29-01-2016 ECBL A module 2, Financiele ... - ebcl...
Transcript of 29-01-2016 ECBL A module 2, Financiele ... - ebcl...
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 29-01-2016 www.ebcl.nl
Lesstof
EBC*L Niveau A
Module
Financiële Administratie
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 29-01-2016 www.ebcl.nl
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enigerlei vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende.
@EBC*L International / @Stichting EBC*L The Netherlands, 2016
Derde druk
ISBN/EAN: 978-90-819366-2-0
Hoewel deze lesstof met de grootst mogelijke zorgvuldigheid is samengesteld, kunnen de auteur, de uitgever en de drukker geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke omissies of onjuistheden daarin.
Druk: HermanMedia, Almelo
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 3 -
Inhoudsopgave
Inleiding 5
Financieel jaarverslag 9
Inventarisatie / Voorraden 18
Vaststellen van het resultaat via balansvergelijking 22
Winst- en verliesrekening 26
Vaststellen van het resultaat via de winst- en verliesrekening 28
Periode-onafhankelijk resultaat 33
Verplichtingen / vorderingen 35
Voorzieningen 37
Afschrijvingen 41
Activering van kosten 44
Activa met lage waarde 49
Winst- en verliesrekening 51
Engelse begrippen 61
Extra posten op de jaarrekening 63
Meerkeuzetoetsen 73
Opbouw van de balans 73
Vermogen 76
Financieel succes 78
Winst- en verliesrekening 81
Adviseren Bosman 1 85
Meerkeuzetoetsen 90
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 4 -
Periode-onafhankelijk resultaat 90
Afschrijvingen 94
Winstvermindering 97
Winst- en verliesrekening in staffelvorm 100
Adviseren Bosman 2 105
Antwoorden - Meerkeuzetoetsen 112
Uitwerking- Adviseren Bosman 1 119
Antwoorden - Meerkeuzetoetsen 125
Periode-onafhankelijk resultaat 125
Afschrijvingen 128
Winstvermindering 130
Winst- en verliesrekening in staffelvorm 132
Uitwerking- Adviseren Bosman 2 135
Voorbeeld – Jaarrekening 142
Originele Jaarrekening van een Horecabedrijf 146
EBC*L Leerdoelen Financiële administratie 149
Globale leerdoelen 149
Gedetailleerde leerdoelen 149
EBC*L voorbeeldexamen 156
Uitwerking van het EBC*L voorbeeldexamen 160
Verklarende woordenlijst 166
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 5 -
Inleiding Het European Business Competence Licence, afgekort EBC*L, is een internationaal
erkende standaard voor bedrijfseconomische scholing. Met het EBC*L-certificaat kan
de eigenaar aantonen dat hij of zijn beschikt over exact die bedrijfseconomische
kennis die in het bedrijfsleven noodzakelijk is.
De kern van het EBC*L certificatiesysteem is een internationaal gedefinieerde,
uniforme verzameling van leerdoelen die alle relevante kerncompetenties omvat.
De lesstof van Niveau A bestaat uit vier modules:
1. Bedrijfsdoelstellingen & kengetallen
2. Financiële administratie
3. Kosten & prijzen
4. Bedrijfsvorm & wetgeving
Iedere module bestaat uit een tekstdeel, een werkdeel en een verklarende
woordenlijst/begrippenlijst. Met deze lesstof kunt u zich optimaal voorbereiden op het
examen.
De lesstof kan als volgt worden gebruikt:
§ voor zelfstudie
§ als naslagmateriaal bij een relevante cursus
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 6 -
Tekstdeel
Dit deel bevat:
§ Vakinhoudelijke teksten voor de afzonderlijke leerdoelen
De teksten zijn zeer beknopt gehouden en direct gekoppeld aan de EBC*L
leerdoelen. Dit garandeert optimale ondersteuning en een vlotte verwerking
van de inhoud.
Werkdeel
Dit deel bevat:
§ Meerkeuzetoetsen (inclusief antwoorden):
Hiermee kun je je kennis testen.
Voorbeeld:
Welke uitspraak over voorzieningen is juist?
Voorzieningen worden getroffen voor kosten die zeker zullen optreden, maar waarvan de hoogte en het tijdstip nog niet bekend zijn.
o
Voorzieningen vallen niet onder vreemd vermogen. o
Voorzieningen zijn schulden die een onderneming heeft bij een leverancier.
o
Geen enkel antwoord is goed. o
NB: Bij het EBC*L examen worden geen meerkeuzevragen gesteld, maar alleen open
vragen (zie het EBC*L voorbeeldexamen).
De EBC*L leerdoelen vind je hier.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 7 -
Hiaattesten – Advisering van Marcel Bosman:
Hier kunt u toetsen hoe groot je kennis is als bedrijfsadviseur voor
cocktailbareigenaar Marcel Bosman.
Voorbeeld:
"Ik weet nu hoe een balans wordt opgebouwd. Maar wat kan ik
eigenlijk met zo’n balans?", vraagt Marcel Bosman.
De balans geeft antwoord op een aantal belangrijke vragen.
Aan de linkerzijde van de balans - de ______________zijde -
staan de bezittingen van uw bedrijf.
Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen bezittingen waar het
bedrijf langdurig over kan beschikken, ook wel ______________
genoemd. En bezittingen die minder dan een jaar voor de
bedrijfsvoering beschikbaar zijn, ook wel
_______________________ genoemd.
De rechterzijde van de balans - de __________________zijde
toont aan hoe de bezittingen__________________ zijn. Anders
geformuleerd
- Hoeveel schulden heeft uw bedrijf (________________)?
- Hoe rijk is uw bedrijf (___________________)?
vaste activa
vlottende activa
eigen vermogen
passiva / credit
gefinancierd
activa / debet
vreemd vermogen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 8 -
§ De leerdoelen / het werkdeel
Hier kunt u – net als bij het EBC*L examen – de antwoorden zelf formuleren.
§ Een EBC*L voorbeeldexamen dat dient als voorbeeld van een
eindtoets voor de module Financiële administratie.
Verklarende woordenlijst
In de verklarende woordenlijst vindt u korte definities van de alle begrippen in de
module Financiële administratie. Dit deel kunt u gebruiken als naslagwerk.
Tips voor het werkdeel
Het werkdeel is bedoeld als persoonlijk studiemateriaal. Hierin kun je naar hartenlust
teksten markeren, antwoorden invullen en notities toevoegen.
Beschikt u al over enige bedrijfseconomische kennis, dan is deze lesstof voldoende als
voorbereiding op het EBC*L examen. Beschikt u niet over die kennis san raden wij u
aan een cursus bij een officieel EBC*L Examen Centrum te volgen.
Voor meer informatie, ga naar:
www.ebcl.nl
Wij wensen u veel plezier en veel succes met de voorbereiding op het examen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 9 -
Financieel jaarverslag Gedetailleerde leerdoelen:
• Het kunnen uitleggen van de belangrijkste doelstellingen en het doel van een financieel jaarverslag (balans, winst- en verliesrekening).
• Het kunnen bepalen voor wie een financieel jaarverslag van belang kan zijn.
Misschien stelt u zichzelf soms ook de volgende vragen:
§ Wat kan ik tot mijn vermogen rekenen (huis, tuin, auto, enz.)?
§ Hoeveel van deze bezittingen heb ik via een lening gefinancierd? Hoeveel
schulden heb ik?
§ Hoe rijk ben ik eigenlijk? Wat is daadwerkelijk mijn eigendom?
§ Was het afgelopen jaar financieel gezien een succes? Ben ik armer of rijker
geworden?
Door bovenstaande vragen te beantwoorden ontstaat een financieel jaaroverzicht. Op
die manier krijg je meer inzicht in je geldzaken. Een jaarverslag is voor een
onderneming van levensbelang en bovendien wettelijk verplicht. Bedrijven zijn
namelijk verplicht eenmaal per jaar een jaarverslag op te stellen.
Een financieel jaarverslag van een onderneming bestaat onder meer uit de volgende
onderdelen:
§ Balans
§ Winst- en verliesrekening
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 10 -
Het jaarverslag geeft antwoord op de volgende vragen.
§ Hoe vermogend is de onderneming? (balans)
§ Wat is de waarde van de onderneming? Hoeveel van het vermogen behoort
toe aan het bedrijf ofwel aan de ondernemer zelf? (balans)
§ Hoeveel schulden heeft het bedrijf? (balans)
§ Was het afgelopen boekjaar succesvol? Heeft de onderneming winst
gegenereerd of verlies geleden? (winst- en verliesrekening)
Bovenstaande vragen zijn niet alleen belangrijk voor de ondernemer maar ook voor
§ De bank die moet besluiten of ze de onderneming een lening verstrekt.
§ Potentiële toekomstige eigenaren die moeten beslissen of ze wel of niet
willen deelnemen in de onderneming.
§ Leveranciers die willen weten of de onderneming de geleverde
diensten/producten kan betalen.
§ Klanten die zich afvragen of de onderneming failliet gaat en of de toegezegde
diensten/producten kunnen worden geleverd.
§ Medewerkers die willen weten of de onderneming succesvol is en of hun baan
gegarandeerd is.
§ Sollicitanten die willen weten of het verstandig is bij de onderneming te
solliciteren.
§ De fiscus die wil weten hoeveel belasting de onderneming moet betalen.
Het kunnen uitleggen van de belangrijkste doelstellingen en het doel van een financieel jaarverslag.
Het kunnen bepalen voor wie een financieel jaarverslag van belang kan zijn.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 11 -
NB: Vereenvoudigde boekhouding voor kleine ondernemingen
Kleine ondernemingen mogen een vereenvoudigde boekhouding toepassen. Zij zijn
slechts gehouden tot een verkorte balans met toelichting. Dit komt overeen met een
vereenvoudigde winst- en verliesrekening.
De balans Gedetailleerde leerdoelen
• Inzicht hebben in en kunnen uitleggen van de basisindeling van een balans.
• Het kunnen uitleggen waarom een balans "evenwichtig" moet zijn
• Het kunnen definiëren van de term "activazijde".
• Het kunnen definiëren van de term "vaste activa" en het geven van voorbeelden.
• Het kunnen definiëren van de term "vlottende activa" en het geven van voorbeelden.
• Het kunnen definiëren van de term "passivazijde".
• Het kunnen definiëren van het "aandelenkapitaal" en de betekenis ervan uitleggen.
• Het kunnen definiëren van de term "geleend kapitaal" en het geven van
voorbeelden.
Een balans is een momentopname van bezittingen en de manier waarop deze zijn
betaald. Een balans geeft een indicatie over het vermogen van een onderneming op
een bepaalde datum (de balansdatum). Meestal is de balansdatum 31 december maar
dit kan ook 30 april zijn.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 12 -
Op de balansdatum wordt het volgende bepaald:
§ Hoe vermogend is de onderneming (bezittingen)?
§ Wat is de waarde van de onderneming (eigen vermogen)?
§ Hoeveel schulden heeft de onderneming (vreemd vermogen)?
Een balans moet voldoen aan wettelijke voorschriften en zodanig zijn opgesteld dat
buitenstaanders een getrouw beeld krijgen van
§ de vermogenssituatie van de onderneming
§ de financiële positie van de onderneming
Een balans bestaat uit twee kolommen en heeft de volgende basisindeling:
Balans per 31-12-2015
Activa
Welke bezittingen heeft de
onderneming?
Passiva
Hoe zijn de bezittingen gefinancierd?
Wie is eigenaar van de bezittingen?
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Vreemd vermogen
Totaal activa Totaal passiva
Inzicht hebben in de basisindeling van een balans.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 13 -
De linkerzijde van een balans heet activazijde of debetzijde.
De activazijde toont aan welke bezittingen de onderneming heeft. Deze zijde maakt
dus duidelijk wat een onderneming bezit in de vorm van geld en goederen.
Binnen de term activa wordt onderscheid gemaakt tussen vaste activa en vlottende
activa
§ Vaste activa:
bezittingen die langer dan één jaar voor de bedrijfsvoering beschikbaar zijn.
§ Vlottende activa:
bezittingen die korter dan één jaar voor de bedrijfsvoering beschikbaar zijn.
Als vuistregel kun je stellen dat bezittingen waarover een bedrijf meer dan een jaar
kan beschikken vaste activa zijn. Alle andere bezittingen zijn vlottende activa.
Voorbeelden
NB: Wat voor het ene bedrijf onder vaste activa valt, behoort voor het andere bedrijf
juist tot de vlottende activa. Zo behoren auto’s voor de meeste bedrijven tot de vaste
activa. Maar voor een garage behoren auto’s, veelal als handelsvoorraad, tot de
vlottende activa .
Het kunnen definiëren van de term “activazijde”.
Het kunnen definiëren van de term "vaste activa" en "vlottende activa".
Vaste activa gebouwen, bedrijfsinrichting,
apparatuur
Vlottende activa voorraden, vorderingen, kas- en
banktegoeden
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 14 -
Vaste activa worden weer onderverdeeld in:
§ Wel en niet aan waardevermindering onderhevige vaste activa
§ Auto: wel waardevermindering
§ Grond: geen waardevermindering
§ Materiële- en immateriële vaste activa
§ Auto, grond: materieel
§ Patenten, licentierechten: immaterieel
Tip: het verschil tussen vaste en vlottende activa wordt verderop in dit boek
besproken onder “Afschrijvingen”.
Balans
Activa
Bedrijfspand € 100.000
Inrichting € 32.000
Machines, software € 40.000
Magazijnvoorraad € 8.000
Kas- en banktegoeden € 20.000
Totaal activa €200.000
Vaste activa heeft het
bedrijf een langere
periode ter beschikking.
Vlottende activa worden verbruikt,
verwerkt of verkocht. Hierover beschikt
het bedrijf een kortere periode.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 15 -
De rechterzijde van een balans heet passivazijde of creditzijde.
De passivazijde geeft antwoord op de volgende vragen:
§ Wie heeft de bezittingen van het bedrijf gefinancierd?
§ Wie is eigenaar van de bezittingen?
In principe zijn er twee mogelijkheden. De onderneming is eigenaar van de
bezittingen of iemand anders is eigenaar. Ofwel de bezittingen zijn met eigen
middelen gefinancierd (aandelenkapitaal of eigen vermogen) of de onderneming
heeft geld geleend (geleend kapitaal of vreemd vermogen).
Meestal wordt een deel van de bezittingen met eigen geld gefinancierd en een deel
wordt door derden gefinancierd. Hoe meer bezittingen eigendom zijn van de
onderneming, hoe hoger het eigen vermogen en hoe gezonder de onderneming is.
Balans
Passiva
Eigen vermogen € 150.000
Bankkrediet € 50.000
Totaal passiva € 200.000
Het kunnen definiëren van de term "passivazijde”
Het kunnen definiëren van het begrip "vreemd vermogen" en het geven van voorbeelden.
Het kunnen definiëren van het begrip "eigen vermogen" en het geven van voorbeelden
EIGEN VERMOGEN
Eigendom van het
bedrijf
VREEMD VERMOGEN
Eigendom van
derden
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 16 -
De balans in evenwicht
Bij een balans valt op dat het totaal van de activa steeds gelijk is aan het totaal van
de passiva.
In bovenstaand voorbeeld is het totaal van de activa gelijk aan het totaal van de
passiva.
Dit balansevenwicht ontstaat omdat de bezittingen (auto, machines, banktegoeden)
van iemand zijn, namelijk van degene die er geld in heeft geïnvesteerd. Kortom, de
activa waarover het bedrijf beschikt zijn altijd gefinancierd, zij het met eigen geld of
met geleend geld.
Balans per 31-12-2015
Activa Passiva
Bedrijfspand € 100.000 Eigen vermogen € 150.000
Inrichting € 32.000 Vreemd vermogen € 50.000
Machines, software € 40.000
Magazijnvoorraad € 8.000
Kas- en banktegoeden € 20.000
Totaal activa € 200.000 Totaal passiva € 200.000
Het kunnen verklaren waarom een balans in "evenwicht" moet zijn.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 17 -
NB: De basisindeling van een balans is altijd hetzelfde, ongeacht de grootte van de
onderneming. Het kan echter wel zo zijn dat de activa- en passivazijde van de balans
niet naast elkaar maar onder elkaar staan. De balans ziet er dan als volgt uit:
Activa
Bedrijfspand € 100.000
Inrichting € 32.000
Machines, software € 40.000
Magazijnvoorraad € 8.000
Kas- en banktegoeden € 20.000
Totaal activa € 200.000
Passiva
Eigen vermogen € 150.000
Vreemd vermogen € 50.000
Totaal passiva € 200.000
Ook hier geldt weer: Totaal activa = Totaal passiva
Totaal activa= Totaal passiva
De bezittingen van een bedrijf moeten op de een
of andere manier gefinancierd zijn.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 18 -
Inventarisatie / voorraden Gedetailleerde leerdoelen:
• Het kunnen uitleggen van het doel van de opstelling van een inventarisatielijst.
• Het kunnen opstellen van een inventarisatielijst en de stappen bij het
opstellen kunnen uitleggen.
Alle bezittingen moeten op een inventarisatielijst staan. Inventaris, voorraden, enz.
De basis voor het opstellen van een balans is de inventarisatie. Bij de inventarisatie
van een onderneming worden de volgende stappen uitgevoerd:
1. De bezittingen (activa) worden vastgesteld en gewaardeerd.
2. De schulden (vreemd vermogen van de passiva) worden vastgesteld en
gewaardeerd.
3. Van de activa worden de schulden afgetrokken om zo het eigen Eigen
vermogen van de onderneming te berekenen. Daarnaast zijn
waarde- verlies van een activa, kosten; eigen vermogen wordt ook
berekend door toevoeging van winst/verlies.
Activa - Schulden +/- Winst/Verlies = Eigen vermogen
Het eigen vermogen geeft aan hoe “rijk” of “arm” een onderneming is.
Misschien ken jij ook wel iemand die voor de buitenwereld rijk lijkt. Hij heeft een dure
auto, een groot huis en draagt exclusieve merkkleding. Later blijkt dat hij alles heeft
Het kunnen uitleggen van het doel van een inventarisatielijst.
Het kunnen opstellen van een inventarisatie-lijst en de stappen kunnen uitleggen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 19 -
betaald met geleend geld. Hij heeft dus wel veel dure spullen, maar slechts een deel
daarvan is daadwerkelijk van hem. Eigenlijk is hij dus helemaal niet rijk.
Hetzelfde zien we ook in het bedrijfsleven. Zo zijn er bedrijven die veel bezittingen
hebben, maar het grootste deel hiervan is eigendom van de bank.
De balans laat zien wat een onderneming daadwerkelijk waard is. De waarde wordt
daarbij niet bepaald door de bezittingen van een onderneming, maar door het eigen
vermogen van de onderneming.
“Pas in relatie tot het geïnvesteerde eigen vermogen wordt duidelijk of een
onderneming rendabel is”
Een internationaal bedrijf met een totale activa van € 100.000.000,- en een schuld
van € 99.000.000,- is niet rijk. Integendeel zelfs. Slechts 1% van de totale activa is
van het bedrijf zelf. De resterende 99% is eigendom van externe geldschieters.
Balans per 31-12-2015
Activa Passiva
Vaste activa € 60.000.000 Eigen vermogen € 1.000.000
Vlottende activa € 40.000.000 Vreemd vermogen € 99.000.000
Totaal activa € 100.000.000 Totaal passiva € 100.000.000
“Vermogend is niet gelijk aan rijk!“
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 20 -
In de module “Bedrijfsdoelstellingen en kengetallen” lees je meer over dit onderwerp.
Het eigen vermogen van een onderneming wordt berekend door van de activa de
schulden (vreemd vermogen) af te trekken.
In bovenstaand voorbeeld is het eigen vermogen als volgt berekend:
Totaal activa € 200.000
- Vreemd vermogen € 50.000
= Eigen vermogen € 150.000
Eigen vermogen als geldmiddel
Eigen vermogen is niet een fysieke pot met geld. Het is niet mogelijk het eigen
vermogen te “pakken” om het vervolgens uit te geven. Dit komt omdat het onderdeel
is van de bezittingen van een onderneming.
Balans per 31-12-2015
Activa Passiva
Bedrijfspand € 100.000 Eigen vermogen € 150.000
Inrichting € 32.000 Vreemd vermogen € 50.000
Machines, software € 40.000
Magazijnvoorraad € 8.000
Kas- en banktegoeden € 20.000
Totaal activa € 200.000 Totaal passiva € 200.000
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 21 -
Een onderneming kan alleen liquide middelen zoals kas- en banktegoeden in geld
omzetten. Liquide middelen staan aan de activazijde van de balans en zijn onderdeel
van de vlottende activa.
Een onderneming die over meer liquide middelen wil beschikken, verkoopt meestal
een deel van haar bezittingen (grond en machines bijvoorbeeld).
Balans per 31-12-2015
Activa Passiva
Bedrijfspand € 100.000 Eigen vermogen € 150.000
Inrichting € 32.000 Vreemd vermogen € 50.000
Machines, software € 40.000
Magazijnvoorraad € 8.000
Kas- en banktegoeden € 20.000
Totaal activa € 200.000 Totaal passiva € 200.000
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 22 -
WINST VERLIES
Eigen vermogen is toegenomen Eigen vermogen is afgenomen
Bedrijf is rijker geworden Bedrijf is armer geworden
Vaststellen van het resultaat via
balansvergelijking
Bij de balansvergelijking wordt het resultaat vastgesteld door het eigen vermogen van
de eindbalans te vergelijken met het eigen vermogen van de openingsbalans. Bij een
toename van het eigen vermogen heeft de onderneming winst gemaakt. Bij een
afname is er verlies geleden.
Eigen vermogen eindbalans
- Eigen vermogen openingsbalans
= Resultaat van het bedrijf (winst of verlies)
In de bedrijfseconomie wordt deze berekeningsmethode “winstvaststelling door
balansvergelijking” genoemd (een betere benaming zou zijn “winstvaststelling door
vergelijking van eigen vermogen”.)
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 23 -
Voorbeeld: Aan het begin van het jaar heeft een onderneming een eigen vermogen
van € 150.000,-. Als de onderneming aan het einde van het jaar een eigen vermogen
heeft van € 190.000,-, is de berekening als volgt:
Het berekenen van het eigen vermogen via de balans geeft geen controle
mogelijkheid op boekhoudkundige fouten. Een betere methode is onderstaand
weergegeven.
Opbrengst
- Inkoopwaarde
= Brutowinst
- Bedrijfskosten
= Nettowinst (geeft
toevoeging aan het
Eigen vermogen)
Eigen vermogen eindbalans 190.000
- Eigen vermogen openingsbalans 150.000
= Resultaat van het bedrijf (= winst) 40.000
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 24 -
Openingsbalans per 01-01-2015
Activa Passiva
Vaste activa € 172.000 Eigen vermogen € 150.000
Vlottende activa € 28.000 Bankkrediet € 50.000
Totaal activa € 200.000 Totaal passiva € 200.000
Eindbalans per 31-12-2015
Activa Passiva
Vaste activa € 205.000 Eigen vermogen € 190.000
Vlottende activa € 35.000 Bankkrediet € 50.000
Totaal activa € 240.000 Totaal passiva € 240.000
NB: Bovenstaande balans laat zien dat de activa toenemen dankzij de behaalde winst.
Als het eigen vermogen gelijk blijft en het vreemd vermogen afneemt, dalen de activa
echter ook.
Winst: € 40.000
Vergelijk het eigen vermogen aan het einde van het boekjaar met het eigen vermogen
aan het begin van het boekjaar om te weten of een onderneming winst heeft
gemaakt.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 25 -
De vergelijkingsbalans van de onderneming zou het volgende jaar als volgt kunnen zijn:
Openingsbalans per 01-01-2015
Activa Passiva
Vaste activa € 205.000 Eigen vermogen € 190.000
Vlottende activa € 35.000 Bankkrediet € 50.000
Totaal activa € 240.000 Totaal passiva € 240.000
Eindbalans per 31-12-2015
Activa Passiva
Vaste activa € 205.000 Eigen vermogen € 210.000
Vlottende activa € 35.000 Bankkrediet € 30.000
Totaal activa € 240.000 Totaal passiva € 240.000
De enige juiste wijze om het resultaat vast te stellen is via de winst- en
verliesrekening. Deze wordt in het volgende hoofdstuk behandeld.
Winst: € 20.000
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 26 -
Winst- en verliesrekening Gedetailleerde leerdoelen:
• Het kunnen uitleggen van het doel en definiëren van de belangrijkste voorwaarden van een winst- en verliesrekening.
• Het kunnen definiëren van de begrippen "kosten" en "inkomsten".
• Het kunnen definiëren en uitleggen van de term "verkoopopbrengst" en dit item berekenen.
• Het kunnen definiëren en uitleggen van de term "verkoopkosten".
• Het kunnen uitleggen van het verschil tussen "omzet" en "winst".
Een balansvergelijking is een vergelijking van twee balansen die op verschillende
tijdstippen zijn opgemaakt van dezelfde onderneming. Een voorbeeld hiervan is het
vergelijken van de openingsbalans met de eindbalans.
Een balansvergelijking laat zien hoe de onderneming tijdens het boekjaar heeft
gepresteerd. Een ondernemer is echter ook geïnteresseerd in de vraag waarom zijn
onderneming verlies of winst heeft geboekt. Deze vraag wordt beantwoord door de
winst- en verliesrekening.
Documenten als basis voor de winst- en verliesrekening
De basis voor het opstellen van een balans is de inventarisatie. De basis voor de
winst- en verliesrekening zijn documenten. Transacties mogen alleen in de
boekhouding worden opgenomen als er een schriftelijk bewijs van is. Alle relevante
documenten moeten dan ook worden verzameld, geboekt en bewaard.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 27 -
Transacties moeten onder meer in de boekhouding worden vastgelegd en kunnen
worden aangetoond voor de belastingdienst. De belastingcontroleur accepteert alleen
transacties die kunnen worden aangetoond. Een ondernemer kan dus alleen
transacties boeken waarvan een document (bewijsstuk) aanwezig is. Het belangrijkste
principe van de boekhouding is dan ook: “Geen boeking zonder bewijsstuk”.
Het verzamelen, sorteren, vastleggen en boeken van documenten is uiterst
arbeidsintensief. Voor veel ondernemers is boekhouden dan ook een van de minst
favoriete bezigheden. Ze richten zich liever op de klant dan op het vele papierwerk.
Hierdoor wordt de boekhouding soms verwaarloosd wat later onaangename gevolgen
kan hebben. Zonder boekhouding heeft een ondernemer geen overzicht over de
financiële situatie van zijn bedrijf. En dit kan leiden tot onverwacht hoge facturen die
de onderneming op dat moment niet kan betalen (insolventie). Soms leidt een
rammelende boekhouding er zelfs toe dat een onderneming failliet gaat.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 28 -
Vaststellen van het resultaat via de
winst- en verliesrekening
Een winst-en-verliesrekening geeft een overzicht van de opbrengsten en kosten van
een onderneming over een bepaalde periode. Als de opbrengsten hoger zijn dan de
kosten is er sprake van winst, zijn ze lager dan is er sprake van verlies.
§ Transacties die een bedrijf “rijker” maken, worden opbrengsten genoemd.
§ Transacties die een bedrijf “armer” maken, worden kosten genoemd.
NB: In de winst- en verliesrekening worden uitsluitend transacties geboekt die winst
of verlies genereren. De waarde van een onderneming daalt niet automatisch bij een
uitgave. Een uitgave (bijvoorbeeld de aankoop van een auto) wordt daarom ook niet
altijd in de winst- en verliesrekening opgenomen. Meer uitleg hierover vind je
verderop in deze module.
Voor de winst- en verliesrekening geldt dat
§ de kosten aan de linkerzijde staan
§ de opbrengsten aan de rechterzijde staan
Winst- en verliesrekening
Kosten Opbrengsten
Welke transacties hebben het bedrijf
‘armer’ gemaakt?
Welke transacties hebben het bedrijf
‘rijker’ gemaakt?
Het kunnen definiëren van de belangrijkste voorwaarden van een winst- en verliesrekening.
Het kunnen definiëren van de begrippen “kosten” en “opbrengsten”..
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 29 -
De meest bekende onderdelen van de winst- en verliesrekening zijn:
§ Omzet of verkoopopbrengst wordt bepaald door het verkochte aantal van
een product/dienst te vermenigvuldigen met de verkoopprijs.
Omzet = verkoopprijs x verkochte hoeveelheid
§ Inkoop wordt bepaald door het verkochte aantal van een product/dienst te
vermenigvuldigen met de inkoopprijs.
Inkoopwaarde = inkoopprijs x verkochte hoeveelheid
§ Grondstoffen, hulpstoffen en verbruiksmaterialen
§ Grondstoffen zijn materialen die in een proces worden gebruikt om iets
te maken of te fabriceren (bijvoorbeeld hout voor meubels).
§ Hulpstoffen worden bij de productie gebruikt maar zijn geen bestanddeel
van het nieuwe product.
§ Verbruiksmaterialen zijn van belang voor de productie (bijvoorbeeld
smeerolie voor machines, reinigingsmiddelen).
De opbrengsten worden vermeld aan de rechterzijde van de winst- en verliesrekening.
Aan de linkerzijde staan de inkoopwaarde en de kosten zoals personeels-, materiaal-,
en energiekosten.
Het resultaat van een onderneming wordt berekend door de kosten af te trekken van
de opbrengsten.
Opbrengsten
- Inkoopwaarde
- Kosten
= Resultaat (winst/verlies)
Het kunnen definiëren en uitleggen van het begrip “”verkoopopbrengst (omzet)”.
Het kunnen definiëren en uitleggen van de term “verkoopkosten”
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 30 -
Bij de winst- en verliesrekening staat de winst aan de linkerzijde (kostenkant) en het
verlies aan de rechterzijde (opbrengstkant). Op deze manier zijn de totalen onderaan
de winst- en verliesrekening gelijk aan elkaar.
Winst- en verliesrekening
Kosten
Inkoopwaarde
Opbrengsten
(winst) (verlies)
Totaal Totaal
Winst is het positieve verschil tussen opbrengst (omzet) en kosten. Omzet duidt op
het totaalbedrag van de verkopen van een onderneming.
Het kunnen uitleggen van het verschil tussen “omzet“ en “winst“.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 31 -
Winst- en verliesrekening 2015
Kosten Opbrengsten
Inkoop € 50.000 Omzet € 290.000
Grondstoffen € 60.000
Personeel € 130.000
Rente op leningen € 3.000
Verzekeringen € 2.000
Reclame € 3.000
Belastingadviseur € 2.000
WINST € 40.000
Totaal € 290.000 Totaal € 290.000
Let op: het resultaat dat met de winst- en verliesrekening is vastgesteld, moet
overeenkomen met het resultaat van de balansvergelijking.
Er moet evenwicht zijn op een nieuwe balans wanneer bezittingen (gelijk zijn aan
het),vreemd vermogen + oude Eigen Vermogen + winst. Het in evenwicht zijn van de
nieuwe balans is een controle op juiste verwerking van de boekhouding.
Opbrengsten € 290.000
- Kosten € 250.000
= Winst € 40.000
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 32 -
Het resultaat kan dus op twee manieren worden vastgesteld:
§ Via balansvergelijking
§ Via de winst- en verliesrekening
Dit wordt ook wel dubbele boekhouding genoemd.
Vereenvoudigde jaarrekening voor kleine ondernemingen (geen examenstof)
Kleine en middelgrote bedrijven kunnen een beroep doen op de uitzonderingen op de verplichtingen voor jaarverslagen. Voor middelgrote ondernemingen betekent dit dat zij een verkorte balans en vereenvoudigde winst- en verliesrekening kunnen opstellen. Voor kleine ondernemingen zijn er meer uitzonderingen toegestaan, te weten een nog verder vereenvoudigde balans en winst- en verliesrekening, geen accountantscontrole, geen jaarverslag en geen openbaarmaking van de winst- en verliesrekening met toelichting.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 33 -
Periode-onafhankelijk resultaat
Gedetailleerde leerdoelen:
• Het kunnen uitleggen waarom een financieel jaarverslag ook zakelijke transacties kan bevatten die nog niet tot een in- of uitstroom van middelen in
het boekjaar hebben geleid.
• Het kunnen definiëren van de term “vorderingen” en ze correct in de jaarrekening identificeren.
• Het kunnen definiëren van de term “verplichtingen” en ze correct in de jaarrekening identificeren.
• Het kunnen definiëren van de term "voorzieningen" en ze correct in de jaarrekening identificeren.
• Het kunnen verklaren van de redenen voor het opnemen van voorzieningen.
• Het kunnen uitleggen van de verschillen tussen "voorzieningen" en "verplichtingen".
• Het kunnen definiëren van de term "voorzieningen" en ze correct in de jaarrekening identificeren.
• Het kunnen verklaren van de redenen voor het opnemen van de voorzieningen.
• Het kunnen uitleggen van de verschillen tussen "voorzieningen" en "reserves".
Het jaarverslag is het financiële eindverslag van een onderneming. Het bevat de
balans, de resultatenrekening en een toelichting op beide. De jaarrekening dient zo
te zijn opgesteld dat deze voldoende inzicht geeft in het vermogen en resultaat van
de onderneming.
Het kunnen uitleggen waarom het financiële jaarverslag ook transacties kan bevatten die nog niet tot een in- of uitstroom van middelen in het boekjaar hebben geleid.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 34 -
Een jaarrekening bevat ook overlopende posten. Dit zijn passiva voor ontvangen
diensten waarvoor de betaling nog moet worden verricht en ook vooruitbetalingen
voor nog te genieten diensten (bijvoorbeeld vooruitbetaalde huur).
Overlopende posten zijn:
§ Verplichtingen en vorderingen
§ Voorzieningen
§ Afschrijvingen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 35 -
Verplichtingen / vorderingen
Voorbeeld: een onderneming schaft op 20 december een bedrijfsauto aan ter
waarde van € 20.000,-. De leverancier hanteert een betalingstermijn van 1 maand
waardoor de onderneming de auto pas het volgende jaar betaald.
Als een ondernemer bij het opstellen van de balans geen rekening houdt met deze
transactie dan leidt dit er wellicht toe dat:
§ de waarde van de onderneming hoger is dan in werkelijkheid het geval is (de
auto wordt tot de inventarisatie gerekend en direct bij levering wordt de
factuur in de boekhouding opgenomen en als crediteur gezien). Direct bij
aflevering wordt de factuur vaak in de boekhouding opgenomen als crediteur.
§ de onderneming de factuur vergeet te betalen wat resulteert in onaangename
verrassingen.
Daarom worden er voor facturen die op de balansdatum nog open staan
verplichtingen en vorderingen gebruikt.
Verplichtingen (crediteuren)
Verplichtingen zijn schulden die een onderneming heeft bij een leverancier. De
onderneming heeft een factuur ontvangen voor een geleverde dienst of product maar
heeft deze nog niet betaald. Verplichtingen zijn onderdeel van het vreemd vermogen
en worden aan de rechterzijde (creditzijde) op de balans gezet.
Het kunnen definiëren van het begrip “verplichtingen” en ze correct in de jaarrekening identificeren.
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 36 -
Vorderingen (debiteuren)
Onbetaalde facturen of lang openstaande facturen zijn vorderingen (debiteuren).
Vorderingen behoren tot de vlottende activa en staan aan de debetzijde van de
balans.
Het kunnen definiëren van het begrip “vorderingen” en ze correct in de jaarrekening identificeren.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 37 -
Voorzieningen
Voorzieningen worden aangelegd voor mogelijke of (zeer) waarschijnlijke
investeringen of kosten. Ze worden gevormd uit de winst na belastingen en zijn
onderdeel van het vreemd vermogen. Voorzieningen staan aan de rechterzijde op
de balans.
Voorbeeld
Een kapotte auto wordt op 28 december gerepareerd. De factuur wordt echter pas in
het volgende jaar opgesteld. Desondanks moet de factuur in de boekhouding worden
opgenomen omdat er anders een verkeerd beeld van de financiële situatie van de
onderneming ontstaat. Bovendien zou de ondernemer de betalingsverplichting kunnen
vergeten.
Voorzieningen worden aangelegd voor
§ mogelijke of zeer waarschijnlijke investering of kosten in de toekomst.
§ kosten waarvan de exacte bedragen nog niet bekend zijn.
Voorzieningen kunnen onder meer worden opgenomen voor
§ reeds ontvangen maar nog niet in rekening gebrachte producten of diensten.
§ garantietoezeggingen waarop pas een beroep wordt gedaan als een product
daadwerkelijk kapot gaat.
§ pensioenrechten die pas opeisbaar zijn als de medewerker tot aan zijn
pensionering bij het bedrijf in dienst is.
Het kunnen definiëren van het begrip “voorzieningen” en ze correct in de jaarrekening identificeren.
Redenen voor het maken van voorzieningen kunnen noemen en verklaren.
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 38 -
Verschil tussen verplichtingen en voorzieningen
Voorbeeld 1: Verplichting
De bedrijfsauto is gerepareerd en de garage heeft een factuur gestuurd vóór de
balansdatum.
Voorbeeld 2: Voorziening
Een klant dient een klacht in tegen de onderneming. Het is onduidelijk hoe dit zich
verder ontwikkelt en wat de eventuele kosten zijn als de klant bijvoorbeeld een
schadeclaim indient.
Het kunnen definiëren van de verschillen tussen “voorzieningen” en “verplichtingen”.
Factuur is aanwezig. Het is
duidelijk wanneer en hoeveel
de onderneming moet betalen.
Verplichtingen Voorzieningen
Geen factuur aanwezig.
Het is onzeker of en hoeveel de
onderneming moet betalen.
Factuur 28 december reparatie auto 5.000 euro
te betalen voor 31 januari
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 39 -
Balans 2015
Activa Passiva
Vaste activa: Eigen vermogen: € 203.000
Divers vermogen € 300.000
Bedrijfsauto € 25.000
Vreemd vermogen:
Vlottende activa: Bankkrediet € 135.000
Vorderingen € 3.000 Verplichtingen € 5.000
Kas- en banktegoeden € 27.000 Voorzieningen € 12.000
Totaal € 355.000 Totaal € 355.000
Als in de balans geen rekening wordt gehouden
met verplichtingen en voorzieningen, lijkt het
bedrijf rijker dan het in werkelijkheid is.
Als geen rekening wordt gehouden met
vorderingen, lijkt het bedrijf armer dan het in
werkelijkheid is.
Hoe hoog zou het eigen vermogen zijn zonder
deze drie posten?
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 40 -
NB
In de balans zijn diverse voorzieningen opgenomen die in de afgelopen jaren zijn
ontstaan en niet zijn beëindigd. In bovenstaande balans zou het bedrag aan
voorzieningen van € 12.000,- afkomstig kunnen zijn van een nog niet afgesloten
transactie uit voorgaande jaren. Denk hierbij aan een klacht die vijf jaar geleden is
ingediend maar waarvan de klachtenprocedure nog niet is afgesloten.
Ontstaan en beëindiging van voorzieningen
Voorzieningen worden opgenomen in het jaar waarin de bijbehorende transactie
heeft plaatsgevonden (bijv. de kapotte auto werd gerepareerd, maar er is nog geen
factuur ontvangen).
Een voorziening moet altijd worden beëindigd als de transactie is afgehandeld (de
garage stuurt in januari van het nieuwe jaar de factuur en de onderneming betaalt
deze vervolgens). Het opnemen van voorzieningen resulteert in een lagere winst
(bijvoorbeeld een voorziening voor gerechtskosten).
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 41 -
Waardevermindering in de loop der tijd
Afschrijvingen Gedetailleerde leerdoelen:
• Het kunnen definiëren en uitleggen van de term "afschrijvingen".
• Het kunnen berekenen van lineaire afschrijvingen.
• Het kunnen uitleggen van de problemen bij de berekening van de afschrijvingen.
• Het kunnen definiëren en uitleggen van de term "kapitaaluitgaven".
• Het onderscheid kunnen maken tussen de kosten die moeten worden geactiveerd in de balans en de kosten die volledig kunnen worden
opgenomen in de winst- en verliesrekening.
• Het kunnen definiëren en uitleggen van de term "lage-waarde activa" die rechtstreeks kunnen worden afgeschreven.
• Het kunnen uitleggen van de gevolgen van de uitgaven die moeten worden gekapitaliseerd en de uitgaven die direct kunnen worden afgeschreven.
Bedrijfsmiddelen (zoals machines, auto’s, computers ) gaan langer dan één jaar
mee. De kosten kan een onderneming dan ook verdelen over de jaren waarin het
bedrijfsmiddel wordt gebruikt. In elk jaar kan een onderneming daardoor een deel
van de kosten van de opbrengsten aftrekken. Zo ontstaat een regelmatigere vorm in
de balans. Om te kunnen afschrijven op een bedrijfsmiddel, moet je het bedrag
bepalen dat je jaarlijks mag afschrijven.
Het kunnen definiëren en uitleggen van de term "afschrijvingen“.
Jaar 10 Jaar 1
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 42 -
De meest gebruikte methode om de afschrijving te berekenen is de zogenoemde
lineaire methode. Dit betekent dat een onderneming elk jaar eenzelfde bedrag
afschrijft van het product.
De lineaire afschrijving wordt als volgt berekend:
Voorbeeld: ICT-apparatuur met een aanschafprijs van € 3.000,- en een
vermoedelijke gebruiksduur van 3 jaar
Het probleem bij afschrijvingen is dat van te voren niet bekend is hoe lang een
bedrijfsmiddel meegaat. Er zijn door de wet dan ook speciale regels opgesteld voor
de afschrijvingsperiode. Zo geldt voor bedrijfsmiddelen zoals machines en ICT-
apparatuur een minimale afschrijvingsperiode van 5 jaar.
Het jaarlijkse waardeverlies van de vaste activa leidt ertoe dat een onderneming
daalt in waarde waardoor de winst afneemt.
Hiermee moet rekening worden gehouden in de
§ balans (waardevermindering van de vaste activa), en in de
§ winst- en verliesrekening (winstverlagende kosten).
Het kunnen berekenen van de lineaire afschrijving.
Jaarlijkse afschrijving = Aanschafkosten
Gebruiksduur
Jaarlijkse afschrijving = 3.000
= € 1.000,- 3
Het kunnen uitleggen van de problemen bij de berekening van de afschrijvingen.
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 43 -
Voorbeeld: ICT-apparatuur (zie bovenstaand voorbeeld)
De afschrijving ter hoogte van € 1.000,- is in het jaarverslag als volgt te identificeren:
§ Balans:
De ICT-apparatuur heeft nu nog maar een waarde van € 2.000,- (in plaats van
€ 3.000,- bij de aanschaf).
§ Winst- en verliesrekening:
Het afschrijvingsbedrag van € 1.000,- wordt in de winst- en verliesrekening
geboekt als winstverlagende kosten. Door de waardevermindering
(afschrijving) wordt het bedrijf € 1.000,- euro armer.
Ondernemingen gaan vaak uit van een zo kort mogelijke gebruiksduur. Immers hoe
korter de gebruiksduur des te hoger het afschrijvingsbedrag en dit betekent dat de
onderneming minder winst genereert en dus minder belasting moet betalen.
Voorbeeld: Als een onderneming uitgaat van een gebruiksduur van 2 jaar in
plaats van 3 jaar is het afschrijvingsbedrag € 1.500,- in plaats van € 1.000,.
De meer opbrengst bij verkoop ten opzichte van de boekwaarde moet weer als winst
gezien worden. Verhoogde afschrijving is in dit geval zinloos.
Voorbeeld
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 44 -
Activering van kosten
Waardoor wordt de winst met het volle bedrag verlaagd?
Je zou verwachten dat iedere ondernemer ernaar streeft een zo hoog mogelijke winst
te behalen. Veel ondernemingen zijn echter altijd op zoek naar winstverlagende
maatregelen. Belangrijkste reden hiervoor is dat men niet te veel belasting wil
betalen.
Voor deze ondernemers is de volgende vraag van belang: “Welk effect heeft een
uitgave op de winst?” Deze vraag heeft direct te maken met de vraag: “Worden de
uitgaven geboekt op de balans of op de winst- en verliesrekening?"
Slechts die uitgaven die een bedrijf daadwerkelijk “armer” maken worden op de
winst- en verliesrekening geboekt als kosten. Het volle bedrag van deze kosten komt
ten laste van de winst in het lopende jaar. Hiertoe behoren bijvoorbeeld kosten voor
materiaalverbruik, personeel, telefoon, reclame, etc.
Als er tegenover een uitgave een blijvende tegenwaarde staat (bijvoorbeeld een
machine), dan moet deze als vermogensbestanddeel in de balans worden
opgenomen. Men ruilt dan zogezegd geld voor een machine. Door deze transactie
wordt het bedrijf dan ook niet armer.
Dergelijke uitgaven kunnen bedrijfseconomisch gezien worden “geactiveerd”. Dit
betekent dat ze aan de activazijde op de balans worden gezet.
Deze uitgaven verminderen niet in volle omvang de winst (bijvoorbeeld aankoop van
gebouwen, machines) en verlagen dan ook niet de te betalen belastingen.
Een vermindering van de winst wordt bij deze kapitaaluitgaven pas in de loop der tijd
gerealiseerd in de vorm van jaarlijkse afschrijvingen (verdeeld over de gebruiksduur
van de gekochte goederen).
Het onderscheid kunnen maken tussen uitgaven die moeten worden geactiveerd op de balans en kosten die volledig kunnen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Kunnen verklaren welke gevolgen een geactiveerde uitgave heeft op het resultaat.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 45 -
Voorbeeld 1: Aanschaf van een machine voor € 9.000,-, gebruiksduur 3 jaar.
Deze machine valt onder de vaste activa. Het bedrijf heeft nu een
vermogensbestanddeel met een blijvende tegenwaarde (de machine kan immers
worden doorverkocht). Het bedrag wat in mindering wordt gebracht op de winst is
slechts de jaarlijkse afschrijving van € 3.000,-.
Voorbeeld 2: Reclamecampagne voor een bedrag van € 9.000,-.
De reclamecampagne valt niet onder de vaste activa. Er staat geen blijvende,
verkoopbare waarde tegenover. De kosten worden volledig op de winst in mindering
gebracht (= € 9.000,-).
Voorbeeld
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 46 -
Gevolgen van het kopen van een auto van
€ 40.000,- voor de jaarrekening
Balans per 31-12-2015
Activa Passiva
Vaste activa € 300.000 Eigen vermogen € 200.000
Kas-/banktegoeden € 90.000 Bankkrediet € 190.000
Totaal activa € 390.000 Totaal passiva € 390.000
Balans per 31-12-2015
Activa Passiva
Vaste activa € 300.000 Eigen vermogen € 200.000
Auto € 40.000 Bankkrediet € 190.000
Kas-/banktegoeden € 50.000
Totaal activa € 390.000 Totaal passiva € 390.000
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 47 -
Door het kopen van de auto zijn de kas- en banktegoeden met € 40.000,- gedaald.
Daarvoor in de plaats is de auto gekomen. De auto werd in de balans “geactiveerd“
(opgenomen). Een onderneming moet zich echter wel realiseren dat de auto al in het
aankoopjaar onderhevig is aan waardevermindering.
Een onderneming die in april een auto aanschaft, moet aan het einde van het jaar
rekening houden met de afschrijving voor de auto. Bij een afschrijvingsbedrag van
€ 5.000,- (gebruiksduur van 8 jaar) zou:
§ de auto voor € 35.000,- zijn geboekt op de balans.
§ de afschrijving van € 5.000,- op de winst- en verliesrekening worden geboekt
waardoor de winst met € 5.000,- daalt.
Volledige afschrijving – gedeeltelijke afschrijving
(geen examenstof)
Hoeveel is het waardeverlies van een auto die in februari werd gekocht ten opzichte
van een auto die in juni, september of december werd gekocht?
De wet heeft voor dergelijke vraagstukken een eenvoudige oplossing. Voor duurzame
goederen die vóór 30 juni van het boekjaar zijn aangeschaft, kan een onderneming
het volledige afschrijvingsbedrag boeken (in bovenstaand voorbeeld dus € 5.000,-).
Voor duurzame goederen die na 30 juni van het boekjaar zijn aangeschaft, kan een
onderneming slechts de helft van het afschrijvingsbedrag boeken (in bovenstaand
voorbeeld dus € 2.500,-). In Nederland is de maand van gebruikname de eerste
maand van de afschrijvingen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 48 -
Winstverminderende kosten
Voorbeeld reclamecampagne
Kosten voor reclamebureau, drukwerk, advertenties, mailing etc.
Omdat er geen blijvende (verkoopbare) tegenwaarde is, bevat de balans geen
boeking van deze transactie.
De uitgaven worden volledig als winstverminderende kosten in de winst- en
verliesrekening geboekt.
Voorbeeld
De volgende kosten verminderen
voor het volle bedrag de winst:
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 49 -
Activa met lage waarde
Activa met een maximale aankoopwaarde van € 500,- worden direct in het
aankoopjaar afgeschreven (bijvoorbeeld lampen, goedkope printer). Dit betekent
dat de winst gelijktijdig met het afschrijvingsbedrag wordt verlaagd.
De volledige aanschafprijs voor dergelijke goederen wordt in het aankoopjaar op de
winst- en verliesrekening geboekt en niet op de balans. Voor ondernemingen is dit
een reden goederen te kopen die maximaal € 500,- kosten.
Bestedingen zonder werkelijke kosten (geen geldstroom)
Voorzieningen en afschrijvingen hebben een ding met elkaar gemeen: beide posten
worden in de jaarrekening verwerkt terwijl er geen betaling heeft plaatsgevonden.
Voorbeeld: Afschrijving voor ICT-apparatuur
Aanschafprijs € 3.000,-
Gebruiksduur: 3 jaar
Afschrijving € 1.000,-
De ICT-apparatuur wordt jaarlijks op papier € 1.000,- minder waard. Deze € 1.000,-
zorgen er weliswaar voor dat het bedrijf armer wordt, maar er is geen daadwerkelijke
uitgave (geen geldstroom).
Voor een onderneming zijn afschrijvingen en voorzieningen belangrijke indicatoren.
Deze posten tonen namelijk aan welk bedrag een onderneming ter beschikking moet
hebben als deze goederen moeten worden vervangen. Hierbij tellen goederen onder
de € 500,- dus niet mee, maar moeten wel vervangen worden.
Het kunnen definiëren en verklaren van het begrip “activa met lage waarde“.
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 50 -
Aangezien voorzieningen en afschrijvingen alleen op papier plaatsvinden, zijn deze
posten zeer geschikt om de winstbelasting te verlagen. Een onderneming kan
bijvoorbeeld een product met een korte gebruiksduur kiezen zodat het
afschrijvingsbedrag hoog is waardoor de winst lager wordt en waardoor de
onderneming minder belasting hoeft te betalen).
Dit onderwerp is ook van belang bij het begrip “cash flow” (zie hiervoor de module
Bedrijfsdoelstellingen & Kengetallen voor berekening cash flow).
Winstvermindering als belangrijkste doel
Ondernemingen zijn steeds op zoek naar mogelijkheden om de winst voor belastingen
zo laag mogelijk te houden. Een goede belastingadviseur weet hoe een ondernemer
kan besparen op belastinguitgaven en is op de hoogte van de belastingwetgeving.
Tot de mogelijkheden om de winst te verlagen behoren
§ hogere afschrijvingsbedragen voor duurzame goederen (door te kiezen voor
een kortere gebruiksduur)
§ het opnemen van voorzieningen
Hoe groter en internationaler een onderneming, hoe meer mogelijkheden op fiscaal
gebied. Het probleem voor veel ondernemingen is echter dat ze aan de ene kant
aandeelhouders en banken tevreden willen stellen met mooie winstcijfers, maar aan
de andere kant de winst zo laag mogelijk willen houden zodat ze minder belasting
hoeven te betalen.
Internationale bedrijven spelen hier steeds beter op in, wat positief is voor de
aandeelhouders maar negatief is voor de belastingontvanger. Er zijn daarnaast ook
ondernemingen die illegale wegen bewandelen om de winst zo laag mogelijk te
houden. Deze ondernemingen nemen de gerealiseerde omzet bijvoorbeeld niet op in
de boekhouding en dus ook niet in de winst- en verliesrekening. Ze ontduiken
hiermee de belasting. Geld dat zich onttrekt aan het oog van de fiscus heet “zwart
geld”.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 51 -
Winst- en verliesrekening Gedetailleerde leerdoelen:
• Het kunnen verklaren en analyseren van de opbouw van een winst- en verliesrekening.
• Het kunnen definiëren en uitleggen van de voordelen van een winst- en verliesrekening in staffelvorm.
• Het kunnen definiëren en uitleggen van het begrip bedrijfsresultaat (operationeel resultaat).
• Het kunnen definiëren en uitleggen van de term financieel resultaat”.
• Het kunnen definiëren en verklaren van het begrip “resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening”.
• Het kunnen definiëren en verklaren van het begrip “buitengewoon resultaat”.
• Het kunnen definiëren en verklaren van het begrip “resultaat voor belastingen”.
• Het kunnen definiëren en verklaren van het begrip “resultaat na belastingen”.
• Het kunnen definiëren en verklaren van het begrip “financiële reserve”.
• Het kunnen definiëren en verklaren van het begrip “uitkeerbare winst”.
• Het kunnen berekenen van bedrijfsresultaat, buitengewoon resultaat, resultaat en uitkeerbare winst.
• Het kunnen uitleggen hoe een operationele winst of verlies kan zijn gegenereerd.
• Het kunnen verklaren hoe een winstof verlies uit gewone bedrijfsuitoefening kan zijn gegenereerd.
• Het kunnen verklaren hoe een positief of negatief resultaat kan zijn
gegeneerd.
• Het kunnen plaatsen van “reserves” op de jaarrekening.
• Het kunnen uitleggen waarom reserves worden opgebouwd.
• Het kunnen verklaren waaruit de verschillen bestaan tussen “reserves” en “voorzieningen”.
• Een eenvoudige jaarrekening kunnen lezen en hieruit de eerste conclusies kunnen trekken (case study/oefening).
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 52 -
Hoe groter een onderneming, hoe meer baten en lasten.
Voorbeelden zijn:
§ Financiële baten/ financiële lasten
§ Rentekosten
§ Baten/lasten uit deelnemingen
§ Baten/lasten uit effecten
§ Buitengewone baten/ lasten
§ Baten/lasten uit zakelijke transacties. Bijvoorbeeld:
- afstoting van een bedrijfsonderdeel
- reorganisatie
§ Incidentele baten/lasten. Bijvoorbeeld:
- een stuk grond wordt met winst verkocht
- een bedrijfsauto wordt total loss gereden
- een hoge schadeclaim die de onderneming moet betalen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 53 -
Voorbeeld
De winst- en verliesrekening heeft een aantal nieuwe posten
Winst- en verliesrekening 2015
Kosten Opbrengsten
Inkoop € 50.000 Omzet € 290.000
Grondstoffen € 60.000 Opbrengst effecten € 10.000
Personeel € 130.000 Opbrengst deelnemingen € 30.000
Verzekeringen € 2.000 Buitengewone baten € 50.000
Reclame € 3.000
Belastingadviseur € 2.000
Rente op lening € 3.000
Buitengewone lasten € 10.000
WINST € 120.000
Totaal € 380.000 Totaal € 380.000
Bovenstaande winst- en verliesrekening toont aan dat de € 120.000,- winst niet uit de
gewone bedrijfsuitoefening voortvloeit. De winst is aanzienlijk lager als we de
€ 90.000,- (uit opbrengst effecten, deelnemingen en buitengewone baten) van de
winst aftrekken.
De winst- en verliesrekening toont weliswaar aan hoe hoog de winst is, maar niet hoe
deze tot stand is gekomen.
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 54 -
De winst kan op meerdere manieren worden verklaard:
De onderneming
§ heeft goede resultaten behaald met de kernactiviteiten (meer opbrengsten dan
kosten).
§ kan goed met geld om gaan.
§ heeft het resultaat verbeterd via buitengewone activiteiten (bijvoorbeeld door
grond te verkopen).
Een winst- en verliesrekening in staffelvorm verschaft meer inzicht in de financiële
situatie en activiteiten van een onderneming. De kosten en opbrengsten worden bij
de staffelmethode onder elkaar gezet en voortdurend bij elkaar opgeteld en van
elkaar afgetrokken, zodat steeds het saldo blijkt.
Hierdoor is direct duidelijk
§ Welke onderdelen van een onderneming winst of verlies hebben geleden.
§ WAT de onderneming met de behaalde winst heeft gedaan.
Het kunnen definiëren en uitleggen van de voordelen van een winst- en verliesrekening in staffelvorm.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 55 -
Winst- en verliesrekening in staffelvorm
Bij de eerste analyse van een winst- en verliesrekening in staffelvorm kan de
onderneming zich op de tussenresultaten concentreren:
§ Bedrijfsresultaat = EBIT (=Earnings before interest and tax)
§ Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
§ Resultaat voor belastingen
§ Resultaat na belastingen
§ Uitgekeerde winst
Het kunnen beschrijven, verklaren en analyseren van de winst- en verliesrekening. Het kunnen definiëren en uitleggen van de term “financieel resultaat”. Het kunnen definiëren en uitleggen van de term “winst/verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening”.
Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit kernactiviteiten
- Bedrijfskosten (excl. interest) Kosten m.b.t. kernactiviteiten
= Bedrijfsresultaat (EBIT) Resultaat uit kernactiviteiten
+ / - Financieel resultaat Opbrengsten of kosten uit effecten, deelnemingen en ontvangen rente
=
Resultaat uit de gewone
bedrijfsuitoefening
+ / - Buitengewoon resultaat Buitengewone of eenmalige gebeurtenissen
= Resultaat voor belastingen
- Winstbelasting
= Resultaat na belastingen
- Reserves
= Uitgekeerde winst
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 56 -
Uit het bedrijfsresultaat kunnen we aflezen hoe de kernactiviteiten van de
onderneming hebben gepresteerd. Een negatief bedrijfsresultaat gedurende een
lange periode duidt er wellicht op dat de kernactiviteiten niet winstgevend zijn.
Het bedrijfsresultaat wordt ook vaak operationeel resultaat of
exploitatieresultaat genoemd.
Het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening wordt berekend door het
resultaat en het financiële resultaat bij elkaar op te tellen. Analisten gebruiken dit
vaak als maatstaf voor het primaire proces dat een onderneming uitvoert. Onder
het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening verstaat de wetgever de winst of het
verlies als gevolg van de productie of dienstverlening die het bedrijf verzorgt.
Het resultaat voor belastingen bevat ook buitengewone resultaten en kan
daardoor, zowel in positieve als in negatieve zin, een vertekenend beeld geven.
Als een onderneming een positief resultaat heeft behaald (jaaroverschot), dan dient
dit als basis om de af te dragen belastingen te berekenen.
De onderneming kan het resterende resultaat na belastingen
§ onttrekken of uitkeren aan haar aandeelhouders.
§ reserveren.
Het kunnen definiëren en uitleggen van de term “bedrijfsresultaat” (operationeel resultaat).
Het kunnen uitleggen van het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening.
Het kunnen definiëren en uitleggen van de term “resultaat voor belastingen”.
Het kunnen definiëren en uitleggen van de term “resultaat na belastingen”.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 57 -
Het binnen het bedrijf houden van het jaaroverschot heet “ het toewijzen van
reserves”.
Het opbouwen van reserves vermindert de winst die kan worden uitgekeerd (=
uitkeerbare winst). Reserves kunnen, indien nodig, ook weer teniet worden gedaan.
In dat geval wordt de uitkeerbare winst hoger.
Reserves worden opgebouwd om te gebruiken voor toekomstige investeringen
(bijvoorbeeld aankoop van machines) of om in te spelen op economisch slechtere
tijden.
Let op: reserves moeten niet worden verward met voorzieningen! Via reserves
treft de onderneming voorzorgsmaatregelen.
Voorzieningen daarentegen worden gedaan om waarschijnlijke, toekomstige
aanspraken van derden na te komen.
De uitkeerbare winst staat ter beschikking van de eigenaren. Dit bedrag moet
dan ook door het bedrijf worden afgedragen aan de eigenaren.
NB: Bij een vennootschap zijn dit de aandeelhouders van de onderneming. Zij krijgen
hun aandeel als dividend uitbetaald. Uiteindelijk beslissen de aandeelhouders tijdens
de aandeelhoudersvergadering hoe de jaarwinst na belastingen wordt aangewend: of
deze in zijn geheel of gedeeltelijk in de onderneming blijft als reserve of als dividend
wordt uitgekeerd. De directie en de Raad van Commissarissen van het bedrijf doen
een voorstel aan de aandeelhouders waarover kan worden gestemd.
Het kunnen definiëren en uitleggen van het begrip “toewijzing van de reserves“.
Het begrip „financiële reserve/niet uitbetaalde winst” kunnen definiëren en verklaren.
Het kunnen uitleggen waarom reserves worden opgebouwd.
Het kunnen uitleggen waaruit de verschillen bestaan tussen “voorzieningen” en “reserves“.
Het begrip „uitkeerbare winst” kunnen definiëren en verklaren.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 58 -
Voorbeeld: winst- en verliesrekening in staffelvorm
Bedrijfsopbrengsten € 290.000
- Bedrijfskosten (excl. Rente) - € 247.000
= Bedrijfsresultaat (EBIT) = € 43.000
+ Opbrengst uit waardepapieren + € 10.000
+ Opbrengst uit deelnemingen + € 30.000
- Rente op lening - € 3.000
= Resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening
= € 80.000
+ Buitengewone baten + € 50.000
- Buitengewone lasten - € 10.000
= Resultaat voor belastingen = € 120.000
- Winstbelasting - € 30.000
= Resultaat na belastingen = € 90.000
- Toegevoegd aan reserves - € 10.000
= Uitgekeerde winst = € 80.000
HOE is het
resultaat tot stand
gekomen?
WAT is er met de
winst gedaan?
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 59 -
Deze winst- en verliesrekening toont in een oogopslag de volgende gegevens
§ Het resultaat voor belastingen bedraagt € 120.000,-, maar van dit bedrag
werd slechts € 43.000,- uit de kernactiviteiten gehaald.
§ € 37.000,- euro komen uit het positieve financiële resultaat, dat samen met
het bedrijfsresultaat een Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vormt van
€ 80.000,-. Met enige slagen om de arm kan men ervan uitgaan, dat ook
het volgende jaar een zelfde resultaat kan worden bewerkstelligd (wanneer
bijv. de afgelopen jaren een soortgelijk beeld hebben laten zien).
§ Dat is bij het positieve buitengewone resultaat ter hoogte van € 40.000,-
echter niet het geval, waardoor ook voor het volgende jaar geen resultaat voor
belastingen van € 120.000,- kan worden verwacht.
§ Over het resultaat moest € 30.000.- euro aan winstbelasting worden betaald.
§ Van het resterende resultaat na belastingen van € 90.000,- werd € 10.000,-
aan de reserves toegevoegd. De resterende € 80.000,- werden aan de
eigenaren uitgekeerd (= uitkeerbare winst).
Dit voorbeeld laat zien dat niet de hoogte van de winst doorslaggevend is, maar hoe
deze tot stand is gekomen. Het meest gunstige scenario is als de behaalde winst toe
te schrijven is aan de kernactiviteiten. Als de winst hoofdzakelijk is behaald dankzij
financiële beleggingen en buitengewone baten, dan moet de onderneming zich
wellicht afvragen of de kernactiviteiten nog winstgevend zijn.
Het is daarnaast ook mogelijk dat een aantoonbaar verlies (in het resultaat voor
belastingen) geen alarmsignaal is voor de kernactiviteiten. Dit is bijvoorbeeld het
geval als een verlies volledig kan worden toegeschreven aan buitengewone lasten
(denk aan een verwoestende brand van een magazijn die vervolgens weer moest
worden opgebouwd, iets wat hopelijk niet elk jaar gebeurt).
Het kunnen berekenen van het bedrijfsresultaat, buitengewoon resultaat en de uitkeerbare winst.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 60 -
NB: winst kan ook negatieve winst zijn
Het begrip ‘winst’ is zeer ruim en niet eenduidig te definiëren. Daarom kan het begrip
ook zo misleidend zijn.
Een directeur die zegt dat zijn onderneming een winst van € 100.000,- heeft behaald,
kan hiermee doelen op het:
§ bedrijfsresultaat
§ resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
§ resultaat voor belastingen
§ resultaat na belastingen
§ Uitgekeerde winst
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 61 -
Engelse begrippen Gedetailleerde leerdoelen:
• Het Engelse begrip EBIT (Earnings Before Interest and Tax) kunnen definiëren en uitleggen.
• Het Engelse begrip EBT (Earnings Before Tax) kunnen definiëren en uitleggen.
De financiële sector kent veel Engelse termen. Twee belangrijke Engels begrippen die
ook in Nederland veel worden gebruikt zijn EBIT en EBT.
EBIT betekent “Earnings Before Interest and Tax:”. De afkorting PBIT (Profit Before
Interest and Tax) wordt ook wel gebruikt.
Interest staat hier voor rente en tax betekent belastingen.
In het Nederlands wordt EBIT / PBT ook wel bedrijfsresultaat genoemd. Dit getal
wordt gebruikt als maatstaf om de operationele gang van zaken in het bedrijf aan te
duiden.
Een vergelijkbaar kengetal is EBT (Earnings Before Tax) of PBT Profit Before Tax).
Dit staat gelijk aan het resultaat voor belastingen.
Meer Engelse begrippen uit de winst- en verliesrekening vind je verderop in de
module.
NB: Engelse financiële begrippen zijn niet gestandaardiseerd. Het is daarom
erg lastig een eenduidige betekenis aan deze begrippen en kengetallen toe
te kennen.
Het Engelse begrip EBIT (Earnings Before Interest and Tax) kunnen definiëren en uitleggen.
Het Engelse begrip EBT (Earnings Before Tax) kunnen definiëren en uitleggen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 62 -
Belangrijke Engelse vaktermen (geen examenstof)
Winst- en verliesrekening profit and loss account
Omzet sales (revenue)
Kosten expense
Bedrijfsresultaat EBIT (Earnings Before Interest and Tax)
of
PBIT (Profit Before Interest and Tax)
of
operating profit / loss
Financieel resultaat financial result
Resultaat uit Normale
Activiteiten (RNA) Profit / loss on ordinary activities
Buitengewoon resultaat extraordinary result
Resultaat voor belastingen Earnings Before Tax (EBT)
of
Profit / loss Before Tax (PBT)
Resultaat na belastingen Profit / loss for the year
Uitkeerbare winst distributable profit
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 63 -
Extra posten op de jaarrekening
Reserves en voorzieningen
Reserves en voorzieningen worden beide in de balans aan de passivazijde
opgenomen. Reserves behoren echter tot het eigen vermogen. Voorzieningen zijn
onderdeel van het vreemd vermogen.
Voorbeeld: Vermoedelijke kosten voor een gerechtsprocedure: € 12.000,-. Op de
balans wordt hiervoor een voorziening getroffen. In de winst- en verliesrekening
worden deze kosten als gerechtskosten opgenomen.
Balans per 31-12-2015
Activa Passiva
Vaste activa: Eigen vermogen: € 183.000
Overig vermogen € 300.000 Winstreserve € 20.000
Bedrijfsauto € 25.000
Vlottende activa: Vreemd vermogen:
Vorderingen € 3.000 Bankkrediet € 135.000
Kas- en banktegoeden € 27.000 Verplichtingen € 5.000
Voorzieningen € 12.000
Totaal € 355.000 Totaal € 355.000
Het kunnen plaatsen van voorzieningen en reserves op de jaarrekening.
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 64 -
NB
Op een balans worden voorzieningen en reserves opgenomen die in het afgelopen
jaar én in de voorgaande jaren zijn opgebouwd. Op de winst- en verliesrekening zie je
de reserves wel terug namelijk in de vorm van netto winst over het boekjaar.
Voorzieningen worden op de winst- en verliesrekening niet apart verwerkt. Zij zijn
verdisconteerd in andere kostenposten.
Overlopende posten
Vooruitbetaalde kosten voor het volgende boekjaar worden niet in de winst- en
verliesrekening opgenomen, maar moeten op de balans aan de activazijde worden
gezet als “overlopende activa”.
Voorbeeld: het bedrijf betaalt in december € 3.000,- aan rente voor 3 maanden
vooruit. Hiervan is € 2.000,- voor het volgende jaar. Daarom moet het bedrag worden
gesplitst.
Reeds ontvangen bedragen die horen bij het volgende boekjaar moeten niet op de
winst- en verliesrekening worden opgenomen, maar moeten aan de passivazijde van
de balans als “overlopende passiva” verschijnen.
Voorbeeld: het bedrijf verhuurt een fabriekshal. De huur wordt een half jaar vooruit
betaald en het bedrijf ontvangt in december een bedrag aan huuropbrengsten van
€ 12.000,-. Dit betekent dat € 10.000,- in het volgende boekjaar vallen. De rest hoort
bij het lopende boekjaar.
Voorbeeld
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 65 -
Deze posten staan als volgt op de balans:
Balans 31-12-2015
Activa Passiva
Vaste activa: Eigen vermogen € 175.000
Overig vermogen € 300.000 Winstreserves € 20.000
Bedrijfsauto € 25.000
Vreemd vermogen:
Vlottende activa: Bankkrediet € 135.000
Vorderingen € 3.000 Verplichtingen € 5.000
Kas- en banktegoeden € 27.000 Reserves € 12.000
Overlopende activa € 2.000 Overlopende passiva € 10.000
Totaal activa € 357.000 Totaal passiva € 357.000
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 66 -
Waardering / Stille reserves / Boekhoudschandalen)
Zoals eerder vermeld wordt een balans opgesteld door de volgende stappen te doorlopen:
1. Tellen en waarderen van het vermogen
2. Tellen en waarderen van het vreemd vermogen
3. Berekenen van het eigen vermogen
Onderstaand voorbeeld laat zien dat deze stappen nog niet zo eenvoudig zijn.
Voorbeeld: een bedrijf moet per 31 december de balans opstellen. De volgende
factoren spelen hierbij een rol:
§ Het bedrijf is 30 jaar geleden in het bezit gekomen van een stuk grond.
Vroeger was deze omgeving in ontwikkeling en was de grond goedkoop. De
aanschafprijs bedroeg € 100.000,-. Tegenwoordig is dit perceel een toplocatie
en zou het voor een bedrag van maar liefst € 300.000,- kunnen worden
verkocht.
§ Vijf jaar geleden heeft de onderneming aandelen van een ander bedrijf
gekocht ter waarde van € 30.000,-. In oktober zijn deze aandelen plotseling in
waarde gestegen waardoor ze nu een waarde hebben van € 60.000,-.
Analisten beweren echter dat de aandelenkoers niet lang op dit niveau zal
blijven.
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 67 -
§ Een klant heeft een factuur van € 10.000,- nog steeds niet betaald ondanks
drie aanmaningen. De kans dat de onderneming dit volledige bedrag ontvangt,
is klein.
§ De onderneming heeft goederen ter waarde van € 100.000,- ingekocht. Dit
bleek echter een miskoop te zijn waarbij de onderneming al tevreden is als
deze goederen voor € 50.000,- worden verkocht.
Voor al deze voorbeelden geldt dat de onderneming niet met 100% zekerheid kan
zeggen hoe hoog de werkelijke waarde is die men zal ontvangen.
Voorbeeld: Stuk grond
Zou de onderneming daadwerkelijk € 300.000,- krijgen voor deze grond? Ook als het
perceel noodgedwongen moet worden verkocht?
Voorbeeld: Betalingsachterstand klant
Hoezo is de kans klein dat de klant de factuur niet betaalt? Misschien wordt de
betalingstermijn bewust overschreden om meer rente te vangen.
Vanwege dergelijke onzekere factoren moet een onderneming bij de
balanswaardering aannames maken. De onderneming heeft hierbij niet de vrije hand
en kan niet zomaar waarderingsbeslissingen nemen. Het Wetboek van Koophandel
(WvK) heeft hier regels voor opgesteld.
Een belangrijk basisregel voor goed boekhouden is het voorzichtigheidsbeginsel.
Dit houdt kortweg in dat een ondernemer zich niet rijker mag rekenen dan hij
is
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 68 -
Deze basisregel beschermt vooral externe belanghebbenden zoals banken en
potentiële aandeelhouders.
Voor de waardering van activa en passiva en resultaatbepaling zijn er zogenoemde
waarderingsregels. De belangrijkste basisregel is het principe van de laagste waarde.
Dit principe is van toepassing op de activazijde van de balans en houdt in dat de
bezittingen tot maximaal de aankoopwaarde op de jaarrekening mogen worden
opgenomen.
Voorbeeld: Stuk grond
Wat betekent dit voor het stuk grond?
Aanschafprijs 30 jaar geleden: € 100.000,-
Huidige fictieve verkoopprijs: € 300.000,-
In de balans mag het perceel (ondanks de hogere waarde) maximaal tot de
aanschafprijs van € 100.000,- worden opgenomen. Hierdoor ontstaat een
zogenaamde stille reserve. Een stille reserve is het verschil tussen de werkelijke
waarde en de boekwaarde. In dit voorbeeld zou er een stille reserve zijn van
€ 200.000,-. Deze wordt als volgt berekend:
(Fictieve) verkoopprijs
- Boekwaarde
= Stille reserve
Als blijkt dat de grond vervuild is en de fictieve verkoopprijs naar € 40.000,- daalt,
moet het perceel direct worden afgewaardeerd. De grond moet vervolgens met een
waarde van slechts € 40.000,- in de balans worden opgenomen.
Voor de passivazijde van de balans geldt het principe van de hoogste waarde.
Voorbeeld
Voorbeeld
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 69 -
Voorbeeld: Vreemde valuta
De stijging van een krediet vanwege valutaschommelingen moet in de balans worden
verwerkt. Het krediet moet worden opgewaardeerd.
Deze voorzichtige manier van boekhouden neemt vooral de schuldeisers in
bescherming.
Andere waarderingsregels voor het opstellen van een jaarrekening zijn:
§ IAS (International Accounting Standards) en
§ US-GAAP (Generally Accepted Accounting Principles)
Deze richten zich in eerste instantie op investeerders die vooral geïnteresseerd zijn in
een zo realistisch mogelijk beeld van de vermogens- en winstsituatie.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 70 -
Boekhoudfraude / boekhoudschandalen
Boekhoudfraude is een vorm van fraude waarin een bedrijf bewust een onjuist beeld
van haar financiële situatie geeft en hiermee buitenstaanders zoals banken en
beleggers misleidt. Een reden hiervoor kan zijn dat een onderneming belasting wil
ontwijken. Een andere reden kan zijn dat een onderneming de stand van zaken zo
goed mogelijk wil presenteren aan beleggers zodat de effecten een hoge koers krijgen
en worden gekocht.
Vooral grote ondernemingen hebben vaak diverse mogelijkheden om hun
boekhouding te verfraaien. Dit leidt soms tot boekhoudschandalen die in de pers vaak
uitvoerig worden beschreven. Een bekend boekhoudschandaal is die van Parmalat. Dit
Italiaanse zuivelconcern had miljarden dollars ten onrechte in de boeken staan wat
dus neerkomt op een miljardenfraude.
Categorale model versus functionele model (geen examenstof)
De wet schrijft verschillende modellen voor om de winst- en verliesrekening op te
maken, waarvan de Kamer van Koophandel er twee hanteert:
§ het categorale model
§ het functionele model
In het categorale model wordt het bedrijfsresultaat berekend door van de
bedrijfsopbrengsten de bedrijfslasten af te trekken.
In het functionele model worden de direct aan de netto omzet toe te wijzen kosten
van de omzet afgetrokken, waarna de brutomarge ontstaat.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 71 -
Het functionele model kent de volgende indeling:
Netto omzet
- Kostprijs van de omzet
= Brutomarge
+ Overige bedrijfsopbrengsten
- Overige lasten
= Bedrijfsresultaat
+/- Financieel resultaat
= Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
+/- Buitengewoon resultaat
= Resultaat voor belastingen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 72 -
Werkdeel
financiële administratie
Dit werkdeel bevat:
§ Meerkeuzetoetsen (inclusief antwoorden):
NB: Bij het EBC*L examen worden geen meerkeuzevragen gesteld, maar
alleen open vragen (zie het EBC*L voorbeeldexamen).
§ Hiaattesten – Advisering van Marcel Bosman:
Hier kunt u toetsen hoe groot uw kennis is als bedrijfsadviseur voor
cocktailbareigenaar Marcel Bosman.
§ Twee voorbeelden van een jaarafsluiting.
§ De leerdoelen / het werkdeel
Hier kunt u – net als bij het EBC*L examen – de antwoorden zelf formuleren.
§ Een EBC*L voorbeeldexamen dat dient als voorbeeld van een
eindtoets voor de module Financiële administratie.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 73 -
Meerkeuzetoetsen
Opbouw van de balans
1
Welke posten van een sportzaak horen aan de activazijde (debetzijde) van de balans?
Verkoopstellingen o
Renteloze lening van tante Annie o
Bankkrediet o
Wisselgeld in de kassa o
Voorraad tennisrackets o
Bedrijfsauto o
Geen van de antwoorden is correct. o
2 Welke uitspraak is waar?
De balans van een groot bedrijf is aanzienlijk anders opgebouwd dan die van een
klein bedrijf. o
De rechterkant van een balans heet activazijde (debet). o
De linkerkant van een balans heet passivazijde (credit). o
Geen van de uitspraken is waar. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 74 -
3 Welke uitspraak over de activazijde van een balans is waar?
De activazijde wordt ook wel debetzijde genoemd. o
De activazijde wordt ook wel creditzijde genoemd. o
De activazijde geeft aan hoe de bezittingen zijn gefinancierd. o
De activazijde geeft aan welke bezittingen een onderneming heeft. o
De activazijde geeft aan hoeveel eigen vermogen een onderneming heeft. o
Geen van de beweringen is waar. o
4 De passivazijde (credit) van een balans geeft aan
hoe de bezittingen zijn gefinancierd. o
welke bezittingen de onderneming heeft. o
hoe hoog de schulden van de onderneming zijn. o
hoeveel eigen vermogen de onderneming heeft. o
Geen van de beweringen is waar. o
5 Een ondernemer van een sportzaak stelt voor de eerste keer een balans op. Het totaal aan activa bedraagt € 150.000.- , terwijl het totaal aan passiva € 140.000,- is. Is deze balans goed of fout?
Goed, omdat de activazijde niets te maken heeft met de passivazijde. o
Goed. Omdat het totaal van de activazijde altijd hoger moet zijn dan het totaal van de passivazijde.
o
Fout. Omdat het totaal van de activa altijd gelijk moet zijn aan het totaal van de passiva.
o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 75 -
Fout. Omdat het totaal van de passivazijde altijd hoger moet zijn dan het totaal aan de activazijde.
o
Geen van de antwoorden is correct. o
6 Welke posten behoren bij een sportzaak tot de vaste activa?
Computerkassa o
Zwembroeken o
Snowboards o
Bedrijfspand o
Verlichting o
Kantoorbenodigdheden o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 76 -
Vermogen
1 Op een balans staat een totaal aan activa van € 200.000,-. De passivazijde van deze balans toont een eigen vermogen van € 110.000,- en een vreemd vermogen van € 90.000,-. Hoe “rijk” is het bedrijf?
€ 200.000,- o
€ 310.000,- o
€ 110.000,- o
€ 20.000,- o
Geen van de antwoorden is correct.
o
2 Hoe beoordeel je de volgende uitspraak? "Een vennootschap die beschikt over een totaal aan activa van € 100.000.000,-moet wel rijk zijn”
Deze bewering is juist. o
Deze uitspraak is onjuist.
o
3
Op een balans staat aan de activazijde een totaal van € 700.000,-. Aan de passivazijde staat een vreemd vermogen van € 400.000,-. Hoe hoog is het eigen vermogen van de onderneming?
€ 300.000,- o
€ 700.000,- o
€ 780.000,- o
Dat kun je met deze gegevens niet berekenen. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 77 -
Geen van de antwoorden is correct. o
4
Aan de passivazijde van een balans staat een eigen vermogen van € 200.000. Dit eigen vermogen kan direct aan het bedrijf worden onttrokken om zo een bedrijfsauto te kopen.
Deze bewering is juist. o
Deze bewering is onjuist.
o
5 Welke uitspraak over eigen vermogen is correct?
Het eigen vermogen is direct af te lezen uit het banktegoed of uit het tegoed in de
kassa. o
Het eigen vermogen is alleen indirect te bepalen omdat je van het totaal aan activa de schulden moet aftrekken.
o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 78 -
Financieel succes
1 Hoe maak je een inventarisatielijst?
Door de opbrengsten en kosten tegenover elkaar te zetten. o
Door de bezittingen te tellen en te waarderen. o
Door het eigen vermogen te tellen en te waarderen. o
Door het schuldniveau vast te stellen (vreemd vermogen). o
Geen van de antwoorden is correct.
o
2
Waaraan kan je zien of een bedrijf in het afgelopen jaar succesvol is geweest?
Aan het eigen vermogen op de eindbalans. o
Aan het totaal aan activa op de eindbalans. o
Aan het totaal aan passiva op de eindbalans. o
Geen van de antwoorden is correct. o
3
Door de openings- en eindbalans van een onderneming met elkaar te vergelijken, kun je het succes van een onderneming vaststellen. Hoe kun je zien dat een onderneming een succesvol jaar heeft gehad?
Het totaal aan activa is gestegen. o
Het eigen vermogen is gestegen. o
De schulden zijn niet hoger geworden. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 79 -
4 De openings- en eindbalans van een bedrijf zien er als volgt uit:
Openingsbalans
Activa Passiva
Vaste activa 120.000 Eigen vermogen 110.000
Vlottende activa 80.000 Vreemd vermogen 90.000
Vaste activa 200.000 Totaal passiva 200.000
Eindbalans
Activa Passiva
Vaste activa 160.000 Eigen vermogen 90.000
Vlottende activa 80.000 Vreemd vermogen 150.000
Totaal activa 240.000 Totaal passiva 240.000
Hoe hoog is de winst/het verlies (het resultaat)?
+ € 40.000,- o
- € 10.000,- o
+ € 90.000,- o
+ € 60.000,- o
- € 20.000,- o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 80 -
5 De openingsbalans van een onderneming ziet er als volgt uit: Activa € 6.000.000 Vreemd vermogen € 5.900.000 Aan het einde van het jaar zien we de volgende waarden: activa € 5.500.000 Vreemd vermogen € 4.900.000 Hoe hoog is de winst/het verlies (het resultaat)?
+ € 500.000,- o
- € 500.000,- o
+ € 600.000,- o
€ 0,- o
+ € 1.000.000,- o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 81 -
Winst- en verliesrekening
1 Je gaat een avondje uit met vrienden. Eerst gaan jullie een hapje eten. Daarna gaan jullie nog even wat drinken in de kroeg om vervolgens de hele nacht te dansen in de discotheek. Je gaat uiteindelijk met de taxi naar huis. De volgende dag merk je tot je grote schrik dat je portemonnee helemaal leeg is, terwijl je aan het begin van de avond nog € 200,- had. Welke uitspraak is correct?
Door de eindsituatie te vergelijken met de beginsituatie, heb je een persoonlijke winst- en verliesrekening gemaakt.
o
Na een jaar weet je nog precies waaraan je het geld hebt uitgegeven. o
Geen van de antwoorden is correct. o
2 Wat is de basis van een winst- en verliesrekening over een bepaald jaar?
De inventarisatie die plaatsvindt aan het einde van het jaar. o
De documenten die de onderneming gedurende het hele jaar heeft bewaard. o
Een zo nauwkeurig mogelijke schatting van de inkomsten en uitgaven. o
Geen van de antwoorden is correct. o
3
Welke posten worden in de winst- en verliesrekening tegenover elkaar gezet?
Opbrengsten o
Activa o
Kosten o
Schulden o
Eigen vermogen o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 82 -
4
Moet de winst die ontstaat uit de balansvergelijking overeenkomen met de winst uit de winst- en verliesrekening?
Ja o
Nee o
5 Welke posten staan aan de passivazijde van een winst- en verliesrekening?
Kosten voor de belastingadviseur o
Verkoopopbrengst (omzet) o
Energierekening o
Personeelskosten o
Geen van de antwoorden is correct. o
6 Hoe berekent een verkoper van kerstbomen zijn omzet?
Door het verkochte aantal kerstbomen te vermenigvuldigen met de verkoopprijs. o
Door het verkochte aantal kerstbomen te vermenigvuldigen met de inkoopprijs. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 83 -
7
Een verkoper van kerstbomen koopt 1.000 kerstbomen in voor een prijs van € 10,- per stuk. Voor zijn standplaats moet hij € 1.000,- betalen. Hij verkoopt alle kerstbomen voor € 30,- per stuk. Hoe hoog is zijn omzet (verkoopopbrengst)?
€ 30.000,- o
€ 1.000,- o
€ 10.000,- o
€ 19.000,- o
€ 11.000,- o
Geen van de antwoorden is correct. o
8 Een verkoper van kerstbomen koopt 1.000 kerstbomen in voor een prijs van € 10,- per stuk. Voor zijn standplaats moet hij € 1.000,- betalen. Hij verkoopt alle kerstbomen voor € 30,- per stuk. Hoeveel bedragen zijn kosten?
€ 30.000,- o
€ 1.000,- o
€ 10.000,- o
€ 19.000,- o
€ 11.000,- o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 84 -
9
Een verkoper van kerstbomen koopt 1.000 kerstbomen in voor een prijs van € 10,- per stuk. Voor zijn standplaats moet hij € 1.000,- betalen. Hij verkoopt alle kerstbomen voor € 30,- per stuk. Hoeveel winst maakt hij?
€ 30.000,- o
€ 1.000,- o
€ 10.000,- o
€ 19.000,- o
€ 11.000,- o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 85 -
Adviseren Bosman 1
1 Marcel Bosman start een horecabedrijf met de klinkende naam “Caribbean
Sunsplash”. Het gaat om een Caribisch restaurant dat sfeervol is ingericht,
met een gezellige bar, comfortabele rieten stoelen en live muziek.
Er komen veel bedrijfseconomische vragen op Marcel Bosman af. Wij
treden daarom op als adviseur en beantwoorden zijn vragen.
2 Marcel Bosman wil graag een openingsbalans opstellen. Dit geeft hem
inzicht in de financiële situatie van Caribbean Sunsplash en is bovendien
wettelijk vereist.
Jij helpt hem hierbij en vertelt hoe een balans is opgebouwd.
Balans
vaste activa
totaal activa
activa
passiva
eigen vermogen
totaal passiva
vlottende activa
vreemd vermogen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 86 -
3 Marcel Bosman kent nu de basisindeling van een balans. “Maar wat heb ik
nu aan zo’n balans?", wil Marcel weten.
De balans geeft antwoord op een aantal belangrijke vragen.
De linkerzijde van de balans - de ______________ zijde - geeft antwoord
op de vraag welke bezittingen de onderneming heeft.
Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen activa waarover het bedrijf
lange tijd kan beschikken - ______________ genoemd, - activa die worden
gebruikt, verwerkt of verkocht - _______________________ genoemd.
De rechterzijde van de balans - de ______________ zijde geeft antwoord
op de vraag
wie de bezittingen heeft__________________. Ofwel, wie is eigenaar van
de bezittingen? De vraag is dus eigenlijk:
- Hoeveel schuld heeft het bedrijf (________________)?
- Hoe rijk is het bedrijf (___________________)?”
vaste activa
vlottende activa
eigen vermogen
passiva
gefinancierd
activa
vreemd vermogen
4 Marcel Bosman heeft met zijn restaurant een goed eerste jaar gedraaid. Op
31 december stelt hij zijn eindbalans op.
Hij vraagt zich nu alleen af hoe dat ook alweer moet. De basis van een
balans is de __________________. Hierbij gaat het om een sluitende
inventarisatie van de _____________ en de _____________________ van
het bedrijf.
Marcel Bosman stelt dus een inventarislijst op. Nauwkeurig worden alle
bezittingen geteld, opgeschreven en gewaardeerd.
schulden
passiva
bezittingen
documenten
kosten
opbrengsten
inventarisatie
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 87 -
5 Als we bij Marcel Bosman op bezoek zijn en hem vragen of hij al rijk is
geworden, vertelt hij ons enthousiast over de prachtige inrichting van het
restaurant, de moderne keuken en de spiksplinternieuwe bedrijfsauto.
Helaas moeten we Marcel enigszins teleurstellen en leggen we hem het
volgende uit.
Veel bezittingen betekent niet automatisch dat je
____________________ bent. Doorslaggevend is de vraag welke
bezittingen daadwerkelijk van jou zijn. Dit is het _____________________.
Marcel Bosman is een beetje beledigd en wil graag weten hoe hij zijn
____________________ zou kunnen vaststellen. Ons antwoord hierop is:
nadat je de hoogte van het totaal aan activa hebt vastgesteld, moet je nog
naar het ___________________ van je bedrijf kijken. Het eigen vermogen
van je bedrijf bereken je op de volgende manier:
Totaal passiva
- ______________________________
Eigen vermogen
eigen vermogen
openingsbalans
winst/verlies
rijk
vreemd vermogen
rijkdom
activa
vreemd vermogen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 88 -
6 "Kan ik in mijn eindbalans al zien of ik succesvol ben geweest? En of ik
winst of verlies heb gemaakt?" vraagt Marcel Bosman ons.
Nee. Als je dat wilt weten moet je een __________________ uitvoeren. Het ___________________ bereken je als volgt:
Eigen vermogen ____________
- Eigen vermogen ____________
= Resultaat
balansvergelijking
kosten
eindbalans
openingsbalans
vreemd vermogen
opbrengsten
resultaat
winst/verlies
7 Marcel Bosman heeft de eerste balans voor zijn Caribisch restaurant
afgesloten.
De balansvergelijking laat een redelijke winst zien. Daar had hij helemaal
niet op gerekend. Zijn partner, Bram Kok, wil weten hoe de winst tot stand
is gekomen.
Om hier achter te komen is de ___________________ niet voldoende.
Er moet ook worden gekeken naar de ____________________ .
Deze bevat diverse _______________________ die het bedrijf
___________________________ het jaar armer of rijker hebben gemaakt.
Om de winst en verliesrekening op te stellen heeft Marcel Bosman veel
voorwerk gedaan. Gedurende het jaar moest hij alle
_____________________ verzamelen, ordenen en vastleggen. In de winst-
en verliesrekening worden deze samengevoegd.
winst- en verliesrekening
passiva
transacties
aan het einde
balansvergelijking
gedurende
documenten
activa
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 89 -
8 De heer Bosman heeft een omzet van € 300.000,- gerealiseerd. Helaas is
de omzet niet gelijk aan de __________________ .
De heer Bosman heeft namelijk ook behoorlijk wat _______________ . Hij
moest goederen inkopen en het personeel, de elektra, de huur, en nog veel
meer betalen.
De winst- en verliesrekening van de heer Bosman is als volgt:
Totaal
- Totaal
= Resultaat
winst
uitgaven
inkomsten (omzet)
auto
uitgaven
winst of verlies
vermogen
vreemd vermogen
9 Marcel Bosman snapt niet meer wat het verschil is tussen een balans en
een winst- en verliesrekening.
Samengevat vertellen wij hem:
De ___________ geeft een overzicht van de financiële situatie van een
bedrijf op een bepaald moment. De __________________________ geeft
een overzicht over een geheel jaar.
Geef aan of de volgende vragen vanuit de balans of vanuit de winst- en
verliesrekening worden beantwoord:
Hoeveel bezittingen heeft het bedrijf? _________________
Hoe hoog waren de opbrengsten? ________________________
Hoeveel schulden heeft het bedrijf? __________________
Hoe hoog waren de kosten? ______________________
Hoe hoog is de winst/het verlies? _______________________
Hoe rijk is het bedrijf (eigen vermogen)? _________________
balans
winst- en verliesrekening
balans
winst- en verliesrekening
balans
winst- en verlies rekening
balans
winst- en verliesrekening
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 90 -
Meerkeuzetoetsen
Periode-onafhankelijk resultaat
1 Waarom bevat een jaarrekening overlopende posten?
Omdat de onderneming belastinggeld wil achterhouden. o
Omdat de onderneming rekening moet houden met kosten die nog niet zijn betaald. o
Omdat de onderneming een vereenvoudigde boekhouding wil hanteren. o
De onderneming op die manier een goed beeld heeft van de bezittingen en schulden. o
Geen van de antwoorden is correct. o
2 Een volledig resultaat bevat
ook transacties die in het boekjaar nog niet tot een betaling hebben geleid. o
alleen transacties die zijn betaald. o
Geen van de antwoorden is correct. o
3
Hoe worden vorderingen op de balans geboekt?
Als vlottende activa aan de linkerzijde op de balans. o
Als vaste activa aan de linkerzijde op de balans. o
Als vreemd vermogen aan de rechterzijde op de balans. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 91 -
4 Wat is van toepassing op de posten verplichtingen en vorderingen?
Een product/dienstverlening is reeds geleverd. o
De factuur van een geleverde dienst is aanwezig. o
De factuur is nog niet betaald. o
Geen van de antwoorden is correct. o
5 Hoe worden de verplichtingen op de balans geboekt?
Als vlottende activa aan de linkerzijde op de balans. o
Als vaste activa aan de linkerzijde op de balans. o
Als vreemd vermogen aan de rechterzijde op de balans. o
Geen van de antwoorden is correct. o
6 Waarom worden voorzieningen aangelegd?
Zodat reeds ontvangen facturen niet worden vergeten. o
Om plannen die weinig prioriteit hebben uit te stellen. o
Voor het ontbinden van een reeds afgesloten koopovereenkomst. o
Voor mogelijke of (zeer) waarschijnlijke investeringen of kosten. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 92 -
7 Voorzieningen verschillen van verplichtingen omdat
de hoogte van de te verwachten kosten niet exact bekend is. o
de betalingen ten gunste van het bedrijf zijn. o
niet met zekerheid kan worden gezegd of er wel daadwerkelijk een betaling plaatsvindt.
o
er nog geen factuur is ontvangen. o
Geen van de antwoorden is correct. o
8 Het aanleggen van voorzienigen heeft een positief effect. De winst wordt namelijk verlaagd waardoor een onderneming minder belasting moet betalen.
Deze bewering is juist. o
Deze bewering is onjuist. o
9 Onder welke balanspost vallen de voorzieningen?
Vaste activa o
Vlottende activa o
Eigen vermogen o
Opbrengst o
Vreemd vermogen o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 93 -
10
Een voorbeeld van een voorziening is:
Een pensioenvoorziening voor de directeur van een bedrijf. o
De nog niet betaalde energierekening. o
Een gerechtsprocedure die een bedrijf zou kunnen verliezen. o
De salarissen voor het personeel, die het volgende jaar waarschijnlijk niet meer kunnen worden betaald. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 94 -
Afschrijvingen
1
Wat wordt verstaan onder afschrijvingen?
Een manier voor studenten om met zo min mogelijk inspanning het beste resultaat te behalen. o
Een beschrijving van een politicus die min of meer is afgeschreven. o
Het tegenovergestelde van opschrijven. o
Het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardedaling van een bedrijfsmiddel over een bepaalde periode. o
Geen van de antwoorden is correct. o
2
Hoe wordt de jaarlijkse afschrijving berekend (stel de restwaarde is nihil)?
Door de vermoedelijke aanschafprijs te delen door de vastgestelde gebruiksduur. o
Door de gebruiksduur te vermenigvuldigen met de aanschafprijs. o
Door de aanschafprijs te delen door de vermoedelijke gebruiksduur. o
Door de leeftijd van de ondernemer te delen door zijn lengte. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 95 -
3
Wat is de onzekere factor bij de berekening van de jaarlijkse afschrijvingen?
De aanschafprijs o
De vermoedelijke aanschafprijs o
De vermoedelijke gebruiksduur o
De bedrijfskosten o
Geen van de antwoorden is correct. o
4 Welke kostenposten kunnen worden afgeschreven?
Bestelauto o
Waspoeder o
Personeelskosten o
Computerapparatuur o
Drankenautomaat o
Geen van de antwoorden is correct. o
5 Een meubelmaker koopt een boormachine van € 2.000,-. Hij gaat ervan uit dat de boormachine 5 jaar meegaat. Hoeveel bedraagt de jaarlijkse afschrijving voor deze boormachine (de restwaarde is te verwaarlozen)?
€ 2.000,- o
€ 200,- o
€ 400,- o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 96 -
6 Een meubelmaker heeft al 3 jaar een boormachine die een vermoedelijke gebruiksduur heeft van 5 jaar. De boormachine doet het nog net zo goed als in het begin. Daarom hoeft de machine ook niet te worden afgeschreven.
Deze bewering is juist. o
Deze bewering is onjuist. o
7 Een groot chemieconcern investeert € 62.000.000,- in de bouw van een milieuvriendelijke zuiveringsinstallatie. Hoe hoog is de jaarlijkse afschrijving bij een vermoedelijke gebruiksduur van 30 jaar en een restwaarde van 2.000.000?
€ 2.000.000,- o
€ 1.000.000,- o
€ 150.000,- o
€ 237.600,- o
€ 4.000.000,- o
Geen van de antwoorden is correct. o
8 Een groot chemieconcern investeert € 60.000.000,- in de bouw van een milieuvriendelijke zuiveringsinstallatie. Hoe hoog is de jaarlijkse afschrijving bij een vermoedelijke gebruiksduur van 15 jaar en een te verwaarlozen restwaarde?
€ 2.000.000,- o
€ 1.000.000,- o
€ 150.000,- o
€ 237.600,- o
€ 4.000.000,- o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 97 -
Winstvermindering
1 Waarom zijn veel ondernemers tevreden als aan het einde van het jaar blijkt dat ze een kleine winst hebben behaald?
Er zijn belangrijkere dingen in het leven dan het behalen van veel winst. o
Een lage winst biedt voordelen bij de bank. o
Hoe lager de winst hoe minder belasting moet worden afgedragen. o
Geen van de antwoorden is correct. o
2
Welke uitspraak is waar?
In de winst- en verliesrekening wordt rekening gehouden met transacties die het bedrijf daadwerkelijk “armer“ maken.
o
Transacties die op de winst- en verliesrekening als kosten worden geboekt, hebben invloed op de hoogte van het resultaat.
o
Kosten waar een blijvende waarde tegenover staat moeten op de balans worden geactiveerd. Deze kosten hebben niet direct invloed op de hoogte van het resultaat.
o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 98 -
3
De aankoop van een computer moet worden “geactiveerd”. Wat betekent dit?
De computer wordt als kostenpost geboekt op de winst- en verliesrekening. o
De computer wordt in gebruik genomen. o
De computer wordt als vaste activa (activazijde) op de balans geboekt. o
De aankoop van de computer verlaagt de winst met het volledige aankoopbedrag. o
Geen van de antwoorden is correct. o
4
Welke kosten worden “geactiveerd”?
Alleen kosten met een blijvende tegenwaarde. o
Alle kosten die het resultaat omhoog brengen. o
Geen van de antwoorden is correct. o
5
Welke uitgaven maken een bedrijf daadwerkelijk “armer” en worden als kostenpost geboekt op de winst- en verliesrekening waardoor de winst met het volledige bedrag daalt?
De aanschaf van een duur bureau. o
Het salaris van de portier. o
De aanschaf van twee bestelauto’s. o
De kosten voor de belastingadviseur. o
De aankoop van een stuk grond. o
De betaling van een energierekening. o
De portokosten van een reclamecampagne. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 99 -
6 Wat gebeurt er met de winst als de onderneming een bedrijfsauto van € 24.000,- aanschaft.
Dan daalt de winst in hetzelfde boekjaar met € 24.000,-. o
Dan daalt de winst met het jaarlijkse afschrijvingsbedrag voor de auto. o
Geen van de antwoorden is correct. o
7 Hoe kan een onderneming de winst voor belastingen op een fiscaal toegestane manier verlagen?
Door voorzieningen aan te leggen voor een verwachte gerechtsprocedure. o
Door in de boeken rekening te houden met het salaris van de directeur. o
Door de gebruiksduur van vaste activa lager in te schatten. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 100 -
Winst- en verliesrekening in staffelvorm
1
De winst- en verliesrekening van een sportzaak geeft weer dat verlies is geleden. Wat zou de reden kunnen zijn voor dit verlies?
De verkoop van sportartikelen ging niet naar wens. o
De rentekosten waren erg hoog. o
Een brand verwoestte het magazijn en dit magazijn was onderverzekerd. o
Geen van de antwoorden is correct. o
2
Op de winst- en verliesrekening van een sportzaak staat een batig saldo van € 150.000,-. Welke conclusies kan je hieruit trekken?
Het verkoopbedrag van de sportartikelen was € 150.000,- hoger dan het inkoopbedrag. o
De kans is groot dat volgend jaar een soortgelijk resultaat wordt behaald. o
Niet alleen de verkoop van sportartikelen was goed, de onderneming heeft daarnaast ook succesvolle investeringen gedaan. o
Vooralsnog kunnen er geen eenduidige conclusies worden getrokken. o
Geen van de antwoorden is correct. o
3
Wat betekent het als de winst- en verliesrekening een negatief saldo laat zien?
Dat de verkoop van sportartikelen niet goed loopt. o
Dat de verkoop van sportartikelen dit jaar misschien een prima resultaat heeft opgeleverd.
o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 101 -
4
Welke gebeurtenissen worden in het bedrijfsresultaat van een meubelfabrikant meegenomen?
Een forse winst uit de effecten van de onderneming. o
Een verlies uit deelnemingen in andere ondernemingen. o
Huurlasten voor een bedrijfspand. o
Verzend- en telefoonkosten. o
Opbrengsten uit de verkoop van meubels. o
Het total loss raken van een bedrijfswagen. o
Rentelasten voor een langlopend krediet. o
Personeelskosten. o
De winst uit de verkoop van grond. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 102 -
5
Welke gebeurtenissen horen bij het financieel resultaat van een meubelfabrikant?
Een forse winst uit de effecten van de onderneming. o
Een verlies uit deelnemingen in andere ondernemingen. o
Huurlasten voor een bedrijfspand. o
Verzend- en telefoonkosten. o
Opbrengsten uit de verkoop van meubels. o
Het total loss raken van een bedrijfswagen. o
Rentelasten voor een langlopend krediet. o
Personeelskosten. o
De winst uit de verkoop van grond. o
Geen van de antwoorden is correct. o
6 Welke gebeurtenissen horen bij het buitengewone resultaat van een meubelfabrikant?
Een forse winst uit de effecten van de onderneming. o
Een verlies uit deelnemingen in andere ondernemingen. o
Huurlasten voor een bedrijfspand. o
Verzend- en telefoonkosten. o
Opbrengsten uit de verkoop van meubels. o
Het total loss raken van een bedrijfswagen. o
Rentelasten voor een langlopend krediet. o
Personeelskosten. o
De winst uit de verkoop van grond. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 103 -
7 Hoe wordt het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening berekend?
Door het buitengewone resultaat van het bedrijfsresultaat af te trekken. o
Door het buitengewone resultaat op te tellen bij het financieel resultaat. o
Door het financieel resultaat op te tellen bij het buitengewone resultaat. o
Geen van de antwoorden is correct. o
8
Een autohandelaar beweert dat de autoverkoop niet rendabel is, hoewel het bedrijf de hoogste winst ooit heeft behaald. Waar is deze uitspraak op gebaseerd?
Het bedrijfsresultaat is negatief. o
Het financieel resultaat is positief. o
Het buitengewone resultaat is uiterst positief. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 104 -
9
De winst- en verliesrekening van Papier NV geeft een fors jaartekort aan. Tijdens een persconferentie meldt de directie dat ze ervan overtuigd zijn dat de financiële situatie volgend jaar veel beter zal zijn. Welke uitspraak ondersteunt deze mededeling?
Het negatieve financiële resultaat dat te wijten is aan het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening zal volgend jaar positief zijn dankzij de positieve renteontwikkelingen. o
Het bedrijfsresultaat is uiterst positief. Wij verwachten voor volgend jaar dan ook een verdere stijging. o
Als we de gerechtsprocedure in de VS zouden hebben gewonnen, was het resultaat beter dan ooit geweest. o
Geen van de antwoorden is correct. o
10
In een financieel dagblad staat een artikel over de onderneming DRUK NV. Het artikel vermeldt dat de onderneming nog net niet in de rode cijfers terecht is gekomen omdat ze het “familiezilver” hebben verkocht. Wat bedoelt de journalist hiermee?
De onderneming heeft het waardevolle tafelbestek verkocht. o
Het buitengewone resultaat was negatief. o
Het bedrijfsresultaat was uiterst positief. o
De onderneming heeft een deel van hun grond en magazijn met winst verkocht. o
Geen van de antwoorden is correct. o
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 105 -
Adviseren Bosman 2
1 Marcel Bosman laat de belastingadviseur de jaarrekening zien die een winst aangeeft van € 50.000,-.
Een week later krijgt Marcel Bosman de gecorrigeerde jaarrekening terug. De jaarrekening bevat ineens posten die Marcel niet begrijpt. En de winst is ook nog eens € 20.000,- lager.
Marcel Bosman wil niet gelijk aankloppen bij de belastingadviseur en vraagt eerst uitleg aan ons. Onze uitleg staat hieronder.
2 Waarschijnlijk heb je bij het opstellen van de jaarrekening slechts met die
_____________ rekening gehouden die daadwerkelijk tot een opbrengst
of _____________ hebben geleid.
Daarmee reken je jezelf misschien _____________ en succesvoller dan je
daadwerkelijk bent. Voor het vaststellen van een _____________
resultaat heeft je belastingadviseur ongetwijfeld een aantal
_________________ meegenomen in de jaarrekening.
"Ik begrijp het nog steeds niet", zegt Marcel.
winst
uitgave
rijker
transacties
periode-onafhankelijk
activa
extra posten
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 106 -
3 Onze korte uitleg heeft Marcel Bosman dus niet geholpen. Daarom gaan
we uitgebreider op de zaak in.
Neem bijvoorbeeld de nieuwe en volledig ingerichte keuken die je een
jaar geleden hebt gekocht. Die is na een jaar intensief gebruik zeker niet
meer zoveel waard als waarvoor je hem een jaar geleden hebt gekocht.
De belastingadviseur heeft dit _____________ van de vaste activa
verwerkt op de balans onder de post _____________.
"Dat begrijp ik", zegt Marcel. “Maar hoe heeft hij dit waardeverlies
berekend?" Dat is eigenlijk heel eenvoudig.
“Hij heeft voor alle vaste activa die aan slijtage onderhevig zijn een
vermoedelijke________________ bepaald.
Vervolgens heeft hij de ________________ van de vaste activa gedeeld
door de gebruiksduur in jaren. En dit is het ______________
afschrijvingsbedrag.
gebruikt vermogen
afschrijvingen
waardeverlies
vaste activa
verkoopprijs
afschrijvings-bedrag
gebruiksduur
aanschafprijs
jaarlijkse
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 107 -
4 “En wat betekent het begrip “reservering voor proceskosten" op mijn
jaarrekening?", vraagt Marcel. “Ik kan mij niet herinneren dat ik vorig
jaar een gerechtsprocedure heb gehad."
Onze uitleg is als volgt:
Misschien hebt u hier ____________ jaar wel mee te maken. Misschien
heeft iemand dit jaar wel gedreigd een klacht in te dienen. “Dat klopt",
zegt Marcel. “Die idiote buurman die zich opwindt over het verstoren van
de rust heeft zelfs schriftelijk een klacht ingediend".
Dat is dus het antwoord op uw vraag. Met het opbouwen van een
______________ heeft de belastingadviseur er rekening mee gehouden
dat het zeer ___________ is dat er volgend jaar een kostenpost zal zijn.
afschrijving
volgend
reserve
reservering
waarschijnlijk
vordering
5 We leggen ook uit dat de belastingadviseur bij het bepalen van de
__________ van de reservering een schatting heeft gemaakt.
Hij zal daarbij eerder een dan een
lagere inschatting hebben gemaakt.
Want hoe het reserveringsbedrag is, des te lager is de
en dus ook de
hogere
hoger
winst
belasting-verplichting
lagere
hoogte
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 108 -
6 "Nu begrijp ik het", zegt Marcel. “Misschien kun je mij dan ook uitleggen
wat het begrip verplichtingen aan de rechterzijde van de balans
betekent”. Natuurlijk! Onderstaande vraag is dan belangrijk.
Heb je alle die je voor
31 hebt ontvangen betaald of staan er nog een aantal
open?
“De wijnvoorraad die half december is geleverd, heb ik nog niet betaald.
Dit komt omdat de pas half
afloopt", antwoordt Marcel.
OK. Dan kunnen we nu antwoord geven op je vraag. Facturen die je in
hebt ontvangen maar nog niet hebt betaald,
worden op de jaarrekening opgenomen als Deze zijn
onderdeel van het .
afsluitingsjaar
december
januari
facturen
vorderingen
verplichtingen
betalingstermijn
vreemd vermogen
7 “Maar hoe gaat het dan met onbetaalde facturen van klanten. Zo heb ik
vóór ______________ een klant een factuur gestuurd voor een
kerstdiner maar deze is nog steeds niet betaald.”
Dit heeft de belastingadviseur verwerkt onder de balanspost
. Je vindt deze post terug aan de
van de balans ook wel genoemd.
vorderingen
15 januari
verplichtingen
31 december
linkerzijde
passivazijde
rechterzijde
activazijde
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 109 -
8 Het bedrijf van Marcel Bosman is gegroeid. Naast het restaurant
"Caribbean Sunsplash" neemt het ook deel in een levensmiddelenketen.
Deze onderneming heeft het afgelopen jaar fors verlies geleden.
Het restaurant had daarnaast ook te maken met gerechtskosten van
€ 40.000,- nadat een klant een klacht had ingediend. Het magere
resultaat laat een plus zien van netto € 70.000,-.
“Dit is het slechtste resultaat sinds jaren. Ik kan het bedrijf misschien
beter opheffen", zegt Marcel.
Stel voor Marcel een winst- en verliesrekening op. Maak daarbij gebruik
van de posten uit de kolom hiernaast.
€ 500.000
- - € 300.000
= = € 200.000
- - € 90.000
= = € 110.000
- - € 40.000
= = € 70.000
bedrijfskosten
financieel resultaat
resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
bedrijfsop-brengsten
winst voor belastingen
buitengewoon resultaat
bedrijfsresultaat
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 110 -
9 Dankzij deze winst- en verliesrekening kunnen we Marcel het volgende
mededelen.
Het is misschien niet fantastisch. Maar trek geen
overhaaste conclusies want je moet ook rekening houden met de
volgende factoren. Het restaurant, de van je
onderneming, draait prima. Dat is af te leiden uit het
dat uiterst positief is.
Je hebt alleen geen geluk gehad met de deelneming in de
levensmiddelenketen. Deze deelneming heeft een negatieve invloed op
het .Om vervolgens negatief uit te werken voor
het en ten slotte op het
.
bedrijfsresultaat
financieel resultaat
resultaat
resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
niet ieder
kernactiviteit
resultaat
10 Als volgend jaar weer geen winst wordt behaald uit de deelneming moet
je misschien overwegen het aandeel in de levensmiddelenketen te
verkopen zodat je je op de kan concentreren.
De gerechtsprocedure die je hebt verloren leverde ook een negatief
op. Het is erg onwaarschijnlijk dat je
jaar met een dergelijk negatief incident
geconfronteerd wordt.
Raak dus niet gelijk in paniek. Het volgende jaar kan het
veel beter zijn.
buitengewoon resultaat
ieder
kernactiviteit
niet ieder
resultaat
bedrijfsresultaat
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 111 -
11 Gelukkig voor Marcel is het resultaat in het volgende jaar inderdaad veel
beter.
De winst bedraagt € 180.000,-. Na aftrek van de
blijft een mooi bedrag over van € 90.000,-.
Marcel weet al wat hij met het positieve resultaat gaat doen. Hij is van
plan de gehele aan de onderneming te onttrekken
zodat hij zijn droom in vervulling kan laten gaan en een zeilboot kan
kopen. Zijn partner Bram Kok heeft echter bezwaar omdat er in het
komende jaar een aantal
nodig zijn. Een aantal dure keukenapparaten moet
bijvoorbeeld nodig worden vervangen.
Bovendien is het ook belangrijk geld achter de hand te hebben om
onverwachte te betalen. Met veel moeite overtuigt hij
Marcel Bosman. En ze onttrekken in overleg slechts een deel van de winst
aan de onderneming. De rest blijft als in het bedrijf.
voor belastingen
investeringen
belastingen
onttrekkingen
reserve
voorzieningen
winst na belastingen
kosten
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 112 -
Antwoorden - Meerkeuzetoetsen
Opbouw van de balans
1
Welke posten van een sportzaak horen aan de activazijde (debetzijde) van de balans?
Verkoopstellingen
Het wisselgeld in de kassa
Voorraad tennisrackets
Bedrijfsauto
2 Welke uitspraak is waar?
Geen van de uitspraken is waar.
3 Welke uitspraak over de activazijde van een balans is waar?
De activazijde wordt ook wel debetzijde genoemd.
De activazijde geeft aan hoe de bezittingen zijn gefinancierd.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 113 -
4 De passivazijde (credit) van een balans geeft aan
hoe de bezittingen zijn gefinancierd.
hoe hoog de schulden van de onderneming zijn.
hoeveel eigen vermogen de onderneming heeft.
5
Een ondernemer van een sportzaak stelt voor de eerste keer een balans op. Het totaal aan activa bedraagt € 150.000,-, terwijl het totaal aan passiva € 140.000,- is. Is de balans goed of fout?
Fout. Omdat het totaal van de activa altijd gelijk moet zijn aan het totaal van de passiva.
6 Welke posten behoren bij een sportzaak tot de vaste activa?
Computerkassa
Bedrijfspand
Verlichting
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 114 -
Vermogen
1
Op een balans staat een totaal aan activa van € 200.000,-. De passivazijde van deze balans toont een eigen vermogen van € 110.000,- en een vreemd vermogen van € 90.000,-. Hoe “rijk” is het bedrijf?
€ 110.000,-
2
Hoe beoordeel je de volgende uitspraak? "Een vennootschap die beschikt over een totaal aan activa van € 100.000.000,- moet wel rijk zijn”
Deze uitspraak is onjuist.
3
Op een balans staat aan de activazijde een totaal van € 700.000,-. Aan de passivazijde staat een vreemd vermogen van € 400.000,-. Hoe hoog is het eigen vermogen van de onderneming?
€ 300.000,-
4
Aan de passivazijde van een balans staat een eigen vermogen van € 200.000. Dit eigen vermogen kan direct aan het bedrijf worden onttrokken om zo een bedrijfsauto te kopen.
Deze uitspraak is onjuist.
5 Welke uitspraak over eigen vermogen is correct?
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 115 -
Het eigen vermogen is alleen indirect te bepalen omdat je van het totaal aan activa
de schulden moet aftrekken.
Financieel succes
1 Hoe maak je een inventarisatielijst?
Door de bezittingen te tellen en te waarderen.
Door het schuldniveau vast te stellen (vreemd vermogen).
2
Waaraan kun je zien of een bedrijf in het afgelopen jaar succesvol is geweest?
Geen van de antwoorden is correct.
3
Door de openings- en eindbalans van een onderneming met elkaar te vergelijken, kun je het succes van een onderneming vaststellen. Hoe kun je zien dat een onderneming een succesvol jaar heeft gehad?
Het eigen vermogen is gestegen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 116 -
4 De openings- en eindbalans van een bedrijf zien er als volgt uit:
Openingsbalans
Activa Passiva
Vaste activa 120.000 Eigen vermogen 110.000
Vlottende activa 80.000 Vreemd vermogen 90.000
Totaal activa 200.000 Totaal passiva 200.000
Eindbalans
Activa Passiva
Vaste activa 160.000 Eigen vermogen 90.000
Vlottende activa 80.000 Vreemd vermogen 150.000
Totaal activa 240.000 Totaal passiva 240.000
Hoe hoog is de winst/het verlies?
- € 20.000,-
5 De openingsbalans van een onderneming ziet er als volgt uit: Activa € 6.000.000,- Vreemd vermogen € 5.900.000,- Aan het einde van het jaar zien we de volgende waarden: Activa € 5.500.000,- Vreemd vermogen € 4.900.000,- Hoe hoog is de winst/het verlies?
+ € 500.000,-
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 117 -
Winst- en verliesrekening
1 Je gaat een avondje uit met vrienden. Eerst gaan jullie een hapje eten. Daarna gaan jullie nog even wat drinken in de kroeg om vervolgens de hele nacht te dansen in de discotheek. Je gaat uiteindelijk met de taxi naar huis. De volgende dag merk je tot je grote schrik dat je portemonnee helemaal leeg is, terwijl je aan het begin van de avond nog € 200,- had. Welke uitspraak is correct?
Door de eindsituatie te vergelijken met de beginsituatie, heb je een persoonlijke winst- en verliesrekening gemaakt.
2 Wat is de basis van een winst- en verliesrekening?
De documenten die de onderneming gedurende het hele jaar heeft bewaard.
3
Welke posten worden in de winst- en verliesrekening tegenover elkaar gezet?
Opbrengsten
Kosten
4
Moet de winst die ontstaat uit de balansvergelijking overeenkomen met de winst uit de winst- en verliesrekening?
Ja
5 Welke posten staan aan de passivazijde van een winst- en verliesrekening?
Verkoopopbrengst (omzet)
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 118 -
6 Hoe berekent een verkoper van kerstbomen zijn omzet?
Door het verkochte aantal kerstbomen te vermenigvuldigen met de verkoopprijs.
7
Een verkoper van kerstbomen koopt 1.000 kerstbomen in voor een prijs van € 10,- per stuk. Voor zijn standplaats moet hij € 1.000,- betalen. Hij verkoopt alle kerstbomen voor € 30,- per stuk. Hoe hoog is zijn omzet (verkoopopbrengst)?
€ 30.000,-
8 Een verkoper van kerstbomen koopt 1.000 kerstbomen in voor een prijs van € 10,- per stuk. Voor zijn standplaats moet hij € 1.000,- betalen. Hij verkoopt alle kerstbomen voor € 30,- per stuk. Hoeveel bedragen zijn kosten?
€ 11.000,-
9
Een verkoper van kerstbomen koopt 1.000 kerstbomen in voor een prijs van € 10,- per stuk. Voor zijn standplaats moet hij € 1.000,- betalen. Hij verkoopt alle kerstbomen voor € 30,- per stuk. Hoeveel winst maakt hij?
€ 19.000,-
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 119 -
Uitwerking- Adviseren Bosman 1
1 Marcel Bosman start een horecabedrijf met de klinkende naam “Caribbean
Sunsplash”. Het gaat om een Caribisch restaurant dat sfeervol is ingericht,
met een gezellige bar, comfortabele rieten stoelen en live muziek.
Er komen veel bedrijfseconomische vragen op Marcel Bosman af. Wij treden
daarom op als adviseur en beantwoorden zijn vragen.
2 Marcel Bosman wil graag een openingsbalans opstellen. Dit geeft hem inzicht
in de financiële situatie van Caribbean Sunsplash en is bovendien wettelijk
vereist.
Jij helpt hem hierbij en vertelt hoe een balans is opgebouwd.
Balans
Activa Passiva
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Vreemd vermogen
Totaal activa Totaal passiva
Vaste activa
Totaal activa
Activa
Passiva
Eigen vermogen
Totaal passiva
Vlottende activa
Vreemd vermogen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 120 -
3 Marcel Bosman kent nu de basisindeling van een balans. “Maar wat heb ik nu
aan zo’n balans?", wil Marcel weten.
Ons antwoord hierop is: De balans geeft antwoord op een aantal belangrijke
vragen.
De linkerzijde van de balans – de activazijde - geeft antwoord op de vraag
welke bezittingen de onderneming heeft.
Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen activa waarover het bedrijf lange
tijd kan beschikken – vaste activa genoemd – en activa die worden
gebruikt, verwerkt of verkocht – vlottende activa genoemd.
De rechterzijde van de balans - de passivazijde geeft antwoord op de
vraag:
Wie heeft het vermogen gefinancierd. Ofwel, wie is eigenaar van de
bezittingen van de onderneming? De vraag is dus eigenlijk:
- Hoeveel schuld heeft het bedrijf (vreemd vermogen)?
- Hoe rijk is het bedrijf (eigen vermogen)?
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Passiva
gefinancierd
Activa
Vreemd vermogen
4 Marcel Bosman heeft met zijn restaurant een goed eerste jaar gedraaid. Op
31 december stelt hij zijn eindbalans op.
Hij vraagt zich nu alleen af hoe dat ook alweer moet. De basis van een
balans is de inventarisatie. Hierbij gaat het om een sluitende inventarisatie
van de bezittingen en de schulden van het bedrijf.
Marcel Bosman stelt dus een inventarislijst op. Nauwkeurig worden alle
bezittingen geteld, opgeschreven en gewaardeerd.
schulden
passiva
bezittingen
documenten
kosten
opbrengsten
inventarisatie
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 121 -
5 Als we bij Marcel Bosman op bezoek zijn en hem vragen of hij al rijk is,
vertelt hij ons enthousiast over de prachtige inrichting van het restaurant, de
moderne keuken en de spiksplinternieuwe bedrijfsauto.
Helaas moeten we Marcel enigszins teleurstellen en leggen we hem het
volgende uit.
Veel bezittingen betekent niet automatisch dat je
rijk bent. Doorslaggevend is de vraag welke bezittingen daadwerkelijk van
jou zijn. Dit is het eigen vermogen.
Marcel Bosman is een beetje beledigd en wil graag weten hoe hij zijn
rijkdom vast kan stellen. Ons antwoord hierop is: nadat je de hoogte van
het totaal aan activa hebt vastgesteld, moet je nog naar het vreemd
vermogen van je bedrijf kijken. Het eigen vermogen van je bedrijf bereken
je op de volgende manier:
Totaal activa
- vreemd vermogen
= Eigen vermogen
eigen vermogen
openingsbalans
winst/verlies
rijk
vreemd vermogen
rijkdom
vermogen
vreemd vermogen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 122 -
6 "Kan ik in mijn eindbalans al zien of ik succesvol ben geweest? En of ik winst
of verlies heb gemaakt?" vraagt Marcel Bosman.
Nee. Als je dat wilt weten moet je een balansvergelijking uitvoeren. Het resultaat bereken je als volgt:
Eigen vermogen Eindbalans
- Eigen vermogen Openings balans
= Resultaat Winst/verlies
balansvergelijking
kosten
eindbalans
openingsbalans
vreemd vermogen
opbrengsten
resultaat
winst/verlies
7 Marcel Bosman heeft de eerste balans voor zijn Caribisch restaurant
afgesloten.
De balansvergelijking laat een redelijke winst zien. Daar had hij helemaal niet
op gerekend. Zijn partner, Bram Kok, wil weten hoe de winst tot stand is
gekomen.
Om hier achter te komen is de balansvergelijking niet voldoende.
Er moet ook worden gekeken naar de winst- en verliesrekening.
Deze bevat diverse transacties die het bedrijf gedurende het jaar armer
of rijker hebben gemaakt.
Om de winst en verliesrekening op te stellen heeft Marcel Bosman veel
voorwerk gedaan. Gedurende het jaar moest hij alle documenten
verzamelen, ordenen en vastleggen. In de winst- en verliesrekening worden
deze samengevoegd.
winst- en verliesrekening
passiva
transacties
aan het einde
balansvergelijking
gedurende
documenten
activa
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 123 -
8 De heer Bosman heeft een omzet van € 300.000,- gerealiseerd. Helaas is de
omzet niet gelijk aan de winst.
De heer Bosman heeft namelijk ook behoorlijk wat uitgaven. Hij moest
goederen inkopen en het personeel, de elektra, de huur, en nog veel meer
betalen.
De winst- en verliesrekening van de heer Bosman is als volgt:
Totaal Inkomsten (omzet)
- Totaal Uitgaven
= Resultaat Winst of verlies
winst
uitgaven
inkomsten (omzet)
auto
uitgaven
winst of verlies
vermogen
vreemd vermogen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 124 -
9 Marcel Bosman weet niet meer wat het verschil is tussen een balans en een
winst- en verliesrekening.
Samengevat vertellen wij hem:
De balans geeft een overzicht van de financiële situatie van een bedrijf op
een bepaald moment. De winst- en verliesrekening geeft een overzicht
over een geheel jaar.
Geef aan of de volgende vragen vanuit de balans of vanuit de winst- en
verliesrekening worden beantwoord:
Hoeveel bezittingen heeft het bedrijf? Balans
Hoe hoog waren de opbrengsten? Winst- en verliesrekening
Hoeveel schulden heeft het bedrijf? Balans
Hoe hoog waren de kosten? Winst- en verliesrekening
Hoe hoog is de winst/het verlies? Winst- en verliesrekening
Hoe rijk is het bedrijf (eigen vermogen)? Balans
balans
winst- en verliesrekening
balans
winst- en verliesrekening
balans
winst- en verliesrekening
balans
winst- en verliesrekening
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 125 -
Antwoorden - Meerkeuzetoetsen
Periode-onafhankelijk resultaat
1 Waarom bevat een jaarrekening overlopende posten?
Omdat een onderneming rekening moet houden met kosten die nog niet zijn betaald.
Omdat een onderneming op die manier een goed beeld heeft van de bezittingen en schulden.
2 Een volledig resultaat bevat
ook transacties die in het boekjaar nog niet tot een betaling hebben geleid.
3 Hoe worden vorderingen op de balans geboekt?
Als vlottende activa aan de linkerzijde op de balans.
4 Wat is van toepassing op de posten verplichtingen en vorderingen?
Een product/dienstverlening is al geleverd.
De factuur van een geleverde dienst is aanwezig.
De factuur is nog niet betaald.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 126 -
5 Hoe worden de verplichtingen op de balans geboekt?
Als vreemd vermogen aan de rechterzijde op de balans.
6 Waarom worden investeringen aangelegd?
Voor mogelijke of (zeer) waarschijnlijke investeringen of kosten.
7
Voorzieningen verschillen van verplichtingen omdat
de hoogte van de te verwachten kosten niet exact bekend is.
niet met zekerheid kan worden gezegd of er wel daadwerkelijk een betaling plaatsvindt.
er nog geen factuur is ontvangen.
8 Het opbouwen van voorzieningen heeft een positief effect. De winst wordt namelijk verlaagd waardoor een onderneming minder belasting moet betalen.
Deze bewering is juist.
9 Onder welke balanspost vallen de voorzieningen ?
Vreemd vermogen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 127 -
10 Een voorbeeld van een voorziening is:
Een pensioenvoorziening voor de directeur van een bedrijf.
Een gerechtsprocedure die een bedrijf zou kunnen verliezen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 128 -
Afschrijvingen
1 Wat wordt verstaan onder afschrijvingen?
Het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardedaling van een bedrijfsmiddel over een bepaalde periode.
2 Hoe wordt de jaarlijkse afschrijving berekend (stel de restwaarde is nihil)?
Door de aanschafprijs te delen door de vermoedelijke gebruisduur.
3
Wat is de onzekere factor bij de berekening van de jaarlijkse afschrijvingen?
De vermoedelijke gebruiksduur.
4 Welke kostenposten kunnen worden afgeschreven?
Bestelauto
Computerapparatuur
Drankenautomaat
5 Een meubelmaker koopt een boormachine van € 2.000,-. Hij gaat ervan uit dat de boormachine 5 jaar meegaat. Hoeveel bedraagt de jaarlijkse afschrijving voor deze boormachine (de restwaarde is te verwaarlozen)?
€ 400,-
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 129 -
6 Een meubelmaker heeft al 3 jaar een boormachine die een vermoedelijke gebruiksduur heeft van 5 jaar. De boormachine doet het nog net zo goed als in het begin. Daarom hoeft de machine ook niet te worden afgeschreven.
Deze bewering is onjuist.
7 Een groot chemieconcern investeert € 62.000.000,- in de bouw van een milieuvriendelijke zuiveringsinstallatie. Hoe hoog is de jaarlijkse afschrijving bij een vermoedelijke gebruiksduur van 30 jaar en een restwaarde van €2.000.000?
€ 2.000.000,-
8 Een groot chemieconcern investeert € 60.000.000,- in de bouw van een milieuvriendelijke zuiveringsinstallatie. Hoe hoog is de jaarlijkse afschrijving bij een vermoedelijke gebruiksduur van 15 jaar en een restwaarde die te verwaarlozen is?
€ 4.000.000,-
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 130 -
Winstvermindering
1 Waarom zijn veel ondernemers tevreden als aan het einde van het jaar blijkt dat ze een kleine winst hebben behaald?
Hoe lager de winst hoe minder belasting moet worden afgedragen.
2 Welke uitspraak is waar?
In de winst- en verliesrekening wordt rekening gehouden met transacties die het bedrijf daadwerkelijk “armer” maken.
Transacties die op de winst- en verliesrekening als kosten worden geboekt, hebben invloed op de hoogte van het resultaat.
Kosten waar een blijvende waarde tegenover staat, moeten op de balans worden geactiveerd. Deze kosten hebben niet direct invloed op de hoogte van het resultaat.
3
De aankoop van een computer moet worden “geactiveerd”. Wat betekent dit?
De computer wordt als vaste activa (activazijde) op de balans geboekt.
4 Welke kosten worden “geactiveerd”?
Alleen kosten met een blijvende tegenwaarde.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 131 -
5 Welke uitgaven maken een bedrijf daadwerkelijk “armer” en worden als kostenpost geboekt op de winst- en verliesrekening waardoor de winst met het volledige bedrag daalt?
Het salaris van de portier.
De kosten voor de belastingadviseur.
De betaling van een energierekening.
De portokosten van een reclamecampagne.
6 Wat gebeurt er met de winst als de onderneming een bedrijfsauto van € 24.000,- aanschaft.
Dan daalt de winst met het jaarlijkse afschrijvingsbedrag voor de auto.
7 Hoe kan een onderneming de winst voor belastingen op een fiscaal toegestane manier verlagen?
Door voorzieningen aan te leggen voor een verwachte gerechtsprocedure.
Door in de boeken rekening te houden met het salaris van de directeur.
Door de gebruiksduur van vaste activa lager in te schatten.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 132 -
Winst- en verliesrekening in staffelvorm
1
De winst- en verliesrekening van een sportzaak geeft weer dat verlies is geleden. Wat zou de reden kunnen zijn voor dit verlies?
De verkoop van sportartikelen ging niet naar wens.
De rentekosten waren erg hoog.
Een brand verwoestte het magazijn en dit magazijn was onderverzekerd.
2
Op de winst- en verliesrekening van een sportzaak staat een batig saldo van € 150.000,-. Welke conclusies kunnen we hieruit trekken?
Vooralsnog kunnen we nog geen eenduidige conclusies trekken.
3 De winst- en verliesrekening van een sportzaak geeft weer dat verlies is geleden. Wat zou de reden kunnen zijn voor dit verlies?
Dat de verkoop van sportartikelen niet geod loopt.
4
Welke gebeurtenissen worden in het bedrijfsresultaat van een meubelfabrikant meegenomen?
Huurlasten voor een bedrijfspand.
Verzend- en telefoonkosten.
Opbrengsten uit de verkoop van meubels.
Personeelskosten.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 133 -
5 Welke gebeurtenissen horen bij het financieel resultaat van een meubelfabrikant?
Een forse winst uit de effecten van de onderneming.
Een verlies uit deelnemingen in andere ondernemingen.
Rentelasten voor een langlopend krediet.
6 Welke gebeurtenissen horen bij het buitengewone resultaat van een meubelfabrikant?
Het total loss raken van een bedrijfswagen.
De winst uit de verkoop van grond.
7 Hoe wordt het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening berekend?
Door het financieel resultaat op te tellen bij het buitengewone resultaat.
8
Een autohandelaar beweert dat de autoverkoop niet rendabel is ondanks de hoogst behaalde winst ooit. Waar is deze uitspraak op gebaseerd?
Het bedrijfsresultaat is negatief.
Het financieel resultaat is positief.
Het buitengewone resultaat is uiterst positief.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 134 -
9
De winst- en verliesrekening van Papier NV geeft een fors jaartekort aan. Tijdens een persconferentie meldt de directie dat ze ervan overtuigd zijn dat de financiële situatie volgend jaar veel beter zal zijn. Welke uitspraak ondersteunt deze mededeling?
Het negatieve financiële resultaat dat te wijten is aan het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening zal volgend jaar positief zijn dankzij de positieve renteontwikkelingen.
Het bedrijfsresultaat is uiterst positief. Wij verwachten voor volgend jaar dan ook een verdere stijging.
Als we de gerechtsprocedure in de VS zouden hebben gewonnen, was het resultaat beter dan ooit geweest.
10
In een financieel dagblad staat een artikel over de onderneming DRUK NV. Het artikel vermeldt dat de onderneming nog net niet in de rode cijfers terecht is gekomen omdat ze het “familiezilver” hebben verkocht. Wat bedoelt de journalist hiermee?
De onderneming heeft een deel van hun grond en magazijn met winst verkocht.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 135 -
Uitwerking- Adviseren Bosman 2
1 Marcel Bosman laat de belastingadviseur de jaarrekening zien die een winst
aangeeft van € 50.000,-.
Een week later krijgt Marcel Bosman de gecorrigeerde jaarrekening terug. De
jaarrekening bevat ineens posten die Marcel niet begrijpt. En de winst is ook
nog eens € 20.000,- lager.
Marcel Bosman wil niet gelijk aankloppen bij de belastingadviseur en vraagt
eerst uitleg aan ons. Onze uitleg staat hieronder.
2 Waarschijnlijk heb je bij het opstellen van de jaarrekening slechts rekening
gehouden met transacties die daadwerkelijk tot een opbrengst of uitgave
hebben geleid.
Daarmee reken je jezelf misschien rijker en succesvoller dan je
daadwerkelijk bent. Voor het vaststellen van een periode-onafhankelijk
resultaat heeft je belastingadviseur ongetwijfeld een aantal extra posten
meegenomen in de jaarrekening.
"Ik begrijp het nog steeds niet", zegt Marcel.
winst
uitgave
rijker
transacties
periode-onafhankelijk
activa
extra posten
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 136 -
3 Onze korte uitleg heeft Marcel Bosman dus niet geholpen. Daarom gaan we
uitgebreider op de zaak in.
Neem bijvoorbeeld de nieuwe en volledig ingerichte keuken die je een jaar
geleden hebt gekocht. Die is na een jaar intensief gebruik zeker niet meer
zoveel waard als waarvoor je hem een jaar geleden hebt gekocht.
De belastingadviseur heeft dit waardeverlies van de vaste activa verwerkt
op de balans onder de post afschrijvingen.
"Dat begrijp ik", zegt Marcel. “Maar hoe heeft hij dit waardeverlies
berekend?" Dat is eigenlijk heel eenvoudig.
“Hij heeft voor alle vaste activa die aan slijtage onderhevig zijn een
vermoedelijke gebruiksduur bepaald.
Vervolgens heeft hij de aanschafprijs van de vaste activa gedeeld door de
gebruiksduur in jaren. En dit is het jaarlijkse afschrijvingsbedrag.
slijtage
gebruikt vermogen
afschrijving
waardeverlies
vaste activa
verkoopprijs
afschrijvingsbedrag
gebruiksduur
aanschafprijs
jaarlijks
4 “En wat betekent het begrip “reservering voor proceskosten" op mijn
jaarrekening?", vraagt Marcel. “Ik kan mij niet herinneren dat ik vorig jaar
een gerechtsprocedure heb gehad."
Onze uitleg is als volgt:
Misschien krijgt u hier volgend jaar wel mee te maken. Misschien heeft
iemand dit jaar wel gedreigd een klacht in te dienen. “Dat klopt", zegt
Marcel. “Die idiote buurman die zich opwindt over het verstoren van de rust
heeft zelfs schriftelijk een klacht ingediend".
Dat verklaart dus deze post. Met het opbouwen van een reservering heeft
de belastingadviseur er rekening mee gehouden dat het zeer waarschijnlijk
is dat er volgend jaar een kostenpost zal zijn.
afschrijving
volgend
reserve
reservering
waarschijnlijk
vordering
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 137 -
5 We leggen ook uit dat de belastingadviseur bij het bepalen van de hoogte
van de reservering een schatting heeft gemaakt.
Hij zal daarbij eerder een hogere dan een lagere inschatting hebben
gemaakt.
Want hoe hoger het reserveringsbedrag, des te lager is de winst, en dus
ook de belastingen.
meer
hogere
winst
belastingen
lagere
hoogte
6 "Nu begrijp ik het", zegt Marcel. “Misschien kun je mij dan ook uitleggen wat
het begrip verplichtingen aan de rechterzijde van de balans betekent”.
Natuurlijk. Onderstaande vraag is dan belangrijk.
Heb je alle facturen die je voor 31 december hebt ontvangen, betaald of
staan er nog een aantal open?
“De wijnvoorraad die half december is geleverd, heb ik nog niet betaald. Dit
komt omdat de betalingstermijn pas half januari afloopt", antwoordt
Marcel.
OK. Dan kunnen we nu antwoord geven op je vraag. Facturen die je in het
afsluitingsjaar hebt ontvangen maar nog niet hebt betaald, worden op de
jaarrekening opgenomen als verplichtingen. Deze zijn onderdeel van het
vreemd vermogen.
afsluitingsjaar
december
januari
facturen
vorderingen
verplichtingen
betalingstermijn
vreemd vermogen
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 138 -
7 Maar hoe gaat het dan met onbetaalde facturen van klanten. Zo heb ik vóór
31 december een klant een factuur gestuurd voor een kerstdiner maar deze
is nog steeds niet betaald.”
Dit heeft de belastingadviseur verwerkt onder de balanspost vorderingen.
Je vindt deze post terug aan de linkerzijde op de balans, ook wel
activazijde genoemd.
vorderingen
15 januari
verplichtingen
31 december
linkerzijde
passivazijde
rechterzijde
activazijde
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 139 -
8 Het bedrijf van Marcel Bosman is gegroeid. Naast het restaurant "Caribbean
Sunsplash" neemt het ook deel in een levensmiddelenketen. Deze
onderneming heeft het afgelopen jaar echter fors verlies geleden.
Het restaurant had daarnaast ook te maken met gerechtskosten van
€ 40.000,- nadat een klant een klacht had ingediend. Het magere resultaat
laat een plus zien van netto € 70.000,-.
“Dit is het slechtste resultaat sinds jaren. Ik kan het bedrijf misschien beter
opheffen", zegt Marcel.
Stel voor Marcel een winst- en verliesrekening op. Maak daarbij gebruik van
de posten uit de kolom hiernaast.
Bedrijfsopbrengsten 500.000
- Bedrijfskosten - 300.000
= Bedrijfsresultaat = 200.000
- Financieel resultaat - 90.000
= Resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening
= 110.000
- Buitengewoon resultaat - 40.000
= Jaaroverschot voor belastingen = 70.000
bedrijfskosten
financieel resultaat
resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
bedrijfsop-brengsten
winst voor belastingen
buitengewoon resultaat
bedrijfsresultaat
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 140 -
9 Dankzij deze winst- en verliesrekening kunnen we Marcel het volgende
mededelen.
Het resultaat is misschien niet fantastisch. Maar trek geen overhaaste
conclusies want je moet ook rekening houden met de volgende factoren. Het
restaurant, de kernactiviteit van je onderneming, draait prima. Dat is af te
leiden uit het bedrijfsresultaat, dat uiterst positief is.
Je hebt alleen geen geluk gehad met de deelneming in de
levensmiddelenketen. Deze deelneming heeft een negatieve invloed gehad
op het financieel resultaat om vervolgens negatief uit te pakken voor het
resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening en het resultaat.
bedrijfsresultaat
financieel resultaat
resultaat
resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
niet ieder
kernactiviteit
resultaat
10 Als volgend jaar weer geen winst wordt behaald uit de deelneming moet je
misschien overwegen het aandeel in de levensmiddelenketen te verkopen
zodat je je op de kernactiviteit kan concentreren.
De gerechtsprocedure die je hebt verloren leverde ook een negatief
buitengewoon resultaat op. Het is erg onwaarschijnlijk dat je ieder jaar
met een dergelijk negatief incident wordt geconfronteerd.
Raak dus niet gelijk in paniek. Volgend jaar kan het resultaat veel beter
zijn.
buitengewoon resultaat
ieder
kernactiviteit
niet ieder
resultaat
bedrijfsresultaat
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 141 -
11 Gelukkig voor Marcel is het resultaat in het volgende jaar inderdaad veel
beter.
De winst voor belastingen bedraagt € 180.000,-. Na aftrek van de
belastingen blijft een mooi bedrag over van € 90.000,-.
Marcel weet al wat hij met het positieve resultaat gaat doen. Hij is van plan
de gehele winst aan de onderneming te onttrekken zodat hij zijn droom in
vervulling kan laten gaan en een zeilboot kan kopen. Zijn partner Bram Kok
heeft echter bezwaar omdat er in het komende jaar een aantal
investeringen nodig zijn. Een aantal dure keukenapparaten moet
bijvoorbeeld nodig worden vervangen.
Bovendien is het ook belangrijk geld achter de hand te hebben om
onverwachte kosten te betalen. Met veel moeite overtuigt hij Marcel
Bosman. En ze onttrekken in overleg slechts een deel van de winst aan de
onderneming. De rest blijft als reserve in het bedrijf.
voor belastingen
investeringen
belastingen
onttrekkingen
reserve
voorzieningen
winst
na belastingen
kosten
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 142 -
Voorbeeld – Jaarrekening
Probeer de volgende jaarrekeningen te lezen.
§ Hoe ga je hierbij te werk?
§ Wat zijn de belangrijkste gegevens die je direct uit een balans kan halen?
Waar let jij vooral op?
§ Loop alle posten van de jaarrekening door.
Weet je de betekenis en de functie van alle posten?
Tip:
In de module “Bedrijfsdoelstellingen en kengetallen” heb je al geleerd hoe je een
eerste kengetallenanalyse van een balans maakt.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 143 -
Casestudy:
Jaarrekening van Pizzeria Rossi NV
BALANS
Activa Passiva
Grond 2.500.000 Eigen vermogen 6.600.000
Gebouw 4.500.000
Fabrieks- en kantoorinrichting
1.400.000
Deelnemingen in ondernemingen
2.000.000
Vreemd vermogen
Effecten
1.400.000
Bankkrediet
5.000.000
Grond- en hulpstoffen
200.000 Verplichtingen
1.100.000
Voorraden 300.000 Voorzieningen 800.000
Vorderingen 400.000
Banktegoeden 600.000
Kastegoeden 200.000
Totaal Activa 13.500.000 Totaal Passiva 13.500.000
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 144 -
Winst- en verliesrekening
Kosten Opbrengsten
Ingekochte goederen 5.000.000 Omzet 21.500.000
Materiaalkosten 3.000.000
Bedrijfskosten 4.000.000
Personeelskosten 6.000.000 Opbrengst uit rente en effecten
200.000
Reclame 500.000
Afschrijvingen 1.100.000 Opbrengst uit deelnemingen
800.000
Verzekeringen 200.000
Overige bedrijfslasten 1.300.000 Buitengewone baten 900.000
Rentelasten 500.000
Buitengewone lasten 700.000
Winst voor belastingen 1.100.000
TOTAAL
23.400.000
TOTAAL
23.400.000
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 145 -
Winst- en verliesrekening (in staffelvorm)
Omzet 21.500.000
- Inkoop goederen & materiaalkosten 8.000.000
- Bedrijfskosten 4.000.000
- Personeelskosten 6.000.000
- Afschrijvingen 1.100.000
- Verzekeringen 200.000
- reclame 500.000
- Overige bedrijfslasten 1.300.000
= Bedrijfsresultaat = 400.000
+ Opbrengst uit rente en effecten 200.000
+ Opbrengsten uit deelnemingen 800.000
- Rentelasten 500.000
= Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening = 900.000
+ Buitengewone baten 900.000
- Buitengewone lasten 700.000
= Winst voor belastingen = 1.100.000
- Belastingen 275.000
= Winst na belastingen = 825.000
+/- Toegevoegd aan de reserves 525.000
= Uitkeerbare winst = 300.000
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 146 -
Originele jaarrekening van een horecabedrijf
Balans ACTIVA 2015 A. Vaste activa I. Kapitaalgoederen Grond 11.000 Bedrijfspand 96.400 Bedrijfs- en kantoorinrichting 10.000 Bedrijfsauto’s 400 117.800 117.800 B. Vlottende activa I. Voorraden Voorraden 29.000 29.000 II. Vorderingen en overige bezittingen Vorderingen op klanten 4.700 Overige vorderingen 4.400 9.100 III. Waardepapieren (effecten) 40 40 IV. Kas- en banktegoeden Kas 1.900 Banktegoed 1.000 2.900 40.600 TOTAAL ACTIVA 158.840 PASSIVA 2015 A. Eigen vermogen 12.634 B. Voorzieningen Voorzieningen voor personeelskosten 1.356 Voorzieningen voor advieskosten 1.050 2.406 2.406
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 147 -
C. Verplichtingen Verplichtingen naar kredietverleners 120.000 Verplichtingen naar leveranciers 13.100 Overige verplichtingen 10.700 143.800 143.800 TOTAAL PASSIVA 158.840 Winst- en Verliesrekening 2015 1 Omzet Omzet 20 % 157.000 Omzet 10 % 115.000 Omzet eetzaal 20 % 41.000 Omzet eetzaal 10 % 18.500 Omzet kamers 10 % 28.000 2 Overige bedrijfsopbrengsten Overige opbrengsten 780 Vergoedingen uit verzekeringen 60 360.340 3 Materiaalkosten en kosten voor geleverde diensten Keukenapparatuur 52.000 Bier 17.000 Wijn 20% 7.800 Champagne 120 Alcoholische dranken 1.400 Alcoholvrije dranken 7.600 IJs 1.000 Koffie 11.800 Thee 1.300 Rookwaren 33.000 Overige inkopen 4.700 137.720 4 Personeelskosten Lonen en salarissen 89.500 Pensioenkosten 1.200 Premie sociale lasten 24.273 Overige sociale lasten 1.300 116.273
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 148 -
5 Afschrijvingen Vaste activa 16.600
Bedrijfsgoederen met weinig waarde 3.000 19.600
6 Overige bedrijfskosten Onderhoud en schoonmaak 6.600 Kantoorkosten 3.000 Huur, pacht, leasing 4.400 Reclamekosten 7.400 Energiekosten 14.279 Transportkosten 671 Verzekeringskosten 8.418 Overige kosten 17.404 62.172 7 Bedrijfsresultaat (Tussensom Z1 - Z6) 24.575 8. Rente en soortgelijke lasten 18.000 9. Financieel resultaat (Tussensom Z8 - Z8) -18.000 10. Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 6.575 11. Buitengewone baten 2.000 12. Buitengewoon resultaat 2.000 13. Winst 8.575 14. Belastingen 2.144 15. Winst na belastingen 6.431 16. Vorming/opheffing van reserves 0 17. Uitkeerbare winst 6.431
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 149 -
EBC*L Leerdoelen
Financiële administratie
Globale leerdoelen
Na voltooiing van deze module kun je:
§ de grondbeginselen van de jaarlijkse financiële staten (balans, winst- en
verliesrekening) lezen en begrijpen en hierbij de eerste conclusies trekken
§ de meest relevante termen in de jaarlijkse financiële overzichten uitleggen
Gedetailleerde leerdoelen
Leerdoel Opmerkingen
Het kunnen uitleggen van de
belangrijkste doelstellingen en het
doel van een financieel jaarverslag
(balans, winst en verliesrekening).
Het kunnen bepalen voor wie een
financieel jaarverslag van belang
kan zijn.
Inzicht hebben in en kunnen
uitleggen van de basisindeling van
een balans.
Het kunnen uitleggen waarom een
balans ‘evenwichtig’ moet zijn (het
totaal van de activa moet gelijk zijn
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 150 -
aan het totaal van de passiva).
Het kunnen definiëren van de term
activazijde.
Het kunnen definiëren van de term
"vaste activa" en het geven van
voorbeelden.
Het kunnen definiëren van de term
“vlottende activa” en het geven
van voorbeelden.
Het kunnen definiëren van de term
“passivazijde”.
Het kunnen definiëren van het
begrijp "aandelenkapitaal"
(aandelenkapitaal en reserves) en
de betekenis ervan uitleggen.
Het kunnen definiëren van de term
"geleend kapitaal" (vreemd
vermogen) en het geven van
voorbeelden.
Het kunnen uitleggen van het doel
van de opstelling van een
inventarislijst.
Het kunnen opstellen van een lijst
en de stappen bij het opstellen van
een inventarislijst uitleggen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 151 -
Het kunnen uitleggen van het doel
en definiëren van de belangrijkste
voorwaarden van een winst- en
verliesrekening.
Het kunnen definiëren van de
begrippen "kosten" en
"opbrengsten".
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de term "verkoopopbrengst"
(omzet) en dit item berekenen.
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de term "inkoopkosten".
Het kunnen uitleggen van het
verschil tussen "omzet" en "winst".
Het kunnen uitleggen waarom de
jaarrekening ook zakelijke
transacties kan bevatten die nog
niet tot een in-of uitstroom van
middelen in het boekjaar hebben
geleid.
Het kunnen definiëren van de term
“vorderingen” en ze correct in de
jaarrekening identificeren.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 152 -
Het kunnen definiëren van de term
“verplichtingen” en ze correct in de
jaarrekening identificeren.
Het kunnen definiëren van de term
“voorzieningen” en ze correct in de
jaarrekening identificeren.
Het kunnen verklaren van de
redenen voor het opnemen van
voorzieningen.
Het kunnen uitleggen van de
verschillen tussen voorzieningen en
verplichtingen.
Het kunnen definiëren van de term
reserves en ze correct in de
jaarrekening identificeren.
Het kunnen verklaren van de
redenen voor het opnemen van de
reserves.
Het kunnen uitleggen van de
verschillen tussen voorzieningen en
reserves.
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de term “afschrijvingen”.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 153 -
Het kunnen berekenen van lineaire
afschrijvingen.
Het kunnen uitleggen van de
problemen bij de berekening van
de afschrijvingen.
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de term “kapitaaluitgaven”.
Het onderscheid kunnen maken
tussen de kosten die moeten
worden geactiveerd op de balans
en de kosten die volledig worden
opgenomen op de winst- en
verliesrekening.
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de term "lage-waarde activa"
die rechtstreeks kunnen worden
afgeschreven.
Het kunnen verklaren en
analyseren van de opbouw van een
winst- en verliesrekening.
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de voordelen van een winst-
en verliesrekening in staffelvorm.
Het kunnen definiëren en uitleggen
van het begrip “bedrijfsresultaat”.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 154 -
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de term “financieel resultaat”.
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de term “resultaat uit de
gewone bedrijfsuitoefening".
Het kunnen definiëren en uitleggen
van de term "buitengewoon
resultaat".
Het kunnen definiëren en verklaren
van het begrip “resultaat voor
belastingen”.
Het kunnen definiëren en verklaren
van het begrip “resultaat na
belastingen”.
Het kunnen definiëren en verklaren
van het begrip “financiële reserve”.
Het kunnen definiëren en verklaren
van het begrip “uitkeerbare winst”.
Het kunnen berekenen van
bedrijfsresultaat, buitengewoon
resultaat, resultaat en uitkeerbare
winst.
Het Engelse begrip EBIT (Earnings
Before Interest and Tax) kunnen
definiëren en plaatsen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 155 -
Het Engelse begrip EBT (Earnings
Before Tax) kunnen definiëren en
plaatsen.
Kunnen verklaren hoe een positief
of negatief bedrijfsresultaat kan
zijn ontstaan.
Kunnen verklaren hoe een positief
of negatief RNA kan zijn ontstaan.
Kunnen verklaren hoe een positief
of negatief resultaat kan zijn
ontstaan.
Kunnen beschrijven en verklaren
welke twee principiële
mogelijkheden er zijn een positief
resultaat na belastingen te
gebruiken.
Een eenvoudige jaarrekening
kunnen lezen en hieruit de eerste
conclusies kunnen trekken (case
study/oefening).
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 156 -
EBC*L voorbeeldexamen
Vul onderstaande gegevens volledig in. Door ondertekening van dit formulier verklaar je het examen zelfstandig en zonder hulp van anderen te hebben gemaakt. Bovendien verklaar je akkoord te gaan met het elektronisch vastleggen en verwerken van je gegevens en het elektronisch doorsturen van het examenresultaat.
titel, voornaam, achternaam
adres (straatnaam, postcode, plaats)
geboortedatum telefoonnummer – overdag bereikbaar e-mail
examendatum Handtekening
Met het EBC*L niveau A examen kun je maximaal 100 punten verdienen. Je bent geslaagd als je 75 punten of meer behaalt.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 157 -
Kennisvragen (per vraag 4 punten)
1. Hoe wordt de cash ratio berekend en wat geeft deze aan?
2. Wat betekent ROI en hoe wordt deze berekend?
3. Wat zijn directe kosten? Noem twee voorbeelden hiervan voor een kapsalon.
4. Aan welke criteria moet een rechtsgeldige handtekening binnen een
onderneming voldoen?
5. Hoe wordt het rendement op eigen vermogen berekend?
6. De meest voorkomende rechtsvorm is een eenmanszaak. Noem vier redenen
waarom deze rechtsvorm zo vaak wordt gekozen.
7. Wat zijn afschrijvingen en hoe worden deze berekend?
8. Wat is het verschil tussen een winstcentrumadministratie en een
kostenplaatsadministratie?
9. Wat betekent het begrip vlottende activa? Noem twee voorbeelden van
vlottende activa bij een meubelbedrijf.
10. Wat zijn variabele kosten? Noem twee voorbeelden van variabele kosten voor
een bloemenzaak.
11. Hoe kan de solvabiliteit worden berekend? Wat geeft solvabiliteit aan?
12. Wat is het grootste voordeel van een besloten vennootschap? Noem ook drie
nadelen van deze rechtsvorm.
13. Kan men het eigen vermogen direct (cash) aan een bedrijf onttrekken?
Motiveer je antwoord.
14. Waarom kunnen de cijfers uit de financiële administratie niet zonder
meer worden gebruikt voor de kostenadministratie?
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 158 -
Motiveer je antwoord.
15. Wat is een volmacht? Noem ook 2 voorbeelden
16. Is de cashflow meestal hoger of lager dan de winst? Verklaar je antwoord.
BEGRIPSVRAGEN (per vraag 6 punten)
Punten
17. Een ondernemer wil graag voor het einde van het jaar een bedrijfsauto
kopen ter waarde van € 24.000, - euro.
Hij denkt dat de winst daardoor € 24.000, - euro lager zal zijn waardoor hij
minder belasting hoeft te betalen.
Heeft deze ondernemer gelijk? Motiveer je antwoord.
18. Stel bent samen met een compagnon een Vof. Het bedrijf gaat helaas failliet.
Omdat jij als enige van de vennoten over een aanzienlijk privévermogen
beschikt, proberen de crediteuren hun totale vorderingen alleen op jou te
verhalen. Kan dit? Motiveer je antwoord
19. Een fitnesscentrum wordt in de zomer slecht beziocht. Dit drukt zwaar op
het resultaat, mede door de hoge vaste kosten. Het management wil de
vaste kosten daarom verlagen.
a. Wat zouden de vaste kosten kunnen zijn voor een fitnesscentrum?
b. Moet het fitnesscentrum de prijs laten zakken tot onder de berekende
verkoopprijs (zomeractie) om in de zomer meer bezoekers te
trekken? Motiveer je antwoord.
c. Wat zouden de negatieve gevolgen kunnen zijn van een dergelijke
beslissing? Noem twee voorbeelden
20. Op een balans staat aan de activakant een bedrag van € 300.000,-. Aan de
passivakant staat vreemd vermogen ter grootte van
€ 280.000,-. Het totale vreemde vermogen bestaat voor € 150.000,- uit een
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 159 -
langlopend bankkrediet en voor € 80.000,- uit voorzieningen, plus een
bedrag van € 50.000,- aan verplichtingen op korte termijn. De omzet
bedraagt € 1.000.000,-.
a. Bereken de solvabiliteit van de onderneming met behulp van het eigen
vermogen
b. Wat is je oordeel over de solvabiliteit?
CASESTUDY (12 punten)
21. De winst- en verliesrekening over het afgelopen jaar van een onderneming ziet er als volgt uit:
Bereken de volgende resultaten (noteer de wijze van berekening!):
Punten
a. Het bedrijfsresultaat.
b. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening.
d. De cashflow.
e. Noem twee conclusies die kunnen worden getrokken uit deze analyse van de winst- en verliesrekening.
Inkoop € 26.000.000 Omzet € 50.000.000,00Productiekosten € 5.000.000 Opbrengst waardepapieren € 4.000.000,00Personeel € 15.000.000 Buitengewone opbrengst € 3.000.000,00Reclame € 1.000.000Afschrijvingen € 4.000.000Rentekosten € 2.000.000Buitengewone kosten € 1.000.000Winst € 3.000.000
€ 57.000.000 € 57.000.000,00
W&V-rekening (x € 1,-)
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 160 -
Uitwerking van het EBC*L
voorbeeldexamen
Let op: De hier gegeven antwoorden kunnen voor specifieke gevallen gelden. Er kunnen ook andere antwoorden mogelijk zijn.
KENNISVRAGEN (per vraag 4 punten)
1. Hoe wordt de cash ratio berekend en wat geeft deze aan?
Antwoord:
Cash ratio = liquide middelen / kortlopende verplichtingen
Als de cash ratio hoger is dan 1, kan de onderneming alle kortlopende verplichtingen afdekken met liquide middelen (contanten, kasgeld).
Let op: Ook de oplossing “maal honderd” en “groter dan 100%” wordt als juist beoordeeld.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 161 -
5. Hoe wordt het rendement op eigen vermogen berekend?
Antwoord:
(Winst / eigen vermogen) x 100
Let op: Alle aanvullingen op dit antwoord zijn niet relevant.
11. Hoe kan de solvabiliteit worden berekend? Wat geeft dit kengetal aan?
Antwoord:
(Eigen vermogen / totaal vermogen) x 100
Het aandeel in het vermogen dat de onderneming toebehoort.
Een belangrijk kengetal voor de kredietwaardigheid.
Ook juist: Het aandeel in het vermogen dat door de eigenaren zelf is gefinancierd.
Een antwoord m.b.v. de debtario is ook mogelijk
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 162 -
16. Is de cash flow meestal hoger of lager dan de winst? Verklaar je antwoord.
Antwoord:
De cashflow is meestal hoger omdat de afschrijvingen die in het afgelopen jaar zijn gedaan bij de winst moeten worden opgeteld.
De berekening is als volgt:
Winst
+ Afschrijvingen
= Cashflow
20.
BEGRIPSVRAGEN (per vraag 6 punten) Op een balans staat aan de activakant een bedrag van €300.000,-. Aan de passivakant staat vreemd vermogen ter hoogte van €280.000,-. Het totale vreemde vermogen bestaat voor €150.000,- uit een langlopend bankkrediet en voor €80.000,- uit voorzieningen, plus een bedrag van €50.000 aan verplichtingen op korte termijn. De omzet bedraagt €1.000.000,-.
a. Bereken de solvabiliteit van de onderneming met behulp van het eigen vermogen.
b. Wat is je oordeel over de solvabiliteit?
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 163 -
Antwoord:
a. Het eigen vermogen bedraagt € 20.000. Hieruit laat zich de solvabiliteit als volgt berekenen:
(Eigen vermogen / totaal vermogen) x 100%
(20.000 / 300.000) x 100% = 6, 67%
b. 6,67% is een zeer slechte waarde. De solvabiliteit is de belangrijkste maatstaf voor de kredietwaardigheid en het is maar de vraag of nog krediet aan de onderneming wordt verstrekt (indien dat gewenst zou zijn).
CASESTUDY (12 punten)
Winst- en verliesanalyse (12 punten)
21. De winst- en verliesrekening van een onderneming ziet er als volgt uit:
a
Het bedrijfsresultaat.
Omzet € 550.000.000
- Totaal opertionele uitgaven € 51.000.000
= Bedrijfsresultaat € -1.000.000
Inkoop € 26.000.000 Omzet € 50.000.000,00Productiekosten € 5.000.000 Opbrengst waardepapieren € 4.000.000,00Personeel € 15.000.000 Buitengewone opbrengst € 3.000.000,00Reclame € 1.000.000Afschrijvingen € 4.000.000Rentekosten € 2.000.000Buitengewone kosten € 1.000.000Winst € 3.000.000
€ 57.000.000 € 57.000.000,00
W&V-rekening (x € 1,-)
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 164 -
Operationele uitgaven: inkoop, productiekosten, personeel, reclame, afschrijvingen
b Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening.
Bedrijfs esultaat € - 1.000.000
+ Renteopbrengste en andere financiële
inkomsten
€ 4.000.000
- Rentekosten € - 2.000.000
= Resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening
€ 1.000.000
c.
De cashflow
Winst
€3.000.000
+ Afschrijvingen €4.000.000
= Cash flow €7.000.000
Let op: Het is ook correct om het bedrijfsresultaat (operationele cash flow) of het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening als uitgangspunt te nemen.
d. Twee conclusies die kunnen worden getrokken uit bovengenoemde analyse van de winst- en verliesrekening.
Het negatieve bedrijfsresultaat is een duidelijk waarschuwingssignaal. De kernactiviteiten leveren geen positief resultaat op en dat moet worden verbeterd.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 165 -
Het positieve resultaat is alleen te danken aan de financiële inkomsten plus het positieve buitengewone resultaat. Dat laatste vertekent het beeld duidelijk. De onderneming kan een winst van deze omvang niet ieder jaar realiseren. Er zijn immers niet ieder jaar buitengewone inkomsten.
Uit de duidelijk positieve cashflow blijkt dat de inkomsten (contant) de uitgaven (contant) duidelijk hebben overtroffen.
Let op: Dat laatste zal dan ook gelden voor de operationele cash flow.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 166 -
Verklarende woordenlijst
Op de volgende bladzijden tref je de belangrijkste begrippen voor de financiële administratie aan in de vorm van een verklarende woordenlijst. Deze lijst kun je in de toekomst ook gebruiken als naslagwerk. Houdt er echter wel rekening mee dat deze lijst ook begrippen bevat die niet relevant zijn voor het EBC*L examen.
Activa
Op een balans staat aan de linkerzijde (debetzijde) aangegeven in welke bezittingen het bedrijf
zijn geld heeft vastgelegd. Dat noemen we ook wel activa. Binnen de term activa maakt men
onderscheid tussen vaste activa en vlottende activa (waarbij de liquide middelen onderdeel
uitmaken van de vlottende activa).
Activeringsplicht
De activeringsplicht ontstaat bij het kopen van vaste activa. Activeren betekent dat een
verworven goed in de balans aan de activazijde wordt opgenomen.
Afschrijvingen
Een afschrijving is het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardedaling van
vaste activa over een bepaalde periode en wordt als volgt berekend:
jaarlijkse afschrijving =
Aanschafprijs - restwaarde
gebruiksduur
De restwaarde is de verwachte opbrengst van het duurzame productiemiddel bij verkoop aan
het eind van de levensduur. De afschrijving vormt een post op de winst- en verliesrekening.
Afschrijvingen verminderen de waarde van de onderneming op papier wel, maar een echte
geldstroom is het niet (afschrijvingen zijn dus kosten en geen uitgaven).
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 167 -
Balans
Een balans is een overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen van een
onderneming op een bepaald moment. Aan de linkerzijde (debet) van de balans staan de
bezittingen van de onderneming. Aan de rechterzijde (credit) staan het eigen vermogen en de
schulden van de onderneming. Beide zijden moeten even groot zijn. Links staat immers waar
het geld van rechts aan uitgegeven is.
Balansvergelijking
Bij de balansvergelijking wordt het jaarresultaat vastgesteld door het eigen vermogen van de
eindbalans te vergelijken met het eigen vermogen van de openingsbalans. Bij een toename van
het eigen vermogen heeft de onderneming winst gemaakt. Bij een afname is er verlies geleden.
Bankkrediet
Bijna geen enkel bedrijf is in staat om alle uitgaven uitsluitend met eigen middelen te
financieren. Daarvoor stellen banken kredieten beschikbaar. Voordat een krediet wordt
toegekend, toetsen banken de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Ze eisen ook de nodige
garanties voor hun geld.
Bedrijfskosten
De kosten die worden gemaakt voor het voortbrengen an producten en diensten.
Belastingontduiking
Onder belastingontduiking wordt verstaan minder of geen belasting betalen door het niet
naleven van de fiscale wetgeving. Een voorbeeld hiervan is dat bedrijven inkomen verzwijgen of
een te hoge aftrekpost opvoeren. Door belastingontduiking ontstaat een zwart verdiend
inkomen, een inkomen waarover geen belasting wordt betaald. Bij belastingontduiking is altijd
sprake van een wetsovertreding.
Belastingtarief
Er zijn verschillende soorten belastingen voor ondernemers. De belangrijkste tarieven zijn:
o Vennootschapsbelasting – Deze kent verschillende tarieven die hoger worden naarmate
de winst hoger is.
o Omzetbelasting - Er zijn verschillende tarieven in de BTW, oplopend van 0% via 6% tot
19%.
o Dividendbelasting – Het tarief is 15%.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 168 -
Bestuur/directie
De directie vertegenwoordigt en bestuurt een NV en dient verantwoording af te leggen aan de
Raad van Commissarissen (RvC). De RvC wordt gekozen door de eigenaren van een NV, de
aandeelhouders, tijdens een aandeelhoudersvergadering. Directieleden mogen geen zitting
hebben in de RvC.
Betalingstermijn
Een betalingstermijn is de periode waarbinnen een verschuldigd bedrag betaald moet zijn.
Boekhouding
Het systematisch vastleggen van financiële feiten van een onderneming met als doel het
verschaffen van inzicht in de financiën en het afleggen van verantwoording over het gevoerde
financiële beleid.
Boekhoudkundige verplichtingen
Het voeren van een boekhouding is een wettelijke verplichting. De opgelegde verplichtingen
verschillen naar gelang de aard en de omvang van de onderneming.
Boekjaar
Een boekjaar is het jaar waarover een financieel verslag loopt. Het jaarverslag en de
jaarrekening wordt opgemaakt over een boekjaar. Een boekjaar hoeft niet overeen te komen
met een kalenderjaar.
Brutoprijs
De brutoprijs is het factuurbedrag inclusief de omzetbelasting.
Buitengewone baten en lasten
Incidentele opbrengsten of kosten, die niet tot de gewone bedrijfsactiviteiten worden gerekend.
Zij vormen een uitzondering op de standaardactiviteiten en zijn vaak eenmalig. Een voorbeeld
hiervan is winst of verlies bij verkoop van een bedrijfsonderdeel of reservering voor verwachte
kosten van reorganisatie.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 169 -
Credit
De creditzijde is de rechterzijde van de balans (passiva) en ook de rechterzijde (opbrengstzijde)
van de winst- en verliesrekening.
Debet
De debetzijde komt overeen met de linkerzijde van de balans (activazijde) en met de linkerzijde
(kostenzijde) van de winst- en verliesrekening.
Debiteurenverlies
Als een klant rekeningen (deels) niet kan betalen, heeft een onderneming te maken met een
debiteurenverlies. Een debiteurenverlies veroorzaakt door een grote klant kan aanzienlijke
betalingsproblemen opleveren.
Dividend
De winst die een onderneming uitkeert aan haar aandeelhouders. De hoogte van het dividend
hangt af van de bedrijfswinst en wordt door het bestuur bepaald. Een onderneming kan winst
inhouden en die toevoegen aan de reserves. Over uitgekeerd dividend moet dividendbelasting
worden betaald.
Dividendbelasting
Dividendbelasting wordt geheven over de opbrengst van aandelen en winstbewijzen. Het tarief
is 15%.
Documenten
Het belangrijkste principe bij boekhouden is dat er geen boeking wordt gedaan zonder
document. Transacties mogen alleen in de boekhouding worden opgenomen als er een
schriftelijk bewijs van is. Alle relevante documenten moeten dan ook worden verzameld,
geboekt en bewaard.
EBT
Earnings Before Tax. Het resultaat vóór belastingen. Wordt ook wel PBT genoemd (Profit Before
Tax)
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 170 -
EBIT
Earnings Before Interest and Tax. Een maatstaf voor de operationele inkomsten van een
onderneming vóór aftrek van rente en belasting. Wordt ook wel PBIT genoemd (Profit Before
Interest and Tax). Zie ook bedrijfsresultaat.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van een onderneming is het totale vermogen dat de ondernemer heeft
geïnvesteerd in zijn onderneming. Het eigen vermogen is een belangrijk onderdeel van de
balans omdat het aangeeft hoe rijk een bedrijf werkelijk is. Het eigen vermogen wordt aan de
rechterkant van de balans onder de passiva genoteerd.
Eindbalans
De eind- of slotbalans wordt aan het einde van een boekjaar opgesteld.
Een boekjaar hoeft niet te eindigen op 31 december maar kan afwijken van het kalenderjaar.
Factuur
Een factuur is een document dat een betalingsverplichting van een klant aan een leverancier
weergeeft. De factuur bevat onder meer de volgende gegevens:
o NAW-gegevens van de leverancier en de klant
o de geleverde goederen/diensten
o het te betalen bedrag inclusief het btw-bedrag
o leverings- en betalingscondities
o factuurnummer
Financieel resultaat
Het financiële resultaat is een winst of verlies dat ontstaat door bijvoorbeeld rentekosten voor
leningen, opbrengsten uit effecten en deelnemingen in andere ondernemingen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 171 -
Gebruiksduur
De gebruiksduur wordt bepaald op basis van het verwachte nut van het bedrijfsmiddel. De
afschrijving dient stelselmatig aan de gebruiksduur te worden toegerekend. De
afschrijvingskosten worden bepaald door de aanschafwaarde te verminderen met de restwaarde
en de uitkomst hiervan vervolgens te delen door de gebruiksduur. Er zijn wettelijke
voorschriften voor de gebruiksduur van vaste activa, zoals computers, machines, gebouwen, etc.
Grondslag voor belastingen
Ieder bedrag dat ten grondslag ligt aan een belastingberekening, zoals:
§ De winst van een zelfstandig ondernemer/het winstaandeel van een directeur van een
vennootschap (inkomstenbelasting).
§ Het resultaat voor belastingen bij vennootschappen (vennootschapsbelasting).
§ Een opbrengst in geld (bijvoorbeeld dividend of spaarrente - dividendbelasting).
Inkomsten
Inkomsten leiden altijd tot een geldstroom (in contanten of op de bankrekening). Niet iedere
opbrengst is gelijk aan een ontvangst. Als de onderneming een prestatie levert voor een klant, is
dit wel opbrengst maar het is pas ontvangst als de klant heeft betaald.
Inkomsten/-uitgavenrekening
De inkomsten/-uitgavenrekening is een vereenvoudigd systeem om de winst vast te stellen.
De winst c.q. het verlies over een boekjaar wordt bepaald door de daadwerkelijke inkomsten en
uitgaven tegenover elkaar te zetten. Alle geldinkomsten en –uitgaven worden vastgelegd, zowel
de contanten als het geld op de bankrekening. Een uitzondering hierop is het aankoopbedrag
van vaste activa dat niet direct volledig als uitgave wordt opgenomen, maar pas in de loop der
jaren wordt opgenomen in de vorm van afschrijvingen.
Inventarisatie
Als je op een bepaald moment een lijst opstelt waarop de bezittingen en schulden staan van het
bedrijf, spreek je van een inventarisatielijst. Bepaalde posten worden aangegeven in
hoeveelheid en sommige posten in een waarde. Uiteindelijk kun je door inventarisatie de balans
opmaken.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 172 -
Investeringen
Het kopen van vaste activa (bijvoorbeeld machines en onroerend goed) zodat een product kan
worden gemaakt of een dienst kan worden aangeboden. Bij de berekening van de kosten ten
behoeve van een geplande investering moet niet alleen rekening worden gehouden met de
aanschafkosten, maar ook met de lopende kosten (stroom- en onderhoudskosten bijvoorbeeld).
Jaarrekening
De jaarrekening geeft een jaarlijks overzicht van de financiële situatie van een onderneming.
Het bestaat uit een balans, een winst- en verliesrekening over het afgelopen jaar, een
toelichting op beide, het kasstroomoverzicht en in bepaalde gevallen een accountantsverklaring.
Bedrijfsresultaat (Kernactiviteit)
+/- Financieel resultaat
= Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
+/- Buitengewoon resultaat
= Resultaat voor belastingen
- Winstbelastingen
= Resultaat (overschot / -tekort) na belastingen
Kapitaalinbreng
Voor het oprichten van een vennootschap geldt een wettelijk minimum startkapitaal. Een deel
van dit startkapitaal kan ook worden ingebracht in de vorm van activa, zoals machines,
bedrijfsauto etc.
Kapitaalinleg
Het bedrag dat een ondernemer/vennoot inlegt in een onderneming.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 173 -
Korting
Een korting is een vermindering van de oorspronkelijke prijs, meestal met een bepaald
percentage. Als de leverancier in de betalingsvoorwaarden meldt “te betalen binnen 30 dagen of
binnen 10 dagen met 2% korting” betekent dit dat de klant 2% korting ontvangt als hij binnen
10 dagen betaalt.
Kosten
Kosten zijn alle posten die aan de debetzijde (linkerzijde) van het resultaat worden geboekt. Het
gaat om transacties die in de loop van het jaar leiden tot het gebruik van goederen, prestaties
of waarden. Voorbeelden zijn:
• Het gebruik van goederen
• Personeelskosten
Liquiditeit
De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan de betalingsverplichtingen kan
voldoen. Kan de onderneming de lopende uitgaven dekken bekostigen door de lopende
inkomsten? Kan de onderneming voldoende middelen vrijmaken om buitengewone uitgaven te
bekostigen (bijvoorbeeld machines). En is de onderneming kredietwaardig genoeg om eventuele
financiële knelpunten met een krediet te overbruggen. Zie ook current ratio.
Nettoprijs
De nettoprijs is het factuurbedrag exclusief de omzetbelasting.
Omzet
De omzet, ook wel opbrengst door verkopen genoemd, wordt bepaald door het verkochte aantal van een product/dienst (de afzet) te vermenigvuldigen met de verkoopprijs.
Omzet = Verkoopprijs x verkochte hoeveelheid
Let op: Omzet is niet gelijk aan winst. Omzetten worden als opbrengst in de winst- en verliesrekening geboekt.
Omzetbelasting
Omzetbelasting of btw is een belasting die een overheid heft op de verkoop van producten en
diensten.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 174 -
Opbrengsten
Opbrengsten worden aan de rechterzijde van de winst- en verliesrekening (credit) geboekt. .Het
gaat om transacties die een bedrijf in de loop van het jaar rijker maken. Voorbeelden zijn
opbrengsten uit de verkoop van goederen of het verrichten van diensten, en huuropbrengsten.
Openingsbalans
Dit is de balans bij aanvang van het boekjaar of bij de start van een onderneming. Een boekjaar
hoeft niet op 1 januari te beginnen, maar kan afwijken van het kalenderjaar.
Operationeel resultaat
Het bedrijfsresultaat dat voortvloeit uit operationele activiteiten.
Overlopende posten
Overlopende posten zijn posten waarvan de financiële afhandeling in een ander jaar plaatsvindt
dan de boeking.
Overschot
Een winst die resulteert uit
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
+/- Buitengewoon resultaat
= Winst
is het overschot vóór belastingen. Na aftrek van de af te dragen belastingen blijft het overschot
na belastingen over.
Passiva
De activa (bezittingen) van de onderneming worden gefinancierd met kapitaal uit diverse
bronnen. Dit kapitaal noemt men de passiva. Deze staan aan de rechterzijde (de passivazijde of
creditzijde) van de balans. Het vermogen wordt opgesplitst in eigen vermogen en vreemd
vermogen (schulden).
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 175 -
PBT
Profit Before Tax. Het resultaat vóór belastingen. Wordt ook wel EBT genoemd (Earnings Before
Tax).
PBIT
Profit Before Interest and Tax. Een maatstaf voor de operationele inkomsten van een
onderneming vóór aftrek van rente en belasting. Wordt ook wel EBIT genoemd (Earnings Before
Interest and Tax).
Pensioenvoorzieningen
Pensioenregelingen worden steeds belangrijker. Bedrijven kunnen een pensioenvoorziening voor
hun personeel treffen.
Persoonlijke en onbeperkte aansprakelijkheid
Bij persoonlijke en onbeperkte aansprakelijkheid is een persoon volledig aansprakelijk. Als die
persoon een onderneming heeft, dan is er geen verschil tussen privévermogen en zakelijk
vermogen. De schuldeiser kan het volledige bedrag dus privé verhalen.
RNA
RNA is de afkorting van Resultaat uit Normale Activiteiten (ook wel: resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening) en wordt als volgt berekend:
Bedrijfsresultaat
- Financieel resultaat
= RNA
Reserves
Reserves worden gevormd uit de winst na belastingen en zijn onderdeel van het eigen
vermogen. Reserveringen staan aan de rechterzijde op de balans.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 176 -
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Wordt als volgt berekend:
Bedrijfsresultaat (EBIT)
- Financieel resultaat
= Resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening
Staffelmethode
Door een winst- en verliesrekening in staffelvorm op te stellen wordt duidelijk welke onderdelen
van een onderneming winst of verlies hebben geleverd. De kosten en opbrengsten worden bij
de staffelmethode onder elkaar gezet en voortdurend bij elkaar opgeteld en van elkaar
afgetrokken, zodat steeds het saldo blijkt.
Bedrijfsresultaat (kernactiviteit)
+/- Financieel resultaat
= Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
+/- Buitengewoon resultaat
= Resultaat vóór belastingen
Ook de balans kan men in een staffeldiagram opstellen. Debet -en creditzijde staan dan niet
naast maar onder elkaar.
Tekort
Een verlies dat resulteert uit
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
+/- Buitengewoon resultaat
= Verlies
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 177 -
Uitgaven
Uitgaven leiden altijd tot een geldstroom (in contanten of via de bankrekening).
Uitgaven kunnen kosten zijn en een bedrijf dus armer maken (bijvoorbeeld huur-, personeels-
en telefoonkosten). Niet alle kosten zijn echter uitgaven. Denk bijvoorbeeld aan afschrijvingen.
Uitgaven kunnen worden gedaan om bezittingen te kopen. Omdat hier een blijvende waarde
tegenover staat moet het vermogen worden opgenomen op de balans (activeren). Dit soort
transacties maken een bedrijf niet armer, maar hebben alleen invloed op het vermogen (geld
wordt geruild tegen vermogen).
Vennootschapsbelasting
Ondernemingen moeten vennootschapsbelasting betalen over hun winst. Het tarief voor de
vennootschapsbelasting is 20% of 25,5%. Indien de resterende winst wordt uitgekeerd als
dividend, moet hierover ook een percentage dividendbelasting worden afgedragen.
Verbruiksbelasting
Verbruiksbelasting is belasting die wordt betaald bij het kopen van bepaalde verbruiksgoederen
of diensten. Deze belasting is al inbegrepen in de aanschafprijs. Deze wordt dus indirect
betaald, net als bij de omzetbelasting (btw). Accijns is een verbruiksbelasting op bepaalde
consumptiegoederen.
Verlies
Verlies is het verschil tussen de opbrengsten en kosten van een onderneming, maar wel
uitsluitend wanneer dat verschil negatief is. De winst of het verlies komt op de verlies- en
winstrekening terecht.
Vermogen
De rechterzijde van de balans vermeldt het eigen en vreemd vermogen van de onderneming.
Het eigen vermogen van een onderneming is de waarde van alle bezittingen, verminderd met de
waarde van alle schulden.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 178 -
Verplichtingen
Verplichtingen zijn schulden die een onderneming heeft bij een leverancier. De onderneming
heeft een factuur ontvangen voor een geleverde dienst of product maar heeft deze nog niet
betaald.
Verplichtingen zijn onderdeel van het vreemd vermogen en worden aan de rechterzijde
(creditzijde) op de balans gezet.
Vlottende activa
Vlottende activa zijn die bezittingen van een bedrijf waarin het vermogen voor een periode
korter dan een jaar is vastgelegd. Binnen een jaar moet een vlottend activa omgezet zijn in
geld. Voorbeelden van vlottende activa zijn grondstoffen, debiteuren, liquide middelen.
Vorderingen
Als een klant een factuur heeft ontvangen voor een geleverde dienst of product maar deze nog
niet heeft betaald, spreken we over een vordering.
Vorderingen behoren tot de vlottende activa en staan aan de linkerzijde van de balans. In alle
gevallen bedoelt men met vorderingen dat er een verplichting wordt ingeroepen tegen een
ander.
Voorbelasting
Als in Nederland goederen of diensten worden gekocht zal de leverancier btw berekenen. Een
ondernemer kan deze btw aftrekken of terugvragen als voorbelasting. Om deze btw terug te
kunnen vragen of in aftrek te kunnen brengen, moet de ondernemer over een correcte factuur
beschikken. Consumenten hebben deze mogelijkheid niet en betalen de btw volledig.
Voorzieningen
Voorzieningen worden getroffen voor kosten die zeker zullen optreden, maar waarvan de hoogte
en het tijdstip nog niet bekend zijn. Een voorbeeld hiervan is een jaarlijkse onderhoudsbeurt van
machines.
Voorzieningen vallen onder vreemd vermogen en staan aan de rechterzijde op de balans. Het
treffen van voorzieningen verlaagt de winst vóór belastingen.
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 179 -
Vreemd vermogen
Het vreemd vermogen van een bedrijf wordt opgebouwd uit de verplichtingen of schulden die
een bedrijf heeft. Dat houdt dus in dat een bedrijf geld zal moeten betalen voor ontvangen
leningen, diensten en/of goederen. Vreemd vermogen is onderdeel van de passiva en staat dus
aan de creditzijde op de balans.
Waarde van een bedrijf
Het eigen vermogen op de rechterzijde van de balans geeft de waarde van het bedrijf aan.
Waardepapier
Certificaten die kapitaalrechten beschrijven, heten waardepapieren. Daartoe behoren
bijvoorbeeld aandelen of leningen (obligaties). Aandelen beschrijven de deelneming in een NV,
evenals het recht op een jaarlijks winstdeel (dividend). Leningen beschrijven het recht op
terugbetaling van het ingelegde bedrag op een bepaald tijdstip evenals de betaling van een
overeengekomen rentebedrag. Deze leningen worden uitgegeven door de staat,
kredietinstellingen of grote bedrijven om grote investeringen te kunnen financieren.
Waardevermindering
De waardevermindering van vaste activa (gebouwen, machines etc.) heeft twee vormen:
waardevermindering door gebruik en waardevermindering door veroudering. In de boekhouding
komt de waardevermindering tot uitdrukking in de afschrijvingen.
Winstbelastingen
Winstbelastingen worden geheven over het bedrag dat overblijft nadat alle kosten in mindering
zijn gebracht op alle opbrengsten. De inkomstenbelasting wordt geheven over het inkomen van
een eigenaar van een eenmanszaak en over het inkomen van vennoten van een vennootschap
onder firma. De vennootschapsbelasting wordt geheven over de winst van een Naamloze
Vennootschap of een Besloten Vennootschap
Winstvermindering
Hoe hoger de behaalde winst, des te meer belasting moet worden afgedragen. Daarom streven
bedrijven ernaar hun winst naar beneden te brengen (bijvoorbeeld door het boeken van
voorzieningen, of het naar voren halen van betalingen die vervolgens als kostenpost worden
geboekt).
EBC*L – Fin. Adm.
© Easy Business competencies training, Wenen Versie 28-01-2016 www.ebcl.nl
- 180 -
Winst- en verliesrekening (of resultatenrekening)
Een winst-en-verliesrekening geeft een overzicht van de opbrengsten en kosten van een
onderneming over een bepaalde periode. Als de opbrengsten hoger zijn dan de kosten is er
sprake van winst, zijn ze lager dan is er sprake van verlies.
Een winst- en verliesrekening geeft ook weer hoe een winst of verlies tot stand is gekomen. De
rekening is een samenvatting van alle transacties gedurende een boekjaar.
Voor een duidelijk overzicht van de opbrengstsituatie van een bedrijf wordt de winst- en
verliesrekening in staffelvorm opgesteld (verticale balansopstelling).
Winstvaststelling
De tweevoudige winstvaststelling – waarbij de financiële situatie van een onderneming wordt
afgelezen uit de balans en de resultatenrekening – is het kenmerk en het controle-instrument
van de dubbele boekhouding. Het totaalbedrag in de balans en de resultatenrekening moet
hetzelfde zijn.