Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de...

17
ALP-0057 1.0 Pagina 1 van 17 Laboratorium Klinische Biologie Document: ALP-0057 Versie: 1.0 Ingangsdatum: 25-2-2013 Goedkeuringstraject Auteur(s):Vrydags Nicolas Revisie Klinisch Bioloog:Van Rossom Paul Revisie Kwaliteitsfunctionaris:Vrydags Nicolas Bekrachtiging:Vael Carl Titel : Afname van lichaamsmateriaal Inhoud 1. DOEL .................................................................................................................................................................. 3 2. TOEPASSINGSGEBIED EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ..................................................................... 3 3. DEFINITIES EN TERMEN ............................................................................................................................... 3 4. TOESTELLEN EN HULPMIDDELEN ............................................................................................................. 3 5. WERKWIJZE ..................................................................................................................................................... 3 5.1 Algemeenheden bij het afnemen van lichaamsmateriaal .............................................................................. 3 5.1.1 Aanvraagformulier ............................................................................................................................ 3 5.1.2 Recipiënten en afnamemateriaal........................................................................................................ 4 5.1.3 Patiëntidentificatie ............................................................................................................................. 5 5.1.4 Beïnvloedende factoren ..................................................................................................................... 5 5.1.5 Veiligheid en hygiëne........................................................................................................................ 5 5.1.6 Transport van stalen naar het laboratorium ....................................................................................... 6 5.2 Veneuze bloedafname ................................................................................................................................... 7 5.2.1 Keuze van de punctieplaats .................................................................................................................... 7 5.2.2 Aanbrengen van de stuwband ................................................................................................................ 8 5.2.3 Ontsmetten van de punctieplaats ............................................................................................................ 9

Transcript of Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de...

Page 1: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 1 van 17

Laboratorium Klinische Biologie

Document: ALP-0057 Versie: 1.0

Ingangsdatum: 25-2-2013

Goedkeuringstraject

Auteur(s):Vrydags Nicolas

Revisie Klinisch Bioloog:Van Rossom Paul Revisie Kwaliteitsfunctionaris:Vrydags Nicolas

Bekrachtiging:Vael Carl

Titel : Afname van lichaamsmateriaal

Inhoud

1. DOEL .................................................................................................................................................................. 3

2. TOEPASSINGSGEBIED EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ..................................................................... 3

3. DEFINITIES EN TERMEN ............................................................................................................................... 3

4. TOESTELLEN EN HULPMIDDELEN ............................................................................................................. 3

5. WERKWIJZE ..................................................................................................................................................... 3

5.1 Algemeenheden bij het afnemen van lichaamsmateriaal .............................................................................. 3

5.1.1 Aanvraagformulier ............................................................................................................................ 3

5.1.2 Recipiënten en afnamemateriaal........................................................................................................ 4

5.1.3 Patiëntidentificatie ............................................................................................................................. 5

5.1.4 Beïnvloedende factoren ..................................................................................................................... 5

5.1.5 Veiligheid en hygiëne ........................................................................................................................ 5

5.1.6 Transport van stalen naar het laboratorium ....................................................................................... 6

5.2 Veneuze bloedafname ................................................................................................................................... 7

5.2.1 Keuze van de punctieplaats .................................................................................................................... 7

5.2.2 Aanbrengen van de stuwband ................................................................................................................ 8

5.2.3 Ontsmetten van de punctieplaats ............................................................................................................ 9

Page 2: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 2 van 17

5.2.4 Venapunctie ........................................................................................................................................... 9

5.2.5 Problemen tijdens venapunctie ............................................................................................................. 12

5.2.6 Verzorgen van de punctieplaats ........................................................................................................... 14

5.2.7 Specifieke situaties ............................................................................................................................... 14

5.2.8 Complicaties ......................................................................................................................................... 15

5.3 Capillaire bloedafname ............................................................................................................................... 16

5.4 Arteriële bloedafname ................................................................................................................................. 17

6. OPMERKINGEN .............................................................................................................................................. 17

7. BIJHORENDE DOCUMENTEN - LITERATUUR ......................................................................................... 17

8. BIJHORENDE FORMULIEREN ..................................................................................................................... 17

Page 3: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 3 van 17

1. DOEL Deze algemene procedure biedt een korte praktische handleiding voor alle medewerkers die betrokken zijn bij de afname van lichaamsmateriaal. Deze procedure beperkt zich evenwel tot de afname van bloedstalen langs veneuze, capillaire of arteriële weg. Afname van overige stalen en stalen voor microbiologisch of moleculair onderzoek worden toegelicht in afzonderlijke instructies. Doch, de algemeenheden (aanvraagformulier, patiënt-identificatie, veiligheid, hygiëne en transport) die aan bod komen in deze procedure zijn ook bij de afname van deze stalen integraal van toepassing.

2. TOEPASSINGSGEBIED EN VERANTWOORDELIJKHEDEN Deze procedure is van toepassing voor alle medewerkers die betrokken zijn bij de afname bloedstalen, die aangeboden worden voor onderzoek aan het laboratorium klinische biologie.

3. DEFINITIES EN TERMEN

• EDTA: Ethyleen Diamine Tetra-Azijnzuur (anticoagulans)

4. TOESTELLEN EN HULPMIDDELEN

• Aanvraagformulier

• Identificatiestickers voor aanvraagformulier en bloedafnamebuizen

• Koker voor verzending stalen via buizenpost

• Voor alle materiaal (bloedafnamebuizen, naalden, hulpmateriaal) noodzakelijk bij bloedafname voor verwezen naar afzonderlijke overzichtslijsten: OVL-011 Overzichtslijst bloedafnamebuizen OVL-012 Overzichtslijst hulpmateriaal en naalden bij bloedafname

5. WERKWIJZE

5.1 Algemeenheden bij het afnemen van lichaamsmateriaal

De wijze waarop lichaamsmateriaal wordt afgenomen is sterk bepalend voor de kwaliteit van het eindresultaat. Wanneer de benodigde stalen niet zorgvuldig en op correcte wijze worden afgenomen, is het dikwijls onmogelijk om later nog een kwalitatief, medisch relevant en inter-preteerbaar laboratoriumresultaat te bekomen met noodzaak tot herprikken. Aandacht voor patiëntidentificatie, correct gebruik van benodigdheden en het aanvraagformulier alsook hygiëne is dan ook primordiaal.

Volgend kernprincipe is steeds van kracht: “Rubbish in = Rubbish out”

5.1.1 Aanvraagformulier

Vooraleer men start met stalen af te nemen, overloopt men grondig alle zijden van het door de aanvrager vervolledigde aanvraagformulier. Men evalueert welke stalen afgenomen dienen te worden om de aangevraagde analyses te kunnen uitvoeren. Eventuele onduidelijk-heden op het aanvraagformulier worden besproken met de aanvrager. Voor inhoudelijke vragen kan men contact nemen met het laboratorium.

Page 4: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 4 van 17

Vermeld STEEDS uw initialen, paraaf, afnamedatum en –uur op het aanvraagformulier. Rechts bovenaan op het aanvraagformulier is hiervoor ruimte voorzien:

5.1.2 Recipiënten en afnamemateriaal

Leg alle benodigde recipiënten/afnamemateriaal klaar naast de patiënt. Controleer dat de recipiënten (type + aantal) overeenstemmen met deze noodzakelijk om alle aangevraagde analyses uit te voeren. Bij voorkeur maakt men gebruik van vacuümbuizen. Elke buis is internationaal gecodeerd met een dopkleur in functie van de gebruikte additieven:

KLEUR DOP AFBEELDING GEBRUIK ADDITIEVEN

Grijs

Plasma of volbloed Fluoride/EDTA

Groen

Plasma of volbloed Heparine

Lichtblauw

Plasma of volbloed Citraat

Paars

Plasma of volbloed EDTA

Goud

Serum Stollingsactivator

Page 5: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 5 van 17

Als alternatief kan men gebruik maken van systemen met facultatief vacuüm of het manuele systeem (spuit en naald). Standaard worden afnamenaalden van 21-22G gebruikt. Eventueel zijn ook vleugelnaalden (21-23G) ter beschikking. Gebruik voor fijne bloedvaten steeds naalden met kleine diameter (hoge G-waarde), doch opgelet voor hemolyse. Voor de naalden zijn gepaste naaldhouders aanwezig. Naaldhouders worden steeds gereinigd bij visuele contaminatie en worden omwille van hygiënische redenen op regelmatige basis vervangen. Afnamemateriaal dient steeds bewaard te worden in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant. Verifieer STEEDS voor afname of vervaldata van de benodigde afname-tubes/recipiënten niet werden overschreden. Gebruik nooit recipiënten of afnamemateriaal waarvan de bewaaromstandigheden niet werden nageleefd of waarvan de vervaldatum is overschreden. Vervallen afnamemateriaal dient onmiddellijk te worden vernietigd.

5.1.3 Patiëntidentificatie

De staalafnemer is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de correcte patiëntidentificatie. De patiëntidentificatie gebeurt STEEDS bedsite net vooraleer de stalen worden afgenomen.

• Indien de patiënt bij bewustzijn is, vraagt men steeds proactief (open vraag!) naar de naam, de voornaam en geboortedatum en controleert men steeds de identificatie-band.

• Bij bewusteloze patiënten controleert men steeds aandachtig alle bovenvermelde gegevens op de identificatieband.

Verifieer de patiëntgegevens aandachtig met deze vermeld op de etiketten voor het aan-vraagformulier en de stalen. Kleef meteen NA afname de etiketten op de afnamebuizen/ andere recipiënten. Om vergissingen door staalverwisseling te vermijden is het absoluut af te raden stalen op voorhand te voorzien van etiketten. Stalen en aanvraagformulier worden eenduidig geïdentificeerd, bij voorkeur aan de hand van de etiketten die ter beschikking worden gesteld bij de inschrijving van de patiënt in het ziekenhuis. Deze etiketten dragen de naam, de voornaam en de geboortedatum van de patiënt. Indien geen etiketten beschikbaar zijn, vermeld dan op het aanvraagformulier en iedere afnamebuis/recipiënt voluit en duidelijk leesbaar de naam, de voornaam en de geboorte-datum van patiënt. Het laboratorium behoudt zich steeds het recht voor om specifieke onderzoeken te weigeren op niet of niet correct geïdentificeerde afnamerecipiënten.

5.1.4 Beïnvloedende factoren

Sommige factoren kunnen een invloed hebben op het uiteindelijk resultaat van het laboratoriumonderzoek (dieet, roken, tijdstip van bloedafname, stress, e.d.). Wanneer dergelijke factoren van belang zijn staat dit aangegeven bij de betreffende analyses in de laboratoriumgids.

5.1.5 Veiligheid en hygiëne

Het strikt respecteren van een aantal voorzorgsmaatregelen betreffende veiligheid en hygiëne is essentieel voor zowel de patiënt als de staalafnemer. Door zorgvuldige toepassing van een aantal maatregelen kan men prikaccidenten en eventuele complicaties voor de patiënt voorkomen.

Page 6: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 6 van 17

5.1.5.1 Veiligheid

Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken:

• Gebruik handschoenen (zeker bij verwondingen aan de handen!)

• Zorg dat de naaldcontainer steeds binnen handbereik staat

• Gebruikte naalden worden onmiddellijk na afname in de naaldcontainer gedeponeerd

• De naaldcontainer NIET overvullen

• Recappen van de naald is zeer risicovol en steeds verboden

Mocht er zich onverhoopt toch een prikaccident of een verwonding met bloedcontact zich voordoen, onderneem dan steeds onmiddellijk volgende acties:

• laat de prik-, of snijwonde goed doorbloeden

• spoel de wonde overvloedig met water

• desinfecteer de wonde

• consulteer de dienst spoedgevallen

De nodige documenten inzake de aangifte van arbeidsongevallen worden ingevuld en aan de dienst personeelszaken bezorgd. De dient personeelszaken bezorgt de nodige informatie aan de arbeidsgeneesheer. De arbeidsgeneesheer start indien noodzakelijk een procedure met betrekking tot het Fonds voor Beroepsziekten.

5.1.5.2 Hygiëne

Vooraleer een patiënt aan te prikken respecteert men steeds volgende essentiële hygiëne-maatregelen:

• Was steeds grondig de handen bij zichtbare bevuiling

• Ontsmet de handen met alcoholgel vóór elke bloedafname

5.1.6 Transport van stalen naar het laboratorium

Afnamebuizen/recipiënten dienen algemeen zo spoedig mogelijk na afname aan het laboratorium bezorgd via de georganiseerde ophaalrondes of de buizenpost. Stalen kunnen tevens ook steeds naar het laboratorium worden gebracht. Transport gebeurt normaliter bij kamertemperatuur. Voor meer informatie zie ALP-0011 Transport van stalen naar het laboratorium. Afwijkingen/bijzonderheden met betrekking tot specifieke analyses staan aangegeven in de laboratoriumgids.

Page 7: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 7 van 17

5.2 Veneuze bloedafname

5.2.1 Keuze van de punctieplaats

Neem voldoende tijd om volgende mogelijke punctieplaatsen grondig te evalueren door onderzoek van beide armen:

• binnenzijde van de elleboog

• handrug

• onderarm Om het zoeken naar een geschikte vene te vergemakkelijken kan men best tijdelijk even een stuwband aanleggen. De patiënt houdt zijn arm gestrekt naar beneden en maakt best een vuist. Door het aftasten van de venen kan men de individuele eigenschappen van de venen inschatten: ligging, verloop en aard van de vene. Na identificatie van een geschikte vene dient men de stuwband weer los te maken. Een normale vene is gemakkelijk voelbaar. Ze is compact, soepel en elastisch, waardoor ze verschilt van spieren en pezen. Wanneer een vene niet soepel of niet elastisch is, wordt aanbevolen een andere punctieplaats te zoeken. In tegenstelling tot venen zijn slagaders voelbare maar stuwende vaten (polsslag). Indien venen niet zichtbaar of voelbaar zijn, worden volgende handelingen aanbevolen:

• arm van patiënt goed naar beneden laten hangen

• patiënt verschillende maal een vuist laten maken

• arm goed masseren van pols tot elleboog

• bekloppen van de mogelijke punctieplaatsen met wijs- en middelvinger

• arm verwarmen (vochtige, warme doek)

Bij voorkeur wordt een vene aangeprikt aan de binnenzijde van de elleboog:

Vena mediana cubiti

Vena cephalica

Vena basilica

Page 8: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 8 van 17

De mediane elleboogvene (Vena mediana cubiti) is de meest toegepaste punctieplaats (stabiel, minder gevoelig, voldoende debiet). Aanprikken van de Vena cephalica of Vena basilica geeft aanleiding tot een goede maar iets langzamere vulling van de bloedafname-buizen. Op de handrug evalueert men de handrugvenen, op de onderarm de vena cephalica.

Vermijd steeds bloedafname in volgende gebieden:

• aan de zijde waar een borstamputatie is uitgevoerd (lymfostase)

• op een plaats met oedeemvorming, brandwonden, tatoeages

• venen met littekenweefsel of weefselverharding

• een plaats met veel hematomen, roodheid, zwelling of plaats met een infectie

• aan de kant van een katheter/infuus

• shunt-arm bij dialysepatiënten

5.2.2 Aanbrengen van de stuwband

Een stuwband (garrot, knelband) dient om de vene bij punctie beter zichtbaar te maken. Breng de stuwband aan op ongeveer 10 cm boven de punctieplaats (halverwege elleboog en schouder) onder voldoende druk (pols moet steeds voelbaar blijven). De stuwband dient zo kort mogelijk aangebracht te worden (max. 1 min.) voor afname. Maak de stuwband steeds onmiddellijk los op het ogenblik dat er bloed in het eerste buisje loopt.

Zowel de lokalisatie als de druk die men uitoefent door het aanbrengen van de stuwband zijn van groot belang:

• te lage druk: geen effect van stuwband

• te hoge druk: mogelijke invloed op de laboratoriumresultaten en verhoogde kans op hemolyse

• te lage lokalisatie: verhoogde kans op hematoom en contaminatie van de punctieplaats door de uiteinden van de stuwband

• te hoge lokalisatie: te geringe druk

Page 9: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 9 van 17

Men dient steeds de stuwband onmiddellijk los te maken:

• indien de patiënt klaagt over koudegevoel of tintelingen in de arm (de stuwband zit te strak of is reeds te lang aangebracht).

• Indien tussen het uiteinde van de arm en de stuwband een blauwe plek optreedt Stuwbanden zijn potentiële dragers van microörganismen. Vervang ze dan ook regelmatig, en zeker bij visuele contaminatie.

5.2.3 Ontsmetten van de punctieplaats

Ontsmet zorgvuldig de punctieplaats met een doekje/kompres, gedrenkt in een alcoholische oplossing (bvb. ethanol 70% gedenatureerd met isopropanol). Maak een ronddraaiende beweging vanuit het centrum naar buiten toe. Laat de punctieplaats volledig drogen. Raak vervolgens de punctieplaats niet meer aan met de vinger.

5.2.4 Venapunctie

Maak het de patiënt zo comfortabel mogelijk door hem te laten zitten/liggen: een aangepaste steun onder de elleboog vergemakkelijkt het immobiliseren en het strekken van de onder-arm. Na het aanbrengen van de stuwband en het ontsmetten van de punctieplaats, laat men de patiënt zijn arm gestrekt en naar beneden gericht houden terwijl hij een vuist maakt. Heftige bewegingen/pompbewegingen worden best vermeden. Verwijder het beschermkapje van de naald. Door de huid gespannen te houden zal men de penetratie van de naald vergemakkelijken en de vene immobiliseren. Prik de vene aan in een hoek van 15° tussen de naaldhouder en de arm van de patiënt.

De bloedafnamebuisje moet zich altijd onder de punctieplaats bevinden. Breng de naald tot ongeveer 1 cm onder de huid in de vene. Dieper prikken verhoogt het risico dat de vene geperforeerd wordt en bijgevolg het risico op een hematoom.

Page 10: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 10 van 17

Bij venapunctie dienst men steeds nauwgezet volgende afnamevolgorde te respecteren:

1) Hemocultuurflessen (zie INS-0001 Afname van hemoculturen) 2) Citraattube (lichtblauwe dop) 3) Serumtube (gouden dop) 4) Heparinetube (groene dop) 5) EDTA (paarse dop) 6) Fluoride/EDTA-tube (grijze dop) 7) Andere tubes

Door het respecteren van deze afnamevolgorde wordt significante beïnvloeding van de laboratoriumresultaten door overdracht van pro- en anticoagulerende additieven tussen de bloedafnametubes vermeden. Wanneer het noodzakelijk is een citraattube met een vleugelnaald af te nemen, is het van groot belang dat de volledige afnameleiding gevuld is met bloed vooraleer men de citraat-tube begint te vullen. In de praktijk lossen we dit op door een citraattube (discard tube) te bevestigen tot de afnameleiding goed gevuld is en deze tube te verwerpen. Vervolgens start men met de vulling van citraattube die uiteindelijk zal worden aangeboden ter analyse.

Na voldoende vulling van alle noodzakelijke afnametubes (Opgelet: voor sommige analyses zoals stolling in de vullingsgraad van de tube een kritische factor voor het eindresultaat!), wordt een gaasje over de naald geplaatst en wordt de naald voorzichtig uit de vene terug-getrokken. Op deze wijze wordt voorkomen dat de huid aan de naaldschacht blijft kleven, wat pijnlijk is voor de patiënt.

Page 11: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 11 van 17

Na afname is het van belang alle stalen zorgvuldig op te mengen. Op deze manier zal het bloed gemakkelijker stollen in de serumtube en worden stolsels in EDTA-, citraat-, heparine- en fluoride/EDTA-tubes voorkomen zodat een nieuwe afname kan worden vermeden. Mengen doet men als volgt:

Page 12: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 12 van 17

5.2.5 Problemen tijdens venapunctie

5.2.5.1 Wegrollende of gemiste vene

Tip:

Er is geen bloedstroom Haal de afnamebuis van de naald Trek de naald voorzichtig terug Fixeer de vene Houd de naaldopening onder de huid Breng de naald in de vene

Om een rollende vena te fixeren, de huid aan weerszijden van de vena aanspannen, hetzij door met duim en wijsvinger een ring te vormen rond de arm (A), hetzij door de huid in de richting van de hand strak te houden (B)

Page 13: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 13 van 17

5.2.5.2 De naaldopening is verstopt

5.2.5.3 De vene is doorboord

De naaldopening ligt tegen de vaatwand. Er druppelt kortstondig bloed in de buis Trek de naald voorzichtig terug tot het bloed weer gaat stromen

Er is een kortstondige bloednevel in de buis Trek de naald voorzichtig terug tot het bloed weer gaat stromen

Page 14: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 14 van 17

5.2.5.4 De naald is gedeeltelijk ingebracht

5.2.6 Verzorgen van de punctieplaats

Na venapunctie dient de punctieplaats met een watje/kompres goed aangedrukt te worden. Hierdoor wordt voorkomen dat een hematoom of littekenweefsel op de vene wordt gevormd. Het aandrukken van de punctieplaats dient langer te gebeuren bij patiënten onder therapie met anticoagulantia/antiaggregantia. De arm dient hierbij gestrekt gehouden te worden en indien mogelijk enigszins omhoog. Nooit de arm laten buigen tijdens het drukken. Wanneer de bloedstelping verzekerd is, wordt een pleister aangebracht.

5.2.7 Specifieke situaties

5.2.7.1 Afname op de handrug

Immobiliseer de vene door de huid onder de punctieplaats strak te houden. Kies een punctieplaats waar een handrugvene zich vertakt.

Bij voorkeur maakt men gebruik van een vleugelnaald.

De bloedstroom houdt langzaam op en er ontstaat een hematoom Verwijder buis en naald onmiddellijk en kies een andere punctieplaats

Vena metacarpeae

Page 15: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 15 van 17

5.2.7.2 Afname langs infuuszijde

Bloed afgenomen uit een infuusarm is in principe niet geschikt voor het verrichten van bepalingen. Indien er echt geen andere mogelijkheid is, prikt men distaal van het infuus (naar de hand toe) en dient het infuus minimum 15 minuten te zijn stopgezet, vooraleer bloed wordt afgenomen.

5.2.7.3 Afname via katheter

Deze bloedafnametechniek wordt toegepast wanneer reeds eerder een katheter is aangebracht. Het aanbrengen van een stuwband is overbodig (soms gevaarlijk). De eerste milliliters bloed afnemen in een bloedbuis en weggooien aangezien deze verdund zijn door de spoelvloeistof of perfusievloeistof. Het is noodzakelijk om centrale katheters grondig te spoelen na bloedafname.

5.2.8 Complicaties

5.2.8.1 Hematoom Soms is de ontwikkeling van een hematoom niet te vermijden, doch meestal kan men dit voorkomen door het respecteren door nauwgezet volgende maatregelen te volgen:

• Plaats onmiddellijk na het terugtrekken van de naald een watje/kompres op de punctieplaats en druk stevig en voldoende lang na

• Bij patiënten op anticoagulantia/antiaggregantia: extra lang nadrukken!

• Nooit de arm (laten) buigen tijdens het drukken

5.2.8.2 Collaps – Syncope

Om verwondingen door vallen te voorkomen is het van groot belang dat de patiënt tijdens de bloedafname zit op een ondersteunende stoel of neerligt. Mocht de patiënt toch het bewustzijn verliezen, neem dan volgende maatregelen:

• Stel de patiënt gerust

• Zet stoel achterover

• Maak knellende kledij los

• Blijf steeds bij de patiënt

• Vraag hulp bij een collega

• Verlucht de ruimte

5.2.8.3 Misselijkheid – braken

Indien de patiënt misselijk wordt:

• Zet de patiënt zo comfortabel mogelijk

• Vraag de patiënt diep en traag adem te halen

• Buig het hoofd van de patiënt naar beneden

Indien de patiënt braakt:

• Geef de patiënt een nierbekken en leg een paar handdoeken klaar

• Neem de nodige maatregelen ter bescherming van kledij e.d.

• Geef de patiënt wat water om zijn mond te spoelen

• Als de patiënt op zijn rug ligt, draai hem dan op een kant

Page 16: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 16 van 17

5.2.8.4 Littekenvorming Littekenvorming treedt zelden op bij geoefende prikkers. Prik bij voorkeur niet steeds op zelfde plaats.

5.2.8.5 Epileptische aanval

Stress kan aanleiding geven tot een epileptisch insult. Wanneer er zich een epileptisch insult voordoet, neem dan volgende maatregelen:

• Onmiddellijk bloedafname onderbreken en verbandje aanleggen

• Patiënt neerleggen op een bed of op de grond

• Zorg dat de patiënt zich niet kan kwetsen.

• Voorkom tongbeet door een voorwerp tussen de tanden van de patiënt te brengen

• Breng onmiddellijk een arts op de hoogte

5.2.8.6 Infectie punctieplaats Door een zorgvuldige ontsmetting van de punctieplaats en het naleven van de hoger vermelde hygiënische maatregelen is een infectie van de punctieplaats te voorkomen.

5.3 Capillaire bloedafname

Soms in een veneuze afname onmogelijk of niet aangewezen (moeilijk toegankelijke punctieplaatsen door littekens of brandwonden, extreem obese patiënten e.d.) en dient men als alternatief beroep te doen op een capillaire afname. Bij volwassenen prikt men bij voorkeur aan de handzijde van de top van ring- of middelvinger. Arterioliseren door massage van de vinger gebeurt best vóór de punctie.

Ontsmet de punctieplaats met een kompres bevochtigd met ontsmettingsalcohol. Steeds de alcohol goed laten opdrogen alvorens aan te prikken! Capillaire bloedafname gebeurt bij voorkeur met een prikpen aangezien dit minder pijnlijk is voor de patiënt. Contra-indicaties voor capillaire bloedafname: slechte perifere perfusie, perifere vasoconstrictie, shock. Capillaire bloedafnames worden tevens frequent toegepast bij neonati en jonge kinderen (< 1 jaar). Hier is de laterale en mediale plantaire zijde van de hiel de voorkeurslocatie en maakt men gebruik van een steriel lancetje.

Sluit stalen goed af en meng ze zorgvuldig op. Breng capillaire stalen voor bloedgasanalyse onmiddellijk naar het laboratorium voor analyse (nooit op ijs!).

Page 17: Document: Versie: Ingangsdatum: Goedkeuringstraject Auteur ... · Werk steeds aandachtig en neem de nodige maatregelen om het risico op prikaccidenten te beperken: • Gebruik handschoenen

ALP-0057 1.0

Pagina 17 van 17

5.4 Arteriële bloedafname

Arteriële bloedafname gebeurt in principe steeds door een arts. Afname via een arteriële lijn kan eveneens door een verpleegkundige gebeuren. Een arteriële bloedafname gebeurt voornamelijk via de Arteria radialis, de Arteria branchialis of de Arteria femoralis. De Arteria femoralis dient, indien mogelijk vermeden te worden omwille van het hoger risico op complicaties (arterioveneuze fistels, arteriële spasmen en thrombose, veneuze thrombose en longembolie). Ontsmet de punctieplaats grondig en laat goed opdrogen alvorens de arterie aan te prikken. Er wordt gebruik gemaakt van gehepariniseerde, zelfvullende spuiten. Verwijder luchtbellen uit de gevulde spuit zodanig dat uitwisseling tussen lucht en bloedstaal minimaal is. Duw de prikwonde gedurende drie minuten af eventueel met hulp van de patiënt en breng een pleister aan. Breng arteriële stalen onmiddellijk naar het laboratorium voor analyse (nooit op ijs!).

6. OPMERKINGEN Nihil.

7. BIJHORENDE DOCUMENTEN - LITERATUUR

• BD Gids voor veneuze bloedafname

• CLSI H03A6 Procedures for the Collection of Diagnostic Blood Specimens by Venipuncture

• BD product catalogus 2012-2013

• OVL-011 Overzichtslijst bloedafnamebuizen

• OVL-012 Overzichtslijst hulpmateriaal en naalden bij bloedafname

8. BIJHORENDE FORMULIEREN

Nihil.