ONDERNEMINGSPLAN VOOR DOODGEWOONdood-gewoon.be/onewebmedia/Ondernemingsplan 201113.pdf · 1.2. LOGO...

15
ONDERNEMINGSPLAN VOOR DOODGEWOON INHOUD 1. Naam en logo 1.1. Naam 1.2. Logo 2. Missie 2.1. Missieomschrijving 2.2. Nadere uitwerking van de missie – krachtlijnen 3. Rechtsvorm 3.1. Huidige rechtsvorm 3.2. Eventueel toekomstige rechtsvorm 3.3. Reflectiegroep 3.4. Economische visie 4. Webstek 4.1. Webstek 4.2. Contactgegevens 4.3. Links

Transcript of ONDERNEMINGSPLAN VOOR DOODGEWOONdood-gewoon.be/onewebmedia/Ondernemingsplan 201113.pdf · 1.2. LOGO...

ONDERNEMINGSPLAN VOOR DOODGEWOON

INHOUD

1. Naam en logo

1.1. Naam

1.2. Logo

2. Missie

2.1. Missieomschrijving

2.2. Nadere uitwerking van de missie – krachtlijnen

3. Rechtsvorm

3.1. Huidige rechtsvorm

3.2. Eventueel toekomstige rechtsvorm

3.3. Reflectiegroep

3.4. Economische visie

4. Webstek

4.1. Webstek

4.2. Contactgegevens

4.3. Links

1. NAAM EN LOGO

1.1. NAAM

Als naam werd “doodgewoon” gekozen, met als baseline: “… een andere uitvaart”.

Met de naam “doodgewoon” is het niet de bedoeling de dood te bagatelliseren.

Integendeel. Hiermee wordt de dood de plaats gegeven die hij verdient: niet

naast het leven, niet als het einde van het leven, maar leven én dood als

keerzijde van elkaar, behorend tot elkaar.

Hoe levensbeschouwelijk je dit ook invult.

En doodgewoon … omdat we niet de plechtige franjes die bij een traditionele

uitvaart horen voor ogen hebben. We willen liever de spontane, gewoon uit het

leven opborrelende manier, van omgaan met “dood en verlies” de vrije gang laten

gaan.

Als baseline werd “een andere uitvaart” gekozen. Wij wensen dus een “andere

uitvaart”, aanvullend aan wat gebruikelijk is. Wij spreken geen waardeoordeel uit

over die “overige uitvaarten”, maar hebben wel gemerkt dat wie het “anders” wil,

dit niet kan binnen de bestaande krijtlijnen van de bestaande uitvaartsector.

1.2. LOGO

Volgend logo, in een ontwerp van Fien Cools, zal gebruikt worden om ons kenbaar

en herkenbaar te maken.

De keuze voor een vogel was een spontane ingeving, die na enig overleg

resulteerde tot een vogel die naar boven vliegt.

Reflectie achteraf leert ons dat dit misschien wel een onbewuste keuze was,

maar eentje met grote “archetypische waarde”1.

De vogel die omhoog vliegt staat immers in alle tijden en in alle culturen symbool

voor de dood, een leven na dood of de energie van het leven tout court 2.

De naar boven/naar de ruimte - vliegende vogel, zoals hij hier voorgesteld wordt,

lijkt ons voldoende neutraal te zijn om iedereen gevoelsmatig aan te spreken.

Zowel mensen die geloven in een bestaan na de dood (onder welke vorm dan ook),

als mensen die geloven dat de dood het einde is (bvb. als bevrijding), kunnen zich

o.i. hierdoor aangesproken voelen.

1 Archetypen zijn volgens Carl Gustav Jung zowat krachtige beelden die uit het “collectief onbewuste” opborrelen in het

leven van elke persoon. Ze zitten diep in onze psyche verankerd en komen naar voor in dromen, mythen, literatuur, … 2 Zo konden we, in onze krant anno november 2013, toen we volop bezig waren aan het vormgeven van het logo, iets

opmerkelijks lezen over het graf van kunstenaar Roger Raveel. Dat zou verrijkt worden met een grafsteen naar een

ontwerp van een tekening die hij maakte op het eind van zijn leven. Blijkt dat dit een vogel was die naar omhoog vloog.

Toeval bestaat blijkbaar niet. Trouwens, begin 2013 kochten we op een veiling houtsneden van zijn hand, die we een

prominente plaats willen geven in de kantoorruimte van “doodgewoon”. Toeval bestaat blijkbaar niet …

2. MISSIE

2.1. MISSIEOMSCHRIJVING

“Doodgewoon” wenst,

op een alternatieve wijze, aanvullend aan het huidig aanbod,

en in overleg met de wensen van de overledene, nabestaanden en vrienden,

uitvaarten te organiseren, waarin de thuisopbaring centraal staat,

rekening houdend met volgende vijf basisprincipes:

1. Ecologisch/duurzaam

2. Betaalbaar

3. Pluralistisch

4. Esthetisch

5. Samen

2.2. NADERE UITWERKING VAN DE MISSIE = BASISPRINCIPES

In wat volgt wordt bij de basisprincipes eerst een korte schets gegeven van wat

o.i. een klassieke uitvaart uitmaakt. Daarna volgt wat “doodgewoon” daar als

alternatief voor wenst aan te bieden.

Doodgewoon is zich er van bewust dat:

- Het voorstellen van die “klassieke uitvaart” vaak wat karikaturaal of

overdreven is voorgesteld. Er zijn ongetwijfeld veel mensen bewust en

met veel empathie bezig in de uitvaartsector. Zij zijn bondgenoten.

- Ze totaal geen waardeoordeel geeft over klassieke uitvaarten. Mensen

kiezen in eer en geweten.

2.2.1. ECOLOGISCH-DUURZAAM

Bij een klassieke uitvaart heeft het ecologisch-duurzame doorgaans geen

aandacht. Nabestaanden kiezen uit een aantal voorgestelde kisten en hebben de

keuze tussen begraven of cremeren en een aantal kisten uit de catalogus, zonder

dat er stilgestaan wordt bij de gevolgen voor het milieu. Doorgaans is er weinig

inspraak over het vervoer van de overledene.

Doodgewoon heeft aandacht voor de ecologische voetafdruk bij een uitvaart en

wenst die zo klein mogelijk te houden.

Dit kan o.m. tot uiting komen in :

De keuze van materiaal om de gestorvene op te baren, bijvoorbeeld

lijkwade, kartonnen doodskist of kist uit ecologische houtsoort

Expliciete keuze voor thuisopbaring

Het duurzaam vervoer van de gestorvene, bijvoorbeeld met aangepaste

fietskar of in lijkstoet; als het niet anders kan: met korte rit van een

lijkwagen

Het gebruik van seizoensgebonden bloemen

Desgewenst begraven i.p.v. cremeren

Hergebruik van een graf (cfr. mogelijkheid op Brugse begraafplaats)

Het hanteren van ecologische druktechnieken voor rouwbrieven en –

prentjes

… (persoonlijk in te vullen)

2.2.2. BETAALBAAR

Bij een klassieke uitvaart hebben nabestaanden geen volledig zicht op het

prijskaartje en hebben daarbij weinig inspraak. I.t.t. andere transacties wordt

geen offerte gevraagd en goedkope alternatieven worden niet spontaan

voorgesteld. Een uitvaart is voor de meeste mensen een serieuze hap in het

budget en vaak moeten nabestaanden zich zelfs financieel pijn doen voor een

“sociaal aanvaarde” (lees: “voor het oog van de mensen “ aanvaardbare uitvaart).

Doodgewoon wil de uitvaart, rekening houdend met de financiële draagkracht van

nabestaanden, desgewenst zo klein mogelijk houden.

Dit kan o.m. tot uiting komen in :

- Aandacht voor “sociaal/financieel kwetsbare” klanten (zonder

stigmatisering)

- Expliciete keuze voor thuisopbaring, die “huur” van een kamer in een

funerarium overbodig maakt

- Het aanbieden van goedkopere mogelijkheden om een overledene op te

baren, zoals lijkwade of kartonnen lijkkist

- Het aanbieden van verschillende prijsklassen aan houten lijkkisten

- Het informeren over de mogelijkheid tot kosteloze concessie

- Het niet-aanbieden van allerlei dure parafernalia; het samen zoeken naar

alternatieven hiervoor.

- … (persoonlijk in te vullen)

2.2.3. PLURALISTISCH

Bij een klassieke uitvaart heeft de overledene (tijdens zijn/haar leven) of de

nabestaanden de keuze tussen de erkende ere - of vrijzinnige diensten. In de

praktijk vertaalt dit zich o.i. in de keuze tussen een katholieke, vrijzinnige of

burgerlijke dienst.

Doodgewoon wil ook andere mogelijkheden aanbieden.

Dit kan o.m. tot uiting komen in :

- Naar wens en in overleg een andere invulling geven aan de voormelde

katholieke, vrijzinnige of burgerlijke dienst (op een “warme”,

“persoonlijke” wijze, zoals nu enkel occasioneel gebeurt)

- Desgewenst andere erkende (niet-klassieke) erediensten, zoals Islam of

Jodendom maximaal ondersteunen binnen hun traditie/cultuur

- Niet-erkende “geloofsovertuigingen” de mogelijkheid geven om een

uitvaart te verzorgen in overeenstemming met hun levensbeschouwing of

cultuur: bvb. boeddhisme, sjamanisme, Afrikaans, new age, wicca, …

- Netwerking met andere organisaties

2.2.4. ESTHETISCH

Bij een klassieke uitvaart heeft de esthetische kant van het gebeuren niet

steeds de nodige aandacht. Vaak wordt er gekozen voor 1) sobere vormgeving of

2) klassieke invulling (vb. koor), of 3) kitscherige vormgeving.

Doodgewoon wil aandacht besteden aan de esthetische kant van de uitvaart.

Dit kan o.m. tot uiting komen in :

- Het aanbieden van mooi vormgegeven urnen of lijkkisten (vb: …)

- Integreren van kunst, literatuur, muziek, beeldende kunst, performance,

méér dan nu het geval is.

- Wijzen op alternatieve mogelijkheden van graven, zoals het huren van een

bestaande grafzerk- of monument (in het kader van het beschermen van

funerair erfgoed) of een project als “chambre dood” (Brugge)

- Originele oldtimer wagen voor lijkvervoer – originele lijkwagen uit 1961

2.2.5. SAMEN

Samen … wat we oorspronkelijk als “sociaal maatschappelijk anders”

definieerden, maar dat we nogal zwaarwichtig vonden, en niet “de vlag dekkend”.

Een klassieke uitvaart kent (vereenvoudigd en in verschillende vormen) drie

gescheiden momenten: sterven – opbaring – uitvaartplechtigheid.

Deze drie momenten staan soms schril in contrast met elkaar, zowel

chronologisch als inhoudelijk.

Bij wijze van (karikaturaal, maar ook reëel) voorbeeld: een mens kan na een

aanslepende ziekte en na lang waken komen te overlijden, omringd door familie

en vrienden – wordt daarna overgebracht naar een funerarium, waar op afspraak

en in een vreemde omgeving “gegroet” kan worden, waarna de

uitvaartplechtigheid volgt in kerk, aula van funerarium of crematorium en

tenslotte een begrafenismaaltijd. Familieleden, vrienden en kennissen kunnen

groeten, maar voor een echt gesprek is er vaak geen plaats.

Doodgewoon wil sterven – opbaring – uitvaart als een meer ongedwongen,

spontaan, continu en socialer gebeuren ondersteunen.

Dit kan o.m. tot uiting komen in :

- Thuisopbaring, waar familie en vrienden op niet-vastgestelde momenten

kunnen langskomen, desgewenst de overledene kunnen groeten, familie

kunnen condoleren, samen met vrienden en familie herinneringen kunnen

ophalen aan de overledene. Dit in een ongedwongen sfeer, waar muziek,

spijs en drank gerust een plaats kunnen krijgen.

Als voorbeeld dienen de vroegere Vlaamse gewoonte van thuisopbaring, de

huidige Nederlandse gewoonte van thuisopbaring en de “Irish wakes”.

- Het verzorgen van een uitvaart op andere private of publieke plaatsen:

bijvoorbeeld in eigen tuin, in gehuurde zaal, aan zee of in bos (mits

vergunning)

- Het dragen van de overledene door kinderen en/of vrienden

- Aanbieden van mogelijkheid tot asverstrooiing op zee, met plechtigheid

2.2.6. DE BASISPRINCIPES SAMEN

Doodgewoon kiest resoluut voor deze vijf vooropgestelde basisprincipes, maar

beseft dat die, rekening houdend met de wensen van de overledene,

nabestaanden en vrienden, en de altijd veranderende context niet steeds met

elkaar verzoenbaar zullen zijn.

Zij wenst die evenwel maximaal te verzoenen, en zal daartoe (in eer en geweten)

de nodige inspanningen doen.

In elk individueel geval zullen evenwel één of meerdere basisprincipes (dienen) te

primeren. De kaarten geschud tot het haalbare …

2.2.7. SENSIBLISEREN EN INFORMEREN

Doodgewoon wil, aansluitend aan de geschetste basisprincipes :

enerzijds maatschappelijke veranderingen teweegbrengen (winst wordt –

omwille van de economische activiteit - gewenst, maar winstmaximalisatie

is geen doel)

anderzijds mensen de mogelijkheid geven om hun eigen uitvaart of die van

hun overledene maximaal naar eigen wens of genoegdoening te

organiseren.

Sensibilisering en informeren van de doelgroep (een kleine, maar relevante,

bestaande en hongerige niche) is daarom onontbeerlijk.

Dit kan o.m. tot uiting komen in :

- Wijzen op de mogelijkheid van laatste wilsbeschikking, neer te leggen bij

de burgerlijke stand. Vaak weten de nabestaanden niet wat de expliciete

of impliciete wensen van de overledenen zijn. Vaak leidt dit tot onnodige

spanningen.

- Wijzen op de mogelijkheid om de overeenkomst met een

begrafenisondernemer vooraf te regelen en neer te leggen bij de

burgerlijke stand.

- Aanbieden van een periodieke nieuwsbrief, met informatie over wetgeving,

rituelen, omgaan met dood in diverse culturen en religies, getuigenissen,

citaten, boek-, theater, of filmbesprekingen …

3. RECHTSVORM

3.1. HUIDIGE RECHTSVORM

In overleg met onze boekhouder (we zijn immers groentjes wat economische en

commerciële principes betreft ) werd gekozen voor een activiteit als

zelfstandige.

Zaakvoerster is Greet Chielens, Dorpsstraat 1, 8200, Brugge. Momenteel is zij

leerkracht in de onafhankelijke Freinetschool Klimop te Oostkamp. Ze heeft, na

twee studiejaren bij Syntra West, in juni 2013 het getuigschrift

“begrafenisonderneming” behaald.

Vanaf 1 januari 2014 start zij, samen met haar netwerk, met de

begrafenisonderneming “Doodgewoon … een andere uitvaart”.

3.2. EVENTUEEL TOEKOMSTIGE RECHTSVORM

Doodgewoon ziet de huidige start als zelfstandige als een opstart, een eerste

opstap naar méér.

Een coöperatieve vennootschap, oorspronkelijk gewenst, bleek niet mogelijk te

zijn, om diverse “noodzakelijke” redenen.

Zoals:

Noodzaak aan een duidelijke visie, zoals de centrale keuze voor

“thuisopbaring”, die pas na lang overleg zou gekozen worden, of net niet…

Noodzakelijke administratief-wettelijke verplichtingen, die vertragend

zouden werken

Noodzakelijk vereiste kapitaalsinbreng door alle vennoten, niet evident en

de noodzakelijke regeling hiervan in de statuten.

Niettegenstaande deze belemmeringen wenst “doodgewoon” dus op termijn te

evolueren naar een coöperatieve samenwerking.

3.3. REFLECTIEGROEP

Als opstap voor de coöperatieve rechtsvorm zal “doodgewoon” een informele

reflectiegroep in het leven roepen.

Die groep, in weloverwogen samenstelling, zal de opstart en de verdere werking

van doodgewoon kritisch evalueren, faciliteren, begeleiden en promoten.

Misschien kan die dan later de raad van bestuur uitmaken van die gewenste

coöperatieve vennootschap?

3.4. ECONOMISCHE VISIE

“Doodgewoon” start als een alternatieve begrafenisonderneming, aanvullend aan

de bestaande begrafenisondernemerssector.

Een onderneming dus. Jawel. Met principes als “leefbaarheid”,

“winstpercentage”, “promotie”, “boekhouding”, “resultatenrekening” … maar

hopelijk ook meer dan dat …

Hoofddoel is immers om in de samenleving maatschappelijke veranderingen te

(helpen) teweegbrengen m.b.t. het omgaan met sterven, opbaring, uitvaart en de

dood “tout court” (bij wijze van spreken).

Winstmaximalisatie is derhalve geen doel op zich.

Doodgewoon spoort dan ook met andere economische stromingen, die meer en

meer ingang vinden in ons maatschappelijk bestel 3.

Enkele voorbeelden, die we ontlenen aan “Karmanomics” van Kees Klomp.

1) Philip Kotler stelt dat “Marketing 3.0” mensgericht is en tot doel heeft de leefwereld van mensen te verbeteren i.t.t. het productiegerichte 1.0. en het consumentgerichte 2.0. 2) Umair Haque stelt in “the new capitalist manifesto” dat “bedrijven niet langer naar een competitief, maar naar een constructief voordeel streven. 3) En in diens eigen bewoordingen: “Purpose zorgt voor ingrijpende verandering in de bedrijfsvoering. Niet het optimaliseren van (het zakelijk) profit, maar het optimaliseren van (het maatschappelijke) benefit wordt de commerciële scherprechter.”. (…) “Het gaat niet langer om het zoeken naar onderscheid in de markt, maar om het maken van verschil in de maatschappij”.

4. WEBSTEK

4.1. WEBSTEK

www.dood-gewoon.be

4.2. CONTACTGEGEVENS

Greet Chielens - [email protected] - 050/82.61.42

4.3. LINKS

www.uitvaartvlaanderen.be

www.m-o-ment.be

http://nl.wikipedia.org/wiki/Begrafenis