255 Zorg En Bouw Voor Sterk Gedragsgestoorde Ernstig Verstandelijk Gehandicapten Nog In Ontwikkeling

2
bouw en organisatie 117 zorg & financiering > 2-2007 heeft het Bouwcollege hierover een rapport aan VWS uitgebracht. Om een huisvestingscompo- nent te kunnen bepalen is het in ieder geval nodig te weten hoe groot (in termen van bruto m 2 ) nieuw te bouwen voorzieningen gemiddeld moeten zijn, welke investeringskosten per m 2 moeten gelden, en wat de investeringen zijn over de levensduur van deze voorzieningen. Het Bouwcollege heeft bij de beantwoording van deze vragen gebruikgemaakt van bekende uit- gangspunten uit de AWBZ. Zo kon in veel geval- len worden uitgegaan van eerder in het rapport Quick scan in de care (april 2006) ontwikkelde modellen. Uiteraard is niet alleen gekeken naar overeen- komsten maar ook naar verschillen met de jeugdzorg, en de geformuleerde hypothesen met betrekking tot ruimtegebruik, kosten en levens- duurpatronen zijn dan ook getoetst in gesprek- ken met en aan de hand van verkregen materiaal van instellingen voor jeugdzorg. Dit heeft er bij- voorbeeld toe geleid dat voor gebouwen van jeugdzorginstellingen van een veel beperktere ‘midlife’ renovatie wordt uitgegaan dan in de care. Wat de kostenuitgangspunten betreft is voor de zwaarste voorzieningen in de sector, de residentiële voorzieningen, aangesloten op de kinder- en jeugdpsychiatrie. Separeervoorzie- ningen zijn buiten beschouwing gebleven, omdat deze in de jeugdzorg niet voorkomen. Wel is gerekend met een beperkte toeslag voor verzwaarde uitvoering in verband met gedrags- problemen. Deze kan in de AWBZ-prestatie- eisen maximaal tien procent bedragen. Voor de jeugdzorg wordt uitgegaan van vijf procent, waarmee in de gemiddelde groepswoning lijkt te kunnen worden volstaan. Binnen de NHC- vergoeding hebben instellingen de vrijheid te kiezen tussen zelf bouwen, aankopen en ver- bouwen van bestaande panden of huren. Onderzoek gebouwkwaliteit Het Bouwcollege is overigens op verzoek van VWS ook begonnen met de voorbereidende werkzaamheden voor een monitoringonderzoek naar de gebouwkwaliteit in de jeugdzorg. Dit onderzoek is te beschouwen als een aanvulling op het thans gepubliceerde rapport over een NHC. Het kan informatie leveren die van belang is voor een goede overgang naar het nieuwe bekostigingssysteem, zodat – bijvoorbeeld bij eventuele grote kwalitatieve gebreken of bijzon- dere eigendomsconstructies – tijdig maatrege- len kunnen worden getroffen. Bron: Kort Bestek, 2006, nr. 35 (Bouwcollege)< 255 zorg en bouw voor sterk gedragsgestoorde ernstig verstandelijk gehandicapten nog in ontwikkeling In een recent uitgebrachte tussenstand over de zorg en bouw voor sterk gedragsgestoorde ern- stig verstandelijk gehandicapten (SGEVG) heeft het Bouwcollege getracht inzicht te bieden in de aard en omvang en zorg- en huisvestingsvraag van deze zorgintensieve doelgroep. Meer dan een tussenstand is niet mogelijk omdat het Bouwcollege bij het onderzoek wederom ge- confronteerd is met het ontbreken van betrouw- bare capaciteitsgegevens in de gehandicapten- zorg. Een van de aanleidingen voor het onderzoek was dat het Bouwcollege bij de beoordeling van bouwaanvragen met enige regelmaat geconfron- teerd wordt met zeer specifieke en dure maat- regelen en voorzieningen voor SGEVG-cliënten, terwijl bij andere bouwaanvragen voor dezelfde doelgroep wordt gekozen voor redelijk genor- maliseerde oplossingen binnen het normatieve kostenkader. Het onderzoek heeft nog eens bevestigd dat er in het veld geen eenduidige opvattingen over en definities en registraties van deze doelgroep bestaan, waardoor steekhou-

Transcript of 255 Zorg En Bouw Voor Sterk Gedragsgestoorde Ernstig Verstandelijk Gehandicapten Nog In Ontwikkeling

Page 1: 255 Zorg En Bouw Voor Sterk Gedragsgestoorde Ernstig Verstandelijk Gehandicapten Nog In Ontwikkeling

bouw en organisatie

117zorg & financiering > 2-2007

heeft het Bouwcollege hierover een rapport aanVWS uitgebracht. Om een huisvestingscompo-nent te kunnen bepalen is het in ieder gevalnodig te weten hoe groot (in termen van brutom2) nieuw te bouwen voorzieningen gemiddeldmoeten zijn, welke investeringskosten per m2

moeten gelden, en wat de investeringen zijnover de levensduur van deze voorzieningen. HetBouwcollege heeft bij de beantwoording vandeze vragen gebruikgemaakt van bekende uit-gangspunten uit de AWBZ. Zo kon in veel geval-len worden uitgegaan van eerder in het rapportQuick scan in de care (april 2006) ontwikkeldemodellen.Uiteraard is niet alleen gekeken naar overeen-komsten maar ook naar verschillen met dejeugdzorg, en de geformuleerde hypothesen metbetrekking tot ruimtegebruik, kosten en levens-duurpatronen zijn dan ook getoetst in gesprek-ken met en aan de hand van verkregen materiaalvan instellingen voor jeugdzorg. Dit heeft er bij-voorbeeld toe geleid dat voor gebouwen vanjeugdzorginstellingen van een veel beperktere‘midlife’ renovatie wordt uitgegaan dan in decare. Wat de kostenuitgangspunten betreft isvoor de zwaarste voorzieningen in de sector, deresidentiële voorzieningen, aangesloten op dekinder- en jeugdpsychiatrie. Separeervoorzie-

ningen zijn buiten beschouwing gebleven,omdat deze in de jeugdzorg niet voorkomen.Wel is gerekend met een beperkte toeslag voorverzwaarde uitvoering in verband met gedrags-problemen. Deze kan in de AWBZ-prestatie-eisen maximaal tien procent bedragen. Voor dejeugdzorg wordt uitgegaan van vijf procent,waarmee in de gemiddelde groepswoning lijktte kunnen worden volstaan. Binnen de NHC-vergoeding hebben instellingen de vrijheid tekiezen tussen zelf bouwen, aankopen en ver-bouwen van bestaande panden of huren.

Onderzoek gebouwkwaliteit

Het Bouwcollege is overigens op verzoek vanVWS ook begonnen met de voorbereidendewerkzaamheden voor een monitoringonderzoeknaar de gebouwkwaliteit in de jeugdzorg. Ditonderzoek is te beschouwen als een aanvullingop het thans gepubliceerde rapport over eenNHC. Het kan informatie leveren die van belangis voor een goede overgang naar het nieuwebekostigingssysteem, zodat – bijvoorbeeld bijeventuele grote kwalitatieve gebreken of bijzon-dere eigendomsconstructies – tijdig maatrege-len kunnen worden getroffen. Bron: Kort Bestek, 2006, nr. 35 (Bouwcollege)<

255 zorg en bouw voor sterk gedragsgestoorde ernstig verstandelijk gehandicapten nog in ontwikkeling

In een recent uitgebrachte tussenstand over dezorg en bouw voor sterk gedragsgestoorde ern-stig verstandelijk gehandicapten (SGEVG) heefthet Bouwcollege getracht inzicht te bieden in deaard en omvang en zorg- en huisvestingsvraagvan deze zorgintensieve doelgroep. Meer daneen tussenstand is niet mogelijk omdat hetBouwcollege bij het onderzoek wederom ge-confronteerd is met het ontbreken van betrouw-bare capaciteitsgegevens in de gehandicapten-zorg.

Een van de aanleidingen voor het onderzoek wasdat het Bouwcollege bij de beoordeling vanbouwaanvragen met enige regelmaat geconfron-teerd wordt met zeer specifieke en dure maat-regelen en voorzieningen voor SGEVG-cliënten,terwijl bij andere bouwaanvragen voor dezelfdedoelgroep wordt gekozen voor redelijk genor-maliseerde oplossingen binnen het normatievekostenkader. Het onderzoek heeft nog eensbevestigd dat er in het veld geen eenduidigeopvattingen over en definities en registraties vandeze doelgroep bestaan, waardoor steekhou-

Page 2: 255 Zorg En Bouw Voor Sterk Gedragsgestoorde Ernstig Verstandelijk Gehandicapten Nog In Ontwikkeling

zorg

118 2-2007 > zorg & financiering

dende uitspraken over de omvang van de doel-groep niet mogelijk zijn. Een andere conclusie isdat de zorg voor SGEVG-cliënten nog maarbeperkt ontwikkeld is en door een betere op-bouw en spreiding van kennis, en door meersamenwerking in het veld aanzienlijk verbeterdkan worden. Daarbij zou meer duidelijkheid,uniformiteit en zorgvuldigheid in het indicatie-en diagnosetraject kunnen helpen, met vroegtij-dige inschakeling van het Centrum voor Con-sultatie en Expertise (CCE). Volgens veel instel-lingen stelt het beschikbare exploitatiebudgethen niet of nauwelijks in staat voldoende (ge-kwalificeerd) personeel in te zetten. Opvallendis wel dat instellingen die zeer goede resultatenmet SGEVG-cliënten bereiken hierover minderklachten hebben. Volgens de instellingen wordtnoodgedwongen ook regelmatig op de inzet vanpersoneel bezuinigd zodra een cliënt zodanig

succesvol is behandeld dat sprake is van een sta-biele, hanteerbare situatie. Vaak betekent dezebezuiniging dat behandelresultaten in korte tijdvervagen en de problematiek weer toeneemt. Debegeleiding en behandeling van SGEVG-cliën-ten is vrijwel altijd levenslang arbeidsintensief.Wat de huisvesting betreft blijkt uit het onder-zoek dat alle voorkomende en gewenste (combi-naties van) voorzieningen voor SGEVG-cliëntengoed te realiseren zijn binnen de prestatie-eisen,inclusief de kostennormen. Opmerkelijk is ove-rigens dat instellingen die uitdrukkelijke zorg-opvattingen over de doelgroep hebben, en dieook in praktijk brengen, goede resultaten methun cliënten boeken zonder dat daar in degebouwde omgeving heel bijzondere voorzie-ningen voor nodig zijn.Bron: Kort Bestek, 2006, nr. 35 (Bouwcollege) enwww.bouwcollege.nl<

256 normatieve kapitaallastencomponenten (nkc’s) in de cure

Met de brief ‘Ruimte voor betere zorg’ heeft hetministerie van VWS de beleidscontext van hetkapitaallastenvraagstuk verder uitgewerkt tenopzichte van de nota Transparante en integraletarieven in de gezondheidszorg. Het invoeren vantransparante en integrale tarieven en prijzenblijft onverkort gehandhaafd, maar de omvangvan het B-segment wordt aanzienlijk vergrootten opzichte van de ongeveer tien procent die albestond.

Door het vergroten van het vrije B-segmentneemt de exploitatieverantwoordelijkheid vanhet instellingsmanagement zodanig toe dat vanoverheidswege volstaan kan worden met een tij-delijk prijsbeheersingsinstrument. Academischeziekenhuizen gaan volgens de minister ‘gewoonmeedraaien’ in het vergrote B-segment. Datbetekent dat het zogeheten DHAZ-kader(Decentralisatie Huisvesting Academische zie-kenhuizen, het bouwkader voor de academischeziekenhuizen) geschoond moet worden. Stich-

ting DBC-Onderhoud (SDO) en Bouwcollege isgevraagd na te gaan of de door hen voor de alge-mene ziekenhuizen ontwikkelde methode éénop één bruikbaar is voor deze opschoning.

Rekenmodel

Op een themabijeenkomst over integrale tarie-ven voor de HEAD-vereniging van de NVZ(hoofden van economische/administratievediensten) heeft het Bouwcollege onlangs eenrekenmodel gepresenteerd waarmee ziekenhui-zen op basis van hun DBC-productie (diagnose-behandelingcombinatie) zelf inzicht kunnenkrijgen in de nieuwe bekostigingssystematiek.De geschatte inkomsten zijn nu gekoppeld aaneen combinatie van verrichtingen/activiteiten(DBC’s), terwijl deze tot dusver de resultantewaren van de werkelijke productie van een aan-tal – losse – verrichtingen. Ziekenhuizen krijgenzo een nauwkeuriger beeld van te genererenkapitaallastenvergoedingen uit tarieven en vrije