Aanelkaar of aan elkaar

5
Aanelkaar of aan elkaar? En welke regels zijn er nou voor de ‘tussenletters’?

Transcript of Aanelkaar of aan elkaar

Page 1: Aanelkaar of aan elkaar

Aanelkaar of aan elkaar?

En welke regels zijn er nou voor de ‘tussenletters’?

Page 2: Aanelkaar of aan elkaar

Algemeen

• ‘Samengestelde’ woorden in het Nederlands zoveel mogelijk aan elkaar schrijven.

• Ontwikkeling en samenwerking: ontwikkelingssamenwerking

• Fiets en stalling: fietsenstalling

• Kom je in de knoei met uitspraak? -> -

• Mee-eter, achttiende-eeuws, villa-achtig

Page 3: Aanelkaar of aan elkaar

Wat moet er tussen?

• Bestaat het woord uit twee of meer zelfstandig naamwoorden?

• Eindigt het meervoud van het eerste woord een meervoud op een n?

• Boekenkast, stoelendans

• Heeft het eerste woord twee meervoudsvormen, of eindigt meervoud op een s? -> geen n

• Ziektebeeld, gedachtegang, groentesoep

Page 4: Aanelkaar of aan elkaar

Uitzonderingen

• Eerste woord is een werkwoord: geen tussen-n: wiegelied, spinnewiel

• Eerste woord eindigt al op een –n: gewoon laten staan: keukenraam, havenmeester (meervoud van beide woorden heeft een s)

• Eerste deel van samenstelling verwijst naar persoon of zaak die uniek is, geen –n: zonneschijn, Koninginnedag

Page 5: Aanelkaar of aan elkaar

Uitzonderingen (vervolg)

• Eerste deel is bijvoeglijk naamwoord met versterkende werking, geen –n: beregoed, reuzegezellig

• ‘Versteende’ uitdrukkingen: apezuur, nachtegaal, bruidegom, elleboog