A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

56
2 0 1 2 - 2 0 1 6 1STE LUSTRUM ERFGOED RUIMTE &

description

 

Transcript of A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

Page 1: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

2 0 1 2 - 2 0 1 6

1STE LUSTRUM ERFGOED

RUIMTE&

Page 2: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

E & R H U

GEBIEDSVISIES ERFGOED & RUIMTE2012Scholtengoed Hijink, WinterswijkJoyce Ras, Pamela Rusman, Lotte ZaaijerVlietzone Zuid, Den HaagHelmie Kanters, Rowin van der Leeden, Bojana Mihailovic, Bram SasStationsgebied - Klooster, HoogeveenGert Laninga, Jouke Schat, Bernard Stikfort

2012 - 2013Oudorperpolder - zeswielen, AlkmaarPeter Fakkeldij, Josephine van der Klauw, Irene Mulder, Henk de VisserMilitair Luchtvaartterrein Deelen, ArnhemAafke Kylstra, Anke de Ridder, Wim van der WulpVeghel Noord, VeghelMark van den Broek, Fra Jurgens, Nicole Scharp, Lex Westerhuis

2013-2014Marineterrein Amsterdam, AmsterdamMajolein Overmeer, Stefanie Bijlmakers, Gren MolenkampBergstoep, BergambachtValesca van den Bergh, Carola Killian, Karel Tutein NoltheniusVeemarktterein, ZwolleAnnemiek van der Made, Ron Moers, Anne-Louise Sherriff

2014 - 2015Bedrijventerrein ’t Zand, ‘s-HertogenboschAnnalies de Graaf, Reint de Jager, Fred van der Kort, Joost ScharenborgVan der Pekbuurt, AmsterdamBernice Bex, Ester Coenen, Jan Drijfhout

2015 - 2016Kromme Gouwe, GoudaPeter van Cappellen, Maarten Koppen, Christian Lubbinge, Ferry BockFort Isabella, ‘s-HertogenboschIvo Scheffers, Jan-Willem van Zoelen, Suzanne ter Harmsel

Page 3: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

2 0 1 2 - 2 0 1 6

VOORWOORDTer gelegenheid van de vijfde uitvoering van de Post-hbo opleiding Erfgoed & Ruimte is dit boekwerkje uitgegeven. Het eerste lustrum is hiermee een feit en geeft ons het vertrouwen de opleiding verder uit te bouwen naar de toekomst. In een kleine vijf jaar tijd zijn er in multidisciplinaire groe-pen verschillende gebiedsvisies gemaakt. Allemaal be-staande gebieden in Nederland met elk zijn eigen verhaal en authenciteit. Elke student heeft vanuit zijn of haar achtergrond bijge-dragen tot de totstandkoming van een gebiedsvisie. Dit geeft interressante discussies en inzichten. Juist dit willen wij bevorden en past bij de nieuwe manier van werken. Co-creatie, verbinden, versterken en verbeteren. Dit boekje is een mooie weergave van een rijke oogst aan zeer uiteenlopende gebiedsvisies. Hiermee willen we anderen laten zien wat deze opleiding brengt en hen aansporen om net als al die mensen die de afgelopen vijf jaar hebben deelgenomen eveneens deel te nemen aan een toekomstige editie.

Chris van Eunen, Teamleider Bouw, Ruimte & Infrajuni 2016

Page 4: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

SCHOLTENGOED HIJINK

HET GEBIED: SCHOLTENGOED HIJINK

Cultuurhistorie als basis voor herontwikkeling van scholtengoederen in Winterswijk.Ongeveer zes kilometer ten zuiden van Winterswijk treft men scholtengoed Hijink aan. Het landgoedachtige boe-renland van Hijink ligt prominent aan een uitvalsweg van Winterswijk. Het buurtschap Woold, waar scholtengoed Hijink deel van uitmaakt is een oud hoevelandschap. De vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied staan echter onder druk. Oorzaken zijn:• De primaire productie van land- en tuinbouw heeft een steeds kleiner aandeel in de regionale economie. • De kwaliteit van de natuur staat onder druk door zowel versnippering van ecologische verbanden als door de milieukwaliteit van bodem en water.• De vitaliteit van het landelijk gebied staat onder druk door ‘ontgroening’. Daarnaast neemt de betekenis van de vrijetijdseconomie toe. Door de ecologische hoofdstructuur te realiseren, wordt ingezet op verbetering van de noodzakelijke milieu en waterkwaliteit voor de beoogde natuurdoelen.Om de bovenstaande bedreigingen te lijf te gaan en om te buigen in kansen is het van belang om het gebied te begrijpen. Het scholtenlandschap heeft vanwege zijn betekenis voor het agrarisch landschap een cultuurhis-torische betekenis. Het erf van Hijink en de gebouwen drukken qua materiaal en opbouw het verleden uit.

Page 5: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

VISIE IN HET KORT

Een goede ruimtelijke analyse van de gelaagdheid van het landschap ligt aan de basis van de op te stellen ge-biedsvisie. Een interne en externe waardestelling vinden plaats.Drie ontwikkelingsscenario’s worden uitgewerkt die ver-trekken vanuit verschillende uitgangspunten: consolidatie, krimp en uitbreiding.

CONSOLIDATIECultuurhistorische waarden: het landschap met de erven wordt behouden. De erven en bebouwing zullen echter door functieverandering geheel anders gebruikt worden.• Belevingswaarde: door de verdichting van het paden-netwerk zal het landschap beter beleefd worden. Publie-ke functies vragen echter ook veel parkeergelegenheid. De vraag is waar dit ondergebracht kan worden zonder dat het de belevingswaarde aantast. • Gebruikswaarde: De erven zullen intensiever gebruikt worden. De landbouwgrond zal naast de agrarische functie tevens benut worden voor een nieuwe activiteit: recreatie.• Toekomstwaarde: de slagingskans van deze variant hangt af van één speler/ eigenaar of een convenant tus-sen meerdere partijen. Als het niet slaagt en de eigenaar trekt zich terug zal het concept onrendabel zijn waardoor er ineens veel leegstand zijn.

Page 6: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

SCHOLTENGOED HIJINK

KRIMP• Cultuurhistorische waarden: landschap en erven ade-men het scholtenlandschap van eind 19e eeuw uit.• Belevingswaarde: door de aanleg van een pad evenwi-jdig aan de Hijinkhoekweg ervaart de wandelaar de rust en het verscheidenheid van het scholtenlandschap. • Gebruikswaarde: De erven zijn in particulier gebruik. De essen zijn voor de landbouw extensief in gebruik.• Toekomstwaarde: er zijn verschillende spelers in het veld, namelijk Stichting Gelders Landschap als eigenaar en beheerder van de natuurpercelen, bewoners van de drie erven, agrariër(s) en pachter(s) van de essen. De slagingskans hangt af van de exploitatiemogelijkheden voor het beheer van de natuur- en landbouwgronden. De slagingskans voor het natuurlandschap wordt vergroot door het vigerend beleid tot natuur- en landschapsontwik-keling.

UITBREIDENCultuurhistorische waarde: het kleinschalige landschap en de diversiteit daarbinnen blijft behouden. Het schol-tengoederenlandschap wordt versterkt: het contrast in verschijningsvorm tussen scholtenboerderij Hijink (villa) en de pachtboerderijen (kleiner van formaat) kan zelfs worden vergroot. • Belevingswaarde: de belevingswaarde van het gebied is al groot, maar wordt nog te weinig uitgebuit. Door het netwerk van paden te vergroten wordt het landschap

Page 7: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Joyce Ras Bouwtechnisch medewerker Monu- menten, Gemeente Winterswijk

Pamela Rusman Beleidsmedewerker groen/adviseur ruimtelijke projecten, Gemeente Bussum

Lotte Zaaijer Architect, PR-medewerker/onder- zoek, Architecten van Mourik

meer beleefbaar voor bewoners en recreanten.• Gebruikswaarde: de gebruikswaarde neemt in deze variant toe. Het landschap wordt intensiever gebruikt en door meerdere gebruikers: boeren, bewoners en recre-anten. Om te voorkomen dat boeren te kleine percelen overhouden zouden zij grond percelen moeten ruilen om grotere aaneengesloten stukken te krijgen. • Toekomstwaarde: het aantal kleinschalige boerenbed-rijven neemt af in het gebied, de bevolking krimpt in de Achterhoek, wel wordt recreatie als nieuwe kans voor het gebied gezien. In dit concept wordt landbouw met partic-uliere bewoning gecombineerd.

De projectgroep komt met aanbevelingen voor een pro-ces: van leegstand naar hergebruik, dat toepasbaar is voor meerdere scholtengoederen.

Page 8: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VLIETZONE ZUID

HET GEBIED: VLIETZONE ZUID

De Vlietzone is het gebied binnen de gemeentegrenzen van Den Haag, dat tussen de in de middeleeuwen gegra-ven Vliet en de snelweg A4 is gelegen. Het is een van de weinige overgebleven groene gebieden in de omgeving en een essentieel onderdeel van de ecologische hoofd-structuur.

De Vlietzone ligt aan de zuidoever van de Vliet, een oud veenontginningsgebied met kenmerkende strokenverka-veling. Aan de Vlietoevers zijn vanaf de 17e eeuw diverse landgoederen en buitenhuizen aangelegd. De afwisseling van open stroken weidelandschap en buitenplaatsen met dichtbegroeide tuinen maakt de Vlietzone zeer bijzonder. Latere invullingen van het gebied, met onder meer een golfterrein, volkstuinen, het pretpark Drievliet, een woon-wijk (Leeuwenbergh) en een bedrijventerrein hebben in verschillende mate hun weerslag op de kwaliteit van het gebied.

Voor het gebied bestaan uiteenlopende toekomstvisies. De gemeente het gewest wilden kantorencomplexen. De Provincie heeft de landschappelijke structuren, cultuur-historische gelaagdheid, ecologische potenties onder-zocht. In de provinciale structuurvisie is vastgelegd dat de Vlietzone tussen Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk zo groen mogelijk moet blijven.

Maar de gemeente Den Haag heeft de aanleg voorzien van de Rotterdamsebaan tussen het knooppunt Ypenburg en de Haagse binnenstad. De aanleg van deze nieuwe weg met een deels ondergrondse tracé, tunnelmond en een bovengronds tracé betekent een flinke ingreep in het zuidelijk deel van de Vlietzone. De inpassing in het open landschap en de geringe afstand tot rijksmonumentale buitenplaatsen is aanleiding geweest voor het opstellen van de gebiedsvisie.

Page 9: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 10: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VLIETZONE ZUID

VISIE IN HET KORT

De Vlietzone-Zuid was ooit een deel van de westelijke flank van een groot poldergebied. Nu is het een relatief open gebied in een overwegend stedelijk gebied. In het gebied zijn karakteristieken terug te vinden die tezamen het verhaal van het gebied vertellen: de buitenplaatsen van weleer, het slagenlandschap van de veenontginnin-gen, Drievliet en de Vliet zelf. De onverwachte doorkijken, afwisseling in programma’s, schaal en maat maken de Vlietzone tot een uniek en spannend gebied. Het gebied heeft echter geen samenhangende identiteit. De inrich-ting en het gebruik zorgen ook voor een wat rommelige aanblik. De intrinsieke kwaliteit van het gebied is moeilijk te ervaren, zeker wanneer de bezoeker het verhaal van het gebied niet kent. Dat verhaal is al snel te verbinden aan de Vliet. Of het nu gaat om ontginningen en gebruik door boeren, of om infrastructuur, om vermaak in herber-gen en uitspanningen, of om een vestigingsplaats voor een buitenplaats of bedrijf: de rol van het kanaal bleef eeuwenlang onveranderd. Enkele decennia geleden pas nam het economische aspect van de Vliet af. Er heeft sindsdien een omslag plaatsgevonden in gebruik en in beleving van de Vliet: de nadruk ligt nu meer op recreatie en ruimtelijke kwaliteit. Voor de Vlietzone-Zuid kan in die twee thema’s de opga-ve én de kracht voor de toekomst worden gevonden.

Page 11: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Helmie Kanters Makelaar, Cato makelaars

Rowin van der Leeden Onderzoeker & Adviseur Cultuurhistorie, Flexus AWC

Bojana Mihailovic Vergunningverlener, Gemeente Leidschendam-Voorburg

Bram Sas Beleidsmedewerker Erfgoed & Cultuur, Gemeente Noordwijk

Aansluiting op bestaande kwaliteiten en structuren dient hierbij het uitgangspunt te zijn. Er is bijvoorbeeld in de buitenplaatsen voldoende kwaliteit aanwezig die niet voor bezoekers te beleven is. De gewenste ontwikkeling is niet de vorming van een tweede of zelfs derde Drievliet, maar dat de buitenplaatsen uit het verleden ook in het heden een betekenis krijgen voor het gebied, voor de bewoners daarvan en voor de passant. Openstelling en kwaliteitsverbetering van het groen kunnen hiervoor van grote betekenis zijn. Zowel de openheid als het contrast met de gesloten parkbossen van de buitenplaatsen moet eerder nog vergroot worden, omdat met een aantasting van de openheid de diepte van de kavels verloren gaat en een kritische grens tussen ontwikkeld en onontwikkeld overschreden dreigt te worden. Gelet op de onzekere toekomst van het gebied zou ruimte kunnen worden geb-oden aan voorlopige, omkeerbare programma’s waarvoor in het gebied en daaromheen draagvlak bestaat. Naast het bijdragen aan openheid kunnen programma’s ook ingezet worden om het gebied een bovenlokale, groene betekenis en verankering te geven ten behoeve van omringend stedelijk gebied. De sleutel hiervan is gelegen in recreatie, zowel binnen het gebied, als in verbonden-heid met de noordelijke delen van de Vlietzone, maar ook richting Den Haag-Ypenburg, en langs de Vliet naar alle windstreken.

Page 12: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

STATIONSGEBIED & KLOOSTER

HET GEBIED: HOOGEVEEN, STATIONSGEBIED & KLOOSTER

Het studiegebied, ongeveer 60 hectare, bevat een ste-delijk en landelijk gedeelte, gescheiden door de spoorlijn Zwolle - Groningen.In het gebied hebben zich vanaf jaren ‘70 van de vorige eeuw tot het begin van deze eeuw, geen grote verande-ringen voorgedaan. Dit blijkt uit de aanwezige structuren en bebouwing. Ook uit de overwegend consoliderende bestemmingsplannen blijkt dat er geen grote ontwikkelin-gen hebben plaatsgevonden. De belangrijkste en meest ingrijpende ontwikkeling heeft zich vanaf de eeuwwisseling voorgedaan in het Stations-gebied. Een van de deelplannen is de Oostenrijksebuurt’, een ander deelplan Mauritsplein betreft het realiseren van een appartementengebouw. Voor een aantal initiatieven en plannen die de gemeente wil uitvoeren zijn nieuwe bestemmingsplannen in voorbereiding.Na een periode van betrekkelijke rust kunnen voor de komende periode enkele nieuwe ontwikkelingen wor-den verwacht. Uit de Woonvisie 2008 van de gemeente Hoogeveen is gebleken dat er veel animo is voor het wonen in het stadscentrum. Door het mogelijk maken van nieuwe bouwlocaties wil de gemeente aan deze wens tegemoet komen. Ook hiervoor zijn nieuwe bestemmings-plannen in voorbereiding.

Page 13: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 14: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

STATIONSGEBIED KLOOSTER

VISIE IN HET KORT

In de analyse zijn voor het gehele gebied alle cultuurhis-torische waarden in kaart gebracht. Per deelgebied zijn sterke en zwakke punten geïnventariseerd; voor ieder gebied zijn mogelijkheden en kansen benoemd. Vooraf-gaand aan het opstellen van de visie zijn voor de diverse onderdelen van het gebied uiteenlopende inspiratiebron-nen geïnventariseerd.

Page 15: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

De aanwezige stedenbouwkundige structuur laat een grote variatie zien. Door bestaande waardevolle bebou-wing te versterken en open ruimtes in te vullen, buffer-zones te creëren tussen wonen en werken en storende bebouwing weg te nemen zal de beeldkwaliteit toene-men. Door landmarks te benoemen en zelfs te creëren wordt de identiteit van de verschillende gebieden verst-erkt. Het zal de belevingswaarde, vastgoedwaarde en economische waarde van het totale gebied vergroten.

Verrassend veel van het authentieke Hoogeveen is bewaard gebleven; maar ook recente ontwikkelingen zijn van cultuurhistorisch belang. Voorbeeld zijn het Jannes van der Sleedencomplex, de katholieke kerk aan de Blan-kenslaan-Oost maar ook het nieuwe stationscomplex. Verborgen schatten (zoals de ‘bunker’ achter het station) verdienen aandacht. Enkele elementen in het gebied zijn met name vanuit cultuurhistorische oogpunt bepalend voor de belevingswaarde. Soms rechtvaardigt dit een reparatie van een ingreep uit het verleden.

Hergebruik past in een stad waar duurzame ontwikke-lingen voorop staan. Maar (her-) gebruik heeft ook zijn toepassingsmogelijkheden op de openbare ruimte. Ook hier biedt de gebiedsvisie voldoende inspiratie die een nader onderzoek waard is.

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Gert Laninga Vergunningverlener, Gemeente Hoogeveen Jouke Schat Beleidsmedewerker Erfgoed, Gemeente de Wolden

Bernard Stikfort Beleidscoördinator Erfgoed & Cul- tuurhistorie, Gemeente Westerveld

Page 16: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

OUDORPERPOLDER - ZESWIELEN

HET GEBIED: OUDORPERPOLDER - ZESWIELEN

Het studiegebied ligt in de gemeente Alkmaar ten noord-oosten van de historische kern van de stad. Het is een open en grotendeels nog onbebouwd gebied dat aan alle zijden is omringd door bebouwing. Aan de noordzijde bevindt zich de spoorlijn Alkmaar-Hoorn en het station Alkmaar Noord. Ten noorden daarvan bevindt zich een groot uitleggebied van Alkmaar van na de 2e Wereldoor-log. Ten noordoosten liggen de kernen Sint Pancras en Heerhugowaard. Ten zuidoosten ligt de oude kern van Oudorp. Oudorp was lang een zelfstandige gemeente, maar is bij de gemeentelijke herindeling van 1 oktober 1972 bij Alkmaar gevoegd. Verder in zuidoostelijke rich-ting ligt het open landbouwgebied van de droogmakerij Schermer.

Het gebied ligt ten noorden en zuiden van de Hoorn-sevaart tussen de Zeswielenbrug en de Halvemaansbrug. Het plangebied is onderdeel van het stedelijk gebied van de gemeente Alkmaar, maar heeft gedeeltelijk (nog) een landelijke verschijningsvorm. Door een aantal ontwikke-lingen heeft het gebied een amorf karakter gekregen met weinig samenhangende stedenbouwkundige structuur.

Het wordt gekenmerkt door hoge cultuurhistorische waarden zoals de Westfriese Omringdijk, de molens langs de Hoornsevaart en de archeologische monument-en van twee verwoeste dwangburchten. Vanuit het ruim-telijk beleid van de gemeente Alkmaar zijn verschillende claims op het gebied -ontsluitingsweg, sportvelden, woningen- geformuleerd. Er is nog geen uitgewerkt plankader of integrale toekomstvisie.

Page 17: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 18: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

OUDORPERPOLDER - ZESWIELEN

VISIE IN HET KORT

Na een grondige ruimtelijke en cultuurhistorische analyse voorziet het rapport in een waardering van de cultuur-historie: historische geografie, archeologie en archi-tectuur(historie). Beleid van provincie en gemeente en geldende ruimtelijke planen worden geïnventariseerd. Het gebied is zowel op grote als kleine schaal geanalyseerd.

Er worden twee modellen uitgewerkt: model 1 ‘Nieuw lint langs Hoornsevaart’ en model 2 ‘Hoornsevaart in open landschap’.

In het weloverwogen gekozen model 1 worden nieuwe woningen in een lint van vrijstaande woningen langs de Hoornsevaart ontwikkeld. Aangesloten wordt bij de karak-teristiek van de huidige lintbebouwing. Door het door-trekken van de lintbebouwing op vrije kavels langs de Hoornseweg in oostelijke richting ontstaat een bufferrand met landelijke woningen tussen de vaart en het gebied met scholen en kantoren. De huizen met tuinen nemen de ‘horizonvervuiling’ door het witte schoolgebouw weg. Door de ontwikkeling van deze nieuwe lintbebouwing krijgt de Hoornsevaart een duidelijke begeleiding en af-ronding. Vanuit de Oudorperhout is er geen zicht meer op de rafelranden van het ten noorden van de vaart gelegen gebied.

Page 19: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

De inrichting van de Zeswielen en Hoornsekade gaat in dit model als buffer fungeren tussen het open gebied van de Oudorperhout en het stedelijk gebied rond station Alkmaar Noord. Aan de kwaliteit van de inrichting van deze kade en de karakteristiek van de nieuwe lintbebou-wing worden daarbij hoge eisen gesteld. De claim voor de sportvelden op het voormalige sportcomplex wordt in dit model achter de woningen en zoveel mogelijk richting Randweg gerealiseerd.

De visie houdt rekening met waterbeheer en geeft ook richtlijnen voor verkeersontsluitingen, voor welstandsnor-men en voor planologische normen zoals bouwhoogten.

Cultuurhistorische waarden worden versterkt door onder meer het zichtbaar maken van contouren van verdwenen objecten zoals burcht en klooster, het beleefbaar maken van molens met boezemsysteem en passende inricht-ing met straatmeubilair. Dit geheel wordt aangevuld met veelzijdige informatie en belevingsmogelijkheden.

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Peter Fakkeldij Project-assistent

Josephine van der Klauw Architect, Gemeente Rotterdam

Irene Mulder Landschapsarchitect, Beleids medewerker groen en RO, Gemeente Den Haag

Henk de Visser Beleidscoördinator, Welstandszorg Noord- Holland

Page 20: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

MILITAIR LUCHTVAARTTERREIN DEELEN

HET GEBIED: MILITAIRLUCHTVAARTTERREIN DEELEN

Het studiegebied vliegveld Deelen ligt ten noorden van Arnhem, ten zuidoosten van Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Dit Militair Luchtvaart Terrein (MLT) Deelen, is eigendom van de Staat en in beheer bij Defensie. Aan de west- en noordzijde grenst het plangebied aan het Nati-onaal Park. Aan de oost- en zuidzijde grenst het onder meer aan het grondgebied van Defensie en gemeente Arnhem.

Tot 1940 was een deel van het vliegveld eigendom van Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. (NPHV). Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers grond van de stichting in beslag genomen voor de aanleg van Europa’s modernste militaire vliegveld ‘Fliegerhorst Deelen’. Na de oorlog was het in gebruik bij de Nederlands defensie. Indien Defensie zijn activiteiten op vliegbasis Deelen staakt en het vliegveld wil afstoten, dan worden de gron-den aangeboden aan de Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. De vraagstelling voor de gebiedsvisie luidt: “Hoe kan NPHV het vliegveld herbestemmen met gebruikmaking van het cultureel erfgoed? De stichting hanteert als uitgangspunt: een goede balans tussen erf-goed, ecologie en economie”.

De projectgroep stelt zich ten doel een gebiedsvisie op te stellen voor NPHV ten aanzien van de herbestemming van vliegveld Deelen, zodanig dat het recht doet aan het cultureel erfgoed en aansluit bij de beleidsdoelen van de stichting.

Page 21: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 22: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

MILITAIR LUCHTVAARTTERREIN DEELEN

VISIE IN HET KORT

Het landschap waar Deelen deel van uitmaakt is gede-tailleerd geanalyseerd door de sporen van elementen en structuren onder te verdelen in zeven tijdlagen, die de levensloop van het landschap weergeven: ijstijden, proto- en prehistorie, middeleeuwen en vroeg moderne tijd, landgoederen en heideontginningen, periode Kröller-Mül-ler, Tweede Wereldoorlog en de naoorlogse periode.

Na analyse van de historische gelaagdheid wordt de samenhang in beeld gebracht door gebruik te maken van de indeling in ondergrond, netwerken en occupatie. Ook de ecologische en economische samenhang is onder-zocht.

Als uitgangspunt voor een waarderingssystematiek is het model van de Erfgoed Meetlat gehanteerd. In deze systematiek zijn de verschillende waarderingsmethoden voor archeologie, aardkunde, historisch geografische en historische [steden]bouwkunde samengebracht onder een noemer. Met een matrix met scores is een helder overzicht verkregen van de waarde van cultuurlandschap en bouwwerken.Uitgaande van het beleid van het NPHV is van herbe-stemmingsmogelijkheden een SWOT-analyse gemaakt van het oorlogs- en na-oorlogs erfgoed: sterke en zwakke punten, kansen en beperkingen.

Page 23: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Aafke Kylstra Beleidsmedewerker landschapsinrichting, Nationaal Park Hoge Veluwe

Anke de Ridder Bouwplantoetser, Gemeente Korendijk

Wim van der Wulp Architect

Een gebiedsgerichte benadering levert een onderverdel-ing op in natuur – cultuur. “Naast een geografische indel-ing op vliegveld en deelgebiedsniveau, zijn er cultuurhis-torische structuren / netwerken die over de grenzen heen lopen. Dit zijn bijvoorbeeld oude grensmarkeringen en de infrastructuur zoals oude Koningswegen, Hessenwegen, Kerkepaden, schaapsdriften. Deze lijnelementen kunnen verschillende cultuurhistorische landschappen en deel-gebieden onderling verbinden.” Tevens is een recreatieve zonering toegepast.

De zo verkregen visie op hoofdlijnen is uitgewerkt in 2 scenario’s: In scenario I Park Sec wordt het teruggekochte gebied weer ingepast in de parkstructuur. De opgave wordt let-terlijk genomen en beperkt tot het directe belang van het NPHV. In dit model vertelt NPHV de historische verhalen, samenwerking met Museum Vliegbasis Deelen is mogeli-jk. De hoofdlijn is erfgoedbeleving en -educatie. In scenario II Park MET is de ambitie het vliegveld, via een grondruil, geheel in het NPHV Park te presenteren als expositie-terrein voor drie nationale musea. Voortbor-durend op scenario I wordt ingezet op het vermarkten van Fliegerhorst Deelen als merk. Hierbij zal het vliegveld in het Park, de grote expositieruimte voor het WOII-mu-seum worden, met Museum vliegbasis Deelen als vierde satelliet.

Buiten het hek zullen derden (Stichting Fliegerhorst Deel-en) het ‘verhaal’ vertellen over het ensemble Fliegerhorst Deelen. Met deze verschillende vormen van samenwerk-ing zal Fliegerhorst Deelen internationaal bezoekers gaan trekken. WOII-erfgoedtoeristen zullen, als onderdeel van hun bezoek, ook het Park willen bezoeken. Andersom zullen Parkbezoekers getriggerd worden om meer van Fliegerhorst Deelen te zien.

De visie wordt afgesloten met aanbevelingen voor over-heden en voor het Nationaal Park Hoge Veluwe.

Page 24: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VEGHEL CENTRUM NOORD

HET GEBIED: VEGHEL CENTRUM NOORD

In Veghel Centrum Noord komen binnen een termijn van circa vijf jaar verschillende gebouwen en/of gebouwcom-plexen vrij. Enkele objecten zijn van cultuurhistorische betekenis. Bovendien is bekend dat er in het gebied ook enige beeldbepalende panden leegstaan waar thans nog geen definitieve herbestemmingen aan zijn toegekend. Het feit dat er binnen het stedelijk gebied een groot aan-tal “lege vlekken” aanwezig zijn, dan wel op korte termijn zullen ontstaan, vraagt om een integrale, gebiedsgerichte sturing. Met een gebiedsvisie wordt beoogd duidelijkheid te geven over de ontwikkelingsrichting en de mogelijk-heden in het plangebied, zowel in functie als in kwaliteit. De gebiedsvisie kan een toetsingskader zijn voor de gemeente, maar ook een inspiratiebron voor ontwikkelen-de partijen. Alhoewel met een gebiedsvisie maatregelen niet kunnen worden afgedwongen, kan een gebiedsvisie wel een opmaat zijn voor een concreet actieplan, waarbij voorkomen kan worden dat er plaatselijk grootschalige panden in verval raken die, door hun negatieve uitstra-ling, ook de omgeving meenemen in een neerwaartse spiraal. De projectgroep stelde zich als hoofdvraag: “Hoe kunnen de leegkomende en reeds leegstaande object-en, inclusief de bijbehorende ruimten, zodanig worden ingezet in de ruimtelijke ontwikkeling, dat ze een meer-waarde krijgen voor hun naaste omgeving in engere zin en voor Veghel en omstreken in bredere zin?”

Page 25: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 26: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VEGHEL CENTRUM NOORD

VISIE IN HET KORT

Allereerst is de ontstaansgeschiedenis van het studie-gebied geïnventariseerd, waarbij archeologie en wegen-patronen en bebouwing de basis vormen. De Veghelse visie op de toekomst en ander relevant beleid is in kaart gebracht en er is een onderzoek uitgevoerd in de vorm van een enquête onder bewoners. Verder zijn de leegstaande en de leegkomende ruimten en terreinen en ruimtevragen beschreven. Vervolgens zijn de verschillende deelgebieden gewaardeerd en doorge-licht aan de hand van een SWOT-analyse. De belangrijk-ste conclusies zijn leidend geweest voor de definiëring en de uitwerking van de uiteindelijke gebiedsvisie.

Vanuit een gekozen indeling in deelgebieden zijn de mo-numenten ingedeeld in clusters:• De monumenten van het Duitse-Lijntje.• Het complex van religieuze monumenten.• De scholen (gemeentelijke monumenten).• Het beschermd dorpsgezicht in de Gasthuisstraat.• Overige gebouwen.Na analyse van de structuurvisie en divers gemeentelijk ruimtelijk beleid volgt een overzicht van 12 leegstaande of leegkomende gebouwen en een braakliggende terrein. Voor een mogelijke inzet van leegkomende gebouwen en braakliggende terreinen zijn ruimtebehoefte en –verwach-tingen geïnventariseerd.

Uit de resultaten van de enquête heeft de projectgroep globaal geconcludeerd dat:1. het merendeel van de respondenten oog heeft voor de historische gebouwen binnen het plangebied;2. het uiterlijk van de genoemde leegstaande gebouwen positief wordt gewaardeerd, met uitzondering van het ziekenhuis;3. herbestemming de voorkeur heeft boven sloop.Na een algehele inventarisatie, analyse en waardestelling van de verschillende deelgebieden en structuren in het plangebied is een SWOT-analyse gemaakt. Daarbij zijn

Page 27: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Mark van den Broek Medewerker Monumenten, Archeologie & Cultuurhistorie, Gemeente Veghel

Fra Jurgens Beleidsmedewerker Monumenten- zorg en Archeologie Gemeente Grave

Nicole Scharp Stedenbouwkundige, Beleids- medewerker monumentenzorg en archeologie, Gemeente Deurne

Lex Westerhuis Bouwkundige, ontwerper, docent hogeschool

de belangrijkste kenmerken en kwaliteiten vertaald in termen van: sterkten, zwakten, kansen en bedreigin-gen. Belangrijkste conclusie uit de waardestelling en SWOT-analyse is dat de grootste kans om in het plange-bied cultuurhistorie te benutten om hiermee een positieve ontwikkeling te bewerkstelligen, is het vormgeven van het spooremplacement van het Duitse-Lijntje. Door dit gebied te ontwikkelen ontstaat uiteindelijk een positieve impuls voor een groot deel van Veghel Centrum Noord.In de gebiedsvisie worden twee niveaus onderscheiden. Het eerste niveau heeft te maken met de identiteit van het totale plangebied, met hoofdfunctie wonen. Het tweede niveau heeft te maken met de doelen die binnen de gebiedsvisie zijn gesteld. De niveaus hebben een duidelijke relatie met elkaar en kunnen elkaar versterken. Die doelen zijn onder meer:• Het herstellen, behouden dan wel versterken van oude / cultuurhistorische structuren.• De aanwezige historische structuren en plekken (beter) met elkaar verbinden.• De positie en de bereikbaarheid van de aanwezige rec-reatiemogelijkheden verbeteren.• De beleving en bereikbaarheid van het Duitse-Lijntje verbeteren.• Het “terugdringen” van centrumfuncties binnen het plangebied richting het centrum.• Het vergroten van de biodiversiteit binnen de aanwezige groengebieden.

Page 28: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

MARINETERREIN AMSTERDAM

HET GEBIED: MARINETERREIN AMSTERDAM

Het Marineterrein in Amsterdam is gelegen op het eiland Kattenburg in het centrum nabij het Scheepvaartmuseum en ‘Science Center Nemo’. Het terrein is tot op heden een gesloten gebied, dat al 350 jaar in gebruik is door de Koninklijke Marine. Het terrein is eigendom van het Rijk. In december 2013 werd een bestuursovereenkomst gete-kend tussen de gemeente Amsterdam en de ministeries van Defensie en Binnenlandse zaken om te komen tot een geleidelijke transitie van het Marineterrein.Door de gemeente en het Rijk zijn een aantal kaders gecreëerd om ontwikkelingen mogelijk te maken. Be-stemmingen en functies zijn nog nauwelijks vastgelegd zodat veel ruimte wordt gelaten voor (tijdelijke) gefaseer-de ontwikkelingen.

Het terrein is sinds het ontstaan in de 17e eeuw een omsloten terrein. Enerzijds door het watergebied en het Scheepsvaartmuseum, anderzijds door een hoge erfaf-scheiding die gedeeltelijk bestaat uit een oude stadsmuur en het monumentale Voorwerf/Poortgebouw uit 1657. Er zijn plannen om het museumterrein uit te breiden naar het Marineterrein.

Page 29: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

De hoofdvraag was hoe het Marineterrein ontwikkeld kan worden tot een hoogwaardige locatie waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden, gebruikmakend van de aanwezige cultuurhistorische waarden op het marine-terrein en daarbuiten.

Page 30: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

MARINETERREIN AMSTERDAM

VISIE IN HET KORT

Het Marineterrein is grondig geanalyseerd en beschre-ven. Het maritieme verleden is op het terrein nog overal aanwezig. Op sommige plaatsen is die aanwezigheid zichtbaar, maar er is ook veel maritiem verleden verstopt in de bodem. Het is altijd een hermetisch afgesloten terrein geweest en dit mysterieuze besloten karakter is voelbaar op het terrein. Deze karaktereigenschap is zo nauw verbonden met het eeuwenoude gebruik van het terrein dat deze, ook na de openstelling van het terrein, behouden moet blijven.

Dit betekent dat het terrein wel opengesteld wordt, maar door de randen te behouden zoals ze nu zijn, zijn beslo-tenheid ook behoudt. Deze ‘open beslotenheid’ is ver-taald in de visie en is uitgewerkt in vier thema’s: het ma-ritieme verleden, het Marinepark, het woon-werkgebied en de innovatieve werkplaats. Deze thema’s zijn voor het gehele Marineterrein uitgewerkt in de gebiedsvisie.Met een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse is de visie onderbouwd.

Belangrijke aanbevelingen die voortvloeien uit de visie zijn:De bestaande bebouwing wordt nauwelijks juridisch beschermd, terwijl er wel degelijk gebouwen zijn die het beschermen waard zijn. Aanbevolen wordt om een aantal

gebouwen waaronder de Marechausseekazerne aan te wijzen als beeldbepalende gebouwen en in het vast te stellen bestemmingsplan te beschermen.Aanbevolen wordt om een globaal eindplan op te stellen waarin de huidige situatie planologisch vastgelegd en tevens een wijzigingsbevoegdheid op te nemen, om in te kunnen spelen op gewenste ontwikkelingen binnen de planperiode. Ook wordt aangeraden een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid op te nemen, om flexibiliteit in het plan in te bouwen. Voor nog niet voorziene, maar wel gewenste, ontwikkelingen kan gebruik gemaakt worden van de buitenplanse afwijkingsmogelijkheden.

Aanbevolen wordt om gebruik te maken van de nog aanwezige cultuurhistorische waarden en het verleden meer te benadrukken op het terrein en in de (toekom-stige) bebouwing. Dit kan door passende functies voor de historische bebouwing, terugkeer van de historische connectie met het water, het weer zichtbaar maken van de scheepshellingen en de historische zichtlijnen richting het water, verwijzingen naar het maritieme verleden in de nieuwbouw en de openbare inrichting van het terrein.

Page 31: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Marjolein Overmeer Historicus, DLC Consultancy

Stefanie Bijlmakers Juridisch beleidsmedewerker, Gemeente Gorinchem

Gren Molenkamp Projectontwikkelaar, HBB Groep

Buiten het Marineterrein kan de cultuurhistorie van het terrein meer bekendheid krijgen door (educati-eve) samenwerking en kennisuitwisseling met het Scheepvaartmuseum en andere instellingen en locaties in de directe omgeving met een nautisch verleden. Hierbij valt te denken aan onder andere het Museumwerf ’t Kromhout, Het Scheepvaarthuis en het Zeemanshotel. Samen vormen ze de nautische identiteit van dit deel van het centrum van Amsterdam. Deze identiteit kan versterkt en zichtbaar gemaakt worden door de vorming van een Zeevaartkwartier, waarin het Marineterrein het kloppend hart zou kunnen zijn.

Door het ontwikkelen van het Marineterrein wordt een positieve impuls gegeven aan zowel de direct omwonen-den en de wijk als ook voor de gehele stad Amsterdam en zelfs daarbuiten.

Page 32: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

BERGSTOEP

HET GEBIED: BERGSTOEP

Bergstoep is gelegen ten zuiden van de dorpskern van Bergambacht. Opvallend in het gebied is de menging van functies en de verschillende schaalniveaus met onder meer de aanwe-zigheid van kleinschalige lintbebouwing en grootschalige bedrijfsbebouwing, zowel aan de Dijklaan als aan de Lekdijk-Oost. Met name de kleinschalige en gevoelige woonfunctie botst met de bedrijfsfuncties. De bedrijfsbe-bouwing aan de Dijklaan staat leeg of is in slechte staat. Transformatie is wenselijk. De grootschalige bebouwing aan de Lekdijk-Oost vormt een barrière tussen het dorp en de rivier de Lek.

Het gebied bezit een interessante landschappelijke ondergrond bestaande uit het binnendijkse veenweide-gebied met langgerekte strokenverkaveling en een wiel achter de dijk en een buitendijks landschap van de rivier de Lek. De Lekdijk scheidt het binnen en buitendijkse gebied van elkaar.

Binnen het plangebied bevindt zich een watertoren, een beeldbepalend en markant object voor Bergambacht, die door de gemeente is aangekocht voor herbestemming.

De herbestemming van de watertoren heeft een ‘scense of urgency’, omdat deze leeg staat en het een monument betreft. Voor monumenten (of ander vastgoed) betekent leegstand normaliter snelle achteruitgang. Echter tot nu toe is er nog geen interessante herbestemming gevon-den. Andere functies binnen het plangebied zijn onder meer: een oude begraafplaats, een sportveld, een dierenweide en volkstuintjes.

Page 33: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 34: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

BERGSTOEP

VISIE IN HET KORT

De gebiedsvisie bestaat onder andere uit een gebieds-analyse en een strategiebepaling voor de ontwikkeling van de gebiedsvisie. Dit is gedaan aan de hand van een SWOT analyse. In de gebiedsvisie zijn maatregelen beschreven die nodig zijn om Bergstoep aantrekkelijker te maken. Daarnaast is een ontwikkelstrategie en een MKBA opgesteld. De belangrijkste punten uit de SWOT analyse en de strate-giebepaling zijn verbeeld in een gebiedsvisiekaart Er zijn drie uitgangspunten aangehouden: verbinding, functies en landschap. “Verbinding” gaat uit van het tot stand brengen van een goede verbinding tussen de rivier en Bergambacht, hieronder, waarbij de aanwezige waarden worden ingezet. “Functies” gaat uit van verster-

ken van de complementair aan elkaar zijnde functies en “landschap” gaat uit van behoud en versterken van de uniciteit van het cultuurlandschap met het binnen- en buitendijkse gebied. Belangrijke uitgangspunten zijn hierbij: het versterken van de oude verbinding Dijklaan en de Stoep, het ver-sterken van de maatschappelijke en sportvoorzieningen en behoud en versterking van landschap en natuur. De uitvoering van de gebiedsvisie betekent bovendien een economische stimulans met name op het gebied van recreatie en wonen.Projecten die hieronder vallen zijn onder andere trans-formatie van het bedrijventerrein Hooge Zand naar een nieuw woonmilieu, met verwijzingen naar de industri-ele geschiedenis van Bergambacht. Verder wordt een buitendijks woonmilieu ontwikkeld. De herinrichting van de Stoep is belangrijk om de barrièrevorming tussen het dorp en de Lek weg te nemen, waarbij de Stoep een recreatieve functie krijgt. Tevens worden de tennisbanen naar centrale (sport)zone verplaatst. De watertoren krijgt een recreatieve functie die aansluit bij de (sport)zone. Tevens worden de groenverbindingen versterkt. De Dijklaan en de Stoep behoren tot een belangrijke ruimtelijke structuur binnen het plangebied. De Dijklaan is de oude verbindingsweg van de Lek (de Stoep) naar het dorp Bergambacht. Tevens bestaat de ruimtelijke structuur uit de langgerekte strokenverkaveling van het binnendijkse gebied.

Page 35: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Valesca van den Bergh Beleidsadviseur Monumenten, Gemeente Stichtse Vecht

Carola Killian Between jobs

Karel Tutein Nolthenius Between jobs

De omgeving nabij het plangebied is ook open en groen. Het transformeren van bedrijventerrein Hooge Zand heeft hierbij de hoogste prioriteit en zorgt voor de versterking van de ruimtelijke structuur en identiteit. Dit gebied met in verloederde staat verkerende bedrijfsgebouwen drukt een negatieve stempel op de harmonie in het gebied. De harmonie tussen de functies wordt verder versterkt door clustering van (maatschappelijke) voorzieningen. De functie recreatie is een belangrijke drager, waarbij de waardevolle ruimtelijke elementen en structuren worden aangegrepen om de identiteit te versterken. Hierbij zijn pakhuis, silo en watertoren belangrijke markante punten, die de identiteit door middel van een eigentijdse functie tot leven laat komen.

Page 36: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VEEMARKTTERREIN

HET GEBIED: VEEMARKTTERREIN

Het onderzoeksgebied ligt ingeklemd tussen twee verschillende rivier-systemen, in een voormalige polder. Op dit voormalig veemarkt terrein in de Zwolse wijk de Kamperpoort staat anno 2014 het evenementen-complex de IJsselhallen. De Zwolse veemarkt, al sinds de middeleeu-wen gehouden op verschillende locaties in de binnenstad, werd in de 19e eeuw verplaatst naar de kades in de Kamperpoort. In 1931 werd de nieuwe locatie de polder aan de zuidzijde van de wijk. Strengere regelgeving was uiteindelijk de oorzaak dat er een einde kwam aan zeven eeuwen veehandel in Zwolle. De voormalige veemarkthallen (IJsselhallen) werden vanaf 1972 steeds vaker gebruikt voor de organ-isatie van grootschalige evenementen. Zo herbergde de Kamperpoort in diverse tijdsperioden een mengelmoes aan functies en gebruikers zoals industrieën, woningen, scholen en kantoren. Eind jaren 90 van de 20ste eeuw bleek dat de wijk Kamperpoort op sociaal-, economisch- en fysiek gebied om vernieuwing vroeg. Een belangrijke oorzaak voor de leefbaarheidsproblemen waren - en zijn nog steeds - de activiteiten in en rondom de IJsselhallen. In 2007 is het Stedenbouwkundig Ontwikke-lingsperspectief Kamperpoort (SOK) opgesteld voor de herstructurering van de wijk. De wijk krijgt in dit plan nieuw elan door de ontwikkeling van het Katwolderplein met daarin o.a. een bioscoop, parkeergarage en ’leisure’. Op de Pannenkoekendijk komt de nieuwe OV-halte voor de binnenstad.

De Kamperpoort zal een overloopgebied worden voor de Zwolse bin-nenstad waardoor er mogelijkheden ontstaan voor de herontwikkeling van het voormalige veemarktgebied. Binnen het onderzoeksgebied zijn geen waardevaste, dus beschermde, monumenten aanwezig. Een inventarisatie heeft aangetoond dat er nog wel veel waardevolle cultu-urhistorische elementen aanwezig zijn. Dit zijn met name de overblijfsel-en uit de tijd van oprichting van het veemarktterrein in 1931: horecapan-den, woningen en een veestal. Daarnaast is er nog een kantoorgebouw uit 1965 aanwezig, ook gerelateerd aan de veemarkt.

Page 37: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Twee schoolgebouwen uit dezelfde tijd herinneren aan de inrichting van de nieuwe woonwijk en markeren de grens tussen wonen en het veemarkt gebied. Het bestemmingsplan kent (nog) geen bescherming van de geïnventariseerde cultuurhistorische waarden. Dit moet op korte termijn alsnog geregeld worden. Voor gemeentelijke monumenten biedt de gemeente Zwolle een subsidie voor ingrijpende verbeteringen en regulier onderhoud. Voor erfgoed zonder deze monumentenstatus biedt de provincie Overijssel een subsidie aan bij het opstellen en/of uitvo-eren van een transformatieplan.

Page 38: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VEEMARKTTERREIN

Page 39: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VISIE IN HET KORT

De onderzoeksvraag luidt: “In hoeverre kunnen de aan-wezigen cultuurhistorische waarden aan de herontwik-keling van het Zwolse veemarktgebied richting geven en deze versterken?” Uit een eigen waardestelling van de twee schoolgebou-wen blijkt dat deze een hoge cultuurhistorische waar-de hebben. Bescherming met een monumentenstatus is verdedigbaar. Het zogenaamde ‘veestalensemble’ vertegenwoordigt, juist als ensemble, eveneens een hoge cultuurhistorische waarde. De bescherming van de karakteristieke hoofdvorm kan in een bestemmingsplan geregeld worden. Om tot een nieuw ontwikkelingsper-spectief te komen is het gebied verder geanalyseerd. Uit een analyse van sterktes en zwaktes binnen het gebied (SWOT-analyse) blijkt dat het huidige erfgoed, door het te herbestemmen, een bijdrage kan leveren aan de verbe-tering van de leefbaarheid van de wijk. Hiervoor is het essentieel dat het terrein van de IJsselhallen beschikbaar komt. Herontwikkeling van het nog aanwezige cultuurhis-torische erfgoed levert ook een maatschappelijke meer-waarde op. Sloop van de IJsselhallen biedt de moge-lijkheid op die locatie een nieuwe woonwijk in te richten, waarbij de geschiedenis van het veemarktterrein weer herkenbaar wordt gemaakt.

Dit kan, ten behoeve van verbetering van de leefbaarheid in de gehele wijk, gecombineerd worden met een nieuwe locatie voor buurtgerichte voorzieningen. De schoolge-bouwen kunnen hierbij ook, als eyecather-functie, een rol spelen.De eindconclusie luidt: Bij herontwikkeling van het gebied dient rekening te worden gehouden met de ontstaansgeschiedenis er-van. Deze zou herkenbaar moeten worden gemaakt en de aanwezige cultuurhistorische waarden beschermd. Bescherming en dus behoud is enkel mogelijk zolang de objecten in gebruik blijven. Op deze wijze worden de cultuurhistorische waarden gebruikt om richting te geven aan de herontwikkeling van het gebied en wordt de kwali-teit van de leefomgeving versterkt.

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Annemiek van der Made Projectmedewerker, Gemeente Oosterhout

Ron Moers Bouwkundige, projectleider BTAM

Anne-Louise Sherriff Wabo vergunningverlener, Gemeente Zwolle

Page 40: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

‘T ZAND

HET GEBIED: ‘T ZAND

De stad ‘s-Hertogenbosch is ontstaan op een relatief hoge dekzandrug in de nabijheid van de Maas. De onder-zoekslocatie had aan het eind van de 12e eeuw alles wat nodig was om een stad te ontwikkelen. De wijk het Zand is de eerste stadsuitbreiding sinds de Middeleeuwen. De uitbreiding aan de westzijde van de stad aan het eind van de 19e eeuw was logisch omdat hier het spoor al eerder was aangelegd. Voor de aanleg van de wijk werd het moerasland opgehoogd met zand uit Vught en ontleent hieraan zijn naam. De gemeente ’s-Hertogenbosch ver-woordt in haar beleid dat zij de ambitie heeft om de Kop van ‘t Zand bij het historische centrum te voegen. Herbe-stemming is een belangrijk thema waarover de gemeente graag wil meedenken en daar waar mogelijk faciliteren, bijvoorbeeld in het aanpassen van bestemmingsplannen.Een groot deel van het Zand is nu aangewezen als rijks-beschermd stadsgezicht en er zijn een aantal rijks- en gemeentelijke monumenten te vinden. In het onderzoeks-gebied is de bekendste de voormalige Willem II fabriek. Daarnaast is de Verkadefabriek ook een aansprekend pand in de wijk. In het zuidelijke deel van het onderzoeks-gebied, de woonwijk, staat nog een aantal gemeentelijke monumenten. In de ruimtelijke analyse staat beschreven wat de huidige stedenbouwkundige staat van het onder-zoeksgebied is.

De huidige structuur is niet opgebouwd op een bestaande structuur maar is in zijn geheel ontworpen. Naast brug-gen, zijn wegen en grote transportelementen verdwenen of verplaatst. Dit geldt ook voor de havenkom in de oksel van de Dieze in de loop van de vorige eeuw. Een belang-rijk knelpunt is de drukke autoroute die het Zand scheidt van het centrum van de stad.

Page 41: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 42: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

‘T ZAND

VISIE IN HET KORT

De cultuurhistorische en ruimtelijke analyse zijn door-vertaald in een SWOT-analyse. Hierin zijn drie sterkten, vijf zwakten, negen kansen en bedreigingen geïnventa-riseerd. Deze zijn vervolgens geprioriteerd en terugge-bracht naar drie punten per onderdeel. De geprioriteerde punten zijn in een confrontatiematrix gezet. Hieruit zijn acht issues naar voren gekomen die vervolgens zijn uit-gewerkt in strategische vragen. Deze vragen zijn beant-woord en vertaald naar de uitgangspunten en ambities voor het gebied.

Een aantal van de uitgangspunten zijn:• De goede ligging van het gebied moet tot uiting komen in de plannen;• Het is van belang de aanwezige en zichtbare historie te behouden;• Reeds bestaande herbestemmingen te gebruiken als vliegwiel voor de rest van het gebied.

Een aantal ambities zijn:• Het gebied leent zich voor individuele bouwkavels met eventueel experimentele woonvormen;• Het is het onderzoeken waard of de industriële bebou-wing is te herbestemmen tot werkplaatsen en productie-faciliteiten;

• De gemeente is op het gebied van cultuur op zoek naar een evenementenlocatie. Wellicht iets voor Kop van ‘t Zand.

Voornoemde punten moeten verwerkt worden in de ge-biedsvisie. Op basis van de uitgangspunten en ambities is een aantal scenario’s opgesteld voor een mogelijke invulling van het gebied. De volgende scenario’s komen aan bod:1. Leisure, werken, wonen en cultuur;2. Wonen, waterrecreatie en cultuur;3. Cultuur, wonen en werken.

In de afgelopen jaren hebben diverse partijen ideeën ontwikkeld en ontwerpen gemaakt voor de (verdere) herontwikkeling van de Kop van ’t Zand en van dit gebied een echte binnenstadlocatie te maken. De praktijk is weerbarstig, zo is gebleken, maar het neemt niet weg dat er mogelijkheden liggen. De aanpak moet zich niet beper-ken tot het gebied zelf, maar de verbinding moet juist worden gezocht met de woonwijk ten zuiden van de Kop van ’t Zand én met de historische binnenstad. De cultuur-historische ontwikkeling van Het Zand zelf biedt hiervoor prima mogelijkheden. Met één stap verder denken vanuit de cultuurhistorische context kan er een duidelijker en samenhangender plan worden gerealiseerd.

Page 43: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Annalies de Graaf Beleidsmedewerker Erfgoed, Gemeente ‘s-Hertogenbosch

Reint de Jager Adviseur Cultuurhistorie, Omgevingsdienst Groningen

Fred de Kort Architect

Joost Scharrenborg Adviseur Verkoop, Stichting Portaal

De projectgroep wil het gebied onderverdelen in een vijftal zones die de verbindingen met de huidige situatie en de cultuurhistorie bewerkstelligen. De gebiedsvisie wordt vervolgens uitgewerkt in concrete-re voorstellen voor ingrepen en maatregelen in Infrastruc-tuur - spoor en wegen, groenstructuur, waterstructuur en bebouwingsstructuur.

Page 44: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VOLEWIJCK

HET GEBIED: VOLEWIJCK

Het studiegebied is het zuidelijke deel van de wijk Vole-wijck in Amsterdam Noord. Het schiereiland Volewijck heeft een roerige geschiedenis. In 1393 kreeg Amster-dam hier al het zogenaamde recht van ambachtsheer-lijkheid over deze gronden, maar tot de 19e eeuw werd de landpunt door Amsterdam slechts gebruikt voor een galgenveld en werd er vanaf de 17e eeuw een tolhuis gebouwd. Belangrijke elementen van de cultuurhistorie zijn het water, de inpolderingen en de waterwegen. Tussen 1917 en 1930 werden, vanwege een gebrek aan woningbouw, in versneld tempo onder andere de Distel-buurt en de Van der Pekbuurt gebouwd. Tegenwoordig is Amsterdam Noord “hip and happening”. Industrie verdwijnt en er worden allerlei initiatieven ontplooid om het gebied tot een gewilde woonbuurt te maken. Alles is mogelijk! Echter niet alleen blijven de Van der Pekbuurt en Disteldorp achter in ontwikkeling, het gebied is aardig volgebouwd. Vanwege de cultuurhistorische waarden van het gebied is het recent aangewezen als beschermd stadsgezicht. Daarnaast is Volewijck een aandachtswijk waar de problemen zich vooral sterk concentreren in de Van der Pekbuurt. Er is meer armoede en werkloosheid en de bewoners zijn minder tevreden over de leefbaar-heid van hun buurt.

Het overheidsbeleid richt zich op het behoud van de bestaande ruimtelijke structuur en historie, waarbij ruimte wordt gelaten om de economie te versterken.

Page 45: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 46: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

VOLEWIJCK

VISIE IN HET KORT

De historische analyse laat de rijke cultuurgeschiedenis zien van de wijk. Na analyse van het gebied, de histori-sche analyse, de ruimtelijke analyse en het onderzoek van het overheidsbeleid is een SWOT opgesteld. Uit de analyses en de SWOT blijkt dat de aanpak van de wijk wellicht niet te eenzijdig zou moeten zijn. Inzet is namelijk verbetering van de wijk in zijn geheel. Hier speelt ook mee dat de wijk zeer gevarieerd van opzet is en dat elk onderdeel een aparte aanpak vereist. Voor de volledig-heid worden drie scenario’s gemaakt die elk een eigen thema hebben.

De drie scenario’s zijn: Vergroting van economische en toeristische aantrekkelijkheid, De wijk als groene long en Gewoon goed wonen in Volewijck. In de scenario’s zijn maatregelen ter verbetering voorge-steld en de sterke en zwakke punten neergezet. In een multi criteria analyse zijn doelstellingen met de randvoor-waarden beschreven met daaraan gekoppeld een sche-ma. In dat schema zijn per scenario wegingsfactoren en een waardeoordeel gegeven.

Uit het schema komt Scenario 1, Vergroting economische en toeristische aantrekkelijkheid, als beste naar voren op basis waarvan de gebiedsvisie is gemaakt. Een aantal belangrijke punten uit de andere scenario’s zijn daarin

meegenomen. Uitvoering van de maatregelen uit scena-rio 1 met de aanvullingen leiden naar het oordeel van de projectgroep tot de beste resultaten. Daarbij zijn maatre-gelen ten aanzien van de openbare ruimte, de monumen-tale bebouwing en historische omgeving, economische activiteiten, overnachtingen en promotie.

Een selectie uit de voorgestelde maatregelen, zoals ook op de kaart te zien:Cultureel erfgoed Het cultureel erfgoed meer zichtbaar maken.Restaureren en hernieuwd openstellen van de Tolhuis-tuin; en deze aanwenden voor evenementen;Inzetten op versneld restaureren van de huurwoningen.Openbare ruimte Een duidelijke groenidentiteit van het openbaar groen in het gebied.Sommige plekken in de openbare ruimte herinrichten met als doel de groenstructuur teVersterken. Verstening op strategische plekken doorbre-ken zodat er een verbinding ontstaat tussen de Hoofd-groenstructuur en het groen in de wijk. Toerisme en recreatieDe relatie versterken tussen de toeristische sector en het cultureel erfgoed:. Het cultureel erfgoed benoemen en een cultureel erfgoed route creëren.Ook zijn maatregelen voorzien op het gebied van een prettige leefomgeving en economische ontwikkeling.

Page 47: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Bernice Bex Beleidsmedewerker Monumenten- zorg en Ruimtelijke Ordening, Gemeente Naarden

Ester Coenen Tuin- en Landschapsontwerper

Jan Drijfhout Adviseur Cultureel Erfgoed, Omgevingsdienst Groningen

Met relatief weinig middelen is veel te verbeteren ter-wijl de zwakke punten gering zijn. Met de voorgestelde maatregelen uit de gebiedsvisie krijgt de wijk een mooie upgrading: behoud en bekendheid van het culturele erfgoed, verbetering van het leefklimaat en economische vooruitgang: kortom een wijk waar men graag wil zijn.

Page 48: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

KROMME GOUWE

HET GEBIED: KROMME GOUWE

Het projectgebied ‘Kromme Gouwe’ is een bedrijventerrein aan de rand van het historische centrum van Gouda, gelegen tussen de Nieuwe Gouwe aan de noordzijde en de Kromme Gouwe aan de zuidzijde. Het gebied heeft te kampen met diverse problemen, welke zich visueel vooral uiten in verpaupering. Dit is onder meer te zien aan verwaarloos-de panden, gebrek aan groen, wildgroei aan hekwerken en schuttingen en de vestiging en uitbreiding van bedrijven (zoals sloperijen) welke het karakter van het gebied geen goed doen. De openbare ruimte van dit gebied oogt rommelig en heeft een onsamenhangend karakter.

De functie van het projectgebied is vooral een bedrijventerrein, maar er is ook enige woonbebouwing aanwezig. Deze woningen gelegen aan het Jaagpad en langs de Nieuwe Gouwe Westzijde waarvan enkele een monumentale status hebben . De woonkwaliteit in dit gebied staat, vanwege de verkeersdruk en het minder fraaie karakter van het bedri-jventerrein, sterk onder druk.

Het onderzoeksgebied vormt één van de entreegebieden naar Gouda’s historische centrum en ligt middenin de stad. Gouda wil in de komende jaren meer bezoekers trekken (1 miljoen vanaf 2017) en dus toeristisch aantrekkelijker worden. Het aantrekkelijker maken van de entrees van de stad is daarvan een speerpunt. Eén van Gouda’s andere speerpunt-en is het tegengaan van leegstand op bedrijventerreinen.

Page 49: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 50: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

KROMME GOUWE

VISIE IN HET KORT

Vanuit de cultuurhistorische en ruimtelijke analyse is een SWOT analyse opgesteld. Daaruit zijn tien onderwerpen met een hoge mate van invloed op elkaar naar voren ge-komen. Deze zijn vertaald naar tien strategische vragen, welke op hun beurt hebben geleid tot uitgangspunten voor de scenario’s. Enkele belangrijke uitgangspunten zijn:- De oorspronkelijke Kromme Gouwe moet beter beleef-baar worden;- Erfgoed moet worden herbestemd voor openbare (liefst culturele) functies. (Verdwenen) erfgoed laten dienen als inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen.- Zorgen voor meer groen en hoogwaardige aankleding van de openbare ruimte.De scenario’s die gekozen zijn om het gebied tot ontwik-keling te brengen, zijn gericht op de volgende onderwer-pen:1. Wonen en groen2. Recreatie en cultuur3. Bedrijvigheid en voorzieningenScenario 2 had een lichte voorkeur vanuit de analyse.In de uiteindelijke visie wordt het Kromme Gouwe gebied een plek van ontspanning, beleving en relatieve rust. Volledige voortzetting van het huidige gebruik als indus-triegebied, op deze korte afstand van het historische centrum, is niet wenselijk.

Page 51: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Peter van Cappellen Uitvoeringsexpert EU subsidies

Maarten Koppen Adviseur Water en Ruimte Waterschap Rivierenland

Christian Lubbinge Contactpersoon NAM Shell

Ferry Bock Coördinator Bouw & Woningtoezicht Gemeente Katwijk

Er is daarom gezocht naar functies die beter passen in het gebied, dat in vergelijking tot 1940 nu midden in de stad is komen te liggen. De volgende plannen zijn onderdeel van de visie:- Verdwenen balkengat wordt weer open gegraven en wordt jachthaven; tevens recreatief gebruik voor sloep- en kanoverhuur;- Rond jachthaven woonbebouwing met (watersport gerelateerde) winkels; vormgeving geïnspireerd op de voormalige bebouwing; - Woonboten aan de noordzijde worden verplaatst naar de oude jachthaven (oostkant Kromme Gouwe);- Een beweegbare brug over de Kromme Gouwe;- Stadscamping in het zuidwestelijk gedeelte; afge-schermd met grondwallen en groen;- Nieuwe groenstructuren volgen de oude verkaveling-structuur; tevens zichtlijn naar de Mallemolen;- Jaagpad in ere herstellen als langzaam verkeersroute richting centrum Gouda;- Erfgoed wordt herbestemd tot kleinschalige horeca, een recreatief centrum en het museum Ambachtelijk Gouda. - In het plan is rekening gehouden met een nieuwe toegangsweg vanuit de nieuwe wijk Westergouwe. Het Kromme Gouwe gebied gaat dienen als een poort tot het centrum. Een grote nieuw te bouwen parkeergarage maakt onderdeel uit van dit plan.- Een aantal bedrijven,waaronder retail en watergebon-den industrie blijven in het gebied aanwezig.

Page 52: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

FORT ISABELLA

HET GEBIED: FORT ISABELLA

Het onderzoeksgebied betreft het voormalige Fort Isabella, met aanslu-itend de woningbouwlocatie “het Hoornwerk” op de grens van Vught en ’s-Hertogenbosch.Het fort ligt op de overgang van het hoger gelegen dekzandplateau naar de lager gelegen rivier- en zeekleigebieden. Het fort ligt op een natuurli-jke hoogte, met aan de oostzijde het Bossche Broek, in het westen de Gement.

Aan het eind van de 16e eeuw was het gebied rond ‘s-Hertogenbosch het toneel van krijgshandelingen, in de tachtigjarige oorlog. Gedurende het twaalfjarig bestand, 1609 – 1621 kreeg de regio even rust na decen-nia van gevechtshandelingen. De bouw van Fort Isabella diende een tweeledig doel: de versterking van de toegang tot de vesting ’s-Herto-genbosch en de huisvesting van het garnizoen. In de tweede helft van de negentiende eeuw verloor Fort Isabella aan belang. In 1914 werd het fort opgeheven en begon men met het demp-en van de binnengracht en het afgraven van de aarden wallen. Wat rest van het fort is het poortgebouw, de aarden buitenwallen met grachten en de stervormige opzet.

Vanaf 1915 bouwde Defensie aan de karakteristieke paviljoenstructuur van het complex, dat Isabellakazerne is gaan heten. Er volgden nog vier bouwperioden tot in de jaren ‘70. Uit de kazernetijd rest een karakteristiek gebouwenareaal dat een groot herbestemmingspotentieel heeft. In de naaste toekomst zal een nieuwe eigenaar, de Isabellagroep, een herbestemmingsplan gaan uitwerken.

Page 53: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

Page 54: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

FORT ISABELLA

VISIE IN HET KORT

Er heeft een waardestelling plaatsgevonden van het complex op basis van de drie hoofdcriteria: schoonheid, wetenschappelijke waarde en cultuurhistorische waarde. Met een confrontatiematrix zijn de sterkten en zwakten en kansen & bedreigingen aan elkaar gekoppeld. Dit geeft inzicht in de factoren die óf een positieve óf een negatie-ve invloed hebben op het plangebied.Aan de hand van de onderzoeks- en analyseresultaten zijn drie ontwikkelscenario’s geformuleerd. Uitgangspunt hiervoor is: hoe kan de cultuurhistorische waarde van het fort drager zijn van een duurzame ontwikkeling, die recht doet aan de relicten en structuren van het fort, waarbij er balans ontstaat met de economische en maatschappelij-ke belangen die er spelen.

De gebiedsvisie richt zich op het hoofdgebied Fort Isa-bella en een deelgebied, het Hoornwerkterrein. Voorop staat het behoud van de unieke landschappelijke waar-den van het Fort Isabella, gecombineerd met het behoud en de herbestemming van het ensemble monumentale gebouwen van de voormalige Isabellakazerne. De visie formuleert ontwikkelingen, die de cultuurhistorische waar-den van het gebied beschermen en versterken. Op het Hoornwerkterrein ligt een woningbouwopgave. Deze kan redelijk autonoom aangepakt worden, waarbij het militaire verleden als inspiratiebron geldt.

De visie geeft hiervoor handreikingen.Zwaartepunt van de gebiedsvisie is een ruimtelijke aan-pak. Dit betekent dat de nadruk ervan ligt op de thema’s stedebouw, infrastructuur, openbare ruimte, natuuront-wikkeling, recreatie en dergelijke. Het rijke gebouwenbe-stand, met enkele rijksmonumenten, vraagt ten slotte om richtinggevende uitspraken over de herbestemmings- en restauratieopgaven.De gebiedsvisie is een nadere uitwerking van ontwikke-lingsscenario 2.Dit streefbeeld is voortgekomen uit de overtuiging dat de sterk historiserende aanpak bij scenario 1 te weinig recht deed aan het ontstane landschap zoals we dat nu kennen. Er zijn grote natuurwaarden die daarmee verlo-ren gaan. Dat ging ook voorbij aan de woningbouwopga-ve waar de gemeente Vught voor staat. Het fort met zijn voormalige schootsveld biedt daar interessante kansen voor. Inspiratie is ontleend aan het voormalige militaire landschap. Op het fort zelf, waar in 1915 het oostelijke deel was getransformeerd in een groot sportveld is kans gezien om een aantrekkelijke verwijzing te maken naar het oorspronkelijke fort. Dit zou tevens een mooi ver-blijfsgebied kunnen opleveren. Dit idee is gestoeld op de verwachting dat er nog vele relicten van de oude muren in de ondergrond aanwezig zijn. De reconstructie had te-vens als voordeel dat het een barrière kan vormen tegen het treinverkeer. Dit resulteerde in het 2e scenario, waar-bij de projectgroep een grote reconstructie nastreefde.

Page 55: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

G E B I E D S V I S I E

GROEPSLEDEN WERKOMGEVING

Ivo Scheffers Projectmanager Civiele Techniek, Gemeente ‘s-Hertogenbosch

Jan-Willem van Zoelen Medewerker Cultureel Erfgoed, Gemeente Oss

Suzanne ter Harmsel Objectmanager, de Kabath vastgoedbescherming

Page 56: A5 boekje lustrum erfgoed en ruimte 2016

2 0 1 2 - 2 0 1 6

ERFGOED

RUIMTE&

Tekstredactie: Henk jan DerksenRegie: Chris van EunenDrukwerk: Hogeschool Utrecht Deze publicatie is mogelijk gemaakt door Hogeschool Utrecht © 2016

COLOFON