8 Leemten in kennis en evaluatieprogramma · Noord-Holland in hun functie van dagelijks bestuur van...
Transcript of 8 Leemten in kennis en evaluatieprogramma · Noord-Holland in hun functie van dagelijks bestuur van...
Tauw
Kenmerk R001 -4468856GGV-pla-V02-NL
8 Leemten in kennis en evaluatieprogramma
8.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt aangegeven voor welke onderdelen kennis of gegevens ontbreken.
Wanneer deze zogenoemde leemten in kennis leiden tot niet volledig of beperkt onderbouwde
beschrijvingen, zijn zij in dit hoofdstuk opgenomen.
De leemten in kennis die zijn geconstateerd, vormen tevens aandachtspunten voor het
evaluatieprogramma welke in het kader van de m.e.r. moet worden uitgevoerd. Hierbij worden de
optredende milieugevolgen, geanalyseerd aan de hand van het MER, vergeleken met de
voorspelde gevolgen. Als de feitelijke gevolgen afwijken van de voorspelde gevolgen, kan de
gemeente maatregelen nemen.
8.2 Leemten in kennis
Verkeersintensiteiten
De verkeersintensiteiten zijn bepaald op basis van modelberekeningen. In het algemeen kan
worden gesteld dat modelberekening een inschatting geven van de te venvachten gevolgen. Met
een bepaalde mate van onzekerheid moet rekening worden gehouden.
Woon- en leefmilieu
De geluidberekeningen en luchtkwaliteitsberekeningen zijn gebaseerd op verwachtingscijfers
voor de verkeersintensiteiten. Ook hier geldt dat modelberekeningen een zekere mate van
onzekerheid in zich hebben,
Vrijkomen nieuwe informatie
Op dit moment zijn de plannen voor de opwaardering van de Westfrisiaweg nog in ontwikkeling.
Veranderende inzichten, die relevant zijn voor besluit- en planvorming van onderdelen, kunnen
leiden tot wijzigingen in planningen en details in plannen. Dit MER is inhoudelijk afgerond in mei
2007. Op dat moment waren er binnen afzienbare tijd geen belangrijke nieuwe gegevens
voorzien. Daarom achten wij deze leemte niet relevant voor de verdere besluitvorming.
8.3 Evaluatie achteraf
Een evaluatieprogramma heeft tot doel te onderzoeken in hoeverre de beschreven gevolgen voor
het milieu daadwerkelijk optreden in de vorm en intensiteit waarin zij zijn beschreven.
In het evaluatieprogramma ligt de nadruk op aspecten waar tijdens de uitvoering en in de
gebruiksfase nog bijsturing mogelijk is. Hierbij gaat het in elk geval om de aspecten verkeer en
woon- en leefmilieu.
MER Opwaardering Westfrisiaweg 253V254
Kenmerk R001-4468856GGV-pla-V02-NL
Voor deze aspecten is onderstaand aangegeven waar het evaluatieprogramma in ieder geval op in zou moeten gaan.
Verkeer en vervoer
• Ontwikkeling van de verkeersdruk en verkeerssamenstelling op de relevante wegen • Benutting van fietsroutes en openbaar vervoer
Woon- en leefmilieu • In geval van een sterk afwijkende ontwikkeling van de verkeersdruk, dienen de aanverwante
aspecten zoals geluid, luchtkwaliteit en verkeersveiligheid worden herbeschouwd
254V254 MER Opwaardering Westfrisiaweg
Bijlage
Begrippenlijst MER
Alternatief
Een samenhangend pakket van maatregelen dat een mogelijke oplossing vormt voor het in de
probleemstelling geformuleerde probleem.
Archeologie
Wetenschap van de oude historie op grond van bodemvondsten en opgravingen.
Aspect
Te onderzoeken thema dat relevant wordt geacht voor het beoordelen van alternatieven.
Autonome ontwikkelingen
Plannen die te maken hebben met de voorgenomen activiteit die in dit MER wordt beoordeeld op
milieueffecten. Het betreft plannen die onafhankelijk van de opwaardering van de Westfrisiaweg
worden gerealiseerd.
Barrière
Belemmering (bijvoorbeeld voor fauna of voor fietsers: een weg).
Bevoegd gezag
Overheidsorgaan dat bevoegd is (in dit geval Provinciale Staten van Noord-Holland) besluit te
nemen over de voorgenomen activiteit van de initiatiefnemer (in dit geval Provinciale Staten van
Noord-Holland in hun functie van dagelijks bestuur van de provincie Noord-Holland).
Capaciteit
De maximale hoeveelheid verkeer die een weg of kruispunt binnen een bepaalde tijdseenheid
kan verwerken.
Congestie
Snelheidsverlaging en filevorming met als gevolg daarvan tijdverlies.
Cultuurhistorie
De geschiedenis van de beschaving.
Ecologie
Wetenschap die de relaties bestudeert van levensvormen en hun omgeving.
Ecologische hoofdstructuur (EHS)
Samenhangend stelsel van natuurkerngebieden, ontwikkelingsgebieden en verbindingszones.
Ecosysteem
Stelsel van levende organismen en onderdelen van niet levende natuur, inclusief alle onderlinge
betrekkingen in een bepaald geografisch gebied.
Emissie
Hoeveelheden stoffen of geluid die door bronnen in het milieu worden gebracht.
Etmaalintensiteit
De hoeveelheid verkeer op een weg in 24 uur.
Externe veiligheid
Beleidsveld dat zich bezig houdt met de beheersing van activiteiten die een risico voor de
omgeving met zich mee brengen. In bedrijven kunnen namelijk ongevallen voorkomen met
effecten binnen en buiten het bedrijfsterrein. Het gaat vaak om kleine kansen op ongevallen,
maar soms met grote gevolgen. Het begrip 'risico' drukt deze combinatie van kans en effect uit.
Fauna
Verzameling van diersoorten die in een gebied wordt aangetroffen.
Flora
Verzameling van plantensoorten die in een gebied wordt aangetroffen.
Geluidcontour
Lijn getrokken door een aantal punten van gelijke geluidbelasting. Door contouren te berekenen
is het mogelijk het gebied vast te stellen dat een bepaalde geluiddruk ondervindt.
Geohydrologie
Wetenschap die de directe relatie tussen hydrologie en geologische opbouw bestudeert.
Historisch - geografisch
Geschiedkundige aardrijkskunde betreffend.
Initiatiefnemer
Rechtspersoon die de m.e.r.-plichtige activiteit wil ondernemen.
Kwel
Opwaartse grondwaterstroming.
Meest milieuvriendelijk alternatief
Alternatief voor de voorgenomen activiteit, opgesteld vanuit de doelstelling zo min mogelijk
schade aan het milieu toe te brengen, respectievelijk zoveel mogelijk verbetering te realiseren
uitgaande van de gegeven doelstelling.
MER
Het milieueffectrapport.
m.e.r.
milieueffectrapportage (de procedure).
Mitigerende maatregelen
Verzachtende maatregelen, waardoor het effect positiever wordt.
Mobiliteit
Aantal en lengte van verplaatsingen per inwoner en tijdseenheid.
M.v.t./etm
Motorvoertuigen per etmaal
Plangebied
Het gebied waarin de voorgenomen activiteit wordt ondernomen.
Potentiële natuurwaarden
De natuurwaarden die kunnen ontstaan wanneer de autonome ontwikkelingen worden
gerealiseerd worden 'potentiële waarden' genoemd.
Provinciaal ecologische hoofdstructuur (PEHS)
Samenhangend stelsel van natuurkerngebieden, ontwikkelingsgebieden en verbindingszones in
een provincie.
Provinciaal inpassingbesluit
Provinciaal bestemmingsplan op basis van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening.
SBZ
Speciale beschermingszone conform de Europese Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn.
Studiegebied
Het gebied tot waar de milieugevolgen ten gevolge van de opwaardering van de Westfrisiaweg
reiken.
Vegetatie
Samenhangend geheel van in een gebied voorkomende plantensoorten.
Verkeersafwikkeling
Doorstroming en verwerking van verkeersstromen.
Verkeersintensiteit
Aantal voertuigen dat per etmaal een bepaald punt op een wegverbinding passeert.
Bijlage
Literatuurlijst
[DLG. 2001]
Dienst Landelijk Gebied (DLG), Gebiedsplan Kop en Westfriesland (begrenzingen programma
beheer), Haarlem, juli 2001, in opdracht van de provincie Noord-Holland
[Gemeente Drechterland, 1994]
Gemeente Drechterland, Structuurschets Drechterland
[Gemeente Enkhuizen, 2004]
Gemeente Enkhuizen, Structuurplan Enkhuizen, Hoorn, november 2004, opgesteld in
samenwerking met bureau HzA, Stedebouw & Landschap
[Gemeente Enkhuizen, 2005]
Gemeente Enkhuizen, Verkeersplan Enkhuizen
[Gemeente Heerhugowaard]
Gemeente Heerhugowaard, Waterplan 2006 - 2015
[Gemeente Heerhugowaard]
Gemeente Heerhugowaard, Structuurbeeld 2005 - 2015
[Gemeente Hoorn, 1998a]
Gemeente Hoorn, Grondgebruikkaart-kunstwerken structuurplan Bangert en Oosterpolder,
Rotterdam, april 1998, opgesteld door VHP
[Gemeente Hoorn, 1998b]
Gemeente Hoorn, Structuurplan Bangert en Oosterpolder van de gemeente Hoorn, Rotterdam,
november 1998. opgesteld door VHP
[Gemeente Hoorn, 1999]
Gemeente Hoorn, Toelichting Structuurplan Bangert en Oosterpolder van de gemeente Hoorn,
Rotterdam, maart 1999, opgesteld door VHP
[Gemeente Hoorn, 2005]
Gemeente Hoorn, Stadsvisie Hoorn 2005 - 2015
[Gemeente Koggenland]
Milieubeleidsplan 2007 t/m 2009
[Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, 2006]
Verkeersveiligheidsplan, Beleid ten aanzien van verkeersveiligheid en wegcategorisering.
[Provincie Noord-Holland]
Nota cultuurhistorisch regioprofiel
[Provincie Noord-Holland]
Nota Groene wegen
[Provincie Noord-Holland, 1994]
Provincie Noord-Holland, Beleidsnota natuur en landschap - Deelnota Ecologische structuren en
natuur- en landschapsbouw, beleidsvisie ontwikkeling provinciale ecologische hoofdstructuur
PEHS, Haarlem, maart 1994
[Provincie Noord-Holland, 2002]
Provincie Noord-Holland, Provinciaal Milieubeleidsplan 2002 - 2006, waar een wil is, is een weg,
Haarlem, oktober 2002
[Provincie Noord-Holland, 2003]
Provincie Noord-Holland, Verkeers- en Vervoersplan Noord-Holland - Ruimte voor mobiliteit,
beleidsdeel, Haarlem, mei 2003
[Provincie Noord-Holland, 2004a]
Provincie Noord-Holland, Evenwichtig omgaan met water- Een Noord-Hollands kader voor
WB21, Haarlem, mei 2004
[Provincie Noord-Holland, 2004b]
Provincie Noord-Holland, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord (streekplan), Haarlem,
oktober 2004
[Provincie Noord-Holland, 2005a]
Provincie Noord-Holland, Agenda Recreatie en Toerisme 2004 - 2007, Jaarrapportage 2004,
Haarlem, maart 2005
[Provincie Noord-Holland, 2005b]
Provincie Noord-Holland, Agenda Recreatie en Toerisme 2004 - 2007, Uitvoeringsprogramma
2005. Haarlem, maart 2005
[Provincie Noord-Holland, 2005c]
Provincie Noord-Holland, Voordracht vaststelling landschapsverordening Noord-Holland 2005,
Haarlem, mei 2005
[Provincie Noord-Holland, 2005d]
Provincie Noord-Holland, Noord-Holland Natuurlijk! - Nota Natuurbeleid 2005, Haarlem, oktober
2005
[Provincie Noord-Holland, 2005e]
Provincie Noord-Holland, Landschapsverordening Noord Holland
[Provincie Noord-Holland, 2005f]
Provincie Noord-Holland, Provinciaal actieplan luchtkwaliteit
[Provincie Noord-Holland, 2006]
Provincie Noord-Holland, Bewust omgaan met water - Provinciaal Waterplan Noord-Holland
2006-2010, Haarlem, maart 2006
[Recreatieschap Westfriesland, 2006]
Uitwerking landschapsplan West Friesland, deelplan Koggenland
M.e.r. stukken
[Grontmij, 2006]
Grontmij, Advisehng procedures opwaardering Westfrisiaweg - Vervlechting noodzakelijke
procedures en opzet van een integrale planning. De Bilt, januari 2006. In opdracht van provincie
Noord-Holland, bureau Verkeer en Vervoer
[Goudappel Coffeng, 2005a]
Goudappel Coffeng, Concept(kaart) - Verkeersonderzoek N302, Ontwerp N302, 21 april 2005 (4
bladen), in opdracht van Provincie Noord-Holland
[Goudappel Coffeng, 2005b]
Goudappel Coffeng. Verkeersonderzoek N507/N243, N507, 21 april 2005 (4 bladen), in opdracht
van Provincie Noord-Holland
[Goudappel Coffeng, 2005c]
Goudappel Coffeng, Verkeersonderzoek Westfrisiaweg, juni 2005, in opdracht van de provincie
Noord-Holland
[Provincie Noord-Holland, 2006a]
Provincie Noord-Holland, Trajectnota/MER - Startnotitie opwaardering Westfrisiaweg, Haarlem,
mei 2006
[Provincie Noord-Holland, 2006b]
Provincie Noord-Holland, Inspraakreacties Startnotitie 'Opwaardering Westfrisiaweg', Haarlem
[Van der Goes en Groot. 2006]
Van der Goes en Groot, Westfrisiaweg - Quick scan Flora- en faunagegevens, Alkmaar. 2006. in
opdracht van de provincie Noord-Holland
Bestemmingsplannen + kaarten
[Gemeente Heerhugowaard, 2005]
Gemeente Heerhugowaard, sector stadsontwikkeling, luchtfoto toekomstig tracé Westfrisiaweg,
onderdeel Heerhugowaard, tekeningnummer 1-02, november 2005
Provincie Noord-Holland, Kaart N302 van km 30.075 tot km 40.5
Provincie Noord-Holland. Kaart N506 van km 32.2 tot km 38.680
Provincie Noord-Holland. Kaart N507 van km 0.000 tot km 10.455
Provincie Noord-Holland, Kaart N243 van km 11.3 tot km 17.727
Gemeente Drechterland, bestemmingsplan Westfrisiaweg tracé
[Gemeente Avenhorn, 1977]
Gemeente Avenhorn. Bestemmingsplankaart Avenhorn - gedeelte Landelijke gebied, blad E,
plannummer 3475. augustus 1977
[Gemeente Wester - Koggenland. 2005]
Gemeente Wester - Koggenland, Voorontwerp Bestemmingsplankaart Landelijk gebied 2005
blad 2/5, opgesteld door Royal Haskoning, februari 2005
[Gemeente Wester - Koggenland, 1987]
Gemeente Wester - Koggenland, Bestemmingsplankaart Braken, september 1987
[Gemeente Wester - Koggenland. 2003]
Gemeente Wester - Koggenland. Bestemmingsplankaart Kom Avenhorn / De Goorn, maart 2003
[Gemeente Obdam. 2000]
Gemeente Obdam, bestemmingsplankaart Obdam landelijk gebied 2000, juni 2000. opgesteld
door Zandvoort Ordening en Advies
[Gemeente Obdam, 2002]
Gemeente Obdam, Voorschriften Bestemmingsplan Obdam landelijk gebied 2000. herziening
2002, april 2003, opgesteld door Royal Haskoning
[Gemeente Obdam, ?]
Gemeente Obdam, Voorontwerp Bestemmingsplan (kaart + voorschriften) 'Obdam - Hensbroek',
jaartal?, opgesteld door BRO
[Gemeente Berkhout, 1978]
Gemeente Berkhout, Bestemmingsplankaart Landelijk gebied, augustus 1978
[Gemeente Wervershoof, 1994]
Gemeente Wervershoof, Bestemmingsplan Buitengebied (deel kaart + voorschriften), februari
1994
[Gemeente Hoorn, 2005]
Gemeente Hoorn, Voorontwerp herziening ex artikel 30 WRO bestemmingsplan Bangert en
Oosterpolder - plankaart, maart 2005
[Gemeente Hoorn, 1981]
Gemeente Hoorn, Voorschriften bestemmingsplan Westfrisiaweg 1981, 1981
[Gemeente Hoorn, 2004]
Gemeente Hoorn, Voorschriften Bestemmingsplan Risdam 2004, juli 2005
[Gemeente Hoorn, 1992]
Gemeente Hoorn, Bestemmingsplan Bedrijventerrein Westfrisia (kaart + voorschriften), maart
1992
[Gemeente Hoorn, 2002]
Gemeente Hoorn, Bestemmingsplan bedrijventerrein Westfrisia Oost fase III (kaart +
voorschriften), december 2002
[Gemeente Hoorn, 2005]
Gemeente Hoorn, Concept plankaart verdubbeling Westfrisiaweg gedeelte Oostergouw-rijweg
met ongelijkvloerse kruising, maart 2005
[Gemeente Heerhugowaard, 2005]
Gemeente Heerhugowaard, Bestemmingsplan Bedrijventerrein De Vork (kaart + toelichting), mei
2005
[Gemeente Heerhugowaard, 2001]
Gemeente Heerhugowaard, Bestemmingsplan Buitengebied Heerhugowaard (kaart + toelichting),
januari 2001
[Gemeente Wognum, 1982]
Gemeente Wognum, Voorschriften bestemmingsplan Westfrisiaweg 1982, 1982
[Gemeente Enkhuizen, ?]
Gemeente Enkhuizen. Uitbreidingsplan
[Gemeente Enkhuizen, 1977)
Gemeente Enkhuizen, bestemmingsplankaarl Boerenhoek, mei 1977
[Gemeente Enkhuizen. 2005]
Gemeente Enkhuizen, Concept voorontwerp bestemmingsplankaarl Noord / Oude Gouw,
augustus 2005
[Gemeente Enkhuizen, 2005)
Gemeente Enkhuizen, Bestemmingsplankaart landelijk gebied Enkhuizen, juli 2005
[Gemeente Enkhuizen, 1977)
Gemeente Enkhuizen, Bestemmingsplankaart Zuidwesthoek, december 1977
[Gemeente Enkhuizen, 1994)
Gemeente Enkhuizen, Ontwerp bestemmingsplankaart Krabbersplaat, oktober 1994
[Gemeente Enkhuizen, 1983)
Gemeente Enkhuizen, Bestemmingsplankaart industrieterrein Ketenwaal. juni 1983
[Gemeente Enkhuizen, 2004)
Gemeente Enkhuizen, Ontwerp bestemmingsplankaart Gommerwijk, december 2004
[Gemeente Enkhuizen, 2000]
Gemeente Enkhuizen, Bestemmingsplankaart Schepenwijk Fase 1, juni 2000
[Gemeente Enkhuizen, 2005]
Gemeente Enkhuizen, Correctieve en partiele herziening bestemmingsplan landelijk gebied
Enkhuizen, juli 2005
Overig
Offerte 'Modelwerkzaamheden MER Westfrisiaweg' van Goudappel Coffeng in opdracht van
provincie Noord-Holland
Adressenlijst ambtelijke kerngroep, persvoorlichters en bestuurlijke kerngroep
Brief van gemeente Hoorn (25 oktober 2005) met relevante beleidsstukken die van invloed
kunnen zijn op de MER
Offerteaanvraag agrarisch structuuronderzoek aan Stivas door provincie Noord-Holland
Gunning opdracht natuuronderzoek Westfrisiaweg aan Van der Goes en Groot door provincie
Noord-Holland
Advies (1 maart 2006) + memo (23 februari 2006) van milieudienst Westfriesland op startnotitie
opwaardering Westfrisiaweg aan Provincie Noord-Holland
Gemeente Enkhuizen: overzicht m.e.r. - relevante passages en delen plankaarten voor tracé
Westfrisia
Gemeente Enkhuizen: Streefbeeld Westfrisiaweg
[GOconnectlT, 2006]
GOconnectlT, Kostenramingen Kabels en Leidingen Westfrisiaweg Heerhugowaard - Hoorn -
Enkhuizen, 14 juli 2006, in opdracht van de provincie Noord-Holland
Bijlage
3 Natuurbeschermingswetgeving
Inleiding De natuurbescherming wordt in Nederland geregeld door de Flora-en-Faunawet
(soortbescherming), de Natuurbeschermingswet 1998 en de Wet op de Ruimtelijke Ordening
(gebiedsbescherming). In hoofdstuk 1 wordt de soortbescherming behandeld, in hoofdstuk 2 de
gebiedsbescherming.
Flora-en-Faunawet
De Flora-en-Faunawet voorziet in de bescherming van een groot aantal in Nederland aanwezige
dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De beschermde diersoorten (vogels, vissen,
zoogdieren, amfibieën, reptielen, insecten, et cetera) en +/-100 plantensoorten zijn te vinden op
lijsten, die deel uitmaken van de Flora-en-Faunawet.
Op grond van de Flora-en-Faunawet is het verboden: "nesten, holen of andere voortplantings- of
vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren behorende tot een beschermde inheemse soort te
vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren" (art. 11 Flora-en-Faunawet). Ook is het
verboden: "dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te
verontrusten" (art. 10 Flora-en-Faunawet). Tenslotte is het verboden: "planten, behorende tot een
beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te
vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te
verwijderen" (art. 8 Flora-en-Faunawet). Als er sprake is van aantasting, is het uitvoeren van een
dergelijke activiteit alleen toegestaan met een ontheffing van de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit. Voor een groot aantal beschermde soorten geldt echter sinds 23 februari
2005 een vrijstelling, mits de algemene zorgplicht in acht wordt genomen.
Voordat kan worden gestart met eventueel verstorende werkzaamheden geeft de wet aan dat de
volgende handelingen moeten worden doorlopen:
• Bepaling van de waarde ter plaatse van het plangebied en haar directe omgeving voor
(beschermde) planten- en diersoorten
• Bepaling van de effecten van de voorgenomen plannen op die soorten en hun leefgebieden;
• Bepaling van de mogelijkheden om rekening te houden met die soorten en leefgebieden:
naarmate er beter rekening kan worden gehouden met deze leefgebieden zal het uiteindelijke
effect geringer zijn. De maatregelen die het effect verkleinen worden wel verzachtende of
'mitigerende' maatregelen genoemd
• Eventueel een vervolgtraject, wanneer mitigerende maatregelen onvoldoende blijken te zijn.
Onderdeel hiervan kan uitwerking van compenserende maatregelen zijn
Voor de mogelijkheid van het verlenen van de ontheffing, wordt sinds 23 februari 2005
onderscheid gemaakt tussen drie categorieën beschermde soorten:
• Extra beschermde soorten: de Habitatrichtlijnsoorten en de zwaardere categorieën van de
rode lijsten (deze zijn inmiddels alle gepubliceerd in de Staatscourant)
• De meest algemene, niet bedreigde soorten. Voor deze soorten geldt een vrijstellingsregeling
• Een tussencategorie, de resterende beschermde soorten. Hiervoor geldt een vrijstelling
wanneer wordt gehandeld volgens een goedgekeurde gedragscode. In andere gevallen moet
voor deze soorten een ontheffing worden gevraagd
1. Extra beschermde soorten ('tabel 3-soorten')
Voor extra beschermde soorten kan alleen ontheffing voor ontwikkelingen worden verleend indien
aan de volgende criteria wordt voldaan:
• Er bestaat geen andere bevredigende oplossing; Dat betekent dat er alternatieven (zowel
voor de locatie als voorgenomen ruimtelijke ingreep) onderzocht moeten worden voor de in
het geding zijnde activiteit
• Er is sprake van de belangen, vermeld in art. 75, lid 4, sub a of genoemd in art. 2 van
Vrijstellingsbesluit. Een essentiële ontheffingsgrond voor een ruimtelijk project of plan komt
naar voren in art. 2 van het Vrijstellingsbesluit. Ontheffing kan worden verleend indien er
sprake is van "dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van sociale en
economische aard, en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten"
• Er wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van de instandhouding van de soort op
populatieniveau. Bij tabel 3-soorten kan het zijn dat schade aan een relatief klein aantal
individuen reeds van invloed is op een (deel) populatie
Indien de gunstige staat van de betrokken soort(en) in het geding komt, dienen maatregelen te
worden genomen om de instandhouding te garanderen. Dat kan door compenserende, maar ook
mitigerende (verzachtende) maatregelen te nemen. Of er en welke compenserende en/of
mitigerende maatregelen nodig zijn, kan de minister van LNV in de voorschriften bij de ontheffing
aangeven.
2. Algemeen voorkomende beschermde soorten ('tabel 1-soorten')
Voor deze soorten geldt een vrijstellingsregeling.
3. Overige beschermde soorten ('tabel 2-soorten')
Voor de overige beschermde soorten kan door LNV ontheffing worden verleend als geen afbreuk
wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort (effecten op regionaal
populatieniveau). Indien gunstige staat van instandhouding van de soort wel in het geding komt,
dienen mitigerende en/of compenserende maatregelen te worden getroffen.
Voor initiatiefnemers die individueel of gezamenlijk beschikken over een door het Ministerie van
LNV goedgekeurde gedragscode die aangeeft op welke wijze rekening wordt gehouden met
beschermde soorten geldt voor deze soorten eveneens een vrijstelling.
Vogels
Vogels nemen in de Flora-en-Faunawet een bijzondere positie in. Voor het verstoren van
broedende vogels wordt in principe geen ontheffing verleend. Voor het aantasten van vogels
geldt een zware toets (vergelijkbaar met tabel 3-soorten).
Uit de praktijk blijkt dat een ontheffing benodigd is voor het aantasten van vaste verblijfplaatsen
van uilen, nesten van roofvogels in bomen, holen van spechten, waaronder de Grote bonte
specht (bron: interne notitie LNV).
Zorgplicht
In de Flora-en-Faunawet is een zorgplicht opgenomen (artikel 2, lid 1: Een ieder neemt
voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe
leefomgeving, artikel 2, lid 2: De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een
ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige
gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen
achterweg te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen
te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te
voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te
beperken of ongedaan te maken).
De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het
geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht betekent
niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, op zodanige
wijze gebeurt dat het lijden zo beperkt mogelijk is.
Over de rode lijst
De rode lijsten hebben een wettelijke status. Soorten die op de rode lijst zijn geplaatst, zijn niet
per definitie ook beschermd: deze soorten zijn alleen beschermd als ze ook in de Flora-en-
Faunawet als beschermde soort zijn opgenomen. Een deel van de meest bedreigde planten- en
diersoorten heeft eenzelfde status als de Habitatrichtlijnsoorten (zie eerder in deze bijlage onder
extra beschermde soorten).
2. Gebiedsbescherming
Natuurbeschermingswet 1998
De Natuurbeschermingswet 1998 van 25 mei 1998 (Nbw 1998) behelst de bescherming van
natuur en landschap. De gebiedsbescherming staat centraal in deze wet. Daarbij kan het gaan
om uiteenlopende natuurgebieden en beschermde waarden. Ook de schaal van de gebieden kan
sterk verschillen. Het betreft de volgende te beschermen gebiedscategorieën:
• Natura2000 (Speciale beschermingszones Vogel- en Habitatrichtlijn)
• Beschermde natuurmonumenten en Staatsnatuurmonumenten.
• Ramsar-wetlands.
Natura2000-gebieden
De bescherming van Natura2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijn) volgens de gewijzigde
Natuurbeschermingswet 1998 is vergelijkbaar met de bescherming volgens artikel 6 van de
Habitatrichtlijn, die de afgelopen jaren in Nederland is toegepast. Nederland past een
vergunningenstelsel toe.
Hierdoor is in ons land een zorgvuldige afweging gewaarborgd rond projecten die gevolgen
kunnen hebben voor Natura2000-gebieden. Deze vergunningen worden verleend door de
provincies of door de Minister van LNV. Of de vergunning wordt verleend door de provincie of
door LNV is afhankelijk van de aard, omvang en ligging van de projecten.
Natura2000-gebieden mogen geen significante schade ondervinden. Dit houdt in dat bepaalde
plannen en projecten op zichzelf óf in combinatie met andere plannen en projecten de
natuurwaarden waarvoor de gebieden zijn aangewezen, niet significant negatief mogen
beïnvloeden. Elke ontwikkeling in of nabij een Natura2000-gebied dient te worden onderworpen
aan een 'voortoets'. Uit de voortoets moet blijken of kan worden uitgesloten dat de gewenste
werkzaamheden/ontwikkelingen een significant negatief effect hebben (op zichzelf of in
combinatie met andere plannen of projecten). Het Natura2000-gebied 'Markermeer' is
aangewezen als Vogelrichtlijngebied.
Nederland zal in de komende jaren voor alle gebieden die samen Natura2000 vormen,
beheerplannen opstellen. Deze beheersplannen maken duidelijk welke activiteiten wel en niet
mogelijk zijn in en om die gebieden.
Beschermde natuurmonumenten
De gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 heeft gevolgen voor de Beschermde
natuurmonumenten en Staatsnatuurmonumenten. Het verschil is (binnenkort) verdwenen; beide
vallen onder de noemer Beschermde natuurmonumenten. Verder wordt onderscheid gemaakt
tussen Beschermde natuurmonumenten die binnen en buiten Natura2000-gebieden liggen: Het
beschermingsregime van de gebieden die binnen Natura2000-gebieden liggen en die al onder de
oude wet zijn aangewezen, treedt terug. Natuurwaarden en natuurschoon waarvoor deze
gebieden waren aangewezen, worden opgenomen in de doelstellingen voor instandhouding van
het betreffende Natura200Q-gebied. Voor gebieden die buiten de Natura2000-gebieden liggen,
geldt dat handelingen in of rondom Beschermde natuurmonumenten (De Westfrisiaweg heeft
externe invloed) die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor dieren en planten in dat gebied, of die het
Beschermde natuurmonument ontsieren, zijn verboden, tenzij de minister van LNV of de
provincie een vergunning heeft verleend.
Wetlands
De begrenzingen van Wetlands in Nederland komt overeen met de begrenzing van
Vogelrichtlijngebieden. De aanwijzing is geregeld in de Beschikkingen in het kader van de
Vogelrichtlijn (ministerie van LNV). De natuurwaarden binnen Wetlands hebben met name
betrekking op de functie voor vogels. Wanneer effecten op Vogelrichtlijngebieden (Natura2000-
gebieden) zijn bepaald, dan geldt de uitkomst hiervan ook voor Wetlands.
Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)
De Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) is de basis voor de vaststelling van het ruimtelijk
beleid op rijks-, provinciaal, en gemeentelijk niveau. De bescherming van de Ecologische
Hoofdstructuur is hierin verankerd. Nationaal ruimtelijk beleid kan worden vastgelegd in een
planologische kernbeslissing (PKB).
Op provinciaal niveau moet ruimtelijk beleid worden neergelegd in een streekplan.
De gemeente kan ruimtelijk beleid neerleggen in een structuurplan. Tevens is de gemeente
verplicht om voor gebieden buiten de bebouwde kom het ruimtelijk beleid vast te leggen in een
bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is het enige burgers bindende ruimtelijke plan. In het
kader van het totstandkomen van met name het bestemmingsplan speelt de
natuurbeschermingswetgeving een steeds grotere rol.
De (landelijke) Ecologische Hoofdstructuur (EHS) werd officieel geïntroduceerd in het
Natuurbeleidsplan en is hierna opgenomen in het Structuurschema Groene Ruimte. De
(landelijke) EHS zoals weergegeven in het Structuurschema Groene Ruimte is inmiddels
gedetailleerd uitgewerkt in provinciale ecologische hoofdstructuren (PEHS). Ook hebben alle
provincies hun eigen provinciale compensatiebeginsel geformuleerd in meer of mindere mate
gebaseerd op het compensatiebeginsel uit het SGR .
Aan de EHS is een afwegingskader verbonden dat vrijwel identiek is aan dat van artikel 6 lid 2, 3
en 4 van de Habitatrichtlijn. Hieronder wordt dit afwegingskader uiteen gezet.
Indien het vermoeden bestaat dat schade wordt aangebracht aan de natuurwaarden binnen de
Ecologische Hoofdstructuur, dienen de volgende stappen doorlopen te worden:
1. Vindt er aantasting plaats van natuurwaarden (de zogenaamde 'wezenlijke waarden en
kenmerken') van de Ecologische Hoofdstructuur of heeft de ontwikkeling (deels) binnen de
begrensde Ecologische hoofdstructuur plaats?
2. Indien dat het geval is, kan redelijkerwijs elders of op een andere manier aan dit
zwaarwegend belang tegemoet worden gekomen? Deze stap bestaat in feite uit twee
deelvragen:
a. Is de ontwikkeling noodzakelijk? Bij beantwoording kunnen bijvoorbeeld (sociaal-)
economische argumenten worden gebruikt.
b. Is de ontwikkeling noodzakelijk op deze locatie? Aangetoond moet worden dat,
mede op basis van ecologische criteria, alternatieve locaties minder gunstig zijn.
3. Indien dat niet het geval is, kunnen redelijkerwijs mitigerende maatregelen worden genomen
om de aantasting zo klein mogelijk te doen zijn?
4. Indien dit niet (voldoende) het geval is, welke compensatie wordt dan geboden voor het
verloren gaan van de waarden?
Bijlage
4 Kaarten cultuurhistorische waardering
CombinatiekaartAMK/én CHW-HÏstppjsche (geografie Tracé Rondweg Heerhugpwaard schaal: MO.OOO
Archeologie archeologische monumenten
| terrein van archeologische betefcems
j | ten-e>n van archeologische waarde
1 _J ter-e<n van hoge archeotogtsche waarde
| terrein van zeer hoge arcneotogische waarde
B terrein van zeer hoge archeologische waarde beschermd
Tracé Varianten ^ > a ^ > * Tracé datatovonng Tauw
^ ^ J Tracé datatevermg Tauw 500m
. ' • — V - : • • • • '
Historische Geografie L 1 Van waarde
B H°9e waarde
I 1 2eer hoge waarde
ILKt
van waarde
Hoge waarde
Zeer hoge waarde
CHW-cod*
Combinatiekaart AMK en CHW-Historische Geografie
! •
:;
Archeologie archeologische monumenten
| terrein van archeologische betekenis
| terrein van archeologische waarde
| terrein van hoge archeologische waarde
| terrein van zeer hoge archeologische waarde
| terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd
Tracé Varianten «aaaaa> Tracé datalevenng Tauw
J Tracé datalevenng Tauw 500m
' Zoekgebled Obdam
j Zoekgebled Heerhugowaard
_ • _ • • Assen Obdam
Historische Geografie Van waarde
Hoge waarde
Zeer hoge waarde
n v t .
Van waarde
Hoge waarde
Zeer hoge waarde
>»«»»i CHW-code
a-
Archeologie archeologische monumenten
| terrein van archeologische betekenis
^ terrein van archeologische waarde
| torren van hoge archeologische waarde
| torren van zeer hoge archeologische waarde
| terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd
Tracé Varianten • • • • • •> Tracé dataievenng Tauw
J Tracé dataievenng Tauw 500m
Historische Geografie | Van waard»
B j Hoge waarde
^ ] Zeer hoge waarde
n v t .
Van waarde
Hoge waarde
Zeer hoge waarde
w«to»G CHW-code
Synthegra BV
Combinatiekaart AMK en CHW-Historische Geografie Tracé A7 - Markerwaardweg schaal: < '2 500
176163_AMK^CHW_Comtx. 12122006_SD_1.0
Archeologie archeologische monumenten
| temwn van wntmtk>g*Ch* b f f c r w
i torren van archootog'Kne waard*
| terrein van hoge arctwotogncne waard*
| terrein van zeer heg* archeotoo«cr* waarde
| terrem van zeer hoge areneotogocne waard• bateharmd
Varianten en alternatieven Tracé •^a^aB A7-Markerwaardweg
: • • - • - - ,-
^JZoewgetaed aaematw.B tracé
Historische Geografie I Vanwaarrje
• >»)• J Zeer hoge waaide
nvt
Ven
Hoge
Zeer hoge waarde
• « t o t CHW-oode
Synthegra BV
Combinatiekaart AMK en CHW-Historische Geografie Markerwaardweg - Houtribdijk
schaal i 12500
176163_AMK_CHWLCombi_12122006_SD_1 0
ogie archeologische monumenten
^ tenen van arofraotoggcft* betekenis
| tenen van archeotoo**** waard*
E tenen van hoge arrjt#otog«ch* «raam*
J tenen van zeer hoge ercnec*»g*ch* waarde
| terren *an z e * hoge arcneotogtsct* waarde bwtftarmd
Varianten en alternatieven Tracé •^••)A7-Markerw»ardw*g
• ^ • V N o o r d n c a
BBBjjj» Doorsteek Hoogkanoai
Doorstaat Lutfebro**
ta^ta» Doorsteek E nkhuuen
"jZoekgebwd alternatieve traca
Historische Geografie
| B H o g t . u f t »
I I Z«er hog* waanto
n v l
W W — W »
H o g t o H A
Ze«r hoge waaro*
Kilometers b 0,5
CHH -o»--
Synthegra BV
Toelichtende tabellen bij kaarten cultuurhistorische waardering.
Tabel Rondweg Heerhugowaard
CHW-code Datering Beschrijving
WFR068G 1629 Ringdijk ^Ringdijk Heerhugowaard)
WFR069G in of na 1629 Afwatering binnen polders (Molenweg)
WFR070G in of na 1629 Afwatering binnen polders (Wetering
tussen de Middenweg en de
Veenhuizerweg, Oostertocht)
WFR076G in of na 1629 Afwatering binnen polders (Oostertocht)
WFR083G 1629 Boezemwater (Ringvaart van de
Heerhugowaard)
WFR084G 1629 Boezemwater (Kade langs ringvaart van
de Heerhugowaard)
WFR356G 17e eeuw Wegenpatroon in landaanwinning
jwegenpatroon Heerhugowaard)
WFR397G 17e eeuw Lineaire nederzetting in droogmakerij
jHeerhugowaard/De Noord)
Tabel Rondweg Obdam
CHW-code Datering Beschrijving
WFR092G rond 1632 Ringsloot (Zuiderbraak)
WFR093G rond 1632 Ringsloot (Middenbraak)
WFR094G rond 1632 Ringsloot JNoorderbraak)
WFR132G onbekend Binnenwaterkerende kade of dijk
(Lutkedijk)
WFR176G onbekend Binnenwaterkerende kade of dijk (Kade
door Hensbroek, Obdam, Spanbroek,
Wadway en Wognum)
WFR324G Middeleeuwen Regelmatige strokenverkaveling
(Spanbroek, Wadway
en Wognum)
WFR398G Volle Middeleeuwen Lineaire nederzetting
Tabel oostelijk deel onderzoeksgebied
CHW-code Datering Beschrijving
WFR016G Middeleeuwen Djjk {Zuiderdjjk, IJsselmeerdijk)
WFR223G Volle of Vroege Middeleeuwen (Westwoud. Hoogkarspel, Lutjebroek
Bovenkarspel en Westeinde)
WFR224G Volle of Vroege Middeleeuwen Sloot (Wijzend, de Tocht]
WFR251G Onbekend Sloot (Oude Gouw]
WFR252G Onbekend Sloot (Kadjjk)
WFR279G 15e eeuw Singel en grasveld (restanten
stadswallen Enkhuizen)
WFR311G Volle of Vroege Middeleeuwen Grasland (Westwoud en Hoqg_karsDel]
WFR392G Volle Middeleeuwen NederzettingJEnkhuizen]
WFR415G Volle Middeleeuwen Nederzetting
(Oosterblokker/BinnenwijzendJ
WFR441G Volle Middeleeuwen Nederzetting
(Lutjebroek/Grootebroek/Bovenkarspel)
Tabel Polder Wogmeer
CHW-code Datering Beschrijving
WFR08_8G_ fqnd_15_98___ .Rjngsjoot
WFR089G
WFR090G
WFR300G
rond 1598
rond 1598
rond 1598
17e eeuw _
17e eeuw
Aftwtering binnen polders
Afwatering binnen polders
_?A'i9n^Je-verk^yeiing__
yy?Se-QPaiC99nLlJ?D5la.aDw'nn'n5
Lineajre nederzejtincj^n droogmaken^
WFR353G
WFR444G
Tabel Overig Westfrisiaweg
CHW-code Datering Beschrijving
WFR162G 1624 Boezemwater (Slimtocht)
WFR169G Onbekend Binnenwaterkerende kade of dijk (Weg
Avenhorn,
Zuid-Spierdijk. Spierdijk. Noord-
Spierdijk en Zandweren)
WFR229G Onbekend Boezemwater (Naamsloot)
WFR312G Vroege of Volle middeleeuwen Regelmatige strokenverkaveling
(OudjjkJ
WFR322G 16e/ 17e eeuw Onregelmatige strokenverkaveling
(Lekermeer)
WFR335G 17e eeuw (Hoomsche Trekvaart)
WFR336G 17e eeuw jHoorn-Alkm aar)
WFR348G 17e eeuw JN243, Jaagpad Alkmaar-Hoorn
WFR349G 17e eeuw jZesstedenwegJ
WFR386G Volle Middeleeuwen Lineaire nederzetting ^Berkhout)