315 Geen Bijzondere Bijstand Voor De Kosten Van Het Plaatsen Van Borstprothesen In Het Kader Van Een...

1
jurisprudentie 29 zorg & financiering > 3-2009 verzoekster verplicht was de achterstallige pre- mieschuld aan de zorgverzekeraar te voldoen. Uit coulance nam de gemeente een deel van de vordering voor zijn rekening. Gesteld werd dat verzoekster bekend was met de afspraken rond de inhouding en afdracht van de premie. Na 1 september 2006 had verzoekster aan de hand van de specificaties van de SVB (Sociale Verze- keringsbank) kunnen constateren dat de premie voor de zorgverzekering niet langer werd inge- houden. Voor zover er sprake was van een gedeelde verantwoordelijkheid, had het volgens de commissie op de weg van verzoekster gele- gen om hierop tijdig actie te ondernemen. De zorgverzekeraar was niet gehouden de bestaan- de hoofdsom enkel om redenen van coulance te verlagen. Bron: RZA 2008, 120< De Rechtbank ’s-Hertogenbosch wees op 22 september 2008, onder nummer AWB 07/2475, vonnis in een geschil over een weige- ring bijzondere bijstand te verstrekken. De rechtbank overwoog dat er geen recht op bij- stand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit tot kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt. De commissie overwoog dat met ingang van 1 januari 2005 de behandeling voor het opera- tief plaatsen van borstprothesen, anders dan bij een status na borstamputatie, uit het zieken- fondspakket is verwijderd. Volgens de toelich- ting op de gewijzigde regelgeving beschouwt de minister van VWS deze behandeling als cos- metisch en daarom niet strikt medisch noodza- kelijk. Onder de Zorgverzekeringswet geldt dezelfde pakketuitsluiting. De Wet werk en bij- stand dient zich bij die keuze aan te sluiten, met als gevolg dat de kosten van deze behandeling niet voor bijstandverlening in aanmerking komen. In afwijking hiervan is bijstandverlening wel mogelijk, indien sprake is van een acute noodsituatie, onder meer ten gevolge van psy- chische omstandigheden. Het was aan eiseres om aan te tonen dat in haar geval sprake was van een acute noodsituatie. De door haar overgeleg- de verklaringen boden hiertoe echter onvol- doende aanknopingspunten, zodat de gemeente niet de bevoegdheid had haar aanvraag in te wil- ligen. Bron: RZA 2008, 122< 315 geen bijzondere bijstand voor de kosten van het plaatsen van borstprothesen in het kader van een transseksuele behandeling Het College voor zorgverzekeringen adviseerde op 22 september 2008, onder nummer 28060694, in een geschil tussen een verzekerde en het indicatieorgaan over de weigering een indicatie te verlenen voor ondersteunende of activerende begeleiding. Het College overwoog dat verzekerde voorname- lijk beperkingen ondervindt van zijn psychiatri- sche aandoening bij het volgen en afmaken van zijn universitaire studie. De gevraagde begelei- ding was volgens het College zo specifiek gericht op de leerdoelen van het onderwijs, dat 316 geen aanspraak op awbz-zorg voor ondersteunende of activerende begeleiding bij universitaire studie

Transcript of 315 Geen Bijzondere Bijstand Voor De Kosten Van Het Plaatsen Van Borstprothesen In Het Kader Van Een...

Page 1: 315 Geen Bijzondere Bijstand Voor De Kosten Van Het Plaatsen Van Borstprothesen In Het Kader Van Een Transseksuele Behandeling

jurisprudentie

29zorg & financiering > 3-2009

verzoekster verplicht was de achterstallige pre-mieschuld aan de zorgverzekeraar te voldoen.Uit coulance nam de gemeente een deel van devordering voor zijn rekening. Gesteld werd datverzoekster bekend was met de afspraken rondde inhouding en afdracht van de premie. Na 1september 2006 had verzoekster aan de handvan de specificaties van de SVB (Sociale Verze-keringsbank) kunnen constateren dat de premie

voor de zorgverzekering niet langer werd inge-houden. Voor zover er sprake was van eengedeelde verantwoordelijkheid, had het volgensde commissie op de weg van verzoekster gele-gen om hierop tijdig actie te ondernemen. Dezorgverzekeraar was niet gehouden de bestaan-de hoofdsom enkel om redenen van coulance teverlagen.Bron: RZA 2008, 120<

De Rechtbank ’s-Hertogenbosch wees op22 september 2008, onder nummer AWB07/2475, vonnis in een geschil over een weige-ring bijzondere bijstand te verstrekken.

De rechtbank overwoog dat er geen recht op bij-stand bestaat voor zover een beroep kan wordengedaan op een voorliggende voorziening die,gezien haar aard en doel, wordt geacht voor debelanghebbende toereikend en passend te zijn.Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit totkosten die in de voorliggende voorziening alsniet noodzakelijk worden aangemerkt. De commissie overwoog dat met ingang van1 januari 2005 de behandeling voor het opera-tief plaatsen van borstprothesen, anders dan bijeen status na borstamputatie, uit het zieken-fondspakket is verwijderd. Volgens de toelich-ting op de gewijzigde regelgeving beschouwt

de minister van VWS deze behandeling als cos-metisch en daarom niet strikt medisch noodza-kelijk. Onder de Zorgverzekeringswet geldtdezelfde pakketuitsluiting. De Wet werk en bij-stand dient zich bij die keuze aan te sluiten, metals gevolg dat de kosten van deze behandelingniet voor bijstandverlening in aanmerkingkomen. In afwijking hiervan is bijstandverleningwel mogelijk, indien sprake is van een acutenoodsituatie, onder meer ten gevolge van psy-chische omstandigheden. Het was aan eiseresom aan te tonen dat in haar geval sprake was vaneen acute noodsituatie. De door haar overgeleg-de verklaringen boden hiertoe echter onvol-doende aanknopingspunten, zodat de gemeenteniet de bevoegdheid had haar aanvraag in te wil-ligen.Bron: RZA 2008, 122<

315 geen bijzondere bijstand voor de kosten van het plaatsenvan borstprothesen in het kader van een transseksuele behandeling

Het College voor zorgverzekeringen adviseerdeop 22 september 2008, onder nummer28060694, in een geschil tussen een verzekerdeen het indicatieorgaan over de weigering eenindicatie te verlenen voor ondersteunende ofactiverende begeleiding.

Het College overwoog dat verzekerde voorname-lijk beperkingen ondervindt van zijn psychiatri-sche aandoening bij het volgen en afmaken vanzijn universitaire studie. De gevraagde begelei-ding was volgens het College zo specifiekgericht op de leerdoelen van het onderwijs, dat

316 geen aanspraak op awbz-zorg voor ondersteunende of activerende begeleiding bij universitaire studie

ZenF-0309-cyaan.qxd 10-3-2009 13:22 Pagina 29