5 VWO

15
5 VWO Hst 8 – zuren en basen

description

5 VWO. Hst 8 – zuren en basen. 8.2 – Zuur, neutraal en basisch. pH. pH = -log[H + ] [H + ] = 10 -pH pOH = -log[OH - ] [OH - ] = 10 -pOH pH + pOH = 14. 8.3 – hoofdkenmerken van zuren en basen. Zuur = deeltje dat H + kan afstaan dus: móet H bevatten! - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of 5 VWO

Page 1: 5 VWO

5 VWO

Hst 8 – zuren en basen

Page 2: 5 VWO

8.2 – Zuur, neutraal en basisch

Page 3: 5 VWO

pH

• pH = -log[H+][H+] = 10-pH

• pOH = -log[OH-][OH-] = 10-pOH

• pH + pOH = 14

Page 4: 5 VWO

8.3 – hoofdkenmerken van zuren en basen

• Zuur = deeltje dat H+ kan afstaandus: móet H bevatten!

• Base = deeltje dat H+ kan opnemenvaak: negatief geladenof: N-atoom

Page 5: 5 VWO

Zuur-base reactie

• Een reactie waarbij H+ wordt overgedragen

• HCl + H2O Cl- + H3O+ zuur

• NH3 + H2O NH4+ + OH- base

• HCl + NH3 Cl- + NH4+ zuur/base

• H+ + H2O H3O+

Page 6: 5 VWO

8.4 – sterkte van zuren en basen

T 49

Page 7: 5 VWO

reactievergelijkingen

• HCl + H2O Cl- + H3O+

• CH3COOH + H2O CH3COO- + H3O+

• CO32- + H2O HCO3

- + OH-

• O2- + H2O 2 OH-

Page 8: 5 VWO

8.5 – geconjugeerde zuur-baseparen

• Nodig: zwakke zuren en basen

Dan:

• CH3COOH = zuurCH3COO- = base

• CO32- = base

HCO3- = zuur

Page 9: 5 VWO

Niet met sterk?

• HCl = zuurCl- = geen base: te zwak!

• O2- = baseOH- = geen zuur: te zwak!

Page 10: 5 VWO

Kz en Kb

• Een sterk zuur heeft een hoge Kz

Een zwak zuur heeft een lage Kz

• Een sterke base heeft een hoge Kb

Een zwakke base heeft een lage Kb

Page 11: 5 VWO

Amfolyt = zuur én base

• Heeft dus H en is vaak negatief

• HCO3-

• HPO42-

• H2PO4-

• H2O

• …

Page 12: 5 VWO

8.6 – enkele berekeningen

• 50 mL HNO3 met pH = 1,30oplossen in 1 L water? Nieuwe pH = …?

Page 13: 5 VWO

8.6 – enkele berekeningen

• pH = -log[H+] Dus als ik die weet…

• Gegeven: pH(HNO3) = 1,30 [H+] = 10-pH = 10-1,30 = 0,05 mol/L

• Maar ik heb 50 mLdus 0,05 x 0,050 = 0,0025 mol H+

• Die 0,0025 mol H+ doe ik in 1 L water• Dus nieuwe [H+] = 0,0025 mol/L• Dus pH = -log[H+] = -log(0,0025) = 2,6

Page 14: 5 VWO

8.7 – kwantitatieve analyse

• Kwantiteit = hoeveelheidDus: hoeveel stof zit er in?

• Idee: als ik weet hoeveel ik van het A heben ik weet hoeveel A met B reageertweet ik ook hoeveel B ik heb

Page 15: 5 VWO

DUS…

Voor de titratie van 25 mL zoutzuur is 10 mL 0,01 M NaOH nodig. Bereken M HCl

• 10 mL 0,1 M NaOH = 0,1 mmol NaOH

• NaOH + HCl Na+ + Cl- + H2O1 : 1

• Dan heb ik ook 0,1 mmol HCl gehad• 0,1 mmol / 25 mL = 4 mol/L