8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten...

48
ECON nect Alumni@FEB Interview Theo Francken Education@FEB Peter Vanham: Before I was CEO Research@FEB America first! Wat is het banen- verlies voor België en Europa? FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI DRIEMAANDELIJKS P706331 AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN MASSPOST 4DE JAARGANG • MAA.APR.MEI.2017 Students@FEB Werking Ekonomika

Transcript of 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten...

Page 1: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

1

ECONnect

Alumni@FEB

Interview Theo Francken

Education@FEB

Peter Vanham: Before Iwas CEO

Research@FEB

America first! Wat is het banen-verlies voor België en Europa?

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI • DRIEMAANDELIJKS

P706331 • AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN MASSPOST • 4DE JAARGANG • MAA.APR.MEI.2017

Students@FEB

Werking Ekonomika

Page 2: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Inhoud

Education@FEB p 16

Students@FEB p 4

Research@FEB p 28

Alumni@FEB p 33

• Oost-Vlaanderen p 33• Antwerpen p 35• Brussel p 36• Vlaams-Brabant p 37• West-Vlaanderen p 38

• Joule Prijs voor Duurzame Energie p 39• Reünie 25 jaar afgestudeerd p 40• Human Resources: Jan Denys p 42• Column Andreas Tirez p 44• Interview Theo Francken p 46

• Peter Vanham: Before I was CEO p 16• Het Bachelor Ervarings traject p 19• Blog Joep Konings p 21

• Best Opinion Column Award p 22• Leo Tindemans Chair p 25• Infografiek p 26

• America First! Wat is het banenverlies voor België en Europa? p 28

• Awards en appointments p 31

• Bachelor studenten aan het woord p 4• Werking Ekonomika p 8• Van Ekolusion over Career Brunch

tot Music Festival p 10

• Ekotravel p 12• Major in de kijker p 15

Page 3: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Utile Dulci!

Koppel het nuttige aan het aangename, en omgekeerd. Het is de lijfspreukvan de studenten aan onze faculteit. Onze studentenkring draagt ze in

haar schild. In de Ekobar springt ze direct in het oog. Ze siert de T-shirts ensweaters. Nieuwe generaties studenten hebben al vanaf hun eerste bezoek aaneen infodag een goed beeld van waar Utile en Dulci voor staan. In combinatiegeven deze twee eenvoudige woorden krachtig weer dat een boeiendstudenten leven best kan zonder aan focus op het hoofddoel in te boeten.Evenwicht, daar gaat het om.

Vandaag is er een heel hechte band tussen de Faculteit Economie en Bedrijfs -wetenschappen, haar officiële studentenkring Ekonomika en EkonomikaAlumni. We kunnen dan ook spreken van een echt partnership, wat ook in dit ECONnect magazine tot uiting komt.

De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatievan haar missie en doelen. Omgekeerd staat de faculteit mee borg voor eenoptimaal werk kader voor de kring. De kring is al 87 jaar een deel van de FEB,de FEB al 87 jaar de bestaansreden van de kring.

Dat die hechte band vooral gerealiseerd wordt in het Utile-luik zal u niet verbazen.Dankzij een uitstekende wisselwerking slagen we er samen in om de studentvan vandaag een vormingstraject aan te bieden dat ons opleidings aanbodverrijkt. De samenwerking vertaalt zich in de gezamenlijke organisatie vanB2U-lectures. Ze resulteert in een ruim extracurriculair aanbod van work shops,skills programmes, sessies in verband met CV-writing en sollicitatie technieken,en international immersion initiatives die onze studenten naar metropolenzoals Moskou, Peking, New York of Londen voeren.

Het is mooi dat faculteit en studentenkring hierbij onvoorwaardelijk gesteundworden door de derde partner in ons bondgenootschap, Ekonomika Alumni.Een vereniging van vrienden, maar ook van ervaringsdeskundigen die wetenhoe je op de arbeidsmarkt met al die competenties aan de slag kan. Een vereniging die dynamisch is en in beweging blijft. En gebouwd is rond 3 pijlers, zijnde (I) permanente vorming; (II) netwerking en (III) dienstverlening.Deze 3 pijlers komen steevast terug op niveau van de regio’s, leeftijds groepenen vakgroepen. Als jonge alumnus zal je je hierdoor snel thuis voelen in onzealumnivereniging.

Een vereniging die, wat dacht u, het aangename aan het nuttige koppelt. Haar lijfspreuk? Utile Dulci!

ECONnect

3

William Leclef, Praeses EkonomikaLuc Sels, Decaan Faculteit Economieen Bedrijfswetenschappen

Ludovic Deprez, AfgevaardigdBestuurder Ekonomika AlumniFreddy Nurski, Voorzitter EkonomikaAlumni

Page 4: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

4

EW leek mij een heel interessante studierichting. Zelf heb ikgetwijfeld tussen veel verschillende opleidingen: pol&soc,rechten en tot op het laatste moment tussen economischewetenschappen en geschiedenis. Uiteindelijk heb ik EW gekozenomdat het me de meest veelzijdige richting leek: het programmais heel divers: van geschiedenis en wiskunde naar internationalepolitiek en actuele economische problemen – en de job uit -komsten zijn best interessant.

EW bekijkt de samenleving vanuit een specifiek economischstandpunt, en dat is toch wel een boeiend studievoorwerp.

KLOPT DE OPLEIDING MET WAT JE ER VANVERWACHT HAD?Alhoewel ze in het eerste semester nog niet sterk verschilt vanTEW en HIR, vind ik wel dat de opleiding goed overeenkomtmet mijn verwachtingen. De brochure van de KU Leuven geefteen vrij accurate omschrijving van wat deze opleiding inhoudten waar ze om draait.

WAT ZIJN VOLGENS JOU DE STERKTES VAN DE OPLEIDING?Ik denk dat EW bij uitstek een economisch denken aanreikt vanwaaruit je de maatschappij en haar problemen kan begrijpenen over oplossingen kan nadenken.

Een ander groot pluspunt aan economische wetenschappen isde grote keuzevrijheid. Al vanaf jaar 1 heb je zes studiepuntendie je vrij kan invullen. Zo kan je een vak over internationalepolitiek nemen en je curriculum zelf vormgeven naargelang jeeigen interesses en jouw toekomstperspectief.

WAT STUDEERDE JE IN HET MIDDELBAAR EN HEEFT DIT JE KEUZE BEÏNVLOED?In de derde graad studeerde ik Latijn-Wiskunde (6u). Alle optieslagen open; ik had geen idee waar ik heen wou. Ik wist dat ikgeïnteresseerd was in politiek en geschiedenis en dat ik eentijdschrift als The Economist graag las. Ook volgde ik de Grieksecrisis: het boeide me hoe de beleidsmakers een oplossingprobeerden te vinden.

WAT IS DE LEUKSTE LES?‘Economische geschiedenis’ is een vak dat in het tweedesemester wordt gegeven. Het is absoluut fascinerend om tezien via welke weg we geëvolueerd zijn tot de complexeeconomie van vandaag. ‘Actuele economische problemen’ isook een vak waar ik naar uitkijk.

WAT IS JE MOOISTE MOMENT IN LEUVEN?Leuven is een heel kleine stad en vaak loop je dus onverwachtvrienden tegen het lijf. Spontane, ongeplande avonden zijnhet mooist.

HEB JE NOG TIPS VOOR TWIJFELAARS?Het is waar wat ze zeggen –kies iets wat je graag doet!Uiteindelijk moet je gedurendevele uren bezig zijn met jestudie, maar als het je boeit,valt dat al heel wat minderzwaar. EW is wat mij betreftalvast een aanrader!

Cornelia Vandenberghe -1ste studiefase bachelor EW

(2015-2016)

4

Students@FEB

BACHELOR -STUDENTENaan hetwoord

Het tweede semester is gestart, de eerste

maanden als student zijn achter de rug. Tijd om

enkele bachelor studenten aan het woord te laten

voor een korte evaluatie. Waarom hadden ze

indertijd voor de opleiding gekozen? Beantwoordt

ze aan de verwachtingen? Wat is de leukste les?

Cornelia, Florian, Gilles, Laura, Maarten en Pieternel

namen de tijd om hun opleiding door te lichten.

Loes Diricks

WaaromEconomische Wetenschappen?

Page 5: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

55

WAT IS VOOR JOU PERSOONLIJK DE REDENGEWEEST OM VOOR DEZE OPLEIDING TE KIEZEN?Zelf heb ik heel lang getwijfeld tussen TEW, milieu- en preventie -management en biomedische wetenschappen, maar dankzijmijn leerkrachten in het secundair onderwijs en de infodagenheb ik uiteindelijk toch voor TEW gekozen. Ik heb nog nietbesloten wat ik later precies als beroep wil doen maar ik weetdat ik meer in een economische richting ben geïnteresseerd.Met dit in gedachten vond ik dat TEW de beste studierichting voormij zou zijn. In de eerste jaren krijg je een ruim aanbod van vakkenwaardoor je een beter zicht krijgt op welke richtingen je uit kan.

KLOPT DE OPLEIDING MET WAT JE ER VANVERWACHT HAD?Neen, niet meteen. Vooral omdat de manier van werken helemaalanders was dan ik gewoon was. Zo heb je veel meer vrijheid waarvanje misschien iets te veel geniet in het begin. Ook moet je lerenmeer zelfstandig te zijn en goede planningen leren maken, watniet altijd even makkelijk is. Voor de eerste jaars zijn er veel plaatsenwaar je terecht kan met eventuele problemen. Ik persoonlijk hebveel hulp gehad van ouderejaars en andere leden van mijnstudenten vereniging bij de planning van mijn blokperiode.

WAT ZIJN VOLGENS JOU DE STERKTES VAN DEOPLEIDING?TEW heeft mij een andere kijk op economie gegeven. Zelf hebik economie-wiskunde gedaan in de middelbare school en dachtik dat ik wel een goed idee had van wat economie precies is,maar het is pas in het hoger onderwijs dat je leert wat economie

allemaal precies inhoudt. Economie is zoveel meer dan enkelvraag en aanbod. Ook legt de opleiding een grote nadruk oplogisch redeneren en denken, een vaardig heid die heel goedvan pas komt in de toekomst ongeacht welke richting ik uit ga.

WAT IS DE LEUKSTE LES?De leukste lessen waren ongetwijfeld die van Joeri Vananroye,die het vak Inleiding tot het Economisch Recht gaf. Hij was zeergepassioneerd over zijn vak, wat het altijd veel aangenamermaakt om naar te luisteren en ervoor zorgde dat je zelf ookmeer geïnteresseerd wordt in het vak. Ook zijn leuke anek dotesen special effects op zijn PowerPoints gaven de lessen net dattikkeltje extra.

WAT IS JE MOOISTE MOMENT IN LEUVEN?De leukste momenten zijn uiteraard het uitgaan met vrienden.Zowel ’s avonds naar cantussen gaan, cafeetjes doen ofgewoon rustig met vrienden op hun kot een film kijken of eenspel spelen. Leuven biedt zoveel dat er voor iedereen wel ietsis en je leert zoveel nieuwe mensen kennen dat je heel makkelijknieuwe vrienden maakt.

HEB JE NOG TIPS VOOR TWIJFELAARS?Het is helemaal niet erg als je nog steeds aan het twijfelen bentof zelfs helemaal nog geen idee hebt welke richting je wilt doen.Maar steek er toch een beetje tijd in, ga bijvoor beeld naar deinfodagen en stel daar maar vragen aan de studenten, zo krijgje toch een beter beeld van wat de richting precies inhoudt.

Florian Van Loo – 1ste studiefase bachelor TEW

WAT IS VOOR JOU PERSOONLIJK DE REDENGEWEEST OM VOOR DEZE OPLEIDING TE KIEZEN?De combinatie van wiskunde en economie sprak mij aan, dit waren mijn twee favoriete vakken in het middelbaar.

KLOPT DE OPLEIDING MET WAT JE ER VAN VERWACHT HAD?De vakken waren zoals verwacht maar de manier van werkenverschilt enorm met het middelbaar. Je moet zelf altijd hetinitiatief nemen, het is een beetje meer ieder voor zich. Je hebtook veel meer verantwoordelijkheid aangezien je bijvoorbeeldzelf je boeken moet gaan kopen en kiest of je in de les gaatzitten of niet.

WAT ZIJN VOLGENS JOU DE STERKTES VAN DE OPLEIDING?Het is een zeer algemene en uitgebreide opleiding waar je watvan alles te weten komt. Als je moeilijkheden ondervindt ofvragen hebt in verband met een bepaald vak kan je altijd bij hetmonitoraat langsgaan voor individuele begeleiding. Er zijn ookwerkcolleges die verbonden zijn aan de theoretische vakken.

De oefeningen die je hier maakt geven je meer inzicht in detheorie wat het ook weer interessanter maakt.

WAT STUDEERDE JE IN HET MIDDELBAAR ENHEEFT DIT JE KEUZE BEÏNVLOED?Handel, TSO. Er werd van mij verwacht dat ik naar een hoge -school ging gaan, wat mij nog meer motiveerde om te laten ziendat iemand uit Handel met genoeg motivatie en zelf disciplineook een universitaire richting aankan.

WAT IS DE LEUKSTE LES?Globale economie en economisch recht

WAT IS JE MOOISTE MOMENT IN LEUVEN?Het moment waarop ik mijn laatste examen indiende en ikeindelijk vakantie had!

HEB JE NOG TIPS VOOR TWIJFELAARS?Ik zou het zeker proberen! Als het later toch niet je richting blijktte zijn, kan je vlot overstappen naar een andere richting.

Gilles Crommen – 1ste studiefase bachelor TEW (2015-2016)

Waarom ToegepasteEconomische Wetenschappen?

Page 6: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Students@FEB

WAT IS VOOR JOU PERSOONLIJK DE REDENGEWEEST OM VOOR DEZE OPLEIDING TE KIEZEN?Ik wist toen al zeker dat ik geen bio medische, farma of kiné woudoen. Ik ben op zoek gegaan naar andere pistes. In hetmiddelbaar heb ik wiskunde-weten schappen (6 uur) gevolgd. Ikwas vrij goed in wiskunde. Mijn papa is van opleidinghandelsingenieur en mijn mama bio-ingenieur. Mijn mama raaddemij haar richting volledig af en ik wist ook dat burgerlijk ingenieurniet geschikt was voor mij. Economie had ik nog nooit gehaden ik wist hier bitter weinig over. Ik heb echter altijd al willen

begrijpen waar deze wereld eigelijk om draait. Vandaar de keuzevoor handels ingenieur.

KLOPT DE OPLEIDING MET WAT JE ER VAN VERWACHT HAD?Ik vond dit semester moeilijker dan verwacht. Ik heb veel les enik bereid me ook voor op bijna alle vakken. Ik heb hard gewerktmaar toch ook nog de tijd gevonden om met vrienden weg tegaan en te sporten. Het heeft wel een tijdje geduurd voordat ikdit nieuwe evenwicht vond.

WAT IS VOOR JOU PERSOONLIJK DE REDENGEWEEST OM VOOR DEZE OPLEIDING TE KIEZEN?Eerlijk gezegd wist ik lang niet wat te doen. Met handels -ingenieur zit je in een heel brede richting waarin je opvoorhand niet weet waar je later terecht gaat komen. Zelfs nu heb ik eigenlijk nog geen idee wat ik later als beroepga doen. Dat vind ik een zeer bevrijdende gedachte. Toen ikvorig jaar nadacht over een handelsingenieur, beeldde ik me een heel initiatief nemend, sociaal en leidinggevendpersoon in. Ik denk graag dat ik ook zo ben. Wat vaakvermeld werd tijdens info sessies waar ik zelf naartoe bengeweest, is de zeer grote werk zeker heid binnen dezerichting. Dit is een element dat mij toch zeker mee over destreep heeft getrokken.

KLOPT DE OPLEIDING MET WAT JE ER VAN VERWACHT HAD?Ik had niet echt een zeer concreet beeld van de opleiding,het is wel zwaarder dan ik had gedacht. Ik heb vroeger nooiteconomie gehad, dus ik vroeg me wel af of het iets voor mijzou zijn. Had ik beter economie gevolgd in het middelbaar?Dat is gelukkig echt supergoed meegevallen. Ik heb er ookgeen spijt van dat ik geen economische basis had, die mis jetotaal niet. Er wordt immers vanaf nul begonnen.

WAT ZIJN VOLGENS JOU DE STERKTES VAN DE OPLEIDING?De uitdaging. In deze opleiding leer je echt hard werken.Vooral het vak 'Hogere Wiskunde' leert je toch dat goedepunten in het middelbaar op wiskunde helemaal nietgaranderen dat het aan de universiteit ook lukt. Momenteelvloek en zucht ik er vaak op, maar ik weet wel dat wanneerwe hier afstuderen, we allemaal hebben geleerd wat hardwerken is. Ook het feit dat je niet dadelijk 'vastzit’ binnen deopleiding vind ik zeker een grote sterkte. Je kan altijd de fouterichting kiezen en dat is geen ramp, maar bij handels -ingenieur zit je in zo'n breed kader dat de kans groot is dater wel iets tussenzit dat je aanstaat. Last but not least, zoalshierboven al aangehaald: de werk zekerheid is voor mij eenzeer grote sterkte van de opleiding.

WAT STUDEERDE JE IN HET MIDDELBAAR EN HEEFT DIT JE KEUZE BEÏNVLOED?Ik heb in het middelbaar Latijn-Wiskunde gestudeerd. Dit heeftmijn keuze niet zo hard beïnvloed. Het enige wat ik wel kanzeggen, is dat ik me comfortabel voelde met voorkennis vanwiskunde om voor handelsingenieur te kiezen.

WAT IS DE LEUKSTE LES?In het eerste semester vond ik accountancy wel het leukste vak.Ik vond de oefeningen heel leuk. Qua les moet ik toch kiezenvoor de lessen “Grondslagen in de beleidsinformatica” bijprofessor Monsieur. Wij Limburgers moeten elkaar in Leuventoch steunen. Vooral de laatste les wanneer de hele aula samenquizt in 'Wie is de slimste handelsingenieur ter wereld?' is echteen heel leuke afsluiter van het eerste semester.

WAT IS JE MOOISTE MOMENT IN LEUVEN?Mijn momenten met vrienden. In Leuven ben je nooit alleen. Al fiets je samen naar de les met mensen die je pas dit jaar hebtleren kennen, al spreek je af in de alma met vrienden vanvroeger, je bent echt nooit alleen. Ik kom uit een heel kleindorpje zonder openbaar vervoer en opeens woon ik op 10minuten fietsen van al mijn vrienden. Het eerste jaar is hetnatuurlijk nog allemaal aanpassen en het is niet altijd alleen maarplezier, maar ik zou het toch niet meer kunnen missen.

HEB JE NOG TIPS VOOR TWIJFELAARS?Eerst en vooral: twijfelen is goed, dan ben je er echt mee bezig. Ik zou zeggen, praat met mensen die de richting momenteelvolgen. Zij kunnen je meer en betere informatie geven over derichting dan je ouders, je leerkrachten,... Als je denkt dat handels - ingenieur iets voor jou kan zijn, dan is het dat waarschijnlijk ook,want het is een hele brede richting. Ik heb zelf geen spijt van mijnrichting, maar ik denk toch soms ook nog na over mijn keuze. Hetis en blijft een sprong in het diepe, maar dat heb je bij elke richtingdie je kiest. Ik wil zeker niemand schrik aanjagen, maar moest jeaan de richting beginnen en het blijkt toch niets voor jou te zijn, jezit er niet aan vast hé. Je kan nog altijd veranderen. Maar als jeecht aan handelsingenieur denkt, dan zou ik zeggen: 'stop mettwijfelen en tot in september in de Ekobar!'

Pieternel Maes – Handelsingenieur

Waarom Handelsingenieur?

6

Page 7: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

WAT IS VOOR JOU PERSOONLIJK DE REDENGEWEEST OM VOOR DEZE OPLEIDING TE KIEZEN?Een studie aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde was watmij betreft vrijwel een logisch gevolg op mijn middelbare school.Ik studeerde er Economie-Wiskunde. Helaas bleef de materievaak heel theoretisch, dus ben ik destijds op zoek gegaan naareen meer concrete invulling. Ik kreeg de kans om als jobstudentte werken bij het marktonderzoeksbureau GfK. Daar leerde ikeen aantal TEW’ers en handelsingenieurs kennen, die me meerduiding gaven bij de verschillen in beide richtingen. Dit bleek ergnuttig, aangezien ik zelf erg twijfelde tussen beide ‘stromen’.Deze inzichten gecombineerd met mijn grote interesse voortechnologie gaven uiteindelijk de doorslag om te kiezen voorhandelsingenieur in de beleids informatica.

KLOPT DE OPLEIDING MET WAT JE ER VANVERWACHT HAD?Jazeker. Meteen worden de fundamenten gelegd van de zakendie nog zullen worden uitgediept of toegepast doorheen deverdere jaren van onze studie. Zo krijgen we een flinke portiewiskunde, een basis van boek houden, een inleiding tot dewondere wereld van de economie, de beginselen van hetprogrammeren … Dit heeft natuurlijk tot gevolg dat je al vrij goedkan inschatten wat die richting nu juist inhoudt. En die valt totnu toe grotendeels samen met mijn verwachtingen.

WAT ZIJN VOLGENS JOU DE STERKTES VAN DEOPLEIDING?Eerst en vooral is de studie handelsingenieur (in de beleids -informatica) een vrij algemene richting. De competenties dieworden ontwikkeld gedurende deze opleiding bieden brede

toekomstmogelijkheden. Je bent geen ‘vakidioot’ die gedwongenis een job te kiezen in een specifieke sector. Een andere sterkte is,zeker voor handels ingenieurs in de beleidsinformatica, de toekomst - gerichtheid. Naarmate de tijd vordert, zal technologie een nóggrotere rol spelen in het dagelijks leven.

WAT IS DE LEUKSTE LES?Tot nog toe heb ik nog maar één infor maticavak mogengenieten, nl. “Grond slagen van de beleids informatica”, gespreidover de module ‘ICT’ en de module ‘programmeren’. Beidemodules spraken me heel erg aan, en ik ging altijd geboeid naarde hoor- en werkcolleges.

WAT IS JE MOOISTE MOMENT IN LEUVEN?Cantussen à la Ekonomika! Zingen met een pintje daarbij is eenervaring die ik tot nu toe nog niet had mogen beleven.

HEB JE NOG TIPS VOOR TWIJFELAARS?Spreken met mensen die er iets van af weten. Als je overbepaalde praktische zaken twijfelt, bijvoorbeeld in de aard van‘is die wiskunde haalbaar voor mij?’, ga zeker eens praten metde mensen die je goed kennen. Ikzelf was ook niet zeker overhet antwoord op die vraag, waardoor ik eens gaan praten ben metmijn wiskundeleerkracht. Als je meer twijfelt over het inhoudelijkevan de richting, ga je best eens praten met iemand die de richtingvolgde of (beter) volgt. Zo kan je eens kijken of de richting aansluitbij jouw interesses en verwachtingen. Maar vooral: uiteindelijkben jij het die het moet doen. Dus vanaf het moment dat je derichting volledig ziet zitten, zit je goed! Veel succes, en no stress!

Maarten De Winter – 1ste studiefase bachelor Handels ingenieur in de Beleidsinformatica

Waarom Handelsingenieur in de Beleidsinformatica?

7

WAT ZIJN VOLGENS JOU DE STERKTES VAN DE OPLEIDING?De sterkte van deze opleiding is vooral dat je bij elk vak iets leertwat je effectief later kunt toepassen. Dit is wat minder duidelijkbij wiskunde, maar bij de rest is het heel duidelijk dat het je nu alof later vooruit zal helpen. Ik vind ook dat er enorm veel toffemensen in onze richting zitten en dat iedereen altijd vriendelijk is.

WAT IS DE LEUKSTE LES?De leukste lessen waren die van professor Monsieur van de“Grondslagen van de beleidsinformatica”. Hij kan dingeninteressant en boeiend uitleggen, zelfs voor de mensen (zoalsmij) die geen interesse hadden in informatica.

WAT IS JE MOOISTE MOMENT IN LEUVEN?Het fijne aan Leuven voor mij is dat al mijn vrienden hier zitten.

Dat ik op elk moment bij iemand kan binnenspringen. Dat ikelke avond met vrienden kan eten, kan sporten en uiteraard kangaan feesten. Overal in Leuven kom je mensen tegen die jekent. Je geraakt overal zonder enige moeite omdat alles eniedereen enorm dicht bij elkaar zit. In Leuven heb je ook nooiteen onveilig gevoel als je 's avonds alleen naar huis gaat, watvoor een meisje toch altijd wel zeer fijn is.

HEB JE NOG TIPS VOOR TWIJFELAARS?Voor de twijfelaars zou ik zeggen dat handelsingenieur echt eenbrede richting is waar je enorm veel en verschillende dingenleert. Het is een grote uitdaging en niet te onderschatten, maarwel echt aan te raden! Neem het aan van iemand dieoorspronkelijk heel andere plannen had.

Laura Langhendries – 1ste studiefase bachelor HIR

Waarom Handelsingenieur?

Page 8: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Als grootste studentenvereniging in Leuven heeft Ekonomikaeen groot team achter zich om de vele activiteiten op poten tezetten en deze ook in goede banen te leiden. Maar niet iedereenheeft een goed beeld van wat een Praesidium-functie zoal inhoudt.Jitse Ghekiere, Vice-Praeses Ekobar van het 87e werkings jaar,legt uit wat zijn takenpakket als Praesidiumlid bij Ekonomika omvat.

PRAESIDIUMLID JITSE GHEKIERE

Jitse: Ik hou me bezig met de specifieke taken vanmijn eigen functie, maar daarnaast help ik ook bijde activiteiten van de andere comités binnenEkonomika. Maar ik moet er vooral voor zorgen datde zaken in de Ekobar zelf goed lopen. Dit gaat danvan het plaatsen van bestellingen, voorraad bijhoudentot het leiden van het Ekobar-comité, dat uit maar liefst11 comitéleden bestaat. Soms worden activiteiten apart geor -ganiseerd, maar vaak ook samen met het hele praesidium. Wat enorm interessant is aan Ekonomika is dat elk praesidiumlidinspraak heeft in alle andere activiteiten. Een praktisch voorbeeldhierbij is het Student Music Festival dat samen besproken wordt

met het hele team en daarna ook samen wordt uitgewerkt. Elke Ekonomika-activiteit is dan ook van iedereen. Het is iedersverant woordelijkheid dat een activiteit staat of valt. Dit zorgtervoor dat er binnen Ekonomika een grote teamspirit heerst.Niet alleen binnen het Praesidium en het Comité, maar ookbinnen de gehele Ekonomika-groep. Het is van gigantisch

belang dat er een goeie samenwerking is met iedereen.

Als Praesidiumlid is het ook de taak om al dezemensen te leren kennen en hen een goed gevoel tegeven binnen Ekonomika. Qua sfeer binnenEkobar, heb ik helemaal niet te klagen, omdat deEkobarleden zo nauw samenwerken en elkaar

quasi elke dag zien.

Het takenpakket van de comitéleden bestaat uit avond -activiteiten/ themaweken organiseren en broodjes smeren.

Ook de verantwoordelijkheid van Snapchat en de Facebookpaginaworden tegenwoordig uit handen gegeven aan de comitéleden. Buiten de Ekonomika-activiteiten is het als praesidiumlid ookvan uitermate belang een goede uitstraling te hebben naar de

Ekonomika organiseert dagelijks één of meerdere activiteiten voor een of anderedoel groep onder de economisten. Van een feestje op de Oude Markt voor 12.000studenten tot een Career Café voor 50 man. Nu schuilt er achter elke activiteiteen hele organisatie waar verschillende engagementen bijhoren. In het Praesidiumneemt elk lid de volledige verantwoordelijkheid op zich voor een bepaalde functie.Elk lid heeft een Comité met een groep studenten die de verschillende activiteitenvan die functie ondersteunen. Nieuw dit jaar zijn ook de Teams waar je eenvolledig project uitwerkt.

WERKINGEKONOMIKA

IS ÉÉN GROOTTEAM-GEBEUREN

Students@FEB

8

Page 9: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

buitenwereld toe. Wij moeten namelijk Ekonomika vertegen -woordigen in Loko-en Sturavergaderingen. Daarnaast zijn depraesidiumleden ook een aanspreekpunt voor alle vragen.

TEAMLID LANDER COENEN

Lander Coenen (3e jaar TEW) is werkzaam in 3 teams van Ekonomika. Het Nightlife Team

dat maandelijks een feestje verzorgt in Dulci,onder de naam Vertigo. Dit team telt 3 leden.Verder zit hij met nog 19 andere mede -werkers in het Half-Time Team, in concreto

het jaarwerkingsteam van de 3de bachelor.Zij organiseren enkele activiteiten voor de

studenten van het 3de jaar. Ten slotte zit hij ookin het LCC team, dat staat voor het Leuven Case

Competition team, een Team van 8 studenten. Dit Team organiseertmede de LCC van Ekonomika. Dat is een competitie waarverschillende groepen studenten bedrijfscases zo goed mogelijkuitwerken.

Lander: Concreet betekent dit dat veel praktische zaken alsookconceptuele brainstorms in de handen van de teamleden vallen.Zo moet er voor Vertigo gezocht worden naar passende DJs,een geschikte inkleding van Fakbar Dulci en moeten de logistiekeuitdagingen worden aangegaan.

Hetzelfde geldt voor de Jaarwerking. Ook daar moeten deconcepten voor de events worden bedacht en moeten dezeook uitgewerkt worden. Bovendien komt er hier nog het aspectvan promo bij kijken. Het meeste tijd kruipt wellicht in het LCCteam. Hier ben ik verantwoordelijk voor de marketing van hetevenement. Hieronder valt alles van design, flyers, banners,boekjes, facebookbanners en nog talrijke andere promo middelen.

Elke week wordt er met het team samengekomen om 2 uur nate denken over LCC. Deze meeting dient ook als update vooralle betrokken partijen. Zo weet elke medewerker waar deanderen staan. De Teams worden gekenmerkt door een vriend -schappelijke maar tegelijk professionele sfeer. Ondanks dewerkdruk is de sfeer immers altijd goed geweest. Tevens wordener ook enkele bondingsmomenten voorzien om de moraal hoogte houden. De Teams krijgen dan ook zelf veel vrijheid, en deComités springen bij waar extra hulp nodig is. De verhoudingentussen de Comités en de Teams zijn dan ook uiterst goed.

COMITÉLID ELIEN MORIAUX

Elien Moriaux (tweedejaarsstudent) is Comitélid van Cultuur &Lectuur. Een luik dat deel uitmaakt van de Dulci-kant vanEkonomika. Cultuur & Lectuur houdt zich bezig met het neer -zetten van leuke activiteiten en het voorzien van luchtige lectuurzodat de student op de hoogte blijft van alle nieuwig hedenbinnen Leuven.

Elien: Het belangrijkste aan een Comité is dat er de juisteambiance heerst. Er moet immers een heel werkingsjaar wordensamengewerkt. Er worden dan ook geregeld bondings activiteitengeorganiseerd om de banden tussen de leden te versterken.Bovendien wordt er ook vaak afgesproken om samen testuderen of te koken. Na verloop van tijd evolueert het comiténaar een hechte vriendengroep, of zelfs een familie – om hetmet superlatieven te zeggen.

De bondingsactiviteiten worden verzorgd door het Praeses comité,ook wel eens Praecom genoemd. Zo zijn er verscheideneactiviteiten in de Ekobar waar de leden van alle comités nogmeer naar elkaar kunnen toegroeien. Bovendien is er ook hetcomitéweekend.

Er is echter wel een zekere workload voor elk Comitélid. Er isveel werk maar door het afleveren van een kwaliteitsvol eind - resultaat wordt er veel voldoening gecreëerd onder de leden.Echter, er is ook een zekere speling in de hoeveelheidwerk die men opneemt. Cultuur & Lectuur is eenComité dat typisch aan activiteiten gebonden is.Dit zorgt er voor dat er tijden zijn waarin deworkload hoger is dan in andere momenten.Onze hoogtepunten zijn de Superprestige,Ekolusion, de reizen en uiteraard de Revuewaar eigenlijk een volledig jaar door aangewerkt wordt.

Spijt van het comitélidschap heb ik zeker niet. Het is een echte leerschool en na een werkingsjaar actiefaan de activiteiten van Ekonomika te hebben meegewerkt, heb jezowel op persoonlijk als op professioneel vlak veel vooruitganggeboekt.

Op de vraag of Elien volgend jaar weer een comité zou willendoen, antwoordt ze dan ook met volle overtuiging ‘Ja’.

9

Page 10: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Students@FEB

10

Ook in het tweede semester staater een hoop op het Ekonomika-programma, aangeboden door het87e werkingsjaar. Na de drukkefeestdagen en stresserende examenswas het het ideale moment om rustigte genieten van het studentenlevenmet een brede waaier aan activi teitenwaaronder de Ekolusion, de CareerBrunch en het SMF.

EKOLUSION

De allereerste Ekolusion draaide uit op een heus succes. Een goedgevulde aula Pieter De Somer liet zich meermaals verbazendoor de gekke voorstellingen van de twee hoofdacts. De komischementalist Gili bezorgde de studenten gekke en ongelovigegezichten nadat hij er steeds weer in slaagde om een vrijwilligerte bedotten. Na een korte pauze waarin de student kon genieten

van een magic cocktail was het de beurt aan Patrick Pickaert.Met zijn hypnose skills wist hij enkele studenten helemaal tecontroleren. Van het dansen in paren tot het zoeken naar devijand, de gehypnotiseerden gingen er helemaal in op.

CAREER BRUNCH

In de prachtige Museum- en Jubileumzaal van de Hallen van deKU Leuven konden de FEB-studenten terecht bij 55 verschillendebedrijven om op zoek te gaan naar de ideale stage of naar hundroomjob. Met een glaasje cava in de hand konden ze hun CV’suitwisselen met de topwerkgevers van de arbeidsmarkt.

STUDENT MUSIC FESTIVAL

Op 2 maart 2017 verwelkomden Ekonomika, VTK en Oude MarktLeuven alle studenten op de tweede editie van het StudentMusic Festival. De Oude Markt kwam in al haar glorie tot levendankzij een heus podium, verschillende topartiesten, drank -standen en het nodige entertainment. Met topnamen zoals Regi,Mark with a K en 2 Fabiola werd het een fantastische editie. Op een plein gevuld met studenten werd er ontzettend hardgefeest. De pre- en after party zorgden ervoor dat de feestvierdersvolledig in stemming geraakten.

10

Van Ekolusion over Career Brunch tot Music Festival

Student Music Festival

Page 11: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

11

Future Self

Ekolusion

Student Music Festival Student Music Festival

Ekolusion

Page 12: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

12

Students@FEB

EKO-Travel: studenten met wanderlust

Hoe kan men het jaar beter beginnen dan met een leuke reis? Dit voorjaar warende studenten van Ekonomika bijna overal te vinden. Van de Alpen, over Berlijn tot zelfs in New York. Stuk voor stuk genoten de studenten van hun verschillendebestemmingen. Het beloofde goed gevulde programma’s te worden, met een goededosis feest, cultuur en sport. Hier geven we jullie enkele impressies weer van de drie bestemmingen, elk met hun eigen charmes.

NEW YORK: THE CITY THAT NEVER SLEEPS

5 februari was het zover: examens gedaan, valies ingepakten hop naar Brussels Airport. Negen uurtjes later kwamende laatstejaarsstudenten aan in New York. Tot onze verbazingwas de metropool vrij rustig en in groen gehuld. ’s Avondsgingen we in groep naar de Superbowl kijken. Tijdens diematch kregen we een beter beeld van de veelbesprokenAmerikaanse cultuur. Lees: om de twee minuten reclame,bier geserveerd in pitchers en de continue geur van warmesnacks. Ook tijdens de NBA-match zagen we die sfeer terugopkomen met de vele consumpties van pizza’s en frieten.

De twee wedstrijden waren slechts een greep uit het ‘cultu-rele’ aanbod. Activiteiten als een bezoek aan de FederalReserve Bank, een musical op Broadway, een stadswan-deling en een visite aan de Verenigde Naties vervolledigdenhet lijstje. Daarnaast werd ook een resem aan bedrijfs -bezoeken georganiseerd. Voor ons dé ideale manier omconnecties te leggen en en passant de New Yorkse skylinete bewonderen.

Naast dit aangeboden programma was er nog voldoendetijd om zelf het New Yorkse leven te ontdekken, zoals dewelbekende Brooklyn Bridge en de Statue of Liberty. Dit evenwicht tussen individuele en collectieve activiteitenwas dan ook een perfecte combinatie. We vonden hetvooral fijn dat de groep open-minded was en we hierdoorandere studiegenoten leerden kennen. Dit werd ook gestimuleerd vanuit Ekonomika door een café-avond teorganiseren met traktaties en de reis te beëindigen meteen avondje feesten tot in de late uren.

Verder hebben we alle seizoenen op één week ervaren, zo maakten we op 24 uur tijd zowel een hemelsblauwezomer als een sneeuwstorm mee. Dat maakte deze prachtigeNew York-reis alleen nog maar perfecter.

Elise Verhoest en Ive Van Emmerick

Page 13: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

13

Op 3 februari 2017 vertrokken een 450-tal studenten samenmet Ekonomika en Ski-line richting de Franse Alpen voor eenonvergetelijke skivakantie, met als eindbestemming: Risoul. Dit kleine maar gezellige dorpje is gelegen in het zuidelijke deel,wat, ondanks de sneeuwstorm van de eerste paar dagen, over -wegend zonnige herinneringen achterliet.

Na een hele lange busrit door de opkomende sneeuwstorm in de Franse bergen, was de aankomst des te meer welkom. De accommodatie was een echt Eko-hotel! De 450 beddenlagen allemaal mooi in twee met elkaar verbonden torens vanelk zes verdiepingen hoog, genaamd Castor & Pollux. Tijdensde kamerrondes zondagavond kreeg iedere kamer een fles jeneveren iedere deelnemer een paar Ekonomika-handschoenen eneen pastapotje.

Maar het beste aan de accommodatie was dat die slechts eenpaar tientallen meter van de après-ski bar en fuifzaal gelegenwas! Elke dag begon Ski-line de après-ski al om 16u met gratisshotjes en drank tot 17 u., waarop Ekonomika vervolgensmeteen aansloot met een gratis vat. Dit wist de studenten welbezig te houden tot het avondeten, waarna ze op hun beurtopnieuw afzakten naar de bar voor het avondfeestje. De sfeerzat er telkens weer dik in, met een mooie DJ line-up van Ski-line, vaak vergezeld door live zang- en saxofoonperformances.

Bovenop het vele gefeest, zouden we de hoofdreden voor dezereis nog vergeten: het skiën zelf! De pistes lagen er geweldig bijen ondanks het feit dat de lesvrije week samenviel met deFranse vakantie, viel het aanschuiven aan de liften goed mee.De pistes waren verspreid over het hele gebied, wat ervoorzorgde dat je niet snel een bekend gezicht tegen kwam. Risoulstaat bekend voor het skiën tussen de bomen en leuke paadjesen ook dit hebben wij mogen ervaren onder de stralende zon.

Om ook het competitiegevoel onder de skiërs aan te wakkeren,organiseerde Ekonomika een ‘cashback’ wedstrijd waarbij dewinnaar het basispakket voor zijn of haar skireis kon terug -verdienen. Bij de eerste ronde ontving elke deelnemer een smswaarop de 35 eerste antwoorden doorgingen naar de volgenderonde. De vraag luidde: “26/10 behaalde Ekonomika de 3eplaats op de 24 urenloop met 1004 rondjes. Maar welk dier isSamson?”. Tijdens de tweede ronde moesten de resterendedeelnemers om ter eerst een selfie nemen op de piste metiemand van comité Sport. Hiervan gingen uiteindelijk 6 mensendoor naar de finale. De finale nam plaats tijdens de laatste dag.Op een parcours met shotjes, sleeën en sneeuwballen gooien,bekroonde uiteindelijk Laure Barbier zich tot winnares van decashback-wedstrijd!

Doorheen de week hadden zowel Ekonomika als Ski-line eenheel aantal activiteiten voorzien, voor de studenten die er maarniet genoeg van kregen. Zo kon je je kunstjes gaan tonen opde big airbag, genieten van een pizza-avond of diner savoyard,en je beste zangtalent bovenhalen op Ekonomika’s pyjama -cantus. Om het wachten van de laatste dag in te vullen, warener prachtige Ekonomika-sleetjes, die jou sneller benen lietenbreken dan de skireis zelf.

Na al deze activiteiten keerde de Ekonomika-student vermoeidmaar gelukkig terug naar het vlakke Leuvense landschap, fysiektotaal niet uitgerust voor het nieuwe semester, maar mentaaldes te meer.

Emilie Dubois

SKIREIS: SNEEUWPRET IN DE ALPEN

Page 14: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

14

Students@FEB

Het eerste weekend na de lesvrije week vond de reis naar Berlijnplaats. Voor de echte cultuurliefhebbers van Ekonomika washet dan ook het uitgelezen moment om deze alternatieve groot -stad te bezoeken en te bewonderen.

Na de busrit overleefd te hebben, wat voor de meeste studententoch een korte nacht betekende, kwamen we aan bij het hostel.Toen iedereen weer bijgetankt was met een straffe koffie en eenheerlijk ontbijt vertrokken we op bedrijfsbezoek bij het e-commerce -bedrijf Zalando. Ter plekke kregen we twee infosessies over hetbedrijf en over HRM.

‘s Avonds, na het avondeten organiseerden we een pub crawlom samen het nachtleven van Berlijn te ontdekken. De barswaren verspreid in de stad en hadden elk hun eigen sfeer engenre muziek. De avond werd afgesloten in een discotheek waarde studenten nog konden nagenieten tot in de vroege uurtjes.

Zaterdag was het tijd om meer te weten te komen over hetculturele Berlijn. Een gegidste toer door het oude centrumleidde ons langs de historische monumenten van Berlijn. In denamiddag kuierde iedereen wat rond er werden er leuke terrasjesopgezocht. Iedereen kreeg die avond ook een heuse traktatievoor de voordrink om tot rust te komen na een lange dagstappen. Uiteindelijk kwamen we terecht in de undergroundclub Matrix. Deze discotheek had verschillende kamers metandere muziekgenres zodat iedereen zich wel wist te amuseren.

De ochtend nadien waren de oogjes aan de ontbijttafel nog kleinen was het verrassend stil. De tijd was voorbijgevlogen envoordat we het zelf wisten beseften we dat we nog amper eenkleine dag over hadden. De laatste foto’s werden getrokken eniedereen haastte zich door de stad om toch nog snel de dingenop hun bucketlist af te vinken. Vermoeid maar voldaan stapteiedereen die avond op de bus terug naar Leuven.

Elien Moriaux

BERLIJN: CITYTRIP

Page 15: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Informatica is een snel ontwikkelende technologie. Is het verschil niet bijzonder groot tussen wat werdonderwezen aan het begin van jouw studie en wat jevandaag moet toepassen op de werkvloer?

Charlotte Gils: Eigenlijk ben ik geschrokken hoeveel leerstofvan de verschillende HIRB-vakken nog steeds relevant is tot opvandaag. Informatica evolueert zeer snel op basis van snufjesen nieuwe toepassingen en de Googles & Apples van dezewereld komen steeds met nieuwe mogelijkheden, maar debasis die je aangeleerd krijgt in de opleiding HIRB is in quasi elkbedrijf, zelfs een Google, nog aanwezig. Ook de verschil lendestandaarden en frameworks die we ooit aangeleerd kregen, zijn standaarden die nog steeds toegepast worden. Verder hebbenwij ook wel enkele vakken gehad die inspeelden op die nieuwetrends als IoT, server containers, SDN etc, maar dat zijn zelfstechnologieën die nu in grote bedrijven pas aan het opkomenzijn en dus zeker nog relevant zijn. Ik heb aan het begin van mijneerste job zelfs nog een mailtje gestuurd naar een prof om hemte melden dat zoveel leerstof die hij onderwezen had, handigbleek te zijn in mijn job en dat ik dat nooit gedacht had.

Welke inzichten verwierf je dan juist tijdens je studiedie nu nog steeds van vitaal belang zijn?

Charlotte: Ik denk dat ik van elk vak dat ik gehad heb in mijnbeleidsinformatica-curriculum al iets heb zien terugkomen ofheb kunnen gebruiken. Algemeen vind ik dat requirementsgathering en het aanleren van de juiste vragen stellen iets is datconsistent aan bod kwam in de cursussen en ook eenbelangrijke vaardigheid is die in elke soort IT-job cruciaal is.

Welke troeven heeft HIRB tegenover de andereopleidingen aan de FEB? In welke mate hebben dezegeholpen bij het solliciteren?

Data, Technologie, Mobile, Internet of Things, ... je leest elkedag er ergens wel iets over en volgens veel mensen zijn diebuzzwords de toekomst. De troef van Beleidsinformatica is danook dat het veel aspecten omvat en je in de opleiding kennisopdoet over databases, netwerken, programmeren, ... maar zelfook door het uitgebreide aanbod aan majors je curriculum kuntaanvullen met wat jij interessant vindt. Zo kan je dus ook zelfinspelen op die nieuwe trends. Ik koos voor Human-computerinteraction, wat meer gericht is op artificiële intelligentie, naturallanguage processing etc. Maar je kan ook opteren om je meerte verdiepen in Big Data, Finance, Architecture, ...

Het feit dat je kennis hebt van business thema’s als accounting,finance, organisaties, strategisch management en daarbij ookIT-capaciteiten kunt aanbieden is zeker een troef voor elk bedrijf.Je moet daarvoor niet per sé de meest technische persoon zijn,maar je kan wel begrijpen wat je IT-departement aan het doenis en wat je business nu juist wil bereiken. Die brugfunctie, zoalsze het zo vaak omschrijven, is dus echt wel een troef in mijn ogen.

Waarom zou je (toekomstige) studenten aanraden omvoor deze specifieke opleiding te kiezen? Wat zijn detoekomstperspectieven?

De opleiding biedt een breed gamma aan mogelijkheden. Je doetin het gemeenschappelijk deel kennis op van de Handels ingenieurs -vakken en algemene IT-onderwerpen en daarnaast kan je in deverdiepingspaketten zo technisch gaan als je zelf wil. Ik hebvrienden die toch eerder de business kant zijn opgegaan, maarwel goed begrijpen wat een database en een netwerk is enanderen die echt meer developer geworden zijn. Alle bedrijvenzijn aan het digitaliseren en investeren in nieuwe mogelijkhedenen toepassingen met IT. Ik denk dat je het je dus nooit kanbeklagen om in de toekomst je wat meer te verdiepen in de IT-kant van een bedrijf.

MAJOR IN DE KIJKER:BELEIDSINFORMATICA

Na ERB en Productie & Logistiek, gaan we in deze ECONnect verder met de major in de Beleidsinformatica (HIRB). Of liever de Master in de Beleidsinformatica. Studenten moeten hier reeds de keuze voormaken voor ze aan hun eerste jaar beginnen, hoewel de studie dan nogbijna volledig gelijkloopt met de handelsingenieurs. Veel studentenkiezen voor beleids informatica omdat ze altijd al een levendigeinteresse in informatica hadden, maar dit toch niet als hoofdrichtingwillen volgen. Ze zien hierin dan ook de ideale mix. Charlotte Gils, pas afgestudeerd geeft haar persoonlijke kijk op deze opleiding enbelicht de voordelen en motivaties om hiervoor te kiezen.

15

Page 16: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

16

TWINTIG CEO’S, TWINTIG VERHALEN

Het schrijven van het boek begon als Leuvens onderonsje.Peter Vanham interviewde vijf jaar geleden Paul Bulcke, de CEOvan Nestlé en KU Leuven alumnus. Dit interview verscheen als ogenschijnlijk vlot en boeiend artikel in de ECONnect vanapril-juni 2013 en zou de eerste zijn van vele gesprekken. Toch betrof de inhoud allesbehalve wat Peter Vanham voorogen had. Aanvankelijk wilde hij bijvoorbeeld schrijven over deverkoop van Maggi in Afrika, maar de meest interessanteinzichten uit het interview gingen over Bulckes carrière enstudententijd. Het bedrijfseconomische thema maakte plaatsvoor het levensverhaal van de CEO, wat een succes bleek te zijn.“Levenslessen zijn altijd intrigerend en fascinerend” prijkt immersop de rode cover van het boek.

Peter Vanham sprak onder meer met Kris Gopalakrishnan (Infosys),Johan Aurik (A.T. Kearney) en David Kenny (IBM). Wilden zij altijdal CEO worden? Wat waren de omslagpunten in hun leven? En wanneer kwamen ze op het juiste pad richting succes? Orit Gadiesh (Bain & Company) sprak amper Engels toen zevan Israël naar Amerika verhuisde, Jean-François van Boxmeer(Heineken) zette het bierbrouwen stop voor de productie vaneen anti-cholera serum en Raf Keustermans (Plumbee) begon als16-jarige ondernemer met het organiseren van lokale feestjes.Twintig CEO’s, twintig verhalen. Toch vindt Peter Vanham degemene deler en slaagt hij erin enkele algemene lessen teformuleren.

Chief Executive Officers (CEO’s) zijnrocksterren. Als ambitieuze alumni vanHarvard, gaan ze als high-potentialsdoor naar Goldman Sachs of McKinsey,maken daar promotie na promotie envinden zichzelf binnen de kortste keren terug in luxe boardrooms. Toch?Peter Vanham bevond het tegendeel.Voor zijn boek “Before I was CEO”sprak de KU Leuven alumnus mettwintig (voormalig) leiders van multi -nationals. Hij bevroeg ze naar huncarrières en merkte dat hun succesallerminst vooraf vaststond. Het boekstaat vol levenslessen en opmerkelijkeanekdotes. Het bevat geen tienstappen -plan, maar een pleidooi voor levensgeluk.Naar aanleiding van het boek sprakenwe elkaar in Leuven.

Before I was CEOIn gesprek met KU Leuven alumnusen auteur Peter Vanham

Education@FEB

Page 17: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

17

DE ‘RAT RACE’

Een van de voornaamste conclusies is dat vele CEO’s tijdenshun leven amper bezig waren om CEO te worden. Gedurendehun twintiger jaren deden ze vooral wat hen interesseerde ofamuseerde. Ze deden ervaring op als PhD student, onder nemerof expat, maar waren niet zozeer bezig om de top te bereiken.Ze komen uit gewone families en leidden een vrij normaalbestaan tot een wending in hun leven anders besloot. Hun wegnaar de board room begon vaak pas na hun dertigste: “opeenssta je op een lijst”, zei een van hen.

Zelf studeerde Peter Vanham handelsingenieur aan de KU Leuven,werkte na zijn studententijd voor Bain & Company en schreefals zelfstandig publicist onder meer voor de Financial Times.Woonachtig in New York werkt hij inmiddels voor het WorldEconomic Forum. Ooit wilde hij zelf CEO worden, maar inmiddelswaarschuwt hij voor deze ambitie. “Als student hebben velenhun weg omhoog al uitgestippeld. Ze baseren hun beroeps -keuzen op blinde ambitie en belanden vervolgens in het vastestramien van de ‘rat race’. Bij de grote management consultantsproberen ze vervolgens de ‘corporate ladder’ stapje voor stapjete beklimmen. Van business analist naar consultant en doornaar manager, partner en director”. Deze rat race bestaatvolgens Peter Vanham niet echt. “Het is een mindgame, eenverzinsel in het hoofd van velen, die enkel ongelukkig maakt”.

In het boek komt de relatie tussen carrière en levensgelukgeregeld terug. Paul Bulcke (Nestlé) zei dat men levensgeluk

niet moet conditioneren op basis van waar je over tien of twintigjaar staat. De CEO’s wisten zich van dit stramien los te makenof verzeilden er zelfs nooit in. Peter Vanham lijkt de lezer te willenbeschermen voor de rat race. En inderdaad, het lezen werktgeruststellend en bijna therapeutisch. Geen haast met je carrière,de kansen komen wel.

BUITENLANDERVARING

Een ander terugkomend element uit het leven van CEO’s is hunbuitenlandervaring. Bijna allemaal verbleven ze grote delen vanhun leven buiten hun thuisland. Allereerst stimuleert het buiten -land de persoonlijke ontwikkeling. Als nieuwkomers in andereculturen werden ze gedwongen zich aan te passen. Dit vereisteinlevingsvermogen, een goede omgang met mensen, maar ookcreativiteit. Door de beperkte middelen die Nestlé had in Perumoest Paul Bulcke altijd op zoek naar slimme oplossingen. Zo bedacht en regisseerde zijn team de eigen Nesquiktelevisiereclames.

Naast een goede leerschool geldt het buitenland ook als eencarrièreopportuniteit. Jean-François van Boxmeer, de CEO vanHeineken, woonde meer dan tien jaar in Rwanda, Zaïre enPolen, wat de Belg later naar eigen zeggen CEO maakte.Weinig senior managers waren bereid om Heineken te leiden inpolitiek turbulente landen. Hierdoor kon Jean-François vanBoxmeer in Afrika al op jonge leeftijd grote verantwoordelijk -heden op zich nemen en groeide hij vanuit die markten doornaar de top.

Page 18: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

18

Education@FEB

Peter Vanham omschrijft deze keuzes als “off the beaten track”.Durf van de bewandelde paden af te wijken. Zelf verhuisde hijook meerdere malen. Hij woonde in België, Duitsland, Italië ende Verenigde Staten. Zijn drijfveer? “Jezelf bewijzen in een andereculturele context. Ik wilde niet dat mijn visie en aanpassings -vermogen zich beperkten tot België.”

TEGENSLAG EN FALEN

Het is natuurlijk wel gemakkelijk, gearriveerde CEO’s bevragennaar hun persoonlijke succesformule. “Dat lijkt zo”, verweertPeter Vanham zich, “maar we moeten niet vergeten dat zij veletegenslagen kenden en vaak eerst faalden voordat ze succesvolwerden. En dan heb ik het over écht falen. Dus niet één-stap-terug-en-twee-vooruit-falen. Hun carrière was allerminst éénrechte lijn omhoog.”

Ook het verhaal van Chris Burggraeve, oprichter en CEO vanVicomte LLC, onderstreept dit. Op 25-jarige leeftijd vertrekt de jonge Belg naar Charlotte, Noord Carolina, om daar hetAmerikaanse kantoor van Atlas Consult te beginnen. Maar eensucces werd dit nimmer. Door de vele internationale uitbreidingendie het consultancy bedrijf in die tijd deed, was het geld na één jaar op. De energierekening kon niet worden betaald, hethoofdkantoor dwong Burggraeve tot het uitstellen van salaris -betaling en hij gebruikte z’n eigen spaargeld om de vestigingdraaiende te houden. Na dit mislukte Amerikaanse avontuurbegon Burggraeve weer onder aan de ladder; bij Procter &Gamble. Toen hij op zijn dertigste besefte dat hij ook daar zijnambities niet kon waarmaken, stapte hij over naar Coca-Cola.Pas sindsdien kon hij zich opwerken in de hiërarchie en schoptehij het tot directeur Marketing Europa. Later zou hij de ChiefMarketing Officer van ABInBev worden.

FASCINATIE EN INSPIRATIE

In de introductie van het boek vertelt Peter Vanham dat hij deinterviews inging met een zekere bescheidenheid, bijna opkijkendnaar de halfgoden die de CEO’s soms lijken te zijn. “Rocksterren”omschreef hij ze. En ook in zijn eerste kennismaking met PaulBulcke was Peter Vanham duidelijk onder de indruk. “Hij ziet eruit als de CEO of voorzitter van een grote multinational: hij iselegant maar niet opzichtig, hij is lang van gestalte en spreektmet een lage maar warme stem. Wanneer hij spreekt zullenmensen luisteren, lachen en gefascineerd zijn.”

Ik confronteerde Peter Vanham met zijn eigen curriculum vitae.Colombia University, Bain & Company, the Financial Times enhet World Economic Forum zijn immers geen onbekendeorganisaties en hij mag zich inmiddels ook auteur van eenbusiness boek noemen. Voor vele studenten en starters zijnCEO’s misschien voorbeelden, maar anderen zullen dromen vanzijn traject. “Ik ben op dit moment heel blij met waar ik nu sta.En als ik anderen inspireer, dan vind ik dat geweldig. Ik heb altijdmijn eigen interesses gevolgd en niet zozeer de mainstreamroute.” Peter Vanham was voor een week terug in België en een bezoek aan faculteitsbar Dulci kon natuurlijk niet uitblijven.Daar werd hij door menig onbekende herkend en aangesproken.

KAN IEDEREEN CEO WORDEN?

Hoe verschillend de verhalen en achtergronden zijn, de CEO’shebben opvallend veel overeenkomsten. Velen kregen te makenmet grote tegenslagen, maar hebben een zekere drive enpassie die hen vooruit hielp. Voorbestemd om CEO te wordenwaren ze niet. Jean-François van Boxmeer, nu de CEO vanHeineken, solliciteerde als student bij dertig bedrijven voor eenzomerstage. Negenentwintig afwijzingen volgden. Misschien kaniedereen wel CEO worden, maar verkies het niet tot levensdoel.

Sebastiaan Wijsman

Before I Was CEO verscheen in december 2016 als hardcover bij de Amerikaanse uitgever Wiley. In België is het boek te bestellen bij

de Standaard Boekhandel of online op diverse webwinkels. Het boektelt 240 pagina’s en is Engelstalig. Een Nederlandse vertaling is er nog

niet, maar de rechten voor een Koreaanse versie zijn inmiddels verkocht.

Page 19: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

19

Het ervaringstraject ontstond in de schoot van de 3e bachelor -fase TEW die sinds het academiejaar 2014-2015 wordtingericht op de Kortrijkse Campus. De wens bestond erin dit3e bachelor jaar een uniek profiel te geven. De insteek is er eengeworden van innovatie en ondernemerschap, niet toevalligtwee waarden waarvoor de West-Vlaamse bedrijfswereld alomgeprezen wordt.

In samenwerking met externe partners (VOKA West-Vlaanderen,Ekonomika Alumni West-Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen,Stad Kortrijk, …) bouwt de Kortrijkse campus van de FEB gestaagaan haar netwerk, bestaande uit zowel commerciële onder -nemingen als uit non-profit organisaties. Deze relaties laten toeom het ervaringstraject te organiseren dat bestaat uit volgendecomponenten:

• Stage. De student assisteert binnen de organisatie bij één ofmeerdere deeltaken die bij de functie van een kaderlid horen.

• Bedrijfsproject. Na (en niet tijdens) de stage werkt de studentaan een bedrijfsproject dat in onderling overleg werd gedefinieerd.

• Ondernemersforum. Tijdens dit event gaan studenten indialoog met verschillende ondernemers die bedrijven leidendie zich in verschillende maturiteitsfases bevinden. Op diemanier wordt de levensloop van een onderneming en deevolutie die de ondernemers doormaken, blootgelegd.

• Workshops. Tenslotte volgen de studenten doorheen hetacademiejaar workshops die zich concentreren op specifiekebusiness skills die in het reguliere curriculum niet of onvol -doende aanwezig zijn maar die vanuit het werkveld wel alsonontbeerlijk worden beschouwd (soft skills zoals presentatie -technieken en hard skills zoals Excel).

Het docententeam van de Kulak heeft zichzelf daarnaast één missie opgelegd: studenten duidelijk maken dat hetuitbouwen van een persoonlijk netwerk onontbeerlijk is voor eensuccesvolle professionele carrière. Een proces dat trouwens al kan beginnen tijdens de studententijd. Robin Patteeuw, ex-ervaringstraject student en huidig masterstudent heeft dezeboodschap alvast goed begrepen.

Robin deed afgelopen zomer immers een vakantiejob bijondernemer/consultant Niko Lecluyse. Geen pintjes serveren ofdrenkelingen redden, nee: Robin moest met een maagdelijke bliknaar het project kijken waar Niko op dat moment mee bezig was.

Niko, kun je jezelf even kort voorstellen en ons vertellenwaarmee je thans bezig bent?

Niko: Ik startte mijn studies TEW - optie beleidsinformatica in1995 in Leuven. Na mijn studies rolde ik in de IT-wereld bij ondermeer Recticel waar ik vooral betrokken was bij het uitrollen vanhet SAP-programma binnen de multinational. Na een tussen -stop binnen hernieuwbare energie en de technische outsourcing,kwam ik terecht bij een bouwpromotor aan de kust. Deze ervaringbinnen een verscheidenheid aan sectoren, taille, business -modellen, … hebben mij aangezet om meerdere startups bij testaan bij het bevestigen van hun verhaal. De meeste onder hen,hebben reeds een product/dienst en een werkend BusinessModel maar missen nog structuur, fondsen, markt, …

Een van deze projecten gaat over het verhinderen van bacterie -groei door het verspreiden van ‘goeie bacteriën’ (lees probiotica,zoals die bvb in Yakult te vinden zijn). De laatste jaren is er eensterke tendens naar luchtdicht bouwen en extreem isoleren. Als je weet dat wij ongeveer 90% van onze tijd in geslotengebouwen doorbrengen, geloven wij zeker in de kansen van dit project.

Het BachelorErvarings traject:

Het bachelor ervaringstraject is eenunieke keuzemajor binnen de 3e faseTEW aan de Faculteit Economie enBedrijfswetenschappen, KU LeuvenCampus Kortrijk. Een major bevattypisch meerdere opleidings onderdelenvan eenzelfde subdiscipline die samen12 studiepunten uitmaken. Het bachelorervaringstraject is echter een totaal -pakket waaraan sinds haar ontstaan inhet academiejaar 2014-2015 meerdereverfijningen werden aangebracht om teevolueren naar de huidige structuur.

Page 20: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

20

Education@FEB

Niko is een graag geziene gast bij events die in de marge vanhet bachelor ervaringstraject worden georganiseerd. Zo was ervorig jaar een groots opgezet event, het “kere ekje were”-event,waarbij de quadruple helix-actoren (overheid, ondernemers,academici, studenten) werden samengebracht en er werdgedebatteerd over het brain drain-probleem waarmee West-Vlaanderen blijkt mee te kampen. Niko legde er zijn eerstecontacten met de studenten die het ervaringstraject volgden.

Niko: Ik had al snel het gevoel dat studenten uit het traject eengrotere maturiteit hebben. Ik ben ervan overtuigd dat hetopnemen van een project binnen een bedrijf en de daarbijaangeleverde ondersteuning door universiteit en onderneming,een voorsprong geeft aan studenten. Ik ben ook overtuigd dathet een boost geeft aan uw soft-skills. Deze worden trouwensactief bewerkt tijdens de lessenreeks die bij het traject hoort.Via professor Johan Bruneel, academisch coördinator van hettraject, kwam ik uiteindelijk in contact met Robin.

Wanneer je met een aantal mensen met je voeten in een projectstaat, valt mij op dat het soms moeilijk wordt om de zaken heelobjectief te bekijken en te benoemen. Wij waren vooral op zoeknaar een onafhankelijk 360° blik op de markt, spelers,onderzoeken, technieken, … die van dichtbij of veraf met onsproject te maken hadden. Wij waren ervan overtuigd dat eenstudent door een ‘maagdelijke’ bril naar ons project kon kijken,zonder enige beperking door voorkennis of subjectiviteit. De opdracht was om een aantal vooropgestelde zaken(product, markt, IP, leveranciers, technologieën, meettoestellen,HVAC-markt, kantoren, onderzoek, …) te bekijken en terug tekomen met een hapklare presentatie.

Robin, zag je deze uitdaging onmiddellijk zitten?

Robin: Dat viel best mee. In het kader van het ervaringstrajecthad ik er net een stage bij Westvlees NV uit Westrozebekeopzitten, één van de belangrijkste Europese producenten vanvers en bereid varkensvlees. Het is een enorm bedrijf met zo’n4000 werknemers. Ik werkte er o.a. zelfstandig een project uitrond e-commerce. Na deze leerrijke ervaring was mijnzelfvertrouwen sterk gegroeid en was de zin om een vakantiejobte doen die in lijn ligt met mijn studies en met wat ik later effectiefwil gaan doen, erg groot.

Het docententeam is verheugd om te zien dat studentendaadwerkelijk de vruchten plukken van dit ervaringstraject: nietenkel omwille van het traject zelf, maar ook omwille van dezaken die er daarna kunnen uit voortvloeien.

Robin: Ik denk dat mijn ambities alleen maar versterkt zijn doorbeide ervaringen. Ik hou ervan om projectmatig te werken. Hetis fantastisch om je voor een bepaalde tijd in te graven in eenonderwerp om hier dan over te rapporteren en advies te geven.Het zorgt ervoor dat je zeer snel leert: je leert nieuwe sectoren,industrieën en hun dynamiek in een snel tempo kennen, maarje skillsset breidt zich ook enorm uit.

Om deze redenen ben ik ervan overtuigd dat een loopbaan inde consultancy mij op het lijf geschreven is, zeker tijdens deeerste jaren van mijn carrière.

Niko, was je uiteindelijk tevreden over de samenwerkingmet Robin?

Niko: Wij hadden ervoor gekozen om Robin twee weken tegeven om het project uit te werken. Er werd ook de keuzegemaakt om hem alle vrijheid te geven in schema, uren,werkplaats, e.d. Na de periode van twee weken, kwam Robinmet een presentatie waarvan wij allen heel tevreden waren,meer dan verwacht eigenlijk. Het presenteren zelf ging hem zogoed af dat het leek of hij de laatste jaren niets anders gedaanhad. Hij leverde zaken op waar we concreet mee aan de slagkonden. Wij zijn dan ook uitermate tevreden over desamenwerking.

Het bachelor ervaringstraject op de Campus Kortrijk is eropgericht studenten te droppen in het werkveld en zich nogcompleter te vormen als toekomstig academicus. Het traject is een keuzemajor die enkel in Kortrijk kan gevolgd worden. Het houdt in dat studenten na hun 2e bachelor te Kortrijk nietde traditionele overstap naar Leuven maken, maar nog eenderde jaar in Kortrijk blijven. Lonkt Leuven – toch nog altijd destudentenstad bij uitstek – dan niet?

Robin: Ik heb zeker geen spijt dat ik in Kortrijk gebleven ben.De uitbreiding van mijn persoonlijk netwerk beschouw ik nureeds als onbetaalbaar. Natuurlijk snap ik de studenten die naarLeuven trekken. Na enkele maanden hier, ben ik ook verkochtaan de charme van de studentenstad. Toch ben ik blij dat ik inKortrijk gebleven ben, je hebt wat meer bagage op zak die inLeuven niet zo makkelijk te vinden is.

Niko: Ik ben blij om te horen dat niet alle studenten de weg vande minste weerstand kiezen. Want dat is het ervaringstrajectallerminst. In onze gesprekken met Robin zagen wij een studentdie heel bewust bezig was met zijn loopbaanplanning. En terechtnatuurlijk. Maar als ik dan toch nog één raad mag geven: geniet nogvan een paar jaren student zijn! Het is zo snel voorbij.

Dries Heyte

Niko Lecluyse en Robin Patteeuw

Page 21: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Why the Proposed Border TaxAdjustment Is Unlikely to Promote U.S. ExportsThere has been much debate about the proposed border taxadjustment, in which U.S. firms would pay a 20 percent tax onall imported inputs and be exempt from paying taxes on exportrevenue. The view among many economists, including proponentsof the plan, is that the U.S. dollar would appreciate by the fullamount of the tax and thus completely offset any relative priceeffects. In this post, we consider the implications of an alter nativescenario where the U.S. dollar only appreciates part of the way.This could happen, for example, as a result of the uncertaintysurrounding the policy response from other countries. As theproposed tax is effectively equivalent to an import tax combinedwith an export subsidy, it is possible that there could be retaliationfrom other countries in the form of taxes on U.S. exports orlitigation with the World Trade Organization. If the U.S. dollardoes not appreciate by the full amount of the tax, we argue thatthe effect of the tax will be to lower both U.S. imports andexports in the short to medium run.

The reason for our conclusion is that pricing for the vast majorityof contracts governing U.S. international trade, both importsand exports, is preset in U.S. dollars. Consider imports first. The border tax adjustment, which only allows for a tax deductionon domestically produced inputs, will increase the effective priceof foreign-produced inputs that U.S. firms will have to pay. So firms that rely on imported inputs and sell predominantly inthe U.S. market will be worse off, as intended by the policy. The appreciation of the U.S. dollar will have only a small impactto offset these cost increases, because U.S. imports arepredominantly invoiced in U.S. dollars and the pass-throughfrom currency changes into U.S. import prices is quite low, withestimates at around 30 percent or lower.

Higher prices on imported inputs are likely to result in higherdomestic prices by both importing and non-importing firms. We provide evidence of “strategic complementarities” for Belgianfirms, showing that a 10 percent increase in competitor pricesleads to a 5 percent increase in domestic prices of large firms.This channel is also likely to be present in other market economies,such as the United States. For example, if there is a tax onimported steel, local steel producers can also increase theirprices and still stay competitive relative to foreign-producedinputs. This will further increase the costs for U.S. firms andconsumers.

How will U.S. exporters fare? An unintended consequence ofthe proposed border tax is that it is likely to depress rather thanstimulate exports. As export prices are also invoiced in U.S.dollars, the tax exemption on export revenue will mostly boostexporters’ profit margins rather than increase their export sales.And with the accompanying partial appreciation in the U.S.dollar, the prices of U.S. exports in foreign currencies will rise.This will provide incentives for our trading partners to switchtheir demand away from U.S.-produced goods, resulting inlower U.S. export sales.

The increased exporter profit margins from the tax exemptioncould lead U.S. exporters to lower their dollar export prices.However, the effects are complicated by the fact that the largestexporters are simultaneously the largest importers of inter -mediate inputs. This is a new stylized fact that we uncovered inour paper on Belgian firms and is a pattern that is also prevalentin the United States. We showed that this pattern is importantbecause a currency depreciation that would normally boostexports is less effective because the same depreciation increasesthose firms’ marginal costs as their inputs become more expensive.This same logic applies in the case of the proposed border tax.U.S. exporters that import their inputs will have to pay more forthose inputs, thus offsetting some of the benefits of having theirexport revenue tax exempt. This effect is most significant for thelargest importers, which are also the largest exporters.

In the long run, market forces are expected to undo the taxeffects on import and export prices, but both will be affected inthe interim. Before the U.S. dollar prices of imports and exportscome down—restoring the pretax relative prices—both importsand exports will become more expensive and U.S. foreign tradewill be dampened, with the net effect on the U.S. trade balancedifficult to gauge. The effects will also be heterogeneous acrossfirms, depending on whether the firms are exporters, importers,or importing exporters. But our research suggests that bothfirms and households will be faced with higher prices for importsand domestically produced goods alike.

Mary Amiti, Oleg Itskhoki, and Jozef Konings

The views expressed in this post are those of the authors and do notnecessarily reflect the position of the Federal Reserve Bank of New

York or the Federal Reserve System. Any errors or omissions are theresponsibility of the authors.

This Blog was posted February 24 2017 on the Liberty Economics blog:Mary Amiti, Oleg Itskhoki, and Jozef Konings, “Why the Proposed

Border Tax Adjustment Is Unlikely to Promote U.S. Exports,” FederalReserve Bank of New York Liberty Street Economics (blog), February 24,

2017, http://libertystreeteconomics.newyorkfed.org/2017/02/why-the-proposed-border-tax-adjustment-is-unlikely-to-promote US-

exports.html.

Mary Amiti is an assistant vice president in theFederal Reserve Bank of New York’s Researchand Statistics Group.

Oleg Itskhoki is an associate professor of economics at Princeton University’sWoodrow Wilson School of Public and International Affairs.

Jozef Konings is a professor ofeconomics at the University of Leuven.

21

Page 22: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

22

Education@FEB

Hence, one might wonder what the entrepreneurial landscapeand start-up scene looks like in the Kingdom of Belgium. Our lovelychocolate country might be famous for its fries, sprouts, wafflesand beer, although one cannot underestimate the central locationand crucial connections Belgium has to different institutionssuch as the European Union, NATO, and more than 250 000diplomatic relations.

Our nation is famous for SME’s, has one of the largest exportsand Belgian inhabitants are known for mastering a lot of languagesand good quality education.

However, the national statistics concerning the entrepreneurialtopic show disappointing results. This made us wonder, why isit that some regions such as San Francisco, Berlin, London orParis are seen as start-ups hubs, while Belgium is lagging behind?

IT’S EXPENSIVE IN BELGIUM …

Let us first start by the most obvious example of entrepreneurship,namely starting a new business.

The incorporation costs for a Belgian company with limited liabilityrequires founders to have a starting capital of 12 400 euros.Needless to say, this amount is considerably high, and does noteven include the ‘smaller’ costs yet such as notary expenses,which can easily amount to another 1 500 to 2 000 euros. Most founders wanting to start lean and without investorsalready get in trouble before they even kick start developing theirbusiness. To put things into perspective, incorporating an LTDin the United Kingdom requires solely 500 euros and in Bulgariait costs an entrepreneur only about 1 euro to establish a company.

… BUT SAN FRANCISCO IS EXPENSIVE TOO

When reflecting on the landscape of the actual enterprise, manyseem to believe San Francisco is the heavenly hotspot for start-ups. Despite the amazing opportunities, talent, energy and vibethe Silicon Valley offers to the tech and IT industry, the Americanstart-up city is incredibly expensive and competitive. Thus onemight wonder, maybe little and friendly Belgium offers a betterenvironment to develop a business?

B2B enterprises should preferably be headquartered close tothe corporate world. It is true that it is definitely not a require -ment to relocate to the Silicon Valley, New York or Boston in order

Best OpinionColumn AwardBelgium’s long road to a moreentrepreneurial futureNowadays start-ups are hard to ignore in the entrepreneurial landscape. On a dailybasis, we are confronted with success and failure stories on these business entities.They work towards innovation as well as solving problems where the solution is notobvious and all of this under conditions of extreme uncertainty. Many academicsassociate start-ups with rapid scale growth and the commercialisation oftechnology or intellectual property-driven products, processes or services.

Best Opinion Column Award

Last academic year, the first FEB honours programmetook place. Around fifty students were selected to partic i -pate in this outreaching programme. Part of the programmewas a writing contest in which the participants werechallenged to address their views on the economic develop -ment of the European Union in an opinion paper. The finalselection consisted of six papers and will be publishedin the following ECONnect editions.

Page 23: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

23

to have a good contact with enterprises, however it should benoted that the number of such businesses in Belgium is, in comparison, rather limited. The latter entails that the BelgianB2B entrepreneur should thus acknowledge setting aside adecent budget for travel expenses.

As a B2C enterprise the geographical aspect is less crucial.Although being situated in a huge metropolitan city definitelyfuels sales.

Also, with respect to the entrepreneurial landscape, we see that Europe is considered to be more conservative and slow at adopting when comparing to the early-adopters in the United States.

THE OWNERSHIP, MY DEAR

Furthermore, let us have a look at the investor side. The Kingdomof Belgium homes a lot of venture capitalists and there is a risingattention for the start-ups. Fantastic, no?

Sadly, the positive advantages of entrepreneurship in our nationare limited when having a closer look at the distribution ofshares. An entrepreneur selling 51 percent of the shares is notlegally the owner of the company and hence cannot make anydecisions anymore. In the United States, on the other hand, one can stay in charge of the company as long as they still have1 percent of ownership. Of course, this requires a lot ofcontracts and is a devious process, but it is definitely possible.

TO FAIL OR NOT TO FAIL

Moreover, a Belgian partnership is confronted with a huge burdenof taxes and administration. Environmental taxes, huge fiscalpressures, enormous labour taxes, ridiculously high socialcontributions, high income taxes and a conservative regulatoryframework do not accelerate entrepreneurial growth. Beingentrepreneurial in Belgium is crazy expensive and includes a lotof ‘hidden costs’. Before an entrepreneur can even start earningsome profit, they are required to cede half of it to the govern -ment. This is too much. Especially for a starter operating atminimal cost.

To not even start about the administrative requirements and goalsan entrepreneur must meet. Can this process not be simplifiedto a certain extend?

Imagine failing in Belgium. We do not like to elaborate on this,but it is a sad part of the reality, since not all entrepreneurssucceed. Monthly thousands strike out, solely in Belgium. Failing,and with this we do not even mean being declared bankrupt, is worse than convicting a crime in our country.

Loans are converted into debt with 16 percent interest and mostcreditors immediately invoke a bailiff, how ‘little’ the amount mightbe. This means that a ‘failed entrepreneur’ sometimes has to paymore than four times the initial amount of the debt, while onlyone year passed by. The reason for this? All costs of the bailiffand fines. Way to go Belgium!

We are not trying to say entrepreneurs need millions of supportfrom the government, most starters will not even need anything.Though, they do need time and space to work. Not having tolose a day of work to sort out all the administration or pay hugeamounts before even starting to develop the business .

The start-up scene is not an issue in Belgium, nor the entrepreneurialspirit or the available capital. The true problem lies within thegovernmental frame around entrepreneurship. There is a lackof transparency and a shortage of specific knowledge. Entre preneurs have no social safety net, obtain almost nopension and receive, as a reward, vampire behaviour from the government.

Be not mistaken, we do believe Belgium has the potential tobecome a start-up hub. Though, everyone should then worktogether and regulation should not try to channel businessinitiatives since rules should not dominate the entrepreneurship.Only, if we let entrepreneurs take the lead, Belgium still has a chance.

THE CREATION OF NEW JOBS

This is where policy comes into play. In the aftermath of theeconomic crisis, entrepreneurship has become paramount forthe creation of new jobs and to stimulate growth and innovationin the European economy. Flexibility of time and place of workand self-realisation are the most important motives for Europeancitizens to start a business. However, draw backs such as redtape, high administrative costs, the entrepreneurial risk and thenegative socio-cultural perception about entrepreneurship inEurope leads to a lower percentage of people willing to engagein starting a new business. It is thus the shared responsibility ofthe member states and the EU institutions to improve theentrepreneurial landscape in the old continent.

EUROPEAN ACTION PLANLet us first have a look at the Entrepreneurship 2020 Action Planproposed by the Commission. The three main pillars of this planare focused on education and training, removing the admini -strative barriers and reigniting the entrepreneurial culture in Europe.

Starting with the pillar on education and training, the Commissionproposes that universities should become more entrepreneurialby implementing tailor-made learning modules that will enhancethe entrepreneurial spirit in students. Research has shown thatinvesting in entrepreneurship education has a high return oninvestment due to the fact that a large number of students thathave followed such classes will later on develop their ownbusiness. Besides strengthening the capacity and desire of morepersons to start their own companies, we believe that educationalso has the power to develop an entrepreneurial culture insociety, which is yet another problem Europe has to tackle.

“As a B2C enterprise the geographicalaspect is less crucial. Although beingsituated in a huge metropolitan city

definitely fuels sales.”

Page 24: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

The second pillar, removing the administrative barriers, is of greatimportance, and in particular to Belgium. Regulatory obligationsof businesses should be clear and simple, instead of theexpensive bureaucracy and red tape start-ups face in our nation.Recognizing the fact that we live in a digital era, we are in needof smart regulation that can drive innovation and encourage theuse of E-commerce as well as other aspects of online trading.It is about time that European policy makers see the importanceof reducing trade barriers across Europe as to make it easierfor smaller tech companies to thrive and exploit the full potentialof the digital single market within the EU.

Furthermore, we believe that one single contact point to receivecomprehensive information on licenses, administrative procedures,finances and public support are of great importance to over -come the red tape issue and simplify matters for entrepreneurs.Moreover, it would enhance transparency and could provide asolution to the information shortage problem. We are aware thatsuch “one stop shops” such as Barcelonactiva and Your Europealready exist. However, they are not implemented on a big scaleyet. In our opinion, it is paramount that the member states, andcountries like Belgium in particular, expand the use of thesepoints of single contact.

GIVE A SECOND CHANCE

To come back to the issue of failure among entrepreneurs, we wouldlike to mention the following. First of all, the main cause of failureis due to liquidity problems, which is a negative consequenceof a string of late payments. This cause of failure can be seenas an honest one, without any fraud or fault by the entrepreneurhimself. It is for this exact reason that we find it outrageous thatthe Belgian government, and many others in the EU, treat ‘failed’entrepreneurs as if they were frauds. Often these entrepreneursfeel stigmatised and are discouraged to try again. Yet researchhas shown that on average ‘second starters’ are a lot moresuccessful and survive longer than first-timers. Belgium thusshoots itself in the foot by using such strict bankruptcy laws.When it comes to insolvency laws the Belgian government canbetter take an example from Latvia. Their insolvency laws havebeen rightfully appraised by the OECD, because, on one hand,they aim to simplify the insolvency process for legal personsand individuals and, on the other hand, they made it possiblefor financially distressed companies to continue operating whilepursuing reorganization. So instead of ‘punishing’ companiesthat are in financial difficulties, they give entrepreneurs time and,most importantly, professional help to get back on their feet again.This is definitely something the Belgian government can learn from.

A POSITIVE PERCEPTION

The last pillar, reigniting the entrepreneurial culture in Europe,might seem less technical than the two aforementioned pillars,although its importance should definitely not be under estimated.In Europe there exists a more negative perception about entrepre -neurship than in the United States for example. EU citizens(42%) are more suspicious and often have the perception thatentrepreneurs exploit others than their US counterparts (26%).

As a consequence, this perception can lead to significant barriersto enterprise creation and it could even undermine the impactof policy intervention in support of entrepreneurship. It is needlessto say that culture is thus not a minor detail.

Policy makers in the EU acknowledge that we need moreentrepreneurs in the future in order to foster economic growthand innovation in the region. Therefore, it is of utmost importancethat they focus on changing the entrepreneurial culture. The EUcan achieve this through practical and positive communicationabout the achievements of entrepreneurs and showing theiradded value to society. Governments should promote theentrepreneurial career as a rewarding path and minimise theinvolved risk by offering unemployment wages for self-employedpeople in case they go bankrupt. Moreover, as mentioned before,governments should enhance education on the matter in schoolsand universities to improve the entrepreneurial spirit amongyoung people. At last, policy makers should try to minimisestigmatisation of failures by changing their bankruptcy lawsallowing ‘failed’ entrepreneurs to start over. This will in turn bringa more positive view to society and failures would no longer beperceived as a ‘life sentence’ but rather as an opportunity tolearn and improve.

THE LONG ROAD

In a nutshell, it is clear that Belgium still has a long road to goto a more entrepreneurial future.

Since entrepreneurship affects all of us, we reckon such policiesas pressing agenda items for our national government and theEU as a whole. Of course, to bring about such a big change isa demanding task and it is only possible if the member stateswork in close cooperation with the EU institutions. To finalise aswell as conclude our main resolution, we noticed that thecurrent Belgian motto during the European Championship forfootball has a lot in common with the way the EU should tacklethis issue. #TousEnsemble

By Laura Haleydt & Ilona HendrixMBA International Business Management

KU Leuven Campus BrusselsFEB Honours Programme

June 2016

24

Education@FEB

“Yet research has shown that on average ‘second starters’ are a lot more successful and survive

longer than first-timers.”

Page 25: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

The first symposium on manufacturer – retailer relationships, organized at thecampus in Antwerp on February 24th was a big success. Five international topnotch speakers presented their recent work and viewpoints on how academicresearch needs to advance to tackle important research questions that manufacturesand retailers are grappling with.

Leo Tindemans Chair

A diverse set of topics was discussed:

• What Does Digital Distribution Mean for Manufacturer-Retailer Interaction: by Kusum Ailawadit (Tuck School ofBusiness, US)

• On Consumer Choice Patterns and the Net Impact ofFeature Promotions for Manufacturers and Retailers: by Els Gijsbrechts (Tilburg University, The Netherlands)

• A Structural Model of Organizational Buying with Share ofWallet Pricing Contracts: by K Sudhir (Yale University, US)

• Category Management and Captains: by Murali Mantrala(University of Missouri, US)

• Your Customer, My Customer: Marketing coalitions toEnhance Retailer and Firm Performance: by Tammo Bijmolt(University of Groningen)

With several academics from outside the BENELUX (Germany,France) as well as participants from business, this first editionwas well-attended.

The organizing committee from the Antwerp campus (Els Breugelmans, Kathleen Cleeren, Katia Campo) is thankfulfor the financial support of the Leo Tindemans Chair.

25

Page 26: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

26

Education@FEB

Degrees awarded by FEB

HOW MANY FEB DEGREESWERE AWARDED THE LAST 3 ACADEMIC YEARS?

WHERE DO THE INTERNATIONALFEB GRADUATES COME FROM (2015-2016)?

WHICH LEVELS OF ACHIEVEMENTDID THE FEB GRADUATES OBTAIN(2015-2016)?

In 2015-2016, 2580 degrees were awarded by FEB. This number

includes 888 bachelor’s degrees, 1666 master’s degrees and

26 advanced master’s degrees.

11% of the FEB degrees in 2015-2016 were awarded

to international students coming from 68 different countries.

42% of the degrees awardedby FEB in 2015-2016 were awarded

with at least distinction. Including onlythe (advanced) master’s degrees,

this is even higher with 50%

Page 27: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

We serve clients from Strategy through Execution

www.pwc.beAudit - Tax - Legal - Deals - Consulting

Page 28: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Op vrijdag 20 januari werd Donald Trumpingehuldigd als 45ste president van de Verenigde Staten. De kans is grootdat Trump een meer protectionistischhandels beleid zal voeren waarbij hij de huidige tarieven op de invoer vangoederen uit Europa en andere landenzal verhogen. Economisten wijzen ereendrachtig op dat protectionisme op lange termijn geen goede zaak is.Zeker niet voor belangrijke handels -partners van de VS, zoals de EU. Een verhoging van de Amerikaanseinvoertarieven zal leiden tot een dalingvan de export vanuit de EU naar de VS.Minder export vanuit Europa zal zichop zijn beurt vertalen in het verlies vanEuropese jobs. Vooral de meest openlanden in Europa, zoals België, zullendaardoor getroffen worden.

In deze studie gaan we na wat het verlies van Belgische enEuropese jobs kan zijn als Donald Trump zijn plannen voor meergesloten Amerikaanse grenzen uitvoert. We ontwikkelen eenmethodologie die ons toelaat om alle mogelijke jobs verbondenaan de export naar de VS vanuit België in kaart te brengen.Vervolgens herhalen we de berekeningen voor elke andere EU-lidstaat en komen zo tot effecten voor de EU in haar geheel.Een gedetailleerde uitwerking van de methodologie en een volledigoverzicht van de resultaten zijn terug te vinden in de onderzoeks -paper van VIVES. Momenteel is de gemiddelde Ameri kaanseinvoerheffing op goederen vanuit de EU gelijk aan 2.1%.1 Maar ercirculeren geruchten dat Trump die tarieven wil verhogen.

Volgens een artikel in het internationale tijdschrift The Economist(January, 2017) is Trump van plan de invoertarieven in elkesector te verhogen tot 5%. Maar Trump zou mogelijks nog veelverder kunnen gaan omdat de autonomie van de president inAmerika inzake handelsbeleid tamelijk groot is. Onder bepaaldeomstandigheden is het zelfs mogelijk dat de president, weliswaarvoor een korte periode, de invoertarieven optrekt tot 15% (TradeAct, 1974). In deze studie gaan we ervan uit dat het optrekkenvan de tarieven tot 5% het meest waarschijnlijke scenario is.Maar daarnaast beschouwen we ook wat er zou gebeurenonder een meer protectionistisch regime met invoer tarieven persector tot 15% als de hypothetische bovengrens.

Om na te gaan wat het effect hiervan op de tewerkstelling inBelgië en geheel Europa zou zijn, berekenen we eerst het aantalmensen in elke Europese lidstaat die werken voor de directe ofindirecte export naar de VS. De VS is de vijfde belangrijkstehandelspartner voor België en vertegenwoordigt ongeveer 5%van de Belgische buitenlandse handel. Maar als we enkel dedirecte export vanuit België naar de VS bekijken, onderschattenwe in grote mate het belang van de Amerikaanse markt. Belgiëexporteert immers ook ‘onrechtstreeks’ naar de VS, via derdelanden. Bijvoorbeeld als een Belgische staalfabriek staal naarDuitsland exporteert, waar het vervolgens verwerkt wordt inDuitse auto’s, die op hun beurt naar de VS worden geëxporteerd:dit is een vorm van onrechtstreekse export van België naar de VS. Ook aan deze onrechtstreekse export zijn Belgische jobsverbonden.

Om het volledig aantal jobs die van de export naar de VSafhangen in kaart te brengen, maken we gebruik van een relatiefnieuwe dataset die toelaat om input-outputlinken tussen verschil -lende sectoren en tussen verschillende landen voor goederenen diensten te berekenen: de Wereld Input-Output Tabellen,(WIOT)2. In het voorbeeld kan het Belgische staal beschouwdworden als input in de Duitse autosector. En zo willen we alleinputoutputlinken monitoren op basis van de WIOT. Ook zorgenwe ervoor dat de jobs gerelateerd aan de ertsontginning voor het

‘America First!’Wat is het banenverliesvoor België en Europa?

28

Research@FEB

Page 29: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Belgische staal niet opduiken in onze Belgische job berekeningen.De studie houdt met andere woorden enkel rekening met debinnenlandse toegevoegde waarde. Doordat we ook de input-outputlinken en de binnenlandse toegevoegde waarde incalcu -leren, is deze studie veel nauwkeuriger dan andere simulaties.3

Hoewel België en Europa ook veel diensten naar de VSexporteren, is er momenteel enkel sprake van hogere invoer -tarieven op de invoer van goederen. In deze studie veronder -stellen we daarom dat de export van diensten die rechtstreeksof onrechtstreeks vanuit België naar de VS verstuurd worden,ongewijzigd blijft. Echter, de diensten die gebruikt worden in deproductie van goederen zullen wèl beïnvloed worden door eeneventuele tariefstijging.

Als de export van goederen daalt door hogere Amerikaanseinvoertarieven, dan zullen er ook jobs sneuvelen in diensten -sectoren die de export van die goederen ondersteunen. Dit betekent dat we ook het banenverlies in die diensten -sectoren in onze analyse moeten opnemen. Voor België ontdekteonze studie dat er ongeveer 54 000 jobs verbonden zijn aan derechtstreekse en onrechtstreekse export van goederen naar deVS. Dit stemt overeen met ongeveer 1,2% van de totale Belgischetewerkstelling en 8,2 miljard dollar aan exportwaarde (waarbijwe enkel de binnenlandse toegevoegde waarde tellen).

Wanneer de export vanuit België naar de VS daalt omwille vanhogere Amerikaanse tarieven, zullen een aantal van deze export -gerelateerde jobs verdwijnen.

In het ‘optimistische’ scenario waarbij de Amerikaanse invoer -tarieven naar 5% verhogen, zullen ongeveer 1 200 banen in Belgiëverloren gaan. Dit betekent een verlies van ongeveer 0,1% vanhet Belgische BNP. In het ‘pessimistische scenario’ metAmerikaanse tarieven tot 15%, verliezen we 5 000 Belgischejobs, of ongeveer 0,4% van het Belgische BNP.

Hoewel dit verlies op het eerste zicht niet groot lijkt, mag hetzeker niet onderschat worden. Als je weet dat de gemiddeldeBelgische groei van de economie in de laatste vijftal jaren nietmeer bedroeg dan ongeveer 1%, dan is zelfs het meestoptimistische ‘Trumpit’-scenario (naar analogie met ‘Brexit’) meteen daling van het Belgische BNP van -0,1% niet klein tenoemen. Als we de berekeningen volgens dezelfde methodologieoverdoen voor elke andere EU-lidstaat en vervolgens de totalenvoor Europa in haar geheel optellen, dan blijkt dat er ongeveer2,5 miljoen jobs in de EU verbonden zijn met de rechtstreekse

en onrechtstreekse export van goederen naar de VS. Een aantalvan die jobs worden bedreigd bij een verhoging van deAmerikaanse invoertarieven.

In het ‘optimistische’ scenario met Amerikaanse invoertarieventot 5%, zullen ongeveer 50 000 Europese jobs verloren gaan.Dit betekent een verlies van ongeveer 0,09% van het EuropeseBNP. In het ‘pessimistische Trumpit-scenario’ met invoer tarieventot 15%, zal de EU ongeveer 240 000 jobs verliezen, een verliesvan ongeveer 0,4% van het Europese BNP.

Tabel 1: Jobverlies voor België en de EU in 2 scenario's

Tabel 2: Outputverlies voor België en de EU in 2 scenario's

Het totale banenverlies voor de EU kunnen we ook uitsplitsenvoor elke individuele lidstaat. Als we het absolute jobverlies vaneen ‘Trumpit’ onder de loep nemen, vallen de klappen vooralbij de grote landen, met Duitsland op kop. Een meer correctebenadering, neemt echter de grootte van een land in rekening.Berekenen we hoeveel jobs er in elk land verloren gaan per 1 000 leden van de actieve bevolking, dan vinden we meervergelijkbare aantallen: bijvoorbeeld voor België zouden per 1 000 actieve werknemers, 0,26 werknemers hun job verliezenbij hogere importtarieven. En Duitsland en Ierland worden relatiefhet hardst getroffen, met 0,36 banen die er per 1 000 actievewerk nemers verloren gaan. Griekenland daarentegen zal bijnageen jobs verliezen bij een toegenomen Amerikaans protectionisme:het land exporteert beduidend minder naar de VS dan landenmet een vergelijkbaar BNP in de EU. Hoe donkerder het Europeseland op de kaart in Figuur 1 kleurt, hoe groter het jobverlies van‘America First!’.

Amerikaans invoertarief Outputverlies (in % van het BNP)

België EU

5% 0,1% 0,09%15% 0,42% 0,39%

Amerikaans invoertarief Banenverlies

België EU

5% 1.200 5.00015% 5.000 240.000

29

Page 30: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

30

Research@FEB

1 Deze invoertarieven zijn dezelfde voor elk EU-land waaronder ook België. De EU, als lid van de Wereldhandelsorganisatie, betaalt het Most-Favored-Nations-invoertarief bij invoer in de VS.

2 Wij gebruiken de meest recente versie met data t.e.m. 2014.3 Zie bijvoorbeeld EU Commission, (2017), http://ec.europa.eu/trade/policy/countries-andregions/countries/united-states/trade-in-your-town/.4 In de onderzoekspaper van VIVES construeren we op basis van de WIOD, een index van ‘interconnectedness met de VS-economie’ met een

waarde voor elk EU-land dat ons toelaat om EU-lidstaten te rangschikken volgens interconnectedness.

Figuur 1: Banenverlies per 1 000 actieve werknemers per EU-lidstaat

Index: Employment loss per 1000 active employees, 2014Bron: Eigen berekeningen op basis van WIOT en Eurostat

Voor deze landen-sectoren (Nace rev.2) bevat Eurostat geen tewerk stellingsdata: Estland: C19, C21, C24, C30, H51,K66; Letland: C19; Zweden: C20, C21, H52, H53, M71, M72; Malta, Letland en Luxemburg misten te veel sectorenen werden bijgevolg vewijderd.

De verschillen tussen de Europese lidstaten worden door eenaantal factoren bepaald. Ten eerste, door de mate waarin elkelidstaat geconnecteerd is met de Amerikaanse economie, doorhet aantal werknemers dat betrokken is bij de directe enindirecte export van goederen naar de VS. Dit verschilt sterk perland4. Ten tweede verschilt ook de sectorale compositie van deexport per EU-lidstaat. Zo zal het Verenigd Koninkrijk bijvoor -beeld relatief meer diensten uitvoeren naar de VS, terwijl deItaliaanse economie veeleer gericht is op de export vanindustriële goederen. Tot slot speelt ook de arbeidsintensiviteit

in de exportsectoren mee. Zo exporteert Italië vooral arbeids -intensief textiel naar de VS, terwijl het VK meer kapitaal -intensieve machines en uitrusting naar Amerika uitvoert.

Professor Hylke Vandenbussche, in samenwerking met doctoraats -onderzoekers William Connell, Wouter Simons en Elena Zaurino

KU Leuven, Faculteit Economie en BedrijfswetenschappenDeze briefing werd samengesteld op basis van VIVES Discussion

Paper 57: ‘America First! What are the job losses for Europe?’

Page 31: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

31

Robert Boute & Maud van den Broucke have been nominated asfinalist of the 46th annual INFORMS Franz Edelman Award competitionwith their project “Implementation of platform-based productdevelopment at Barco”. The Franz Edelman Award for Achievements in Operations Research and Management Science is the world’s mostprestigious award for achievement in the practice of analytics andoperations research.

Hans Degryse has beenappointed as member of thegroup of economic advisors of ESMA (European Securities and Markets Authority).

Robert Knechel has beenappointed at the PublicCompany Accounting OversightBoard (PCAOB) as member ofthe Standing Advisory Group

Awards and appointments

Wolfgang Glänzel has beenappointed as Guest Professorat the Shanxi Medical University(China) and Guest Professorat the Chengdu University(China)

Luk Warlop has been invitedand accepted to be Senior Editorat the International Journal ofResearch in Marketing (IJRM).He will be the new IJRM SeniorEditor in the behavioral area.

Rene Belderbos was invitedas a panel speaker at the2016 ISMOT (InternationalSymposium on the Manage -ment of Technology) conferenceat Zhejiang University,Hangzhou (China), on 3-4December 2016, and gave a presentation on “Firms’Intellectual Property Strategies and Location”.

Heiner Schumacher(Department of Economics)won the award “Best Entry by Young Academics” by theJoachim Herz Foundation forhis study with Matthias Heinz(Cologne) “Signaling Coopera -tion”, which deals with socialcommitment and readiness toco-operate in teams.

The paper “The Entry Strategy of Retail Firms into Transition Economies” by Katrijn Gielens & Marnik G. Dekimpe, Journal of Marketing, has been chosen by AMA (American Marketing Association) Global Special Interest Group as this year’srecipient of the Excellence in Research Award. This long-run impact award is givenannually to a global marketing paper that has made exceptional contributions to the field of global marketing research published in the past 10 years.

31

Page 32: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Modern Actuarial Risk Theory - Rob Kaas, Marc Goovaerts, Jan Dhaene, Michel Denuit, is now alsoavailable in Persian translation after translations in English, Chinese and Russian.

The Persian edition is translated and edited by IRC (Insurance Research Center, affiliated to CentralInsurance of I.R. Iran).

Research@FEB

Nico Vandaele has taken part in a Systems Design Summit, organized by UNICEF on 11 November 2016 under the hospitality of the Gates Foundation in Seattle. He joined 30 experts from around the world to brainstorm and to set the research and practitioners' agenda of the Vaccines Supply Chain of the future. The group willcontinue this effort in the future.

Page 33: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

33

Rudy Aernoudt: quo vadisEuropa na de Brexit en de Trump-schok?

Maar waar komt die Brexit en Trump-schok nu preciesvandaan?

Rudy Aernoudt: “De filosofie is telkens dezelfde: ‘The UK isbeter off without EU’ of ‘The US is beter off in splendid isolation’.Het is vooral een anti-houding, waarbij drie aspecten zeer sterknaar voren komen: anti-establishment (tegen ‘de traditionelepolitici’), anti-globalisering (tegen NAFTA, TTIP, CETA …) enanti-immigratie en anti-vluchtelingen (‘build a wall’). Het istrouwens opvallend dat er een grote gelijkenis is tussen Brexiten Trump.

Hoe moet het nu verder? Wat is de toekomst van deEuropese Unie?

Rudy Aernoudt ziet voor Europa vier mogelijke scenario’s:

1. EUROFOLIE

Dat is bijvoorbeeld wat Guy Verhofstadt wenst. Het houdtnatuurlijk ook in dat de lidstaten nog meer soevereiniteit afstaanaan het Europese niveau, met een transfer van bevoegdhedenop het vlak van begroting, economie en fiscaliteit. Uitgangspunthierbij is dat deze dingen beter op Europees niveau zoudenmoeten worden gedaan dan op lidstaatniveau. Rudy Aernoudtis geen voorstander van deze piste omdat dit enerzijds tecentralistisch is en anderzijds niet realistisch in het huidigepolitieke klimaat.

OOST-VLAANDEREN

“Het volk (populisme), Trump en Brexit zijn de winnaars van 2016, en de elite,media en polls, maar ook de economie en de Europese Unie zijn de verliezers. Dat is kort samengevat de rode draad van 2016”, aldus Rudy Aernoudt, gastsprekerop de gesmaakte Nieuwjaarsactiviteit van Ekonomika Oost-Vlaanderen op 18 januari2017 in KU Leuven Technologiecampus Gent. Rudy Aernoudt is professor bedrijfs -financiering aan o.a. de UGent en in Nancy en is hoofdeconoom bij het EuropeesEconomisch en Sociaal Comité.

(vlnr) Prof. Frank Baert, Rudy Aernoudt, Freddy Nurski, Patricia De Waele, Ludovic Deprez en Ludo Vandenabeele

Page 34: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Alumni@FEB

34

2. EUROSEPTICISME

Dat werd nog het best vertolkt door Margaret Thatcher destijds:“I want my money back”. En in 2016 geparafraseerd door NigelFarage “I want my country back”. Dezelfde houding zien we inNederland bij Geert Wilders en in Frankrijk bij Marine Le Pen,evenzeer in Italië bij Beppo Grillo. Doelstelling is om zoveel mogelijkmacht terug te brengen naar de lidstaten. Sommige van dezeeurosceptische partijen willen ook het einde van de euro en deterugkeer naar de nationale munt zoals de gulden en de Fransefrank en het terugbrengen van het beleid van het EU-niveaunaar de individuele lidstaten. Wat kan men hiervan verwachten?Rudy Aernoudt: “Dit scenario miskent de rol van de EU als bronvan welvaart en het feit dat heel wat problemen net beter opeen gemeenschappelijk niveau dan op lidstaatniveau wordenaangepakt. Het zou voor iedereen een stap terug zijn, maar zekereen grote stap terug in de welvaartscreatie.

3. BUSINESS AS USUAL

Rudy Aernoudt omschrijft dit als de ‘Titanic Strategy’. Men zouvan het gemeenschappelijk communautair niveau overgaannaar de intergouvernementele relaties tussen de regeringen vande verschillende lidstaten. Business as usual is geen optieomdat vandaag Europa ter discussie wordt gesteld. En terecht:er is te veel Europese bureaucratie, een te grote kloof tussen‘Europa’ en de burgers, en een verzwakking van de middenklasse.Typerend is het betuttelende Europa dat zich bezighoudt mette veel details zoals bepalingen over komkommers, het zout -gehalte van de kabeljauw, de grootte van de douchekoppen,Herve kaas, …

4. EUROPRAGMATISME

Rudy Aernoudt noemt dit ‘Back to basics’. Hij zegt dat Europazeven strategische keuzes moet maken:

1. De interne markt voltooien. Het niet-voltooien van de internemarkt heeft vandaag een opportuniteitskost van liefst 800miljard euro.

2. Een industrieel beleid voeren. Het is van het allergrootstebelang dat de Europese industrie behouden blijft, zelfsversterkt wordt. De tendens tot ‘reshoring’ (terugkeer van deindustrie uit lageloonlanden) is hier een grote opportuniteit.

3. Energie-unie: er is zeker en vast nog een mogelijkheid omde energiemarkt concurrentiëler te maken door de regionalemarkten te integreren.

4. Een Defensie-unie, en een diplomatieke unie: de recentegeopolitieke ontwikkelingen hebben voor gevolg dat Europameer zal moeten investeren in haar eigen defensie.

5. De kapitaalmarktenunie: ook de kapitaalmarkten in deEuropese Unie zijn nog te versnipperd, waardoor kansengemist worden.

6. Strategische investeringen: daar is een Europees plan voorklaar maar dit moet worden uitgevoerd.

7. Erasmus4all: het is belangrijk dat alle jongeren gebruikzouden maken van het Erasmus-programma, en bijgevolgde kans krijgen om in Europa te reizen en te studeren, hetgeenhet Europees gevoel zou versterken.

Institutioneel betekent dit dat men het subsidiariteitprincipemaximaal respecteert, d.w.z. dat men elk beleid voert op hetjuiste niveau, en bijvoorbeeld niet noodzakelijk details regelt opEuropees niveau. Dat betekent verder ook dat we met eenverkozen president werken, een aantal structuren afschaffen,de bureaucratie afslanken, het taalgebruik vereenvoudigen enverstaanbaar maken, en een aantal problemen die struikelenrond taalkwesties oplossen (zoals het Europees patent). Eengrotere deontologie bij de Europese commissarissen is ooknoodzakelijk – dat een oud-commissievoorzitter zoals Barrosogaat werken bij zakenbank Goldman Sachs is daar eentegenvoorbeeld van. Zorg ervoor dat Europa ook duidelijk zegtwat het niét gaat doen.

Rudy Aernoudt: “Voor Europa zou de volgende slogan moetengelden: Being big in big things, and small in small things!”

Fa Quix

Page 35: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

De Antwerpse havenis de economischemotor van het land“Met een toegevoegde waarde van 19 miljard euro (2014), zijnde8,2 % van de Vlaamse welvaart, is het duidelijk dat de Antwerpsehaven een belangrijke rol speelt in de economie van Vlaanderen enzelfs van de hele euroregio. In totaal gaat het zelfs om een tewerk -stelling van 142.000 jobs, waarvan 61.000 rechtstreeks en 82.000onrechtstreeks via allerlei toeleveringsdiensten”, zo sprak Chris Coeck,manager Beleid & Strategische projecten van het Antwerpse Haven -bedrijf ter gelegenheid van het Nieuwjaarsevent van Ekonomika AlumniAntwerpen, in samenwerking met Absoc op 25 januari 2017 in hetprestigieuze nieuwe Havenhuis aan het Zaha Hadidplein in Antwerpen.

“Antwerpen is de tweede grootste haven van Noord-Europa en zelfs de grootsteEuropese petrochemische cluster”, aldus Chris Coeck. “Maar het is meer dan alleenpetrochemie want Antwerpen moet worden beschouwd als een multifunctionele haven enevolueert steeds meer naar een actieve facilitator in duurzame groei. In 2016 werd eennieuw overslagrecord gebroken met 10 miljoen TEU. De belangrijkste activiteit blijftevenwel de containeroverslag die 117,9 miljoen ton bereikte of +4,2% t.o.v. 2015.Daarnaast is de Antwerpse haven ook actief in vloeibare bulk, droge bulk en breakbulk.

De belangrijkste reden van de groei is de Scheldeverruiming in 2010 waardoor deallergrootste schepen nu ook de Antwerpse haven kunnen aandoen. Dat heeft er ookvoor gezorgd dat Antwerpen aan marktaandeel wint t.o.v. grote havens zoals Hamburg,Bremen en Le Havre. Rotterdam blijft nog iets groter, maar Antwerpen komt dicht in debuurt. Rotterdam had in 1980 nog 45% van de containerbehandeling maar zag dataandeel systematisch zakken tot 29% in 2016 en is daarmee wel nog altijd de grootste.Antwerpen steeg daarentegen van 13 % in 1980 naar 27% vorig jaar en komt dus zeerdicht in de buurt van Rotterdam. “Dit wil dus zeggen dat de Schelde verdieping net optijd is gekomen om deze groeiende containertraffic met de grootste schepen te kunnenmeepikken”, aldus Chris Coeck.

HET NIEUWE HAVENHUIS

Het nieuwe Havenhuis is een architecturaal staaltje van de helaas veel te vroeg overledentoparchitecte Zaha Hadid. Er werken 500 mensen in het nieuwe gebouw en dit volgens denieuwe manier van werken die Chris Coeck beschreef als ‘activity based office’.

RUIMTELIJKE ORDENING

De Vlaamse bouwmeester Leo Van Broeck nam vervolgens het woord om zijn visie uiteen tezetten omtrent de ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Hij beklemtoonde dat we zekerenergie- en milieuvriendelijker moeten bouwen en wonen, alleszins kleiner en meer in destad. Hij pleitte ook voor een meer efficiënt gebruik van gebouwen waarbij vandaag nogveel ruimte verloren gaat of niet gepast wordt ingevuld, en zeker multi functioneel moetenleren denken. Leo Van Broeck staat ervoor bekend om zeer sterke en controversiëlestandpunten in te nemen, en dat was op deze avond van het Nieuwjaars event vanEkonomika Antwerpen niet anders. Stof genoeg tot napraten op de uiterst verzorgdereceptie waar de ruim 250 aanwezige economisten echt van genoten.

Fa Quix

ANTWERPEN

35

Page 36: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Alumni@FEB

36

Een combinatie van trends en fenomenen raken de fundamentenvan onze Economie en Samenleving: het aantreden vanDonald Trump, de Brexit en de volatiele financiële marktenzorgen ervoor dat veel zekerheden in ons politiek en econo -misch denken van hun voetstuk tuimelen. Daarnaast creërende doorgedreven digitalisering en robotisering kansen voor hetbedrijfsleven, maar dwingen ze ons tegelijk om de klassiekebedrijfsmodellen in vraag te stellen. Voeg daarbij de toege nomenmigratiegolven en de global warming, waardoor ook de wereldwaarin bedrijven vandaag opereren nieuwe vragen oproept.

Wat betekenen deze disruptieve bewegingen voor ons en onzesamenleving? Wat zijn hun onderlinge verbanden? En welkeopportuniteiten en uitdagingen brengen ze mee voor deverschillende actoren in het socio-economische landschap?

In een exclusieve reeks bieden meer dan 10 topsprekers hiervanuit verschillende invalshoeken antwoorden op. Ministers,CEO's/CXO's, academici en (jonge) ondernemers onthullenhun inzichten in één of meerdere van de disruptieve trends.

Na een zeer geslaagd eerste event op donderdag 23 februari,onthullen we nu graag het volledige programma van heteerste semester - blokkeer alvast de data in jullie agenda!

De sessies starten telkens om 18u30 en vinden meestalplaats in de lokalen van de KU Leuven in Brussel (voorheenEHSAL), in de Stormstraat in Brussel, behoudens andersvermeld in de uitnodigingen.

Fasten your seat bells and get ready for The Disruptive World.

Het Ekonomika Alumni Brussel Team dat het programmaorganiseert: Roger, Baudouin, Michel, Joanne, Tom, Filip en Handrin

Roger HeijensNieuwe voorzitter Ekonomika Alumni Brussel

De eerste activiteit in hetprogramma van EkonomikaAlumni Brussel over dedisruptieve wereld werd op 23 februari geanimeerd doorJan Van Hove, professor aande KU Leuven en chief eco -no mist KBC. Hij had het erover de ‘Volatiliteit vs Trendsin de New Normal’. Hij waar -

schuwde er vooral voor dat een aantal ontwikkelingen,zoals bijvoorbeeld de verzwakking van de wereld handel,niet meteen als een nieuwe trend mogen worden beschouwdin het kader van de toenemende anti-globalisering,maar dat het misschien om een volatiele ontwikkelinggaat. Kortom, in de New Normal bestaat het gevaar van volatiliteit met trends te verwarren.

Nieuw programma: de Disruptieve Wereld - Perspectievenop de Grote Veranderingen in onzeeconomie en samenleving

Jan Van Hove

BRUSSEL

Programma eerste semester

23 februari Jan Van Hove, Chief Economist KBC Volatiliteit vs Trends in de New Normal

4 april Marc Decorte, President Belgian Shell NV The digital switch: using new technology to disrupt traditional businesses

24 april Jurgen Ingels, CEO Eggsplore De noodzaak van een “collaboratieve” visie in dit tijdperk van digitale disruptie

23 mei Gille Ledure, General Manager FLAGEY De impact van digitalisering op de Culturele wereld en hoe erdoor te innoveren

22 juni Alison Rose, Ambassadeur UK, Paul De Grauwe, Professor LSE en Rik Van Cauwelaert, Opiniemaker:

Het grote BREXIT-debat - Wat zijn de gevolgen van de Brexit op politiek, sociaal en economisch vlak?

Page 37: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

37

Eind januari werd het nieuwe jaar in regio Vlaams-Brabant ingezet met een nieuw jaars receptie bij Palm Breweries in Steenhuffel. Het werd een boeiende,gevarieerde avond voor de 60 aanwezigen die niet beperkt bleef tot het – uiteraardzeer aangename – degusteren. De huisgidsen loodsten ons doorheen de geschiedenisvan de brouwerij, het kasteel Diepensteyn en het immer aan Palm verbondenBrabants trekpaard. Gastheer en directeur finance Carl Toremans toonde derooskleurige toekomst voor de brouwerij en de lange termijnvisie met Bavaria.

Nieuwjaarsreceptie EkonomikaAlumni Vlaams-Brabant bij Palm Breweries

RIJKE GESCHIEDENIS

De geschiedenis van de brouwerij in Steenhuffel gaat terug tot1686(!). Volgens de legende begon Theodoor Cornet, toen zowelrentmeester van Kasteel Diepensteyn alsook lokale herbergier,met het brouwen van zijn eigen bier. Halfweg de jaren 1700 komthieruit de brouwerij ‘Den Hoorn’ voort (geen link met het LeuvenseDe Hoorn). We wandelen verder door de brouwerij en komenmeteen in 1908 terecht, wanneer onder Arthur Van Roy debrouwerij industrialiseert en uit zijn inspiratie de Spéciale Belgegebrouwen wordt.

Deze wordt in 1929 herdoopt in Spéciale Palm en zal zijn grootstesuccessen kennen in de jaren ’60-’80. Het is pas in die periodedat de brouwerij haar naam in ‘Palm’ verandert en het Brabantstrekpaard het boegbeeld wordt. Zo brengen de gidsen ons rechtde stoeterij binnen, waar we enkele van de mooiste trekpaardenvan België te zien krijgen.

BLIK OP DE TOEKOMST

In recentere jaren is de populariteit van amberbieren afgenomen.Om hierop te anticiperen, zet Palm Breweries in op de IPA-trend(Indian Pale Ale) met een eigen hopveld op het domein. Op heteinde van het brouwerijbezoek komen we in hun grootstevernieuwing: een in-house microbrouwerij waar op onder nemende

wijze nieuwe recepturen getest worden. De meest succesvollerecepten worden vervolgens op grote schaal op de marktgebracht, met Cornet als grote vaandeldrager.

Het is na deze prachtige rondleiding dat directeur finance CarlToremans ons economisten ook in het bedrijfsmatige belangvan deze koerswijziging verdiepte. Na enkele uitdagende jarenwerpt de nieuwe balans in een diverser portfolio bieren duidelijkzijn vruchten af. Hij besluit met een positieve vooruitblik op desamenwerking met Bavaria, die zelf ook sinds vele generatiesfamiliebrouwers zijn.

EEN STERK JAARPROGRAMMA

Op de receptie zelf konden we genieten van een gevarieerdaanbod gerstenat-van-het-vat met bijpassende hapjes. Een zeergezellige avond werd afgesloten door regiovoorzitter Peter Lamens,met een blik op de reeds geplande activiteiten van EkonomikaAlumni Vlaams-Brabant. Hou de mailbox in de gaten en schrijfzeker in voor o.a. bedrijfsbezoeken aan drukkerij Vanderpoortenen Neuhaus, bezoek aan het Werchtermuseum, een keynotemet Frank Monstrey -alumnus en olie-ondernemer in Kazachstan!– en een debat met Carl Devlies over de ontwikkeling van deLeuvense Vaartkom.

Righard Bruyns

PALM BREWERIES. MEER DAN PALM.

Page 38: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Alumni@FEB

38

WEST-VLAANDEREN

“Callant Verzekeringen & Financieel Advies is actief van deNoordzeekust tot de Maasvallei. Het bedrijf heeft vestigingenin Oostkamp, Heist, Antwerpen en Tongeren, met meer dan100 medewerkers bedienen ze vrije beroepen, familiale onder -nemingen tot beursgenoteerde bedrijven. Als oorsprongWest-Vlaamse familiaal bedrijf is Callant al 25 jaar actief engekend door zijn banden met de sportwereld. Denken we aande wielerploeg Topsport-Vlaanderen Baloise, voetbalploegenKV Oostende, AA Gent, STVV (Sint -Truiden), RAFC (Antwerpen)en Cercle Brugge, maar ook Topvolley Callant Antwerpen”,aldus Yvan Delrue.

Ook individuele sporters doen beroep op de diensten vanCallant. De particuliere markt wordt bediend met aparte teamsdie inzetten op de digitalisering. Zo sloot Callant in 10 jaartijd al bijna 30.000 Fietsomnium-polissen af. Het is daarmeeeen absolute voorloper in het digitale verzekerings landschap.

Sinds kort is Callant ook actief in financieel advies en speeltdaarmee een centrale rol in de levenslange gemoeds rust vande bedrijfsleider, de vrije beroeper en hun familie.

Yvan Delrue beklemtoonde dat die ‘gemoedsrust’ geen holleslogan is, maar wel het centrale leidmotief van CallantVerzekeringen & Financieel Advies: “Wij willen echt dat u alsklant een volledige gemoedsrust heeft wanneer u bij onsverzekerd bent, en we wensen dat trouwens ook voor onzemedewerkers en aandeelhouders.”

Het financieel advies richt zich o.a. op het vergroten van hetvermogen van hun klanten. Yvan Delrue: “Wij proberen uwspaargeld te activeren. Hoe doen we dat? Wij stellen eenvermogensplan op in functie van uw risicoprofiel (zie MIFID).Waarop komt dit neer? Wij kijken zowel naar vastgoed, alsnaar verzekeringen met fiscale optimalisatie, bancairebeleggingen. Belangrijk is natuurlijk dat wij in overleg met uuw beleggingshorizon en risicoprofiel volledig in rekeningbrengen. U kan dat zelf. Onze ervaring is dat u er veel meeruit haalt wanneer u zich daarbij professioneel laat begeleiden.Want het is een financieel technisch vak waar wij ons in hebbenbekwaamd met onze nu al meer dan 110 mede werkers”.

Ook deze activiteit kon rekenen op een grote opkomst vanWest-Vlaamse economisten die door Callant in de wattenwerden gelegd met een heerlijk natje en een droogje.

Fa Quix

Het Nieuwjaarsevent van Ekonomika West-Vlaanderen vond op vrijdag 3 februari 2017plaats bij verzekeringsonderneming Callantin Oostkamp. Yvan Delrue ontving de talrijkopgekomen West-Vlaamse Ekonomika-ledenin hun hoofdkantoor in het prachtige domeinDe Cellen en stelde vooreerst de onder -neming voor.

Ekonomika West-Vlaanderenviert nieuwjaar bij Callant Verzekeringen

Page 39: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

De Joule Prijs voor Duurzame Energie erkent een individu, organisatie of bedrijf die het verschil maaktvoor duurzame hernieuwbare energie in Vlaanderen.

Speciale Pioniersprijs voor Duurzame Energie uitgereikt aan alumnus Jan Daneels

39

Save the date zaterdag 14 oktober 2017!

EkonomikaFeest 2016!

Joule Prijs voor Duurzame EnergieORGANISATIE VOOR DUURZAME ENERGIE VLAANDEREN (ODE VLAANDEREN).

Bij deze eerste editie van de Joule prijs blikt ODE ookterug naar de beginjaren. Naast recente inspanningenworden ook de indrukwekkende inspanningen doorVlaamse hernieuwbare energie pioniers erkend. Zonder hun zin voor initiatief en doorzettingsvermogenzouden we vandaag veel minder ver staan.

"Onze gedachten gaan in het bijzonder uit naar JanDaneels. Zonder Jan was er nooit een ODE geweest.Het was Jan’s verdienste om de aanvankelijkeweerstanden, scepsis of wantrouwen bij heel watmensen te overwinnen en ze samen rond de tafel te

krijgen. Na veel gepalaver over statuten, naam,toegelaten leden, doelstellingen en werkpunten, zag op 7 februari 1996 ODE-Vlaanderen het levenslichtals organisatie voor duurzame energie (niet tegen watdan ook, maar voor!). In die beginjaren was Jan debezielende voorzitter van ODE en onverdroten ijveraarvoor de promotie van duurzame energie in Vlaanderen."

Jan heeft ons in 2002 veel te vroeg verlaten. De Pioniersprijs werd overhandigd aan Reinilde Willems, weduwevan Jan, als huldebetoon aan Jan en alle pioniers voorduurzame energie die naast hem stonden.

Page 40: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

PROF. HERMAN DAEMS, voorzitter van de Raad van Bestuurvan KU Leuven, BNPParibasfortis en Barco, hield een toespraakover ‘Besturen en voorzitten – Wat heb ik geleerd?’ Vanuit zijnuitgebreide ervaring als bestuurder van bedrijven in binnen- enbuitenland onthielden we 9 lessen.

De Raad van Bestuur is een plaats waar verschillende aandeel -houdersbelangen elkaar tegen komen en consensus zoeken inhet belang van de vennootschap. Raden van bestuur verschillenvaak sterk van elkaar, precies omdat de aandeelhouders -structuren verschillen. Zo heb je niet alleen verschillen tussenfamiliale bedrijven, investeerdersgecontroleerde en beurs -genoteerde bedrijven. Ook binnen deze categorieën zijn ersterke verschillen. Maar de basisrollen komen wel in elke raadvan bestuur voor. Onafhankelijke bestuurders zijn nodig. In tegen -stelling tot de Angelsaksische landen zijn deze bestuurders erniet zo zeer om het bestuur en het management onder controlete houden, maar om de belangen van de minderheids aandeel -houders te verdedigen.

Een van de moeilijkste opdrachten van een Raad van Bestuuris de beslissing over de keuze van een nieuwe CEO. Ook bijacquisities worden veel fouten gemaakt. Hierbij spelen natuurlijkde verschillende visies van strategen en financiers. Van goedebestuurders worden vijf belangrijke zaken verwacht: dat ze zichgoed voorbereiden (en niet ‘last minute’), zich kritisch opstellenten aanzien van gemaakte strategische voorstellen en de daartoevoorziene middelen. Bestuurders moeten bij goedkeuringhiervan hun verantwoordelijkheid opnemen, steeds evalueren ofhet bedrijf op het goede spoor is en bereid zijn tot veranderingwanneer de strategie niet blijkt te werken. Voorzitters en CEO’skunnen met name goed samenwerken wanneer ieder de eigenrol juist invult. Prof. Daems pleitte dan ook voor een nieuw typevan ‘corporate governance’.

PROF. JOHAN EYCKMANS, campusdecaan van CampusBrussel van de FEB, gaf een gedegen overzicht over de evolutievan de FEB gedurende de laatste jaren, het portfolio aanopleidingen en in het bijzonder ook de integratie van decampussen in Brussel (vroegere Ehsal-HUB) en Antwerpen(vroegere Lessius - Thomas More) onder de vleugels van deLeuvense campus.

FA QUIX, general manager bij Fedustria en voormalig voorzitterEkonomika Alumni en huidig hoofdredacteur van deze ECONnect,lichtte de werking van Ekonomika toe die gebaseerd is op driepijlers: de regiowerking in de verschillende provincies, de vak -groep werking, en de generatiewerking, waarvan deze reünieeen voorbeeld is. Er werd stilgestaan bij de lezingen en netwerk -mogelijkheden, zeker nu de meesten ‘mid career’ zijn en hopelijkiets meer tijd beginnen te hebben, alhoewel …

Na een stadsrondleiding, waarbij naast het bezoek aan het‘handelspaleis’ ook het bezoek aan het ‘handelskot’ niet mochtontbreken, inclusief een nostalgisch bezoek aan auditorium01.29. in het Vandenheuvelinstituut in de Dekenstraat, werd nogeen kiekje genomen bij de indrukwekkende kerstverlichting aanhet Leuvense stadhuis. Erna werd nog tot in de late uurtjes druknagepraat bij een diner in een Leuvens restaurant.

Sommige goede vrienden-jaargenoten hadden laten weten nietvrij te zijn op 10 december. De meeste aanwezige jaargenotenwaren het roerend eens: op dit élan moeten we verder gaan.We organiseren dit binnen twee jaar opnieuw, wellicht in delente 2018! Met dank aan Katrien Wauters, secretaresse vanEkonomika Alumni, Righard Bruyns en Jan Maryssael, vanEkonomika Alumni, voor alle geapprecieerde hulp bij devoorbereiding van dit event.

Annabel Sels

Reünie 25 jaarafgestudeerdEénmaal economist, altijd economistOp 10 december 2016 werd een geslaagde reünie georganiseerd voor de afgestudeerdenvan 25 jaar geleden, de lichting handelsingenieurs, TEW-ers en EW-ers promotiejaar 1991.Het was een bijzonder blij weerzien, voor velen toch wel na heel wat jaren. Via linkedIn enandere kanalen dienden de lijsten van de promotie te worden ge-updated. Zo kwamen weaan een deelnemersaantal van 54 economen en partners. Tijdens de academische zittingwerd het gezelschap welkom geheten door organisatrice, Prof. Dr. Annabel Sels (KU Leuven/Campus Brussel) in de Promotiezaal van de Universiteitshal.

40

Alumni@FEB

Page 41: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Guy Woestenborghs (HIR, echtgenoot Tania Ceuppens), Franceska Princen (TEW, 91), Ben Vonck (TEW, 91), Eric Heirbaut (TEW, 91), Kristine Delacourt (EW, 91), Geert Costers (HIR,91),Jan Mulier (echtgenoot Annabel Sels), Prof. dr. Annabel Sels (TEW, 91), Ingrid Abts (TEW, 91), Michaël Timmermans (TEW, 91), Tine Vieren (TEW, 91), Raf Crijns (HIR, 1990),echtgenoot Ingrid Abts), Tanja Ceuppens (TEW, 91), Vincent Claerhoudt (echtgenoot Tine Vieren), Stefan Straetmans (EW, 1991), Lies Laridon (EW, 91), Dafne Reymen (EW, 91)

Geert Costers, Karin Laverge (HIR, 91), Prof. dr. Annabel Sels, Ronny Ruyters (HIR, 91)

rechtstaand: Annemie Renson (HIR, 1991 en echtgenote van Jan Sempels(TEW, 1991) vooraan links: Benedikte Van Garsse (TEW, 91), rechts: KarenVan Garsse (TEW, 91), Lies Laridon (EW, 91), Dafne Reymen (EW, 91), Stefan Straetmans (EW, 91), Katleen Vandeweyer (TEW, 91)

Prof. dr. Annabel Sels bij de inleiding van de Academische Zitting

Lies Laridon (TEW, 91) in gesprek met Fa Quix (Ekonomika),Anke Vissers (EW, 91) in gesprek met Michaël Timmermans(TEW, 91), Dafne Reymen (EW, 91) en Franceska Princen (TEW, 91),Nick Declercq, Stefan Straetmans, Katleen Vandeweyer, ...

Thierry Van Schoubroeck (TEW, ’91) metechtgenote Isabelle Cardinael (TEW,91)

Prof. Em. Herman Daems en FEB CampusdecaanBrussel, Prof. dr. Johan Eyckmans

Prof. dr. Johan Eyckmans bij voordrachtbezoek EBIB - leercentrum

Koen Vandaele (Hir 91), Ronny Ruyters (Hir 91),Kristof Vande Capelle (TEW 91), Steven Buyse (Hir 91),Prof. Em. Herman Daems

41

Page 42: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Alumni@FEB

‘Uw werk, uw merk’ was het boek datJan Denys (Randstad) in 2010 publiceerdeen dat voor het eerst de aandacht vestigdeop het belang van de merknaam van eenorganisatie met het oog op de aantrek -kelijkheid als werkgever. Bij employerbranding gaat het om het presenteren enpositioneren van een unieke werkervaringvoor de (potentiële) werknemer. Jan Denysheeft er zopas een tweede boek overgeschreven ‘Werken aan merken. Dé gidsin employer branding’ (*). Maar hoe bouwje dat nu op, een merknaam als werkgever?’Jan Denys geeft tekst en uitleg.

JAN DENYS: ‘Een eerst stap is vooraf je huiswerk maken. Hoe staat het met mijn merk, merkbekendheid en waardering?Onderzoek naar employer branding gebeurt door verschillendegerenommeerde organisaties die hetzij werken met big data,hetzij met steekproeven of panels. Voorbeelden zijn Universum,Randstad, Great Place To Work, Glassdoor, LinkedIn, ... Zo verzamelt Glassdoor bv. reviews van bedrijven op basis vaninformatie verkregen van (ex-)werknemers van die bedrijven. In mijn boek leg ik uit hoe al deze organisaties werken, met hunsterktes en zwaktes. Vaak zijn ze complementair. Bij de ene gaathet vooral om imago, bij de andere om identiteit. Maar door hetsamenbrengen van deze verschillende gegevens bronnen moeteen bedrijf in staat zijn om een vrij accuraat beeld van haaraantrekkelijkheid, employer brand, te hebben’.

42

HUMAN RESOURCESJan Denys: EmployerBranding helpt bedrijven in de ‘war for talent’

Page 43: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

Een sterke employer brand biedt een aantal niet onbelangrijkevoordelen voor het bedrijf. Jan Denys somt ze op. Een sterkeemployer brand bespaart een bedrijf 10 procent in loonkosten.De kosten per aanwerving liggen bij een sterke brand tot 46 procentlager. Het verloop van de medewerkers ligt er 28 procent lager.En 23 procent van de jonge professionals (18-35 jaar) is bereidom 2 procent loon in te leveren om over te stappen naar eenbedrijf met een sterke employer brand. 15 procent is zelfs bereidom 5 procent in te leveren.

Centraal in de employer brand staan uiteraard de identiteit enhet imago van het bedrijf als werkgever. Het handelen van hetbedrijf bepaalt dit, maar zeker ook de communicatie, zowel deformele als informele, waarbij word of mouth en de socialemedia niet mogen worden onderschat. Het resultaat van eensuccesvolle employer branding vindt men terug in een betererekrutering (zie cijfers hierboven), een betere retentie (mensenwillen blijven) en meer engagement van de betrokken werknemers.

‘Maar het is ook geen wondermiddel op zich als de ‘basics’ vanhet bedrijf niet in orde zijn. Hoe belangrijk employer brandingook moge zijn, een sterk bedrijfsmerk kan zelden een zwakjobaanbod compenseren. Wie een job zoekt kijkt in de eersteplaats naar de concrete job, met de jobinhoud en het verloning -pakket. Pas op de tweede plaats kijkt men naar het bedrijf dat die job aanbiedt. En wat die basics betreft, vergis u niet,(potentiële) werknemers kijken vooral naar de volgende driezaken: het loonpakket, de (aangename) werksfeer, en de werk -zekerheid. Het valt bovendien op dat die factoren vrij stabielblijven in de tijd. Elk van deze drie kenmerken scoort bij minstens55 procent van de werknemers in hun top-5 van belangrijkstekenmerken van een aantrekkelijke job. Wil u zich milieu -vriendelijk profileren als werkgever, of als een open werkgevergericht op diversiteit, weet dan dat respectievelijk slechts 14 en12 procent van de werknemers dat belangrijk vinden, d.w.z. inhun top-5 van prioriteiten zet. En denk als baas zeker niet datnieuwe werknemers uw bedrijf aantrekkelijk gaan vindenomwille van uw ‘sterk management’: dat bekoort amper één optien. Een middenpositie in belang nemen volgende kenmerkenin (tussen 40 en 45 procent): jobinhoud, financiële gezondheidvan het bedrijf (heeft dan weer een link naar werkzekerheid),een goede balans werk-privé, en de goede ligging.’

Zoals gezegd blijft de onderlinge rangschikking van deze kenmerkendoorheen de tijd nagenoeg ongewijzigd. ‘Met misschien tochdie evolutie dat de ligging van het bedrijf aan belang wint. Dat heeft veel te maken met het snel toenemend fileleed en hettijdverslindend woon-werkverkeer dat er het gevolg van is. En ook de negatieve invloed ervan op de geestelijke en defysieke gezondheid. En wie kiest voor de fiets als transport -middel om van en naar het werk te gaan, wil ook niet verafwonen. Maar verhuizen? De grote vaststelling is dat een werknemereerder dan te verhuizen nog liever van werkgever verandert.Opmerkelijk uit ons onderzoek is dat wat voor Vlaanderen enBelgië geldt, ook zowat overal elders geldt, wereldwijd. Er blijktdus zoiets als the global worker te bestaan.’

Jan Denys: ‘Die continuïteit van de rangschikking van dekenmerken relativeert ook dat er sprake zou zijn van een shiftvan meer transactionele kenmerken (werkzekerheid, loonpakket)naar meer relationele (bv. werksfeer, of social corporate responsibility

CSR). Het is dus van belang om bij het opstellen van personeels -advertenties daar rekening mee te houden.’

Bij het opbouwen van een employer brand is het van belangom realistisch te zijn, geduld te hebben, en te durven dromen,maar … op lange termijn. ‘Torfs is een voorbeeld hiervan’, aldusDenys. En wat met de verschillende werknemerscategorieën inde organisatie? ‘Mannen komen van mars … en vrouwen ook.Mannen en vrouwen zijn géén twee verschillende planeten,alhoewel dat vaak anders wordt voorgesteld in de populairecultuur. Er zijn slechts kleine accentverschuivingen. Zo hechteniets meer vrouwen belang aan een goede werksfeer (vrouwen:62 procent die dat in hun top-5 zetten, maar bij de mannen tochook nog 53 procent) en vallen mannen makkelijker voor de nieuwstetechnologieën en het innovatievermogen van het bedrijf, maartoch gaat het maar om 12 procent van de mannen (5 procentbij de vrouwen) die dit in hun top-5 van kenmerken zetten.’

En ook jongeren verschillen niet fundamenteel van oudere werk -nemers. Jan Denys: ‘De generatie Y bestaat niet. In de populairecultuur is generatiedenken dominant aanwezig. Heel veel jongerendenken dat ze behoren tot een unieke generatie met heel eigenwaarden en normen. Dat dacht mijn generatie destijds ook’,lacht Jan Denys. ‘Let op, generatiedenken wordt dikwijls verwardmet leeftijdsdenken; Iedereen op jonge leeftijd denkt jong, en datwijzigt bij het ouder worden, maar dan ook voor elke generatie.Uit onze onderzoeken blijkt evenwel niet dat generation Y bv.meer belang hecht aan milieu en maatschappij. En evenmin datzij meer belang zouden hechten aan de balans tussen werk enprivé. Onze resultaten kunnen de these niet bevestigen dat ersprake zou zijn van een volledig nieuwe generatie met eigenwaarden en normen. Dat is ook belangrijke informatie bij derecruteringsaanpak.’

‘Wat wel een verschil geeft is het onderscheid tussen hoog- enlaaggeschoold. Competitief loonpakket en werksfeer blijvenvoor beide categorieën heel belangrijk, maar voor laaggeschooldenis werkzekerheid de topprioriteit en voor hooggeschooldenstaat de interessante jobinhoud helemaal bovenaan op hetverlanglijstje, alsook de loopbaanmogelijkheden.’

En wat met ‘disruptieve brands’ zoals Amazon en Google?‘Disruptieve brands doorbreken de sectorale logica niet. Uber zitin de sector van het personenvervoer en dat heeft een eerderzwak imago, dat van Uber is ook niet bijzonder sterk. Amazonzit in de retail, met een middelmatig sectorimago, en Amazonstijgt daar niet bovenuit. Tesla scoort goed, in de personen -vervoersector, … maar het bedrijf wordt vooral als een innovatiefIT-bedrijf gepercipieerd. Het is dus zeker mogelijk dat jeoutperformers hebt in zwakke sectoren’ stelt Jan Denys.

‘En wat met kmo’s, die niet in de reviews voorkomen? Jan Denys: ‘Kmo’s moeten vooral hun lokale bonus uitspelen,de nabijheid, en de werksfeer, want daar scoren vele grotebedrijven eerder slecht op.’

Fa Quix

(*) Werken aan merken. Waarom iedereen wil werken voor Google, Teslaen Facebook en de Europese Commissie. Dé gids in employer branding,Jan Denys, Uitgeverij Lannoo, 192 p., 29,99 €, ISBN 978-94-0144-095-0

43

Page 44: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

In 2017 worden belangrijke verkiezingen gehouden in drie van onze buurlanden,Nederland, Frankrijk en Duitsland. In elk van die landen zijn er rechts-populistischepartijen die, in navolging van Trump, voor een verrassing zouden kunnen zorgen.De kans lijkt relatief klein in Nederland en Duitsland, waar respectievelijk de partij van Geert Wilders en de AfD wellicht niet tot het bestuur zullen toetreden. In Frankrijk lijkt de kans echter groter dat Marine Le Pen president wordt.

De genoemde rechts-populistische partijen hebben nationa lis -tische kenmerken. Het gaat hen onder meer om het terugwinnenvan de nationale soevereiniteit, wat ook een belangrijk motivatievoor de Brexit was. Op economisch vlak betekent dit ondermeer een exit uit de eurozone en een terugkeer naar denationale munt.

Waar de Brexit in principe op een ordentelijke manier kanafgehandeld worden, is dit in het geheel niet zo bij een euro-exit. Indien Frankrijk zou aankondigen dat het binnen, pakweg,zes maanden uit de euro zou stappen, dan zal dit tot enormeeconomische schade leiden. Er zal immers een wisselkoersbepaald moeten worden waartegen de nieuwe Franse munt kanverhandeld worden. In eerste instantie kan men de “Franse” eurogebruiken en deze eenvoudig inruilen tegen de “Europese” euro.

VALIEZEN VOL CASH

Maar de Franse euro zal, zeker op termijn, een andere waardekrijgen. Indien de markt verwacht dat deze lager zal liggen dande Europese euro, dan zal iedereen met euro’s in Frankrijktijdens de aanlooptijd naar de euro-exit deze euro’s naar eenniet-Franse bank willen transfereren om er Europese euro’s vante maken, desnoods met valiezen vol cash de grens over. Het geldzal uit de Franse banken stromen waardoor de Franse bankenin een mum van een tijd dreigen om te vallen. En de ECB zalniet geneigd zijn om een land dat uit de euro wil stappen op datmoment bij te springen. Een financiële en economischecatastrofe is dan onvermijdelijk.

Een aangekondigde exit is dan ook vragen om problemen.Indien een land de euro wil verlaten, zal dat snel en onaange -kondigd moeten gebeuren, met strikte kapitaalcontroles en eenverbod op het afhalen van grote sommen cash. Ook dit scenario

geeft grote kosten en de vraag is of het heimelijke karakterüberhaupt politiek mogelijk is, zeker voor de rechts-populistischepartijen die openlijk een euro-exit willen. Een exit uit de eurozoneheeft dus sowieso enorme transitiekosten.

FUNDAMENTELE GEBREKEN IN DE EUROZONE

Nochtans hebben de criticasters van de eurozone geen ongelijk.Er zijn wel degelijk grote fundamentele gebreken die maar nietopgelost geraken. Voor de invoering van de euro konden natio -nale landen de inflatie beheersen via hun nationale centralebank. Sinds 1999 is dat niet meer mogelijk.

Dat heeft belangrijke gevolgen voor de concurrentiekracht. Er isimmers een wisselwerking tussen nominale loonkosten en inflatie.Op langere termijn moet de nominale loonkost de inflatie volgen,wil je het loonaandeel op peil houden. Landen met een structureellagere inflatie zullen dan veel makkelijker concurrentieel blijven.Landen buiten de eurozone kunnen dat compenseren via dewisselkoers. Maar binnen de eurozone is dat niet mogelijk.

Dat kan geïllustreerd worden met een fictief voorbeeld. Stel datBelgië en Duitsland in dezelfde muntunie zitten. De bakkers inBelgië en Duitsland kunnen het eerste jaar 100 broden bakkenop 10 uur tijd en tegen een loon van 10 euro per uur. Een broodwordt verkocht tegen 2 euro. Het volgende jaar kunnen de bakkersin beide landen 110 broden bakken op evenveel tijd (10 uur).De reële productiviteit is in beide landen dus even sterkgestegen (met 10 procent). Echter, in Duitsland is er geen inflatie:broden en lonen blijven gelijk, respectievelijk 2 euro en 10 europer uur. In België is de inflatie echter 50 procent, waardoor broden3 euro kosten en lonen 15 euro per uur zijn.

Stel vervolgens dat je in België woont, maar dicht tegen degrens met Duitsland. Waar zou je je brood kopen? In Duitsland,

COLUMN ANDREAS TIREZ

44

Ondanks de gebreken van deeurozone is een aange kondigdeeuro-exit ondenkbaar

Alumni@FEB

Page 45: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

natuurlijk, want daar kost een brood slechts 2 euro, terwijl dit inje eigen land 3 euro kost. De broden zijn dus duurder in België,ook al zijn de reële lonen en de reële productiviteit in België neteven sterk gestegen als in Duitsland. De inflatie heeft de brodengewoon duurder gemaakt: de nominale loonkost blijkt plotsrelevant te zijn, net omdat België en Duitsland in een muntuniezitten. Een handige ondernemer huurt gewoon een vracht wagenen haalt brood van Duitsland naar België, waardoor de bakkers -economie in Duitsland goed zal draaien ten koste van die inBelgië, ook al is de reële productiviteit in de twee landen gelijk.

Indien twee landen niet in een muntunie zouden zitten, zou bijongelijke inflatie tussen de twee landen normaal de munt vanhet land met de lage inflatie appreciëren ten opzichte van demunt in het land met de hoge inflatie. In dit voorbeeld zoudende Duitse euro’s duurder worden ten opzichte van de Belgischeeuro’s. Dat zou betekenen dat het Duitse brood, gerekend inBelgische euro’s, opnieuw even duur kan worden, waardoor deconcurrentiepositie van de Belgische bakker ten opzichte vande Duitse bakker terug hersteld wordt.

In een muntunie is dat echter per definitie onmogelijk aangeziende twee landen dezelfde munt hebben. Duitsland krijgt door zijnlagere inflatie de nominale loonkosten onder controle, waardoorhet concurrentiëler wordt ten opzichte van de andere euro -landen. Maar de goed draaiende Duitse economie fungeert danniet als locomotief voor de andere eurolanden. Integendeel, de goed presterende economie gaat net ten koste van dieandere eurolanden.

Dat is inderdaad wat er in de aanloop van de crisis van 2008-2009gebeurd is. Duitsland heeft door lagere inflatie en loon matigingzijn concurrentiepositie in het verleden kunnen verbeteren tenkoste van de andere eurolanden. De andere eurolanden, zeker inde periferie, hadden toen een veel hogere inflatie en groei vanloonkosten (zie figuur).

ONAFHANKELIJKE CENTRALE BANKEN EN DE IRONIE VAN EEN MUNTUNIE

Het probleem dat zich dus heeft voorgedaan is geen probleemvan divergerende reële competitiviteit in de eurozone, maar weleen divergentie wat betreft nominale loonkosten in de verschil -lende landen van de eurozone, met als gevolg een divergerendenominale competitiviteit.

De nominale loonkostevolutie is sterk verbonden met inflatie,zeker als je het loonaandeel in de economie stabiel wil houden.Het is de taak van de ECB om de inflatie op 2 procent te houden.Maar die doelstelling geldt globaal, voor de hele de eurozone.

Dat er verschillen zijn tussen de verschillende landen is bij mijnweten geen expliciet probleem voor de ECB, en ze heeft er,denk ik, ook de middelen niet voor om de inflatie in de verschil -lende landen op één lijn te krijgen. De vraag is dan: wie kan danwel de nationale inflatie in de verschillende landen van deeurozone op één lijn houden, zodat de nominale loonstijgingmin of meer gelijk is?

Hier en daar lees ik dat economen de politieke overheden in deperiferie verantwoordelijk stellen voor de slechte concurrentie -positie van hun land. Zo kan de nominale loonstijging in deperiferie aan de hogere overheidsuitgaven gelinkt worden. Op diemanier leg je de verantwoordelijkheid voor de lagere nominalecompetitiviteit bij de nationale politieke overheden in de periferieom via fiscaal beleid (overheidsuitgaven en -inkomsten) de inflatieen loonkostevolutie te temperen.

De politieke overheid verantwoordelijk stellen voor te hogenationale inflatie zou echter heel absurd zijn, en wel op tweevlakken. Ten eerste is in het verleden de taak om de inflatie tebeheren aan de centrale bank toevertrouwd en onafhankelijkvan de politieke overheid, net omdat de politieke overheden nietvertrouwd konden worden dat ze deze taak naar behorenkonden uitvoeren.

Ten tweede, is er een coördinatieprobleem: in het verleden isde inflatie in de periferie en andere landen van de eurozonesterker gestegen dan in Duitsland. Maar even goed geldt dat inDuitsland de inflatie te laag was. Je kan dus ook de verant -woordelijkheid, of een deel ervan, bij Duitsland leggen.

MACHTELOZE INDIVIDUELE EUROLANDEN

Kortom, de eurolanden moeten de inflatie en de nominaleloonkosten op elkaar afstemmen, omdat een land dat een tehoge stijging van de nominale loonkosten toelaat zichzelf optermijn uit de markt prijst. Het beheersen van de nationaleinflatie en het afstemmen op elkaar is dus cruciaal. Maar in deeurozone is het nationale monetair beleid afgeschaft. Dat is danook een fundamenteel probleem: individuele eurolandenmoeten de inflatie en nominale loonkosten op elkaar afstemmen(lees: Duitsland volgen) zonder dat er daarvoor monetaireinstrumenten beschikbaar zijn.

Een oplossing zou kunnen zijn om in alle landen van deeurozone op te leggen dat de lonen jaarlijks nominaal stijgenmet 2 procent, onafhankelijk van de nationale inflatie. Dat is ookwat professoren Schoors en Peersman onder meer in hun boekDe Perfecte Storm voorstellen voor België, ter vervanging vande loonindex. Maar op basis van het bovenstaande zou ditmechanisme in de hele eurozone moeten toegepast worden.

Maar dat is nog niet het geval. En het lijkt er niet op dat dit in detoekomst snel opgelost geraakt. Het is niet onredelijk te stellendat dit leidt tot de opkomst van rechts-populistische partijen,die overigens terecht kritiek hebben, maar wel de foute oplos singenaandragen. Als dit probleem niet wordt aangepakt, komen diepartijen vroeg of laat aan de macht. En een (aange kondigde) euro-exit mag dan wel ondenkbaar zijn, omdat het zeer irrationeel is,het betekent niet dat het onmogelijk is.

Andreas Tirez

45

Page 46: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

46

Francken studeerde Pedagogie aan de KU Leuven, maar wasook lid van het sportcomité van Ekonomika. “We hadden weleen studentenkring bij Pedagogie, maar die was niet zo actiefen kon me niet bekoren. Aangezien mijn kot in de buurt lag vande fakbar Dulci en mijn broer Economie studeerde, ben ik in hetsportcomité van Ekonomika terechtgekomen.”

“De sfeer rond de 24-urenloop was altijd heel speciaal: de eeuwigestrijd tussen het VRG en VTK. En natuurlijk ook de zondag -avonden in de Dulci. Mijn studentenleven was altijd druk gevuld.Ik werkte in het weekend in de horeca om mijn studies te betalenen zondagavond gingen we naar de Dulci een pint drinken. Dat wasaltijd plezant. Ik heb hard gewerkt en haalde altijd eerste zit,maar ik was niet zo’n student die vaak naar de les ging.”

Francken was als student reeds heel zelfstandig. “Ik had mevoorgenomen om geen enkele voet in het studentenrestaurantAlma te zetten, van zodra ik op kot zat. En dat heb ik vijf jaarvolgehouden. Ik kookte altijd zelf of samen met vrienden.”

Thuis kreeg hij een warme, maar ook strenge opvoeding mee.Het gezin Francken woonde in Lubbeek, op een half uurtje metde bus vanuit Leuven, vader was huisarts en moeder hielp inde zaak. “Bij ons was de regel simpel: je mag op kot als je slaagtvoor je eerste jaar. Dat was een goede motivatie en dat is ookgelukt. Bovendien kostte studeren handenvol geld, dus als weop kot wilden, moesten we een deel zelf betalen door ervoor tewerken in het weekend. Maar ik deed dat met veel plezier. Ik beneen plantrekker: ik voel me niet goed als ik afhankelijk ben vanteveel mensen. Dat heeft niets met egoïsme te maken, maar zozit ik nu eenmaal in elkaar.”

Op de vraag of hij heimwee heeft naar die studententijd, antwoordthij heel duidelijk. “Dat was een heel leuke periode, maar heimweeheb ik niet. Ik ben vooral iemand die vooruitkijkt in het leven.

Ik zou het trouwens niet overleven, mocht ik deze studenten -periode nog eens kunnen overdoen.”

BUURTWERKING VZW HET LAMPKE

Ook tijdens zijn studententijd was Francken erg sociaalgeëngageerd. “Ik was hoofdleider in de KSA en hielp mee bijHet Lampke, een vzw in Leuven die werkt met een kansarmedoelgroep. Ik was er jaren bestuurslid, maar kreeg steeds mindertijd, dus moest ik ermee stoppen. Ik heb eigenlijk altijd veelmaatschappelijk engagement gehad en dat uit zich nu ook. De asiel -crisis is het grootste pedagogische project van mijn leven.Mensen met een andere achtergrond, van over de hele wereld,komen naar hier en ik probeer er een lijn in te krijgen.”

In het laatste jaar van zijn studies deed Francken stage als fractie -medewerker in het Vlaams Parlement. Tijdens deze periodevond hij ook een groot voorbeeld in Joris Vandenbroucke, nu fractieleider voor sp.a in het Vlaams Parlement, hij was toenvoorzitter van de Volksunie-Jongeren. “Hij is altijd mijn inspiratorgeweest, samen met een Vlaamsgezinde leerkracht Geschiedenis.Dit zorgde ervoor dat mijn interesse in de politiek werd aan -gewakkerd. Al moet ik zeggen dat ik altijd al Vlaamsgezind ben geweest.”

KU LEUVEN, BELANGRIJKE PARTNER VOORSTUDENTENMIGRATIE

Over de KU Leuven heeft Francken heel wat lof. “Bij de KU Leuvenmoet je zelfredzaam zijn en je proberen te bewijzen. Onder anderedaarom vind ik dit een steengoede universiteit. Een universiteitmet veel troeven en een goede algemene vorming”.

“Het reilen en zeilen van de KU Leuven volg ik uiteraard nog steeds.Het is een van de grootste werkgevers van de regio en ook mijn

De asielcrisis is hetgrootste pedagogischeproject van mijn levenVolgens de meest recente peilingen mag Staats -secretaris Theo Francken zich één van de populairstepolitici van Vlaanderen noemen. Francken staatvooral gekend om zijn vastberadenheid en rechtlijnigbeleid in verband met Asiel, Migratie en Admini - stratieve Vereenvoudiging. Ook als student was hij al maatschap pelijk betrokken, zo was hij, naastsport comitélid van Ekonomika, ook geëngageerd in tal van sociale projecten. Waar hij ooit nog vandroomt? Zijn eigen secundaire school oprichten in Vlaanderen.

Alumni@FEB

Page 47: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

47

vrouw werkt bij de associatie KU Leuven. Het InternationalOffice van deze universiteit is toonaangevend in Vlaanderen enBelgië en een zeer belangrijke partner wat studentenmigratiebetreft. Mensen uit India, Pakistan, China, … krijgen een visumdat ik moet goedkeuren in het kader van Vreemdelingenzaken.Er is dus een heel intens contact tussen mijn kabinet en hetrectoraat op alle mogelijke domeinen.”

WORDT FRANCKEN BURGEMEESTER VAN LEUVEN?

“Als het van mij afhangt, mag er iemand anders eens burgemeesterzijn. Ik heb liever zo weinig mogelijk socialisten als burgemeester,dat is evident. Maar ik kan niet ontkennen dat Louis Tobbackveel goeds heeft gedaan voor de stad. Hij is een toppoliticusdie een sterke nadruk legt op law and order. Maar het is tijdvoor verandering. Wij hebben nu een sterke kandidaat (LorinParys, nvdr.) om de sherp over te nemen, met een frisse wind,maar zelf naar Leuven verhuizen, nee dat doe ik niet. Ik woonniet alleen (lacht). Ik ben in Lubbeek geboren en daar voel ik methuis. Ik vind verhuizen puur omwille van politiek strategischeredenen niet altijd de beste zet: geloofwaardigheid is heel belangrijkin de politiek.“

DIK VEL

“Als politicus heb ik een heel dik vel gekregen, daarom moet ikopletten dat ik niet te cynisch word. Weet je wat mijn wens is voor2017? Dat Links stopt met het morele superioriteitsgevoel,daarmee krijg je me echt tegen het plafond. Altijd dat vingertjeen doen alsof ze beter zijn dan iemand die Rechts is. Maar ookdat Rechts stopt met cynisme. Je hebt een basis van vertrouwennodig in de samenleving. Je mag wantrouwig en argwanend zijn,maar het mag geen paranoia worden.”

De Staatssecretaris benadrukt dat de oppositie in zijn commissiegoed werk levert. Maar dat er helaas soms ook aan vulgairepolitiek wordt gedaan, zoals we onlangs ook in de pers kondenlezen. “Geert Bourgeois, mijn politieke leermeester, heeft me altijdgeleerd om het werkwoord liegen niet te gebruiken. Liegen ishet zwaarste woord in de Wetstraat en als je de leugen niet kanbewijzen, dat vind ik zéér zuur. Ik krijg af en toe wat zure oprispingenvan die politieke spelletjes, maar voor de rest probeer ik het meallemaal niet teveel aan te trekken” (lacht).

ASIELCRISIS IS EEN HUMANITAIRE OPDRACHT

“In het begin van de asielcrisis was er veel desinformatie ennaïviteit. ‘Dit is het nieuwe Wirtschaftswunder en het wordtfantastisch voor onze economie’, klonk het in Duitsland. We zijnnu twee jaar verder en de werkgelegenheidscijfers van asiel -zoekers zijn gewoon dramatisch. Ik heb er van in het begin altijdvoor gewaarschuwd. Je moet weten, men praat over asiel -zoekers en dat zijn nog geen erkende vluchtelingen. De helftervan wordt niet erkend en moet dus terug naar het land vanherkomst. CEO’s willen erin investeren als human investment,maar ze weten niet of die mensen kunnen blijven. Je moet hetzien als een humanitaire opdracht, die asielcrisis. Op lange termijnkan dit wel goedkomen, maar voor de komende jaren is dat eeninvestering.”

“Ben ik in die zin echt pessimistisch? Nee, je moet dat altijdgenuanceerd bekijken. We hebben ook voor de eerste keer eenprotocol getekend met de VDAB. Zij zijn actiever dan ooit inonze asielcentra en maken een functieprofiel van elke asielzoekerin de asielcentra. We analyseren hun skills en bekijken hoe weze via een versnelde opleiding kunnen klaarstomen voor dearbeidsmarkt. Want geef de asielzoekers eerst een opleiding,leer ze dan de taal en tegen dan zijn ze ongeveer erkend enhebben ze permanent verblijfsrecht of zijn ze in orde met hunpapieren. Dan kunnen ze wel aangeworven worden. Maar het

is niet zo gemakkelijk als iedereen denkt. Als je de asielcrisisvoorstelt als een soort van nieuwe economische groei, dan maakje de mensen gewoon blaasjes wijs. De idee dat alle asielzoekersdokters en advocaten zijn, is natuurlijk ook onzin. De meestemensen zijn laaggeschoold, velen kunnen niet lezen of schrijven.Voorts komen ze uit een heel tribale cultuur, waarin familiecentraal staat, maar waar ook bepaalde concepten zeerproblematisch zijn, onder andere over vrouwen.”

“We hebben een doorlichting/audit gehad, over de performantievan onze arbeidsdienst op het vlak van afleveren van arbeids -krachten. Daar staan we aan de top van Europa wat betreft hetsnel aanleveren van de arbeidskaart en de kwaliteitscontrole,dus dat zit echt goed. Ook Wallonië had een heel goede scoretrouwens, dus dat is positief.”

EEN EIGEN SCHOOL

Wat wil hij nog graag doen tijdens of na de politiek? Heeft TheoFrancken nog dromen die hij graag zou willen realiseren? “Mijn droom is om in Vlaanderen een secundaire school op terichten. Met een dynamisch leerkrachtenteam dat jong vangeest is, maar waar ook punten afgetrokken worden voor dt-fouten,waar aandacht is voor burgerschapsvormen, sport, creativiteiten beleefdheid. De slogan voor mijn school zou zijn: Elitair maarniet blank, solidair maar niet socialistisch. Ik zeg het je, mijnklassen zullen vol zitten!”

“Onderwijs is ons belangrijkste goed en er is veel te weinigaandacht voor, ook op politiek vlak. Als pedagoog, maar ook alsvader en politicus, vind ik niets mooier dan het onderwijsverhaalen de vorming. De kwaliteit van het onderwijs staat onder druk,omwille van verschillende redenen, en kwaliteitsvol onderwijs isnet zo belangrijk.”

VOORZITTER VAN OUD-HEVERLEE LEUVEN?

De voetbalclub Oud-Heverlee Leuven is op zoek naar een nieuwevoorzitter. Francken is een enorme OHL-fan en erg betrokkenbij deze voetbalclub, maar hij voelt zich niet geroepen om derol als voorzitter op te nemen. “Voorzitter worden van OHL isniet mijn ambitie, ik ben een voetbalfan, geen voetbalexpert.Helemaal niet zelfs. Maar ik help achter de schermen en ik hoopdat we die Chinezen kunnen buitenhouden.”

“Bij het concept waaraan we nu gewerkt hebben, gaan weterug naar de kernwaarden: de jeugdopleiding, jongeren latendoorstromen en aandacht voor eigen spelers in het basiselftal.Dat duurt natuurlijk langer dan goede voetballers van over dehele wereld naar hier halen maar geen clubliefde tonen en directterug weg zijn. Voor hen ben je maar een doorgeefluik. Mijn aanpakgaat langer duren, maar daar heb ik geen probleem mee. Ik speel liever in derde klasse met een club waarin ik geloof danin eerste klasse met een hyperkapitalistisch clubje van mensen.”

“Ik vind dat het hedendaags voetbal verworden is tot eendegoutant en kapitalistisch verhaal. Ik revolteer daartegen! Waar zijn we in godsnaam mee bezig! Je ziet die rijkebuitenlandse investeerders die niets om de club geven en hetbeschouwen als hun persoonlijke speeltje. Ik ben blij dat we nuin Leuven een ander verhaal aan het schrijven zijn, want er zijnveel ondernemers in de sport die het wel goed menen. Voetbal isde belangrijkste bijzaak in de wereld hé” (lacht).

We trokken onze stoute schoenen aan en vroegen deStaatssecretaris als afsluiter of hij ons artikel kan retweeten,zonder op de vingers getikt te worden door premier Michel. “Dat isgoed, als jij een mooi artikel schrijft, dan zal ik daar reclame voormaken, daar mag je zeker van zijn.”

Freddy Nurski, Ludovic Deprez, Evelien Rooms

Page 48: 8378 NIEU ECONNECT MAA17 - Ekonomika Alumni · dit ECONnect magazine tot uiting komt. De studenten kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missie

ECONnect

Driemaandelijks magazine

Gezamenlijke uitgave van de Leuvense campus van de Faculteit Economie enBedrijfswetenschappen(FEB@Leuven) van KU Leuven en Ekonomika Alumni, de vereniging van alumni van FEB@Leuven en van Ekonomika-studenten.

Contact: Michael Boelaert,[email protected], tel. + 32 16 37 92 36, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven, Naamsestraat 69, 3000 Leuven

Hoofdredacteur: Fa Quix, [email protected]

Voorzitter redactieraad: Freddy Nurski, voorzitter Ekonomika Alumni

Kernredactie: Michael Boelaert,William Leclef, Freddy Nurski, Fa Quix, Cedric Roelandt, Luc Sels, Valerie Molly, Katrien Wauters,Sebastiaan Wijsman

Fotografen: Jan Maryssael, Rob Stevens, Kwong Gueng To

Verantwoordelijke Uitgever:Luc Sels, decaan FEBNaamsestraat 69, 3000 Leuven

Druk: Van der Poorten

Heeft u ook interesse om driemaandelijksECONnect toegestuurd te krijgen? Word lid van Ekonomika Alumni of mail [email protected]