46: Twee minder - Webdiver...‘Going West’ 46 – Twee minder Ons belevingsboek - 2 - James...
Transcript of 46: Twee minder - Webdiver...‘Going West’ 46 – Twee minder Ons belevingsboek - 2 - James...
46: Twee minder
De Star Wars saga start
opnieuw.
Verizon
Oef, we moeten dan toch niet veranderen van ziekenhuis. We
zijn blijkbaar al altijd ‘TriCare Standard’ geweest, maar als
buitenlandse militair vallen we onder het regime van de
‘Prime’ leden. Blijkbaar werden ze in de NorthWest kliniek
even op de regels gewezen, maar omdat ik de enige NATO-
officier ben die daar in behandeling is, hebben ze deze
uitzondering over het hoofd gezien. Gelukkig moeten we niet
veranderen.
Wat we wel wijzigen, is onze internet-provider. Puur om
financiële redenen stappen we over naar een andere. Je krijgt
hier meer voordelen om over te stappen dan om te blijven -
alhoewel het verlies van klanten de providers meer geld moet
kosten dan wanneer ze ze door kortingen in eigen stal houden.
En het verschil is groot! We moeten dus iedereen verwittigen
dat we vanaf nu op [email protected] bereikbaar
zijn. Aanpassen!
Niet alleen iedereen die ons kent moet dit adres aanpassen: het is ook ongelofelijk op
hoeveel sites je je adres moet veranderen! Zeer waarschijnlijk
zijn we er wel enkele vergeten. We zullen wel zien…
Het weer blijft enorm warm en vochtig. De zwoelte gaat niet over.
Wanneer stopt dit?
Hoewel het de eerste week van september is, is het hier nog geen school.
Wel werkweek voor mij. De politieke bemoeienissen blijken te minderen,
en dat is maar goed ook. We moeten hier immers het best mogelijke
militaire advies geven en dat wars van alle nationale belangen. Nu mijn
admiraal een aanbevelingsbrief geschreven heeft, kan ik mijn model B
voor een jaartje extra versturen. Hoewel de uiterste datum van indienen
ondertussen al verstreken is - ik wist niet dat het aanvragen van een
verlenging gelijkgesteld is met het postuleren voor een post - kan ik mijn
aanvraag toch nog indienen. Nu is het afwachten.
De avonden worden nog steeds ingenomen door het in lay-out zetten van
de belevenisboeken. Die verhalen vragen veel werk. Wat zal dat zijn eens
ik aan de films ga beginnen? Iedere minuut film die je kan tonen, vraagt
al gauw 7 à 10 minuten werk. Maar eerst moet ik iets vinden om de ‘brute’ beelden
naar de PC over te brengen. Met de kabel die ik besteld heb, lukt het niet. Wat nu? Al
dat extra werk zorgt ervoor dat mijn ander werk achterstand oploopt. Gelukkig heb ik
een reserve aan bijvoorbeeld artikels voor de Hippocampus aangelegd, zodat de
hoofdredacteur nog niet direct moet panikeren.
We mogen dan nog weigeren aan het vertrek van onze twee oudsten te denken, toch
moeten we het om praktische redenen doen. Ten eerste valt opeens de mogelijkheid
om dingen met een Belgische militair vliegtuig mee te geven uit de lucht. We hebben
al eens bij onze Nederlandse collega’s aangeklopt om te kijken of zij geen plaatsje in
hun container hebben om materiaal mee te geven - dit jaar keren er immers geen
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 2 -
James tijdens een typische
ontsnappingspoging.
Een dagje plezier in het waterpark.
Belgen terug, Als hun kinderen naar Nederland
terugkeren, krijgen ze 1 kubieke meter om hun materiaal
te verschepen. Toegegeven, 1 kube is niet veel - zoals de
Nederlanders zeggen: te weinig voor de twee dingen die
ze willen meenemen, nl hun bed en hun fiets - maar toch
meer dan niets. Maar we hadden niet echt geluk: ofwel te
vol, ofwel te ver, ofwel te laat. Het beetje plaats op het
transportvliegtuig is dus welkom. Loic zal in ieder geval
een 11-tal dozen kunnen meegeven.
Ook moeten we eens kijken hoe zijn twee gerbils in
België geraken. Een kat, een hond en een konijn mogen
mee ‘in cabin’, maar twee kleinere ratjes dus niet. De prijs
om ze als cargo mee te geven, is te hoog en we vrezen dat
ze zo’n reis ook niet zullen overleven. Finaal besluiten we
dat ze hier zullen blijven. Die beslissing nemen we
voornamelijk vanwege de ouderdom van James, maar ook Teddy is al niet meer van
de jongste. Uiteindelijk hakt James zélf de knoop door: op een ochtend treft Loic hem
dood aan…
Op donderdag gaan we voor een dagje waterpret.
Ik heb een paar weken geleden goedkope tickets
op de kop kunnen tikken voor het waterpark
Ocean Breeze in Virginia Beach. Deze week zijn
de scholen in Virginia Beach al begonnen en dus
zal het rustiger zijn dan een op andere zomerdag.
Voor mij betekent dit ook dat ik niet aan een
parade moet deelnemen. Het vriendje van
Seighin, Josh, nemen we ook mee. Amber vergeet
haar bikini en dus moet ik met haar terug naar
Chesapeake rijden. Als we terug in het park
aankomen, hebben de jongens alles al verkend.
Er zijn een heleboel glijbanen met allemaal zeer
uitdagende namen. En gelukkig is er inderdaad
niet veel volk, zodat het aanschuiven niet lang
duurt. Een leuke dag met de ganse bende.
Vrijdag vertrekt Loic met de familie van Ali op
weekend met de RV. We hebben geen idee waar
hij naartoe gaat - inclusief Loic - en vanaf zijn
vertrek kunnen we hem niet meer bereiken.
We bezoeken voor de eerste maal de nieuwe
school van Seighin. Great Bridge Middle School
is een grote school, bijna het formaat van een
high school. Gelukkig proberen ze de overstap
niet te groot te maken door de leerlingen te laten roteren in een kleine groep van
slechts 4 klaslokalen. Tijdens de eerste maanden zal Seighin 4 lessen krijgen: science,
math, English en civics. Natuurlijk staat er ook nog een beetje sport op het
programma.
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 3 -
De USS Wisconsin.
De speelkamer zonder dozen.
Na dit schoolbezoek rijden we naar de Commissary, maar die gaat vrijdags blijkbaar
vroeger dicht: we staan voor een gesloten deur.
In cross country doet Ciaran het, een beetje tegen
onze verwachtingen in, goed. Hij schuift steeds
verder in de rangschikking omhoog.
Zaterdagmorgen rij ik met Amber opnieuw naar
de Commissary, die nu wel open is. In de late
namiddag besluiten we nog even een bezoekje te
brengen aan het museum de Nauticus met de USS
Wisconsin. Dit is een oud en enorm groot
slagschip dat nog in de eerste Golfoorlog dienst
gedaan heeft. Maar voor we deze oude dame
kunnen bezoeken, moet ik eerst het probleem met
mijn vrijwilligerskaart zien op te lossen. De
mevrouw aan de balie heeft nl een wel zeer special interpretatie van de regels.
Gelukkig laat ik me niet afschepen door rare redeneringen en uiteindelijk verschaft ze
ons toch toegang tot het museum.
Zondagvoormiddag besluiten we het rustig aan te doen. Terwijl Amber het recept van
de pannenkoeken die we van de B&B in Page meegekregen hebben, uitprobeert,
ontferm ik me over de pistolets. In de namiddag gaan we op bezoek bij onze Canadese
vrienden Tom en Kathleen om Toms nieuwe ‘smoker’ uit te testen. Het ding ziet eruit
als een kluis, maar het vlees dat eruit komt, is om je vingers en duimen van af te
likken. Het wordt een leuke avond.
Eerste schoolweek
De eerste schoolweek begint een beetje raar, want traditioneel met een verlofdag. Het
is vandaag immers ‘Labor Day’. En hoe vier je best de Dag van de Arbeid? Juist, met
een dagje verlof. Geen school dus. Ik heb beslist om vandaag de garage op te kuisen.
Na bijna twee jaar in de USA heeft zich in deze ruimte rommel verzameld die weg
mag. Amber neemt de laatste verhuisdozen voor haar rekening. Deze dozen staan
boven in de speelkamer en zijn sinds onze aankomst amper open geweest. Amber
heeft beslist dat er daarom een heleboel weg kunnen. We moeten haar een beetje in
haar jeugdig enthousiasme temperen: sommige zaken hebben we écht nog wel nodig!
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 4 -
Dinsdag, de echte eerste schooldag. Amber zorgt voor een
goeie start met speciale pancakes en zelfgemaakte stroop.
Terug de routine van de brooddoos met pistolets (ja, een
specialeke op de eerste schooldag) klaarmaken, koekjes,
drankjes, … vinden. Dit betekent ook een nieuw schema
voor de schoolbussen en enkele
nieuwe chauffeurs. Het resultaat
is dat de bussen in het begin hun
schema niet volgen en dat je dus
moet rekenen op mogelijks een
lange wachttijd. Natuurlijk kan het ook zijn dat je kinderen het
vroege uur niet (meer) gewoon zijn en dus moeten lopen om
de bus die toch op tijd is, te halen. Zoals Ciaran, die ei zo na
zijn bus mist. Seighin, die nu als laatste vertrekt, is
zenuwachtig. Naar Middle School gaan is een beetje zoals de
overstap naar het middelbaar bij ons, alleen een jaar vroeger.
Hij is bang…dat hij zijn locker niet zal open krijgen.
Als de schoolgaande jeugd op de schoolbus zit, vertrekken wij
met de 2 oudsten naar de Cracker Barrel voor het traditionele
ontbijt. De traditie om als ouders op de eerste schooldag te
gaan ontbijten, hebben we van Jo en Steven overgenomen. Deze
keer hebben we echter twee mee-eters in ons gezelschap. Een leuk
onderonsje. Daarna rij ik naar het werk, in afwachting van de
verhalen bij de thuiskomst.
En die verhalen zijn er natuurlijk. Seighin heeft zich een aantal
keren van lokaal vergist en kwam in de hogere jaren terecht. Niet te
verwonderen in zo’n grote school. Ciaran was het snel weer
gewoon, want hij gaat naar dezelfde school als vorig jaar.
Klaslokalen zijn niet het enige dat we die dag niet vinden. Ook het
nieuwe terrein waar de voetbaltraining doorgaat, lokaliseren we niet
dadelijk. We staan aan de school, maar treffen niemand aan. Als we
terug thuiskomen - ik had mijn GSM niet op zak - blijkt dat ze
achter het gebouw verscholen liggen. In ieder geval weten we nu dat
we wel degelijk op de juiste plek waren.
Door het missen van de voetbaltraining heb ik nu meer tijd om het materiaal van Loic
mee te helpen inpakken. Alles moet immers klaar zijn om met de C130 te kunnen
meegeven, ook de nodige papieren. Calle en Amber gaan bij de Nederlanders gaan
rikken.
De rest van de werkweek bestaat uit het afleveren van de 11 dozen die Loic met het
vliegtuig wil meegeven. Maar dat is blijkbaar nog niet alles. Er
staat nog materiaal dat naar België overgevlogen mag worden.
Waarom niet alles in 1 keer meegeven? Mijn volgende zending
voorbereiden. De ontdekking dat de Italiaanse delegatie een brief
voor DSACT voorbereid heeft waarin de generaal klaagt dat ik
teveel zelf beslis. Gelukkig heeft de militaire adviseur van mijn
admiraal deze brief tegengehouden door hen op de foute
beweringen te wijzen. En de dag daarna krijg ik een uitnodiging
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 5 -
om met de generaals op de dag van de bevelsoverdracht te gaan lunchen. Rare
samenloop van omstandigheden?
Zaterdag 12 september: onze huwelijksverjaardag. 23 jaar!
Maar voor we dit vieren, hebben Amber en ik het plan opgevat om 10 mijl in het park
First Landing te gaan lopen. Amber heeft de vorige keer tijdens de ‘runathon’ deze
afstand niet gelopen en dat wil ze nu wel doen. Tijdens het lopen besluiten we dat we
aan de Nederlandse vriendin van Calle zullen vragen of ze bij het vertrek van Amber
en Loic aanwezig wil en kan zijn. Ik ben dan immers in het buitenland zodat Calle na
het vertrek helemaal alleen op het vliegveld zal staan.
Waarschijnlijk omdat we eerst aan het zware deel begonnen zijn,
halen we ons doel niet. Mijn knieën protesteren te veel en ik ben
bang dat ik ze zal forceren. Loic slaagt wel in zijn doel, een halve
marathon. Een beest!
Bezweet gaan we daarna winkelen in de Commissary. Vervolgens
maak ik in de traagkoker appelmoes en
bakkersroom voor de koffiekoeken voor
morgen.
Calle is in de veronderstelling dat ik niets
gepland heb, maar ik kom volledig uitgedost
naar beneden en vraag of ze klaar is. Om
samen gezellig te gaan eten, natuurlijk. Ik heb
een etentje in het visrestaurant ‘Off the hook’
om de hoek voorzien. We zijn voor Amerikanen laat, 20u30,
zodat ik niet moest reserveren. En inderdaad, het begint te
minderen en we hebben quasi onmiddellijk
plaats. Het eten is erg lekker en het gezelschap
aangenaam.
Zondag is het brunch met zelfgemaakte
pistolets en roommastellen. Daarna gaan we iets doen wat we al
lang van plan waren, maar nog nooit gedaan hebben: we gaan naar
de Belgische ex-consul Mimi om te kanoën op het meer. Een beetje
op het water klungelen, vanaf een boom in het water slingeren,
dom doen op het strand van First Landing Park, … Ver varen we
dus niet, maar toch wordt het een leuke namiddag. Na onze tocht
krijgen we nog een koffie aangeboden. Dat moeten we nog een
keertje doen!
Afzetten en wegvliegen
Hoewel het niet echt hoeft, sta ik aan het begin van deze
week vroeg op. Ik wil de jongens naar school uitzwaaien
voor ik vertrek. Ook verricht ik nog snel enkele kleine
werkjes in huis en maak dan mijn valies in orde. Eten en
hup, naar de intussen overbekende luchthaven van Norfolk
richting Genève. Maar eerst naar Washington. In de
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 6 -
De fontein in de haven van Genève.
luchthaven afscheid nemen. Voor Amber en Loic is het niet voor lang, want die zie ik
dit weekend in België. Het is dus nog niet het grote afscheid nemen. Op het vliegtuig
naar DC krijg ik een servetje met mijn naam op. Van een persoonlijke service
gesproken!
Op de vlucht zitten een paar nieuwe collega’s. Niet abnormaal, omdat het de eerste
TDY na de zomeraflossing is. De ‘oude rotten’ nemen de verse lading onder de
vleugels. De luchthaven tonen, de trucjes en hen mee in de lounge loodsen.
Na een goede en productieve vlucht - slapen kan ik nog steeds niet - landen we op
tijd. Een beetje slaapdronken ga ik met twee collega’s de huurauto halen. Mijn
Nederlandse collega heeft een valies van ons mee. De andere 2 koffers met spullen
van Amber en Loic behoorden tot mijn ‘uitzet’. We hebben dus wel een heleboel
bagage op sleeptouw. Gelukkig krijg ik een grote middenklasse huurwagen, een Ford
C-Max. Alles gaat er gemakkelijk in.
De baliebediende vraagt of ik een GPS wil. Nee, dat zal wel gaan (en is bovendien te
duur). Ik zie dat ze Wifi hebben en vraag de toegangscode om mijn wegenkaarten
voor mijn tablet op te laden. Ik krijg een bakje van hem. Raar?
We moeten een heel eind wandelen voor we aan de parkeergarage aankomen (was het
niet gemakkelijker om te voet naar het hotel te gaan?). Met de telefoon van mijn
Duitse collega vinden we de weg naar het hotel, nadat ik de elektronische gadgets van
de auto onder de knie heb en het schakelen vlot verloopt. Het kost ons wel enige
moeite om door het drukke verkeer van de stad te komen.
Op mijn vraag of er geen parkeerplaats in het hotel gereserveerd moest worden,
hadden ze in Brussel geantwoord dat dat nooit nodig is.
Vandaag en in Genève blijkt dit fout: hier zijn
parkeerplaatsen zeldzaam. Gelukkig is er nog een
garagebox beschikbaar.
Na het inchecken en uitladen besteden we de rest van de
dag aan het wegwandelen van de jetlag (ze hebben daar
een enorme fontein in de jachthaven
staan), het ontdekken van een deel van
de stad, en het ons verwonderen over
het dure eten in deze wereldstad. De
diensters lachen de opmerking over de
hoge prijs met een simpel ‘This is Geneva’ weg.
Na een licht avondmaal ga ik vroeg
slapen. En zoals gewoonlijk lukken de
eerste uren best, maar rond 3 uur in de
ochtend ben ik weer in het land van de
wakkeren. Gelukkig is het ontbijt
vroeg en lekker, en dat maakt veel
goed.
We wandelen met een paar
deelnemers samen naar de
vergaderzaal. Het nieuwe gebouw
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 7 -
van een Zwitserse organisatie waar de vergadering doorgaat, ligt midden tussen
enkele gebouwen van deelorganisaties van de UNO waarvan ik zelf het bestaan niet
wist.
De vergadering zelf verloopt zeer moeilijk, waarschijnlijk omdat er een heleboel
nieuwe deelnemers aan tafel zitten die niet de nodige kennis hebben. Een heleboel van
hen komt gewoon om te leren, waardoor alles veel trager verloopt. Het resultaat is dat
ik ’s avonds een beetje gefrustreerd op mijn hotelkamer aan een voorstel werk.
Gelukkig heb ik door de jetlag geen honger en kan in het avondmaal overslaan.
Aan de overkant van de oceaan beginnen ze aan de laatste avond. Vooral voor Ali en
Loic moet het een moeilijke avond zijn. Ze geven elkaar dingen om de herinneringen
vast te houden. Ali overhandigt Loic een heleboel brieven die hij mag openen op de
momenten beschreven op de envelop. Zo is er een bij die hij mag openen als hij een
ander meisje leert kennen. Later ontdek ik dat Amber en Loic ook een fotoboek voor
ons achtergelaten hebben. Leuk!
De tweede dag verloopt iets beter. Rond de middag begint het te regenen en ik vrees
voor een lange rit naar Metz in de regen. Gelukkig is het slechte weer gestopt op het
moment dat ik de parkeergarage verlaat. Intussen weet ik dat het bakje dat ik
meegekregen heb een Wificonnectie is en kan ik mijn tablet als GPS gebruiken.
Doordat de reactietijd iets te traag is, verloopt mijn uitrit minder vlot. Als ik eenmaal
de autostrade bereik, is de miserie over.
Aan de grens met Frankrijk is er wel douanecontrole (lees: een douanebeambte doet
teken door te rijden). Als ik de grens oversteek, valt de Wifiverbinding uit: dat ding
werkt alleen in Zwitserland! Nutteloos voor mij dus. Gelukkig heb ik bij mijn t-
Mobile abonnement onbeperkt dataverkeer, ook in Europa. De GSM met Waze biedt
de oplossing. Gelukkig!
De rit naar Metz verloopt voor de rest vlot. Door af en toe een pauze te nemen, hou ik
het veilig. De tocht verloopt over de ‘Autoroute du soleil’ waardoor ik langs plaatsen
kom die me bekend zijn van onze jaarlijkse autoreis naar de Costa Brava.
In Metz ben ik gelogeerd in een goedkoop hotelletje. Het is duidelijk dat ze in Brussel
voornamelijk naar de prijs gekeken hebben. Ik wil vroeg vertrekken en vraag of ik een
ontbijtpakket kan krijgen. De dame achter de balie verzoekt me om over een 15-tal
minuten terug te komen. Ik heb nog maar net mijn korte verkenningsronde van de zeer
rudimentair uitgeruste kamer afgerond of er wordt aangebeld. Dezelfde dame staat
met een volledige gevuld dienblad aan mijn deur. Goedkoop, maar met een goede
service dus.
Het is nog te vroeg om te gaan slapen en dus besluit ik van een bad te genieten. Als ik
er goed en wel in zit, krijg ik een berichtje. Amber en Loic hebben hun vliegtuig
gemist. Blijkbaar was het vertrekuur vervroegd en waren ze daardoor te laat om hun
bagage in te checken. Gelukkig kunnen ze op een vliegtuig later deze avond, maar
zullen ze pas rond 14u00 in Zaventem landen. Tot hun vertrek blijven ze bij
Jacqueline. Hoewel ik dus niet vroeg in Schilde verwacht wordt, beslis ik om toch
morgenvroeg volgens plan te vertrekken. Ik vrees immers fileleed richting
Luxemburg, Luik en Antwerpen als ik later vertrek.
’s Anderdaags voor het krieken van de dag alweer onderweg. Buiten een beetje
vertraging verloopt de tweede helft van de reis vlot. Door de werken in Zandhoven
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 8 -
ben ik verplicht om langs Ranst te rijden en besluit dan maar even bij Jelle binnen te
springen. Ik weet dat ze vrijdags meestal thuis werk en een tas echte koffie kan ik wel
gebruiken. Na een gezellige babbel rij ik verder naar Schilde om een hapje te eten.
Papie gaat de twee oudsten in de luchthaven ophalen terwijl ik al de eerste spullen
verhuis. Dank zij de moderne communicatiemiddelen kan ik de sleutel van Ambers
box in Shurguard bemachtigen en weet ik ook haar spullen te vinden. Ik vul de C-Max
tot aan de nok en tuf richting Berchem.
Daar aangekomen sta ik voor een gesloten deur. Ik kan na veel gepuzzel uitmaken
welke bel ik moet indrukken. Geen antwoord. Ik probeer ook een bericht via
Facebook naar Ambers nieuwe kotgenote te sturen. Geen geluk. Ik beslis nog even te
wachten - ik ben er nu toch: misschien daagt ze wel op. En inderdaad, ze komt
aangereden. Ze was even boodschappen gaan doen en had me later verwacht. Met
haar hulp breng ik de eerste lading spullen naar het appartement op het 3de
verdiep.
Veel trappen doen (Amber, waar is je stappenteller?). Caroline blijkt een vlotte en
sympathieke Nederlandse juffrouw te zijn. Zij en Amber zullen het zeker met elkaar
kunnen vinden.
Met een lege auto rij ik terug naar Schilde waar Amber en Loic intussen aangekomen
zijn. Na hun verhalen over het 5 minuten te laat aankomen om de bagage nog te
kunnen inchecken, de onvriendelijke bediening van het United personeel (Amber, al
een klacht ingediend?) en de gebeurtenissen op de vlucht meebeleefd te hebben, is het
tijd voor het avondmaal. Calle had het blijkbaar moeilijk met het vertrek van haar
twee oudsten, maar ze werd goed door Jacqueline opgevangen (dank je wel,
Jacqueline!).
Op zaterdagmorgen doen we verder met de verhuis van Amber haar spullen van
container naar appartement. Trappen op en af. Met 3 gaat het stukken sneller. Na het
middagmaal bij pie en mie rijden we met de bende naar de Ikea voor een goedkoop
bed voor Amber. Gisteren zijn we even in de Wandelweg binnengesprongen, en
hebben we natuurlijk met de buren gekletst, om te zien of we het bed van Amber
konden weghalen, maar dat was niet mogelijk zonder de ganse kamer leeg te maken.
En daar was geen tijd voor.
Na Ikea rijden we verder richting Heist om ma (of oma) te bezoeken. Ze zit nu in een
‘gesloten’ opvangtehuis dat qua comfort beter is. Zijzelf is echter sterk achteruit
gegaan. Alzheimer is een triestige ziekte. Je wordt als het ware gevangen gehouden
door je eigen geest. Ze herkent zelfs haar oudste zus niet die voor haar zit (en
omgekeerd ook niet). Het probleem is dat ze soms heldere momenten heeft, waardoor
ze beseft in wat voor situatie ze zich
bevindt en dat maakt het alleen maar
erger. Je voelt je echt hulpeloos
tegenover deze ziekte. Met veel pijn
in mijn hart moet ik afscheid nemen,
terwijl ze met ons mee naar huis wil
gaan.
Van onze aanwezigheid aan de kust
geprofiteerd om even binnen te springen in de beach club van mijn broer Bart en
schoonzus Angélique voor ze sluiten voor de winter. Het is er nog gezellig druk, zodat
we hen tegen 20u00 helpen opruimen. Daarna bij hen thuis een afhaalpizza verorberen
en dan terug richting Schilde. Laat aangekomen dus!
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 9 -
Graduation on the wall.
Een stopplaats op weg naar Pfullendorf.
Zondag de laatste dingen verhuizen, box is leeg, en zoveel
mogelijk in elkaar steken. We hebben veel kunnen doen, maar
niet alles. Daarna lekker eten bij de schoon-/grootouders en
dan naar Leuven bollen. Weer spullen uitladen en op een
plaats zetten. Amber voelt zich een beetje schuldig omdat het
lege kot er minder goed uitziet dan wat ze zich voorgesteld
had. Ook zijn er een paar dingen die beloofd waren niet
aanwezig. Loic zal dit dus moeten melden. Nadat we het kot
een beetje aangekleed en ingericht hebben, ziet het er al beter
uit. Zijn ‘graduation tenue’ leggen we niet in de kast, maar
hangen we aan een grote, lege muur. Veel beter!
Daarna moeten we afscheid nemen, en deze keer is het wél
voor lang. We weten zelfs niet wanneer we elkaar opnieuw
zullen zien. Met zwaar hart neem ik afscheid. Na 2 jaar met
ons in de USA geleefd te hebben, moet ik onze oudste zoon
hier plots helemaal alleen achterlaten. Ik weet dat zijn zus
hem wel zal opvangen, maar toch… Zal hij het redden? De eerste weken zullen zeer
eenzaam zijn. Zeker de weekends. Hopelijk wordt het zo’n goeie en positieve les als
bij Amber…
Na een snelle hap in ’s Gravenwezel moet ik opnieuw afscheid nemen, nu van Amber.
Ik weet dat ze het goed zal doen; hopelijk bemoedert ze Loic niet teveel. Dit weekend
teveel afscheid genomen. Té veel. Er zijn een paar moeilijke momenten tijdens mijn
tocht naar Utrecht.
Het is donker als ik aan mijn hotel aankom. De nacht is opnieuw woelig en ditmaal
niet door een jetlag…
Verder op TDY
Na een goede douche en een lekker ontbijt stap ik in de huurwagen en rij richting de
Nederlandse kazerne voor mijn volgende vergadering. De kazerne lijkt helemaal niet
op wat ik van een kazerne verwacht: het is meer een bedrijventerrein. Deze kazerne is
gebouwd door een burgerfirma op bestelling van de Nederlandse Defensie en dat zie
je.
De vergadering gaat goed, hoewel ik niet het
gewenste eindresultaat bereikt. Na een
middagmaal in de mess vertrek ik weer, nu
richting Pfullendorf in Duitsland. Ik neem m´n
tijd en stop regelmatig, soms op de meest
bizarre parkeerplaatsen. Mijn iPhone 4 met de
Waze App wijst me mooi de weg en verwittigt
me voor mogelijke problemen op mijn route.
Handig.
De rit is lang en met veel
werkzaamheden, maar ik heb niet
echt files. Soms kom ik
eigenaardge situaties tegen, zoals
een pijl met het opschrift ‘autostradekerk’ – Hoe zit dat eruit? Een soort
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 10 -
Mijn route.
van drive-in kerk? – die toevallig wijst naar de dubbele boog van de MacDonald’s.
Toevallig?
Op een van de stopplaatsen heb ik contact met Amber en Loic. De eerste dag is goed
verlopen. Een beetje gerustgesteld. Ze gaan hun draai vinden.
In de late avond kom ik in het plaatsje Pfullendorf aan. Pikkedonker, maar ik vind de
kazerne. Een echte deze keer. Van de wacht krijg ik de sleutels van mijn kamer. Tot
mijn grote verrassing is het nieuw gebouw met typische militaire kamers: één
badkamertje voor twee aanliggende kamers. Ik moet zelf mijn bed opmaken. Het is
duidelijk geen hotel hier. Het ergste is dat er ook geen handdoek is. Dan maar de
kussensloop uit de kamer naast me gebruiken als voorlopige handdoek. Morgen ga ik
er wel een kopen in het dorpje aan de voet van de heuvel.
’s Morgens wandel ik naar de mess voor het ontbijt. Er zat een maaltijdkaart in mijn
grote, bruine enveloppe. Het is BBKKMS, zoals in de oude dagen van de militaire
school. Dit is echt een kazerne! Oh ja, voor diegenen die nooit met het leger in
aanraking gekomen zijn: BBKKMS betekent brood, boter, koffie, kaas, melk en
suiker. Als ik door de hypermoderne kassa wil gaan, gaat het ding af. Er staat
natuurlijk geen geld op die kaart en ik kan er ’s morgens niets opzetten. Ik mag
gelukkig later betalen.
Ik bots op een Belgische luitenant en we geraken aan
de praat. Er lopen in dit godvergeten gat twee Belgen
rond. Nu even 3. Van een Nederlandse collega kan ik
een handdoek lenen. Het leven ziet er weer wat
rooskleuriger uit.
De vergadering is zoals gewoonlijk een lange en
moeilijke werkvergadering, maar we komen er beetje
bij beetje. Zo’n vergadering leiden vergt best veel
psychologische energie van je, iets wat mijn
collega’s van tijd tot tijd bevestigen. De omgeving is
goed en het eten ook. Niet te klagen dus.
’s Avonds na een beetje gewerkt te hebben - ’s
anderdaags moet ik er weer vaart in krijgen - ga ik
mee op stap met de Special Forces. De school waar
ik logeer, is immers gespecialiseerd in Special
Forces, en daar gaat de vergadering ook over. Ik
moet immers samen met hen een trainingsplan
opstellen. Special Forces zijn speciale mannen, maar
mijn ervaring is dat ze in de gewone omgang zeer
goed meevallen. Deze groep bevestigt dit. Het zijn 2
leuke avonden.
Via de mail krijg ik een vraag over Kosovo binnen. Of ik mijn ervaringen wil delen en
of ik audiovisueel materiaal heb. Beter, ik heb er een
belevingsboek over! En ja, dat mogen ze gebruiken.
Tijdens een van de breaks praat ik met een
Amerikaan die in Europa verblijft. Hij geeft me zijn
eerlijke kijk op Amerikanen in Europa. Hij geeft toe
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 11 -
Koffie in de lounge.
dat Amerikanen oppervlakkig zijn, omdat ze bang zijn iemand te kwetsen of te
opdringerig over te komen. Ook zijn ze grootgebracht in een ‘service oriented’
maatschappij. Een ober staat te springen om een klant te helpen. De klant is echt
koning. Als een Amerikaan in Europa dan even moet wachten voordat een ober
langskomt, begrijpt hij dit niet en begint hijvan zijn neus te maken. Hierdoor komt hij
voor ons onbeleefd en opdringerig over.
De vergadering stopt op tijd op de derde dag. Ik moet niet in het
donker naar Zürich rijden. Gelukkig. De rit naar het hotel dicht
bij de luchthaven verloopt vlot. De auto parkeren en gaan slapen.
Na een goede - alles is relatief - nachtrust en een uitgebreid
ontbijt rij ik richting luchthaven. Ik bereid me voor om hun
argumenten voor het niet-werkende Wifibakje te counteren, maar
ze aanvaarden zonder tegenpruttelen mijn uitleg. Mijn weg
zoeken naar de United-balie en dan met de nieuwe fast lane van
de Miles and More groep naar de lounge. In de kleine verwarring
aan de infobalie vergeet de hostess de glazen deur te openen en
bam, ik loop er tegen. Ik voel me even belachelijk.
En dan begint het ‘wachten, vliegen, wachten, vliegen en thuis-
ritueel’. De zoveelste keer.
Bevelsoverdracht
Het weekend vliegt voorbij en dan beland ik in de week van de bevelsoverdracht.
Onze grote baas, een Franse generaal, wordt vervangen
door een andere Franse generaal. Iedereen loopt
zenuwachtig rond omdat er veel hooggeplaatste personen
ons HQ bezoeken. Er is zelfs sprake van dat de nieuwe
generaal even door het hoofdkwartier zal lopen. Is dat niet
normaal?
De dag van het spektakel begint voor de Belgen met een
kleine vergadering met de Belgische ambassadeur in de
NATO. Na uitwisseling van de verplichte beleefdheden
wordt onze bijeenkomst echt interessant. We hadden
allemaal de opdracht gehad om in 30 seconden onze job
voor te stellen. Alleen de NLR en een kolonel zouden een
korte briefing geven. Als de generaal na de briefing van
de kolonel zijn uitleg start en het woord dan aan mij
doorgeeft, is mijn halve minuut niet goed genoeg meer. Ik
improviseer dan maar een beetje extra uitleg. De rest van
de Belgen krijgt het woord niet meer.
Daarna gaan al mijn collega’s naar de bevelsoverdracht,
maar ik blijf achter. Alleen ik moet immers op de lunch
aanwezig zijn. Gelukkig, want het weer buiten ziet er niet echt aangenaam uit. En de
lunch is goed hoewel ik me afvraag waarom we daar met 2 officieren van ieder
departement moeten aanwezig zijn. We hebben zelfs niet als muurbloempje gediend.
De ambassadeur was zeer tevreden over ons Belgisch onderonsje en vond het net als
de rest veel te kort.
‘Going West’ 46 – Twee minder
Ons belevingsboek - 12 -
En dan is deze driejaarlijkse activiteit voorbij. De staf op het
hoogste verdiep kan weer rustig ademen.
Het voordeel van zo’n bevelsoverdracht op het hoogste
niveau is dat het een kalme week is. Ja, er lopen er een paar
zenuwachtig rond, maar voor de rest is het rustig. Alleen
blijven de Italianen lastig doen, maar dat zal wel van
voorbijgaande aard zijn.
’s Avonds nodigt onze jongste zoon zijn mama uit voor een
diner in de i-HOP. Ik mag mee als chauffeur en op
voorwaarde dat ik mijn eigen eten betaal. Akkoord, wij op
de lappen!
Via Calle ontdek ik een leuke site op het internet. Leuk voor
iedereen die door een relatie met het leger verbonden is:
https://vriendinvaneenmilitair.wordpress.com/.