· PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2...

221
GD-1 GD-2 [ka] [ka] GD-3 W W G G G G G G W W 23 12 12 12 V V (tr) WA . . . . . (os) (os) (os) WR-A4 V WR-A2 WR-A1 WR-A3 WS-WK . . . . * (os) (os) 40 % 50 - 7,5 9 - 9 12 (grg) W W (p) GD-2 (w) [ka] - 9 18 9.5 WR-A5 WR-C . Gemeente Vlaardingen Bestemmingsplan ‘‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’’ Ontwerp 28 mei 2014

Transcript of · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2...

Page 1: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

39

Spuibrug

Have

nstra

at

Irisstraat

119a

Hofla

an

Hofla

an

Hofsingel

Hofsingel

Beuk

estra

at

Hogelaan

Scheepmakersteeg

Buize

ngat

2927

2523

2119

1315

17

24

3

1

5452

50

3

7

9

11

13

15

68

10

16 1820

1921 22 23

5351

4947

45

19

52

5048

5957

55

68

10

12

14

16

18

20

227

5

80

48 50 51 52 54 56 57 58 59

60

61

84

78

6462

6058

56

4341

39

46

62

17

15

13

11

9

24

22

20181612 14

6 1063 69 2

4644

61

3234

3638

4042

44

2725

2321

3533

3129

2725

2321

48

2b

3726 27 28

2

4

3129

3735

33

44

48

11a

3

19

15

1a

37

3533

31

1

2

1

24

3

1311

97

53

1

25

46

40

84

82

38

54

1a1b

1c

53

1

29 30 31 32 33 34 35 36

74

66 71

91

93

95

7a

9a

11a

11b

9b7b 7c

9c

11c

74c

1

2

3

4

5

6

3028

2624 19

2123

25

27

17

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

26

28

30

32

34

36

38

40

42

6870

7274

7678

Plein 1940

4446

4850

5254

5658

6062

64

66

van

Linde

n va

n de

n He

uvel

lweg

7981

7775

36

34

58

52

83

14 t/m 33

Dijkzicht

45

35

37

6742

76

Buize

ngat

1

5

13

56a

6

60

56

6 t/m 24

78910111213

15 4 3 2

Westlandsew

eg

4

2

16-17

18-19

20-21

22-23

14-15

12-13

4 3

45

47

49

5155

5759

61

Wer

f van

Pro

nk

Wer

f Dam

mes

Erv

e

Wer

f De

Hoop

1 t/m 5

6

8

10

7

9

11

1 t/m 5

67

89

1011

1213

5

6

7

8

910

13

57

911

13

15

17

1921

23

25

27

29

31

33

35

37

39

41

43

7

21

126

t/m

136

120

122

124

9294

9698

100

102

104

106

108

16a

Korte

dijk

Korte

dijk

16

1820

2224

2628

3032

34

16b

Julia

nasin

gel

Julia

nasin

gel

Westlandseweg

Westlandseweg

Hofla

an

45

67

89

1114

Anthony Knottenbeltsingel

Hogelaan

Hogelaan

Hogelaan

Del

ftsev

eerw

eg

9a-9

d

11a-

11d

13a-

13d

15a-

15d

17a-

17d

19a-

19d

21a-

21d

23a-

23d

25a-

25d

27a-

27d

29a-

29d

31a-

31d

33a-

33d

35a-

35d

37a-

37d

39a-

39d

41a-

41d

3a-3

d

5a-5

d

7a-7

d

9

13-1

3a

1-34

6

19-2

3

41-4

3

2527

2931

3335

3739

10-1

0a

12-1

416

18a

20

22a

2426

42-4

4

4648

5254

-56

5862

6466

19a

25a-27c

31a-33b

39a-41d

45a-47c

53a-

55d

59a-

61d

65a-67c

133

11

34

N

Ligging plangebied Schaal 1:25.000

WERKNR.

DATUM PLOT

SCHAAL

DATUM

GETEKEND

FORMAAT

BESTANDRO-BP-35543706-VB-CON4.dwg

BLAD

OVERLEG

TERINZAGELEGGINGONTWERP

VASTSTELLING

GEWIJZIGD

City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape

Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV

Internet: www.kuiper.nlE-mail: [email protected]

Fax: 010 404 56 69

Telefoon: 010 433 00 99

Postadres: Postbus 13060 3004 HB RotterdamBezoekadres: Van Nelleweg 6060 3044 BC Rotterdam

25-2-2014

J:\355\437\06\3 Projectresultaat\verbeelding\dwg

AkeurUSER

PROJECTMAP

IDN

Bestemmingsplan

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06

1:1000

26 februari 2014

whl/ak

A1

1 van 1

CONCEPT

NL.IMRO.0622.0245bpDbvr2007-0010

GD-1

GD-2

[ka]

[ka]

GD-3

W

W

G

G

G

G

G

G

W

W

23

12

12

12

V

VG

(tr)

WA

.

.

.

.

.

(os)

(os)

(os)

WR-A4

V

WR-A2

WR-A1

WR-A3

WS-WK

.

.

.

.

*

PlangebiedDe Buitenplaats van Ruytenburch

EnkelbestemmingenGD-1 Gemengd - 1

GD-2 Gemengd - 2

GD-3 Gemengd - 3

G Groen

V Verkeer

WA Water

W Wonen

DubbelbestemmingenWR-A1 Waarde - Archeologie 1

WR-A2 Waarde - Archeologie 2

WR-A3 Waarde - Archeologie 3

WR-A4 Waarde - Archeologie 4

WS-WK Waterstaat - Waterkering

Gebiedsaanduidingen

vrijwaringszone - molenbiotoop

Functieaanduidingen

Bouwvlakkenbouwvlak

Bouwaanduidingen[ka] karakteristiek

Maatvoeringen

Figurenas van de weg

gevellijn

(os)

(os)

40

%50

-7,5 9

-9 12

(grg)

W

W

(p)

(tr) terras(grg) grondgebonden

(os) ontsluiting

(p) parkeerterrein

12 maximum bouwhoogte (m)

-9 12 minimum bouwhoogte (m), maximum bouwhoogte (m)

40 maximum aantal wooneenheden

%50 maximum bebouwingspercentage (%)

GD-2(w)

[ka]

-9 18

(w) wonen

9.5

overige zone - vizier

WR-A5

overige zone - gevelbreedte

WR-A5 Waarde - Archeologie 5WR-C

.

WR-C Waarde - Cultuurhistorie

Gemeente Vlaardingen

Bestemmingsplan ‘‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’’

Ontwerp

28 mei 2014

Page 2: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 3: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Gemeente Vlaardingen

Bestemmingsplan ‘‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’’

Ontwerp

IDN: NL.IMRO.0622.0245bpDbvr2007-0020 werknummer: 355.437.06 datum: 28 mei 2014bestand: J:\355\437\06\3.Projectresultaat\a. concept ontwerp

KuiperCompagnons BVRuimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, LandschapRotterdam

Inhoud:

- Toelichting- Regels- Verbeelding van de geometrische plaatsbepaling

Procedureoverzicht

Fase Datum

concept ontwep 26 februari 2014

Wettelijk vooroverleg

Ontwerp 28 mei 2014

Ter inzage legging

Vaststelling

Onherroepelijk

Page 4: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 5: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Toelichting

Page 6: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 7: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Inhoudsopgave van de toelichting

1 Inleiding 1

1.1 Aanleiding en doel 1

1.2 Ligging plangebied 1

1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2

1.4. Planvorm 2

1.5. Planproces 2

1.6 Leeswijzer 2

2 Beleid 3

2.1 Inleiding 3

2.2 Rijksbeleid 3

2.3 Provinciaal en regionaal beleid 5

2.4 Gemeentelijk beleid 9

3 Gebiedsvisie 21

3.1 Inleiding 21

3.2 Bestaande situatie 21

3.3 Visie op gewenste ontwikkelingen 23

4 Onderzoek 29

4.1 Inleiding 29

4.2 Bodemkwaliteit 29

4.3 Akoestische aspecten 33

4.4 Luchtkwaliteit 37

4.5 Milieuzonering 39

4.6 Externe veiligheid 41

4.7 Natuur en landschap 43

4.8 Water 48

4.9 Archeologie en cultuurhistorie 53

4.9.1 Archeologie 53

4.9.2 Cultuurhistorie 58

4.10 Overige belemmeringen 60

4.11 Duurzaamheid 60

5 Juridische planbeschrijving 63

5.1 Algemeen 63

5.2 Methodiek en ontwikkelingsstrategie 63

5.3 Opzet regels 65

5.4 Geometrisch bepaalde bestemmingen 70

5.5 Handhaving 70

6 Uitvoerbaarheid 71

6.1 Economische uitvoerbaarheid 71

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 71

Page 8: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 9: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

7 Procedure 73

7.1 Voorbereidingsfase 73

7.2 Ontwerpfase 73

7.3 Vaststellingsfase 73

Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Stedenbouwkundige visie, 20 februari 2014 Bijlage 2 Akoestisch onderzoek verkeers- en industrielawaai, 24 februari 2014 Bijlage 3 Akoestisch onderzoek stemgeluid van terras watertoren, 24 februari 2014 Bijlage 4 Akoestisch onderzoek stemgeluid van terras voormalig evenemententerrein

Hoflaan-Buizengat, 14 mei 2014

Page 10: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Afbeelding 1: globale ligging plangebied

Page 11: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

1

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

De gemeente Vlaardingen is voornemens het gebied tussen de voormalige binnenhaven Buizengat en het Oranjepark en Park ‘t Hof te herontwikkelen. De voormalige bedrijfsgebouwen in het gebied zijn grotendeels al verplaatst en/of gesloopt in verband met de uitgevoerde bodemsanering. Aan de beide zijden van de haven worden (en zijn) reeds in verschillende planfasen woningen gerealiseerd. Dit nieuwe bestemmingsplan voorziet in een nieuwe woonbuurt met circa 200 woningen in een groene omgeving: De Buitenplaats Van Ruytenburch. De ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied heeft vorm gekregen in de Structuurvisie Buizengat, welke is vastgesteld door de gemeenteraad op 2 april 2003. De gemeente en Proper-Stok Ontwikkelaars sloten in september 2013 een koopovereenkomst. Samen willen zij van De Buitenplaats Van Ruytenburch een aantrekkelijk nieuw woongebied maken in een parkachtige sfeer. Hiertoe zijn door de gemeente en Proper-Stok Ontwikkelaars een ontwikkelvisie en een ambitiedocument opgesteld om tot ontwikkeling van het gebied te komen. Deze documenten dienen als basis voor het bestemmingsplan. Het is de bedoeling om een gevarieerde woonwijk te ontwikkelen met eengezinswoningen, twee-onder-een-kapwoningen, patiobungalows, vrijstaande woningen, woningen op vrije kavels en appartementen, waarbij ook de mogelijk bestaat om een eigen woning te ontwerpen en bouwen. Het worden koop- en huurwoningen in het (middel)dure segment. De Buitenplaats Van Ruytenburch zorgt voor meer diversiteit in het woningaanbod in Vlaardingen en ligt mooi aan de rand van ’t Hof en het Oranjepark en op loopafstand van het historische stadscentrum. Het erfgoed, de watertoren en de brandweerkazerne, blijft behouden. De panden vormen de blikvangers van het gebied. De ontwikkeling van de nieuwe woonbuurt De Buitenplaats Van Ruytenburch wordt met dit bestemmingsplan van een flexibel juridisch-planologisch kader voorzien. Het plan is globaal van aard en bevat voldoende ruimte voor de uiteindelijke invulling van het plangebied.

1.2 Ligging plangebied

De Buitenplaats Van Ruytenburch ligt aan de noordrand van het stadscentrum van Vlaardingen. Aan de oost- en zuidzijde ligt het Oranjepark en Park ’t Hof. Het plangebied wordt globaal begrensd door:

de Hoflaan en voor een deel het water van Buizengat in het westen; de Hoflaan en de Meester L.A. Kesperweg in het noorden; de Van Linden van den Heuvellweg met daarachter Oranjepark en ’t Hof in het oosten en

zuiden. De ligging van het plangebied is weergegeven op afbeelding 1.

Page 12: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

2

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

1.3 Voorgaand bestemmingsplan

Het plangebied was voorheen nog niet opgenomen in een bestemmingsplan. Er gold voorafgaand aan het voorliggende bestemmingsplan geen bestemmingsplan of ander ruimtelijk besluit; alleen de Bouwverordening gold.

1.4. Planvorm

Het bestemmingsplan is ter plaatse van de nieuwe woonbuurt globaal van aard en maakt de ontwikkelingen mogelijk, zoals geschetst in de Stedenbouwkundige visie De Buitenplaats Van Ruytenburch en de uitwerkingen daarvan. Daar waar het kan is flexibiliteit ingebouwd, bijvoorbeeld in de uiteindelijke situering van de woningen, de verkaveling, de verschijningsvorm en de bouwhoogten. Ter plaatse van de karakteristieke bebouwing van de voormalige brandweerkazerne en de watertoren is een gedetailleerde bestemmingsregeling opgenomen. Dit om te voorkomen dat de karakteristieke uitstraling van deze objecten verloren gaat.

1.5. Planproces

In het voortraject om te komen tot de ontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch heeft veelvuldige communicatie plaats gevonden met bewoners, belanghebbenden en het Platform Buizengat. Door de gemeente zijn voor het gebied stedenbouwkundige uitgangspunten opgesteld waarbinnen de ontwikkeling kan plaatsvinden. Deze zijn vertaald in het bestemmingsplan. Het concept ontwerpplan is voor het wettelijke verplichte vooroverleg toegezonden aan de overlegpartners (zie ook paragraaf 7.1). Voorts kan een ieder kan tijdens de terinzagelegging van het ontwerp op het bestemmingsplan reageren door middel van een zienswijze.

1.6 Leeswijzer

Deze toelichting bestaat uit zeven hoofdstukken. Na dit eerste inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het beleidskader bij het plan uiteengezet. In hoofdstuk 3 wordt de visie op het gebied toegelicht en in hoofdstuk 4 wordt een aantal onderzoeksaspecten behandeld. Hoofdstuk 5 geeft een toelichting op de juridische onderdelen van het plan waarna in hoofdstuk 6 de uitvoerbaarheid wordt toegelicht. In hoofdstuk 7 tot slot wordt de bestemmingsplanprocedure toegelicht.

Page 13: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

3

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

2 Beleid

2.1 Inleiding

Op zowel Rijks-, provinciaal, regionaal als gemeentelijk niveau bestaan er diverse beleidsstukken waarbij met het opstellen van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. In dit hoofdstuk wordt het plan getoetst aan de relevante beleidsstukken.

2.2 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 inwerking getreden. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte. De structuurvisie geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op Rijksniveau en is de ‘kapstok’ voor bestaand en nieuw Rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de structuurvisie schetst het Rijk ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028. De leidende gedachte in de SVIR is ruimte maken voor groei en beweging. De SVIR is de eerste Rijksnota die de onderwerpen infrastructuur en ruimte integraal behandelt. In de SVIR richt het Rijk zich vooral op decentralisatie. De verantwoordelijkheid wordt verplaatst van Rijksniveau naar provinciaal en gemeentelijk niveau. Door urbanisatie, individualisering, vergrijzing en ontgroening nemen de ruimtelijke verschillen toe. Vanaf 2035 groeit de bevolking niet meer. De samenstelling van de bevolking, en daarmee de samenstelling van huishoudens, verandert. Ambities tot 2040 zijn onder andere het aansluiten van woon- en werklocaties op de (kwalitatieve) vraag en het zoveel mogelijk benutten van locaties voor transformatie en herstructurering. Ook wil het Rijk ervoor zorgen dat in 2040 een veilige en gezonde leefomgeving met een goede milieukwaliteit wordt geboden. Dit moet voor zowel het landelijk als het stedelijk gebied gelden. In de SVIR is verder vastgelegd dat provincies en (samenwerkende) gemeenten verantwoordelijk zijn voor programmering van verstedelijking. (Samenwerkende) gemeenten zorgen voor (boven)lokale afstemming van woningbouwprogrammering die past binnen de provinciale kaders. Ook zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de woningbouwprogramma’s. Ter versterking van het vestigingsklimaat in de stedelijke regio’s rondom de main-, brain- en greenports geldt een gebiedsgerichte, programmatische urgentieaanpak. In krimpregio’s wordt het interbestuurlijke programma bevolkingsdaling doorgezet. De beoogde ontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch past volledig in het streven naar het benutten van locaties voor transformatie en herstructurering.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Rijk legt met het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), de nationale ruimtelijke belangen juridisch vast. Enerzijds betreft het de belangen die reeds in de (ontwerp-) AMvB Ruimte uit 2009 waren opgenomen en anderzijds is het Barro aangevuld met

Page 14: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

4

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het besluit is op 30 december 2011 in werking getreden. Onderwerpen waarvoor het Rijk ruimte vraagt zijn de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam en de uitoefening van defensietaken. Ter bescherming van deze belangen zijn reserveringsgebieden, begrenzingen en vrijwaringszones opgenomen. In het besluit is aangegeven op welke wijze bestemmingsplannen voor deze gebieden moeten zijn ingericht. Indien geldende bestemmingsplannen niet voldoen aan het Barro dan moeten deze binnen drie jaar na inwerkingtreding van het besluit zijn aangepast. Bij besluit van 28 augustus 2012 (inwerking getreden op 1 oktober 2012) is het Barro aangevuld met de ruimtevraag voor de onderwerpen hoofdinfrastructuur (reserveringen voor hoofdwegen en landelijke spoorwegen en vrijwaring rond Rijksvaarwegen), de elektriciteitsvoorziening, het regime van de herijkte ecologische hoofdstructuur en waterveiligheid (bescherming van primaire waterkeringen en bouwbeperkingen in het IJsselmeergebied).

Duurzaamheidsladder

Ook is bij besluit van 28 augustus 2012 het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangepast. In het Bro is de ladder voor duurzame verstedelijking (duurzaamheidsladder) opgenomen. Als gevolg van deze wijziging zijn gemeenten en provincies verplicht om in de toelichting van een ruimtelijk besluit de duurzaamheidsladder op te nemen, wanneer een zodanig besluit een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt. De ladder bestaat uit drie treden:

Behoefte: Voorziet de voorgenomen stedelijke ontwikkeling in een actuele regionale behoefte waarin nog niet elders in de regio is voorzien? Het kan zowel om een kwantitatieve als een kwalitatieve behoefte gaan.

Binnen- of buitenstedelijk: Indien er sprake is van een actuele regionale behoefte, dan moet worden beoordeeld of deze in bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden gerealiseerd, eventueel door benutting van beschikbare gronden, herontwikkeling of transformatie van bestaande locaties.

Bereikbaarheid met meerdere modaliteiten: Indien gekozen moet worden voor een locatie buiten het stedelijke gebied, dan gaat de voorkeur uit naar een plek die (in de toekomst) bereikbaar is via verschillende vervoerswijzen. Op frequente basis vindt afstemmingsoverleg plaats tussen de Stadregio Rotterdam en de gemeente Vlaardingen. Dit is onder meer vastgelegd in het document ‘Samenwerkingsafspraken Woningmarkt subregio Waterweg 2014-2020’, ondertekend door de gemeenteraden van Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en diverse woningbouwcorporaties op 29 januari 2014.

Page 15: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

5

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

2.3 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale structuurvisie; Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte

Op basis van de Wro moeten gemeenten, provincies en rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor Zuid-Holland te ontwikkelen. Het uitgangspunt is “lokaal wat kan, provinciaal wat moet”. In de provinciale structuurvisie geeft de provincie aan wat zij als provinciaal belang beschouwt en hoe zij daarop wil gaan sturen. Inmiddels zijn ook een eerste herziening en jaarlijkse actualiseringen vastgesteld De structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid tot 2020 met een doorkijk naar 2040. Het accent ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit. Het beleid gaat in op verschillende provinciale belangen. Van belang voor het plan is de bundeling van verstedelijking, infrastructuur, voorzieningen en economische activiteiten gericht op concentratie en functieafstemming (knopen- en locatiebeleid). Verder dient kansrijke en innovatieve binnenstedelijke verdichting plaats te vinden, vooral rond openbaar vervoerknooppunten. Ook is de opvang van de bevolkingsgroei in het Groene Hart en de Delta in regionale, goed ontsloten kernen en daartoe aangewezen relatief verstedelijkte zones belangrijk. Tot 2020 staan de volgende provinciale belangen centraal: versterken van het stedelijk netwerk en versterken van vitaliteit en diversiteit van stedelijke

centra; optimaal benutten van bestaande ruimte voor economische clusters; verbeteren interne en externe bereikbaarheid. Aanduidingen functiekaart en kwaliteitskaart Het gedeelte van het plangebied dat ontwikkeld wordt tot nieuwe woonwijk, is op de functiekaart aangeduid als ‘stads- en dorpsgebied’. De gronden met de aanduiding ‘stads- en dorpsgebied’ zijn aangewezen voor “aaneengesloten bebouwd gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen”. De planrealisatie van De Buitenplaats Van Ruytenburch past binnen deze aanduidingen. Op de kaart is de toekomstige situatie (dus na planrealisatie) reeds aangegeven. Op de kwaliteitskaart is het te ontwikkelen woongebied aangeduid als ‘stedelijk netwerk’. De Hoflaan maakt onderdeel uit van het groenblauwe netwerk. Onder ‘stedelijk netwerk’ wordt verstaan: “aaneengesloten, relatief grootschalig bebouwd gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen”. Ook op de kwaliteitskaart is dus al uitgegaan van de situatie van De Buitenplaats Van Ruytenburch ná planrealisatie.

Page 16: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

6

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Conclusie In de provinciale structuurvisie heeft men het gebied al volledig beschouwd alsof het gerealiseerd is. Dit komt omdat de plannen voor het gebied al langer bestaan en ook in de voorganger van de structuurvisie, het streekplan, de ontwikkeling reeds was voorzien. De planontwikkeling is in lijn met het beleid uit de provinciale structuurvisie.

Afbeelding 2: uitsnede functiekaart

Afbeelding 3: uitsnede kwaliteitskaart

Page 17: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

7

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte

Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de provinciale structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld. In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd. De provincie acht de borging hiervan van groot belang. Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in de AMvB Ruimte ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid. Bovendien moet worden voldaan aan de overige wet- en regelgeving. Ladder van duurzame verstedelijking Voor de ontwikkeling van binnenstedelijke woongebieden, zoals in De Buitenplaats Van Ruytenburch, gelden geen specifieke regels. Wel wordt in de verordening de relatie gelegd (artikel 2, lid 1 en 2) met de ladder van duurzame verstedelijking, zoals opgenomen in het Bro (zie paragraaf 2.2). De provincie heeft er voor gekozen om de ladder ook in de verordening op te nemen, omdat de toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking ook van provinciaal belang is. De ladder heeft betrekking op alle stedelijke ontwikkelingen: woningbouw, kantoren, bedrijven, detailhandel en andere stedelijke voorzieningen. De ladder bestaat uit drie stappen: 1) In eerste instantie moet gekeken worden of er behoefte is aan nieuwe ruimte voor woningen, kantoren, bedrijven, detailhandel of voorzieningen. Deze behoefte moet blijken uit een regionaal afgestemd programma. Als er (nog) geen regionaal programma is vastgesteld dan kan uit een positief advies van de regio blijken dat regionale afstemming heeft plaatsgevonden. 2) Als de behoefte voldoende is gemotiveerd, wordt gekeken of aan deze behoefte kan worden voldaan door het benutten van locaties voor herstructurering, intensivering of transformatie binnen bestaand stads- en dorpsgebied, zoals aangegeven op kaart 4a, behorende bij de verordening. 3) Als ook dat niet tot de mogelijkheden behoort, wordt aansluitend aan het bestaand stads- en dorpsgebied een locatie gezocht. In eerste instantie is dat binnen de bebouwingscontour. Het gaat om locaties die passend, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld. Overschrijding van de bebouwingscontour is alleen mogelijk via wijziging of ontheffing van deze verordening. Motivering ladder van duurzame verstedelijking 1) De behoefte aan nieuwe ruimte voor woningen in de gemeente Vlaardingen is aangetoond en vastgelegd in het gemeentelijk Actieplan Wonen. De Stadsregio heeft geen eigen woonvisie, maar er heeft wel regionale afstemming plaats gevonden. Deze afstemming is vastgelegd in het document ‘Samenwerkingsafspraken Woningmarkt subregio Waterweg 2014-

Page 18: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

8

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

2020’, ondertekend door de gemeenteraden van Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en diverse woningbouwcorporaties op 29 januari 2014. 2) De ontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch vindt plaats binnen het bestaand stads- en dorpsgebied, zoals blijkt uit de voorgaande beschouwing op de provinciale structuurvisie. Op de Kwaliteitskaart en de Functiekaart is het gebied als Stads- en dorpsgebied respectievelijk Stedelijk netwerk aangemerkt (zie afbeelding 2 en 3). De betreffende locatie was voorheen in gebruik voor bedrijvigheid, een functie die niet langer passend was in het centrum van Vlaardingen. Door herstructurering wil de gemeente het gebied transformeren tot een aangenaam groen-stedelijk woonmilieu. 3) niet van toepassing. Het plan voldoet aan de ladder voor duurzame verstedelijking en is voorts passend binnen het beleid uit de provinciale verordening.

Woonvisie Zuid-Holland 2011 - 2020

Op 12 oktober 2011 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de Woonvisie Zuid-Holland 2011 - 2020 vastgesteld. De provincie Zuid-Holland werkt aan een aantrekkelijke leefomgeving in de dichtstbevolkte provincie van Nederland. Een leefomgeving waarin ruimte voor wonen, werken, reizen en recreëren in balans is. Leefomgeving en wonen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De leefomgeving bepaalt voor inwoners van Zuid-Holland een aanzienlijk deel van hun dagelijkse welbevinden. Indirect is die omgeving en de verbinding tussen stad en platteland daarmee voorwaarde voor een sterke economische regio, die in zichzelf weer aantrekkingskracht heeft om er te wonen. De provincie wil dat binnen de woningmarkt vraag en aanbod in balans zijn. Zij wil ook balans tussen steden onderling en tussen stedelijk en landelijk gebied. Anticiperend beleid is nodig evenals een verbreding van de focus van alle woonpartners: van alleen woningen bouwen naar verbeteren van de leefomgeving. Structurele veranderingen van de woningmarkt zijn voor de provincie aanleiding om haar provinciale woonvisie te herzien, waarin de visie en ambities van Zuid-Holland zijn verwoord. De voornaamste ambitie op het gebied van wonen is dat woningen passend zijn voor de huishoudens die ze bewonen. Passend betekent dat:

Voldoende woningen aansluiten bij de sociaaleconomische situatie van bewoners, zo mogelijk ook voor een volgende levensfase (levensloopbestendig);

Woonmilieus passen bij de wensen van bewoners, bijvoorbeeld qua bereikbaarheid, voorzieningen, levensloopbestendigheid, dichtheid, relatie met groen;

Woningen en woonmilieus duurzaam (People, Planet, Profit) zijn, nu en in de toekomst; Woonmilieus passen binnen de ruimtelijke visie.

Met dat uitgangspunt in het achterhoofd zijn vijf ambities geformuleerd: Regionale verscheidenheid behouden en benutten; Provincie stelt kaders voor de lange termijn; regionaal vindt uitwerking plaats; Voldoende goed woningaanbod voor iedereen; Niet meer woningen plannen dan nodig zijn; Toevoegingen en impulsen dragen bij aan een verbetering van de leefbaarheid.

Page 19: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

9

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

De Woonvisie doet geen specifieke uitspraken over de locatie. Het gemeentelijk Actieplan Wonen, waar de woningbouwontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch in is opgenomen, is afgestemd met de provincie en de stadregio. De Buitenplaats Van Ruytenburch voldoet aan de ambities gesteld door de provincie.

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Gemeentelijk ruimtelijk beleid

Stadsvisie Vlaardingen, Koers op 2020 (en actualisatie 2008)

De stadsvisie van de gemeente Vlaardingen is op 10 februari 2000 vastgesteld door de raad en vormt het strategische beleidskader voor gebiedsontwikkeling voor een periode van 20 jaar. De kernpunten van de stadsvisie zijn: integratie en sociale samenhang bevorderen; een gevarieerd woon- en leefmilieu bereiken op wijkniveau; streven naar gedifferentieerde woonmilieus en mensen zoveel mogelijk de mogelijkheid

bieden om in hun eigen wijk een wooncarrière te doorlopen; woningaanbod meer aanpassen op de vraag vanuit de woningmarkt; stabilisatie van de werkgelegenheid op het huidige niveau, waarbij de industriële sector

terrein zal verliezen en de werkgelegenheid in andere sectoren zal toenemen. Vlaardingen koerst in algemene zin op een ‘ongedeelde stad’ door het voorkomen van maatschappelijke uitsluiting en het vergroten van de ruimtelijke en sociale samenhang. Om de belangen van burgers en hun instellingen te kennen en bij het maken van plannen zoveel mogelijk gebruik te maken van de kennis en creativiteit van burgers is participatie waardevol. Verder kenmerken de afgelopen jaren zich onder meer door een sterk verminderde waardering voor gedoogbeleid. Ook in Vlaardingen wordt eraan gehecht dat mensen zich aan de regels houden. Daarbij past een duidelijke en integrale handhaving. Naast samenhang is evenwicht van belang. De stad moet voldoende inwoners hebben voor een goed voorzieningenniveau die wonen in een woning naar hun zin. Er is gekozen voor het profiel van Vlaardingen als een veelzijdige woonstad met gevarieerde, duurzame woonmilieus. Vlaardingers moeten in eigen stad een wooncarrière kunnen opbouwen. Dat betekent een gevarieerd aanbod in een goed woon- en leefklimaat zoals in het Actieplan Wonen is uitgewerkt. Het tempo van de herstructureringen moet echter omhoog. En meer differentiatie in de woningvoorraad is noodzakelijk. Dit betekent vooral meer eengezinswoningen. Meer Vlaardingers moeten in hun stad kunnen werken. De gemeente en haar inwoners dragen bij aan een duurzame ontwikkeling op mondiale en lokale schaal. Energie neutrale gebouwen worden steeds belangrijker. Actualisatie Op 16 april 2008 is de stadvisie geactualiseerd. Het overgrote deel van de Stadsvisie is nog steeds van toepassing. Vlaardingen heeft veel woningen van mindere kwaliteit en met een lage huur. Deze trekken veel mensen aan van buiten de stad, die zoeken naar goedkope huisvesting. Zij gaan niet snel een binding aan met hun buurt. Dit bevordert de sociale cohesie niet. Door de eenzijdige woningvoorraad is het voor Vlaardingers ook moeilijk om in eigen stad een wooncarrière op te bouwen. Er is weinig doorstroming en veel mensen die op zoek zijn naar een kwalitatief betere woning vestigen zich noodgedwongen elders. De gemeente vindt

Page 20: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

10

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

dat Vlaardingers in eigen stad een wooncarrière moeten kunnen opbouwen. Dat betekent een gevarieerd aanbod in een goed woon- en leefklimaat zoals in het Actieplan Wonen, Woonvisie Vlaardingen 2008 - 2030 is uitgewerkt. De ontwikkeling van het plangebied staat al jaren op de gemeentelijke agenda. De ontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch is passend binnen het bovenstaande.

Ruimtelijke structuurschets Vlaardingen 2020

De Ruimtelijke structuurschets Vlaardingen is in 2003 vastgesteld door de gemeenteraad en vormt een ruimtelijke uitwerking van de stadsvisie, “Koers op 2020”. De vele grote lopende projecten zijn in samenhang gezet met elkaar, met toekomstige projecten en met de integrale ontwikkeling van stad en buitengebied. De structuurschets is verder van belang om nieuwe projecten gericht te kunnen uitvoeren. De belangrijkste doelstellingen zijn:

versterken van de stedelijke groenstructuur; herwaarderen van de cultuurhistorie; vergroten van de differentiatie tussen woonmilieus; spreiden van zorgvoorzieningen; versterken van de stadsranden en de Broekpolder; anticiperen op ontwikkeling van de hoofdinfrastructuur; stabiliseren en zo mogelijk vergroten van de werkgelegenheid.

Het plangebied is in de ruimtelijke structuurschets aangeduid als ‘centrum stad/wijk’, zoals op afbeelding 4 te zien is. Voor de gebiedsgerichte uitwerking van het Centrum en flankerende gebieden, zoals het De Buitenplaats Van Ruytenburch, is het volgende van belang. Het centrum is het kloppende hart van Vlaardingen, gedragen door de ambiance van een monumentale stadskern. Functiemenging is hier een historisch gegroeid gegeven. Het stadshart is woon-, werk-, winkel- en uitgaansgebied tegelijk. De kwalitatieve uitstraling van het winkelgebied en van het historisch stadshart, inclusief de kwaliteit en staat van onderhoud van de bebouwing, laat echter te wensen over. Dit houdt een opgave in om de binnenstad aantrekkelijker te maken voor eigen inwoners, bezoekers en toeristen. De bereikbaarheid en ambiance dienen ook op lange termijn veiliggesteld te worden en het cultuurhistorisch erfgoed verdient een herwaardering. Dit drukbezochte gedeelte van de stad vereist een intensief beheer. Daarnaast bestaan in en om het centrum veel ontwikkelingsinitiatieven. Uitgangspunt bij de aanpak is de karakteristieke functiemenging in een compacte, kleinschalige structuur. De belevingswaarde vanaf de straat wordt verbeterd, vooral voor voetgangers. Ook zal de kwaliteit van het wonen in de binnenstad versterkt worden. De omgeving van de Touwbaan kan transformeren in een woongebied en op kleinere locaties elders in het stadshart is woningbouw gepland. Maar hoe compact ook, niet alle ruimte zal worden bebouwd. Er moet ook plaats blijven voor “groene pleinen”, als openbare ontmoetingsplaatsen in de binnenstad.

Page 21: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

11

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Aan de randen van het huidige centrum speelt een aantal grotere projecten. Het gaat om gebieden die nu een matige of zelfs slechte aansluiting op het centrum hebben, maar de mogelijkheid bieden om het centrummilieu voort te zetten. De beide uiteinden van de cultuurhistorische ruggengraat zijn daar goede voorbeelden van. In het noorden worden rond het Buizengat, op een oud bedrijventerrein, vierhonderd appartementen en stadswoningen gebouwd. De bereikbaarheid en leefbaarheid van het centrum is punt van aandacht. Er rijdt nog te veel doorgaand verkeer door het centrum. Voor het bestemmingsverkeer zijn de toegangen naar de binnenstad niet altijd voldoende herkenbaar en het parkeren levert problemen op. Bezoekers parkeren meer op straat dan in de garages en bewoners hebben vooral ’s nachts moeite om een plek te vinden. Het parkeerbeleid voor het centrum heeft de bedoeling om de parkeermogelijkheden voor bezoekers, leveranciers en bewoners beter in balans te brengen en de kwaliteit van het openbaar gebied te verbeteren. Meervoudig ruimtegebruik is daarbij het uitgangspunt. Parkeren moet in de toekomst meer inpandig of ondergronds plaatsvinden. Zo kunnen ook de voetgangersroutes weer aantrekkelijker worden. Het bestemmingsplan De Buitenplaats Van Ruytenburch past in de Stadsvisie.

Structuurvisie Buizengat

De gemeenteraad heeft op 2 april 2003 de Structuurvisie Buizengat vastgesteld. Deze structuurvisie legt de planologische basis voor de (her)ontwikkeling van dit historische gebied in de binnenstad van Vlaardingen. De gemeente heeft de volgende doelstelling bij de ontwikkeling van het Buizengat en de directe omgeving geformuleerd:

het realiseren van kwalitatief hoogwaardige woningbouw, die bijdraagt aan een evenwichtige woningvoorraad;

Afbeelding 4: Ruimtelijke structuurschets Vlaardingen 2020. In blauw: ligging plangebied

Page 22: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

12

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

het op een duurzame wijze versterken van het stadscentrum, waarbij recht wordt gedaan aan de cultuurhistorische identiteit van het Buizengat;

het realiseren van een aantrekkelijke verbinding tussen het stadscentrum, het Oranjepark en ’t Hof.

Aan de cultuurhistorie van het gebied wordt recht gedaan door een blijvende herkenbaarheid van een aantal historische elementen en structuren, te weten:

de begrenzingen van het water van de Oude haven en het Buizengat; de historische stratenpatronen van de Westlandseweg, de Kortedijk, de Havenstraat en

de Hoflaan; de veerhaven, het water en het groengebied langs de Westlandseweg; de historische componenten van t Hof en het Oranjepark.

Tevens wordt een aantal historische panden in stand gehouden. Met betrekking tot het plangebied gaat het hierbij om de Brandweerkazerne met slangentoren aan de Hoflaan en de watertoren aan de Van Linden van den Heuvellweg. Het totale plangebied Buizengat bestaat uit vier deelgebieden: Havenstraat, Kortedijk, Stadstuinen-West en Stadstuinen-Oost. De deelgebieden Havenstraat en Kortedijk maken deel uit van het bestemmingsplan "Centrum Noord-Oost, eerste fase". Deelgebied Stadstuinen-Oost is in het onderhavige bestemmingsplan opgenomen:

Deelgebied Stadstuinen-Oost: tussen de Hoflaan en het park is de relatie tussen de woning en de buitenruimte het centrale thema. In dit deelgebied ligt de nadruk op een tuin/parkachtige sfeer. Tussen de straatjes, die de Hoflaan met het park verbinden (“de vizieren”), zijn verschillende woningtypes met een tuin of patio mogelijk. Deze woningen worden ontsloten via woonpaden haaks op de vizieren.

De verkeersstructuur van het plangebied wordt gebaseerd op de uitgangspunten van “Duurzaam Veilig”. In het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (Bro 1985) heeft de Provinciale Planologische Commissie (PPC) een aantal opmerkingen over de voorontwerp Structuurvisie “Buizengat” gemaakt. Bij de vaststelling van de Structuurvisie zijn deze opmerkingen verwerkt. Voor de ontwikkeling van het onderhavige bestemmingsplan, dat betrekking heeft op de deelgebieden “Stadstuinen-Oost”, is met volgende aspecten, voortkomend uit de opmerkingen van de PPC rekening gehouden:

er wordt een overzicht gegeven van de in het plangebied uitgevoerde bodemonderzoeken;

er wordt rekening gehouden met de cultuurhistorische achtergronden, waarbij de ruimtelijke kwaliteit wordt gekoppeld aan het historisch karakter van het plangebied;

in het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de molen Aeolus. De molenbiotoop is in het plan aangegeven, alsmede de resultaten van het akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting van deze molen.

Op 11 november 2003 hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op grond van artikel 19,

Page 23: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

13

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) een specifieke verklaring van geen bezwaar afgegeven voor het gebruik van gronden, de bouw van gebouwen en het uitvoeren van (bouw)werken in overeenstemming met de Structuurvisie Buizengat, die op 4 september 2003 in de Provinciale Planologische Commissie (PPC) van Zuid-Holland is behandeld, in zoverre ter plaatse een bestemmingsplan vigeert. Gewijzigde stedenbouwkundige visie Sinds de vaststelling van de ‘Stedenbouwkundige Opzet Buizengat-Oost’ in 2006, wat een uitwerking vormde van de Structuurvisie uit 2003, is een verschuiving opgetreden in hoe er tegen het woningbouwprogramma wordt aangekeken. Het Actieplan Wonen en een recente eerste marktverkenning laten zien dat het programma uit de Structuurvisie en de Stedenbouwkundige Opzet niet tegemoetkomt aan de woonwensen van deze tijd. De focus moet meer liggen op kwaliteit en op verhoudingsgewijs meer grondgebonden woningen. Het minimum aantal woningen dat moest worden gerealiseerd, is losgelaten. In de nieuwe stedenbouwkundige visie is voorzien in ten hoogste 200 woningen (zie ook paragraaf 3.3).

Nota Prostitutiebeleid 2002

Per 1 oktober 2000 is het algemeen bordeelverbod wettelijk opgeheven. Door het invoeren van een vergunningenstelsel voor de prostitutie hebben gemeenten de mogelijkheid een adequaat en effectief prostitutiebeleid te voeren. Dit heeft er in Vlaardingen toe geleid dat de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) daarop is aangepast en gewijzigd. Op basis hiervan kan de gemeente een integraal en samenhangend beleid voeren voor de totale 'seksindustrie'. Gelet op het aanbod in de steden rondom Vlaardingen stelt de gemeente in haar 'Nota Prostitutiebeleid' Voor, om aansluiting te zoeken bij de huidige praktijk. Dit impliceert dat slechts de huidige bestaande seksinrichting voor vergunningverlening in aanmerking komt en dat de vestiging van nieuwe seksinrichtingen niet wordt toegestaan. Op grond van de in de APV gehanteerde definitie en volgens inventarisatie van de politie beschikt Vlaardingen over één seksinrichting (in de Rivierzone – KW-haven, dus buiten het onderhavige bestemmingsplan). Een eis die aan de te verlenen vergunning wordt gesteld is dat het bedrijf past in het bestemmingsplan. Het uitgangspunt van het gemeentelijk beleid hierbij is dat seksinrichtingen strijdig zijn met alle geldende bestemmingsplannen. Met betrekking tot de bestaande seksinrichting geldt ten aanzien van deze bepaling een overgangsregeling. Bij het maken van nieuwe bestemmingsplannen en het aanpassen van vigerende bestemmingsplannen zal de komst van nieuwe seksinrichtingen expliciet worden uitgesloten. Dat is dus in het voorliggende plan ook het geval.

Gemeentelijk Speelruimtebeleid

De gemeente Vlaardingen wil de leefbaarheid van buurten en wijken bevorderen. In het kader daarvan stelt zij zich ten doel in nauwe samenwerking met de bewoners formele en informele speelruimte te realiseren en te beheren. De gemeenteraad heeft de Nota Speelruimtebeleid 2005 – 2010 en een daarbij behorend uitvoeringsprogramma vastgesteld. In de nota is aangegeven welke kwaliteitsnormen bij speelvoorzieningen worden gehanteerd. Tevens is ingegaan op de gewenste spreiding van speelvoorzieningen in de wijken.

Page 24: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

14

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

In het naastgelegen Oranjepark zijn een speeltuin, trapveldjes, een doolhof en een skatebaan aanwezig. De renovatie is afgerond en opgeknapt. In de nieuwe woonwijk De Buitenplaats Van Ruytenburch zijn geen speciale speelplekken voorzien. Voor de oudere kinderen is in het Oranjepark voldoende speelgelegenheid, zo is in samenspraak met de jongeren een nieuwe skatebaan aangelegd. Voor kinderen van 0 tot 6 jaar is er een waterpeeltuin. Naast deze waterspeeltuin is er een doolhof met uitkijktoren.

Groenplan - Vlaardingen Blijvend Groen

De gemeenteraad heeft in juni 2012 het ’Groenplan - Vlaardingen Blijvend Groen’ vastgesteld. De komende jaren wil de gemeente het groen in Vlaardingen op niveau houden. Dit moet in deze tijd met minder middelen en met andere regels dan voorheen. Dat vereist keuzes. Deze zijn vastgelegd in het nieuwe groenbeleidsplan. Er is gekozen voor vier speerpunten: gebruik en beleving, ecologie, duurzame instandhouding en structuren en netwerken. Het nieuwe beleid is gericht op de lange termijn. De gemeente wil het groen duurzaam in stand houden en kwaliteit bieden tegen realistische kosten. Het doel is gevarieerd groen van voldoende kwaliteit, een duurzaam ingerichte openbare ruimte en voldoende afwisseling voor de burgers.

Gemeentelijke woonvisie: Actieplan Wonen

Het gemeentelijke Actieplan Wonen is een uitwerking van de Stadsvisie op het onderwerp “wonen” en is in februari 2008 ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. De Woonvisie richt zich op acties op de huidige woningmarkt binnen de kaders van het collegeprogramma (coalitieakkoord 2006 – 2010) om zo de ambitie van de Stadsvisie te helpen realiseren. In het collegeprogramma wordt gekozen voor een evenwichtig woningbouw- en woonbeleid, zodat Vlaardingen voor iedereen een aantrekkelijke woonstad wordt. Om dit te bereiken schept het Actieplan Wonen voorwaarden voor corporaties en ontwikkelaars om meer aan te sluiten bij de vraag van de consument, om zo selectieve migratie tegen te gaan en de bevolkingsomvang op een aanvaardbaar peil te houden. Een verdere ambitie is om het economische draagvlak voor winkels, scholen en andere voorzieningen te verbeteren. Er dient echter rekening te worden gehouden met een dalende bevolkingsomvang. Vlaardingen zal de komende jaren gaan werken aan de volgende doelen: Het maken van een kwaliteitsslag, waardoor de toekomstwaarde van woningen in de

bestaande woningvoorraad wordt verbeterd (ingrijpende verbetering/renovatie); Vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen (goed woningaanbod in gewenst woonmilieu

en leefstijlen); Doorstroming te bevorderen door met name nieuwbouw te realiseren en de betaalbaarheid

tussen de grens bereikbaar en middeldure huur- of koopwoningen te verbeteren; Woongenot te vergroten (sociale woonomgeving/voorzieningen); Bijdrage leveren aan het verbeteren van de positie van de huidige bewoners; Meer evenwichtige bevolkingsopbouw realiseren.

Kwaliteitsambities

Voor het te ontwikkelen gedeelte van het bestemmingsplan De Buitenplaats Van Ruytenburch, streeft de gemeente naar kwaliteit in bouwen op het gebied van veiligheid, duurzaamheid en toegankelijkheid voor ouderen en minder validen. De volgende instrumenten worden hiertoe gehanteerd:

Page 25: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

15

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Nationaal pakket Duurzaam Bouwen De maatregelen zijn beschreven vanuit de thema's: energie: - verminderen van de vraag, bijvoorbeeld door isolatie; - gebruik duurzame bronnen als zonneboilers en PV cellen; - inzetten van energie-efficiënte technieken, zoals HR-ketels. materialen - zuiniger gebruik (o.a. verlengen levensduur, beperken onderhoudsbehoefte, en

hergebruik bouwcomponenten; - verminderen schadelijke emissies en bevorderen van gebruik van vernieuwbare en

secundaire grondstoffen; - het beperken van afval en het verstandig afvoeren ervan. water: - verminderen van het gebruik; - tegengaan van verdroging; - bevorderen van gebruik regenwater. Binnenmilieu: - bevorderen van de luchtkwaliteit en thermisch comfort; - beperken van het geluidsniveau. Toepassing van het pakket is niet wettelijk verplicht. Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw Dit pakket bundelt de huidige kennis over concrete maatregelen die een (bewezen) positief milieueffect hebben enerzijds en ontsluit maatregelen die aansluiten bij het ontwerpproces anderzijds. De maatregelen zijn beschreven vanuit de thema's: water, natuur en ecologie, verkeer, leefbaarheid en energie. Toepassing van het pakket is ook niet wettelijk verplicht. Handboek voor Toegankelijkheid Gezien het toenemend aandeel ouderen en het streven om ouderen en minder validen langer zelfstandig te laten wonen, dienen de woningen aanpasbaar te worden gerealiseerd. Voorts dient aandacht te worden besteed aan de toegankelijkheid van woningen (bijv. toepassing van brede voordeuropeningen en het realiseren van liften). Nationaal keurmerk veilig wonen Doel van dit keurmerk is om door een zorgvuldig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving de kans op woninginbraken zoveel mogelijk te verminderen. Daarbij wil het keurmerk bijdragen aan een verbetering van de sociale veiligheid in (semi)openbare ruimten en de directe woonomgeving. Te denken valt aan zowel het terugdringen van vormen van overlast en delicten (zoals diefstal van en uit auto's, fietsendiefstal en vandalisme) als aan het verminderen van de gevoelens van onveiligheid. Het keurmerk koppelt daartoe een helder eisenpakket, dat vanaf het eerste begin van de planontwikkeling als leidraad kan worden gebruikt, aan een keurmerk dat de consument garandeert dat ook daadwerkelijk met deze eisen rekening is gehouden.

Page 26: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

16

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Verlening van het keurmerk zal plaats vinden na realisatie. Consumentgericht bouwen De gemeente Vlaardingen stimuleert het bouwbeleid op het gebied van consumentgericht bouwen, zowel vanuit de projectmatige ontwikkeling als vanuit het particulier/collectief opdrachtgeverschap. Bij de verdere planvorming zal hier beleid voor worden ontwikkeld.

Conclusie

De (nieuwe) stedenbouwkundige uitgangspunten voor De Buitenplaats Van Ruytenburch (zoals opgenomen in paragraaf 3.4) past binnen de uitgangspunten van het Actieplan Wonen, de Vlaardingse woonvisie tot 2030. Een van de uitgangspunten daarin is het realiseren van meer ruim opgezette eengezinswoningen met tuin en het verminderen van het totaal aantal appartementen. Kwaliteit en variatie staan daarbij centraal.

Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2005-2015

In het door de gemeenteraad op 16 maart 2005 vastgestelde "Gemeentelijk Verkeers- en Vervoer Plan" (GVVP) wordt ingezet op "kwaliteit in bereikbaarheid". Het GVVP draagt, als uitwerking van de Ruimtelijke Structuurschets, bij aan de ruimtelijke ambities van de stad. Het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer (OV) is daarvoor de basis. Het gemeentebestuur realiseert zich daarnaast dat een voortgaande groei van de automobiliteit onafwendbaar is. Gekozen is om deze groei op te vangen binnen de grenzen van leefbaarheid en veiligheid. Het GVVP richt zich op kwaliteit en bereikbaarheid. Dit impliceert: veilige speelruimte voor kinderen (bijvoorbeeld in 30 km/uur zones); veilige en prettige bereikbaarheid van scholen (over vrijliggende fietspaden); ongehinderde bevoorrading van winkels (op vastgelegde tijden); aanpassing wegennet in de Rivierzone; goede regioverbindingen; prettige en veilige winkelmogelijkheden in het stadshart (voetgangersgebied). De gewenste bereikbaarheid krijgt gestalte in een vijftal beleidsrichtingen: waarborgen van de bereikbaarheid door middel van een samenhangend verkeersnetwerk; vergroten van de verkeersveiligheid; bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving en de ruimtelijke organisatie van de stad; bevorderen van de economische dynamiek (door knooppuntontwikkeling); monitoren binnen de jaarlijkse begrotingscyclus. In Vlaardingen wordt het doorgaande verkeer gebundeld op gebiedsontsluitingswegen (50 km/h-wegen). Waar mogelijk wordt langzaam- en snelverkeer op deze wegen van elkaar gescheiden. De overige wegen worden ingericht als erftoegangswegen (zoals in de vorm van 30 km/h-zones). Op de erftoegangswegen wordt langzaam- en snelverkeer in principe gemengd. Een te hoge verkeersintensiteit (voornamelijk veroorzaakt door doorgaand verkeer) is hier ongewenst. Voor alle wegen en fietsroutes in Vlaardingen geldt het streven naar een duurzaam veilige inrichting. De rijkswegen (A20 en A4) door en langs Vlaardingen zijn bepalend voor de ruimtelijke indeling

Page 27: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

17

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

van de stad. Ook de Hoekse Lijn in het zuiden en TramPlus in het noorden zijn belangrijke ruimtelijke elementen. Binnen de stad vormen de westelijke ontsluitingsroute (Marathonweg, Deltaweg, Galgkade), de oostelijke ontsluitingsroute (Vulcaanweg, Schiedamsedijk) en de noordelijke ontsluitingsroute (Holysingel) belangrijke gebiedsontsluitingswegen. Transport van gevaarlijke stoffen wordt zoveel mogelijk gebundeld op deze routes, met uitzondering van de Holysingel. Naast hiervoor bedoelde infrastructuur moet ook ruimte worden gereserveerd voor de verbindende en ontsluitende regionale fietsroutes. Het Vlaardings fietsnetwerk zal de gemeente de maatschappelijke kosten doorberekenen aan de gebruiker. Gezien haar mogelijkheden wordt dit gerealiseerd in het parkeerbeleid. In de stedenbouwkundig visie voor De Buitenplaats Van Ruytenburch is zoveel mogelijk toepassing gegeven aan het bovenstaande.

Gemeentelijke Fietsnota

De Fietsnota Vlaardingen, die door de gemeenteraad is vastgesteld op 3 april 2008, is een uitwerking van het Gemeentelijk Verkeer- Vervoerplan (GVVP). De Fietsnota richt zich op het stimuleren van het fietsgebruik in Vlaardingen. De wijze waarop met het fietsbeleid moet worden omgegaan, nodigt uit tot een integrale benadering van het mobiliteitsvraagstuk in relatie met aanverwante begrippen als veiligheid, leefbaarheid, bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, economische vitaliteit, welzijn en duurzaamheid. Het fietsbeleid in de gemeente hanteert de volgende uitgangspunten: stimuleren van het gebruik van duurzame vervoerwijzen; bijdrage leveren aan een levendige, economische, bloeiende en (verkeers)veilige stad met

een daarbij passend fietsbeleid; de fiets een prominente plek geven in ruimtelijke ontwikkelingen; een bijdrage leveren aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Het Vlaardings fietsnetwerk krijgt door middel van de volgende doelstellingen gestalte: verkeersveiligheid voor fietsers; comfortabele en aantrekkelijke routes; korte reistijd en goede doorstroming; directe en samenhangende routes. Het aanpassen van de fietsinfrastructuur alleen is niet voldoende om het fietsgebruik te stimuleren. Om het fietsen aantrekkelijker te maken, vindt een integrale benadering plaats op de volgende speerpunten: goede en aantrekkelijke fietsparkeervoorzieningen; goede bewegwijzering; verbeteren van de sociale veiligheid voor fietsers (onder andere openbare verlichting); aanpak van fietsendiefstal; stimuleren en faciliteren van verkeerseducatie. In de stedenbouwkundig visie voor De Buitenplaats Van Ruytenburch is zoveel mogelijk toepassing gegeven aan het bovenstaande.

Page 28: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

18

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Gemeentelijk parkeerbeleid

De doelstelling van het parkeerbeleid is een evenwichtige verdeling op maat tussen vraag naar en aanbod van de beschikbare parkeerplaatsen voor alle vervoermiddelen. Het streven is dat in Vlaardingen de verschillende doelgroepen op redelijke afstand van de bestemmingen kunnen parkeren of dat er goede alternatieve vervoermiddelen zijn. Gezien de doelstelling van het parkeerbeleid heeft de gemeenteraad op 24 januari 2008 de volgende beleidskaders voor het parkeerbeleid in Vlaardingen vastgesteld:

Het parkeerbeleid moet gericht zijn op het zo efficiënt mogelijk omgaan met de schaarse publieke ruimte en een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit;

Het parkeerbeleid is er op gericht om de parkeervraag en het parkeeraanbod zoveel mogelijk per gebied op elkaar af te stemmen zodat gebieden zo min mogelijk met elkaars probleem worden opgezadeld;

Het parkeerbeleid houdt rekening met de ontwikkeling van een vitale Binnenstad; Het parkeerbeleid stimuleert het gebruik van duurzame vervoerwijzen; Het parkeerbeleid moet op lange termijn kostendekkend zijn.

Het zijn vooral de eerste twee beleidskaders die voor het plangebied De Buitenplaats Van Ruytenburch van belang zijn. In de parkeernota 2008, op 30 oktober 2008 door de raad vastgesteld als beleidsuitwerking van de beleidskaders voor het parkeren, zijn parkeernormen vastgelegd. De nota werkt met parkeerkencijfers. Deze zijn per deelgebied verder uitgewerkt. Het plangebied De Buitenplaats Van Ruytenburch valt onder het deelgebied “Middengebied”. Voor nieuwe ontwikkelingen geldt parkeren op eigen terrein. Door het toepassen van parkeernormen bij nieuwbouw, herontwikkeling of functiewijziging wordt expliciet rekening gehouden met het ruimtebeslag van geparkeerde voertuigen. Daar waar de ruimte erg schaars is en de parkeerdruk erg hoog is, is gekozen voor het invoeren van parkeerregulering. Het gebied met (toekomstige) parkeerregulering is omsloten door de Westlandseweg, Burg. Pruissingel, Beethovensingel, Deltaweg, Galgkade, Spoorsingel, Binnensingel en Julianasingel. Buiten dit gebied kan in geval van herstructurering de noodzaak van invoering van parkeerregulering onderzocht worden.

Ambitiedocument gebiedsgericht milieubeleid

Het college van burgemeester en wethouders heeft een ambitiedocument laten opstellen over gebiedsgericht milieubeleid en biedt dit aan de raad. In het document is beschreven welke milieuambities Vlaardingen heeft voor verschillende deelgebieden in de gemeente en hoe deze ambities input zullen gaan vormen bij ruimtelijke planontwikkeling. De ambities zijn gebiedsgericht omdat ze zijn afgestemd op de specifieke kenmerken van verschillende deelgebieden in Vlaardingen en de specifieke kansen en bedreigingen die zich daar voordoen. Dit betekent dat niet overal dezelfde milieukwaliteit wordt nagestreefd, maar dat het gewenste kwaliteitsniveau afhankelijk is van de kenmerken van verschillende gebieden. Het acceptabele maximale geluidsniveau ligt bijvoorbeeld op een bedrijventerrein hoger dan in het centrum. In het ambitiedocument staat voor het plangebied De Buitenplaats Van Ruytenburch (in het document Buizengat-Oost 2e fase genoemd) het volgende aangegeven bij wijziging van gebiedstypen: wordt omgevormd van ‘werken 2’ naar ‘groenstedelijk wonen’. Bij ‘groenstedelijk wonen’ horen de volgende kenmerken:

Page 29: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

19

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Functies Hoofdfunctie: wonen Nevenfunctie: geen, tenzij klein buurtcentrum Belastende bestemmingen: buurtcentra / winkelcentra

Ruimtegebruik Functiemenging: geen, behalve werken aan huis Gebruiksintensiteit: matig extensief Dichtheid: matig (15-30 wo/ha)

Gestreefd wordt om aan het milieukwaliteitsprofiel te voldoen dat hoort bij het hoog ambitieniveau dat is gesteld voor ‘groenstedelijk wonen’. De ontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch voldoet aan het gestelde kwaliteitsniveau in het ambitiedocument. Echter kent het plangebied van De Buitenplaats Van Ruytenburch momenteel een hoge geluidsbelasting. Hiertoe zijn in dit bestemmingsplan maatregelen genomen om te komen het overgrote deel van de nieuwe woonwijk geluidluwer te maken, passend bij het (toekomstige) groene karakter van de woonbuurt en passend bij het kwaliteitsniveau voor ‘groenstedelijk wonen’ uit het Ambitiedocument. Zo wordt aan de zijden van de bronnen (met name de Hoflaan en de Westlandseweg) bebouwing gerealiseerd met een minimum bouwhoogte en aaneengesloten gevels (zie ook paragraaf 4.3.2 en 5.2). Deze bebouwing heeft een geluidafschermende werking, waardoor het achterliggende woongebied verzekerd is van een aangenaam woon- en leefklimaat.

Page 30: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

20

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Page 31: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

21

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

3 Gebiedsvisie

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt kort de geschiedenis en de bestaande situatie in het plangebied beschreven. Vervolgens worden de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen toegelicht. De invulling van dit hoofdstuk is grotendeels gebaseerd op de stedenbouwkundige visie De Buitenplaats Van Ruytenburch (2014), welke tevens als bijlage is opgenomen bij deze toelichting.

3.2 Geschiedenis locatie

In de 16 eeuw stond het gebied ten oosten van de haven en het Buizengat bekend als de Buitenweide, pachters gebruikten het als weideland en teelden er onder meer rapen, kool, tarwe en gerst. Het oostelijke spuiwater deelde het gebied in de grote Buitenweide, thans Oostwijk en de kleine Buitenweide, thans Buizengat Oost genoemd. Het spuiwater diende samen met het Buizengat om de haven door te spuien en de diepgang van de haven te onderhouden. Met hoogwater werd de sluis geopend, de kom liep vol, de sluis werd gesloten en met laagwater weer geopend om op een natuurlijke manier de haven te spuien. Tot in de 19e eeuw werd het spuiwater gebruikt, toen kwamen de nieuwere baggertechnieken en werd het oostelijk spuiwater gedempt. De huidige Hoge Laan was de zuidkade van het spuiwater. In 1611 kocht een rijke specerijenhandelaar uit Amsterdam, Pieter van Ruytenburch, de heerlijkheid Vlaardingen en Vlaardingen-Ambacht op en liet op de kruising tussen de haven, de Hoflaan en het spuiwater een buitenplaats bouwen, het Hof. Een buitenplaats is een monumentaal huis dat een harmonieus geheel vormt met een omliggende tuin of park. Het was een plek voor rijke stedelingen om in de zomer de ongezonde stad te ontvluchten en in deze zelf gecreëerde buitenoase te recreëren met tuinarchitectuur, literatuur, poëzie, muziek, planten en bloemen en beeldende kunst. Het was een plek om je maatschappelijke status mee in beeld te brengen. Vandaar dat zijn zoon Willem van Ruytenburch op dezelfde plek een groter huis liet bouwen na zijn vaders dood, hij had politieke ambities en werd ook uiteindelijk schepen (wethouder) in Amsterdam. Hij is ook de 'man in het geel' op Nederlands bekendste schilderij, De Nachtwacht. Tot in 1830 bezaten de nazaten van de familie de ‘Buitenplaats ’t Hof’, toen de rechten van de laatste ambachtsheer werden verkocht aan de stad Vlaardingen. Dit was het einde van de buitenplaats, de gronden van het Hof werden een openbaar park. Dit betekende voor Vlaardingen dat de grote buitenweide eindelijk ontwikkeld kon worden voor de uitbreiding van de stad. Met de aanleg van het Toepad (nu Schiedamse weg) is aan het eind van de 19e eeuw de ontwikkeling van Oostwijk opgestart, langs deze laan is Oostwijk organisch in oostelijke richting gegroeid. Op de locatie van het landhuis verrees een gasfabriek, die voor de verlichting van de stad diende en tot 1947 operationeel bleef. Ten noorden van de gasfabriek aan het Buizengat kwamen scheepswerven, deze zorgden er wel voor dat hun activiteiten niet de fraaie wandelroute, die de Hoflaan vormde, zou hinderen. Hieruit blijkt de belangrijke recreatieve functie van het Hof voor de Vlaardingers. In 1938 werd het Hof uitgebreid met het Oranjepark, in een fraaie Engelse landschapsstijl, anders opgezet dan de tuinarchitectuur van het Hof. In de

Page 32: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

22

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

jaren vijftig zijn de werven en de fabriek verdwenen en werd het gebied door de gemeente gebruikt, onder andere voor opslag. Ook kwam er een brandweerkazerne en een watertoren, deze zijn niet meer in gebruik, maar bepalen in grote mate de sfeer van het gebied. De geschiedenis van deze locatie meenemen in de beleving en de toekomst van de nieuwe woonwijk is door de bijzondere historie één van de pijlers voor de stedenbouwkundige visie van het gebied.

3.3 Bestaande situatie

In de bestaande situatie is het plangebied een grotendeels bouwrijp (en braakliggend) terrein. De voormalige bedrijfsbebouwing – van onder meer de gemeentewerven – is gesloopt en de bodem is gesaneerd. Enkele bouwwerken zijn gehandhaafd: de brandweerkazerne langs de Hoflaan en de watertoren aan de oostzijde van het plan. Deze historische gebouwen zijn beeldbepalend; de brandweerkazerne is onderdeel van het cultureel erfgoed van de stad. Ook is een aantal beeldbepalende bomen op de dijk en rond de watertoren waardevol en behoudenswaardig. Aan de noordzijde is het dijklichaam van de Westlandseweg aanwezig. Deze voormalige rivierdijk, die een hoogte kent van circa 4 meter ten opzichte van het omliggende maaiveld, markeert de oude grens tussen het centrumgebied van Vlaardingen en het voormalige Vlaardingen-Ambacht. Aan de zuidzijde van de dijk is een waterpartij aanwezig. Het voormalige evenemententerrein gelegen tussen de Hoflaan en het Buizengat is een archeologisch waardevol gebied. Hier zijn resten van de oude buitenplaats ’t Hof aangetroffen (zie ook paragraaf 4.9). Tijdelijke invulling - Stadslandbouw Gezien het gebied lange tijd braak ligt, is een initiatief opgestart voor een tijdelijke invulling: Stadslandbouw. De tijdelijke invulling van het gebied heeft een vliegende start gekregen met de Stichting Stadslandbouw Vlaardingen. Al in mei 2013 gingen de eerste zaden en gewassen de grond in en er is al volop geoogst. Er wordt geleverd aan diverse restaurants, de voedselbank en aan particulieren. Er is een groot, enthousiast team van vrijwilligers aan het werk. De sfeer van het braakliggende terrein is veranderd naar een unieke plek in Vlaardingen, waar genoten kan worden van een stukje landbouw in de stad.

Afbeelding 5: tijdelijke invulling: stadslandbouw

Page 33: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

23

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Ontsluitingsstructuur

De Hoflaan doorkruist het plangebied van Noord naar Zuid, dit is een belangrijke toegangsweg – vanaf de Westlandseweg – richting het centrum van Vlaardingen. De Hoflaan functioneert als gebiedsontsluitingsweg. De te handhaven brandweerkazerne is via de Hoflaan bereikbaar. In het Oosten van het plangebied ligt de Van Linden van den Heuvellweg; een fietspad vanaf de Westlandseweg naar de Hoflaan. Openbaar vervoer Door de min of meer centrale ligging binnen het stedelijk gebied van Vlaardingen bestaan voor De Buitenplaats Van Ruytenburch diverse openbaar vervoersmogelijkheden. De huidige streekbuslijn Maassluis/Vlaardingen (126) loopt via het Liesveldviaduct/Schiedamseweg. De gemiddelde loopafstand vanuit het plangebied naar de haltes op de Schiedamseweg of Liesveldviaduct bedraagt circa 750 meter. Ook kan gebruik worden gemaakt van de buslijnen 56 (van/naar het NS-station Vlaardingen-West van/naar Holy-Noord) en 57 (richting Vlaardingen Westerhoofd). Twee haltes (van lijn 57) zijn gelegen aan de Hoflaan, nabij het plangebied van De Buitenplaats Van Ruytenburch: halte ‘Oude Havenbrug’ ten zuiden van het gebied en halte ‘Hoflaan’ ten westen van het gebied. Fietsroutes De NS-stations Vlaardingen-Centrum en Vlaardingen-Oost liggen beiden op korte afstand van het plangebied (circa 1.200 meter) en zijn per fiets bereikbaar via rechtstreekse routes. De Hoflaan vormt met de Oost- of Westhavenkade, een doorgaande fietsverbinding naar het NS-station Vlaardingen-Centrum. Naar het NS-station Vlaardingen-Oost is er een fietsverbinding via de Van Linden van den Heuvellweg en de Westlandseweg.

3.4 Visie op gewenste ontwikkelingen

Beeldkwaliteitplan

Voor de ontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch wordt een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Het beeldkwaliteitplan geeft inzicht in de gewenste identiteit en de beoogde ambitie voor de Buitenplaats Van Ruytenburch. Het levert de inspiratie aan iedereen, die bij het verdere ontwerp- en ontwikkelproces betrokken is om een bijzonder gebied met maximaal toekomstperspectief te bieden. Het beeldkwaliteitplan zal gekoppeld worden aan de welstandsnota, waarmee hij fungeert als toetsingskader voor de Welstandscommissie bij de beoordeling van bouwplannen voor deze locatie. Dit plan zal tevens een handvat zijn voor de verdere invulling van het verkavelingsplan en de uitwerking van de bebouwing. De kaders zijn helder en flexibel, waardoor de mogelijke oplossingen oneindig zijn, maar wel de gewenste identiteit waarborgen.

Stedenbouwkundige visie

Ook in de huidige tijd is de locatie een bijzondere plek met veel potenties: de ligging dichtbij het centrum van Vlaardingen met winkel, horeca en cultuurvoorzieningen, naast het net gerenoveerde Oranjepark en het Hof, vlakbij de uitvalswegen van Vlaardingen, alles goed bereikbaar met de fiets, dichtbij hoogwaardig openbaar vervoer, monumentale gebouwen uit de

Page 34: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

24

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

jaren vijftig, die het gebied meteen al een eigen sfeer geven. En natuurlijk de rijke historie. Het optimaal benutten van deze kwaliteiten en gebruik maken van het bestaande is een uitgangspunt. Een ander belangrijk pijler voor deze visie is flexibiliteit qua woningbouwprogramma en fasering oftewel het organisch en vraaggestuurd ontwikkelen. Daarnaast lag er ook een belangrijke vraag over een tijdelijk programma voor de locatie gedurende de hele ontwikkelfase. Vanuit al deze verschillende invalshoeken hebben we getracht dit samen te laten komen in een stedenbouwkundig model, waarin organische groei van woningen mogelijk is met een tijdelijk programma voor de lege velden, een verwijzing en gebruik van het verleden wordt gemaakt en de bestaande beeldbepalende panden hun plek en verhaal in het gebied kunnen krijgen: een nieuwe Buitenplaats. Een nieuwe Buitenplaats is een plek, waar het moderne gezin de stad en de monotone buitenwijken kan ontvluchten en dichtbij het centrum en het park/groen gaat wonen. De nieuwe Buitenplaats is een harmonieus geheel tussen huizen en omringende tuin en park. Er kan worden gerecreëerd met tuinarchitectuur, literatuur, poëzie, muziek, planten en bloemen en beeldende kunst, zoals in de oude tijden. De brandweerkazerne, de watertoren en de stadslandbouw gaan daar een rol in spelen. Ook een nieuwe maatschappelijke status hoort daarbij: wonen in ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’.

Afbeelding 6: Hoofdstructuur stedenbouwkundige opzet

Page 35: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

25

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Het ‘Buitenplaatsmodel’ behelst een hoofdstructuur van uitgeefbare velden ingekaderd met duidelijke openbare ruimtes; de Hoflaan met een vernieuwd profiel; een slingerende laan, de Parklaan; twee vizieren vanaf de Hoflaan, tussenstraatjes met een erfachtige inrichting en verspringende bomenrijen en twee grotere parkachtige ruimtes bij de brandweerkazerne en de watertoren. De hoofdstructuur is in grote lijnen vastgelegd in dit bestemmingsplan, als impressie van deze structuur is afbeelding 6 opgenomen. De Hoflaan wordt afgemaakt en krijgt een rijker profiel met bomenrijen, die een aankondiging zijn van de Buitenplaats. De Parklaan geeft een fraai doorzicht op het Oranjepark al bij de entree van de Buitenplaats. De brandweerkazerne maakt met de bestaande poortwoning zelfs een poortentree tot de Buitenplaats. De twee vizieren vanaf de Hoflaan richting het Oranjepark zorgen voor doorzicht naar het Oranjepark, het park is overal door de wijk heen voelbaar. Door de twee parkachtige ruimtes bij de beeldbepalende panden komen deze extra tot hun recht en kunnen er verschillende functies in worden ondergebracht met eventueel gebruik van die buitenruimte. Het parkeren gebeurt grotendeels op eigen terrein en op de uitgeefbare velden, uit het zicht van de openbare ruimte , ze worden omkaderd met groen of 'Buitenplaats' muren. In de openbare profielen is er rekening gehouden met langsparkeren voor bezoekers. Hiermee wordt ruimschoots de parkeernorm gehaald. De velden worden tijdelijk ingericht met elementen, die bij een Buitenplaats horen: moestuin, boomgaard en aangelegde tuin. De combinatie van de invulling van de velden met de ideeën voor het hergebruik van de beeldbepalende panden kan elkaar versterken. De woonvelden kunnen stapsgewijs ingevuld worden met een divers woningbouwprogramma. Er passen qua maatvoering veel verschillende typologieën in (flexibiliteit) en er zijn verschillende oplossingen voor het parkeren en eventuele speelplekken voor de allerkleinsten mogelijk. Er past in totaal een minimaal en een maximaal programma in, afhankelijk van de vraag uit de markt. Organische groei geschiedt vaak langs een laan (zie het Toepad, thans Schiedamseweg in Oostwijk), de Parklaan zou daarvoor kunnen dienen. Er kan ontwikkeld worden langs de Parklaan van west naar oost of van zuid naar noord, zo de markt het vraagt. Door de organische groei ontstaat er een pandsgewijze architectuur, waardoor de Buitenplaats een rijk en gevarieerd beeld krijgt. Onlosmakelijk verbonden met een Buitenplaats is het landhuis. Pieter van Ruytenburch had daar in 1611 al de mooiste plek voor uit gekozen, op het kruispunt tussen vier waters: het Buizengat, het Spuiwater, de Haven en de Vlaardingse Vaart met uitzicht op de haven en zijn buitenplaats. Op deze plek kan een iconisch appartementengebouw komen, die het hele gebied overziet. Een gebouw met een geheel of gedeeltelijk ondergronds parkeren en hoger dan de rest van het plan. De archeologische resten van het oude landhuis van Wilhem van Ruytenburch kunnen in het plein voor het gebouw waarneembaar worden gemaakt voor het publiek en opgenomen worden in het ontwerp voor het openbaar terrein aan de kade. Een plek waar je geschiedenis beleeft en toekomst maakt. Organische ontwikkeling | Flexibiliteit De markt is op dit moment grillig , dat betekent dat het erg moeilijk is om op lange termijn te bepalen wat de woningbehoefte is en dus welk programma we in het hele gebied zullen gaan

Page 36: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

26

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

krijgen. Wat nu de woningbehoefte is, kan over twee jaar geheel anders zijn. Er zal steeds geanticipeerd moeten worden op de vraag vanuit de markt. De ontwikkeling dient dus flexibel ingevuld te kunnen worden, zodat er adequaat gereageerd kan worden op de woningbehoefte in de tijd, die wel gericht is op het (middel-) dure segment. Om de ruimte hiervoor te hebben in de stedenbouwkundige visie zijn de woonvelden zo ontworpen dat het wonen en het parkeren op verschillende manieren binnen het veld kan worden opgelost. Dit kunnen rijwoningen, tweekappers, vrijstaande woningen, bungalows, maar ook vrije kavels zijn met zogenaamde parkeerkoffers ten behoeve van het parkeren van de woningen binnen een vlek. Op deze wijze wordt het parkeren zoveel mogelijk aan het zicht onttrokken zodat de openbare ruimte autoluw is. Op deze wijze kunnen er verschillende aantallen en type woningen gerealiseerd worden. Ook de mogelijkheid is er om een appartementengebouw in te passen, waar gewenst is. Toekomstige bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden krijgen een rol in de totstandkoming van de ontwikkeling. De eerste informatieavonden en woonworkshop worden ingepland om samen met de toekomstige bewoners en gebruikers hun wensen te vertalen naar woningen die op hun behoeftes aansluiten. Hieronder is een afbeelding opgenomen van het stedenbouwkundige uitgangspunten (de onderliggende verkaveling is slechts indicatief).

Afbeelding 7: Stedenbouwkundige uitgangpunten

Page 37: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

27

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Watertoren en Brandweerkazerne De watertoren zal een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch. De nieuwe functie moet aansluiten bij de behoefte vanuit de locatie. Dit bijzondere gebouw op deze prominente plek vroeg om een openbare functie. Er wordt naar functies gezocht die zoveel mogelijk openbaar toegankelijk zijn. De toren is een alzijdig gebouw, waarbij het park overal kan doorlopen tot aan de gevel. De toren komt echt in het park te staan, er bevindt zich geen afgesloten privé terrein rond de toren. Rond de toren is een groot terras beoogd dat vrij toegankelijk is vanuit het park en de nieuwe woonwijk De Buitenplaats Van Ruytenburch. De toren kan bewoners verwelkomen, een restaurant met buitenterras kunnen fungeren als tweede woonkamer voor de bewoners. Daarnaast kan de toren plaats bieden aan informatiebijeenkomsten voor en over de nieuwe wijk, waarbij er ook mogelijkheden voor bewoners zijn om ruimten te gebruiken voor bijeenkomsten. De watertoren wil op deze wijze een belangrijke bijdrage leveren aan de identiteit van deze plek in de stad. Ook is een samenwerkingsverband mogelijk tussen de toren en de brandweerkazerne. De brandweerkazerne kan ruimte bieden aan beginnende ondernemers en aan zelfstandigen die graag samen willen delen, volgens een laagdrempelige flexwerkformule waarmee ingespeeld wordt op belangrijke trends als het nieuwe werken, de mobiele werknemer en het nieuwe rijden. De herbestemming zal leiden tot een verrassende en inspirerende werkomgeving, met mogelijkheden tot interactie met de woonomgeving en bewoners van De Buitenplaats Van Ruytenburch. Invullingen van het programma wordt in gezamenlijkheid met lokale ondernemers opgepakt, zodat er een synergie voor alle partijen ontstaat. Door deze samenwerking ontstaat er een overvloed aan creatieve ideeën die gezamenlijk uitgewerkt kunnen worden. Met deze nieuwe energie wordt de locatie op de kaart gezet en worden de plaatselijke ondernemers tevens de ambassadeurs van de locatie. Stedenbouwkundige uitgangspunten De stedenbouwkundige uitgangspunten zijn nader uitgewerkt in de bestemmingsmethodiek. Zo worden in dit bestemmingsplan regels sturing gegeven aan de volgende punten:

Maximum aantal woningen Verschijningsvorm Bouwhoogte Gevellijn Vizieren Ontsluiting Gevelbreedte Behoud monumenten en karakteristieke waarden en beschermd stadsgezicht Molenbiotoop Terras in het groen

Een uitgebreidere uitleg over de vertaling van de uitgangspunten in dit bestemmingsplan is opgenomen in paragraaf 5.2.

Page 38: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

28

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Page 39: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

29

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

4 Onderzoek

4.1 Inleiding

Een van de strategische doelen van het milieubeleid in Vlaardingen is dat duurzame ontwikkeling en omgevingskwaliteit uitgangspunt zijn voor de stedelijke vernieuwing. Concretisering vindt plaats in een bestemmingsplan als het onderhavige. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal milieu- en omgevingsaspecten, die bij dit plan een rol spelen.

4.2 Bodemkwaliteit

4.2.1 Kader

Wet bodembescherming

Als sprake is van ernstige bodemverontreiniging dan is de Wet bodembescherming (Wbb) van kracht. Het doel van de Wbb is in de eerste plaats het beschermen van de (land- of water-) bodem zodat deze kan worden benut door mens, dier en plant, nu en in de toekomst. Via de Wbb heeft de Rijksoverheid de mogelijkheid algemene regels te stellen voor de uitvoering van werken, het transport van stoffen en het toevoegen van stoffen aan de bodem. Op 1 januari 2006 is de Wbb ingrijpend aangepast omdat het beleid met betrekking tot bodemsaneringen veranderde. De Wbb kent nu een viertal regelingen die alle vier een ander onderdeel van bodembescherming voor hun rekening nemen:

Een regeling voor de bescherming van de bodem waarin ook staat dat degene die de bodem verontreinigt, zelf verantwoordelijk is voor het verwijderen van de vervuiling. De overheid kan dwingen tot sanering als de verontreiniging na 1987 is ontstaan.

Een bijzondere regeling voor de aanpak van nieuwe bodemverontreiniging die is ontstaan als gevolg van een ongewoon voorval (calamiteit).

Een regeling voor de verontreiniging die is ontstaan voor de Wbb in werking trad in 1987 (historische bodemverontreiniging). Ook in die gevallen geldt dat de vervuiler zelf de verontreiniging verwijdert. Als er geen vervuiler (meer) is, omdat het bedrijf niet meer bestaat en er geen rechtsopvolger is, zal de sanering door de overheid worden uitgevoerd.

Een regeling voor de aanpak van verontreiniging in de waterbodem. Rijkswaterstaat heeft vooral met deze regeling te maken. De regeling geldt voor alle waterbodemverontreiniging, of de vervuiling nu voor of na 1987 is ontstaan.

Ontwikkelingen kunnen pas plaatsvinden als de bodem, waarop deze ontwikkelingen gaan plaatsvinden, geschikt is of geschikt is gemaakt voor het beoogde doel. Bij nieuwbouwactiviteiten dient de bodemkwaliteit door middel van onderzoek in beeld te zijn gebracht. In het algemeen geldt dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op een schone bodem dienen te worden gerealiseerd.

Besluit bodemkwaliteit

Op 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit (volledig) in werking getreden. Het doel van dit

Page 40: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

30

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

besluit is de bodem beter te beschermen en meer ruimte te bieden voor nieuwe bouwprojecten. Ook geeft het besluit gemeenten en provincies meer verantwoordelijkheid om de bodem te beheren. Het Bouwstoffenbesluit (Bsb) is opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit. Het besluit heeft alleen betrekking op steenachtige bouwstoffen. Andere materialen worden in de praktijk ook toegepast als bouwstof maar vallen niet onder dit besluit. Voor grond en baggerspecie in oppervlaktewater en op landbodems gelden aparte regels die ook in het Besluit bodemkwaliteit zijn opgenomen; in tegenstelling tot bouwstoffen kunnen ze weer definitief deel gaan uitmaken van de bodem. Tot slot zijn in het Besluit bodemkwaliteit de kwaliteitsregels voor, ondermeer, bodemonderzoek, bodemsanering en laboratoriumanalyses die worden uitgevoerd door adviesbureaus, laboratoria en aannemers (bodemintermediairs) vastgelegd. Deze regels zijn bekend onder de naam Kwalibo (kwaliteitsborging in het bodembeheer). Kwalibo bevat ook maatregelen om de kwaliteit van ambtenaren die bodembeleid maken of uitvoeren en het toezicht en de handhaving te verbeteren.

Relatie Wabo, Wbb en Woningwet (Ww)

De inwerkingtreding van de Wabo (1 oktober 2010) heeft ook effect op de Wbb en de Woningwet (Ww): in de Wabo is aangegeven dat in de plaats van de aanhoudingsgrond (uit de Ww) een afstemmingsregeling wordt opgesteld waarbij de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning wordt afgestemd op de acties ten aanzien van de bodemverontreiniging. Deze afstemmingsregeling is opgenomen in artikel 6.2c van de Wabo. Voorts geldt ten aanzien van de bodem dat artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Woningwet gemeenten verplicht in hun bouwverordening voorschriften omtrent het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem op te nemen. Die voorschriften dienen op grond van artikel 8, vierde lid, van de Woningwet in elk geval betrekking te hebben op het verrichten van onderzoek naar aard en mate van verontreiniging van de bodem, op de aard en omvang van dat onderzoek en op inrichting van het op te stellen onderzoeksrapport.

Gemeentelijk bodembeleid

De vastgestelde bodemkwaliteitskaart, die onderdeel is van de Bodembeheernota Vlaardingen 2004, geeft een globaal beeld van de achtergrondwaarden. In het kader van het project “Bodem in Beeld” is op basis van het bodeminformatiesysteem Strabis een beeld verkregen van de bodemkwaliteit van onderzochte locaties. Op grond van historisch onderzoek zijn de meeste verdachte locaties onderzocht. Voor alle te ontwikkelen bouwlocaties of infrastructurele werken wordt vooraf een verkennend onderzoek uitgevoerd en indien noodzakelijk, aanvullend onderzoek. Vervolgens wordt beoordeeld of de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming. Indien nodig worden saneringsmaatregelen genomen om de locatie geschikt te maken. Wanneer grond van elders wordt aangevoerd dienen bewijsmiddelen te worden geleverd om vast te stellen of de grond geschikt is. Toetsing vindt plaats door de gemeente. De “Vrijstellingsregeling grondverzet” op grond van het Bsb heeft tot doel om hergebruik van licht verontreinigde grond mogelijk te maken door middel van vrijstelling van enkele Bsb-voorschriften. De vrijstellingsregeling vormt de juridische basis voor actief bodembeheer. Daarnaast is de nota “Grond grondig bekeken” relevant in het kader van bodembeheer. In deze nota is aangegeven dat hergebruik van licht verontreinigde grond niet mag leiden tot risico’s bij het huidig of toekomstig gebruik van de bodem of verspreidingsrisico’s van verontreinigingen. In de gemeentelijk bodembeheernota heeft de gemeente hiervoor toetsingscriteria aangegeven.

Page 41: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

31

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Indien bij het hergebruik van licht verontreinigde grond geen gebruik wordt gemaakt van de vrijstellingsregeling is het Bouwstoffenbesluit onverminderd van toepassing. De vrijstellingsregeling grondverzet heeft betrekking op licht verontreinigde grond. Ook het hergebruik als landbodem van licht verontreinigde gerijpte baggerspecie valt onder de regeling. De regeling geldt niet voor het hergebruik van verontreinigde grond boven de interventiewaarde of voor hergebruik in oppervlaktewater.

Beleid bodemsanering

In 1997 koos de regering voor een belangrijke koerswijziging van het bodemsaneringsbeleid vanwege de geconstateerde stagnatie in de bodemsaneringsoperatie. De koerswijziging hield in dat men saneren goedkoper wilde maken. Dit door immobiele verontreinigingen in de bovengrond functiegericht te saneren en mobiele verontreinigingen in de ondergrond op een kosteneffectieve wijze. In de uitwerking van het provinciale beleid in Zuid-Holland wordt de doelstelling van een bodemsanering afgestemd op de gebruiksvormen en is het te bereiken eindresultaat mede afhankelijk van de kosten. Voor functiegericht en kosteneffectiefsaneren gelden de volgende vier strategische doelstellingen:

saneringsmaatregelen worden ontworpen vanuit een integrale aanpak van grond, grondwater en bodemlucht in hun onderlinge samenhang en in samenhang met geplande ontwikkelingen;

de bodem voldoet na saneren aan eisen die het gebruik stelt. Dit betekent dat blootstelling aan verontreinigde stoffen moet worden voorkómen en verspreiding van verontreinig(en)de stoffen moet worden tegengegaan;

ijkmomenten worden ingebouwd om het saneringsverloop te kunnen volgen en waar nodig bij te sturen.

de sanering moet ertoe leiden dat de zorgtaken voor de bodem zo beperkt mogelijk zijn. Bij een functiegerichte sanering wordt onderscheid gemaakt in immobiele en mobiele verontreinigingen. Immobiele stoffen, zoals PAK’s en zware metalen, kunnen zich niet of nauwelijks verspreiden en komen daardoor vaak in de bovengrond voor. Bij uitwerking van een functiegerichte sanering moet de bovengrond, de contactlaag, voldoen aan de hieraan gestelde eisen. Dit betekent dat de saneringsmaatregelen die hieruit voortvloeien bestaan uit het terugbrengen van de risico’s in de actuele contactzone in relatie tot het gebruik van de bodem. Voor wat betreft dit laatste zijn er zogenaamde BodemGebruiksWaarden opgesteld. Deze BGW’s zijn dus gekoppeld aan de bodemgebruiksvorm.

4.2.2 Onderzoek

De bodem van een groot deel van de locatie De Buitenplaats Van Ruytenburch is in meer of mindere mate verontreinigd, hetgeen consequenties heeft voor het plangebied van het onderhavige stedenbouwkundig plan. In het nader bodemonderzoek in de voormalige Beerhaven van 13 september 2005 wordt het volgende geconcludeerd. De aangetroffen verontreinigingen met zware metalen en PAK in de grond en/of het grondwater betreffen gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Dit houdt in dat voor de verontreiniging een saneringsnoodzaak aanwezig is.

Page 42: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

32

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Afbeelding 8: overzichtskaart te saneren gebieden Buizengat-Oost (de globale ligging bestemmingsplangebied De Buitenplaats Van Ruytenburch is aangegeven in blauw)

Page 43: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

33

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Met betrekking tot de bodemkwaliteit is in het plangebied Buizengat Oost (zoals aangegeven in afbeelding 8) sprake van vier deellocaties. Voor dit bestemmingsplan is uitsluitend deellocatie 1 van belang. Het gaat om de volgende:

Deellocatie (zie afbeelding ‘overzichtskaart te saneren gebieden Buizengat-Oost’)

Omschrijving Bodemsituatie

1 Buizengat 2e fase / De Buitenplaats Van Ruytenburch

De bodem is gesaneerd op basis van het stedenbouwkundige plan met een leeflaag, sanering en ontgraving van de parkeergarages. Bij wijzigingen in het plan is aanvullende sanering noodzakelijk (verontreiniging onder de leeflaag). Nazorg is verplicht. Noodzaak tot grondwatersanering is nog onbekend.

2 Het Hof en Oranjepark De bodem is onderzocht op basis van het herinrichtingsplan. Hergebruik van vrijkomende grond geschiedt op basis van een grondstromenplan. Werkzaamheden worden deels uitgevoerd onder milieukundige begeleiding.

3 Het Pannenkoekhuis en de gemeentelocatie

De locatie is onderzocht en geschikt bevonden voor de bestemming. Er is geen aanleiding voor het uitvoeren van een bodemsanering.

4 Kinderopvang De Krentenmik Locatie is onderzocht en geschikt bevonden.

4.2.3 Conclusie

De verontreinigde bodem binnen het bestemmingsplangebied is inmiddels gesaneerd. Besluitvorming inzake evaluatie dient nog plaats te vinden.

4.3 Akoestische aspecten

4.3.1 Kader

In dit bestemmingsplan wordt de nieuwbouw van woningen voorgestaan. De nieuwe woningen zijn gelegen binnen de onderzoekszone van verschillende wegen en industrieterreinen zodat akoestisch onderzoek in de zin van de Wgh noodzakelijk is. Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is ook onderzoek uitgevoerd naar de nieuwe ontsluitingsstructuur in het plan (30 km-wegen). Als laatste is in deze paragraaf, eveneens uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, aandacht besteed aan het terrasgeluid afkomstig van de horecabestemming in het oostelijke deel van het plan alsmede het terras ter plaatse van het voormalig evenemententerrein gelegen tussen de Hoflaan en het Buizengat. Gezien de ligging van het plan ten opzichte van

Page 44: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

34

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

spoorlijnen is een onderzoek naar railverkeerslawaai niet aan de orde. Hierna zijn de onderzoeksresultaten beschreven.

4.3.2 Onderzoek

Wegverkeerslawaai en industrielawaai

Het wettelijk kader, de uitgangspunten, resultaten en conclusies van het onderzoek naar weg- en industrielawaai zijn opgenomen in de separate bijlage ‘Akoestisch onderzoek; De Buitenplaats Van Ruytenburch’ van 24 februari 2014. In het volgende gedeelte worden in het kort de bevindingen van dit onderzoek beschreven. Uit het onderzoek blijkt dat het verkeer op de Rotterdamseweg en de interne ontsluitingsstructuur geen belemmeringen oplevert voor de realisatie van de woningen in dit plan. Verder blijkt uit het onderzoek dat als gevolg van het verkeer op de Westlandseweg, de Hoflaan en het industrieterrein ‘Botlek/Pernis’ een hogere grenswaarde noodzakelijk is. In het akoestisch onderzoek is verder beschreven dat bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk zijn. Om deze reden is het noodzakelijk in het kader van de voorbereiding van dit bestemmingsplan een hogere grenswaarde procedure vast te stellen voor het verkeer op de Westlandseweg en de Hoflaan en het industrieterrein ‘Botlek/Pernis’. De geluidsbelasting bedraagt maximaal respectievelijk 56 dB, 57 dB en 53 dB(A). Verder is van belang te vermelden dat de gemeente het voornemen heeft binnen afzienbare tijd beleid vast te stellen. In dit beleid wordt vastgelegd onder welke voorwaarden de gemeente medewerking wil verlenen aan het vaststellen van een hogere grenswaarde. Omdat de verwachting is dat dit beleid is werking treedt voordat dit plan in procedure wordt gebracht zijn de consequenties beschreven in het akoestisch onderzoek. Een samenvatting van deze consequenties is in het volgende tekstgedeelte beschreven. Bij de uitwerking van het plan moet voor de woningen met een geluidsbelasting van 54 dB en hoger worden voldaan aan de voorwaarden uit het (concept) hogere waarde beleid. Dit betekent dat de woningen die evenwijdig aan en direct langs de Westlandseweg en de Hoflaan zoveel als mogelijk aaneengesloten moeten worden gebouwd. Om voldoende afscherming te bewerkstelligen is voor deze bebouwing een minimum bouwhoogte vastgelegd in de regels van het plan. Daarnaast moet bij de uitwerking van de bouwplannen rekening worden gehouden met enkele voorwaarden die betrekking hebben op de oriëntatie en de indeling van de woningen met een geluidsbelasting hoger dan 53 dB. Dit betreft uitsluitend de eerstelijnsbebouwing langs de Westlandseweg en de Hoflaan. De voorwaarden zijn dat deze woningen een geluidsluwe zijde moeten hebben en/of een geluidsluwe buitenruimte (balkon/loggia). Voor de grondgebonden woningen kan zonder meer worden voldaan aan deze voorwaarde(n). Voor de indeling van de woningen met een geluidsbelasting die hoger is dan 53 dB geldt dat de hoofdslaapkamer aan de geluidsluwe zijde moet worden gesitueerd of dat een geluidluwe balkon/geluidsluwe loggia aanwezig is.

Page 45: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

35

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Voor het appartementengebouw in het noordoostelijke deel van het plan (nabij de watertoren) en de appartementen binnen de bestemming Gemengd – 1 moet bij de uitwerking van het bouwplan rekening worden gehouden met deze voorwaarden. Hierbij moet rekening worden gehouden met een hogere geluidsbelasting door de Westlandseweg op meerdere gevels en een hogere geluidsbelasting op de zuid- en/of westgevel van de gebouwen door het industrieterrein ‘Botlek/Pernis’. Omdat op meerdere gevels door meerdere geluidsbronnen de voorkeursgrenswaarde(n) worden overschreden moeten er wellicht aanvullende bouwkundige maatregelen worden getroffen (afgeschermde buitenruimte/loggia) om te kunnen voldoen aan de voorwaarden uit het hogere waarde beleid. Het ontwerpbesluit tot vaststelling hogere waarde moet gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd. De hogere waarde moet zijn vastgesteld voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld.

Terrasgeluid

Met dit bestemmingsplan worden twee terrassen (als onderdeel van een horecafunctie) mogelijk gemaakt, één nabij de watertoren en één op het voormalig evenementen terrein tussen de Hoflaan en het Buizengat. Naar het inrichtingsgeluid van deze terrassen zijn twee onderzoeken uitgevoerd. In het volgende gedeelte worden in het kort de bevindingen van deze onderzoeken beschreven. In de rapporten zijn de consequenties in beeld gebracht van het stemgeluid op de terrassen. Alhoewel er geen geluidsvoorschriften gelden voor het stemgeluid op een niet verwarmd en niet overdekt terras zijn de consequenties van dit stemgeluid beoordeeld in het kader van een goede ruimtelijke onderbouwing. Terras watertoren Het wettelijk kader, de uitgangspunten, resultaten en conclusies van dit onderzoek naar inrichtingsgeluid zijn opgenomen in de separate bijlage ‘Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren; Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch”, gemeente Vlaardingen’ van 24 februari 2014. Een samenvatting van de conclusies van dit onderzoek is in het volgende tekstgedeelte beschreven. In het onderzoek is de geluidsbelasting beoordeeld in de situatie zonder en met een terrasscherm. Zonder terrasscherm veroorzaakt het stemgeluid van zittende personen op het terras een Lden-waarde van ten hoogste 49 dB (A-gewogen) op de grens van de percelen met bestemming ‘wonen’. Een terrasscherm van 2 meter hoog geeft een reductie van 1 tot 6 dB op de geluidsbelasting ten gevolge van het stemgeluid. Het maximaal geluidsniveau LAmax bedraagt maximaal 52 dB(A) op de grens van de bestemming waarbinnen de nieuwe woningen kunnen worden gebouwd. Een terrasscherm geeft nauwelijks reductie. De berekende waarde van LAmax is in alle gevallen ruim lager dan de minimum grenswaarde van 60 dB(A) in de nachtperiode. De waarde van 49 dB (A-gewogen) kan worden omschreven als een goed akoestisch klimaat. Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is in de regels van dit bestemmingsplan vastgelegd dat er zodanige maatregelen moeten worden getroffen dat de geluidsbelasting op de woningen niet hoger is dan 50 dB(A). In dit geval is sprake van een goed akoestisch klimaat. Dit kan worden bereikt door het toepassen van terrasschermen van 2 meter, door de woningen

Page 46: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

36

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

op grotere afstand van het terras te bouwen of door het toepassen van een bouwkundige maatregelen zoals een dove gevel die gericht is op het terras. In de bestemmingsregeling (artikel 6.2.2., onder c) is voorzien in terrasschermen van 2 meter voor het terras nabij de watertoren. Terras voormalig evenemententerrein tussen de Hoflaan en het Buizengat Het wettelijk kader, de uitgangspunten, resultaten en conclusies van dit onderzoek naar inrichtingsgeluid zijn opgenomen in de separate bijlage ‘Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat; Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch”, gemeente Vlaardingen’ van 14 mei 2014. Een samenvatting van de conclusies van dit onderzoek is in het volgende tekstgedeelte beschreven. In het onderzoek is de geluidsbelasting van het stemgeluid afkomstige van het terras bepaald en beoordeeld op het gebouw (bestemming Gemengd – 1) op het voormalige evenemententerrein tussen de Hoflaan en het Buizengat. Direct ten zuiden van dit gebouw is de realisatie van een terras mogelijk. Ook de bebouwing aan de Hoflaan is meegenomen in het onderzoek. Het onderzoek beschouwd drie varianten, waarbij de openingstijden van het terras variëren: tot 01.00u, tot 00.00u en tot 23.00u. Voor het gebouw binnen de bestemming Gemengd – 1 geldt het volgende:

Bij gebruik van het terras tot 01.00 uur is het akoestisch klimaat redelijk en matig op de zuidgevel van het gebouw direct ter plaatse van het terras tot en met de 5e bouwlaag;

Bij gebruik van het terras tot 00.00 uur is het akoestisch klimaat redelijk en matig op de zuidgevel van het gebouw Gemengd-1 direct ter plaatse van het terras tot en met de 4e bouwlaag;

Bij gebruik van het terras tot 23.00 uur is het akoestisch klimaat redelijk en matig op de zuidgevel van het gebouw Gemengd-1 direct ter plaatse van het terras tot en met de 3e bouwlaag.

Ongeacht welke variant, zijn op de westelijke en zuidelijke gevel van het woonblok oostelijk van de Hoflaan Lden-waarden berekend van 44 dB of lager. Het akoestisch klimaat ten gevolge van het terras is dus op dit woonblok altijd ‘goed’ (lager dan 50 dB) te classificeren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn de maximale geluidsniveaus LAmax c.q. de geluidspieken ten gevolge van het stemgeluid op het terras in beeld gebracht:

Maximale geluidsniveaus LAmax hoger dan 70 dB(A) komen alleen voor op de begane grond binnen en net buiten het terrasscherm.

Maximale geluidsniveaus LAmax hoger dan 65 dB(A) komen alleen voor op de begane grond en 1e verdieping binnen en net buiten het terrasscherm.

Maximale geluidsniveaus LAmax hoger dan 60 dB(A) komen alleen voor op de begane grond, 1e en 2e verdieping binnen en net buiten het terrasscherm.

Indien het terras tussen 23.00 uur en 07.00 uur niet wordt gebruikt, treden er vanzelfsprekend in de nachtperiode ook geen piekgeluiden op ten gevolge van het stemgeluid op het terras.

4.3.3 Conclusie

Ten behoeve van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde als gevolg van het wegverkeers- en industrielawaai dient een besluit hogere grenswaarden te worden genomen.

Page 47: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

37

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Deze procedure loopt gelijk op met het ontwerpbestemmingsplan, wat inhoudt dat het ontwerp hogere waarden-besluit tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. De hogere waarde moet zijn vastgesteld voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld.

4.4 Luchtkwaliteit

4.4.1 Kader

De kern van de ‘Wet luchtkwaliteit’ (titel 5.2 luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer) is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een bundeling maatregelen op regionaal, nationaal en internationaal niveau die de luchtkwaliteit verbeteren en waarin alle ruimtelijke ontwikkelingen/projecten zijn opgenomen die de luchtkwaliteit verslechteren. Het doel van het NSL is om overal in Nederland te voldoen aan de Europese normen voor de luchtverontreinigende stoffen, waarvan stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) de belangrijkste zijn. Met het van kracht worden van het NSL per 1 augustus 2009 zijn de tijdstippen waarop moet worden voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarden NO2 en PM10 van 40 µg/m3

aangepast. Het tijdstip waarop aan de normen voor PM10 moet worden voldaan is uitgesteld tot 11 juni 2011. Het tijdstip waarop aan de normen voor NO2 moet worden voldaan is voor Nederland 1 januari 2015. Naast de introductie van het NSL is de invoering van het begrip “niet in betekenende mate bijdrage” (NIBM) een belangrijk onderdeel van de ‘Wet luchtkwaliteit’. Een project draagt NIBM bij aan de luchtkwaliteit als zowel de jaargemiddelde grenswaarde NO2 als PM10 niet meer toeneemt dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde van die stof. Dit betekent, kortweg, dat als de toename van de beide jaargemiddelde concentraties kleiner is of gelijk is aan 1,2 µg/m3 (3% van 40 µg/m3) een ontwikkeling kan worden beschouwd als een project dat NIBM bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Een ruimtelijke ontwikkeling kan volgens de ‘Wet luchtkwaliteit’ doorgang vinden als:

de ontwikkeling is opgenomen in het NSL; de ontwikkeling aangemerkt wordt als een NIBM-project; de gestelde grenswaarden in bijlage 2 van de “Wet luchtkwaliteit” niet worden

overschreden; projectsaldering kan worden toegepast.

4.4.2 Onderzoek

Het voornoemde 3%-criterium betekent dat bij een nieuwe woningbouwlocatie van minder dan 1500 woningen sprake is van NIBM. Omdat er naar naast woningbouw nog andere ontwikkelingen in het plan zijn voorzien past het plan niet binnen één van de genoemde functiecategorieën. Om deze reden is een berekening uitgevoerd waarbij wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de grenswaarden uit de ‘Wet luchtkwaliteit’. Als basis is voor deze berekening het akoestische rekenmodel gebruikt. Dit rekenmodel is aangevuld met luchtparameters, zoals de wegbreedte en het wegtype. Op basis van de prognose-intensiteiten van het jaar 2024 is in het beoordelingsjaar 2014 aangetoond dat wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit. Omdat de verwachting is dat de

Page 48: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

38

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

emissie en de achtergrondconcentraties van motorvoertuigen in de toekomst afnemen kan dit als worstcase situatie worden beschouwd. Getoetst is op een afstand van 10 meter van de wegrand. Deze toetsing vindt plaats langs de wegen die bij het onderdeel geluid zijn genoemd. Voor zover binnen deze beoordelingsafstand van 10 meter van de rand van de weg gevoelige bestemmingen zijn gelegen, zoals langs de Hoflaan, is de luchtkwaliteit op die afstand beoordeeld. In de hierna opgenomen afbeelding zijn de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 aangegeven op de beoordelingspunten.

Afbeelding 9 Jaargemiddelde concentraties NO2 (µg/m3)

Afbeelding 10: Jaargemiddelde concentraties PM10 (µg/m3)

Page 49: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

39

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

4.4.3 Conclusie

Omdat langs de beschouwde wegen de grenswaarde niet wordt overschreden leidt het aspect luchtkwaliteit niet tot belemmeringen voor de ontwikkelingen in het bestemmingsplan.

4.5 Milieuzonering

4.5.1 Kader

Voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving is een juiste afstemming tussen de verschillende voorkomende functies wonen noodzakelijk. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een milieuzonering die uitgaat van richtinggevende afstanden tussen hinderlijke functies (in de vorm van gevaar, geluid, geur, stof) en gevoelige functies. In de brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (versie 2009) zijn deze richtafstanden opgenomen. Van deze richtafstanden kan gemotiveerd worden afgeweken.

4.5.2 Onderzoek

Inventarisatie van bedrijvigheid in het plangebied

Beroep en bedrijf aan huis In het bestemmingsplan zijn, als beroep en bedrijf aan huis, bedrijven toegestaan in de milieucategorieën 1 of 2 (conform de VNG-uitgave "Bedrijven en Milieuzonering"). Deze categorieën hebben een geringe uitstraling naar de omgeving toe. In de regels van het bestemmingsplan is daarbij bepaald dat beroepen en/of bedrijven ondergeschikt moeten zijn aan de woonfunctie en tevens niet meer mogen beslaan dan 25% van het vloeroppervlak van de woning (met een maximum van 50 m2). Het is dus niet mogelijk om al te grootschalige (en dus hinderlijke) bedrijven op te richten, tevens is de richtafstand van 10 meter overgenomen in de bestemmingsregeling. De regeling waarborgt daarmee dat de woonomgeving geen onevenredige hinder ondervindt van beroepen en bedrijven aan huis. Gemengd Voorts zijn in het bestemmingsplan enkele potentieel hinderlijke functies bestemd in de bestaande bebouwing (brandweerkazerne, poortgebouw, watertoren) en de nieuwe bebouwing ten westen van de Hofsingel. Ook hier zijn echter bedrijven tot maximaal milieucategorie 2 toegestaan. De watertoren is tevens bestemd voor horecafuncties (tot maximaal categorie 2), zoals een bistro, restaurant of hotel. De milieuhinderlijke uitstraling naar gevoelige objecten (zoals woningen) zal derhalve gering zijn, op basis van de VNG-brochure geldt een richtafstand van 10 meter. Eventuele hinder ten gevolge van het aanpalende terras is onderzocht (zie paragraaf 4.3.2).

Inventarisatie van bedrijvigheid buiten het plangebied

Evenemententerrein In het kader van de planvorming voor de 2e fase van Buizengat is onderzoek1 verricht naar de

1 Peutz, Notitie- beschouwing geluidssituatie ten gevolge van evenemententerrein Oranjepark in de oude situatie,

EdB/RJD/F 19331-1-NO, 9 juli 2009

Page 50: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

40

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

akoestische effecten ten gevolge van de verplaatsing van het evenemententerrein in het Oranjepark. Uitgaande van de oude locatie voor het evenemententerrein voor Zomerterras is de geluidsbelasting en het aantal geluidgehinderden berekend. Het podium in het akoestisch rekenmodel is gemodelleerd op het oude festivalterrein. Uit berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ter hoogte van de omliggende woningen alsmede het aantal (ernstig) geluidgehinderden significant lager is voor de oude situatie dan voor het nieuwe verplaatste festivalterrein. Evenwel was het wenselijk het evenemententerrein te verplaatsen en een nieuwe locatie voor het podium te realiseren. Uiteindelijk is gekozen voor de minst slechte optie en dat is podium B (zie afbeelding 11).

Molen Van de molen Aeolus, die ten noordwesten van het plangebied staat, gaat enige geluidhinder uit. Hiertoe is, in het kader van het bestemmingsplan voor de eerste fase van Buizengat, in februari 2004 een akoestisch onderzoek2 uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat ruimschoots werd voldaan aan de richtwaarden uit het toen geldende Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven. Dat besluit is anno 2010 niet meer actueel: het is opgegaan in het Activiteitenbesluit. In het kader van het onderhavige bestemmingsplan is echter geen nieuw onderzoek verricht. De molen staat op ruim 150 meter van de dichtbij gelegen, in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte, geluidgevoelige bestemming. Een dergelijke grote afstand garandeert dat deze geprojecteerde woningen geen hinder zullen ondervinden van het geluid van de molen. De conclusie van het onderzoek uit 2004 stoelt deze constatering.

2 Peutz, projectnr. RJ/Ako/DSm/F 16546-1-RA, 12 februari 2004

Afbeelding 11: overzicht ligging evenemententerreinen en podia

Page 51: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

41

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

4.5.3 Conclusie

Voor beroepen en bedrijven aan huis is een minimale afstand van 10 meter tot woningen opgenomen in de regels van het bestemmingsplan. Het aspect ‘milieuzonering’ levert geen belemmeringen op voor de realisatie van dit bestemmingsplan.

4.6 Externe veiligheid

4.6.1 Kader

Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals milieurisico’s, transportrisico’s en risico’s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke (on)mogelijkheden. In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gelezen in samenhang met de regels omtrent externe veiligheid moet worden onderzocht of er sprake is van aanwezigheid van risicobronnen in de nabijheid van de locatie waarop het Wro besluit betrekking heeft en dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), en de eventuele toename hiervan, berekend te worden. Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet overschreden mag worden. Voor bestaande situaties wordt het niveau van 10-5 per jaar als grenswaarde gehanteerd, 10-6 per jaar geldt als richtwaarde. Voor nieuwe situaties geldt een grenswaarde van 10-6 per jaar. Een richtwaarde is daarbij niet van toepassing. Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van een calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit). De normstelling heeft de status van een oriënterende waarde. Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm. Desondanks hebben overheden en betrokken private instellingen een inspanningsverplichting om te voldoen aan deze oriënterende waarde en dient een toename van het GR bestuurlijk te worden verantwoord.

Besluit externe veiligheid inrichtingen

Op 27 mei 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan overheden die besluiten nemen over bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld chemische fabrieken, LPG-tankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren. Deze bedrijven verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij (beperkt) kwetsbare objecten waaronder woningen, ziekenhuizen, scholen, winkels, horecagelegenheden en sporthallen. Hierdoor ontstaan risico’s voor mensen die in de buurt ervan wonen of werken. Het besluit verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden. Dit betekent bijvoorbeeld dat woningen op een bepaalde afstand moeten staan van een bedrijf dat werkt met

Page 52: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

42

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

gevaarlijke stoffen.

Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen over wegen, water en spoor

De regelgeving met betrekking tot het transport van gevaarlijke stoffen over openbare wegen, water en spoorwegen is neergelegd in de circulaire “Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen” (Stc. 137, 2008). Deze circulaire kan worden beschouwd als voorloper van een eventuele wettelijke verankering van de risiconormen. Het Besluit externe veiligheid Transportroutes is gepubliceerd, maar nog niet in werking getreden. Zodra dit wel het geval is geldt de circulaire niet meer.

Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen

Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarmee zijn nieuwe kwetsbare objecten binnen de PR 10-6 contour niet toegestaan. Ook is vastgesteld dat wanneer binnen het invloedsgebied van een buisleiding een ruimtelijk besluit wordt genomen, de verantwoordingsplicht van toepassing is. Het Bevb gaat uit van een belemmerde strook van 4 of 5 meter, afhankelijk van de werkdruk. Voor deze strook geldt een bouwverbod en een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden. Net als bij het Bevi worden de risicoafstanden en rekenmethodiek die volgen uit het Bevb opgenomen in een regeling, de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb).

4.6.2 Onderzoek

Risicokaart

In de directe nabijheid van het bestemmingsplangebied zijn geen externe veiligheidsbronnen aanwezig die een belemmering kunnen opwerpen voor de planvorming. De afstand tot aan rijkswegen bedraagt minimaal 700 meter. De afstand tot aan de dichtstbijzijnde gevaarlijke inrichting, te weten het benzineservicestation van P.A. v/d Kooij aan de Burg. De Bordesplein 19, is gelegen op circa 200 meter. In het plangebied is geen transportroute voor gevaarlijke stoffen gesitueerd. Evenmin spelen er externe veiligheidsaspecten vanuit de nabijgelegen industriegebieden.

Aardgastransportleiding

Door het gebied loopt een aardgastransportleiding. Het betreft een leiding met een druk van 7 bar en is dus niet als ‘hogedrukleiding’ aan te merken. De leiding loopt via de Van Linden van den Heuvellweg langs de groenstrook aan de noordkant van het gebied, steekt de Hoflaan over, langs de noordkant van het Buizengat richting de molen. Om de Hogelaan door te kunnen trekken tot aan de Hoflaan (met aan weerszijden een dubbele rij bomen) is de aardgastransportleiding (en een watertransportleiding) verlegd. Het nieuwe leidingtracé wordt te zijner tijd opgenomen in het bestemmingsplan.

Page 53: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

43

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Rotterdam The Hague Airport

Op bijna zes kilometer ten noordoosten van het bestemmingsplangebied is Rotterdam The Hague Airport gelegen. Zoals uit de afbeelding ‘contouren externe veiligheid luchthaven Rotterdam The Hague Airport’ blijkt, zijn er geen externe veiligheidscontouren die uitgaan van deze luchthaven, gelegen over het plangebied. Dit werpt derhalve geen belemmeringen op.

4.6.3 Conclusie

Het aspect ‘externe veiligheid’ levert geen belemmeringen op voor de realisatie van het bestemmingsplan.

4.7 Natuur en landschap

4.7.1 Kader

Soortenbescherming

De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen zijn alleen Huismuis, Bruine en Zwarte rat niet beschermd. Van de vissen, ongewervelde dieren (zoals vlinders, libellen en sprinkhanen) en planten zijn alleen de in de wet genoemde soorten beschermd. De Ffw gaat uit van het “nee, tenzij”-principe. Dit betekent dat alleen onder bepaalde (zeer

Afbeelding 12: contouren externe veiligheid luchthaven Rotterdam The Hague Airport inclusief globale ligging plangebied

Page 54: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

44

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

stringente) voorwaarden een inbreuk mag worden gemaakt op de bescherming van soorten en hun leefomgeving. Daarnaast beschermt de wet niet alleen soorten in het algemeen, maar ook individuen van soorten. Voor ruimtelijke ingrepen die gevolgen hebben voor een beschermde soort en/of zijn leefgebied moet een ontheffing op grond van de Ffw worden aangevraagd. Voor een aantal soorten geldt daarenboven het beschermingsregime van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Voor werkzaamheden die uit een bestemmingsplan voortvloeien dient voor de start van die werkzaamheden ontheffing te worden aangevraagd indien beschermde soorten voorkomen. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient duidelijk te zijn of en in hoeverre een ontheffing kan worden verkregen. De wettelijk beschermde soorten zijn ingedeeld in de volgende vier categorieën.

Meer algemene soorten (tabel 1 Ffw): voor deze soorten is een algemene vrijstellingsregeling van kracht in geval van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling.

Andere, niet algemeen voorkomende soorten (tabel 2 Ffw), met uitzondering van beschermde inheemse vogels: ontheffing is alleen mogelijk indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Er is echter geen ontheffing nodig indien gewerkt wordt volgens een gedragscode. Deze code dient door een sector of ondernemer zelf opgesteld te worden en dient vervolgens goedgekeurd te zijn door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Strikt beschermde soorten (tabel 3 Ffw): voor deze soorten dient in geval van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling altijd ontheffing te worden aangevraagd van de Ffw. Ontheffing wordt alleen verleend indien er geen alternatief is en geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Voor soorten in tabel 3 die ook op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (HR) voorkomen, wordt ontheffing echter alleen nog maar verleend indien er daarnaast een dwingende reden van groot openbaar belang is; dit is het gevolg van een uitspraak van de Raad van State in augustus 20093.

Beschermde inheemse vogels: deze vallen onder de Europese Vogelrichtlijn (VR). Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling en dwingende redenen van groot openbaar belang zijn volgens rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) 4 geen reden om ontheffing te verlenen. Ontheffing is uitsluitend toegestaan op basis van de ontheffingsgronden die in de VR zijn genoemd. Overigens is het, indien geen ontheffing nodig is, volgens de huidige interpretatie van de wet wel verplicht rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Voor sommige vogelsoorten met vaste verblijfplaatsen geldt dat deze vaste verblijfplaatsen en het essentiële leefgebied jaarrond beschermd zijn.

Overigens geldt voor alle in het wild levende planten- en diersoorten de zogenaamde zorgplicht. Dit houdt in dat “voldoende zorg” in acht moet worden genomen voor alle planten en dieren en hun leefomgeving. Concreet betekent dit dat bij ruimtelijke ontwikkeling gezorgd moet worden dat dieren niet gedood worden en dat planten verplant worden. Ook dient gelet te worden op bijvoorbeeld de voortplantingsperiode van amfibieën en de zoogperiode van zoogdieren.

3 Zie ABRS 21 januari 2009, zaak nr. 200802863/1 4 zie ABRS 13 mei 2009, zaak nr. 200802624/1

Page 55: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

45

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Gebiedsbescherming

LNV heeft in 1990 de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd. De EHS bestaat uit een netwerk van natuurgebieden. Het doel van de EHS is de instandhouding en ontwikkeling van deze natuurgebieden om daarmee een groot aantal soorten en ecosystemen te laten voortbestaan. Bescherming van (natuur)gebieden heeft daarnaast ook plaats middels de Natuurbeschermingswet. Daaronder vallen de volgende typen gebieden: Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden); Beschermde Natuurmonumenten; Wetlands. Binnen beschermde natuurgebieden gelden (strenge) restricties voor ruimtelijke ontwikkelingen. Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht.

Gemeentelijk Groenbeleidsplan

Voortvloeiend uit de intenties en conclusies van de Structuurschets 1993 is het Groenbeleidsplan ontwikkeld dat in 1998 als sectoraal kaderplan door de Gemeenteraad is vastgesteld. De Structuurschets 1993 legt een aantal ruimtelijke claims door het benoemen van de Groene Hoofd- en Substructuur. In het Groenbeleidsplan worden op basis van de doelen van de Structuurschets en de sterke en zwakke kanten van het Vlaardingse groen, vijf planonderdelen benoemd, die het huidige groenareaal een positieve impuls moeten geven en waarbij haar zwakke kanten moeten worden omgebogen tot sterke kwaliteiten. 1. Stad van verschil: Vlaardingen kent een groot aantal stedelijke milieus. Deze verzameling

van sterk verschillende wijken op een relatief gering oppervlak bepaalt de sterke woonkwaliteit van Vlaardingen.

2 Stad aan het landschap: zeker 75% van de Vlaardingse stadsrand grenst aan het weide-recreatielandschap of aan de rivier. Deze hechte relatie van stad en omgeving kan zowel ruimtelijk als functioneel meer worden uitgebuit. Het Groenbeleidsplan opteert ervoor “de stad nadrukkelijk aan de rivier te koppelen”.

3. Natuur in de stad: Ook in de buurten en wijken van Vlaardingen is de beleving van een natuurbeeld van belang. Door inrichting en beplanting kan hier een landschappelijke sfeer worden opgeroepen.

4. Het gebruik: Voor de stad spelen openbare ruimtes door hun functie en gebruiksintensiteit een belangrijke rol.

Het Groenbeleidsplan wijst de keten “Hof-Haven-Maasboulevard” aan als de toekomstige spil van de stad.

5. Boulevards: Op basis van het huidige bomenbestand wordt een versterking van de wijkspecifieke bomenstructuur voorgesteld.

4.7.2 Onderzoek

Soortenbescherming

In juli 2008 verscheen een rapport onder de titel: “Flora- en faunatoets Park, Het Hof & Oranjepark”. Enkele belangrijke conclusies zijn:

Page 56: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

46

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

nadelige effecten op de aanwezige flora en fauna zullen bestaan uit de directe gevolgen van de uitvoering van de werkzaamheden. Nadelige effecten zijn van tijdelijke aard. Het terrein blijft geschikt als foerageer- en leefgebied voor alle aangetroffen soorten.

er zijn recente gegevens beschikbaar met betrekking tot het voorkomen van bij de flora- en faunawet beschermde vaatplanten, paddenstoelen, vogels, amfibieën, vissen en zoogdieren binnen het onderzoeksgebied. Er worden soorten van tabel 1, 2 en 3, de Vogel- en Habitatrichtlijn en soorten van de Rode lijst aangetroffen.

de geplande werkzaamheden hebben mogelijk een nadelig effect op de binnen het onderzoeksgebied aanwezige vogels, amfibieën, vissen en zoogdieren. De nadelige gevolgen kunnen bestaan uit het (onbedoeld) verontrusten van de dieren en/of het beschadigen en vernielen van holen, nesten of vaste voortplantings-, rust- of verblijfplaatsen. Hiermee worden mogelijk de artikelen 9 t/m 11 van de flora- en faunawet overtreden.

de geplande werkzaamheden hebben mogelijk een nadelig effect op de binnen het onderzoeksgebied aangetroffen vleermuizen. Deze gebruiken het onderzoeksgebied als foerageerbiotoop en eventueel als rust- en voortplantingsbiotoop.

Afbeelding 13: uitsnede gebiedendatabase Ministerie van LNV inclusief globale ligging plangebied

Page 57: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

47

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

In 2009 is in opdracht van de gemeente door de Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland een vleermuizenonderzoek uitgevoerd. Hiertoe is het gebied viermaal bezocht in de periode mei t/m september. Er werden drie soorten vleermuizen waargenomen. De Gewone Dwergvleermuis was met minimaal 18 en maximaal 26 foeragerende exemplaren de meest algemene soort. Tweemaal werd de Ruige Dwergvleermuis waargenomen en tweemaal de Laatvlieger. Van de Ruige Dwergvleermuis werd een territoriumroep gehoord. Dit is een indicatie voor een paarverblijf. In februari 2010 is een aanvullend ecologisch onderzoek gepubliceerd door adviesbureau VanderHelm Milieubeheer. Dit aanvullend onderzoek is uitgevoerd om het rapport uit 2008 te verduidelijken. In dit aanvullende rapport is aan de hand van een literatuurstudie een lijst van verwachte soorten opgesteld. De conclusies uit het rapport van februari 2010 luiden als volgt:

wat betreft de herinrichting wordt er gewerkt onder de zorgplicht. Dit houdt in dat er zoveel als redelijkerwijze mogelijk is rekening wordt gehouden met de planten en dieren in het gebied.

de functie van het park is foerageergebied voor drie soorten vleermuizen, terwijl van de Ruige Dwergvleermuis ook paarplaatsen zijn vastgesteld. Paarplaatsen zijn vaste rust- en verblijfplaatsen. Van de Ruige Dwergvleermuis zijn deze aanwezig in de oude bomen aan de westrand van ’t Hof. Deze zijn conform artikel 11 van de flora- en faunawet beschermd, wat inhoudt dat de bomen het gehele jaar niet gekapt kunnen worden zonder ontheffing.

er hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd in het kader van de flora- en faunawet, wanneer het werkzaamheden betreft aan watergangen, gazons en beplanting. Uitzondering vormt de Hogelaan.

de Hogelaan met de oude Beuken heeft op het moment hoge natuurwaarden (Pruikzwam, vleermuizen en holenbroeders). De oude Beuken kunnen niet zonder nader onderzoek, noch zonder ontheffing gerooid worden.

Gebiedsbescherming

Uit de gebiedendatabase van het Ministerie van LNV kan worden afgeleid dat er geen beschermde natuurgebieden in de nabijheid van het plangebied aanwezig zijn. Het dichtstbijzijnde beschermde gebied bevindt zich op ruim een kilometer (de Maas). Door deze grote afstand zullen de ontwikkelingen in het Buizengat geen invloed hebben op de beschermde waarden aldaar.

Groenstructuren

Op basis van de algemene doeleinden, de in het groenbeleidsplan benoemde groene hoofd- en substructuur, en de omschreven sterke kanten van het Vlaardingse groen zijn vijf planonderdelen benoemd. Het plangebied valt onder een stadspark en dijk- en bermlint. De bermlinten geven het gebied natuurwaarde c.q. ecologische waarde. Voor de stad spelen een aantal openbare ruimtes een belangrijke rol: het zijn gebieden die een speciale functie hebben en een hoge gebruiksintensiteit kennen. Een groot deel van deze openbare ruimtes bepaalt dan ook het sociale hart van Vlaardingen. Plaatsen als het Oranjepark en ’t Hof zijn ontmoetingsruimtes voor alle Vlaardingers. Door het park te ‘upgraden’ wordt dit beeld verder versterkt.

Page 58: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

48

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

4.7.3 Conclusie

Diverse onderzoeken naar flora en fauna binnen het plangebied hebben aangetoond dat zich in het plangebied diverse waardevolle soorten bevinden of kunnen bevinden. Omdat in de bomen aan de westrand van park ’t Hof paarplaatsen van de Ruige Dwergvleermuis zijn aangetroffen, mogen deze bomen het hele jaar niet gekapt worden zonder ontheffing. Er hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd in het kader van de flora- en faunawet, wanneer het werkzaamheden betreft aan watergangen, gazons en beplanting. Uitzondering vormt de Hogelaan. De Hogelaan met de oude beuken heeft op het moment hoge natuurwaarden (Pruikzwam, vleermuizen en holenbroeders). De oude Beuken kunnen niet zonder nader onderzoek, noch zonder ontheffing gerooid worden. Hiermee zal in de planrealisatie rekening worden gehouden. Er zijn geen beschermde natuurgebieden in (de nabijheid van) het plangebied aanwezig. Er is derhalve in het bestemmingsplan geen beschermde regeling opgenomen.

4.8 Water

4.8.1 Kader

Water en ruimtelijke ordening hebben veel met elkaar te maken. Aan de ene kant is water één van de sturende principes in de ruimtelijke ordening en kan daarmee beperkingen opleggen aan het ruimtegebruik zoals locaties voor stadsuitbreiding. Aan de andere kant kunnen ontwikkelingen in het ruimtegebruik ongewenste effecten hebben op de waterhuishouding. Een watertoets geeft aan wat de gevolgen zijn van een ruimtelijk plan voor de waterhuishouding in het betreffende gebied. Vanaf 1 november 2003 moet een waterparagraaf worden opgenomen in de toelichting bij een bestemmingsplan. Doel van de watertoets is de relatie tussen planvorming op het gebied van de ruimtelijke ordening en de waterhuishouding te versterken. Wanneer er bouwplannen zijn, moet hierover volgens de toets eerst worden overlegd met de betrokken waterbeheerders in de regio. Daarbij moeten alle gevolgen met betrekking tot water tegen het licht worden gehouden. Dat betekent dat zowel wordt gekeken naar overstromingsgevaar, wateroverlast, verdroging als waterkwaliteit. In waterstaatkundig opzicht maakt het bestemmingsplangebied deel uit van het Hoogheemraadschap van Delfland.

4.8.2 Onderzoek

Europese Kaderrichtlijn Water

De Europese Kaderrichtlijn Water (EKRW) is in oktober 2000 vastgesteld door het Europees Parlement en de Europese raad. Artikel 1a geeft de betekenis van de richtlijn aan: “Doel van deze richtlijn is de vaststelling van een kader voor de bescherming van land oppervlaktewater, overgangswater, kustwateren en grondwater in de Gemeenschap, waarmee aquatische ecosystemen en, en wat de waterbehoeften ervan betreft, terristische ecosystemen en wetlands

Page 59: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

49

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

die rechtstreeks afhankelijk zijn van aquatische ecosystemen, voor verdere achteruitgang worden behoed, en beschermd en verbeterd worden.” De richtlijn biedt dus een kader voor het beschermen van de waterkwaliteit. Daarbij wordt van de lidstaten vereist dat zij het waterkwaliteitsniveau organiseren per stroomgebied. Voor Nederland houdt dit een indeling in naar de stroomgebieden van de Rijn, de Maas, de Schelde en de Eems.

Anders omgaan met water, Waterbeleid in de 21e eeuw

De nota ‘Anders omgaan met water, Waterbeleid in de 21e eeuw’ is uitgegeven door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De nota heeft als doelstelling een ander waterbeleid te realiseren, aangezien het huidige watersysteem voor de toekomst niet op orde is. Aanleiding voor dit rapport is de situatie in de jaren negentig van de vorige eeuw, toen verschillende delen van Nederland regelmatig overlast van water hadden. Dit deed maatschappelijk en politiek de vraag rijzen of Nederland wel zijn waterhuishouding op orde had voor de 21e eeuw. Door anders om te gaan met water moet er geanticipeerd worden op een stijgende zeespiegel een stijgende rivierafvoer, bodemdaling en een toename van de neerslag. Voor de aanpak van het veiligheidsprobleem en de vermindering van de wateroverlast kiest het kabinet de volgende hoofdlijnen:

Burgers herkennen en erkennen het waterprobleem onvoldoende. De overheid moet meer inzicht geven in de aard en de omvang van deze risico’s en burgers de mogelijkheid bieden om zelf een bijdrage te leveren aan het verminderen van de risico’s, in aanvulling op de inspanningen van de overheid.

Een nieuwe aanpak voor veiligheid en wateroverlast, die stoelt op drie uitgangspunten: o anticiperen in plaats van reageren; o niet afwentelen van waterhuishoudkundige problemen door het volgen van de

drietrapsstrategie vasthouden – bergen - afvoeren en het niet afwentelen van bestuurlijke verantwoordelijkheden;

o méér ruimte naast techniek. Naast technische maatregelen is méér ruimte nodig om (incidenteel) water op te vangen.

Deze ruimte moet waar mogelijk tegelijkertijd voor andere doeleinden worden gebruikt die te verenigen zijn met het opvangen van water.

Een “watertoets” moet voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt, door bijvoorbeeld landinrichting, de aanleg van infrastructuur of woningbouw.

De nieuwe aanpak in het waterbeleid stelt ook nieuwe eisen aan de kennisinfrastructuur. Voor de aanpak van veiligheid en wateroverlast zijn Rijk, provincies, waterschappen en

gemeenten samen verantwoordelijk. Bestuurlijke afspraken over rolverdeling en samenwerking moeten voor een snelle en effectieve implementatie zorgen.

De ontwikkelingen rond klimaat en bodem én de nieuwe aanpak maken extra investeringen met een structureel karakter in het waterbeheer nodig, zowel in het hoofdsysteem als in het regionale systeem.

Water zal, meer dan het nu het geval is, sturend zijn bij de ruimtelijke inrichting en grondgebruik in Nederland. Nieuwe ruimtelijke besluiten mogen de problematiek van veiligheid en wateroverlast niet ongemerkt vergroten. Bij nieuwe ruimtelijke besluiten moeten de gevolgen voor veiligheid en wateroverlast voortaan expliciet in beeld worden gebracht in een aparte paragraaf in de nota van toelichting en onderdeel vormen van de integrale afweging. Dit geldt voor alle fasen van de planontwikkeling.

Page 60: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

50

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Waterbeheerplan Hoogheemraadschap van Delfland

Het Waterbeheerplan 2010-2015 is het document waarin Delfland de ambities voor de komende jaren heeft vastgelegd. Het plan beschrijft de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. Vooral het vergroten van de veiligheid, het verbeteren van de waterkwaliteit, het tegengaan van wateroverlast en het optimaliseren van de zuivering van afvalwater staan centraal. Daarbij zullen klimaatverandering, zeespiegelstijging verzilting en nieuwe wetten en regels het waterbeheer de komende decennia ingrijpend gaan veranderen. In het waterbeheerplan legt Delfland sterk de nadruk op een verantwoorde, realistische en betaalbare uitvoering van alle doelstellingen.

Waterplan Vlaardingen

In het kader van het Waterplan Vlaardingen (2007) dat de gemeente Vlaardingen en het Hoogheemraadschap van Delfland gezamenlijk hebben opgesteld, is een Watersysteemanalyse uitgevoerd. Op basis hiervan is deze voorliggende waterparagraaf geformuleerd.

4.8.3 Inventarisatie: huidige situatie kenmerken watersysteem

Algemeen

Het plangebied is gelegen in de polder Oostwijk (benaming Delfland: Vlaardingen-Oost). Het watersysteem kent een drietal peilgebieden. Water wordt ingelaten vanuit het Buizengat en loopt via ‘t Hof (0.20-) via een tweetal stuwen naar het Oranjepark (1.12-). Vervolgens stroomt het water naar de singel van de Parkweg en wordt het via de riolering afgevoerd. De noordelijke watergang (0.45+) is wegens bodemsanering tijdelijk gedempt, maar keert in het nieuwe plan weer terug. De waterval wordt verplaatst naar het Oranjepark.

Veiligheid en waterkeringen

Binnen het plangebied ligt een regionale waterkering, de maasdijk (Westlandseweg).

Afbeelding 14: oppervlaktewater in de toekomstige situatie inclusief peilen (ingetekende verkaveling indicatief)

Page 61: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

51

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Waterkwantiteit

Het plangebied ligt in het stedelijk gebied. Conform de Watersysteemanalyse dient de waterberging zodanig te zijn gedimensioneerd dat 1x per 10 jaar (T=10) een maximale peilstijging van 20 cm kan voorkomen en 1x per 100 jaar (T=100) een maximale peilstijging van 50 cm. De polder Oostwijk, waarin dit plan is gelegen, heeft op grond van deze criteria momenteel geen bergingsopgave.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

De fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater laat te wensen over. Fosfor en chloride overschrijden 2xMTR en zuurstofgehalte zelfs 5xMTR. Dit is mede het gevolg van het inlaten van havenwater uit het Buizengat. De ecologische kwaliteit van het huidige systeem is matig. Ook hierbij zijn fosfor en zuurstof normoverschrijdend. Er zijn geen voorzieningen aanwezig die een extra stimulans zijn voor de toestand van de huidige ecologie in het systeem. Het water wordt afgevoerd via het rioolstelsel aan de Parkweg.

Afvalwater en riolering

Het plangebied was tot 2005 aangesloten op het gemengde rioolstelsel van de Oostwijk. Met de

sloop van de bebouwing is tevens het rioolstelsel verwijderd. Inmiddels is een pompput aangebracht voor de nieuwbouw langs het Buizengat. Deze pompput is tevens bedoeld voor de nieuwbouw van De Buitenplaats Van Ruytenburch.

Grondwater

De locatie De Buitenplaats Van Ruytenburch heeft een drooglegging van meer dan 1 meter.

4.8.4 Toekomstige situatie

Watersysteem

De Buitenplaats Van Ruytenburch wordt voorzien van een gescheiden rioleringssysteem. Daarnaast wordt het hemelwater zoveel mogelijk in het gebied zelf geborgen. Het verhard oppervlak wordt daartoe zo beperkt mogelijk gehouden en wordt, daar waar mogelijk, gebruik gemaakt van infiltrerende verharding.

Grondwater

Het grondwaterpeil is gesteld op -1.00 NAP. Na de sanering zijn geen verdichtte lagen meer aanwezig. Doordat bebouwing, na ophoging van het terrein, relatief hoog is gelegen, kunnen kruipruimtes ruim boven het grondwater gerealiseerd worden.

Hemelwaterafvoer

Hemelwaterafvoer vindt plaats door infiltratie in het maaiveld, buffering en via de greppels langs de vizieren en de parkstraten. Voor extra berging bij piekmomenten is voorzien in een brede greppel / wadi aan de Oranjepark-zijde.

Veiligheid en waterkeringen

Ter bescherming van de maasdijk (Westlandseweg) wordt de bestemmingslegging uit de

Afbeelding 15: overzicht waterkaart huidige situatie plangebied en directe omgeving

Page 62: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

52

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Legger waterkeringen aangehouden. De kernzone en beschermingszone zijn op de verbeelding van het bestemmingsplan aangegeven.

Waterkwantiteit

Omdat het hier een bestaand stedelijk gebied betreft en er in de polder Oostwijk geen wateropgave is, is uitgangspunt dat de hoeveelheid oppervlaktewater minimaal gelijk blijft aan de huidige hoeveelheid.

Waterkwaliteit en ecologie

De waterkwaliteit en ecologie zullen door het nemen van tal van maatregelen verbeteren. Ten eerste zal de inlaat van verontreinigd havenwater worden geminimaliseerd. Door het toepassen van een circulatievoorziening zal de noordelijke randsloot worden doorgespoeld met water, afkomstig van singelgemaal Plein 1940. Verder zal het systeem worden gevoed door neerslag van het nieuwe woongebied De Buitenplaats Van Ruytenburch.

Afvalwater en riolering

In Vlaardingen is het rioleringsbeleid erop gericht dat alle nieuwe ontwikkelingen moeten zijn voorzien van een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel. Ook het toekomstige woongebied De Buitenplaats Van Ruytenburch wordt voorzien van een verbeterd gescheiden rioolstelsel.

4.8.5 Vertaling in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan is het bestaande relevante hoofdoppervlaktewater opgenomen in de bestemming “Water”. Dat geldt niet voor het water in het park: dat wordt niet gedetailleerd bestemd maar is uiteraard wel mogelijk binnen de groenbestemming. Water wordt ook mogelijk gemaakt in alle overige bestemmingen. Ter bescherming van de waterkering van de maasdijk is zowel de kernzone als de beschermingszone in de dubbelbestemming “Waterstaat – Waterkering” opgenomen. Nabij het water Buizengat is de dubbelbestemming “Waterstaat” van kracht.

Page 63: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

53

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

4.9 Archeologie en cultuurhistorie

4.9.1 Archeologie5

Kader

In de Monumentenwet 1988 is aangegeven bij het vaststellen van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond rekening dient te worden gehouden met in de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten.

Onderzoek

In het bestemmingsplangebied zijn verschillende archeologische onderzoeken uitgevoerd. Tussen de Hoflaan en de van Linden van den Heuvellweg is een bureau- en een booronderzoek uitgevoerd (Defilet en De Ridder, 2004; Wullink en Defilet (ARC), 2007). Ten westen van de Hoflaan, ter hoogte van het huidige evenemententerrein – vond in 2004 een opgraving plaats door het Vlaardings Archeologisch Kantoor (Van Loon e.a., 2007). Er is ook een geofysisch onderzoek verricht (Groundtracer, 2008) en er zijn waarnemingen gedaan bij de aanleg van riolering op een deel van de Hoflaan (Van Loon e.a., 2007). Het ARC-booronderzoek toonde aan dat de bodem hier tot op respectabele diepte verstoord is. Recente saneringen hebben verder bijgedragen aan de verstoringsgraad. Bij deze saneringswerken zijn aan de noordzijde van het terrein afvalpakketten blootgelegd met vondstmateriaal vanaf het einde van de 19e eeuw. Deze afvallagen worden in verband gebracht met de Stadsreiniging die vanaf de 19e eeuw hier gevestigd was. Aan de zuidzijde van het gebied - tussen de Hoflaan en de van Linden-van den Heuvellweg - is op ongeveer 5 meter onder het maaiveld een laag veraard veen aangetroffen, waarin zich botmateriaal bevond. Het bot vormt een aanwijzing, dat er op dit niveau sporen van menselijke activiteiten aanwezig zijn. Met uitzondering van dit gebied beveelt het ARC geen nader vervolgonderzoek aan. De opgraving van het Vlaardings Archeologisch Kantoor in 2004 heeft de resten blootgelegd van het 17e-eeuwse Hof van de heer van Vlaardinger-Ambacht, tevens het buitenhuis van de familie Ruytenburch. Bij het onderzoek zijn ook de resten aangetroffen van een boerderij van oudere datum. Deze boerderij, en het hoofdgebouw van de buitenplaats, zijn nog niet volledig

5 Bronnen

Coppens, E. en R. Torremans, 2010: Vlaardingen, het spuiwater in de Oostwijk. Een archeologische begeleiding.

Defilet, M.P. en T. de Ridder, 2004: Bureauonderzoeken 8. Hoflaan-Oost, Vlaardingen. Defilet, M.P. en T. de Ridder, 2005: Bureauonderzoeken 16. Centrum Noord Oost, fase 2. Groot, R.W. de, 2010: Plangebied Het Hof en Oranjepark, gemeente Vlaardingen; archeologisch

vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase). Groundtracer, 2008: Rapportage geofysisch onderzoek “Het Hof” te Vlaardingen. Van Loon, C., M.P. Defilet en J.P. ter Brugge, 2007: Vlak-verslag 26. Het Hof 02.023, Hoflaan 02.024. Verslag

van het (bouw-)historisch en archeologisch onderzoek. Wullink, A.J. en M.P. Defilet, 2006: Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van

boringen, aan de Hoflaan-Oost te Vlaardingen, gemeente Vlaardingen (Z.-H.). Cultuurhistorische kaart van de provincie Zuid-Holland, kaart 1b “archeologie, waarden”, op http://geo.zuid-

holland.nl/geo-loket/kaart_chs.html

Page 64: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

54

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

onderzocht. Het onderzochte deel, bleef in de bodem behouden. Het gedeelte waar nog nader archeologisch onderzoek plaats dient te vinden, wordt op de Archeologische Monumentenkaart, onderdeel van de Cultuurhistorische Kaart van de provincie Zuid-Holland, als AMK-terrein 10401 aangeduid. Ten zuiden van het buitenhuis heeft Groundtracer (2008) door middel van grondradaronderzoek mogelijk structuren aangetroffen. Wat deze voorstellen is nog onbekend. Naast het AMK-terrein worden op de Cultuurhistorische Kaart van de provincie Zuid-Holland twee archeologische trefkansgebieden aangegeven die gezamenlijk het gehele plangebied beslaan. Ten eerste wordt de westrand van het bestemmingsplan op deze kaart aangeduid als een gebied met een zeer grote trefkans op archeologische sporen. Het gebied vormt een onderdeel van de historische stadskern van Vlaardingen van rond 1850. Iets na dit jaar werd er een gasfabriek gesticht, en aan het einde van de 19e eeuw verschijnt de bovengenoemde Stadsreiniging (Defilet en de Ridder, 2004). Buiten de gebouwen van het Hof van de heren van Vlaardinger-Ambacht en door oudere boerderij om, is er geen bebouwing ouder dan 1850 bekend in de strook die op de Cultuurhistorische Kaart als historische stadskern wordt aangeduid. De rest van het bestemmingsplangebied wordt aangeduid als een terrein met een redelijk tot grote trefkans op archeologische sporen vanaf de ijzertijd. Aan de noordrand van het bestemmingsplangebied ligt een dijk met daarop de Westlandseweg. Deze dijk gaat terug tot in de middeleeuwen.

Archeologische waarde en verwachting

Waardevolle archeologische resten bevinden zich ter plaatse van AMK-terrein 10401. Op afbeelding 16 is dit gebied iets groter aangegeven dan het AMK-terrein. De nog aanwezige resten van het hoofdgebouw van het Hof zijn erbij getrokken. De bijgebouwen die ten noorden van het hoofdgebouw lagen, zijn in 2004 opgegraven en uit de bodem verwijderd. Het gebied ten zuiden van de buitenplaats en het gebied ten oosten van de Hoflaan dat door ARC als kansrijk beschouwd wordt, hebben een hoge archeologische verwachting. Ten slotte zijn kaden en dijken, als door mensen aangelegde relicten, archeologisch interessant. Ze bevatten informatie over de wijze van aanleg, maar ook over het landschap waarin de dijk of kade aangelegd werd. Het niet gesaneerde gedeelte van de Hoflaan heeft een middelhoge archeologische verwachting. Onder het dikke kleipakket kunnen archeologische waarden uit de prehistorie tot en met de middeleeuwen aanwezig zijn. Uit een rapport van RAAP blijkt dat deze resten in het oranjepark vanaf 3 m onder het maaiveld kunnen worden aangetroffen. In het park ’t Hof kunnen vondsten en sporen vanaf 2 m onder het maaiveld worden aangetroffen.

Page 65: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

55

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Afbeelding 16: Overzichtskaart archeologische waarden en verwachtingen (Bron: VLAK)

Page 66: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

56

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Vertaling in het bestemmingsplan

Om de aanwezige en verwachte archeologische monumenten tegen vernietiging te behoeden is in dit bestemmingsplan een beschermende regeling opgenomen. Er worden vijf dubbelbestemmingen onderscheiden: Waarde Archeologie 1 (WR-A-1): Gebied van archeologische waarde. Hier wordt geen verstoring toegestaan. Plannen die de bodem minder diep dan 30 cm onder maaiveld verstoren, zijn hiervan uitgezonderd. Waarde Archeologie 2 (WR-A-2): Gebied met een hoge archeologische verwachting. Ruimtelijke plannen met een omvang van 100 m2 of meer dienen aandacht aan archeologie te besteden. Plannen die de bodem minder diep dan 30 cm onder maaiveld verstoren, zijn hiervan uitgezonderd. Waarde Archeologie 3 (WR-A-3): Gebied met een hoge of middelhoge archeologische verwachting. Ruimtelijke plannen met een omvang van 100 m2 of meer dienen aandacht aan archeologie te besteden. Plannen die de bodem minder diep dan 1 m onder maaiveld verstoren, zijn hiervan uitgezonderd. Waarde Archeologie 4 (WR-A-4): Gebied met een middelhoge archeologische verwachting. Ruimtelijke plannen met een omvang van 100 m2 of meer dienen aandacht aan archeologie te besteden. Plannen die de bodem minder diep dan 2 m onder maaiveld verstoren, zijn hiervan uitgezonderd. Waarde Archeologie 5 (WR-A-5): Gebied met een middelhoge of hoge verwachting. Ruimtelijke plannen met een omvang van 100 m2 of meer, en waarbij graafwerkzaamheden plaatsvinden die dieper dan 3 meter onder het maaiveld reiken, dienen aandacht aan archeologie te besteden. Toelichting De bescherming is gebaseerd op de aanwezigheid van archeologische sporen dan wel een verwachting hierover, waarbij de diepte waarop vondsten en sporen zijn aan te treffen van belang is. Bodemverstorende plannen in gebieden met een lage archeologische verwachting zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek. In gebieden met een middelhoge of hoge archeologische verwachting wordt de vrijstellingsgrens voor het verrichten van archeologisch onderzoek aangehouden die in artikel 41a van de Monumentenwet 1988 is vermeld, en is verwoord in het beleid van de provincie Zuid-Holland. Voorts geldt, volgend op provinciaal beleid, een vrijstelling voor alle plannen die de bodem minder diep dan 30 cm verstoren. Binnen het gebied “Waarde - Archeologie 1” liggen de resten van de buitenplaats ’t Hof en een oudere boerderij. Doel is hier om deze resten te behouden. Binnen gebied “Waarde - Archeologie 2” liggen de vindplaatsen die door RAAP zijn geïdentificeerd, en het gebied ten zuiden van de buitenplaats. Archeologische resten liggen

Page 67: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

57

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

naar verwachting dicht aan het oppervlak. Om deze reden is er een vrijstelling van 30 cm diepte aangehouden. Binnen gebied “Waarde - Archeologie 3” is de vrijstelling voor diepte, met 1 meter, iets ruimer. Dit heeft te maken met de wijze waarop de archeologische informatie ontsloten moet worden. Binnen dit gebied liggen de kade en de dijk. Zinvol archeologisch onderzoek naar de opbouw van deze lichamen is pas mogelijk indien er een ruime doorsnede blootgelegd kan worden. Met 1 meter hoogte is dit naar verwachting het geval. Het terrein aan de noordzijde van de Westlandse weg, met een middelhoge verwachting is ook onderdeel van “Waarde - Archeologie 3” vanwege ophogingen die hier hebben plaatsgevonden richting de rotonde. Binnen de gebieden “Waarde - Archeologie 4” en “Waarde - Archeologie 5” wordt een nog ruimere vrijstellingsgrens voor wat betreft de diepte aangehouden. Bij “Waarde - Archeologie 4” is dit de onderzijde van het dikke klei/zandpakket waaronder mogelijk nog archeologische waarden aanwezig kunnen zijn. Deze onderzijde ligt in park ’t Hof circa 2 meter diep. Aangezien deze grens diep in de ondergrond ligt, wordt additioneel aangegeven dat enkel plannen worden geraakt die de bodem daadwerkelijk tot op die diepte ontgraven. Voor “Waarde - Archeologie 5” geldt een soortgelijke argumentatie als voor “Waarde - Archeologie 4”. Hier wordt een vrijstellingsdiepte van 3 meter onder maaiveld aangehouden. Tot op deze diepte zijn naar verwachting geen archeologische waarden meer aanwezig. Het bevat ook het in het Buizengat door het ARC als kansrijk beschouwde deel. Aan de noordkant van dit deel is een klein gebied van de archeologieplicht vrijgesteld vanwege de zeer diepe saneringen die daar zijn geweest.

Algemene omgang met archeologie

In het kader van de archeologische monumentenzorg geldt een algemene procedure, de AMZ-cyclus. In deze procedure wordt een aantal stappen onderscheiden. Ten eerste dient een inventarisatie te worden gedaan, het zogeheten ‘Bureauonderzoek’ (BO). In deze fase worden alle bestaande archeologische gegevens verzameld. Indien er aanwijzingen bestaan voor de aanwezigheid van archeologische waarden (bestaand of verwacht), of juist indien er onvoldoende informatie voorhanden blijkt te zijn, zal een ‘Inventariserend Veldonderzoek’ (IVO) volgen. In het IVO worden door middel van non-destructief onderzoek (bijvoorbeeld grondboringen, grondradar, weerstandsmetingen) of meer destructieve methoden (het trekken van proefsleuven) bijkomende archeologische gegevens verzameld. Het onderzoek resulteert in een verslag waarin op grond van de verkregen gegevens terreinen worden gewaardeerd. Op basis van de waardering kunnen terreinen worden aangewezen die archeologische waarden bevatten. Het uitgangspunt van de archeologische monumentenzorg is dat terreinen die archeologische waarden bevatten door middel van planaanpassing behouden blijven. De bescherming en het behoud van archeologische waarden wordt hiermee geoptimaliseerd en werkt bovendien kostenbesparend. De inventarisatie van archeologische waarden dient dan ook in een zo vroeg mogelijk stadium van de planvorming plaats te vinden.

Page 68: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

58

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Bij onontkoombare vernietiging van belangrijke archeologische waarden dienen deze door middel van een opgraving te worden gedocumenteerd. Hieronder kan ook worden verstaan, het archeologisch begeleiden van de werkzaamheden. Opgraven en begeleiden dient te gebeuren door een bedrijf dat hiertoe volgens de Monumentenwet gemachtigd is. De kosten voor de stappen die in de procedure gevolgd dienen te worden, komen ten laste van het project (de initiatiefnemer/veroorzaker).

4.9.2 Cultuurhistorie

Beschermd Stadsgezicht

Op 27 maart 2009 heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed formeel aan de gemeente Vlaardingen gevraagd of er draagvlak is voor aanwijzing van een gedeelte van Vlaardingen tot Rijksbeschermd Stadsgezicht. Het Rijk kan deze procedure starten op grond van artikel 25 van de Monumentenwet 1988. De gemeenteraad van Vlaardingen heeft op 29 oktober 2009 besloten positief te adviseren over medewerking aan de aanwijzing tot Beschermd Stadsgezicht. Naast de gemeenteraad van Vlaardingen zullen ook de Provincie Zuid-Holland en de Raad van Cultuur advies uitbrengen, waarna de procedure afgerond zal worden. De verwachting is dat voor eind 2012 er een definitief besluit van het Rijk ligt. Het beschermd stadsgezicht is een samenhangend geheel van kwaliteiten, die met elkaar een bijzondere waarde hebben. In Vlaardingen gaat het om een relatief omvangrijk beschermd gezicht, dat in drie deelgebieden uiteenvalt, die echter onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zowel in ruimtelijke als in historische zin. Samen vertellen zij het verhaal van een Middeleeuws dijkdorp dat zich in een vrij korte periode ontwikkelt tot haven- en industriestad. Buizengat, Oranjepark en ‘t Hof Buizengat en de directe omgeving ontwikkelde zich in het voormalige buitendijkse gebied tussen Schiedamsedijk en spoordijk, als een nieuwe uitleg, bedoeld voor zowel reders als kantoorklerken en havenarbeiders, die in al deze nieuwe bedrijven werk vonden. Voor dit deelgebied geldt niet zozeer de uniciteit als belangrijkste gegeven. Het gebied kent genoeg waardevolle elementen, zoals het Oranjepark, het assenkruis met het Verploegh Chasséplein, de tweedeling tussen gegoede burgers en arbeiders, het verleden als buitendijks gebied met de Schiedamsedijk als duidelijke begrenzing, et cetera. Het beschermd stads- en dorpsgezicht is in het in het bestemmingsplan voorzien van de beschermende dubbelbestemming “Waarde – Cultuurhistorie”. Stadshart Het stadshart is het oudste historische deel, dat bestaat uit het langgerekte dijklint, dat zich uitstrekt langs de Kortedijk en de Hoogstraat en bekroond wordt door de Markt met de Grote Kerk. Er zijn meer beschermde gezichten in Nederland waarvan een dijklint onderdeel is. Wat dit dijklint bijzonder maakt is de samenhang met de daaraan evenwijdig lopende Oude Haven, die weer teruggaat op een oude kreek. In feite is er een rechtstreekse verbinding te leggen tussen de prehistorische kreekrugbewoners van de Vlaardingencultuur en het Middeleeuwse dijk- en vissersdorp dat zich in dit kustgebied ontwikkelde. Deze structuur is in Vlaardingen nog zeer herkenbaar en vrij gaaf bewaard gebleven. Het stadshart ligt buiten het onderhavige bestemmingsplangebied.

Page 69: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

59

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Relatie met overige gebied Het overige gebied heeft zich in snel tempo ontwikkeld tijdens de intrede van het industriële tijdperk, waarbij de aanleg van de Nieuwe Waterweg van groot belang is geweest. Het gaat hier om de uitbreiding van de bedrijvigheid langs de Oude Haven, de kolonisatie van het buitendijkse gebied in de richting van de Nieuwe Waterweg, en de aanleg van de Koningin Wilhelminahaven, waar zich ook al snel bedrijven vestigden. De Oude Haven is met zijn historische gevels een monumentale structuur op zich, die zich van andere havengezichten onderscheidt door zijn vele industriële monumenten. Dit geldt nog meer voor de Koningin Wilhelminahaven met zijn monumentale pakhuizen, die herinneren aan de bloeitijd van Vlaardingen als visserijhaven en industriestad in de eerste helft van de 20e eeuw. Het karakter van de Koningin Wilhelminahaven is zo goed bewaard gebleven, dat dit havengezicht inmiddels uniek is voor Nederland. Dit gebied ligt buiten het onderhavige bestemmingsplangebied. Samenhang Een beschermd stadsgezicht is niet zomaar een gebied met een min of meer bijzondere bebouwing. Een beschermd stadsgezicht ontleent zijn waarde vooral aan het verhaal dat het vertelt. In Vlaardingen is dat een buitengewoon boeiend verhaal over een lintvormig dijkdorp, dat eind 19e eeuw, begin 20e eeuw een groeiperiode kent, waarin het zich tot haven- en industriestad ontwikkelt met nieuwe woon- en werkgebieden. In Vlaardingen is het bovendien een heel duidelijk verhaal, dankzij de nog aanwezige inrichting en bebouwing en dankzij de herkenbare historische en ruimtelijke samenhang. Zonder één van de deelgebieden is dat verhaal incompleet. Ontstaansgeschiedenis en belangrijkste te beschermen waarden De ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis van Vlaardingen is uitgebreid omschreven in het zogenaamde ‘groene boekje’. Ook zijn hierin de belangrijke aspecten en de te beschermen waarden opgenomen. Voor de in het bestemmingsplan voor het beschermd stadsgezicht aangewezen gronden dient rekening gehouden te worden met de cultuurhistorische waarden als omschreven in het ‘Groene boekje’. De historische stedelijke bebouwing in het beschermd stadsgezicht Vlaardingen is bijzonder en van nationaal belang. De sociale, economische en ruimtelijke veranderingen die illustratief zijn voor de opkomst van dit gebied maken dat Vlaardingen als één van de trekkers van de Nederlandse economie gezien wordt. Dit beschermd stadsgezicht is een samenhangend geheel van kwaliteiten, die met elkaar een bijzondere waarde hebben. Het gebied valt in drie deelgebieden uiteen, die echter onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zowel in ruimtelijke als in historische zin.

Beeldbepalende objecten/panden

In het plangebied bevinden zich de volgende beeldbepalende objecten casu quo panden: Adres beeldbepalend object/pand Typering Hoflaan 1-13 Brandweerkazerne met slangentoren Van Linden van Heuvellweg Watertoren De brandweerkazerne met slangentoren en de watertoren hebben in het bestemmingsplan een aanduiding gekregen waaraan een stelsel is gekoppeld dat ziet op het verkrijgen van een

Page 70: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

60

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

omgevingsvergunning voor het slopen. Op die manier is aan deze niet-officiële monumenten toch een beschermende regeling gekoppeld. Ook de molenbiotoop van de molen Aeolus is beschermenswaardig. In het bestemmingsplan is een regeling opgenomen welke voorkomt dat er hoger wordt gebouwd, dan binnen de molenbiotoop is toegestaan.

4.10 Overige belemmeringen

4.10.1 Inleidend

Naast de hiervoor beschreven milieuaspecten kunnen er nog andere belemmeringen in of nabij het plangebied aanwezig zijn die van invloed kunnen zijn op de planvorming. Het gaat bijvoorbeeld om de aanwezigheid van straalpaden, planologisch relevante kabels en leidingen (zoals waterleidingen of rioleringsleidingen), beschermingszones en dergelijke.

4.10.2 Onderzoek

Belemmeringen in de bestaande situatie

Er zijn geen belemmerende factoren die de plannen beïnvloeden. Het gebied is op de risicokaart niet geclassificeerd als ‘overstromingsgebied’. Evenmin is er sprake van straalpaden, of (niet eerder genoemde) beschermingszones.

Belemmeringen in de toekomstige situatie

Ten aanzien van de beoogde ontwikkeling worden geen overige belemmeringen voorzien. Wel zal de nieuwe woonwijk worden uitgerust met nieuwe kabels en leidingen ten behoeve van nutsvoorzieningen. Deze zijn echter niet planologisch relevant.

4.10.3 Conclusie

Er zijn geen overige belemmeringen die van invloed zijn op de planvorming. Een planologische bescherming is niet aan de orde.

4.11 Duurzaamheid

Nationaal klimaatbeleid

Teneinde de Kyotodoelstellingen te realiseren, is landelijk klimaatbeleid geformuleerd. De korte termijn doelstelling voor Nederland is de uitstoot van de belangrijkste broeikasgassen in de periode van 2008 - 2012 met 6% terug te dringen ten opzichte van 1990. Op de lange termijn wil de overheid de overgang naar een duurzame energiehuishouding bereiken (een aandeel van twintig procent duurzame energie in 2020) en verdere beperking van de CO2-uitstoot realiseren (30% in 2020 ten opzichte van 1990). Dit is verwoord in het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4). De Nederlandse overheid wil de helft van de nodige emissiereductie behalen met binnenlandse maatregelen en de andere helft uit het buitenland met behulp van de flexibele instrumenten uit het Kyotoprotocol.

Page 71: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

61

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Duurzaam bouwen

Duurzaam bouwen staat voor het ontwikkelen en beheren van de gebouwde omgeving met respect voor mens en milieu zodat kan worden voorzien in de behoefte van de huidige generatie zonder dat voor toekomstige generaties de mogelijkheid wordt ontnomen om ook in hun behoeften te kunnen voorzien. Duurzaam bouwen is daarmee onderdeel van de kwaliteit van de gebouwde omgeving.

Page 72: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

62

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Page 73: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

63

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

5 Juridische planbeschrijving

5.1 Algemeen

Het bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” bestaat uit bestemmingen en regels. De bestemming van de gronden (en wateren) is geometrisch bepaald6 door middel van lijnen, coderingen en arceringen. In de bestemmingen zijn regels ten aanzien van het bouwen en het gebruik opgenomen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting. In de toelichting worden de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de geometrische plaatsbepaling en de regels verantwoord en verduidelijkt. Vervolgens wordt hierin de uitvoerbaarheid van het plan aangetoond.

5.2 Methodiek en stedenbouwkundige uitgangspunten

In een bestemmingsplan kan worden gekozen voor een globale of een gedetailleerde wijze van bestemmen, of voor een tussenvorm. De bestemmingsplanmethodiek is afhankelijk van het soort plan (conserverend of ontwikkelingsgericht) en van hoeveel flexibiliteit er wenselijk is. Een gedetailleerd plan geeft veel rechtszekerheid, maar is vaak ook star. Een globaal plan is flexibel, maar geeft weer weinig rechtszekerheid. Het voorliggende bestemmingsplan moet de ontwikkelingen mogelijk maken, zoals deze zijn geschetst in de stedenbouwkundige visie van 20 februari 2014. Gezien het uiteindelijke eindbeeld nog niet vastligt is gekozen voor een globale bestemmingsmethodiek. Dit betekent dat de stedenbouwkundige uitgangspunten als onderlegger zijn overgenomen en dat daaroverheen een ruime woonbestemming is gelegd. In het bestemmingsplan worden de volgende stedenbouwkundige uitgangpunten geregeld:

Maximum aantal woningen Het maximum aantal woningen is vastgelegd in het bestemmingsplan door middel van het noemen van een aantal in de planregels. Er is hierbij flexibiliteit aangebracht in de uiteindelijke situering, zo kunnen woningen worden gebouwd binnen de bestemmingen Gemengd – 1, Gemengd – 2 en Wonen. Hierbij geldt dat het totaal aantal woningen in het gehele plangebied niet meer mag bedragen dan 200.

Verschijningsvorm Binnen de bestemming Wonen mogen zowel aaneengesloten als gestapelde woningen worden gebouwd. Voor een gedeelte langs de Hoflaan mogen uitsluitend grondgebonden woningen worden gebouwd. Hiervoor is een aanduiding opgenomen.

6 Geografische coördinaten volgens het Rijksdriehoekstelsel bepalen de ligging van een bestemming. Met

gebruikmaking van de coördinaten kan exact de plaats van een object in een gebied worden bepaald.

Page 74: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

64

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Bouwhoogte De maximaal toegestane bouwhoogtes van de nieuwbouw is vastgelegd in het bestemmingsplan door middel van hoogteaanduidingen. Het betreft in elk bestemmingsvlak een maximale bouwhoogte. Vanuit het oogpunt van geluid is het noodzakelijk dat bebouwing op bepaalde plaatsen binnen de bestemming Wonen een geluidafschermende werking heeft, concreet gaat het om bebouwing georiënteerd op de Westlandseweg en op de Hoflaan. Op die plaatsen geldt naast de maximum bouwhoogte dan ook een minimum bouwhoogte. Voor de gehele bestemming Wonen geldt een afwijkingsregeling, waarmee de maximale bouwhoogte kan worden opgehoogd met 3 meter, mits dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk is.

Gevellijn Om de geluidafschermende werking te garanderen is een gevellijn aangegeven. Ter plaatse van de aangeduide gevellijn moet de voorgevel van de bebouwing (langs de Westlandseweg en de Hoflaan) op de aangeduide locatie worden georiënteerd. Ook geldt langs deze gevellijnen een minimale geveldichtheid (dit betekent dat de woningen die evenwijdig aan en direct langs de Westlandseweg en de Hoflaan voor een bepaald percentage aaneengesloten moeten worden gebouwd).

Vizieren Vanaf de Hoflaan richting het Oranjepark dienen minimaal twee zichtlijnen te worden gerealiseerd, de zogenaamde ‘vizieren’. Ter plaatse dient openbaar toegankelijk gebied te worden gerealiseerd. Gevels georiënteerd op deze vizieren dienen op een bepaalde afstand tot het vizier te worden gerealiseerd. In het bestemmingsplan is de exacte situering van deze vizieren niet vastgelegd. Deze dient te worden gerealiseerd binnen 10 meter van de gebiedsaanduiding ‘Overige zone - vizier’. Het is wenselijk dat deze vizieren in een groen karakter worden uitgewerkt, deze eis is echter niet vastgelegd in het bestemmingsplan.

Ontsluiting In de bestemming Groen moet een buurtontsluitingsweg worden gerealiseerd voor autoverkeer. De exacte ligging van deze ontsluiting is niet vastgelegd, hierin is een bandbreedte aangegeven; binnen 10 meter van de aanduiding ‘ontsluiting’ dient de nieuwe ontsluiting te worden gerealiseerd. Binnen de bestemming Wonen is een soortgelijke regeling van kracht, met dien verstande dat binnen een afstand van 20 meter de ontsluiting dient te worden gerealiseerd.

Gevelbreedte

De nieuwe bebouwing georiënteerd op het Oranjepark, gesitueerd langs de nieuwe buurtontsluitingsweg in de Groenbestemming, mag niet als ‘massieve muur’ worden uitgevoerd. Om dit te voorkomen is vastgelegd dat de gevelblokken niet meer dan 30 meter aaneengesloten mogen worden uitgevoerd en dat de afstand tussen de gevelblokken ten minste 5 meter bedraagt. Middels een afwijkingsregeling kan de gevelbreedte van de blokken met 10 meter worden verbreed.

Behoud monumenten en karakteristieke waarden en beschermd stadsgezicht

In het plangebied zijn geen monumenten gelegen. De aanwezige karakteristieke waarden (brandweerkazerne, poortgebouw en de watertoren) zijn in het bestemmingsplan voorzien van een beschermende regeling. Tevens is het gehele plangebied aangewezen als beschermd stadsgezicht. Hiertoe is een dubbelbestemming Cultuurhistorie opgenomen. Dit heeft overigens

Page 75: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

65

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

louter een signaalfunctie, hieraan zijn verder geen beschermende regelingen gekoppeld.

Molenbiotoop Binnen het biotoop van de nabijgelegen molen mag niet worden gebouwd tot bepaalde hoogtes. Daartoe zijn maximale bouwhoogtes (die hieronder blijven) in het bestemmingsplan opgenomen.

Parkeren In de Groenbestemming is parkeren toegestaan ter plaatse van de aanduiding.

Terras In de Groenbestemming is bij de watertoren via een aanduiding een terras mogelijk gemaakt, dit terras mag uitsluitend gebruikt worden ten behoeve van de aanpalende horecafunctie. Daarnaast wordt een terras mogelijk gemaakt op het voormalig evenemententerrein gelegen tussen de Hoflaan en het Buizengat. In het bestemmingsplan zijn alleen eindbestemmingen opgenomen. Dat zijn bestemmingen waarbij in principe – dat wil zeggen wanneer een bouwplan past binnen de bestemmingsplankaders – een directe bouwtitel geldt. Er is dus geen sprake van uit te werken bestemmingen en/of wijzigingsbevoegdheden.

5.3 Opzet regels

De regels bestaan uit vier hoofdstukken: Inleidende regels (hoofdstuk 1); Bestemmingsregels (hoofdstuk 2); Algemene regels (hoofdstuk 3); Overgangs- en slotregels (hoofdstuk 4).

Hierna wordt een korte toelichting gegeven op de in het plan opgenomen regels.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

In dit hoofdstuk is een aantal begrippen verklaard, dat wordt gebruikt in de regels. Dit voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen. Een bijzonder begrip is het begrip ‘peil’. Door ophoging van het gebied wisselt de hoogte van het maaiveld. Om hierbij een goede juridisch-planologische regeling op te stellen is onderscheid gemaakt in bestaande gebouwen, waarvoor is bepaald dat de maximale bouwhoogtes gelden ten opzichte van het maaiveld; en in nieuwe gebouwen, waarvoor bepaald is dat de maximum (en waar aan de orde ook de minimum) bouwhoogtes gelden ten opzichte van het NAP. Daarnaast is het artikel "wijze van meten” opgenomen waarin bepaald is hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan geïnterpreteerd moet worden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

In deze paragraaf zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. In ieder artikel is per bestemming bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bouwregels er gelden. Tevens zijn, waar mogelijk, flexibiliteitsbepalingen opgenomen. Hierna wordt een

Page 76: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

66

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

artikelsgewijze toelichting gegeven. Gemengd – 1 Aan het voormalige evenemententerrein is de bestemming “Gemengd – 1” toegekend. Binnen deze bestemming mogen de begane grondlaag en de 1e verdieping worden gebruikt voor diverse commerciële en publieke functies. Op de hogere bouwlagen is uitsluitend wonen toegestaan. Verder omvat de bestemming de bijbehorende doeleinden zoals groenvoorzieningen, water, ontsluitingen et cetera. In totaal zijn voor het bouwvlak 40 woningen toegestaan. Hierbij geldt echter wel de beperking van het maximum aantal woningen (zijnde 200) voor het gehele plangebied zoals hiervoor is aangegeven. Voor de woningen is een regeling voor beroep en bedrijf aan huis opgenomen. Binnen de bestemming is de realisatie van een ondergrondse parkeervoorziening mogelijk. Voor de woningen binnen deze bestemming is geregeld dat inwoning ten behoeve van mantelzorg – onder bepaalde voorwaarden – is toegestaan. Dit geldt overigens voor alle artikelen waarin de functie ‘wonen’ mogelijk is. Bijzonder binnen deze bestemming is de vindplaats van de buitenplaats ’t Hof en een oudere boerderij. Deze resten worden in situ bewaard en beschermd middels een dubbelbestemming. Er wordt gekeken naar mogelijkheden om deze resten zichtbaar te maken, bijvoorbeeld middels afwijkende materialen in de bovenliggende verharding. Gemengd – 2 De tweede gemengde bestemming is gegeven aan de bestaande brandweerkazerne (met poortgebouw) langs de Hoflaan. Rond de bestaande bebouwing zijn bouwvlakken getekend; deze bebouwing mag niet worden uitgebreid. De bestaande hoogte mag niet worden gewijzigd. De hoofdfunctie van de kazerne wordt gevormd door dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, kantoren en bedrijfsfuncties. Naast deze functies mag gewoond worden ter plaatse van de aanduiding. Verder omvat de bestemming de bijbehorende doeleinden zoals groenvoorzieningen et cetera. Ook hier is voor de woningen een regeling opgenomen voor beroep en bedrijf aan huis en inwoning. Gemengd – 3 Aan de watertoren in het park is de derde gemengde bestemming toegekend. Hier zijn, op alle verdiepingen, de diverse functie toegestaan, waaronder horeca. De bestaande bouwhoogte mag niet worden gewijzigd. Verder omvat de bestemming de bijbehorende doeleinden zoals groenvoorzieningen, water, ontsluitingen et cetera. Groen De bestemming Groen is opgenomen voor het groen aan de randen langs het nieuwe woongebied. Dit groen is niet karakteristiek. Ten zuiden van de watertoren mag een terras worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding. Voor de beoogde gebiedsontsluiting is de aanduiding ‘ontsluiting’ opgenomen. De uiteindelijke ligging is flexibel, hierin is een marge van 10 meter voorzien. Daarnaast is in de groenbestemming nabij het noordoostelijke bouwvlak een

Page 77: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

67

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

aanduiding ‘parkeerterrein’ opgenomen ten behoeve van parkeren op maaiveld. Verkeer De verkeersbestemming is toegekend aan de doorgaande wegen binnen het plangebied: de Hoflaan en de Westlandseweg. Naast doorgaande ontsluitingswegen zijn binnen deze bestemming ook paden, parkeervoorzieningen en overige doeleinden zoals nuts- en groenvoorzieningen, straatmeubilair, kunstwerken, water, oevers en oeververbindingen toegestaan. Op de Hoflaan en op de Westlandseweg is de figuur ‘as van de weg’ opgenomen. De as van de weg dient in (of maximaal 2 meter uit) deze figuur te liggen. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat binnen de verkeersbestemming een andere wegindeling ontstaat, waardoor mogelijk ook de geluidsbelasting op omliggende woningen wijzigt en er strijdigheid ontstaat met de Wet geluidhinder. Dat is niet wenselijk. Water De bestemming “Water” is opgenomen voor de watergang ten noorden van de nieuwe appartementen langs de Westlandseweg. Binnen deze bestemming zijn water, infiltratievoorzieningen en oevers toegestaan. Voorts zijn bijbehorende voorzieningen zoals nuts-, groen- en speelvoorzieningen mogelijk. Uiteraard zijn ook kunstwerken – waaronder bruggen – toegestaan. Wonen De nieuwe woningen van De Buitenplaats Van Ruytenburch hebben de bestemming “Wonen” gekregen. De stedenbouwkundige uitgangspunten, zoals aangegeven onder 5.2 zijn vastgelegd op de verbeelding en deels verbaal geregeld in de regels. Samenvattend gaat het hierbij om de maximum en minimum bouwhoogten, het totaal aantal woningen en de situering van de woningen en de gevels. Binnen de bestemming Wonen mogen zowel (twee)aaneengebouwde als gestapelde woningen toegestaan, met uitzondering van een zone langs de Hoflaan, hier mogen uitsluitend grondgebonden woningen worden gebouwd. In alle woningen is – onder bepaalde voorwaarden – beroep en bedrijf aan huis toegestaan alsook inwoning ten behoeve van mantelzorg. Binnen de woonbestemming mogen ten hoogste 200 woningen worden gebouwd. Hierbij geldt echter de voorwaarde zoals hiervoor (paragraaf 5.2) vermeld dat het aantal woningen in het gehele plangebied niet meer dan 200 mag bedragen. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat, wanneer binnen de bestemming Gemengd – 1 al 20 woningen worden gerealiseerd, er in de bestemming Wonen nog maximaal 180 woningen mogen worden gebouwd. Voor het zuidelijk bouwvlak is een maximum bebouwingspercentage opgenomen. Dit bebouwingspercentage geldt enkel indien gestapelde woningbouw wordt gerealiseerd. Bij grondgebonden woningen geldt deze beperking niet. Dubbelbestemmingen Waarde – Archeologie 1 t/m 5 Het gebied is geheel voorzien van archeologische dubbelbestemmingen. Op basis van het gemeentelijk beleid is er onderscheid gemaakt in vijf verschillende bestemmingen: “Waarde –

Page 78: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

68

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Archeologie 1” tot en met “Waarde - Archeologie 5”. Binnen deze bestemmingen is een stelsel opgenomen dat verplicht tot het krijgen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden (de vroegere aanlegvergunning). Doel hiervan is om de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden te beschermen. Waarde – Cultuurhistorie Bijna het gehele plangebied heeft een dubbelbestemming “Waarde – Cultuurhistorie” gekregen. Deze bestemming is opgenomen om het beschermd stadsgezicht te ‘visualiseren’. Het gebied is van nationaal cultuurhistorisch belang. Omdat het gebied (overigens al voor de aanwijzing als beschermd stadsgezicht) geheel is gesaneerd en vrijgemaakt van bebouwing heeft het nieuwe woongebied geen cultuurhistorische waarde (meer). De te behouden bebouwing van de brandweerkazerne met poortgebouw en de watertoren hebben (binnen de bestemmingen Gemengd – 1 en Gemengd – 2). Aan deze bestemming is daarom verder geen beschermende regeling opgenomen. Waterstaat De bestemming “Waterstaat” is toegekend aan de gronden binnen 5 meter uit het water van het Buizengat. De dubbelbestemming stelt de belangen van dit water en de bijbehorende voorzieningen veilig. Waterstaat – Waterkering De gronden die behoren tot het dijklichaam van de Westlandseweg kennen de dubbelbestemming “Waterstaat – Waterkering”. Deze gronden zijn primair bestemd voor de waterhuishouding, het onderhoud en de verbetering van de waterkering. Voor de onderliggende bestemmingen geldt hetgeen bij de betreffende bestemmingsbepalingen aan de orde is gekomen. Bouwen ten behoeve van die onderliggende functies is alleen toegestaan indien de belangen van de waterkering zich daar niet tegen verzetten. Voor zover deze bestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is een prioriteitenstelling opgenomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

In dit hoofdstuk worden, in aanvulling op de bestemmingsbepalingen, aanvullende regels gesteld. Het gaat om de volgende regels: Anti-dubbeltelregel In deze regel is vastgelegd dat grond die in aanmerking moest worden genomen bij het verlenen van een omgevingsvergunning, waarvan de uitvoering heeft plaatsgevonden of alsnog kan plaatsvinden, bij de beoordeling van een andere aanvraag om een omgevingsvergunning niet opnieuw in beschouwing mag worden genomen. Algemene gebruiksregels In de algemene gebruiksregels is aangegeven dat onder een strijdig gebruik in elk geval wordt gerekend het gebruik voor het opslaan van onbruikbare (of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken) voorwerpen, goederen, stoffen en materialen, behalve voor zover dat nodig is met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden. Tevens is opslag, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen aangemerkt als strijdig gebruik. Het gebruik voor seksinrichtingen en bewoning van bijgebouwen is ook strijdig. Een algemene mogelijkheid voor

Page 79: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

69

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

burgemeester en wethouders tot afwijking hiervan ondervangt eventuele situaties waarin strikte toepassing van de regeling ertoe zou leiden dat het meest doelmatige gebruik van gebouwen en/of gronden niet mogelijk zou zijn. Algemene bouwregels In dit artikel is een aantal aanvullende bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen (kunnen) gelden. Belangrijk punt hierin is de bepaling dat ondergeschikte bouwdelen, zoals uitbouwen, balkons en overstekende daken, niet worden meegerekend bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen. De overschrijding van de bouw- casu quo de bestemmingsgrenzen mag daarbij niet meer dan 1 meter bedragen. Met deze bepaling is het mogelijk om het in het stedenbouwkundige plan omschreven wisselende gevelbeeld mede te realiseren. Algemene aanduidingsregels Aanvullend op de (algemene) bouwregels gelden bijzondere bouwbepalingen die met een aanduiding in de geometrische plaatsbepaling zijn weergegeven. Het gaat om de molenbiotoop en karakteristieke bebouwing. Ter plaatse van de molenbiotoop is de aanduiding ‘vrijwaringszone – molenbiotoop’ opgenomen. Binnen deze aanduiding gelden hoogtebeperkingen om ervoor te zorgen dat de nabij gelegen molen altijd voldoende wind kan vangen. Ter plaatse van de brandweerkazerne, poortgebouw en de watertoren is de aanduiding ‘karakteristiek’ opgenomen. Binnen deze aanduiding geld dat de gronden bestemd zijn voor het behoud van cultuurhistorische waardevolle bebouwing. Algemene afwijkingsregels Dit artikel is een aanvulling op de afwijkingsregels uit de bestemmingen, waarin nog een aantal algemene afwijkingsregels is opgenomen. Het betreft hier een standaardregeling die het mogelijk maakt om bij de uitvoering van bouwplannen, bij een omgevingsvergunning, beperkte afwijkingen van het plan mogelijk te maken. Bijvoorbeeld een geringe overschrijding van de toegestane bouwhoogte of het mogelijk maken van de bouw van schakelkastjes (nutsgebouwtjes) in het openbare gebied. Algemene wijzigingsregels In dit artikel is een aantal algemene wijzigingsregels opgenomen. Het betreft hier een standaardregeling die het mogelijk maakt om bij de uitvoering van bouwplannen beperkte afwijkingen van het plan mogelijk te maken die niet met een ontheffing geregeld kunnen worden. Bijvoorbeeld een geringe wijziging van de bestemmingsgrens.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik, dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan worden aangehaald.

Page 80: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

70

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

5.4 Geometrisch bepaalde bestemmingen

Voor het verbeelden van de geometrisch bepaalde bestemmingen is een topografische ondergrond gebruikt. Met behulp van lijnen, coderingen en arceringen is aan gronden (en in dit geval ook wateren) een bepaalde bestemming toegekend. Binnen een bestemmingsvlak zijn met aanduidingen nadere regels aangegeven.

5.5 Handhaving

5.5.1 Inleidend

Het bestemmingsplan is bindend voor zowel de overheid als de burger. De primaire verantwoordelijkheid voor controle en handhaving ligt bij de gemeente. Handhaving kan worden omschreven als elke handeling die erop gericht is de naleving van regelgeving te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Het doel van handhaving is om de duurzame bescherming van mens en omgeving te waarborgen. Binnen het kader van het bestemmingsplan heeft regelgeving met name betrekking op de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet. Bij overtreding van deze regelgeving moet gedacht worden aan bouwen zonder vergunning, bouwen in afwijking van een verleende vergunning, het handelen zonder of in afwijking van een noodzakelijke aanlegvergunning en het gebruik van gronden en opstallen in strijd met de gebruiksregels van het bestemmingsplan of een ontheffing. Er zijn twee vormen handhaving te onderscheiden: preventieve en repressieve handhaving. Preventieve handhaving bestaat uit actief toezicht door of namens de gemeente door bijvoorbeeld regelmatige controles op de uitvoering van vergunningen en regelmatige gebiedscontroles. Vervolgens worden in het kader van preventieve handhaving duidelijke en maatschappelijk geaccepteerde regels opgesteld en aandacht besteed aan communicatie en voorlichting. Repressieve handhaving bestaat uit de aanwending van publiekrechtelijke middelen bij geconstateerde overtredingen, zoals het opleggen van een dwangsom of het uitoefenen van bestuursdwang. Daarnaast is het mogelijk strafrechtelijke middelen toe te passen en privaatrechtelijk actie te ondernemen bij inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente. Repressieve handhaving heeft als primaire doel een einde te maken aan een specifieke overtreding van de Wro of de Woningwet. De handhaafbaarheid van een bestemmingsplan is met name afhankelijk van het draagvlak van de regels onder de burgers en van de duidelijkheid van de regels.

5.5.2 Vertaling naar bestemmingsregeling

In dit bestemmingsplan is aangesloten bij de actuele maatschappelijke behoefte voor wat betreft bouwen en gebruik, bijvoorbeeld ten aanzien van aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven. Vervolgens is door middel van het opnemen van flexibiliteitsbepalingen (algemene afwijkingsregels, algemene wijzigingen) in voldoende mate ingespeeld op eventuele toekomstige ontwikkelingen. De geometrische plaatsbepaling, de regels en de toelichting zijn, tot slot, zodanig op elkaar afgestemd dat interpretatieproblemen en problemen met betrekking tot de uitvoering zo veel mogelijk worden voorkomen.

Page 81: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

71

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Exploitatieverplichting

Bij de voorbereiding van een ontwerpbestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting van een bestemmingsplan minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens is met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening de verplichting ontstaan om, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en de plankosten, deze moeten kunnen worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar. Een en ander dient te worden vastgelegd in privaatrechtelijke overeenkomsten met iedere grondeigenaar. Als er met een grondeigenaar geen overeenkomst is gesloten en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient een exploitatieplan te worden opgesteld welke tegelijkertijd met het bestemmingsplan moet worden vastgesteld. De gemeente is eigenaar van alle gronden binnen het plan, waar ontwikkelingen zullen plaatsvinden. Het kostenverhaal vindt plaats bij de uitgifte van de gronden.

Exploitatieopzet

De totale kosten die in aanmerking komen voor kostenverhaal zijn gedekt in de (gemeentelijke) grondexploitatie. Het kostenverhaal zal via gronduitgifte plaatsvinden. Conform de in de koopovereenkomst tussen gemeente en Proper-Stok Ontwikkelaars overeengekomen voorwaarden over de afname van de grond en de grondopbrengst. Doordat alle kosten in de grondexploitatie gedekt zijn is de financiële uitvoerbaarheid gewaarborgd. De grondexploitatie hoort als vertrouwelijk stuk bij het plan.

Conclusie

Gezien het voorgaande wordt het plan financieel uitvoerbaar geacht.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Plan(vormings)proces

In het traject om te komen tot de structuurvisie voor Buizengat (2003) is veel aandacht besteed aan communicatie met bewoners, belanghebbenden in het gebied en het Platform Buizengat. Daarnaast zal in de bestemmingsplanprocedure op diverse momenten de gelegenheid worden geboden op het plan te reageren. Zie ook hoofdstuk 7.

Conclusie

Gezien het voorgaande wordt het plan maatschappelijk uitvoerbaar geacht.

Page 82: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

72

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

Page 83: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

73

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” Toelichting Ontwerp

7 Procedure

7.1 Voorbereidingsfase

Overleg

Conform artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dienen burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In dit kader is het concept ontwerpbestemmingsplan voor advies toegezonden aan de overlegpartners. De ontvangen inspraakreacties zullen worden samengevat en beantwoord, waarvan in deze toelichting te zijner tijd verslag zal worden gedaan.

7.2 Ontwerpfase

Na afronding van het vooroverleg wordt de formele bestemmingsplanprocedure gestart. De aanpassingen die volgen uit de overlegreacties worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Ook worden - indien nodig - ambtshalve aanpassingen doorgevoerd. Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is artikel 3.8 Wro (gelezen in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) van toepassing. De kennisgeving van het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet in de Staatscourant worden geplaatst en dient - met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening - ook via elektronische weg te geschieden. Tevens dient de kennisgeving te worden toegezonden aan die diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn, aan het waterschap en aan belanghebbende gemeenten. Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze op het plan in te dienen. Ook moeten de stukken met de kennisgeving aan de eerder genoemde diensten en instanties worden toegezonden (artikel 3:13 Awb), of er moet worden aangegeven waar de (digitale) stukken te vinden zijn (elektronische kennisgeving).

7.3 Vaststellingsfase

Binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging moet de gemeenteraad beslissen omtrent de vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan. Het vastgestelde bestemmingsplan behoeft op grond van de Wro geen goedkeuring meer van Gedeputeerde Staten. Tegen het besluit tot vaststelling staat, voor belanghebbenden, direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Direct na de beroepstermijn treedt, indien tijdens de beroepstermijn geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, het plan in werking waarna tot planrealisatie kan worden overgegaan.

Page 84: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 85: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlagen

Page 86: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 87: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Stedenbouwkundig verhaal tbv BP De Buitenplaats Van Ruytenburch 20-02-2014 geschiedenis locatie Een stukje historie is op zijn plaats als inleiding op de stedenbouwkundige visie voor een gebied met zo'n rijk en gevarieerd verleden. In de 16 eeuw stond het gebied ten oosten van de haven en het Buizengat bekend als de Buitenweide, pachters gebruikten het als weideland en teelden er ondermeer rapen, kool, tarwe en gerst. Het oostelijke spuiwater deelde het gebied in de grote Buitenweide, thans Oostwijk en de kleine Buitenweide, thans Buizengat Oost genoemd. Het spuiwater diende samen met het Buizengat om de haven door te spuien en de diepgang van de haven te onderhou- den. Met hoogwater werd de sluis geopend, de kom liep vol, de sluis werd gesloten en met laagwater weer geopend om op een natuurlijke manier de haven te spuien. Tot in de 19e eeuw werd het spuiwater gebruikt, toen kwamen de nieuwere baggertechnieken en werd het oostelijk spuiwater gedempt. De huidige Hoge Laan was de zuidkade van het spuiwater. In 1611 kocht een rijke specerijenhandelaar uit Amsterdam, Pieter van Ruytenburch, de heerlijkheid Vlaardingen en Vlaardingen-Ambacht op en liet op de kruising tussen de haven, de Hoflaan en het spuiwater een buitenplaats bouwen, het Hof. Een buitenplaats is een monumentaal huis dat een harmonieus geheel vormt met een omliggende tuin of park. Het was een plek voor rijke stedelingen om in de zomer de ongezonde stad te ontvluchten en in deze zelf gecreëerde buitenoase te recreëren met tuinarchitectuur, literatuur, poëzie, muziek, planten en bloemen en beeldende kunst. Het was een plek om je maatschappelijke status mee in beeld te brengen. Vandaar dat zijn zoon Willem van Ruytenburch op dezelfde plek een groter huis liet bouwen na zijn vaders dood, hij had politieke ambities en werd ook uiteindelijk schepen (wethouder) in Amsterdam. Hij is ook de 'man in het geel' op nederlands bekendste schilderij, De Nachtwacht. Tot in 1830 bezaten de nazaten van de familie de Buitenplaats het Hof, toen de rechten van de laatste ambachtsheer werden verkocht aan de stad Vlaardingen. Dit was het einde van de buitenplaats, de gronden van het Hof werden een openbaar park. Dit betekende voor Vlaardingen dat de grote buitenweide eindelijk ontwikkeld kon worden voor de uitbreiding van de stad. Met de aanleg van het Toepad (nu Schiedamse weg) is aan het eind van de 19e eeuw de ontwikkeling van Oostwijk opgestart, langs deze laan is Oostwijk organisch in oostelijke richting gegroeid. Op de locatie van het landhuis verrees een gasfabriek, die voor de verlichting van de stad diende en tot 1947 operationeel bleef. Ten noorden van de gasfabriek aan het Buizengat kwamen scheepswerven, deze zorgden er wel voor dat hun activiteiten niet de fraaie wandelroute, die de Hoflaan vormde, zou hinderen. Hieruit blijkt de belangrijke recreatieve functie van het Hof voor de Vlaardingers. In 1938 werd het Hof uitgebreid met het Oranjepark, in een fraaie Engelse landschapsstijl, anders opgezet dan de tuinarchitectuur van het Hof. In de jaren vijftig zijn de werven en de fabriek verdwenen en werd het gebied door de gemeente gebruikt, oa voor opslag. Ook kwam er een brandweerkazerne en een watertoren, deze zijn niet meer in gebruik, maar bepalen in grote mate de sfeer van het gebied. De geschiedenis van deze locatie meenemen in de beleving en de toekomst van de nieuwe woonwijk is door de bijzondere historie één van de pijlers voor de stedenbouwkundige visie van het gebied. Stedenbouwkundige visie Ook in de huidige tijd is de locatie een bijzondere plek met veel potenties: de ligging dichtbij het centrum van Vlaardingen met winkel, horeca en cultuurvoorzieningen, naast het net gerenoveerde Oranjepark en het Hof, vlakbij de uitvalswegen van Vlaardingen, alles goed bereikbaar met de fiets, dichtbij hoogwaardig openbaar vervoer, monumentale gebouwen uit de jaren vijftig, die het gebied meteen al een eigen sfeer geven. En natuurlijk de rijke historie. Het optimaal benutten van deze kwaliteiten en gebruik maken van het bestaande is een uitgangspunt. Een ander belangrijk pijler voor deze visie is flexibiliteit qua woningbouwprogramma en fasering oftewel het organisch en vraaggestuurd ontwikkelen. Daarnaast lag er ook een belangrijke vraag over een tijdelijk programma voor de locatie gedurende de hele ontwikkelfase. Vanuit al deze verschillende invalshoeken hebben we getracht dit samen te laten komen in een stedenbouwkundig model, waarin organische groei van woningen mogelijk is met een tijdelijk programma voor de lege velden, een verwijzing en gebruik van het verleden wordt gemaakt en de bestaande monumenten hun plek en verhaal in het gebied kunnen krijgen: een nieuwe Buitenplaats. Een nieuwe Buitenplaats is een plek, waar het moderne gezin de stad en de monotone buitenwijken kan ontvluchten en dichtbij het centrum en het park/groen gaat wonen. De nieuwe Buitenplaats is een harmonieus geheel tussen huizen en omringende tuin en park. Er kan worden gerecreëerd met tuinarchitectuur, literatuur, poëzie, muziek, planten en bloemen en beeldende kunst, zoals in de oude tijden. De brandweerkazerne, de watertoren en de stadslandbouw gaan daar een rol in spelen. Ook een nieuwe maatschappelijke status hoort daarbij: wonen in ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’. Het Buitenplaatsmodel behelst een hoofdstructuur van uitgeefbare velden ingekaderd met duidelijke openbare ruimtes; de Hoflaan met een vernieuwd profiel; een slingerende laan, de Parklaan, twee vizieren vanaf de Hoflaan, tussenstraatjes met een erfachtige inrichting en verspringende bomenrijen en twee grotere parkachtige ruimtes bij de brandweerkazerne en de watertoren. De Hoflaan wordt afgemaakt en krijgt een rijker profiel met bomenrijen, die een aankondiging zijn van de Buitenplaats.

Page 88: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

De Parklaan geeft een fraai doorzicht op het Oranjepark al bij de entree van de Buitenplaats. De brandweerkazerne maakt met de bestaande poortwoning zelfs een poortentree tot de Buitenplaats. De twee vizieren vanaf de Hoflaan richting het Oranjepark zorgen voor doorzicht naar het Oranjepark, het park is overal door de wijk heen voelbaar. Door de twee parkachtige ruimtes bij de monumenten komen deze extra tot hun recht en kunnen er verschillende functies in worden ondergebracht met eventueel gebruik van die buitenruimte. Het parkeren gebeurt grotendeels op eigen terrein en op de uitgeefbare velden, uit het zicht van de openbare ruimte , ze worden omkaderd met groen of 'Buitenplaats' muren. In de openbare profielen is er rekening gehouden met langsparkeren voor bezoekers. Hiermee wordt ruimschoots de parkeernorm gehaald. De velden worden tijdelijk ingericht met elementen, die bij een Buitenplaats horen: moestuin, boomgaard en een aangelegde tuin. De combinatie van de invulling van de velden met de ideëen voor het hergebruik van de monumenten kan elkaar versterken. Een stadsboerderij is geboren. De woonvelden kunnen stapsgewijs ingevuld worden met een divers woninqbouwproqramma. Er passen qua maatvoering veel verschillende typologieën in (flexibiliteit) en er zijn verschillende oplossingen voor het parkeren en eventuele speelplekken voor de allerkleinsten mogelijk. Er past in totaal een minimaal en een maximaal programma in, afhankelijk van de vraag uit de markt. Organische groei geschiedt vaak langs een laan (zie het Toepad, thans de Schiedamse weg in Oostwijk), de Parklaan zou daarvoor kunnen dienen. Er kan ontwikkeld worden langs de Parklaan van west naar oost of van zuid naar noord, zo de markt het vraagt. Door de organische groei ontstaat er een pandsgewijze architectuur, waardoor de Buitenplaats een rijk en gevarieerd beeld krijgt. Onlosmakelijk verbonden met een Buitenplaats is het landhuis. Pieter Ruytenburch had daar in 1611 al de mooiste plek voor uit gekozen, op het kruispunt tussen vier waters: het buizengat, het spuiwater, de haven en de Vlaardingse Vaart met uitzicht op de haven en zijn buiten. Op deze plek kan een iconisch appartementengebouw komen, die het hele gebied overziet. Een gebouw met een geheel of gedeeltelijk ondergronds parkeren en hoger dan de rest van het plan. De archeologische resten van het oude landhuis van Willem Ruytenburch kunnen in het plein voor het gebouw waarneembaar worden gemaakt voor het publiek en opgenomen worden in het ontwerp voor het openbaar terrein aan de kade. Een plek waar je geschiedenis beleeft en toekomst maakt. Organische ontwikkeling I Flexibiliteit De markt is op dit moment grillig , dat betekent dat het erg moeilijk is om op lange termijn te bepalen wat de woningbehoefte is en dus welk programma we in het hele gebied zullen gaan krijgen. Wat nu de woningbehoefte is, kan over twee jaar geheel anders zijn. Er zal steeds ge-anticipeerd moeten worden op de vraag vanuit de markt. De ontwikkeling dient dus flexibel ingevuld te kunnen worden, zodat er adequaat gereageerd kan worden op de woningbehoefte in de tijd, die wel gericht is op het (middel-) dure segment. Om de ruimte hiervoor te hebben in het stedenbouwkundige plan zijn de woonvelden zo ontworpen dat het wonen en het parkeren op verschillende manieren binnen het veld kan worden opgelost. Dit kunnen rijwoningen, tweekappers, vrijstaande woningen, bungalows, maar ook vrije kavels zijn met zogenaamde parkeerkoffers ten behoeve van het parkeren van de woningen binnen een vlek. Op deze wijze wordt het parkeren zoveel mogelijk aan het zicht onttrokken zodat de openbare ruimte autoluw is. Op deze wijze kunnen er verschillende aantallen en type woningen gerealiseerd worden. Ook de mogelijkheid is er om een appartementengebouw in te passen, waar gewenst is. Toekomstige bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden krijgen een rol in de totstandkoming van de ontwikkeling. De eerste informatie-avonden en woonworkshop worden ingepland om samen met de toekomstige bewoners en gebruikers hun wensen te vertalen naar woningen die op hun behoeftes aansluiten. Brandweerkazerne I Watertoren I Stadslandbouw De tijdelijke invulling van het gebied heeft een vliegende start gekregen met de Stichting Stadslandbouw Vlaardingen. Al in mei 2013 gingen de eerste zaden en gewassen de grond in en er is al volop geoogst. Er wordt geleverd aan diverse restaurants, de voedselbank en aan particulieren. Er is een groot, enthousiast team van vrijwilligers aan het werk. De sfeer van het braakliggende terrein is veranderd naar een unieke plek in Vlaardingen, waar genoten kan worden van een stukje landbouw in de stad. De watertoren zal een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van De Buitenplaats Van Ruytenburch. De nieuwe functie moet aansluiten bij de behoefte vanuit de locatie. Dit bijzondere gebouw op deze prominente plek vroeg om een openbare functie. Er wordt naar functies gezocht die zoveel mogelijk openbaar toegankelijk zijn. De toren is een alzijdig gebouw, waarbij het park overal kan doorlopen tot aan de gevel. De toren komt echt in het park te staan, er bevindt zich geen afgesloten privé terrein rond de toren. Rond de toren is een groot terras beoogd dat vrij toegankelijk is vanuit het park en de nieuwe woonwijk De Buitenplaats Van Ruytenburch. De toren kan bewoners verwelkomen, een restaurant met buitenterras kunnen fungeren als tweede woonkamer voor de bewoners. Daarnaast kan de toren plaats bieden aan informatiebijeenkomsten voor en over de nieuwe wijk, waarbij er ook mogelijkheden voor bewoners zijn om ruimten te gebruiken voor bijeenkomsten. De watertoren wil op deze wijze een belangrijke bijdrage leveren aan de identiteit van deze plek in de stad. Ook is een samenwerkingsverband mogelijk tussen de toren en de brandweerkazerne.

Page 89: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

De brandweerkazerne kan ruimte bieden aan beginnende ondernemers en aan zelfstandigen die graag samen willen delen, volgens een laagdrempelige flexwerkformule waarmee ingespeeld wordt op belangrijke trends als het nieuwe werken, de mobiele werknemer en het nieuwe rijden. De herbestemming zal leiden tot een verrassende en inspirerende werkomgeving, met mogelijkheden tot interactie met de woonomgeving en bewoners van De Buitenplaats Van Ruytenburch. Invullingen van het programma wordt in gezamenlijkheid met lokale ondernemers opgepakt, zodat er een synergie voor alle partijen ontstaat. Door deze samenwerking ontstaat er een overvloed aan creatieve ideeën die gezamenlijk uitgewerkt kunnen worden. Met deze nieuwe energie wordt de locatie op de kaart gezet en worden de plaatselijke ondernemers tevens de ambassadeurs van de locatie.

Page 90: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 91: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Gemeente Vlaardingen

Akoestisch onderzoek ‘De Buitenplaats van Ruytenburch’

24 februari 2014

Page 92: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Projectgegevens Concept Akoestisch onderzoek ‘De Buitenplaats van Ruytenburch’ Opdrachtgever Gemeente Vlaardingen Contactpersoon De heer C. den Ouden Werknummer 355.437.06 Datum 24 februari 2014 Adviseur KuiperCompagnons

Projectverantwoordelijke: ing. J. Kraaijeveld Behandeld door: ing. J. Kraaijeveld Telefoonnummer: 06-22012330

File: j:\355\437\06\3 projectresultaat\milieu\weg en industrielawaai\doc\355.437.06 concept akoestisch onderzoek de buitenplaats van

ruytenburch_24 feb 2014.docx

Page 93: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Inhoudsopgave blz.

1. Inleiding.............................................................................................................................. 1

2. Wettelijk kader ................................................................................................................... 2

2.1. Wet geluidhinder ....................................................................................................... 2 2.2. Bouwbesluit 2012 ...................................................................................................... 3

3. Uitgangspunten geluidberekeningen .............................................................................. 4

3.1. Wegverkeersgegevens ............................................................................................. 4 3.2. Industrie .................................................................................................................... 4 3.3. Berekeningsmethode ................................................................................................ 5

4. Berekeningsresultaten ..................................................................................................... 7

4.1. Wegverkeerslawaai ................................................................................................... 7 4.2. Industrielawaai .......................................................................................................... 9 4.3. Geluidreducerende maatregelen ............................................................................ 10 4.4. Hogere grenswaarden ............................................................................................ 12

5. Conclusies ....................................................................................................................... 14

Inhoudsopgave bijlagen Bijlage 1 Verkeersgegevens 2024 Bijlage 2 Rekenmodel wegverkeerslawaai Bijlage 3 Geluidsbelasting op de grens van de bestemmingen Bijlage 4 Vrijeveld geluidscontouren Bijlage 5 Afschermende werking eerstelijnsbebouwing Bijlage 6 Geluidscontouren interne ontsluitingsstructuur (30 km-wegen) Bijlage 7 Rekenmodel industrielawaai (Botlek/Pernis) Bijlage 8 Berekeningsresultaten industrielawaai (Botlek/Pernis)

Page 94: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 1

1. Inleiding

Het bestemmingsplan ‘De Buitenplaats van Ruytenburch’ voorziet onder andere in de bouw van woningen. Nieuwe woningen zijn volgens de Wet geluidhinder (Wgh) geluidsgevoelig. Omdat deze woningen zijn gelegen binnen de onderzoekszone van de Westlandseweg, de Hoflaan en de Rotterdamseweg is een akoestisch onderzoek noodzakelijk. Daarnaast zijn de nieuwe wo-ningen gelegen in de onderzoekszone van het industrieterrein ‘Botlek-Pernis’ en ‘Vulcaanha-ven/Koningin Wilhelminahaven/Klein Vettenoord’. Het onderzoek heeft om deze reden ook be-trekking op het aspect industrielawaai. De nieuwe woningen zijn niet gelegen in de zone van een spoorlijn. Om die reden is in dit akoestisch onderzoek het aspect spoorweglawaai buiten beschouwing gelaten. Leeswijzer Dit onderzoeksrapport bestaat uit vijf hoofdstukken, waarvan hoofdstuk 1 deze inleiding is. In hoofdstuk 2 is het wettelijk kader beschreven. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van de gebruik-te gegevens en berekeningsmethode opgenomen. Hoofdstuk 4 beschrijft de resultaten en de mogelijkheden om de geluidsbelasting te reduceren en de benodigde hogere waarde. Het rap-port wordt afgesloten met hoofdstuk 5 waarin de conclusies van het onderzoek worden be-schreven.

Page 95: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 2

2. Wettelijk kader

2.1. Wet geluidhinder

Onderzoekszone Behalve langs 30 km/uur-wegen en woonerven bevindt zich overeenkomstig artikel 74 Wgh aan weerszijden van een weg een zone waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Voordat nieuwe woningen binnen deze zone kunnen worden geprojecteerd dient te worden on-derzocht of aan de grenswaarden van de Wgh wordt voldaan. De zonebreedte is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de aard van de omgeving (stedelijk of buitenstedelijk gebied). De definities van stedelijk en buitenstedelijk gebied zijn opgenomen in artikel 1 Wgh. Deze defi-nities luiden: - stedelijk gebied: het gebied binnen de bebouwde kom (bepaald door komgrensborden) met

uitzondering van het gebied binnen de zone van een autoweg of autosnelweg; - buitenstedelijk gebied: het gebied buiten de bebouwde kom en het gebied binnen de be-

bouwde kom dat is gelegen binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. De nieuwe woningen in dit bestemmingsplan worden binnen de bebouwde kom gebouwd. Omdat de relevante wegen geen autoweg of autosnelweg is, is sprake van een stedelijke situatie. Langs de Westlandseweg, de Hoflaan en de Rotterdamseweg is op grond van artikel 74 Wgh een zone aanwezig van 200 meter (2x1 rijstrook, stedelijk gebied). Deze zone wordt gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook. Op grond van artikel 75 lid 3 van de Wgh loopt de zone aan de uiteinden van een weg door over

een afstand gelijk aan de breedte van de zone ter hoogte van het einde van de weg. De zone

loopt door langs een lijn die is gelegen in het verlengde van de wegas. Zij behoudt de breedte

die zij had ter hoogte van het einde van de weg. Dit betekent dat de zone van de Rotterdamse-

weg ook over de geprojecteerde woonbestemming is gelegen en deze weg ook moet worden

betrokken in dit onderzoek. De nieuwe interne ontsluitingsstructuur in het plan betreft 30 km-wegen. Vanuit de Wgh is er geen verplichting de mogelijke hinder van deze wegen te onderzoeken. Op grond van vaste jurisprudentie is er, vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, voor gekozen ook deze wegen in het onderzoek te betrekken. Normstelling In het geval nieuwe woningen worden gerealiseerd binnen de zone van een weg, dan mag de geluidbelasting niet meer bedragen dan de voorkeursgrenswaarde. Indien de geluidbelasting hoger is dan de voorkeursgrenswaarde moeten er maatregelen worden getroffen om hieraan alsnog te kunnen voldoen. Blijkt dat niet mogelijk te zijn of op zwaarwegende bezwaren te stui-ten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard dan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen (het college van Vlaar-dingen) bevoegd tot het vaststellen van hogere waarden.

Page 96: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 3

In tabel 1 is aangegeven wat de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarde is voor nieuwe woningen in stedelijk gebied voor wegverkeerslawaai. Tabel 1: Grenswaarden wegverkeerslawaai.

Voorkeursgrenswaarde Maximale ontheffingswaarde

Woningen 48 dB (art. 82, lid 1 Wgh) 63 dB (art. 83, lid 2 Wgh)

Reductie geluidbelastingen wegverkeerslawaai Op grond van de verwachting dat de geluidproductie van motorvoertuigen in de toekomst af-neemt, mogen de berekende geluidbelastingen op de gevels worden gereduceerd. Volgens artikel 110g Wgh is deze reductie 2 dB bij wegen met een rijsnelheid van 70 km/uur en hoger en 5 dB bij wegen met een rijsnelheid van lager dan 70 km/uur. Gelet op de wettelijke toegestane rijsnelheid op de in het onderzoek betrokken wegen is een re-ductie van 5 dB toegepast. Hogere waardenbeleid gemeente Vlaardingen De gemeente Vlaardingen heeft nog geen vastgesteld hogere waarden beleid. Dit beleid is wel in voorbereiding. In dit conceptbeleid zijn de volgende hoofdlijnen van toepassing.

- Het vaststellen van een hogere waarde kan alleen als geluidsreducerende maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn of dat maatregelen overwegende bezwaren ontmoeten vanuit stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of finan-ciële aard;

- Bij een hogere waarde voor wegverkeerslawaai tot 53 dB gelden geen aanvullende voor-waarden omtrent de situering van de woning en de aanwezigheid van een geluidsluwe gevel en buitenruimte en de oriëntatie van de verblijfsruimte in de woning ten opzichte van de geluidsbron;

- Bij een hogere waarde voor wegverkeerslawaai tussen de 54 en 60 dB gelden de volgen-de voorwaarden:

- goede afscherming door vorm en situering ontwerp; - woning/appartement moet een geluidsluwe zijde hebben en/of een geluidsluwe

buitenruimte (balkon/loggia); - hoofdslaapkamer aan de geluidsluwe zijde of geluidluwe balkon/geluidsluwe

loggia.

In dit rapport wordt de woningbouw in dit plan getoetst aan de hiervoor genoemde voorwaarden. Opgemerkt wordt dat een definitieve verkaveling voor dit plan nog niet beschikbaar is, zodat de voorwaarden uitsluitende in hoofdlijnen/op haalbaarheid wordt getoetst.

2.2. Bouwbesluit 2012

In het Bouwbesluit 2012 is aangegeven wat de karakteristieke geluidwering moet zijn om een binnenwaarde, bij gesloten ramen, te garanderen voor verblijfsgebieden van een nieuwe woning. De geluidbelasting door wegverkeerslawaai mag in verblijfsgebieden (gebruiksgebied of een ge-deelte daarvan voor het verblijven van personen) niet hoger zijn dan 33 dB.

Page 97: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 4

3. Uitgangspunten geluidberekeningen

Hierna worden de uitgangspunten voor de berekeningen van het wegverkeerslawaai beschreven. Het gaat om de gehanteerde gegevens en de gebruikte berekeningsmethode.

3.1. Wegverkeersgegevens

De verkeersgegevens voor de onderzochte wegen zijn afkomstig van de gemeente Vlaardingen. Aangeleverd zijn weekdagverkeersintensiteiten voor het jaar 2020. In dit verkeersmodel is reeds rekening gehouden met de verkeersproductie van de ontwikkelingen in dit plangebied. Voor dit onderzoek is het prognosejaar 2024 van belang, tien jaar na vaststelling van het be-stemmingsplan. Voor de groei van het verkeer in de periode van 2020 tot 2024 is uitgegaan van 1,5% per jaar. In de aangeleverde gegevens is eveneens inzicht gegeven in de verdeling van het verkeer. Deze gegevens hebben betrekking op de verdeling van het verkeer in de dag-, avond- en nachtperiode en de verdeling van het verkeer in de onderscheiden voertuigcategorieën. Door de gemeente Vlaardingen is aangegeven dat dit verkeersmodel nog niet formeel is vastge-steld. De verwachting is dat ruim voor de vaststelling van het plan de formeel te gebruiken cijfers worden aangeleverd. Het onderzoek wordt om deze reden in een latere fase van de planprocedu-re verder gedetailleerd. De verwachting is dat deze detaillering niet leidt tot significant andere conclusies. De wettelijke toegestane rijsnelheid op de Westlandseweg, de Hoflaan, en de Rotterdamseweg bedraagt 50 km/h. De wettelijke toegestane rijsnelheid op de nieuw aan te leggen ontsluitings-structuur wordt 30 km/h. Op de Westlandseweg en de Rotterdamseweg bestaat het wegdek uit dicht asfalt beton (referen-tiewegdek). Op de Hoflaan ter hoogte van de nieuwe woningen in dit plan bestaat het wegdek uit een stille elementenverharding (stille klinkers). Op het westelijke deel van de Hoflaan dat aantakt op de Westlandseweg bestaat het wegdek uit een klinkerverharding in keperverband, het oostelij-ke deel van de Hoflaan dat aantakt op de Westlandseweg bestaat uit een asfaltverharding. Op het deel van de Hoflaan ten zuiden van dit plan bestaat het wegdek uit een klinkerverharding niet in keperverband (haaks verband). Het onderscheid in keperverband en haaks verband wordt gemaakt omdat een klinkerverharding in haaks verband hogere geluidsemissies veroorzaakt dat een klinkerverharding in keperverband. Als wegdek op de nieuwe ontsluitingsstructuur wordt een klinkerverharding in keperverband toegepast. Voor een overzicht van de gebruikte wegdektypes op de beschouwde wegen in op de laatste afbeelding in bijlage 1 een overzicht gegeven. In bijlage 1 van dit onderzoek is een uitgebreid overzicht gegeven van alle gebruikte verkeersge-gevens.

3.2. Industrie

Voor het industrieterrein ‘Botlek-Pernis’ is van de DCMR een actueel zonebewakingsmodel ontvangen. Met dit rekenmodel wordt de geluidssituatie in de zone van het industrieterrein be-waakt.

Page 98: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 5

Een belangrijke geluidscontour rond dit industrieterrein is de 55 dB(A)-geluidscontour. Deze geluidscontour is in digitale vorm toegestuurd. Met deze contour is het mogelijk het rekenmodel te ijken. Daarvoor zijn op deze geluidscontour enkele toetspunten gekozen waarop een ge-luidsbelasting is berekend van 55 dB(A). Op grond van het voorschrift van de DCMR, de beheerder van het zonebewakingsmodel, mo-gen in het gebied tussen de 55 dB(A)-geluidscontour en het industrieterrein geen wijzigingen worden gedaan aan het rekenmodel. Voor het gebied tussen de 55 dB(A)-geluidscontour en de planontwikkeling is het rekenmodel van het plan ingevoegd voor wat betreft bodemgebieden, gebouwen en toetspunten. In verband met de opzet van het zonebewakingsmodel, waarin alle objecten 10 m hoger zijn ingevoerd dan NAP, is ook de maaiveldhoogte van de objecten en de toetspunten uit het weg-verkeerslawaai opgehoogd met 10 m om dit model op een juiste wijze aan te laten sluiten op het zonebewakingsmodel.

3.3. Berekeningsmethode

Voor de bepaling van de geluidbelastingen door het wegverkeer zijn berekeningen uitgevoerd met Standaardrekenmethode 2 overeenkomstig het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012. In het rekenmodel zijn de bronnen (weg), bodemgebieden (akoestisch hard/zacht), objecten (ge-bouwen enz.), hoogtelijnen obstakelcorrectie en toetspunten ingevoerd. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu, versie 2.30. Rijlijn In het model zijn de rijlijnen van de Westlandseweg, de Hoflaan, de Rotterdamseweg en de inter-ne ontsluitingsstructuur betrokken. Middels een importfunctie in het rekenmodel zijn de wegen geïmporteerd in het rekenmodel. Daarna zijn de wegen per rijrichting nauwkeurig gefit op basis van de beschikbare digitale ondergrond. Geluidsbronnen Zoals gezegd is voor de activiteiten op het industrieterrein Botlek/Pernis het zonebewakingsmodel aangeleverd. In dit rekenmodel zijn alle relevante geluidsbronnen opgenomen. Bodemgebieden In het rekenmodel kan worden gekozen de akoestisch harde of akoestisch zachte gebieden te modelleren. In dit rekenmodel is ervoor gekozen de akoestisch harde gebieden te modelleren zoals wegen en water. Alle overige niet in het model gedefinieerde gebieden zijn akoestisch zacht. Ter plaatse van de nieuwe bestemmingen in het plangebied is een bodemgebied ingevoerd met een aborptiefactor van 0,5. Op deze manier wordt op voorhand rekening gehouden met de nieu-we invulling van het plangebied. Een deel van het plan wordt immers akoestisch hard uitgevoerd (water, verkeerswegen, parkeervoorzieningen). Door rekening te houden met deze extra verhar-ding kan de ligging van de (toekomstige) geluidscontouren nauwkeuriger beter worden afge-stemd op de toekomstige situatie. Objecten De objecten betreffen onder andere de bestaande gebouwen. De hoogte van deze gebouwen is gebaseerd op gegevens uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). De ligging van de

Page 99: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 6

nieuwe woningen is nog niet in detail vastgelegd. De hoogte van de nieuwe woonbebouwing is gebaseerd op de in het bestemmingsplan vastgelegde bouwhoogte. Hoogtelijnen Het hoogteverloop van het maaiveld binnen het aandachtsgebied van het rekenmodel kan in de berekening worden betrokken door het invoeren van zogenoemde hoogtelijnen. Hoogteverschillen zijn met name aan de orde aan weerszijden van de Westlandseweg. Toetspunten De toetspunten zijn gekozen op de grens van de bestemmingen in het plan waarbinnen nieuwe woningen kunnen worden gebouwd en op de (fictieve) nieuwe bebouwing in het plan. De beoor-delingshoogten zijn afgestemd op de maximaal toegestane hoogte binnen de gedefinieerde woonbestemmingen. De beoordelingshoogten die in dit onderzoek zijn betrokken zijn 1.5, 4.5, 7.5 en 10.5 m. Voor het appartementengebouw in het noordoostelijke deel van het plan zijn voor een deel van de woonbestemming ook de beoordelingshoogtes 13.5 en 16.5 m in de berekening be-trokken. Voor het deel van de woonbestemming waar de maximum bouwhoogte is beperkt tot 9 m zijn de beoordelingshoogtes 1.5 m, 4.5 m en 7.5 m in de berekening betrokken. Voor de woningen die kunnen worden gebouwd binnen de bestemming Gemengde doeleinden 1 ten westen van de Hoflaan zijn op de beoordelingshoogtes 19.5 m en 22.5 m in de berekening betrokken. In verband met de grootte van de rekenmodellen is er voor gekozen geen uitdraai van het re-kenmodel op te nemen in de bijlagen van deze rapportage. Indien gewenst kan deze uitdraai in digitale vorm worden aangeleverd of er kan een kopie van het rekenmodel worden aangeleverd. Het gehanteerde rekenmodel is weergegeven in bijlage 2 ‘Rekenmodel verkeerslawaai’.

Page 100: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 7

4. Berekeningsresultaten

4.1. Wegverkeerslawaai

Voor wegverkeerslawaai zijn enkele berekeningen uitgevoerd die in het kader van de voorbe-reiding van dit bestemmingsplan noodzakelijk zijn. Het gaat om de volgende situaties:

- geluidsbelasting op de grens van de bestemming; - ligging van de vrijeveldgeluidscontouren in het plan; - afschermende werking van de eerstelijnsbebouwing; - interne ontsluitingsstructuur (30 km-wegen).

In het onderstaande gedeelte zijn de resultaten beschreven op basis van de hiervoor genoemde indeling. Geluidsbelasting op de grens van de bestemming Op grond van de bestemmingsregeling is het in theorie mogelijk de woningen tot op de grens van de woonbestemming en tot op de grens van het bouwvlak binnen de bestemming Ge-mengde doeleinden 1 te bouwen. Om deze reden is de geluidsbelasting op deze grenzen bere-kend en kan als worstcase worden beschouwd. In bijlage 3 zijn voor de Westlandseweg, de Hoflaan en de Rotterdamseweg alle resultaten per weg gepresenteerd. In de onderstaande tabel zijn de resultaten van deze berekening samengevat. Tabel 2: Overzicht maximale geluidsbelasting op de grens van de woonbestemming.

Geluidsbron Beoordelingshoogte [m]

Geluidsbelasting [dB]

Westlandseweg 4.5, 7.5, 10.5, 13.5 en 16.5 56

Hoflaan 1.5, 4.5, 7.5 57

Rotterdamseweg 16.5 40

Uit deze tabel kan worden afgeleid dat het verkeer op de Westlandseweg en de Hoflaan leidt tot een geluidsbelasting die hoger is dan de voorkeurswaarde van 48 dB. De maximale onthef-fingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. De maximaal berekende geluidsbelasting be-draagt 56 dB door de Westlandseweg en 57 dB door de Hoflaan. Het verkeer op de Rotterdamseweg leidt niet tot een overschrijding van de voorkeursgrens-waarde. De geluidsbelasting bedraagt maximaal 40 dB. Omdat het verkeer op deze weg geen belemmering oplevert is deze weg in het verdere van dit onderzoek buiten beschouwing gela-ten. Ligging van de vrijeveldgeluidscontouren in het plan Het plan wordt grofweg in drie woongebieden verdeeld door de beide vizieren die als aandui-ding op de verbeelding zijn aangegeven. Omdat de fasering nog niet bekend is, is er in dit on-derzoek voor gekozen de vrijeveldgeluidscontouren in beeld te brengen. Uit de resultaten van deze berekening kan worden afgeleid welk deel van het plan kan worden bebouwd zonder dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Deze berekening is uitsluitend van belang voor de Westlandseweg. Voor de Hoflaan is dit niet aan de orde omdat de deelgebieden die direct grenzen aan de Hoflaan in zijn geheel worden ontwikkeld. In dat geval wordt de afschermende bebouwing langs de Hoflaan ook gebouwd. Voor de volledigheid zijn deze contouren ook gepresenteerd.

Page 101: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 8

De resultaten van de berekening voor de Westlandseweg zijn weergegeven op de eerste vier A4-tjes in bijlagen 4 van dit rapport. Voor de beoordelingshoogte 1.5, 4.5, 7.5 en 10.5 zijn de vrijeveldgeluidscontouren gepresenteerd. Op enkele plaatsen in het plan kan in meer dan 4 bouwlagen worden gebouwd. De geluidscontouren voor deze beoordelingshoogten zijn niet berekend omdat deze minder ver van de weg reiken dat de geluidscontouren die op een beoor-delingshoogte van 10.5 m is berekend. Uit deze resultaten blijkt dat het plangedeelte ten zuiden van het meest zuidelijk gelegen vizier kan worden bebouwd zonder dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Het gebied tussen de beide vizieren ondervindt grotendeels een overschrijding van de voorkeursgrens-waarde in het geval de afschermende bebouwing langs de Westlandseweg niet is gebouwd. De resultaten van de berekening voor de Hoflaan zijn weergegeven op de laatste vier A4-tjes in bijlagen 4 van dit rapport. Voor de beoordelingshoogte 1.5, 4.5, 7.5 en 10.5 zijn de vrijeveldge-luidscontouren gepresenteerd. Op enkele plaatsen in het plan kan in meer dan 4 bouwlagen worden gebouwd. De geluidscontouren voor deze beoordelingshoogten zijn niet berekend om-dat deze minder ver van de weg reiken dat de geluidscontouren die op een beoordelingshoogte van 10.5 m is berekend. Uit deze resultaten blijkt dat binnen het deel van de woonbestemming tussen de beide vizieren geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde optreedt. In het meeste noordelijke woon-veld wordt de voorkeursgrenswaarde in geringe mate overschreden (ruim lager dan 53 dB). In het zuidelijke deel van het plan wordt aan weerszijden van de Hoflaan woningbouw toegestaan direct langs de Hoflaan. De geluidsbelasting is daar wel hoger dan 53 dB. Afschermende werking van de eerstelijnsbebouwing Voor het berekenen van de afschermende werking van de eerstelijnsbebouwing langs de West-landseweg en de Hoflaan is uitgegaan van een bebouwingshoogte direct langs deze wegen die gelijk is aan de minimale bebouwingshoogte die op de verbeelding is aangegeven. Langs de Westlandseweg is uitgegaan van bebouwing met een hoogte van 9 m en langs de Hoflaan 7.5 m. Daarnaast zijn langs de Westlandseweg vier aaneengesloten bebouwingstroken in het rekenmodel ingevoerd. De onderlinge afstand tussen de bouwstroken is circa 5 m. Ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven functieaanduiding ontsluiting (os) is uitgegaan van een opening van 15 m tussen de bouwstroken. De resultaten van deze berekening zijn opgenomen in bijlagen 5 van dit rapport. Voor de be-oordelingshoogte 1.5, 4.5, 7.5 en 10.5 zijn de geluidscontouren voor de Westlandseweg gepre-senteerd. Uit de resultaten blijkt dat de afschermende werking van deze eerstelijnsbebouwing zodanig groot is dat de achterliggende woningen op de begane grond en de eerste verdieping voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Vanaf de tweede verdieping (beoordelingshoogte vanaf 7.5 m) is het niet uit te sluiten dat de voorkeursgrenswaarde in geringe mate wordt over-schreden. Of daadwerkelijk een overschrijding optreedt hangt af van de uiteindelijke verkaveling en de gekozen bouwhoogte. Het veld ten zuiden van het meest noordelijke vizier ondervindt vrijwel geen geluidsbelasting die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde. Afhankelijk van de bouwhoogte en de uiteindelijke situ-ering van de woningen is het daar dan ook niet uit te sluiten dat de voorkeursgrenswaarde op de verdiepingen van de woningen in geringe mate wordt overschreden.

Page 102: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 9

Interne ontsluitingsstructuur (30 km-wegen) In bijlage 6 van dit rapport zijn de geluidscontouren langs de interne ontsluitingsstructuur gepre-senteerd. Uit deze afbeeldingen blijkt dat er door de geringe verkeersintensiteit op deze wegen alleen een 48 dB-contour voorkomt ter hoogte van het drukste deel van deze ontsluitingsstruc-tuur. Dit betreft het weggedeelte dan samenvalt met het noordelijke vizier. Omdat deze contour op minder dan 4 m uit de wegas is gelegen en er naar verwachting binnen deze afstand geen nieuwe woningen worden gebouwd veroorzaakt het verkeer op deze wegen geen belemmerin-gen.

4.2. Industrielawaai

Botlek/Pernis In bijlage 8 is een afbeelding opgenomen waarop de resultaten voor het industrielawaai van ‘Botlek/Pernis’ zijn aangegeven. Uit deze resultaten blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden. De maximaal berekende geluidsbelasting bedraagt 53 dB(A) voor de nieuwe woningen ten westen van de Hoflaan binnen de bestemming Gemengde doeleinden 1. Ten oosten van de Hoflaan wordt de voorkeursgrenswaarde slechts in geringe mate over-schreden. De geluidsbelasting is daar maximaal 51 dB(A). Op de begane grond is een maxima-le geluidsbelasting berekend die lager is dan de voorkeursgrenswaarde. De geluidsbelasting bedraagt op deze beoordelingshoogte van 1.5 m maximaal 49 dB(A). De geluidsbelasting is berekend op vrije beoordelingspunten verdeeld over het plan. De beoor-delingshoogte ter plaatse van deze punten is afgestemd op de maximale bouwhoogte die is vastgesteld in het bestemmingsplan. Omdat voor dit plan nog geen verkaveling beschikbaar is kan de geluidsbelasting nog niet per woning worden vastgesteld. Verwacht wordt dat de woningen in het gebied ten oosten van de Hoflaan een onderlinge afscherming hebben zodat de geluidsbelasting in een groot deel van het plan kan voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Vulcaanhaven / Koningin Wilhelminahaven / Klein Vettenoord Voor dit industrieterrein is geen specifieke berekening uitgevoerd, omdat op grond van be-staande resultaten kan worden aangetoond dat ter plaatse van de nieuwbouw kan worden vol-daan aan de voorkeursgrenswaarde. Deze bestaande gegevens hebben met name betrekking op de 50- en 55 dB(A)-geluidscontour na sanering. In de hierna opgenomen afbeelding zijn deze geluidscontouren voor dit industrie-terrein opgenomen. De afbeelding is afkomstig uit de toelichting van het bestemmingsplan ‘Vet-tenoordsepolder West’.

Page 103: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 10

Afbeelding : Geluidscontouren na sanering Vulcaanhaven / Koningin Wilhelminahaven / Klein Vettenoord

Uit de ligging van de 50 dB(A)-geluidscontour na sanering op 5 m hoogte kan worden afgeleid dat ter plaatse van de nieuwe woonbestemmingen in dit bestemmingsplan kan worden voldaan aan de voorkeurswaarde. Op de beoordelingshoogtes die hoger liggen dan 5 m wordt in het algemeen een hogere geluids-belasting berekend. Deze geluidsbelasting is maximaal 2 dB(A) à 3 dB(A) hoger dan op de be-oordelingshoogte van 5 m. Ook voor de hogere woonlagen kan op grond van de ligging van de 50 dB(A)-geluidscontour worden aangenomen dat de voorkeurswaarde niet wordt overschreden.

4.3. Geluidreducerende maatregelen

In de Wgh en het (concept) hogere waarde beleid is een onderzoeksplicht opgenomen naar geluidreducerende maatregelen als de voorkeurswaarde wordt overschreden. In eerste instantie dient gekeken te worden naar bronmaatregelen, daarna naar overdrachtsmaatregelen. Als dat nog niet voldoende resultaat oplevert kunnen hogere waarden worden vastgesteld en dienen gevelmaatregelen aan het ontvangende object te worden getroffen. Wegverkeerslawaai Bronmaatregel Gelet op de verkeersfunctie van de Westlandseweg en de Hoflaan (lokale hoofdontsluitingsweg) is het verlagen van de etmaalintensiteit, het veranderen van de samenstelling van het wegverkeer en/of het verlagen van de rijsnelheid geen realistische bronmaatregel.

Page 104: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 11

Het vervangen van het wegdek is een bronmaatregel die ook moet worden afgewogen. Op grond van de ‘Regeling doelmatigheid geluidsmaatregelen Wet geluidhinder’ is deze maatregel voor de Westlandseweg financieel doelmatig. Op het weggedeelte waar dit ‘stillere’ wegdek moet worden aangebracht zijn diverse aansluitin-gen van kruisende wegen aanwezig. Dit betreft de beide aantakkingen van de Hoflaan op de Westlandseweg ten westen van dit plan en de aantakking aan de noordzijde van de West-landseweg in de richting van de rotonde met de Rotterdamseweg. Het toepassen van een ‘stil-ler’ wegdek is onder deze omstandigheden niet gewenst zodat deze maatregel niet verder is onderzocht. De klinkerverharding op de Hoflaan is in verband met de bouw van de nieuwe woningen aan de westzijde van de weg recent vervangen door een ‘stille’ klinkerverharding. Een dergelijk wegdek heeft een geluidsemissie die vergelijkbaar is met het referentiewegdek (dicht asfalt beton). Een verdere geluidsreductie kan alleen worden bereikt door het vervangen van dit wegdek door een dunne geluidsreducerende deklaag. Omdat het wegdek recent is vervangen is deze maatrege-len niet doelmatig. Zoals gezegd bestaat het wegdek op de Hoflaan ten zuiden van de woonbestemming uit een lawaaiige klinkerverharding in haaks verband. Lokaal kan de geluidsbelasting worden verlaagd door het wegdek te wijzigen in een stille klinkerverharding of anders een klinkerverharding in ke-perverband. Overdrachtsmaatregel Het realiseren van een geluidsscherm kan de geluidsbelasting ook verlagen. In deze stedelijke omgeving is het vanuit stedenbouwkundige overwegingen niet gewenst geluidsschermen te reali-seren. Om deze reden zijn geen berekeningen naar overdrachtsmaatregelen uitgevoerd. Industrielawaai Door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland is voor het industrieterrein ’Bot-lek/Pernis’ het saneringsprogramma vastgesteld. Door de Minister van VROM is een besluit genomen over de Maximaal Toelaatbare Geluidniveaus (MTG's) voor de woningen gelegen rondom het industrieterrein. Een verdere geluidsreductie is niet mogelijk aangezien alle moge-lijke effectieve bronmaatregelen reeds in het kader van de geluidssaneringsoperatie zijn uitge-voerd. Plaatsing van een geluidswal en/of -scherm heeft geen effect, aangezien het hierbij een uitgestrekt industrieterrein betreft, waarop de geluidsbronnen verspreid liggen.

Page 105: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 12

4.4. Hogere grenswaarden

Op grond van de berekeningsresultaten en de beschrijving van de maatregelen is het onvermij-delijk dat op een deel van de woningen de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Voor het wegverkeerslawaai van de Westlandseweg, de Hoflaan en het industrielawaai van het industrieterrein ‘Botlek/Pernis’ is een hogere grenswaarde noodzakelijk. In de onderstaande tabel is een overzicht gegevens van de benodigde hogere waarden, zonder het treffen van ge-luidsreducerende maatregelen. Tabel 3 : Benodigde hogere grenswaarde.

Geluidsbron Aantal woningen Geluidsbelasting

[dB/dB(A)]

Westlandseweg Nader te bepalen

Nader te bepalen

49 - 53

54 - 56

Hoflaan Nader te bepalen

Nader te bepalen

49 - 53

54 - 58*

Botlek/Pernis Nader te bepalen 51

* : Omdat aan beide zijden van de Hoflaan nieuwe bebouwing is voorzien kan de geluidsbelasting door de

reflectiebijdrage 1 dB hoger zijn. Om deze reden dient een 1 dB hogere geluidsbelasting te worden

vastgesteld dan is berekend.

Zoals reeds eerder is beschreven geldt er vanuit het concept hogere waarde beleid enkele voor-waarden voor zover de geluidsbelasting voor wegverkeerslawaai tussen de 54 en 60 dB bedraagt. Deze voorwaarden zijn:

- goede afscherming door vorm en situering ontwerp; - woning /appartement moet een geluidsluwe zijde hebben en/of een geluidsluwe buiten-

ruimte (balkon/loggia); - hoofdslaapkamer aan de geluidsluwe zijde of geluidluwe balkon/geluidsluwe

loggia. Omdat voor de eerstelijnsbebouwing langs de Westlandseweg en de Hoflaan de geluidsbelas-ting hoger is dan 53 dB voor wegverkeerslawaai moet aan deze voorwaarden worden voldaan. Voor de grondgebonden woningen langs deze wegen geldt dat deze evenwijdig en in voldoen-de mate aangesloten moeten worden gebouwd. Op het moment dat deze woningen op die wijze worden gebouwd hebben deze woningen een geluidsluwe gevel, dat is de gevel die van de geluidsbron is afgekeerd. Voor het appartementengebouw in het noordwestelijke deel van het plan en de appartementen binnen de bestemming Gemengde doeleinden 1 kan op voorhand niet worden aangetoond dat aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan. Bij de uitwerking van dit bouwplan moet reke-ning worden gehouden met de genoemde voorwaarden. Een aandachtspunt is dat ook het in-dustrielawaai van ‘Botlek/Pernis’ leidt tot een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde aan de zuid- en westzijde van het bouwplan op de hogere verdiepingen. Deze overschrijding leidt er mogelijk toe dat er aanvullende bouwkundige maatregelen moeten worden getroffen om te kun-nen voldoen aan de voorwaarden uit het (concept) hogere waarde beleid. Cumulatie Bij het vaststellen van een hogere grenswaarde moet worden afgewogen of de cumulatieve geluidsbelasting naar het oordeel van het bevoegd gezag niet leidt tot een onaanvaardbare

Page 106: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 13

situatie. In dit plan is in beperkte mate sprake van een cumulatief effect. In het noordwestelijke deel van het plan veroorzaakt het wegverkeer op de Westlandseweg en de Hoflaan een over-schrijding van de voorkeursgrenswaarde. Het verkeer op de Westlandseweg veroorzaakt een geluidsbelasting van 56 dB en het verkeer op de Hoflaan 50 dB. In Hoofdstuk 2 Rekenmethode cumulatieve geluidsbelasting, dat deel uitmaakt van het RMV2012, is aangegeven dat bij het beoordelen van de cumulatieve geluidsbelasting voor wegverkeer de reductie ex artikel 110g Wgh van 5 dB niet mag worden toegepast. Dit betekent dat de eerdergenoemde geluidsbelastingen respectievelijk 61 dB en 55 dB bedragen. Op basis van de beide deelbijdragen bedraagt de cumulatieve geluidsbelasting 62 dB. Cumulatie treedt uitsluitend op nabij de aansluiting van de Hoflaan met de Westlandseweg. Dit betreft slechts een beperkt aantal woningen, waarbij de gevel waarop de hogere geluidsbelasting invalt voor beide bronnen dezelfde is. Het realiseren van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt door dit cumulatieve effect niet onmogelijk gemaakt. Daarnaast is er ook sprake van een gering cumulatief effect door het industrielawaai van ‘Bot-lek/Pernis’. Door dit industrieterrein wordt ten oosten van de Hoflaan in het gehele plan de voor-keurswaarde in geringe mate overschreden tot maximaal 51 dB(A). Na de planinvulling wordt vrijwel uitsluitend een cumulatief effect verwacht bij de woningen ten oosten van de Hoflaan. Voor het wegverkeer op de Hoflaan bedraagt de geluidsbelasting maximaal 58 dB in het geval de reductie ex artikel 110g Wgh wordt toegepast en 63 dB zonder deze correctie. Cumulatief heeft het industrielawaai geen significante effect, omdat de geluidsbelasting door industrielawaai ruim 10 dB(A) lager is dan wegverkeer. Afhankelijk van het uiteindelijke bouwplan kan ook ter plaatse van de woningen ten westen van de Hoflaan, binnen de bestemming Gemengde doeleinden 1 sprake zijn van cumulatie. Dit be-treft het verkeer op de Hoflaan en het industrieterrein ‘Botlek/Pernis’. Op de naar het zuiden georiënteerde gevels treedt een cumulatief effect op. De geluidsbelasting door de Hoflaan be-draagt op deze zijde 55 dB en het industrieterrein Botlek/Pernis leidt op die zijde tot een ge-luidsbelasting van maximaal 52 dB(A). Cumulatief betekent dit een geluidsbelasting van 57 dB.

Page 107: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek (CONCEPT)

De Buitenplaats van Ruytenburch

355.437.06 / 24 februari 2014 14

5. Conclusies

In het plan ‘De Buitenplaats van Ruytenburch’ wordt voorzien in de bouw van nieuwe woningen. In dit onderzoek is de geluidsbelasting bepaald door het verkeer op de Westlandseweg, de Hoflaan, de Rotterdamseweg en de geluidsbelasting door het industrielawaai van ‘Bot-lek/Pernis’. Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is ook aandacht besteed aan de mogelijke hinder van het verkeer op de nieuw aan te leggen ontsluitingsstructuur (30 km/h). Uit het onderzoek blijkt dat het verkeer op de Rotterdamseweg en de interne ontsluitingsstruc-tuur geen belemmeringen oplevert voor de realisatie van de woningen in dit plan. Verder blijkt uit het onderzoek dat als gevolg van het verkeer op de Westlandseweg, de Hoflaan en het in-dustrieterrein ‘Botlek/Pernis’ een hogere grenswaarde noodzakelijk is. Vooralsnog lijkt de toe-passing van maatregelen niet mogelijk. Zonder de toepassing van maatregelen is het noodzakelijk een hogere grenswaarde vast te stellen voor het verkeer op de Westlandseweg en de Hoflaan en het industrieterrein ‘Bot-lek/Pernis’. De geluidsbelasting bedraagt maximaal respectievelijk 56 dB, 57 dB en 53 dB(A). Bij de uitwerking van het plan moet voor de woningen met een geluidsbelasting van 54 dB en hoger worden voldaan aan de voorwaarden uit het (concept) hogere waarde beleid. Dit bete-kent dat de woningen door de vorm en situering een afscherming moeten bewerkstelligen voor achtergelegen woningen. Daarnaast moeten deze woningen een geluidsluwe zijde hebben en/of een geluidsluwe buitenruimte (balkon/loggia). Als laatste geldt dat de hoofdslaapkamer aan de geluidsluwe zijde moet worden gesitueerd of dat een geluidluwe balkon/geluidsluwe loggia aanwezig is. Voor de grondgebonden woningen langs de Westlandseweg en de Hoflaan kan relatief eenvoudig aan deze voorwaarden worden voldaan. Voor het appartementengebouw in het noordoostelijke deel van het plan en de appartementen binnen de bestemming Gemengde doeleinden 1 moet bij de uitwerking van het bouwplan reke-ning worden gehouden met deze voorwaarden. Hierbij moet rekening worden gehouden met een hogere geluidsbelasting door de Westlandseweg op meerdere gevels en een hogere geluidsbe-lasting op de zuid- en/of westgevel van het gebouw door het industrieterrein ‘Botlek/Pernis’. Om-dat op meerdere gevels door meerdere geluidsbronnen de voorkeursgrenswaarde(n) worden overschreden moeten er wellicht aanvullende bouwkundige maatregelen worden getroffen (afge-schermde buitenruimte/loggia) om te kunnen voldoen aan de voorwaarden uit het hogere waarde beleid. Het ontwerpbesluit tot vaststelling hogere waarde moet gelijktijdig met het ontwerpbestemmings-plan ter inzage worden gelegd. De hogere waarde moet zijn vastgesteld voordat het bestem-mingsplan wordt vastgesteld.

Page 108: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlagen >>>

Page 109: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1 Overzicht verkeersgegevens 2024

Page 110: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Weg

-In

tens

iteit

Verh

ardi

ngR

ijsne

lhei

dD

aguu

rLV

MV

ZVAv

ondu

urLV

MV

ZVN

acht

uur

LVM

VZV

num

mer

[mvt

/wee

kdag

][k

m/h

][%

][%

][%

][%

][%

][%

][%

][%

][%

][%

][%

][%

]1a

1052

3R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.58

4.66

2.75

3.80

92.3

14.

762.

930.

7093

.88

4.08

2.04

1b96

63R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.61

4.62

2.77

3.80

92.4

04.

802.

800.

7093

.48

4.35

2.17

1c85

09R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.41

4.71

2.88

3.80

92.6

94.

572.

740.

7092

.50

5.00

2.50

1d98

45R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.53

4.75

2.71

3.80

92.5

24.

722.

760.

7093

.48

4.35

2.17

1e85

62R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.45

4.69

2.86

3.80

92.7

34.

552.

730.

7092

.68

4.88

2.44

1f70

96R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.45

4.72

2.83

3.80

92.3

54.

922.

730.

7091

.18

5.88

2.94

1g89

97R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.56

4.71

2.73

3.80

92.2

74.

723.

000.

7093

.02

4.65

2.33

1h85

85R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.47

4.68

2.86

3.80

92.7

64.

522.

710.

7092

.68

4.88

2.44

1i10

676

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.6

94.

592.

713.

8092

.39

4.71

2.90

0.70

94.0

04.

002.

001j

4940

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.7

64.

522.

713.

8092

.19

4.69

3.13

0.70

91.6

74.

174.

171k

6483

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.4

44.

812.

753.

8092

.26

4.76

2.98

0.70

93.3

33.

333.

331l

4758

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.4

94.

692.

823.

8092

.68

4.88

2.44

0.70

91.3

04.

354.

351m

4846

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.6

34.

612.

763.

8092

.06

4.76

3.17

0.70

91.3

04.

354.

351n

3651

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.0

74.

883.

053.

8092

.55

4.26

3.19

0.70

94.1

25.

880.

001o

4193

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.5

54.

792.

663.

8092

.59

4.63

2.78

0.70

90.0

05.

005.

001p

6813

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.4

64.

592.

953.

8092

.61

4.55

2.84

0.70

90.9

16.

063.

031q

6813

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.4

64.

592.

953.

8092

.61

4.55

2.84

0.70

90.9

16.

063.

031r

6083

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.3

14.

762.

933.

8092

.95

4.49

2.56

0.70

93.1

03.

453.

451s

7390

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.60

92.4

54.

832.

723.

8092

.63

4.74

2.63

0.70

91.6

75.

562.

781t

1861

Ele

men

tenv

erha

rdin

g in

kep

erve

rban

d50

6.60

92.8

64.

762.

383.

8093

.75

4.17

2.08

0.70

100.

000.

000.

001u

3168

Ele

men

tenv

erha

rdin

g in

kep

erve

rban

d50

6.60

92.2

54.

932.

823.

8092

.68

4.88

2.44

0.70

93.3

36.

670.

002a

1484

Ref

eren

tiew

egde

k50

6.66

91.0

48.

960.

003.

8297

.44

2.56

0.00

0.60

83.3

316

.67

0.00

2b17

02R

efer

entie

weg

dek

506.

6689

.61

9.09

1.30

3.82

97.7

32.

270.

000.

6085

.71

14.2

90.

002c

954

Ele

men

tenv

erha

rdin

g in

kep

erve

rban

d50

6.66

90.7

09.

300.

003.

8296

.00

4.00

0.00

0.60

75.0

025

.00

0.00

2d15

25E

lem

ente

nver

hard

ing

in k

eper

verb

and

506.

6691

.30

8.70

0.00

3.82

97.5

02.

500.

000.

6083

.33

16.6

70.

002e

1525

Stil

le e

lem

ente

nver

hard

ing

506.

6691

.30

8.70

0.00

3.82

97.5

02.

500.

000.

6083

.33

16.6

70.

002f

2432

Stil

le e

lem

ente

nver

hard

ing

506.

6690

.00

9.09

0.91

3.82

96.8

33.

170.

000.

6080

.00

20.0

00.

002f

232

09S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

90.3

48.

970.

693.

8297

.62

2.38

0.00

0.60

84.6

215

.38

0.00

2h25

91S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

89.7

49.

400.

853.

8297

.01

2.99

0.00

0.60

81.8

218

.18

0.00

2i19

08S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

89.6

69.

201.

153.

8297

.96

2.04

0.00

0.60

85.7

114

.29

0.00

2j19

84S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

90.0

08.

891.

113.

8298

.04

1.96

0.00

0.60

87.5

012

.50

0.00

2k13

78S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

90.3

29.

680.

003.

8297

.22

2.78

0.00

0.60

83.3

316

.67

0.00

2l20

08S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

90.1

18.

791.

103.

8298

.08

1.92

0.00

0.60

87.5

012

.50

0.00

2m14

01S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

90.4

89.

520.

003.

8297

.30

2.70

0.00

0.60

83.3

316

.67

0.00

2n21

79S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

89.9

09.

091.

013.

8296

.49

3.51

0.00

0.60

87.5

012

.50

0.00

2o15

02S

tille

ele

men

tenv

erha

rdin

g50

6.66

91.1

88.

820.

003.

8297

.44

2.56

0.00

0.60

83.3

316

.67

0.00

2p13

54E

lem

ente

nver

hard

ing,

nie

t in

kepe

rver

band

506.

6690

.16

9.84

0.00

3.82

97.1

42.

860.

000.

6083

.33

16.6

70.

002q

1419

Ele

men

tenv

erha

rdin

g, n

iet i

n ke

perv

erba

nd50

6.66

90.6

39.

380.

003.

8297

.30

2.70

0.00

0.60

83.3

316

.67

0.00

3a68

13R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.46

4.59

2.95

3.80

92.6

14.

552.

840.

7090

.91

6.06

3.03

3b60

83R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.31

4.76

2.93

3.80

92.9

54.

492.

560.

7093

.10

3.45

3.45

3c68

72R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.53

4.55

2.92

3.80

92.6

64.

522.

820.

7090

.91

6.06

3.03

3d61

65R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.42

4.69

2.89

3.80

93.0

44.

432.

530.

7093

.10

3.45

3.45

3e72

78R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.64

4.60

2.76

3.80

92.5

54.

792.

660.

7091

.43

5.71

2.86

3f62

77R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.53

4.63

2.85

3.80

92.0

24.

913.

070.

7093

.33

3.33

3.33

3g74

31R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.49

4.80

2.70

3.80

92.6

74.

712.

620.

7091

.67

5.56

2.78

3h65

36R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.49

4.78

2.73

3.80

92.3

14.

732.

960.

7093

.55

3.23

3.23

3i78

26R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.59

4.56

2.85

3.80

92.5

74.

462.

970.

7091

.89

5.41

2.70

3j69

66R

efer

entie

weg

dek

506.

6092

.31

4.81

2.88

3.80

92.7

44.

472.

790.

7091

.18

5.88

2.94

4a63

6E

lem

ente

nver

hard

ing

in k

eper

verb

and

306.

8098

.00

1.00

1.00

3.60

98.0

01.

001.

000.

5098

.00

1.00

1.00

4b25

9E

lem

ente

nver

hard

ing

in k

eper

verb

and

306.

8098

.00

1.00

1.00

3.60

98.0

01.

001.

000.

5098

.00

1.00

1.00

4c43

0E

lem

ente

nver

hard

ing

in k

eper

verb

and

306.

8098

.00

1.00

1.00

3.60

98.0

01.

001.

000.

5098

.00

1.00

1.00

4d22

1E

lem

ente

nver

hard

ing

in k

eper

verb

and

306.

8098

.00

1.00

1.00

3.60

98.0

01.

001.

000.

5098

.00

1.00

1.00

Weg

vak

1 :

Wes

tland

sew

eg.

Weg

vak

2 :

Hof

laan

.W

egva

k 3

: Ju

liana

sing

el/B

inne

nsin

gel.

Weg

vak

4 :

Inte

rne

onts

luiti

ngss

truct

uur 3

0 km

/h.

Tabe

l 1 :

Verk

eers

gege

vens

202

4 - M

ilieu

onde

rzoe

k D

e B

uite

npla

ats

van

Ruy

tenb

urch

.

Page 111: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 112: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 113: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 114: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2 Rekenmodel wegverkeerslawaai

Page 115: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 116: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 3 Geluidsbelasting op de grens van de bestemmingen

Page 117: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 118: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 119: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 120: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 4 Vrijeveldgeluidscontouren

Page 121: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 122: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 123: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 124: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 125: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 126: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 127: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 128: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 129: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 5 Afschermende werking eerstelijnsbebouwing

Page 130: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 131: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 132: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 133: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 134: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 135: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 136: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 137: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 138: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 6 Geluidscontouren interne ontsluitingsstructuur (30 km-wegen)

Page 139: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 140: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 7 Rekenmodel industrielawaai (Botlek/Pernis)

Page 141: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 142: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 8 Berekeningsresultaten industrielawaai Botlek/Pernis

Page 143: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 144: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 4 Geluidscontouren Oosterweg/ZuiderdreefBijlage 4

Geluidscontouren Oosterweg/Zuiderdreef

Page 145: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 146: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch”, ge-meente Vlaardingen

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Datum 24 februari 2014

Page 147: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Projectgegevens Type onderzoek Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Naam plan Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch”

Plaats Gemeente Vlaardingen Opdrachtgever Gemeente Vlaardingen

Contactpersoon De heer C. den Ouden Werknummer 355.437.06 Datum 24 februari 2014 Adviseur KuiperCompagnons

Projectverantwoordelijke: Ing. J. Kraaijeveld Behandeld door: Ing. E.J. Verlaan Telefoonnummer: 010 - 433 0099

File: j:\355\437\06\3 projectresultaat\milieu\01 stemgeluid terras watertoren 18-feb-2014\03 rapport en bijlagen\rapport - stemgeluid

terras watertoren 24-feb-14.docx

Page 148: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Inhoudsopgave blz. 1.  Inleiding.............................................................................................................................. 1 

2.  Wettelijk kader geluid ....................................................................................................... 2 

2.1.  Activiteitenbesluit ...................................................................................................... 2 

2.2.  Bouwbesluit 2012 ...................................................................................................... 3 

3.  Uitgangspunten ................................................................................................................. 4 

3.1.  Situatiebeschrijving ................................................................................................... 4 

3.2.  Stemgeluid op het terras van de watertoren ............................................................. 5 

3.3.  Berekeningsmethode geluid ..................................................................................... 6 

4.  Resultaten en conclusie ................................................................................................... 7 

Bijlagen

Bijlage 1 Overzicht rekenmodellen

Bijlage 2 Berekeningsresultaten

Page 149: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 24 februari 2014 1

1. Inleiding

Binnen het bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” is voor de watertoren een bestemming ‘Gemengd-3’ mogelijk gemaakt. Indien de watertoren een horeca functie toebe-deeld krijgt, kan het zijn dat met name het stemgeluid op het terras van de watertoren hinderlijk is voor de woningen die eveneens binnen dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Onderliggend rapport betreft het akoestisch onderzoek dat de consequenties in beeld brengt van het stemgeluid op het terras van de watertoren. De watertoren als horecagelegenheid met terras zal onder het toepassingsgebied vallen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit). In dit besluit zijn geluidsvoorschriften opgenomen waar-aan de horecagelegenheid moet voldoen. Echter, voor stemgeluid op een terras, niet zijnde verwarmd en overdekt terras, zijn er geen geluidsvoorschriften. De consequenties van het stemgeluid op het terras van de watertoren zijn derhalve in beeld gebracht voor de goede ruimtelijke onderbouwing. Leeswijzer In de volgende hoofdstukken zijn achtereenvolgens het wettelijk kader, de uitgangspunten van onderzoek, de berekeningsresultaten en de conclusies behandeld.

Page 150: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 24 februari 2014 2

2. Wettelijk kader geluid

2.1. Activiteitenbesluit

De inrichting (de watertoren als horecagelegenheid) valt onder het toepassingsgebied van het Activiteitenbesluit. In dit besluit zijn standaard geluidsvoorschriften opgenomen onder artikel 2.17, waarvan hieronder de meest relevante voorschriften zijn opgesomd:

1. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau (LAmax), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat:

a. de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;

Tabel 2.17a

07:00–19:00

uur 19:00–23:00

uur 23:00–07:00

uur

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen 50 dB(A) 45 dB(A) 40 dB(A)

LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen 70 dB(A) 65 dB(A) 60 dB(A)

LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

b. de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale ge-luidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten;

c. de in tabel 2.17a aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;

d. de in tabel 2.17a aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;

e. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoeli-ge ruimten en verblijfsruimten; en

f. de in tabel 2.17a aangegeven waarden niet gelden op gevoelige objecten die zijn gele-gen op een gezoneerd industrieterrein.

Aanvullend is in artikel 2.18, lid 4, van het Activiteitenbesluit nog een regel gegeven ten aan-zien van de maximale geluidsniveaus: 4. De maximale geluidsniveaus LAmax, bedoeld in artikel 2.17 zijn tussen 23.00 en 7.00 uur

niet van toepassing ten aanzien van aandrijfgeluid van motorvoertuigen bij laad- en losac-tiviteiten indien:

a. degene die de inrichting drijft aantoont dat het maximaal geluidsniveau LAmax, ge-noemd in tabel 2.17a, niet te bereiken is door het treffen van maatregelen; en

b. het niveau van het aandrijfgeluid op een afstand van 7,5 meter van het motorvoertuig niet hoger is van 65 dB(A).

Page 151: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 24 februari 2014 3

In het Activiteitenbesluit is ook aangegeven dat het akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (zie artikel 1.11, lid 9) en dat een aantal grootheden (de bedrijfsduurcorrectie Cb, het langtijdgemiddelde beoordelings-niveau LAr,LT en het maximale geluidsniveau LAmax) vastgelegd en beoordeeld dienen te worden conform deze handleiding (zie artikel 1.1, lid 1). Met betrekking tot stemgeluid op een terras is het volgende beschreven in artikel 2.18, lid 1a van het Activiteitenbesluit:

Het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van een inrichting, hoeft niet te worden beoordeeld, tenzij genoemd terrein aangemerkt kan worden als een binnenterrein.

2.2. Bouwbesluit 2012

In het Bouwbesluit 2012, artikel 3.2, is de normstelling voor de karakteristieke geluidswering voor nieuwe woningen opgenomen: een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een karakteristieke geluidswering GA,k met een minimum van 20 dB.

Page 152: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 24 februari 2014 4

3. Uitgangspunten

3.1. Situatiebeschrijving

Het bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” maakt voor de watertoren de be-stemming ‘Gemengd-3’ mogelijk, met zuidelijk van de watertoren een terras. Westelijk van de watertoren zijn percelen aangewezen voor de bestemming ‘Wonen’. De kleinste afstand tussen genoemd terras en de percelen met de bestemming ‘Wonen’ bedraagt 15 meter. Zie onder-staand figuur. Figuur 1: Verbeelding (detail) van het bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” met de watertoren (roze) en de percelen met een woonbestemming (geel). wo Binnen het bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” is voor de watertoren een bestemming ‘Gemengd-3’ mogelijk gemaakt. Indien de watertoren een horeca functie toebe-deeld krijgt, kan het zijn dat met name het stemgeluid op het terras van de watertoren hinderlijk is voor de woningen die eveneens binnen dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.

Page 153: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 24 februari 2014 5

3.2. Stemgeluid op het terras van de watertoren

Conform de Duitse richtlijn VDI 3770 (2011) heeft het menselijke stemgeluid de volgende equi-valente en maximale geluidsbronvermogens LAw,eq en LAw,max per persoon:

Type stemgeluid LAw,eq in dB(A) LAw,max in dB(A)

Praten, met normale stem 65 67

Praten, met verheven stem 70 73

Praten, met zeer luide stem 75 - -

Roepen, normaal 80 86

Roepen, luid 90 - -

Roepen, zeer luid 95 - -

Voor een situatie van mensen op het terras voldoet het normaal pratend stemgeluid van LAw,eq = 65 dB(A) met het volgende spectrum voor één persoon:

Octaafband in Hz

31,5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 Totaal

LAw,eq in dB(A) 28,0 38,1 45,0 48,1 55,2 61,5 60,6 51,8 46,0 65,0

Voor onderhavig onderzoek zijn voor het stemgeluid op het terras de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Het equivalente stemgeluid van vier personen wordt gesimuleerd door één puntbron met

LAw,eq = 71,0 dB(A). Omdat één puntbron vier pratende personen voorstelt, is het gebruik van zo’n rondom afstralende puntbron geoorloofd.

- Als ‘worst case’ situatie is uitgegaan van het volgende: - In de dagperiode: aantal pratende mensen op het terras = 100 personen, 10 uur lang; - In de avondperiode: aantal pratende mensen op het terras = 100 personen, 4 uur lang; - In de nachtperiode: aantal pratende mensen op het terras = 100 personen, 2 uur lang.

- De hoogte van elke puntbron bedraagt hbron = 0,8 meter boven maaiveld. Voor het bepalen van de maximale geluidsniveaus LAmax ten gevolge van het stemgeluid op het terras is een geluidsbronvermogen LAw,max = 86 dB(A) per persoon verondersteld met een bron-hoogte van 1,8 meter, als ‘worst case’ situatie, met het volgende spectrum:

Octaafband in Hz

31,5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 Totaal

LAw,max in dB(A) 49,0 59,1 66,0 69,1 76,2 82,5 81,6 70,8 65,0 86,0

Page 154: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 24 februari 2014 6

3.3. Berekeningsmethode geluid

Voor de bepaling van de geluidsbelasting ten gevolge van het stemgeluid op het terras is ge-bruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu, versie 2.30, dat de geluidsniveaus berekent conform de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. De volgende rekenmodellen zijn in dit rekenprogramma gemaakt: 1. Stemgeluid Lden-waarden; 2. Stemgeluid maximaal geluidsniveaus; 3. Stemgeluid Lden-waarden met 2 meter hoge terrasscherm; 4. Stemgeluid maximaal geluidsniveaus met 2 meter hoge terrasscherm. In de rekenmodellen zijn de volgende items ingevoerd: puntbronnen, objecten, schermen en toetspunten. De standaardbodemfactor is hard (Bf = 0,0) en er zijn verder geen bodemgebieden in de rekenmodellen ingevoerd. Omdat de directe (relevante) omgeving van het terras plat is, zijn er ook geen hoogtelijnen in de rekenmodellen toegepast. Puntbronnen

De puntbronnen betreffen alleen het stemgeluid zoals eerder beschreven. Gebouwen

Het enige gebouw betreft de watertoren. Schermen

Het enige scherm betreft het terrasscherm van 2 meter hoogte (twee schermen aan weerszijde van de watertoren) dat in een rekenvariant is toegepast. Toetspunten De toetspunten zijn gelegen op de grens van de percelen met bestemming ‘wonen’, en op 5 meter respectievelijk 10 meter voorbij deze grens. De beoordelingshoogten zijn 2 meter, 5 meter en 8 meter boven het maaiveld. Berekend is telkens het invallend geluidsniveau. In bijlage 1 is een overzicht van de vervaardigde rekenmodellen gegeven

Page 155: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras watertoren

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 24 februari 2014 7

4. Resultaten en conclusie

In bijlage 2 zijn de berekeningsresultaten uitgebreid weergegeven. Normaliter wordt de etmaal-waarde gehanteerd voor toetsing van het geluid aan de geluidsvoorschriften uit bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit. Echter, het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt ter-rein, dat onderdeel is van een inrichting, hoeft niet te worden beoordeeld, omdat het hier be-schouwde terras geen binnenterrein is. Toetsing aan de geluidsvoorschriften uit het Activiteiten-besluit is hier dus niet aan de orde. Wel dient voor de goede ruimtelijke ordening het akoestisch klimaat in beeld te worden gebracht voor de omliggende woningen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Lden-waarde in dB (maar wel A-gewogen!). Met een Lden-waarde telt het geluid in de avond en nacht zwaarder mee, waardoor juist de mate van slaapverstoring beter wordt meegenomen. En voor het akoestisch klimaat is de mate van geluidhinder met name gebaseerd op slaapverstoring. Samengevat zijn de resultaten als volgt: - Zonder terrasscherm veroorzaakt het stemgeluid van zittende personen op het terras een

Lden-waarde van ten hoogste 49 dB (A-gewogen) op de grens van de percelen met bestem-ming ‘wonen’. Een terrasscherm van 2 meter hoog geeft een reductie van 1 tot 6 dB op de geluidsbelasting ten gevolge van het stemgeluid.

- Zonder terrasscherm veroorzaakt het stemgeluid een maximaal geluidsniveau LAmax van ten hoogste 52 dB(A) op de grens van de percelen met bestemming ‘wonen’. Een terrasscherm geeft een reductie van minder dan 1 dB op deze waarde. Dit omdat de bronhoogte van het ‘piekstemgeluid’ (normaal roepen) 1,8 meter bedraagt bij een terrasscherm van 2,0 meter hoog. De schermwerking is vanzelfsprekend niet groot bij staande personen in tegenstelling tot zittende personen.

Gezien onderstaande tabel geeft het stemgeluid zonder of met een terrasscherm een goed akoestisch klimaat op de grens van de percelen met bestemming ‘wonen’.

Geluidbelasting Beoordeling akoestische klimaat

< 50 dB Goed

50 - 55 dB Redelijk

55 - 60 dB Matig

60 - 65 dB Tamelijk slecht

65 - 70 dB Slecht

> 70 dB Zeer slecht

Page 156: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlagen >>>

Page 157: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1 Overzicht rekenmodellen

Page 158: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

GD-3

W

G

(tr)

.

.(p)

[ka]

-9 18

9.5

001

18

01

02

03

04

05

06

07

08

09

10

11

12

13

19

14

15

16

17

T01

T02

T03

T04

T05

T06

T07

T08

T09

T11

T12

T13

T14

T15

T16

T17

T18

T19

T21

T22

T23

T24

T25

T26

T27

T28

T29

T51

T52

T53

T54

T55

T61

T62

T63

T64

T65

T71

T72

T73

T74

T75

20

21

22

23

24

25

Bijlage 1 KuiperCompagnons

Figuur A: Overzicht rekenmodel equivalente geluidsniveaus zonder terrasscherm (inclusief ondergrond tekening)

Industrielawaai - IL, [versie van BP "Oranjehof" - Kopie van Watertoren terras - stemgeluid EQUI] , Geomilieu V2.3083600 83640

436720

436680

436640

436600

GebouwToetspuntPuntbron

0 m 20 m

schaal = 1 : 500

Page 159: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

001

18

01

02

03

04

05

06

07

08

09

10

11

12

13

19

14

15

16

17

T01

T02

T03

T04

T05

T06

T07

T08

T09

T11

T12

T13

T14

T15

T16

T17

T18

T19

T21

T22

T23

T24

T25

T26

T27

T28

T29

T51

T52

T53

T54

T55

T61

T62

T63

T64

T65

T71

T72

T73

T74

T75

20

21

22

23

24

25

Bijlage 1 KuiperCompagnons

Figuur A: Overzicht rekenmodel equivalente geluidsniveaus zonder terrasscherm (exclusief ondergrond tekening)

Industrielawaai - IL, [versie van BP "Oranjehof" - Kopie van Watertoren terras - stemgeluid EQUI] , Geomilieu V2.3083600 83640

436720

436680

436640

436600

GebouwToetspuntPuntbron

0 m 20 m

schaal = 1 : 500

Page 160: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

001

1000

1001

18

01

02

03

04

05

06

07

08

09

10

11

12

13

19

14

15

16

17

T01

T02

T03

T04

T05

T06

T07

T08

T09

T11

T12

T13

T14

T15

T16

T17

T18

T19

T21

T22

T23

T24

T25

T26

T27

T28

T29

T51

T52

T53

T54

T55

T61

T62

T63

T64

T65

T71

T72

T73

T74

T75

20

21

22

23

24

25

Bijlage 1 KuiperCompagnons

Figuur C: Overzicht rekenmodel equivalente geluidsniveaus met terrasscherm

Industrielawaai - IL, [versie van BP "Oranjehof" - Kopie van Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI] , Geomilieu V2.3083600 83640

436720

436680

436640

436600

SchermGebouwToetspuntPuntbron

0 m 20 m

schaal = 1 : 500

Page 161: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

00151

52

5354

T01

T02

T03

T04

T05

T06

T07

T08

T09

T11

T12

T13

T14

T15

T16

T17

T18

T19

T21

T22

T23

T24

T25

T26

T27

T28

T29

T51

T52

T53

T54

T55

T61

T62

T63

T64

T65

T71

T72

T73

T74

T75

Bijlage 1 KuiperCompagnons

Figuur D: Overzicht rekenmodel maximale geluidsniveaus zonder terrasscherm

Industrielawaai - IL, [versie van BP "Oranjehof" - Watertoren terras - stemgeluid MAX] , Geomilieu V2.3083600 83640

436720

436680

436640

436600

GebouwToetspuntPuntbron

0 m 20 m

schaal = 1 : 500

Page 162: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

001

1000

1001

51

52

5354

T01

T02

T03

T04

T05

T06

T07

T08

T09

T11

T12

T13

T14

T15

T16

T17

T18

T19

T21

T22

T23

T24

T25

T26

T27

T28

T29

T51

T52

T53

T54

T55

T61

T62

T63

T64

T65

T71

T72

T73

T74

T75

Bijlage 1 KuiperCompagnons

Figuur E: Overzicht rekenmodel maximale geluidniveaus met terrasscherm

Industrielawaai - IL, [versie van BP "Oranjehof" - Watertoren terras - temgeluid met terrasschermen MAX] , Geomilieu V2.3083600 83640

436720

436680

436640

436600

SchermGebouwToetspuntPuntbron

0 m 20 m

schaal = 1 : 500

Page 163: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 1Overzicht invoergegevens rekenmodellenModel: Kopie van Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI

versie van BP "Oranjehof" - BP "Oranjehof"Groep: (hoofdgroep)

Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Type Richt. Hoek Cb(D) Cb(A) Cb(N) GeenRefl. GeenDemping GeenProces Lw 3118 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0001 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0002 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0003 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0004 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,00

05 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0006 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0007 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0008 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0009 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,00

10 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0011 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0012 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0013 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0019 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,00

14 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0015 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0016 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0017 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0020 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,00

21 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0022 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0023 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0024 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,0025 Terras stemgeluid 4 personen [equi] 0,80 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 6,02 Nee Nee Nee 34,00

24-2-2014 10:56:12Geomilieu V2.30

Page 164: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 1Overzicht invoergegevens rekenmodellenModel: Kopie van Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI

versie van BP "Oranjehof" - BP "Oranjehof"Groep: (hoofdgroep)

Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Lw 63 Lw 125 Lw 250 Lw 500 Lw 1k Lw 2k Lw 4k Lw 8k Red 31 Red 63 Red 125 Red 250 Red 500 Red 1k Red 2k Red 4k Red 8k18 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0001 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0002 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0003 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0004 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

05 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0006 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0007 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0008 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0009 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

10 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0011 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0012 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0013 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0019 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

14 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0015 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0016 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0017 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0020 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

21 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0022 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0023 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0024 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,0025 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

24-2-2014 10:56:12Geomilieu V2.30

Page 165: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 1Overzicht invoergegevens rekenmodellenModel: Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI

versie van BP "Oranjehof" - BP "Oranjehof"Groep: (hoofdgroep)

Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F GevelT01 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT02 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT03 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT04 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT05 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

T06 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT07 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT08 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT09 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT11 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

T12 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT13 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT14 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT15 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT16 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

T17 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT18 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT19 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT21 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT22 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

T23 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT24 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT25 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT26 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT27 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

T28 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT29 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT51 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT52 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT53 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

T54 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT55 Toetspunt grens bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT61 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT62 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT63 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

T64 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

21-2-2014 9:25:07Geomilieu V2.30

Page 166: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 1Overzicht invoergegevens rekenmodellenModel: Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI

versie van BP "Oranjehof" - BP "Oranjehof"Groep: (hoofdgroep)

Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F GevelT65 Toetspunt 5 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT71 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT72 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT73 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- JaT74 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

T75 Toetspunt 10 m in bouwvlak 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 -- -- -- Ja

21-2-2014 9:25:07Geomilieu V2.30

Page 167: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 1Overzicht invoergegevens rekenmodellenModel: Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI

versie van BP "Oranjehof" - BP "Oranjehof"Groep: (hoofdgroep)

Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Cp Refl. 31 Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k001 Watertoren 36,00 0,00 Relatief 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

21-2-2014 9:25:07Geomilieu V2.30

Page 168: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 1Overzicht invoergegevens rekenmodellenModel: Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI

versie van BP "Oranjehof" - BP "Oranjehof"Groep: (hoofdgroep)

Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. ISO H ISO M Hdef. Cp Refl.L 31 Refl.L 63 Refl.L 125 Refl.L 250 Refl.L 500 Refl.L 1k Refl.L 2k Refl.L 4k Refl.L 8k1000 Terrasscherm 2 meter hoog 2,00 0,00 Relatief 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,801001 Terrasscherm 2 meter hoog 2,00 -- Relatief 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

21-2-2014 9:25:07Geomilieu V2.30

Page 169: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 1Overzicht invoergegevens rekenmodellenModel: Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI

versie van BP "Oranjehof" - BP "Oranjehof"Groep: (hoofdgroep)

Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Refl.R 31 Refl.R 63 Refl.R 125 Refl.R 250 Refl.R 500 Refl.R 1k Refl.R 2k Refl.R 4k Refl.R 8k1000 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,801001 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

21-2-2014 9:25:07Geomilieu V2.30

Page 170: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2 Berekeningsresultaten

Page 171: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

001

18

01

02

03

04

05

06

07

08

09

10

11

12

13

19

14

15

16

17

41/42/42

44/45/45

47/47/47

48/48/48

48/49/48

49/49/49

48/49/49

47/48/48

45/46/46

40/42/42

43/44/44

45/46/46

46/47/47

47/47/47

47/48/47

46/47/47

45/47/46

44/46/45

39/41/41

42/43/43

43/44/44

45/46/46

45/46/46

45/46/46

45/46/46

44/46/46

43/45/45

42/43/42

44/44/4444/45/45

45/46/4644/45/45

40/42/4242/43/43

42/43/4343/44/44

43/44/44

39/41/4141/42/42

41/42/4241/43/43

41/43/4

20

21

22

23

24

25

Bijlage 2 KuiperCompagnons

Rekenresultaten Lden-waarden in dB, zonder terrasscherm, op 2 / 5 / 8 meter hoogte.

Industrielawaai - IL, [21 feb 2014 - Terras Watertoren - Kopie van Watertoren terras - stemgeluid EQUI] , Geomilieu V2.3083600

436700

436600

GebouwToetspuntPuntbron

periode: Lden

0 m 20 m

schaal = 1 : 500

Page 172: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

001

1000

100118

01

02

03

04

05

06

07

08

09

10

11

12

13

19

14

15

16

17

38/42/42

40/45/44

42/46/47

42/47/48

43/47/48

42/48/48

43/48/48

42/46/47

40/45/45

37/41/42

39/44/44

40/45/45

41/46/46

41/46/46

41/46/47

41/46/46

40/45/46

39/44/45

36/41/41

38/43/43

39/44/44

39/44/45

39/44/45

40/45/45

39/44/45

39/44/45

38/43/44

37/40/41

38/42/4340/44/44

42/46/4641/45/45

35/40/4038/42/42

39/43/4340/44/44

39/44/44

35/39/3937/41/41

38/42/4238/43/43

38/43/43

20

21

22

23

24

25

Bijlage 2 KuiperCompagnons

Rekenresultaten Lden-waarden in dB, met terrasscherm, op 2 / 5 / 8 meter hoogte.

Industrielawaai - IL, [21 feb 2014 - Terras Watertoren - Kopie van Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen EQUI] , Geomilieu V2.3083600 83650

436700

436650

436600

SchermGebouwToetspuntPuntbron

periode: Lden

0 m 20 m

schaal = 1 : 500

Page 173: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 2Rekenresultaten maximale geluidsniveaus LAmax in dB(A), zonder terrasschermRapport: ResultatentabelModel: Watertoren terras - stemgeluid MAX

LAmax totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond NachtT06_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 52,5 52,5 52,5T06_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 52,3 52,3 52,3T07_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 52,2 52,2 52,2T04_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 52,1 52,1 52,1T07_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 52,1 52,1 52,1

T04_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 52,0 52,0 52,0T06_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 51,9 51,9 51,9T07_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 51,7 51,7 51,7T04_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 51,7 51,7 51,7T03_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 51,4 51,4 51,4

T03_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 51,3 51,3 51,3T05_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 51,3 51,3 51,3T05_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 51,2 51,2 51,2T02_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 51,2 51,2 51,2T02_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 51,1 51,1 51,1

T03_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 51,0 51,0 51,0T02_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 50,9 50,9 50,9T05_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 50,9 50,9 50,9T14_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 50,3 50,3 50,3T17_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 50,3 50,3 50,3

T14_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 50,3 50,3 50,3T17_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 50,2 50,2 50,2T16_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 50,1 50,1 50,1T14_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 50,1 50,1 50,1T16_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 50,0 50,0 50,0

T17_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 50,0 50,0 50,0T12_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 49,9 49,9 49,9T12_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 49,9 49,9 49,9T16_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 49,8 49,8 49,8T12_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 49,7 49,7 49,7

T08_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 49,6 49,6 49,6T13_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 49,5 49,5 49,5T08_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 49,5 49,5 49,5T13_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 49,4 49,4 49,4T15_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 49,3 49,3 49,3

T08_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 49,3 49,3 49,3T13_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 49,2 49,2 49,2T15_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 49,2 49,2 49,2T55_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 49,1 49,1 49,1T55_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 49,1 49,1 49,1

T15_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 49,0 49,0 49,0T55_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 49,0 49,0 49,0T24_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 48,8 48,8 48,8T24_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 48,8 48,8 48,8T27_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 48,7 48,7 48,7

T22_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 48,7 48,7 48,7T27_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 48,7 48,7 48,7T24_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 48,7 48,7 48,7T22_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 48,7 48,7 48,7T53_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 48,6 48,6 48,6

T53_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 48,6 48,6 48,6T22_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 48,5 48,5 48,5T27_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 48,5 48,5 48,5T53_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 48,4 48,4 48,4T26_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 48,3 48,3 48,3

T54_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 48,3 48,3 48,3T26_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 48,3 48,3 48,3T54_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 48,2 48,2 48,2T18_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 48,2 48,2 48,2

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

21-2-2014 9:34:43Geomilieu V2.30

Page 174: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 2Rekenresultaten maximale geluidsniveaus LAmax in dB(A), zonder terrasschermRapport: ResultatentabelModel: Watertoren terras - stemgeluid MAX

LAmax totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond NachtT11_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 48,2 48,2 48,2T11_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 48,1 48,1 48,1T18_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 48,1 48,1 48,1T26_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 48,1 48,1 48,1T51_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 48,1 48,1 48,1

T54_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 48,1 48,1 48,1T52_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 48,0 48,0 48,0T11_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 48,0 48,0 48,0T51_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 48,0 48,0 48,0T52_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 48,0 48,0 48,0

T18_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 47,9 47,9 47,9T51_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 47,9 47,9 47,9T28_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 47,8 47,8 47,8T52_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 47,8 47,8 47,8T23_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 47,8 47,8 47,8

T28_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 47,8 47,8 47,8T23_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 47,7 47,7 47,7T25_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 47,7 47,7 47,7T28_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 47,7 47,7 47,7T25_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 47,6 47,6 47,6

T23_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 47,6 47,6 47,6T25_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 47,5 47,5 47,5T21_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 47,4 47,4 47,4T21_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 47,3 47,3 47,3T21_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 47,3 47,3 47,3

T09_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 47,1 47,1 47,1T09_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 47,1 47,1 47,1T63_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 47,0 47,0 47,0T63_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 47,0 47,0 47,0T09_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 46,9 46,9 46,9

T01_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 46,9 46,9 46,9T01_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 46,9 46,9 46,9T63_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 46,9 46,9 46,9T64_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 46,7 46,7 46,7T01_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 46,7 46,7 46,7

T64_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 46,7 46,7 46,7T62_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 46,6 46,6 46,6T61_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 46,6 46,6 46,6T62_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 46,6 46,6 46,6T64_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 46,6 46,6 46,6

T61_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 46,6 46,6 46,6T19_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 46,5 46,5 46,5T62_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 46,5 46,5 46,5T19_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 46,5 46,5 46,5T61_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 46,5 46,5 46,5

T19_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 46,4 46,4 46,4T29_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 46,0 46,0 46,0T65_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 46,0 46,0 46,0T29_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 45,9 45,9 45,9T65_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 45,9 45,9 45,9

T29_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 45,8 45,8 45,8T65_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 45,8 45,8 45,8T73_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 45,7 45,7 45,7T73_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 45,7 45,7 45,7T73_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 45,6 45,6 45,6

T74_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 45,4 45,4 45,4T72_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 45,4 45,4 45,4T74_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 45,4 45,4 45,4T72_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 45,4 45,4 45,4

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

21-2-2014 9:34:43Geomilieu V2.30

Page 175: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 2Rekenresultaten maximale geluidsniveaus LAmax in dB(A), zonder terrasschermRapport: ResultatentabelModel: Watertoren terras - stemgeluid MAX

LAmax totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond NachtT71_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 45,3 45,3 45,3T74_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 45,3 45,3 45,3T72_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 45,3 45,3 45,3T71_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 45,3 45,3 45,3T71_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 45,2 45,2 45,2

T75_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 44,8 44,8 44,8T75_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 44,7 44,7 44,7T75_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 44,6 44,6 44,6

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

21-2-2014 9:34:43Geomilieu V2.30

Page 176: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 2Rekenresultaten maximale geluidsniveaus LAmax in dB(A), met terrasschermRapport: ResultatentabelModel: Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen MAX

LAmax totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond NachtT06_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 51,8 51,8 51,8T07_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 51,7 51,7 51,7T04_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 51,7 51,7 51,7T03_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 50,9 50,9 50,9T07_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 50,9 50,9 50,9

T05_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 50,8 50,8 50,8T06_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 50,8 50,8 50,8T02_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 50,6 50,6 50,6T04_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 50,1 50,1 50,1T17_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 50,0 50,0 50,0

T14_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 49,9 49,9 49,9T16_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 49,6 49,6 49,6T12_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 49,4 49,4 49,4T03_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 49,0 49,0 49,0T08_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 49,0 49,0 49,0

T13_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 48,9 48,9 48,9T15_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 48,7 48,7 48,7T05_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 48,6 48,6 48,6T08_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 48,4 48,4 48,4T27_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 48,4 48,4 48,4

T17_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 48,3 48,3 48,3T55_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 48,2 48,2 48,2T06_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 48,2 48,2 48,2T04_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 48,0 48,0 48,0T22_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 47,9 47,9 47,9

T24_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 47,9 47,9 47,9T14_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 47,8 47,8 47,8T53_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 47,7 47,7 47,7T26_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 47,7 47,7 47,7T07_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 47,6 47,6 47,6

T02_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 47,6 47,6 47,6T08_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 47,6 47,6 47,6T54_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 47,5 47,5 47,5T18_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 47,5 47,5 47,5T18_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 47,4 47,4 47,4

T26_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 47,3 47,3 47,3T16_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 47,1 47,1 47,1T52_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 47,0 47,0 47,0T28_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 46,7 46,7 46,7T16_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 46,7 46,7 46,7

T19_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 46,6 46,6 46,6T14_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 46,5 46,5 46,5T19_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 46,5 46,5 46,5T51_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 46,4 46,4 46,4T23_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 46,4 46,4 46,4

T12_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 46,4 46,4 46,4T09_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 46,3 46,3 46,3T09_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 46,3 46,3 46,3T17_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 46,3 46,3 46,3T24_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 46,3 46,3 46,3

T27_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 46,3 46,3 46,3T25_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 46,3 46,3 46,3T29_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 46,3 46,3 46,3T26_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 46,2 46,2 46,2T51_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 46,2 46,2 46,2

T28_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 46,2 46,2 46,2T18_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 46,0 46,0 46,0T03_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 45,9 45,9 45,9T13_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 45,8 45,8 45,8

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

21-2-2014 11:59:55Geomilieu V2.30

Page 177: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 2Rekenresultaten maximale geluidsniveaus LAmax in dB(A), met terrasschermRapport: ResultatentabelModel: Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen MAX

LAmax totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond NachtT02_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 45,7 45,7 45,7T05_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 45,7 45,7 45,7T29_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 45,6 45,6 45,6T11_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 45,5 45,5 45,5T15_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 45,5 45,5 45,5

T55_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 45,5 45,5 45,5T24_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 45,3 45,3 45,3T63_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 45,3 45,3 45,3T09_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 45,3 45,3 45,3T61_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 45,2 45,2 45,2

T51_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 45,2 45,2 45,2T22_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 45,1 45,1 45,1T64_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 45,0 45,0 45,0T27_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 45,0 45,0 45,0T23_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 44,9 44,9 44,9

T62_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 44,8 44,8 44,8T01_C Toetspunt grens bouwvlak 8,00 44,8 44,8 44,8T01_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 44,8 44,8 44,8T19_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 44,7 44,7 44,7T12_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 44,7 44,7 44,7

T53_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 44,6 44,6 44,6T21_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 44,6 44,6 44,6T61_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 44,6 44,6 44,6T54_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 44,4 44,4 44,4T71_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 44,4 44,4 44,4

T13_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 44,3 44,3 44,3T65_C Toetspunt 5 m in bouwvlak 8,00 44,3 44,3 44,3T28_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 44,3 44,3 44,3T11_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 44,2 44,2 44,2T52_B Toetspunt grens bouwvlak 5,00 44,1 44,1 44,1

T61_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 43,9 43,9 43,9T55_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 43,9 43,9 43,9T23_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 43,7 43,7 43,7T25_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 43,7 43,7 43,7T15_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 43,7 43,7 43,7

T29_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 43,7 43,7 43,7T22_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 43,6 43,6 43,6T71_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 43,5 43,5 43,5T21_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 43,4 43,4 43,4T63_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 43,0 43,0 43,0

T53_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 42,9 42,9 42,9T64_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 42,8 42,8 42,8T01_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 42,7 42,7 42,7T71_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 42,7 42,7 42,7T62_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 42,7 42,7 42,7

T54_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 42,7 42,7 42,7T73_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 42,6 42,6 42,6T11_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 42,5 42,5 42,5T74_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 42,5 42,5 42,5T52_A Toetspunt grens bouwvlak 2,00 42,4 42,4 42,4

T72_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 42,3 42,3 42,3T65_B Toetspunt 5 m in bouwvlak 5,00 42,1 42,1 42,1T25_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 42,1 42,1 42,1T75_C Toetspunt 10 m in bouwvlak 8,00 42,0 42,0 42,0T21_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 41,8 41,8 41,8

T73_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 41,6 41,6 41,6T74_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 41,4 41,4 41,4T72_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 41,4 41,4 41,4T63_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 41,3 41,3 41,3

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

21-2-2014 11:59:55Geomilieu V2.30

Page 178: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

KuiperCompagnonsBijlage 2Rekenresultaten maximale geluidsniveaus LAmax in dB(A), met terrasschermRapport: ResultatentabelModel: Watertoren terras - stemgeluid met terrasschermen MAX

LAmax totaalresultaten voor toetspuntenGroep: (hoofdgroep)

NaamToetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond NachtT64_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 41,1 41,1 41,1T62_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 41,0 41,0 41,0T75_B Toetspunt 10 m in bouwvlak 5,00 40,9 40,9 40,9T65_A Toetspunt 5 m in bouwvlak 2,00 40,5 40,5 40,5T73_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 40,0 40,0 40,0

T74_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 39,8 39,8 39,8T72_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 39,7 39,7 39,7T75_A Toetspunt 10 m in bouwvlak 2,00 39,1 39,1 39,1

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

21-2-2014 11:59:55Geomilieu V2.30

Page 179: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 180: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2
Page 181: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch”, gemeente Vlaardingen

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Datum 14 mei 2014

Page 182: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Projectgegevens Type onderzoek Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenementen-

terrein Hoflaan-Buizengat

Naam plan Bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch”

Plaats Gemeente Vlaardingen Opdrachtgever Gemeente Vlaardingen

Contactpersoon De heer C. den Ouden Werknummer 355.437.06 Datum 14 mei 2014 Adviseur KuiperCompagnons

Projectverantwoordelijke: Ing. J. Kraaijeveld Behandeld door: Ing. E.J. Verlaan Telefoonnummer: 010 - 433 0099

File: j:\355\437\06\3 projectresultaat\milieu\02 stemgeluid terras hoflaan - buizengat 13-mei-2014\03 rapport en bijlagen\rapport -

stemgeluid terras hoflaan-buizengat 14-mei-2014.docx

Page 183: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Inhoudsopgave blz.

1.  Inleiding.............................................................................................................................. 1 

2.  Wettelijk kader geluid ....................................................................................................... 2 

2.1.  Activiteitenbesluit ...................................................................................................... 2 

2.2.  Bouwbesluit 2012 ...................................................................................................... 3 

3.  Uitgangspunten ................................................................................................................. 4 

3.1.  Situatiebeschrijving ................................................................................................... 4 

3.2.  Stemgeluid op het terras ........................................................................................... 5 

3.3.  Berekeningsmethode geluid ..................................................................................... 6 

4.  Resultaten en conclusie ................................................................................................... 7 

4.1.  Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus ................................................................ 7 

4.2.  Maximale geluidsniveaus .......................................................................................... 9 

Bijlagen

Bijlage 1 Overzicht rekenmodellen

Bijlage 2 Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus

Bijlage 3 Berekeningsresultaten maximale geluidsniveaus

Page 184: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 1

1. Inleiding

Binnen het bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” is op het voormalige evene-mententerrein Hoflaan–Buizengat de bestemming “Gemengd-1” mogelijk gemaakt. Indien in deze bestemming een horecafunctie wordt toebedeeld, kan het zijn dat met name het stemge-luid op het terras van deze horecafunctie hinderlijk is voor de woningen in het nog te realiseren gebouw waarin ook genoemde horecafunctie wordt gehuisvest. Onderliggend rapport betreft het akoestisch onderzoek dat de consequenties in beeld brengt van het stemgeluid op het terras van genoemde horecafunctie. De horecagelegenheid met ter-ras zal onder het toepassingsgebied vallen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit). In dit besluit zijn geluidsvoorschriften opgenomen waar-aan de horecagelegenheid moet voldoen. Echter, voor stemgeluid op een terras, niet zijnde verwarmd en overdekt terras, zijn er geen geluidsvoorschriften. De consequenties van het stemgeluid op het terras zijn derhalve in beeld gebracht voor de goede ruimtelijke onderbouwing. Let wel, muziekgeluid of installatiegeluid afkomstig van de horecagelegenheid is in onderhavig onderzoek niet beschouwd. Leeswijzer In de volgende hoofdstukken zijn achtereenvolgens het wettelijk kader, de uitgangspunten van onderzoek, de berekeningsresultaten en de conclusies behandeld.

Page 185: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 2

2. Wettelijk kader geluid

2.1. Activiteitenbesluit

De inrichting (de horecagelegenheid) valt onder het toepassingsgebied van het Activiteitenbe-sluit. In dit besluit zijn standaard geluidsvoorschriften opgenomen onder artikel 2.17, waarvan hieronder de meest relevante voorschriften zijn opgesomd:

1. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau (LAmax), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat:

a. de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;

Tabel 2.17a

07:00–19:00

uur 19:00–23:00

uur 23:00–07:00

uur

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen 50 dB(A) 45 dB(A) 40 dB(A)

LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen 70 dB(A) 65 dB(A) 60 dB(A)

LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

b. de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale ge-luidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten;

c. de in tabel 2.17a aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;

d. de in tabel 2.17a aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;

e. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoeli-ge ruimten en verblijfsruimten; en

f. de in tabel 2.17a aangegeven waarden niet gelden op gevoelige objecten die zijn gele-gen op een gezoneerd industrieterrein.

Aanvullend is in artikel 2.18, lid 4, van het Activiteitenbesluit nog een regel gegeven ten aan-zien van de maximale geluidsniveaus: 4. De maximale geluidsniveaus LAmax, bedoeld in artikel 2.17 zijn tussen 23.00 en 7.00 uur

niet van toepassing ten aanzien van aandrijfgeluid van motorvoertuigen bij laad- en losac-tiviteiten indien:

a. degene die de inrichting drijft aantoont dat het maximaal geluidsniveau LAmax, ge-noemd in tabel 2.17a, niet te bereiken is door het treffen van maatregelen; en

b. het niveau van het aandrijfgeluid op een afstand van 7,5 meter van het motorvoertuig niet hoger is van 65 dB(A).

Page 186: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 3

In het Activiteitenbesluit is ook aangegeven dat het akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (zie artikel 1.11, lid 9) en dat een aantal grootheden (de bedrijfsduurcorrectie Cb, het langtijdgemiddelde beoordelings-niveau LAr,LT en het maximale geluidsniveau LAmax) vastgelegd en beoordeeld dienen te worden conform deze handleiding (zie artikel 1.1, lid 1). Met betrekking tot stemgeluid op een terras is het volgende beschreven in artikel 2.18, lid 1a van het Activiteitenbesluit:

Het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van een inrichting, hoeft niet te worden beoordeeld, tenzij genoemd terrein aangemerkt kan worden als een binnenterrein.

2.2. Bouwbesluit 2012

In het Bouwbesluit 2012, artikel 3.2, is de normstelling voor de karakteristieke geluidswering voor nieuwe woningen opgenomen: een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een karakteristieke geluidswering GA,k met een minimum van 20 dB.

Page 187: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 4

3. Uitgangspunten

3.1. Situatiebeschrijving

Het bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” maakt op het voormalige evenemen-tenterrein Hoflaan–Buizengat de bestemming “Gemengd-1 (GD-1)” mogelijk. Het voornemen is om binnen deze bestemming een gebouw te realiseren met een horecagelegenheid op de be-gane grond en woningen erboven en ernaast. Direct zuidelijk van dit gebouw ligt een terrein van circa 330 m2 met bestemming “terras (tr)”. Volgens het bestemmingsplan mag binnen dit terrein een terras geëxploiteerd worden met een oppervlakte van maximaal 120 m2. Dit terras zal wor-den voorzien van 1,6 meter hoge terrasschermen. Zie onderstaand figuur. Figuur 1: Verbeelding (detail) van het bestemmingsplan “De Buitenplaats Van Ruytenburch” met het voormalige evenemententerrein Hoflaan – Buizengat (oranje). Het stemgeluid afkomstig van het nog te realiseren terras kan hinderlijk zijn voor de nog te rea-liseren woningen die eveneens binnen het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Let wel, muziekgeluid of installatiegeluid afkomstig van de horecagelegenheid is in onderhavig onderzoek niet beschouwd.

Bestemming “Ter-ras” (330 m2)

Bestemming “Ge-mengd-1 (GD-1)”

Page 188: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 5

3.2. Stemgeluid op het terras

Conform de Duitse richtlijn VDI 3770 (2011) heeft het menselijke stemgeluid de volgende equi-valente en maximale geluidsbronvermogens LAw,eq en LAw,max per persoon:

Type stemgeluid LAw,eq in dB(A) LAw,max in dB(A)

Praten, met normale stem 65 67

Praten, met verheven stem 70 73

Praten, met zeer luide stem 75 - -

Roepen, normaal 80 86

Roepen, luid 90 - -

Roepen, zeer luid 95 - -

Voor een situatie van mensen op het terras voldoet het normaal pratend stemgeluid van LAw,eq = 65 dB(A) met het volgende spectrum voor één persoon:

Octaafband in Hz 31,5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 Totaal

LAw,eq in dB(A) 28,0 38,1 45,0 48,1 55,2 61,5 60,6 51,8 46,0 65,0

Voor onderhavig onderzoek zijn voor het stemgeluid op het terras de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Het equivalente stemgeluid van vier personen wordt gesimuleerd door één puntbron met

LAw,eq = 71,0 dB(A). Omdat één puntbron vier pratende personen voorstelt, is het gebruik van zo’n rondom afstralende puntbron geoorloofd. De hoogte van elke puntbron bedraagt hbron = 1,2 meter boven maaiveld.

- Omdat het terras maximaal 120 m2 groot is, is verondersteld dat het terras niet meer dan negen tafels kan herbergen à 4 personen (gemiddeld zo’n 3,6 x 3,6 m2 per tafel à 4 perso-nen). In de ‘worst case’ situatie zijn er dus 36 personen aanwezig op het terras die stemge-luid kunnen veroorzaken.

- Het terras is aan de oostelijke zijde van het terrasterrein (330 m2) gesitueerd. Dit is voor het nog te realiseren woonblok aan de oostzijde van de Hoflaan de ‘worst case’ situatie.

- Er zijn drie varianten beschouwd namelijk: - A. 36 personen op het terras van 11.00 uur tot 01.00 uur; - B. 36 personen op het terras van 11.00 uur tot 00.00 uur; - C. 36 personen op het terras van 11.00 uur tot 23.00 uur.

Voor het bepalen van de maximale geluidsniveaus LAmax ten gevolge van het stemgeluid op het terras is een geluidsbronvermogen LAw,max = 86 dB(A) per persoon verondersteld met een bron-hoogte van 1,8 meter, als ‘worst case’ situatie, met het volgende spectrum:

Octaafband in Hz 31,5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 Totaal

LAw,max in dB(A) 49,0 59,1 66,0 69,1 76,2 82,5 81,6 70,8 65,0 86,0

Page 189: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 6

3.3. Berekeningsmethode geluid

Voor de bepaling van de geluidsbelasting ten gevolge van het stemgeluid op het terras is ge-bruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu, versie 2.30, dat de geluidsniveaus berekent conform de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. De volgende rekenmodellen zijn in dit rekenprogramma gemaakt:

1. Stemgeluid equivalent geluidsniveaus LAeq; 2. Stemgeluid maximale geluidsniveaus LAmax. In de rekenmodellen zijn de volgende items ingevoerd: puntbronnen, gebouwen, schermen en toetspunten. De standaardbodemfactor is hard (Bf = 0,0) en er zijn verder geen bodemgebieden in de rekenmodellen ingevoerd. Omdat de directe (relevante) omgeving van het terras plat is, zijn er ook geen hoogtelijnen in de rekenmodellen toegepast. Puntbronnen

De puntbronnen betreffen alleen het stemgeluid zoals eerder beschreven. Gebouwen

De gebouwen betreffen relevante bestaande gebouwen en nog te realiseren gebouwen. Schermen

Het enige scherm betreft het terrasscherm van 1,6 meter hoogte rondom het terras. Toetspunten

De toetspunten zijn gelegen op de zuidelijke, oostelijke en westelijke gevel van het nog te realise-ren gebouw met de horecagelegenheid op de begane grond en de woningen erboven en er-naast. Ook zijn er toetspunten op de westelijke en zuidelijke grens van het perceel met bestem-ming ‘Wonen (W)’ oostelijk van de Hoflaan. De beoordelingshoogten zijn 2 meter, 5 meter, 8 me-ter, 11 meter, 14 meter en 17 meter boven het maaiveld, indien van toepassing. Berekend is tel-kens het invallend geluidsniveau. In bijlage 1 is een overzicht van de vervaardigde rekenmodellen gegeven

Page 190: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 7

4. Resultaten en conclusie

4.1. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus

In bijlage 2 zijn de berekeningsresultaten uitgebreid weergegeven van de langtijdgemiddelde be-oordelingsniveaus LAr,LT ten gevolge van het stemgeluid op het terras. Omdat van impulsachtig geluid, tonaal geluid of muziekgeluid geen sprake is, kan gesteld worden dat de in bijlage 2 getoonde equivalente geluidsniveaus LAeq gelijk zijn aan langtijdgemiddelde beoordelingsni-veaus LAr,LT. In bijlage 2 zijn van de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT zowel de et-maalwaarde Letmaal als de Lden-waarde gegeven. Normaliter wordt de etmaalwaarde gehanteerd voor toetsing van het geluid aan de geluidsvoorschriften uit bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit. Echter, het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van een inrichting, hoeft niet te worden beoordeeld, omdat het hier beschouwde terras geen binnenterrein is. Toetsing aan de geluidsvoorschriften uit het Activiteitenbesluit is hier dus niet aan de orde. Wel dient voor de goede ruimtelijke ordening het akoestisch klimaat in beeld te worden gebracht voor de omliggende woningen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Lden-waarde. Met een Lden-waarde telt het geluid in de avond en nacht zwaarder mee, waardoor juist de mate van slaap-verstoring beter wordt meegenomen. En voor het akoestisch klimaat is de mate van geluidhin-der met name gebaseerd op slaapverstoring. Voor het akoestisch klimaat wordt de volgende tabel gehanteerd. De kleuren in deze tabel ko-men van toepassing in bijlage 2 en de hierna getoonde figuur 2. Tabel 1: Het akoestisch klimaat per geluidsklasse Op basis van de resultaten uit bijlage 2 kan het akoestisch klimaat als volgt worden samenge-vat:

Zeer slecht > 70 dB

Matig 56 ‐ 60

Tamelijk slecht 61 ‐ 65

Slecht 66 ‐ 70

Beoordeling akoestische klimaat Geluidbelasting in dB(A)

Goed ≤ 50

Redelijk 51 ‐ 55

Page 191: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 8

Figuur 2: Vooraanzicht zuidgevel met terras en het akoestisch klimaat per geveldeel op basis van tabel 1. Ongeacht welke variant, zijn op de westelijke en zuidelijke gevel van het woonblok oostelijk van de Hoflaan Lden-waarden berekend van 44 dB of lager. Het akoestisch klimaat ten gevolge van het terras is dus op dit woonblok altijd ‘goed’ te classificeren.

17 m

14 m

11 m

8 m

5 m

2 m

Westgevel Oostgevel

Variant A. 36 personen op het terras van 11.00 uur tot 01.00 uur

17 m

14 m

11 m

8 m

5 m

2 m

Westgevel Oostgevel

Variant B. 36 personen op het terras van 11.00 uur tot 00.00 uur

17 m

14 m

11 m

8 m

5 m

2 m

Westgevel Oostgevel

Variant C. 36 personen op het terras van 11.00 uur tot 23.00 uur

Zuidgevel

Zuidgevel

Zuidgevel

Beoordelingshoogte

Beoordelingshoogte

Beoordelingshoogte

Terras

Terras

Terras

Page 192: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Akoestisch onderzoek stemgeluid van het terras voormalig evenemententerrein Hoflaan-Buizengat

Bestemmingsplan ‘De Buitenplaats Van Ruytenburch’, gemeente Vlaardingen

355.437.06 / 14 mei 2014 9

4.2. Maximale geluidsniveaus

In bijlage 3 zijn de berekeningsresultaten getoond van de maximale geluidsniveaus LAmax c.q. de geluidspieken ten gevolge van het stemgeluid van het terras. Net zo als bij de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT hoeven de maximale geluidsni-veaus LAmax ten gevolge van het stemgeluid van het terras niet te worden getoetst aan de geluids-voorschriften uit het van toepassing zijnde Activiteitenbesluit. De maximale geluidsniveaus zijn alleen in beeld gebracht voor de goede ruimtelijke ordening. Op basis van bijlage 3 kan het volgende worden geconcludeerd met betrekking tot de optredende maximale geluidsniveaus: - Maximale geluidsniveaus LAmax hoger dan 70 dB(A) komen alleen voor op de begane grond

binnen en net buiten het terrasscherm (toetspunt 4 en 6, maar ook toetspunt 5); - Maximale geluidsniveaus LAmax hoger dan 65 dB(A) komen alleen voor op de begane grond en

1e verdieping binnen en net buiten het terrasscherm (toetspunt 4 en 6, maar ook toetspunt 5); - Maximale geluidsniveaus LAmax hoger dan 60 dB(A) komen alleen voor op de begane grond,

1e en 2e verdieping binnen en net buiten het terrasscherm (toetspunt 4, 5 en 6); - Indien het terras tussen 23.00 uur en 07.00 uur niet wordt gebruikt, treden er vanzelfsprekend

in de nachtperiode ook geen piekgeluiden op ten gevolge van het stemgeluid op het terras.

Page 193: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlagen >>>

Page 194: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1 Overzicht rekenmodellen

Page 195: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

100

101a

101c

101b

102

103

104

105

106

107100

010203040506070809

0102 03

04 050607

10111213

14

KuiperCompagnons Bijlage 1

Figuur A: Compleet rekenmodel voor equivalente geluidsniveaus.

Industrielawaai - IL, [13 mei 2014 - Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid EQUI] , Geomilieu V2.3083300 83400

436600

436500

SchermGebouwToetspuntPuntbron

0 m 40 m

schaal = 1 : 1000

Page 196: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

100

100

0102

0304

0506

07

0809

01

02

03

04

05

06

07

10

11

12

13

14

KuiperCompagnons

Bijlage 1

Figuur B: Detail van figuur A.

Industrielawaai - IL, [13 mei 2014 - Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid EQUI] , Geomilieu V2.30

SchermGebouwToetspuntPuntbron

0 m 10 m

schaal = 1 : 251

Page 197: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

100

101a

101c

101b

102

103

104

105

106

107100

51

5253

54

0102 03

04 050607

10111213

14

55

KuiperCompagnons Bijlage 1

Figuur C: Compleet rekenmodel voor maximale geluidsniveaus.

Industrielawaai - IL, [13 mei 2014 - Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid MAX] , Geomilieu V2.3083300 83400

436600

436500

SchermGebouwToetspuntPuntbron

0 m 40 m

schaal = 1 : 1000

Page 198: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

100

100

51

52

53

54

01

02

03

04

05

06

07

10

11

12

13

14

55

KuiperCompagnons

Bijlage 1

Figuur D: Detail van figuur C.

Industrielawaai - IL, [13 mei 2014 - Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid MAX] , Geomilieu V2.30

SchermGebouwToetspuntPuntbron

0 m 10 m

schaal = 1 : 250

Page 199: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel EQUIVALENTE GELUIDSNIVEAU

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid EQUI13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Type Richt. Hoek Cb(D) Cb(A) Cb(N) GeenRefl. GeenDemping GeenProces Lw 31Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00

Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 1,20 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 1,76 0,00 -- Nee Nee Nee 34,00

13-5-2014 17:51:04Geomilieu V2.30

Page 200: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel EQUIVALENTE GELUIDSNIVEAU

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid EQUI13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Omschr. Lw 63 Lw 125 Lw 250 Lw 500 Lw 1k Lw 2k Lw 4k Lw 8k Red 1kTerras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00

Terras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00Terras stemgeluid 4 personen [equi] 44,10 51,00 54,10 61,20 67,50 66,60 57,80 52,00 0,00

13-5-2014 17:51:04Geomilieu V2.30

Page 201: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel EQUIVALENTE GELUIDSNIVEAU

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid EQUI13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F Gevel01 Toetspunt westzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja02 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja03 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja04 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja05 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja

06 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja07 Toetspunt oostzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja10 Westgevel woonblok oost 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja11 Westgevel woonblok oost 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja12 Westgevel woonblok oost 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja

13 Westgevel woonblok oost 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja14 Zuidgevel woonblok oost 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja

13-5-2014 17:51:04Geomilieu V2.30

Page 202: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel EQUIVALENTE GELUIDSNIVEAU

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid EQUI13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Cp Refl. 31 Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k100 Gebouw GD-1 [horeca en woningen] 23,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80101a Bestaande woningen 9,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80101c Bestaande woningen 9,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80101b Bestaande woningen 5,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80102 Bestaand gebouw 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

103 Bestaand gebouw 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80104 Bestaand gebouw 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80105 Bestaand gebouw 9,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80106 Bestaande gebouwen 9,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80107 Nog te realiseren woningen 12,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

13-5-2014 17:51:04Geomilieu V2.30

Page 203: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel EQUIVALENTE GELUIDSNIVEAU

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid EQUI13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. ISO H ISO M Hdef. Cp Refl.L 31 Refl.L 63 Refl.L 125 Refl.L 250 Refl.L 500 Refl.L 1k Refl.L 2k Refl.L 4k Refl.L 8k100 Terrasscherm 1,6 m hoog 1,60 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

13-5-2014 17:51:04Geomilieu V2.30

Page 204: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel EQUIVALENTE GELUIDSNIVEAU

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid EQUI13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Refl.R 31 Refl.R 63 Refl.R 125 Refl.R 250 Refl.R 500 Refl.R 1k Refl.R 2k Refl.R 4k Refl.R 8k100 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

13-5-2014 17:51:04Geomilieu V2.30

Page 205: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid MAX13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Type Richt. Hoek Cb(D) Cb(A) Cb(N) GeenRefl. GeenDemping GeenProces Lw 31 Lw 63Terras stemgeluid [max] 1,80 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 0,00 0,00 0,00 Nee Nee Nee 49,00 59,10Terras stemgeluid [max] 1,80 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 0,00 0,00 0,00 Nee Nee Nee 49,00 59,10Terras stemgeluid [max] 1,80 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 0,00 0,00 0,00 Nee Nee Nee 49,00 59,10Terras stemgeluid [max] 1,80 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 0,00 0,00 0,00 Nee Nee Nee 49,00 59,10Terras stemgeluid [max] 1,80 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360,00 0,00 0,00 0,00 Nee Nee Nee 49,00 59,10

13-5-2014 17:54:47Geomilieu V2.30

Page 206: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid MAX13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Omschr. Lw 125 Lw 250 Lw 500 Lw 1k Lw 2k Lw 4k Lw 8k Red 1kTerras stemgeluid [max] 66,00 69,10 76,20 82,50 81,60 70,80 65,00 0,00Terras stemgeluid [max] 66,00 69,10 76,20 82,50 81,60 70,80 65,00 0,00Terras stemgeluid [max] 66,00 69,10 76,20 82,50 81,60 70,80 65,00 0,00Terras stemgeluid [max] 66,00 69,10 76,20 82,50 81,60 70,80 65,00 0,00Terras stemgeluid [max] 66,00 69,10 76,20 82,50 81,60 70,80 65,00 0,00

13-5-2014 17:54:47Geomilieu V2.30

Page 207: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid MAX13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F Gevel01 Toetspunt westzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja02 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja03 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja04 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja05 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja

06 Toetspunt zuidzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja07 Toetspunt oostzijde gebouw 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 14,00 17,00 Ja10 Westgevel woonblok oost 0,00 Relatief 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja11 Westgevel woonblok oost 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja12 Westgevel woonblok oost 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja

13 Westgevel woonblok oost 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja14 Zuidgevel woonblok oost 0,00 Eigen waarde 2,00 5,00 8,00 11,00 -- -- Ja

13-5-2014 17:54:47Geomilieu V2.30

Page 208: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid MAX13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Cp Refl. 31 Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k100 Gebouw GD-1 [horeca en woningen] 23,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80101a Bestaande woningen 9,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80101c Bestaande woningen 9,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80101b Bestaande woningen 5,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80102 Bestaand gebouw 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

103 Bestaand gebouw 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80104 Bestaand gebouw 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80105 Bestaand gebouw 9,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80106 Bestaande gebouwen 9,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80107 Nog te realiseren woningen 12,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

13-5-2014 17:54:47Geomilieu V2.30

Page 209: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid MAX13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Omschr. ISO H ISO M Hdef. Cp Refl.L 31 Refl.L 63 Refl.L 125 Refl.L 250 Refl.L 500 Refl.L 1k Refl.L 2k Refl.L 4k Refl.L 8k100 Terrasscherm 1,6 m hoog 1,60 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

13-5-2014 17:54:47Geomilieu V2.30

Page 210: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 1KuiperCompagnonsOverzicht invoergegevens rekemodel MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS

Model: Terras Hoflaan Buizengat - stemgeluid MAX13 mei 2014 - De Buitenplaats van Ruytenburch

Groep: (hoofdgroep)Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL

Naam Refl.R 31 Refl.R 63 Refl.R 125 Refl.R 250 Refl.R 500 Refl.R 1k Refl.R 2k Refl.R 4k Refl.R 8k100 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

13-5-2014 17:54:47Geomilieu V2.30

Page 211: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2 Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus

Page 212: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2

Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A)

Variant A:

Met 8 uur, 4 uur en 2 uur stemgeluid terras in respectievelijk dag‐, avond‐ en nachtperiode

Toetspunten gebouw op voormalig evenemententerrein Hoflaan ‐ BuizengatNaam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Lden

01_A Toetspunt westzijde gebouw 2,0 22,1 23,9 17,8 28,9 26,1

01_B Toetspunt westzijde gebouw 5,0 21,6 23,4 17,3 28,4 25,6

01_C Toetspunt westzijde gebouw 8,0 21,2 22,9 16,9 27,9 25,2

01_D Toetspunt westzijde gebouw 11,0 20,9 22,7 16,6 27,7 25,0

01_E Toetspunt westzijde gebouw 14,0 20,6 22,3 16,3 27,3 24,6

01_F Toetspunt westzijde gebouw 17,0 20,2 21,9 15,9 26,9 24,2

02_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 41,3 43,0 37,0 48,0 45,3

02_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 42,3 44,1 38,0 49,1 46,4

02_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 42,6 44,4 38,4 49,4 46,7

02_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 42,4 44,1 38,1 49,1 46,4

02_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 41,9 43,6 37,6 48,6 45,9

02_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 41,3 43,1 37,1 48,1 45,4

03_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 44,5 46,2 40,2 51,2 48,5

03_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 46,0 47,8 41,8 52,8 50,1

03_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 45,8 47,6 41,6 52,6 49,9

03_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 45,0 46,7 40,7 51,7 49,0

03_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 44,1 45,8 39,8 50,8 48,1

03_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 43,1 44,9 38,9 49,9 47,2

04_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 54,6 56,3 50,3 61,3 58,6

04_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 51,6 53,3 47,3 58,3 55,6

04_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 49,3 51,1 45,1 56,1 53,4

04_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 47,5 49,3 43,3 54,3 51,6

04_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,0 47,8 41,8 52,8 50,1

04_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 44,7 46,4 40,4 51,4 48,7

05_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 58,4 60,2 54,1 65,2 62,5

05_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 53,3 55,1 49,0 60,1 57,4

05_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 50,6 52,3 46,3 57,3 54,6

05_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 48,4 50,2 44,2 55,2 52,5

05_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,7 48,4 42,4 53,4 50,7

05_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 45,2 46,9 40,9 51,9 49,2

06_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 56,5 58,2 52,2 63,2 60,5

06_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 52,3 54,1 48,1 59,1 56,4

06_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 49,8 51,6 45,5 56,6 53,8

06_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 47,9 49,7 43,6 54,7 52,0

06_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,3 48,1 42,1 53,1 50,4

06_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 45,0 46,7 40,7 51,7 49,0

07_A Toetspunt oostzijde gebouw 2,0 32,7 34,4 28,4 39,4 36,7

07_B Toetspunt oostzijde gebouw 5,0 32,8 34,6 28,6 39,6 36,9

07_C Toetspunt oostzijde gebouw 8,0 33,3 35,0 29,0 40,0 37,3

07_D Toetspunt oostzijde gebouw 11,0 33,4 35,1 29,1 40,1 37,4

07_E Toetspunt oostzijde gebouw 14,0 33,2 35,0 29,0 40,0 37,3

07_F Toetspunt oostzijde gebouw 17,0 33,2 34,9 28,9 39,9 37,2

> 70 dB

66 ‐ 70

61 ‐ 65

56 ‐ 60

51 ‐ 55

≤ 50

Geluidbelasting in dB(A)Beoordeling akoestische klimaat

Zeer slecht

Slecht

Tamelijk slecht

Matig

Redelijk

Goed

KuiperCompagnons

Page 213: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2

Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A)

Variant B:

Met 8 uur, 4 uur en 1 uur stemgeluid terras in respectievelijk dag‐, avond‐ en nachtperiode

Toetspunten gebouw op voormalig evenemententerrein Hoflaan ‐ BuizengatNaam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Lden

01_A Toetspunt westzijde gebouw 2,0 22,1 23,9 14,8 28,9 24,9

01_B Toetspunt westzijde gebouw 5,0 21,6 23,4 14,3 28,4 24,4

01_C Toetspunt westzijde gebouw 8,0 21,2 22,9 13,9 27,9 24,0

01_D Toetspunt westzijde gebouw 11,0 20,9 22,7 13,6 27,7 23,7

01_E Toetspunt westzijde gebouw 14,0 20,6 22,3 13,3 27,3 23,4

01_F Toetspunt westzijde gebouw 17,0 20,2 21,9 12,9 26,9 23,0

02_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 41,3 43,0 34,0 48,0 44,1

02_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 42,3 44,1 35,0 49,1 45,1

02_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 42,6 44,4 35,4 49,4 45,5

02_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 42,4 44,1 35,1 49,1 45,2

02_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 41,9 43,6 34,6 48,6 44,7

02_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 41,3 43,1 34,0 48,1 44,1

03_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 44,5 46,2 37,2 51,2 47,3

03_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 46,0 47,8 38,8 52,8 48,9

03_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 45,8 47,6 38,5 52,6 48,6

03_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 45,0 46,7 37,7 51,7 47,8

03_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 44,1 45,8 36,8 50,8 46,9

03_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 43,1 44,9 35,9 49,9 46,0

04_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 54,6 56,3 47,3 61,3 57,4

04_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 51,6 53,3 44,3 58,3 54,4

04_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 49,3 51,1 42,1 56,1 52,2

04_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 47,5 49,3 40,3 54,3 50,4

04_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,0 47,8 38,8 52,8 48,8

04_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 44,7 46,4 37,4 51,4 47,5

05_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 58,4 60,2 51,1 65,2 61,2

05_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 53,3 55,1 46,0 60,1 56,1

05_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 50,6 52,3 43,3 57,3 53,4

05_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 48,4 50,2 41,2 55,2 51,2

05_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,7 48,4 39,4 53,4 49,5

05_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 45,2 46,9 37,9 51,9 48,0

06_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 56,5 58,2 49,2 63,2 59,3

06_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 52,3 54,1 45,1 59,1 55,2

06_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 49,8 51,6 42,5 56,6 52,6

06_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 47,9 49,7 40,6 54,7 50,7

06_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,3 48,1 39,0 53,1 49,1

06_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 45,0 46,7 37,7 51,7 47,8

07_A Toetspunt oostzijde gebouw 2,0 32,7 34,4 25,4 39,4 35,5

07_B Toetspunt oostzijde gebouw 5,0 32,8 34,6 25,6 39,6 35,7

07_C Toetspunt oostzijde gebouw 8,0 33,3 35,0 26,0 40,0 36,1

07_D Toetspunt oostzijde gebouw 11,0 33,4 35,1 26,1 40,1 36,2

07_E Toetspunt oostzijde gebouw 14,0 33,2 35,0 25,9 40,0 36,0

07_F Toetspunt oostzijde gebouw 17,0 33,2 34,9 25,9 39,9 36,0

Zeer slecht > 70 dB

Matig 56 ‐ 60

Tamelijk slecht 61 ‐ 65

Slecht 66 ‐ 70

Beoordeling akoestische klimaat Geluidbelasting in dB(A)

Goed ≤ 50

Redelijk 51 ‐ 55

KuiperCompagnons

Page 214: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2

Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A)

Variant C:

Met 8 uur, 4 uur en 0 uur stemgeluid terras in respectievelijk dag‐, avond‐ en nachtperiode

Toetspunten gebouw op voormalig evenemententerrein Hoflaan ‐ BuizengatNaam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Lden

01_A Toetspunt westzijde gebouw 2,0 22,1 23,9 ‐‐ 28,9 23,2

01_B Toetspunt westzijde gebouw 5,0 21,6 23,4 ‐‐ 28,4 22,7

01_C Toetspunt westzijde gebouw 8,0 21,2 22,9 ‐‐ 27,9 22,3

01_D Toetspunt westzijde gebouw 11,0 20,9 22,7 ‐‐ 27,7 22,0

01_E Toetspunt westzijde gebouw 14,0 20,6 22,3 ‐‐ 27,3 21,7

01_F Toetspunt westzijde gebouw 17,0 20,2 21,9 ‐‐ 26,9 21,3

02_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 41,3 43,0 ‐‐ 48,0 42,4

02_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 42,3 44,1 ‐‐ 49,1 43,4

02_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 42,6 44,4 ‐‐ 49,4 43,8

02_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 42,4 44,1 ‐‐ 49,1 43,5

02_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 41,9 43,6 ‐‐ 48,6 43,0

02_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 41,3 43,1 ‐‐ 48,1 42,4

03_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 44,5 46,2 ‐‐ 51,2 45,6

03_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 46,0 47,8 ‐‐ 52,8 47,2

03_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 45,8 47,6 ‐‐ 52,6 46,9

03_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 45,0 46,7 ‐‐ 51,7 46,1

03_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 44,1 45,8 ‐‐ 50,8 45,2

03_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 43,1 44,9 ‐‐ 49,9 44,2

04_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 54,6 56,3 ‐‐ 61,3 55,7

04_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 51,6 53,3 ‐‐ 58,3 52,7

04_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 49,3 51,1 ‐‐ 56,1 50,4

04_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 47,5 49,3 ‐‐ 54,3 48,7

04_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,0 47,8 ‐‐ 52,8 47,1

04_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 44,7 46,4 ‐‐ 51,4 45,8

05_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 58,4 60,2 ‐‐ 65,2 59,5

05_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 53,3 55,1 ‐‐ 60,1 54,4

05_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 50,6 52,3 ‐‐ 57,3 51,7

05_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 48,4 50,2 ‐‐ 55,2 49,5

05_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,7 48,4 ‐‐ 53,4 47,8

05_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 45,2 46,9 ‐‐ 51,9 46,3

06_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 56,5 58,2 ‐‐ 63,2 57,6

06_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 52,3 54,1 ‐‐ 59,1 53,5

06_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 49,8 51,6 ‐‐ 56,6 50,9

06_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 47,9 49,7 ‐‐ 54,7 49,0

06_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 46,3 48,1 ‐‐ 53,1 47,4

06_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 45,0 46,7 ‐‐ 51,7 46,1

07_A Toetspunt oostzijde gebouw 2,0 32,7 34,4 ‐‐ 39,4 33,8

07_B Toetspunt oostzijde gebouw 5,0 32,8 34,6 ‐‐ 39,6 34,0

07_C Toetspunt oostzijde gebouw 8,0 33,3 35,0 ‐‐ 40,0 34,4

07_D Toetspunt oostzijde gebouw 11,0 33,4 35,1 ‐‐ 40,1 34,5

07_E Toetspunt oostzijde gebouw 14,0 33,2 35,0 ‐‐ 40,0 34,3

07_F Toetspunt oostzijde gebouw 17,0 33,2 34,9 ‐‐ 39,9 34,3

Slecht 66 ‐ 70

Zeer slecht > 70 dB

Redelijk 51 ‐ 55

Matig 56 ‐ 60

Tamelijk slecht 61 ‐ 65

Beoordeling akoestische klimaat Geluidbelasting in dB(A)

Goed ≤ 50

KuiperCompagnons

Page 215: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2

Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A)

Variant A:

Met 8 uur, 4 uur en 2 uur stemgeluid terras in respectievelijk dag‐, avond‐ en nachtperiode

Toetspunten op de grens van het perceel met bestemming ‘Wonen (W)’ oostelijk van de HoflaanNaam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Lden

10_A Westgevel woonblok oost 2,0 38,7 40,5 34,4 45,5 42,8

10_B Westgevel woonblok oost 5,0 39,5 41,2 35,2 46,2 43,5

10_C Westgevel woonblok oost 8,0 39,9 41,7 35,7 46,7 44,0

10_D Westgevel woonblok oost 11,0 40,2 42,0 35,9 47,0 44,3

11_A Westgevel woonblok oost 2,0 38,1 39,8 33,8 44,8 42,1

11_B Westgevel woonblok oost 5,0 39,4 41,2 35,2 46,2 43,5

11_C Westgevel woonblok oost 8,0 39,3 41,0 35,0 46,0 43,3

11_D Westgevel woonblok oost 11,0 39,5 41,3 35,3 46,3 43,6

12_A Westgevel woonblok oost 2,0 36,2 38,0 32,0 43,0 40,3

12_B Westgevel woonblok oost 5,0 38,0 39,8 33,8 44,8 42,1

12_C Westgevel woonblok oost 8,0 37,8 39,5 33,5 44,5 41,8

12_D Westgevel woonblok oost 11,0 38,3 40,1 34,0 45,1 42,3

13_A Westgevel woonblok oost 2,0 34,3 36,1 30,0 41,1 38,4

13_B Westgevel woonblok oost 5,0 36,6 38,4 32,4 43,4 40,7

13_C Westgevel woonblok oost 8,0 37,1 38,9 32,9 43,9 41,2

13_D Westgevel woonblok oost 11,0 36,1 37,9 31,8 42,9 40,2

14_A Zuidgevel woonblok oost 2,0 37,2 38,9 32,9 43,9 41,2

14_B Zuidgevel woonblok oost 5,0 37,4 39,2 33,2 44,2 41,5

14_C Zuidgevel woonblok oost 8,0 38,0 39,8 33,8 44,8 42,1

14_D Zuidgevel woonblok oost 11,0 38,1 39,8 33,8 44,8 42,1

KuiperCompagnons

Page 216: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2

Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A)

Variant B:

Met 8 uur, 4 uur en 1 uur stemgeluid terras in respectievelijk dag‐, avond‐ en nachtperiode

Toetspunten op de grens van het perceel met bestemming ‘Wonen (W)’ oostelijk van de HoflaanNaam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Lden

10_A Westgevel woonblok oost 2,0 38,7 40,5 31,4 45,5 41,5

10_B Westgevel woonblok oost 5,0 39,5 41,2 32,2 46,2 42,3

10_C Westgevel woonblok oost 8,0 39,9 41,7 32,6 46,7 42,7

10_D Westgevel woonblok oost 11,0 40,2 42,0 32,9 47,0 43,0

11_A Westgevel woonblok oost 2,0 38,1 39,8 30,8 44,8 40,9

11_B Westgevel woonblok oost 5,0 39,4 41,2 32,2 46,2 42,3

11_C Westgevel woonblok oost 8,0 39,3 41,0 32,0 46,0 42,1

11_D Westgevel woonblok oost 11,0 39,5 41,3 32,3 46,3 42,4

12_A Westgevel woonblok oost 2,0 36,2 38,0 28,9 43,0 39,0

12_B Westgevel woonblok oost 5,0 38,0 39,8 30,8 44,8 40,9

12_C Westgevel woonblok oost 8,0 37,8 39,5 30,5 44,5 40,6

12_D Westgevel woonblok oost 11,0 38,3 40,1 31,0 45,1 41,1

13_A Westgevel woonblok oost 2,0 34,3 36,1 27,0 41,1 37,1

13_B Westgevel woonblok oost 5,0 36,6 38,4 29,4 43,4 39,4

13_C Westgevel woonblok oost 8,0 37,1 38,9 29,9 43,9 39,9

13_D Westgevel woonblok oost 11,0 36,1 37,9 28,8 42,9 38,9

14_A Zuidgevel woonblok oost 2,0 37,2 38,9 29,9 43,9 40,0

14_B Zuidgevel woonblok oost 5,0 37,4 39,2 30,2 44,2 40,3

14_C Zuidgevel woonblok oost 8,0 38,0 39,8 30,8 44,8 40,9

14_D Zuidgevel woonblok oost 11,0 38,1 39,8 30,8 44,8 40,9

KuiperCompagnons

Page 217: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 2

Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A)

Variant C:

Met 8 uur, 4 uur en 0 uur stemgeluid terras in respectievelijk dag‐, avond‐ en nachtperiode

Toetspunten op de grens van het perceel met bestemming ‘Wonen (W)’ oostelijk van de HoflaanNaam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Lden

10_A Westgevel woonblok oost 2,0 38,7 40,5 ‐‐ 45,5 39,8

10_B Westgevel woonblok oost 5,0 39,5 41,2 ‐‐ 46,2 40,6

10_C Westgevel woonblok oost 8,0 39,9 41,7 ‐‐ 46,7 41,0

10_D Westgevel woonblok oost 11,0 40,2 42,0 ‐‐ 47,0 41,3

11_A Westgevel woonblok oost 2,0 38,1 39,8 ‐‐ 44,8 39,2

11_B Westgevel woonblok oost 5,0 39,4 41,2 ‐‐ 46,2 40,5

11_C Westgevel woonblok oost 8,0 39,3 41,0 ‐‐ 46,0 40,4

11_D Westgevel woonblok oost 11,0 39,5 41,3 ‐‐ 46,3 40,7

12_A Westgevel woonblok oost 2,0 36,2 38,0 ‐‐ 43,0 37,3

12_B Westgevel woonblok oost 5,0 38,0 39,8 ‐‐ 44,8 39,2

12_C Westgevel woonblok oost 8,0 37,8 39,5 ‐‐ 44,5 38,9

12_D Westgevel woonblok oost 11,0 38,3 40,1 ‐‐ 45,1 39,4

13_A Westgevel woonblok oost 2,0 34,3 36,1 ‐‐ 41,1 35,4

13_B Westgevel woonblok oost 5,0 36,6 38,4 ‐‐ 43,4 37,7

13_C Westgevel woonblok oost 8,0 37,1 38,9 ‐‐ 43,9 38,2

13_D Westgevel woonblok oost 11,0 36,1 37,9 ‐‐ 42,9 37,2

14_A Zuidgevel woonblok oost 2,0 37,2 38,9 ‐‐ 43,9 38,3

14_B Zuidgevel woonblok oost 5,0 37,4 39,2 ‐‐ 44,2 38,6

14_C Zuidgevel woonblok oost 8,0 38,0 39,8 ‐‐ 44,8 39,1

14_D Zuidgevel woonblok oost 11,0 38,1 39,8 ‐‐ 44,8 39,2

KuiperCompagnons

Page 218: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 3 Berekeningsresultaten maximale geluidsniveaus

Page 219: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 3

Berekeningsresultaten maximale geluidsniveaus LAmax in dB(A)

Naam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht

01_A Toetspunt westzijde gebouw 2,0 35,1 35,1 35,1

01_B Toetspunt westzijde gebouw 5,0 34,9 34,9 34,9

01_C Toetspunt westzijde gebouw 8,0 34,8 34,8 34,8

01_D Toetspunt westzijde gebouw 11,0 34,8 34,8 34,8

01_E Toetspunt westzijde gebouw 14,0 34,6 34,6 34,6

01_F Toetspunt westzijde gebouw 17,0 28,6 28,6 28,6

02_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 52,4 52,4 52,4

02_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 52,5 52,5 52,5

02_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 52,1 52,1 52,1

02_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 51,5 51,5 51,5

02_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 50,7 50,7 50,7

02_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 49,9 49,9 49,9

03_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 57,7 57,7 57,7

03_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 57,3 57,3 57,3

03_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 56,2 56,2 56,2

03_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 54,7 54,7 54,7

03_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 53,3 53,3 53,3

03_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 52,0 52,0 52,0

04_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 72,5 72,5 72,5

04_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 65,8 65,8 65,8

04_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 60,8 60,8 60,8

04_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 57,5 57,5 57,5

04_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 55,1 55,1 55,1

04_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 53,2 53,2 53,2

05_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 63,6 63,6 63,6

05_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 61,9 61,9 61,9

05_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 59,2 59,2 59,2

05_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 56,7 56,7 56,7

05_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 54,7 54,7 54,7

05_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 52,9 52,9 52,9

06_A Toetspunt zuidzijde gebouw 2,0 72,3 72,3 72,3

06_B Toetspunt zuidzijde gebouw 5,0 65,8 65,8 65,8

06_C Toetspunt zuidzijde gebouw 8,0 60,8 60,8 60,8

06_D Toetspunt zuidzijde gebouw 11,0 57,6 57,6 57,6

06_E Toetspunt zuidzijde gebouw 14,0 55,3 55,3 55,3

06_F Toetspunt zuidzijde gebouw 17,0 53,5 53,5 53,5

07_A Toetspunt oostzijde gebouw 2,0 44,3 44,3 44,3

07_B Toetspunt oostzijde gebouw 5,0 44,1 44,1 44,1

07_C Toetspunt oostzijde gebouw 8,0 43,5 43,5 43,5

07_D Toetspunt oostzijde gebouw 11,0 43,1 43,1 43,1

07_E Toetspunt oostzijde gebouw 14,0 42,7 42,7 42,7

07_F Toetspunt oostzijde gebouw 17,0 42,4 42,4 42,4

KuiperCompagnons

Page 220: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2

Bijlage 3

Berekeningsresultaten maximale geluidsniveaus LAmax in dB(A)

Naam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht

10_A Westgevel woonblok oost 2,0 48,3 48,3 48,3

10_B Westgevel woonblok oost 5,0 48,5 48,5 48,5

10_C Westgevel woonblok oost 8,0 48,4 48,4 48,4

10_D Westgevel woonblok oost 11,0 48,2 48,2 48,2

11_A Westgevel woonblok oost 2,0 48,4 48,4 48,4

11_B Westgevel woonblok oost 5,0 48,6 48,6 48,6

11_C Westgevel woonblok oost 8,0 48,4 48,4 48,4

11_D Westgevel woonblok oost 11,0 48,2 48,2 48,2

12_A Westgevel woonblok oost 2,0 48,0 48,0 48,0

12_B Westgevel woonblok oost 5,0 48,3 48,3 48,3

12_C Westgevel woonblok oost 8,0 48,2 48,2 48,2

12_D Westgevel woonblok oost 11,0 47,9 47,9 47,9

13_A Westgevel woonblok oost 2,0 45,7 45,7 45,7

13_B Westgevel woonblok oost 5,0 46,4 46,4 46,4

13_C Westgevel woonblok oost 8,0 46,3 46,3 46,3

13_D Westgevel woonblok oost 11,0 46,1 46,1 46,1

14_A Zuidgevel woonblok oost 2,0 47,4 47,4 47,4

14_B Zuidgevel woonblok oost 5,0 47,6 47,6 47,6

14_C Zuidgevel woonblok oost 8,0 47,5 47,5 47,5

14_D Zuidgevel woonblok oost 11,0 47,2 47,2 47,2

KuiperCompagnons

Page 221: · PDF file1.1 Aanleiding en doel 1 1.2 Ligging plangebied 1 1.3 Voorgaand bestemmingsplan 2 1.4. Planvorm 2 1.5. Planproces 2 1.6 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Inleiding 3 2.2