A rn* rud - OD NHN...De ontheffing is aangevraagd voor de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31...

rudUitvoeringsdienst

^oord-Holland Noord

BAM Wonen bvT.a.v. de heer H. JongerdenMarconibaan 23439 MS NIEUWEGEIN

A rn* !■r\l

VERZONDEN 2 9 MEI 2019

Hoorn, 29 mei 2019

ZaaknummerBehandelaarBetreftLocatie

RUD.274866 mevrouw S. SmitWnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepenElisabethgaarde, Dorotheagaarde en Anne Franklaan, Gooise Meren

Geachte heer Jongerden,

Op 6 maart 2019 hebben wij uw aanvraag namens BAM Wonen bv voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) ontvangen. Op 1 mei 2019 heeft u op ons verzoek om informatie aanvullende gegevens toegezonden.

De aanvraag, ingediend door Aveco de Bondt te Amersfoort namens BAM Wonen bv, heeft betrekking op het verduurzamen van de woningen aan de Elisabethgaarde 29-47 (oneven) en 30-100 (even), Dorotheagaarde 29-57 (oneven) en de Anne Franklaan 229-299 (oneven) te Bussum, gemeente Gooise Meren. De werkzaamheden bestaan uit het isoleren van gevels, het vervangen van glas, het vernieuwen en isoleren van daken en het isoleren van bergingen. Op enkele woningen worden zonnepanelen geplaatst. Daarnaast wordt er onderhoud uitgevoerd aan het metselwerk, vinden er herstelwerkzaamheden plaats aan het voegwerk en wordt er onderhoud gepleegd aan het schilderwerk. Voor deze werkzaamheden wordt door de initiatiefnemer, BAM Wonen bv, ontheffing gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in:• artikel 3.5, lid 2 van de Wnb, voor zover het betreft het opzettelijk verstoren van

exemplaren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii).

• artikel 3.5, lid 4 van de Wnb, voor zover het betreft het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van exemplaren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii).

De ontheffing is aangevraagd voor de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2020. De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RUD.274866.

BesluitWij besluiten om op grond van artikel 3.8, lid 1 van de Wnb aan BAM Wonen bv te Nieuwegein ontheffing te verlenen van:• artikel 3.5, lid 2 van de Wnb, voor zover het betreft het opzettelijk verstoren van

exemplaren van de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis.• artikel 3.5, lid 4 van de Wnb, voor zover het betreft het beschadigen of vernielen van

voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van exemplaren van de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis.

Voorschriften en beperkingenAan dit besluit verbinden wij op grond van artikel 5.3, eerste, tweede en derde lid van de Wnb de navolgende voorschriften en beperkingen. Op grond van artikel 5.4, eerste en derde lid, Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict.

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 1 van 11Zaaknummer: RUD.

Algemene voorschriften1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden

handelingen verleend.2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden

uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven.3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Regionale Uitvoeringsdienst

Noord-Holland Noord indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen of werkzaamheden dan bedoeld in voorschriften 1 en 2 noodzakelijk zijn.

4. Indien de mitigerende/compenserende maatregelen niet worden toegepast zoals in dit besluit is weergegeven en/of als de ontheffinghouder voornemens is om de werkzaamheden of de planning van de werkzaamheden niet conform de aanvraag uit te voeren, dient contact opgenomen te worden met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing.

5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. De genoemde ontheffing mag langs elektronische weg, leesbaar worden getoond.

6. De werkzaamheden en voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend.

7. De ontheffinghouder dient een ecologisch werkprotocol op te (laten) stellen waarin de in de ontheffing genoemde voorschriften zijn opgenomen. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden.

Meldingsplicht8. De ontheffinghouder dient minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden de

start van de werkzaamheden te melden bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. Voorbereidende werkzaamheden, zoals het ongeschikt maken van de verblijfplaatsen, maken onderdeel uit van de werkzaamheden. De melding dient plaats te vinden via het digitale meldformulier op de website van de RUD NHN. Met de melding dient u ook het ecologisch werkprotocol mee te sturen.

Specifieke voorschriften9. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd buiten de actieve periode van de gewone

dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. De actieve periode loopt globaal van november tot en met maart. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient in overleg met een deskundige te worden bepaald.

10. De ontheffinghouder dient voorafgaand aan de start van de werkzaamheden, in de actieve periode van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis, de panden ongeschikt te maken voor vleermuizen door de plaatsing van exclusions flaps. De actieve periode loopt globaal van november tot en met maart. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het ongeschikt maken dient in overleg met een deskundige te worden bepaald.

11. De ontheffinghouder dient te voorkomen dat tijdens en na het ongeschikt maken van de bebouwing vleermuizen zich op andere locaties in de bebouwing binnen het plangebied vestigen.

12. Voordat de werkzaamheden starten dient de ontheffinghouder er zeker van te zijn dat er geen vleermuizen meer aanwezig zijn in de bebouwing. Maximaal twee dagen voorafgaand aan de sloop dient een deskundige op het gebied van vleermuizen met behulp van een endoscoop en/of een batdetector een controlerende uit te voeren om te bepalen of de exemplaren van de gewonde dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis de verblijfplaatsen hebben verlaten.Van de controlerende dient verslaglegging plaats te vinden. In de rapportage dienen minimaal de volgende gegevens te worden opgenomen:

Postbus 209$ ■ 1620 EB Hooin ■ www.rudnhn.nl


a. Datum, tijdstip en locatie van controleronde;b. Aantal waargenomen exemplaren per soort in de omgeving van het project gebied;c. Namen van de betrokken deskundigen;d. Foto's van het werkgebied en ongeschikt gemaakte delen;e. Klimatologische omstandigheden.Deze rapportage dient op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren.

13. Indien er bij de controleronde nog beschermde soorten worden aangetroffen, dienen de werkzaamheden ten behoeve van het ongeschikt maken herhaald te worden. De werkzaamheden dienen uitgesteld te worden totdat uit de controleronde blijkt dat de verblijfplaatsen verlaten zijn.

14. De ontheffinghouder dient uiterlijk 1 juli 2019 twaalf tijdelijke alternatieve zomerverblijfplaatsen te hebben gerealiseerd in de vorm van vleermuiskasten op de locatie zoals weergegeven in bijlage 1 bij dit besluit.

15. De ontheffinghouder dient voor 15 februari 2020 permanente alternatieve paarverblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis te realiseren door het inmetselen van 38 inbouwkasten van het type IB VL01 of vergelijkbaar in kopgevels in het plangebied.

16. De ontheffinghouder dient uiterlijk in maart 2020 permanente alternatieve zomerverblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis te realiseren door op iedere kopgevel, over een lengte van 15 meter, een boeibord te realiseren met daarachter verblijfruimte voor vleermuizen. In totaal betreft dit twaalf kopgevels, dus 180 meter boeibord. Er wordt uitgegaan van één verblijfplaats per 6 meter boeibord. Op deze manier worden 30 verblijfplaatsen voor vleermuizen gerealiseerd.

17. De tijdelijke en permanente verblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis dienen conform het Kennisdocument Gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus), versie 1.0, juli 2017 en het Kennisdocument Ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii), versie 1.0, juli 2017 gerealiseerd te worden. Zodoende dienen de verblijfplaatsen in ieder geval op drie meter hoogte, met een vrije aanvliegroute en vrije vliegruimte, vrij van predatoren, kunstlicht en verstoring gerealiseerd te worden.

GeldigheidDe ontheffing geldt voor de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2020.

Overwegingen

InhoudsopgaveA. Onderwerp aanvraagB. Wettelijk kaderC. Inhoudelijke beoordeling aanvraagD. SlotoverwegingenE. Procedure en samenhangende besluitenF. Kennisgeving

A. Onderwerp aanvraag

BAM wonen bv is voornemens om woningen aan de Anne Franklaan e.o. te Bussum te renoveren. Het beoogde plan betreft de renovatie van meerlaagse bebouwing van in totaal 94 woningen. Tijdens de renovatie worden verschillende werkzaamheden uitgevoerd. De werkzaamheden bestaan uit het isoleren van gevels, het vervangen van glas, het vernieuwen en isoleren van daken en het isoleren van bergingen. Op enkele woningen worden zonnepanelen geplaatst. Daarnaast wordt er onderhoud uitgevoerd aan het metselwerk, vinden er herstelwerkzaamheden plaats aan het voegwerk en wordt er onderhoud gepleegd aan het schilderwerk. Het plangebied ligt aan de zuidrand van de woonwijk Oostereng en bestaat uit 94 galerijwoningen verdeeld over 6 portiekflats aan de Anne Franklaan, Dorotheagaarde en Elisabethgaarde. Direct ten zuiden van het plangebied ligt de Bussumerheide.

De werkzaamheden vinden gefaseerd plaats aan de zes complexen. Van 14 oktober 2019 tot 15 februari 2020 vinden de werkzaamheden aan complex 1 t/m 3 (zie bijlage 2 bij dit besluit -



Fasering werkzaamheden) plaats. Van 11 november 2019 tot 10 februari 2020 vinden de werkzaamheden aan complex 4 t/m 6 plaats (zie bijlage 2 bij dit besluit - Fasering werkzaamheden). De werkzaamheden aan de buitenschil van de gebouwen worden uitgevoerd tot april 2020. De werkzaamheden waarbij vleermuizen en/of verblijfplaatsen verstoord worden vinden plaatst tot 15 februari 2020. Werkzaamheden die tussen half februari en eind april 2020 worden uitgevoerd, hebben geen verstorend effect op de vleermuizen en/of verblijfplaatsen.

In het plangebied zijn de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis aangetroffen. Tijdens het vervolgonderzoek, beschreven in het document 'Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw' van 28 november 2018, zijn de volgende verblijfplaatsen aangetroffen:

Drie zomerverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis;Vijf paarverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis;Zes paarverblijfplaatsen van de ruige dwergvleermuis.

De meest oostelijke zomerverblijfplaats bevindt zich in een ventilatievoeg naast de voordeur op de bovenste verdieping van de bebouwing. De zuidelijke zomerverblijfplaats bevindt zich in een ruimte tussen het dak en de muur en de noordelijkste zomerverblijfplaats bevindt zich in een ruimte tussen een kozijn en de muur. De paarverblijfplaatsen zijn waargenomen onder dakranden, naast kozijnen, in stootvoegen, achter een regenpijp en onder een balkonrand. De paarverblijfplaatsen zijn mogelijk geschikt als winterverblijfplaats voor een enkel individu, als deze vorstvrij blijven in de winterperiode.

De renovatie van de woning zal leiden tot het verstoren van individuen van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis en mogelijk het aantasten van deze verblijfplaatsen. Voorafgaand aan de werkzaamheden plaatst u tijdelijke alternatieven voor de zomerverblijfplaatsen in de directe omgeving. U plaatst geen tijdelijke alternatieven voor de gevonden paarverblijfplaatsen, omdat u tijdig voorziet in permanente verblijfplaatsen. De werkzaamheden vinden plaats van half oktober tot eind februari. In februari 2020 zijn de permanente alternatieve paarverblijfplaatsen beschikbaar. Door het aanhouden van deze planning, is het niet nodig om tijdelijke alternatieve paarverblijfplaatsen aan te bieden.

Na afronding van de werkzaamheden kunnen de in het plangebied aanwezige exemplaren van de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis gebruik maken van in het gebouw geïntegreerde vleermuiskasten of de gerealiseerde ruimte achter boeiborden. Met inachtneming van de door u voorgestelde maatregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantingsplaatsen en rustplaatsen voor de aanwezige populatie van de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis.

Echter, ondanks alle maatregelen kunt u niet voorkomen dat verbodsbepalingen van de Wnb worden overtreden. Om die reden wordt voor bovenstaande werkzaamheden ontheffing gevraagd van de verbodsbepaling genoemd in artikel 3.5 lid 2 en 3.5 lid van de Wnb.

B. Wettelijk kaderSoorten van de HabitatrichtliinDe gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis zijn opgenomen in bijlage IV van de Europese Flabitatrichtlijn, dieren plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. Daarnaast is de ruige dwergvleermuis opgenomen in bijlage II bij het Verdrag van Bern. Op grond van artikel 3.5 van de Wnb is het onder meer verboden in het wildlevende dieren van soorten genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Flabitatrichtlijn bijlage II bij het Verdrag van Bern in hun natuurlijk verspreidingsgebied:• opzettelijk te doden of te vangen (artikel 3.5, lid 1);• opzettelijk te verstoren (artikel 3.5, lid 2);• opzettelijk eieren te vernielen of te rapen (artikel 3.5, lid 3);• voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te beschadigen of te vernielen (artikel 3.5, lid 4).

Op grond van artikel 3.8 van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van verboden als bedoeld in artikel 3.5 of artikel 3.6, tweede lid, ten aanzien van dieren van daarbij aangewezen soorten, dan wel ten aanzien van de voortplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren

Postbus 2095 a 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl


van dieren van daarbij aangewezen soorten. Een ontheffing wordt uitsluitend verleend, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat, dat er niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is of kan worden verleend, dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan, en zij nodig is op grond van een in de wet genoemd belang. Te weten:• in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de

instandhouding van de natuurlijke habitats;• ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen,

visgronden, wateren of andere vormen van eigendom;• in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen

van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten;

• voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten, of

• om het onder strikt gecontroleerde omstandigheden mogelijk te maken op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben, onderscheidenlijk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich te hebben.

Tot voortplantings- of rustplaatsen als bedoeld in artikel 3.5, lid 4 van de Wnb worden locaties gerekend waarin zich kraamkolonies, paarverblijven, overwinteringsplaatsen en verblijven van groepen mannetjes bevinden, afhankelijk van de soort. Essentiële migratie- en vliegroutes en foerageergebieden die van belang zijn voor de instandhouding van een voortplantings- of rustplaats van de soort op populatieniveau, vallen hier ook onder. Daarnaast vallen ook tijdelijke, seizoensgebonden, verblijfplaatsen (bijvoorbeeld holen) of standplaatsen die van belang zijn voor de gunstige staat van instandhouding van een soort op populatieniveau hieronder.

C. Inhoudelijke beoordeling aanvraagAndere bevredigende oplossingUit de gegevens van uw aanvraag blijkt dat het project is gebonden aan een specifieke locatie, namelijk de bestaande woningen aan de Elisabethgaarde, Dorotheagaarde en Anne Franklaan te Bussum. De renovatie van de galerijflats is noodzakelijk om de woningen te behouden voor de komende decennia. Wanneer geen renovatie plaatsvindt, zijn de woningen op termijn niet meer verhuurbaar als gevolg van de zeer beperkte energiezuinigheid.

In het aangeleverde 'activiteitenplan'van 6 maart 2019 beschrijft u dat er goed is gekeken naar een alternatieve werkwijze. Verkorting van de duur van de ingreep is volgens u productietechnisch onmogelijk. Flet is geen optie om voor het gehele werk van 94 woningen alle gevelsteigers tegelijk te plaatsen, alle gevel- en dak-werkzaamheden te verrichten, alle kunststof kozijnen te vernieuwen en de gevelsteigers weer te demonteren. In een bouwtraject zit een regelmaat die gevolgd wordt. Deze regelmaat zorgt ervoor dat bewoners goed geïnformeerd kunnen worden, logistiek (aanvoer en opslag), georganiseerd kan worden (binnenstedelijke infrastructuur) en de bouw veilig is voor bewoners en vaklieden. Overal tegelijk werken is om deze redenen optie.

Flet plaatselijk isoleren van de woningen, waarbij de aangetroffen verblijfplaatsen voor vleermuizen gespaard blijven, is volgens u geen mogelijkheid. Om het warmteverlies volledig terug te dringen en geen warmtelekken te laten ontstaan, is het van belang de volledige muren te isoleren. Door plaatselijk niet te isoleren ontstaan koudebruggen, dit is niet wenselijk.

U geeft aan dat het inpandig isoleren ook geen bevredigende oplossing is. Gedurende de werkzaamheden zijn de woningen bewoond. De technische ingrepen en daarmee ook de impact op de privacy van bewoners is dermate hoog bij inpandige isolatie, dat dit niet verantwoord is. De kosten voor deze ingreep zijn daarnaast vele malen hoger. Deze zeer hoge kosten zorgen ervoor dat de eigenaar mogelijk zelfs geen mogelijkheid ziet om bij te dragen aan het klimaatakkoord.



De planning van de werkzaamheden is zoveel als mogelijk afgestemd op de kwetsbare periode van de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis. Werkzaamheden aan het pand waar verblijven aanwezig zijn van de gewone en ruige dwergvleermuis worden uitgevoerd na het einde van het paarseizoen en eindigen voor de start van de actieve periode. Daarnaast wordt de bebouwing voorafgaand aan de werkzaamheden ongeschikt gemaakt, zodat geen vleermuizen meer aanwezig zijn tijdens de werkzaamheden. De gekozen werkwijze is daarmee een alternatief met zo min mogelijk schadelijke effecten op de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis.

Er is geen reëel alternatief voor de ingreep waarbij effecten op gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis kunnen worden voorkomen. De gekozen werkwijze van renovatie wordt dan ook gezien als het alternatief met de minste effecten op (beschermde) natuurwaarden.

Belang van de ingreepU heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van het belang:• in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen

van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten.

Het streven van BAM Wonen bv is om woningen naar een hoger energielabel te brengen. Hierover zijn met het Ministerie nadere afspraken gemaakt. Vanuit maatschappelijk belang wordt gestreefd naar meer wooncomfort en lagere energiekosten voor huurders.

De renovatiewerkzaamheden worden uitgevoerd om de woningen energiezuiniger te maken. Het huidige energielabel van de woningen in het plangebied is gemiddeld label F. Door onder andere de aanwezigheid van (gedeeltelijk) enkel glas en het ontbreken van dakisolatie en/of spouwmuurisolatie is het energieverbruik van de woningen erg hoog. Als gevolg van de renovatiewerkzaamheden, waaronder plaatsen van HR++ glas, spouw- en dakisolatie, zullen de woningen een hoger energielabel krijgen. Dit betekent dat het energieverbruik van de woningen drastisch wordt teruggebracht en dat dit voor het milieu een significant positieve bijdrage levert. De werkzaamheden resulteren in een gasbesparing van 27.000 m3 op jaarbasis. Ook wordt er per jaar ongeveer 220.000 KWh duurzaam opgewekt.

Het verbeteren van het binnenmilieu van woningen, scholen en kindercentra is één van de speerpunten uit de Nationale aanpak Milieu en Gezondheid van de overheid (bron: www.rivm.nl). Door de verbouw zullen de 94 woningen technisch in betere staat verkeren en beter geïsoleerd zijn. Door isolatie van woningen en het verbeteren van de ventilatie kunnen enerzijds de energielasten sterk verlaagd worden en anderzijds het comfort en het binnenmilieu verbeterd worden. Momenteel hebben veel bewoners last van vocht, tocht en/of schimmels. Het project draagt bij aan de verbetering van de volksgezondheid door de woningen dusdanig te isoleren dat vocht en tocht in huis te beperken.

Mensen kunnen gezondheidsklachten ondervinden door vocht in de woning. Het is niet duidelijk welke specifieke factoren in een vochtige woning hiervoor verantwoordelijk zijn. Waarschijnlijk spelen huisstofmijten en schimmels een belangrijke rol. Vocht bevordert namelijk de ontwikkeling van schimmels, bacteriën en huismijt, die een bedreiging vormen voor de gezondheid van de bewoners. Ook kan vocht ervoor zorgen dat chemische stoffen zoals formaldehyde uit bouwmaterialen vrijkomen. In onderzoek is een consistente associatie gevonden tussen vocht in de woning en het voorkomen van luchtwegsymptomen zoals hoesten en piepen. Het is waarschijnlijk dat schimmels een rol spelen in de relatie tussen vochtige woningen en gezondheidseffecten, maar een kwantitatieve onderbouwing hiervan ontbreekt (nog) (bromwww.rivm.nn. Daarnaast kan ook een te droge woning tot gezondheidsklachten leiden.

Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden zijn wij van oordeel dat het voornoemde belang voldoende onderbouwd is.

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn nl


Staat van instandhouding Gewone dwergvleermuisDe gewone dwergvleermuis is de meest algemeen voorkomende vleermuis in Nederland. Deze soort wordt in heel Nederland waargenomen en komt vooral voor in de bebouwde omgeving, zowel in het stedelijk gebied als op het platteland. Er zijn geen aanwijzingen bekend voor een aantalsverandering (NDFF Verspreidingsatlas Zoogdieren, 2019). De landelijke staat van instandhouding wordt daarom als gunstig beschouwd. Verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis bevinden zich in de regel in gebouwen (BIJ12, 2017a).

Binnen het plangebied zijn drie zomerverblijfplaatsen en vijf paarverblijfplaatsen met één individu aanwezig. Het is niet uit te sluiten dat verblijfplaatsen in de winter worden gebruikt wanneer deze vorstvrij blijven. Gebruik van verblijfplaatsen in de winterperiode is echter niet aangetoond. Het plangebied is daarmee van belang voor de lokale staat van instandhouding. In de directe omgeving van het plangebied zijn veel potentiële verblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis aanwezig, onder andere in de vorm van gelijkende bebouwing zoals binnen het plangebied en in de vorm van gebouwen met pannendaken en open spouwmuren.

Ruige dwergvleermuisDe ruige dwergvleermuis is een algemeen voorkomende vleermuissoort in Nederland die vooral in de zomer wordt waargenomen. In deze periode trekken vrouwtjes zuidwaarts waarbij ze langs paarkwartieren van mannetjes trekken. De paarverblijven zijn te vinden in boomholtes en nissen en spleten van bebouwing. Mannetjes ruige dwergvleermuizen overwinteren onder andere in boomholtes en houtstapels, na strenge vorst kunnen ze verhuizen naar een verblijfplaats in een gebouw (BIJ12, 2017b). Er zijn geen aanwijzingen bekend voor een aantalsverandering (NDFF Verspreidingsatlas Zoogdieren, 2019). De landelijke staat van instandhouding wordt daarom als gunstig beschouwd.

Binnen het plangebied zijn zes paarverblijfplaatsen met één individu aanwezig. Het is niet uit te sluiten dat verblijfplaatsen in de winter worden gebruikt wanneer deze vorstvrij blijven. Gebruik van verblijfplaatsen in de winterperiode is echter niet aangetoond. Het plangebied is daarmee van belang voor de lokale staat van instandhouding. In de directe omgeving van het plangebied zijn veel potentiële verblijfplaatsen voor de ruige dwergvleermuis aanwezig. Onder andere in de vorm van gelijkende bebouwing zoals binnen het plangebied en in de vorm van gebouwen met pannendaken en open spouwmuren. Daarnaast zijn ten zuiden van het plangebied meerdere bomen aanwezig waar zich potentieel verblijfplaatsen kunnen bevinden.MaatregelenOm negatieve effecten van de werkzaamheden op de soort tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven in hoofdstuk 6 op pagina 15 t/m 18 van het bij de aanvraag gevoegde rapport'Activiteitenplan'van 6 maart 2019.

De werkzaamheden aan de buitenschil van de gebouwen vindt plaats buiten de kwetsbare periode van de vleermuizen. Voor de drie aangetroffen zomerverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis worden tijdelijke alternatieven aangeboden in de directe omgeving. Deze twaalf vleermuiskasten van het type VK MP 01 of vergelijkbaar worden opgehangen op de locatie zoals weergegeven in bijlage 1 bij dit besluit. Voorafgaand aan de werkzaamheden worden de verblijfplaatsen ongeschikt gemaakt door het plaatsen van een exclusion flap over de invliegopeningen.

Tijdens de renovatie worden verschillende voorzieningen aangebracht ter compensatie van verblijfplaatsen die verloren gaan. Er worden in totaal 68 permanente verblijfplaatsen gerealiseerd in de gerenoveerde woningen. De verblijfplaatsen bestaan uit inbouwkasten en ruimte achter de boeiborden. De verblijfplaatsen zullen, gezien de twee verschillende typen en het verspreid over de bebouwing aanbrengen, in microklimaten verschillen.

De werkzaamheden vinden plaats buiten de actieve periode van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. De permanente paarverblijfplaatsen worden gerealiseerd in februari 2020. De permanente alternatieve zomerverblijfplaatsen worden gerealiseerd in maart 2020. Gedurende de werkzaamheden wordt een meervoud aan alternatieve verblijfplaatsen gerealiseerd waardoor er te allen tijde verblijfplaatsen aanwezig zijn in de actieve periode, zoals

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www rudnhn.nl


weergegeven in bijlage 1 bij dit besluit. Tijdens de werkzaamheden kunnen de vleermuizen uitwijken naar onder andere de vleermuiskasten in de omgeving. In de permanente situatie worden voldoende definitieve verblijfplaatsen gerealiseerd, wat bijdraagt aan de instandhouding van de soort in de omgeving. Door de aanwezigheid van de alternatieve verblijfplaatsen is op de korte en lange termijn geen sprake van een afname van mogelijkheden voor verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis.

Om ingebruikname te voorkomen, worden verblijfplaatsen voorafgaand aan het inactieve seizoen ongeschikt gemaakt. Hierdoor wordt voorkomen dat individuen worden verwond of gedood.

De door u voorgestelde maatregelen zijn voldoende. De in het plangebied aanwezige essentiële onderdelen van het leefgebied van de gewone en ruige dwergvleermuis blijven (op de lange termijn) behouden. Ter aanvulling hebben wij extra voorschriften opgenomen. Wanneer de werkzaamheden worden uitgevoerd conform de door u voorgestelde maatregelen en de aanvullende voorschriften, wordt voorkomen dat de werkzaamheden afbreuk doen aan het streven de populaties van de soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

ZorgplichtVoor de soorten waarvoor wij u ontheffing verlenen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wnb, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dieren plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is nadelige gevolgen voor deze soorten te voorkomen.

VogelsU dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Wij wijzen u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode.

D. SlotoverwegingenVerloop termijn ontheffingIndien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, zeker vijf maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project.

E. Procedure en samenhangende besluitenDe voorbereiding van deze vergunning heeft plaatsgevonden overeenkomstig het bepaalde in de Wnb en de daarvoor relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht. Wij wijzen u erop dat uw aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor mogelijk ook op grond van andere weten regelgeving een besluit nodig is. Tevens kunnen er overige belemmeringen zijn in het kader van ruimtelijke belangen.

F. KennisgevingDit besluit wordt door ons geplaatst op de website van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord- Holland Noord.



Meer informatieHeeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met mevrouw S. Smit via 088-102 13 00 of [email protected]. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, namens dezen,

J.C.M. BlokAfdelingsmanager Regulering Leefomgeving a.i.Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN)

Binnenkort verandert onze naam in Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN). Voor meer informatie zie www.rudnhn.nl.

Bijlagen: • Bijlage 1 - Locatie alternatieve verblijfplaatsen• Bijlage 2 - Fasering werkzaamheden

Kopie aan: • Aveco de Bondt• Afdeling Toezicht en handhaving RUD NHN

RechtsbeschermingU en andere belanghebbenden die het niet eens zijn met dit besluit, kunnen binnen 6 weken, gerekend vanaf de dag na datum van verzending van dit besluit, een bezwaarschrift indienen bij gedeputeerde staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie. Postbus 3007, 2001 DA HAARLEM.Het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende bevatten:• uw naam, adres, postcode en woonplaats;• de datum;• over welk besluit het gaat (u kunt het beste een kopie van dit besluit bijsluiten);• de redenen waarom u het niet eens bent met het besluit;• uw handtekening.

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet.

Indien onverwijlde spoed dit vereist, kunt u de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord- Holland, Sectie bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR HAARLEM vragen om een voorlopige voorziening te treffen. U kunt het verzoekschrift ook digitaal bij de rechtbank indienen via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken overeen elektronische handtekening (DigiD). Voor meer informatie verwijzen wij naar www.rechtspraak.nl. Voor de behandeling van het verzoek wordt griffierecht geheven.

De provincie wil bezwaren tegen besluiten graag op informele wijze behandelen. Als uw bezwaar in aanmerking komt voor deze informele behandeling nemen wij op korte termijn telefonisch contact met u op. In verband hiermee verzoeken wij u om in uw bezwaarschrift het telefoonnummer te vermelden waarop u overdag bereikbaar bent. Voor meer informatie over de informele behandeling kunt u telefonisch contact opnemen met provincie Noord-Holland.

Postbus 2095 a 1620 EB Hoorn a www.rudnhn.nl


Bijlage 1 - Locatie alternatieve verblijfplaatsen

Figuur 1. Locatie tijdelijke alternatieve verblijfplaatsen. Bron: Boonstra, D. 1 mei 2019. Memo, . Aveco de Bondt, Amersfoort.



Bijlage 2 - Fasering werkzaamheden

Figuur 2. Fasering werkzaamheden. Bron: Boonstra, D. 6 maart 2019. Activiteitenplan - Ontheffingsaanvraag Wet natuurbescherming Elisabethgaarde e.o. te Bussum. Aveco de Bondt, Amersfoort.

De werkzaamheden vinden plaats van:

Complex 1 t/m 3: 14 oktober 2019 t/m 15 februari 2020

Complex 4 t/m 6: 11 november 2019 t/m 10 februari 2020



A rn* rud - OD NHN...De ontheffing is aangevraagd voor de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31...

Documents

Transcript of A rn* rud - OD NHN...De ontheffing is aangevraagd voor de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31...