603.46.814 Fiat Punto Radio Punto/603.46.814NL Gr Punto Radio... · DIAGNOSE VAN STORINGEN ........
Transcript of 603.46.814 Fiat Punto Radio Punto/603.46.814NL Gr Punto Radio... · DIAGNOSE VAN STORINGEN ........
FIATPUNTO603.46.814 NLAUTORADIO
FADER-regeling ....................................................................... 13Functie LOUDNESS ............................................................... 13Diefstalbeveiliging ................................................................... 13
RADIO (Tuner) ....................................................................... 14Inleiding ..................................................................................... 14Golfband selecteren ............................................................... 14Voorkeuzetoetsen .................................................................. 14Laatst beluisterde station opslaan ...................................... 14Automatische afstemming .................................................... 14Handmatige afstemming ........................................................ 15Functie AUTOSTORE ........................................................... 15Ontvangst van alarmberichten ............................................ 16Functie EON ............................................................................ 16Uitzendingen in stereo .......................................................... 16Menu .......................................................................................... 16- Functies toets MENU ......................................................... 16- Functie AF SWITCHING ................................................... 17- Functie TRAFFIC INFO ..................................................... 17- Functie REGIONAL MODE .............................................. 18- Functie MP3 DISPLAY ........................................................ 18- Functie SPEED VOLUME .................................................... 19- Functie EXTERNAL AUDIO VOL .................................. 19- Functie RADIO OFF ........................................................... 19- Functie RESTORE DEFAULT ........................................... 19
IIIINNNNHHHHOOOOUUUUDDDD
INLEIDING .............................................................................. 3Tips ............................................................................................ 3- Verkeersveiligheid ................................................................ 3- Ontvangstomstandigheden ................................................ 3- Voorzorgsmaatregelen en onderhoud ............................ 4- CD ........................................................................................... 4Technische gegevens .............................................................. 5
BEKNOPTE HANDLEIDING .............................................. 6Bedieningsknoppen op het stuurwiel ................................. 8Algemene aanwijzingen ......................................................... 9- Radio ....................................................................................... 9- CD-speler .............................................................................. 9- MP3-CD-speler .................................................................... 10- Audiosysteem ....................................................................... 10
FUNCTIES EN INSTELLINGEN ......................................... 11Autoradio inschakelen ........................................................... 11Autoradio uitschakelen ......................................................... 11Functies Radio/CD/CD-wisselaar selecteren ................... 11Geheugenfunctie audiobron ................................................. 11Volumeregeling ........................................................................ 11Functie SPEED VOLUME ...................................................... 11Functie MUTE/PAUZE ........................................................... 12Audio-instellingen ................................................................... 12Toonregeling ............................................................................ 12Balansregeling .......................................................................... 12
CD-SPELER .............................................................................. 20Inleiding ..................................................................................... 20CD-speler selecteren ............................................................ 20Laden/uitwerpen van de CD ................................................ 20Eventuele foutmeldingen ....................................................... 21Informatie op het display ...................................................... 21Muziekstuk selecteren ........................................................... 21Muziekstukken snel vooruit-/terugspoelen ...................... 21Pauze-functie ............................................................................ 22Diefstalbeveiliging ................................................................... 22- Geheime code invoeren ..................................................... 22- Code-card .............................................................................. 22
MP3 CD-SPELER ..................................................................... 23Inleiding ..................................................................................... 23MP3-speler ............................................................................... 23Informatie op het display ...................................................... 23- ID3-TAG informatie weergeven ...................................... 23Volgende/vorige map selecteren ......................................... 24Diefstalbeveiliging ................................................................... 24
CD-WISSELAAR (CDC) ...................................................... 25Inleiding ..................................................................................... 25CD-wisselaar selecteren ....................................................... 25Eventuele foutmeldingen ....................................................... 25CD selecteren ......................................................................... 25
DIAGNOSE VAN STORINGEN ........................................ 26
3
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
RADI
OCD
-SPELE
RMP
3 CD
-SPE
LER
CD-W
ISSEL
AAR
(CDC
)IN
LEIDI
NG
TIPS
Verkeersveiligheid
Voordat u gaat rijden, raden wij u aanom vertrouwd te raken met de verschil-lende functies van de autoradio (bijv. hetopslaan van stations).
Ontvangstomstandigheden
Tijdens het rijden wisselen de ont-vangstomstandigheden voortdurend. Deontvangst kan gestoord worden door deaanwezigheid van bergen, gebouwen ofbruggen, vooral als u ver verwijderdbent van de zender waarnaar u luistert.
BELANGRIJK Bij verkeersinformatie kanhet volume aanzienlijk toenemen in ver-gelijking tot de normale weergave.
IIIINNNNLLLLEEEEIIIIDDDDIIIINNNNGGGG
De autoradio van deze auto is uitgerustmet een CD-speler (autoradio met CD-speler) of een MP3 CD-speler (autoradiomet MP3 CD-speler). De vormgeving enspecificaties van het systeem zijn aange-past aan het interieur en sluiten aan bijhet ontwerp van het dashboard. De afme-tingen van de vast ingebouwde autoradiozijn afgestemd op de auto, waardoor deradio niet in een andere auto kan wordengebruikt.
De autoradio is op een ergonomischepositie gemonteerd voor zowel debestuurder als de passagier en met desymbolen op het front kunnen snel de een-voudig te gebruiken bedieningsorganenworden herkend.
De CD-wisselaar is in het FiatLineaccessori-programma opgenomen.
Hieronder zijn tips en aanwijzingen opge-nomen. Het verdient aanbeveling dezeaandachtig te lezen. In deze aanwijzingenis ook de bediening van de CD-wisselaar(indien van toepassing) via de autoradioopgenomen. Zie voor het gebruik van deCD-wisselaar het betreffende instructie-boekje.
Een te hoog volume tijdenshet rijden kan zowel uw
leven als het leven van anderen ingevaar brengen. Wij raden u dan ookaan om het volume altijd zo te regelendat geluiden van buiten (bijv. claxons,sirenes van ambulance, brandweer,politie e.d.) hoorbaar blijven.
ATTENTIE
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
G
4
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NRA
DIO
CD-SP
ELER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
❒ verwijder vingerafdrukken en stof vanhet CD-oppervlak met een zachtedoek; Houd de CD bij de randen vasten reinig vanuit het midden naar deranden;
❒ gebruik voor het schoonmaken nooitchemische producten (bijv. antistati-sche sprays of thinner) omdat hier-door het oppervlak van de CD kanworden beschadigd;
❒ berg na het beluisteren de CD weerop in het doosje om te voorkomen dater vlekken of krassen ontstaan die deweergave kunnen verstoren;
❒ stel de CD’s niet bloot aan warmte-bronnen, zonnestraling of vocht om tevoorkomen dat de CD’s vervormen;
❒ plak geen stickers op het CD-opper-vlak en schrijf nooit met een pen ofpotlood op het weergave-oppervlakvan de CD;
Neem de CD uit het doosje door in hetmidden van het doosje te drukken en deCD aan de rand omhoog te trekken.
Pak de CD altijd bij de rand vast. Raaknooit het oppervlak aan.
Verwijder eventuele vingerafdrukken enstof van het CD-oppervlak met eenzachte doek vanuit het midden naar deranden.
Gebruik geen CD’s met krassen, barstenof vervormingen enz. Het gebruik vandergelijke CD’s kan storingen of schadeveroorzaken.
Voor een optimale weergave raden wijaan originele CD’s te gebruiken. Eengoede werking is niet gegarandeerd bijhet gebruik van een CD R/RW die opeen afwijkend formaat is beschrevenen/of een maximum capaciteit heeft groter dan 650 MB.
BELANGRIJK Gebruik geen in de handelverkrijgbare beschermfolies voor CD’s ofCD’s met stabilisatoren enz. omdat dezekunnen vastlopen in het inwendige mecha-nisme en de CD kunnen beschadigen.
Voorzorgsmaatregelen en onder-houd
Zonder dat er speciale voorzorgsmaat-regelen nodig zijn, is een lange levens-duur van de speciaal ontworpen auto-radio gegarandeerd. Wendt u bij storin-gen tot de Fiat-dealer.
Maak het frontpaneel alleen met eenzachte en antistatische doek schoon.Schoonmaak- en glansmiddelen kunnenhet front beschadigen.
CD
Vuil, krassen of vervormingen kunnensprongen in de geluidsweergave van deCD tot gevolg hebben en hebben eennegatieve invloed op de geluidskwaliteit.Voor een perfecte weergave geven wij ude volgende tips:
❒ gebruik alleen CD’s met het merk-teken:
5
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
RADI
OCD
-SPELE
RMP
3 CD
-SPE
LER
CD-W
ISSEL
AAR
(CDC
)IN
LEIDI
NG
BELANGRIJK De CD-speler kan demeeste in de handel verkrijgbare compressiesystemen lezen (bijv.: LAME,BLADE, XING, FRAUNHOFER) maarkan, door de verdere ontwikkeling vandergelijke systemen, het lezen van allecompressieformaten niet garanderen.
BELANGRIJK Als er een multisessie-CDwordt ingestoken, dan kan uitsluitend deeerste sessie worden weergegeven.
BELANGRIJK Als u CD’s gebruikt diebeschermd zijn tegen kopiëren, kan hetenkele seconden duren voordat de CDwordt weergegeven. Bovendien kandoor de steeds nieuwe en verschillendebeveiligingsmethoden, niet gegarandeerdworden dat de CD-speler elke beveiligdeCD weergeeft. Als een CD beveiligd istegen kopiëren, wat meestal in kleineletters of moeilijk leesbaar op het etiketvan de CD is vermeld, dan wordt dataangegeven door opschriften zoals“COPY CONTROL”, “COPY PROTEC-TED”, “THIS CD CANNOT BE PLAY-ED ON A PC/MAC”, of door symbolenzoals:
TECHNISCHE GEGEVENS
❒ Uitgangsvermogen: 4 x 30 W
❒ Luidsprekers: 6
❒ HiFi-systeem: 6 luidsprekers en sub-woofer (indien aanwezig)
❒ Interscope HiFi-systeem: 6 luid-sprekers, subwoofer en meerkanaals-versterker (indien aanwezig)
❒ Inbouwvoorbereiding CD-wisselaar
❒ Diefstalbeveiliging
Bovendien staan op beveiligde CD’s (enop de doosjes) vaak niet het identificatie-symbool van audio-CD’s:
6
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NRA
DIO
CD-S
PELE
RMP
3 CD
-SPE
LER
CD-W
ISSEL
AAR
(CDC
)IN
LEIDI
NGBE
KNOP
TE
HAND
LEID
ING
BBBBEEEEKKKKNNNNOOOOPPPPTTTTEEEE HHHHAAAANNNNDDDDLLLLEEEEIIIIDDDDIIIINNNNGGGG
RADIO
❒ Ontvangst van verkeersinformatie(TA)
❒ Automatisch opslaan van 6 stations op een aparte FM-golfband -FMT (AS – Autostore).
SPECIFICATIES
❒ Uitgangsvermogen: 4 x 30 W❒ Luidsprekers: 6❒ HiFi-systeem: 6 luidsprekers en sub-
woofer (indien aanwezig)❒ Interscope HiFi-systeem: 6 luidspre-
kers, subwoofer en meer-kanaalsver-sterker (indien aanwezig)
❒ Inbouwvoorbereiding CD-wisselaar❒ Diefstalbeveiliging
AUDIOSYSTEEM
❒ Functie Loudness.❒ Voorgeprogrammeerde equalizerin-
stellingen❒ Persoonlijke equalizerinstellingen❒ Automatische snelheidsafhankelijke
volumeregeling (SPEED VOLUME)❒ Functie MUTE
MP3 CD-SPELER
❒ Play / Pause❒ Vorige/volgende muziekstuk
selecteren❒ FF / FR❒ Vorige/volgende map
selecteren
F0M0266m
ALGEMENE FUNCTIES
Inschakelen
Uitschakelen
Volumeregeling
Toets
ON / OFFWijze
Knop kort indrukken
Knop even ingedrukt houden
Knop links-/rechtsom draaien
7
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NRA
DIO
CD-SP
ELER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
G
Toets
FM AS
AM
CD
MUTE
AUDIO
MENU
Toets
ÈÕÍ
Ô
1 2 3 4 5 6
Toets
ı
È Í
Õ
Ô
ALGEMENE FUNCTIES
Golfband FM1, FM2, FM Autostore selecteren
Golfband MW, LW selecteren
Audiobron kiezen: radio, CD-speler, CD-wisselaar
Volume in-/uitschakelen (MUTE / PAUSE)
Audio-instellingen: lage tonen (BASS), hoge tonen (TREBLE), balans links / rechts (BALANCE), balans voor / achter (FADER)
Regeling van geavanceerde functies
Wijze
Toets kort opeenvolgend indrukken
Toets kort opeenvolgend indrukken
Toets kort opeenvolgend indrukken
Toets kort indrukken
Menu inschakelen: toets kort indrukken Type regeling selecteren: toets Õ of Ô kort indrukkenWaarden instellen: toets È of Í indrukken
Menu inschakelen: toets kort indrukken Type regeling selecteren: toets Õ of Ô kort indrukkenWaarden instellen: toets È of Í indrukken
FUNCTIES RADIO
Radiostation zoeken:• Automatisch zoeken• Handmatig zoeken
Huidige radiostation opslaan
Opgeslagen station oproepen
Wijze
Automatisch zoeken: Toets È of Í indrukken (even ingedrukt houden voor snel vooruitzoeken)Handmatig zoeken: toets Õ of Ô indrukken (even ingedrukt houden voor snel vooruitzoeken)
Preset/geheugentoetsen van 1 tot 6 even ingedrukt houden
Preset-/geheugentoetsen van 1 tot 6 kort indrukken.
FUNCTIES CD-SPELER
CD uitwerpen
Vorig/volgend muziekstuk weergeven
Snel vooruit-/terugspoelen muziekstuk CD
Vorige/volgende CD weergeven (bij CD-wisselaar)
Vorige/volgende map weergeven (bij MP3 CD)
Wijze
Toets kort indrukken
Toets È of Í kort indrukken
Toets È of Í even ingedrukt houden
Toets Õ of Ô kort indrukken
Toets Õ of Ô kort indrukken
8
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NRA
DIO
CD-S
PELE
RMP
3 CD
-SPE
LER
CD-W
ISSEL
AAR
(CDC
)IN
LEIDI
NGBE
KNOP
TE
HAND
LEID
ING
BEDIENINGSKNOPPEN OP HET STUURWIEL (indien aanwezig)
F0M0002m
Toets
^
+–SRC
Õ
Ô
FUNCTIE
AudioMute in-/uitschakelen (bij ingeschakelde radio)
Volume verhogen
Volume verlagen
Toets voor golfbandkeuze (FM1, FM2, FMT, MW, LW) en keuze audiobron(Radio - CD - MP3 - CD-wisselaar)
Radio: oproepen voorkeuzestation (van 1 tot 6)CD-speler: volgend muziekstuk zoekenCD-wisselaar: volgend muziekstuk selecteren
Radio: oproepen voorkeuzestation (van 6 tot 1)CD-speler: vorig muziekstuk zoekenCD-wisselaar: vorig muziekstuk selecteren
Wijze
Toets kort indrukken
Toets indrukken
Toets indrukken
Toets indrukken
Toets indrukken
Toets indrukken
9
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NRA
DIO
CD-SP
ELER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
GUID
A RA
PIDA
RADI
OBE
KNOP
TE
HAND
LEID
ING
❒ Voorbereid op ontvangst van alarm-berichten;
❒ Automatisch/handmatig afstemmen;
❒ FM Multipath detector;
❒ Handmatig opslaan van 36 stations: 18op de FM-golfband (6 op FM1, 6 opFM2 en 6 op FMT), 6 op de MW-golf-band en 6 op de LW-golfband;
❒ Automatisch opslaan (functie AUTO-STORE) van 6 stations op debetreffende FM-band;
❒ Functie SPEED VOLUME: snelheids-afhankelijke volumeregeling;
❒ Automatische stereo/mono-weergave.
CD-speler
❒ CD direct selecteren;
❒ Muziekstuk selecteren (vooruit/ achteruit);
❒ Muziekstukken snel vooruit-/terug-spoelen;
❒ Functie CD Display: weergave CD-naam/verstreken speelduur vanaf hetbegin van het muziekstuk;
❒ Lezen audio-CD, CD-R en CD-RW.
ALGEMENE INFORMATIE
Het apparaat heeft de volgende functies:
Radio
❒ PLL-tuner voor de golfbandenFM/AM/MW/LW;
❒ RDS (Radio Data System) met TA(verkeersinformatie) - TP (verkeers-programma’s) - EON (EnhancedOther Network) - REG (regionaleprogramma’s);
❒ AF: zoeken naar alternatieve frequen-ties met RDS;
10
RADI
OGU
IDA
RAPI
DAFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
RADI
OCD
-SPE
LER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GAudiosysteem
❒ Functie Mute/Pauze;
❒ Functie Soft Mute;
❒ Functie Loudness;
❒ 7-bands grafische equalizer;
❒ Gescheiden regeling bassen/hogetonen;
❒ Balansregeling kanalen rechts/links.
Op multimedia-CD’s zijnnaast de audiosporen ookgegevens opgeslagen. Hetafspelen van dit type CD’s
kan piepgeluiden op een zodanigvolume opleveren, dat niet alleen deverkeersveiligheid in gevaar komt,maar waardoor ook de eindversterkeren de luidsprekers beschadigd kunnenworden.
MP3 CD-speler
❒ Functie MP3-Info (ID3-TAG);
❒ Map (vorige/volgende) selecteren;
❒ Muziekstuk selecteren (vooruit/ achteruit);
❒ Muziekstukken snel vooruit-/terug-spoelen;
❒ Functie MP3 Display: weergave map-naam, informatie ID3-TAG, verstrekenspeelduur vanaf het begin van hetmuziekstuk, bestandsnaam);
❒ Lezen van audio-CD, CD-R en CD-RW.
11
RADI
OFU
NZIO
NI E
REGO
LAZI
ONI
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GRA
DIO
CD-SP
ELER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
N
RADIOFUNCTIES SELECTEREN
Druk herhaaldelijk kort op de toets FM-AS om achtereenvolgens de volgendeaudiobronnen te selecteren:
❒ TUNER (“FM1”, “FM2”, “FMT”);
Druk herhaaldelijk kort op de toets AMom achtereenvolgens de volgendeaudiobronnen te selecteren:
❒ TUNER (“MW”, “LW”).
FUNCTIES CD-SPELER/CD-WIS-SELAAR SELECTEREN
Druk herhaaldelijk kort op de toets CDom achtereenvolgens de volgendeaudiobronnen te selecteren:
❒ CD (alleen als een CD is geladen);
❒ CHANGER (CD-wisselaar - alleen alsde CD-wisselaar is aangesloten).
GEHEUGENFUNCTIE AUDIO-BRON
Als u naar een CD luistert en u selecteerteen andere audiobron (bijv. de radio),dan wordt de weergave onderbroken.Als de CD-speler weer wordt gekozen,dan wordt de weergave hervat op hetpunt waarop de weergave eerder wasonderbroken.
Als u naar de radio luistert en u selecteerteen andere audiobron en daarna weerde radio, dan wordt afgestemd op hetlaatst gekozen station.
VOLUMEREGELING
Stel het volume in met de toets/draai-knop ON/OFF.
Als het volume wordt gewijzigd tijdensde weergave van verkeersinformatie,dan blijft deze nieuwe instelling slechtsgehandhaafd tot het einde van de ver-keersinformatie.
FUNCTIE SPEED VOLUME
Met deze functie wordt automatisch hetvolume verhoogd als de snelheid toe-neemt, waardoor het volumeniveauwordt aangepast aan het achtergrondge-luid in het interieur.
Raadpleeg de paragraaf MENU voor hetin- en uitschakelen van de functie.
AUTORADIO INSCHAKELEN
Druk kort op de toets/draaiknopON/OFF om de autoradio in te schakelen.
Als u de radio inschakelt, wordt hetvolume ingesteld op de waarde 20 als hetdaarvoor was ingesteld op een hogerewaarde.
Als de radio is ingeschakeld terwijl decontactsleutel in stand STOP staat, danschakelt de radio automatisch na circa20 minuten uit. Na het automatisch uit-schakelen, kan de autoradio weer 20minuten worden ingeschakeld door opde toets/draaiknop ON/OFF te drukken.
AUTORADIO UITSCHAKELEN
Houd de toets/draaiknop ON/OFF ingedrukt.
FFFFUUUUNNNNCCCCTTTTIIIIEEEESSSS EEEENNNN IIIINNNNSSSSTTTTEEEELLLLLLLLIIIINNNNGGGGEEEENNNN
12
RADI
OIN
LEIDI
NGFU
NZIO
NI E
REGO
LAZI
ONI
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GRA
DIO
CD-S
PELE
RMP
3 CD
-SPE
LER
CD-W
ISSEL
AAR
(CDC
)FU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
AUDIO-INSTELLINGEN
De mogelijke instellingen in het menuzijn afhankelijk van de gekozen audio-bron: AM/FM/CD/CDC.
Druk kort op de toets AUDIO om deAudio-instellingen te wijzigen. Op hetdisplay verschijnt het opschrift “BASS”.
De menu-functies kunnen worden door-lopen met toets Õ of Ô. De instellingvan de geselecteerde functie kan wordengewijzigd met toets È of Í.
Op het display verschijnt de huidige statusvan de geselecteerde functie.
De menufuncties zijn:
❒ BASS (lage-tonenregeling);
❒ TREBLE (hoge-tonenregeling);
❒ BALANCE (regeling van balanslinks/rechts);
❒ FADER (regeling van balans voor/achter);
❒ LOUDNESS (in-/uitschakelen van deLOUDNESS-functie);
❒ EQUALIZER (inschakelen en kiezenvan de voorgeprogrammeerde equali-zerinstellingen);
❒ USER EQUALISER (instellen van persoonlijke equalizerinstellingen).
TOONREGELING (bassen/hogetonen)
Ga als volgt te werk:
❒ Selecteer m.b.v. de toets Õ of Ô deinstelling “BASS” of “TREBLE” in hetAUDIO-menu;
❒ druk op toets È of Í voor het ver-sterken/verzwakken van de bassen ofde hoge tonen.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt hetgeluidsniveau in stappen. Als u de toetsingedrukt houdt, is de wijziging sneller.
BALANSREGELING
Ga als volgt te werk:
❒ Selecteer m.b.v. de toets Õ of Ô deinstelling “BALANCE” in het AUDIO-menu;
❒ druk op toets È om het geluid uit derechter luidsprekers te versterken ofop toets Í om het geluid uit de linkerluidsprekers te versterken.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt hetgeluidsniveau in stappen. Als u de toetsingedrukt houdt, is de wijziging sneller.
Selecteer de waarde ““È 0 Í” als u deaudio-uitgangen rechts en links opdezelfde waarde wilt instellen.
FUNCTIE MUTE /PAUSE (volume op nul zetten)
Druk voor het inschakelen van de Mute-functie kort op de toets MUTE. Hetvolume neemt geleidelijk af en op hetdisplay verschijnt het opschrift “MUTE”(bij gebruik van de radio) of “PAUSE”(bij gebruik van de CD-speler of CD-wisselaar).
Druk voor het uitschakelen van deMute-functie nogmaals op de toetsMUTE. Het volume wordt geleidelijkverhoogd tot op het niveau dat daarvoorwas ingesteld.
Als u het volumeniveau wijzigt met dedaarvoor bestemde knop, wordt deMute-functie uitgeschakeld en het volumeingesteld op het nieuwe geselecteerdeniveau.
Bij ingeschakelde Mute-functie:
❒ wordt bij verkeersinformatie (als deTA-functie is ingeschakeld) of bij ont-vangst van een alarmbericht, de Mute-functie uitgeschakeld. Na beëindigingvan het bericht, wordt de functieweer ingeschakeld.
13
RADI
OFU
NZIO
NI E
REGO
LAZI
ONI
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GRA
DIO
CD-SP
ELER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
N
Functie PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ (in-/uitschakelen van deequalizer)
De geïntegreerde equalizer kan worden in-of uitgeschakeld. Als de functie equalizerniet is ingeschakeld, kunnen van de audio-instellingen alleen de bassen (“BASS”) ende hoge tonen (“TREBLE”) geregeldworden, terwijl als de functie is ingescha-keld ook het volume van frequentiebandengewijzigd kan worden.
Selecteer voor het uitschakelen van deequalizer de instelling “PRESET” met toetsÈ of Í.
Selecteer voor het inschakelen van deequalizer met toets È of Í één van deinstellingen:
❒ “USER” (afstellen van de 7 banden vande equalizer door de gebruiker);
❒ “CLASSIC” (vooraf vastgestelde instel-ling van de equalizer voor optimaleweergave van klassieke muziek);
❒ “ROCK” (vooraf vastgestelde instellingvan de equalizer voor optimale weer-gave van rock- en popmuziek);
❒ “JAZZ” (vooraf vastgestelde instellingvan de equalizer voor optimale weer-gave van jazzmuziek).
Als een van de instellingen van de equalizeringeschakeld is, verschijnt op het displayhet opschrift “EQ”.
* Functie USER EQ SETTINGS(instellingen van de equalizer,alleen als de instelling USER isgeselecteerd)
Selecteer voor een persoonlijke instel-ling van de equalizer met toets Õ of ÔUSER en houd de toets Ô langer inge-drukt.
Op het display verschijnt een diagrammet 7 staafjes. Ieder staafje geeft een frequentiebereik aan. Selecteer hetgewenste staafje met toets È of Í; hetgeselecteerde staafje begint te knipperenen kan worden geregeld met toets Õ ofÔ.
Druk voor het opslaan van de instellingopnieuw op de toets AUDIO. Op hetdisplay verschijnt opnieuw het opschrift“USER EQ SETTINGS”.
DIEFSTALBEVEILIGING
Zie het hoofdstuk “CD-SPELER”.
FADERREGELING
Ga als volgt te werk:
❒ Selecteer m.b.v. de toets Õ of Ô deinstelling “FADER” in het AUDIO-menu;
❒ druk op toets È om het geluid uit deluidsprekers achter te versterken ofop toets Í om het geluid uit de luid-sprekers voor te versterken.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt hetgeluidsniveau in stappen. Als u de toetsingedrukt houdt, is de wijziging sneller.
Selecteer de waarde ““È 0 Í” als u deaudio-uitgangen voor en achter opdezelfde waarde wilt instellen.
FUNCTIE LOUDNESS
Met de loudness-functie verbetert degeluidsweergave op een laag geluids-niveau, omdat de bassen en hoge tonenversterkt worden.
Selecteer voor het in-/uitschakelenm.b.v. de toets Õ of Ô de instelling“LOUDNESS” in het AUDIO-menu. Dewerking van de functie (in- of uitgescha-keld) wordt enige seconden op het dis-play aangegeven door het opschrift“LOUDNESS ON” of “LOUDNESSOFF”.
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
G
14
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NCD
-SPE
LER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
RADI
O
Elke band wordt op het display door eenbijbehorende mededeling aangegeven.
Er wordt afgestemd op het laatst geselecteerde station op de betreffendegolfband.
De FM-band is onderverdeeld in: FM1,FM2 en FMT; de FMT-golfband is gereser-veerd voor de stations die met deAutoSTore-functie automatisch wordenopgeslagen.
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de symbolen van 1 tot 6maken de volgende voorkeuze-instellingenmogelijk:
❒ 18 stations op de FM-golfband (6 inFM1, 6 in FM2, 6 in FMT);
❒ 6 stations op de MW-golfband;
❒ 6 stations op de LW-golfband;
Kies voor het oproepen van een voor-keuzestation de gewenste golfband endruk vervolgens kort op de betreffendevoorkeuzetoets (tussen 1 en 6).
Als langer dan 2 seconden de betreffendevoorkeuzetoets wordt ingedrukt, wordthet geselecteerde station opgeslagen.Als het station is opgeslagen, klinkt erter bevestiging een akoestisch signaal.
LAATST BELUISTERDE STA-TION OPSLAAN
De radio onthoudt automatisch naarwelk station op de diverse golfbanden isgeluisterd. Op dit station wordt afge-stemd als de radio wordt ingeschakeld ofwanneer van golfband wordt gewisseld.
AUTOMATISCHE AFSTEMMING
Druk kort op toets È of Í om automa-tisch in de gekozen richting te zoekennaar het eerstvolgende station.
INLEIDING
Als u de autoradio inschakelt, dan wordtde audiobron ingeschakeld die voor hetuitschakelen beluisterd werd (Radio, CDof CD-wisselaar).
Om de radio te selecteren tijdens hetbeluisteren van een andere audiobron,moet u herhaaldelijk kort op de toetsFM of AM, afhankelijk van de gewenstegolfband.
Als de radio is ingeschakeld, verschijnenop het display de naam (alleen RDS-stations) en de frequentie van het geselecteerde station, de geselecteerdegolfband (bijv. FM1) en het nummer vande voorkeuzetoets (bijv. P1).
GOLFBAND SELECTEREN
Druk bij ingeschakelde Radio herhaalde-lijk kort op de toets FM of AM om degewenste golfband te selecteren.
Telkens als u op de toets drukt, wordtde volgende golfband geselecteerd in devolgorde:
❒ Na indrukken van toets FM: “FM1”,“FM2”, “FMT”;
❒ Na indrukken van toets AM: ,“MW” en “LW”.
RRRRAAAADDDDIIIIOOOO ((((TTTTuuuunnnneeeerrrr))))
15
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
CD-SP
ELER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
RADI
O
FUNCTIE AUTOSTORE (automatisch opslaan van stations)
Voor het inschakelen van de functieAutoSTore moet u de toets FM-AS inge-drukt houden, totdat u een akoestischsignaal hoort. Met deze functie wordenautomatisch de 6 stations met het sterk-ste signaal op de FMT-golfband opgeslagen(in volgorde van afnemende sterkte).
BELANGRIJK Als de Autostore-functiewordt ingeschakeld, worden de eerderopgeslagen stations op de FMT-golfbandgewist.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) isingeschakeld, worden alleen de stationsopgeslagen die verkeersinformatie uit-zenden.
Tijdens de automatische stationopslagknippert op het display het opschrift“FM AST”.
Om de AutoSTore-functie te onder-breken, moet opnieuw op de toets FM-AS worden gedrukt: er wordt afgestemdop het station waarnaar u luisterde,voordat de functie werd ingeschakeld.
Als de AutoSTore-functie is beëindigd,wordt automatisch afgestemd op heteerste voorkeuzestation op de FMT-golfband, dat is opgeslagen onder voor-keuzetoets 1.
Onder de van 1 tot 6 genummerde toet-sen worden nu automatisch de stationsopgeslagen die op dat moment op degeselecteerde golfband het sterkste signaal uitzenden.
Als is afgestemd op de MW- of LW-golf-band en de AutoSTore-functie wordtingeschakeld, dan wordt automatisch deFMT-golfband geselecteerd, waarbinnende functie wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK Soms slaagt de functieAutoSTore er niet in 6 stations met eenvoldoende sterk signaal te vinden. In datgeval worden onder de vrije voorkeuze-toetsen de stations met het sterkste signaal opgeslagen.
Als toets È of Í langer wordt ingedrukt,dan start het snel zoeken. Als de toetswordt losgelaten, wordt er afgestemd ophet eerstvolgende te ontvangen station.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) isingeschakeld, wordt alleen naar stationsgezocht die verkeersinformatie uitzenden.
HANDMATIGE AFSTEMMING
U kunt handmatig de stations op de geselecteerde golfband zoeken.
Kies de gewenste golfband en druk ver-volgens herhaaldelijk kort op toets Õ ofÔ om in de gekozen richting te zoeken.Als toets Õ of Ô langer wordt ingedrukt,wordt er snel naar stations gezocht. Alsde toets wordt losgelaten, stopt hetzoeken.
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
G
16
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NCD
-SPE
LER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
RA
DIO
ONTVANGST VAN ALARMBERICHTEN
De autoradio is bij ingeschakeld RDSvoorbereid op de ontvangst van alarm-berichten in geval van uitzonderlijkeomstandigheden of gebeurtenissen diegevaar kunnen opleveren (aardbevingen,overstromingen enz.). Deze berichtenworden uitgezonden op het stationwaarop is afgestemd.
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en kan niet worden uitge-schakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarm-bericht verschijnt op het display hetopschrift “ALARM”. Tijdens het berichtwijzigt het volume van de autoradio opdezelfde wijze als bij het weergeven vanverkeersinformatie (zie paragraaf “TA-FUNCTIE”).
FUNCTIE EON (Enhanced Other Network)
In enkele landen zijn netwerken geformeerd van meerdere stations dieverkeersinformatie uitzenden. Als dit hetgeval is, wordt het programma van hetstation waarnaar u luistert tijdelijkonderbroken voor:
❒ verkeersinformatie (alleen bij inge-schakelde TA-functie);
❒ regionale programma’s iedere keer alsdeze worden uitgezonden door eenstation van hetzelfde netwerk.
UITZENDINGEN IN STEREO
Als het ontvangstsignaal te zwak is, wordtde weergave automatisch veranderd vanstereo in mono.
MENU
Functies toets MENU
Druk voor het inschakelen van de Menu-functie kort op de toets MENU. Op hetdisplay verschijnt het opschrift “MENU”.
De menu-functies kunnen worden door-lopen met toets Õ of Ô. De instellingvan de geselecteerde functie kan wordengewijzigd met toets È of Í.
Op het display verschijnt de huidige sta-tus van de geselecteerde functie.
De menufuncties zijn:
❒ AF SWITCHING (ON/OFF)
❒ TRAFFIC INFO (ON/OFF)
❒ REGIONAL MODE regionale pro-gramma’s (ON/OFF);
❒ MP3 DISPLAY (instelling display vanMP3 CD-speler);
❒ SPEED VOLUME (snelheidsafhankelijkevolumeregeling);
❒ EXTERNAL AUDIO VOL (regel-methode voor externe audiobronnen)
❒ RADIO OFF (uitschakelwijze).
❒ RESTORE DEFAULT
Druk om het Menu te verlaten opnieuwop de toets MENU.
17
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
CD-SP
ELER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
RADI
O
Functie TRAFFIC INFO (verkeersinformatie)
Enkele stations op de FM-golfband (FM1,FM2 en FMT) zenden ook verkeers-informatie uit. In dat geval verschijnt ophet display het opschrift “TP”.
Druk voor het in-/uitschakelen van deTA-functie voor verkeersinformatie kortop toets MENU, selecteer het punt“TRAFFIC INFO” en vervolgensON/OFF.
BELANGRIJK Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld bijingeschakelde CD-speler, CD-wisselaar(indien aangesloten), Telefoon ofMute/Pause: dan wordt er gezocht naareen station dat verkeersinformatie kanuitzenden.
Met de TA-functie is het mogelijk:
❒ RDS-stations te zoeken op de FM-golfband, die verkeersinformatie uit-zenden;
❒ verkeersinformatie te ontvangen ookals de CD-speler of CD-wisselaar isingeschakeld;
❒ verkeersinformatie te ontvangen opeen vooraf ingesteld minimumgeluidsniveau, ook als het volume vande autoradio op nul staat.
BELANGRIJK In enkele landen bestaanradiostations die bij ingeschakelde TP-functie (op het display verschijnt hetopschrift “TP”) geen verkeersinformatieuitzenden.
Als de radio is afgestemd op de AM-golf-band en de TA-functie wordt geactiveerd,dan wordt overgeschakeld naar de FM1-golfband en afgestemd op het laatstbeluisterde station.
Functie AF SWITCHING (zoeken naar alternatieve frequen-ties)
Met het RDS-systeem kan de autoradioop twee verschillende manieren werken:
❒ “AF ON”: zoeken naar alternatieve frequentie ingeschakeld (op het displayverschijnt het opschrift “AF”);
❒ “AF OFF”: zoeken naar alternatievefrequentie uitgeschakeld.
Als u de functie inschakelt (“AF ON”),wordt automatisch afgestemd op het station met het sterkste signaal dat het-zelfde programma uitzendt. Tijdens hetrijden kunt u zo blijven luisteren naar hetgeselecteerde station, zonder dat u opeen andere frequentie hoeft af te stemmen als u in een ander gebied komt.
Uiteraard moet het station ontvangenkunnen worden in het betreffende gebied.
Druk voor het in-/uitschakelen van de AF-functie op toets MENU, selecteer hetpunt “AF SWITCHING” en vervolgensON/OFF. Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt op het display hetopschrift “AF”.
Als de radio is afgestemd op de AM-golf-band en de AF-functie is ingeschakeld, danwordt overgeschakeld naar de FM1-golf-band en afgestemd op het laatst beluisterde station.
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
G
18
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NCD
-SPE
LER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
RADI
OFunctie REGIONAL MODE (ont-vangst van regionale uitzendingen)
Enkele nationale stations zenden, opbepaalde uren van de dag regionale programma’s uit die per gebied verschillen.Met deze functie wordt automatisch alleenop lokale (regionale) stations afgestemd(zie de paragraaf “Functie EON”).
Als u wilt dat de autoradio automatischafstemt op regionale stations binnen hetgekozen netwerk, dan moet u deze functieinschakelen.
De functie kan worden in-/uitgeschakeldmet toets È of Í.
Op het display verschijnt de huidige statusvan de functie:
❒ “REGIONAL MODE: ON”: functieingeschakeld.
❒ “REGIONAL MODE: OFF”: functie uit-geschakeld.
Als de functie is uitgeschakeld en u hebtafgestemd op een regionaal station dat ineen bepaald gebied uitzendt, dan zult u alsu in een ander gebied komt, het regionalestation van dat nieuwe gebied ontvangen.
BELANGRIJK Als de functie AF en REGgelijktijdig zijn ingeschakeld en u reist in eenovergangsgebied tussen twee regio’s, dankan de radio mogelijk niet correct op eenjuiste alternatieve frequentie overschakelen.
FUNCTIE MP3 DISPLAY (weergave van de gegevens van de MP3-CD)
Met deze functie kunt u kiezen welkeinformatie op het display wordt weerge-geven als u naar een MP3-CD luistert.
Deze functie kan alleen worden gekozenals er een MP3-CD is geladen: in datgeval verschijnt op het display hetopschrift “MP3 DISPLAY”.
De functie kan worden gewijzigd mettoets È of Í.
Er zijn zes instellingen mogelijk:
❒ TITLE (titel van muziekstuk, mits metID3-TAG)
❒ AUTHOR (auteur van muziekstuk,mits met ID3-TAG)
❒ ALBUM (albumnaam, mits met ID3-TAG)
❒ DIR (naam die aan de map is toegekend);
❒ FILENAME (naam die aan het MP3-bestand is toegekend).
❒ TIME (verstreken speelduur vanaf hetbegin van het muziekstuk).
Het geluidsniveau van de verkeersinfor-matie is afhankelijk van het ingesteldevolume:
❒ ingestelde volume lager dan de waarde20: geluidsniveau van de verkeers-informatie gelijk aan 20 (vaste waarde);
❒ ingestelde volume hoger dan de waarde20: geluidsniveau van de verkeers-informatie gelijk aan het normale volume +1.
Als het volume tijdens een verkeersbe-richt wordt gewijzigd, wordt de waardeniet op het display weergegeven enwordt de nieuwe waarde alleen aange-houden voor het verkeersbericht datwordt uitgezonden.
Als verkeersinformatie wordt ontvangen,dan verschijnt op het display hetopschrift “TRAFFIC INFORMATION”.
De TA-functie wordt onderbroken alseen willekeurige toets van de autoradiowordt ingedrukt.
19
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
CD-SP
ELER
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
RADI
O
Functie EXTERNAL AUDIO VOL
Met deze functie kan het volume van eenexterne audiobron worden geregeld(instelling van 0 tot 40) of uitgeschakeld(instelling OFF).
De functie kan worden in-/uitgeschakeldmet toets È of Í.
Op het display verschijnt de huidige status van de functie:
❒ “EXTERN FUNCTION OFF”: functieuitgeschakeld.
❒ “EXTERN VOLUME: 23”: functieingeschakeld en volume ingesteld op23.
Functie RADIO OFF (in- en uit-schakelwijze)
Met deze functie kan de uitschakelwijzevan de autoradio (2 mogelijkheden)worden ingesteld. De functie kan worden ingeschakeld met toets È of Í.
Op het display verschijnt de gekozenwijze:
❒ “00 MIN”: uitschakeling afhankelijkvan de start-/contactsleutel; de auto-radio wordt automatisch uitgeschakeldzodra u de contactsleutel in stand STOPdraait;
❒ “20 MIN”: uitschakeling onafhankelijkvan de start-/contactsleutel; de auto-radio blijft 20 minuten ingeschakeldnadat de contactsleutel in stand STOPis gedraaid.
BELANGRIJK Als de autoradio auto-matisch uitschakelt nadat de contact-sleutel in stand STOP is gedraaid (voordirecte uitschakeling of uitschakeling na20 minuten), dan schakelt hij automatischweer in als de contactsleutel in standMAR wordt gedraaid. Als de autoradiodaarentegen wordt uitgeschakeld doorde knop ON/OFF in te drukken, en u decontactsleutel in stand MAR draait, danblijft de autoradio uitgeschakeld.
Functie RESTORE DEFAULT
Met deze functie kunt u alle oorspronkelijke fabrieksinstellingenweer herstellen. De mogelijkheden zijn:
❒ NO: geen restore-werkzaamheden;
❒ YES: alle fabrieksinstellingen wordenhersteld. Tijdens deze bewerkingwordt “RESTORING” weergegeven.Na deze bewerking wijzigt de bronniet en zal de oorspronkelijke situatieworden weergegeven.
Functie SPEED VOLUME (snel-heidsafhankelijke volumeregeling)
Met deze functie wordt automatisch hetvolume verhoogd als de snelheid toe-neemt, waardoor het volumeniveauwordt aangepast aan het achtergrond-geluid in het interieur.
De functie kan worden in-/uitgeschakeldmet toets È of Í. Op het display ver-schijnt de huidige status van de functie:
❒ OFF: functie uitgeschakeld.
❒ LOW: functie ingeschakeld (lage ontvangstgevoeligheid)
❒ HIGH: functie ingeschakeld (hoge ontvangstgevoeligheid)
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
G
20
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NRA
DIO
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
CD-SP
ELER
CD-SPELER SELECTEREN
Ga voor het inschakelen van de geïnte-greerde CD-speler als volgt te werk:
❒ plaats een CD, bij ingeschakeld apparaat: de weergave start vanaf heteerste muziekstuk.
of
❒ schakel als er reeds een CD in de speler zit, de autoradio in en drukvervolgens kort op de toets CD omde CD-speler te selecteren: de weer-gave start vanaf het laatst beluisterdemuziekstuk.
Voor een optimale weergave raden wijaan originele CD’s te gebruiken. Als ueen CD R/RW gebruikt, dan moet dezevan goede kwaliteit zijn en tijdens hetopnemen op de laagst mogelijke snelheidzijn beschreven.
LADEN/UITWERPEN VAN DECD
Steek de CD voorzichtig in de opening,zodat de CD automatisch en op de juiste wijze in de speler wordt geladen.
Druk bij ingeschakeld apparaat op toetsı voor het automatisch uitwerpen vande CD. Na het uitwerpen, wordt deaudiobron ingeschakeld die beluisterdwerd voordat de CD werd weer-gegeven.
Als de CD niet uit de speler wordt ver-wijderd, dan wordt de CD na ongeveer20 seconden automatisch weer geladenen wordt afgestemd op de Tuner(Radio).
De CD kan niet worden uitgeworpen bijuitgeschakelde autoradio.
Als u de uitgeworpen CD weer in despeler plaatst zonder dat hij volledig uitde opening is verwijderd, dan schakeltde radio niet over op de CD-speler.
INLEIDING
In dit hoofdstuk wordt alleen de werkingvan de CD-speler beschreven: zie voorde werking van de autoradio het hoofd-stuk “FUNCTIES EN INSTELLINGEN”.
CCCCDDDD----SSSSPPPPEEEELLLLEEEERRRR
21
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
RADI
OMP
3 CD
-SPE
LER
CD-W
ISSEL
AAR
(CDC
)IN
LEIDI
NGCD
-SPELE
R
EVENTUELE FOUTMELDINGEN
Als de geladen CD niet kan worden gelezen (bijv. als een CD-ROM is geladen,een CD verkeerd is geplaatst of er eenleesfout is), verschijnt op het displayongeveer 2 seconden het opschrift “CDERROR”.
Vervolgens wordt de CD uitgeworpenen hoort u de audiobron die ingeschakeldwas voordat de CD-speler werd gese-lecteerd.
INFORMATIE OP HET DISPLAY
Als de CD-speler is ingeschakeld, ver-schijnen op het display de volgende meldingen:
“T05”: het nummer van het muziekstukop de CD;
“03:42”: de verstreken speelduur vanafhet begin van het muziekstuk (als debetreffende menufunctie is ingeschakeld);
MUZIEKSTUK SELECTEREN(vooruit/achteruit)
Druk kort op de toets È om het vorigemuziekstuk op de CD te beluisteren enop de toets Í om het volgende muziek-stuk te beluisteren. De muziekstukkenworden cyclisch geselecteerd: na hetlaatste muziekstuk wordt het eerstemuziekstuk geselecteerd en omgekeerd.
Als het muziekstuk al meer dan 3 secon-den wordt weergegeven en op toets Èwordt gedrukt, wordt het muziekstukvanaf het begin herhaald. Als u in datgeval het vorige muziekstuk wilt beluisteren, moet de toets tweemaal naelkaar worden ingedrukt.
MUZIEKSTUKKEN SNEL VOOR-UIT-/TERUGSPOELEN
Houd toets Í ingedrukt om het gekozenmuziekstuk versneld vooruit te spoelenof houd toets È ingedrukt om het gekozenmuziekstuk versneld achteruit te spoelen.Het snel vooruit-/terugspoelen wordtonderbroken als u de toets loslaat.
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
G
22
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NRA
DIO
MP3
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
CD-SP
ELER
Geheime code invoeren
Als u de autoradio inschakelt, verschijnt,als de code wordt gevraagd, op het dis-play ongeveer 2 seconden het opschrift“CODE”, gevolgd door vier streepjes “- - - -”.
De geheime code bestaat uit vier cijferstussen 1 en 6. Elk streepje staat vooreen cijfer.
Druk voor het invoeren van het eerstecijfer op de betreffende voorkeuzetoets(tussen 1 en 6). Voer op dezelfde wijzede overige cijfers van de code in.
Als de vier cijfers niet binnen 20 secondenworden ingevoerd, verschijnt op het dis-play opnieuw gedurende 2 seconden hetopschrift “CODE” en vervolgens vierstreepjes “- - - -”. Dit wordt nietbeschouwd als het invoeren van een ver-keerde code.
Na het invoeren van het vierde cijfer(binnen 20 seconden) begint de radio tewerken.
Als een verkeerde code wordt inge-voerd, hoort u een akoestisch signaal enverschijnt op het display gedurende 2seconden het opschrift “CODE”; vervolgens verschijnen vier streepjes “- - - -” om aan te geven dat de juistecode moet worden ingevoerd.
Iedere keer als een verkeerde codewordt ingevoerd, wordt de wachttijdwaarna opnieuw een code kan wordeningevoerd, verhoogd (1 min, 2 min, 4min, 8 min, 16 min, 30 min, 1 uur, 2 uur,4 uur, 8 uur, 16 uur en 24 uur), totdat dewachttijd van maximaal 24 uur is bereikt.De wachttijd wordt op het display aan-gegeven door het opschrift “WAIT”. Alsdit opschrift is verdwenen, kan de codeopnieuw worden ingevoerd.
Code-card
Dit document is het eigendomsbewijsvan de autoradio. Op dit documentstaan het model, het serienummer en degeheime code van de autoradio aangege-ven.
BELANGRIJK Bewaar de Code Cardzorgvuldig, zodat u bij diefstal van deautoradio de gegevens aan de bevoegdeinstantie kunt overleggen.
PAUZE-FUNCTIE
Druk om de CD-speler in de pauze-stand te zetten op toets MUTE. Op hetdisplay verschijnt het opschrift “PAUSE”.
Druk om de weergave te hervattenopnieuw op toets MUTE.
Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de pauze-functie uit-geschakeld.
DIEFSTALBEVEILIGING
De autoradio is voorzien van een dief-stalbeveiliging die gebaseerd is op deinformatie-uitwisseling tussen de auto-radio en de regeleenheid (BodyComputer) in de auto.
Dit systeem garandeert maximale veilig-heid en zorgt ervoor dat de geheimecode niet opnieuw hoeft worden inge-voerd, als de voeding van de autoradioonderbroken is geweest.
Als deze controle een positief resultaatheeft, dan begint de autoradio te werken.Als de codes bij de vergelijking echterniet overeenkomen of als de regeleen-heid (Body Computer) wordt vervangen,dan moet de gebruiker de geheime codeinvoeren op de wijze die in de volgendeparagraaf is beschreven.
23
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
RADI
OCD
-SPELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
MP3
CD-S
PELE
R
De bestanden in de MP3-CD wordeningedeeld in mappen, waardoor opeen-volgende lijsten worden gemaakt van allemappen die MP3-bestanden bevatten(mappen en submappen worden alle tothetzelfde niveau teruggebracht); de map-pen die geen MP3-bestanden bevattenkunnen niet worden geselecteerd.
Kenmerken en werking bij de weergavevan MP3-bestanden:
❒ de CD-ROM’s moeten zijn opgenomenin ISO 9660 formaat;
❒ de muziekbestanden moeten deextensie “.mp3” hebben: bestandenmet een andere extensie worden nietweergegeven;
❒ de weergavefrequenties zijn: 44.1kHz, stereo (van 96 tot 320 kbit/s) -22.05 kHz, mono of stereo (van 32tot 80 kbit/s);
❒ de weergave van muziekstukken metvariabele bit-rate is mogelijk.
BELANGRIJK De namen van de muziek-stukken mogen de volgende tekens nietbevatten: spaties, ‘ (apostroffen), ( en )(haakjes openen en sluiten). Zorg tijdenshet samenstellen van een MP3-CD datde bestandsnamen deze tekens nietbevatten; als dit wel het geval is, dan kan
het systeem de betreffende muziek-stukken niet weergeven.
INFORMATIE OP HET DISPLAY
Weergave van informatie ID3-TAG
De autoradio kan niet alleen informatieover de verstreken speelduur, naam vande map en van het bestand weergegeven,maar ook de ID3-TAG-informatie overde Titel, Artiest, Auteur van het muziek-stuk (zie paragraaf “FUNCTIE MP3 DIS-PLAY”).
De naam van de op het display weerge-geven MP3-map komt overeen met denaam waarmee de CD-map is opgeslagen,gevolgd door een asterisk.
Voorbeeld van een naam van een volle-dige MP3-map: BEST OF *.
Als u voor de weergave van de ID3-TAG-informatie (Titel, Artiest, Album) hebtgekozen en bij het geselecteerde muziek-stuk is deze informatie niet opgeslagen,dan wordt deze vervangen door de naamvan het bestand.
INLEIDING
In dit hoofdstuk wordt alleen de werkingvan de MP3 CD-speler beschreven: zievoor de werking van de autoradio hethoofdstuk “FUNCTIES ENINSTELLINGEN”.
OPMERKING MPEG Layer-3 audiodecoding technology licensed fromFraunhofer IIS and Thomson multimedia.
MP3-SPELER
Naast het weergeven van normale audio-CD’s kan de autoradio ook CD-ROM’sweergeven waarop MP3-bestanden zijngeregistreerd. De autoradio werkt zoalsin het voorgaande hoofdstuk is beschre-ven (“Autoradio met CD-speler”) wanneer een normale audio-CD wordtgeladen.
Voor een optimale weergave raden wijhet gebruik aan van CD R/RW’s vangoede kwaliteit die tijdens het opnemenop de laagst mogelijke snelheid zijnbeschreven.
MMMMPPPP3333 CCCCDDDD----SSSSPPPPEEEELLLLEEEERRRR
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
G
24
FUNC
TIES E
N IN
STEL
LINGE
NRA
DIO
CD-S
PELE
RCD
-WISS
ELAA
R (C
DC)
INLEI
DING
MP3
CD-S
PELE
RDIEFSTALBEVEILIGING
Zie het hoofdstuk “CD-SPELER”.
VOLGENDE/VORIGE MAPSELECTEREN
Druk op toets Õ om de volgende map teselecteren of op toets Ô om de vorigemap te selecteren. De naam van de nieuwemap wordt op het display weergegeven.
De mappen worden cyclisch geselecteerd: na de laatste map wordtde eerste map geselecteerd en omge-keerd.
Als binnen 2 seconden geen enkeleandere map of muziekstuk wordt gese-lecteerd, wordt het eerste muziekstukvan de nieuwe map weergegeven.
Als het laatste muziekstuk op de geselecteerde map is weergegeven,wordt de volgende map weergegeven.
25
BEKN
OPTE
HA
NDLE
IDIN
GFU
NCTIE
S EN
INST
ELLIN
GEN
RADI
OCD
-SPELE
RMP
3 CD
-SPE
LER
CD-W
ISSEL
AAR
(CDC
)IN
LEIDI
NG
INLEIDING
In dit hoofdstuk wordt alleen de werkingvan de CD-wisselaar (indien aanwezig)beschreven: zie voor de werking van deautoradio het hoofdstuk “FUNCTIESEN INSTELLINGEN”.
CD-WISSELAAR SELECTEREN
Schakel de autoradio in en druk ver-volgens kort een aantal malen op toetsCD om de functie “CHANGER” teselecteren.
EVENTUELE FOUTMELDINGEN
Eventuele foutmeldingen worden in devolgende gevallen weergegeven:
❒ geen enkele CD in de CD-wisselaaraanwezig: op het display verschijnt hetopschrift “NO CD” totdat een andereaudiobron wordt gekozen;
❒ de geselecteerde CD kan niet gelezenworden (de CD bevindt zich niet inde geselecteerde positie of de CD isverkeerd geplaatst): op het displayverschijnt, na het nummer van degeselecteerde CD, het opschrift “CDERROR”. Hierna wordt de volgendeCD gekozen; als er geen andere CD’saanwezig zijn of deze zijn ook nietleesbaar, dan verschijnt op het displayhet opschrift “NO CD” totdat eenandere audiobron wordt gekozen;
❒ CD wordt verkeerd gelezen: op hetdisplay verschijnt het opschrift “CDERROR”. Hierna wordt de volgendeCD gekozen; als er geen andere CD’saanwezig zijn (na de laatste CD beginthet zoeken opnieuw vanaf de eersteCD) of deze zijn ook niet leesbaar,dan verschijnt op het display hetopschrift “NO CD” totdat een andereaudiobron wordt gekozen;
CCCCDDDD----WWWWIIIISSSSSSSSEEEELLLLAAAAAAAARRRR ((((CCCCDDDDCCCC))))
Wendt u voor de installatievan de CD-wisselaar en debijbehorende aansluiting uit-sluitend tot de Fiat-dealer.
❒ als een CD-ROM wordt geplaatst: devolgende beschikbare CD wordtgeselecteerd.
CD SELECTEREN
Druk op toets Õ om de volgende CD teselecteren of op toets Ô om de vorigeCD te selecteren.
Als in de houder op de gekozen plekgeen CD aanwezig is, dan verschijnt kortop het display het opschrift “NO CD”.Vervolgens wordt automatisch de volgende CD weergegeven.
26
ALGEMEEN
Laag geluidsniveauDe functie Fader moet zijn ingesteld opde waarden “F” (voor), om te voor-komen dat het uitgangsvermogen van deautoradio vermindert en het volume opnul wordt gezet als de fader is ingesteldop de waarde R+9.
Audiobron kan niet geselecteerdwordenEr is geen enkele CD geladen. Laad deCD of de MP3-CD die u wilt beluisteren.
DDDDIIIIAAAAGGGGNNNNOOOOSSSSEEEE VVVVAAAANNNN SSSSTTTTOOOORRRRIIIINNNNGGGGEEEENNNN
CD-SPELER
De CD wordt niet weergegevenDe CD is vuil. Maak de CD schoon.Er zitten krassen op de CD. Probeer eenandere CD.
De CD wordt niet geladenEr is al een CD geladen. Druk op toetsı en verwijder de CD.
MP3-BESTAND LEZEN
Het muziekstuk springt over tij-dens het lezen van mp3-bestandenEr zitten krassen op de CD of de CD isvuil. Maak de CD schoon, zie de para-graaf “CD” in het hoofdstuk“INLEIDING”.
De speelduur van de mp3-muziek-stukken wordt niet juist weergege-venIn enkele gevallen (vanwege de registratiemethode) kan de speelduurvan de MP3-bestanden verkeerd wordenweergegeven.
NNNNOOOOTTTTIIIITTTTIIIIEEEESSSS
Fiat Auto Nederland B.V. - B. U. After Sales Importeur voor Nederland: Fiat Auto Nederland b.v. - Singaporestraat 92-100 - 1175RA Lijnden
Druknummer 603.46.814NL - II/2006 - 1e editie - Gedrukt door Hoogcarspel Grafische Communicatie - Middenbeemster
NEDERLANDS
De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in ditboekje beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Voor de laatste informatie hieromtrent kuntu zich tot de Fiat-dealer wenden. Gedrukt op houtvrij milieuvriendelijk papier.