4.6.4 insecten

17
4.6.4 insecten 1 Huisvlieg Wesp Bij Hommel Mier Libel Lieveheersbeestje Koolwitje Bladluis Zilvervisje Mug 2 Mierenleeuw Doodgraver Fruitvlieg Waterjuffer Sluipwesp Wants Atalanta Snuitkever Vliegend hert Orenkruiper/oorworm

description

1 Huisvlieg Wesp Bij Hommel Mier Libel Lieveheersbeestje Koolwitje Bladluis Zilvervisje Mug. 2 Mierenleeuw Doodgraver Fruitvlieg Waterjuffer Sluipwesp Wants Atalanta Snuitkever Vliegend hert Orenkruiper/oorworm. 4.6.4 insecten. Insecten. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of 4.6.4 insecten

Page 1: 4.6.4  insecten

4.6.4 insecten

1

• Huisvlieg

• Wesp

• Bij

• Hommel

• Mier

• Libel

• Lieveheersbeestje

• Koolwitje

• Bladluis

• Zilvervisje

• Mug

2

• Mierenleeuw

• Doodgraver

• Fruitvlieg

• Waterjuffer

• Sluipwesp

• Wants

• Atalanta

• Snuitkever

• Vliegend hert

• Orenkruiper/oorworm

Page 2: 4.6.4  insecten

Insecten • Insecten zijn geleedpotige, ongewervelde dieren. Typerend voor insecten is hun

driedelige lichaam, dat uit kop, borstdeel (thorax) en achterlijf (abdomen) bestaat.

• Bijna alle insecten hebben vleugels. Hun houding en vorm zijn zeer verschillend. Het zijn de enige ongewervelde dieren die kunnen vliegen. 

• Insecten hebben altijd zes poten. Spinnen hebben acht poten, kreeften tien.

• Voor op de kop hebben insecten twee voelsprieten. Hierin bevinden zich soms de smaakzintuigen, de reukorganen en de oren.

• Insecten krijgen hun voedsel binnen door te likken, te bijten, te kauwen en/of te zuigen (zoals bijvoorbeeld de mug).

• Het lichaam van insecten, dat tegelijkertijd huid en skelet is, bestaat uit een hoornachtig pantser (chitine).

• De volgende afbeelding is een doorsnede van een insect met de belangrijkste organen.

Page 3: 4.6.4  insecten
Page 4: 4.6.4  insecten

Huisvlieg

‘Men vangt meer vliegen met honing dan met azijn’.

• Donkergrijze vlieg met geelbruine, aan de bovenkant en aan de punt zwart getekend achterlijf.

• Ze zoeken, ook binnenshuis, naar allerlei voedselresten. De vliegen eten hiervan en kunnen het op die manier bevuilen. Ze kunnen zich hierin ook voortplanten.

• De huisvlieg kan wel 15 keer per jaar eitjes leggen.

Page 5: 4.6.4  insecten

Enkele soorten vliegen die veel op de huisvlieg lijken.

• Kleine kamervlieg • Blauwe bromvlieg

• Groene keizersvlieg • Azijnvlieg

Page 6: 4.6.4  insecten

Nog enkele soorten vliegen die veel op de huisvlieg lijken.

• Stalvlieg • Dambordvlieg

• Woeste sluipvlieg • Roodwangvlieg

Page 7: 4.6.4  insecten

Wesp • Insect met angel en wespentaille

(insnoering). • Sociale dieren, die in een kolonie

leven. Werksters zorgen voor koningin en larven. Ze leven in een groot nest, gemaakt van tot papier gekauwd hout. Alleen de koningin overwintert. De anderen gaan in de herfst dood.

• In Nederland komen vooral de Gewone wesp en Duitse wesp voor.

• Voedsel: nectar, honingdauw van luizen,stuifmeel, plantensap, vruchtvlees en sap van rijpe vruchten

• Foto’s onder, drinkende wesp en wespennest.

Page 8: 4.6.4  insecten

Bij • Bijen verkrijgen hun voedsel uit

nectar en stuifmeel van bloemen.• Op deze manier vormt de bij de

belangrijkste schakel in het proces van bestuiving, dat verantwoordelijk is voor zo'n dertig procent van al het menselijk voedsel.

• Bijen produceren honing (voedsel) en was (nestmateriaal), foto’s links.

• Bijenvolken worden gehouden en onderhouden door imkers.

• Tijdens de bijendans geven de werksters elkaar informatie door over voedselbronnen.

Page 9: 4.6.4  insecten

Hommel • Hommels zijn aangepast om te

overleven in een wat kouder klimaat.

• Het lichaam is voor een insect relatief groot en is zowel lang- als dichtbehaard, waardoor de warmte goed wordt vastgehouden.

• Net als bijen en wespen kan een hommel steken. De steek van hommels is slechts pijnlijk en niet gevaarlijk, tenzij men allergisch is.

• Voedsel: net als bijen, nectar en stuifmeel.

• Vijanden: vooral insectenetende vogels.

Page 10: 4.6.4  insecten

Mier • Mieren zijn kolonie-vormende

sociale insecten. • Ze komen overal ter wereld

voorkomen (behalve Antarctica), ze zijn één van de succesvolste diergroepen.

• De kolonie bestaat uit één (of enkele) koningin(nen) , werksters (ook allemaal vrouwtjes) en soms jonge mannetjes.

• Sommige mieren zuigen de zoete afscheiding van bladluizen (honingdauw) en beschermt de luizen tegen vijanden als lieveheersbeestjes met mierenzuur.

Page 11: 4.6.4  insecten

Libel

• Twee paar vleugels, die stevig, rijk geaderd en niet opvouwbaar zijn. Een lang en meestal slank achterlijf. Grote facetogen op een beweeglijke kop.

• De ontwikkeling van de libel verloopt vanaf eitje via larve tot volwassen insect met vleugels.

• De eitjes worden door het vrouwtje net onder water afgezet met haar legapparaat. De soort overwinterd als larve.

• Libellen eten voornamelijk muggen, vliegende mieren en vliegjes.

Page 12: 4.6.4  insecten

Lieveheersbeestje

• Helder gekleurde keversoort, meestal rood of geel met zwarte stippen.

• Er komen veel verschillende soorten voor in Nederland.

• De totale levenscyclus (ei - larve - pop- kever ) duurt 4 tot 7 weken.

• Een lieveheersbeestje kan wel 3000 bladluizen per maand eten.

• De larven die als eerste uitkomen eten vaak hun broertjes en zusjes op.

• Foto links midden: eitjes aan de onderkant van een blad.

• Foto links onder: de larve van een lieveheersbeestje.

Page 13: 4.6.4  insecten

             

           

             

           

             

              

             

            

            

             

             

              

             

               

             

               

Tweestippe-lig lieveheers-beestje

voedt zich met vele bladluissoor-ten vnl.op loofhout.zeer algemeen, heel Nederland.

Zevenstippe-lig lieveheers-beestje

voedt zich met vele bladluissoor-ten waarondervele die schadelijk zijn op vruchtbomenen groenten, maar ook larven vanbladhaantjes en thrips worden gegeten.zeer algemeen, in heel Nederland, soms massaallangs de stranden.

Elfstippelig lieveheers-beestje

voedt zich met bladluizen vnl. op allerleikruiden en in de duinstreek ook op grassen,daar soms in grote aantallen, vrijwel niet opbomen en struiken.algemeen, in heel Nederland.

Veertienstippelig lieve-heersbees-tje

voedt zich met vele bladluissoor-ten.zeer algemeen, heel Nederland.

Zestienpunt lieveheers-beestje

voedt zich met meeldauw-schimmels, bladluizenen stuifmeel van gras.niet zeldzaam, langs de kust en grote rivieren enop vochtige heideterrei-nen.

Tweeëntwin-tigstippelig lieveheers-beestje

voedt zich met meeldauw-schimmels op eiken,kornoelje en erwten, ook op bloeiende toorts,hop, alsem en bosrank.vrij algemeen, heel Nederland.

Oogvleklieve-heersbees-tje

voedt zich met vele bladluissoor-ten opnaaldhout.algemeen, heel Nederland, soms talrijklangs de stranden.

Viervleklieve-heersbees-tje

voedt zich met schildluizen en bladluizen.leeft vrijwel uitsluitend op bomen.algemeen op de zandgron-den.

Page 14: 4.6.4  insecten

Koolwitje • Zowel de vrouwtjes als de mannetjes

hebben een donkere tip aan de bovenkant van de voorvleugel.

• Na de paring legt een koolwitje eieren (meestal op koolplanten), waar rupsen uitkomen. De rupsen groeien en vervellen een paar keer. Als een rups groot genoeg is, verpopt ze. Uit de pop komt tenslotte een vlinder.

• Door kwekers van koolsoorten wordt de rups algemeen als een plaagdier gezien.

• De vlinder overwintert als pop.

Page 15: 4.6.4  insecten

Bladluis

• Op de afbeelding: Enkele jonge bladluizen en een volwassen exemplaar.

• Insect met zuigsnuit, ovaalvormig, kleur varieert van bleek geelgroen tot groen, en soms rood.

• Leeft op planten, vooral de jonge delen.

• Leeft in symbiose met mieren die de honingdauw afnemen. De mier beschermt de bladluis o.a. tegen lieveheersbeestjes.

Page 16: 4.6.4  insecten

Zilvervisje • Komt voor op droge en vochtige

plaatsen in huizen.

• De naam verwijst naar de zilverachtige glans van de schubben die het lichaam bedekken en misschien ook naar zijn vermogen watervlug weg te glippen.

• De insecten komen vaak het huis binnen door mee te liften met voedsel, verhuisdozen, meubilair, oude boeken, papier en oude kleding.

• Volwassen zilvervissen kunnen 2 tot 8 jaar oud worden.

• Verschil in leefomgeving; het papiervisje (foto onder) houdt voornamelijk van warme en droge ruimtes en het zilvervisje (foto boven) houdt van warme en vochtige ruimtes.

Page 17: 4.6.4  insecten

Mug

‘Met een kanon op een mug schieten’.‘Van een mug een olifant maken’.

• Steekmuggen hebben bloed nodig als krachtvoedsel om eitjes te kunnen leggen. Het zijn dus enkel de vrouwtjes die ons lastig vallen, uit de slaap houden en opzadelen met een rode bult en onuitstaanbare jeuk.

• Ze leven alleen van plantaardig voedsel.

• Wanneer een mug steekt, brengt ze haar steekinstrument als een injectienaald in onze huid.

• Eitjes worden gelegd net onder het wateroppervlak. De larven leven enkele dagen in het water. Als de mug in de pop volgroeid is kruipt het uit de pop en vliegt weg.

• Foto links: muggenlarven.