt
voor signalering maar ook voor bewustwording en om het gesprek aan te gaan.
Sommigen lieten de klant hem eerst zelf invullen; anderen vulden hem samen met de
kant in. Het leverde soms emotionele gesprekken op.
• Verder werden de basistraining (veel aan gehad, vraagstelling naar klanten was
anders, goede binnenkomer, cijfertjes, dat er nog niet zo veel bekend is), suïcide
preventie (indrukwekkend), de middag met Jong-Gierveld (hele hoop concrete
informatie, ook voor beeldvorming), eenzame mannen en signalering psychosociaal
vaker als nuttig of boeiend genoemd.
• “ Je hebt ook meer ervaring als je al gesprekken had met klanten, dat mensen toch
ook meer zelf moeten doen, en zich moeten realiseren hoe ze ervoor staan” (n.a.v.
Jong-Gierveld)
3. Sloot een van deze verdiepingen niet aan bij je behoefte?
• Meeste wel; voor sommigen waren het meer opfrissers.
• Over de cursus signalering psychosociale problematiek zijn de meningen verdeeld.
Sommigen vonden het tegenvallen, te simpel en te weinig nieuws; anderen vonden
hem nuttig en interessant, weer anderen hadden meer kennis aangereikt willen
krijgen over bijvoorbeeld ziektebeelden.
• Eén klantmanager vond de lezing over taboe wat tegenvallen. De inleiding duurde te
lang. Een ander vond deze lezing juist heel boeiend. Hetzelfde geldt voor
Claimgedrag (2).
4. Wat heb je gemist?
• Meer informatie over existentiële en emotionele eenzaamheid en over wat te doen bij
deze vormen van eenzaamheid
• Betere verankering door steeds even terug te grijpen op eerdere bijeenkomsten;
iemand stelt voor om Jong-Gierveld aan het begin te plaatsen.
• Serieuze casusbesprekingen.
• Kennis over ziektebeelden.
• Informatie en training in het voeren van meer coaching/therapeutische gesprekken
met je klant.
• Meer hulp om de afweging te maken: Wat geef je voorrang, als er meerdere
problemen spelen.
• Ervaringsdeskundigen.
5. Hoe was de frequentie van bijeenkomsten?
• Voor de meesten OK. Voor sommigen was de dinsdag niet handig, voor anderen het
tijdstip (te laat). Voor anderen was de frequentie wat hoog in relatie tot de werkdruk.
Een KM geeft aan dat de stoelen ongeschikt waren om zo lang te zitten.
• Minder dan 2x per maand is niet aan te raden, dan vindt er geen verdieping plaats in je
eigen alledaagse werken en denken.
6. Welk cijfer geef je de reeks bijeenkomsten?
• Gemiddeld een ruime 8 (3x9)
Praktijk:
7. Kon je het geleerde in praktijk brengen? Heb je meer zicht op eenzaamheid gekregen?
• Jazeker. Meer inzicht in vormen van eenzaamheid, meer mogelijkheden voor
signalering en het bespreekbaar maken. KM zijn niet bang om het gesprek aante
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
34
Berend de Groote 2018
gaan.Vooral de DJG vragenlijst was daarbij heel behulpzaam. Een bredere kijk naar de
klanten.
• goede sfeer (vertrouwen) door experiment sfeer; liet voldoende ruimte om uit te
proberen.
• Niet alleen gesprek aangegaan met klanten maar juist ook met klantmanagers over
eenzaamheid. “We hebben hier vaak over door zitten praten als collega’s, bv. in de
lunchpauze.”
8. Heb je zicht op de behoeften van klanten met eenzaamheid?
• Deels wel, deels niet. Veel klanten hebben al een heel circus achter de rug en willen
niet meer. Sommigen accepteren de ellende waar ze in zitten gewoon. En het aanbod
past ook niet bij iedereen. Anderen zijn zich niet bewust van hun behoefte. Toch is er
ook geregeld een behoefte naar voren gekomen.
• Wij moeten geen aanbod hebben, maar wij moeten met klanten beter en meer in
gesprek, naar klanten zelf kijken; motiveren en zelf coaching, mensen voelen zich
gehoord; wat gaat door de klant heen; met wie heeft hij contact
9. Heb je kunnen doorverwijzen? Naar wie/wat?
• Op het vlak van sociale eenzaamheid hebben sommige klantmanagers veel door
kunnen verwijzen naar buurtaanbod (ontbijtochtend, multiculturele ontmoeting in
HvdW, aantal klanten werken als vrijwilliger)
• Op het vlak van emotionele eenzaamheid is dat veel moeilijker. Een enkele keer is
iemand doorverwezen naar een maatje of een mindfulnesscursus. Omdat er vaak
maar één gesprek met een klant was, is nog niet duidelijk of de doorverwijzingen ook
effect hebben gehad.
• Gesprek voeren over suïcide ideatie met klant wordt door 2 KM genoemd. Een van
hen heeft doorverwezen naar 113online/GGD.
10. Heeft het de samenwerking met bijv. het wijkzorgnetwerk veranderd?
• Nauwelijks. Een klantmanager geeft aan de banden nauwer aangehaald te hebben
met Actenz voor eenzaamheid. In de meeste gevallen is de samenwerking al OK en
als KMers in een buurthuis zitten zijn de lijntjes met het aanbod kort.
• Ook vervolggesprekken zijn gevoerd met klanten b.v. als driegesprek (echter
multiproblematiek)
11. Was er in alle gevallen passend aanbod?
• De meeste KMers geven aan dat er veel aanbod is, vooral voor ontmoeting; al zijn er
ook klanten die qua karakter of leefstijl niet in het bestaande aanbod passen. Voor
emotionele eenzaamheid wordt wel aangegeven dat dat moeilijker is. Verder wordt
door een KM aangegeven dat er de cursus Vriendschap een mooie aanvulling zou zijn.
• Km geven aan dat het vaak al helpt dat zij het gesprek aangaan, verdiepend;
feliciteren met een verjaardag is soms ook al genoeg.
“Het thema eenzaamheid is individueel en hartstikke privé. Een deur moet eerst open gaan, wat
een gesprek moeilijk maakt.”
“deze sessies waren voor mij als professional maar ook voor mij persoonlijk van toegevoegde
waarde.”
“ik vind eigenlijk dat al mijn collega’s deze training moeten volgen, als onderdeel van het
persoonlijk ontwikkelingsplan. Hoe geweldig is het om je klanten beter te begrijpen.”
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
35
Berend de Groote 2018
Bijlage 7: Focusdocument Meer Mankracht WPI – OJZ – GGD – Stadsdeel Oost
Focusdocument Meer Mankracht:
ONDERSIGNALERING VAN
SOCIAAL ISOLEMENT /
EENZAAMHEID BIJ WPI?
April 2018
Tjerk Kamann
06-455544443
Learn!
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
36
Berend de Groote 2018
Inhoud
Samenvatting & Aanbevelingen ......................................................................................... 37
Signaleren met de ZRM ................................................................................................................................ 39
Algemeen beeld op basis van ZRM ............................................................................................................... 40
Vergelijking ZRM scores sociaal netwerk en scores gestandaardiseerde vragenlijsten .................................. 40
Peiling onder professionals WPI / Samen DOEN ........................................................................................... 43
Maatschappelijke participatie geen garantie voor sociale verbondenheid .................................................... 44
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
37
Berend de Groote 2018
1 Samenvatting & Aanbevelingen
We weten dat Amsterdammers die langdurig aan de kant staan een risicogroep vormen waar het
gaat om eenzaamheid/sociaal isolement. Bij Klantmanagers Activering van WPI ligt een mogelijke
signaleringstaak op het gebied van sociaal isolement / eenzaamheid.
Project Meer Mankracht is een gemeentelijk actie-onderzoek (WPI-OJZ-GGD-Stadsdeel Oost)
gericht op het versterken van sociaal kapitaal van alleenstaande mannen met een
bijstandsuitkering . Onder anderen door rijke data te utiliseren die is verzameld tijdens Project
Mankracht (Kamann en de Wit, Urban Social Exclusion Research G4). Uit dit onderzoek kwam naar
voren dat toegang tot sociale hulpbronnen een belangrijke voorpeller is van “opklimmen” uit een
zorgwekkende situatie bij alleenstaande mannen in de bijstand. In project Meer Mankracht is
verder uitgediept hoe sociaal kapitaal te bevorderen.
Een van de uitkomsten van project Meer Mankracht betrof de constatering dat eenzaamheid /
sociaal isolement mogelijk onvoldoende gesignaleerd wordt door klantmanagers van WPI. Reden
om dit binnen het (actie-)onderzoek verder uit te zoeken door kennis hierover te bundelen in dit
focusdocument. Het gaat er hierbij om na te gaan (a) in hoeverre er echt sprake is van onder-
signalering (b) hoe dit verbeterd kan worden.
Eenzaamheid / sociaal isolement onderschat door klantmanagers
Deze verwachte kwetsbaarheid op het gebied van eenzaamheid/sociaal isolement zien we
nauwelijks terug in ZRM scores op het domein “sociaal netwerk” onder klanten WPI activering
(n=16.241). Op basis van project Meer Mankracht en het experiment “uit de schaduw van
eenzaamheid” is beperkte vergelijking mogelijk tussen ZRM scores op het domein sociaal netwerk
en gestandaardiseerde meetinstrumenten voor eenzaamheid (De jong Gierveld) en sociaal
isolement. Ook deze vergelijking suggereert dat ZRM scores die klantmanagers toedelen op het
domein sociaal netwerk, problemen op het gebied van eenzaamheid en sociaal isolement
onderschatten.
Maatschappelijke participatie geen garantie voor sociale verbondenheid
Cijfers geven aanleiding te geloven dat KM veronderstellen dat wanneer een persoon
maatschappelijk participeert in bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, dat deze persoon dan niet sociaal
geïsoleerd/eenzaam is. Klanten die hoog scoren op het ZRM domein maatschappelijke
participatie, scoren namelijk zelden tot nooit laag op het ZRM domein sociaal netwerk. De
veronderstelling dat Amsterdammers die participeren in (vrijwilligers)werk, zich ook sociaal
verbonden voelen is foutief: mensen die maatschappelijk participeren kunnen wel degelijk in een
sociaal isolement verkeren en/of zich eenzaam voelen. Dit laten we overtuigend zien.
Peiling onder Klantmanagers: ruimte voor verbetering
Een peiling onder WPI klantmanagers laat zien dat ongeveer de helft van de klantmanagers
aangeeft het niet gemakkelijk te vinden om problemen op het gebied van sociaal isolement /
eenzaamheid te signaleren bij klanten. Er is behoefte hier in getraind te worden.
Is het taak van KM om deze problemen te signaleren en hier iets mee te doen?
Tegelijk klinkt ook een ander geluid. Uit groepsgesprekken met klantmanagers blijken sommigen
het niet als hun taak te zien problematiek op het gebied van “sociaal netwerk” of “geestelijke
gezondheid” uit te vragen bij klanten. Dit vraagt om aandacht. Is het de taak van klantmanagers
om dit probleem te signaleren?
Een recente WPI “routekaart” geeft aan dat ook klanten die “beperkt zelfredzaam” zijn op sociaal
netwerk in aanmerking komen voor ondersteuningsaanbod om hier iets aan te doen. Zou dit
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
38
Berend de Groote 2018
stroomschema operationeel zijn, dan zou dit betekenen (a) dat er een “taak” ligt bij klantmanagers
om eenzaamheid / sociaal isolement te signaleren en (b) dat ook bij klanten met een score van 3 op
sociaal netwerk aandacht gegeven wordt aan het bevorderen van sociale verbondenheid. De
zogenaamde onder-signalering zou dan in de praktijk wellicht geen probleem zijn. De routekaart is
echter (nog) niet geeffectueerd.
ZRM: aanscherpen domein sociaal netwerk?
Er lijkt ook wat te verbeteren aan het instrument of in ieder geval aan de uitleg ervan (in de
handleiding en training). In de onderzochte populatie heeft het instrument – zoals deze wordt
gehanteerd – een te rooskleurig beeld van de situatie op dit domein. Scores van 1 ontbreken
nagenoeg. Vergelijking met gestandaardiseerde vragenlijsten zijn weliswaar beperkt, maar alle
bewijstukken samen wijzen dezelfde kant op. Om te bepalen of extra tekst en uitleg, en eventuele
herbezinning op de indicatoren nodig is buiten de setting van een sociale dienst, is het eerst nodig
te bepalen of eenzelfde spreiding (vooral positieve scores) wordt gevonden in andere populaties –
niet gescoord door klantmanagers. Als dit zelfde beeld naar voren komt, lijkt heroverweging van
indicatoren en uitleg hiervan nodig. Hoewel de ZRM uiteindelijk “zelfredzaamheid” meet, mag
verwacht worden dat op het domein “sociaal netwerk”, een door een persoon ongewenst sociaal
isolement zich vertaalt naar een problematische score op dit domein.
Aanbevelingen
Onderstaande aanbevelingen zijn reeds besproken met betreffende stakeholders:
WPI:
� Aanbieden van (e)training aan klantmanagers om sociaal isolement / eenzaamheid te
herkennen en bespreekbaar te maken
� Informeren van professionals: maatschappelijke participatie is geen garantie voor sociale
verbondenheid
� Signalering op basis van ZRM scores: klanten met een score van <4 op het domein sociaal
netwerk zijn te beschouwen als hoge risico groep eenzaamheid/sociaal isolement.
� Managementvraag: is het de “taak” van een klantmanager om problemen in sociale
verbondenheid te signaleren en hier vervolgens naar te handelen? Zoja, communiceer dit dan
duidelijk
Ontwikkelaars ZRM:
� Ontwikkelaars van de ZRM wordt aanbevolen na te denken over (a) hoe
eenzaamheidsgevoelens in handleiding en trainingen op te nemen (b) te onderzoeken of ook in
andere populaties –niet gescoord bij sociale diensten -- scores van 1/2 op het domein sociaal
netwerk nagenoeg ontbreken. Als dit laatste het geval is, dienen indicatoren nog eens tegen het
licht gehouden te worden.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
39
Berend de Groote 2018
2 Onder-signalering eenzaamheid / sociaal
isolement bij WPI?
We weten dat Amsterdammers die langdurig aan de kant staan een risicogroep vormen waar het
gaat om eenzaamheid/sociaal isolement. Bij Klantmanagers Activering van WPI ligt een mogelijke
signaleringstaak op het gebied van sociaal isolement / eenzaamheid.
Project Meer Mankracht is een actie-onderzoek gericht op het versterken van sociaal kapitaal van
alleenstaande mannen met een bijstandsuitkering. Een van de uitkomsten van het onderzoek
betreft de constatering dat eenzaamheid / sociaal isolement mogelijk onvoldoende gesignaleerd
wordt door klantmanagers van WPI. Reden om dit binnen het (actie-)onderzoek verder uit te
zoeken door kennis hierover te bundelen in dit focusdocument. Het gaat er hierbij om na te gaan
(a) in hoeverre er echt sprake is van onder-signalering (b) waar dit nu aan ligt en wat er aan
gedaan kan worden.
Signaleren met de ZRM
Klantmanagers van de afdeling activering van WPI maken gebruik van de Zelfredzaamheid-Matrix
(ZRM) om het functioneren van klanten in kaart te brengen en een van de domeinen die zij hierbij
meenemen is het domein “sociaal netwerk”. Op basis van de onder beschreven indicatoren
beoordeelt een KM de “zelfredzaamheid” op het domein sociaal netwerk met een score oplopend
van 1 – acute problematiek – tot 5 – volledig zelfredzaam - .
Op het eerste gezicht lijken indicatoren vooral over het aantal contactmomenten te gaan en dus
weinig met gevoelens van eenzaamheid van doen te hebben. Maar zoals de handleiding van de
ZRM voorschrijft speelt de waardering van de kwaliteit van (steunende) contacten een belangrijke
rol in de beoordeling. “Op dit domein houd je, mogelijk nog meer dan op andere domeinen,
rekening met de beleving en waardering van de persoon. Wanneer de persoon geen behoefte
heeft aan contact met familie en voldoende zegt te hebben aan een klein aantal steunende
contacten kun je dit beoordelen als voldoende contact met familie en voldoende steunende
contacten” (Handleiding ZRM 2017; p36).
DOMEIN 1 Acute
problematiek
2 Niet
zelfredzaam
3 Beperkt
zelfredzaam
4 Voldoende
zelfredzaam
5 Volledig
zelfredzaam
Sociaal
netwerk
• ernstig sociaal
isolement
• geen contact
met familie
• geen
steunende
contacten of
alleen
belemmerende
contacten
• weinig contact
met familie
• nauwelijks
steunende
contacten
• veel
belemmerende
contacten
• enig contact met
familie
• enkele steunende
contacten
• weinig
belemmerende
contacten
• voldoende contact
met familie
• voldoende
steunende
contacten
• nauwelijks
belemmerende
contacten
• gezond sociaal
netwerk
• veel steunende
contacten
• geen
belemmerende
contacten
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
40
Berend de Groote 2018
Algemeen beeld op basis van ZRM cijfers: sociaal netwerk
Slechts 5% van Amsterdammers met een bijstandsuitkering en een grote afstand tot de
arbeidsmarkt scoort een 1 “acute problematiek” of een 2 “niet zelfredzaam” op het domein sociaal
netwerk uit de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM). We weten uit onderzoek dat het percentage
mensen dat kampt met (ernstige) eenzaamheidsgevoelens of sociaal isolement hoger zou moeten
liggen binnen deze kwetsbare groep. Zo blijkt uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor (AGM,
2016) dat naar schatting 13% van de volwassen Amsterdammers zich ernstig eenzaam voelt.
Amsterdammers zonder betaald werk worden hierbij als risicogroep aangemerkt: 22% voelt zich
ernstig eenzaam.
In project Mankracht (2012) werd het percentage alleenstaande mannen met een
bijstandsuitkering die zich eenzaam voelt en die over een (zeer) klein sociaal netwerk beschikt
geschat op 42%.
Vergeleken met deze schattingen, lijken onderstaande cijfers op basis van de ZRM een nogal
rooskleuring beeld te geven van de situatie op het leefdomein sociaal netwerk: slechts 5% van de
kwetsbare populatie laat een problematische score (1 of 2) zien op betreffend domein.
2.1 Vergelijking ZRM scores sociaal netwerk en scores
gestandaardiseerde vragenlijsten
Project meer mankracht
Binnen project mankracht is bij 274 alleenstaande mannen met een bijstandsuitkering op meerder
momenten een gestandaardiseerde vragenlijst afgenomen om eenzaamheid te meten (verkorte
versie De Jong-Gierveld) in combinatie met een vraag over de grootte van het sociale netwerk. Bij
ongeveer de helft van deze mannen (n=132) is op een later moment ook een ZRM ingevuld.
Uit het onderzoek blijkt de combinatie van (a) gevoelens van eenzaamheid en (b) een klein sociaal
netwerk in de meeste gevallen chronisch: 2/3 deel van de mannen die op het ene moment
eenzaam en alleen zijn, zijn dit anderhalf jaar later nog steeds. 27% van de mannen bevond zich in
een chronisch sociaal isolement: zij voelden zich eenzaam en hadden een relatief klein sociaal
netwerk op zowel t0 als t1. 22% bleek blijvend weerbaar: zij voelden zich sociaal verbonden en
hadden beschikking over een relatief groot sociaal netwerk op t0 en t1.
Tabel 1: ZRM scores op het domein sociaal netwerk voor drie populaties
% WPI activering
(n=16.241)
% Mankracht
(n=132)
% experiment “uit de
schaduw van
eenzaamheid” (n=142)
ZRM score op domein
sociaal netwerk:
1 acute problematiek 0% 0% 1%
2 niet zelfredzaam 5% 5% 18%
3 beperkt zelfredzaam 26% 31% 53%
4/5 zelfredzaam 69% 64% 28%
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
41
Berend de Groote 2018
We vinden significante samenhang tussen scores op het ZRM domein sociaal netwerk enerzijds en
scores op basis van DJG en de grootte van het sociale netwerk anderzijds. Wel valt op dat mannen
die volgens onze gestandaardiseerde vragenlijst “sociaal geïsoleerd” (combinatie vaan eenzaam
voelen en beschikken over een (zeer) klein sociaal netwerk), in de meeste gevallen toch goede
scores behalen op het ZRM domein. Zelfs mannen de aangeven geen enkel contact te hebben (6%)
scoren bijna allen (90% van de gevallen) een 3 of hoger op het ZRM domein sociaal netwerk.
Tabel 2: ZRM scores op domein sociaal netwerk voor cohort alleenstaande bijstandsgerechtigde
mannen* die tussen t0 en t1 met een vragenlijst al dan niet als chronisch geïsoleerd (eenzaam en
klein sociaal netwerk) waren aangemerkt.
1
acute
problematiek
2
niet
zelfredzaam
3
beperkt
zelfredzaam
4
voldoende
zelfredzaam
5
Volledig
zelfredzaam
totaal
Chronisch geïsoleerd
0% 13% 46% 25% 17% 100%
Blijvend weerbaar
0% 0% 7% 57% 36% 100%
Geïsoleerd t0 0% 10% 37% 37% 16% 100%
Risico t0 0% 0% 33% 52% 10% 100%
Weerbaar t0 0% 0% 15% 62% 23% 100%
Geïsoleerd t1 0% 14% 31% 39% 17% 100%
Risico t1 0% 0% 29% 58% 13% 100%
Weerbaar t1 0% 0% 12% 52% 36% 100%
*Data op basis van dataset USER g4 onderzoek “Mankracht” van Kamann en de Wit: http://www.g4-user.nl/kennisbank/mankracht-de-bijstand-een-beeld-van-de-leef-en-gezondheidssituatie-van-alleenstaande-mann
Mitsen en maren:
De vergelijking tussen ZRM scores en scores met de gestandaardiseerde vragenlijsten is niet
helemaal zuiver aangezien deze niet op dezelfde tijd zijn afgenomen. Soms zit er wel een jaar tijd
tussen moment van afnemen van de ZRM en afnemen van de vragenlijsten.
Verder wordt het domein sociaal netwerk ingevuld aan de hand van aanvullende indicatoren die
niet in de vragenlijsten aan bod komen. Zoals het aantal belemmerende contacten en de
uitsplitsing naar contacten met familie / overig.
Uit de schaduw van eenzaamheid
In experiment “uit de schaduw van eenzaamheid” wordt extra aandacht gegeven aan
problematiek op gebied van sociaal netwerk, en worden trainingen gegeven aan een aantal
klantmanagers activering om problemen te herkennen en bespreken met klanten, ook werd een
tool gebruikt (De jong-Gierveld vragenlijst eenzaamheid) om de mate van eenzaamheid te
bepalen onder deelnemende klanten. Ook in dit onderzoek kunnen scores op de DJG lijst
vergeleken worden met de scores op het domein sociaal netwerk .
In dit onderzoek werden klanten geselecteerd waarbij eenzaamheidsproblematiek zou spelen. We
zien in tabel 1 dan ook terug dat deelnemers in het experiment relatief lager scoren op het ZRM
domein sociaal netwerk (hierop zijn zij geselecteerd). Ook uit dit onderzoek blijken ZRM scores op
het domein sociaal netwerk een rooskleuriger beeld te geven van de situatie dan op basis van
eenzaamheidsscores.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
42
Berend de Groote 2018
Mitsen en maren:
-niet gelijktijdig afgenomen
-ander construct: gevoelens van eenzaamheid spelen een beperkte rol bij het bepalen van scores
op het domein sociaal netwerk. Op basis van wat er in de handleiding ZRM 2017 staat is te
beredeneren dat als je geen 4 “voldoende steunende contacten” behoort te behalen wanneer je je
eenzaam voelt. Binnen de beschrijving van de ZRM past een score van 3 wel “goed” bij situaties
waarin een persoon eenzaam is maar wel “enige contacten” heeft met familie.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
43
Berend de Groote 2018
Peiling onder professionals WPI /
Samen DOEN
In december 2017 en januari 2018 zijn met name
klantmanagers activering van WPI en ook
medewerkers Samen DOEN getraind in de
vernieuwde ZRM 2017. Na afloop van de training
vulden 195 professionals een evaluatieformulier
in waarin onder anderen werd gevraagd hoeveel
moeite zij hebben me het signaleren van
problemen op het gebied van (1) sociaal
isolement / eenzaamheid (2) geestelijke
gezondheid (3) Middelengebruik (4) lichamelijke
gezondheid
Helft vindt signaleren niet gemakkelijk
We zien dat de helft van de professionals
aangeeft gemakkelijk problemen te signaleren
op het gebied van sociaal isolement/eenzaamheid.
Gemakkelijkst vinden professionals van WPI (en
samen DOEN) het om problemen op het gebied van lichamelijke gezondheid te signaleren.
Moeilijkst om problemen op het gebied van middelengebruik te signaleren. Signaleren van
geestelijke gezondheidsproblemen wordt vaker gemakkelijk gevonden dan signaleren van
isolement / eenzaamheid, maar moeilijker dan signaleren van lichamelijke
gezondheidsproblemen.
Signaleren wordt ook niet altijd als taak gezien
Tijdens een aantal trainingen is hierover gesproken met deelnemers. Uit deze groepsgesprekken
kwam naar voren dat het niet alleen moeilijk is hier op de juiste manier over te
praten en zo isolement te signaleren , ook kwam naar voren dat een groep
professionals het niet als zijn/haar taak opvat dit soort zaken uit te vragen / te
signaleren. Dan klonk het: “Ik ben geen psychiater!”. Of: “Ik ben geen
maatschappelijk werker!”. Er is bij een deel wel behoefte aan handvatten om
beter te signaleren, maar bij een deel dus ook niet.
Concluderend
De peiling onder professionals van WPI laat zien dat er ruimte ligt om signalering van problemen
op het gebied van isolement/eenzaamheid te verbeteren. Hier is reden toe: de helft vindt dit niet
gemakkelijk. Uit gesprekken blijkt hier ook animo voor. Cijfers ondersteunen de gedachte dat
ZRM scores op het domein sociaal netwerk een onderschatting van de werkelijke problemen op dit
domein vormen doordat (a) KM’s het relatief moeilijk vinden problemen op dit gebied te
signaleren en (b) het niet altijd tot hun taak vinden behoren dit uit te vragen1
Oplossingen liggen op het vlak van (a) aanbieden van (e-) trainingen hoe over isolement/eenzaamheid
te praten en hoe dit te signaleren (b) aandacht voor de vraag: is dit “de taak” van een KM?
1 Methodiek van de ZRM werkt zo dat een wanneer geen “bewijs” van een probleem wordt gevonden, deze niet
bestaat en dus de maximale score wordt toebedeeld. Niet uitvragen van een domein omdat je vindt dat dit niet tot
je taak behoort maar deze wel invullen –omdat dat dan weer wel “moet” – leidt tot een maximale score en dus te
rooskleurig beeld.
Figuur 1. Peiling dec 2017 onder 195 Amsterdamse professionals die
werken met de ZRM.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
44
Berend de Groote 2018
Maatschappelijke participatie geen garantie voor sociale
verbondenheid Een van de veronderstelling van project meer mankracht was dat maatschappelijke participatie
niet per definitie sociale verbondenheid bevordert. Hier is meer voor nodig.
Onderstaand figuur laat duidelijk zien dat een substantieel deel van bijstandsgerechtigden -in dit
geval alleenstaande mannen – die participeert in vrijwilligerswerk, verenigingen of verlenen van
mantelzorg zich eenzaam voelt of een beperkt sociaal netwerk heeft om zich op te beroepen.
Maatschappelijke participatie vormt dus geen garantie voor sociale verbondenheid.
Cijfers en observaties tijdens onderzoek meer mankracht suggereren dat het onderscheid tussen
maatschappelijke participatie en sociale verbondenheid door professionals lang niet altijd
gemaakt wordt. Probeer je in een interview te praten over wat het aanbod is op het gebied van het
bevorderen van sociale verbinding, dan wordt er in de regel gepraat over “participatie”. Mogelijk,
omdat het “aanbod” met name bestaat uit “participatie”. Als we kijken hoe ZRM scores op het
domein “maatschappelijke participatie” samenhangt met scores op het domein “sociaal netwerk”,
dan suggereert dit dat professionals ten onrechte veronderstellen dat wanneer iemand “meedoet”
in bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, dat deze persoon zich dan per definitie ook sociaal verbonden
voelt.
Klanten (n=16.241) van WPI activering die hoog (>3) scoren op het ZRM domein
maatschappelijke participatie, scoren namelijk NOOIT een 1 of 2 op het domein sociaal
netwerkt en krijgen zelden (10%) een score van 3.
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
45
Berend de Groote 2018
Andersom geldt dit niet zozeer. Van klanten die een 4 of 5 scoren op sociaal netwerk, scoort maar
ongeveer de helft ook een 4 of 5 op maatschappelijke participatie.
Dit ziet u terug in onderstaande figuren.
Figuur 2. Klanten van wpi activering (n=16.242) die een 4 of 5 scoren op het ZRM maatschappelijke
participatie scoren bijna altijd ook ook een 4 of 5 op het ZRM domein sociaal netwerk.
Figuur 3. Klanten van wpi activering (n=16.242) die een 4 of 5 scoren op het domeins sociaal netwerk
scoren lang niet altijd ook een 4 of 5 op het ZRM domein maatschappelijke participatie.
Eerder afgebeeld sheet bleek van belang om op bijeenkomsten met professionals duidelijk te
maken dat maatschappelijke participatie en sociale verbondenheid verschillende zaken zijn en dat
het absoluut niet zo is dat mensen die “werken”, niet eenzaam of geïsoleerd zijn. Het helpt wel,
maar “meedoen” op zich garandeert geen sociale verbondenheid.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
score 1/2 score 3 score 4/5
Wat is score op SOCIAAL NETWERK (SOC)
per score op MAATSCHAPPELIJKE
PARTICIPATIE (MAP)?
score 1/2 score 3 score 4/5
0%
20%
40%
60%
80%
100%
score 1/2 score 3 score 4/5
Wat is ZRM score op PARTICIPATIE per
score op SOCIAAL NETWERK?
score 1/2 score 3 score 4/5
Uit de Schaduw van de Eenzaamheid
46
Berend de Groote 2018
Bijlage 8: Financiële verantwoording
Omschrijving Bedrag
Kosten projectleider (0,5 fte x 6 maanden)
in het oorspronkelijke plan was inzet van projectmedewerkers (lees twee
klantmanagers) en een administratieve kracht begroot: vanwege tussentijdse
bijstelling van de opzet is het project op de inzet van de projectleiding na, binnen
formatie uitgevoerd.
€ 20.000,-
Kosten locatiehuur (inclusief consumpties) (11x € 150,-)
Voor wekelijkse verdiepingssessies (9x) en trainingen (2x) zijn locaties gehuurd
inclusief thee/koffie en een drankje achteraf.
€ 1.650,-
Kosten inhuren sprekers
Voor de wekelijkse verdiepingssessies zijn gastsprekers uitgenodigd; sommigen
van hen was een honorarium verschuldigd ( Jenny Gierveld, Theo van Tilburg,
HVA.)
€ 1.250,-
Kosten training AKAD (15x € 350,-)
Klantmanagers werden getraind systematiek casuïstiekbespreking met partners
Wijkzorgnetwerk
€ 5.190,90
Kosten training “Signaleringswijzer” (800 + 640)
Verdiepingstraining (verzorgd door Arkin/InGeest) op het herkennen en
bespreken van psychische problematiek.
€ 1.440,-
Onvoorzien (oa. parkeerkosten ed.)
Binnen deze post worden oa. parkeerkosten , bloemetjes ed. gedeclareerd voor
deelnemers die op vrijwillige basis een bijdrage aan het project leveren.
€ 500,-
Totaal € 30.030,90