266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12...

52
Met Andere Woorden Kwartaalblad over bijbelvertalen ste jaargang juni 2012 Ezechiëls visioen van de nieuwe tempel M. van der Vorm- Croughs Additis picturis A.A. den Hollander Bureaucraten in de Bijbel M. Dijkstra Bestemd tot vaten van genegenheid W.M.A. Hendriks [ 12 ] 2 266616_MAW-omslag_2-2012.indd 3 30-05-12 16:17

Transcript of 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12...

Page 1: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

Met Andere WoordenKwartaalblad

overbijbelvertalen

ste jaargang

juni 2012

Ezechiëls visioenvan de nieuwetempelM. van der Vorm-Croughs

Additis picturisA.A. den Hollander

Bureaucraten in de BijbelM. Dijkstra

Bestemd tot vaten van genegenheidW.M.A. Hendriks

[12]2

266616_MAW-omslag_2-2012.indd 3 30-05-12 16:17

Page 2: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

Met Andere WoordenKwartaalblad over bijbelvertalen

31ste jaargang nr. 2, juni 2012

Nederlands Bijbelgenootschap in samenwerking met

het Vlaams Bijbelgenootschap

Dr. A.J. van den Berg (hoofdredacteur), drs. A.M. Bol-Drieënhuizen

(eindredacteur), dr. R. Buitenwerf, dr. J. van Dorp, dr. M.J. de Jong,

drs. C. Verheul en prof.dr. L.J. de Vries

Prof.dr. Th.A.J.M. Janssen, dr. J.C. van Loon,

dr. E. van Staalduine-Sulman

Drs. M.J.C. Hamers

Y. Zwart

023-514 61 51

[email protected]

Postbus 620, 2003 RP Haarlem

A.E. Haverman

HSTotaal Communicatie & Design, Haarlem

De Groot Drukkerij bv, Goudriaan

ISSN 0168-18969

Paulus, uit: Den Bybel [...], Antwerpen 1542.

Foto: NBG/Sandra Haverman

uitgave

redactie

adviesraad

kopijredactie

redactiesecretariaat

t

e

p

beeldredactie

ontwerp

0pmaak en druk

foto omslag

266616_MAW-omslag_2-2012.indd 4 30-05-12 16:17

Page 3: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

1Met Andere Woorden [ 31] 2

2

12

26

38

Inhoud

Ezechiëls visioen van de nieuwe tempel En de invloed van de Septuaginta op de Bijbel in Gewone TaalMirjam van der Vorm-Croughs

Additis picturisLatijnse geïllustreerde bijbels uit de Nederlanden (1477-1547)August den Hollander

Bureaucraten in de BijbelMeindert Dijkstra

Bestemd tot vaten van genegenheidEen nieuwe lezing van Romeinen 9:22-23Wim Hendriks

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 1 30-05-12 16:19

Page 4: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

2 Met Andere Woorden [ 31] 2

p ‘Ezechiel ziet den gedaante vanden nieuwen Tempel’, uit: Historie des Ouden en Nieuwen Testaments […], Amsterdam 1700.Foto: NBG/Sandra Haverman

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 2 30-05-12 16:20

Page 5: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

3Met Andere Woorden [ 31] 2

Ezechiëls visioen van de nieuwe tempel En de invloed van de Septuaginta op de Bijbel in Gewone

Taal

Mirjam van der Vorm-Croughs

Het Nederlands Bijbelgenootschap werkt momenteel aan de Bijbel in Gewone Taal (BGT). Dit wordt een vertaling in eenvoudig Nederlands, die voor iedereen begrijpelijk moet zijn, ook voor mensen die weinig lezen of moeite hebben met lezen. De vertaling zal verschijnen in 2014. Informatie is te vinden op www.bijbelgenootschap.nl, onder ‘Bijbel in Gewone Taal’. Met Andere Woorden schenkt aandacht aan deze nieuwe vertaling met een serie artikelen over specifieke vertaalkwesties. In deze aflevering gaat het over het gebruik van tekstvarianten voor de vertaling van Eze-chiël.

Het boek Ezechiël is niet eenvoudig. Het is dan ook een hele opgave om dit boek naar gewone taal te vertalen. Dat geldt in het bijzonder voor de hoofd-stukken 40-42. In die hoofdstukken beschrijft Ezechiël hoe de nieuwe tempel in Jeruzalem er uit zal komen te zien. Zijn beschrijving staat vol met allerlei bouwkundige details, die wellicht makkelijker te begrijpen zijn voor een ar-chitect dan voor een oudtestamenticus. Maar niet alleen het hoog-technische gehalte, ook de kwaliteit van de Hebreeuwse grondtekst (de masoretische tekst) is er de oorzaak van dat deze hoofdstukken erg ingewikkeld zijn. Want in tegenstelling tot andere delen van het boek kent Ezechiël 40-42 een groot aantal onzekere lezingen. Dat wil zeggen: woorden of zinnen die onbegrijpe-lijk zijn, en waarvan wetenschappers het vermoeden hebben dat ze niet goed zijn overgeleverd.

De SeptuagintaAls het vermoeden bestaat dat een tekst in het Oude Testament slecht is over-geleverd, raadplegen bijbelwetenschappers vaak de Septuaginta. Soms kan de

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 3 30-05-12 16:20

Page 6: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

4 Met Andere Woorden [ 31] 2

oorspronkelijke bijbeltekst met behulp van deze Griekse vertaling worden ge-reconstrueerd. Ook voor Ezechiël 40-42 wordt er vaak naar de Septuaginta gegrepen. En inderdaad geeft die vertaling op moeilijke plekken in Ezechiël 40-42 vaak een veel betere lezing, die begrijpelijker en logischer is, en beter past in de context dan de lezing van de masoretische tekst. Toch moet men voorzichtig zijn bij het overnemen van lezingen uit de Septu-aginta. De Griekse vertalers pasten namelijk regelmatig bepaalde strategieën toe om de tekst duidelijker te maken: ze corrigeerden teksten waarvan ze het idee hadden dat er een fout in zat, en ze werkten eigenaardige elementen uit de tekst weg. Verder harmoniseerden ze tekstgedeelten soms aan parallelle teksten elders in de Bijbel.1 Daarom kan men er lang niet altijd van uitgaan dat de Septuaginta een tekst laat zien die betrouwbaarder is dan de masoretische tekst.2

Moderne bijbelvertalingen In de manier waarop er met de moeilijke tekst van Ezechiël 40-42 wordt omgegaan, bestaan grote verschillen tussen moderne bijbelvertalingen. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk wanneer we De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) vergelijken met de Groot Nieuws Bijbel (GNB). De GNB neemt in Ezechiël 40-42 behoorlijk vaak lezingen over van de Septuaginta. De NBV daarentegen doet dat bijna nooit. Die volgt vrijwel altijd de Hebreeuwse grondtekst, ook al levert dat soms een moeizame tekst op.3 De BGT sluit in principe zoveel mogelijk aan bij de NBV. Maar een belang-rijk uitgangspunt voor de BGT is de begrijpelijkheid. Als de Hebreeuwse tekst in Ezechiël 40-42 erg onduidelijk is, kiezen we daarom regelmatig voor de lezing van de Septuaginta, en wijken daarmee af van de masoretische tekst en meestal dus ook van de NBV. Dat is, nogmaals, niet omdat we ervan over-tuigd zijn dat de Septuaginta in die gevallen altijd de oorspronkelijke tekst laat zien. Maar omdat de Septuaginta een heel oud voorbeeld geeft van hoe de Hebreeuwse tekst op een eenvoudiger manier gelezen kan worden. De voorbeelden hieronder geven daarvan een illustratie.

1. Ezechiël 40:30-31 Voorhallen rondom de poort?Het eerste voorbeeld komt uit Ezechiël 40:29c-31a. Van die tekst staan hieron-der de volgende vertalingen: een letterlijke vertaling van de Hebreeuwse tekst (MT), een letterlijke vertaling van de Septuaginta (LXX),4 de GNB, de NBV en een voorlopige versie van de BGT. Het gedeelte van de tekst waar het hier om draait, is schuingedrukt.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 4 30-05-12 16:20

Page 7: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

5Met Andere Woorden [ 31] 2

MT Hij [= de poort] was 50 el lang en 25 el breed. Er waren voorhallen rondom, 25 el lang en 5 el breed. De voorhal was aan de kant van de buitenste voorhof.

LXX Zijn lengte was 50 el en zijn breedte 25 el. [---] Er was een voorhal naar de buitenste voorhof.

GNB De lengte van het gebouw was vijftig el, de breedte vijfentwintig el. [---] De portiek kwam uit op het buitenplein.

NBV De poort was 50 el lang en 25 el breed. Er waren voorhallen rondom, 25 el lang en 5 el breed. De voorhal was aan de kant van de buitenhof.

BGT De poort was 25 meter lang en 12,5 meter breed. [---] De hal van de poort lag aan de kant van het buitenste plein.

In Ezechiël 40 wordt uitgebreid beschreven hoe de verschillende poorten van de tempel eruit zagen. Die poorten waren complete gebouwen, met on-der andere wachthokjes voor de tempelbewakers erin. Daarnaast hadden alle poorten een voorhal. Het spreekt voor zich dat iedere poort één voorhal had. Desondanks wordt er in 40:30 over de zuidelijke binnenpoort gezegd dat er ‘voorhallen rondom’ die poort waren. Dat is merkwaardig, en het is dan ook erg moeilijk om een duiding te geven aan deze woorden. Het lijkt erop dat de Hebreeuwse tekst niet in orde is.5 In de Septuaginta ontbreekt de hele zin. Ook in de BGT vertalen we de zin niet. De NBV heeft de Hebreeuwse tekst wel overgenomen.

2. Ezechiël 40:37 Muurpijlers of voorhal?MT De muurpijlers waren aan de kant van de buitenste voorhof.LXX En er was een ailammo [ = voorhal]6 naar de buitenste voorhof.GNB De portiek kwam uit op het buitenplein.NBV Er waren ook muurpijlers aan de kant van de buitenhof.BGT De hal van de poort lag aan de kant van het buitenste plein.

Ezechiël 40:35-37 beschrijft de noordelijke binnenpoort van de tempel. De beschrijving daarvan is grotendeels identiek aan eerdere beschrijvingen van de andere tempelpoorten in hetzelfde hoofdstuk. In 40:37 luidt de Hebreeuw-se tekst: ‘En zijn muurpijlers waren aan de kant van de buitenste voorhof.’ Het Hebreeuws voor ‘en zijn muurpijlers’ is we’elaw. In 40:31 (zie hierbo-ven) en 40:34 komt bijna dezelfde zin voor, maar dan over de zuidelijke en de oostelijke binnenpoorten. Daar luidt de tekst echter: ‘en zijn voorhal was aan de kant van de buitenste voorhof’. Er staat daar dus ‘en zijn voorhal’ (in het Hebreeuws we’elammo) in plaats van ‘en zijn muurpijlers’ (we’elaw). Ook

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 5 30-05-12 16:20

Page 8: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

6 Met Andere Woorden [ 31] 2

p Beschrijving van de tempel, uit: Biblia, dat is de gantsche H. Schrift […], Delft 1596.Foto: NBG/Sandra Haverman

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 6 30-05-12 16:20

Page 9: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

7Met Andere Woorden [ 31] 2

in vers 37 zou ‘voorhal’ veel beter passen in het beeld dat van de poort ge-schetst wordt. De muurpijlers komen wat uit de lucht vallen op deze plek. In de Hebreeuwse consonantentekst is er maar weinig verschil tussen we’elaw en we’elammo. Het is daarom goed mogelijk dat de Hebreeuwse kopiist abu-sievelijk het woord voor ‘muurpijlers’ gelezen heeft, mede onder invloed van hetzelfde woord later in het vers. Dat vermoeden wordt gesteund door het feit dat ook de Septuaginta op deze plek ‘voorhal’ leest in plaats van ‘muurpijlers’.7 Reden genoeg voor veel commentaren en vertalingen om op dit punt af te wijken van de masoretische tekst.8 Dat doen we ook in de BGT (waarin we ‘voorhal’ weergeven als ‘hal’). Zo blijven de beschrijvingen van de verschil-lende binnenpoorten analoog aan elkaar, wat de tekst eenvoudiger en over-zichtelijker maakt voor lezers.

3. Ezechiël 40:44 Twee gebouwen voor de priestersMT Aan de buitenkant van de binnenste poort waren zijhallen voor zan-

gers, aan de binnenste voorhof. Die naast de noordelijke poort keken uit op het zuiden, en de andere, naast de oostelijke poort, (keken uit) op het noorden.

LXX en zie: [er waren] twee hallen in de binnenste voorhof; één achter de poort welke uitkijkt op het noorden, die gericht was op het zuiden. En één achter de poort naar het zuiden, die uitkeek op het noorden.

GNB Aan het binnenplein lagen nog twee vertrekken: het ene vertrek lag naast het noordelijke poortgebouw en zag uit op het zuiden, het an-dere vertrek lag naast het zuidelijke poortgebouw en zag uit op het noorden.

NBV Aan de buitenkant van de binnenpoort waren zijhallen voor de zan-gers, aan de binnenhof. Die naast de noordpoort keken uit op het zuiden, en de andere, naast de oostpoort, keken uit op het noorden.

BGT Op het binnenplein van de tempel stonden nog twee gebouwen. Het ene gebouw stond naast de noordelijke poort. De ingang ervan keek uit op het zuiden. Het andere gebouw stond naast de zuidelijke poort. De ingang ervan keek uit op het noorden.

In Ezechiël 40:44-46 ziet Ezechiël tijdens zijn rondleiding over het tempel-plein twee gebouwen. De Hebreeuwse tekst van vers 44 is problematisch. Dat komt ten eerste omdat er van deze gebouwen gezegd wordt, dat ze bestemd zijn voor de zangers. Maar in de volgende verzen (v.45-46) wordt uitgelegd dat de gebouwen bedoeld zijn voor de dienstdoende priesters. Niet alleen op grond van de literaire context, maar ook vanuit inhoudelijk religieus perspec-

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20

Page 10: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

8 Met Andere Woorden [ 31] 2

tief zijn de zangers hier een vreemde eend in de bijt. Zangers behoorden niet tot de priesters die de offercultus uitvoerden, en mochten daarom niet in de binnenste voorhof komen. Veel commentaren en vertalingen lezen daarom in plaats van ‘zangers’ – wat in het Hebreeuws sarim is – het woord setayim (‘twee’).9 De kopiist van de Hebreeuwse tekst zou in dat geval de letter taw (t) verwisseld hebben met de letter resh (r). Ook de Septuaginta leest hier ‘twee’ in plaats van ‘zangers’. Die lezing past erg goed in de context, omdat er in de volgende verzen inderdaad twee verschillende gebouwen aan de orde komen. Ook in de BGT nemen we deze lezing over.Een tweede probleem in vers 44 is van architectonische aard. Van het gebouw dat naast de noordelijke poort staat, wordt in de Hebreeuwse tekst gezegd dat hij op het zuiden gericht was. Het gebouw keek dus uit op de binnenste voor-hof. Van het andere gebouw wordt gezegd dat hij op het noorden uitkeek. Dit wekt de verwachting dat de twee gebouwen recht tegenover elkaar lagen, in overeenstemming met de gebruikelijke symmetrie van de tempel. De conse-quentie daarvan zou zijn dat het tweede gebouw naast de zuidelijke poort zou moeten liggen. Maar tegen alle verwachting in zegt de masoretische tekst dat het tweede gebouw naast de oostelijke poort ligt. De Septuaginta geeft hier wel de logische tekst en noemt de zuidelijke in plaats van de oostelijke poort. In de BGT volgen we de lezing van de Septuaginta, net als bijvoorbeeld de GNB.10

4. Ezechiël 40:49 Een trap met tien tredenMT De voorhal was 20 el lang en 11 el breed, en op de traptreden waarop

men gaat.LXX De lengte van de ailam was 20 el en de breedte 12 el; en via tien treden

kon men boven komen.GNB De voorhal was twintig el breed en twaalf el diep. Langs tien treden

kwam men de tempel binnen.NBV De voorhal was 20 el lang en 11 el breed. Tien treden leidden ernaar-

toe.BGT De totale breedte van de hal was dus 10 meter. De lengte van de hal

was 6 meter. Je kon de hal bereiken via een trap met tien treden.

In Ezechiël 40:48-49 komt de voorhal van de tempel aan bod. Vers 49 be-vat het nietszeggende zinnetje ‘en op de traptreden waarop men gaat’ (ubam-ma‛alot ’asher ya‛alu ’elaw). Elders in Ezechiël 40 worden vaker ‘traptreden’ genoemd bij de beschrijving van de tempel. In die verzen wordt steeds het aantal treden vermeld (zie 40:6, 22, 26, 31, 37). Vermoedelijk is dat van oor-sprong ook in 40:49 het geval geweest. Misschien zou daarom in plaats van

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 8 30-05-12 16:20

Page 11: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

9Met Andere Woorden [ 31] 2

het Hebreeuwse ’asher (‘waarop’) het woordje ‘eser (‘tien’) gelezen moeten worden.11 De zin luidt dan: ‘en men kon boven komen via tien traptreden’. Ook de Septuaginta heeft een dergelijke lezing. Die volgen we in de BGT. In dit geval heeft ook de NBV de lezing van de Septuaginta overgenomen.12

5. Ezechiël 41:22 Het voetstuk van het altaarHoewel de bovenstaande voorbeelden misschien anders doen vermoeden, ne-men we niet altijd de lezing van de Septuaginta over wanneer die verschilt van de masoretische tekst. Soms is het met het oog op de begrijpelijkheid van de tekst niet nodig om af te wijken van de masoretische tekst, ook al weerspie-gelt de Septuaginta op de betreffende plek mogelijk een meer oorspronkelijke tekst. Dat is bijvoorbeeld het geval in Ezechiël 41:22. In dat vers wordt het altaar in de tempel beschreven:

MT Het altaar was van hout, 3 el hoog en 2 el lang, met hoekpunten, en zijn lengte en zijn wanden [waren] van hout.

LXX … een houten altaar, waarvan de hoogte 3 el was en de lengte 2 el en de wijdte 2 el; en het had hoorns, en zijn voetstuk en zijn zijkanten waren van hout.

GNB Het [altaar] was drie el hoog en twee el lang. Het was geheel van hout, ook de hoeken, het voetstuk en de zijkanten.

NBV Het altaar was van hout, 3 el hoog en 2 el lang, met hoekpunten, en ook de zijkanten waren over de hele lengte van hout.

BGT Dat altaar was 1,5 meter hoog en 1 meter lang. Het had vier hoeken, en was van hout. Ook de zijkanten waren helemaal van hout.

De Hebreeuwse tekst heeft in dit vers de wat vreemde zin ‘en zijn lengte en zijn wanden (waren) van hout’. De uitdrukking die gebruikt wordt voor ‘en zijn lengte’ luidt in het Hebreeuws we’orko. De Septuaginta heeft op deze plek echter de woorden kai hê basis autou – ‘en zijn voetstuk’. Het Hebreeuwse equivalent daarvan is wa’adanayw. In de Hebreeuwse consonantentekst lijkt wa’adanayw enigzins op we’orko. Het is daarom mogelijk dat er in de He-breeuwse tekst van de kopiist eigenlijk wa’adanayw (‘en zijn voetstuk’) stond, maar dat de kopiist in plaats daarvan per ongeluk we’orko (‘en zijn lengte’) heeft gelezen. Dat zou gebeurd kunnen zijn onder invloed van dezelfde uit-drukking we’orko eerder in het vers. Een dergelijke vergissing zou kunnen verklaren hoe we’orko in de Hebreeuwse tekst terechtgekomen is. Omdat het alternatief wa’adanayw (‘en zijn voetstuk’) ook nog eens vijftig keer voorkomt in de voorschriften voor de tabernakel in Exodus 25-40, is dat voor veel bijbel-

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 9 30-05-12 16:20

Page 12: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

10 Met Andere Woorden [ 31] 2

wetenschappers aanleiding geweest om in Ezechiël 41:22 niet we’orko (‘en zijn lengte’) maar wa’adanayw (‘en zijn voetstuk’) als de oorspronkelijke lezing te beschouwen.13 Ook de GNB vertaalt met ‘zijn voetstuk’. De NBV houdt echter vast aan de masoretische tekst. Deze vertaling lost het probleem van de lastige grondtekst op door ‘en zijn lengte en zijn wanden’ te lezen in de betekenis van ‘zijn wanden over de gehele lengte’. Aangezien een dergelijke interpretatie een eenvoudig beeld oplevert, is het voor de BGT niet nodig om hier een andere keuze te maken dan de NBV. We hebben de lezing van de NBV daarom over-genomen, en weergegeven als: ‘Ook de zijkanten waren helemaal van hout.’

ConclusieZoals de bovenstaande voorbeelden laten zien, volgen we in de BGT van Eze-chiël 40-42 regelmatig de lezing van de Septuaginta, en wijken daarmee af van de Hebreeuwse (masoretische) tekst, en vaak ook van de NBV. Maar we doen dat alleen in gevallen waarin de masoretische tekst een lezing heeft die niet valt te rijmen met de context, en waarin de Septuaginta een goede oplossing biedt voor het tekstprobleem. In een aantal van die gevallen ligt het voor de hand dat de Septuaginta ook daadwerkelijk een ‘meer oorspronkelijke’ tekst reflecteert dan de masoretische tekst. Toch is onze keuze om op sommige plekken de Septuaginta te volgen uiteindelijk niet gebaseerd op het vermoeden dat die een ‘meer oorspronkelijke’ tekst biedt, maar op het feit dat we met de Septuaginta een tekst in handen hebben die een heel oud voorbeeld geeft van hoe de Hebreeuwse tekst op een eenvoudiger en duidelijker manier gelezen kan worden.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 10 30-05-12 16:20

Page 13: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

11Met Andere Woorden [ 31] 2

Noten

1 Voor meer studie over het tekstkritisch gebruik van de Septuaginta, zie bijvoorbeeld E. Tov, The

Text-Critical Use of the Septuagint in Biblical Research (Second Edition, Revised and Enlarged),

Jerusalem 1997.

2 Voor tekstkritische studies over het boek Ezechiël, zie bijvoorbeeld Johann Lust, ‘The Septuagint

of Ezekiel According to Papyrus 967 and The Pentateuch’ in: Ephemerides Theologicae Lovani-

enses 72/1 (1996), 131-137; en E. Tov, ‘Recensional Differences between the Masoretic Text and the

Septuagint of Ezekiel’ in: E. Tov, The Greek and Hebrew Bible: Collected Essays on the Septuagint,

Leiden 1999, 397-410.

3 De NBV neemt in Ezech. 40-42 zo’n drie keer een lezing van de Septuaginta over (in 40:49, 41:9

en 42:11). De GNB meer dan twintig keer (in 40:6, 8, 14, 22, 30, 37, 38, 44 [2x], 48, 49 [2x]; 41:1, 3,

9, 15, 16, 22; 42:1, 4, 10, 11, 12, 16-17).

4 Vertaling op basis van de digitale editie van NETS, http://ccat.sas.upenn.edu/nets/edition/38-

iezekiel-nets.pdf.

5 Zo bijvoorbeeld W. Zimmerli, Ezechiel 2. Ezechiel 25-48, Neukirchen-Vluyn 1969, 989; L.C. Allen,

Ezekiel 20-48, Dallas 1990, 222; B. Maarsingh, Ezechiël III, Nijkerk 1991, 150; D. Block, The Book of

Ezekiel Chapters 25-48, Grand Rapids 1998, 528.

6 ailammo in de Septuaginta is een transcriptie van het Hebreeuwse ’elammo – ‘zijn voorhal’.

7 De LXX heeft op deze plaats de transcriptie ta ailammo. Daaruit blijkt met zeer grote waarschijn-

lijkheid dat in de Vorlage van de LXX we’elammo stond. Het is hier dus duidelijk dat het niet om

een secondaire tekstverbetering door de vertaler van de LXX gaat.

8 Zo bijvoorbeeld Zimmerli, 989; Allen, 222n37a; Maarsingh, 151; Block, 528n78.

9 Zo bijvoorbeeld Zimmerli, 1022; Allen, 223n44b; Maarsingh, 154; Block, 535n112, 535-537.

10 Zo bijvoorbeeld ook Zimmerli, 1023; Allen, 223n44f; Maarsingh, 154; Block, 535n116.

11 Zo bijvoorbeeld Zimmerli, 990; Allen, 223n49c; Maarsingh, 155; Block, 539n7.

12 Oplettende lezers zullen opmerken dat we in dit vers ook in een ander detail de Septuaginta ge-

volgd hebben. Terwijl de MT de lengte van de voorhal vaststelt op 11 el (= 5,5 meter), geeft de LXX

als lengte 12 el (= 6 meter). De lengte zoals genoemd in de MT klopt niet met de totale lengte van

de tempel in 41:13. De lengte die de LXX noemt, komt daarmee wel uit. Om die reden stellen we

in de BGT de lengte vast op 6 meter, overeenkomstig de LXX.

13 Zie bijvoorbeeld Zimmerli, 1046; Allen, 225n22e; Maarsingh, 164; Block, 556n96.

Dr. M. van der Vorm-Croughs is als oudtestamenticus werkzaam bij het Nederlands Bijbel-

genootschap voor het project Bijbel in Gewone Taal.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 11 30-05-12 16:20

Page 14: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

12 Met Andere Woorden [ 31] 2

p Afbeelding 1. Psalter, Henrick Eckert van Homberch, Antwerpen 1500, fol r8v (reproductie uit Brussel KB, BR: A 2106).

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 12 30-05-12 16:20

Page 15: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

13Met Andere Woorden [ 31] 2

Additis picturisLatijnse geïllustreerde bijbels uit de Nederlanden

(1477-1547)

August den Hollander

Van de bijbels die in de eerste eeuw na de uitvinding van de boekdruk-kunst in de Nederlanden zijn verschenen, is een flink deel in het Latijn gedrukt.1 Van de 115 bijbeledities die in de eerste vijftig jaar (1477-1520) in de Nederlanden op de markt komen, is ruim de helft (61) in het Latijn, de overige uitgaven zijn in het Nederlands, met uitzondering van een Frans psalter in 1513.2 In de daarop volgende decennia (1520-1547) is nog steeds ongeveer een derde van de bijbeledities in het Latijn. Vanaf het begin verschijnen Latijnse bijbels waarin illustraties zijn op-genomen, zij het slechts spaarzaam. Pas vanaf 1520 komen echte geïl-lustreerde Latijnse bijbels op de markt met meer omvangrijke reeksen illustraties. Niet alleen de aantallen veranderen, maar ook de functie van de illustraties in Latijnse bijbels verandert in de loop der tijd. In deze bijdrage zal duidelijk worden wat de typerende kenmerken van een La-tijnse geïllustreerde bijbel zijn, zoals formaat en type vertaling. In ver-band daarmee zal ook de functie van een dergelijke bijbel ter sprake komen.

Decoratieve functie van illustratiesIn de periode van 1477 tot 1520 bestond de bijbelproductie hoofdzakelijk uit uitgaven van de Epistelen en evangeliën en psalters. Van de psalters was on-geveer driekwart in het Latijn (29 van 40) en van de Epistelen en evangeliën ongeveer een derde (17 van 52). Van de overige bijbeledities was ook het groot-ste deel in het Latijn (15 van 23). Tot deze Latijnse bijbeledities behoorden een complete bijbel, vier edities van het Nieuwe Testament en verder uitgaven van een of meerdere bijbelboeken, waaronder vier edities van de Brieven van Paulus. De beoogde doelgroep van deze Latijnse bijbeledities was uiteraard een geschoold publiek. De lezer moest Latijn kennen of bezig zijn om het te

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 13 30-05-12 16:20

Page 16: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

14 Met Andere Woorden [ 31] 2

p Afbeelding 2. Epistelen en evangeliën (Nederlands), Peter van Os van Breda, Zwolle 1488, fol a1r (reproductie uit Den Haag, KB 171 G 97).

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 14 30-05-12 16:20

Page 17: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

15Met Andere Woorden [ 31] 2

leren. Ongeveer een kwart (16) van de Latijnse bijbeledities uit deze periode is schaars geïllustreerd. Dertien edities hebben slechts op de titelpagina een afbeelding.

De volgende voorbeelden kunnen meer duidelijk maken over de functie van illustraties in de vroegste gedrukte Latijnse bijbeledities in de Nederlanden. De eerste illustratie in een gedrukte Latijnse bijbeleditie is opgenomen in een psalter, uitgegeven in 1486 te Zwolle door Peter van Os van Breda. Deze illus-tratie toont de zogenaamde mystieke wijnpers: Christus staat geknield onder een wijnpers. Een kelk staat gereed om zijn bloed op te vangen. De afbeelding verbeeldt op zeer letterlijke wijze het katholieke leerstuk van de aanwezigheid van Christus in de eucharistie. De afbeelding heeft inhoudelijk geen directe relatie met de inhoud van het boekje: de tekst van het psalter. De houtsnede was dan ook niet speciaal voor deze editie vervaardigd, maar reeds eerder in dat jaar door Van Os gebruikt voor een Nederlandstalige editie van dat Liden ende Passie Ons Heren. Voor de uitgave van dat werk had Van Os een serie van nieuwe illustraties laten maken over het lijden van Christus.3 Uit die serie had Van Os slechts één houtsnede genomen ter decoratie van zijn editie van het psalter.4 De houtsnede komt twee keer voor in de uitgave: ter opvulling van de blanco versozijde van het titelblad (fol A1v), en aan het einde van de edi-tie onder het colofon. Meer dan een algemene decoratieve functie heeft deze houtsnede in de editie van het psalter blijkbaar niet.

Nog steeds louter decoratief, maar wel met een duidelijker link naar de in-houd van het werk, zijn de diverse afbeeldingen van David die zijn opgeno-men in Latijnse edities van het psalter. In veel gevallen betreft het de bekende en tot de verbeelding sprekende bijbelse voorstelling van David die een steen naar Goliats voorhoofd slingert. Deze illustratie komt bijvoorbeeld voor in de Latijnse edities van het psalter van de Antwerpse drukker en uitgever Henrick Eckert van Homberch uit 1500 en 1515 (Afbeelding 1).

In de editie uit 1500 is de houtsnede zelfs drie keer afgedrukt: op het titelblad, vervolgens op de versozijde van het laatste blanco blad van het voorwerk, di-rect tegenover de eerste tekstbladzijde van het psalter, en ten slotte helemaal achteraan in de editie op de versozijde van het laatste blanco blad. In onge-bonden staat toonde het boekblok dus zowel op de voor- als de achterzijde dezelfde afbeelding van David.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 15 30-05-12 16:20

Page 18: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

16 Met Andere Woorden [ 31] 2

Doelgroep en beoogde functieDe keuze van de uitgever voor het opnemen van bepaalde houtsneden in een bijbeleditie werd niet alleen bepaald door het reeds in bezit hebben van typo-grafisch materiaal. De selectie werd vaak mede bepaald door de doelgroep en/of de beoogde functie van de editie. Illustratief daarvoor zijn de uitgaven van de Epistelen en evangeliën van Van Os uit 1487 en 1488. In beide jaren bracht hij twee Nederlandstalige uitgaven van dit werk op de markt. Beide edities zijn, en dat is uitzonderlijk voor bijbeluitgaven uit deze vroege periode, geïl-lustreerd met een serie houtsneden, zoals ook op het titelblad van beide edities wordt aangekondigd.5 (Afbeelding 2)

In deze edities zijn de houtsneden weliswaar niet in de tekst zelf geplaatst, maar ze gaan wel overal direct vooraf aan het bijbelgedeelte waarop ze be-trekking hebben. In 1488 brengt Van Os ook twee Latijnse uitgaven van de Epistelen en evangeliën op de markt. In tegenstelling tot de Nederlandse edities zijn in de Latijnse edities geen illustraties opgenomen. Alleen op het titelblad is dezelfde houtsnede van de evangelist Lucas afgedrukt die ook was gebruikt voor het titelblad van de beide Nederlandse edities. Tussen de Nederlandse en

Afbeelding 3. Bijbel, Jean Thibault voor Frans Birckmann, Antwerpen 1526, I3r (reproductie uit Amsterdam UB, Ned.Inc.606).

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 16 30-05-12 16:20

Page 19: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

17Met Andere Woorden [ 31] 2

de Latijnse edities bestaan meer verschillen. De Nederlandse edities zijn uitge-voerd in het handzame octavoformaat. De Latijnse edities zijn gedrukt in het kwartoformaat, dat in deze periode vooral gebruikt werd voor schoolboeken. Schoolboeken waren meestal niet geïllustreerd, zodat de prijs zo laag mogelijk kon blijven. Het verschil in uitvoering tussen de Nederlandse en de Latijnse edities lijkt dan ook vooral samen te hangen met de functie van het werk voor het beoogde koperspubliek.

Verklarende illustratiesNa 1520 verandert het beeld van de productie van Latijnse bijbels in de Ne-derlanden ingrijpend, zowel inhoudelijk als ook wat betreft de uitvoering. Zo verdwijnt het genre van de Latijnse Epistelen en evangeliën, dat in de halve eeuw daarvoor nog zo bepalend was, vrijwel volledig. Het Latijnse psalter blijft weliswaar bestaan, maar is niet meer gezichtsbepalend voor de Latijnse bijbelproductie uit de periode 1520-1547. Een nieuw type bijbel zal de Latijnse bijbelproductie gaan domineren. Van de Latijnse bijbeledities uit deze periode bestaat bijna de helft uit uitgaven van het Nieuwe Testament, een genre dat in de eerdere periode nauwelijks voorkwam. Ook wat betreft de vormgeving vin-den grote veranderingen plaats. Decoratieve illustraties die geen inhoudelijke relatie met de editie hebben, komen steeds minder vaak voor. In uitgaven van het Nieuwe Testament of de evangeliën, werden vaak afbeel-dingen van de evangelisten opgenomen. In deze periode werden Latijnse bij-beledities daarnaast in toenemende mate voorzien van series illustraties. In 1526 bijvoorbeeld drukt Jean Thibault in Antwerpen een Latijnse bijbel voor de Keulse uitgever Frans Birckmann. In deze editie verschijnt voor het eerst een serie zogenaamde Postilla-houtsneden. Deze afbeeldingen gaan terug op die in de gedrukte uitgaven van de Postilla, het beroemde bijbelcommentaar van de Franse theoloog Nicolaas van Lyra (ca. 1270-1349). Deze illustraties zijn verklarende afbeeldingen bij de meestal tamelijk ingewikkelde beschrij-vingen van bouwkundige of liturgische objecten in het Oude Testament, zoals de beschrijving van de kleding van de priester Aäron of de troon van Salomo.6

(Afbeelding 3)

Dergelijke verklarende illustraties bij het Oude Testament treffen we aan in meer Latijnse en ook in talloze volkstalige edities van de volledige bijbel uit deze periode. Ter illustratie van de tekst van het Oude Testament in Latijnse bijbeledities vinden we in deze periode verder nog een serie van bijna honderd fraaie houtsneden die gekopieerd zijn naar Holbeins Icones. Deze komen voor in de Latijnse bijbeluitgave in folioformaat die de Antwerpse drukker Martin

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 17 30-05-12 16:20

Page 20: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

18 Met Andere Woorden [ 31] 2

Nuyts (Martinus I Nutius) in 1541-1542 voor zijn plaatsgenoot de uitgever Jo-han Steels (Steelsius) van de pers liet komen.7 In totaal bevat deze bijbel, waar-van verder nog het bijbelboek Openbaring geïllustreerd was, het royale aantal van 113 tekstillustraties.8 In de editie is bovendien geen enkele houtsnede op meer dan een plaats gebruikt.9 Het titelblad vermeldt niet zonder reden met trots dat de editie is voorzien van zeer kunstig gemaakte afbeeldingen (‘iconi-bus artificiosissimus’). Maar ook wordt de beoogde functie van de illustraties op het titelblad helder aangeprezen: de illustraties zijn opgenomen om de le-zer te helpen de verhalen te onthouden (‘quo Lectoris memoriae consulatur’).Verreweg de meeste bijbelillustraties vinden we evenwel in Latijnse edities van het Nieuwe Testament. Deze illustratiereeksen zijn minder homogeen dan die in de edities van het Oude Testament. Ze zijn bovendien vaak samengesteld uit meerdere, al dan niet bestaande, series houtsneden. Deze houtblokken waren dan ook vaak al geruime tijd in gebruik en werden meestal ook door meerdere drukkers gebruikt. Zo publiceert de Antwerpse drukker en uitge-ver Merten de Keyser in 1536 een Novum Testamentum in de vertaling van Erasmus. De 26 houtblokken die hij gebruikt ter illustratie van zijn editie zijn gedurende een periode van twintig of soms dertig jaar in gebruik en worden in hun bestaan door vier en soms vijf verschillende drukkers hergebruikt.

Toenemend aantal illustratiesHet aantal illustraties in geïllustreerde Latijnse bijbeledities neemt rond de jaren veertig van de zestiende eeuw toe ten opzichte van edities uit de eerste decennia van de zestiende eeuw. In 1538 publiceert de Antwerpse drukker

Afbeelding 4. Nieuw Testament, Gulielmus Mon-tanus, Antwerpen 1538, fol A1r (repro-ductie uit Brussel KB, BR LP 4173 A).

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 18 30-05-12 16:20

Page 21: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

19Met Andere Woorden [ 31] 2

p Afbeelding 5. Nieuw Testament, Gulielmus Montanus, Antwerpen 1538, fol c5r (reproductie uit Gent UB, Acc. 16031).

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 19 30-05-12 16:20

Page 22: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

20 Met Andere Woorden [ 31] 2

en uitgever Gulielmus Montanus twee Latijnse edities van het Nieuwe Testa-ment, een uitgave van Erasmus’ Novum Testamentum en een Vulgaateditie. Beide edities zijn gedrukt in het uiterst kleine sedecimoformaat en beide zijn geïllustreerd, wat op het titelblad van de edities ook is aangekondigd (‘additis picturis’). (Afbeelding 4)

De 37 illustraties zijn, conform de informatie op het titelblad, vrijwel uitslui-tend in de tekst van de bijbelboeken Handelingen en Openbaring opgeno-men.10 Het titelblad kondigt aan dat het daarbij gaat om voorstellingen van wonderen en visioenen. In het bijbelboek Openbaring is inderdaad een serie van twintig illustraties van de visioenen opgenomen, gemaakt naar het voor-beeld van de illustraties van Holbein. Maar de koper wiens belangstelling voor deze editie was getrokken vanwege de aangekondigde afbeeldingen van won-deren, zal waarschijnlijk teleurgesteld zijn geraakt. Slechts twee afbeeldingen in het bijbelboek Handelingen tonen een wonder, dat door de apostel Paulus is verricht. Deze twee illustratieve afbeeldingen van de wonderen zijn sterk narratief van karakter en visualiseren meerdere scenes binnen een afbeelding. De eerste afbeelding, die alleen maar in de Vulgaateditie uit 1538 voorkomt, verbeeldt Handelingen 20:7-12 waarin Paulus een jongeman tot leven wekt die slapend vanuit een vensterbank op de derde verdieping is gevallen. De tweede afbeelding, die in beide edities uit 1538 voorkomt, verbeeldt Handelingen 28:1-16. Op de achtergrond is te zien hoe Paulus na een schipbreuk voor de kust van Malta gastvrij op het eiland wordt ontvangen. Op de voorgrond is te zien hoe Paulus daar door een slang wordt gebeten als hij hout op het vuur gooit, maar vervolgens ongedeerd blijft. (Afbeelding 5)

Het kleine formaat suggereert dat de beide edities waren bedoeld voor parti-culier gebruik, waarbij de afbeeldingen vooral een illustratieve functie bij de tekst lijken te hebben. Blijkbaar sloegen de edities goed aan bij het koperspu-bliek, want in 1540 en in 1542 bracht Montanus opnieuw een vergelijkbaar Latijns Nieuwe Testament met illustraties uit. Beide edities gaven de tekst van Erasmus’ Novum Testamentum. Ook deze edities waren in klein formaat: in duodecimoformaat in 1540 en in sedecimoformaat in 1542. De beide edities worden eveneens aangeprezen op het titelblad met de mededeling dat illustra-ties van wonderen en visioenen zijn opgenomen, zij het nu in het hele Nieuwe Testament (‘Additis picturis totius novi testamenti, quibus miracula & visi-ones exprimuntur’). Kopers van deze edities kregen nu meer waar voor hun geld. Niet alleen bevatten deze edities meer dan honderd illustraties, vooral dankzij soms meervoudige herhaling van houtsneden. Ook is het aantal il-

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 20 30-05-12 16:20

Page 23: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

21Met Andere Woorden [ 31] 2

lustraties van wonderen groter, door toevoeging van enkele houtsneden van wonderen die door Christus zijn verricht.

Ook in andere Latijnse edities worden vanaf de jaren veertig grotere aantallen illustraties opgenomen. Kopieën naar de reeks illustraties uit de edities van Montanus verschijnen in de Latijnse edities van het Nieuwe Testament uit 1542 en 1543 door de Antwerpse drukker en uitgever Jean Richard. Onder vrijwel dezelfde titel als Montanus en diens navolgers (‘Additis picturis to-tius Novi Testamenti, quibus miracula et visiones exprimuntur’) publiceert de Antwerpse drukker en uitgever Johan Hillen (Joannes Hillenius) in 1543 een uitgave van Erasmus’ Novum Testamentum. Ook deze editie is in een zeer handzaam duodecimoformaat gedrukt. De 86 illustraties in dit Nieuwe Tes-tament zijn grotendeels gedrukt van nieuwe houtblokken. Vooral in het boek

p Afbeelding 6. Nieuw Testament, Johan Hillen, Antwerpen 1543, fol M6r (reproduc-tie uit Amsterdam UB, 1145 H 40).

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 21 30-05-12 16:20

Page 24: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

22 Met Andere Woorden [ 31] 2

Openbaring en de vier evangeliën zijn illustraties opgenomen, waaronder meerdere illustraties van wonderen door Christus. (Afbeelding 6)

In 1544 brengt Hillen opnieuw een geïllustreerde Latijnse editie van het Nieu-we Testament uit, ditmaal een Vulgaatuitgave. De illustraties in deze editie zijn grotendeels gedrukt van dezelfde blokken die Hillen gebruikte voor zijn editie van 1543, alleen voor het boek Openbaring leent hij een serie hout-blokken van zijn Antwerpse collega Henrick Peetersen van Middelburch. Ten slotte publiceert Jan Batman in 1545 een Latijnse Vulgaateditie van het Nieuwe Testament in het handzame octavoformaat met een volledig nieuwe serie houtsneden. Van de bijna honderd illustraties in deze editie is ongeveer een derde een herhaling van een ook elders in de editie afgedrukte illustratie, tweederde is dus nieuw. (Afbeelding 7)

De houtsneden worden een decennium later door de Antwerpse drukkers en uitgevers Hans de Laet en Johan Steels voor hun Latijnse edities van het Nieuwe Testament hergebruikt.

Tot slotSamenvattend kan voor de eerste vijftig jaar van de boekproductie in de Ne-derlanden worden vastgesteld dat de Latijnse bijbeluitgaven geen tekstillus-traties in de tekst hebben, dat wil zeggen geen illustraties die in de tekst zijn

p Afbeelding 7. Nieuw Testament, Jan Batman, Antwerpen 1545, fol E8v (reproductie uit Amsterdam UB VU, XC 06339).

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 22 30-05-12 16:20

Page 25: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

23Met Andere Woorden [ 31] 2

geplaatst of die een directe relatie met nabijgelegen tekst hebben. Sommige edities bevatten wel een of twee houtsneden, die soms wel en soms niet een inhoudelijke relatie hebben met de inhoud van het werk als geheel. Deze il-lustraties hebben een louter decoratief karakter en zijn meestal op het titelblad afgedrukt en soms ook elders in de uitgave ter opvulling van een blanco blad. Dergelijke illustraties maakten de uitgave niet alleen aantrekkelijker om te zien, maar ze konden tegelijk ook de inhoud ervan aankondigen aan de mo-gelijke kopers. Pas vanaf 1525 verschijnen geïllustreerde Latijnse bijbels met een redelijk dui-delijk profiel. Een voorbeeld van een typische geïllustreerde Latijnse bijbel-uitgave in de zestiende eeuw in de Nederlanden is een Nieuw Testament in de vertaling van Erasmus, gedrukt in een (zeer) klein formaat. Een dergelijk werk bevat afbeeldingen bij de tekst van de evangeliën en het boek Openba-ring. De illustraties zijn meestal kopieën naar voorbeelden uit verschillende bestaande series, hier en daar aangevuld, en om die reden soms wisselend in stijl en formaat. In enkele gevallen zijn geheel nieuwe series houtsneden gemaakt voor een Latijns Nieuw Testament. De functies van illustraties in Latijnse bijbeledities zijn verschillend: ter illustratie, als een hulpmiddel voor het geheugen, of als verklaring bij de tekst.

Noten

1 Gegevens over (aantallen) en uit (afbeeldingen) bijbeledities in deze bijdrage zijn afkomstig uit

www.bibliasacra.com. Een uitgebreide Engelse bewerking van deze bijdrage zal worden gepu-

bliceerd in Shaping the Bible in the Reformation, Library of the Written Word 20, ed. B. Gordon en

M. McLean, Leiden 2012.

2 A.A. den Hollander, Early Printed Bibles in the Low Countries (1477-1520) in: Infant Milk or Hardy

Nourishment? The Bible for Lay People and Theologians in the Early Modern Period, ed. W. Francois

en A.A. den Hollander, BETL 198, Leuven 2009, 51-61.

3 I. Kok, De houtsneden in de incunabelen van de Lage Landen 1475-1500. Inventarisatie en bibliogra-

fische analyse (2 vols, s.l. 1994; onuitgegeven diss. Amsterdam UvA), 393-395.

4 In de vijf daarop volgende jaren is de houtsnede nog zeker in acht edities gebruikt, vrijwel uit-

sluitend in psalters en uitgaven van het Liden ende Passie.

5 De editie uit 1487 bevat zeventien houtsneden, die uit 1488 veertien houtsneden.

6 B.A. Rosier, The Bible in Print. Netherlandish Bible Illustration in the Sixteenth Century (2 dln),

Leiden 1997, I, 69-70.

7 B.A. Rosier, I, 244-248. Ook zijn enkele kopieën opgenomen naar afbeeldingen uit Holbein’s

Dance of Death.

8 De houtblokken die zijn gebruikt voor de afbeeldingen bij het boek Openbaring waren eerder

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 23 30-05-12 16:20

Page 26: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

24 Met Andere Woorden [ 31] 2

ook gebruikt voor de Nederlandse edities van het Nieuwe Testament van Hans van Ruremunde

uit 1525 en Hiero Fuchs eveneens uit 1525, zie N. de Hommel-Steenbakkers, ‘Censorship or Self-

protection? Modifications in Apocalypse Illustrations in sixteenth-century Bibles printed in the

Low Countries’ in: W. Francois en A.A. den Hollander, 191-221.

9 Alleen voor het titelblad, zie B.A. Rosier, I, 244.

10 Verder is alleen een afbeelding van de betreffende evangelist in elk van de vier evangeliën opge-

nomen.

Dr. A.A. den Hollander is hoogleraar voor de geschiedenis van het religieuze boek aan de

Faculteit der Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit. Onder zijn leiding wordt gewerkt

aan de vervaardiging van een elektronische bibliografie van bijbels gedrukt in Nederland

en België tot 1800 (www.bibliasacra.nl).

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 24 30-05-12 16:20

Page 27: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

25Met Andere Woorden [ 31] 2

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 25 30-05-12 16:20

Page 28: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

26 Met Andere Woorden [ 31] 2

p ‘Saul doet de priesters van Nob dooden’, uit: Historie des Ouden en Nieuwen Testaments […], Amsterdam 1700.Foto: NBG/Sandra Haverman

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 26 30-05-12 16:20

Page 29: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

27Met Andere Woorden [ 31] 2

Bureaucraten in de Bijbel

Meindert Dijkstra

In de Bijbel komen veel ambtenaren en bestuurders voor. De koningen van Israël en Juda hadden mensen in dienst om de belastingen te in-nen. Steden en provincies moesten worden bestuurd. Er waren speciale functionarissen om de officiële kronieken bij te houden, om aan het hof de administratie te doen en om de legers van de koning aan te voeren. Hoe worden ambtenaren door de oorspronkelijke auteurs van de Bijbel aangeduid? Met welke begrippen en titulatuur zijn de verschillende groepen bestuurders van elkaar te onderscheiden? En hoe moeten die worden vertaald?

Deze bijdrage presenteert de resultaten van een klein onderzoekje, dat ik ooit beloofde in te stellen naar de vertaling van officiële titels in De Nieuwe Bij-belvertaling (NBV). Meestal zijn dat titels van personen die werkzaam zijn aan het hof in de nauwe kring rondom de koning, namelijk zijn ministers, of van magistraten die zijn aangesteld in het bestuur en de administratie van de koninkrijken Juda en Israël. Het laat zich verstaan dat dergelijke speciale titels, wanneer het enigszins kan, direct herkenbaar zouden moeten zijn voor de lezer of hoorder, net zoals onze moderne begrippen: kamerlid, minister of premier van het kabinet. Of dat het geval is, valt te bezien. Mijn onderzoek en kritiek betreft overigens niet speciaal de NBV, waaraan ik van harte heb meegewerkt. Dezelfde problemen, die ik meen waar te nemen in de NBV met betrekking tot het vertalen van titels, bestonden al in de Staten-vertaling en zijn vele gereviseerde versies, de NBG-vertaling 1951 (NBG 1951) en andere recente vertalingen.1

Ik heb de aanduidingen van de verschillende ambtenaren en bestuurders in drie groepen ingedeeld. Ik bespreek eerst de koninklijke ambtenaren (1-5), daarna de raadsheren en krijgsknechten (6-8) en ten slotte de hoge ambtena-ren (9-13).

1. dienaar van de koningDe meest voorkomende titel is de tamelijk algemene titel ‘èvèd hammèlèch,

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 27 30-05-12 16:20

Page 30: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

28 Met Andere Woorden [ 31] 2

‘dienaar van de koning’ of ‘èvèd gevolgd door een koningsnaam, bijvoorbeeld ‘èvèd Chizkijahoe, ‘dienaar van Hizkia’. Zo vinden we ook de dienaren van de farao, van Saul, koning Achis, David, Salomo, koning Chiram van Tyrus, enzovoort. Het lijdt geen twijfel dat ‘èvèd een term is met een breed spectrum aan be-tekenissen. Maar al die betekenissen geven op een of andere wijze de relatie weer tussen een persoon en iemand anders, die hoger in de maatschappelijke hiërarchie staat. Dat is degene, aan wie hij/zij ondergeschikt is, van wie men onderdaan is, of bij wie men in dienst staat (zo 2 Samuel 9:2) of van wie men zelfs het bezit is.2 Als het in de NBV gaat om een ‘èvèd van een koning of van de farao, dan is steeds sprake van ‘dienaar’ (Genesis 20:8, 40:20, Exodus 7:10 enzovoort). In gesprekken tussen de koning en zijn onderdanen duiden de laatstgenoem-den zichzelf doorgaans aan met de beleefdheidsvorm ‘uw dienaar’ (1 Samuel 17:58, 2 Samuel 3:3). Dat geldt ook in het verkeer tussen God en mens.3 Als het niet om een ondergeschikte van een hooggeplaatste gaat, zet de NBV voor ‘èvèd in navolging van de NBG 1951 het woord ‘knecht’ in.4 In die zin kunnen we correct spreken over Abrahams knecht (Genesis 24:32), de pries-terknecht (1 Samuel 2:13, 15), en Elisa’s knecht Gechazi (2 Koningen 5:20, 8:4). Uit buitenbijbelse administratieve documenten, zegels en zegelafdrukken blijkt dat ‘bd hmlk/ ‘èvèd hammèlèch of ‘bd/‘èvèd+koningsnaam een erkende en in zekere zin ook beschermde titel is, die de betrokkene met waardigheid en privileges, maar ook met verantwoordelijkheid voor het bestuur van het land bekleedt. Anders gezegd: niet iedereen kan zomaar ‘dienaar van de ko-ning’ genoemd worden. Het gaat om magistraten uit het landbestuur, die ver-antwoording aan de koning schuldig zijn.

2. hovelingNaast ‘dienaar’ is ook een aantal keren het woord ‘hoveling’ gebruikt om de-zelfde groep mensen rondom de farao en de koning van Israël of Juda aan te dui-den. Het valt op dat naarmate de frequentie van de term ‘èvèd+koningsnaam/referentie naar een koning toeneemt, veel vaker de vertaling ‘hoveling’ wordt gebruikt. In het algemeen kan gezegd worden dat de vertaling ‘hoveling’ goed gekozen is, ook als het meer gaat om een specifieke hoogwaardigheidbekleder of een lid van een specifieke groep in dienst van de koning, bijvoorbeeld het leger of het landsbestuur. Het is zelfs mooi om op te merken dat in de NBV, zolang David nog geen koning is, over zijn ‘knecht’ wordt gesproken (1 Samuel 25:8vv),

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 28 30-05-12 16:20

Page 31: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

29Met Andere Woorden [ 31] 2

terwijl de term ‘hoveling’ pas wordt gebruikt als David koning is geworden (2 Samuel 12:18).5 Het betreft hier een onderscheid dat in de Statenvertaling (SV) en de NBG 1951 nog niet werd gemaakt.

3. hoveling = ministerVolgens mij is het echter een probleem dat het woord hoveling in de NBV niet alleen is gereserveerd als vertaling van ‘èvèd+koningsnaam/referentie naar een koning, maar ook wordt gebruikt voor een andere aanduiding voor een functie aan het koninklijke hof, namelijk de saries. Het woord saries is een leenwoord uit het Akkadisch dat in het algemeen een hofbeambte of magis-traat kan aanduiden, maar soms ook de specifieke betekenis van ‘eunuch’ kan hebben (Jesaja 56:3-4). Het is heel goed mogelijk dat voor de schrijver van het verhaal over Jozef de aanduiding sariesee par‘oh (Genesis 39:1, 40:2, 7, zie ook 1 Samuel 8:14-15, Jeremia 38:7) min of meer synoniem was met ‘avdee par‘oh. Maar dat neemt niet weg dat het oorspronkelijk om twee verschillende woor-den gaat, die elk een eigen betekenisveld hebben. Omdat de beide begrippen in 1 Samuel 8:15 pal naast elkaar staan, moest de vertaler al uitwijken naar ‘hovelingen en hoge ambtenaren’. Op zich een uitstekende vertaling, die de suggestie wekt van een elite van hogere ambtenaren en een bureaucratie daar omheen.Naast de vertaling van ‘èvèd hammèlèch met ‘hoveling’ zou ik voor saries een andere vertaling hebben gekozen, bij voorkeur een Fremdwort: ‘minister’ of ‘magistraat’, of anders ‘kamerheer’ zoals in 2 Koningen 8:6, 24:12, 15 en 1 Kronieken 28:1.6 Zoals uit de weergave van 1 Samuel 8:15 al bleek, ontstaan er inconsequenties als titels in clusters optreden, zoals ook in 2 Koningen 24: 12, 15 en Jeremia 29:2 gebeurt. De aanduiding ‘èvèd hammèlèch is eigenlijk een soort parapluterm, die ver-schillende functies van hogere ministers en lagere ambtenaren in het lands-bestuur omvatte. Ook het hogere priesterschap en de legerleiding vielen onder deze groep personen die verantwoording verschuldigd waren aan de koning. Waarschijnlijk mogen we uit 2 Koningen 24:12 afleiden dat in de groep van ‘hovelingen’ of ‘dienaren van de koning’ onderscheid werd gemaakt tussen sariem en sariesiem, de hoogste ministers en lagere hovelingen, hoewel het verschil niet altijd consequent lijkt.

4. dienaar = opzichter De termen ‘èvèd en saries worden niet alleen als groepsaanduiding gehan-teerd, maar ook als aanduiding van individuele personen.7 Opvallend is ech-ter dat tot nu toe alleen de eerste is aangetroffen op veel zegels en op kleizegels

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 29 30-05-12 16:20

Page 32: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

30 Met Andere Woorden [ 31] 2

p De koningin van Sjeba bezoekt Salomo, uit: J. Luyken, De Schriftuurlyke Geschie-denissen[…], Amsterdam 1712.Foto: NBG/Sandra Haverman

of bullae, waarmee men documenten en vaatwerk verzegelde. Een bekende ‘èvèd was Jerobeam, de dienaar van Salomo (2 Kronieken 13:6; in 1 Koningen 11:26 een van de ambtenaren van Salomo!) en de latere koning van Israël, van wie we toevallig ook weten dat hij officieel verantwoordelijk was voor de rege-ling van de herendienst in het koninkrijk Israël (1 Koningen 11:26-28). Welis-waar wordt zijn officiële functietitel niet in 1 Koningen 11 gebruikt, maar die titel kennen we wel uit 1 Koningen 4:6 en van zegels: ’asjèr ‘al hammas/’sjr ‘l hms, de ‘opzichter over de herendienst’. Dat is precies de taak waarmee koning Salomo de jonge ambtenaar Jerobeam belastte.

5. persoonlijk dienaar van de koningDe enige gestalte die we met name kennen uit het Oude Testament als ‘èvèd hammèlèch is Asaja tijdens de regering van koning Josia (2 Koningen 22:12 = 1 Kronieken 34:20). ‘Persoonlijk dienaar van de koning’ vertaalde men in de NBV. Natuurlijk was Asaja persoonlijk verantwoording schuldig aan de ko-

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 30 30-05-12 16:20

Page 33: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

31Met Andere Woorden [ 31] 2

ning, maar de vertaling ‘zijn persoonlijke dienaar’ suggereert een functie als persoonlijke kamerling of vertrouwenspersoon. Een weergave, die de beteke-nis van de titel als zodanig niet dekt. Waarom juist hij alleen in deze delegatie van vijf met deze titel wordt genoemd blijft duister. Wel is er van hem als een van de weinigen bij archeologisch onderzoek een officieel zegel opgedoken, waarop hij genoemd wordt met deze titel van koninklijk ambtenaar. Er zijn nu zo’n vijftien andere personen met deze titel bekend van zegels en zegelafdruk-ken, maar de meeste dragers van deze titel kennen we niet uit de Bijbel.8 Wel bevestigt het aantal verhoudingsgewijs het belang van de titel in het bestuur. Kortom, het is een titel met groot bestuurlijk mandaat en gezag.

6. raadsheerOmdat ‘èvèd hammèlèch echter een vrij strikt gebruikte officiële titel is, moet hij in vertaling niet te snel opgevuld worden met allerlei verschillende bete-kenissen, zeker niet wanneer er voor bepaalde functies in het landsbestuur, diplomatie en legerleiding ook eigen functie-aanduidingen bestaan. Een voorbeeld. In 1 Koningen 20:23, 31; 22:3, 2 Koningen 7:12, 13 worden dege-nen die in de NBV normaliter als ‘hovelingen’ worden aangeduid, ‘raadshe-ren’ genoemd, een vertaling die trouwens ook vaak voor sariem, meervoud van sar, wordt gebruikt. Het lijkt mij net iets te ver gaan om zulke algemene aanduidingen als ‘èvèd en sar met ‘raadsheer’ weer te geven, omdat daarmee gemakkelijk de functie van adviseur wordt gesuggereerd. Natuurlijk konden hovelingen de koning raad verschaffen, maar mijn bezwaar is dat voor zo’n koninklijk adviseur of raadgever ook een eigen functie-aanduiding bestaat: jo‘eets (2 Samuel 15:12 = 1 Kronieken 27:32-33, 2 Kronieken 25:16, Jesaja 3:3; 41:2, Micha 4:9). In 2 Koningen 25:19 = Jeremia 52:25 waar saries met raadsheer is weergegeven is de titel een term voor een koninklijke magistraat, in dit geval belast met oorlogszaken, zeg maar de minister van oorlog.

7. legeraanvoerderEen apart probleem vormt hetzelfde begrip ‘èvèd in de context van oorlogs-voering. Vaak wordt bij ‘knechten van David’ onmiddellijk aan krijgsknech-ten en soldaten gedacht, ook door de vertalers van de NBV, maar is dat cor-rect? In 2 Samuel 11:1 stuurt David Joab en zijn knechten (NBG 1951) ten strijde tegen de Ammonieten. Het is duidelijk dat we hier moeten denken aan generaal Joab en zijn ondergeschikte aanvoerders. Daarmee geeft de NBV een goede weergave van het Hebreeuws, hoewel de term ‘aanvoerder’ volgens mij na de Tweede Wereldoorlog alleen nog populair is gebleven in het voetbaljar-

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 31 30-05-12 16:20

Page 34: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

32 Met Andere Woorden [ 31] 2

gon. Eerder valt hier te denken aan legerleiders of officieren. Daarmee komt men ook beter uit in 11:9, waar gezegd wordt dat Uria niet naar huis gaat, maar in het poortgebouw blijft slapen bij de andere ‘knechten van zijn heer’ (NBV). Even later zijn echter ‘mijn heer Joab en de knechten van mijn heer’ ineens opperbevelhebber Joab en zijn manschappen! En weer even later wor-den de ‘knechten van David’ geïdentificeerd als soldaten van David. Nu zal er ongetwijfeld ook veel voetvolk zijn gesneuveld bij de belegering van Rabbat Ammon, de hoofdstad der Ammonieten, maar het gaat hier blijkbaar toch om de slachtoffers uit die specifieke beroepsgroep, waarvan Uria deel uitmaakte. Anders gezegd: de legerofficieren. Ik denk dat dan ook het beste gesproken kan worden over Joab en zijn officieren en dat Uria solidair met zijn maten blijft slapen bij de andere officieren in het poortgebouw van het paleis. Daar-bij kan in het midden blijven of met de officieren van zijn heer de legerleiders van koning David wordt bedoeld of van diens generaal Joab.

8. wapendrager Hetzelfde probleem speelt in de geschiedenis van de opstand van Absalom. ‘Knechten van David’ treffen Absalom aan hangend aan zijn haar in een te-rebint en een van deze officieren meldt dat aan zijn meerdere, Joab (2 Samuel 18:9-10). Wanneer Joab hem vraagt waarom hij Absalom niet onmiddellijk heeft gedood, maakt hij duidelijk dat hij van andere legeraanvoerders van Da-vid en ook van koning David zelf het bevel heeft gekregen om Absalom te spa-ren. Joab moet derhalve een beroep doen op zijn eigen mensen om Absalom om het leven te brengen. In dit verband wordt ook een speciale term gebruikt: het zijn de tien ne‘ariem, Joabs wapendragers, die de klus moeten klaren (2 Samuel 18:15). Helaas weten we niet precies wat deze antieke term ne‘ariem inhield, maar de indruk bestaat, ook op grond van Egyptische teksten, dat zij een soort elite-eenheid vormden, in dit geval de lijfwacht van generaal Joab. Het verhaal vertelt met zorg hoe Joab de moord op Absalom op zijn geweten heeft. Ik zou in dit verband vertalen: ‘Joabs eigen elite-eenheid, zijn tien wa-pendragers gingen om Absalom heen staan …’

9. hofmaarschalk, hofmeester, kanselierIn het algemeen kan gezegd worden dat de titels van de hogere ambtenaren, de belangrijkste ministers van de koning, in de NBV consequent zijn weergege-ven. Men kan natuurlijk twisten over de bekendheid of verstaanbaarheid van titels als ‘hofmeester’ voor de Hebreeuwse titel ’asjèr ‘al-habbajit en ‘kanselier’ voor de mazkier. Zulke enigszins verouderde titels maken echter wel duidelijk dat het om titels gaat uit het oud-Israëlitische bestuur, die niet meer onmid-

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 32 30-05-12 16:20

Page 35: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

33Met Andere Woorden [ 31] 2

dellijk door de moderne lezer begrepen hoeven te worden. In ieder geval on-derscheidt de ‘hofmeester’ zich nu in NBV van de sar menoecha, ‘hofmaar-schalk’, de titel van Seraja, de broer van schrijver Baruch in Jeremia 51:59. Overigens had men mijns inziens beter bij de ‘hofmaarschalk’ van de NBG 1951 kunnen blijven, waar we nu ‘hofmeester’ vinden en in Jeremia 51:59 voor een andere titelomschrijving moeten kiezen, bijvoorbeeld ‘koninklijke kwar-tiermeester’ (zie de Leidse Vertaling). Voor het verschil moet dan gewoon de uitleg verder helpen. De gebruikelijke definities van ‘hofmaarschalk’ en ‘hof-meester’ in het Nederlands ontlopen elkaar niet zoveel: hoofd van de konink-lijke huishouding of van de verzorging van de passagiers aan boord van een vliegtuig of schip. Het is echter duidelijk dat zijn functie in de praktijk die van een eerste minister nabij kwam, een soort vizier of onderkoning aan wie de dagelijkse gang van zaken in het landsbestuur was toevertrouwd. Vaak heb ik zelf daarvoor verwezen naar de functie van de Oud-Egyptische vizier, tjaty en ook de hofmeier, de machtigste beambte aan het Frankische hof in de vroege middeleeuwen.

10. hofschrijverEen verbetering is zeker dat de koninklijke schrijver nu in de NBV ‘hofschrij-ver’ is, in onderscheid van het gewone beroep van ‘schrijver’. Soms kan men twijfelen of een bepaald persoon zoals Jonathan, Davids oom, die zijn raad-gever was, tegelijkertijd ook (de) hofschrijver is geweest (1 Kronieken 27:32). Temeer, daar we de officiële koninklijke schrijvers van David en Salomo uit verschillende periodes van hun regering kennen (2 Samuel 8:17 = 20:25, 1 Koningen 4:3, 1 Kronieken 18:16). Waarschijnlijk heeft het woord sofeer in Kronieken al de latere connotatie van een geleerde en was deze Jonathan vol-gens de Kronist een wijs en belezen man! Ook Semaja, de zoon van Netanel (1 Kronieken 24:6), was waarschijnlijk geen hofschrijver, tenminste niet de officiële, hoogste secretaris van de koning, die gewoonlijk met deze titel wordt aangeduid, maar eerder een gewone schrijver in dienst van de tempel. In Ezra 4:8, 9, 17 en 23 bij de titel van hofschrijver Simsai zou het misverstand kunnen ontstaan, dat de brief aan Artaxerxes van het koninklijk hof komt, terwijl het om een schrijven van de officiële schrijver van de kanselarij van de provincie ‘Over de Rivier’ gaat. Het is goed mogelijk hier te vertalen met ‘koninklijke schrijver’ of ‘secretaris’, daarmee doelend op de officiële schrijver die gedeta-cheerd is in dienst van de Perzische overheid.

11. stadscommandantEen van de belangrijkste magistraten in het oude Israël was ongetwijfeld de

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 33 30-05-12 16:20

Page 36: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

34 Met Andere Woorden [ 31] 2

sar ha‘ier, ‘de stadscommandant’. De vertaling van het woord sar en het meer-voud ervan is op zich al een probleem dat de grenzen van deze bijdrage ver overschrijdt. In de NBV vinden we als vertaling van sar nu vaak ‘hoge amb-tenaar’ of ‘raadsheer’. De sar ha‘ier is een titel, die we na de ’asjèr ‘al-habbajit het meest frequent terugvinden op zegels, zegelafdrukken en in administra-tieve documenten. Dat duidt op het tamelijk grote belang van deze bestuurs-ambtenaar in het landsbestuur. Ook hier betoont de NBV zich consistent met ‘stadscommandant’, zelfs in 2 Kronieken 29:20 waar het meervoud wordt ge-bruikt en volgens verschillende andere vertalingen koning Hizkia zich met de magistraten der stad of het stadsbestuur naar de tempel begeeft. Helaas ligt de op zich consequente vertaling ‘Hizkia en de stadscommandanten’ ook niet erg voor de hand. Waarom zouden bij dit belangrijke gebeuren alleen stadscommandanten zijn uitgenodigd? De vertaling ‘stadscommandant’ wekt bovendien de verkeerde indruk dat het om een soort politiefunctionaris gaat. Weliswaar past zo’n weergave goed in 1 Koningen 22:26, maar elders ligt het meer voor de hand om aan de bestuurder van een bepaald district te denken, hetgeen kan variëren van een stad met zijn omgeving tot een regionaal district. Waarschijnlijk moet gedacht worden aan een stad als bestuurscentrum bin-nen een bepaald administratief district, steden waar men niet alleen woonde, maar waar zich ook publieke gebouwen, magazijnen en kantoren bevonden, zoals in Lachis, Megiddo en Berseba.9 Op die manier kan een sar ha‘ier ook een provinciaal of regionaal bestuurder zijn van het type dat Salomo aan-stelde over de twaalf districten van het koninkrijk Israël (1 Koningen 4:8-19). Anders gezegd: het functiebereik van een sar ha‘ier kon wel eens reiken van een burgemeester van een stad en omstreken tot een stadhouder van een pro-vincie. Zo wordt ook 2 Kronieken 29:20, 30 beter begrijpelijk. Hizkia nodigde blijkbaar alle hoogste regionale bestuurders uit voor de ingebruikname van de herstelde tempel. Mijns inziens kan men hier het beste kiezen voor de titel ‘burgemeester’ of ‘provinciehoofd’, omdat de term ‘stadhouder’ al voor een andere titel is gebruikt.

12. stadhouderHet is overigens denkbaar dat het bij de sar ha‘ier oorspronkelijk om dezelfde functie gaat als de nitsaav of nasie’, ‘stadhouder’, (1 Koningen 4:5,7 passim; in NBG 1951 ‘landvoogd’) uit de tijd van koning Salomo. Het woord ‘stadhou-der’ wordt soms ook nog gebruikt voor de latere term pèchaa die waarschijn-lijk van Aramese oorsprong is, zie bijvoorbeeld 1 Koningen 10:15, 2 Koningen 18:24 = Jesaja 39:6. Maar het is niet mijn bedoeling om hier de ontwikkeling van het oud-Israëlitische landsbestuur te bespreken.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 34 30-05-12 16:20

Page 37: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

35Met Andere Woorden [ 31] 2

Er is nog wel een ander probleem: de vertaling ‘stadhouder’ wordt in NBV ook nog voor een andere functie-aanduiding gebruikt: sagan/seganiem, een begrip dat waarschijnlijk oorspronkelijk verwant is met sokeen, ‘beheerder, verzorger’, met de vrouwelijke vorm sokènèt ‘verzorgster, verpleegster’. Nu pas blijkt ook dat in Jesaja 22:15 in de NBV twee titels in elkaar zijn geschoven: ‘Ga naar Sebna, de beheerder van het paleis, en zeg: …’ waar NBG 1951 heeft: ‘Ga heen, treedt binnen bij deze hofmaarschalk, bij Sebna, die over het paleis gaat, en zeg: …’ Er staat echter: ‘Ga heen, treedt binnen bij deze sokeen, bij Sebna, de hofmeester, en zeg: …’ Het is mogelijk dat sokeen hier een andere, min of meer synonieme titel is voor de hofmeier, Sebna,10 of een andere titel voor een hoge ambtenaar zoals ‘èvèd hammèlèch of sar. We kennen van elders deze titel ook voor de beheerder van het paleis van de koning, de koningin of de stad. De titel duidt echter in het algemeen op een man of vrouw, die een bepaalde verzorgingstaak of beheerstaak krijgt toevertrouwd, zoals Abisag, die als ‘verpleegster’ van de oude koning David wordt aangesteld (1 Koningen 1:2, 4). Sommige uitleggers zijn van mening op grond van 2 Kronieken 18:17: ‘De hoogste rangen aan het hof werden bekleed door Davids zonen (NBV),’ dat dezelfde zonen in de parallelle tekst 2 Samuel 8:18, geen priesters, maar sokenîm waren, hoge ambtenaren met speciale bestuurstaken. De Septuaginta heeft hier voor hen zelfs de term diadochoi, ‘troonsopvolgers, plaatsvervan-gers’, gebruikt.

13. gouverneurDe vertaling van de titel sar ha‘ier wordt dus ook nog eens gecompliceerd door het feit dat titels voor bepaalde functies in de loop van de tijd zijn veranderd. Dat verschijnsel is door de NBV redelijk goed vertolkt door in het Oude Tes-tament in oudere teksten de titel ‘stadhouder’ en in jongere ‘gouverneur’ te gebruiken, hoewel dat niet overal consistent gebeurd is. In 2 Koningen 25:22 wordt verteld dat Nebukadnessar, de koning van Babel, Gedalja, de zoon van Achikam, de zoon van Safan, als ‘gouverneur’ aanstelde (ook Jeremia 40:4vv). Het opvallende is echter dat de brontekst geen functieaanduiding (zoals pè-chaa, ‘gouverneur’) noemt. Vermoedelijk hoefde dat ook niet omdat Gedalja waarschijnlijk al de geschikte functie had om leiding te geven aan de nieuwe Babylonische provincie, die Nebukadnessar had gecreëerd, en die later be-kend zou worden als de Perzische provincie Jehud. Natuurlijk is het mogelijk dat Nebukadnessar Gedalja aanstelde tot pachat Jehoeda, zoals Zerubabel en anderen later, maar de tekst zegt dat niet. Het ligt meer voor de hand om aan te nemen dat deze Gedalja identiek was met de ‘èvèd hammelek en de ’as-jèr ‘al-habbajit die ons ook bekend is van een aantal afdrukken op kleizegels

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 35 30-05-12 16:20

Page 38: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

36 Met Andere Woorden [ 31] 2

(bullae). In die hoedanigheid kan hij zijn vader hebben opgevolgd (2 Konin-gen 22:12) als hofmeier en kan Nebukadnessar van zijn diensten als hofmeier gebruik hebben gemaakt om hem het bestuur over het land op te dragen. On-getwijfeld hebben de Babyloniërs baat gehad bij een zekere continuïteit in be-stuur. We zien het vaker gebeuren in de geschiedenis: rijken wisselen elkaar af, koninkrijken gaan ten onder, maar de bureaucratie blijft en stelt zich in dienst van de nieuwe heerser.

BesluitHet regeringsapparaat in de bijbelse oudheid lijkt in veel opzichten niet op wat wij in de moderne tijd gewend zijn. Personen die de titel ‘èvèd droegen, kon-den verantwoordelijk zijn voor heel verschillende activiteiten. Ook de termen saries en sar verwijzen niet eenduidig naar specifieke takenpakketten. Bij deze termen zal van geval tot geval bekeken moeten worden welke weergave voor de moderne bijbellezer het beste beeld geeft van het werk of de positie van de betreffende functionaris. De vertalers van de NBV zijn er redelijk goed in geslaagd om in het Neder-lands passende equivalenten te vinden voor de titels van bijbelse ambtenaren en bestuurders. Maar ik denk dat het in bepaalde gevallen beter kan. Voor de fijnproevers is het bijvoorbeeld altijd lastig wanneer voor sommige verschil-lende termen eenzelfde woord als vertaling is gekozen, zoals bij ‘hoveling’ het geval is. Wellicht kunnen bij de revisie van de NBV ook de soms subtiele bete-kenisverschillen in de titels van ambtenaren in de Bijbel worden gehonoreerd.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 36 30-05-12 16:20

Page 39: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

37Met Andere Woorden [ 31] 2

Noten

1 Ook de Naardense Bijbel van Pieter Oussoren is op dit punt, tegen mijn verwachting in, niet

strikt idiolect met deze titels omgegaan, laat staan dat een poging werd gedaan ze als echte

functietitels te begrijpen (n.b. de vertaling van de titel mazkier met het ogenschijnlijk gram-

maticaal correcte, maar volstrekt nietszeggende ‘die doet gedenken’ of ‘herinneraar’). Het is

merkwaardig om te constateren dat een vertaling die zo strikt de Hebreeuwse syntaxis en gram-

matica probeert weer te geven zich tegelijkertijd zo’n grote vrijheid van vertaling op woordni-

veau veroorlooft bij woorden als ‘èvèd ((dienst)knecht, jongen, hulpjongen, dienaar) en mesjarèt

(helper, dienaar, hulp) om maar een enkel voorbeeld te geven.

2 Ik laat hier de problematiek van ‘slaaf’ als weergave van ‘èvèd terzijde. Het is opvallend dat de

Naardense Bijbel die deze vertaling voor ‘èvèd lijkt te mijden, nogal inconsistent ‘zijn dienaar,

zijn slavin’ vertaalt (Ex. 20:17, 21:20). Waarom in dit geval niet gekozen voor het klassieke ‘dienst-

maagd’?

3 In de NBG 1951 werd hiervoor ‘uw knecht’ gebruikt.

4 In de NBG 1951 vormt ‘de farao en zijn knechten’ (i.p.v. ‘dienaren’) in Ex. 5:21 een uitzondering. In

de NBV is het in ‘zijn dienaren’ gecorrigeerd in overeenstemming met de andere plaatsen in het

verhaal van Jozef en de Exodus.

5 Vermoedelijk ook al in 2 Sam. 3:38, 6:20, waar de vertaling ‘hovelingen’ i.p.v. soldaten m.i. cor-

recter zou zijn.

6 Ook nog het alternatief ‘hofdienaar’ (1 Kon. 22:9 = 2 Kron. 18:8). Oussoren geeft dit woord con-

sequent met ‘hoveling’ weer (uitgezonderd dan de weergave met ‘ontmande’ in Jes. 56:4). Het

woord saries is in de boeken Ester en Daniël nog weer een probleem apart. De NBV koos hier con-

sequent voor ‘eunuch’, maar daardoor ontstaat de nogal vreemde indruk dat al het hofpersoneel

aan het Babylonische en Perzische hof ‘eunuch’ was. Een exotisch ‘duizend en een nacht’ beeld,

dat wel, maar historisch niet erg waarschijnlijk.

7 Zie het enkelvoud van saries in 1 Kon. 22:9 = 2 Kron.18:8, 2 Kon. 8:6, Jer 38:7. In 2 Kon. 23:11 m.i. ten

onrechte weergegeven met ‘de eunuch’, tenzij men redenen heeft om aan te nemen dat het hier

de bewaker van de koninklijke harem betrof. Twee personen uit het koninkrijk Juda staan dus

bekend met de titel saries, Netanmelech en Ebedmelech (resp. 2 Kon 23:11, Jer. 38:7).

8 Zie onder: Gedalja, de zoon van Achikam, die in termen van de NBV ook de functie van ‘hofmees-

ter’ bekleedde.

9 J.K. de Geus, De Israëlitische stad, Palestina Antiqua, Kampen 1984, 137-145.

10 Zeer waarschijnlijk dezelfde persoon als de hofschrijver Sebna (2 Kon. 18:18, 37; 19:2 enz.), die

intussen tot hofmeier is gepromoveerd.

Dr. M. Dijkstra is als oudtestamenticus verbonden geweest aan de Universiteit van Utrecht.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 37 30-05-12 16:20

Page 40: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

38 Met Andere Woorden [ 31] 2

p Virgil Solis, Paulus, uit: Den Bibel [...], Keulen 1565.Foto: NBG/Sandra Haverman

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 38 30-05-12 16:20

Page 41: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

39Met Andere Woorden [ 31] 2

Bestemd tot vaten van genegenheidEen nieuwe lezing van Romeinen 9:22-23

Wim Hendriks

In dit artikel wordt een nieuwe lezing van Romeinen 9:22-23 voorge-steld. Een bespreking van de bestaande vertaalpraktijk laat zien dat de gebruikelijke weergave van deze verzen tekortschiet. Een analyse van de zinsstructuur en van de directe context biedt goede aanknopings-punten voor een andere interpretatie en een nieuwe vertaling.

Ter inleidingIn sommige kerkelijke kringen ‘blijft men de voorkeur geven aan een zo let-terlijk mogelijke vertaling van de brontekst.’1 Vandaar een herziening van de aloude Statenvertaling (SV).2 Maar is de SV wel altijd zo letterlijk, en wordt dit epitheton niet wat onkritisch gebruikt? En wat betekent letterlijk hier? Letter-lijk tegenover figuurlijk? Of letterlijk tegenover vrij? En welke vertalingen zijn dan vrij? Van de vertaling van de brieven van Paulus door Willem Grossouw en Gerard van het Reve, opgenomen in de Willibrordvertaling (WV), werd destijds gezegd dat ze weliswaar vrij was, maar misschien in zekere zin letter-lijker dan gebruikelijk, omdat de vertalers, naar men zegt, Paulus zo adequaat weergeven. Hier wil ik aan de hand van Romeinen 9:22-23 duidelijk maken dat, althans in dit geval, de SV helemaal niet letterlijk is. Hetzelfde geldt voor andere vertalingen, zoals hieronder zal blijken.

De context van Romeinen 9:22-23Uiteraard is het van belang om de twee verzen waar deze bespreking zich op concentreert, in hun directe context te bekijken. Daarom citeer ik eerst de passage 9:20-26, in de Herziene Statenvertaling (HSV).

20 Maar, o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? Zal ook het maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt? 21 Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp klei het ene voorwerp tot een eervol, het andere tot

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 39 30-05-12 16:20

Page 42: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

40 Met Andere Woorden [ 31] 2

een oneervol voorwerp te maken?3 22 En is het niet zo dat God, omdat Hij Zijn toorn wilde bewijzen en Zijn macht bekendmaken, met veel geduld de voorwerpen van Zijn toorn, voor het verderf gereedgemaakt, verdra-gen heeft? 23 En dat met het doel om de rijkdom van Zijn heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van Zijn ontferming, die Hij van tevoren bereid heeft tot heerlijkheid? 24 Hen heeft hij ook geroepen, na-melijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen. 25 Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-geliefde: Geliefde. 26 En het zal zijn dat op de plaats waar tegen hen gezegd was: U bent Niet-Mijn-volk, daar zullen zij kinderen van de le-vende God genoemd worden.4

In 9:20b-21 gebruikt Paulus het beeld van de pottenbakker: deze is soeverein, omdat híj, en niet het product, de bestemming bepaalt. Zijn de pottenbakker en de klei soms elkaars gelijken? Immers, het maaksel zegt toch niet tot zijn maker: waarom heb je me zo gemaakt: gaaf werk of misbaksel, met een eer-volle of een eerloze bestemming? Dan wordt in 22-23 dit beeld op God over-gebracht: als de pottenbakker soeverein is, hoeveel te meer dan God. Maar het blijft wel beeldspraak.

Daarom is het raadzaam eerst goed op de beelden te letten. De tegenstelling van ‘kruikjes die ergernis wekken’ en ‘kruikjes die genegenheid wekken’ kan begrepen worden tegen de achtergrond van het pottenbakkerswerk. Ooit bracht ik een bezoek aan een pottenbakker in Hebron. Deze stad in Israël is al eeuwen beroemd om de fabricage van kleine voorwerpen, van gekleurd glas, maar ook van aardewerk: vaatwerk van allerlei aard, potjes, pannetjes, kruikjes, kannetjes. Wat mij toen opviel: in de ene hoek stonden alle geslaagde producten te drogen, in een andere hoek stonden de mislukte potjes, de af-dankertjes, klaar om ze aan het eind van de dag of de week weg te gooien. Of om de klei ervan opnieuw te gebruiken, zoals pottenbakkers mij vertellen. Vers 24, ten slotte, geeft de toepassing van het beeld. Hier gaat het over ‘ons, niet alleen uit Joden, maar ook uit Heidenen’. Met twee citaten uit Hosea in de verzen 25-26 begint het schriftbewijs van Paulus.

De crux van 9:22-23De vraag is nu wat de verzen 22-23 uitbeelden. Alvorens een antwoord op deze vraag te zoeken, volgt hier de Griekse tekst. Omdat leestekens vertalers meer dan eens op een verkeerd spoor zetten, laat ik ze hier weg.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 40 30-05-12 16:20

Page 43: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

41Met Andere Woorden [ 31] 2

ei de thelôn ho theos endeixasthai tên orgên kai gnôrisai to dunaton au-tou ênenken en pollêi makrothumiai skeuê orgês katêrtismena eis apôlei-an kai hina gnôrisêi ton plouton tês doxês autou epi skeuê eleous ha prohêtoimasen eis doxan

Om een indruk te geven van de wijze waarop het Grieks van deze verzen ge-woonlijk weergegeven wordt, laat ik een aantal vertalingen volgen.

SV En of God, willende zijn toorn bewijzen, en zijn macht bekend maken, met veel lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid; en opdat hij zou bekend maken den rijkdom zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid?

NBG 1951 En als God nu, zijn toorn willende tonen en zijn kracht bekend maken, de voorwerpen des toorns, die ten verderve toebereid wa-ren, met veel lankmoedigheid verdragen heeft – juist om de rijk-dom zijner heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van ontferming, die Hij tot heerlijkheid heeft voorbereid?

WV En als God nu eens, om zijn toorn te tonen en zijn macht te doen kennen, de voorwerpen van die toorn, gereed voor de ondergang, met grote lankmoedigheid heeft verdragen, juist met de bedoe-ling de rijkdom van zijn heerlijkheid te openbaren voor hen die het voorwerp zijn van zijn ontferming, die Hij tot heerlijkheid heeft bestemd ... ?

GNB Hetzelfde is waar voor wat God doet. Hij wil laten zien hoe hij straft en bekendmaken hoe machtig hij is. Daarom juist heeft hij het grootste geduld gehad met hen die hij wilde straffen en die de ondergang tegemoet gingen. Dit deed hij ook om de rijkdom van zijn glorie te openbaren voor hen met wie hij medelijden wilde tonen en die hij had voorbestemd om in zijn glorie te delen.

NBV God heeft degenen die het voorwerp van zijn toorn zijn en die hij heeft bestemd voor de ondergang, met veel geduld verdragen omdat hij zijn toorn ook wil tonen en zijn macht kenbaar wil ma-ken. En omdat hij zijn overweldigende majesteit wil tonen, heeft hij degenen die het voorwerp zijn van zijn barmhartigheid ertoe voorbestemd om in zijn majesteit te delen.

NB En als God nu eens, om zijn toorn te tonen en zijn kracht te doen kennen voorwerpen van toorn, voor ondergang toebereid, in zijn overvloedige lankmoedigheid heeft verdragen – ook om de rijk-

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 41 30-05-12 16:20

Page 44: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

42 Met Andere Woorden [ 31] 2

dom van zijn heerlijkheid te doen kennen over voorwerpen van ontferming, die hij tevoren gereed heeft gemaakt voor heerlijk-heid?

Koolschijn En als God, die zijn toorn wilde tonen en bekend wilde maken waartoe hij in staat is, met veel lankmoedigheid de voorwerpen van toorn, vervaardigd voor vernietiging, heeft verdragen – ook om de rijkdom van zijn glorie bekend te maken ten aanzien van de voorwerpen van medelijden, die hij heeft voorbereid voor glo-rie, (die hij ook heeft geroepen, ons, ...)5

HSV En is het niet zo dat God, omdat Hij Zijn toorn wilde bewijzen en Zijn macht bekendmaken, met veel geduld de voorwerpen van Zijn toorn, voor het verderf gereedgemaakt, verdragen heeft? En dat met het doel om de rijkdom van Zijn heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van Zijn ontferming, die Hij van te-voren bereid heeft tot heerlijkheid?

Een eerste en niet te miskennen probleem in al deze vertalingen is dat het citaat uit Hosea in de verzen 25-26 er maar losjes aanhangt, terwijl het voor Paulus geldt als schriftbewijs van het onmiddellijk voorafgaande. Bovendien is het de vraag of de gebruikelijke vertalingen de brontekst wel goed weer-geven. Dikwijls wordt aangenomen dat de Griekse zin van 9:22-23 een ana-koloet is. In sommige vertalingen zie je dat nog doorschemeren, in andere vertalingen wordt de zin gladgestreken. Wat kan er mis zijn met de gegeven vertalingen? Nogal wat, naar zal blijken.6 Er zijn twee aanwijzingen die leiden tot een beter begrip en een meer adequate vertaling van deze passage: de over-gang van beeld naar betekenis, en de structuur van de Griekse zin.

Overgang van beeld naar betekenisEen belangrijk gegeven is dat de Griekse tekst de overgang van beeld naar betekenis ondubbelzinnig aangeeft. Die overgang vindt plaats direct na vers 23. Na ‘vaten van ontferming’ of ‘vaatwerk dat genegenheid wekt’ zou men (parallel met ‘vaten die hij te voren bereid had’) als begin van 24 verwach-ten: ‘vaten die hij ook riep’. Er volgt echter ‘die hij ook riep, ons’.7 Sommige vertalingen (met name GNB) beginnen al in de verzen 22-23, en dus voortij-dig, met het doorvertalen van het beeld naar het verbeelde (in GNB feitelijk een allegoriserende parafrase). Maar ook de andere vertalingen interpreteren het beeld voortijdig. Ze vertalen ‘vaatwerk’ door naar mensen, ten verderve toebereid, gereed voor de ondergang, en zeggen dan: ‘God heeft ze met veel lankmoedigheid verdragen.’

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 42 30-05-12 16:20

Page 45: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

43Met Andere Woorden [ 31] 2

Analyse van de zinsstructuurDe Griekse tekst bestaat uit meerdere bijzinnen en verschillende deelwoord-constructies,8 en slechts één hoofdzin, met het werkwoord ênenken. Dit is een verhalende vorm bij ferô = dragen, brengen. Opvallenderwijs lopen twee zinsdelen parallel: skeuê orgês katêrtismena eis apôleian (kruikjes die ergernis wekken, die klaar staan om weggegooid te worden) en skeuê eleous ha pro-hêtoimasen eis doxan (kruikjes die genegenheid wekken, die hij bedoeld had om er stralend uit te zien).9 Beide zinsdelen scharnieren om het woordje epi. Tussen beide zinnen in staat een parenthese, ingeleid door een kai in zijn oor-spronkelijke betekenis van ook, zelfs, nog, juist: juist om de rijkdom van zijn heerlijkheid bekend te maken. De essentie van de zin kan als volgt weergege-ven worden: God êneken (droeg) kruikjes die ergernis wekken epi (tot) kruik-jes die genegenheid wekken. Het is dus van belang om de precieze betekenis van de combinatie ferô epi in deze zin vast te stellen. De manier waarop ênen-ken ... epi weergegeven wordt in de gebruikelijke vertalingen (zie hierboven) is om drie redenen te bekritiseren.

Ten eerste onderkennen de vertalingen niet dat we in deze zin te maken heb-ben met een irrealis. Toch is juist het onderkennen van de irrealis nodig om Paulus’ gedachtegang duidelijk naar voren te brengen. De lezer verwacht op grond van de irrealis ênenken dat God een dergelijke herbestemming van tot vernietiging bestemde kruikjes niet tot stand brengt. De verrassende wending van vers 24 en de daarop volgende citaten is: Wie had het gedacht? Hij heeft het tóch gedaan! Luister naar Hosea.In de tweede plaats wordt in de gebruikelijke vertalingen niet onderkend dat – na de tussenzin juist om de rijkdom van zijn heerlijkheid bekend te maken – de zin in vers 23 doorloopt, en dat het voorzetsel epi een verbinding aangaat met de verbale vorm ênenken. De vertalingen leggen die verbinding niet, en geven epi weer als ‘ten aanzien van’ (in feite meestal over of voor). Ten derde, alle vertalingen interpreteren ênenken als (figuurlijk) verdragen in plaats van (concreet) dragen of brengen. Nu kán het werkwoord ferô in een figuurlijke betekenis gebruikt worden, maar dit is tamelijk zeldzaam. Er is daarom alle reden om te kijken of de gebruikelijke concrete betekenis hier niet beter past.

De vertaling van ferô epiIk meen dus dat ferô epi in 22-23 gebruikt wordt in de betekenis: bestemmen tot, brengen tot, in die zin dat de kruikjes van de ene lotsbestemming ‘ge-bracht worden tot’ een andere bestemming. Het voorzetsel epi (op, bij, tot)

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 43 30-05-12 16:20

Page 46: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

44 Met Andere Woorden [ 31] 2

duidt, met de vierde naamval, richting of verplaatsing aan, van het een naar het ander. Het kan gebruikt worden, zoals hier, voor het ontstaan van nieuwe toestanden.10

Nu roept mijn vertaling van ferô epi met bestemmen tot de vraag op of dit wel kan, aangezien woordenboeken deze betekenis niet geven. Daarom wil ik wij-zen op de herkomst van de gebruikelijke vertaling. De vertaling verdragen gaat terug op de Latijnse Vulgaat, die het Griekse ênenken weergeeft met sustinuit, van sustineo, omhooghouden, staande houden, maar ook (oneigenlijk) uithou-den, verdragen. Augustinus daarentegen, waarschijnlijk in navolging van de Vetus Latina, vertaalt ênenken herhaaldelijk met attulit, van adfero, ergens heen dragen, ergens heen brengen, of brengen tot. Dan krijg je de volgende constructie: deus ... attulit ... vasa irae ... in vasa misericordiae, God bracht/bevorderde/bestemde kruiken van woede/ergernis tot kruiken van genegen-heid.11 Op een andere manier kun je de uitdrukking in vasa misericordiae nau-welijks verstaan.12 Kortom, mij lijkt van kardinaal belang dat alles in de volzin van 22-23 scharniert (vergelijk Latijn cardo) rond dat voorzetsel epi: kruikjes die ergernis wekken bestemmen tot kruikjes die genegenheid wekken.

Dit alles leidt tot de volgende vertaling:22 Stel nu dat God, die zijn ergernis wil tonen en zijn kracht bekendma-ken, met veel grootmoedigheid kruikjes die ergernis wekken, die klaar staan om weggegooid te worden, 23 – juist om de rijkdom van zijn heer-lijkheid bekend te maken – zou bestemmen tot kruikjes die genegenheid wekken, die hij bedoeld had om er stralend uit te zien. 24 Die kruikjes dat zijn wij, die hij geroepen heeft, niet alleen uit joden, maar ook uit niet-joden, 25 zoals hij het ook bij Hosea zegt: wat mijn niet-volk was, zal ik mijn volk noemen, en de niet-beminde welbeminde. 26 En het zal gebeu-ren op de plaats waar hun gezegd werd: mijn niet-volk zijn jullie, dat ze daar zonen van een levende God genoemd zullen worden.

Wat Paulus wil zeggenVers 24 spreekt ondubbelzinnig over Gods roeping niet alleen van joden maar ook van niet-joden. Deze roeping van joden en niet-joden is te vergelijken met het beeld in de verzen 22-23. Zowel joden als heidenen zijn om zo te zeggen de misbaksels van een pottenbakker die klaarstaan om weggedaan te wor-den. Maar ze worden niet afgedankt, doch krijgen een nieuwe bestemming: ze wekken de genegenheid van de pottenbakker. Zo gaat het ook met joden èn heidenen: de niet-beminden worden wel-beminden. In deze paar verzen

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 44 30-05-12 16:20

Page 47: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

45Met Andere Woorden [ 31] 2

vinden we dus in kort bestek terug wat Paulus al in het begin van zijn brief aan de Romeinen uiteengezet heeft, namelijk dat allen, joden zowel als niet-joden, onder de heerschappij van de zonde staan (Romeinen 3:9). Niettemin genieten beide groepen de genegenheid en de genade van God. God is groter dan ons hart.

We mogen niet vergeten dat Paulus in Romeinen 9 spreekt vanuit zijn eigen situatie, en vanuit heel concrete levenservaringen. Men hoeft maar te denken aan de moeilijkheden die de aanleiding waren voor zijn brief aan de Galaten, of aan de oplossing die het zo genoemde apostelconcilie volgens het verhaal van Handelingen aangedragen heeft. Petrus zegt (Handelingen 15:8-9): ‘God die de harten kent, bevestigde dat, door aan hen (niet-joden), net als aan ons, de heilige geest te schenken. Hij heeft in geen enkel opzicht onderscheid ge-maakt tussen ons en hen.’ Romeinen 9 gaat dus primair over de kwestie van christenen uit jodendom èn heidendom binnen dezelfde geloofsgemeenschap.

Latere generaties hebben het centrale thema van Romeinen 9, namelijk de verhouding van christenen uit de volken ten opzichte van joden, naar het tweede plan verschoven. De nadruk komt dan algauw te liggen op het thema uitverkiezing-verwerping, en sinds Augustinus (in het Westen althans) wordt predestinatie gezien als hét thema van dit hoofdstuk. De Reformatie werkte dit thema verder uit.

In het voorafgaande heb ik laten zien dat Romeinen 9:22-23 anders gelezen kan worden dan gebruikelijk. Joden en christenen genieten Gods genegen-heid. Hij heeft ze bestemd tot vaten die zijn genegenheid wekken. Het is na-tuurlijk een krasse uitspraak van Paulus: God bestemt joden en niet-joden, vaten die zijn toorn doen ontbranden, tot vaten van chesed, tot kruikjes van genegenheid. Toch is deze nadruk op Gods barmhartigheid (vergelijk ook Ro-meinen 9:16) niet nieuw. Ik wijs hier op een tweetal teksten. In Psalm 30:6 lezen we: ‘Een oogwenk duurt zijn toorn, een leven lang zijn welgevallen.’ En in Jesaja 54:7: ‘In een moment van woede heb ik u in de steek gelaten, maar vol genegenheid breng ik u weer bijeen.’ Tot slot citeer ik Exodus Rabba 19:4: ‘Er is geen schepsel dat de Heilige – hij is gezegend – afwijst: allen aanvaardt hij, de poorten zijn elk moment open, en wie er binnen wil gaan, die mag daar binnengaan.’

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 45 30-05-12 16:20

Page 48: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

46 Met Andere Woorden [ 31] 2

Noten

1 Elbert Boot, ‘De Statenvertaling herzien’ in: Met Andere Woorden 29/4 (december 2010), 3-10, zie

pagina 3.

2 Herziene Statenvertaling, Heerenveen 2010.

3 ‘Letterlijk’ zou zijn: het ene een voorwerp tot eer, het andere tot oneer.

4 Woorden die omwille van het Nederlands toegevoegd zijn, staan in SV en HSV schuingedrukt. In

deze passage gebeurt dat wel heel vaak (niet zo’n best teken).

5 Paulus, Aan de Romeinen, vertaald door Gerard Koolschijn met medewerking van Henk Flinter-

man, Amsterdam 2009.

6 We mogen niet vergeten dat het hier om een zeer moeilijke tekst gaat. Zie bijvoorbeeld Augusti-

nus, Questiones Exodi 32, CCL 33, 82: in eodem loco perdifficili.

7 In het Grieks is het verschil iets groter: in plaats van (skeuê) ha kai ekalesen, hier in feite hous kai

ekalesen hêmas.

8 Deelwoordconstructies zijn verkorte bijzinnen.

9 De genitief in de uitdrukkingen skeuê orgês en skeuê eleous is een genitivus obiectivus. Vandaar

mijn vertaling: kruikjes die ergernis wekken naast kruikjes die genegenheid wekken.

10 Aldus Wolters’ Woordenboek Grieks Nederlands (onder epi 7): voor nieuwe toestanden. Het

voorzetsel epi duidt vaker een verandering aan, zo bijvoorbeeld Polybius, Historiae 38.5.2: meta-

bainomen epi tas hellênikas, we gaan nu over tot de kwestie van de Grieken.

11 Zie van Augustinus behalve het citaat in Questiones Exodi 32 onder meer ook dat in Enarrationes

in Psalmos (Ps. 58) 1.20.7, CCL 39, 743.

12 Opmerkelijk is zijn zinspeling in Enarrationes (Ps. 105) 36,1, CCL 40, 1713: ut essent non vasa irae sed

vasa misericordiae (deze twee tegenover elkaar).

Dr. W.M.A. Hendriks is oud- en nieuwtestamenticus, en graecist.

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 46 30-05-12 16:20

Page 49: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

47Met Andere Woorden [ 31] 2

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 47 30-05-12 16:20

Page 50: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

48 Met Andere Woorden [ 31] 2

266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 48 30-05-12 16:20

Page 51: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

Met Andere Woorden wordt gratis toegezonden aan hen die

geïnteresseerd zijn in het vertalen van de Bijbel en de geschiedenis

daarvan.

Bijdragen ter bestrijding van de onkosten van dit blad kunnen

gestort worden op bankrekeningnummer 26 63 80 808 van het

Nederlands Bijbelgenootschap te Haarlem, onder vermelding van

‘gift Met Andere Woorden’.

Adreswijzigingen kunt u doorgeven door de adresband van dit

nummer te voorzien van het juiste adres en deze retour te zenden

aan het Nederlands Bijbelgenootschap.

Voorbehoud:

De redactie wijst erop dat de mening die uit de artikelen spreekt

niet overeen hoeft te komen met de mening van de redactie.

Artikelen voor Met Andere Woorden kunt u zenden aan het

redactiesecretariaat, Y. Zwart, tel. 023 - 514 61 51, e-mail:

[email protected] of Postbus 620, 2003 RP Haarlem.

De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren of (na

overleg met de auteur) te wijzigen of in te korten.

Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) is een vereniging zonder

winstoogmerk. Voor de realisering van zijn taken is het NBG

aangewezen op de financiële steun van zijn leden, giftgevers en

relaties. Het NBG ontvangt geen subsidie van de overheid.

Doelstelling van het NBG is ervoor te zorgen dat de Bijbel zo veel

mogelijk mensen bereikt en aanspreekt.

U kunt het werk van het NBG in binnen- en buitenland

steunen door uw lidmaatschap of door het geven van een gift

op bankrekeningnummer 26 63 80 808 van het Nederlands

Bijbelgenootschap te Haarlem, onder vermelding van ‘gift NBG’.

Meer informatie vindt u op www.bijbelgenootschap.nl.

266616_MAW-omslag_2-2012.indd 5 30-05-12 16:17

Page 52: 266616 MAW-omslag 2-2012 - Nederlands Bijbelgenootschap266616_MAW-biwerk_2-2012.indd 7 30-05-12 16:20 8 flfi˛˝˙ˆˇfi˘fi ˘ˇfi ˆ ˜˚ 21˛ 6 tief zijn de zangers hier een vreemde

266616_MAW-omslag_2-2012.indd 2 30-05-12 16:17