0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden...

10
0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 1 / 10 Inleiding In opdracht van Gemeente Leiden heeft bureau Stadsnatuur Rotterdam in samenwerking met ecoFF een quick scan naar beschermde flora en fauna uitgevoerd op het geplande tracé van de RijnGouwelijn in de gemeente Leiden. De RijnGouwelijn is de geplande tramverbinding tussen Gouda, Leiden en de kust. Het wordt een belangrijke openbaar vervoerlijn in de regio. De aanleiding voor deze quick scan zijn geplande ruimtelijke ontwikkeling op en langs het tracé (hierna plangebied) en de eventuele gevolgen voor mogelijk aanwezige beschermde flora en fauna. Het plangebied is weergegeven in figuur 1. ecoFF heeft het veldonderzoek ten behoeve van deze quick scan op 6 november 2009 uitgevoerd. In deze notitie worden de uitkomsten gepresenteerd. In deze quick scan wordt antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvragen: Worden er binnen de begrenzing van het projectgebied beschermde (tabel 2) en/of strikt beschermde (tabel 3) soorten en/of vogels verwacht, en zo ja welke? Wat is de functie van de planlocatie voor eventueel verwachte (strikt) beschermde soorten en in welke mate komt de functie in het geding als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling? Is aanvullend soortgericht onderzoek noodzakelijk? Is een ontheffingsaanvraag van de Flora en faunawet noodzakelijk? Afbakening Ten behoeve van deze quick scan is het plangebied op basis van een veldbezoek onderzocht op de aanwezigheid van onder de Flora en faunawet beschermde flora en fauna. Deze flora en fauna is gecategoriseerd in de tabellen 2, 3 en omvat daarnaast de gehele soortgroep vogels. Er is een variatie in wettelijke consequentie en procedure voor de verschillende groepen. Meer informatie hierover is te vinden in de brochure Buiten aan het werk?, opgesteld door het ministerie van LNV. Indien de functie van het gebied voor beschermde flora en fauna in het geding komt geldt altijd dat er eisen ten aanzien van mitigatie worden gesteld, hetgeen inhoudt dat men schade aan het leefgebied van een soort zoveel mogelijk dient te beperken middels doelbewuste maatregelen. Het benoemen van specifieke mitigerende maatregelen valt buiten het kader van deze quick scan. Om te kunnen bepalen welk effect de aanleg van de RijnGouwelijn heeft op beschermde flora en fauna dienen de te nemen uitvoeringmaatregelen bekend te zijn. In deze quick scan is de aanname gedaan dat alles wat in het plangebied voorkomt verwijderd wordt, tenzij anders benoemd. Eveneens wordt in deze quick scan aangenomen, tenzij anders aangegeven, dat de invloedsfeer van de werkzaamheden beperkt is (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling van materialen en machines etc.). Notitie aan S. de Boer (Gemeente Leiden) van N. de Zwarte i.s.m. L. Boon (ecoFF) betreft quick scan RijnGouweLijn Leiden project 0546 datum 15 december 2009 uitgevoerd i.s.m. Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon: 010-436 42 22 fax: 010-436 43 99 e-mail: [email protected] www.bureaustadsnatuur.nl bezoekadres: Natuurhistorisch Museum Rotterdam - Westzeedijk 345 (Museumpark)

Transcript of 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden...

Page 1: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 1 / 10

Inleiding

In opdracht van Gemeente Leiden heeft bureau Stadsnatuur Rotterdam in samenwerking met ecoFF een

quick scan naar beschermde flora en fauna uitgevoerd op het geplande tracé van de RijnGouwelijn in de

gemeente Leiden. De RijnGouwelijn is de geplande tramverbinding tussen Gouda, Leiden en de kust. Het

wordt een belangrijke openbaar vervoerlijn in de regio.

De aanleiding voor deze quick scan zijn geplande ruimtelijke ontwikkeling op en langs het tracé (hierna

plangebied) en de eventuele gevolgen voor mogelijk aanwezige beschermde flora en fauna. Het plangebied

is weergegeven in figuur 1. ecoFF heeft het veldonderzoek ten behoeve van deze quick scan op 6 november

2009 uitgevoerd. In deze notitie worden de uitkomsten gepresenteerd.

In deze quick scan wordt antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvragen:

� Worden er binnen de begrenzing van het projectgebied beschermde (tabel 2) en/of strikt beschermde

(tabel 3) soorten en/of vogels verwacht, en zo ja welke?

� Wat is de functie van de planlocatie voor eventueel verwachte (strikt) beschermde soorten en in welke

mate komt de functie in het geding als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling?

� Is aanvullend soortgericht onderzoek noodzakelijk?

� Is een ontheffingsaanvraag van de Flora en faunawet noodzakelijk?

Afbakening

Ten behoeve van deze quick scan is het plangebied op basis van een veldbezoek onderzocht op de

aanwezigheid van onder de Flora en faunawet beschermde flora en fauna. Deze flora en fauna is

gecategoriseerd in de tabellen 2, 3 en omvat daarnaast de gehele soortgroep vogels. Er is een variatie in

wettelijke consequentie en procedure voor de verschillende groepen. Meer informatie hierover is te vinden in

de brochure Buiten aan het werk?, opgesteld door het ministerie van LNV. Indien de functie van het gebied

voor beschermde flora en fauna in het geding komt geldt altijd dat er eisen ten aanzien van mitigatie worden

gesteld, hetgeen inhoudt dat men schade aan het leefgebied van een soort zoveel mogelijk dient te

beperken middels doelbewuste maatregelen. Het benoemen van specifieke mitigerende maatregelen valt

buiten het kader van deze quick scan.

Om te kunnen bepalen welk effect de aanleg van de RijnGouwelijn heeft op beschermde flora en fauna

dienen de te nemen uitvoeringmaatregelen bekend te zijn. In deze quick scan is de aanname gedaan dat

alles wat in het plangebied voorkomt verwijderd wordt, tenzij anders benoemd. Eveneens wordt in deze

quick scan aangenomen, tenzij anders aangegeven, dat de invloedsfeer van de werkzaamheden beperkt is

(geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling van materialen en machines etc.).

Notitie

aan S. de Boer (Gemeente Leiden)

van N. de Zwarte i.s.m. L. Boon (ecoFF)

betreft quick scan RijnGouweLijn Leiden

project 0546

datum 15 december 2009

uitgevoerd

i.s.m.

Postbus 23452

3001 KL Rotterdam

telefoon: 010-436 42 22

fax: 010-436 43 99

e-mail: [email protected]

www.bureaustadsnatuur.nl

bezoekadres: Natuurhistorisch Museum

Rotterdam - Westzeedijk 345 (Museumpark)

Page 2: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 2 / 10

Het vaststellen van het gebiedsgebruik door diverse beschermde plantensoorten, vogels of vleermuizen, is

in november alleen te doen aan de hand van sporen en indirecte aanwijzigen, dit als gevolg van de

seizoensgebonden verschijning van de planten en dieren zelf. Standplaatsfactoren (bijv. voedselrijkdom

bodem) en ecologische kenmerken van het leefgebied geven wel een goede indicatie welke beschermde

soorten te verwachten zijn.

Figuur 1. Onderzoeksgebied trace Rijn-Gouwelijn; het grijze vlak vormt het oppervlak

van de gemeente Leiden en is tevens de grens van het onderzochte tracégebied.

Werkwijze

Op basis van de aangetroffen flora en fauna is bepaald of het aannemelijk is dat bij uitvoering van de

ruimtelijke ingreep de Flora en faunawet wordt overtreden. Extra aandacht is hierbij uitgegaan naar de

functionaliteit van het projectgebied voor beschermde flora en fauna. Deze functionaliteittoets is gebaseerd

op een visuele inspectie van het projectgebied als ook de directe omgeving (invloedsfeer). Hierbij wordt in

het bijzonder gekeken naar de waarde van het projectgebied voor beschermde flora en fauna en de effecten

die de ruimtelijke ontwikkeling hebben op deze functie. De functies die het projectgebied kan hebben voor

beschermde flora en fauna is met name vaste rust- en verblijfplaatsen (zoals winterverblijven,

kraamverblijven, broedplaatsen en paarverblijven), foerageergebied en vliegroute(s).

Tijdens het veldbezoek is gebruik gemaakt van een verrekijker, te weten een Swarovski EL 10x42.

Beschrijving projectgebied

Het projectgebied is in deze beschrijving opgedeeld in 6 deelgebieden van oost naar west. De resultaten,

conclusies en aanbevelingen worden eveneens beschreven op basis van deze indeling.

Het projectgebied omvat zowel stedelijk gebied als buitengebied.

Page 3: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 3 / 10

Deelgebied 1

Straten: Ingenieur G. Tjalmaweg, Plesmanlaan en Ehrenfestweg (zie figuur 2). In de middenberm van de

Ingenieur G. Tjalmaweg is een haag aanwezig van ca. 1,5 meter hoog). In de middenberm van de

Plesmanlaan staan parallel twee rijen abelen met een gemiddelde stamdiameter van ca. 50 cm. Deze rij

vormt een lintvormig element. In dit deelgebied is open water aanwezig en bestaan de bermen uit intensief

beheerd gras. Het geplande tracé loopt langs Ehrenfestweg door een boomgroep met onderbegroeiing.

Eveneens loopt het tracé langs de bebouwing van het Universitair Sportcentrum.

Figuur 2. Deelgebied 1.

Page 4: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 4 / 10

Deelgebied 2

Straten: Einsteinweg, Trambaan, Zernikedreef, Sandifortdreef, Albinusdreef en Bargelaan (zie figuur 3).

Het geplande tracé loopt langs de Sandifortdreef door een strook van kruiden, struiken en bomen. Het tracé

langs de Albinusdreef en Bargelaan is stedelijk gebied zonder potentie voor beschermde flora en fauna.

Figuur 3. Deelgebied 2

Deelgebied 3

Straten: Stationsplein, Schuttersveld, Molenwerf, Lammermarkt en Langegracht (zie figuur 4).

Langs de Langegracht staan bomen (Platanen) in rij. De rest van het tracé loopt door stedelijk gebied

waarvan de kans zeer klein wordt geacht dat het een functie vervult als leefgebied voor beschermde flora en

fauna.

Figuur 4. Deelgebied 3.

Page 5: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 5 / 10

Deelgebied 4

Straten: Klokpoort, Hooigracht, Sint Jorissteeg en Geregracht (zie figuur 5). Langs de Hooigracht staan

Platanen. Op de hoek Sint Jorissteeg/Levendaal staat een gebouw dat zeer kansrijk is als vaste rust- en

verblijfplaats voor vleermuizen. De overige gebouwen langs dit tracé (Hooigracht) zijn mogelijk geschikt als

vaste rust- en verblijfplaats voor Gierzwaluw.

Figuur 5. Deelgebied 4.

Deelgebied 5

Straten: Lammenschansweg, Lammenschanspark en parallel langs spoor ter hoogte van Kanaalpark (zie

figuur 6). Langs de Lammenschansweg staan solitaire bomen in een rij. Ter hoogte van de Zeemanlaan is

een boomgroep met heesters en onderbegroeiing aanwezig. Vanaf het Lammenschanspark loopt het tracé

ten zuiden van het station Lammenschans, ten zuiden van de nieuwbouw van het ROC en vervolgens met

een scherpe bocht naar het bestaande spoor richting Alphen aan den Rijn. Het tracé loopt parallel aan het

bestaande spoor richting de Leidse gemeentegrens.

Parallel langs spoor ligt voedselrijke sloot. Hier is tevens een bomensingel met onderbegroeiing.

Page 6: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 6 / 10

Figuur 6. Deelgebied 5.

Deelgebied 6

Straten: parallel langs spoor ter hoogte van Boerenpad en parallel langs spoor ter hoogte van Grote

polderpad (zie figuur 7). Het tracé gaat door een brede en langgerekte boomsingel met onderbegroeiing

parallel langs spoor. Direct ten oosten van de A4 valt het tracé niet meer onder de gemeente Leiden maar

Zoeterwoude. Hier is gevarieerd groen aanwezig (open water, riet, ruigte en agrarische percelen).

Figuur 7. Deelgebied 6.

Weersomstandigheden

Gedurende het veldbezoek was het ca. 8 °C, viel er geen neerslag en stond er nauwelijks wind. De

weersomstandigheden waren voor dit onderzoek dan ook goed. Bron: http://www.knmi.nl/.

Page 7: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 7 / 10

Resultaten

Algemeen

Het plangebied is zeer divers qua ecologische structuur. Beeldbepalend in dit opzicht zijn open water,

kruidenvegetaties, slootkanten en bosplantsoen. Gezien de huidige gesteldheid van het projectgebied is de

kans zeer groot (tot zeker) dat op diverse plaatsen vogels tot broeden komen. Omdat alle broedende vogels

strikte bescherming genieten krachtens de Flora en faunawet kunnen op bepaalde plaatsen geen

werkzaamheden plaats vinden tussen 1 maart en 15 augustus zodra is gebleken dat daar broedende vogels

voorkomen.

Het is wel mogelijk om preventief maatregelen te treffen die de vestiging van broedende vogels voorkomen.

Deze maatregelen bestaan uit het verwijderen van de opslag van bomen, struweel en overige begroeiing

voorafgaand aan het broedseizoen of hierna. Deze maatregelen volstaan alleen voor vogelsoorten die niet

jaarrond beschermd zijn. Indien van toepassing wordt hieronder verder ingegaan op de aanwezigheid en

consequenties van vogels, waaronder met name de jaarrond1 beschermde. In de hierna volgende

resultaatbeschrijving wordt aangegeven waar er een grote kans is op broedende vogels.

Deelgebied 1

De rij abelen langs de Plesmanlaan vormt een lintvormig element. Lintvormige elementen worden door

vleermuizen (tabel 3-soort van de Flora- en faunawet) gebruikt als vliegroute en foerageerplek. Vaste rust-

en verblijfplaatsen van vleermuizen worden hier niet verwacht. Indien deze rij gekapt wordt is er geen direct

alternatief aanwezig. De populierenrij langs het sportpark vormt weliswaar een lint maar staat te veel in

schijnwerpers van het sportpark. Eveneens is de vraag hoelang deze populierenrij nog blijft staan, gezien de

vitaliteit van de bomen. Hier is aanvullend onderzoek nodig naar het gebruik van vleermuizen.

Het geplande tracé loopt langs Ehrenfestweg door een boomgroep met onderbegroeiing. Eveneens loopt het

tracé langs bebouwing (Universitair Sportcentrum). Zowel het gebouw als de boomgroep kan een functie

vervullen voor met name vogels en zowel gebouw- als boombewonende vleermuizen. Aanvullend onderzoek

is hierdoor nodig om duidelijkheid te krijgen welk effect de ingreep heeft op vogels (tabel 3-soort) en

vleermuizen. De boomgroep wordt eveneens vrijwel zeker gebruikt door broedvogels.

Indien er jaarrond beschermde vogels en/of vleermuizen aangetroffen worden, (in de praktijk waarschijnlijk:

Sperwer, Buizerd, Boomvalk of Ransuil) zijn er twee opties:

1. Door treffen van mitigerende maatregelen is er geen negatief effect op eventueel aanwezige vogels en/of

vleermuizen. Werkzaamheden kunnen zonder verstoring van beschermde rust- of verblijfplaatsen doorgang

vinden.

2. Het effect van de ingreep is dermate ongunstig voor de instandhouding van een soort dat een Flora- en

faunawetontheffing aangevraagd dient te worden.

In dit deelgebied is ook open water aanwezig. De kans op het aantreffen van beschermde watergebonden

flora en fauna is niet aanwezig. Dit water is troebel en (zeer) voedselrijk.

In het overige deelgebied 1 wordt geen beschermde flora of fauna verwacht; werkzaamheden zullen naar

verwachting niet leiden tot problemen in verband met de Flora- en faunawet.

1 Het betreft hier de jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen van de vogelsoorten Boomvalk, Buizerd, Gierzwaluw, Grote gele kwikstaart, Havik, Huismus,

Kerkuil, Oehoe, Ooievaar, Ransuil, Roek, Slechtvalk, Sperwer, Steenuil, Wespendief en Zwarte wouw.

Page 8: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 8 / 10

Deelgebied 2

De kans is groot dat door de aanleg van het tracé langs de Sandifortdreef het broedgebied van diverse

vogelsoorten vernietigd wordt. Het gaat hier met name om broedgebied van zangvogels. Zie verder kopje

‘Algemeen’ onder ‘Resultaten’.

Langs de Trambaan is in 2005 de Rietorchis aangetroffen. Ter hoogte van deze locatie is toen eveneens de

Kleine modderkruiper gevonden (Brekelmans & Epe 2005). Op basis van de situatie in 2009 mag worden

aangenomen dat beide soorten hier nog steeds voorkomen. De Trambaan staat floristisch gezien bekend als

een van de meest diverse plekken in Leiden. Daarnaast herbergt de rietvegetatie vrijwel zeker broedvogels

als Kleine karekiet.

In het overige deelgebied 2 wordt geen beschermde flora of fauna verwacht; werkzaamheden zullen naar

verwachting niet leiden tot problemen in verband met de Flora- en faunawet.

Deelgebied 3

Door de aanwezigheid van platanen langs de Langegracht is de kans aanwezig dat hier vleermuizen

foerageren. Het effect van het verwijderen van deze platanen (worden deze verwijderd?) op het

foerageergebied van vleermuizen dient bepaald te worden op basis van aanvullend vleermuisonderzoek.

Ter hoogte van de Tweelingstraat is een eksternest aangetroffen. De Ekster is geen jaarrond beschermde

soort en dit nest zal op deze locatie geen functie kunnen vervullen voor wel jaarrond beschermde vogels. Zie

verder kopje ‘Algemeen’ onder ‘Resultaten’.

In het overige deelgebied 3 wordt geen beschermde flora of fauna verwacht; werkzaamheden zullen naar

verwachting niet leiden tot problemen in verband met de Flora- en faunawet.

Deelgebied 4

Langs de Hooigracht staan Platanen welke mogelijk een foerageergebied vormen van vleermuizen. Het

gebouw op straathoek Sint Jorissteeg/Levendaal is zeer kansrijk als vaste rust- en verblijfplaats van

vleermuizen. Op deze beide locaties is noodzakelijk te weten welke werkzaamheden hier uitgevoerd zullen

worden en of er daadwerkelijk vleermuizen aanwezig zijn (aanvullend onderzoek is nodig).

Eveneens zijn de gebouwen langs de Hooigracht mogelijk een nestplaats voor Gierzwaluw (de vaste rust- en

verblijfplaatsen van deze vogel zijn jaarrond beschermd). Door duidelijkheid te krijgen over het type

werkzaamheden kan aangegeven worden of deze gebouwen binnen de invloedsfeer van de

werkzaamheden liggen en welk effect de ingreep heeft. Aanvullend onderzoek naar het voorkomen van

Gierzwaluw is nodig. Bepaald dient te worden of bijvoorbeeld de aanvliegroute naar het nest tijdelijk in het

geding komt.

In het overige deelgebied 4 wordt geen beschermde flora of fauna verwacht en hoeven in dit verband geen

specifieke maatregelen te worden getroffen.

Deelgebied 5

Langs de Lammenschansweg staat een solitaire bomen in rij. Indien deze bomen gekapt worden kan dit een

effect hebben op het foerageergebied van vleermuizen. Aanvullend onderzoek is nodig.

Ter hoogte van de Zeemanlaan staat een boomgroep met heesters en onderbegroeiing. Hier is een kans op

aantreffen van broedende vogels en foeragerende vleermuizen. Zie hiervoor verder kopje ‘Algemeen’ onder

‘Resultaten’.

Parallel langs het spoor is een boomsingel met onderbegroeiing aanwezig. Deze singel heeft mogelijk een

functie voor jaarrond beschermde vogels en vleermuizen. Aanvullend onderzoek is nodig. De singel vormt

zeker een broedgebied voor broedvogels. Zie verder kopje ‘Algemeen’ onder ‘Resultaten’.

Langs de noordkant van spoor ter hoogte van het Kanaalpark is in 2005 Daslook aangetroffen (Brekelmans

& Epe 2005). Gezien de standvastigheid van deze soort is het vrijwel zeker dat deze soort hier in 2009 nog

aanwezig was.

In het overige deelgebied 5 wordt geen beschermde flora en fauna verwacht en zijn specifieke maatregelen

of aanvullend onderzoek niet nodig.

Page 9: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 9 / 10

Deelgebied 6

In dit deelgebied is een brede en langgerekte boomsingel met onderbegroeiing parallel langs het spoor

aanwezig. Deze singel heeft mogelijk een functie voor jaarrond beschermde vogels en vleermuizen.

Aanvullend onderzoek is nodig. De singel vormt zeker een broedgebied voor broedvogels. Zie in dit verband

de informatie ‘Algemeen’ onder ‘Resultaten’. Als de singel gekapt wordt dient aanvullend

broedvogelonderzoek uitgevoerd te worden naar in het bijzonder: Boomkruiper, Bosuil, Ekster, Groene

specht, Grote bonte specht, Koolmees, Pimpelmees, Spreeuw en Zwarte kraai. Nesten van deze soorten in

dit deelgebied zijn onder bepaalde omstandigheden jaarrond beschermd.

In het overige deelgebied 6 wordt geen beschermde flora of fauna verwacht en hoeven in dit verband geen

specifieke maatregelen te worden getroffen.

Page 10: 0546 - notitie quick scan RijnGouweLijn Leiden DEFINITIEFro.leiden.nl/planproces/planproces/pilotplannen/NL.IMRO.0546.BP00… · (geluidshinder, hoogopgaande en langdurige stalling

0546 – notitie quick scan RijnGouweLijn bSR ecologisch advies 10 / 10

Conclusies & aanbevelingen

� Het volledige plangebied is onderzocht op het voorkomen van beschermde flora en fauna. Diverse delen

van het tracégebied dienen in de voor deze soortgroepen meest geschikte periode te worden onderzocht

op vogels, vleermuizen en flora. Concreet betekent dit dat aanvullend veldwerk dient plaats te vinden in de

periode maart-oktober.

� Voor de aanleg van de RijnGouwelijn dient gewerkt te worden conform de op 17 november 2006

vastgestelde Gedragscode voor ruimtelijke ontwikkelingen in Leiden. De goedkeuring van deze

Gedragscode is door het Ministerie van LNV verlengd tot 1 januari 2012.

� Het Stadsnatuurmeetnet Leiden loopt al geruime tijd. Dit meetnet geeft door gericht veldonderzoek inzicht

in het voorkomen van flora en fauna in de gemeente Leiden. Het verdient de aanbeveling deze

verzamelde data te koppelen aan het geplande tracé van de RijnGouwelijn zodat de wettelijke effecten

bepaald kunnen worden.

� Het verdient de aanbeveling in het ontwerp van de RijnGouwelijn rekening te houden met de huidige

functies van het plangebied en in het bijzonder leefgebied dat verdwijnt. In het bijzonder dienen bomen,

heesters en een natuurlijk kruidenlaag terug te komen in de nieuwe situatie ten behoeve van behoud van

leefgebied voor vogels en vleermuizen.

Tabel 1 geeft de conclusies en aanbevelingen samengevat weer naar aanleiding van deze quick scan. Op

basis van deze aanvullende soortgerichte onderzoeken kan bepaald worden wat de functie is van elk

deelgebied voor de betreffende soortgroep en in welke mate. Hieruit kunnen vervolgens gerichte

maatregelen/acties benoemd worden in het kader van de Flora en faunawet.

Tabel 1. Conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van quick scan RijnGouwelijn.

deelgebied locatie soortgroep onderzoek nodig naar (functie) wanneer

1 Plesmanlaan vleermuizen foerageergebied en vliegroute mei-okt 2010

1 Ehrenfestweg vleermuizen vaste rust- en verblijfplaatsen en foerageergebied mei-okt 2010

1 Ehrenfestweg vogels jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen maart-juli 2010

2 Trambaan vissen beschermde vissoorten (met name Kleine modderkruiper) maart-april 2010

2 Trambaan flora Rietorchis juni 2010

3 Langgracht vleermuizen foerageergebied mei-okt 2010

4 Hooigracht vleermuizen vaste rust- en verblijfplaatsen en foerageergebied mei-okt 2010

4 Hooigracht vogels jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen Gierzwaluw maart-juli 2010

5 Lammenschansweg vleermuizen foerageergebied mei-okt 2010

5 Spoor Kanaalpark vleermuizen vaste rust- en verblijfplaatsen en foerageergebied mei-okt 2010

5 Spoor Kanaalpark vogels jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen maart-juli 2010

5 Spoor Kanaalpark flora langs noordkant voor Daslook juni 2010

6 Boomsingel langs

spoor vleermuizen vaste rust- en verblijfplaatsen en foerageergebied mei-okt 2010

6 Boomsingel langs

spoor vogels

jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen en soortgericht

broedvogelonderzoek maart-juli 2010

Literatuur

Brekelmans, F.L.A. & M.J. Epe. 2005. Flora en Fauna RijnGouweLijn. bSR-rapport 50. bSR ecologisch advies, Rotterdam

Kaartmateriaal

Google Earth / EcoFF

© bSR ecologisch advies, Postbus 23452, 3001 KL Rotterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. bSR kan door opdrachtgever niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit gebruik van data of gegevens of door toepassing van aanbevelingen en conclusies, die zijn opgenomen in deze rapportage.