6 gehaakte tuimelaar diertjes - LB27 - Mayflower...16: 6 vasten, elke 7de en 8ste vaste samen haken...

6 gehaakte tuimelaar diertjes - LB27

Materiaal:

Garen: Mayflower Organic Cotton 8/4 Øko

Konijn: 2 bollen lichtrose (kl. 11), 1 bol gebr. wit (kl. 01) en een klein restje zwart (kl. 20)

Olifant: 2 bollen pink (kl. 12), 1 bol beige (kl. 25)

Giraf: 2 bollen geel (kl. 4), 1 bol bruin (kl. 26)

Hond: 2 bollen licht grijsblauw (kl. 13), 1 bol gebr. Wit (kl. 01)

Leeuw: 2 bollen beige (kl. 25), 1 bol bruin (kl. 26)

Beer: 2 bollen mintgroen (kl. 17), 1 bol wit (kl. 2)

Veiligheidsogen

Haaknaald: nr. 3½

Extra: fibervulling, knisperpapier (evt. braadzak), rammelaarbal

De 6 tuimelaar diertjes zijn gemaakt met hetzelfde basispatroon voor het lijfje en de armen.

Let op! De diertjes worden met dubbele draad gehaakt.

Basispatroon voor het lijfje:

Begin met de onderkant en kl. gebr. wit

Begin met een magische cirkel. Ronde:

1: 6 vasten (6)

2: 2 vasten in elke vaste (12)

3: 1 vaste, 2 vasten in elke 2de vaste (18)

4: 2 vasten, 2 vasten in elke 3de vaste (24)





9: 7 vasten, 2 vasten in elke 8ste vaste (54)

10-15: 1 vaste in elke vaste (54)

Wissel kleur (hoofdkleur van het diertje)


18: 7 vasten, elke 8ste en 9de vaste samen haken (48)


21: 6 vasten, elke 7de en 8ste vaste samen haken (42)

22: 1 vaste in elke vaste (42)


25: 5 vasten, elke 6de en 7de vaste samen haken (36)







38: 1 vaste, elke 2de en 3de vaste samen haken (12) – Vul het lichaam en leg de rammelaarbelletje er in.

39: steeds 2 vasten samen haken (6)

Klaar, laat een draad over voor montage.

Basispatroon voor de armen (2 stuks):

Begin met het uiteinde en kl. gebr. wit

Begin met een magische cirkel. Ronde:

1: 6 vasten (6)






8: 1 vaste, elke 2de en 3de vaste samen haken (12) – vul de armen.

Wissel kleur (hoofdkleur van het diertje)




31: vul de armen, vouw het werk op elkaar en haak samen met halve vasten tot 6 vasten (6)

Konijn:

Haak lijfje en armen volgens het basispatroon.

Kop met licht rose:

Begin met een magische ring. Ronde:

1: 6 vasten (6)














21: 1 vaste, elke 2de en 3de vaste samen haken (12) vul het hoofd


Breek de draad af.

2 ogen met gebr. wit:


1: 6 vasten (6)

2: 2 halve stokjes in elke vaste (12), de ronde sluiten met een halve vaste.

Borduur de ogen, neus en mond met zwart. Naai de ogen op het kopje.

Oren met licht rose:


1: 6 vasten (6)










22: 1 vaste, elke 2de en 3de vaste samen haken (12)



26: 1 vaste in elke vaste (6) Leg het knisperpapier in het ene oor.

27: Leg het oor op elkaar en haak de vasten 2 aan 2 samen.

Breek de draad af.

Staart met licht rose:


1: 6 vasten (6)


3: 1 vaste, 2 vasten in elke 2de en 3de vaste (18)



Vul de staart.

8: steeds 2 vasten samen haken (6) Laat een draad over voor montage, breek de draad af.

Bloem:

De bloem wordt gehaakt met een enkele draad in kl. gebr. wit en haaknld. nr. 2½.

Begin met een magische ring:

2 lossen, 4 stokjes, *2 lossen, 5 stokjes* herhalen van *tot* 3 maal en afsluiten met 2 lossen, ronde sluiten

met een halve vaste.

2 lossen en 1 vaste in het middelste stokje, *9 stokjes in de ruimte van de lossen, 1 vaste in het 3de stokje *

herhalen van *tot* en de ronde sluiten met een halve vaste.

Naai de bloem op het lichaam.

Olifant:

Haak het lijfje en de armen volgens het basispatroon met beige onderkant en pink lijf en armen.

Kop en slurf met pink:


1: 6 vasten (6)














19: 2 vasteb, elke 3de en 4de vaste samen haken (18)


Vul de kop met vulling en ga verder met de slurf als volgt:




Stop meer vulling in.



Breek de draad af en trek de draad door.

2 Oren:


1: 6 vasten (6)




5: 2 vasten in de eerste 3 vasten, 21 vasten (27)

6: 1 vaste, 2 vasten in de volgende 3 vasten , 23 vasten (30)

7: 3 vasten, 2 vasten in de volgende 3 vasten, 24 vasten (33)

8: 5 vasten, 2 vasten in de volgende vaste, 27 vasten (34)

9: 6 vasten, 2 vasten in de volgende vaste, 27 vasten (35)

10: 8 vasten, 2 vasten in de volgende vaste, 15 vasten, 2 vasten samen haken, 9 vasten (35)

11: 8 vasten, 2 vasten in de volgende 3 vasten, 15 vasten, 2 vasten samen haken, 7 vasten (37)

12: 8 vasten, 3x 2 vasten samen haken, 15 vasten, 2 vasten samen haken, 6 vasten (33)

13: 8 vasten, 3x 2 vasten samen haken, 19 vasten (30)



16: 4 vasten, 3x 2 vasten samen haken, 7 vasten, 2x 2 vasten samen haken, 2 vasten (18)

17: Leg het oor op elkaar en haak de vasten 2 aan 2 samen (9)

Staartje met pink:

Haak met 4 draden een ketting van 10 lossen, begin op de achterkant bij de kleurwisseling. Breek het garen

en bind een knoopje = kwastje van de staart.

Ster met beige:

Begin met een magische ring: Ronde:

1: 3 lossen, 14 stokjes, en sluit met een halve vaste.

2: *6 lossen, begin in de 3de losse van de haaknld., 1 vaste, 1 half stokje, 1 stokje, 1 dubbel stokje, spring 2

vasten over, 1 halve vaste in de volgende vaste* herhalen van *tot* 5 sterpuntjes.

Giraf:

Haak het lijf en de armen volgens het basispatroon met bruine onderkant en geel lijfje en armen.

Kop met geel:


1: 6 vasten (6)














21: 1 vaste, elke 2de en 3de vaste samen haken (12) Vul het kopje van de giraf.


Breek de draad af.

Snuitje met bruin:

Ronde:

1: 7 lossen, begin in de 2de losse vanaf de haaknld., 5 vasten, 3 vasten in de laatste vaste, draai het werk en

haak aan de onderkant van de lossen, 4 vasten, 2 vasten in 1 vaste (14)

2: 2 vasten in 1 vaste, 4 vasten, 2 vasten in 1 vaste, 1 vaste, 2 vasten in 1 vaste, 5 vasten, 2 vasten in 1 vaste

(18)

3: 2 vasten in de volgende 2 vasten, 5 vasten, 2 vasten in de volgende 3 vasten, 7 vasten, 2 vasten in 1 vaste

(24)

4-6: 1 vaste in elke vaste (24) en ronde sluiten met een halve vaste.

Breek de draad af en naai het snuitje op het kopje van de giraf.

2 oren met geel:


1: 6 vasten (6)




5: 2 vasten, 2 vasten i elke 3de vaste (12)







Breek de draad af. Leg knisperpapier in het ene oor en naai de oren vast op het kopje van de giraf.

2 hoorntjes, begin met bruin:


1: 5 vasten (5)





6: 4x 2 vasten samen haken, 2 vasten (6)

Kleur wisselen naar geel.


Breek de draad af. Vul de hoorntjes met fibervulling en naai ze op het kopje van de giraf.

5 stippen voor her lichaam met bruin:

Begin met een magische ring. Ronde.

1: 6 vasten (6)

2: 2 vasten in elke vaste, sluiten met een halve vaste (12)

Breek de draad af. Naai de stippen op het lichaam van de giraf evenredig verdeeld.

Staartje met geel:



Leeuw:

Haak het lijf en de armen volgens het basispatroon met bruine onderkant en beige lijfje en armen.

Puffsteek haken: (wordt gehaakt op de verkeerde zijde van het werk)

5 samengehaakte stokjes in 1 st. (= *draad omslaan, insteken , draad omslaan en doorhalen, draad omslaan

en door de eerste 2 st.op de haaknld. halen* 5 keer in dezelfde st., draad omslaan en in één keer door alle

steken halen).

Kop, begin met bruin:


1: 6 vasten (6)


3: *1 puffsteek in de volgende st., 1 losse, 1 vaste in de volgende st.* herhalen in de ronde (= 6 puffsteken)

4: *2 vasten, 1 meerderen (2 vasten in dezelfde)* herhalen in de ronde (24)

5: *1 puffsteek in de volgende st., 1 losse, 1 vaste in de volgende st.* herhalen in de ronde (= 12

puffsteken)

6: *5 vasten, 1 meerderen* herhalen in de ronde (42)

7: : *1 puffsteek in de volgende st., 1 losse, 1 vaste in de volgende st., spring 1 st. over* herhalen in de

ronde (= 14 puffsteken)

8: 1 vaste in elke st. (42)

9: *1 vaste, spring 1 losse over, 1 puffsteek in de volgende, 1 losse* sluit af met 1 puffst. In de laatste st.

(42)


11: *1 puffsteek in de volgende st., 1 losse. 1 vaste in de volgende st., spring 1 st. over* herhalen in de

ronde (= 14 puffsteken)


Kleur wisselen naar beige: en het werk draaien en van de andere zijde beginnen met haken met 1 losse.

13: *5 vasten, elke 6de en 7de vaste samen haken* (36)





Vul de kop van de leeuw met fibervulling en zet de zekerheidsogen vast tussen de 15de en 16de ronde en

met 6 vasten ertussen.

18: *1 vaste, elke 2de en 3de vaste samen haken* (12)


Hecht de draad af.

Snuitje met beige:


1: 6 vasten (6)



4-5: 1 vaste in elke vaste (18) Zet de neus vast op het midden van het snuitje en naai de snuitje op de kop.

2 oren met beige:


1: 6 vasten (6)



5: Vouw het oortje en haak steeds 2 vasten samen (6)

Naai de oortjes vast op het kopje van de leeuw tussen de laatste 2 rondes met puffsteek en met 2

puffsteken van de laatste ronde ertussen.

Manken met bruin:

Houdt het kopje van de leeuw zo dat de ogen naar beneden wijzen:

Ronde:

1: op de rand van de kleurwisseling 1 ronde haken met vasten, 1 vaste in elke vaste (36)

2: *1 vaste, 2 vasten in elke 2de vaste* herhalen van *tot* in de ronde (54)

3: *spring 1 vaste over, in de volgende vaste de volgende st. haken: 1 vaste, 1 half stokje, 1 stokje, 1 half

stokje 1 vaste, 1 losse haken en een vaste overslaan* herhalen van *tot* in de ronde (= 13 bogen)

Breek de draad af. Naai elke boog vast aan de achterliggende puffsteek.

Cirkel op de buik met bruin:


1: 6 vasten (6)






Naai de cirkel op het midden van de buik van de leeuw.

Staartje met beige:



Hond:

Haak het lijf en de armen volgens het basispatroon met gebr. witte onderkant en licht grijsblauw lijfje en

armen.

Kop met licht grijsblauw:


1: 6 vasten (6)














21: 1 vaste, elke 2de en 3de vaste samen haken (12) vul het hoofd


Breek de draad af.

Oogvlek met gebr. wit:


1: 6 vasten (6)



Naai de het vlekje op het hoofd.

Snuitje met gebr. wit:


1: 6 vasten (6)




Zet de veiligheidsneus vast tussen de 2de en 3de ronde en naai het snuitje op het kopje van de hond.

2 oren, 1 gebr. wit en 1 licht grijsblauw:


1: 3 vasten (3)



Beer:

Haak het lijfje en de armen volgens het basispatroon met gebr. witte onderkant en mintgroen lijfje en

armen.

Kop, begin met gebr. wit:


1: 6 vasten (6)






Zet de zekerheidsneus op het snuitje vast.

Wissel kleur en haak verder met mintgroen.





Zet de zekerheidsogen vast tussen de 10de en 11de ronde en met 4 steken ertussen.

12: 7 vasten, 2 vasten in elke 8ste vaste (54)


16: 7 vasten, elke 8ste en 9de vaste samen haken (48)










Vul het kopje van de hond met fibervulling.


27: steeds 2 vasten samen haken (6) Hecht de draden af.

Naai het hoofd van de hond op het lijfje.

2 oren met gebr. wit:


1: 6 vasten (6)





Vouw het oortje samen en haak steeds 2 vasten samen (12)

Naai de oren aan het kopje van de hond tussen de 16de en 17de ronde, tellen vanaf het snuitje.

Buik met gebr. wit:


1: 6 vasten (6)







Naai de cirkel op de buik van het beertje.

6 gehaakte tuimelaar diertjes - LB27 - Mayflower...16: 6 vasten, elke 7de en 8ste vaste samen haken...

Documents

Transcript of 6 gehaakte tuimelaar diertjes - LB27 - Mayflower...16: 6 vasten, elke 7de en 8ste vaste samen haken...