729 Geen Terugwerkende Kracht Ingangsdatum Indicatie: Verwijtbaar Te Laat Ingediend

2
jurisprudentie 27 zorg & financiering > 6-2009 mening over de aard van het vereiste 24 uurstoe- zicht. Uit de medische beoordeling volgde dat de aanwezigheid van een betrokken en empathi- sche volwassene voldoende werd geacht. De stelling dat meer gekwalificeerd toezicht nodig is, was niet nader onderbouwd. Nu verzekerde thuis de zorg kon ontvangen was geen sprake van inbreuk op het gezinsleven als bedoeld in artikel 8 EVRM. De voorlopige voorziening werd afgewezen. Bron: RZA 2009, 30< De Rechtbank Zwolle-Lelystad wees op 1 decem- ber 2008, onder nummer AWB 08/546 AWBZ, vonnis in een geschil tussen een verzekerde en het indicatieorgaan over de ingangsdatum van het indicatiebesluit. Vanwege familieomstan- digheden was eiseres, bekend met Parkinson, vanuit Duitsland naar Nederland verhuisd. Zij verbleef sinds 30 mei 2007 in een particuliere zorginstelling. Op 11 juli 2007 was een indicatie aangevraagd. De ingangsdatum van het indica- tiebesluit was vervolgens gesteld op de datum van aanvraag. Eiseres betwistte de ingangsda- tum en stelde dat de indicatie op 30 mei 2007 had moeten ingaan. Naar het oordeel van de rechtbank bestond voor verweerder, gelet op de individuele bijzondere omstandigheden die namens eiseres waren aan- gevoerd, reden om nadrukkelijk onder ogen te zien of er aanleiding was om gebruik te maken van de inherente afwijkingsbevoegdheid van zijn beleid. De gemachtigde had een helder en inzichtelijk beeld geschetst van de gang van zaken rond de verhuizing, hetgeen de rechtbank niet onrealistisch voorkwam. Het verweer dat eiseres een spoedaanvraag had kunnen indienen of een beroep had kunnen doen op artikel 16 Zorgindicatiebesluit leek niet reëel, nu eiseres op het moment dat zij naar Nederland kwam nog niet was ingeschreven bij de gemeente en geen zorgverzekeraar had. Het beroep werd gegrond verklaard. Bron: RZA 2009, 31< 728 bijzondere omstandigheden – verhuizing naar nederland – geven aanleiding tot afwijking van beleid ten aanzien van de ingangsdatum van het indicatiebesluit De Rechtbank Amsterdam wees op 8 december 2008, onder nummer nr. AWB 08/1492 AWBZ, vonnis in een geschil tussen een verzekerde en het indicatieorgaan over de ingangsdatum van het indicatiebesluit. Het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg; ver- weerder) hanteerde voor de verwerking van een aanvraag een termijn van zes weken. Om een aansluitende indicatie te kunnen verkrijgen moest een aanvrager ten minste zes weken voor het verlopen van de oude indicatie een nieuwe aanvraag doen. De rechtbank achtte deze ter- mijn, die verweerder indirect afleidde uit het bepaalde in artikel 12, eerste lid Zorgindicatie- besluit (Zib) niet onredelijk. De geldigheidsduur van de vorige indicatie liep af op 29 juni 2007. De nieuwe indicatie was ingegaan op 24 juli 2007. Eiser wenste een aansluitende indicatie. Eiser had zich pas op 20 juni 2007 gemeld met een nieuwe aanvraag, zonder een reden op te geven waarom hij zich zo laat had gemeld. Gelet 729 geen terugwerkende kracht ingangsdatum indicatie: verwijtbaar te laat ingediend

Transcript of 729 Geen Terugwerkende Kracht Ingangsdatum Indicatie: Verwijtbaar Te Laat Ingediend

Page 1: 729 Geen Terugwerkende Kracht Ingangsdatum Indicatie: Verwijtbaar Te Laat Ingediend

jurisprudentie

27zorg & financiering > 6-2009

mening over de aard van het vereiste 24 uurstoe-zicht. Uit de medische beoordeling volgde datde aanwezigheid van een betrokken en empathi-sche volwassene voldoende werd geacht. Destelling dat meer gekwalificeerd toezicht nodigis, was niet nader onderbouwd. Nu verzekerde

thuis de zorg kon ontvangen was geen sprakevan inbreuk op het gezinsleven als bedoeld inartikel 8 EVRM. De voorlopige voorziening werdafgewezen.Bron: RZA 2009, 30<

De Rechtbank Zwolle-Lelystad wees op 1 decem-ber 2008, onder nummer AWB 08/546 AWBZ,vonnis in een geschil tussen een verzekerde enhet indicatieorgaan over de ingangsdatum vanhet indicatiebesluit. Vanwege familieomstan-digheden was eiseres, bekend met Parkinson,vanuit Duitsland naar Nederland verhuisd. Zijverbleef sinds 30 mei 2007 in een particulierezorginstelling. Op 11 juli 2007 was een indicatieaangevraagd. De ingangsdatum van het indica-tiebesluit was vervolgens gesteld op de datumvan aanvraag. Eiseres betwistte de ingangsda-tum en stelde dat de indicatie op 30 mei 2007had moeten ingaan.

Naar het oordeel van de rechtbank bestond voorverweerder, gelet op de individuele bijzondere

omstandigheden die namens eiseres waren aan-gevoerd, reden om nadrukkelijk onder ogen tezien of er aanleiding was om gebruik te makenvan de inherente afwijkingsbevoegdheid van zijnbeleid. De gemachtigde had een helder eninzichtelijk beeld geschetst van de gang vanzaken rond de verhuizing, hetgeen de rechtbankniet onrealistisch voorkwam. Het verweer dateiseres een spoedaanvraag had kunnen indienenof een beroep had kunnen doen op artikel 16Zorgindicatiebesluit leek niet reëel, nu eiseresop het moment dat zij naar Nederland kwamnog niet was ingeschreven bij de gemeente engeen zorgverzekeraar had. Het beroep werdgegrond verklaard.Bron: RZA 2009, 31<

728 bijzondere omstandigheden – verhuizing naar nederland –geven aanleiding tot afwijking van beleid ten aanzien van deingangsdatum van het indicatiebesluit

De Rechtbank Amsterdam wees op 8 december2008, onder nummer nr. AWB 08/1492 AWBZ,vonnis in een geschil tussen een verzekerde enhet indicatieorgaan over de ingangsdatum vanhet indicatiebesluit.

Het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg; ver-weerder) hanteerde voor de verwerking van eenaanvraag een termijn van zes weken. Om eenaansluitende indicatie te kunnen verkrijgenmoest een aanvrager ten minste zes weken voor

het verlopen van de oude indicatie een nieuweaanvraag doen. De rechtbank achtte deze ter-mijn, die verweerder indirect afleidde uit hetbepaalde in artikel 12, eerste lid Zorgindicatie-besluit (Zib) niet onredelijk. De geldigheidsduurvan de vorige indicatie liep af op 29 juni 2007.De nieuwe indicatie was ingegaan op 24 juli2007. Eiser wenste een aansluitende indicatie.Eiser had zich pas op 20 juni 2007 gemeld meteen nieuwe aanvraag, zonder een reden op tegeven waarom hij zich zo laat had gemeld. Gelet

729 geen terugwerkende kracht ingangsdatum indicatie:verwijtbaar te laat ingediend

ZenF-0609-cyaan.qxd 10-6-2009 9:54 Pagina 27

Page 2: 729 Geen Terugwerkende Kracht Ingangsdatum Indicatie: Verwijtbaar Te Laat Ingediend

stelsel

28 6-2009 > zorg & financiering

op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep(CRvB) van 29 juni 2005 (LJN:AT8531) en hetdaarna door het CIZ ontwikkelde beleid, was erin dit geval onvoldoende grond om de indicatiemet terugwerkende kracht te kunnen lateningaan. Er was geen sprake van een situatiewaarin de aanvrager zelf geen verwijt treft voorhet te laat indienen van een aanvraag. Ook als ersprake was van een verhuizing en een storing bijverweerder was dit onvoldoende verklaring voorhet feit dat eiser zijn aanvraag te laat had inge-

diend. Eiser mocht er niet van uitgaan dat eenmogelijke storing hem zou ontslaan van de ver-plichting om, zo niet tijdig dan toch wel zospoedig mogelijk, een indicatie aan te vragen.Verweerder behoefde niet een uitzondering aante nemen op het beginsel dat een indicatie, metinachtneming van de genoemde verwerkingster-mijn van zes weken, geen terugwerkende krachtkan krijgen.Bron: RZA 2009, 32<

De Rechtbank Rotterdam deed op 13 februari2009, onder nummer AWB 08/1797 AWBZ-T2,uitspraak in een geschil tussen een verzekerdeen het indicatieorgaan over de ingangsdatumvan een vervolgindicatie. Het verzoek was doorhet indicatieorgaan afgewezen.

Volgens de daartoe ontwikkelde gedragslijn iseen indicatie met een ingangsdatum die ligtvoor de datum van het indicatiebesluit slechtsmogelijk onder bepaalde voorwaarden. Het indi-

catieorgaan stelde dat verzekerde daaraan nietvoldoet. Verzekerde voerde aan dat hij ook in hetvolgende tijdvak onveranderd op AWBZ-zorgwas aangewezen. De rechtbank oordeelde metinachtneming van de uitspraak van de CentraleRaad van Beroep van 17 december 2008 (RZA2009, 27) dat er bijzondere omstandighedenwaren om af te wijken van het uitgangspunt dateen indicatiebesluit geen terugwerkende krachtheeft.Bron: RZA 2009, 33<

730 verzoek om vervolgindicatie met terugwerkende kracht

De Voorzieningenrechter van de RechtbankUtrecht wees op 20 februari 2009, onder num-mer 260688/KG ZA 09-10, vonnis in een geschiltussen de ouders van een patiënt en zorginstel-ling Bartiméus over de opzegging van de zorg-overeenkomst.

De voorzieningenrechter overwoog dat uit-gangspunt is dat een zorgovereenkomst nietopzegbaar is, tenzij er gewichtige redenen voorde opzegging bestaan. Vaststond dat de vertrou-wensrelatie tussen Bartiméus en eisers (ouders)

als gevolg van meningsverschillen over de aanhun dochter te verlenen zorg heftig was ver-stoord. Gezien de duur van het conflict en deherhaalde (vergeefse) pogingen om tot eenoplossing te komen, lag herstel van die vertrou-wensrelatie niet in de lijn der verwachting.Derhalve waren er voldoende gewichtige rede-nen om de zorgovereenkomst op te zeggen. Deopzegging was ook met de nodige zorgvuldig-heid gedaan.Bron: RZA 2009, 34<

731 bartiméus heeft voldoende gewichtige redenen om zorgovereenkomst met bewoner op te zeggen

ZenF-0609-cyaan.qxd 10-6-2009 9:54 Pagina 28