254 Ook Normatieve Huisvestingscomponent Voor De Jeugdzorg

2
zorg 116 2-2007 > zorg & financiering beschreven, waarin verschillende vastgoedstra- tegieën tot uitdrukking komen. Bij een behoudend scenario speelt vastgoed een ondergeschikte rol in het algehele beleid van de instelling. Het huisvestingsbeleid is niet gericht op vernieuwing maar op instandhouding van het huidige gebouwenbestand. Bij het scenario kostenoptimalisatie worden huisvestingskosten zo beperkt mogelijk gehouden bij een zo hoog mogelijke omzet. Bij het klantgerichte scenario staan de kwaliteit van zorg en de zorgvraag voorop. Het innovatieve scenario ten slotte richt zich vooral op productontwikkeling en marke- ting en als verlengde daarvan op ‘vernieuwende’ huisvesting. Evenwichtige mix van eigendom en huur Instellingen kiezen nu nog vaak voor een behou- dend scenario; ze nemen weinig risico’s, omdat verkeerde beslissingen kunnen leiden tot duur en incourant vastgoed en een ongunstige con- currentiepositie. Tegelijkertijd wordt men zich wel steeds meer bewust van de veranderingen die de nieuwe bekostigingssystematiek mee- brengt en van het daaruit voortvloeiende belang van het vastgoed. De vastgoedkosten bedragen weliswaar ‘slechts’ tien procent van de verpleeg- prijs, maar het zijn wel de kosten die het meest te beïnvloeden zijn. Het Bouwcollege wil daar- om dat het veld zich op het gebied van strate- gisch vastgoedbeheer (verder) professionaliseert en dat vastgoedbeleid onderdeel gaat vormen van een bedrijfsplan waarin de visie op de toe- komstige zorg is vastgelegd. Instellingen moe- ten immers rekening houden met de verande- rende rol van de banken, die als financiers be- drijfsrisico’s zullen gaan beoordelen en bedrijfs- economische eisen gaan stellen. Een evenwich- tige mix van vastgoed in eigendom en in huur kan de instelling een positie van volwaardige gesprekspartner opleveren, niet alleen bij de banken maar ook bij (lokale) overheden. Het veld geeft in het algemeen de voorkeur aan niet-specifieke bouw vanwege de betere moge- lijkheden tot hergebruik en afstoting. Specifieke bouw wordt eerder in eigendom gerealiseerd. Bij risicovolle activiteiten ligt een huursituatie meer voor de hand. Een overmaat aan ruimte kan soms wenselijk zijn om fluctuaties in de productie te kunnen opvangen, voor het uitpro- beren van nieuwe zorgproducten of voor ge- bruik als tijdelijke huisvesting. (Mede)gebruik van gebouwen door derden (bijv. welzijnsvoor- zieningen) moet ook bij het vastgoedbeleid wor- den betrokken. Vastgoedmanagement wordt al steeds vaker ondergebracht in een aparte vast- goedafdeling of een vastgoedbedrijf. Voor de toekomst kan worden gedacht aan een aparte rechtspersoon of een holdingstructuur. Bron: Kort Bestek, 2006, nr. 35 (Bouwcollege)< 254 ook normatieve huisvestingscomponent voor de jeugdzorg Niet alleen in de gezondheidszorg verandert veel, ook in de jeugdzorg is dat het geval. Naast de zorgverlening zelf en de wachtlijstproblema- tiek verandert ook de bekostiging van jeugd- zorginstellingen: geen subsidiëring meer door de provincies maar een bekostiging op basis van prestaties. Er komt, net als in de gezond- heidszorg, een integrale kostprijs per product inclusief kapitaallasten. Ook jeugdzorginstel- lingen worden dus verantwoordelijk voor hun investeringen, waarvoor zij dan een herkenbare toeslag – een normatieve huisvestingscompo- nent (NHC) – in hun productprijzen krijgen. Vanwege zijn expertise op dit gebied – het Bouwcollege is ook betrokken bij de ontwikke- ling van NHC’s in de care – heeft het ministerie van VWS het Bouwcollege verzocht de mogelijk- heden te verkennen voor de introductie van NHC’s in de jeugdzorg. Op 11 december 2006

Transcript of 254 Ook Normatieve Huisvestingscomponent Voor De Jeugdzorg

Page 1: 254 Ook Normatieve Huisvestingscomponent Voor De Jeugdzorg

zorg

116 2-2007 > zorg & financiering

beschreven, waarin verschillende vastgoedstra-tegieën tot uitdrukking komen.Bij een behoudend scenario speelt vastgoed eenondergeschikte rol in het algehele beleid van deinstelling. Het huisvestingsbeleid is niet gerichtop vernieuwing maar op instandhouding vanhet huidige gebouwenbestand. Bij het scenariokostenoptimalisatie worden huisvestingskostenzo beperkt mogelijk gehouden bij een zo hoogmogelijke omzet. Bij het klantgerichte scenariostaan de kwaliteit van zorg en de zorgvraagvoorop. Het innovatieve scenario ten slotte richtzich vooral op productontwikkeling en marke-ting en als verlengde daarvan op ‘vernieuwende’huisvesting.

Evenwichtige mix van eigendom en huur

Instellingen kiezen nu nog vaak voor een behou-dend scenario; ze nemen weinig risico’s, omdatverkeerde beslissingen kunnen leiden tot duuren incourant vastgoed en een ongunstige con-currentiepositie. Tegelijkertijd wordt men zichwel steeds meer bewust van de veranderingendie de nieuwe bekostigingssystematiek mee-brengt en van het daaruit voortvloeiende belangvan het vastgoed. De vastgoedkosten bedragenweliswaar ‘slechts’ tien procent van de verpleeg-prijs, maar het zijn wel de kosten die het meestte beïnvloeden zijn. Het Bouwcollege wil daar-om dat het veld zich op het gebied van strate-

gisch vastgoedbeheer (verder) professionaliseerten dat vastgoedbeleid onderdeel gaat vormenvan een bedrijfsplan waarin de visie op de toe-komstige zorg is vastgelegd. Instellingen moe-ten immers rekening houden met de verande-rende rol van de banken, die als financiers be-drijfsrisico’s zullen gaan beoordelen en bedrijfs-economische eisen gaan stellen. Een evenwich-tige mix van vastgoed in eigendom en in huurkan de instelling een positie van volwaardigegesprekspartner opleveren, niet alleen bij debanken maar ook bij (lokale) overheden.Het veld geeft in het algemeen de voorkeur aanniet-specifieke bouw vanwege de betere moge-lijkheden tot hergebruik en afstoting. Specifiekebouw wordt eerder in eigendom gerealiseerd.Bij risicovolle activiteiten ligt een huursituatiemeer voor de hand. Een overmaat aan ruimtekan soms wenselijk zijn om fluctuaties in deproductie te kunnen opvangen, voor het uitpro-beren van nieuwe zorgproducten of voor ge-bruik als tijdelijke huisvesting. (Mede)gebruikvan gebouwen door derden (bijv. welzijnsvoor-zieningen) moet ook bij het vastgoedbeleid wor-den betrokken. Vastgoedmanagement wordt alsteeds vaker ondergebracht in een aparte vast-goedafdeling of een vastgoedbedrijf. Voor detoekomst kan worden gedacht aan een aparterechtspersoon of een holdingstructuur.Bron: Kort Bestek, 2006, nr. 35 (Bouwcollege)<

254 ook normatieve huisvestingscomponent voor de jeugdzorg

Niet alleen in de gezondheidszorg verandertveel, ook in de jeugdzorg is dat het geval. Naastde zorgverlening zelf en de wachtlijstproblema-tiek verandert ook de bekostiging van jeugd-zorginstellingen: geen subsidiëring meer doorde provincies maar een bekostiging op basisvan prestaties. Er komt, net als in de gezond-heidszorg, een integrale kostprijs per productinclusief kapitaallasten. Ook jeugdzorginstel-lingen worden dus verantwoordelijk voor hun

investeringen, waarvoor zij dan een herkenbaretoeslag – een normatieve huisvestingscompo-nent (NHC) – in hun productprijzen krijgen.

Vanwege zijn expertise op dit gebied – hetBouwcollege is ook betrokken bij de ontwikke-ling van NHC’s in de care – heeft het ministerievan VWS het Bouwcollege verzocht de mogelijk-heden te verkennen voor de introductie vanNHC’s in de jeugdzorg. Op 11 december 2006

Page 2: 254 Ook Normatieve Huisvestingscomponent Voor De Jeugdzorg

bouw en organisatie

117zorg & financiering > 2-2007

heeft het Bouwcollege hierover een rapport aanVWS uitgebracht. Om een huisvestingscompo-nent te kunnen bepalen is het in ieder gevalnodig te weten hoe groot (in termen van brutom2) nieuw te bouwen voorzieningen gemiddeldmoeten zijn, welke investeringskosten per m2

moeten gelden, en wat de investeringen zijnover de levensduur van deze voorzieningen. HetBouwcollege heeft bij de beantwoording vandeze vragen gebruikgemaakt van bekende uit-gangspunten uit de AWBZ. Zo kon in veel geval-len worden uitgegaan van eerder in het rapportQuick scan in de care (april 2006) ontwikkeldemodellen.Uiteraard is niet alleen gekeken naar overeen-komsten maar ook naar verschillen met dejeugdzorg, en de geformuleerde hypothesen metbetrekking tot ruimtegebruik, kosten en levens-duurpatronen zijn dan ook getoetst in gesprek-ken met en aan de hand van verkregen materiaalvan instellingen voor jeugdzorg. Dit heeft er bij-voorbeeld toe geleid dat voor gebouwen vanjeugdzorginstellingen van een veel beperktere‘midlife’ renovatie wordt uitgegaan dan in decare. Wat de kostenuitgangspunten betreft isvoor de zwaarste voorzieningen in de sector, deresidentiële voorzieningen, aangesloten op dekinder- en jeugdpsychiatrie. Separeervoorzie-

ningen zijn buiten beschouwing gebleven,omdat deze in de jeugdzorg niet voorkomen.Wel is gerekend met een beperkte toeslag voorverzwaarde uitvoering in verband met gedrags-problemen. Deze kan in de AWBZ-prestatie-eisen maximaal tien procent bedragen. Voor dejeugdzorg wordt uitgegaan van vijf procent,waarmee in de gemiddelde groepswoning lijktte kunnen worden volstaan. Binnen de NHC-vergoeding hebben instellingen de vrijheid tekiezen tussen zelf bouwen, aankopen en ver-bouwen van bestaande panden of huren.

Onderzoek gebouwkwaliteit

Het Bouwcollege is overigens op verzoek vanVWS ook begonnen met de voorbereidendewerkzaamheden voor een monitoringonderzoeknaar de gebouwkwaliteit in de jeugdzorg. Ditonderzoek is te beschouwen als een aanvullingop het thans gepubliceerde rapport over eenNHC. Het kan informatie leveren die van belangis voor een goede overgang naar het nieuwebekostigingssysteem, zodat – bijvoorbeeld bijeventuele grote kwalitatieve gebreken of bijzon-dere eigendomsconstructies – tijdig maatrege-len kunnen worden getroffen. Bron: Kort Bestek, 2006, nr. 35 (Bouwcollege)<

255 zorg en bouw voor sterk gedragsgestoorde ernstig verstandelijk gehandicapten nog in ontwikkeling

In een recent uitgebrachte tussenstand over dezorg en bouw voor sterk gedragsgestoorde ern-stig verstandelijk gehandicapten (SGEVG) heefthet Bouwcollege getracht inzicht te bieden in deaard en omvang en zorg- en huisvestingsvraagvan deze zorgintensieve doelgroep. Meer daneen tussenstand is niet mogelijk omdat hetBouwcollege bij het onderzoek wederom ge-confronteerd is met het ontbreken van betrouw-bare capaciteitsgegevens in de gehandicapten-zorg.

Een van de aanleidingen voor het onderzoek wasdat het Bouwcollege bij de beoordeling vanbouwaanvragen met enige regelmaat geconfron-teerd wordt met zeer specifieke en dure maat-regelen en voorzieningen voor SGEVG-cliënten,terwijl bij andere bouwaanvragen voor dezelfdedoelgroep wordt gekozen voor redelijk genor-maliseerde oplossingen binnen het normatievekostenkader. Het onderzoek heeft nog eensbevestigd dat er in het veld geen eenduidigeopvattingen over en definities en registraties vandeze doelgroep bestaan, waardoor steekhou-