339 Littekens In Gezicht Geen Verminking
Transcript of 339 Littekens In Gezicht Geen Verminking
stelsel
56 3-2006 > zorg & financiering
De Centrale Raad van Beroep deed op 5 oktober2005, nr. 03/4959 ZFW , uitspraak in het beroepvan een verzekerde in een geschil over de weige-ring van een ziekenfonds toestemming te verle-nen voor een behandeling van de littekens dieverzekerde heeft in haar gezicht.
Verzekerde heeft in 2001 een ongeval gehad,waarna zij door een plastisch chirurg is geope-reerd. De resterende littekens op de kin enonder het oog wilde verzekerde laten behande-len via injecties (artecol/siliconen), waarvoor zijtoestemming had gevraagd aan het ziekenfonds.
Het ziekenfonds zag geen grond voor vergoe-ding voor ziekenfondsrekening, omdat er bijverzekerde geen sprake was van een lichamelijkefunctiestoornis of verminking in de zin van deregeling.De Raad overwoog dat de resterende littekensniet dermate ernstig zijn dat zij zijn te beschou-wen als een verminking in de zin van de toepas-selijke regelgeving. Het spreekuuronderzoekdoor de medisch adviseur van het ziekenfondsen de foto’s in het dossier boden daarover vol-doende duidelijkheid. Bron: RZA 2006, 3<
339 littekens in gezicht geen verminking
340 ontvankelijkheid als besluit niet aan gemachtigde is toegezonden
De Centrale Raad van Beroep deed op 15 novem-ber 2005, onder nummer 04/5041 ZFW, uit-spraak in het beroep van een verzekerde in eengeschil over de vraag of de rechtbank het beroepvan verzekerde terecht niet-ontvankelijk hadverklaard wegens niet-verschoonbare over-schrijding van de beroepstermijn. Dat was niethet geval.
De Raad verwees naar zijn eerdere jurispruden-tie, waarin hij had overwogen dat indien, zoalsin dit geval, het bestuursorgaan weet heeft vanhet optreden voor de belanghebbende van een
gemachtigde in een bepaalde zaak, de toezen-ding van een besluit in die zaak uitsluitend aande belanghebbende, normaliter tot gevolg zalhebben dat dat besluit niet op de voorgeschre-ven wijze is bekendgemaakt. De Raad overwoog dat ook in de onderhavigezaak het besluit niet op de voorgeschreven wijzewas bekendgemaakt door het uitsluitend aanbelanghebbende toe te zenden en niet (ook) aande gemachtigde. De beroepstermijn ving pasaan op het moment waarop de gemachtigdekennis kreeg van het besluit. Bron: RZA 2006, 4<
341 langdurig verblijf of tijdelijk verblijf als respijtzorg bij veertienjarig kind met verstandelijke handicap
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) advi-seerde op 20 december 2005, onder nummer25024490, in een geschil tussen (de moedervan) een verzekerde en het indicatieorgaan. Demoeder had voor haar veertienjarig verstande-lijk gehandicapte zoon een indicatie voor lang-durig verblijf gevraagd.
Het indicatieorgaan was van oordeel dat de jon-gen daar niet op was aangewezen. Ouders beho-ren in ieder geval tot de leeftijd van achttien jaarde zorg voor hun kinderen te dragen en niet wasgebleken van een noodzaak voor zorg in eenprofessionele omgeving. Om de moeder te ont-lasten was verzekerde volgens het indicatie-
ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 56