zorg

108 3-2005 > zorg & financiering

Doordat er in de justitiële jeugdinrichtingen teweinig kundig personeel voorhanden is en teweinig wordt gewerkt met protocollen, blijft depsychiatrische zorg er onder de maat. Dat steltde inspectie in het rapport Jongeren in justitiëlejeugdinrichtingen: met betere zorg nog veel te winnen,dat 25 februari jl. uitkwam. Winst valt derhalvevooral te behalen in de verdere professionalise-ring van de zorg in de jeugdinrichting. Hierdoormoet de screening op psychiatrische sympto-men verbeteren en kunnen de behandelmoge-lijkheden worden uitgebreid. De IGZ conclu-deert verder dat er een betere aansluiting moetkomen met het behandelaanbod en de capaciteitvan de reguliere zorg.Binnen de justitiële jeugdinrichtingen heeft deinspectie een aantal tekortkomingen geconsta-teerd op het terrein van de psychiatrische zorg.Onder de jeugdigen die in de inrichtingen ver-blijven bevindt zich een groeiend aantal dat lijdtaan ernstige gedragsstoornissen, een psychiatri-sche stoornis, een verslaving of een combinatievan stoornissen. In de reguliere zorg is voordeze jongeren geen goede opvang beschikbaar,maar ook in de justitiële jeugdinrichtingen ont-breekt het aan voldoende capaciteit en kennisom de jongeren goed te kunnen opvangen.De inspectie concludeert dat de inrichtingenweliswaar aandacht besteden aan het voorko-men van psychiatrische stoornissen bij de jonge-

ren, maar dit vertaalt zich nog niet in formeelbeleid. Er is te weinig personeel dat voldoende isopgeleid om stoornissen te herkennen en dejongeren te begeleiden. Hierdoor is de kansgroot dat veel psychiatrische stoornissen niet ofte laat worden onderkend en dat heeft weernegatieve gevolgen voor een adequate behande-ling van een stoornis.

Te weinig psychiaters en verpleegkundigen

De inspectie is van mening dat met relatief een-voudige middelen een veel betere screening oppsychiatrische stoornissen valt te organiseren,uitgevoerd door geschoolde beroepsbeoefena-ren. Hierna zou diagnostiek moeten volgen dooreen kinder- en jeugdpsychiater. Hier ligt echtereen tweede groot probleem: de formatie van demedische dienst en de beschikbaarheid van eenpsychiater blijven in alle jeugdinrichtingenonder de norm. Ook de verpleegkundige forma-tie blijft veelal achterwege bij de gewenste norm.Dit leidt er onder meer toe dat beveiligingsbe-ambten psychofarmaca uitdelen, terwijl zij nietsweten over de medicatie.Het rapport Jongeren in justitiële jeugdinrichtingen:met betere zorg nog veel te winnen is te downloadenop www.igz.nl.Bronnen: www.igz.nl, 25 februari 2005 en Stcrt.2005, nr. 40<

In antwoord op Kamervragen van K. Arib(PvdA) stelt Minister Hoogervorst van VWS dathij de Inspectie opdracht geeft nader onderzoekin te stellen naar het beïnvloedingsgedrag vanfarmaceut Pfizer.

Hoewel Hoogervorst over onvoldoende feitelijkegegevens beschikt voor de conclusie dat Pfizerhet Reclamebesluit geneesmiddelen heeft over-

treden, laat hij de Inspectie voor de Gezond-heidszorg (IGZ) toch onderzoek doen naar hetgedrag van Pfizer.De farmaceut is al herhaaldelijk in het nieuwsgekomen door zijn agressieve aanprijzing vancholesterolverlager Lipitor. In december nogheeft de Stichting Codecommissie Geneesmid-delenreclame twee scherpe uitspraken gedaanover het handelen van Pfizer, waarvan een

> farmaceutische industrie

385 inspectie gaat beïnvloeding door pfizer onderzoeken

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 108

109zorg & financiering > 3-2005

farmaceutische industrie

betrekking had op het middel Lipitor. Pfizer isin deze uitspraak opgedragen met onmiddellijkeingang reclame-uitingen achterwege te laten dieonjuiste, onvolledige en/of misleidende claimsbevatten over de werking van het middel Lipitor.Arib verwees in haar Kamervragen ook naar deaanwezigheid van de firma Pfizer bij de DiabetesVereniging Nederland, waar Pfizer openlijkadvertenties verspreidde over Lipitor.Hoogervorst vindt in de verschillende berichtenvoldoende aanleiding voor een nader onderzoeknaar Pfizer.

Zelf verwacht de Minister echter dat het prefe-rentiebeleid van de zorgverzekeraars meermogelijkheden biedt eventueel ongewenstgedrag van farmaceuten aan banden te leggen.Bij preferentiebeleid wijzen de verzekeraarsbepaalde geneesmiddelen aan waarop verzeker-den aanspraak hebben. Daarbij gaat het danuiteraard vaak om de goedkopere varianten.Bronnen: Kamervragen met antwoord 2004-2005,nr. 809, Tweede Kamer en Stcrt. 2005, nr. 22<

Artikel 12 van de Gedragscode geneesmiddelen-reclame inzake collectieve sponsoring is per1 april 2005 gewijzigd.

In dit artikel is bepaald dat gastvrijheid in hetkader van samenkomsten binnen redelijke per-ken moet blijven en ondergeschikt moet zijn aanhet doel van de samenkomst. Op grond van denieuwe tekst van artikel 12 maakt het daarbijniet uit of die samenkomst direct of indirectdoor een farmaceutisch bedrijf wordt georgani-seerd, dan wel wordt gesponsord. Met dezenieuwe regeling beoogt de Stichting CodeGeneesmiddelenreclame (CGR) onder meer tevoorkomen dat de regels voor gastvrijheid wor-den ontweken doordat de financiële ondersteu-ning van farmaceutische bedrijven in de vormvan een collectief sponsorbedrag wordt gego-ten. Als uitgangspunt geldt thans dat samen-komsten, die bedrijven op grond van deGedragscode niet mogen organiseren, ook niet

door bedrijven mogen worden gefinancierd.Als gevolg van de wijziging van artikel 12 zijnook enkele wijzigingen doorgevoerd in deUitwerking normen gunstbetoon en de toelich-ting daarop. Beide gewijzigde documenten zijnvanaf heden beschikbaar via de website van deStichting CGR: www.cgr.nl.

Overgangsregeling

Ten aanzien van het nieuwe artikel 12 geldt eenovergangsregeling met betrekking tot samen-komsten: die plaatsvinden in 2005, en waarvoorop 7 februari 2005 aantoonbare verplichtingenzijn aangegaan, die niet of slechts met aanzien-lijke financiële consequenties kunnen wordengeannuleerd, en die voor het overige voldoenaan de Gedragscode Geneesmiddelenreclamezoals van kracht op 7 februari 2005.Bron: Stichting Code Geneesmiddelenreclame, 30 maart2005<

386 artikel over collectieve sponsoring gewijzigd

Volgens professor G. Dehue van de Rijksuniver-siteit Groningen moeten universiteiten en zie-kenhuizen geen onderzoek doen voor de farma-ceutische industrie.

De universiteiten en ziekenhuizen moeten deoverheid helpen de industrie te controleren, zostelt Dehue in het Maandblad Geestelijke volksge-zondheid.

387 stoppen met onderzoek voor farmaceutische industrie

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 109