253 Onrust Over Toekomst Van De Acute-Zorgketen

2
algemeen 85 zorg & financiering > 2-2005 Hij rapporteert daarover, onverlet de eindverant- woordelijkheid van de IG, ook aan de secretaris- generaal (SG) van het Ministerie van VWS. Hij maakt deel uit van het kleine managementteam onder leiding van de IG dat de dagelijkse leiding van de IGZ op zich heeft genomen. Verder zijn gesprekken gaande over de positie van de leidinggevende van wie de commissie- Pont heeft geconcludeerd dat deze zich heeft schuldig gemaakt aan intimidatie. Verder vor- men de conclusies over de stijl van leiding geven van de IG en de hoofdinspecteurs aanleiding voor de ontwikkeling van een eenduidige mana- gementstijl. Onder leiding van de heer Oudendijk krijgt het personeelsbeleid een kwaliteitsimpuls die zal leiden tot stroomlijning van personeelsproces- sen en tot een deskundig en ondersteunend aan- spreekpunt voor medewerkers voor personele zaken. Ten slotte ontwikkelt de IGZ een praktisch cul- tuurprogramma dat leidinggevenden en mede- werkers via begeleide training zal aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid en mogelijkhe- den om het werkklimaat positief te beïnvloeden. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de IGZ in zijn huidige vorm zal dit jaar een docu- ment verschijnen dat dit proces ondersteunt en het gedrag van inspecteurs en andere medewer- kers codificeert. De relatie met de OR De OR van de IGZ en de vakbonden hebben zich de afgelopen maanden, ook in de pers, een aan- tal malen kritisch uitgelaten over de aanpak van de situatie binnen de IGZ. Dat is aan de orde geweest in gesprekken met de IG en met de SG. In het Departementaal Georganiseerd Overleg (DGO) van 11 januari heeft de departementslei- ding de bonden uitvoerig geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de IGZ. Daarin werd ook duidelijkheid verschaft over de inzet van Oudendijk. Evenals de OR van de IGZ kan het DGO zich vinden in de gekozen aanpak. De vak- bonden hopen dat de problemen bij de IGZ spoedig tot het verleden zullen behoren en heb- ben hun vertrouwen in de aanpak uitgesproken. Bron: brief van de Minister van VWS aan de Tweede Kamer, 24 december 2004, kenmerk DBO-CB-U- 2550329, Kamerstuk 7 februari 2005< Zowel bij de brancheorganisatie van de zieken- huizen als bij de koepel van de provincies bestaat veel ongerustheid over de toekomstige inrichting van de acute zorg. Zij vrezen dat straks gaten vallen in de eerste hulp bij ongeval- len. In de aanloop naar een Kamerdebat over de beleidsvisie en de algemene maatregelen van bestuur van de nieuwe Wet toelating zorginstel- lingen (WTZi) hebben de NVZ vereniging van ziekenhuizen en het Interprovinciaal Overleg (IPO) hun bezorgdheid geuit over de toekomst van de acute zorg in Nederland. Beide organisa- ties constateren dat er tot nu toe een organisato- rische lacune bestaat op dit gebied. De beleids- visie en de beleidsregels WTZi die Minister Hoogervorst van VWS in november 2004 naar de Tweede Kamer stuurde, hebben op dit punt wei- nig duidelijkheid gegeven vinden zowel NVZ als IPO. ‘In de WTZi wordt tot nu toe op dit terrein een sterke sturing door de traumacentra voorge- staan’, zegt de woordvoerster van de NVZ. ‘Maar wij vinden dat de acute zorg regionaal veel ster- ker verankerd moet worden.’ In een brief aan de Tweede Kamer pleit de NVZ ervoor dat de politiek de normen vaststelt voor de bereikbaarheid van de acute zorg. Partijen in de regio kunnen er vervolgens gezamenlijk voor 253 onrust over toekomst van de acute-zorgketen

Transcript of 253 Onrust Over Toekomst Van De Acute-Zorgketen

algemeen

85zorg & financiering > 2-2005

Hij rapporteert daarover, onverlet de eindverant-woordelijkheid van de IG, ook aan de secretaris-generaal (SG) van het Ministerie van VWS. Hijmaakt deel uit van het kleine managementteamonder leiding van de IG dat de dagelijkse leidingvan de IGZ op zich heeft genomen.Verder zijn gesprekken gaande over de positievan de leidinggevende van wie de commissie-Pont heeft geconcludeerd dat deze zich heeftschuldig gemaakt aan intimidatie. Verder vor-men de conclusies over de stijl van leiding gevenvan de IG en de hoofdinspecteurs aanleidingvoor de ontwikkeling van een eenduidige mana-gementstijl.Onder leiding van de heer Oudendijk krijgt hetpersoneelsbeleid een kwaliteitsimpuls die zalleiden tot stroomlijning van personeelsproces-sen en tot een deskundig en ondersteunend aan-spreekpunt voor medewerkers voor personelezaken.Ten slotte ontwikkelt de IGZ een praktisch cul-tuurprogramma dat leidinggevenden en mede-werkers via begeleide training zal aanspreken ophun eigen verantwoordelijkheid en mogelijkhe-den om het werkklimaat positief te beïnvloeden.Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de

IGZ in zijn huidige vorm zal dit jaar een docu-ment verschijnen dat dit proces ondersteunt enhet gedrag van inspecteurs en andere medewer-kers codificeert.

De relatie met de OR

De OR van de IGZ en de vakbonden hebben zichde afgelopen maanden, ook in de pers, een aan-tal malen kritisch uitgelaten over de aanpak vande situatie binnen de IGZ. Dat is aan de ordegeweest in gesprekken met de IG en met de SG.In het Departementaal Georganiseerd Overleg(DGO) van 11 januari heeft de departementslei-ding de bonden uitvoerig geïnformeerd over deontwikkelingen binnen de IGZ. Daarin werdook duidelijkheid verschaft over de inzet vanOudendijk. Evenals de OR van de IGZ kan hetDGO zich vinden in de gekozen aanpak. De vak-bonden hopen dat de problemen bij de IGZspoedig tot het verleden zullen behoren en heb-ben hun vertrouwen in de aanpak uitgesproken.Bron: brief van de Minister van VWS aan de TweedeKamer, 24 december 2004, kenmerk DBO-CB-U-2550329, Kamerstuk 7 februari 2005<

Zowel bij de brancheorganisatie van de zieken-huizen als bij de koepel van de provinciesbestaat veel ongerustheid over de toekomstigeinrichting van de acute zorg. Zij vrezen datstraks gaten vallen in de eerste hulp bij ongeval-len.

In de aanloop naar een Kamerdebat over debeleidsvisie en de algemene maatregelen vanbestuur van de nieuwe Wet toelating zorginstel-lingen (WTZi) hebben de NVZ vereniging vanziekenhuizen en het Interprovinciaal Overleg(IPO) hun bezorgdheid geuit over de toekomstvan de acute zorg in Nederland. Beide organisa-ties constateren dat er tot nu toe een organisato-

rische lacune bestaat op dit gebied. De beleids-visie en de beleidsregels WTZi die MinisterHoogervorst van VWS in november 2004 naar deTweede Kamer stuurde, hebben op dit punt wei-nig duidelijkheid gegeven vinden zowel NVZ alsIPO.‘In de WTZi wordt tot nu toe op dit terrein eensterke sturing door de traumacentra voorge-staan’, zegt de woordvoerster van de NVZ. ‘Maarwij vinden dat de acute zorg regionaal veel ster-ker verankerd moet worden.’In een brief aan de Tweede Kamer pleit de NVZervoor dat de politiek de normen vaststelt voorde bereikbaarheid van de acute zorg. Partijen inde regio kunnen er vervolgens gezamenlijk voor

253 onrust over toekomst van de acute-zorgketen

ZenF-0205-cyaan.qxd 28-2-2005 22:36 Pagina 85

kwaliteitsbeleid

86 2-2005 > zorg & financiering

zorgen dat die normen ook worden gehaald. Totnu toe zijn dergelijke normen niet in de wet vast-gelegd en ook in de WTZi zijn ze tot nu toe nietopgenomen. Wel heeft het Bouwcollege tweejaar geleden onderzocht in welke delen van hetland een patiënt binnen 45 minuten na een mel-ding op een spoedeisende hulp kan zijn. Datbleek in ruim 95 procent van het land mogelijk.

Normen vaststellen

De NVZ wil nu dat de politiek de normen vast-legt binnen hoeveel tijd een patiënt op een eer-stehulppost kan zijn en welke medische zorgdaar geboden moet worden. Vervolgens is het deverantwoordelijkheid van de zorgverzekeraardeze zorg in te kopen, terwijl de ziekenhuizenverantwoordelijk zijn voor het aanbod. In dun-bevolkte gebieden is het duurder de acute zorg

in stand te houden en daarvoor zouden zieken-huizen in die gebieden een extra compensatiemoeten krijgen.In zijn brief aan de Kamer stelt het IPO dat hetgrote gevaar bestaat dat straks niemand de ver-antwoordelijkheid zal nemen de acute-zorgke-ten in de regio te organiseren. Volgens deprovincies is het opzetten van de acute-keten-zorg vooral een organisatorische kwestie en nietzozeer een medisch-inhoudelijke. Daarom zou-den het niet in eerste instantie de traumacentramoeten zijn die deze keten opzetten, omdatdeze niet in de wieg zijn gelegd voor deze orga-nisatorische taak. Eerder zien de provincies voorzichzelf de rol weggelegd het voortouw tenemen voor het maken van afspraken over acutezorg in de regio.Bron: Stcrt. 2005, nr. 17<

Een op de vijf patiënten bij de huisartsenpost(HAP) en een op de tien bij de spoedeisendehulp (SEH) die voor behandeling komen, wor-den verwezen naar de andere spoedeisendezorginstelling. Dit doordat zorgverleners nietprecies weten welke klacht door welke hulp-verlener behandeld moet worden.

De zorgverleners weten niet precies waar depatiënt zich voor welk probleem moet melden.Huisartsen denken dat men voor spoedeisendeklachten vooral bij een HAP moet zijn, terwijlhet personeel van een SEH vindt dat dit bij henthuishoort. Beide groepen claimen het specia-lisme ‘spoedeisende hulp’.Daarnaast worden jaarlijks minstens 170.000patiënten met een spoedeisende zorgvraaggeholpen bij de verkeerde instelling. Dit blijktuit onderzoek van TNS NIPO in opdracht van deNederlandse Patiënten Consumenten Federatie(NPCF). Het onderzoek is aan MinisterHoogervorst aangeboden.

Één telefoonnummer

Om een eind te maken aan deze verwarrendesituatie is de NPCF voorstander van één tele-foonnummer voor spoedeisende zorg waar des-kundige triage plaatsvindt. Een deel van depatiënten zal desondanks toch naar de andereinstelling worden verwezen omdat dit vanuitmedisch oogpunt alsnog noodzakelijk is.Daarom is het voor patiënten prettig als HAP enSEH fysiek onder één dak worden gebracht.

Medische informatie

In het onderzoek is ook gekeken hoe de zorg-verlener in spoedeisende situaties aan medischeinformatie over de patiënt komt. Tachtig pro-cent van de behandelingen op een HAP wordtingezet uitsluitend op basis van informatie vande patiënt zelf. Bij de SEH is dat veertig procent.Ruim vijftien procent van de behandelingenvindt plaats zonder relevante medische achter-

254 half miljoen mensen jaarlijks verkeerd verwezen

ZenF-0205-cyaan.qxd 28-2-2005 22:36 Pagina 86