9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels...

52
INHOUD A. De opbouw van het landschap 5 A1 Ondergrond 5 A2 Netwerken 11 A3 Occupatie 11 A4 Grondgebruik 15 A5 Recreatie en toerisme 15 B. Beleid en ontwikkelingen 17 B1 Ruimtelijk beleid 17 B2 Ontwikkelingen en trends 21 B3 Ruimtelijke gevolgen van beleid en ontwikkelingen 22 C. Achtergrondnotitie natuur en natuurkaart Cuijk 25 D. Subsidiebronnen en financieringsmogelijkheden 41 E. Verklarende woordenlijst 45 F. Literatuur en bronnen 49 G. Deelnemers Projectgroep en Klankbordgroep 51

Transcript of 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels...

Page 1: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

INHOUD

A. De opbouw van het landschap 5

A1 Ondergrond 5

A2 Netwerken 11

A3 Occupatie 11

A4 Grondgebruik 15

A5 Recreatie en toerisme 15

B. Beleid en ontwikkelingen 17

B1 Ruimtelijk beleid 17

B2 Ontwikkelingen en trends 21

B3 Ruimtelijke gevolgen van beleid en ontwikkelingen 22

C. Achtergrondnotitie natuur en natuurkaart Cuijk 25

D. Subsidiebronnen en financieringsmogelijkheden 41

E. Verklarende woordenlijst 45

F. Literatuur en bronnen 49

G. Deelnemers Projectgroep en Klankbordgroep 51

Page 2: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

colofon

opdrachtgever

opdrachtnemer

vormgeving

NL Landschapsarchitecten, onderdeel van Nieuwland Advies

copyright

9445 COL © 2011 Nieuwland Advies, Wageningen

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk,

fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur(s).

Deze uitgave is met de grootste zorgvuldigheid opgesteld. Noch de makers, noch de uitgever stellen zich echter

aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden in deze uitgave.

Gemeente CuijkPostbus 10001, 5430 DA Cuijk

Gemeentelijk projectleider Susan Hijmans

Nieuwland AdviesHaagsteeg 4

Postbus 522, 6700 AM Wageningen

telefoon: +31.(0)317.467.246fax: +31.(0)317.467.200

e-mail: [email protected]

adviseurs:ing. Maarten Scherrenburg

ir. Ivo Südmeierdrs. Govert Jansenir. Martijn Hartman

Page 3: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk

Gemeente Cuijk

december 2011

2011 - 20212011 - 2021

Page 4: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

4 2011 © Nieuwland Advies

Bodem en geomorfologie

Legenda

0 500 1000 2500 m

N

Maasdal;jonge rivierklei met verspreideoudere afzettingen

Oeverwallengebied;hoge en brede oeverwallen van rivierzand, geulen met jongerivierklei

Oude rivierkleigebied;oude rivierklei, middelhogestroomruggen, plaatselijk dekzand

Broekgebied;dekzand, plaatselijk kleidek

Stroomruggen

Oude geulen

Oude bolakkers;enkeerdgronden

Page 5: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

5

DE OPBOUW VAN HET LANDSCHAPbijlage AHet landschap van de gemeente Cuijk is het resultaat van een continue wisselwerking tussen natuurlijke processen en menselijke ingrepen,

waarbij de laatste steeds nadrukkelijker van invloed is geworden. Het plangebied vormt het noordoostelijke deel van het Land van Cuijk en

maakt onderdeel uit van het Maasterrassenlandschap. Kenmerkend zijn het landelijke karakter en de verscheidenheid aan landschappen.

A1 Ondergrond

Geomorfologie

Het landschap van de gemeente Cuijk behoort tot de best bewaarde

fossiele rivierlandschappen van Nederland. Door de waarschijnlijk

‘plotselinge’ overgang van een vlechtend naar een meanderend

riviersysteem is het oude systeem nauwelijks door erosie aangetast.

Het rivierenlandschap bestaat hier uit drie geomorfologische

deelgebieden: Maasdal, Maasterrasrug en Maasterrasvlakte. Op

de terrasrug heeft de Maas sinds de laatste IJstijd haar sporen

achtergelaten. In het gebied tussen Gassel, Cuijk en Haps zijn geulen

en ruggen achtergebleven uit de tijd van de vlechtende rivier. Deze

reliëfvormen zijn in het actuele landschap nog duidelijk zichtbaar.

De hoofdrichting van dit systeem is zuidoost-noordwest en het

hoogteverschil tussen de geulen en ruggen bedraagt enkele meters.

Het maaiveld verloopt van 8.50 tot circa 12.00 meter boven NAP.

Tussen Oeffelt en Overasselt zijn evenwijdig aan het geulenpatroon

de stroomruggen als smalle stroken in het landschap herkenbaar.

De lager gelegen stroomgeulen sneden zich eerst diep in en zijn

in latere tijden gevuld. Het natuurlijke reliëf in de nabijheid van het

zandwingebied Kraaijenbergse Plassen is sterk aangetast door

ontgrondingen en ophogingen. In de omgeving van Gassel komen

nog oude dijken en wielen voor die getuigen van de bewogen over-

stromingsgeschiedenis (de Beersche Overlaat). Tussen de terrasrug

en de peelontginningen bevindt zich in de lijn Grave-Rijkevoort de

lager gelegen Maasterrasvlakte. Het landschap is relatief vlak en

open. In de actuele Maasuiterwaarden bevindt zich ten zuidoosten van

de kern Cuijk de noordelijke uitloper van het Maasheggenlandschap.

Kenmerkend voor dit jonge rivierenlandschap zijn de gevlochten

meidoorn- en sleedoornhagen die de blokvormige landbouwpercelen

van elkaar scheiden.

Bodem

Het landschap van Cuijk is gelegen op een bodem die bestaat uit

(grof) zand met daarbovenop een laag rivierklei. In tegenstelling tot

de meeste rivierlandschappen zijn slechts op enkele plaatsen op

de hoger gelegen ruggen jongere riviersedimenten terug te vinden.

Alleen rond Haps en tussen Beers en Vianen is een relatief dunne

Page 6: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

6 2011 © Nieuwland Advies

1 Aangeduid zijn de gemiddeld laagste (l) en gemiddeld hoogste (h) grondwaterstand in centimeters onder het maaiveld

Water

0 500 1000 2500 m

N

Legenda

Grondwatertrap I (l < 50 -mv, h < 20 -mv)1

Grondwatertrap III(l 80-120 -mv, h < 40 -mv)

Grondwatertrap VI(l > 120 -mv, h < 40 -mv)

Grondwatertrap VII(l > 160 -mv, h > 80 -mv)

Grondwatertrap VIII(l > 160 -mv, h > 140 -mv)

Kwelgebied

Inzijgingsgebied

Page 7: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

7Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

laag dekzand afgezet. De lager gelegen stroomgeulen zijn gevuld

met zware zavelgrond. In het zuidwesten (landgoederen Ossenbroek,

Barendonk en Tongelaar) komen zandgronden voor. Hier zijn door

eeuwenlange ophoging met plaggenmest enkeerdgronden ontstaan.

Deze gronden typeren zich door een zandige ondergrond met

daarbovenop een humusrijke laag van ongeveer 50-100 centimeter.

Rondom de Ottersgraaf-Laarakkersche Waterleiding bevinden zich

beekeerdgronden. Kenmerkend voor deze gronden is een bovenlaag

die rijk is aan organische stof en die plotseling overgaat in zand, dat

arm is aan organische stof. Roestvlekken zijn door het hele profiel

aanwezig als gevolg van de wisselingen in grondwaterstand in het

verleden en soms in het heden. De gronden stonden in de winter vaak

onder water en in de zomer daalde het grondwater tot 1 meter diepte

of meer.

Op de locatie van de Kraaijenbergse Plassen werd voor de aanvang

van de zandwinning de bodem gekenmerkt door zware rivierklei,

overslaggronden (zand) en enkeerdgronden. Als gevolg van de

zandwinning voor beton- en metselzand is de bodem tot 40 meter diep

afgegraven. Rondom de Kraaijenbergse Plassen zijn verschillende

wallen opgeworpen bestaande uit klei (oorspronkelijke toplaag).

Plaatselijk zijn grindoevers en plas-dras situaties op zandig substraat

aangelegd.

Waterhuishouding

Water speelt een belangrijke rol binnen de gemeente Cuijk (zie de

kaart Water op pagina 6). De dorpen en bebouwingsclusters zijn

geconcentreerd op de hogere gronden (infiltratiegebieden). Verder

is het plangebied een overwegend intermediair gebied waar met

name bij sloten en plassen sprake is van kwel. De gebieden juist ten

zuiden van Cuijk (rondom Zevenhutten en richting St. Agatha) en ter

hoogte van Tongelaar en Ossenbroek (langs de Ottersgraaf en de

Laarakkersche waterleiding) zijn verdroogd.

Oppervlaktewater

Het oppervlaktewatersysteem in de gemeente Cuijk is onderverdeeld

in drie stroomgebieden: Lindense Sluisgraaf, Virdsche Graaf en Raam.

Deze stroomgebieden voeren het water via de Raam of rechtstreeks

naar de Maas af, met uitzondering van het stroomgebied van de

Lindense Sluisgraaf. Daar wordt het water via het gemaal uitgeslagen.

De Laarakkersche Waterleiding, de Sint Anthonisloop en de Balkloop

voeren hun overtollige regenwater af naar de Lage Raam.

De Kraaijenbergse Plassen staan via een sluis in de haven van Cuijk

in direct contact met de Maas. Deze sluis sluit alleen bij hoog water.

Door de noordwestelijke grondwaterstroming richting de Maas is

sprake van een continue vervanging van het water in de plassen door

grondwater. Door de nog steeds groeiende omvang van de plassen

zal het zelfreinigende vermogen van het water toenemen.

De RWZI Cuijk verzamelt het afvalwater van het Land van Cuijk. De

inzameling van afvalwater binnen de bebouwde kommen vindt plaats

door vrijvervalriolen. Het afvalwater wordt via gemalen en persleidingen

naar de RWZI getransporteerd. Het gezuiverde afvalwater wordt via

een persleiding op de Maas geloosd. Voor de watervoorziening van de

landbouw wordt in het zomerhalfjaar effluent van de RWZI ingelaten in

de Laarakkersche Waterleiding.

Grondwater

Het rivierengebied kent twee watervoerende pakketten en de

globale grondwaterstroming is noordwestelijk gericht. Het eerste

watervoerende pakket heeft een dikte van circa 20 meter dik en begint

hier vrij ondiep (5m beneden maaiveld). Hierdoor is het hydrologische

systeem gevoelig voor lokale beïnvloeding van de waterkwaliteit en de

waterkwantiteit. Op de hogere (zand) gronden van de Maasterrassen en

de stroomruggen langs de Maas (tussen Cuijk en Maashees) bevinden

zich infiltratiegebieden. Hier komen diepere grondwaterstanden tot

een gemiddelde van circa 1.60 meter onder het maaiveld, afgewisseld

Page 8: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

8 2011 © Nieuwland Advies

Cuijk

Vianen

Beers

Haps

St Agatha

LindenKatwijk

Haven Cuijk

N

0 1 2 3 5 km4

Water (o.a. Kraaijenbergse Plassen)

VolenbeekDe Kronkel

Veldbeek

Schuitenbeek

Middelb

eek A-beek

Leuvenumse

beek

Staverdense

beek

Infrastructuur

Kernen

Topografie

Oude rivierenlandschap

Brede en hoge oeverwallen- landschap

Maasdallandschap; jong rivie-renlandschap

Broeklandschap

Legenda

Bodemkundige landschapseenheden

Page 9: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

9Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

met zogenaamde intermediaire gebieden. Direct langs de Maas

hebben zich terrassen met grove en fijne rivierafzettingen gevormd.

Dit deel kenmerkt zich door de aanwezigheid van kwelgebieden. Hier

komen ondiepere grondwaterstanden voor tot een gemiddelde van

circa 0.70 meter onder het maaiveld. De kwel komt voor in het gebied

direct langs de Maas en heeft zijn oorsprong in de infiltratiegebieden

op de Peelhorst, bij hoge waterstanden treedt hier rivierkwel op. Dit is

geïnfiltreerd in de nabijgelegen zandgronden.

In de geulen van het oude rivierenlandschap (zie de kaart

Bodemkundige landschapseenheden op pagina 8) treedt kwel op,

afkomstig van de naastgelegen oeverwallen.

Bodemkundige landschapseenheden

Op grond van abiotische omstandigheden zijn in de regio de volgende

bodemkundige landschapseenheden te onderscheiden:

• Het Maasdallandschap (jong rivierenlandschap) met oudere

afzettingen als eilanden verspreid, gescheiden door brede

laagten. Grondwaterstanden verschillen zeer lokaal en zijn sterk

fluctuerend;

• Het brede en hoge oeverwallenlandschap met Pleistocene geulen

die vaak met jonge rivierklei zijn gevuld. Fungeert als belangrijkste

inzijgingsgebied van het lokale grondwatersysteem;

• Het oude rivierenlandschap met goed bewaarde fossiele geulen

en middelhoge stroomruggen plaatselijk met dekzandafzettingen,

zonder jonge rivierklei;

• Het broeklandschap op de lager gelegen zandgronden met

een tamelijk sterke ondiepe kwel van de Peelhorst;

• De uitgestrekte rivierduincomplexen met veel reliëf en grote

bouwland-complexen. Inzijgingsgebied van het ondiepe

grondwater (buiten plangebied bij Gassel);

• De opgeheven riviervlakte bedekt met dekzanden.

Inzijgingsgebied van het ondiepe grondwater dat in het

broeklandschap en in het lage geulenlandschap opkwelt (buiten

het plangebied bij Mill);

• De stuwwal van Nijmegen (buiten het plangebied).

Links: De bodem en het landschap (broeklandschap bij Haps)

Rechts: Geul en rug in het oude rivierenlandschap

Page 10: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

Akkers

Bos

Kleine landschapselementen

Grasland/weide

Legenda

Historische topografische kaart omstreeks 1900

0 500 1000 2500 m

N

Page 11: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

11Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

A2 Netwerken

Droge Infrastructuur

De hoofdinfrastructuur wordt gevormd door de noord-zuid

georiënteerde A73 en de spoorlijn Nijmegen-Venlo. In oost-west

richting verbinden twee provinciale wegen de kernen Grave-Cuijk

(N321) en Mill-Haps (N264). Beide wegen kruisen de A73 en sluiten via

knooppunten hierop aan. Door de nabijheid en goede bereikbaarheid

worden er tal van relaties onderhouden met Nijmegen en Venray.

Buiten voorgenoemde wegen is de wegenstructuur fijnmaziger van

aard. Deze structuur omvat vooral plattelandswegen en zandwegen.

Naast deze wegen lopen er nog twee hoogspanningsleidingen door

het buitengebied. Verder ligt in het gebied een voormalig spoortracé

’t Duits Lijntje.

Natte infrastructuur

Kenmerkend voor het plangebied is de ligging in een scherpe

binnenbocht van de Maas. De Maas is een van de grote industriële

scheepvaartroutes van Europa. Naast de aanwezigheid van deze

rivier wordt het gebied gekenmerkt door een aantal kleinere beken

die, voornamelijk van oost naar west, door het gebied lopen, zoals de

Laarakkerse Waterleiding, St. Anthonisloop, Ottersgraaf, Lage raam,

Sluisgraaf, Virdse Raam en de Balkloop.

A3 Occupatie

Ontstaansgeschiedenis

Cuijk is al oud. De naam Cuijk is afgeleid van het Indo-Germaanse

woord ‘Keukja’ wat ‘kromming’ of ‘bocht’ betekent. Dit duidt op de

kromming of bocht in de Maas ter hoogte van Cuijk. ‘Keukja’ werd

later verbasterd tot ‘Ceuclum’, waaruit uiteindelijk de naam Cuijk is

ontstaan.

Honderden jaren voor Christus woonden er al relatief veel mensen in

de streek waar nu Cuijk ligt. De Kelten bebouwden hun land, hielden

vee en woonden in houten schuren of hutten. Hun doden werden

gecremeerd en in urnen in grafvelden geplaatst. Vaak hadden deze

heuvels een opening op het oosten. Veel van dergelijke grafheuvels,

gedateerd op omstreeks 700 jaar voor Christus, zijn aangetroffen

op het Kampse Veld in Haps, maar ook in Cuijk zelf zijn in 1825

(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen.

Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

de Kraaijenbergse Plassen en in de Heeswijkse Kampen, bevestigen

de bewoning van het gebied uit die tijd en vermoedelijk zelfs eerder.

Cuijk en omgeving werd dus ruim voor onze jaartelling al bewoond

door mensen.

In de Romeinse tijd kruiste de Romeinse weg van Nijmegen naar

Links: De A73

Rechts: De Maas ter hoogte van Cuijk

Page 12: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

12 2011 © Nieuwland Advies

Maastricht bij Cuijk via een houten brug de Maas. Vanaf dat moment

begon de mens de oeverbossen te ontginnen. Dit versterkte echter

de kracht van de overstromingen. De Maas veranderde in de daarop

volgende eeuwen meermalen van hoofdbedding en vormde daarbij

nieuwe meanders. Meerdere dorpen, die op donken gesticht waren,

moesten zich met kunstmatig opgehoogde terpen tegen hoog water

beschermen. Vanaf de 10e eeuw begint men de Maas te ‘kanaliseren’

door de bedding te verkorten en de eerste meanders af te snijden.

Rond 1300 was de Maas ongeveer tot Grave bedijkt.

Ondanks de bedijking, moest in geval van zeer hoog waterpeil het

water doorgelaten worden om dijkdoorbraken en wateroverlast op

andere plaatsen te voorkomen. Om de overstromingen te reguleren,

liet men op de linkeroever meerdere dijkloze stukken of verlaagde

dijkvakken bestaan, die dienden als overlaten bij hoog water. Tussen

Cuijk en Grave ontstond in die tijd een extra Maastak, de Beerse

Overlaat. Om het water snel te laten afvloeien mochten er geen

hindernissen, zoals bomen en gebouwen, in de bedding aanwezig

zijn. Het landschap van de Beerse Overlaat was dus uitgesproken

onbewoond en boomloos en bestond voornamelijk uit weiland. Het

gebied van de huidige Kraaijenbergse Plassen maakte deel uit van de

Beerse Overlaat.

De boerderijen en dorpen waren gebouwd op zandruggen, die een

soort eilanden vormden te midden van heide, waar het vee werd

gehoed en hoogveenmoerassen, waar turf werd gewonnen. Dit waren

gronden, die niet aan personen maar aan dorpen toebehoorden.

Jonge ontginningen

Vanaf 1850 ontgon men in snel tempo de gemeenschappelijke

gronden serieus, waardoor ze in weiland en bos veranderden.

Afwateringskanalen werden gegraven, verharde wegen werden

aangelegd en nieuwe dorpen werden gesticht. De vergelijking tussen

de huidige topografische kaart (zie pagina 6 van het hoofdrapport)

met de historische kaart (zie pagina 10) toont welke ontwikkeling

het gebied de laatste 150 jaar heeft doorlopen. De verstedelijking

heeft zich ontwikkeld op de hoger gelegen terrassen langs de

Maasoever. Zichtbaar is een structuur van losliggende kernen in

open akkerbouwlandschap die elk hun eigen karakteristieke formaat

en kenmerken hebben. Nagenoeg parallel aan de Maas is spoorlijn

Nijmegen-Venlo en de rijksweg A73 ontstaan. Opgesloten tussen

de A73 en de Maas is Cuijk uitgegroeid tot een kern met een sterk

regionale functie voor wonen, werken en voorzieningen. Ten westen van de A73 is het noordelijk deel van het plangebied in

de laatste 40 jaar ontgraven waardoor de Kraaijenbergse Plassen zijn

ontstaan. De kern Linden ligt vandaag de dag als een schiereiland

in deze plassen. De Beerse Overlaat is definitief gesloten in 1942.

Open landschap van de jonge ontginningen;

broeklandschap bij Haps

Page 13: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

13Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Sindsdien gebruikt men de uitdrukking Traverse van de Beerse

Overlaat of Traverse van de Beerse Maas om de oude overstroombare

zone aan te geven. Deze zone loopt vanaf noordwestelijke deel van de

gemeente Cuijk tot aan ’s-Hertogenbosch.

In de lijn van Beers naar Oeffelt heeft de boomteelt haar intrede in het

gebied gemaakt. In het zuidwesten is aantal bospercelen rondom de

landgoederen aanzienlijk afgenomen.

Cultuurhistorie, archeologie en aardkunde

Al in de Romeinse tijd was Cuijk (Ceuclum) een strategisch punt langs

de route tussen Nijmegen en Maastricht. Ter hoogte van de huidige

Martinuskerk lag een verbinding over de Maas. In die tijd had Cuijk een

belangrijke handelsfunctie, die men na de val van het Romeinse Rijk

verloor. Vanaf 800 bouwt men haar handelsfunctie weer op en spreekt

men over het Land van Cuijk. In die periode werd de streek bewoond

door een volk van Saksische oorsprong. In de eeuwen hierna staat

de streek onder verschillende invloeden. Dit is vandaag de dag nog

te zien aan de cultuurhistorische waardevolle kastelen, kerken en

kloosters. Niet alleen de mens heeft een waardevolle geschiedenis

achtergelaten. Onder invloed van de vlechtende rivier de Maas zijn de

Maasterrassen ontstaan, uniek in Nederland en daarom aangemerkt

als Belvedere-gebied en aardkundig waardevol gebied.

De gemeente Cuijk is rijk aan cultuurhistorische en archeologische

waarden. Met uitzondering van het zuidwestelijke deel is het

merendeel van het plangebied aangewezen als gebied met hoge

of middelhoge indicatieve archeologische waarden. Daarnaast zijn

het Maasheggengebied (oostelijke oever van de Maas), het gebied

rondom Ossenbroek en Barendonk, het gebied rondom Zevenhutten

en een aantal wegen aangewezen als historisch groen. Een groot

deel van de wegen is aangeduid als historisch geografische lijn

(redelijk hoog, hoog en zeer hoog). De gebieden rondom Haps en

Sint Agatha zijn aangeduid als historisch geografische vlakken met

zeer hoge waarden. Het noordwestelijke deel staat aangeduid als een

historisch geografisch vlak met hoge waarde. Verder zijn verspreid

door het gebied archeologische monumenten, cultuurhistorisch

waardevolle bebouwing, Rijksmonumenten, monumentale bomen en

molenbiotopen te vinden.

Het Duits Lijntje is in 1873 geopend door de Noord-Brabantsch-

Duitse Spoorweg Maatschappij (NBDS). Het doel van deze lijn was

het tot stand brengen van een rechtstreekse korte verbinding tussen

de zeehavens Vlissingen, Antwerpen en Rotterdam en het Duitse

achterland. Het goederen- en personenvervoer zijn tot omstreeks 1910

van betekenis geweest. In 1950 werd de lijn voor personenvervoer

gesloten. En in 2004 beëindigde de NS het goederenvervoer op het

laatst overgebleven stuk van Boxtel tot Veghel.

Links: 't Duits lijntje

Rechts: Landgoed Ossenbroek

Page 14: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

14 2011 © Nieuwland Advies

Grondgebruik

0 500 1000 2500 m

N

Legenda

Grasland

Akkerbouw

Boomkwekerijen

Fruitkwekerijen

Bos

Page 15: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

15Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

A4 Grondgebruik

In 1308 schonk Jan van Cuijk de gronden van het Land van Cuijk aan

haar ingezetenen voor gemeenschappelijk gebruik. In 1838 werden

de gronden toebedeeld aan de desbetreffende dorpen. Vanaf dat

moment werden de gronden ontgonnen, wat langzaam ging als

gevolg van de jaarlijks terugkerende inundaties (Beerse Overlaat).

Het grondgebruik was hierdoor tot in de 20e eeuw zeer traditioneel.

Akkerbouw en bewoning op de hoger gelegen droge gronden en

weidebouw op de lage natte gronden. Op de slecht ontwaterde,

middelhoog gelegen gronden lagen tot in de 19e eeuw vrij grote

boscomplexen. Hieruit zijn de huidige landgoederen Tongelaar,

Barendonk en Ossenbroek ontstaan. Na 1900 zijn deze bossen in

cultuurland omgezet, omdat de afwatering verbeterde. Er ligt nu een

akkerbouwgebied met zeer verspreide bebouwing. De restanten van

deze boscomplexen, onderdelen van de landgoederen Tongelaar en

Ossenbroek, vormen een belangrijke ruggengraat van het huidige

landschap. De lage gronden bestonden tot de 19e eeuw voornamelijk

uit nat grasland. Deze gronden waren slecht bruikbaar als gevolg van

het gemeenschappelijke bezit en een slechte afwatering.

Traditioneel waren de gronden in het Land van Cuijk in gebruik

door de agrarische sector. Echter sinds 1980 neemt het percentage

gronden met een agrarische bestemming af, vooral ten gevolge van

woningbouw en zandwinning. Daarnaast heeft zich sinds die periode

een schaalvergroting voorgedaan. Het aantal bedrijven is hierdoor

sterk afgenomen. Deze afname vindt plaats onder alle bedrijfstakken,

met uitzondering van de tuinbouw en de blijvende teeltbedrijven. De

afname is (relatief) het sterkst in de bedrijfstak hokdieren. Anno 2010

gebruikt men de agrarische gronden in het buitengebied als grasland,

blijvende teelt of voor de akkerbouw. De laatste jaren maakt vooral de

boomteelt een sterke groei door. Slechts een klein percentage van de

agrarische gronden is in gebruik voor fruitteelt en natuur.

A5 Recreatie en toerisme

Cuijk ligt nabij een aantal hoogwaardige natuurgebieden die eveneens

een belangrijke recreatieve waarde hebben: de stuwwal van Nijmegen,

Oeffelter Meent en het Reichswald. Door haar kleinschaligheid en de

tastbare cultuurhistorie is het buitengebied vandaag de dag vooral

in trek voor recreatief (mede)gebruik. Uit de wijde omgeving komt

men hier (sportief) wandelen, fietsen en recreëren. Een toeristisch-

recreatieve infrastructuur bestaande uit paden en routes loopt door

het karakteristieke rivierenlandschap met haar agrarische bedrijvigheid

en natuurgebieden. Vanaf deze routes beleeft men niet alleen het

landschap maar zijn de aanwezige kastelen, kerken, kloosters en

molens zichtbaar en bereikbaar.

In het buitengebied liggen momenteel nog geen grootschalige

recreatievoorzieningen. Wel zal in de nabije toekomst rondom de

Kraaijenbergse Plassen waterrecreatie een nog belangrijke rol gaan

spelen. Naast de huidige jachthaven en kleinschalige verblijfsrecreatie

bij Linden worden er momenteel ideeën uitgewerkt om ten noorden

van Beers een grootschalig recreatiepark Dommelsvoort te

ontwikkelen. Binnen deze ontwikkeling is ruimte gereserveerd voor

een hotel, verschillende restaurants en cafés, een wellness centrum,

een jachthaven en enkele honderden recreatiewoningen. Verder

zijn voor het Cuijkse buitengebied diverse initiatieven van verbrede

landbouw aanwezig.

Page 16: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom
Page 17: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

17

BELEID EN ONTWIKKELINGENbijlage BZowel vanuit het Rijk en de Provincie als vanuit het Waterschap en op gemeentelijk niveau liggen er diverse beleidsopgaven. Het provinciale

beleid voor natuur en landschap, het Reconstructieplan Peel en Maas (en uitwerkingen) en het Bestemmingsplan Buitengebied 2010 vormen

belangrijke beleidskaders voor dit landschapsontwikkelingsplan. In deze bijlage wordt het ruimtelijk beleid samengevat. Het beleid heeft

samen met de autonome ontwikkelingen, onder meer in de landbouw en boomteelt, invloed op de ruimtelijke kwaliteiten en biedt kansen voor

verbetering.

B1 Ruimtelijk beleid

Natuur en landschap

Het provinciale beleid is sinds het Streekplan ‘Brabant in balans’ uit

2002 sterk in ontwikkeling in relatie tot natuur en landschap. Er wordt

onderscheid gemaakt in beleid en beleidsregels die een directe

uitwerking zijn van het streekplan en beleid dat separaat van het

streekplan is opgesteld.

Als directe uitwerking van het streekplan gelden de volgende

documenten (zie bijlage voorbeschrijvingen per beleidsdocument):

• Interimstructuurvisie;

• Paraplunota (incl. specifieke beleidsnota’s);

• Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (voorontwerp);

• Verordening Ruimte;

• Uitwerkingsplan land van Cuijk.

In deze beleidsplannen is de provinciale ecologische hoofdstructuur

uitgewerkt met de onderdelen Agrarische Hoofdstructuur (met

onderscheid tussen AHS landbouw en AHS landschap) en de

Groene Hoofdstructuur (met onderscheid tussen GHS landbouw en

GHS natuur) en ecologische verbindingszones (EVZ). Zie ook het

kaartje van de Interimstructuurvisie op pagina 20.

Streekplanuitwerkingen

Het streekplan is tevens uitgewerkt in een aantal beleidsregels

voor onder meer natuurcompensatie, Rood voor groen (nieuwe

landgoederen) en Ruimte voor ruimte.

Page 18: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

18 2011 © Nieuwland Advies

Interim structuurvisie

Legenda

0 500 1000 2500 m

N

Bestaand stedelijk gebied (2004)

AHS-landschap

GHS-landbouw

AHS-landbouw

GHS-natuur

Ecologische verbindings-zone

Regionale natuur- en landschapseenheid (RNLE)

Openheid

Winterbed

Concentratiepunt waterrecreatie

Stoptreinstation

Page 19: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

19Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Natura 2000

Een klein deel van het Natura 2000-gebied Oeffelter Meent ligt

binnen de grenzen van het plangebied. Het gebied is aangewezen

voor de Habitattypen ‘Stroomdalgraslanden’ en ‘Glanshaver en

vossenstaarthooilanden’ en de Habitatrichtlijnsoorten kamsalamander

en kleine modderkruiper. Het gebied is beschermd via de Natuur-

beschermingswet.

Groen-Blauw Stimuleringskader (2003)

Het Groen-Blauw Stimuleringskader is een subsidieregeling voor

natuur- en landschapsbeheer. Er zijn vergoedingen voor onder

meer het aanleggen en/of beheren van landschapselementen zoals

poelen of houtwallen maar ook het aanleggen van wandelpaden over

boerenland. Het stimuleringskader is in principe van toepassing buiten

de EHS en daardoor een aanvullend instrument op de mogelijkheden

die in het kader van de SNL2 worden geboden.

De provincie werkt voor de uitvoering van de regeling samen met

gemeenten en waterschappen middels gebiedscontracten. Voor Cuijk

is hiervoor het ‘Gebiedscontract Horst en Raam’ van toepassing.

Natuurbeheerplan Noord-Brabant

Het natuurbeheerplan is het instrument voor de realisatie van het

natuur- en landschapsbeleid, waaronder de realisatie van de EHS.

Het plan geeft aan op welke plaatsen subsidies beschikbaar zijn

voor beheer van natuurgebieden en agrarisch natuurbeheer. Per

deelgebied is beschreven welke natuur- en landschapsdoelen worden

nagestreefd.

Reconstructieplan Peel en Maas

Het Reconstructieplan Peel en Maas is een integraal plan voor een

vitaal, mooi en schoon platteland. In het plan is uitgewerkt welke

gebieden geschikt zijn voor welke functies, zoals landbouw (landbouw-

ontwikkelingsgebieden), natuur (zie ook de EHS), landschap, water,

etc. Het versterken van de natuurwaarden en de landschappelijke

waarden zijn onder meer als doelstellingen genoemd voor het gebied

Peel en Maas.

Waterbeleid

Het waterbeleid is op het niveau van het plangebied uitgewerkt in het

Waterplan Land van Cuijk en in de uitwerking op gemeentelijk niveau.

In deze plannen is beschreven welke verantwoordelijkheden en rollen

de verschillende partners (waaronder de gemeente Cuijk) hebben als

het gaat om de uitvoering van maatregelen. Op hoofdlijnen wordt het

principe van: 1. vasthouden, 2. bergen en 3. afvoeren toegepast om

een duurzaam, gezond en veerkrachtig watersysteem te realiseren.

De Tochtsloot bij de Kraaijenbergse Plassen, de Laarakkerse

Waterleiding en een deel van de Virdse Graaf zijn betiteld als

waterlichaam KRW. Voor deze watergangen zijn specifieke maatregelen

geformuleerd, waaronder de aanleg van natuurvriendelijke oevers

en aangepast peilbeheer. In het gemeentespecifieke deel van

het Waterplan is aangegeven dat de gemeente Cuijk onder meer

verantwoordelijk is voor riolering, gemeentespecifieke delen van de

KRW, groen, natuur, landschap en beheer en onderhoud van niet-

leggerwatergangen.

2 De SAN (onderdeel van het Programma beheer) is per 1 januari 2010 beleidsarm overgegaan in het Subsidiestelsel voor Natuur en Landschapsbeheer (SNL). Hetzelfde geldt voor de Subsidie-regeling Natuurbeheer (SN). Alleen voor agrarisch weidevogelbeheer vindt beleidsaanpassing plaats (collectief weidevogelbeheer in gebieden van tenminste 100 ha. o.b.v. weidevogelbeheerplan)

Page 20: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

20 2011 © Nieuwland Advies

Legenda

Uitwerking Land van Cuijk

0 500 1000 2500 m

N

Beheer en intensiveringstedelijk gebied

Herstructurering stedelijkgebied

Centrumontwikkelingstedelijk gebied

Landschapsbeheerlandschappelijk raamwerk

Transformatie afweegbaar onder voorwaarden Streekplan

Beheer beekdalsysteem

Te ontwikkelen woongebied

Te ontwikkelen bedrijventerrein

Te reserveren bedrijventerrein

Haven

Afslag snelweg

Stoptreinstation

Page 21: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

21Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Beleid verstedelijking

Het verstedelijkingsbeleid is uitgewerkt in het Uitwerkingsplan

landelijke regio Land van Cuijk. In het plan is opgenomen waar,

wanneer en hoeveel de komende jaren aan woningen en aan

bedrijventerreinen wordt ontwikkeld. Voor de gemeente Cuijk gaat het

vooral om de mogelijke transformatiegebieden (verstedelijking) tussen

Beers en Vianen, Haps en Haring (bedrijventerrein) en een smalle

strook tussen Heeswijk en Linden ten oosten van de A73 (zie de kaart

Uitwerking Land van Cuijk op pagina 20).

Gemeentelijk Beleid

Op gemeentelijk niveau is vooral het Bestemmingsplan buitengebied

een belangrijk ruimtelijk kader. Op het moment van schrijven worden

de oorspronkelijke plannen ‘Buitengebied Cuijk’, ‘Buitengebied Haps’

en ‘Beerse Overlaat’ geactualiseerd in een plan (thans Voorontwerp

Bestemmingsplan Buitengebied 2010). Het grootste deel van het

buitengebied is aangewezen als ‘agrarisch met landschapswaarden’.

Verder is de begrenzing van natuurgebieden overgenomen van het

provinciale beleid en zijn de relatief grote bosgebieden aangewezen.

Monumentale bomen

Uitgangspunt in de monumentale bomennota ‘Bomen verdienen

bescherming’ is dat monumentale en potentieel monumentale bomen

in de gemeente beschermd moeten worden. Behalve de boom zelf

wordt ook de groeiplaats van de boom beschermd door deze op

te nemen in het bestemmingsplan. De gemeente heeft een lijst met

monumentale bomen opgesteld.

B2 Ontwikkelingen en trends

Landschap is een dynamisch gegeven. Voor de 19e eeuw had de

mens de natuur nog niet onder controle waardoor het grondgebruik

was afgestemd op de abiotische omstandigheden (bodem, water,

etc.). In de laatste eeuwen is de dynamiek van het landschap vooral

gestuurd door het grondgebruik, waarbij men de omstandigheden

onder controle had.

Ook in de toekomst zal het landschap continu veranderen door

wisselingen in grondgebruik en zal een deel van het platteland

ingevuld worden met stedelijke functies. Het Cuijkse buitengebied zal

de komende jaren steeds meer onder druk komen te staan als gevolg

van ontwikkelingen in woningbouw en bedrijventerreinen. (zie kaart

Uitwerkingsplan Land van Cuijk op pagina 20). Hierdoor ontstaan

nieuwe dorpsranden en zal het karakter van een aantal gebieden

veranderen. Ook de aanleg van nieuwe infrastructuur, zoals de

randweg bij Haps (in studie) hebben invloed op het landschapsbeeld

en kunnen nieuwe doorsnijdingen van huidige landschapsstructuren

tot gevolg hebben.

Ontwikkelingen in de landbouw, zoals schaalvergroting (minder maar

grotere bedrijven), en uitbreidingen van bedrijven hebben zichtbare

invloed op het landschap.

Realisatie natuurbeleid

De realisatie van het natuurbeleid is in volle gang. Zo worden

ecologische verbindingszones aangelegd en worden veel

landschapselementen aangeplant, onder meer ter compensatie van

verloren gegaan dassenleefgebied.

Page 22: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

22 2011 © Nieuwland Advies

B3 Ruimtelijke gevolgen van beleid en ontwikkelingen

Er zijn verschillende ontwikkelingen gaande in het plangebied die van

invloed zijn op de ontwikkeling van het landschap en kansen bieden

voor versterking van het landschap:

Nieuwe erven in het buitengebied

Gezien de huidige ontwikkelingen in de landbouw zullen naar

verwachting in het kader van functieverandering (ruimte-voor-

ruimte) huidige agrarische erven worden omgevormd tot burgererf.

Landschappelijke inpassing vormt hierbij een belangrijk sleutelwoord

ten behoeve van natuur en landschap. Op die manier kunnen deze

erven bijdragen aan landschapsversterking.

Nieuwe landgoederen

Er zijn steeds meer initiatieven om nieuwe landgoederen te stichten

(via de provinciale regeling ‘Rood voor groen’). Op het moment van

schrijven is een drietal initiatieven / ideeën voor nieuwe landgoederen

bekend bij de gemeente. Deze landgoederen kunnen bijdragen aan

de landschappelijke versterking van het plangebied.

Bedrijvigheid

Vanwege het grote aandeel industrie in de werkgelegenheid van

Cuijk (50%; ‘Ontwikkelprogramma Ondernemend Cuijk’ / Kamer

van Koophandel 2007) is de ontwikkeling en uitbreiding van

bedrijventerreinen een belangrijk aandachtspunt in het kader van

natuur en landschapswaarden. Het Regionaal Bedrijventerrein

Laarakker (RBL) bij Haps is hiervan een sprekend voorbeeld

(dassen).

Waterbeleid

In het Waterplan Cuijk zijn de gemeentelijke verantwoordelijk-heden

en rollen bij de realisatie van het waterbeleid benoemd. Dit zijn

onder meer het verbeteren van de kwaliteit van recreatie, beleving en

cultuurhistorie van water. Ook wordt in het plan water als vormgevend

principe benoemd. De realisatie van het waterbeleid biedt goede

kansen voor landschapsversterking en de beleving van het landschap,

bijvoorbeeld door routes langs waterlopen. Daarbij is afstemming

tussen recreatie en natuur belangrijk.

Beekherstel bij de Laarakkerse Waterleiding

Page 23: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

23Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Landbouw

Het beheer van een groot deel van het plangebied is al eeuwenlang

onderdeel van agrarische bedrijfsvoering. Met de reconstructieplannen

voor het buitengebied zijn de grenzen voor verwevingsgebieden en

landbouw-ontwikkelingsgebieden bovendien nader uitgewerkt. Dit

vraagt om een goede visie op en strategie voor het behoud en de

ontwikkeling van het landschap, rekening houdend met de behoeften

van de agrarische sector. Zowel op provinciaal als gemeentelijk niveau

zijn hiervoor diverse middelen beschikbaar. Het landschapsontwikke

lingsplan kan bijdragen aan en meer duidelijkheid verschaffen over

de gebiedsspecifieke kwaliteiten van het landschap in dergelijke

gebieden.

Door schaalvergroting is het aantal bedrijven sterk afgenomen. Deze

afname vindt plaats onder alle bedrijfstakken, met uitzondering van

de tuinbouw en de blijvende teeltbedrijven. De afname is (relatief) het

sterkst in de bedrijfstak hokdieren. De laatste jaren maakt vooral de

boomteelt een sterke groei door.

Recreatie

Het Land van Cuijk kenmerkt zich door een breed scala aan

aantrekkelijke landschappen, landschapselementen en recreatieve

voorzieningen. Binnen de gemeentegrenzen van Cuijk zijn met name

de Maasheggen, de Kraaijenbergse Plassen en de landgoederen

belangrijke recreatieve kernen. Deze gebieden leveren een bijdrage

aan de recreatieve beleving van de streek. De komende jaren wordt

ten noorden van Beers het plan Dommelsvoort ontwikkeld. Dit plan

bestaat uit de realisatie van een grootschalig op het water georiënteerd

recreatiepark.

In relatie tot de stijgende woonbehoefte (onder andere Heeswijkse

Kampen) kan de ontwikkeling van recreatie in de nabijheid van

uitbreidingslocaties voor woningbouw in het buitengebied een ingang

zijn om natuur en landschapskwaliteiten ook vanuit lokaal belang te

versterken.

De Kraaijenbersge Plassen

Page 24: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

24 2011 © Nieuwland Advies

Page 25: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

25

ACHTERGRONDNOTITIE NATUUR EN NATUURKAART CUIJKbijlage C

C1 Inleiding

Aanleiding

Deze notitie beschrijft de stand van zaken van de natuurwaarden van het

buitengebied van Cuijk, geeft mogelijke ontwikkelingen (veranderingen)

van de natuurwaarden en een relatieve waardering. Tevens is in deze

notitie aandacht besteed aan beschermde natuurwaarden (Flora- en

faunawet). Het onderzoek naar de natuurwaarden is grotendeels

gebaseerd op bronnen. Het hoofdrapport geeft een samenvatting van

de natuurwaarden.

De natuurwaarden van Cuijk worden beschreven aan de hand van

vier deelgebieden, namelijk:

• het Maasdal;

• de Kraaijenbergse Plassen;

• het oude rivierenlandschap;

• het broeklandschap.

Doel van het natuuronderzoek

Het doel van het natuuronderzoek in Cuijk is om inzicht te krijgen in

de (actuele) natuurwaarden en wat dit betekent voor het LOP Cuijk

en indien mogelijk voor andere ruimtelijke ontwikkelingen waarbij

beschermde natuurwaarden een rol spelen.

Werkwijze

Het onderzoek omvatte:

• bronnenonderzoek;

• veldverkenning;

• rapportage.

Bronnenonderzoek

Hierbij is gebruik gemaakt van:

• gegevens uit “oudere” landschapsbeleidsplannen;

• gegevens uit verspreidingsatlassen;

• gegevens uit diverse onderzoeksrapporten (met name uit Van der

Valk, e.a., 2005);

• waarneming.nl;

• gegevens van Provincie Noord-Brabant.

De gegevens uit de bronverkenningen zijn geanalyseerd en gebruikt

voor de veldverkenning van Nieuwland Advies en voor het opstellen

van de achtergrondnotitie.

Page 26: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

26 2011 © Nieuwland Advies

C2 Flora en fauna

Flora

Hierna volgt een beschrijving van de flora (planten) van de

onderscheiden deelgebieden. Per deelgebied zijn de meest voor-

komende terreintypen aangegeven met enkele kenmerkende

plantensoorten. In bijlage 1 staan karakteristieke plantensoorten van

het plangebied.

Het Maasdal

Het Maasdal bestaat uit de Maas en uiterwaarden inclusief winterdijk.

In dit deelgebied komen diverse terreintypen voor waaronder

agrarische percelen (graslanden), heggen, dijken en sloten.

De graslanden bestaan voornamelijk uit hoogproductieve gras-

soorten zoals engels raaigras. De dijken zijn plaatselijk rijk aan

plantensoorten; goudhaver, kamgras en geel walstro komen er voor. In

de uiterwaarden zijn maasheggen aanwezig van met name meidoorn

spec. en sleedoorn met plaatselijk nog karakteristieke planten zoals

dolle kervel.

Terreintypen Plantensoorten

Graslanden: engels raaigras, vogelmuur

Dijken: goudhaver, kruisbladwalstro

Heggen: meidoorn spec., sleedoorn,

kardinaalsmuts

De Kraaijenbergse Plassen

De Kraaijenbergse Plassen zijn ontstaan door winning van onder

andere zand en klei; het grootste oppervlakte wordt ingenomen door

water. Plaatselijk heeft natuurontwikkeling plaatsgevonden. Delen van

het gebied zijn in recreatief (mede)gebruik.

Terreintypen Plantensoorten

Water (plassen): fonteinkruiden spec.

Oeverzones: bosbies, blaaszegge, moeraskruiskruid,

rijstgras

Graslanden / ruigten: ruig hertshooi, bochtige klaver,

knolboterbloem, kleine bevernel

Struweel / heggen: sleedoorn, bosanemoon, groot warkruid,

gewone salomonszegel

Sloten: groot blaasjeskruid, pilvaren, holpijp

Het oude rivierenlandschap

Dit deelgebied omvat het grootste gedeelte van het buitengebied

van Cuijk. Binnen dit deelgebied zijn nog enkele eenheden te onder-

scheiden zoals de landgoederenzone met bossen) en het kleinschalig

gebied tussen Vianen en Beers. Behalve agrarische percelen komen

er beken, opgaande beplantingen (singels), bosjes, bermen en sloten

voor.

Terreintypen Plantensoorten

Bermen: rapunzelklokje, lange ereprijs, grasklokje

Ruigte: gewone agrimonie

Beken: waterranonkel spec.

Bosjes: zwarte els, wilg spec., wilde gagel

Het broeklandschap

Dit deelgebied ligt in het zuidwestelijk deel van de gemeente en

bestaat grotendeels uit agrarische percelen (graslanden, akkers). Er

komen in dit deelgebied relatief weinig natuurlijke elementen voor.

Terreintypen Plantensoorten

Opgaande beplanting: brede wespenorchis

Bosjes: koningsvaren

Page 27: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

27Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Fauna

Waarnemingen van diersoorten van de gemeente Cuijk staan in

bijlage 2.

Zoogdieren (overige soorten)

In de gemeente Cuijk zijn circa 25 zoogdiersoorten (vleermuissoorten

niet meegerekend evenals schadelijke soorten zoals huismuis)

bekend; het gaat veelal om muizensoorten, marterachtigen, hazen

en dergelijke. Drie soorten (wasbeer, boommarter en wild zwijn)

zijn als zwervers aangemerkt en hebben geen geschikt leefgebied

binnen de gemeente. De meeste soorten kunnen in vrijwel het gehele

buitengebied worden aangetroffen. Kleinschalige gebieden met veel

afwisseling in terreintypen herbergen veel soorten.

De bever breidt zich de laatste jaren uit in Nederland en is waar-

genomen in de buurt van Haps en langs de Maas bij Sint Agatha

(bron: Zoogdiervereniging).

De bekendste zoogdiersoort van Cuijk is de das. Deze soort komt

in vrijwel alle deelgebieden voor met een concentratie in het oude

rivierenlandschap en de omgeving van de Kraaijenbergse Plassen.

Zoogdieren - vleermuizen

Van Cuijk en omgeving zijn minimaal 7 (mogelijk 8 volgens Van der

Valk, e.a., 2005) vleermuissoorten bekend; vooral in de omgeving van

de Kraaijenbergse Plassen zijn relatief veel soorten aangetroffen. De

plassen vormen een ideaal foerageergebied, met name voor soorten

zoals de watervleermuis. Over verblijfplaatsen van vleermuizen in Cuijk

is weinig bekend.

Vogels

Van de vogels van Cuijk is relatief veel bekend. De volgende groepen

kunnen worden onderscheiden:

Struweelvogels: roodborsttapuit, geelgors, patrijs, ganzen

Moerasvogels: blauwborst, rietgors

Beekvogels: grote gele kwikstaart, ijsvogel

Watervogels: visdief, wintertaling

Weidevogels: kievit, veldleeuwerik

Vogels van erven: steenuil, boerenzwaluw

Struweelvogels zijn in het gehele buitengebied van Cuijk te vinden;

roofvogels en uilen vooral in gebieden met opgaande beplantingen en

erven. Gebieden met kritische weidevogelsoorten komen niet (meer)

voor in Cuijk.

Belangrijke gebieden voor vogels zijn met name de Kraaijenbergse

Plassen en de landgoederenzone binnen het oude rivierenlandschap.

De Kraaijenbergse Plassen zijn ook van belang voor pleisterende

vogels (eenden, ganzen).

Reptielen en amfibieën

Over het voorkomen van reptielen bestaat onzekerheid; het leefgebied

van de zandhagedis en levendbarende hagedis is (vrijwel) niet

aanwezig binnen Cuijk; het leefgebied van de hazelworm komt wel

voor (landgoederenzone), hoewel het aantal waarnemingen zeer

beperkt is.

In Cuijk zijn op diverse plaatsen amfibieën aangetroffen; naast

algemene soorten (bruine kikker, gewone pad) komen ook soorten voor

zoals kamsalamander en alpenwatersalamander. De rugstreeppad is

bekend van de Kraaijenbergse Plassen; de soort is echter de laatste

jaren niet waargenomen.

Belangrijk voor het voorkomen van amfibieën is de aanwezigheid van

geschikte voortplantingsplaatsen, met name poelen.

Page 28: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

28 2011 © Nieuwland Advies

Vissen

Van de groep van de vissen zijn soorten bekend van de Maas (winde,

serpeling) en de beken (bermpje). In sloten zijn, naast algemene

soorten, kleine modderkruipers en plaatselijk grote modderkruipers

aangetroffen.

Insecten

Dagvlinders

In Cuijk zijn diverse dagvlindersoorten aangetroffen, de meeste

soorten kunnen op veel plaatsen worden gezien. Dit geldt niet

voor de sleedoornpage (Kraaijenbergse Plassen). Diverse soorten

(heideblauwtje, rouwmantel) zijn zwervende exemplaren of invasieve

soorten.

Libellen

Het aantal libellensoorten in Cuijk is de laatste jaren toegenomen;

vooral in de Kraaijenbergse Plassen zijn veel soorten waargenomen

waaronder de Rode lijst-soorten glassnijder en bruine winterjuffer.

C3 Analyse en waardering

Analyse

Flora

Maasdal

De meeste terreinen (en de daarin aangetroffen plantensoorten) zijn

indicatief voor intensief gebruik en voedselrijke omstandigheden zoals

engels raaigras in agrarische graslandpercelen.

De dijkvegetaties zijn plaatselijk rijk aan plantensoorten als gevolg

van een lagere cultuurdruk en/of ecologisch beheer; geel walstro,

goudhaver duiden daarop. Ook de tweestijlige meidoorn (in heggen)

komt voor op wat minder voedselrijke plaatsen.

Kraaijenbergse Plassen

• Water. Plaatselijk zijn in sloten en plasjes planten aanwezig die

duiden op kwel (holpijp) en een relatief goede waterkwaliteit

(blaasjeskruid). Door de afgravingen zijn ook soortenrijke

watervegetaties (zoals in sloten) verdwenen;

• Terrestrisch milieu. Op diverse plaatsen hebben zich grasachtige

vegetaties ontwikkeld die indicatief zijn voor matig voedselrijke

– voedselarme omstandigheden zoals dwergviltkruid, grasklokje

(droog) en echte koekoeksbloem, moerasrolklaver (vochtig).

Ook in moerassige vegetaties (zoals oeverzones van plassen)

komen soorten voor die duiden op minder voedselrijke

omstandigheden zoals blauw glidkruid, bosbies, tweerijige

zegge. In de heggen komen plaatselijk storingsplanten voor

zoals grote brandnetel; wel nemen de storingsplanten af (Peters,

B., e.a., 2007/2008). De meeste soorten van de heggen zijn

indicatief voor voedselrijke – matig voedselrijke omstandig-

heden.

Het oude rivierenlandschap

De belangrijkste natuurlijke elementen zijn hier bermen, beken/

sloten, bosjes en lijnvormige opgaande beplantingen (singels,

bomenrijen). Plaatselijk komen in bermen plantensoorten voor die

duiden op matig voedselrijke – voedselarme omstandigheden; met

name rapunzelklokje is op relatief veel plaatsen aangetroffen. Ook in

ruigtes/bosranden komen soorten voor die indicatief zijn voor minder

voedselrijke omstandigheden; gewone agrimonie en lange ereprijs zijn

hier voorbeelden van. Ook zijn er ruigtes met alleen storingsplanten.

Page 29: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

29Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Fauna

Zoogdieren – overige soorten

Over het voorkomen van de das in Cuijk is veel bekend (zie onder

andere integrale dassennota Cuijk). De dassenstand lijkt zich te

stabiliseren op circa 25 families. Belangrijke concentraties van

dassenburchten liggen rond Ossenbroek/Tongelre en de omgeving

van St. Agatha.

De aanwezigheid van droge, rustige burchten, de beschikbaarheid van

(stapel)voedsel (graslanden) en de aanwezigheid van verbindende

elementen (singels, heggen) zijn van groot belang voor de das.

Zoals onder andere in de dassennota is aangegeven is het (verder)

ontwikkelen van de oost-west-corridor van belang voor uitbreiding van

de dassen in Cuijk en omgeving.

De overige zoogdiersoorten uit bijlage 2 (uitgezonderd de eekhoorn)

kunnen op veel plaatsen in het buitengebied worden aangetroffen,

met name in kleinschalige gebieden met opgaande beplantingen,

ruigtes en dergelijke.

Zoogdieren - vleermuizen

Vaste rust- en verblijfplaatsen zijn essentiële elementen van leef-

gebieden van vleermuizen. Vleermuizen maken gedurende het jaar

in wisselende mate gebruik van landschappen, landschapselementen

en objecten (bomen, gebouwen). Er is onderscheid te maken in:

• foerageergebieden;

• paarverblijven;

• zomerverblijven;

• winterverblijven;

• vliegroutes (dagelijkse route tussen verblijfplaats en foerageer-

gebied);

• migratieroutes.

Vleermuizen maken bovendien gebruik van een netwerk van

leefgebieden en verblijven (matrix) (Zoogdiervereniging, 2011)

In Cuijk vormen de Kraaijenbergse Plassen een aantrekkelijk

foerageergebied. Uitspraken over vlieg- en migratieroutes en/of

zomer- en winterverblijven zijn door het ontbreken van voldoende

gegevens niet mogelijk. De versterking van de oost-west-corridor

voor de das kan een meerwaarde hebben voor vleermuizen door de

toename van de verplaatsingsmogelijkheden.

Vogels

In hoofdstuk C2 is al een (globale) indeling gegeven van onderscheiden

vogelgroepen.

Struweelvogels zijn min of meer gebonden aan gebieden met

opgaande beplantingen, struweel en ruigte; in kleinschalige land-

schappen kunnen de dichtheden van struweelvogels hoog oplopen.

In Cuijk komen struweelvogels op veel plaatsen voor.

Moerasvogels zijn gebonden aan water- en moerasvegetaties;

de in Cuijk aangetroffen soorten komen vooral voor in lintvormige

moerasvegetaties zoals bij de Kraaijenbergse Plassen (rietgors).

Beekvogels zijn aan te treffen bij stromende wateren; het gaat in Cuijk

om de grote gele kwikstaart en de ijsvogel; deze laatste soort komt

overigens ook bij de Kraaijenbergse Plassen voor.

Van de weidevogels komt de kievit in het gehele buitengebied van

Cuijk voor, veelal in lage aantallen. Kritische weidevogels zoals grutto

en tureluur komen niet (meer) voor in Cuijk of in zeer lage aantallen.

Vogels van erven (steenuil, boerenzwaluw) komen verspreid voor

in het buitengebied van Cuijk; kleinschalige gebieden hebben de

voorkeur van de steenuil.

Bij de Kraaijenbergse Plassen is een verandering in de avifauna

vastgesteld (Peters, B., e.a., 2007/2008). Weidevogels hebben daar

plaats gemaakt voor struweelvogels en watervogels; deze laatste

Page 30: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

30 2011 © Nieuwland Advies

groep omvat diverse eendensoorten. Door de oppervlakte aan water

zijn de Kraaijenbergse Plassen ook aantrekkelijk voor pleisterende

vogels waaronder ganzen; het aantal pleisterende kleine zwanen is

afgenomen.

Reptielen en amfibieën

Voor zover bekend is van de groep van de reptielen mogelijk alleen het

leefgebied van de hazelworm aanwezig (landgoederenzone).

Amfibieën zijn aangewezen op plaatsen waar de noodzakelijke

deelbiotopen (zomer-, winter- en voortplantingsbiotoop) op relatief

korte afstand van elkaar aanwezig zijn; poelen en watervoerende

sloten zijn belangrijke voortplantingsbiotopen in het agrarisch

gebied waarbij de directe omgeving wordt gebruikt als zomer- en/of

winterbiotoop (bosjes, ruigtes, slootbodems).

Recente gegevens over het voorkomen van de rugstreeppad zijn niet

bekend; braakliggende zandige terreinen kunnen door deze soort

worden gekoloniseerd (de soort is in het verleden aangetroffen in de

Kraaijenbergse Plassen).

Vissen

Stilstaande wateren kunnen geschikt zijn voor diverse vissoorten zoals

grote modderkruiper, kleine modderkruiper, bittervoorn en snoek. De

huidige verspreiding van deze soorten in Cuijk is niet bekend. De

beken (met name in het oude rivierenlandschap) zijn (gedeeltelijk)

geschikt voor stroomminnende vissoorten zoals bermpje; van de

meeste beken zijn geen gegevens beschikbaar. Over de visfauna

van de Maas bij Cuijk is weinig bekend; aangenomen wordt dat naast

soorten zoals rivierdonderpad en winde er meer soorten voorkomen

die gebonden zijn aan grote rivieren.

Insecten

Dagvlinders

De sleedoornpage komt voor in de omgeving van de Kraaijenbergse

Plassen en is gebonden aan sleedoorn.

De “algemene” dagvlindersoorten zijn op veel plaatsen in het

buitengebied aan te treffen zoals langs bosranden (bont zandoogje),

ruigtes (gehakkelde aurelia) en bermen (icarusblauwtje).

Libellen

De Kraaijenbergse Plassen en omgeving zijn geschikt voor diverse

libellensoorten; het gaat om onder andere soorten van water- en

moerasvegetaties (glassnijder, smaragdlibel), soorten van oeverzones

(plasrombout) en om veel soorten met een brede ecologische

amplitude (kunnen bij wijze van spreken overal voorkomen) zoals

viervlek, rode waterjuffer en steenrode heidelibel. De beken vormen

het leefgebied van de weidebeekjuffer en potentieel de beekrombout

(niet waargenomen).

Natuurwaardering

Floristische waardering

Cuijk is in floristisch opzicht niet bijzonder waardevol. De hoogste

floristische waarden binnen Cuijk zijn te vinden in de Kraaijenbergse

Plassen en in mindere mate in de landgoederenzone. In het agrarisch

gebied zijn de floristische waarden laag.

In natuurlijke elementen binnen het agrarisch gebied komen plaatselijk

bijzondere plantensoorten; dit geldt onder andere voor:

• heggen: tweestijlige meidoorn, dolle kervel;

• beken,sloten (inclusief oevers): fonteinkruid spec., waterviolier;

• bermen: rapunzelklokje, grasklokje;

• dijken: kruisbladwalstro;

• ruigtes: gewone agrimonie.

Het aantal Rode lijst-soorten is 23 (zie bijlage 1).

Page 31: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

31Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Faunistische waardering

Achtereenvolgens komen de verschillende diergroepen aan de orde.

Zoogdieren

Het buitengebied van Cuijk is niet van grote betekenis voor zoog-

dieren, met uitzondering van de das die in vrijwel het gehele buiten-

gebied van Cuijk voorkomt.

Er komen 5 Rode lijst-soorten voor in Cuijk waaronder de laatvlieger

en de das.

Vogels

Cuijk is waardevol voor vogels; dat geldt niet alleen voor natuur-

gebieden (zoals Kraaijenbergse Plassen) maar ook voor het

agrarische gebied. Cuijk is van belang voor:

• struweelvogels: geelgors;

• vogels van erven: steenuil;

• beekvogels: grote gele kwikstaart;

• watervogels: eenden.

Er komen 25 Rode lijst-soorten voor in Cuijk.

Reptielen en amfibieën

Cuijk is van lokale betekenis voor amfibieën, met name door het

voorkomen van de kamsalamander en de alpenwatersalamander.

De algemene amfibieën-soorten komen verspreid in Cuijk voor, Voor

reptielen heeft Cuijk vrijwel geen betekenis.

Er komen 1 of 2 Rode lijst-soorten voor in Cuijk.

Vissen

Cuijk is niet van bijzondere betekenis voor de visfauna uitgezonderd

de vissen van de Maas en van enkele beken/sloten.

Van Cuijk zijn 5 vissoorten bekend van de Rode lijst.

Insecten

Dagvlinders

Cuijk is van lokale betekenis voor dagvlinders. Voor de sleedoornpage

is Cuijk van regionaal/nationaal belang.

Er zijn 3 Rode lijst-soorten van de groep van de dagvlinders

aangetroffen in Cuijk.

Libellen

Cuijk is van lokale betekenis voor libellen; de meeste aangetroffen

soorten zijn algemeen voorkomend in Nederland.

Er zijn binnen de gemeente Cuijk 3 Rode lijst-soorten waargenomen

van de groep van de libellen.

Flora- en faunawet beschermde soorten

Flora- en faunawet

Via de Flora- en faunawet is de bescherming van planten en dieren

vastgelegd. Bij projecten en/of activiteiten dient in beeld gebracht

te worden wat de effecten kunnen zijn op beschermde soorten. In

bijlage 3 staan enkele aspecten van de Flora- en faunawet, inclusief

gedragscode.

In de Flora- en faunawet is ook de zorgplicht (aantal) opgenomen;

dit betekent dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor de in

het wild levende planten en dieren. Dit houdt in dat hoewel voor veel

soorten geen onderzoek of ontheffing op de Flora- en faunawet nodig

is, er wel zorgvuldig gehandeld dient te worden.

Page 32: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

32 2011 © Nieuwland Advies

In bijlage 4 staan alle bekende beschermde planten- en diersoorten

van Cuijk (Flora- en faunawet); de vogelsoorten zijn niet in deze bijlage

opgenomen. In Nederland zijn vrijwel alle vogelsoorten beschermd op

grond van de Flora- en faunawet. Van de vogelsoorten

is een aantal jaarrond beschermd (Ministerie van LNV, Dienst rege-

lingen). Hierbij zijn 4 (5) categorieën onderscheiden waarvan de

nesten het gehele jaar door beschermd zijn (cat. 1, 2,3 en 4) of dat

in speciale omstandigheden (te onderzoeken) kunnen zijn (cat. 5).

Nesten die het hele jaar door zijn beschermd:

1. Nesten die behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten

het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats

(bijvoorbeeld de steenuil);

2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde

plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk

van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de

nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar

(bijvoorbeeld roek);

3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk

broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer

honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke)

voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en

limitatief beschikbaar (bijvoorbeeld kerkuil);

4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en

die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (zoals

buizerd).

Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd:

In de “Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten” worden de

volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het

broedseizoen niet beschermd.

5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats

waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe

omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit

beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich

elders te vestigen.

C4 Aandachtspunten voor het LOP Cuijk

Zoals in hoofdstuk C3 is aangegeven vormen de das en vogels

(met name struweelvogels) belangrijke natuurwaarden binnen de

gemeente Cuijk.

Voor behoud (en verdere ontwikkeling) is het handhaven en verbeteren

van de landschappelijke structuren (stelsel van landschapselementen

zoals singels en dergelijke) van belang; voor de das is de verdere

ontwikkeling van de oost-west-corridor belangrijk evenals de lokale

structuren rond dassenconcentraties.

Voor het behoud van de struweelvogels is behoud en uitbreiding van

opgaande beplantingen in het buitengebied van belang; het gaat om

singels, heggen, struweel, bosjes en ruigtes.

De maatregelen voor de das kunnen goed samengaan met die voor

struweelvogels; ook andere diergroepen zullen hiervan profiteren

zoals vleermuizen die elementen in het landschap (zoals singels)

gebruiken voor verplaatsingen en oriëntatie.

Voor het behoud van de amfibieën, met name voor de kamsalamander

en de alpenwatersalamander, dient het aantal voortplantingsplaatsen

(poelen) in de omgeving van bestaande populaties zo mogelijk

uitgebreid te worden.

Gezien de resultaten van de natuurontwikkeling bij de Kraaijenbergse

Plassen dient bij de verdere ontwikkeling de balans tussen natuur en

recreatie in evenwicht te blijven; het gebied kan uitgroeien tot een

kerngebied met hoge natuurwaarden.

Gelet op de bijzondere plantensoorten in de bermen/slootkanten

en dijken (zoals de beschermde plantensoort het rapunzelklokje)

is ecologisch (berm)beheer aan te bevelen voor deze elementen;

tegelijkertijd wordt hiermee voldaan aan de eisen die gesteld worden

door de Flora- en faunawet.

Page 33: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

33Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

De bijzondere plantensoorten kunnen zich uitbreiden en nieuwe

soorten kunnen zich vestigen waarmee bovendien nieuw leefgebied

wordt geschapen voor insecten (dagvlinders).

C5 Conclusies

Het buitengebied van Cuijk kenmerkt zich door verschillende

deelgebieden met specifieke planten- en diersoorten (Maasdal,

Kraaijenbergse Plassen, oude rivierenlandschap en het

broeklandschap).

Belangrijke natuurwaarden zijn de das en struweelvogels die in

grote delen van het buitengebied van Cuijk voorkomen; van de

struweelvogels zijn de geelgors en roodborsttapuit opvallende

soorten in het agrarisch gebied.

Voor planten, amfibieën, vissen, dagvlinders en libellen is Cuijk

van lokale betekenis; sommige soorten van deze groepen zijn

van regionaal/nationaal belang zoals kamsalamander, grote

modderkruiper, sleedoornpage en beekrombout.

Voor behoud en ontwikkeling van natuurwaarden zijn in Cuijk de

volgende factoren van belang:

• behoud afwisseling in landschap en terreintypen;

• versterking landschappelijke structuur ten behoeve van das en

struweelvogels;

• lokaal maatwerk voor behoud beschermde plantensoorten

(rapunzelklokje), amfibieën (alpenwatersalamander), vissen (grote

modderkruiper, bittervoorn), dagvlinders (sleedoornpage);

• toepassen van – waar mogelijk - ecologisch beheer in bermen /

sloten / dijken.

C6 Natuurkaart Cuijk

In het kader van de opstelling van het LOP is de Natuurkaart Cuijk

gemaakt. De kaart laat verspreidingsgegevens (stippen op de kaart)

van de volgende groepen zien:

• vogels;

• amfibieën en reptielen;

• vissen;

• planten.

Als op de stippen (waarnemingen) worden geklikt wordt een tabel

zichtbaar met daarop relevante gegevens zoals de soortnaam, het

aantal waarnemingen, jaartal van waarneming, de beschermde

status (Flora- en faunawet) en of het een zeldzame of bedreigde

soort is (Rode Lijst).

De waarnemingen zijn geprojecteerd op een luchtfoto en de kaart

bevat tevens de begrenzing van de ecologische hoofdstructuur

(EHS) en de leefgebieden voor kwetsbare soorten, struweelvogels en

dassen (bron: provincie Noord-Brabant).

Page 34: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

34 2011 © Nieuwland Advies

BIJLAGE 1 In Cuijk voorkomende flora

Aardaker 1AarvederkruidAkkerandoorn RAkkerdistelAkkerkersAkkerleeuwenbekAmandelwilgAvondkoekoeksbloemBeekpungeBehaarde boterbloemBeklierde basterdwederikBeklierde duizendknoopBergbasterdwederikBernagieBlaartrekkende boterbloemBlaaszeggeBleekgele droogbloemBleekgele hennepnetelBleke zegge RBochtige klaver RBorstelbiesBosanemoonBosbiesBoskruiskruidBoswilgBrede wespenorchis 1Citroengele honingklaverDagkoekoeksbloemDonkergroene basterdwederikDrijvend fonteinkruidDuits viltkruidDuizendbladDwergviltkruid REchte koekoeksbloemEchte lampionplantEuropese hanenpootFraai duizendguldenkruidGeel walstroGeknikte vossenstaartGekroesd fonteinkruidGelderse roosGele bieslelieGele ganzenbloemGele plompGestreepte klaverGevlekte aronskelkGevlekte scheerlingGewone agrimonie R

Groot hoefbladGroot warkruidGrote bevernelGewone brunelGewone dotterbloem 1Gewone margrietGewone raketGewone salomonszegelGewoon langbaardgrasGewoon speenkruidGlad walstroGoudgele honingklaverGoudhaver RGrasklokje 1Groot blaasjeskruidGrote engelwortelGrote kaardenbolGrote lisdoddeGrote waterranonkelGrote waterweegbreeGrote zandkoolHaaksterrenkroosHangende zeggeHangende zegge RHarig knopkruidHarig wilgenroosjeHazelaarHazenpootjeHeelblaadjesHeggenrankHerikHoenderbeetHolpijpHondsdrafIncarnaatklaverJapanse duizendknoopKamgras RKantige basterdwederikKardinaalsmutsKarwijvarkenskervelKatwilgKlein glaskroosKlein hoefbladKlein liefdegrasKlein springzaadKlein vogelpootjeKleine bevernelKleverige ogentroost

KnolboterbloemKnoopkruidKoningsvaren 1Korenbloem-RKorrelganzenvoetKruisbladwalstro RLange ereprijs 2LidstengLiesgrasMaarts viooltjeMiddelste duivenkervelMiddelste teunisbloemMoerasvergeet-mij-nietjeMoespimpernelMottenkruidOranje havikskruidPaarse dovenetelPastinaakPeenPijlkruidPilvarenPilvarenPinksterbloemPlat fonteinkruid RRapunzelklokje 2, RReukeloze kamilleRietgrasRijstgras RRingelwikkeRode ganzenvoetRode klaverRode schijnspurrieRosse vossenstaartRuig hertshooi RRuige leeuwentand RRuige zeggeSchedefonteinkruidSchijfkamilleSelderijSlangenkruidSlijkgroenSmal vlieszaadSmalle waterpestSpaanse dravikSpeerdistelSpits fonteinkruid RStalkaarsStekelbrem R

Sterrenkroos (alle soorten)Stinkende balloteStomp fonteinkruid RStraatliefdegrasTenger fonteinkruidTongvaren 2TrosvlierZwanebloem 1Zwarte mosterdZwarte toortsTuinkaasjeskruidTweerijige zeggeTweestijlige meidoornVederesdoornVeenwortelVeerdelig tandzaadVeldzuringVierzadige wikkeViltganzerikViltige basterdwederikVleeskleurige orchis 2, RVlottende bies RVogelmuurVogelwikkeVoorjaarszegge RVoszegge RWatercrassulaWaterdrieblad 2, RWatergentiaanWaterposteleinWatertorkruidWaterviolierWilde akeleiWilde bertramWilde cichoreiWilde gagel 2, RWilde hokjespeulWilde kamperfoelieWilde marjolein 2WilgenroosjeWitte dovenetelWitte honingklaverZandblauwtjeZandraketZannichelliaZeegroene ganzenvoetZeepkruidZomprus

Gebruikte aanduidingen:1, 2 en 3: beschermingsniveau’s Flora- en faunawet(?): voorkomen onzekerR: Rode lijst-soort (indicatie van zeldzaamheid)(z): Zwervende exemplaren of zeer incidentele waarnemingen

Page 35: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

35Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Bijlage 2: In Cuijk voorkomende fauna

Zoogdieren

Aardmuis 1Amerikaanse nerts 1Bever 3Boommarter 3Bosmuis 1Bosspitsmuis spec. 1Bunzing 1Das 3Dwergmuis 1Dwergspitsmuis 1Eekhoorn 2Egel 1Haas 1

Hermelijn 1, RHuisspitsmuis 1Konijn 1, RMol 1Ree 1Rosse woelmuis 1Veldmuis 1Vos 1Wasbeer 1Wezel 1, RWild zwijn (z), 2Woelrat 1

Zoogdieren - Vleermuizen

Gewone dwergvleermuis 3Gewone grootoorvleermuis 3Laatvlieger 3, RMeervleermuis 3

Rosse vleermuis 3, RRuige dwergvleermuis 3Vale vleermuisWatervleermuis 3

Gebruikte aanduidingen:1, 2 en 3: beschermingsniveau’s Flora- en faunawet(?): voorkomen onzekerR: Rode lijst-soort (indicatie van zeldzaamheid)(z): Zwervende exemplaren of zeer incidentele waarnemingen

Page 36: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

36 2011 © Nieuwland Advies

Vogels

AppelvinkBergeendBlauwborstBoerenzwaluw RBonte vliegenvangerBoomkleverBoomkruiperBoompieperBoomvalk RBosuilBraamsluiperBuidelmeesBuizerdDodaarsFitisFuutGaaiGeelgorsGekraagde roodstaartGele kwikstaart RGlanskopGoudhaantjeGrasmusGraspieper RGrauwe gansGrauwe vliegenvanger RGroene specht RGroenlingGrote bonte spechtGrote gele kwikstaart

Grote lijsterGrutto RHavikHoutsnipHuismus RHuiszwaluw RIJsvogelKerkuil RKievitKleine karekietKleine plevierKluutKneu RKnobbelzwaanKoekoek RKolgansKrakeendKuifeendKwartelMandarijneendMatkop RNachtegaal RNijlgansOeverloperPatrijs RPutterRansuil RRietgansRietgorsRietzanger

Ringmus RRoodborsttapuitScholeksterSlobeend RSperwer Spotvogel RSprinkhaanzangerStaartmeesSteenuil RTorenvalkTortelduifTuinfluiterTureluur RVeldleeuwerik RVisdief RWaterhoenWaterralWespendiefWielewaal RWintertaling RWulpZanglijsterZomertalingZomertortel RZwarte kraaiZwarte meesZwarte spechtZwartkop

Reptielen en amfibieën (2001-2010)

“Groene kikker” 1Alpenwatersalamander 2Bastaardkikker 1Bruine kikker 1Gewone pad 1Hazelworm 3

Kamsalamander 3, RKleine watersalamander 1Levendbarende hagedis (?), 2Poelkikker 3Rugstreeppad (?), 3, RZandhagedis (?), 3

Gebruikte aanduidingen:1, 2 en 3: beschermingsniveau’s Flora- en faunawet(?): voorkomen onzekerR: Rode lijst-soort (indicatie van zeldzaamheid)(z): Zwervende exemplaren of zeer incidentele waarnemingen

Page 37: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

37Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Vissen

BaarsBermpje 2Bittervoorn 3, RBlankvoornBrasemDriedoornige stekelbaarsGrote modderkruiper 3, RKarperKleine modderkruiper 2Kroeskarper R

PalingRivierdonderpad 2RiviergrondelRuisvoornSerpeling 2SnoekTiendoornige stekelbaarsWinde RZeelt

Insecten

Dagvlinders

AtlantaBont zandoogjeBoomblauwtjeBruin blauwtje RBruin zandoogjeCitroenvlinderDagpauwoogDistelvlinderGehakkelde aureliaGroot dikkopje RGroot koolwitjeHeideblauwtje (z), 3

HooibeestjeIcarusblauwtjeKlein geaderd witjeKlein koolwitjeKleine vosKleine vuurvlinderKoninginnepageLandkaartjeOranje luzernevlinderOranjetipRouwmantel (z), 3Sleedoornpage R

Libellen

AzuurwaterjufferBloedrode heidelibelBruine glazenmakerBruine winterjuffer RBruinrode heidelibelGewone oeverlibelGewone pantserjufferGlassnijder RGrote keizerlibelGrote roodoogjuffer

HoutpantserjufferKleine roodoogjufferKoraaljufferLantaarntjeMetaalglanslibelPaardenbijterPlasromboutPlatbuikSmaragdlibelSteenrode heidelibel

Tengere waterjufferViervlekVuurjufferVuurlibelWatersnuffelWeidebeekjufferZwarte heidelibelZwervende heidelibel

Gebruikte aanduidingen:1, 2 en 3: beschermingsniveau’s Flora- en faunawet(?): voorkomen onzekerR: Rode lijst-soort (indicatie van zeldzaamheid)(z): Zwervende exemplaren of zeer incidentele waarnemingen

Page 38: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

38 2011 © Nieuwland Advies

BIJLAGE 3 Flora- en faunawet

Flora- en faunawet

Sinds 2002 is in Nederland de Flora- en faunawet van kracht. Deze

wet richt zich op de bescherming van de in het wild levende planten

en dieren. De bescherming van de onder de Europese Vogel- en

Habitatrichtlijn vallende soorten verloopt ook via de Flora- en

faunawet.

Wanneer een gemeente of anderen ruimtelijke plannen ontwikkelen,

is het noodzakelijk om vooraf goed te beoordelen of er mogelijke

nadelige consequenties voor beschermde inheemse planten-

of diersoorten zijn. Tijdens de uitwerking van plannen moet de

initiatiefnemer het volgende in kaart brengen:

• welke beschermde planten- en diersoorten komen in of nabij het

plangebied voor,

• leidt het realiseren van het plan of de uitvoering van werkzaamheden

tot handelingen die strijdig zijn

met bepalingen uit de Flora- en faunawet,

• zijn er aanpassingen in het plan mogelijk zodat strijdige handelingen

niet of in mindere mate

gepleegd worden,

• is er voor uitvoering van de plannen een ontheffing nodig (ex. Art.

75 van de Flora- en faunawet).

In 2005 is een zogenaamd ‘Vrijstellingenbesluit Flora- en faunawet’

(AMvB) ingegaan. Dit geldt met name voor de uitwerking van

werkzaamheden in het kader van:

• bestendig beheer en onderhoud,

• bestendig gebruik,

• ruimtelijke ontwikkelingen.

Hierbij zijn vier categorieën beschermde soorten aangewezen.

Tabel 1: Algemene soorten

Voor de soorten van deze tabel geldt de lichtste vorm van bescherming.

Er hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd en werken met een

gedragscode is niet nodig.

Tabel 2: Overige soorten

Voor deze soorten is een ontheffing nodig voor schadelijke

ingrepen, behalve indien gewerkt wordt met een door het Ministerie

van LNV goedgekeurde gedragscode. Meestal wordt bij een

ontheffingsaanvraag een ‘lichte toets’ toegepast; dit betekent dat het

voortbestaan van de soort niet in gevaar mag komen.

Tabel 3: Soorten van bijlage IV van de Habitatrichtlijn en bijlage 1 van

de AMvB

Deze soorten hebben de zwaarste bescherming. Voor sommige

werkzaamheden (bestendig beheer en onderhoud en bestendig

gebruik) kan met een gedragscode gewerkt worden. In andere

gevallen of indien sprake is van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting

dient een ontheffing te worden aangevraagd waardoor de ‘uitgebreide’

toets geldt.

Vogelsoorten

Alle vogelsoorten zijn in Nederland gelijk beschermd. Voor de hiervoor

genoemde werkzaamheden geldt een vrijstelling als er gehandeld

wordt op basis van een gedragscode. In veel gevallen zal geen

ontheffing nodig zijn als de werkzaamheden buiten het broedseizoen

vallen.

Page 39: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

39Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Gedragscode

Zoals hiervoor is aangegeven, zijn vrijstellingen op de ontheffingsplicht

van de Flora- en faunawet mogelijk mits gewerkt wordt met een

gedragscode. In de gedragscode staat beschreven hoe de schade

door de werkzaamheden aan de beschermde dieren en planten

kan worden voorkomen of tot een minimum kan worden beperkt.

De gedragscode moet aangeven hoe de gemeente (overheid) of

ondernemer ‘zorgvuldig handelt’ (zie ook website van Ministerie van

LNV).

Zorgvuldig handelen

Zorgvuldig handelen houdt ondermeer in dat er geen ‘wezenlijke

invloed’ is op beschermde soorten en dat schade aan soorten zo veel

mogelijk wordt voorkomen. Wat dat in de praktijk betekent, verschilt

uiteraard van geval tot geval.

Wezenlijke invloed

De term ‘wezenlijke invloed’ doelt op wezenlijke negatieve invloed op

de soort. Of er sprake is van wezenlijk negatieve invloed op de soort

hangt af van de lokale, regionale, landelijke en Europese stand van de

soort. Bij activiteiten waarbij bijvoorbeeld enkele dieren van een soort

schade dreigen te ondervinden, moet worden bekeken welk effect dit

heeft op de populatie: de stand van de soort op lokaal, regionaal,

landelijk of Europees niveau. Op welk niveau moet worden gekeken

hangt weer af van de zeldzaamheid van de soort. Een zeer zeldzame

soort zal op lokaal niveau moeten worden bezien.

Bij soorten die zich niet over grote afstanden kunnen verplaatsen, dus

waarvan de uitwijkmogelijkheid gering is, zoals amfibieën, reptielen

en veel soorten insecten en planten, is eerder sprake van wezenlijke

invloed dan bij soorten die zich over grotere afstanden kunnen

verplaatsen.

Of sprake is van wezenlijke invloed wordt van geval tot geval

beoordeeld. Omdat een gedragscode juist is bedoeld om gebruikt

te worden in meer gevallen in het hele land, zal in een gedragscode

moeten worden aangegeven hoe bij elk individueel project de

beoordeling is en of er sprake is van wezenlijke invloed.

Page 40: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

40 2011 © Nieuwland Advies

BIJLAGE 4 Beschermde soorten Cuijk (tabel 2 en 3-soorten van de Flora – en faunawet)

Plantensoorten

Lange ereprijsRapunzelklokjeTongvaren

Vleeskleurige orchisWaterdriebladWilde gagel

Zoogdieren

BeverBoommarterDasEekhoornGewone dwergvleermuisGewone grootoorvleermuis

LaatvliegerMeervleermuisRosse vleermuisRuige dwergvleermuisVale vleermuisWatervleermuis

Reptielen en amfibieën

AlpenwatersalamanderHazelwormKamsalamanderLevendbarende hagedis (?)

PoelkikkerRugstreeppad (?)Zandhagedis (?)

Vissen

BermpjeBittervoornGrote modderkruiper

Kleine modderkruiperRivierdonderpad

Insecten – dagvlinders

Heideblauwtje Rouwmantel

Gebruikte aanduidingen:1, 2 en 3: beschermingsniveau’s Flora- en faunawet(?): voorkomen onzekerR: Rode lijst-soort (indicatie van zeldzaamheid)(z): Zwervende exemplaren of zeer incidentele waarnemingen

Page 41: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

41

SUBSIDIEBRONNEN EN FINANCIERINGSMOGELIJKHEDENbijlage D

Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG)

Uitvoering: Provincie Noord-Brabant (loket streekhuis Peel en Maas)

Omschrijving: Het Investeringsbudget Landelijk Gebied bundelt

bijna alle subsidieregelingen met betrekking tot landschap tot één

budget. Dat geldt ook voor de subsidies uit het Europees Plattelands

Ontwikkelingsprogramma 2007-2013 (POP II). Met dit ILG-budget

moet de provincie zowel haar eigen doelen voor het landelijk gebied

als de rijksdoelen realiseren.

De provincie vormt hiermee de schakel tussen de regio en het

Rijk. Samenwerking met de regio is vastgelegd in het provinciaal

meerjarenplan (PMJP). Dit PMJP is een samenwerkingsverband

tussen de provincie, de gemeentes en de waterschappen. Hierin

staat wat de doelen van de provincie zijn en met wie zij die doelen wil

bereiken. De prestatieafspraken tussen Rijk en provincie gelden voor

een periode van 7 jaar (2007-2013).

De komende jaren (tot 2013) richt de Provincie Noord-Brabant zich op

de volgende thema’s:

Thema Natuur: herstel en ontwikkeling ecologische hoofdstructuur,

ecologische verbindingszones en robuuste verbindingen,

milieukwaliteit, verdroging, verbetering water- en bodemkwaliteit,

beek- en kreekherstel, soortenbeleid en nationale parken;

2. Thema Landbouw: verbetering van de ruimtelijke structuur voor

landbouw, grondgebonden landbouw, glastuinbouw, stimulering

duurzame productie, verbetering toepassen agrarische hulpbronnen;

3. Thema Landschap: Nationaal Landschap, provinciale stichtingen

landschapsbeheer, landschapsbeheer en ontwikkeling, groenblauwe

diensten en groen in en om de stad;

4. Thema Recreatie en Toerisme: verbeteren toegankelijkheid

landelijk gebied ten behoeve van recreatie en verbeteren van het

toeristische en recreatieve aanbod in het landelijk gebied;

5. Thema Water en Bodem: waterberging door ruimere

dimensionering ten behoeve van waterconservering bij beekherstel-

projecten, verbeteren waterkwantiteit, bodemkwaliteit, duurzaam

bodembeheer en saneringsopgave;

6. Thema Wonen, Werken en Leefbaarheid: verbreding en

regionalisering van landbouw, arbeidsmarkt en werkgelegenheid en

kennismanagement.

Het subsidiekader is verwoord in de Subsidieverordening landelijk

gebied.

(bron: PMJP Noord-Brabant, 2006)

Page 42: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

42 2011 © Nieuwland Advies

Bestuursakkoord provincie Noord-Brabant

Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Uitvoering: Provincie, Brabants Landschap, gemeenten. Contact-

persoon is de veldcoördinator G. Willemsen.

Omschrijving: Het Groen Blauw Stimuleringskader is een regeling

voor aanleg en onderhoud van streekeigen landschapselementen.

Bij aanleg van nieuwe elementen wordt ook de waardedaling (van

landbouwgrond naar natuur, tijdelijk dan wel permanent) vergoed.

De Regeling geld niet binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

en niet voor erfbeplanting. Het erf is gedefinieerd als: ‘het agrarische

bouwblok zoals aangegeven in het bestemmingsplan, inclusief een

strook van 10 meter breed’ of een zone met een straal van 150 rondom

het burgererf.

De vergoedingen zijn vastgelegd in 21 dienstenpakketten zoals de

landschapspakketten houtsingel en bomenrij en de blauwe pakketten

poel en natuurvriendelijke oever. Ook zijn er ‘‘randenpakketten’ zoals

akkerrand en bloemrijke rand. Daarnaast is er een aantal pakketten

voor recreatieve voorzieningen zoals ‘wandelpad over boerenland’.

De afspraken worden vastgelegd voor een periode van 6 jaar.

Beloningen zijn vastgesteld per strekkende meter, vierkante meter of

aantal stuks.

Voor de uitvoering worden gebiedscontracten afgesloten tussen de

Gemeente, Provincie, Brabants Landschap, ZLTO en de agrarische

natuurverenigingen. Cuijk valt onder het gebied ‘Horst en Raam’.

Subsidiestelsel Natuur- & Landschapsbeheer (SNL)

Uitvoering: Dienst Regelingen (LNV), Dienst Landelijk Gebied,

Algemene Inspectiedienst.

Doelgroep: Agrarische natuurbeheerders, professioneel terrein-

beherende organisaties en particulieren, stichtingen, gemeenten, etc.

die natuurterreinen beheren.

Omschrijving: Vanaf 1 januari 2010 zijn de Provinciale Subsidie-

regeling Natuurbeheer (PSN), de provinciale Subsidieregeling

Agrarisch Natuurbeheer (PSAN) en het Programma Beheer vervallen

en is het Subsidiestelsel Natuur- & Landschapsbeheer (SNL) in

werking getreden. Dit nieuwe stelsel is een verbetering en gebouwd

met de ervaringen rond de uitvoering van het Programma Beheer.

SNL wordt in het kader van het ILG onder verantwoordelijkheid van de

Provincie Noord-Brabant uitgevoerd.

Beleidsregel Subsidie Natuur en Landschap

Uitvoering: Coördinatiepunt Landschapsbeheer (Brabants

Landschap).

Doelgroep: Gemeenten, waterschappen en landgoedeigenaren.

Omschrijving: De regeling is bedoeld voor de bevordering van

natuur- en landschapsbeheer buiten de EHS. De regeling voorziet

in vergoedingen voor onder meer herstel en aanleg kleine

landschapselementen (max. 50% op het erf en max. 80% buiten

het erf), instandhouding kleine landschapselementen (100%),

kleinschalige natuurontwikkeling (gemeenten en waterschappen max.

50%, particulieren max. 80%), EVZ’s (100% van het gemeentelijke

deel) en aanleg faunavoorzieningen gemeentelijke wegen (max. 75

%).

Subsidie bedreigde planten en dieren

Uitvoering: Provincie Noord-Brabant.

Doelgroep: Organisaties en particulieren.

Omschrijving: Deze subsidie is bedoeld voor de uitvoering van

activiteiten in het kader van het soortenbeleid. Het gaat om

‘aandachtsoorten’ (bedreigde soorten, Habitat- of Vogelrichtlijnsoorten,

Rode lijstsoorten) die zijn opgenomen in de meerjarenprogramma’s,

jaarprogramma’s en actieplannen. Voor het indienen van een

subsidieaanvraag moet een projectplan worden ingediend, met daarin

beschreven de probleemanalyse, doel en noodzaak van het project,

realisatietermijn en ondersteunend kaartmateriaal.

Page 43: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

43Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Subsidie Biodiversiteit Noord-Brabant

Uitvoering: Provincie Noord-Brabant.

Doelgroep: Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

Omschrijving: Deze regeling is bedoeld voor het voorbereiden en

realiseren van uitvoerings-, monitorings-, of communicatieprojecten

voor natuur buiten de EHS. Regulier onderhoud en beheer komen niet

in aanmerking voor subsidie.

Ruimte voor ruimte

Uitvoering: Provincie Noord-Brabant.

Doelgroep: Particulieren.

Omschrijving: Deze regeling heeft als doelstellingen:

• het behalen van milieuwinst;

• sociaal verantwoorde sanering van intensieve veehouderijen;

• verbeteringen van de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door

sloop van ongewenste agrarische bedrijfsbebouwing en bouw

van woningen op de slooplocatie of op andere aanvaardbare

plekken. Per te ontwikkelen kavel moet minimaal € 100.000,- aan

de provincie worden overgemaakt en de netto-opbrengst van de

kavelontwikkeling wordt afgedragen aan de provincie, als zij hoger

uitvalt dan € 100.000,-. Zo wordt per ter realiseren nieuwe woning

circa 6.000 m2 ongewenste bebouwing gesloopt. De gemeente

moet het provinciaal bestuur verzoeken om planologische

medewerking aan de ruimte voor ruimteontwikkeling.

Rood voor groen

Uitvoering: Provincie Noord-Brabant.

Doelgroep: Particulieren.

Omschrijving: Deze regeling is met name bedoeld voor de ontwikkeling

van nieuwe landgoederen van minimaal 10 hectare (buiten de EHS

en de GHS-natuur). Voor de realisatie van een rode functie wordt

een tegenprestatie voor verbetering van de groene kwaliteit van het

buitengebied gevraagd. Deze verbetering vindt plaats door de realisatie

van een nieuw bos en/ of nieuw natuurgebied. De meerwaarde voor

ecologie wordt bepaald aan de hand van het soortenbeleid. Zowel

de rode als de groene component moeten zijn afgestemd op de

omgeving, cultuurhistorie, bodem en waterhuishouding. Ook de

beeldkwaliteit van de bebouwing is een belangrijk aandachtspunt.

Andere vormen van financiering

Landschapsfonds

Vanuit bestaande regelingen voor landschapsontwikkeling en

landschapsbeheer is doorgaans geen 100% dekkende financiering

mogelijk. Een landschapsfonds kan een oplossing bieden voor de

financiering van projecten. Het verkrijgen van subsidies, bijvoorbeeld

via het provinciaal Meerjarenprogramma, vereist ook co-financiering.

Het landschapsfonds kan als basis dienen van die co-financiering.

Een landschapsfonds bundelt private middelen en publieke

middelen. De gemeente kan de slagingskans van projecten een

extra stimulans geven door een bijdrage in het fonds te doen. Naast

overheden kunnen particulieren, bedrijven of projectontwikkelaars die

landschapsontwikkeling en –beheer steunen, een bijdrage leveren aan

het landschapsfonds. Daarnaast kan het fonds worden gevuld door

een financiële compensatie van nieuwe ingrepen in het landschap,

naast de landschapsmaatregelen die ter plekke van de nieuwe

ingreep worden genomen. Zo kan het opzetten van een regeling

voor verevening ook inkomsten genereren voor het landschapsfonds.

Page 44: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

44 2011 © Nieuwland Advies

Hiermee wordt geregeld dat per vierkante meter rode ontwikkeling een

aantal euro’s in het landschapsfonds moet worden gestort.

In feite komt een landschapsfonds erop neer dat de inwoner van Cuijk

zelf aan de instandhouding van de kwaliteiten van haar buitengebied

bijdraagt. Belangrijk aandachtspunt is de transparantie van de gelden

in het landschapsfonds.

Het landschapsfonds zorgt voor meer betrokkenheid van burgers,

bedrijven en ondernemers bij natuur en landschap. Een goede PR en

uitstraling zijn daarvoor wel een vereiste.

Het is aan te bevelen nader onderzoek te doen naar de haalbaarheid

van een landschapsfonds voor het landschap van de gemeente

Cuijk.

Streekrekening

Een andere manier van fondsvorming is het opzetten van een

streekrekening. Dit zou ook op het schaalniveau van het 'Land van

Cuijk' kunnen plaatsvinden. Het principe van de streekrekening is

dat inwoners en bedrijven van de streek investeren in hun eigen

leefomgeving. De streekrekening van het Groene Woud is daar een

voorbeeld van (www.hetgroenewoud.com). Het fonds kan worden

gevuld uit spaartegoeden (een 'plus' op de spaarrente wordt in het

fonds gestort) en giften, sponsoring en donaties van bedrijven.

Landschapsveiling

Veiling van landschapselementen kan een middel zijn om het

beheer van landschapselementen te organiseren. Bij veiling

van landschapselementen kunnen particulieren of bedrijven

landschapselementen adopteren. De veiling kan via een manifestatie

plaatsvinden, maar ook via internet (zie www.groenegoededoelen.nl).

Page 45: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

45

VERKLARENDE WOORDENLIJSTAfwatering: Het afvoeren van overtollig water door een stelsel van water-

gangen.

Agro-toerisme: Recreatieve activiteiten gekoppeld aan een agrarische

onderneming, zoals kamperen bij de boer en verkoop streekeigen producten.

Autonome ontwikkelingen: Ontwikkelingen op basis van huidig vast-

gesteld beleid en (maatschappelijke) trends.

Beek: Kleine tot middelgrote stroom.

Beeldkwaliteit: Beeldkwaliteit bestaat uit 2 niveaus; het structuurbeeld en

de identiteit. Het structuurbeeld betreft de ruimtelijke relatie tussen objecten of

elementen. Met de identiteit wordt de herkenbare eigenheid van een gebied of

ruimtelijk object bedoeld.

Beheer: Onderhoud van landschapselementen.

Beheermaatregelen: Maatregelen ten bate van (natuurvriendelijk) beheer.

Beheersubsidie: Financiële vergoeding die het bijvoorbeeld mogelijk moet

maken om op rendabele wijze landbouw te bedrijven, waarbij het beheer van

landschapselementen binnen de bedrijfsvoering kan worden opgenomen.

Bemaling: Het op de gewenste hoogte houden van het waterpeil in een

polder of boezem.

Binnendijks: Deel van het rivierengebied dat door winterdijken wordt bes-

chermd tegen de invloed van de rivier.

Biodiversiteit: De hoeveelheid verschillende planten- en diersoorten die in

een gebied voorkomen.

Biotoop: Specifiek leefgebied van plant of dier.

Blokverkaveling: Verdeling van de (culltuur)grond in relatief kleine, rech-

thoekige of onregelmatige stukken (percelen). Volgt de loop van natuurlijke

elementen zoals een beek of een heuvel.

Bodem: Bovenlaag van de grond, beïnvloed door processen aan het op-

pervlak.

Bolakkers: Kleine akkers met een bolle ligging, ontstaan door eeuwenlange

ophoging met potstalmest; ook wel eenmansessen genoemd.

Broek- en heideontginning: Ontgonnen natte heide- en grote broekge-

bieden, die veelal pas ontgonnen konden worden in de tweede helft van de

19e eeuw en het begin van de 20e eeuw door nieuwe technieken. Gekarakteri-

seerd door een rationele blokverkaveling.

Cluster: Groep, bijvoorbeeld van gebouwen of van bomen.

Cultuurhistorie: Geschiedenis van de mens zoals deze tot uitdrukking

komt in het landschap; onderscheid in archeologie, historische geografie en

historische bouwkunde.

Dekzand: Fijne eolische (door de wind ontstane) zandafzetting uit de laatste

ijstijd (Weichselien), die vrijwel geheel Nederland heeft bedekt. Dekzand is rijk

aan kwarts en onvruchtbaar.

Doelsoort: Planten- en of diersoort die wordt gebruikt om de omvang, inrich-

ting en beheer van een ecologische verbinding of gebied vast te stellen.

Doorsnijding: Infrastructuur verbindt gebieden (in langsrichting), maar door-

snijdt ook gebieden (in dwarsrichting).

bijlage E

Page 46: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

46 2011 © Nieuwland Advies

Draineren: Ondergronds afvoeren van (overtollig) water naar sloten.

Dynamisch: Veranderlijk.

Ecologie: De wetenschap van de relaties tussen levende systemen en hun

omgeving en de eigenschappen van beiden.

Ecologische hoofdstructuur (EHS): Samenhangend netwerk van in

(inter)nationaal opzicht belangrijke, duurzaam te behouden ecosystemen

(natuurgebieden en ecologische verbindingszones).

Ecologische verbindingszones (EVZ): Corridors met als doel de

afzonderlijke kerngebieden binnen de EHS met elkaar te verbinden tot een

samenhangend ecologisch netwerk.

Ecologisch kerngebied: Gebied waarin hoge natuurwaarden voorkomen

en een zeer belangrijke rol spelen in de ecologische structuur op hogere

schaal.

Ecosysteem: Samenhangend systeem van dieren, planten en de abiotische

omgeving.

Eerdgronden: Bodemkundige aanduiding voor humusrijke gronden.

Element: Kleinste landschappelijke bouwsteen (bijvoorbeeld boom, haag en

houtwal).

Elzensingel: Rij met elzen langs slootkanten, ontstaan door spontaan

ontkiemende elzenzaadjes. De vroegere boeren waren blij met de op hun per-

ceelsranden kiemende boompjes en zaagden ze periodiek af voor brandhout

en gebruikshout. Later werd het elzenhout ook gebruikt in ijzersmelterijen voor

steenkool het hout verdrong. Nadat de functie van elzensingels was komen te

vervallen (na de Tweede Wereldoorlog) groeiden veel elzensingels uit tot grote

bomen.

Enkeerdgrond: Door de mens gevormde bodem van 50 cm of dikkere laag

die een hoog percentage organisch materiaal bevat. Is langdurig bemest en

wordt in verband gebracht met de potstal.

Ensembles: Een aaneengesloten gebied dat als landschappelijk geheel

wordt beschouwd. Een ensemble bestaat uit verschillende fragmenten (zoals

gebouwen, infrastructuur, reliëf, open ruimte, …) die door hun onderlinge

relatie een zekere ruimtelijke samenhang vertonen. Dankzij deze ruimtelijke

samenhang zijn ensembles herkenbaar.

Erosie: Uit- of wegslijten van grond door stromend water (fluviatiele erosie) of

de wind (eolische erosie).

Fauna: Het dierenrijk in een bepaalde regio.

Faunapassage: Passage waar dieren een drukke weg kunnen oversteken.

Voorbeelden zijn dassentunnel, stobbenwal en ecoduct.

Flora: Het plantenrijk in een bepaalde regio.

Fourageergebied: Verblijfplaats van een planten- of diersoort voor het

zoeken van voedsel.

Geologie: Aardkunde.

Geomorfologie: Wetenschap die de verschijningsvorm van het aardopper-

vlak bestudeert.

Geriefhout: Hout voor eigen gebruik van een boerderij; essenhout voor

stelen van gereedschap, berkenhout voor bezems en wilgenhout voor in de

kachel.

Groene diensten: Regeling voor beloning van onderhoud aan groen-

elementen.

Grondwater: Water in de bovenste grondlagen, waarvan de hoogte beïn-

vloed wordt door de stand van het oppervlaktewater en de grondsoort.

Habitat: Natuurlijk woongebied van een organisme of een levensgemeen-

schap.

Hakhout: Eén of meer bomen of boomvormers (vaak eik) die telkens bij de

stam worden afgehakt. Nadat ze zijn geveld lopen zij opnieuw op de stronk

uit.

Hoogstamboomgaard: Boomgaard waarin fruitbomen groeien met hoge,

lange stammen.

Houtwal: Een houtwal bestaat uit een wallichaam met daarop bomen (voor-

namelijk eiken, maar ook berken en beuken) en struiken (sleedoorn, hazelaar,

vuilboom en lijsterbes). De bomen dienden voorheen als bouwhout, als

weidepalen, brandhout of voor de leerlooi-industrie.

Houtsingel: Houtwal zonder wallichaam, vaak een elzensingel. Houtwallen

en houtsingels komen met name voor op de hoger gelegen zandgronden en

hadden geriefhout of veekering als functie.

Identiteit: Verschijningsvorm van een element of een gebied, waarin het

unieke karakter tot uitdrukking komt.

Inzijging: zie wegzijging.

Page 47: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

47Bijlagendocument Landschapsontwikkelingsplan Cuijk | december 2011

Karakteristiek: Het geheel aan kenmerkende eigenschappen van een ele-

ment of een gebied.

Kwel: Opwellen van grondwater naar het oppervlaktewater.

Laaglandbeek: Regenbeek zonder bron, maar met een groot oorsprong-

gebied. Stroomt in de lage delen van Nederland, vaak tussen dekzandruggen.

Omdat deze beken langzaam stromen, komen veel meanders voor.

Landgoed: Uitgestrekt complex van bossen en/of landbouwgronden, mees-

tal in combinatie met een buitenplaats. Een landgoed vormt een ruimtelijke

eenheid van verschillende, doorgaans grondgebonden functies die centraal

worden beheerd.

Landschap: Het waarneembare deel van de aarde, dat wordt bepaald

door de onderlinge samenhang en wederzijdse beïnvloeding van abiotische,

biotische en antropogene factoren.

Landschapstype: Een karakteristieke combinatie van landschapkenmerken

en landschapselementen, die in een bepaalde samenhang voorkomen als

gevolg van natuurlijke omstandigheden en het menselijk gebruik.

Langhuisboerderij: Boerderij waarbij het woonhuis en het achterhuis onder

één dak in elkaars verlengde liggen.

Lint(bebouwing): Langgerekte lijn van (veelal vrijstaande) bebouwing langs

een weg of waterverbinding.

Maaiveld: De hoogteligging van verharde en onverharde grond ten opzichte

van NAP.

Meanderen: Het slingeren van de beek/rivier door plaatselijk vrij gering

verval en een lage stroomsnelheid.

Moderne rationele verkaveling: Verdeling van de (culltuur)grond in grote

rechthoekige stukken (kavels).

Nota Belvedère: Beleidsnota over de relatie tussen cultuurhistorie en ruim-

telijke inrichting.

Occupatiepatroon: Voor een gebied kenmerkend patroon van bewoning/

verstedelijking, nauw gerelateerd aan de ontginningsgeschiedenis en aan het

kavelpatroon.

Oeverland: Buitendijks gelegen stuk grond.

Ontginningsgeschiedenis: Historie van de in gebruik name (ontginning)

van gronden, vaak vergeleken met bewoningsgeschiedenis.

Overstaander: Vrijstaande boom die tot doel heeft bescherming te bieden

aan de verjonging (al dan niet geplant) en als zaadbron te dienen voor de

natuurlijke verjonging. Meestal is de boom gespaard bij houtkap.

Patroon: Structuur die in een bepaalde situatie inzicht verschaft.

Peilbeheer: Beheer gericht op het reguleren van het grondwaterpeil in een

gebied.

Percelering: Verdeling van (cultuur)grond in kleinere stukken.

Polder: Met dijken omgeven gebied waarbinnen de waterstand kunstmatig

op peil wordt gehouden.

Relict: Overblijfsel uit vroeger tijd dat nog getuigt van de toestand zoals die

destijds was.

Reliëf: De natuurlijke oneffenheid van het aardoppervlak.

Retentie: Het vasthouden van water in een gebied met het doel verdroging

en piekafvoeren tegen te gaan.

Rivier: Natuurlijke waterloop ontstaan uit de samenvloeiing van neerslag

en/of smeltwater.

Rivierduin: Door het verstuiven van zand ontstane verhoging van het terrein

langs een rivier.

Ruilverkaveling: Proces waarbij voor een bepaald gebied de inrichting

wordt afgestemd op een efficiëntere verkaveling, verbetering van de infra-

structuur en verbetering van de waterhuishouding.

Singel: Met loofhout beplante strook.

Solitair: Alleenstaand, bijvoorbeeld een alleenstaande boom.

Structuur: Wijze van opbouw van een samengesteld geheel.

Successie: Van successie is sprake wanneer een levensgemeenschap

dankzij natuurlijke processen wordt opgevolgd door een volgende.

Terp: Opgeworpen hoogte (met mest, zoden en huisafval) in (voorheen)

dijkloos land waarop men woonde of die als vluchtheuvel diende.

Veen: Opeenhoping van dode plantenresten tijdens moerasachtige omstan-

digheden.

Page 48: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

48 2011 © Nieuwland Advies

Vegetatie: Al het plantaardige dat ergens groeit; begroeiing.

Ven: Voedselarme plas op zandgrond, bijvoorbeeld heide, waarin veen-

vorming voorkomt.

Verbrede landbouw: Verbrede activiteiten die altijd in combinatie met

agrarische activiteiten worden uitgevoerd. Er wordt onderscheid gemaakt in

de thema’s agrarisch natuur- en landschapsbeheer, recreatie, zorg, product

en afzet.

Verdroging: Het proces van afname van de hoeveelheid beschikbaar water

of van kwelintensiteit voor de plantengroei.

Verkaveling: Manier waarop cultuurgrond in stukken (kavels) is verdeeld.

Verlanding: Proces waarbij moerassen, wetlands, plassen of ondiepe meren

langs natuurlijke weg in land veranderen.

Wegzijging: Door hoogteligging en bodemgesteldheid infiltreert water naar

het grondwater. Ook inzijging genoemd.

Page 49: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

49

LITERATUUR EN BRONNEN• Historische atlas Gelderland, Robas Producties, 1989

• Reconstructieplan Peel en Maasvallei, provincie Noord-Brabant, 2005

• www.cuijk.nl

• www.kich.nl

• Waterplan Land van Cuijk

• Waterplan Cuijk

• Interimstructuurvisie Structuurvisie Noord Brabant

• Paraplunota

• Beleidsbrief Rood-met-groenkoppeling

• Beleidsnota Ecologische bouwstenen

• Beleidsregel Natuurcompensatie

• Beleidsnotitie Rood voor groen

• Beleidsregel Ruimte voor ruimte

• Beleidsnota Verbrede inzet van de aanpak Ruimte voor ruimte

• Beleidsnota cultuurhistorische waardenkaart

• Beleidsnota Buitengebied in Ontwikkeling

• Voorontwerp Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

• Verordening Ruimte

• Uitwerkingsplan Landelijke regio Land van Cuijk

• Natuurbeheerplan Noord-Brabant

• Atlas van de Nederlandse vleermuizen, 1997

• Natuurwaarden in de gemeente Cuijk

• Kraaijenbergse Plassen. Maas in Beeld.

• Reconstructieplan peel en Maas

• Atlas van de Nederlandse zoogdieren

• De dagvlinders van Nederland

• De Nederlandse libellen

• Atlas van de Nederlandse broedvogels

• Verspreidingsgegevens reptielen, amfibieën en vissen

• Groen-Blauw Stimuleringskader

• Integrale dassennota Cuijk; ‘Da’s pas leven in Cuijk‘

• Voorontwerp Bestemmingsplan Buitengebied 2010

• Beleidsnotitie bebouwingsconcentraties voor kwaliteitsverbetering in het

buitengebied

• ’t Kuuks Akkoord

• Bomenbeleidsplan Cuijk 2005 – 2008

• Monumentale bomennota ‘Bomen verdienen bescherming’

• Visie Ruimte voor herinrichting in de noordelijke Maasvallei

• Archeologisch beleidsplan Cuijk

• Welstandsnota land van Cuijk

• Gemeente Cuijk Landschapsbeleidsplan

• Gebiedsvisie Duits Lijntje

• De bodem uitgezocht. Kansen voor een gezonde bodem onder de

Brabantse boomteelt

Bronnen natuurgegevens:

• Waarneming.nl: verspreidingsgegevens planten- en diersoorten

• Gemeente Cuijk: diversen

• Provincie Noord-Brabant: flora- en fauna-gegevens

• Ministerie van LNV: natuurwetgevingsaspecten

• Brabants Landschap: gegevens uilen.

bijlage F

Page 50: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

50

Page 51: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

51

DEELNEMERS PROJECTGROEP EN KLANKBORDGROEPbijlage G

Projectgroep• S. Hijmans, Gemeente Cuijk

• M. Hermanussen, Gemeente Cuijk

• P. Broekmans, Gemeente Cuijk

• J. Vink, Gemeente Cuijk • N. van Woensel, Gemeente Cuijk • S. Montfoort, Provincie Noord-Brabant

• F. Terschure, Brabants Landschap

• J. Rooijakkers, Waterschap Aa en Maas

• M. Scherrenburg, Nieuwland Advies

• I. Südmeier, Nieuwland Advies

Klankbordgroep• Dhr. H. Teusink (Milieuvereniging Land van Cuijk)

• Dhr. C. Ardts (ZLTO)

• Dhr. M. Hermens (IVN)

• Dhr. L. Bardoel (IVN)

• Dhr. W. Thijssen (Dassenwerkgroep Brabant)

• Dhr. A. Koot (Imkervereniging)

• Mevr. Y. Derks (Natuurvoedingswinkel Arnica)

• Dhr. S. Gosens (Verrassend Platteland)

• Dhr. Hermans (Historische Kring Land van Cuijk)

• Dhr. T. Mol (Brabants Landschap)

• Dhr. W. van den Hoogen (ANV, Wildbeheereenheid)

• Dhr. G. Willemsen (ANV, veldcoördinator STIKA)

• Dhr. De Quay (particulier grondbezitter)

• Mevr. L. Hermanussen (particulier grondbezitter)

• Dhr. G. Stoffels (wethouder gemeente Cuijk, voorzitter)

• Mevr. S. Hijmans (projectleider gemeente Cuijk)

• Dhr. M. Scherrenburg (projectleider Nieuwland Advies)

• Dhr. I. Südmeier (Nieuwland Advies)

Page 52: 9445COL LOP CUIJK BIJLAGENDOCUMENT 111116 MS...(De Kalkhof) en 1844 (De Hanshof) dergelijke heuvels aangetroffen. Recentere vondsten, bijvoorbeeld van vuurstenen werktuigen rondom

Nieuwland Advies is een adviesbureau, gespecialiseerd in beleidstrajecten voor het stedelijk en landelijk gebied. Nieuwland Advies is

sterk in de praktische uitwerking van dat beleid in beheer- en inrichtingsplannen, onderzoek en expertise-ontwikkeling en in de organisatie

en uitvoering van communicatie-activiteiten. Onze kracht ligt in creatief meedenken en in de kennis van het beleid en de praktijk. Het

proces - de communicatie, het draagvlak en het meedenken van betrokkenen - krijgt bij ons veel aandacht. Nieuwland Advies staat voor

ruimtelijke kwaliteit. De principes van een duurzame samenleving komen terug in onze dienstverlening en bedrijfsvoering.

Nieuwland Advies

Nieuwland Advies

bezoekadres Haagsteeg 4

postadres Postbus 522

6700 AM Wageningen

telefoon + 31.(0)317.467.246

fax + 31.(0)317.467.200

e-mail [email protected]

www.nieuwlandadvies.nl

Nieuwland Groep

Nieuwland Geo-informatie & Opleidingen

bezoekadres Hesselink van Suchtelenweg 4

postadres Postbus 522

6700 AM Wageningen

telefoon + 31.(0)317.421.711

fax + 31.(0)317.425.046

e-mail [email protected]

www.nieuwland.nl