737 Gezondheidswinst Door Actief Tabaksontmoedigingsbeleid
-
Upload
duongtuyen -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
Transcript of 737 Gezondheidswinst Door Actief Tabaksontmoedigingsbeleid
patiëntenbeleid
122 5-2006 > zorg & financiering
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties hoe-ven niet te vrezen voor hun voortbestaan. Denieuwe subsidieregeling biedt voldoende moge-lijkheden. Dat schrijft minister Hoogervorstvan VWS aan de Tweede Kamer.
Begin februari uitte de Tweede Kamer felle kri-tiek op het subsidiebeleid van de bewindsliedenvan VWS. Het leek erop dat allerlei patiënten-,gehandicapten- en ouderenorganisaties (PGO’s)in hun voortbestaan bedreigd zouden wordenomdat ze geen instellingssubsidie meer zoudenontvangen. Minister Hoogervorst schrijft nu aande Tweede Kamer dat voor patiëntenorganisatiesin ieder geval even veel subsidiegeld beschikbaaris als voorheen. Wel zullen enkele ouderenbon-den en een aantal gehandicaptenorganisatiesminder subsidie gaan ontvangen. In het verle-den hebben zij – op historische gronden – veelmeer subsidie ontvangen dan vergelijkbareorganisaties. Ook ouder- en familieorganisaties kunnengewoon blijven rekenen op subsidie, schrijft deminister. Wel is het zo dat ze worden gestimu-leerd om samen te werken met andere organisa-ties die zich op een zelfde doelgroep richten.Een van de doelen van de nieuwe subsidierege-ling is het wegnemen van de huidige willekeurin de verdeling van subsidies. Als voorbeeldnoemt Hoogervorst dat drie ouderenbonden
gezamenlijk 2,7 miljoen euro aan subsidie ont-vangen, veel meer dan vergelijkbare patiënten-en gehandicaptenorganisaties. Om tot eenrechtvaardiger verdeling van subsidiegelden tekomen, zullen de drie grote ouderenbonden in2009 met zeventig procent zijn gekort op desubsidies.Ook koepelorganisaties als de patiëntenfedera-tie NPCF (Nederlandse Patiënten en Consu-menten Federatie) en de CG-Raad (chronischzieken en gehandicapten) zullen tot zeventigprocent van hun instellingssubsidie kwijtraken.Daar staat tegenover dat een vrij groot deel vandeze gekorte subsidie voor deze organisatiesblijft gereserveerd voor projectsubsidies.
Voordeel
Hoogervorst stelt dat het voordeel van de nieuweregeling is dat er budget vrijkomt dat ondermeer gebruikt kan worden voor PGO-organisa-ties die voorheen geen subsidie ontvangen. In2009 bedraagt deze budgetruimte zes miljoeneuro. Een deel van dit geld wil hij inzetten vooruitvoering van de motie-Miltenburg: deze motiebeoogt bij de verschillende departementen geldvrij te maken voor organisaties die breed debelangenbehartiging van patiënten, gehandi-capten en/of ouderen op zich nemen.Bron: Stcrt. 2006, nr. 94<
736 patiëntenorganisaties hoeven niet te vrezen om hun bestaan
Accijnsverhogingen, massamediale campagnesen ondersteuning zijn doelmatige maatregelenom volwassenen te laten stoppen met roken.Al deze maatregelen leveren veel extra stoppersen daarmee gezondheidswinst op, tegen relatieflage kosten. Dit zijn de uitkomsten van hetonderzoek naar de gezondheidseffecten enkosten van het tabaksontmoedigingsbeleid,uitgevoerd door het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM), in opdrachtvan het Ministerie van VWS.
Om het tabaksbeleid te onderbouwen heeft hetRIVM de gezondheidseffecten en kosten geschatvoor verschillende maatregelen. Enkel maatre-gelen met bewezen effect op het aantal rokerszijn bekeken. De schattingen houden er reke-ning mee dat een deel van de ex-rokers later
737 gezondheidswinst door actief tabaksontmoedigingsbeleid
ZenF-0506 cyaan.qxd 14-6-2006 13:08 Pagina 122
beleidsontwikkeling/medezeggenschap
123zorg & financiering > 5-2006
opnieuw begint met roken en dat mensen dielanger leven extra zorg nodig hebben. Zelfs bijdeze voorzichtige schattingen blijken degezondheidseffecten op te wegen tegen dekosten van de maatregelen. Na een daling van het aantal rokers is het per-centage in 2005 weer gestabiliseerd op 28 pro-cent. Er is dan ook nog steeds veel gezondheids-winst te halen. In het ‘Nationaal ProgrammaTabaksontmoediging 2006-2010’ streeft hetMinisterie van VWS samen met het AstmaFonds, KWF Kankerbestrijding en de Neder-landse Hartstichting naar een daling tot twintigprocent rokers in 2010.
QALY’s
De gezondheidswinst van niet (meer) roken iste meten in QALY’s (quality adjusted life years).Een winst van één QALY staat gelijk aan eenextra jaar leven in goede gezondheid. Iemand
die niet begint met roken wint ongeveer zevenQALY’s. Een veertigjarige die stopt met roken enniet meer begint wint ongeveer vier QALY’s.Deze gezondheidswinst is vervolgens afgezettegen de kosten van verschillende maatregelen.Accijnsverhoging is de meest doelmatige maat-regel vanuit het gezondheidszorgperspectief.Daar komt bij dat accijnsverhoging ook hetroken onder jongeren ontmoedigt. De kosten-effectiviteit van een accijnsverhoging komt uitop rond de 5.000 euro per QALY. Voor massa-mediale campagnes ligt de kosteneffectiviteitbeneden de 10.000 euro per QALY.Ondersteuning bij stoppen met roken kost tus-sen de 9.000 en 16.000 euro per QALY.Dergelijke bedragen voor preventie gelden alsdoelmatig, omdat het betekent dat een extragezond levensjaar wordt gewonnen voor relatiefweinig geld. Bron: RIVM, 9 mei 2006<
Slechts een kwart van de gemeenten betrektcliëntenraden bij het lokale WMO-beleid.Bovendien blijven in deze gemeenten diversecliëntengroepen buiten beeld. Dat blijkt uitrecent onderzoek van het Verwey-JonkerInstituut.
Met invoering van de Wet maatschappelijkeondersteuning (WMO) per 1 januari 2007 wor-den gemeenten verantwoordelijk voor eensamenhangend stelsel van ondersteuning voorhun inwoners. De Welzijnswet, de Wet voorzie-ningen gehandicapten en de huishoudelijke ver-zorging uit de AWBZ gaan op in de WMO, waar-bij de gemeente de maatschappelijke steun vanzijn burgers op zich neemt. Daarbij geldt de verplichting om burgers encliëntenorganisaties te betrekken in de plannen
voor de WMO en hen de kans te geven mee tedenken en tijdig te reageren op die plannen.Uit het onderzoek Adviseren over maatschappelijkeondersteuning van het Verwey-Jonker Instituutblijkt nu dat slechts een kwart van de gemeentenhet advies van cliëntenraden gebruikt bij hungemeentelijk beleid. Het zijn vooral de ouderen en lichamelijk gehan-dicapten die om een inbreng wordt gevraagd,terwijl ook organisaties van chronisch ziekenzich redelijk weten te profileren op het lokaleniveau. Mensen met een psychische handicap enmantelzorgers zijn echter ondervertegenwoor-digd: zij worden door gemeenten nauwelijksbetrokken bij het lokale WMO-beleid. Dat geldtin nog sterkere mate voor dak- en thuislozen. Over de kwaliteit van de inbreng tonen de cliën-tenvertegenwoordigers zich over het algemeen
> medezeggenschap
738 cliënt beperkt betrokken bij wmo
ZenF-0506 cyaan.qxd 14-6-2006 13:08 Pagina 123