Aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018 - wrg.be verkiezingen.pdf · wensen en...

34
1 Aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018 Met de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 in het vooruitzicht, treffen veel lokale ouderenraden de nodige voorbereidingen. Ze willen klaarstaan met actiepunten voor de komende beleidsperiode. In 2018 zijn maar liefst 32,66% van de kiezers 60-plussers. Het is dus belangrijk om de noden, wensen en aandachtspunten van ouderen kenbaar te maken aan de toekomstige beleidsmakers. Je ouderenraad kan een belangrijke bijdrage leveren door een memorandum (prioriteitenlijst) voor het lokale ouderenbeleid op te maken. Actiepunten die in het memorandum van je lokale ouderenraad staan, kunnen beleidsmakers opnemen in partijprogramma’s, in verkiezingscampagnes … In 2019 wordt in elke gemeente een nieuw meerjarenplan geschreven dat de krijtlijnen vastlegt voor de komende beleidsperiode. Zorg er met je ouderenraad voor dat de aandachtspunten van ouderen ingang vinden in deze meerjarenplanning. In het kader van Vlaamse Ouderenraad Lokaal werkte de Vlaamse Ouderenraad in samenwerking met de Wakkere Burger en de omas More Hogeschool enkele instrumenten uit om, samen met je lokale ouderenraad, op weg te gaan naar een sterk lokaal memorandum. Ondersteuningspakket gemeenteraadsverkiezingen 2018: - Vorming ‘aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018’, voor regionale ouderenover- legplatformen en regionale afdelingen van verenigingen voor hun vertegenwoordigers in ouderenraden. - Handleiding met een zesstappenplan voor de opmaak van een memorandum van je lokale ouderenraad. Bij de handleiding hoort een werkvormengids. - Memorandum van de Vlaamse Ouderenraad, die je lokale ouderenraad kan inspireren bij het opmaken van het lokale memorandum.

Transcript of Aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018 - wrg.be verkiezingen.pdf · wensen en...

1

Aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018

Met de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 in het vooruitzicht, treffen veel lokale ouderenraden de nodige voorbereidingen. Ze willen klaarstaan met actiepunten voor de komende beleidsperiode.

In 2018 zijn maar liefst 32,66% van de kiezers 60-plussers. Het is dus belangrijk om de noden, wensen en aandachtspunten van ouderen kenbaar te maken aan de toekomstige beleidsmakers. Je ouderenraad kan een belangrijke bijdrage leveren door een memorandum (prioriteitenlijst) voor het lokale ouderenbeleid op te maken.

Actiepunten die in het memorandum van je lokale ouderenraad staan, kunnen beleidsmakers opnemen in partijprogramma’s, in verkiezingscampagnes … In 2019 wordt in elke gemeente een nieuw meerjarenplan geschreven dat de krijtlijnen vastlegt voor de komende beleidsperiode. Zorg er met je ouderenraad voor dat de aandachtspunten van ouderen ingang vinden in deze meerjarenplanning.

In het kader van Vlaamse Ouderenraad ∙ Lokaal werkte de Vlaamse Ouderenraad in samenwerking met de Wakkere Burger en de Thomas More Hogeschool enkele instrumenten uit om, samen met je lokale ouderenraad, op weg te gaan naar een sterk lokaal memorandum.

Ondersteuningspakket gemeenteraadsverkiezingen 2018:

- Vorming ‘aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018’, voor regionale ouderenover-legplatformen en regionale afdelingen van verenigingen voor hun vertegenwoordigers in ouderenraden.

- Handleiding met een zesstappenplan voor de opmaak van een memorandum van je lokale ouderenraad. Bij de handleiding hoort een werkvormengids.

- Memorandum van de Vlaamse Ouderenraad, die je lokale ouderenraad kan inspireren bij het opmaken van het lokale memorandum.

2

3

Handleiding

In zes stappen naar een memorandum van je lokale ouderenraad

4

Inhoudsdopgave

Inleiding 5

1. Wat is een memorandum? 51.1 Definitie 51.2 Wat is een G.O.E.D. memorandum? 51.1.1 Gedragen 61.1.2 Onderbouwd 61.1.3 Ertoe doen: zinvolheid – geloofwaardigheid 61.1.4 Doenbaar 6

2. Een stapsgewijze aanpak 72.1 Stap 1: Timing 82.2 Stap 2: Informatie verzamelen 82.3 Stap 3: Prioriteiten bepalen 112.4 Stap 4: Opmaak van het memorandum (= de prioriteitennota) 112.5 Stap 5: Bekendmaking 132.6 Stap 6: Opvolging 13

Werkvormengids 15Werkvorm 1: Checklist leeftijdsvriendelijke gemeente 16Werkvorm 2: Memorandum Vlaamse Ouderenraad 27Werkvorm 3: Ouderenbehoefteonderzoek 28Werkvorm 4: Debat 29Werkvorm 5: Ideeënbus 31Werkvorm 6: Enquête 31Werkvorm 7: Post-it oefening 32Werkvorm 8: Iedereen Burgemeester 32

Bronnen 33

5

INLEIDINGVia een memorandum van je lokale ouderenraad kan je prioriteiten voor het lokaal ouderenbeleid aankaarten bij de toekomstige beleidsmakers in de gemeente, met als intentie positieve veranderingen in het beleid op gang te brengen. In aanloop naar gemeenteraadsverkiezingen hebben toekomstige beleidsmakers immers veel aandacht voor onderwerpen die hen na de verkiezingen kunnen helpen juiste beleidskeuzes te maken.

Deze handleiding gaat dieper in op het proces om tot een sterk memorandum van je lokale ouderenraad te komen. Bij wijze van inleiding begint deze handleiding met een omschrijving van wat een ‘memorandum’ eigenlijk is. Vervolgens komen kort enkele criteria aan bod waaraan een goed memorandum moet voldoen. Ten slotte volgt een stappenplan om de ontwikkeling van een memorandum methodisch aan te pakken.

Het is belangrijk dat ouderen zelf de voorstellen aanreiken. Het zijn immers hun noden en behoeften die het voorwerp van het memorandum zullen worden. Daarvoor kan je met je ouderenraad verschillende werkvormen gebruiken. De werkvormen bespreken we uitvoerig in de werkvormengids, die bij deze handleiding hoort.

Deze handleiding is in eerste instantie gericht op lokale ouderenraden. Vanuit hun expertise kunnen ze een trekkersrol opnemen bij de opmaak van het memorandum met voorstellen voor het lokale ouderenbeleid. Ongetwijfeld kunnen ook anderen nuttig gebruik maken van deze handleiding.

1. Wat is een memorandum?

1.1 Definitie

Laten we eerst duidelijkheid scheppen waarover we het hebben als we spreken over een memorandum. We starten met een definitie:

Een memorandum (of prioriteitennota) is een tekst waarin een groep burgers, voorafgaand aan de (lokale) verkiezingen, aan (lokale) politieke partijen een aantal thema’s voorstelt met de vraag om die thema’s als beleidsopties of concrete maatregelen een plaats te geven in de verkiezingsprogramma’s. De voorgestelde thema’s zijn een vertaling van de behoeften en wensen van een bepaalde groep burgers.

Een memorandum stelt de noden en behoeften scherp voor. Een memorandum over het ouderenbeleid brengt concrete voorstellen aan van ouderen. Het is aan politici en beleidsmakers om te beslissen in welke mate ze aan die vragen tegemoet willen komen. Als de timing het toelaat kan je ouderenraad de prioriteitennota in aanloop naar de verkiezingen aan de partijen bezorgen, zodat ze nog punten kunnen opnemen in hun verkiezingsprogramma’s. Maar ook na de verkiezingen kan het memorandum dienen als basis voor de voorstellen over het ouderenbeleid in het meerjarenplan van je gemeente.

1.2 Wat is een G.O.E.D. memorandum?

Een G.O.E.D. memorandum maken is de boodschap! GOED is hier een letterwoord dat staat voor: gedragen, onderbouwd, ertoe doen en doenbaar. We verduidelijken de verschillende elementen hieronder.

6

1.1.1 Gedragen

Hoe groter het aantal betrokkenen, hoe groter het draagvlak en des te sterker kan het memorandum zijn. Allereerst bestaat de uitdaging erin om ouderen te betrekken bij de ontwikkeling van een memorandum. Daarnaast is het zinvol om ook andere sectoren (bijvoorbeeld jeugd, milieu, cultuur ...) te betrekken. Wanneer ouderen samen met andere sectoren een belang delen, ontstaan kansen om elkaar te versterken. Om een breed draagvlak te creëren is het bijgevolg noodzakelijk om de achterban daadwerkelijk te laten participeren aan de opmaak van het memorandum. De groep ouderen is zeer divers op verschillende vlakken, waaronder leefsituatie, wonen, leeftijd… Het is de opdracht van de ouderenraad om een brede waaier aan standpunten voor ouderen aan bod te laten komen.

1.1.2 Onderbouwd

In een memorandum is het belangrijk dat de argumenten of het advies goed onderbouwd zijn met argumenten, feiten en cijfers. Op die manier wint het memorandum aan overtuigingskracht. Relevante verwijzingen naar of voorbeelden uit de realiteit maken een memorandum sterker. Het biedt ook een meerwaarde als je kan verwijzen naar je bronnen.Voor het memorandum kan je ouderenraad een beroep doen op bestaande informatie, zoals:

• een omgevingsanalyse;• informatie over goede bestaande praktijken;• vroegere memoranda;• verkiezingsbeloften;• een beleidsplan;• resultaten van ouderenbehoefteonderzoeken of andere enquêtes;• de evaluatie van eerdere activiteiten;• informatie van intermediairen (diensten, vrijwilligers, politie en postbodes,

wijkverantwoordelijken, ouderenorganisaties en verenigingen);• afgewezen en niet-gerealiseerde voorstellen uit het verleden.

1.1.3 Ertoe doen: zinvolheid – geloofwaardigheid

Een goed memorandum doet er echt toe. De geloofwaardigheid van een memorandum is belangrijk. Daarom is een memorandum gebaseerd op actuele maatschappelijke evoluties en op de reële noden en wensen van de doelgroep. Een geloofwaardig memorandum is ook de basis voor een latere samenwerking met politici en beleidsmakers. De ouderenraad kan daarmee zijn plaats verdienen als valabele gesprekspartner. Idealiter wordt hij later ook betrokken bij de vormgeving van de beleidsplannen. De (ervarings)deskundigheid van de opstellers van een memorandum moet blijken uit zowel de vorm als de inhoud ervan. De informatieverzameling en de ontwikkeling van de tekst vragen daarom een ernstige voorbereiding, een accurate uitvoering en een kritische verwerking.

1.1.4 Doenbaar

Realistische beleidsvoorstellen hebben meer kans op slagen. Een goed memorandum doseert daarom de aanbevelingen en geeft het beleid ruimte om keuzes te kunnen maken. Overleg met andere adviesraden kan ervoor zorgen dat je ouderenraad tot sterkere beleidsvoorstellen kan komen

Het memorandum bevat heldere, concrete en realistische acties, die gelinkt zijn aan specifieke situaties. Het verwoordt de doelstellingen op een zo positief mogelijke manier. Het SMARTI-principe kan een leidraad zijn: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden en Inspirerend. Dit zijn de zes kernwoorden bij het opstellen van een memorandum.

7

2. Een stapsgewijze aanpak

We hopen je ouderenraad met het zesstappenplan en de bijhorende werkvormengids handvatten en inspiratie te geven bij het opstellen van het memorandum. Het is belangrijk dat iemand, maar liefst een stuurgroep, zowel het verkennende werk op zich neemt als de realisatie van het memorandum begeleidt. Het zesstappenplan kan een leidraad voor deze stuurgroep zijn.

Je ouderenraad kan dit stappenplan flexibel gebruiken. Kies gerust de tips en werkvormen uit die je lokale ouderenraad het best liggen. Elk proces om tot een memorandum te komen is immers uniek!

Het zesstappenplan

TimingBeslis over het moment waarop je ouderenraad klaar wil staan met zijn vragen en aanbevelingen. Is dat lang voor de verkiezingen om zo ‘inspiratie’ te leveren voor de programma’s van de lokale politieke partijen? Of kiest de raad om pas tegen 2019 klaar te staan, bij de opmaak van het nieuwe beleidsplan?

Informatie verzamelenVoor een sterk memorandum dient je ouderenraad de juiste informatie te verzamelen. Je ouderenraad kan hierbij feitelijke info verzamelen, en ook concrete voorstellen en suggesties vanuit de ouderen. Hierbij dient je ouderenraad de ouderen zelf te bevragen en te betrekken. In functie van de mogelijkheden en middelen zijn er verschillende werkvormen beschikbaar.

Prioriteiten bepalenUit de informatieverzameling kunnen vele noden en wensen aan het licht komen. Het is belangrijk om realistische verwachtingen te formuleren in een memorandum. Daarom is het nodig om uit het geheel van mogelijke thema’s een aantal prioriteiten te bepalen.

Opmaak van de prioriteitennota (of memorandum)Om te zorgen dat je memorandum zo overtuigend mogelijk is, dient je ouderenraad aandacht te hebben voor de wijze waarop het wordt opgesteld. Dat wil zeggen dat je bij het uitschrijven van de tekst rekening houdt met bepaalde aandachtspunten zodat die zijn functie als communicatiemiddel kan vervullen.

BekendmakingDe manier waarop het memorandum aan de politieke partijen of aan de coalitie wordt bezorgd, doet er ook toe. Ook hier zijn er verschillende mogelijkheden.

OpvolgingHet kan zinvol zijn om op te volgen wat er met de punten of thema’s uit het memorandum gebeurt. Ten slotte is het ook belangrijk om bij de evaluatie van het beleid te beschikken over de accurate informatie van wat gerealiseerd werd en wat nog niet.

STAP 1

STAP 2

STAP 3

STAP 4

STAP 5

STAP 6

8

Hieronder gaan we dieper in op elke stap:

2.1 Timing

Vooraleer je ouderenraad van start gaat met het memorandum moet de timing bepaald worden. Wil je ouderenraad nog greep krijgen op de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen, dan moet hij vroeg beginnen, minstens anderhalf jaar voor de verkiezingen. Of kiest je raad om rond de verkiezingen het memorandum klaar te hebben, zodat punten nog mee opgenomen kunnen worden in de verkiezingscampagnes? Of kiest je raad om pas tegen 2019 klaar te staan, bij de opmaak van het nieuwe beleidsplan?

Maak met je ouderenraad een keuze en maak met oog op dat moment een haalbare planning op: voorzie tijd voor alle noodzakelijke tussenstappen.

2.2 Informatie verzamelen

Het is de ideale gelegenheid voor de ouderenraad om breed informatie te verzamelen. Betrek in deze fase van gegevensverzameling ook zo veel mogelijk de ouderen uit de gemeente.

2.2.1 Waar kan je lokale ouderenraad inspiratie halen om zijn lokaal ouderenbeleid in kaart te brengen?

Die informatie vindt je ouderenraad onder andere in bestaand materiaal: in adviezen en verslagen uit de voorbije werkjaren, in het bestaande meerjarenplan, in studies en boekjes van verenigingen … Maar alleen een terugblik is niet voldoende: kijk ook naar cijfers over nieuwe trends zoals, bijvoorbeeld de bevolkingsevolutie of de deelname aan sociaal-culturele activiteiten in je gemeente.

Volgende werkvormen geven je enkele handvaten om het lokaal beleid in kaart te brengen:

Checklist leeftijdsvriendelijke gemeentenVia acht domeinen krijgt je lokale ouderenraad een beeld van de gemeente op het vlak van leeftijdsvriendelijkheid. Je ouderenraad kan met deze checklist op pad gaan in de gemeente. Het is nuttig om op de checklist voorbeelden te noteren van wat je vaststelt.

Memorandum Vlaamse OuderenraadHet memorandum van de Vlaamse Ouderenraad voor 2018 wil in eerste instantie de politieke partijen een overzicht geven van welke thema’s binnen het lokaal beleid belangrijk zijn voor ouderen. Het memorandum geeft uitdagingen en aandachtspunten aan voor de uitbouw van een leeftijdsvriendelijke gemeente.

Het memorandum is als volgt opgebouwd:• Grote domeinen worden samengevat onder een algemene slogan.• Binnen elk domein worden vier à zes korte actiepunten geformuleerd.

Verder is er ook een meer uitgebreide versie van het memorandum met extra duiding, argumenten en doorverwijzing voor wie meer wil weten.

Het memorandum van de Vlaamse Ouderenraad kan inspiratie bieden en vertrekpunt zijn bij het schrijven van een memorandum van je ouderenraad. Je kan de actiepunten concretiseren en aanpassen aan je eigen gemeentelijke context.

STAP 1

STAP 2

9

OuderenbehoefteonderzoekenVia de Vrije Universiteit Brussel (VUB) kan je gemeente een ouderenbehoefteonderzoek aanvragen. Een stuurgroep van de gemeente werkt dit verder uit, samen met een onderzoeker van de VUB. Het doel van dit onderzoek is de leefsituatie en behoeften van thuiswonende 60-plussers op lokaal niveau in kaart te brengen. De resultaten van het onderzoek staan in functie van de ondersteuning van het lokaal ouderenbeleid.

In heel wat gemeenten is in het verleden al een ouderenbehoefteonderzoek uitgevoerd, dus ga zeker eens na of er voor jouw gemeente al een rapport beschikbaar is.

Deze werkvormen zijn verder uitgediept in de werkvormengids die bij deze handleiding hoort.

2.2.2 Wie kan je lokale ouderenraad betrekken om informatie te verzamelen voor een memorandum?

Om relevante informatie te bekomen die de basis moet vormen van een memorandum, is contact met een zo groot mogelijke groep van ouderen essentieel. Dat contact gebeurt liefst en zo veel mogelijk rechtstreeks met hen. Dat is niet altijd mogelijk. Daarom is het ook nodig om bij professionals of naasten, dus onrechtstreeks, informatie te verzamelen over wat leeft bij ouderen die zelf niet te contacteren zijn.

Contact leggen met verenigingenJe ouderenraad kan al een groot deel van de doelgroep bereiken door de verenigingen aan te spreken. In vele ouderenraden zijn de verenigingen ook vertegenwoordigd in de raad zelf. De bijdrage van de verenigingen is essentieel om tot een breder draagvlak te komen. Ze kunnen immers grote aantallen leden bereiken. De verenigingen hebben doorgaans verschillende manieren om na te gaan wat er leeft bij hun leden, bijvoorbeeld via maandelijks huisbezoek door hun vrijwilligers, via de regelmatige bijeenkomsten en activiteiten of via hun informatieblad. Maak je vraag aan de verenigingen zo concreet mogelijk, zodat ze weten wat er precies van hen verwacht wordt.

Contact leggen met niet-georganiseerde ouderenOm ouderen te bereiken die geen lid zijn van een vereniging is het noodzakelijk om gebruik te maken van andere communicatiemiddelen, zoals flyers, affiches, artikelen … Je ouderenraad kan niet-georganiseerde ouderen ook persoonlijk benaderen, maar dat vraagt natuurlijk veel inspanning en is daarom praktisch vaak niet mogelijk. Alternatieven hiervoor zijn:

• Infosessies geven aan diensten die persoonlijk contact hebben met de ouderen zodat die de informatie doorgeven aan de ouderen.

- Huisarts, diensten aan huis van het OCMW, thuisverpleging … die op hun beurt de flyer en informatie bezorgen aan de oudere;

• Persoonlijke brieven versturen met vraag tot deelname aan bijvoorbeeld een enquête;• Een gezamenlijk moment organiseren in een lokaal dienstencentrum waar ook ouderen die

niet in een vereniging zitten aan kunnen deelnemen en hun inbreng in kunnen doen;• Het meest verregaand, maar ook het meest veeleisend, is het huisbezoek. Sommige

ouderenraden beschikken over vrijwilligers die ouderen systematisch bezoeken na hun 75ste of 80ste verjaardag. Dergelijke contacten kunnen helpen om relevante informatie over noden en wensen in te winnen.

10

Contact leggen met professionals in het werkveldProfessionals kunnen ook betrokkenen worden omdat zij contact hebben met de doelgroep. Daarom is het zinvol om hen persoonlijk aan te spreken om informatie aan te dragen. Denk hierbij zeker aan de ouderenconsulent van de eigen gemeente! Andere mogelijkheden zijn: maatschappelijk werkers, thuisverpleegkundigen, medewerkers uit de thuiszorg, huisartsen, …

2.2.3 Hoe kan je ouderenraad de informatieverzameling op een creatieve manier aanpakken?

Uiteraard kan je ouderenraad op verschillende manieren achterhalen wat de doelgroep belangrijk vindt. Dat hangt af van de grootte van de gemeente, van de middelen en mensen waarover je kan beschikken, van de ervaringen die je al hebt met werkvormen … Het komt er dus op aan om voor de eigen situatie te bekijken welke werkvorm het meest geschikt is. Hieronder bespreken we een aantal mogelijkheden.

DebatHet debat heeft als doel om via rechtstreeks contact met de ouderen de thema’s van het memorandum te bepalen. Typisch aan een debat is dat de deelnemers van mening kunnen verschillen en daarvoor argumenten kunnen aandragen.

Voor elke vorm van debat zijn een deskundige gespreksleider en een notulist nodig, een geschikte accommodatie en een aantal technische hulpmiddelen zoals de mogelijkheid tot projecteren, schrijfgerief en flip-over.

De vorm van het debat is afhankelijk van de omstandigheden, de beschikbare middelen en mensen, en het aantal deelnemers. We gaan in op het stellingendebat, de thematische discussie, het politiek debat en het multidisciplinair overleg.

• Het stellingendebat: een stellingendebat is een publieke discussie. De deelnemers krijgen een aantal stellingen voorgelegd. Aan de hand daarvan hebben ze de kans om hun mening te formuleren.

• De thematische discussie: een thema wordt grondig uitgediept om vervolgens tot beleidsaanbevelingen te komen. De thema’s voor de discussie worden liefst vooraf bepaald, bijvoorbeeld door de ouderenraad. De ouderenraad kan zich daarvoor baseren op bijvoorbeeld een enquête, een behoefteonderzoek of de thema’s van de checklist leeftijdsvriendelijke gemeente.

• Het politiek debat: een publieke discussie tussen de doelgroep en vertegenwoordigers van politieke partijen en/of beleidsmensen.

• Het multidisciplinair overleg: dit is een vorm van informatiegaring waarbij professionals die met ouderen werken het woord voeren en dus niet de ouderen zelf. Meer dan het debat staat hier het overleg centraal om zo aan mogelijke informatie te komen.

IdeeënbusDe ideeënbus is een eenvoudige manier om veel informatie en meningen te verzamelen. Je ouderenraad dient de ouderen goed te informeren over het doel van de ideeënbus. Na afloop kan je de informatie inventariseren.

EnquêteVia een vragenlijst kan je de mening van ouderen achterhalen.

Deze creatieve werkvormen zijn ook verder uitgediept in de werkvormengids.

11

2.3 Prioriteiten bepalen

De inventaris van uitdagingen en voorstellen zou wel eens erg lang kunnen zijn. Een te lange wensenlijst zou niet geloofwaardig overkomen. Er is dus nood aan een tussenstap waarbij keuzes gemaakt worden over de meest dringende en belangrijke werkpunten en over de beste oplossingen voor deze kwesties.

Eens de prioriteiten bepaald zijn, kan de stuurgroep, mogelijk aangevuld met buitenstaanders of deskundigen, de topprioriteiten dan verder uitwerken. Eventueel kan een langere lijst met kleinere, minder belangrijke opmerkingen als bijlage worden gevoegd of op een andere manier aan het gemeentebestuur worden bezorgd.

Post-it oefeningEen handige werkwijze om prioriteiten te bepalen is de post-it oefening, waarbij je ouderenraad eerst in kleine groepen zoekt naar de raakvlakken tussen de ideeën. De meest geciteerde ideeën worden op post-its geschreven, die daarna geclusterd worden. Ieder kan groene bolletjes hangen bij de ideeën waar hij achter staat en rode bolletjes bij de ideeën waar hij niet achter staat. Nadien volgt een groepsgesprek om argumenten voor de keuzes aan te halen.

De post-it oefening wordt verder uitgelegd in de werkvormengids.

2.4 Opmaak van het memorandum (= de prioriteitennota)

De kwaliteit van de tekst, zowel vorm als inhoud, bepaalt in belangrijke mate het succes ervan. Door een goed memorandum uit te schrijven, kan je ouderenraad aandachtspunten voor het ouderenbeleid meegeven aan de toekomstige beleidsmakers.

2.4.1 Goed gecommuniceerd

Een memorandum dient aantrekkelijk, positief en overtuigend te zijn. De politieke partijen moeten na het lezen van het memorandum zin te krijgen om de aangehaalde thema’s, de voorgestelde manier van aanpak of suggesties tot uitvoering te brengen. Overtuigen gebeurt ook als de tekst een zekere bezieling uitstraalt.

Succesvolle communicatie vereist bovendien dat het memorandum van je lokale ouderenraad een duidelijke, overzichtelijke structuur heeft.

2.4.2 Structuur van een memorandum (WRG, 2012) (Taaluilen, 2014)

• Voorblad (titel, datum, logo, gemeente, contactgegevens)• Inhoudstafel• Inleiding: een korte toelichting van de bedoeling van het memorandum • Per thema:

1. De feiten/de beschrijving - Een weergave van de huidige situatie - Enkele duidelijke cijfers (niet overmatig) - De eventuele knelpunten 2. De doelstellingen en acties - Wat is wenselijk? - Op basis van feiten geef je concreet weer welke veranderingen je wil verkrijgen. - Stel opbouwende en oplossingsgerichte acties/argumenten op.

• Sluit af met een korte samenvatting van de inhoud en met een oproep tot actie.

STAP 3

STAP 4

12

Het memorandum van de Vlaamse Ouderenraad voor de gemeenteraadsverkiezingen 2018 kan een handig format bieden voor het lokaal memorandum van je ouderenraad. Onder de algemene actiepunten die in de tekst van de Vlaamse Ouderenraad staan kan je aanvullen met concrete suggesties en noden binnen deze domeinen in je eigen gemeente.

Hou goed voor ogen dat het eigen memorandum steeds dient te vertrekken vanuit de huidige lokale situatie en hierop inspeelt.

2.4.3 Aandachtspunten

Wees kernachtigDe kern van het memorandum zijn de aanbevelingen en suggesties van je lokale ouderenraad voor het toekomstige ouderenbeleid. Een prioriteitenlijst hoeft geen uitgebreid beleidsplan te zijn. Een uitgebreide gegevensverzameling of tot in de details uitgewerkte acties zijn niet echt nodig. Duidelijke krachtlijnen volstaan.

De prioriteitenlijst is bij voorkeur geen omvangrijk stuk literatuur: 5 – 10 pagina’s is meestal voldoende.

Onderscheid hoofd- en bijzakenElke hoofdzaak moet worden toegelicht zodat de lezer snel mee is met het doel en de inhoud. Het is noodzakelijk dat de lezer de achtergronden van het eigenlijke punt begrijpt. Een duidelijke situering mag niet ontbreken.

Zorg ook tekstueel voor dit onderscheid met opvallende titels en een korte samenvatting zodat iedereen snel begrijpt wat de boodschap is van je ouderenraad. Werk met puntjes zoals bij een presentatie en vermijd al te lange tekstpassages.

Formuleer onderbouwde voorstellenArgumenteer in het memorandum waarom een bepaalde zaak van belang is. Onderbouw eventuele voorstellen met wetenschappelijke bronnen, cijfergegevens (niet overmatig!), resultaten van gesprekken …

Geef het beleid de ruimte om keuzes te makenMaak duidelijk welke prioriteiten je ouderenraad voorstelt, maar laat ruimte aan politici om keuzes te maken. Formuleer algemene beleidsaanbevelingen. Eventueel kan je ouderenraad wel concrete suggesties geven.

Besteed aandacht aan een positieve sfeerZorg voor een constructieve toon en schrijfstijl. Humor of een pluim voor bepaalde realisaties zorgen voor een goede sfeer en luisterbereidheid.Een negatieve weergave of emotionele termen zorgen vaak voor weerstand waardoor de kans toeneemt dat het memorandum wordt weggelegd of genegeerd. Daarom: stel positieve en opbouwende acties voor.

Toon het draagvlak aanOm tot het memorandum te komen heeft je ouderenraad een proces doorlopen waarbij informatie breed werd verzameld. Verwijs hiernaar in je nota.

13

2.5 Bekendmaking

Aan wie maakt je ouderenraad zijn voorstellen voor de komende beleidsperiode bekend? Hoe meer ruchtbaarheid aan de prioriteitenlijst wordt gegeven, hoe meer kans op succes!

Logischerwijs worden de prioriteiten overgemaakt aan de lokale politici die in de toekomst het beleid vorm moeten geven. En dat is niet alleen de bevoegde schepen of het college. Ouderenraden bezorgen hun adviezen en voorstellen ook aan alle fracties in de gemeenteraad. Dat is niet alleen een democratisch principe en een verplichting uit het gemeentedecreet, het is ook een hefboom tot invloed. Een gemeenteraadslid puurt uit een memorandum misschien een kritische vraag aan het college. Een persoonlijke toelichting heeft hier meer impact dan enkel een mailtje.

Maar je kan ook korter op de bal spelen door de prioriteitenlijst voor de opmaak van de verkiezingsprogramma’s al aan de plaatselijke politieke partijen te bezorgen. Misschien nemen een aantal partijen enkele voorstellen over in hun programma.

Sommige raden en organisaties gaan creatief te werk bij het overhandigen van hun prioriteitenlijst. Ze maken er een opvallend evenement van. Andere raden nodigen de verschillende partijen uit voor een politiek debat: Wat denken ze van de voorstellen? Zijn er punten die zij willen realiseren? Informeer het publiek op een leuke en positieve manier over de prioriteiten van je lokale ouderenraad. Vergeet ook de eigen achterban (zoals de ouderenverenigingen …) en de andere adviesraden in de gemeente niet: zo zijn ook zij op de hoogte van jullie bezorgdheden en vragen. Ook een persconferentie is een mogelijkheid. Zo mik je zelfs op een breder publiek.

Sociale media kunnen ook een rol spelen, bijvoorbeeld Facebook. Je hoeft hierop niet het volledige memorandum te zetten, maar enkel de belangrijkste punten.

Digitaal platform ‘Iedereen Burgemeester’Vanuit de vereniging Beweging.net werd in 2017 het digitaal platform ‘Iedereen Burgemeester’ opgesteld. Het kan een idee zijn om de krachtlijnen van je memorandum hierop te posten. Surf hiervoor naar www.iedereenburgemeester.be.

In de werkvormengids wordt de werkwijze van dit digitaal platform verder besproken.

2.6 Opvolging

Voor de verkiezingen…Je ouderenraad kan de verkiezingsprogramma’s van de verschillende politieke partijen analyseren op de aanwezigheid van thema’s uit het memorandum. Indien deze voldoende aan bod komen, kan je de partij(en) bedanken voor de aandacht die ze aan het ouderenbeleid zullen geven.

Je ouderenraad kan ook voor de verkiezingen een vinger aan de pols houden wat betreft de gevoeligheden van de inwoners in je gemeente. De survey van de Gemeentemonitor van het Agentschap Binnenlands Bestuur van de Vlaamse overheid werd in 2017 verstuurd. Dit is een grootschalige bevraging van inwoners naar hun ervaring van wonen in de gemeente op vlak van allerlei indicatoren. In maart 2018 wordt hierover een rapport verwacht. De resultaten van de monitor kunnen gebruikt worden door lokale besturen om in het meerjarenplan op te nemen. Als ouderenraad kan je bepaalde resultaten als argument gebruiken om de punten uit je memorandum nog eens kracht bij te zetten.

STAP 5

STAP 6

14

Na de verkiezingen…Neem in het begin van de nieuwe beleidsperiode contact op met de bevoegde schepenen. Ga na hoe de ouderenadviesraad een inbreng kan doen tijdens de meerjarenplanning: welke timing zal gevolgd worden? Waarover kan nog gepraat worden? Welke krijtlijnen liggen al vast? Maak duidelijke werkafspraken om een aantal voorstellen te doen die een meerwaarde hebben voor het ouderenbeleid.

In de komende beleidsperiode vormt de prioriteitennota ook een goede basis voor het verdere advieswerk bij de ‘uitrol’ van het meerjarenplan. Je ouderenraad kan een aantal jaarthema’s filteren uit de prioriteitennota waaraan je gedurende een bepaalde periode extra inhoudelijke aandacht schenkt. Start bijvoorbeeld een tijdelijke werkgroep op waaraan ook geïnteresseerde buitenstaanders een bijdrage kunnen leveren.

Eens het nieuwe bestuur aan de slag is gegaan, is het nuttig om hen te blijven herinneren aan de thema’s. Ook herhaal je best nog eens het aanbod om als lokale ouderenraad mee te werken. Dat kan zowel de voorbereiding betreffen als de uitvoering van de beleidskeuzes in verband met ouderen. Ook hier zijn goede persoonlijke relaties een voorwaarde om constructief een stem te blijven hebben in het ouderenbeleid.

15

Werkvormengids bij de handleiding ‘In zes stappen naar een memorandum van

je lokale ouderenraad’

Aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018

INLEIDINGDeze werkvormengids bundelt enkele praktische instrumenten die je in de lokale ouderenraad kan toepassen bij het opstellen van een memorandum. Daarnaast kan deze gids ook voor ande-ren een nuttig instrument zijn. De werkvormen zijn ingedeeld per stap van het eerder besproken zesstappenplan.

Concrete werkvormen per stap zijn:

Timing geen concrete werkvorm

Checklist leeftijdsvriendelijke gemeente blz. 16 Memorandum Vlaamse Ouderenraad blz. 27 Ouderenbehoefteonderzoeken blz. 28 Informatieverzameling Debat (stellingendebat, thematische discussie, blz. 29 politiek debat, multidisciplinair overleg) Ideeënbus blz. 31 Enquête blz. 31

Bepalen van prioriteiten Post-it oefening blz. 32

Opmaak memorandum Memorandum Vlaamse Ouderenraad blz. 27 (prioriteitennota)

Bekendmaking Digitaal platform: ‘Iedereen Burgemeester’ blz. 32

Opvolging geen concrete werkvorm

STAP 1

STAP 2

STAP 3

STAP 4

STAP 5

STAP 6

16

Werkvorm 1: Checklist leeftijdsvriendelijke gemeenteDeze checklist is een instrument om de leeftijdsvriendelijkheid van de gemeente globaal in kaart te brengen. Aan de hand van acht domeinen wordt onderzocht in welke mate de gemeente voor ouder wordende mensen een goede plek is om te leven. Bij goed gebruik verschaft dit instrument een overzicht van de criteria waarop de gemeente al sterk scoort en op de verbeterpunten. Wanneer je op basis van de resultaten besluit om actie te ondernemen, dan zal het vaak nodig zijn om de punten van aanpak nog verder te onderzoeken.

Dit instrument kan gebruikt worden op het niveau van de gemeente, maar kan evengoed dienen om een gedeelte van een gemeente of stad in kaart te brengen, bijvoorbeeld een wijk, een parochie of een gehucht. Het is daarom nodig dat je op voorhand goed afbakent over welk gebied het onderzoek gaat.

Wat is goed gebruik? Dit instrument wordt liefst door de ouderen zelf gebruikt. Idealiter gaan mensen met enkelen samen op pad om te onderzoeken hoe ver de gemeente staat op het vlak van leeftijdsvriendelijkheid. Indien een vereniging of een ouderenraad hiermee aan de slag gaat, kan je intern afspreken welke personen welk thema onderzoeken.

Het is belangrijk dat je per thema de feitelijke situatie observeert. Je baseert je op zichtbare of controleerbare feiten en niet op veronderstellingen die je niet kan toetsen. Op basis van de observaties geef je een score. Die kan gaan van 0 tot 10. 0 betekent dat er op dat vlak niets gebeurt. Een 5 geeft aan dat er in beperkte mate al iets gebeurt, maar nog niet systematisch, enkel een aanzet. 10 betekent dat er geen verbeteringen meer mogelijk zijn. Wanneer je oordeelt dat een thema niet van toepassing of niet relevant is voor de gemeente, kan men dat onder NVT (niet van toepassing) aanduiden. Ook wanneer men over het thema geen informatie kan vinden, kan men dat aanduiden onder GI (geen informatie). NVT en GI worden niet opgenomen in de berekening van de score per thema.

Om de bruikbaarheid van het instrument te verhogen is het nuttig om bij elk thema als illustratie voorbeelden te noteren van wat je vaststelt. Die voorbeelden helpen de beleidsverantwoordelijken om concrete maatregelen te nemen.

Als meerdere mensen hetzelfde thema beoordelen is het nuttig om hun scores samen te brengen. Meerdere beoordelingen maken het resultaat natuurlijk geloofwaardiger dan wanneer slechts 1 persoon een oordeel uitbrengt.

Na de scoring van de thema’s is er ruimte voorzien om de scores samen te brengen op een globaal schema. Ook is er ruimte om suggesties aan het beleid te formuleren op basis van de vaststellingen.

Je kan een digitale versie van de checklist terugvinden op de website www.vlaamse-ouderenraad.be/lokaal/vorming

17

CHECKLIST LEEFTIJDSVRIENDELIJKE GEMEENTE Items

Het is belangrijk om je score telkens te beargumenteren met concrete voorbeelden die je gezien hebt. Die kunnen dan ook aangegrepen worden om aan de situatie iets te veranderen.

SCORE 0 – 10 0 Afwezig. Er gebeurt op dit vlak niets; als er soms wel een goed idee is, is er nog niet

begonnen aan de uitvoering.5 Rond dit thema gebeurt al wat, maar het kan nog veel beter10 Zeer goede realisatie. Het wordt moeilijk om nog beter te doen.NVT Niet van toepassingGI Geen informatie gevonden over dit thema

NVT en GI worden niet bij de scoreberekening betrokken!

1. PUBLIEKE RUIMTE EN GEBOUWEN1.1 Openbare gebouwen (gemeentelijke gebouwen, culturele centra, klinieken, dienstencentra, kerken, enz.) zijn goed toegankelijk voor oudere mensen ook als ze hulpmiddelen (vb.rollators, rolstoelen) gebruiken.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

1.2 Handelspanden zoals winkels en banken zijn goed toegankelijk voor oudere mensen ook als ze hulpmiddelen (vb. rollators, rolstoelen) gebruiken.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

1.3 Oudere mensen kunnen zich gemakkelijk en veilig bewegen op de openbare weg, ook als ze hulpmiddelen (vb. rollators, rolstoelen) gebruiken (vb. brede en veilige en gescheiden voetpaden, veilige oversteekplaatsen, geen losliggende tegels, goed onderhouden, goede verlichting, wegwijzers, rustbanken, enz. )

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

18

1.4 In de openbare ruimte is er voldoende groene ruimte beschikbaar.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

1.5 In de gemeente zijn er plaspunten en openbare toiletten beschikbaar.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Totaalscore publieke ruimte en gebouwen: som : 5 =

2. MOBILITEIT2.1 Er is openbaar vervoer aanwezig op wandelafstand van de woningen.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

2.2 Er zijn parkeermogelijkheden aan de openbare gebouwen.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

2.3 Er zijn alternatieve vervoersmiddelen voor ouderen beschikbaar ( vb. een minder mobielen centrale).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

19

2.4 Reizigersinfo aan opstapplaatsen van het openbaar vervoer is correct, leesbaar en verstaanbaar.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

2.5 Het openbaar vervoer en de opstapplaatsen zijn toegankelijk voor ouderen, ook als ze hulpmiddelen gebruiken.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

2.6 Verkeersborden en aanwijzingen zijn duidelijk.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

2.7 De wegen in de gemeente zijn goed onderhouden.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Totaalscore mobiliteit: som : 7 =

3. WONEN 3.1 In de gemeente zijn betaalbare diensten aanwezig: • voor woningonderhoud (vb. poetsdienst, tuinonderhoud, klusjesdienst) • voor zorgverlening (vb. huisarts, apotheker) • voor handel (vb. winkels, banken, enz.).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

20

3.2 Er zijn in de gemeente aangepaste en kwaliteitsvolle woonmogelijkheden voor ouderen die zelfstandig willen wonen (vb. serviceflats, assistentiewoningen, sociale huurwoningen).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

3.3 Er zijn in de gemeente aangepaste en kwaliteitsvolle woonmogelijkheden voor ouderen die gemeenschappelijk willen wonen (vb. groepswonen, kangoeroewonen, zorgwonen).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Totaalscore wonen: som: : 5 =

4. SOCIAAL-CULTURELE PARTICIPATIE

4.1 Er zijn gebouwen ter beschikking voor activiteiten voor ouderen.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

4.2 Er zijn informatiekanalen of een informatiecentrum waar ouderen zich kunnen informeren over sociale en culturele activiteiten de buurt.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

4.3 Er worden betaalbare activiteiten georganiseerd voor oudere mensen.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

21

4.4 Er worden initiatieven genomen waar ouderen de andere inwoners van de gemeente kunnen ontmoeten.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

4.5 Bij de organisatie van activiteiten heeft men oog voor diversiteit in de bevolking: jong en oud, man en vrouw, allochtoon en autochtoon, enz.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Totaalscore sociaal-culturele particpatie: som : 5 =

5. RESPECT EN SOCIALE INCLUSIE5.1 Mensen met dementie krijgen kansen om te blijven deelnemen aan het sociale leven in de gemeente.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

5.2 Mensen met zorgbehoeften of met beperkingen krijgen kansen om te blijven deelnemen aan het sociale leven in de gemeente.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

5.3 Ouderen worden minstens om de drie jaar bevraagd over hun wensen en behoeften.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

22

5.4 Eenzaamheid bij ouderen is een aandachtspunt van de gemeente.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

5.5 Er worden activiteiten georganiseerd voor ouderen die hen stimuleren om sociaal actief te blijven (vb. turnlessen, geleide wandelingen, enz.).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Totaalscore respect en sociale inclusie: som : 5 =

6. MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE EN TEWERKSTELLING6.1 Er bestaat een lokale ouderenraad in de gemeente.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

6.2 Ouderen kunnen deelnemen aan het beleid van instellingen en organisaties van en in de gemeente.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

6.3 De gemeente stimuleert het levenslang leren van ouderen (vb. cursussen, lezingen, vorming over nieuwe technologieën).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

23

6.4 Ouderen worden door de gemeente geïnformeerd over de mogelijkheden na het pensioen (vrijwilligerswerk, betaald werk, zelfstandige activiteit, enz.).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Totaalscore maatschappelijke participatie en tewerkstelling: som : 4 =

7. COMMUNICATIE EN INFORMATIE7.1 De ouderen worden voldoende geïnformeerd via de traditionele communicatiekanalen (affiches, boekjes, tijdschriften) over de activiteiten in de gemeente.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

7.2 De gemeente begeleidt ouderen in het leren omgaan met nieuwe communicatiemiddelen zoals smartphone, skype, enz.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

7.3 Er wordt moeite gedaan om ook ouderen te bereiken die een verhoogd risico lopen om geïsoleerd te geraken.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

7.4 Ouderen kunnen gebruik maken van computers in openbare gebouwen zoals de bibliotheek, of het gemeentehuis.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Totaalscore communicatie en informatie: som : 4 =

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

24

8. GEZONDHEID EN ZORG8.1 Er is voor ouderen een brede waaier aan zorg (huisartsen, verpleging, wachtdienst, thuiszorgdiensten) beschikbaar binnen een redelijke afstand.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

8.2 Er zijn in de gemeente mogelijkheden voor ouderen om aan sport te doen.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

8.3 De gemeente organiseert infomomenten over gezondheidsthema’s voor ouderen.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

8.4 Oudere mantelzorgers en vrijwilligers worden door de gemeente ondersteund in het uitvoeren van hun taken (bv. Krijgen begeleiding, vorming ,financiële steun, enz.).

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

8.5 Bewoners van woonzorgcentra en van alternatieve woonvormen (vb. assistentie-woningen) worden betrokken bij het sociale leven in de gemeente

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NVT GI

Totaalscore gezondheid en zorg: som : 5 =

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

Concrete voorbeelden

25

TOTAALBEELD

SUGGESTIES

Hier kan je suggesties ter verbetering formuleren op basis van wat je tijdens jouw onderzoek hebt vastgesteld. Wees zo concreet mogelijk.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I

I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I

I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I

I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I

I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I

I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I

I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I

I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I

Publieke ruimte en gebouwen

Mobiliteit

Wonen

Sociaal culturele participatie

Respect en sociale inclusie

Maatschappelijke participatie en tewerkstelling

Communicatie en informatie

Gezondheid en zorg

26

27

Werkvorm 2: Memorandum Vlaamse OuderenraadHet memorandum van de Vlaamse Ouderenraad wil in eerste instantie de politieke partijen een overzicht geven van welke thema’s binnen het lokaal beleid belangrijk zijn voor ouderen. Het memorandum geeft uitdagingen en aandachtspunten aan voor de uitbouw van een leeftijdsvriendelijke gemeente.

Het memorandum is als volgt opgebouwd:• Een algemene slogan per groot domeinen• Binnen elk domein 4 à 6 kort geformuleerde actiepunten (puntsgewijs)

Er is ook een uitgebreide tekst beschikbaar waaraan achtergrondinformatie, cijfergegevens en verwijzingen toegevoegd zijn.

Ook als lokale ouderenraad kan je aan de slag met het memorandum van de Vlaamse Ouderenraad: • De grote domeinen en de actiepunten kunnen je ouderenraad inspireren om een integraal

ouderenbeleid uit te werken. Je ouderenraad kan in zijn lokaal memorandum voorstellen uitwerken over de verschillende domeinen. De actiepunten kunnen je een leidraad bieden bij de verschillende thema’s waarover je informatie kan verzamelen (cfr. stap 2). Als het memorandum van je lokale ouderenraad al op punt zou staan kunnen de domeinen gebruikt worden als checklist. Zijn we geen belangrijke thema’s vergeten?

• Het memorandum kan een format bieden voor je eigen lokaal memorandum. Onder de algemene actiepunten die in de tekst van de Vlaamse Ouderenraad staan kan je aanvullen met concrete suggesties en noden binnen deze domeinen in je eigen gemeente.

In de uitgebreide tekst kunnen de algemene cijfers in het luikje ‘duiding’ je ouderenraad helpen om jullie voorstellen kracht bij te zetten. Je ouderenraad kan in zijn memorandum ook lokale cijfers opnemen.

Het memorandum van de Vlaamse Ouderenraad kan je ouderenraad op verschillende manieren inspireren. Laat je inspireren! Hou wel voor ogen dat het eigen memorandum steeds de klemtoom dient te leggen op de huidige lokale situatie en hierop inspeelt.

Het memorandum is (vanaf eind juni 2017) te downloaden via de website www.vlaamse-ouderenraad.be

28

Werkvorm 3: OuderenbehoefteonderzoekHet doel van de ouderenbehoefteonderzoeken is de leefsituatie en behoeften van thuiswonende 60-plussers op lokaal niveau in kaart brengen. De resultaten van het onderzoek staan in functie van de ondersteuning van een lokaal ouderenbeleid. Ouderenbehoefteonderzoeken kunnen over gans Vlaanderen aangevraagd worden.

Werkwijze:• Aanvraag bij de Vrije Universiteit Brussel (VUB): - via Liesbeth De Donder: 0494/13.68.68, [email protected] - via Sara Dury: 02/629.26.27

• De VUB biedt volgende ondersteuning aan: - een opleiding voor de aanvrager; - een draaiboek voor de enquêteurs; - de begeleiding van een stuurgroep in de gemeente.

• De gemeente staat in voor: - het samenstellen van een stuurgroep (bijvoorbeeld mensen uit de ouderenraad, uit het

verenigingsleven, de schepen van seniorenbeleid…); - het rekruteren van vrijwilligers: Oudere vrijwilligers spelen een centrale rol in de plan

ning, de ontwikkeling en de realisatie van het onderzoek. Zij gaan op pad bij de ouderen in de gemeente met een enquête;

- de input van de informatieverzameling in een database.

• De verwerking van de resultaten gebeurt door de VUB. Een VUB-onderzoeker geeft aan het gemeentebestuur een toelichting van 45 minuten over de resultaten. Het gemeentebestuur krijgt de mogelijkheid een rapport aan te vragen (in boekvorm) met de resultaten.

De hele cyclus van informatieverzameling tot resultatenverwerking neemt ongeveer 6 maanden tot een jaar in beslag.

Er is een kostprijs verbonden aan dit onderzoek:• Enkel de ruwe cijfers: ± 1000 euro• Onderzoek met rapportering van de resultaten: ± 4000 euro

29

Werkvorm 4: DebatMet het debat kan je in rechtstreeks contact met de doelgroep de thema’s van het memorandum bepalen. Via het debat krijgt de doelgroep een stem en wordt ze betrokken. Typisch voor een debat is dat de deelnemers van mening kunnen verschillen en daarvoor argumenten kunnen aandragen.

De vorm van het debat is afhankelijk van de omstandigheden, de beschikbare middelen en mensen, en het aantal deelnemers. We bespreken hier het stellingendebat, de thematische discussie, het politiek debat en het multidisciplinair overleg.

Voor elke vorm van debat zijn een deskundige gespreksleider en een notulist nodig, een geschikte accommodatie en een aantal technische hulpmiddelen zoals mogelijkheid tot projecteren, schrijfgerief en flip-over.

Het stellingendebatEen stellingendebat is een publieke discussie. De deelnemers krijgen een aantal stellingen voorgelegd. Aan de hand daarvan hebben ze de kans om hun mening te formuleren.

Criteria waaraan goede stellingen moeten voldoen zijn:• Het gaat over thema’s die relevant zijn voor de doelgroep: ze moeten de mensen raken. • De mensen kunnen het oneens zijn over de stellingen.• Een goede stelling is kort en eenduidig te begrijpen.• Ze prikkelt het debat.

De organisatie van een debat:• Stellingen bespreken vergt veel tijd.• Je kan op verschillende manieren een stellingendebat uitvoeren:

- Je verdeelt de deelnemers aan het debat in verschillende groepen. Iedere groep discussieert over één stelling en formuleert een conclusie of beleidsaanbeveling.

- Je kan het debat voeren met een ganse zaal. Eerst bespreken enkele mensen op het podium de stelling om de deelnemers in de zaal wat achtergrond mee te geven. Nadien kunnen mensen in de zaal ook tussenkomen en hun mening formuleren. Ten slotte kan de zaal akkoord of niet akkoord stemmen voor de stelling.

- Het is ook mogelijk een grotere groep op te splitsen in kleinere groepen die elk een stelling grondig bespreken. Per groep moeten een gespreksleider en een notulist aangeduid worden. Nadien is een plenum nodig waarin de resultaten van elke groep voorgesteld worden.

Het debat moet in elk geval eindigen met besluiten of beleidsaanbevelingen die dan de basis vormen voor een memorandum.

De thematische discussieBij een thematische discussie wordt een thema grondig uitgediept om vervolgens tot beleidsaanbevelingen te komen. De thema’s voor de discussie worden liefst vooraf bepaald, bijvoorbeeld door je ouderenraad. Je ouderenraad kan zich daarvoor baseren op bijvoorbeeld een enquête, een behoefteonderzoek of de thema’s van de checklist leeftijdsvriendelijke gemeente.

De organisatie van de discussie:• In functie van de grootte van de groep kan je de discussie in één of meer groepen voeren. Elke

groep kan één of meerdere thema’s behandelen.• Er dient vooraf duidelijk gemaakt worden dat de discussie moet leiden tot een aantal

30

aanbevelingen voor het memorandum.

• Het vertrekpunt moet een stuk informatie zijn over het thema. Die informatie kan vervolgens bediscussieerd worden via een aantal vragen.

• Indien je eerst in kleine groepen discussieert, dient er nog een plenum te volgen. Daarin moeten de resultaten van de subgroepen voorgesteld worden. Eventueel kan je via stemming een aantal prioriteiten bepalen.

Het politiek debatEen politiek debat is een publieke discussie tussen de doelgroep en vertegenwoordigers van politieke partijen en/of beleidsmensen.

Er zijn verschillende mogelijkheden om de werkvorm van het politiek debat te gebruiken:• Het debat kan gevoerd worden aan de hand van een aantal thema’s ter voorbereiding van

het memorandum. Je kan in het memorandum rekening houden met de visies van de verschillende partijen.

• Het debat kan ook gevoerd worden op basis van het uitgewerkte memorandum om de doelgroep te informeren over wat ze van de partijen kan verwachten.

• Een debat kan ook zinvol zijn met de nieuwe coalitie van beleidsmensen om nog invloed te kunnen uitoefenen op het nieuwe beleidsplan.

De organisatie van een politiek debat:• De vorm van het debat moet goed voorbereid worden. De deelnemende politici moeten goed

geïnformeerd worden over de doelstellingen van het debat en over de thema’s zodat ze zich ook grondig kunnen voorbereiden. Het debat moet hen toelaten om concrete en duidelijke standpunten te beargumenteren. De toehoorders moeten weten wat ze van hen mogen verwachten.

• Een ervaren gespreksleider is broodnodig om het gesprek te structureren.• Het moet vooraf heel duidelijk zijn wat de bedoeling is van het debat en wat er met de

resultaten zal gebeuren (Louter informatief? Basis voor memorandum? Evaluatie van het beleid? …)

• Ook dient vooraf eveneens duidelijk te zijn welke inbreng het publiek bij dit debat kan hebben. Als een discussie met het publiek mogelijk is, moet die discussie goed geleid worden om tot resultaten te komen.

• Het kan nuttig zijn dat je ouderenraad de discussie inhoudelijk voorbereidt om tot relevante vragen te komen bij de verschillende thema’s.

Het multidisciplinair overlegEen multidisciplinair overleg is een vorm van informatiegaring, waarbij professionals die met ouderen werken het woord voeren. Hier staat het debat minder centraal dan wel het overleg om tot zo een rijk mogelijke informatie te komen. Het uitgangspunt is dat deze professionals door hun contact met ouderen een goed zicht hebben op hun noden en behoeften. Het multidisciplinair overleg is onder meer zinvol om de stem van de kwetsbare ouderen aan bod te laten komen. Dit overleg kan dan ook aanvullend zijn op een debat of enquête.

Professionals die hiervoor in aanmerking komen zijn:• Ouderenconsulenten;• Maatschappelijk werkers;• Thuisverpleegkundigen;• Medewerkers uit de thuiszorg;• Personeelsleden woonzorgcentrum;• Schepen voor ouderenbeleid.

31

Het doel van dit overleg moet vooraf duidelijk zijn: vanuit de ervaringen van de professionals tot inzicht komen in de noden en behoeften van ouderen. Wanneer men deze professionals op pad stuurt met een vragenlijst of gespreksschema, dan zitten we in het spoor van de enquête die we verder bespreken.

Een valkuil kan zijn dat de situatie hier nogal eenzijdig beoordeeld wordt vanuit het standpunt van de professional en dat er te weinig wordt gekeken door de bril van de oudere.

Werkvorm 5: IdeeënbusDe ideeënbus is een eenvoudige manier om veel informatie en meningen te verzamelen. Dit is een eenvoudige én goedkope manier om burgers te bereiken en te achterhalen wat er bij hun leeft.

De organisatie van een ideeënbus:• Plaats op één of meerdere locaties, verspreid over de gemeente, een ideeënbus waarin burgers

hun ideeën, opmerkingen, ervaringen, bevindingen, … kunnen meedelen. • Mensen moeten geïnformeerd worden over volgende zaken: - het bestaan van de ideeënbus; - het nut/de functie van de ideeënbus; - waar het zich bevindt; - wat er gedaan wordt met de informatie.• Je ouderenraad dient ook met de locatie rekening te houden. Wil je bijvoorbeeld veel ouderen

bereiken, dan is het misschien handig om een ideeënbus te plaatsen bij ouderenverenigingen, evenementen waaraan ouderen deelnemen, dokters, …

• Om het gebruiksgemak te vereenvoudigen, kunnen in plaatselijke kranten invulstroken ge-plaatst worden die men kan uitknippen en opsturen.

• Het herhaaldelijk informeren van de doelgroep, liefst via verschillende kanalen, is belangrijk. Eenmalige informatie volstaat niet.

• Uiteraard moet na afloop de informatie geïnventariseerd worden zodat ze kan meegenomen worden in de ontwikkeling van een memorandum.

Werkvorm 6: EnquêteEen enquête is een onderzoek waarbij je ouderenraad via een vragenlijst de mening van een doelgroep achterhaalt.

De organisatie van een enquête:• Vooraf moet je ouderenraad het volgende goed overdenken: - Wie wordt bevraagd: ouderen zelf, mantelzorgers, professionals? - Door een schriftelijke enquête, online, of mondelinge enquêtes? - Open vragen of meerkeuzevragen? - Over welke middelen en mensen beschikt men om een enquête uit te voeren? - Wie zal de resultaten verwerken? - Hoe de doelgroep vooraf informeren over de aankomende enquête (infosessies, brieven,

…)? - Wil je de hele doelgroep bevragen of enkel een steekproef doen?• Voor de doelgroep ouderen is het zinvol om ouderenverenigingen en de woonzorgcentra in te

schakelen. Daarnaast is het van belang om ook niet-georganiseerde ouderen zo veel mogelijk te bereiken.

• Je ouderenraad kan soms ook overwegen om informatie onrechtstreeks te verkrijgen via de professionals die met ouderen werken. Dat kunnen zijn: thuisverpleging, OCMW’s, Familie

32

hulp. Ook kan je opteren om de vertegenwoordigers van ouderen en vrijwilligers te bevragen: de mantelzorgers en vrijwilligers (bijvoorbeeld van Ziekenzorg). De vragenlijst is dan be-doeld om via hen een zicht te krijgen op de noden en behoeften van ouderen.

Werkvorm 7: Post-it oefeningWerkwijze:

• Er is een persoon nodig die het geheel in goede banen leidt: de groepsleider.• Iedereen komt met zijn verlanglijstje voor het ouderenbeleid naar een gemeenschappelijke

zaal.• De aanwezigen op de vergadering worden opgedeeld in kleine groepjes. Per groepje/tafel één

verslaggever aanduiden.• In de groepjes start men een discussie over de individuele verlanglijstjes ouderenbeleid en

zoekt men de raakvlakken. Men noteert de meest geciteerde ideeën op post-its.• Deze post-its worden op een gemeenschappelijke muur gehangen. Op die muur worden wen-

sen geclusterd per thema (bijvoorbeeld. wonen, mobiliteit, cultuur,…).• Ieder kan groene bolletjes hangen bij de ideeën waar hij achter staat en rode bolletjes bij de

ideeën waar hij niet achter staat. De groepsleider begeleidt een groepsgesprek om argumen-ten achter keuzes te weten te komen.

• Niet enkel de cijfers gebruiken, ook de argumenten achter een bepaalde keuze achterhalen.• Na de post-it oefening is er nood aan een kleiner werkgroepje (per cluster/thema) om de

argumenten op papier te zetten en de onderbouw te noteren. Zo komt je ouderenraad tot een beperkt aantal actiepunten.

Werkvorm 8: Iedereen BurgemeesterMet ‘Iedereen Burgemeester’ daagt Beweging.net verenigingen, sociale organisaties en burgers uit om ideeën voor hun stad of gemeente te delen. Naast ideeën posten, kan je ook andere ideeën beoordelen en erop reageren.

Er is slechts één toetssteen voor wat verschijnt op www.iedereenburgemeester.be: kan het een idee zijn voor de toekomst van de gemeente?

Elke gemeente heeft een eigen platform. De onlineplatformen iedereenburgemeester.be staan open tot eind 2017. Vanaf begin 2018 start Beweging.net met de opmaak van gemeentelijke beleidsprogramma’s en voorstellen. Daarbij kunnen de ideeën van de onlineplatformen als inspiratie dienen voor alle organisaties die willen putten uit de toekomstideeën voor de gemeente.

Werkwijze:• Voor elke gemeente werd een website ontwikkeld.• Ga naar: www.iedereenburgemeester.be• Vul de naam van je gemeente in.• Registreer je bij je eerste bezoek. Nadien log je in met je eigen paswoord.• Op de openingspagina kan je ideeën posten, je krijgt een overzicht van ideeën die al gepost

zijn en kan je zien in hoeverre ideeën gedragen worden (aantal ‘likes’, reacties, …).• Plaats zelf nieuwe ideeën voor je gemeente. Je kan ook foto’s plaatsen.

33

Bronnen

Wij wensen je ouderenraad veel succes bij het ontwikkelen van een sterk lokaal memorandum!

Ben je aan de slag gegaan met de werkvormen uit deze handleiding en werkvormengids? Is het lokale memorandum van je ouderenraad klaar? Heb je nog vragen? Geef ons gerust een seintje via:[email protected] 02 209 34 58

34

De handleiding en werkvormengids horen bij het vormingsprogramma ‘Aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018’ in het kader van Vlaamse Ouderenraad ∙ Lokaal.

Vlaamse Ouderenraad ∙ Lokaal biedt vormingen, informatie, studiedagen en werkinstrumenten aan waarmee ouderen lokaal aan de slag kunnen gaan.

Meer info: www.vlaamse-ouderenraad.be/lokaal

Vlaamse Ouderenraad vzwKoloniënstraat 18-24 bus 7, 1000 Brussel

02 209 34 [email protected]

www.vlaamse-ouderenraad.be/lokaal