Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien...

55
“Onbegrensd fietsen van Sevilla naar Girona” door Harrie van Haaren. Van 22 mei t/m 14 juni 2013. Dag 1, woensdag 22 mei. Sevilla-Lora del Rio. Afstand 70 km. Hoogtemeters 163. We staan vroeg op. Het is nog donker als Jacky mij naar Schiphol brengt. Daar aangekomen laad ik mijn fietsdoos op een kar. Er is nog net plaats over voor het grote pak met alle fietstassen en kampeerspullen. Het pak weegt 19,5 kilo en ik heb nog een fietstas met daarin mijn stuurtasje dat samen 8 kilo weegt. Na een licht emotioneel afscheid van Jacky duw ik mijn kar de vertrekhal binnen. Het is al heel druk op dit vroege uur. Omdat de fietsdoos op zijn kant staat kan ik er niet bovenuit kijken en bots overal tegen aan. Vooral tegen mensen. Een heel vriendelijke Transavia mevrouw handelt mijn bagage af. Het pak kan op de band en de fietsdoos moet ik naar de bijzondere bagage brengen. Tot zover gaat alles prima. Bij de douane aangekomen wordt mijn fietstas aan alle kanten gescand waarna deze apart wordt gezet. Na een tijdje komt een allochtone douane beambte met de tas aanzetten. Deze wordt helemaal binnenstebuiten gekeerd. Ik voel hem al aankomen. Ik heb de stommiteit begaan om alle zware dingen zoals gereedschap, kabelslot e.d. in de handbagage te doen. Dit omdat het grote pak met tassen niet meer mag wegen dan 20 kilo. In het vliegtuig is elk stuk metaal een potentieel moordwapen. Zelfs van mijn EHBO setje wordt elk onderdeel nauwkeurig bestudeerd zoals het schaartje. Van de reserve onderdelen hebben de spaken de bijzondere aandacht van de dame. Ik zeg: het zijn spaken voor de fiets. Ze kijkt me aan alsof ze nog nooit een fiets met spaken heeft gezien. Het resultaat van deze controle was dat de tas niet de cabine mee in mocht. De enige mogelijkheid was om de tas alsnog als ruimbagage in te klaren. In lichte paniek en tegen de stroom mensen in ga ik dus weer terug naar de bagage afdeling. Hoe lang gaat dit duren? Haal ik het vliegtuig nog? Een

Transcript of Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien...

Page 1: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

“Onbegrensd fietsen van Sevilla naar Girona” door Harrie van Haaren.

Van 22 mei t/m 14 juni 2013.

Dag 1, woensdag 22 mei. Sevilla-Lora del Rio. Afstand 70 km. Hoogtemeters 163.

We staan vroeg op. Het is nog donker als Jacky mij naar Schiphol brengt. Daar aangekomen laad ik mijn fietsdoos op een kar. Er is nog net plaats over voor het grote pak met alle fietstassen en kampeerspullen. Het pak weegt 19,5 kilo en ik heb nog een fietstas met daarin mijn stuurtasje dat samen 8 kilo weegt. Na een licht emotioneel afscheid van Jacky duw ik mijn kar de vertrekhal binnen. Het is al heel druk op dit vroege uur. Omdat de fietsdoos op zijn kant staat kan ik er niet bovenuit kijken en bots overal tegen aan. Vooral tegen mensen.

Een heel vriendelijke Transavia mevrouw handelt mijn bagage af. Het pak kan op de band en de fietsdoos moet ik naar de bijzondere bagage brengen. Tot zover gaat alles prima. Bij de douane aangekomen wordt mijn fietstas aan alle kanten gescand waarna deze apart wordt gezet. Na een tijdje komt een allochtone douane beambte met de tas aanzetten. Deze wordt helemaal binnenstebuiten gekeerd. Ik voel hem al aankomen. Ik heb de stommiteit begaan om alle zware dingen zoals gereedschap, kabelslot e.d. in de handbagage te doen. Dit omdat het grote pak met tassen niet meer mag wegen dan 20 kilo. In het vliegtuig is elk stuk metaal een potentieel moordwapen. Zelfs van mijn EHBO setje wordt elk onderdeel nauwkeurig bestudeerd zoals het schaartje. Van de reserve onderdelen hebben de spaken de bijzondere aandacht van de dame. Ik zeg: het zijn spaken voor de fiets. Ze kijkt me aan alsof ze nog nooit een fiets met spaken heeft gezien. Het resultaat van deze controle was dat de tas niet de cabine mee in mocht. De enige mogelijkheid was om de tas alsnog als ruimbagage in te klaren.

In lichte paniek en tegen de stroom mensen in ga ik dus weer terug naar de bagage afdeling. Hoe lang gaat dit duren? Haal ik het vliegtuig nog? Een half uurtje later en 10 Euro lichter kom ik weer terug bij de douane. Ik had nu alleen mijn stuurtasje zonder metaal en dat was oké. Alleen zelf was ik niet oké. Die scan bleef maar piepen terwijl ik niets van metaal aan mijn lijf had. De douanier bleef mij maar fouilleren en vragen of ik ergens metaal had. Na een tijdje schoot het me te binnen. Oh ja, ik heb een nieuwe heup! Eindelijk mocht ik door.

De vlucht ging voorspoedig en gelukkig was al mijn bagage meegekomen. In de bagagehal stonden ook 3 Italianen hun fiets op te tuigen. Zij gingen de Ruta de la Plata oftewel de Zilverroute fietsen, van Sevilla naar Santiago de Compostella. Deze tocht staat ook nog op mijn programma.

Het fietsklaar maken van al mijn troep was ook nog een hele klus. Stuur rechtzetten, zadel omhoog, trappers monteren, banden oppompen (die moeten leeg vanwege ontploffingsgevaar in het vliegtuig i.v.m. de druk). Nadat ik de inhoud van al mijn tassen heringedeeld en bevestigd had kon ik eindelijk vertrekken. Ik doe mijn

Page 2: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

buff en mijn helm op en wil mijn fietsbril opzetten. Helaas, deze is nergens te bekennen. Ik ben bang dat deze in het vliegtuig uit mijn stuurtasje is gevallen. Speciaal voor deze tocht had ik er verdomme nog Varilux glazen in laten zetten om mijn Garmin GPS te kunnen uitlezen. Gelukkig heb ik nog mijn gewone bril. Dus daar doe ik het dan maar mee.

Wat onwennig rijd ik de aankomsthal uit. Eenmaal buiten schijnt er een weldadig zonnetje op mijn blote armen en benen. Daar hebben we dan zo lang op gewacht. In Nederland is het nog steeds koud en zelfs herfstachtig. Al fietsend op de secundaire zandweg richting centrum van Sevilla valt de vliegveldstress langzaam van me af. Wat er ook afvalt op de hobbelige weg is een tas. Verdomme, hoe komt dat nu? Ik denk dat de spin de tas omhoog drukte. Dus bagage anders bevestigd en verder.

Ik kan niet direct aan mijn route beginnen omdat ik eerst nog gasflesjes moet kopen voor mijn gasbrandertje. Dat doe ik in een kleine d.h.z. zaak in een buitenwijk van Sevilla. Er zijn twee klanten voor mij maar het duurt vlot een half uur. Alle informatie wordt nog in grote beduimelde boeken opgezocht en iedereen heeft tijd zat. Ja Harrie, hier leeft men in een lager tempo dan thuis. Daar moet je aan wennen.

Ziezo, nu kan me niets meer gebeuren. Ik heb proviand van thuis meegenomen en kan koffie zetten. Mijn Garmin GPS loodst mij snel Sevilla uit. De eerste kilometers is het nog druk maar zodra ik een zijweg opdraai kan het grote genieten beginnen. Ik rijd nu op een rustige weg door een landbouwgebied. Er wordt van alles verbouwd maar opvallend veel uien. Je ziet soms wel vijftig man tegelijk bezig met uien rapen. De zon schijnt uitbundig zonder dat het heet is. Bovendien staat er geen wind. Al heel snel heb ik dan ook al 70 km gereden als ik aan onderdak denk.

Hier in de buurt zijn geen campings, daarom ga ik proberen mijn tentje bij een boer op te zetten. Het valt echter op dat de enkele boerderij die ik zie heel ver van de weg af ligt en voorzien is van hoge hekken en poorten. Dus je kunt niet zomaar het erf op fietsen. Bij een groot huis achter een hek zie ik een man. Hij zegt dat het zijn huis niet is en ik mag daar niet kamperen. Een eindje verder zie ik een groot huis met palmen er omheen en ik hoor pauwen. Daar lijken me wel mogelijkheden om mijn tentje op te zetten. Als ik de oprit oprijd wordt ik verwelkomd door drie grote joekels met ontblote tanden. Terwijl ze staan blaffen blijf ik stokstijf staan in de hoop dat de eigenaar het hoort en me komt verlossen. Als er na een tijdje niemand komt sluip ik met de staart tussen mijn benen weg.

Bij het derde adres heb ik meer succes. Van een boer die op het land uien aan het oogsten is mag ik gebruik maken van zijn schuur. Als ik daarin mijn tentje wil opzetten bedenk ik me dat ik net zo goed alleen mijn slaapmatje en slaapzak kan neerleggen. Ik heb immers al een dak boven mijn hoofd. Het is een rommelige schuur met landbouwmachines en grote uienzakken. Opeens bedenk ik me dat er wel eens ratten kunnen zitten. In mijn woordenboekje vind ik niet de naam van een rat, wel van een muis: raton. Aan de boer vraag ik of er ratones zitten en hij zegt van wel, maar ook Ratas, ratten dus. In allerijl zet ik alsnog mijn tentje op.

In de schuur kook ik met de bescheiden hoeveelheid water dat ik nog heb zelf mijn potje eten. Daarna schrijf ik mijn dagboek en ga vroeg naar bed. Er is immers geen licht en ook geen water. Het blijkt een onbewoonde

Page 3: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

schuur te zijn. Het was een warme dag en ik heb blijkbaar veel vocht verbruikt. Met een halve bidon water ga ik de nacht in en zet mezelf op rantsoen. Elke keer een klein slokje water.

Dag 2, donderdag 23 mei. Lora del Rio-Córdoba. Afstand 98 km. Hoogtemeters 498.

Vroeg opgestaan. Ik heb geen water om koffie te zetten en kan dus ook niet ontbijten. Ik pak alles snel in en neem 3 uien mee van het land en zit al om 8 uur op de fiets. Het is heel aangenaam weer. Beetje fris nog maar al lekker zonnig. Al snel doemt het eerste dorpje op en er is een bar. Ik bestel een bocadillo met jamon en queso y cafe con leche. De barman is niet erg spraakzaam maar hij schept goed op. Ik krijg zowat een heel stokbrood rijk belegd met ham en kaas en ook nog voor een prikkie: 4,60 euro!

Ik rijd eerst nog een tijdje door het landbouwgebied . Er hangt een doordringende uiengeur maar die is niet onaangenaam. In een dorp koop ik bij de supermarkt 4 bananen, 4 perziken, een brood en een stuk gebak. Voor de deur eet ik de perziken en een banaan op. De mensen die met hun boodschappenkar langs komen kijken me aan alsof ik van Mars kom.

Bij Fuencubierta kom ik op de Via Verde Natural de la Campiña, een 30 km lang fietspad over een oud spoorwegtraject. Het loopt door heuvelachtige velden. Ik fietst soms tussen rietkragen door en er zijn wat bruggetjes. Onderweg kom ik verlaten stationnetjes tegen en er staan overal picknickbanken. Het uitzichten over de velden is prachtig en langs het fietspad staan de mooiste bloemen. Klaprozen en pinksterbloemen voorop, maar ook gele brem en paarse bloemen waarvan ik de naam niet ken. Het geurt er heerlijk. Op het hele traject ben ik nog niemand tegen gekomen als ik langs de weg vier werklui zie die aan het barbecueën zijn. Ze roepen me na en ik keer om. Ze zijn verwonderd over mijn uitmonstering met zoveel bagage. Ze vragen honderduit en ik kan zo lekker mijn Spaans oefenen. Al snel heb ik een groot stuk stokbrood met een lekkere kotelet in mijn hand. Of ik er ook nog een fles bier bij wil? No gracias, ik moet nog fietsen. Nadat zij mij op de foto hebben gezet nemen we afscheid. Toch leuk, zo’n onverwachte ontmoeting.

Na een kleine 100 km. Kom ik in Córdoba aan. Bij de Romeinse brug over de Guadalquivir stop ik. Hier waren Jacky en ik vorige winter ook nog toen we met de caravan 6,5 week in Andalusië waren. Ik vraag aan een man of hij mij op de foto wil zetten met de brug en de Mezquita op de achtergrond. De camping is in de binnenstad en met mijn Garmin rijd ik er zo naar toe. Ik schrijf me in bij de camping waar het tarief 24 Euro blijkt te zijn. Ik zeg tegen de charmante Spaanse schone van de receptie dat ik het duur vind. Het is de eenheidsprijs voor twee personen en een kampeermiddel zegt ze. “Kom jij dan bij mij in mijn tentje slapen” nodig ik haar uit. Ze moest hartelijk lachen maar ging toch niet op mijn uitnodiging in.

Juist als ik met mijn fiets naar mijn kampeerplek wil gaan hoor ik een harde knal. Klapband! Het ventiel blijkt in zijn geheel uit de binnenband te zijn gescheurd. Het velglint zit een beetje scheef waardoor het ventielgat een scherp randje laat zien. Dit in combinatie met het te strak aandraaien van het moertje heeft het probleem veroorzaakt. Ik leg er mijn enige reserveband op maar morgen moet ik eerst naar de fietsenmaker voor nieuwe banden.

Page 4: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Terwijl ik zo met die fiets sta te klooien kondigt onweer zich aan. Snel zet ik mijn tentje op en ga mezelf en mijn kleren wassen. Hier heb ik een speciale techniek voor: Ik gooi al mijn kleren in de douchebak, gooi er zeep overheen, en terwijl ik me douche blijf ik maar staan stampen op de kleren. Uitspoelen en klaar is Kees. Net tijdens het douchen belt Jacky. We hebben afgesproken dat ze elke dag belt. Dat is goedkoper dan dat ik haar bel. Ik vertel haar het wel en wee van de dag en sluiten het gesprek in de douche af. Als ik buiten kom zie ik ineens Ger de Haan met zijn vrouw Mieke, beiden oud collega’s bij kpn. Ger had mij horen bellen in de douche en tegen Mieke gezegd: ik mag barsten als dat niet de stem van Harrie van Haaren is. Ger is ook al gepensioneerd en staat hier met zijn Camper om Córdoba te bezoeken. Zij nodigen me uit op de koffie en de pils. We hebben gezellig bijgekletst.

Gelukkig bleef het onweer uit en heb ik nog met wat andere Nederlanders gesproken. Op de camping was wifi. Ik kon wel email ontvangen en internetten maar geen email verzenden. Vervelend, want ik heb aan meer dan 65 geadresseerden beloofd dagboeken te mailen over mijn trip. Het zal hier wel een zwakke wifi zijn. De volgende keer dan maar. Vermoeid van de lange dag duik ik mijn tentje in en ga slapen.

Dag 3, vrijdag 24 mei. Córdoba-Doña Mencia. Afstand 74 km. Hoogtemeters 1241.

Slecht geslapen. Mijn slaapmatje blijkt lek te zijn. Om de paar uur moet ik er lucht bijblazen en dat is niet goed voor de nachtrust. Bovendien sta ik aan de rand van de camping vlak langs de weg met veel verkeer.

Via mijn Garmin ben ik snel bij de fietsenmaker in het centrum. Ik koop er twee binnenbanden en een velglint voor 7,20 Euro! Daarna rijd ik via de nauwe straatjes van het oude Cordóba terug naar de Romeinse brug waar de route begint.

Het is fris en dreigend als ik de stad uit rijd. Al snel kom ik in een lange en steile klim terecht. Dat is niet erg maar de weg is superslecht. Als een zatlap slinger ik over de weg om de gaten en kuilen te vermijden. Via mijn helmspiegeltje houd ik het achteropkomend verkeer in de gaten hetgeen helemaal niet nodig is. Deze dag zal ik op het traject van 70 km slechts vier auto’s en 2 tractoren tellen! Al fietsend bedenk ik me dat het logisch is dat ze deze weg niet opknappen alleen maar voor die maffe fietser uit Rosmalen. Onderweg passeer ik 3 Duitse fietsers en ik maak ze niet vrolijk met mijn melding dat ze tientallen kilometers zeer slechte weg tegemoet gaan waarbij het grootste deel uit gruis bestaat en slechts sporadisch een strookje asfalt aanwezig is.

Na 40 km slechte weg kom ik aan in Castro del Rio. Het is inmiddels warm geworden. Ik heb dorst en mijn water is op. In een bar bestel ik een lekkere koude cola. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om een bocadillo met koffie te nemen. Ondertussen staan de stamgasten druk te kletsen aan de bar onder aanvoering van de vuilnisman die onder het genot van veel wijntjes (die steeds ongevraagd worden ingeschonken) het hoogste woord heeft. Het allerhoogste woord heeft echter de TV die in elke bar de hele dag keihard aan staat maar waar nooit iemand naar kijkt.

Volgens het boekje is in Doña Mencia een goedkoop hostal bij een restaurant. Als ik daar aankom is het restaurant open. Ik loop naar binnen maar er is niemand. Ook in de keuken is niemand te bekennen, hoe hard ik ook ola! roep. Dan maar aanbellen. Ook na tientallen keren klingelen geen reactie. Eindelijk, na twintig

Page 5: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

minuten komt een oud vrouwtje aangestommeld. Ja ik kan een kamer krijgen. Tarief: 10 Euro. Mijn fiets kan de garage in en ik neem mijn tassen mee naar boven. Ongelooflijk wat een kamer voor die prijs. Alles erop en er aan. TV, Mooie badkamer en goede bedden.

Nadat ik me heb opgefrist ga ik de stad in om te eten. Er zijn verbazend veel bars in deze plaats. Huis aan huis lijkt het wel. In een daarvan neem ik een lekkere vismaaltijd met scampi’s, inktvis, kabeljauw en nog twee soorten vis. Samen met brood, 3 glazen wijn en een toetje voor het koopje van 11,70 euro. Ze hebben hier ook wifi maar wederom kan ik geen mail versturen. Langzaamaan kom ik tot de conclusie dat het wel eens aan mezelf kan liggen of aan mijn toestel. Telkens krijg ik de melding “kan server niet vinden” Ik neem me voor hierdoor niet gestrest te raken en maar aantekeningen te maken die ik thuis als compleet reisverslag ga uitwerken. Ik ga terug naar mijn kamer en duik in bed. Welterusten.

Dag 4, zaterdag 25 mei. Doña Menica-la Guardia de Jaen. Afstand 98 km. Hoogtemeters 807.

Goed geslapen vannacht in een echt bed. Toen ik beneden kwam met mijn fietstassen keek de waard een beetje onvriendelijk. Ik denk omdat ik gisteren niet bij hem maar in het dorp heb gegeten. Vandaag staat de Via Verde de Aceite (olijven) op het programma. Een fietspad van 75 km waarvan 45 km zonder horeca of winkels. Daarom ga ik eerst naar de bakker en koop veel brood en 2 gebakjes die ik meteen opeet. Bij de groenteboer koop ik 4 bananen zodat ik niet bang hoef te zijn voor de hongerklop. Bij het eerste klimmetje weigerde mijn versnelling. Na aan wat stelschroefjes te hebben gedraaid schakelde de fiets weer als een zonnetje.

De Via Verde is mooi! Soms rijd ik over slechte stukken maar de uitzichten vergoeden alles. Ik rijd dwars door olijfgaarden en korenvelden. Langs het fietspad groeien de meest kleurrijke bloemen. Vaak rijd ik over oude spoorbruggen met diepe ravijnen onder me. Het wegdek van de bruggen bestaat uit oude bielsen waardoor ik hobbel de bobbel over het wegdek stuiter. Zouden ze niet rot zijn? Kunnen die bielsen mijn zware fiets wel dragen? Hoewel het zaterdag is kom ik slechts sporadisch een fietser of trimmer tegen. Een van die fietsers heb ik nodig als ik in een gat rijd en mijn achtertas er weer af valt. De stelschroef van de klem blijkt los te zitten en mijn sterschroevendraaier is te groot. Een hulpvaardige Spaanse fietser heeft de juiste maat en het probleem is opgelost. Muchas gracias amigo!

Zo weinig picknickmogelijkheden er op gewone wegen zijn zoveel mogelijkheden zijn hier. Op elke picknickplaats staat een bordje met pijltjes naar links en rechts die aangeven hoever het volgende bankje is. Wat een service! Op een van die plekken ga ik uitgebreid zitten lunchen. Ik zet water op voor de koffie en eet het grote stokbrood bijna helemaal op. Ik ga met mijn rug naar de zon zitten want het wordt net iets te heet.

Langzamerhand nadert het einde van de Via Verde en kom ik in Jaen. Dit is de olijfhoofdstad van Spanje. Voor de laatste kilometers heb ik nog wat energie nodig. Daarom stop ik nog even op een dijkje om een boterham met gemberkoek te eten. Jaen is een grote stad maar mijn Garmin loodst me er met gemak doorheen. Onderweg zie ik een aantal grote hotels maar hier wil ik niet overnachten. Ik zoek een hostel in een kleinere plaats verderop. Juist als ik de stad uitrijd kom ik een Nederlands stel tegen dat ook met Benjaminse fietst. Zij zijn op weg naar Córdoba. Ik vergal hun humeur door te vertellen dat er voor Córdoba 40 km heel slechte weg overbrugd moet worden. Ik wens hen veel plezier en ieder gaat zijn eigen weg.

Page 6: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Ondanks vragen aan bewoners vind ik geen hostel in de buitengebied van Jaen. Verder rijden dan maar. Ik heb al bijna 100 km gereden en begin moe te worden. Bovendien is het al laat. Na nog een eind rijden en vragen vertelt men mij dat in La Guardia de Jaen waarschijnlijk wel een hostel zal zijn. Onderweg daar naar toe breekt de bout van mijn lowrider af en verlies ik een tas. Dat kan er ook nog wel bij. Net op een steile helling, en staande in een betonnen goot langs de weg repareer ik met ti-rips provisorisch de drager.

In La Guardia aangekomen zie ik in geen velden of wegen iets wat op een hostel lijkt. Ik vraag het nog aan een oud vrouwtje maar die is zo dement als een kip. Dan ga ik zelf maar op zoek. Het is maar een klein dorpje en er is weinig leven op straat. Het is al half acht en ik smacht naar onderdak. Als ik ergens licht zie branden denk ik dat het een bar is maar het blijkt een kapsalon te zijn. Als ik naar binnen ga zijn op dit late uur op zaterdagavond nog twee kapsters druk in de weer met 4 bejaarde dames. Zij zeggen dat er hier niets is waar je kan slapen. De paniek begint bij mij langzaamaan toe te slaan. Ik ben kapot en wil geen meter meer fietsen. Dat zeg ik in mijn beste Spaans ook tegen de dames. Wijzend naar mijn fiets geef ik aan dat ik mijn slaapzak wel in de kapsalon wil neerleggen. Zij zijn welwillende en gaan bellen. Ik moet wachten tot er iemand komt.

Intussen worden de vier oude dametjes geföhnd dat het een lieve lust is. Na een tijdje verschijnt er een jongeman met wie ik mee ga. Een eindje verderop maakt hij een deur open en ik loop een heus appartement binnen. Grote huiskamer-keuken met alle apparatuur, 3 slaapkamers met wel 6 bedden. Alles prima. De jongeman blijkt een gemeente ambtenaar en dit is een gemeentelijk gebouw. Ik vraag de prijs en de jongen zegt Gratis! Van het waarom van gratis begreep ik niet veel maar dat vond ik niet belangrijk. Wel zeg ik tegen hem dat ik hem dan persoonlijk betaal. Dit weigerde hij pertinent, ook toen ik zei dat de burgemeester het toch niet hoeft te weten. Na een korte rondleiding vertrok hij met de melding dat hij morgen (op zijn vrije zondag) om 9 uur hier zou zijn om de sleutel op te halen. Wat een geluksvogel ben ik toch.

Nadat ik me heb opgefrist steek ik de weg over naar de bar. Ik barst van de dorst en begin met een paar pilsjes. Bij elk pilsje krijg ik een schaaltje tapas. Daarna bestel ik het menu van de dag met een lekker wijntje terwijl de Champions Leage finale begint tussen Bayern Munchen en Dortmund. Met de aanwezige barman en zijn ober heb ik een geanimeerd gesprek. Het Spaans gaat steeds beter. Woorden die me tijdens de les niet te binnen schieten vallen zomaar bij me binnen. De tweede helft van de wedstrijd heb ik niet gehaald. Ik barstte van de slaap en dook onder de wol in mijn mooie appartement. Welterusten.

Dag 5, zondag 26 mei. la Guardia de Jaen-Jimena. Afstand 48 km. Hoogtemeters 747.

Ik heb geslapen als een os. Ben vroeg opgestaan en snel alles opgeruimd en ingepakt. Ik heb nog tijd over om aan mijn verslag te werken voordat de jongeman om 9 uur de sleutel komt ophalen. Ik bedank hem heel hartelijk voor zijn hulp. Aanvankelijk kan ik niet op de route komen. Met het maken van de route thuis op de computer kon ik ook op dit gedeelte geen weg vinden en had maar een rechte streep getrokken. Nu blijkt dat er echt geen weg is en dat ik een hele grote boog moet maken om het dal te overbruggen. Overigens heb ik op de fiets de nodige hulpmiddelen ter beschikking. Mijn stuur lijkt wel een cockpit: het routeboek op mijn stuurtas en met de fietscomputer en Garmin GPS lees ik afstand, hoogte, stijgingspercentage, temperatuur, calorie verbruik etc. af.

Page 7: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Als ik goed en wel op weg ben naar Mancha Real kondigt zich een wielerkoers aan. De kruispunten zijn afgezet door politie en veel motards rijden mij pijlsnel voorbij. Ik ben van plan met mijn “bakfiets” aan te pikken bij de wielrenners maar moet van motards langs de kant. Achteraf was dat maar goed ook. Het bleek geen suf amateurrondje te zijn. De renners trokken met hoge snelheid en strakke koppen aan mij voorbij. Het was een heel langgerekt peloton waarbij iedere renner tot het uiterste ging om bij te blijven. 

Ik ben van plan om door te rijden naar Jodar maar zie opeens een bordje “camping 16 km”. Nou, dat komt mooi uit, dan kan ik morgen in 65 km. Cazorla halen. in Jimena moet de camping zijn. Er is echter geen verwijsbord te zien. Als ik omwonenden naar de camping vraag geven ze steeds aan: doorrijden en dan rechts. Dus het kan niet ver meer zijn. Bij de afslag nog steeds geen bord. Voor de zekerheid vraag ik het nog een keer. Een man zegt nog 3 km. Dat valt dan weer tegen want ik zit gelijk in een zware klim. Na 3 km klimmen kom ik een echtpaar tegen en vraag opnieuw naar de camping. Nog 3 km zeggen ze! Dat zijn er dan al 6. Eindelijk zie ik een gebouw beneden mij met een aantal Europese vlaggen incl. die van de EU. Er staat echter nergens dat het een camping is, wel dat er kamers worden verhuurd. Dit moet het echter toch wel zijn. Naar beneden fietsen durf ik niet, zo steil is het. Als ik met de fiets naar beneden wil lopen bedenk ik me dat ik nooit meer boven kom als het de camping niet is. Als ik boven nog wat sta te treuzelen komt er iemand langs die zegt dat dit de camping niet is maar nog een eindje verder ligt. Gelukkig maar dat ik hier niet afgedaald ben.

De camping geeft mij al meteen een thuisgevoel. Op het terras is het hartstikke druk en veel ouders zijn met hun kinderen spelletjes aan het doen en aan het zingen. Als ik me ga inschrijven blijkt hier nooit een toerist te komen. Er komen hier alleen groepen, vooral met kinderen. Uiteraard kan ik hier overnachten. De campingbaas vraagt of ik geen probleem heb met de herrie die de kinderen maken. Nee zeg ik, uiteraard niet, ik ben als opa wel wat gewend. Op de vraag of ik hier ook kan eten wordt met ja geantwoord. Als ik vraag wanneer het eten is zegt Pepe, de ober, dat het op elk uur kan. Oké zeg ik, lurkend aan mijn pils, geserveerd met de eeuwige tapas. Ik denk straks te gaan eten als ik mijn tent heb opgezet en me heb gewassen. Echter, ineens staat er een groot bord macaroni voor mijn neus. Verder krijg ik nog een bord kip en een bak met sla. Om bier hoef ik ook niet te vragen dat vult Pepe vanzelf bij.

In de kantine is het druk en iedereen zit lekker te eten. Een jonge vrouw heeft haar kind aan de borst en ik spreek haar aan. Ik vertel dat ik een week voor mijn vertrek naar Spanje Opa ben geworden van een nieuwe kleinzoon. Ik laat haar foto’s zien van “onze Jim”. Ze vind het hartstikke leuk en moet lachen om het platte Vietnamese neusje van Jim. Ook met de andere aanwezige vrouwen kom ik in gesprek. Het Spaans gaat me steeds beter af, zeker na een paar pilsjes. De vrouwen willen alles weten over mijn tocht en waarom ik alleen ben. Ze vragen ook hoe oud ik ben. Ik laat ze raden en er komt 58 uit. Als ik zeg dat ik al met pensioen ben geloven ze het nauwelijks.

Ik krijg een mooi beschut plekje op de camping toebedeeld. Inmiddels waait het hard maar de wind deert me hier niet. Omdat ik nog zo vroeg ben heb ik de gelegenheid wat achterstallig onderhoud aan mijn fiets uit te voeren. Verder kook een nog een pan rijst met krenten, rozijnen, bruine suiker en kaneel, mijn lievelingskostje. Voedzaam en lekker.

Tegen de avond vertrekken alle gasten met hun kinderen en ik blijf alleen met Pepe achter op de camping. Ik ga nog een keer naar het terras en drink een wijntje terwijl ik aan mijn verslag werk. Als ik naar bed ga heeft de wind stormachtige proporties aangenomen. Ik denk aan morgen. Als het dan nog zo keihard waait zal ik dan

Page 8: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

niet wegwaaien in de afdaling en kom ik nog vooruit in de klim? Enfin, dat zie ik morgen wel weer. Welterusten.

Dag 6, maandag 27 mei. Jimena-Cazorla. Afstand 63 km. Hoogtemeters 1038.

Vannacht was er veel wind. Ook heb ik slecht geslapen. Dat kwam niet door de wind maar mijn slaapmatje is lek. Elke keer als ik me omdraai moet ik er lucht bijblazen. Als ik opsta is het ineens windstil. Het is wel koud en dreigend. Zwarte wolken hangen tegen de bergen. Om 8.30 uur opent Pepe de poort en ben ik weg. Waar ik gisteren in de klim zat moet ik nu eerst meer dan 6 km afdalen om weer op de route te komen. Ik doe een jasje aan en tijdens de afdaling zie ik dat het dal zonnig is. Het blijft fris maar het is prima klimweer. Ik heb immers weer de nodige hoogtemeters naar Cazorla op het programma staan.

Bij een winkel stop ik voor brood, bananen, nectarines, ham en een pak brownies voor noodgevallen. Weer rijd ik over uiterst rustige wegen. Strak asfalt, geen verkeer. In afdalingen kan ik hem lekker laten gaan. Ik heb goede zin en begin weer te zingen: parole, parole, parole. Dat is het enige dat ik ken van het Italiaanse liedje dat ik ook zong als ik goede zin had bij mijn tocht naar Rome.

Het Garmin GPS apparaat is intussen mijn grote vriend geworden. Hij loodst me snel dwars door steden en dorpen. In de bergen zie ik mooi de bochten aankomen. Ook geeft hij de top van beklimmingen aan waardoor ik mijn krachten kan doseren. Afgelopen winter heb ik me, met behulp van Nico, bekwaamd in het gebruik van het apparaat alsmede in het maken van routes op de computer.

Bij gebrek aan een picknickplaats lunch ik in een bushokje. Hier ben ik beschut tegen de wind en kan ik water koken voor de koffie. Ik neem de hele bank in beslag. Ik klets nog even met een vrouw die op de bus wacht.

Ik zie op tegen klim naar Cazorla. Van het vorig jaar toen ik hier was met Jacky herinner ik me een zware klim naar het stadje maar nu kom ik vanaf een andere kant en valt het mee. Met veel moeite neem ik de steile oprit van 18 % naar de camping. Vorig jaar moest Jo met zijn 4wheeldrive onze caravan naar boven trekken. Jo en Jeanne komen uit Schijndel en zijn 29 jaar geleden naar Spanje geëmigreerd. Zij hebben toen alleen een berg gekocht die ze eigenhandig hebben omgetoverd tot een prachtige camping met veel terrassen, amandelbomen en heel intieme plekjes voor kleinschalige kampeerders. Ook het uitzicht op het witte stadje en de bergen is fenomenaal.

Jeanne en Jo kenden me nog. Jo is even oud als ik en ook een fanatieke fietser. Vorig jaar is hij naar Noorwegen geweest en dit jaar gaat hij naar Finland om te fietsen. Hij wil daar onder andere drie nationale parken bezoeken. Ook heeft hij veel in zuid-Amerika rondgefietst. Hij vertelde me vorig jaar dat hij daar eens een tip kreeg om naar een woestijn te gaan die enkele dagen per jaar prachtig in bloei staat. Hij was daar toen hevig door geëmotioneerd, zo mooi. Niet iedereen begrijpt dat zei hij. Ik wel.

Toevallig waren Rob van de Weerden en zijn vriendin Gerry ook hier. Evenals vorig jaar hadden ze hier op de camping een huisje gehuurd. Lieke, de dochter van Jo en Jeanne had inmiddels een tweede kind gekregen.

Page 9: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Ik neem me voor morgen een rustdag te nemen. Het is hier goed toeven. Tevens kan ik dan mijn slaapmatje repareren. Nadat ik me heb opgefrist ga ik met de fiets het stadje in. Op het eerste terras strijk ik neer. De Peruaan die hier vorig jaar nog bediende er niet meer. Ze hebben hier ook wifi maar hier kan ik ook geen mail versturen. Ik leg me er bij neer dat het op mijn verdere tocht ook niet meer lukt. Nadat ik lekker gegeten heb koop ik brood en beleg voor morgen. Het is gezellig druk in Cazorla. Het is warm en op een ander terras pak ik nog een paar pilsjes, en ja, bij elk pilsje weer een bordje eten. Ik heb nog helemaal geen honger maar smul het toch maar op als buffer voor morgen. Voor vannacht leen ik een plastic luchtbad bij Lieke. Omdat het zo hoog is, en mijn tentje zo laag kom ik met mijn hoofd en mijn voeten tegen het dak van de tent. Maar gelukkig hoef ik vannacht niet meer te blazen

Dag 7, dinsdag 28 mei. Rustdag in Cazorla.

Goed geslapen op het geleende luchtbed. Op de kampeerplek is een mooi prieeltje met stoelen en een tafel. Hier geniet ik rustig van mijn ontbijtje. Vandaag hoef ik immers niet te fietsen. Naast mij staat ook een klein tentje met een Nederlandse fietser. Hij heeft hier een tijdje gewoond en komt nog regelmatig terug om mountainbike tochten te maken. Destijds heeft hij hier een bedrijf opgezet dat in samenwerking met fietsverhuurders mountainbike tochten organiseerde. Helaas leverde dat te weinig klandizie op waardoor hij in Nederland zijn oude beroep als organisatie deskundige weer heeft opgepakt.

Met mijn lekke slaapmatje onder mijn arm loop ik de vele trappen op naar het bovenste deel van de camping. Daar moet een waterval zijn waar ik mijn bed kan onderdompelen. Ik kom langs het huisje van Rob en Gerry en heb met hen een geanimeerd gesprek. Rob geeft weerbaarheidtrainingen, veelal aan hulpverleners en Gerry is directeur bij de gevangenis in Vught. Vorig jaar was zij nog bij ons thuis om de olijfolie en de honing op te halen die wij voor hen mee naar Nederland hadden genomen. Dit i.v.m. overgewicht van hun vliegtuigbagage. Dit jaar zijn zij voor een verblijf van een week met de auto gekomen. Rob is ook een verwoede fietser en vindt het allemaal prachtig wat ik doe.

Rob loopt met mij mee naar een nog hoger gelegen deel van de camping. Hier ben ik niet eerder geweest en ik zie een mooie waterval van wel 4 meter hoog. Dit is de levensader voor de camping. Jo en Jeanne zijn heel blij met de grote hoeveelheid water van dit jaar. Vorig jaar kwam er slechts en zeikstraaltje uit terwijl nu alle reservoirs vol zitten. Ik vind snel het lek en repareer het met een lapje en solutie.

Het is een beetje dreigend en fris. Ik doe iets warms aan en geniet van het prachtige uitzicht op het witte stadje en omringende bergen. Als ik mijn veldje verken zie ik een kersenboom staan die vol hangt met rijpe kersen. Zelfs het trapje staat er al onder. Dus plastic zak vullen en smullen maar. Later vertel ik tegen Lieke dat ik moet biechten omdat ik haar kersen heb gejat.

Om 4 uur ga ik naar de stad. Het is siësta en doodstil op straat. Wat een verschil met gisteravond. Vanavond komt het stadje pas weer tot leven. Hoewel ik twee uur geleden heb gegeten krijg ik ineens de hongerklop. Er zijn weinig eetgelegenheden open maar bij een bakker ligt lekker appelgebak in de vitrine. Ik bestel koffie met een groot stuk gebak. Beide uiteinden hangen zelfs over de rand van een boterhambord. Als ik moet afrekenen wil ik het niet geloven: samen 2 Euro. Hier kan de horeca in Nederland nog iets van leren. De winkels zijn nog

Page 10: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

dicht. Daarom fiets ik wat rond en bel Jacky. Thuis is het slecht weer. Haar vakantie in Frankrijk gaat waarschijnlijk niet door omdat Corrie Dineke moet verzorgen. Verder vertelt Jacky over het Nederlandse volleybal stel dat in Spanje vermoord blijkt te zijn en in stukken gesneden is terug gevonden. Licht ontdaan beëindigen we het gesprek en ik besluit hier niet teveel over na te denken.

Op de camping is geen wifi maar ik mag de computer gebruiken om mijn mail te checken en naar de weersverwachting te kijken. Het blijft mooi weer en circa 20 graden.

Op mijn gaspitje kook ik pijpjes macaroni, een grote paprika, drie uien van de uienboer, spaghetti saus, en Parmezaanse kaas. Ik heb een volle pan en eet daar ook meteen uit. Het blijft goed warm en het scheelt ook weer afwas. Ik heb wel een bord bij me maar dat heb ik helemaal niet nodig. Ik eet de inhoud van de pan helemaal op. Ondanks het vele eten voel ik me mager. Mijn broek zakt van mijn kont af. Ik moet zeker al enkele kilo’s zijn afgevallen.

Ik ga vroeg naar bed want morgen wacht weer een zware dag. Welterusten.

Dag 8, woensdag 29 mei. Cazorla-Tranco. Afstand 69 km. Hoogtemeters 1042.

Heerlijk geslapen op mijn gerepareerde matje. Om 6.45 uur sta ik op en om 9.00 uur ben ik op weg. Het is koud. Eerst heb ik een afdaling van 3 km. Het is12 graden. Rillend zit ik op de fiets maar al snel komt de eerste klim en mijn jasje gaat al uit. Ik ben op weg naar de pas Puerto de las Palomas op 1290 meter. De klim is circa 10 km lang. Het stijgingspercentage schommelt tussen de 6 en 9 %. Het is zwaar maar ik zit goed in mijn ritme. Hoe hoger ik kom hoe kouder het wordt. Het is nog maar 9 graden als ik besluit mijn jasje weer aan te doen. Het gebeurt niet vaak dat ik het in de klim koud heb.

Na zo’n 1,5 uur klimmem kom ik aan op de top. Hier spreek ik een echtpaar dat van alles vraagt over mijn tocht. Ik laat mijn routeboekje zien en de man kent zijn land goed want hij weet precies te vertellen dat het verder op de route in de regio Maestrazgo nog veel zwaarder wordt dan hier. Ook willen ze mijn leeftijd weten. Ik zeg dat ik 65 word en al “jubilado” ben, gepensioneerd (het woord pensionado kennen ze niet in het Spaans). Vol bewondering slaan ze hun handen voor de mond. Ik voel me zo trots als een aap met zeven lullen. Tenslotte gaan ze met mij op de foto en zij maken foto’s van mij met het spectaculaire uitzicht op de achtergrond.

Het is me inmiddels duidelijk dat ik echt oud word want oude mensen zeggen nooit hoe oud ze zijn maar hoe oud ze worden.

Met een extra jasje aan begin ik aan de afdaling. Er ligt lekker strak asfalt en de bochten zijn niet scherp. Met een kilometer of 55 per uur dender ik met die tank omlaag. Door mijn snelheid wordt het steeds kouder. Ik zoek een geschikte picknickplek maar zie niets. Ondertussen worden mijn handen steeds kouder. In het dal rijd ik langs de oever van de Guadalquivir. Deze rivier loopt door heel Andalusië en komt een eind verderop uit op het stuwmeer van Tranco. Ik rijd al een tijdje in het dal en barst van de honger als ik een picknickplaats zie met wel 10 banken. Het is hier een toeristisch gebied. Er worden dan ook veel wandelingen en bezienswaardigheden aangegeven. Ook is er een botanische tuin. Ik strijk neer op een bankje en doe me tegoed

Page 11: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

aan de warme zonnestralen. Ondanks dat het hier toeristisch is zit ik hier toch maar alleen met mijn thermosflesje koffie en mijn stokbrood. Toch geniet ik volop van de stilte. Ik hoor alleen de vogeltjes en het zacht kabbelende water.

Na het eten daal ik verder af richting het stuwmeer van Tranco. De lucht is inmiddels op temperatuur, ik snuif een heerlijke dennengeur op en de uitzichten zijn prachtig. Kortom genieten. In het Spaans: disfrutar.

Het stuwmeer is langgerekt en ik rijd wel een uur voordat ik bij Tranco aankom. Onderweg stop ik nog een paar keer om foto’s te maken van het staalblauwe meer met de donkergroene bergen op de achtergrond. Ook laat ik me nog op de foto zetten met het meer als decor. In Tranco is een grote stuwdam die het water mondjesmaar doorlaat naar de lager gelegen gebieden. Wie weet hoeveel mensen in de benedenloop afhankelijk zijn van drinkwater uit dit meer. Ik maak foto’s van de dam waarbij aan de ene kant het water bijna tot aan de weg staat terwijl aan de andere kant een diepe kloof te zien is met een gebogen betonnen wal die de grote druk van het water op moet vangen. Toen wij hier vorig jaar waren zijn wij hier links af gegaan en hebben toen een spectaculaire tocht gemaakt langs talrijke watervallen en diepe ravijnen. Nu ga ik rechtsaf en blijf het meer volgen tot aan de camping.

De ontvangst op de camping is allervriendelijkst. Moeder en dochter zitten samen te eten op het terras maar komen meteen in actie als ik aankom. Ik kan meteen inschrijven en de winkel is open. Ze hebben niet veel maar voor de spaghetti die ik wil koken hebben ze alles: ik koop alle groente op die in haar koelkast ligt en verder Parmezaanse kaas, spaghettisaus en een fles rode wijn.

Het is een mooie camping met twee grote zwembaden in het midden en veel kampeerplekken op mooie terrassen er omheen. Toch is het hier ook weer hetzelfde liedje. Ik sta weer alleen op de camping. Er staan wel een paar caravans maar dat zijn vaste plaatsen en zijn niet bewoond.

Nog voordat ik mijn tent op zet neem ik een paar goede slokken wijn. Heerlijk, en dat voor 1,20 euro! Ook maak ik alvast de salade klaar. Ik doe de tomaten en komkommer en een deel van de uien en paprika in een pan, en doe er zout, peper en olijfolie bij. Voor dat ik ga douchen eet ik alvast de helft van de sla op. De rest is voor straks.

Als ik lekker zit te smullen van mijn spaghetti met sla en het lekkere wijntje komt er een heel tevreden gevoel over me. Eigenlijk heb ik alles toch wel goed voor elkaar. Mijn fiets schakelt als een zonnetje, mijn GPS behoed me voor kilometers verkeerd rijden. Verder werken mijn “uitvindingen” perfect: Het fleecevest dat ik in een sloopje doe en als hoofdkussen gebruik, het frites emmertje waar precies een closetrol in past en die ik ’s-nachts als pispot gebruik. Verder doet mijn heup het goed. Hoe meer ik fiets hoe minder pijn ik heb. Alleen heb ik wat last van mijn rug. Daar zullen de zware klimmen en het klooien met het lage tentje wel debet aan zijn.

Naar mate de avond vordert begint het steeds harder te waaien. De wind giert nu door de bomen waardoor het een beetje unheimisch wordt zo alleen op de camping. Voor ik naar bed ga bel ik Jacky nog. Zij vertelt dat

Page 12: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Thieu’s vader op 92-jarige leeftijd is overleden en dat ze morgen naar de uitvaart gaat. De wind heeft weinig vat op mijn tentje omdat het zo laag en aerodynamisch is. Ik val dan ook snel in slaap.

Dag 9, donderdag 30 mei. Tranco-Riópar. Afstand 73 km. Hoogtemeters 1141.

Ik ontwaak als ik druppels hoor op mijn tentdak. Verrek, de was hangt nog buiten. Snel kruip ik uit mijn tentje, haal de was af en doe de regenhoezen over mijn voortassen. De rest van de nacht slaap ik slecht. Ik denk steeds aan het doemscenario om in de regen op te moeten breken en in de regen te moeten fietsen. Om 6.30 uur sta ik op en het is warempel droog! Het is wel koud.

Na het ontbijt vertrek ik met 4 lagen kleding aan. Omdat het op en af gaat is het probleem dat ik het in de klim warm heb en in de afdaling koud. Dus de hele dag jasje uit jasje aan. Mijn bestemming is de camping in Riópar op 70 km. Behalve een klim van 15 km op het eind van het traject heb ik vandaag allemaal korte klimmetjes zodat het hoogteprofiel eruit ziet als een muizentrapje. Onderweg koop ik ham, kaas en een groot brood. Beschut voor de wind vind ik in Benatae een zonnig bankje met prachtig uitzicht op het dorp. Ik hoor kinderstemmen vanuit het dorpsschooltje opstijgen. Verder is het er heerlijk stil. Ik neem een lange pauze en geniet van mijn driedubbel belegd stokbrood met ham. Dat moet immers meteen op wat met de zon op je tassen kun je geen ham bewaren.

De klim naar Riópar viel mee. Hij was niet zo steil maar wel lang,15 km. Ik doe er circa 2uur over. Intussen begin ik te beseffen dat wat ik doe uniek is. Af en toe zie ik een wielrenner, echter geen enkele tourfietser, laat staan een Opa van bijna 65 met een bult bagage van minimaal 25 kg.

De camping in Riópar ligt 7 km van mijn route af. Wel is het overwegend dalend en ik heb wind in de rug. Als ik morgen weer terug moet naar de route is dat natuurlijk weer andersom. De camping heeft goede faciliteiten en is niet duur, 10 euro. Er is wederom bijna niemand. Alleen een aantal vaste plaatsen zijn bezet. Ik sluit mijn telefoon en GPS aan op de stroompaal midden op het terrein. Dat is wel link. Tijdens het opzetten van mijn tentje moet ik dus goed opletten. De apparatuur onbeheerd achterlaten in het toiletgebouw durf ik helemaal niet. Die apparaten vormen toch mijn levenslijn.

Na het gebruikelijke wasje en plasje ga ik naar het restaurant. Het is groot. Er is misschien wel plaats voor 100 man. Toch zit ik hier……… ja je raadt het al. Weer alleen! Ik eet een lekkere pizza en drink 3 bier. Bij elk pilsje krijg ik een schaaltje Almendras, amandelen. Hier is wel wifi, dus ik kan weer mijn foto’s naar huis zenden via dropbox, mijn mail uitlezen en het weerbericht bekijken. De serveerster was vriendelijk maar niet erg spraakzaam. Normaal blijf ik altijd lang in een restaurant om mijn route te bestuderen en mijn verslag te maken. Hier ging ik toch maar snel naar mijn tentje omdat ik het gevoel had dat ik weggekeken werd. Alles wat de serveerster deed was niks, alleen wachten tot ik weg was. Zo zal ze wel geïnstrueerd zijn.

Page 13: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Na het eten gaat de wind liggen. Het is helder en koud. Noodgedwongen ga ik vroeg naar bed. Jacky belt me wakker. Ik vertel haar dat het goed gaat, dat ik vaak alleen op campings sta en dat de tocht zwaar is en nog zwaarder zal worden. Ze moet rekening houden met 5 tot 6 weken tot dat ik in de Franse Alpen aankom. Ze schrok hiervan maar zei wel dat ik me niet moet overhaasten en vooral moet genieten. Thuis was alles goed. Jim groeit als kool. Welterusten.

Dag 10, vrijdag 31 mei. Riópar-Robledo. Afstand 63 km. Hoogtemeters 803.

Als ik op sta is het 3 graden. Ik ontbijt met alle kleren aan. Er staat een harde koude wind. De eerste 7 km moet ik terug naar de route. Ik klim tegen de wind in. Dat is dubbel zwaar. En dat voor 7 “vuile kilometers”. In Riópar koop ik bananen, beleg, en twee grote bruine stokbroden. Ik laat ze doorsnijden anders passen ze niet in de fietstas.

Ik zie op tegen de zware klim over de Puerta de las Crucetillas op1450 meter. Rechtsboven me zie ik kolossale bergen. Door de vele rijen betonblokken die de afgronden markeren kan ik de loop van de weg zien. Het stormt bijna. Hoe kom ik daar over heen? Ik huiver door een mengsel van kou en angst. Op de splitsing waar ik rechtsaf moet stop ik. Hier staat een bord met Alcaraz 58 km, maar ook een bord met Alcaraz 51 km. Ik stap af om te overleggen (dat doe ik regelmatig met mezelf).

De 58 km gaat rechts de bergen in en de 51 km gaat over de doorgaande weg. Ik denk dat de doorgaande weg niet zo steil zal zijn. Bovendien is die ook nog 7 km korter. Ik besluit om de doorgaande weg te nemen en die joekels op rechts te mijden.

Ondanks de wind valt de klim aanvankelijk mee. Er zit geen verkeer op de weg en hat asfalt is strak maar al snel loopt het stijgingspercentage op tot wel 11%. Ik twijfel of ik wel een goede keuze heb gemaakt maar terug gaan is geen optie. Als ik nu een hartslagmeter had zou ik acuut moeten stoppen en om moeten keren. Als mijn hart bijna uit mijn borstkas komt moet Ik afstappen. Ik sta te hijgen als een molenpaard als er een paar wielrenners langs komen. (zij hijgen overigens ook flink) Hoe lang is de klim nog? Roep ik. Drie km, antwoorden ze. Zo, nu kan ik de klim ineens beter indelen. Ik weet nu wat me te wachten staat. Nadat ik mijn ademhaling weer onder controle heb stap ik op. Gelukkig wordt het nu iets minder steil. Als ik inzoom op mijn GPS zie ik een reeks haarspeldbochten maar ook de top wordt al aangegeven.

Als ik eindelijk boven aankom voel ik me trots. Zonder paniek is het me gelukt die joekel te overwinnen. Ik doe een extra jasje aan en eet een banaantje. De 15 km lange afdaling is pachting. De wind suist om mijn oren en mijn regenjasje klappert dat het een lieve lust is. Nu mis ik mijn fietsbril wel. Ik heb de tranen in mijn ogen door de wind. Het is koud ondanks de zon. Hongerig bereik ik het dal. Ik zoek een leuke picknickplaats maar door de honger neem ik genoegen met een minder charmante plek langs een vangrail. Ik eet een heel stokbrood op en drink mijn thermosflesje koffie.

Bij Alcaraz is het even zeken naar het begin van de 75 km lange Via Verde de la Sierra de Alcaraz.

Het fietspad verloopt nagenoeg vlak omdat alle bergen eruit gehaald zijn middels tunnels. Op het eerste stuk heb ik er vijf. Telkens als ik een tunnel in rijd is het pikdonker. Ik zie de grond en de muren niet. Mijn bril kleurt in het licht vanzelf donker maar als ik hem in de tunnel af zet wordt het er niet scherper op. De

Page 14: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

verlichting in de tunnels die werkt op zonne-energie bestaat uit kleine lampjes die één voor één aan floepen naarmate je verder fietst. Stapvoets en met mijn bril op het puntje van mijn neus zodat ik erover heen kan kijken rijd ik er doorheen. De verlichting is zo minimaal dat ik nauwelijks kan zien of er gaten in de weg zitten.

In Robledo strijk in neer in Hostal Bonanza, een chauffeurshostal met een goed restaurant. De kamer kost 30 euro maar is wel mooi. Alles marmer wat er blinkt. De barkeeper is niet vrolijk. Hij is niet erg spraakzaam en laat me zelf al mijn tassen naar de kamer sjouwen. Ik neem een heus bad om mijn vermoeide spieren eens lekker op te warmen. Ook biets ik zeep uit het pompje want de mijne is bijna op.

Als ik gewassen en wel aan de bar zit blijken de klanten wél in mij geïnteresseerd te zijn en vragen honderd uit. Ik laat mijn routeboekje zien en geef aan waar ik ben geweest en waar ik naar toe ga. De communicatie met de Spanjaarden gaat intussen steeds vlotter. Als zij weggaan wensen ze me een “buen viaje”.

Om 8 uur is de keuken open. Ik krijg een grote koude schotel, biefstuk met aardappels en een grote bak fruit na. Uiteraard vergezeld van een fles wijn. Ik Klap zowat. En dat allemaal voor het koopje van 11 euro!

Overigens, afgezien van de klanten aan de bar ben ik weer de enige gast in dit grote 28 kamers tellende hotel. Ook zit ik weer als enige in het restaurant. Misschien is dat wel de reden van de overvloedige maaltijd. De kok kon zich immers volledig op mij concentreren.

Nadat ik Jacky heb gebeld duik ik in mijn comfortabele bedje. Morgen om 8 uur ontbijt. Welterusten.

Dag 11, zaterdag 1 juni. Robledo-Fuensanta. Afstand 93 km. Hoogtemeters 180.

Ik heb goed geslapen. Als ontbijt bestel ik zoals gebruikelijk een bocadillo met ham en kaas. Het hostel zit aan de Via Verde en om 8.30 uur zit ik al meteen op de route. De zon schijnt uitbundig maar het is nog fris. Het lange onderhemd en het fietsjasje kan ik goed hebben. Evenals gisteren zijn er weer veel tunnels. Een groene hagedis van wel 40cm zit zich te koesteren in de zon. Ik stop om een foto te maken maar hij schiet snel weg.

Ook huppelen talloze conejos (konijntjes) over het pad.

Eigenlijk zou ik de hele dag op de Via Verde moeten zitten maar bij El Jardin is het pad afgesloten. Ik vervolg mijn route via de doorgaande weg. In een natuurwinkel koop ik nog pasta en zoet brood als noodrantsoen. Gisteren heb ik de kaart bestudeerd en ik denk vandaag wel 135 km te kunnen halen. Ik ben immers vroeg vertrokken en ik heb vandaag alleen maar afdalingen en vals plat. Zoals gebruikelijk zit er geen verkeer op de weg en het uitzicht is weids. Het lijkt hier op het Nederlandse polderlandschap maar dan met onmetelijke korenvelden.

In het dorpje La Herrera probeer ik de Via Verde weer op te pikken maar kan het niet vinden. Ondanks dat de route duidelijk op mijn kaart staat beweren de bewoners dat hier geen fietspad is. Voor ik dan maar weer terug fiets naar de doorgaande weg ga ik eerst eten op een bankje. Er komt een oud mannetje naast me zitten waar ik wat mee klets. Als snel wordt me duidelijk dat hij wellicht nog nooit het dorp heeft verlaten want van de hele wereld weet hij niets. Ik vraag aan hem of er een winkel is en hij verwijst me verder het dorp in. Als ik op het

Page 15: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

centrale pleintje aankom met een mooie muziekkiosk op de rotonde zie ik nog steeds geen winkel. Aan twee vrouwen vraag ik het opnieuw. Als ik alle straten drie keer heb gehad en het wil opgeven vraag ik het voor de laatste keer aan een man. Hij wijst naar de winkel maar ik zie het niet. Hij ziet me vragend kijken en loopt met me mee. Hij wijst me naar een openstaande deur met een kralengordijn ervoor. Het is een gewoon woonhuis en er is geen enkele aanwijzing dat het een winkel is! Als ik binnen kom verstomt meteen het gekwebbel van de aanwezige vrouwtjes. Zij kijken me aan alsof ik een spook ben. Buitenlanders komen hier natuurlijk nooit, laat staan iemand met zo’n helm op met een spiegeltje erop geplakt. Bij de dochter des huizes koop ik de hele kist bananen leeg, drie stuks! Verder koop ik nog een groot stuk zelf gebakken cake en de laatste 2 sinaasappels.

Als ik terug ben op de route blijk ik nog 50 km te moeten naar Alarcón. Daar is een camping. Naarmate de middag vordert zwelt de wind aan tot stormkracht. Ik zit op een kaarsrechte weg met de wind vol op kop. Ik kom geen steek vooruit. Snel laat ik dan ook mijn doelstelling van 135 km vallen. In La Roda stop ik om te overleggen en besluit om binnendoor de Via Verde te bereiken waaraan een paar kleine dorpjes liggen. Hopelijk kan ik daar overnachten want ik ben leeg na al die zware kilometers in de storm.

In Fuensanta zou de Via Verde langs een kanaal moeten lopen maar daar staat een bord met voor alle verkeer verboden en gevaarlijk (perigroso). Ik rijd daarom door naar het centrum van het dorp en vraag het aan jongens die lekker op een terras aan de pils zitten. Ze zien dat ik iets wil vragen en komen allemaal op me af. Nee, van die verbodsborden moet je je niets aantrekken. Gewoon inrijden. Oké amigos maar ik wil nóg iets vragen: is hier misschien ergens een hostel? Jazeker, hier aan de overkant. Aanvankelijk zie ik het niet want het gebouw leek mij een uit de kluiten gewassen gemeentehuis, zo kolossaal voor zo’n gehucht.

Als ik via de trappen het bordes op loop wordt ik verwelkomd door een corpulente kok met koksmuts en ruitjesbroek. Het lijkt of hij zo is weggelopen uit de Efteling. De zaak heet Villa Manolita, zie http://www.villamanolita.com Natuurlijk heeft hij een kamer voor me en loopt met me mee naar de garage waar ik mijn fiets kan stallen. Hij sjouwt al mijn tassen mee naar boven en praat honderd uit.

Een heel verschil met het hostel van gisteren. Het blijkt een koloniaal pand te zijn van honderden jaren oud met prachtige lambriseringen, kroonluchters en balustraden. Ik krijg een hele mooie kamer met houten luiken voor de ramen. Als ik de luiken open doe liggen er twee duive-eitjes in het randje. Ik maak er een foto van want dat maak je niet in elk hotel mee.

Als ik me heb gewassen is het nog geen etenstijd en maak ik een aantal foto’s van het prachtige pand. Ook loop ik het dorpje in en maak daar ook nog wat foto’s. Het is er aangenaam warm en het dorpje blakert in de zon. Terug in het hostel ontmoet ik de ober die achter de balie van de receptie zit. Ook een heel aardige man. Ik bestel een biertje en krijg er ook en schaaltje amandelen bij. Hij geeft me het wifi wachtwoord en ik stuur mijn foto’s door via dropbox. Ik vertel hem over dat grote wonder dat de foto’s die ik overdag maak ’s-avonds door mijn vrouw op de computer bekeken kunnen worden. In een mum van tijd heeft hij ook dropbox op zijn PC en op zijn smartphone geïnstalleerd. Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern waar ook een camping toe behoort. Het is toevallig de camping waar ik twee dagen geleden heb gekampeerd!

Page 16: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Als ik uitgenodigd wordt in de eetzaal zie ik ook nog het kamermeisje. Ze lijkt op de huishoudster van de burgemeester uit Swiebertje. Al snel blijkt dat ik de kok, de ober en het kamermeisje voor mij alleen heb. Het kamermeisje niet letterlijk natuurlijk.

De kok en de ober leggen mij volledig in de watten. Ik zit alleen in de mooie eetzaal en er wordt muziek gedraaid van los Indios Tabajaros, onder andere Maria Elena. Prachtig! Het primero (eerste gerecht) bestaat uit een groot bord salade met van alles erop en er aan, van hele asperges tot zalm aan toe. Als segundo (tweede gerecht) krijg ik varkensvlees, kroketjes van verschillende vissoorten en frites.

Daarna krijg ik nog iets wat ik nooit op heb. Iets ronds en heel zachts. Ik denk dat het zwezerik is. Dat wordt immers in dure restaurants gegeten. Ook de wijn is goddelijk. Ik zeg dat ik nooit eerder zo’n lekkere witte wijn op heb en ik meen het. De ober zegt dat het wijn uit de streek is en dat die van hele hoge kwaliteit is. Als de heren vragen welk nagerecht ik wens moet ik passen. Er kan niks meerbij. Ik ben volledig verzadigd.

Als ik lekker aan het nagenieten ben en de fles wijn al bijna heb leeg gelurkt komt de ober vertellen dat ik hier vannacht alleen ben. Zowel hij als de kok en het kamermeisje gaan naar huis. Ik krijg instructies hoe ik mijn fiets uit de garage moet halen, hoe ik het hostel moet afsluiten en waar ik de sleutel moet deponeren. Ook laat de ober zien waar in de keuken mijn ontbijt wordt klaar gezet. Met de magnetron kan ik zelf koffie zetten. Nadat ik heb afgerekend (het lieve sommetje van 54 Euro voor die Koninklijke ontvangst) komt de kok ook nog afscheid van me nemen. Ook laat hij een foto zien van zijn broer. Ja, die ken ik, zeg ik. Het blijkt de beheerder blijkt te zijn van de camping van twee dagen geleden!

Ik ga naar bed met een vreemd gevoel. Vannacht alleen in zo’n gigantisch pand. Ik hoop dat de vele kroonluchters vannacht niet gaan slingeren zoals in Efteling.

Dag 12, zondag 2 juni. Fuensanta-Olmedilla. Afstand 81 km. Hoogtemeters 455.

Ik heb goed geslapen ondanks dat ik alleen in het hostel ben. In de keuken staat mijn ontbijt klaar. Het is donker in de keuken en ik zoek de lichtknop. Ik druk op verschillende schakelaars maar het enige dat er gebeurt is dat allerlei apparatuur aanslaat incl. een grote afzuiginstallatie. Ik voel me als een kat in een vreemd pakhuis. Met het licht van de aangrenzende ruimte moet ik het doen. Ik zet koffie met de magnetron. Er staat brood, melk en een grote zak met cakejes. Beleg zijn ze blijkbaar vergeten maar ik vind zelf een pot jam.

Even later zit ik te ontbijten in de grote eetzaal. Vreemd, zo alleen in dit grote pand. Voordat ik de fiets uit de garage haal biets ik nog wat cakejes en amandelen voor onderweg. Ook schrijf ik nog een bedankbriefje voor de camarero en de cocinero. Ik doe de sleutel in de brievenbus en om 8.15 uur ben ik op weg.

Het is Koud, 11 graden. Ik rijd langs een betonnen kanaal steeds in de schaduw van dennenbomen. De weg is eigenlijk verboden voor verkeer. Ik denk dat ze hier geen verkeer willen om te voorkomen dat het kostbare drinkwater van het kanaal vervuild kan raken. Uiteindelijk is het een open waterleiding. Volgens de routebeschrijving moet ik bij Casa de Benitez het kanaal verlaten om via de doorgaande weg Alarcón te bereiken. Dat vind ik vreemd want op de kaart loopt het kanaal gewoon door naar Alarcón. Bovendien is dat korter en ik je rijdt beschut voor de wind onder de bomen door. Ik besluit het kanaal te blijven volgen.

Page 17: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Onderweg kom ik nog een dienstwagen tegen van de waterleidingmaatschappij. Ik doe net of ik gek ben en zwaai naar de man en rijd gewoon door.

Na tientallen kilometers langs het kanaal te zijn gereden ben ik het ineens kwijt. Wat blijkt: ik fiets óp het kanaal. Ik rijd over een heel hoge brug op palen met daar bovenop het betonnen kanaal en bovenop dat kanaal is het wegdek waar ik nu op rijd. Ik besef dat ik een van de weinigen ben die dit unieke bouwwerk heeft gezien en maak er dan ook een paar foto’s van. Je mag hier immers niet komen. De weg is alleen een dienstweg. Na nog een tijdje langs het kanaal te hebben gereden houdt de weg ineens op. Ik stuit op een stuw van de waterleiding en onder me is alleen een afgrond. Ik kan hier echt niet verder en moet terug, ondanks dat ik nog maar 5 km van Alarcón af zit.

Bij een bruggetje over het kanaal kan ik kiezen voor een verharde weg omlaag of een onverharde omhoog. Ik kies voor het eerste. Onderaan kom ik een paar wandelaars tegen die ik de weg vraag. Ze hebben het er moeilijk mee om mij te adviseren. Doorrijden via de verharde weg betekent zeker 20 km omrijden maar de onverharde weg is moeilijk met deze fiets met bagage. Ik kies voor de harde weg. Later zou blijken dat dit een heel gelukkige keuze was.

Als ik weer in de bewoonde wereld ben maak ik een extra stop om te eten. Ik neem in een bar weer de gebruikelijke bocadillo met ham en kaas en café con leche. Hoewel ik achter lig op schema vind ik het niet erg. Deze weg is veel mooier dan het saaie pad langs het kanaal. In de afdaling naar het stuwmeer lachen de klaprozen me tegemoet. Van veraf zie ik al het meer en ik maak foto’s. Uiteindelijk kom ik er pal langs te fietsen en het is prachtig. Het water is staalblauw en de zon schittert op de kabbelende golfjes.

Bij het meer stop ik om nog een keer te eten. Ik kijk op de tunnel waar menig fietser volgens het routeboek met dun in hun broek doorheen zijn gefietst. Het lijkt inderdaad wel oorlog als je in zo’n smalle tunnel op de fiets voorbij wordt gereden door een vrachtwagen Gelukkig is het zondag en zijn er geen vrachtwagens. Ik wacht even tot er geen verkeer is en ik rijd er probleemloos doorheen.

Volgens het routeboek is de camping in Olmedilla een beetje vergane glorie. Inderdaad, de vele vaste plaatsen geven een verpauperde indruk. Toch krijg ik een geschikte plaats toebedeeld naast het sanitairgebouw. Boven me is een net gespannen als bescherming tegen de felle zon. Aan mijn overburen geef ik mijn gps en telefoon af om op te laden. Nadat ik ben geïnstalleerd en me heb gedoucht komen ze de apparatuur terug brengen want ze gaan naar huis. Het weekend is voorbij en morgen moeten ze weer werken. Het blijkt dat ik intussen weer eens alleen op een camping sta.

’s-Avonds ga ik nog naar het terras maar blijkt de bar blijkt gesloten te zijn. Zonder consumptie zit ik lekker in het zonnetje mijn verslag te maken en bel Jacky. Intussen komt toch de beheerder en krijg ik een glas wijn formaat bloemvaas en een schaal olijven. Als het fris wordt ga naar binnen en onder het genot van een pilsje heb ik nog een geanimeerd gesprek met de beheerder. Het lijkt een boertje maar hij weet verrekt goed wat er in de wereld te koop is en is heel geïnteresseerd in mijn tocht. Hij kent ook alle streken waar ik doorheen kom. Hij maakte zelfs een kopie van de omslag van mijn routeboek met de website erop. Als ik op stap wenst hij me een buen viaje.

Page 18: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Dag 13, maandag 3 juni. Olmedilla-Cuenca. Afstand 77 km. Hoogtemeters 842.

Deze camping heeft geen winkel en er is ook geen brood te krijgen. Daarom eet ik de pasta met rozijnen, bruine suiker en kaneel die ik van gisteren over heb als ontbijt. Ik ga dus zonder proviand op weg. Als ik de hongerklop krijg heb ik alleen nog een beetje bruine suiker.

Al snel zit ik in de klim naar Piqueras del Castillo. Het waait behoorlijk maar het is zonnig. Door het klimmen heb ik het warm genoeg om geen jasje aan te hoeven. Boven op de top zie ik talrijke windmolens hun rondjes draaien. De wind wakkert aan en als ik langs de windmolens rijd lijkt het wel alsof ik met ze in gevecht ben. Hier ben ik immers in la Mancha, het gebied van Don Quichot, de hoofdpersoon uit de roman uit het jaar 1605 van de schrijver Cervantes.

De eerste twee dorpjes waar ik doorheen kom blijken slechts gehuchten zonder winkel. Bij het derde dorpje vraag ik of er een bakker is. Nee, er is alleen een mobiele bakker en die komt vanmiddag om twee uur. Daar ga ik niet op wachten. In Valera de Abajo moet een winkel zijn. Als ik bij een terrasje vraag waar het is stuurt een vrouw haar zoontje mee om me de weg te wijzen. Het is niet meer dan 50 meter verder en blijkt ook een gewoon huis te zijn. Ik heb ineens zin om het joch wat te geven en ik duik een Euro op uit mijn tasje. Voor zo’n manneke waarschijnlijk toch een kapitaal.

In de winkel koop ik broodbeleg, koeken en bananen. Verder 4 gele vruchten met grote gladde pitten. Ik heb ze al meer op maar weet nog steeds niet wat het zijn. Voor brood moet ik bij de bakker zijn. Toch weer een zoektocht in dit gehucht. Dus ook weer een gewoon woonhuis. Ik koop een flink uit de kluiten gewassen stokbrood en krijg er nog gratis een chocoladebroodje bij. Waarschijnlijk over de datum. Aan de rand van het dorp is een bankje waar ik ga zitten eten. Het dreigt te gaan regenen en het is fris.

Aan de overkant van de weg is een circus neergestreken. De tent is niet veel groter dan de mijne en de wilde dieren bestaan uit twee lama’s en een ezel.

Bij Tortola wordt het landschap ineens heel spectaculair. Ik rijd doe een dal met om me heen steile rotsen in allerlei kleuren en vormen. Het lijkt op hier op de Tarn in Frankrijk, maar dan minder druk. Ik maak hier een aantal foto’s.

Hoewel Arcas volgens het boek heel bezienswaardig is laat ik het rechts liggen. Ik wil immers niet de toerist uithangen maar wil dóór. Echter, vanuit de zijweg die van Arcas komt zie ik een fietser aankomen! Nog wel met bagage. Dat moet een Nederlander zijn en wij stappen gelijktijdig af. Hij heet Rob en komt uit Buurmalsen en is zes weken onderweg vanuit Nederland. Hij fietst ook met Benjaminse. Onder weg heeft hij veel kou, regen en zelfs sneeuw gehad. Hij kampeert niet en heeft daarom maar 18 kg bagage bij zich.

Wel heeft hij een fiets met Rohloff naaf met14 versnellingen. Omdat je geen overlap hebt heb je hiermee zeker zo’n groot bereik dan met een triple. Wel moet je om de 5000 km olie verversen. Voor de geïnteresseerden, op deze site staat hij afgebeeld. http://www.santos-bikes.nl/index.php/nl/algemeen/48-rohloff

Page 19: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Rob Heeft met deze fiets al 36000 km gereden. We wisselen Informatie uit over de route en wensen elkaar goede reis.

Via Arcas daal ik af naar Cuenca. Het is een grote stad. Met de gps navigeer ik er snel doorheen. Eenmaal buiten de stad ligt er een mooi groen fietspad tussen de rivier een de ene kant en hoge rotsen aan de andere. Ze zijn er aan het kletteren en abseilen. Deze weg is het begin van de beklimming naar Ciudad Encantada. De hoofdroute gaat hier rechtsaf, maar de alternatieve route blijft rechtdoor gaan langs de rivier de Júcar. Hier kies ik voor omdat hieraan de camping ligt.

Het is een grote camping met alle faciliteiten. Er staat een sanitair gebouw dat ik nog nooit op een camping heb gezien. Het lijkt op een groot kasteel. Je bereikt het via statige trappen en het heeft meerdere verdiepingen. Binnen is alles marmer wat er blinkt en er klinkt stemmige muziek. Op de camping kom hier aan de praat met Nederlanders Engelsen en Duitsers. Zoveel nationaliteiten heb ik lang niet gezien. In de twee weken die ik onderweg ben heb ik tot nu toe maar twee buitenlandse auto’s gezien en dat waren toevallig Nederlanders.

Ik ben vroeg klaar met installeren en ik ga naar het restaurant. De keuken is nog niet open maar een pilsje kan ik alvast krijgen, met olijven. Bij het tweede pilsje krijg ik chips. Tegen de ergste honger zullen we maar zeggen. Intussen belt Jacky. Ze is moe omdat ze met Judith naar de stad geweest is geweest en die loopt zo lang en zo hard. Esther is aanwezig en die heeft voor het eerst 10 km hard gelopen en daar flinke blaren aan overgehouden. Na lang niets aan sport te hebben gedaan is ze de laatste tijd fanatiek aan de slag gegaan in de sportschool, met wandelen, skaten en nu dus ook met hardlopen. Ik adviseer haar langzamer op te bouwen.

Na een eenvoudige doch voedzame maaltijd (spaghetti en een lekker toetje) ga ik naar mijn tentje en val snel in slaap.

Dag 14, dinsdag 4 juni. Cuenca-Frias. Afstand 83 km. Hoogtemeters 1154.

Als ik uit mijn tentje kruip zie ik mijn Duitse buurman van zijn laddertje afdalen en naar het toiletgebouw lopen. Hij slaapt met zijn vrouw in een tent die op zijn auto staat. Het lijkt me vreselijk zo om ’s-Nachts naar de WC te moeten gaan. Dan heb ik het beter voor elkaar. Ik hoef alleen maar op mijn knieën naast mijn matje te gaan zitten en het frites emmertje eronder te houden. Ik kan het al bijna slapend.

Tijdens het inpakken van mijn tentje zie ik een jonge vakantiefietser. Het blijkt een Pool te zijn van 38 jaar. Hij heeft ook veel bagage bij zich. 34 kilo zegt hij. Hij is vanuit Polen komen fietsen en heeft nu pas de eerste keer zon. In het Noorden van Spanje heeft hij evenals Rob uit Buurmalsen veel kou en sneeuw gehad. Wat ben ik dan toch een geluksvogel. Tot nog toe heb ik steeds prachtig weer gehad. Nadat ik hem goede reis heb gewenst vertrekt hij met een grote Poolse vlag wapperend aan zijn fiets.

Voordat ik vertrek koop ik in de kampwinkel nog Serano ham. Onderweg koop ik nog brood en bananen in Vilalba. Genoeg voor vandaag. Ik loop niet graag het risico om zonder eten te zitten als ik de hongerklop krijg.

Page 20: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Ik ben altijd weer blij als ik ’s-morgens op de fiets zit na een paar uur rommelen op de camping. Het grote genieten kan dan weer beginnen. Het gaat vals plat omhoog en er schijnt een heerlijk zonnetje. Ik rijd tussen enorme rotsformaties door in alle kleuren. Van zwart, geel, tot rood. Ik maak hier veel foto’s. De gestage klim naar Ciudad Encantada is prachtig. Ik kan nog steeds niet begrijpen dat hier geen enkele toerist is. Slechts een enkele keer kom ik een auto of motor tegen. Bij het stuwmeer van La Toba stop ik bij een mirador (uitkijkpunt) om te eten. Eerst maak ik vanaf alle kanten foto’s van het schitterende blauwe meer. Er staat nu een krachtige wind en het is een beetje dreigend. Ik nestel me dan ook tegen een muurtje met mijn fiets langs me om een beetje beschut mijn boterhammetjes te kunnen eten.

Voordat ik aan de volgende klim begin naar Puerto de Cubillo op 1617 meter heb ik eerst nog wat vals plat omlaag. Met de wind in de rug schiet ik lekker op. Bovendien is het stil rond mijn oren. Ik heb blijkbaar dezelfde snelheid als de wind.

Bij Huélamo, waar de klim begint, is mijn water op. Het dorpje is maar 1 km vanaf de weg maar die gaat wel loodrecht omhoog. Ik ben bang dat ik daar niet boven kom en ik heb nog een zware klim voor de boeg. Hier aan de doorgaande is nergens water te krijgen maar de rivier loopt hier door het dal. Ik pak mijn bidons en loop naar het water. Ik zie veel vissen zwemmen, dus het water moet gezond zijn. Ik proef het en het smaakt goed. Ik vul mijn bidons en ga weer verder.

De klim varieert van 5 tot 10 %. Ik begin rustig om mijn krachten te sparen. Rob uit Maasbommel heeft me verteld dat je bij zo’n klim de berg moet onderschatten en jezelf moet overschatten. Halverwege de klim is een mooi uitzichtpunt waar een jong stel staat. Ik vraag of ze me op de foto willen zetten want Ik wil er zelf ook wel eens op met het prachtige landschap op de achtergrond

Boven op de col stop ik om te overleggen. Ik besluit om in Frias te overnachten. Onderweg kom ik nog langs de plaats waar de rivier de Taag “geboren“ wordt. Bij de ingang van het dorpje staat een bordje “camping” Bij navraag blijkt er helemaal geen camping te zijn en het grote hostel is gesloten. Ik ga de enige bar binnen die het dorp rijk is en stik haast van de rook. Een stel oude mannen zit aan een tafel te kaarten en te roken dat het een lieve lust is. De kastelein verwijst me naar een hostel dat wat verderop ligt. Ik vind het natuurlijk weer niet en vraag het aan een paar tandeloze oude besjes met hoofddoekjes om die op een bankje zitten te keuvelen. Een van de vrouwtjes loopt met me mee maar het is zo steil dat ik bang ben dat ze voorover kukelt. Ik neem ze daarom onder de arm. Ze lacht zich kapot en brengt me naar de voordeur van…. Jawel weer een gewoon huis. Toch blijkt het een hostel met een aantal mooie kamers. De hospita is heel vriendelijk en de prijs ook. 20 Euro.

Nadat ik me heb opgefrist ga ik naar de bar want daar kan ik eten. Het is nog veel te vroeg want de keuken gaat pas om 8 uur open. Daarom pak ik alvast een paar pilsjes op het terras en eet de amandelen op die ik nog in mijn tasje heb.

De vrouw des huizes blijkt de kok te zijn en ze komt me vragen wat ik lust. Ze noemt heel veel gerechten op en ik kies voor vissoep met gamba’s en mosselen en als hoofdgerecht konijn met groente. Als afsluiting een lekker puddinkje en dat alles overgoten met een heerlijke fles witte wijn. Ook hier zit ik weer alleen te eten maar het gezelschap van de vrouw is aangenaam, ik heb een leuk gesprek met haar over onder andere haar

Page 21: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

eigen sportieve prestaties. Ze maakt wandelingen in de buurt van tientallen kilometers en zegt dat het mooi is in de bergen. Ik geloof het graag.

Tijdens het maken van mijn verslag tutter ik de fles wijn nog bijna helemaal leeg. Met de afspraak dat ik morgenvroeg om 8.30 uur terug kom voor het ontbijt neem ik afscheid van de waardin.

Dag 15, woensdag 5 juni. Frias-Teruel. Afstand 68 km. Hoogtemeters 674.

Ik heb spijt dat ik pas om 8.30 uur heb afgesproken bij de bar want om 7.45 uur ben ik al startklaar. Daarom werk ik nog wat aan het verslag en verwijder de meeste foto’s uit Dropbox. Jacky heeft ze thuis al op de harde schijf gezet. Vandaag wil ik de 100 km halen. Eerst een afdaling van 80 km naar Teruel en daarna nog twee klimmen. Mijn vriendin is ruim op tijd als ze met haar 4 wheeldrive aan komt. Ze is speciaal voor mij zo vroeg opgestaan. Ik krijg van haar een heerlijk ontbijt en ze vult mijn thermosfles met heet water.

Voordat het grote afdalen kan beginnen moet ik eerst nog even afrekeningen met een met stevig klimmetje van een km of vijf. Ik heb het meteen al warm en mijn jasje gaat uit. Het wordt eentonig maar wederom rijd ik door een prachtig gebied met mooie bloemen en vergezichten. In Albarracín koop ik brood en beleg. Het is een schitterend plaatsje. Het rijst steil omhoog vanaf de weg en je moet je hoofd in je nek leggen om de bovenkant er van te kunnen zien. Het lijkt zo tegen de rotsen geplakt. Ik maak hier heel veel foto’s en heb een leuk gesprek met een vrouwtje van 61. Ze vraagt waarom ik alleen fiets. Ik som haar de voordelen op: Ik bepaal zelf hoe hard en hoe lang ik fiets, of ik kampeer of een hostel pak, of ik duur of goedkoop eet. Kortom, ik heb nooit ruzie met mezelf. Ze moet erom lachen maar ze snapt het en geeft me gelijk.

Ik dacht nu vals plat te hebben maar dat valt tegen. Het gaat op en af. Maar het is prachtig. Ik rijd door een bos met gigantische rotsen. Er hangt een heerlijke dennengeur. Ik stop bijna bij elke bocht om foto’s te maken.

Het is hier wel toeristisch. Hoewel er in geen velden of wegen mensen te bekennen zijn staan overal verwijsbordjes naar wandelingen en bezienswaardigheden. Er is zelfs een heuse picknickplaats. Waarom zitten toch al die toeristen kop aan kont in Benidorm. Dat ze hier maar naar toe komen. Dan kunnen ze genieten.

In de buurt van Bezas lunch ik. Op een grote steen drink ik mijn koffie en eet lekker vers stokbrood met ham en kaas. Als ik net zit begint het in de verte te onweren. Ik haast me maar het blijft gelukkig droog. Ik moet snel in Teruel zien te komen voor onderdak. De ambitie van vanmorgen om na Teruel nog 2 cols te doen laat ik al snel varen. Het waait inmiddels keihard en het onweer zit als de duvel achter me aan. Ik moet nog 15 km naar Teruel maar ik kom niet vooruit. Tot overmaat van ramp is mijn water op en ik heb een droge strot. Gelukkig is in het dorp El campillo een openbare pomp. Terwijl ik beide bidons vul zie ik aan de overkant een bar. Hoewel het nog droog is vertrouw ik het niet. Het onweer achter me neemt onheilspellende proporties aan. Ik besluit hier te schuilen en neem een cola. Dat is maar goed ook want even later barst het los. Grote hagelstenen teisteren het terras. Wat ben ik toch weer een bofkont. Ik zit hier lekker droog en pak nog een colaatje

Als het droog is ga ik verder. Het is koud geworden en doe mijn fietsjasje aan. In de verte zie ik Teruel al liggen. Er hangt een zware donkere lucht boven de stad maar ik houd het droog. In de stad heb ik het hostel

Page 22: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

snel gevonden. Het is een 15e eeuws pand en de trap kraakt. Zeker als ik mijn zware fietstassen de trap op zeul. Ik tel 40 treden naar mijn kamer en 25 treden naar de verdieping waar mijn fiets staat.

Als ik gedoucht heb ga ik de stad in. Het regent hard en ik doe mijn regenjasje aan. De stad bekijken is zo geen optie en ik duik snel een restaurant in. De keuken is natuurlijk nog niet open en ik dood de tijd met mijn administratie en een wijntje. Een glas ditmaal, en vrij karig ingeschonken. Hier zie je direct het verschil tussen het platteland en de stad. Waar ze op het platteland de klant zoveel mogelijk willen geven voor weinig geld willen ze hier zo snel mogelijk rijk worden. Na een tijdje komen er nog twee Franse fietsers als verzopen katjes binnen. Ze zeulen hun natte spullen naar binnen en hebben blijkbaar hier hun pension.

Na twee uur wachten kan ik eindelijk eten: Lamskoteletten met aardappels en paprika. Het valt er nog steeds met bakken uit en ik ga terug naar mijn kamer. Deze keer ben ik niet alleen. Er logeert nog een paartje een kamer verderop. Voor ik naar bed ga zet ik zelf nog een bakkie koffie en ik heb nog een paar lekkere krakelingen. Het weerbericht voorspelt voor morgen namiddag weer onweer. Welterusten.

Dag 16, donderdag 6 juni. Teruel-Villaroya. Afstand 57 km. Hoogtemeters 1198.

Om 6.30 uur sta ik op. Ik zet koffie met mijn gasbrandertje. Vorig jaar in Italië mocht ik dat van Thieu niet gebruiken in een hotelkamer omat het dan naar gas zou ruiken. Het brood van gisteren beleg ik met ham en kaas. Ik sjouw eerst de fiets van de trap af. Daarna loop ik nog drie keer met alle tassen en tentspullen. Ik zweet al zonder een meter te hebben gefietst. Beneden in het halletje tuig ik mijn fiets op en vertrek. Het is droog maar het voelt heel klammig aan door de vele regen van gisteren.

Nadat ik eerst gepind heb koop ik op de markt 4 bananen en 3 perziken en bij de bakker twee broden. Ziezo, ik ben op weg. Vandaag zal ik geen hongerklop krijgen. Vandaag staan er weer een paar zware klimmen op het programma. Zodra ik de stad uit ben begint het al flink te stijgen. De eerste klim Is langer dan het hoogteprofiel aangeeft. Snel krijg ik het warm. Eerst gaat mijn jasje uit en snel daarna ook mijn lange onderhemd. Als ik eindelijk de eerste klim heb gehad zou er een flink stuk vlak moeten komen. Dat Is niet zo. Het gaat op en af. Als ik afdaal val ik als een baksteen omlaag waarna ik in klim meteen stil sta. Alsof ik tegen een muur op bots.

De tweede klim naar Puerto de Cabigordo is regelmatig van 6 tot 9 % maar wel superlang. Er komt geen eind aan. Hoewel het koud is loopt het zweet in mijn ogen, ondanks mijn buff. Op de top stop ik en maak een foto bij het bord dat de hoogte aangeeft: 1600 meter. Ik doe mijn jasje aan en duik naar beneden.

In Cedrillas ga ik eten. Het is nu een beetje zonnig. Op het kerkpleintje strijk ik neer op een bankje. Tijdens het eten warm ik een beetje op. Als ik mijn stokbrood op heb maak ik nog wat foto’s en vul mijn bidons bij de dorpspomp. Laat de volgende klim maar komen. Op naar Allupuz. Dat is weer zo’n mooi dorpje dat tegen de rotsen lijkt geplakt. Het landschap wijzigt hier van hoogvlakte naar ruige bergen.

Ondanks dat ik al de hele tijd rond 1200 tot 1400 meter fiets heb ik tot nog toe geen berg gezien. De hoogvlakte ziet er slechts heuvelachtig uit maar heeft bedrieglijk lange en steile klimmen.

Page 23: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Hoe langer ik fiets hoe meer ik me afvraag wat ik hier eigenlijk doe. Het kan eigenlijk niet. Een jonge wielrenner heeft hier al moeite maar deze oude man heeft een fiets die niet te tillen is waardoor hij in de klim niet boven 6 tot 7 km per uur komt. Ik zie steeds meer op tegen de bergen. Ze worden steeds hoger en steiler.

Hoewel de lucht boven mij langzaam dicht trekt en er onweer wordt verwacht zijn er nog geen tekenen die daar op wijzen. In Allapuz begint de afdaling naar Villaroya. Volgens het boek is hier goed en goedkoop hostel. Het is donker maar er dreigt nog geen onweer. Het is nog pas 14.30 uur en ik kan nog makkelijk Fortanette halen, een klim van 10 km en een even lange afdaling. Ik stop hier en monster het hostel alsmede de lucht boven de bergen. Als ik de klim in ga en het gaat onweren duurt het uren voordat ik Fortanette bereik. Na overleg besluit ik hier te overnachten.

Voor 15 Euro krijg ik een mooie kamer toegewezen met twee badkamers en wordt meteen uitgenodigd voor het eten. In mijn zweetkloffie schuif ik aan. Het is gezellig druk deze keer in het restaurant. Hoewel ik eigenlijk nog geen honger heb laat het eten me goed smaken. Als voorgerecht krijg ik een vol bord groente waarna een flink portie calamaris met frites volgt. Uiteraard gaat het menu vergezeld van een fles heerlijke witte Rioja.

In het restaurant zitten ook drie paddenstoelen zoekers, twee mannen en een vrouw. De vrouw spreekt graag Engels. Ik kom met haar in gesprek en ze vertelt dat in deze streek gigantische champignons en andere soorten paddenstoelen voorkomen. Om dat te illustreren laat ze de inhoud van de mand zien die ze hier hebben geplukt. Wauw, wat een joekels. Ik maak er foto’s van. Een van de mannen, die ook boeken schrijft over paddenstoelen, vertelt dat er exemplaren bij zitten die op de vrije markt 300 Euro per kilo opbrengen. Ik krijg een grote champignon en de hospita wordt geïnstrueerd hoe ze die vanavond voor mij kaar moet maken. Na het eten pak ik een douche. Omdat het nog zo vroeg is duik ik lekker in bed voor een middagdutje. Niet lang daarna wordt ik opgeschrikt door een knetterend onweer en de hagelstenen slaan tegen het raam. Wat een geluk heb ik toch weer dat ik hier ben. Anders had ik in dat niemandsland gefietst zonder schuilmogelijkheid.

Jacky belt me wakker. Ik vertel haar dat ik besloten heb om niet door te fietsen naar de Franse Alpen. Nu ze daar toch niet naar toe gaat heeft het voor mij geen zin meer daar naar toe te rijden. Bovendien is het langzamerhand mooi gewest. De tocht is lichamelijk en geestelijk zwaar. Behalve de zware klimmen vreet ook het dagelijks zoeken naar onderdak en het zorgen dat ik genoeg eten en drinken binnen krijg veel energie.

Mijn tocht “Onbegrensd fietsen naar Andalusië” ga ik uitrijden tot Girona. Het Tweede deel van “Onbegrensd fietsen van Amsterdam naar Girona” komt daarmee te vervallen.

Om acht uur zit ik weer in het restaurant voor het avondeten. Om te beginnen wordt de champignon geserveerd die ik vanmiddag heb gekregen. Een bord vol van één champignon. Hij is eenvoudig in de olie gebakken met een beetje peper en zout. Nog nooit heb ik zo’n heerlijke champignon op. Die exemplaren die wij thuis eten blijken dan ineens “plofchampignons”te zijn. Zelf lust de hospita het niet. Wat de boer niet kent……

Ook het avondeten is weer overvloedig, met een nieuwe fles wijn! Voor twee copieuze maaltijden en slapen betaal ik 35 euro.

Page 24: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Vannacht ben ik ook hier de enige gast en morgen kan ik hier niet ontbijten. Ik kan wel in de naburige bar terecht vanaf 7.00 uur. Genietend van de heerlijke wijn maak ik nog mijn verslag waarna ik in bed duik.

Dag 17, vrijdag 7 juni. Villaroya-Morella. Afstand 82 km. Hoogtemeters 1247.

om 7.30 uur ben ik al bij de bar. De uitbaatster is de struise vrouw die ik gisteren al heb gezien toen ze in het hostel naar de grote champignons kwam kijken. Ik vertelde haar dat de champignon heerlijk smaakte. Ook zij lust ze niet. Ik krijg van haar een bocadillo met ham en kaas van halve meter bij 30cm. Zelfs als grote eter heb ik er moeite mee. Zeker na de twee warme maaltijden van gisteren. Inclusief koffie en een kan heet water betaal ik haar 4.30 Euro.

Dit wordt een zware dag. Ik heb een aantal pittige klimmen op het programma staan. Het is heerlijk klimweer, zonnig maar fris. Met mijn jasje aan houd ik me precies op temperatuur. De klim, die meteen begint, gaat naar de 1701 meter hoge Puerto de Vilaroyo. Afhankelijk van de richting van de haarspelden heb ik wind tegen of wind mee. De rits van mijn shirt werkt dan ook als een thermostaat, rits open met wind mee en rits dicht met wind tegen. Op een lang stuk van 9-10% heb ik de wind vol op kop. Ik zie op de gps dat weg verderop 180 graden draait . Dus ook de wind. Gelukkig. Ik ben zeiknat van het zweet. Ondanks mijn dagelijkse textielwas ruik ik mezelf.

Beneden me hoor ik schoten. Ze zijn hier aan het jagen en ik hoop maar dat ze me niet van de fiets afschieten. Op de top maak ik foto’s. Ook van mezelf bij het bord 1701 meter. In de afdaling kom ik een Nederlands stel tegen. Het s een ouder echtpaar uit Woerden die ook reizen met Benjaminse. Zij gaan naar Malaga. Even later kom ik nog een fietser spreek die ik uiteraard ook aanspreek. Tot mijn verassing blijkt het een Spanjaard. Hij fietste overal ter wereld. Zelfs in de Rocky Mountains .

De afdaling is lang, de wind giert om mijn oren en mijn jasje klappert. Al snel kom ik aan in Fortanette waar ik brood koop. Ik krijg een joekel voor 1,15 euro. Ik breek hem doormidden anders past hij niet in mijn tas.

De volgende klim gaat naar de Puerto Solavientos op 1508 meter. Ik krijg steeds meer spijt van die zware kampeerspullen Telkens sleur ik dat spul de bergen op terwijl ik het bijna nooit gebruik. Er zijn hier immers weinig campings. Bovendien zijn er overal op het parcours hostels te vinden voor weinig geld.

Foryanete is ook schitterend en ik maak hier ook weer veel foto’s. ik zie zeeën van bloemen langs de weg. Oneindig veel klaprozen en pinksterbloemen. Ik kan niet stoppen met foto’s maken. Waarschijnlijk is dit de zwaarste maar ook de mooiste etappe van de tocht.

Vervolgens klim ik naar de Puerto de Cuarto Pelado op 1658 meter. Onderweg kom ik langs Cantavieja, Mirambel en Forcal. Het zijn schitterende stadjes die als adelaarsnesten tegen de rotsen hangen. Als ik zo naar

Page 25: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

boven kijk staan er opeens twee reeën op de weg. Ik wil stoppen om een foto te maken maar er komt net een vrachtwagen langs die de reeën van de weg af toetert. Jammer.

De laatste klim gaat naar Morella. Omdat ik al zoveel zware kilometers in de benen heb stop ik bij een bar voor een colaatje. Ze hebben wifi en ik stuur mijn foto’s naar huis. Er staat een keiharde wind in de klim. Ik hoef nog maar 7 km als ik op mijn fiets begin te zwalken. Ik denk aan een lekke band. Aan mijn fiets mankeert echter niets, maar ik blijk een onvervalste hongerklop te hebben. Ik stop en eet een heel pak met 4 grote koeken op. Er zit suiker en stroop op en al snel ben ik weer op de wereld.

Het hostel is gevestigd in een oude fabriek. Een monumentaal gebouw met een hoge schoorsteen. Er is ook een mountainbike centrum gevestigd. Echter, er is niemand te bekennen. Ik kan bellen en roepen wat ik wil maar er is geen reactie. Er is zelfs een deur open van een ruimte waar een heel stel mountainbikes hangen maar ook hier is niemand. Dan maar verder naar het centrum Morella. Als toetje krijg ik nog een zware klim voor mijn kiezen. Het ommuurde stadje is prachtig gesitueerd, hoog op een berg. Als ik de stadspoort door rijd heb ik al meteen prijs. Aan de vestingmuur is een hostel en ik krijg een mooie kamer voor 25 Euro.

Na het douchen ga ik naar het centrum. Ik loop honderden trappen op, telkens een straatje overstekend tot aan kathedraal boven in het stadje. Nou, deze zware klim kan er nog wel bij. Ik maak hier veel foto”s van de kathedraal, de stadsmuur en de prachtige vergezichten over het dal.

Ik heb honger maar de restaurants zijn nog dicht. Daarom duik ik een bar in waar je ook kunt eten. Ik krijg een heerlijke salade met appel, spek, walnoten, appel, ui, en droogfruit in een lekker sausje. Daarna kabeljauw met courgette. Als nagerecht een puddinkje. Samen met twee wijn en koffie voor 20 Euro.

Terug op de kamer dropbox ik de rest van de foto’s naar huis. Esther gaat vandaag samen met Wim naar Girona. Zij gaan wandelen langs de Costa Brava. Over en paar dagen kom ik ook aan in Girona maar wij zullen elkaar niet kunnen ontmoeten. Bij het dagelijkse telefoontje met Jacky vertelde ze dat ze inmiddels opgeknapt was.

Ook met Opa gaat het goed. In het weekend hebben ze in een zaaltje in Vught zijn 94e verjaardag gevierd met alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Na zijn val van de trap is René inmiddels ontslagen uit het ziekenhuis en hij kan al zelf de trappen op naar de slaapkamer. Voor ik naar bed ga kijk ik nog naar het weerbericht en het ziet er niet goed uit. Er wordt morgen veel regen verwacht. Ja ik zal er toch aan moeten geloven eens in de regen te moeten fietsen.

Met de gedachte aan de laatste 400 km tot aan Girona en het feit dat ik begin te verlangen naar huis ga ik slapen.

Dag 18, zaterdag 8 juni. Morella-Arnes. Afstand 67 km. Hoogtemeters 903.

Page 26: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Om 6.30 uur kijk ik naar buiten. Tot mijn grote verwondering is het onbewolkt. Twee weersites gaven gisteren de hele dag regen af voor vandaag. Dus weer mazzel. Als ik om 8.15 uur vertrek zit ik al meteen in een 10 km lange klim van 6-8  %. Ook goedemorgen. Het is koud als ik op de top van de Port deTorre Miro aankom. Ik doe mijn jasje aan en denk hier omlaag te vallen. Dat valt tegen. Eerst krijg ik nog een tussenklimmetje van 1 km 9 %. Daarna val ik echt omlaag naar Herbés. Ik wordt omgeven door schitterende vergezichten, hoge bergen en diepe kloven. Het is een prachtig dal en er is helemaal niemand te zien.

In Herbés stop ik om me te warmen in de zon. Ik eet twee banaantjes. In Fuentespalda doe ik inkopen want ik heb niets meer. Mijn proviandtas vul ik met ham,Nutella,bananen, perziken en groot brood. Op een pleintje eet ik. Het is dreigend maar het blijft gelukkig droog.

Ik kom een fietser tegen met tassen. “Zeker uit Nederland” roep ik. Hij heeft nog net gelegenheid om “ja” te roepen maar rijdt door en kijkt niet meer om. Daarna komen er nog twee langs. Zij groeten me uitbundig maar hebben zo’n haast om hun kopman in te halen dat ze geen tijd hebben om te stoppen. Gelukkig heb ik daar geen last van en wordt mij geen tempo opgedrongen. Ik stop als ik er zin in heb.

Het plan is om naar de camping in Bot te rijden waarbij het dagtotaal op,80 km zou komen. Maar in Arnes kom ik langs een camping die er goed uit ziet en besluit hier te kamperen. Die 13 km naar Bot heb ik morgenvroeg toch zo afgelegd. Het is nog vroeg maar dat is niet erg. Nu kan ik wat rommelen en een beetje rusten. Ik heb immers zware dagen genoeg gehad.

Je wilt het geloven of niet. Ik ben bezig een plekje te zoeken en onweer kondigt zich weer aan. Wat een geluk heb ik toch. In 18 dagen heb ik nog geen druppel regen gehad op de fiets. Mijn Belgische buren nodigen me uit op de koffie. Daar ga ik graag op in maar zet eerst mijn tentje op. Net op tijd voor de regen duik ik bij de buren onder het luifel. Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70 jaar en studeert ook Spaans, al acht jaar. Hij is daar heel fanatiek in en koopt elke week de Spaanse krant El Pais. Hij leert zelfs Catalaans. Zijn vrouw heeft ook enkele jaren Spaans gevolgd. Onder het kletsen krijg ik lekkere koffie met koek. Zij hebben ook fietsen bij zich en rijden hoofdzakelijk op de Via Verdes. De andere wegen vinden ze een beetje te steil.

Na het douchen ga ik naar het terras. Ik heb nog een lekkere koffiebroodje en bestel er koffie bij. Ik werk mijn dagboek bij en bel Jacky. Het gaat goed met haar maar ze zal blij zijn als ik weer thuis ben. Ik zeg ook dat ik haar mis en dat ze nog 360 km geduld moet hebben tot Girona. Over vijf á zes dagen kan ik daar zijn. Daarna heb ik nog wat tijd nodig om een ticket te regelen en mijn fiets en bagage in te pakken.

Het wordt koud op het terras en ga naar binnen om te eten. Er zitten mensen van verschillende nationaliteiten in het restaurant. Wat een weelde. Ik ga op tijd naar bed en slaap als een roos.

Page 27: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Dag 19, zondag 9 juni. Arnes-Margalef. Afstand 78 km. Hoogtemeters 906.

Als ik op sta is alles vochtig van de condens. Mijn tentje druipt en de was aan de waslijn in nog natter dan gisterenavond. Toch neem ik die fietskleren nooit nat mee in mijn tas. Ik heb twee fietsshirts en twee fietsbroeken bij me. Één setje heb ik nog niet gebruikt omdat ik elke dag was. Net voor vertrek doe ik mijn fietskleren gewoon nat aan en in een mum van tijd zijn ze droog, behalve als ik meteen in een klim zit. Dan blijven ze nat maar dan van de zweet.

Circa 10 km na mijn vertrek kom ik bij Horta de Sant Joan op de Via Verde de la Terra. Ik geniet hier weer volop van de prachtige uitzichten op het terrassen landschap. Het lijkt hier een beetje op de Chinese rijstvelden. Ik maak hier weer veel foto’s. Op de eerste 10 km kom ik door 8 tunnels. Inmiddels stop ik niet meer voor elke tunnel om mijn licht aan te doen en mijn bril af te zetten. Ik laat mijn licht aan, en als ik bij de tunnel kom zet ik mijn bril op het puntje van mijn neus zodat ik erover heen kan kijken. Mijn bril kleurt immers donker in de zon waardoor ik in de tunnels niets zie.

Bij Bot houdt de Via Verde op en ik vervolg mijn route via de doorgaande weg naar Gandesa. Het is zondag en de winkels zijn gesloten. Gelukkig is er een gebakszaak open waar ik brood en gebak koop. Als ik de zaak in kijk zie dat je hier ook kunt zitten. Ik bestel daarom gelijk een bakkie koffie waarbij ik mijn gebakje opeet.

Inmiddels ben ik erachter gekomen dat er geen route in mijn Garmin zit. Wat is het geval: Benjaminse had maar 4 trajecten van totaal 360 km vanuit Griona als GPS track op zijn site staan. Die heb ik gedownload. De rest heb ik zelf thuis met de computer gemaakt. Die heb ik inmiddels allemaal gereden en die waren perfect. Waarom de tracks van Benjaminse niet worden getoond door de Garmin begrijp ik niet. Thuis maar uitzoeken dus. Het betekent wel dat ik vanaf nu veel beter op de kaart en op de bewegwijzering moet letten en soms de weg moet vragen.

Op weg naar Ebro heb ik vals plat 1%. Er staat een keiharde wind mee. Met gemak ga ik daardoor 40 km per uur. Dat schiet lekker op. Ik heb er 50 km op zitten als ik in Vinebre aankom. Hier lunch ik op een beschutte plek. Het is een soort prieeltje dat uitzicht biedt over de stad. De wind giert om het bouwwerk heen. En het begint te regenen. Donkere wolken pakken zich samen boven de bergen. Ik vind het eng. Ik twijfel of ik wel verder moet fietsen. Ik heb pas 50 km gereden en had er vandaag 80 willen halen.

Als het bijna droog is besluit ik om toch te vertrekken. Het weer klaart iets op en het wordt warempel zelfs warm. Onderweg zie ik een boomgaard met lekkere rijpe kersen. Ik haal een plastic zakje uit mijn tas en doe er de kersen in. Ik hoef maar een paar keer te plukken want er hangen trossen aan van wel 20 kersen die ik er tegelijk in één ruk afhaal.

Ondertussen wordt het steeds donkerder en begint het serieus te regenen. Het landschap is hier ruig en groen en de bergen om me heen zijn hoog. Je ziet hier regelmatig stukjes oude weg terugkomen. Deze slingeren in kleine bochten door de bergen. Nu ligt er een brede weg van strak asfalt met witte strepen, vangrail en

Page 28: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

reflectors. En dat allemaal helemaal voor mij alleen. Er zijn geen auto’s, geen mensen, geen huizen. Alleen bergen.

Nog 7 km tot Margalef. Ik hoop daar onderdak te vinden. De lucht trekt nu helemaal dicht en het regent hard. Gelukkig onweert het niet want dan mag ik van Jacky niet fietsen. Wat ik dan zou moeten doen weet ik niet want ik kan hier absoluut nergens schuilen. Ik zie een massale groene muur om me heen. Alles is één kleur Donkergroen wordt zwart en ik kan de bergen niet meer zien. De klim is zwaar en het waait hard.

Na nog een uur in de stromende regen te hebben geklommen kom ik aan in Margalef. Bij de ingang van het hostel staat een jongeman met zijn bepakte fiets. Hij blijkt een Belg van 31 jaar en heet Bram Desadeleer. Nee, geen familie van Rik. Hij heeft in Malaga een fiets gekocht uit de verhuur voor 300 Euro. Het is een schakkie. Hij kan vóór alleen het kleinste tandwiel gebruiken en de remmen doen het bijna niet. Hij heeft duidelijk twee linkse handen en ik stel eerst zijn remmen bij. De versnelling werkend krijgen duurt wel wat langer maar uiteindelijk kan hij alle drie de tandwielen van zijn voorderailleur weer gebruiken. Na een proefritje is hij heel blij en trakteert gelijk op 2 pinten.

Uiteraard rijdt Bram ook met Benjaminse. Iedereen die ik op een fiets zie rijdt met hem. Pratend over de route vertelt hij dat hij bij Alarcón óók het kanaal heeft genomen waar hij niet verder kon. Dus ik ben niet alleen zo’n sufferd. Hij zei dat hij daar “serieus gepanikeerd” heeft. Waar ik daar via de verharde weg en 20 km omrijden de weg terug heb gevonden heeft hij de onverharde weg genomen.

Hier heeft hij een 13 km onverhard en steil pad moeten overbruggen. Hij kon hier niet meer fietsen, heeft zijn schoenen uitgetrokken en heeft zijn fiets heel dat pad naar boven geduwd. Uitgedroogd kwam hij in Alarcón aan waarbij hij achter elkaar twee liter water heeft gedronken. Sindsdien zorgt hij dat hij altijd voldoende water bij zich heeft.

Boven het parkeerterrein hangt een spandoek met 30 Euro voor slapen, diner en ontbijt. Dat bedrag blijkt te gelden bij twee personen op één kamer. Voor één persoon is het tarief 36 Euro. Wij besluiten een kamer te delen. Wij verwachten niet veel van het avondeten voor die prijs maar krijgen een prima driegangen menu met wijn in overvloed. We beginnen met spaghetti, daarna kipschnitzel met frites en pudding na.

Bram vertelt dat hij bij de Belgische spoorwegen persvoorlichter is en dat hij vaak op radio en TV komt. Bij nacht en ontij wordt hij gebeld door verslaggevers als er weer eens storingen zijn op het spoorwegnet. Waar horen we dat meer? Zijn vader is 63 jaar en is ook een fietser. Hij wil ook eens naar Rome fietsen maar twijfelt. Ik zeg dat hij zeker moet gaan en geef Bram mijn email adres en bied mijn routeboekjes van Rome aan.

Aan de bar kom ik in gesprek met de serveerster. Ze is Argentijnse en spreekt graag Engels maar ik spreek graag Spaans. In een mengelmoesje van Spaans en Engels gaat onze conversatie verder. Ze wil alles over de fietstocht weten en ik complimenteer haar met haar beroemde landgenoten, halfgod Maradonna, de nieuwe Paus en natuurlijk Maxima.

Page 29: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Bram is een rare snuiter. Normaal fietst hij met zijn maten op de racefiets. Als snelste van zijn groep heeft hij de Marmotte uitgereden. En dat met een pakje sigaretten per dag! Hij is dan ook zwaar verslaafd. Om de haverklap is hij pleite en staat dan buiten een sigaretje te roken. Het “vakantiefietsen” is voor hem een openbaring. Hij vind het geweldig en gaat dit meer doen. Hij neemt zich wel voor om beter voorbereid op pad te aan.

Op de kamer eten wij nog de kersen op die ik vanmiddag heb gejat en gaan slapen.

Dag 20, maandag 10 juni. Margalef-Montblanc. Afstand 56 km. Hoogtemeters 835.

Het kan eigenlijk niet,30 Euro voor een kamer, diner en ontbijt. Toch krijgen wij een overvloedig ontbijt voorgeschoteld met croissantjes, ham, kaas, gebakken eieren, gebakken worstjes, koffie, sapje, en een sinaasappel voor onderweg. Na het eten neem ik afscheid van Bram. Ieder rijdt immers zijn eigen tempo.

Vandaag staat er één klim op het programma. Maar het is er wel een van 35 km met onderbreking van 5 km dalen. Het is weer zwaar en het gaat langzaam. Het is fris, maar goed klimweer. Het wordt eentonig maar ik geniet weer van de schitterende landschappen en vergezichten. Als je zo langzaam in de klim zit heb je veel tijd om de omgeving goed te observeren. Vooral de vele bloemen en de hoge bergen in vele kleurschakeringen geven mij het gevoel rond te rijden in de tuin der lusten. Ik maak hier dan ook weer veel foto’s.

In de klim haalt Bram mij in maar in de afdaling pak ik hen weer terug. Hij blijkt niet snel te durven afdalen met zijn halfbakken fiets. Wij groeten elkaar voor de laatste keer.

Net voor het hoogste punt in villanova de Prades ga ik eten. Vanwege de wind zoek ik een beschutte plek tussen de bomen. De zon komt goed door en de temperatuur is aangenaam. Dit weer houd ik nog wel even want de weersites die ik gisteren heb bezocht geven voor de komende week 30 graden en zon aan.

De afdaling naar Montblanc is heerlijk.

Hoewel ik vandaag niet veel kilometers maak ga ik in Montblanc naar de camping omdat daarna niet veel mogelijkheden zijn. Het is een grote ongezellige commerciële camping. De staanplaatsen zijn gesitueerd tussen hoge heggen zonder uitzicht. De ondergrond is een zandvlakte met sporen van een overstroming. Volgens mijn buurman is er gisteren een deel van de camping weggespoeld. Ze zijn nu bezig om het met bulldozers weer te herstellen. Verder zijn er twee gigantische zwembaden op de camping met enorme glijbanen. Ook staan er een groot aantal huisjes, voorzien van zonnepanelen in slagorde opgesteld.

Op deze stomme camping is het grote restaurant en dito winkel gesloten en gaat pas later in het seizoen open. Ik kan dus niet eens een pilsje gaan pakken. Gelukkig heb ik nog een noodrantsoen in mijn tas. Pasta, krenten, bruine suiker en kaneel. In de avond pak ik nog koffie met mijn laatste brood en eet de sinaasappel van

Page 30: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

vanmorgen op. Jacky belt me en vertelt dat ze op Jim aan het oppassen is. Het is toch zo’n lekker ménneke, zegt ze. Ik neem afscheid van haar door af te tellen: nog 214 km tot Girona.

Bij de receptie vraag ik of ik brood kan bestellen voor morgen. Ja, dat kan. Vanaf 9.30uur. Wat heb ik daar nou aan. Dan ben ik allang op weg. Ik werk mijn verslag nog bij en ga vroeg naar bed, er is hier toch geen bal te doen.

Dag 21, dinsdag 11 juni. Montblanc-Manresa. Afstand 90 km. Hoogtemeters 1071.

De laatste loodjes. Over twee dagen hoop ik in Girona aan te komen Eerst doe ik in de stad boodschappen want ik heb niets meer te eten. Ik ben zo vroeg dat de grote Mercadona nog dicht is. Bij de groenteboer koop ik bananen, nectarines en amandelen. Helaas kan ik de bakker niet vinden. Ik word van het kastje naar de muur gestuurd. Uiteindelijk vind ik een supermarkt. Het brood voelt oud aan maar ik heb geen zin nog langer naar een bakker te zoeken.

Ik begin met de klim naar Santa Colomba van 27 km. Onderweg in het niemandsland kom ik twee Afrikanen tegen. Ze zijn te voet en zoeken iets. Asiel denk ik. Als ik vraag waar ze vandaan komen zeggen ze Mali. Ik roep terug dat ze in Mali mooie vrouwen hebben. Een van de twee neemt een aanloop en geeft mij een flinke jump bergop. Met gasten waarvan je niet weet of je ze kunt vertrouwen moet je altijd aanpappen. Gegarandeerd dat er dan nooit iets gebeurt.

De klim gaat niet slecht. Het is niet al te steil, maar het duurt wel verrekte lang. Het is hier heel druk op de weg. Het drukste traject tot nu toe. Soms zijn er wel vier auto’s achter elkaar en er rijden zelfs vrachtwagens. De weg heeft slechts smalle “schouders”, de stroken tussen de witte streep en de berm. Gelukkig wordt er niet hard gereden. Spanjaarden hebben respect voor fietsers en gaan met een grote bocht om me heen.

Op het hoogste punt van vandaag, Santa Coloma eet ik op een pleintje. Het is heet, mijn schermpje geeft 40 graden aan. Ik ga onder een boom zitten en peuzel lekker mijn brood op. Ik vul mijn bidons met water uit een fonteintje en begin aan de afdaling naar Igualda Dat is nu het voordeel van klimmen. Vaak wordt je beloond met prachtige afdalingen zoals deze van 25 km lang. Het voelt heerlijk warm om mijn natte lijf en het zweet is in de kortste keren opgedroogd. Ik zwier heerlijk door de bochten met juist de perfecte snelheid waardoor ik niet hoef bij te trappen maar ook niet hoef te remmen.

Ik zit al de hele dag op de C241maar hier is een grote rotonde. Ik stop even om te drinken en eet een banaantje en twee nectarines Als ik de rotonde op rijd en de C241 wil vervolgen is het ineens een autoweg geworden! Er staat een groot bord verboden voor fietsers. Ik terug. Noch op mijn kaart noch in de buurt van de rotonde is een andere weg te zien die leidt naar Manresa, mijn bestemming voor vandaag. God zegen de greep, dan maar op die autoweg. (Dit is dus niet nodig. Op de rotonde voordat je de nieuwe autoweg opgaat moet je linksaf. Er staat geen bord, maar dit is de oude weg waar geen kip meer op rijdt, en waarmee je veilig en zonder stress kan afdalen, PB).

Page 31: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Gelukkig geeft het hoogteprofiel een afdaling aan maar Manresa maar ik vind het eng. Vrachtwagens rijden met 100 km vlak langs mijn fietstassen waarbij mijn fiets heen en weer zwiept door de luchtverplaatsing. Aan de overkant van de weg zijn wegwerkers bezig die met hun wijsvinger naar hun voorhoofd wijzen. Tot overmaat van ramp moet ik ook nog door een tunnel heen. Ik stop, zet mijn lichten aan en wacht tot er even geen verkeer is. Goed en wel uit de tunnel krijg ik nog een klim te verwerken en dat schiet niet op. Zo snel als mogelijk is wil ik hier vanaf. Bij het bord Manresa Noord verlaat ik gestrest de autoweg. Bij de afslag zie ik ook nog een camera hangen. Hopelijk staat de politie dadelijk niet voor mijn neus.

In Manresa zoek ik naar het hostel uit mijn boekje maar onderweg zie ik een jeugdherberg. Het is een prachtig hoog en licht gebouw en de receptioniste is heel vriendelijk. Ze vraagt of ik een pelgrimstempelkaart heb. Die had ik wel toen ik naar Santiago ging maar nu niet. Of ik dan lid ben van de jeugdherbergcentrale. Nee, ook niet. Toch ben ik jeugdig, zeg ik, ik heb een jong hart en jeugdige benen, naar mijn stevige dijen wijzend. Zonder verdere problemen schrijft ze me in. Het tarief is 20,50 Euro incl. ontbijt. Je kunt wel zien dat dit een ambtelijke organisatie is want via een zeer uitgebreid computersysteem komt een kwartier later een officieel document uit de printer rollen. De conversatie met de receptioniste verloopt overigens perfect. Ze laat mij goed Spaans spreken en ze vermijdt zelf dat ze over gaat in het Engels.

Via een hellingbaan kom ik op de verdieping. In de hal kan ik mijn fiets plaatsen en ik krijg een mooie kamer.

Na gedoucht te hebben ga ik de stad in. Het is pas 6 uur. Meestal gaan de restaurants om 8 uur open. Op een terras neem ik een lekkere pils en eet er de amandelen bij die ik nog heb. Het is warm en loom in de stad. De thermometer wijst nog 28 graden aan. Ik ben moe en heb slaap. Dat moet komen door de inspanningen van het klimmen in combinatie met de warmte en de stress van vanmiddag.

Er is veel volk op de been. Het is gezellig en levendig in de stad. Jong en oud bezetten de vele bankjes in het oude centrum. Ik zie ook veel moslims in lange gewaden. Benjaminse schrijft over deze plaats: de pantoffelparade is hier fantastisch, net Barcelona, maar dan zonder toeristen.

Als ik via de vele trappen het centrum door loop vind ik geen enkel restaurant. Onbegrijpelijk voor zo’n grote stad. Uiteindelijk ga ik dan maar een broodjeszaak binnen en bestel een Panini pizza. Het smaakt goed maar het is te weinig, het zijn slechts twee stukken belegd stokbrood. Daarom bestel ik nog frites. Ik krijg een bord met grote vierkante frites heel kunstig in dunne slierten bespoten met mayonaise en ketchup. Ondertussen drink ik nog twee wijntjes. Als ik afsluit met koffie en gebak heb ik toch wel mijn buik vol. En dat voor 11,60 Euro.

Als ik terug kom in het hostel kom ik weer in gesprek met de receptioniste. Ik zeg dat mij de vele Catalaanse vlaggen zijn opgevallen die hier over de balkons hangen. Zij zegt dat Catalonië vecht voor zelfstandigheid. Zij willen als welvarende regio niet langer betalen voor het luie zuiden. Zij vertelt dat ze in Andalusië wel vier uur siësta hebben en daarbij veel eten en drinken waardoor ze daar ook zo dik zijn. Ja, nu je het zegt. Het valt me inderdaad op dat de mensen hier normaal geproportioneerd zijn terwijl in Andalusië bijna iedereen veel te dik is.

Page 32: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Voor ik naar bed ga heb ik nog contact met Jacky. Ze heeft morgen een uitvaart. De moeder van Willemijn is overleden, 95 jaar oud. Lichamelijk versleten maar geestelijk nog heel goed. Ze bridgede zelfs nog. Ik vertel haar dat ik naar het einde verlang. Ik ben moe en het is hier benauwd en druk. Vanmiddag moest Ik zelfs stoppen voor stoplichten. Wat zijn dat ook alweer voor dingen?

Om 10.30 uur ga ik naar bed. Morgen ontbijt vanaf 7.15 uur.

Dag 22, woensdag 12 juni. Manresa-San Sadurni. Afstand 92 km. Hoogtemeters 1344.

In de eetzaal van de jeugdherberg geniet ik van een uitgebreid ontbijt. Lekker stapelen zodat ik een goede ondergrond heb voor de klim van vandaag. Een agent helpt me snel de stad uit en ik begin aan de langste klim van de tocht. 42 km! Het is niet steil, tot maximaal. 6%. Maar er komt geen einde aan. Ik bedenk me dat ik eigenlijk bijna de hele dag klim. Als ik 7 uur op de fiets zit klim ik er wel 6 uur van. Met een slakkengangetje ga ik naar boven waarna ik pijlsnel omlaag val om weer met een nieuwe klim te beginnen.

In de klim kom ik een Belg tegen die ook met Benjaminse fietst. Hij is al eens tot Beziers gefietst en doet nu het Spaanse deel. Ik wens hem een goede reis en zeg hem dat hij nog heel veel moois te zien krijgt.

In Moiá, 10 km van de top neem ik in een restaurant koffie met een bocadillo en een cola. Zo, die klim kan ik hier wel mee afmaken. Als ik eindelijk de top bereik begin ik aan de zalige afdaling naar Tona. Ik zoef heerlijk omlaag in de warme lucht en op niet te steile stukken kijk ik het dal in. Prachtig. In een bocht maak ik een foto. De eerste vandaag. Het is niet dat ik de omgeving niet mooi vind maar ik heb er al zoveel.

In Tona koop ik in een gelikte groentewinkel bananen. In heel Spanje heb ik nog niet zo’n mooie winkel gezien. Ik ben behoorlijk moe en het is warm. Ik weet niet of ik zonder eten de volgende klim haal. Daarom stop in Seva en neem een drie gangen menu voor 10 Euro. Spaghetti, zalm met frites, wijn, en ijsje na.

Hier kom ik in gesprek met een Spaans stel. Zij zijn zeer geïnteresseerd. Mijn Spaans gaat steeds vlotter en Ik maak al grapjes in het Spaans.

De camping in Espinelves blijkt gesloten. Op circa 8 km van de route in San Sadurni is een andere camping. Voor alle zekerheid bel ik om te controleren of deze wel open is. Volgens Benjaminse rijdt je hier door een mooi dal. Daarom wil ik morgen niet dezelfde weg terug om op de route te komen maar wil de lus afmaken zodat ik verderop de route weer bereik. Op dit 8 km lange traject kom ik weer enkele klimmetjes tegen. Ja, dat kan er ook nog wel bij. Als ik op de camping aankom blijk ik vandaag 1344 hoogtemeters te hebben gemaakt. Een record! Voor de beeldvorming: 1344 meter is 18,5 keer de hoogte van de Sint Jan.

De camping is wel duur. 20,50 Euro. Ik vraag of er dan ook ontbijt bij zit. Dat is niet het geval. Het water in mijn bidon is niet meer te drinken, het kookt bijna. Daarom pak ik eerst een pilsje op het terras om mijn vochthuishouding weer aan te vullen. De zoon de huizes, type Billy Turf, heeft een dikke 4 wheeldrive en een dito buikomvang. Zwetend komt hij me vragen of hij me naar de camping moet brengen. Maar dit is toch de camping, zeg ik. Nee, die is 500 meter verderop, zegt hij. Je denkt toch zeker niet dat ik na die 1344

Page 33: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

hoogtemeters die paar er ook niet bij kan doen. Eigenlijk had ik hem zelf om mijn fiets moeten zetten maar dan was hij 100 % zeker niet boven gekomen.

Boven aangekomen kijk ik uit over de camping met veel terrassen en een aantal rommelige vaste plaatsen. Ik blijk heel aardige buren te hebben. Ik krijg van hun een heuse tafel en stoel aangeboden zodat ik mijn krukje niet hoef te gebruiken. Zij wonen zelf aan de Costa Brava maar komen hier naar toe voor de rust en de lage prijzen.

Ik zet koffie en eet mijn noodrantsoen op. Vanmiddag heb ik immers al uitgebreid warm gegeten. ’s-Avonds belt Jacky. Ze is naar de uitvaart geweest die heel indrukwekkend was en wel drie uur heeft geduurd. Binnenkort zien wij elkaar weer. Morgen kom ik in Girona aan waar ik mijn terugvlucht ga regelen.

Ik duik vroeg in bed want de lucht wordt vochtig. Welterusten.

Dag 23, donderdagdag 13 juni. San Sadurni- Girona. Afstand 68 km. Hoogtemeters 647.

De laatste dag! Gisteren heb ik al het klimwerk gedaan en vandaag hoef ik alleen maar af te dalen.

De weg die terug naar de route leidt schat ik op een km of 12. Ik begin al meteen met een klim. Dat kan nooit lang zijn want rechts ligt het dal en daar moet ik naar toe. Dat valt vies tegen want het blijft maar klimmen. Via heel korte bochtjes rijd ik door een dicht bebost gebied. Het dal kan ik niet zien. Bij elke bocht kijk ik of de weg gaat dalen maar dat is niet het geval. Op 3 km zie ik een oude man lopen met een trui aan met opgerolde mouwen die een rolkoffer mee sjouwt. Hoe komt hij hier? En waar gaat hij naar toe? Ik groet hem en rijd door.

Het wordt warmer en warmer in die zware klim. Er is nergens een vlak stuk en ik zweet me kapot. Oneindig zijn de bochtjes en er komt geen einde aan. Centimeter voor centimeter schuift het asfalt onder mijn wielen door. Ik vervloek Benjaminse met zijn “mooi dal”. Ik had vandaag niet meer willen klimmen en nu dit. Regelmatig denk ik aan de man met de koffer. Er is hier geen mens, geen huis, en geen auto die hem een lift kan geven. Hoe zou hij dit volhouden?

Uiteindelijk, na 13 zware kilometers, 507 hoogtemeters en zonder water kom ik aan bij de doorgaande weg. Voordat die man met zijn koffer hier kan zijn is hij al overleden, denk ik.

Ik begin aan een 25 km lange klim. Wat een beloning! Ik rijd door een schitterend groen dal pal langs de rivier die ik om mijn Garmin langs de weg zie kronkelen. Er is geen verkeer waardoor ik de omgeving goed in me op kan nemen. Recht boven mij zien de toppen van de bergen eruit als grote groene puntmutsen.

Nadat ik Sant Hilari gepasseerd ben stop ik in Osor om te eten. Het is een heel leuk plaatsje. Bij de oude stenen brug maak ik veel foto’s van de huisjes die prachtig gesitueerd zijn langs de rivier. In een bar lunch ik en vul mijn bidons. Bij de bakker koop ik brood en een pak cakejes.

Page 34: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

Bij Anglés begint de Via Verde die naar Girona loopt. Ik hoef niet in Girona te zijn want de camping ligt een stuk ten zuiden van de stad. Ik denk binnendoor te kunnen rijden en vraag de weg. Een fietser begeleidt me een stuk op de Via Verde en wijst me verder de weg. Hij zegt de camping te kennen omdat hij daar brandweerman is. Als ik hem vraag of iemand me daar kan helpen met het inpakken van mijn fiets zegt hij dat ik naar Louis moet vragen. Dat is een fietser die me zeker kan helpen.

Via de voorstad Salt moet ik de camping in Fernalls kunnen bereiken. Zelfs mijn Garmin raakt hier helemaal overstuur van de concentratie van wegen. Het is overal heel druk en er is veel industrie. Verschillende keren vraag ik de weg. Ze vinden het allemaal moeilijk om uit te leggen maar doen hun best. Als ik er bijna moet zijn en het aan een wielrenner vraag zegt hij dat de camping gesloten is. Hij klinkt zo overtuigd dat ik hem geloof. Dat is balen. Ik had me voorgesteld om een dag of twee op de camping te blijven en vandaar uit mijn ticket te regelen en de fiets en bagage in te pakken. De wielrenner verwijst me naar een naburig hostal dat niet duur is en waar je goed kunt eten.

Het hostel ligt aan de snelweg, 8 km van het vliegveld. Het is warm en ik bestel een pilsje. Aan de man achter de bar vraag ik of hij materiaal heeft om mijn bagage in te pakken. Dat heeft hij niet maar zegt dat ze op het vliegveld een inpakservice hebben. Ik besluit om ernaar toe te fietsen om ter plaatse alles te regelen. Ik rijd op de secundaire weg richting vliegveld met een zware wind tegen. De thermometers wijzen 32 graden aan.

Op het vliegveld blijkt helemaal geen inpakservice te zijn. Nou, dat moet ik dan anders zien te regelen. In het hostel heb ik al geprobeerd met mijn smartphone de terugvlucht te boeken via Transavia. Dat lukte bijna. Ik kon alles boeken, ook de extra bagage maar niet mijn fiets. Hier op het vliegveld vraag ik waar een reisbureau is waar ik kan boeken. Dat is er niet en ik wordt verwezen naar het loket van Rayanair. De dames zijn niet vriendelijk. Ze zeggen dat ik via internet moet boeken. Als ik zeg dat het me niet lukt en vraag of zij dat willen doen gaat een Aziatische medewerkster schoorvoetend achter de computer zitten. In slecht Engels komt ze met een verhaal dat het meer dan 200 Euro kost en als ik morgen te laat ben dat het dan meer dan 400 Euro wordt. Ik heb er helemaal de balen van en zeg dat het niet meer hoeft.

Hoewel Transavia op Girona vliegt blijken zij hier geen bureau te hebben. Daar sta ik dan. Bij een ondefinieerbare balie vraag ik informatie. De lieve dame wil me wel helpen. Onder het helpen van andere klanten door (het lijkt me hier een soort VVV) boekt ze voor mij de vlucht. Morgenvroeg om 7 uur vertrekken. Ik ben haar heel dankbaar en wil betalen maar ze weigert geld aan te nemen.

Als ik snel naar het hostel terug wil blijkt op de terugweg de secundaire weg afgesloten te zijn. In lichte paniek zoek ik een alternatief. De omleidingsroute leidt naar een plaats minstens 15 km verderop. Dat kan niet, want dan kom ik nooit meer bij het hostel en vanavond moet ik alles nog inpakken. Gestrest pak ik mijn fiets op en sjouw hem over het hek. Op de afgesloten weg ontwijk ik enkele obstakels. Maar oh wee, de secundaire weg gaat vanzelf over op de snelweg. Tot overmaat van ramp is deze ook nog versmald met pylonen en het drukke verkeer raast met hoge snelheid langs me heen. Helaas buigt deze weg af en gaat niet rechtdoor naar het hostel. Ik blijk met mijn fiets op de snelweg naar Barcelona te zitten! Met een droge strot van de stress steek ik de weg over, zet mijn fiets over de vangrail, steek de andere kant van de snelweg over en rijdt via een bocht een

Page 35: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

rotonde op. Ik zie het hostel al en binnen een paar minuten sta ik badend van het zweet aan de bar. Ik bestel een grote fles water en ga aan een tafeltje zitten om mijn hartslag naar een normaal ritme terug te laten keren.

Nadat ik weer een beetje gekalmeerd ben vraag ik aan de bar of zij iemand weten die kan helpen om mijn spullen in te pakken. De vrouw achter de bar verwijst mij naar een dhz zaak die ik met de bus zou kunnen bereiken. Het is nu 19.45 uur en die zaak sluit om 20.00 uur! Daarna gooi ik het over een andere boeg. Ik roep alle mannen die aan de bar staan bij elkaar en leg mijn probleem uit. Hebben zij misschien spullen waarmee ik mijn fiets en bagage in kan pakken. Alles noem ik: grote zakken, karton, touw, plakband. Zij kijken me aan of ze het in Keulen horen donderen. De ober, en waarschijnlijk (mede) eigenaar hoort het aan en zegt: ik moet nu mijn zoontje naar bed brengen maar ben om 20.00 beneden en dan help ik je met inpakken. Hij wijst me op de grote maar dunne vuilniszakken en op een rol plastic folie. Ook zegt hij dat hij me morgenvroeg naar het vliegveld brengt. Ik zou hem wel willen kussen maar doe het niet.

Vlug ga ik naar mijn kamer om mijn fietstassen opnieuw te organiseren. In één tas doe ik alleen kleren en mijn stuurtasje. De rest moet allemaal in één pak. Ik ben wel zo slim om geen metalen delen in mijn handbagage te doen. Om 20.00 uur zit ik weer aan de bar maar de man is niet te zien. Na een half uur komt hij opdagen. De serveerster geeft me drie grote vuilniszakken. Omdat ze zo dun zijn doe ik ze allemaal over elkaar en doe er alle tassen en kampeerspullen in. Als ik alles optil scheurt een zak. Om het steviger te maken vraag ik twee zakken bij. De man helpt mij om het geheel in de folie te draaien en warempel het pak wordt steviger. Om het geheel doe ik de twee spinnen die ik heb en zo is het een echt pak dat je zonder probleem op kunt tillen. Mijn fiets maak ik kleiner door het voorwiel eraf te halen en aan het frame te binden. Verder stuur omdraaien, zadel omlaag en trappers eraf. Om het geheel drapeer ik ook weer die folie. Ik maak bijna de hele rol op maar aan de onderkant zit alles nog los. Beter inpakken lukt niet dus daar moeten ze het bij Rayanair maar mee doen.

Het is al laat als ik in het restaurant neer plof. Ik geniet van een heerlijk driegangen menu. Dat kan ik wel gebruiken na al die hectiek van vandaag. Intussen heeft de barman voor morgenvroeg een taxi gebeld want hij vindt 5 uur toch wel te vroeg om mij weg te brengen. Bij het afrekenen wordt ik voorgesteld aan een man die morgenvroeg de deur voor me opent en de taxichauffeur zal ontvangen. Ook zal hij me wekken om 4.45 uur.

Dag 24, donderdagdag 14 juni. De terugreis.

Ik lig wel in bed maar slaap voor geen meter. De adrenaline is blijkbaar nog niet uitgewerkt. Ik denk aan het grote pak met bagage. Het mag 20 kilo wegen maar de man had geen weegschaal. Zou het niet zwaarder zijn? Ik heb er immers de trappers, kabelslot, gereedschap en fietsonderdelen in gedaan. Toen ik vertrok woog het pak 19,5 kilo. Daar staat tegenover dat ik er op de heenweg een hele peperkoek, rijst suiker etc. in had zitten. Dat is nu op. Zo lig ik in bed maar te rekenen en te woelen. Als het pak te zwaar is heb ik een groot probleem. Vanwege Arbo wetgeving zal ik er dan spullen uit moeten halen maar dan krijg ik het pak nooit meer dicht. Ook denk ik aan de taxi: zou die wel op tijd zijn en is die groot genoeg om mijn fiets te vervoeren? Omdat ik toch niet kan slapen sta ik midden in de nacht op en ga douchen.

Ik zit ruim op tijd kant en klaar voor vertrek. Om de tijd te doden check ik mijn email. Rayanair heeft een bevestiging gestuurd. Ik lees de kleine lettertjes over de bagage. Het meeste is bekend maar van een punt

Page 36: Web viewDe Via Verde is mooi! ... Omdat hij weet dat ik ook kampeer laat hij me een brochure zien van het concern ... Het is een leuk paar en wonen in Mol. Hij is 70

schrik ik: gas! Ik ben vergeten het gasflesje los te koppellen en weg te gooien. Rayanair wil natuurlijk geen explosie in het vliegtuig. Ik kan het pak niet meer openen dus ik hoop er maar het beste van.

Om 16.45 uur wordt er op de deur geklopt en loop ik met de man naar beneden. We zetten de fiets en de bagage alvast buiten. De taxichauffeur is ruim op tijd. Binnen de kortste keren zijn we op het vliegveld. Voor de taxi betaal ik wel een verhoogd tarief maar dat boeit me niet. Ik laad de fiets en de bagage op een kar en rijd er zo via een ruime draaideur de vertrekhal mee binnen. In no time is mijn bagage zonder problemen ingeklaard. Ik slaak een zucht van verlichting en ga op een bankje zitten waar ik Jacky een SMS je stuur.

In het vliegtuig zit ik bij het raam en maak een paar mooie foto’s van Girona en van prachtige veelkleurige wolkenformaties. Normaal heb ik altijd moeite als een vliegtuig de daling inzet, maar deze keer merk ik er niets van. Ik blijk te zijn ingedommeld als het vliegtuig in Eindhoven landt.

Jacky staat me op te wachten en we zijn heel blij elkaar weer te zien. Thuis neem ik een douche en ga naar bed voor een dutje. Ik droom van een heel zware maar mooie fietstocht.