277 ‘Artsen Moeten Elkaar Aanspreken Op Protocollen’
1
algemeen/kwaliteitsstandaard beroepsgroepen 97 zorg & financiering > 2-2006 Nederlandse bevolking als geheel dat het ver- trouwen in het gezondheidszorgsysteem is afge- nomen. In 1999, toen Agis opdracht voor een dergelijke onderzoek gaf, was nog 35 procent van hen heel tevreden. Dat percentage is inmiddels gedaald tot 11. Artsen maken zich vooral zorgen over de invloed van zorgverzeke- raars en politici die naar hun mening steeds ver- der toeneemt. Burgers denken dat hoge werk- druk en wachtlijsten een grote bedreiging zijn. Nederlanders zijn ook somber over de toekomst van de zorg. In 1999 dacht 76 procent van de Nederlanders dat in de praktijk van alledag alle Nederlanders gelijke rechten op zorg hadden. Nu denkt nog 32 procent dat. Meer dan de helft van de ondervraagden ver- wacht dat het nieuwe zorgstelsel dat dit jaar is ingegaan, negatief zal uitpakken voor zijn of haar portemonnee. Acht op de tien zorgverle- ners (82%) verwacht niet dat marktwerking in de zorg tot een betere behandeling leidt. In 1999 was dat percentage 64. Steeds meer Nederlanders vinden dat de over- heid als eerste verantwoordelijk is voor de beschikbaarheid van de zorg. Dat vindt 79 pro- cent van de Nederlanders. Zeven jaar geleden was dat 50 procent. Bij artsen steeg dat percen- tage van 51 naar 73. Bronnen: TNS-Nipo, Universiteit van Tilburg, 26 januari 2006 en Stcrt. 2006, nr. 18< Artsen moeten elkaar vaker aanspreken op de resultaten van onderzoek en op protocollen van hun wetenschappelijke verenigingen, aldus een rapport van de Universiteit van Tilburg. In het rapport Zorg om vernieuwing brengen de Universiteit van Tilburg en onderzoeksbureau TNS-Nipo ontwikkelingen in de zorgsector in kaart. De schrijvers van het rapport, onder wie PvdA-senator Kim Putters, proberen bouwste- nen aan te reiken voor een nieuw regeerakkoord in 2007. Volgens het rapport staan of vallen innovaties in de zorg op het gebied van producten en behan- delingen met de ontwikkelingen in de afzonder- lijke professies. ‘Men zou elkaar vaker moeten aanspreken op de resultaten van onderzoek en op protocollen van de wetenschappelijke vereni- gingen’, zo luidt een van de aanbevelingen. Sommige vernieuwingen stranden volgens de schrijvers van het rapport echter in een institu- tionele fuik die alles te maken heeft met gevestigde belangen. ‘Het DBC-traject is er een voorbeeld van. Het moet duidelijk zijn dat, wan- neer de professionals zelf de vernieuwingen niet doorvoeren ze van buiten – bijvoorbeeld door de minister – daartoe gedwongen kunnen worden. Het is van belang elkaar op deze zaken aan te spreken en hun er ook een belang in te geven, bijvoorbeeld door professionals meer onderdeel van de organisatie te laten zijn, via loondienst- constructies of anderszins.’ Het volledige rapport is te lezen op http://www.kimputters.pvda.nl/download.do/id /100361125/cd/true. Bron: MedNet, 31 januari 2006< > kwaliteitsstandaard beroepsgroepen 277 ‘artsen moeten elkaar aanspreken op protocollen’
Transcript of 277 ‘Artsen Moeten Elkaar Aanspreken Op Protocollen’
algemeen/kwaliteitsstandaard beroepsgroepen
97zorg & financiering > 2-2006
Nederlandse bevolking als geheel dat het ver-trouwen in het gezondheidszorgsysteem is afge-nomen. In 1999, toen Agis opdracht voor eendergelijke onderzoek gaf, was nog 35 procentvan hen heel tevreden. Dat percentage isinmiddels gedaald tot 11. Artsen maken zichvooral zorgen over de invloed van zorgverzeke-raars en politici die naar hun mening steeds ver-der toeneemt. Burgers denken dat hoge werk-druk en wachtlijsten een grote bedreiging zijn.Nederlanders zijn ook somber over de toekomstvan de zorg. In 1999 dacht 76 procent van deNederlanders dat in de praktijk van alledag alleNederlanders gelijke rechten op zorg hadden.Nu denkt nog 32 procent dat.
Meer dan de helft van de ondervraagden ver-wacht dat het nieuwe zorgstelsel dat dit jaar isingegaan, negatief zal uitpakken voor zijn ofhaar portemonnee. Acht op de tien zorgverle-ners (82%) verwacht niet dat marktwerking inde zorg tot een betere behandeling leidt. In 1999was dat percentage 64. Steeds meer Nederlanders vinden dat de over-heid als eerste verantwoordelijk is voor debeschikbaarheid van de zorg. Dat vindt 79 pro-cent van de Nederlanders. Zeven jaar geledenwas dat 50 procent. Bij artsen steeg dat percen-tage van 51 naar 73.Bronnen: TNS-Nipo, Universiteit van Tilburg,26 januari 2006 en Stcrt. 2006, nr. 18<
Artsen moeten elkaar vaker aanspreken op deresultaten van onderzoek en op protocollen vanhun wetenschappelijke verenigingen, aldus eenrapport van de Universiteit van Tilburg.
In het rapport Zorg om vernieuwing brengen deUniversiteit van Tilburg en onderzoeksbureauTNS-Nipo ontwikkelingen in de zorgsector inkaart. De schrijvers van het rapport, onder wiePvdA-senator Kim Putters, proberen bouwste-nen aan te reiken voor een nieuw regeerakkoordin 2007.Volgens het rapport staan of vallen innovaties inde zorg op het gebied van producten en behan-delingen met de ontwikkelingen in de afzonder-lijke professies. ‘Men zou elkaar vaker moetenaanspreken op de resultaten van onderzoek enop protocollen van de wetenschappelijke vereni-
gingen’, zo luidt een van de aanbevelingen.Sommige vernieuwingen stranden volgens deschrijvers van het rapport echter in een institu-tionele fuik die alles te maken heeft metgevestigde belangen. ‘Het DBC-traject is er eenvoorbeeld van. Het moet duidelijk zijn dat, wan-neer de professionals zelf de vernieuwingen nietdoorvoeren ze van buiten – bijvoorbeeld door deminister – daartoe gedwongen kunnen worden.Het is van belang elkaar op deze zaken aan tespreken en hun er ook een belang in te geven,bijvoorbeeld door professionals meer onderdeelvan de organisatie te laten zijn, via loondienst-constructies of anderszins.’Het volledige rapport is te lezen ophttp://www.kimputters.pvda.nl/download.do/id/100361125/cd/true.Bron: MedNet, 31 januari 2006<
> kwaliteitsstandaard beroepsgroepen
277 ‘artsen moeten elkaar aanspreken op protocollen’
ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:38 Pagina 97
