643 Farmacie In Trek Bij Studenten

2
opleidingen 81 zorg & financiering > 5-2007 De farmaceutische opleidingen kenden in 2006 wederom een recordaantal studenten. Evenals in 2005 piekte het aantal eerstejaarsstudenten met 448 personen. Het aantal afgestudeerde apothekers, 141 personen, is vanwege de matige interesse in de studie in de jaren 1999-2001 ver- der teruggelopen. Sinds 2002 mag de studie farmacie zich verheu- gen in een alsmaar stijgende belangstelling. Het afgelopen jaar telden de farmaceutische oplei- dingen in Utrecht en Groningen 391 eerstejaars- studenten. Daarnaast schreven 57 studenten zich als eerstejaars in aan de opleiding Bio-Far- maceutische Wetenschappen van de Universiteit Leiden. Hiermee blijft het totale aantal eerste- jaarsstudenten farmacie met 448 personen op vrijwel hetzelfde hoge niveau als in 2005, toen zich 443 studenten aanmeldden. De periode 1999-2001 vormde een absoluut dieptepunt voor de studie farmacie met het laagste aantal eerste- jaars farmaciestudenten sinds jaren. Deze dip viel samen met het verruimen van de numerus fixus voor de studie geneeskunde in die periode. Groei in Groningen Op basis van opgaaf van de universiteiten ston- den aan het begin van dit jaar 1925 studenten aan de drie farmaceutische opleidingen in Nederland ingeschreven. Hiermee is de omvang van studentenpopulatie farmacie nagenoeg ge- lijk gebleven aan die in 2005. Hoewel de studen- tenpopulatie als geheel niet is veranderd, heb- ben zich wel verschillen voorgedaan in aantal ingeschrevenen aan de drie farmaceutische op- leidingen. Zo heeft de sterke groei van het aantal eerstejaarsstudenten in 2006 vooral plaatsge- vonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het aantal eerstejaars verdubbelde bijna van 102 naar 183 personen en het totale aantal studenten farmacie in het noorden steeg van 503 naar 648 (+29%). De Universiteit Utrecht laat daarente- gen een heel ander beeld zien: waar de studen- tenpopulatie farmacie in 2005 met veertig pro- cent nog explosief is gestegen, is deze in 2006 weer geslonken van 1278 tot 1089 personen (–15%). Het aantal ingeschreven eerstejaars- studenten aan de Utrechtse opleiding lag met 208 personen bijna een derde lager dan in 2005. Ook het aantal studenten dat de opleiding Bio- Farmaceutische Wetenschappen in Leiden volgt, is sterk gegroeid. In totaal volgen 188 personen deze studie, ruim twintig procent meer dan in 2005. Overigens leidt deze opleiding niet op tot apotheker, maar tot geneesmiddelenonderzoeker. Vrouwenstudie De Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) constateert dat dames al sinds enkele jaren in de meerderheid zijn bij de studie farmacie. In 2006 was 59 procent van de studenten vrouw. Deze verhouding geldt voor alle drie de opleidings- plaatsen. De overhand van de vrouwen zal voor- alsnog blijven bestaan: van de 448 eerstejaars- studenten farmacie is 62 procent van het vrou- welijk geslacht. In- en uitstroom In 2006 studeerden 141 personen af als apothe- ker aan de faculteiten in Utrecht en Groningen. Het aantal afgestudeerden loopt hiermee verder terug. De dalende trend is ingezet in 2005, toen er 173 nieuwe apothekers van de opleidingen af kwamen. Velen van de recent afgestudeerde apo- thekers zijn hun studie in 2000 begonnen, een jaar waarin de animo voor de farmacieopleiding zich op een dieptepunt bevond, zoals blijkt uit de dalende aantallen eerstejaarsstudenten. Vanwege de beperkte populariteit van de studie > opleidingen 643 farmacie in trek bij studenten

Transcript of 643 Farmacie In Trek Bij Studenten

Page 1: 643 Farmacie In Trek Bij Studenten

opleidingen

81zorg & financiering > 5-2007

De farmaceutische opleidingen kenden in 2006wederom een recordaantal studenten. Evenalsin 2005 piekte het aantal eerstejaarsstudentenmet 448 personen. Het aantal afgestudeerdeapothekers, 141 personen, is vanwege de matigeinteresse in de studie in de jaren 1999-2001 ver-der teruggelopen.

Sinds 2002 mag de studie farmacie zich verheu-gen in een alsmaar stijgende belangstelling. Hetafgelopen jaar telden de farmaceutische oplei-dingen in Utrecht en Groningen 391 eerstejaars-studenten. Daarnaast schreven 57 studentenzich als eerstejaars in aan de opleiding Bio-Far-maceutische Wetenschappen van de UniversiteitLeiden. Hiermee blijft het totale aantal eerste-jaarsstudenten farmacie met 448 personen opvrijwel hetzelfde hoge niveau als in 2005, toenzich 443 studenten aanmeldden. De periode1999-2001 vormde een absoluut dieptepunt voorde studie farmacie met het laagste aantal eerste-jaars farmaciestudenten sinds jaren. Deze dipviel samen met het verruimen van de numerusfixus voor de studie geneeskunde in die periode.

Groei in Groningen

Op basis van opgaaf van de universiteiten ston-den aan het begin van dit jaar 1925 studentenaan de drie farmaceutische opleidingen inNederland ingeschreven. Hiermee is de omvangvan studentenpopulatie farmacie nagenoeg ge-lijk gebleven aan die in 2005. Hoewel de studen-tenpopulatie als geheel niet is veranderd, heb-ben zich wel verschillen voorgedaan in aantalingeschrevenen aan de drie farmaceutische op-leidingen. Zo heeft de sterke groei van het aantaleerstejaarsstudenten in 2006 vooral plaatsge-vonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hetaantal eerstejaars verdubbelde bijna van 102naar 183 personen en het totale aantal studenten

farmacie in het noorden steeg van 503 naar 648(+29%). De Universiteit Utrecht laat daarente-gen een heel ander beeld zien: waar de studen-tenpopulatie farmacie in 2005 met veertig pro-cent nog explosief is gestegen, is deze in 2006weer geslonken van 1278 tot 1089 personen(–15%). Het aantal ingeschreven eerstejaars-studenten aan de Utrechtse opleiding lag met208 personen bijna een derde lager dan in 2005.Ook het aantal studenten dat de opleiding Bio-Farmaceutische Wetenschappen in Leiden volgt,is sterk gegroeid. In totaal volgen 188 personendeze studie, ruim twintig procent meer dan in2005. Overigens leidt deze opleiding niet op totapotheker, maar tot geneesmiddelenonderzoeker.

Vrouwenstudie

De Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK)constateert dat dames al sinds enkele jaren in demeerderheid zijn bij de studie farmacie. In 2006was 59 procent van de studenten vrouw. Dezeverhouding geldt voor alle drie de opleidings-plaatsen. De overhand van de vrouwen zal voor-alsnog blijven bestaan: van de 448 eerstejaars-studenten farmacie is 62 procent van het vrou-welijk geslacht.

In- en uitstroom

In 2006 studeerden 141 personen af als apothe-ker aan de faculteiten in Utrecht en Groningen.Het aantal afgestudeerden loopt hiermee verderterug. De dalende trend is ingezet in 2005, toener 173 nieuwe apothekers van de opleidingen afkwamen. Velen van de recent afgestudeerde apo-thekers zijn hun studie in 2000 begonnen, eenjaar waarin de animo voor de farmacieopleidingzich op een dieptepunt bevond, zoals blijkt uitde dalende aantallen eerstejaarsstudenten.Vanwege de beperkte populariteit van de studie

> opleidingen

643 farmacie in trek bij studenten

Page 2: 643 Farmacie In Trek Bij Studenten

kwaliteitsbeleid

82 5-2007 > zorg & financiering

in de periode 1999-2001 is te verwachten dat deinstroom op de arbeidsmarkt ook het komendejaar nog laag blijft en daarna zal aantrekken.Van de afgestudeerde apothekers kiezen onge-veer 98 personen (70%) voor de openbare far-macie. De toename van het aantal werkzameapothekers in de openbare farmacie is het afge-

lopen jaar uitgekomen op 36 apothekers. Ditbetekent dat in 2006 zo’n 62 openbare apothe-kers het actieve vak verlieten. Gezien de totaleapothekerspopulatie zou een uitstroom vanongeveer honderd personen per jaar te verwach-ten zijn.Bron: SFK, 19 april 2007<

> beroepsuitoefening

644 bussemaker wil scholing abortushulpverleners verbeteren

VWS-staatssecretaris Jet Bussemaker is in ge-sprek met abortushulpverleners om te bekijkenhoe de scholing op het gebied van besluitvor-ming rondom abortus nog verder kan wordenverbeterd.

Dit schrijft Bussemaker in antwoorden op Twee-de Kamervragen van diverse fracties. Tevens iseerder al een onderzoek gestart naar de hulpver-lening bij besluitvorming en zijn de abortusart-sen bezig met het ontwikkelen van richtlijnenmet betrekking tot abortushulpverlening en

daarmee ook hulpverlening aan vrouwen dietwijfelen. Volgens de staatssecretaris is de scholing vanmaatschappelijk werkers en verpleegkundigenvoldoende om gesprekken met patiënten overabortus te voeren en kan zo nodig een arts wor-den gevraagd om het gesprek te volgen. Deson-danks is Bussemaker naar eigen zeggen wel ingesprek met hulpverleners om de scholing ophet gebied van besluitvorming te verbeteren. Bron: www.mednet.nl, 17 april 2007<

> instellingen

645 start meting indicatoren verantwoorde zorg

Op 3 april jl. is een eerste groep van instellingenin de verpleging, verzorging en thuiszorg ge-start met de formele meting op basis van deindicatoren verantwoorde zorg. Deze metingsluit aan bij de Landelijke PrevalentiemetingZorgproblemen (LPZ). De instellingen kunnenresultaten gebruiken voor het JaardocumentMaatschappelijke Verantwoording 2007.

In totaal 1900 verpleeghuizen, verzorgingshui-zen en thuiszorginstellingen moeten de metingop basis van de indicatoren voor verantwoordezorg gaan uitvoeren. Het is een belangrijke vol-gende stap voor de Stuurgroep Verantwoorde

Zorg bij het in praktijk brengen van de indicato-ren verantwoorde zorg.

Gefaseerd meten

Alle indicatoren verantwoorde zorg zijn opgeno-men in het instrument voor de LPZ-meting. Deeerste groep van 250 instellingen kan daardooraansluiten bij de LPZ die 3 april jl. startte. In junibegint een groep van 150 instellingen met deeerste zelfstandige meting op basis van de indi-catoren verantwoorde zorg. Deze instellingenbepalen zelf hoe zij de meting uitvoeren. Zijkunnen meten met een aangepaste versie van de