387 Minister Voor Strengere Aanpak Probleemjongeren

1
zorg 96 3-2006 > zorg & financiering Minister Remkes van Binnenlandse Zaken wil via een tweesporenbeleid voorkomen dat de groep probleemjongeren in de toekomst toe- neemt. Hij wil overlastgevende jongeren harder aanpakken en welwillende jongeren beter ondersteunen bij het ‘pakken van kansen’. Dit schrijft de Minister in een brief aan de Tweede Kamer. Om structureel overlastgevende jongeren aan te pakken, stelt Remkes een uitbreiding van de bevoegdheden van de burgemeester voor. Hij onderzoekt onder meer of een ‘gedragsaanwij- zing’ gestalte kan krijgen, ofwel vrijheidsbeper- kende maatregelen zoals een meldplicht of een contactverbod. Als een jongere een gedragsaan- wijzing niet opvolgt, staat Remkes een strengere aanpak voor dan nu. Hij onderzoekt bijvoor- beeld hoe een verhoging van de strafmaat voor deze groep juridisch vorm kan krijgen. De Minister wijst erop dat de doelgroep niet onder de indruk is van de huidige strafmaat. De Minister wil belemmeringen die de kansen van welwillende jongeren in de weg staan weg- werken. Hij wil het ‘nijpend tekort’ aan stage- plaatsen aanpakken door bijvoorbeeld regel- geving bij te stellen voor bedrijven. Ook wil Remkes de gezinshuisvesting aanpakken. Veel Amsterdamse woningen zijn ‘uitermate krap’, waardoor gezinsleden op elkaars lip leven en kinderen de straat opgaan. Bron: Stcrt. 2006, nr. 33< 387 minister voor strengere aanpak probleemjongeren 388 pij-maatregel ter discussie tijdens parlementair onderzoek De PIJ-maatregel (jeugd-tbs) die rechters aan jonge delinquenten opleggen, blijkt niet goed te werken. Maar liefst 68 procent van de jongeren recidiveert, terwijl dit bij volwassen tbs’ers maar twintig procent is. Op de vijfde zittings- dag van het parlementaire onderzoek naar tbs werden de jongeren ‘de tbs’ers van de toe- komst’ genoemd. Het grote verschil in recidive tussen jongeren en volwassenen zou volgens Van Mesdagkliniek- onderzoeker Arnold Bartels zitten in het tijde- lijke karakter van de PIJ-maatregel. Die duurt maximaal zes jaar, jongeren hoeven die tijd alleen maar uit te zitten, daarom staan ze min- der open voor behandeling. Volwassen tbs’ers weten dat ze echt iets aan zichzelf moeten ver- anderen om weer vrij te komen. Daarnaast blijkt dat jeugd-tbs en tbs slecht op elkaar aansluiten. Bartels: ‘Ik kende twee jon- gens met erg veel gedragsproblemen die een PIJ- maatregel hadden gekregen. Toen ik jaren later zelf overstapte van de jeugd-tbs naar volwasse- nen-tbs, kwam ik ze weer tegen. En wat bleek: daar begon de dossiervorming helemaal op- nieuw. De behandelaars wisten niet eens dat de jongens een verleden hadden.’ Een van de rede- nen van de slechte informatieoverdracht zou de privacy van de betrokkenen zijn: die zouden toe- stemming moeten geven aan behandelaars om dossiers in te mogen zien. Niet alleen de infor- matieoverdracht, maar ook de behandelingen bleken slecht op elkaar aan te sluiten. Voor de parlementaire commissie werd verder gepleit voor behandeling van psychiatrische patiënten die nog in een penitentiaire inrichting zitten, voordat ze aan hun tbs beginnen. Een deskundige zei: ‘Het is zonde als we zedendelin- quenten in de gevangenis bij elkaar zetten, en we doen daar niets mee. Als ze aan hun tbs beginnen, kan die sneller verlopen wanneer mensen al inzicht in hun ziekte en delict hebben en zijn begonnen met libidoverlagende genees- middelen.’ Bron: MedNet, 23 maart 2006<

Transcript of 387 Minister Voor Strengere Aanpak Probleemjongeren

Page 1: 387 Minister Voor Strengere Aanpak Probleemjongeren

zorg

96 3-2006 > zorg & financiering

Minister Remkes van Binnenlandse Zaken wilvia een tweesporenbeleid voorkomen dat degroep probleemjongeren in de toekomst toe-neemt. Hij wil overlastgevende jongeren harderaanpakken en welwillende jongeren beterondersteunen bij het ‘pakken van kansen’. Ditschrijft de Minister in een brief aan de TweedeKamer.

Om structureel overlastgevende jongeren aan tepakken, stelt Remkes een uitbreiding van debevoegdheden van de burgemeester voor. Hijonderzoekt onder meer of een ‘gedragsaanwij-zing’ gestalte kan krijgen, ofwel vrijheidsbeper-kende maatregelen zoals een meldplicht of eencontactverbod. Als een jongere een gedragsaan-

wijzing niet opvolgt, staat Remkes een strengereaanpak voor dan nu. Hij onderzoekt bijvoor-beeld hoe een verhoging van de strafmaat voordeze groep juridisch vorm kan krijgen. DeMinister wijst erop dat de doelgroep niet onderde indruk is van de huidige strafmaat.De Minister wil belemmeringen die de kansenvan welwillende jongeren in de weg staan weg-werken. Hij wil het ‘nijpend tekort’ aan stage-plaatsen aanpakken door bijvoorbeeld regel-geving bij te stellen voor bedrijven. Ook wilRemkes de gezinshuisvesting aanpakken. VeelAmsterdamse woningen zijn ‘uitermate krap’,waardoor gezinsleden op elkaars lip leven enkinderen de straat opgaan.Bron: Stcrt. 2006, nr. 33<

387 minister voor strengere aanpak probleemjongeren

388 pij-maatregel ter discussie tijdens parlementair onderzoek

De PIJ-maatregel (jeugd-tbs) die rechters aanjonge delinquenten opleggen, blijkt niet goed tewerken. Maar liefst 68 procent van de jongerenrecidiveert, terwijl dit bij volwassen tbs’ersmaar twintig procent is. Op de vijfde zittings-dag van het parlementaire onderzoek naar tbswerden de jongeren ‘de tbs’ers van de toe-komst’ genoemd.

Het grote verschil in recidive tussen jongeren envolwassenen zou volgens Van Mesdagkliniek-onderzoeker Arnold Bartels zitten in het tijde-lijke karakter van de PIJ-maatregel. Die duurtmaximaal zes jaar, jongeren hoeven die tijdalleen maar uit te zitten, daarom staan ze min-der open voor behandeling. Volwassen tbs’ersweten dat ze echt iets aan zichzelf moeten ver-anderen om weer vrij te komen. Daarnaast blijkt dat jeugd-tbs en tbs slecht opelkaar aansluiten. Bartels: ‘Ik kende twee jon-gens met erg veel gedragsproblemen die een PIJ-maatregel hadden gekregen. Toen ik jaren laterzelf overstapte van de jeugd-tbs naar volwasse-

nen-tbs, kwam ik ze weer tegen. En wat bleek:daar begon de dossiervorming helemaal op-nieuw. De behandelaars wisten niet eens dat dejongens een verleden hadden.’ Een van de rede-nen van de slechte informatieoverdracht zou deprivacy van de betrokkenen zijn: die zouden toe-stemming moeten geven aan behandelaars omdossiers in te mogen zien. Niet alleen de infor-matieoverdracht, maar ook de behandelingenbleken slecht op elkaar aan te sluiten.Voor de parlementaire commissie werd verdergepleit voor behandeling van psychiatrischepatiënten die nog in een penitentiaire inrichtingzitten, voordat ze aan hun tbs beginnen. Eendeskundige zei: ‘Het is zonde als we zedendelin-quenten in de gevangenis bij elkaar zetten, enwe doen daar niets mee. Als ze aan hun tbsbeginnen, kan die sneller verlopen wanneermensen al inzicht in hun ziekte en delict hebbenen zijn begonnen met libidoverlagende genees-middelen.’Bron: MedNet, 23 maart 2006<

ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 96